Handleiding met lesideeën en -suggesties Voorschool en de Groepen 1 t/m 8
Wijzer !
Voorwoord Beste leerkrachten, Hierbij ontvangen jullie de handleiding voor de Kinderboekenweek. Deze handleiding staat boordevol lesideeën waar je gebruik van kunt maken. Dit jaar is het thema Natuur, wetenschap en techniek, onder het motto: Raar maar waar! Het thema is landelijk en voor meer achtergrondinformatie hierover verwijzen we jullie naar www.kinderboekenweek.nl Ook ontvangen jullie het boekenpakket, passend bij het thema van de Kinderboekenweek. Het boekenpakket bestaat uit kinderboeken voor verschillende leeftijdsgroepen. In het pakket zijn thema-gerelateerde boeken, kerntitels en Griffels opgenomen. In de KBW staan kinderboeken centraal. Een speciaal moment in het jaar om fantastisch leuke kinderboeken eens extra in het zonnetje te zetten. Grijp als school deze kans om ouders en kinderen te enthousiasmeren! In deze brochure geven we lessuggesties rondom thema-gerelateerde boeken. In de bijlage treffen jullie lesideeën die per tweetal combinatiegroepen gegeven kunnenworden (voorschool, groep 1/2, groep 3/4, groep 5/6 en groep 7/8). Kijk ook eens in het aanbod voor de andere groepen of daar iets te vinden is wat voor jouw groep ook te gebruiken is. Natuurlijk kunnen de werkstukken en liedjes die gemaakt worden op een gezamenlijke afsluiting aan de andere groepen getoond worden. De ideeën sluiten aan bij de kerndoelen voor het basisonderwijs, namelijk de volgende: • De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen (kerndoel 4). • De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, • gedichten informatieve teksten (kerndoel 9). • De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken (kerndoel 12). • De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren (kerndoel 54). • De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren (kerndoel 57). • De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden (kerndoel 58). • De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur (kerndoel 42). • De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.(kerndoel 44) De Bibliotheek Eindhoven en Wijzer! wenst jullie en jullie leerlingen veel lees- en leerplezier!
Inhoudsopgave
1 2 3 4 5
Lessuggesties voorschool
3
Lessuggesties groep 1-2
8
Lessuggesties groep 3-4
16
Lessuggesties groep 5-6
29
Lessuggesties groep 7-8
39
6
Boekenlijst van gebruikte boeken
51
1 Peuters Boek: Gewonnen / Ruth Wielockx
Opgelet! Is iedereen klaar voor de race? Zit iedereen op zijn plaats? Drie ... twee ... één ... Start! Een snel en grappig boek over een spannende race. Maar valt deze wedstrijd wel te winnen? De eerste keer wordt het boek voorgelezen met daarbij uitgebreid aandacht voor het laten zien van de illustratieve tekeningen. Natuurlijk wordt er nagepraat over de verrassende clou van het verhaaltje. Heb jij ook wel eens in de draaimolen gezeten? Waar zit jij het liefste in de draaimolen? Waarom kan er niemand winnen in de draaimolen? Waar staat de draaimolen meestal? Het boek wordt op een ander tijdstip nogmaals voorgelezen en nu is er meer ruimte voor inbreng van de kinderen. Wie heeft er ook een driewieler? Waarom heet hij zo? Tel de wielen maar eens samen! Wie mag er mee met Emma? Heb jij ook een knuffel? Hoe heet hij en hoe ziet hij er uit? Bespreek de diverse voertuigen. Misschien kennen de kinderen in hun omgeving wel iemand met een scooter/jeep of quad? Laat ze zoveel mogelijk vertellen en probeer toch weer bij het verhaal uit te komen! Vind je de bloemetjesbus mooi? Zijn er vaak bloemetjes op de bus geschilderd? Wie is er wel eens met de bus meegegaan? Hoe ging dat? Vond je het leuk? Wat zie je allemaal op de brandweerwagen? (ladder/slang) Waarvoor heeft de brandweerman die nodig? En wat is een sirene? Kunnen jullie het geluid van een sirene nadoen? Wat is een racemotor? En een formule 1 wagen? Misschien hebben de peuters thuis wel speelgoedexemplaren die een tijdje in de groep tentoongesteld mogen worden?
