Maak kennis met: de bruinvis Bruinvissen behoren net zoals honden, koeien, of apen tot de familie van zoogdieren. In tegenstelling tot de meeste zoogdieren, zijn bruinvissen zeezoogdieren die zich speciaal tot het leven in de zee hebben aangepast. Met behulp van geluid (en vooral ook echo's) sporen bruinvissen vissen op, nemen ze obstakels waar en hebben ze onderling contact. De bruinvis eet vooral ansjovis en jonge haring. Dit is erg vette vis en bevat veel energie. De meeste mensen zien grote dieren uit de zee als vissen, maar dat is niet altijd zo. Vissen en zeezoogdieren verschillen namelijk heel erg van elkaar.
Opdracht 1 Wat denk jij dat de verschillen zijn tussen bruinvissen en vissen? Schrijf ze op, op werkblad 1.
Sommige zeezoogdieren, zoals zeehonden, zeeleeuwen, walrussen, zeeotters en ijsberen, spenderen deels hun tijd aan land en deels hun tijd in de zee. Zeezoogdieren die bekend staan als walvisachtige spenderen hun gehele leven in de zee. Onder deze walvisachtige vallen alle walvissoorten, dolfijnsoorten en bruinvissoorten. In figuur 1 zie je een overzicht van de classificatie van diersoorten.
Opdracht 2 Bepaal bij de volgende dieren tot welke classificatie ze horen. Trek een pijl van de diersoorten naar de juiste classificatie in figuur 1. Dit kunnen meerdere groepen zijn. IJsbeer - kat - zeeleeuw bultrug - bruinvis – paddenstoel - rog Figuur 1 : Classificatie diersoorten
Om als een zoogdier te overleven in de zee, hebben deze dieren unieke kenmerken ontwikkeld: 1. Zo hebben ze een unieke manier van ademhalen via blaasgaten boven op hun hoofd. Wanneer de walvisachtige zich onder water bevind, sluiten deze blaasgaten. 2. Walvisachtige kunnen lange periodes onder water blijven. Dit komt doordat ze grote hoeveelheden zuurstof in hun bloed kunnen opnemen. 3. Om warm te blijven gebruiken walvisachtige i.p.v. haar dikke lagen vet, genaamd blubber. Deze laag blubber beschermd hun tegen het koude water van de oceaan, wordt gebruikt als energie opslag en helpt hun te blijven drijven in het water. 4. De lijven van walvisachtige zijn gestroomlijnd gebouwd, dit helpt hun efficiënt door water te bewegen 5. Walvisachtige hebben speciale organen in hun hoofd die helpen tegen hoge waterdruk diep in de zee. Dit kan voor andere vele zoogdieren erg schadelijk kan zijn. 6. Walvisachtige hebben speciale klieren die olie produceren om hun ogen tegen het zoute water te beschermen. 7. Tijdens de geboorte van een walvisachtige komt eerst de staart naar buiten. Hierdoor kunnen ze wanneer ze zijn geboren gelijk naar het wateroppervlakte zwemmen om adem te halen. 8. Omdat walvisachtige geen trillingen uit de lucht op hoeven te vangen om te horen, hebben ze geen uitwendige oor flappen. Ook hebben ze geen openingen aan de zijkanten van hun hoofd om te horen. Hierdoor loopt er geen water in hun oren wat tot schade kan leiden tijdens verschillen in waterdruk tijdens het duiken. Daarom hebben walvisachtigen in plaats van oren een unieke manier van horen ontwikkeld. Dit doen ze namelijk door middel van geluidsgolven op te vangen die zich door het water verplaatsen. Sommige walvisachtige hebben tanden. Andere walvisachtige hebben baleinen, dit zijn een soort grote borstels waar walvissen water mee kunnen filteren. Getande walvisachtige, ook wel odontoceti genoemd, zoals orka’s, hebben 1 blaasgat. Walvisachtige met baleinen, ook wel mysticetie genoemd, zoals de bultrug of de grijze walvis, hebben twee blaasgaten naast elkaar. Net als onze neusgaten.
Opdracht 3 a. Wat is een walvisachtige? Hoe hebben deze dieren zich aangepast aan het leven in de zee? Noem er 3.
b. Leg de begrippen “mystecetie” en odontoceti” uit en geef bij elk begrip 3 diersoorten als voorbeeld.
c. Wat kunnen warmbloedige dieren wel doen, die koudbloedige dieren niet kunnen.