Andere boeken over het onderwerp Anna op de kermis / Kathleen Amant Het wielenboek voor stoere jongetjes / Marianne Busser Mijn autoboek / Harmen van Straaten Goede reis muis / Lucy Cousins Suggesties Richt een hoekje in met allerlei meegebrachte verschillende voertuigen uit het boek. Natuurlijk mogen de kinderen er ook mee spelen als het materiaal geschikt is voor peuters. Misschien kunnen ze zelfs een wedstrijdje doen! Geef het boek een ereplaatsje. Andere werkvormen Namenspel: Hoe heten de kinderen in het boek? Emma-Marie-Tess-Bram-Louis-Daan-Lucas-Daan-Finn-Sem Hoe heten de kinderen in de groep? Laat ze hun naam maar hardop vertellen. Later kan de leidster de namen klappen en kunnen alle kinderen de namen naklappen. De juf doet natuurlijk ook mee. Goed voor het ritmegevoel en zo leren ze elkaars naam spelenderwijs! Op een ander moment wordt het spel weer herhaald. Ook leuk om de eerste letter van je naam te zoeken in het letteralfabet. Bewegen: De draaimolen draait. Kunnen jullie dat ook? Laat maar eens zien. Je kunt draaien met je hele lijf maar ook met je hoofd, handen, vingers, voeten, armen etc…… Wie heeft er wel eens een molen gezien. De wieken draaien ook Laat een afbeelding van een molen zien. Ook een windmolen is een molen! Daarna zing je het liedje en speel je het spelletje, ‘Zo gaat de molen’.
4
https://www.youtube.com/watch?v=xky6L7yyT34&list=PLgjwQ5pSKJIHVtv4DGJgWnMZk9Er1d91-&index=4 https://www.youtube.com/watch?v=X4Kbk-uXQGo&list=PLgjwQ5pSKJIHVtv4DGJgWnMZk9Er1d91-&index=6 (Bladmuziek liedje om zelf te spelen op de blokfluit of op het keyboard.) Liedje: ‘Zo gaat de molen’ Zo gaat de molen de molen de molen Zo gaat de molen de molen Zo gaan de wieken de wieken de wieken Zo gaan de wieken de wieken
De handen langzaam om elkaar heen draaien als een bolletje wol
Spel 2: Zo gaat de molen de molen de molen Zo gaat de molen de molen Zo gaan de wieken de wieken de wieken Zo gaan de wieken de wieken
In grote kring langzaam lopen (of volwassene met kind) In grote kring snel lopen
De handen snel draaien
Haal voor ieder kind een molentje op een stokje. Door te blazen gaat het molentje draaien. Hard blazen-zachtjes- om de beurt- samen. De kinderen zullen dit heerlijk vinden en je oefent de adembeheersing wat weer belangrijk is voor de spraakontwikkeling.
Liedje: ‘De wielen van de bus’ met het spel, kan eindeloos worden herhaald. https://www.youtube.com/watch?v=cWHc_GoC0-g&list=PLgjwQ5pSKJIHVtv4DGJgWnMZk9Er1d91-&index=3 De wielen van de bus die draaien rond draaien rond, draaien rond De wielen van de bus die draaien rond Als de bus gaat rijden. De deuren van de bus gaan open en dicht De motor van de bus doet broem broem broem De kind’ren in de bus gaan heen en weer De mensen in de bus die praten zo De lampen van de bus gaan aan en uit
(kinderen kunnen achter elkaar zitten zoals in de bus) Op elke “draaien rond”: armen zijn de wielen langs het lijf en maken cirkels Op elke “open en dicht”: Open= armen wijd, dicht= armen dichtklappen Doen alsof je stuurt tijdens het zingen Op elke “heen en weer”: heen en weer gaan Op elke “praten zo”: met handen voor de mond praatbeweging maken Op elke “aan en uit”: armen voor het lijf , aan= handen open, uit= handen dicht
Misschien heeft een van de kinderen wel een speelgoedbus meegebracht? Natuurlijk voeren we alle bewegingen enthousiast uit samen met de juf! Is iemand wel eens met het vliegtuig op vakantie geweest? Vertel maar aan de andere kinderen. Vond je het leuk of een beetje spannend? Wat zag je allemaal als je uit het raampje keek? Leek alles ineens heel klein? Hoe heet de bestuurder van een vliegtuig? En de mevrouw die drankjes komt brengen? Liedje/bewegingsspelletje: Kijk eens vliegtuig hoog in de lucht https://www.youtube.com/watch?v=OpYNF8LIBQA&list=PLgjwQ5pSKJIHVtv4DGJgWnMZk9Er1d91-&index=5 https://www.youtube.com/watch?v=Xa34AaP9UVM Nijntje vliegt: het verhaal wordt voorgelezen met bijbehorende beelden https://itunes.apple.com/nl/app/kinderliedjes-1/id625923976?mt=8 (App met kinderliedjes voor de I-phone)
5
Boek: “Pien doet gekke dingen” / Judith Koppens
Pien (ik-figuur) doet soms ‘gekke’ dingen: de peuter snoept rechtstreeks uit de jampot, springt op bed, trekt gekke gezichten vanuit de auto, stampt in een waterplas of fladdert als een vogel. Vertederend prentenboek met inleefbare momenten die aansluiten op de belevingswereld van jonge peuters. De geheel gekleurde, geschilderde prenten beslaan dubbele pagina’s; ze zijn eenvoudig en effectief. Pien heeft een relatief groot hoofd met een blije uitstraling; de peuter kijkt de ‘lezer’ rechtstreeks aan en haar lichaamstaal is duidelijk. Ook het gehanteerde lage (kikvors)perspectief verhoogt de betrokkenheid. Dikke zwarte contourlijnen ondersteunen de herkenbaarheid; er is gewerkt met grote kleurvlakken. Op een verticale baan in een andere kleur (op de rechterpagina) wordt alvast de volgende prent geïntroduceerd: zo verwijst een vogeltje naar het fladderen van Pien. Ook de terugkerende zin: ‘Soms doe ik gekke dingen... ‘ werkt als een cliffhanger en houdt de nieuwsgierigheid vast. Het picturale in de prenten is bijzonder en zorgt voor een levendig geheel. De eerste keer wordt het boek voorgelezen door het laten zien van de tekeningen. Wat voor gekke dingen doet Pien allemaal? Vertel maar……! Doe jij ook wel eens gekke dingen? Welke kunstjes kun jij allemaal? Kun je eens wat kunstjes voordoen aan ons? Laat de kinderen die durven een kunstje voordoen in de kring. Kunnen we het misschien ook nadoen? Bewegingsactiviteiten We kunnen allemaal fladderen als vogels. Laat maar eens zien. Op de plaats, maar ook vrij door de ruimte. Variaties bedenken in bewegingsvormen: Woordenschat Fladderen welke dieren fladderen ook? Stampen : Welk dier stampt? Hoe komt dat? Kun jij ook stampen? Springen: Welke dieren kunnen heel goed springen? Pien springt ook. Waarin? (de regenplas) en waarop? (haar bed). Het wordt nog leuker met bijpassende muziekjes.
Springen als kikkers https://www.youtube.com/watch?v=q9exRJUjlas&list=PLgjwQ5pSKJIHVtv4DGJgWnMZk9Er1d91-&index=8 Stampen als olifanten https://www.youtube.com/watch?v=4mfm-Gw371c&index=9&list=PLgjwQ5pSKJIHVtv4DGJgWnMZk9Er1d91Trippelen als muisjes https://www.youtube.com/watch?v=iUgC6kFXwho Kruipen als slakken https://www.youtube.com/watch?v=GLz5QYQyDII&index=10&list=PLgjwQ5pSKJIHVtv4DGJgWnMZk9Er1d91Liedje:Olifantje in het bos https://www.youtube.com/watch?v=SEwwu3Na_1M&list=PLVgbAZyNtswcn9Z7ELz59MXlcGfXwEBou Liedje: Er zaten 7 kikkertjes https://www.youtube.com/watch?v=ddFpRXB-Kp8 Liedje: Heel heel langzaam gaat de slak https://www.youtube.com/watch?v=GLz5QYQyDII Heel leuk om de peuters als slakjes rond te laten kruipen en bij de versnelling lekker te laten rennen als hazen.
6
Pien bouwt een toren en duwt hem daarna om. Liedje: Blokken bouwen Liedje zingen en spel uitvoeren. Blokken bouwen handen uit de mouwen toren recht toren krom hoor…………….nu valt hij om…… BOEM!
De toren wordt tijdens het zingen opgebouwd en op het woordje boem mag een van de peuters hem omduwen.
Versje: De Muizen In de schuur en in de stal, daar zitten muizen overal Op een steen, zit er een Op een tree, zitten er twee En op een stoel, zitten er een heleboel
Versje: Tekst met veel stemexpressie voordragen en ondersteunen met gebaren. Bij ‘een heleboel’ kriebelen de vingers als muizenpootjes overal!!!
7
2 Groep 1-2 Gebruikte boeken: En hoe komt toch een olifant aan al die kilo’s grijs / Elle van Lieshout & Erik van Os
In de dierentuin vraagt Polle de oren van opa’s hoofd. Hoe komt een pauw aan die ogen in zijn veren en waarom draagt een kangoeroe een rugzak op haar buik? Groot prentenboek met paginagrote, vrolijke kleurenillustraties en tekst op rijm.