Dolfijnen en bruinvissen zijn odontoceti, maar er zijn een aantal opmerkelijke verschillen tussen deze twee types van kleine walvisachtige. Hierdoor behoren deze twee types tot twee verschillende familie soorten. De dolfijnachtige en de bruinvisachtige. Bruinvissen springen bijna nooit boven het water uit, in tegenstelling tot de meeste dolfijnen. Daardoor, en omdat ze zo klein zijn, valt het niet mee om bruinvissen op zee te zien, zeker niet bij een flinke golfslag. Een volwassen bruinvis is ongeveer 1,5 meter lang en weegt 55 kilo. Hij is van boven grijsachtig en van onder licht gekleurd. Hij leeft in kleine groepen van 3 a 4 dieren.
Opdracht 4 Wat denk jij dat de verschillen zijn tussen bruinvissen en dolfijnen? Schrijf ze op, op werkblad 2.
Een volwassen vrouwtje wordt maximaal 1.90 meter lang en weegt zo’n 60 kg. Mannetjes zijn iets kleiner met een maximale lengte van 1.60 meter en wegen zo’n 50 kg. Bruinviskalfjes (zo heten jonge bruinvissen) worden geboren in de periode worden van mei tot augustus en zijn dan ongeveer 70 tot 75 centimeter lang en wegen 5 kg.
De bruinvis werd vroeger ook wel ‘varkensvis’ of ‘zeevarken’ genoemd. De Engelse naam, Harbour Porpoise, komt van het Latijnse woord voor varken (porcus). Omdat bruinvissen zijn uitgerust met een dikke laag vet en ze bovendien knorrende geluiden kunnen maken, legde men de relatie met varkens. Alle dieren hebben een wetenschappelijke naam. Deze is altijd in het Latijns. Phocoena phocoena, is Latijns voor bruinvis. In de volgende tabel zie je een overzicht van alle soorten bruinvissen en hun benamingen. Nederlandse naam Bruinvis Californische Bruinvis Indische bruinvis Dalls bruinvis Bruinvis van Burmeister Brilbruinvis
Engelse naam Harbour porpoise Vaquita Finless porpoise Dalls porpoise Burmeister’s porpoise Spectacled porpoise
Wetenschappelijke naam Phocoena phocoena Phocoena sinus Phocoena spinipinnis Phocoenoides dalli Phocoena spinipinnis Phocoena diotrica
Als leerling hoef jij deze wetenschappelijke namen voor bruinvissen niet te onthouden. Maar waarom gebruiken we deze ingewikkelde wetenschappelijke namen? Vaak komt het voor dat 1 diersoort, zoals de bruinvis, meerdere namen heeft wat over de hele wereld kan verschillen. Dit kan tussen wetenschappers tot verwarring leiden. Daarom is het handig dat elke diersoort, zijn eigen vaste wetenschappelijk naam heeft. Deze is overal in de wereld hetzelfde en daarom weet je zeker dat je het altijd over dezelfde diersoort heb.
Opdracht 5 Wat valt jou op aan al deze benamingen voor de bruinvis?
Werkblad 1 – verschillen kaart bruinvis en vissen
Werkblad 2 – verschillen kaart bruinvis en dolfijn
Extra opdracht: Wie is wie? Hier onder zie je een aantal walvisachtige diersoorten en jij gaat uitzoeken welke dat zijn! Gebruik hierbij het schema en begin bij vraag 1.
A. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 2,05 meter
B. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 2,36 meter
C. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 1,55 meter
D. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 1,5 meter
E. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 1,91 meter
F. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 2,1 meter
G. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 1,7 meter
H. Naamsoort: Volwassen lengte vrouwtje is maximaal 1,68 meter
Determinatie schema 1. a. Het dier heeft heen rugvin b. Het dier heeft wel een rugvin 2. a. Het dier is een walvisachtige b. Het is is geen walvisachtige 3. a. Een volwassen vrouwtje is 1,5 meter of kleiner b. Een volwassen vrouwtje is groter dan 1,5 meter 4. a. De rugvin is zwart en wit b. De rugvin is geheel zwart gekleurd 5. a. De rugvin is driehoekig gevormd b. De rugvin is gehaakt van vorm 6. a. De rugvin zit in het midden op de rug b. De rugvin zit achter op de rug 7. a. De rugvin is groot en rond van vorm b. De rugvin is klein en puntig
- ga naar vraag 2 - ga naar vraag 3 - het is een Indische bruinvis - het is een gewone zeehond - Californische bruinvis - ga naar nummer 4 - ga naar nummer 5 - ga naar nummer 6 - Dalls bruinvis - Een witgestreepte dolfijn - ga naar nummer 7 - Bruinvis van Burmeister - Brilbruinvis - Bruinvis