Grote uitvindingen / Jozua Douglas & Margot Senden (serie: Willewete)
Wil je alles weten over uitvindingen? In dit boek lees je wat een uitvinding is en waarom dingen uitgevonden worden. Als je bijna niets hebt, is het leven moeilijk. Stel je voor dat je geen huis en geen kleren hebt. Dan moet je altijd in je blootje buiten spelen. Als je geen bed hebt, moet je op de grond slapen. En wat moet je zonder wc? De belangrijkste en leukste uitvindingen worden op een heel duidelijke manier in beeld gebracht. Een informatief prentenboek over wow-dingen in de geschiedenis, namelijk grote uitvindingen.
Gedichtje Het boek bewaart een mooi verhaal. De wasmachine wast je sjaal. De vloer is zacht door het tapijt. De klok vertelt de tijd. Het zeepje maakt je lichaam schoon. Je stem reist met de telefoon. De auto brengt je veilig thuis. De kachel warmt het huis. Het kussen draagt je door de nacht. En lappenpop die houdt de wacht. Maar wie, o wie, geeft jou een kus? Ik dus. Bron: Grote uitvindingen / Joshua Douglas & Margot Senden Knutselopdracht: Maak zelf een telefoon Wat heb je nodig? 1. Twee lege conservenblikjes 2. Dun touw met een lengte van ongeveer 10 meter 3. Een hamer en een spijker Wat moet je doen? 1. Sla met de hamer en de spijker een gaatje in de bodem van beide blikjes. Zorg dat het gaatje in het midden zit. 2. Doe het uiteinde van het touw door het gaatje van het ene blikje en het andere uiteinde van het touw door het gaatje van het andere blikje. 3. Maak een knoopje in beide eindjes van het touw, zodat de blikjes vast blijven zitten. 4. Klaar is je telefoon. Hoe werkt het? Voor een telefoon heb je natuurlijk twee mensen nodig. Ga zo ver mogelijk uit elkaar staan dat het touw strak staat. Als je nu in het ene blikje praat, hoor je het geluid in het andere blikje. Bron: Grote uitvindingen / Jozua Douglas & Margot Senden
8
Gedichtje: Telefoon
Knutselopdracht: Maak zelf een stempel
Als je belt Trek je een lijntje Een lijntje door de lucht Je belt nog iemand anders En die belt jou dan terug Hallo, hallo, ben jij het? Wel zes keer heen en weer Draadjes, almaar langer Praatjes, almaar meer En zo Heb je een webje Met jezelf er middenin Wie neerlegt Wordt een vliegje Wie opneemt Is de spin
Wist je dat je met aardappels prachtige stempels kunt maken? 1. 2. 3. 4.
Snijd een aardappel doormidden. Teken met een stift een figuurtje op het binnenste van de aardappel. Bijvoorbeeld een hartje of een vierkant. Snijd nog wat aardappel weg rond het figuurtje. Zorg ervoor dat het voldoende uitsteekt. Klaar is je stempel.
Hoe werkt het? Doop je stempel in de inkt of verf en je kunt stempelen.
Bron: Superguppie / Edward van de Vendel
Bron: Grote uitvindingen / Jozua Douglas & Margot Senden
Miniquiz
Antwoorden
Wat is een uitvinding en wat niet? Een huis, stoel, poes, auto, boom. 2. Wat gebeurt er als je twee vuurstenen tegen elkaar slaat? 3. Hoe verplaatsten mensen zware dingen voordat er wielen waren? 4. Noem vijf dingen met wielen. 5. Waar schreven mensen vroeger op, toen er nog geen papier was? 6. Hoe heet een boek dat je oprolt? 7. Hoe zag de eerste fiets eruit? 8. Hoe zag de eerste telefoon eruit? 9. Wat gebruikten de mensen vroeger als wc? 10. Hoe groot was de eerste computer
1.
1.
2.
Uitvinding: huis, stoel, auto. Geen uitvinding: poes, boom. Dan ontstaat er een vonkje en dus vuur.
3.
Ze sleepten het mee of gebruikten boomstammen.
Bijvoorbeeld een fiets, auto, vrachtwagen, tractor en rolschaatsen 5. Hout, bladeren, steen en kleitabletten 6. Een boekrol 7. Een loopfiets 8. (zie plaatje) 9. Een poeptonnetje. 10. Zo groot als een kamer. 4.
Bron: Grote uitvindingen / Jozua douglas & Margot Senden Gedichtje: Afwas Ik wil wielen, Ik wil wielen En een motor aan ons huis Wielen aan de keuken Samen uit en samen thuis En dan mag mijn mama rijden En dan mag mijn papa botsen Want dan zou het afwaswater Uit zichzelf leren klotsen Als ik dan een bord laat glijden Uit mijn vingers Pats en pech Zeg ik: Sorry voor de scherven Scherp bochtje in de weg Bron: Superguppie / Edward van de Vendel
9
Raadsel: Wat hoort er bij elkaar?
Bron: Grote uitvindingen / Jozua Douglas & Margot Senden App Maak zelf een robot met de app: Toca Robot Lab (€1,59) Voor meer informatie zie: http://mijnkindonline.nl/artikelen/de-5-leukste-apps-voor-jonge-kinderen Taalspelletje Daag het geheugen van de kinderen uit door hen op de manier van ‘Ik ga op reis en ik neem mee’ geluidjes en gebaren te laten bedenken: Ik ben een robot en ik zeg… Bliep Bliep; tiktaktiktak; Tsjeng Boem etc. Liedje: Mijn naam is Robbie Robot Mijn naam is Robbie Robot, ik ben gemaakt van staal Mijn ogen zijn twee lampjes, dat vind ik heel normaal Klik, klak, rikke tikke tik, bliep, bliep, tseng boem. Mijn naam is Robbie Robot, ik ben gemaakt van staal Mijn haar is een bos draadjes, dat vind ik heel normaal Klik, klak, rikke tikke tik, bliep, bliep, tseng boem Link naar het filmpje https://www.youtube.com/watch?t=36&v=1uJRSoils5g
Liedje robot (Zandkasteel) https://www.youtube.com/watch?v=sFazpoCgomk Uitzending Zandkasteel over Techniek https://www.youtube.com/watch?v=sFazpoCgomk
10
Knutselopdracht: Maak zelf een verrekijker Wat heb je nodig?
Wat moet je doen?
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Knip twee stroken ribkarton van 3 bij 15 centimeter. Let erop dat de ribbels in de breedte lopen. Plak een strook rond het uiteinde van elk rolletje. Plak de rolletjes netjes tegen elkaar. Schilder de rolletjes in een leuke kleur. Maak achteraan aan de buitenkant van elk rolletje een klein gaatje. Steek het touw door beide gaatjes en maak aan de binnenkant van het rolletje een knoopje in het touw. Nu is de verrekijker klaar.
Kartonnen rolletjes Buigzaam ribkarton Dun touw (50 cm) Lijm Plakkaatverf Kwast
Bron: Knutseltips / Edwin Geets Spelen met tandwielen http://ict-vijver.blogspot.be/2012/12/techniek-spelen-met-tandwielen.html
Knikkerbaan van lego
Benodigdheden
Opdracht: Maak je eigen knikkerbaan van lego.
• grondplaat lego • legoblokjes • knikkers
Gedichtje: Vis Drinkt een vis ook water Gaat hij vaak in bad Kan een vis verdrinken Is water altijd nat Moet een vis op zwemles In de zee of sloot Weetie dattie alsie Uit de kom springt Dood Bron: Van mij en van jou / Hans & Monique Hagen
11
Knutseltip: Verven met een spons Met een spons kan materiaal op een eenvoudige en mooie manier worden weergegeven. Een compacte spons, uitgeknipt in een duidelijke vorm, is uitstekend te gebruiken als stempel. Doop de spons in verschillende kleuren en maak een mooie achtergrond! Spoel de spons niet voor de verschillende kleuren uit. Zo krijg je een mooi kleurenmengsel op papier. Met de vorm van de spons kun je ook leuke tekeningen maken, bijvoorbeeld de bakstenen van een huis met een dak erop en een deur erin. Ook kun je een kleurplaat inkleuren met de spons als stempel. Bron: Kunstenaars in de dop / Gaetane Lannoy Knutselen en experimenteren: Waterspuit Wat heb je nodig? Een stuk dun karton ter grootte van een dubbele ansichtkaart Een potlood en een schaar Een buigrietje Een ballon Lijm
Wat moet je doen? Vouw het stuk karton dubbel. Teken een olifant op 1 helft met de bovenkant van de rug tegen de vouw. Knip de olifant uit zonder in de vouw te knippen. Open de kaart en plak een buigrietje binnenin. Plak het gebogen deel langs de slurf en het uiteinde bij de staart. Vul een ballon voor de helft met water en plak het tuutje ervan aan het einde van het rietje. Zet de kaart rechtop en knijp in de ballon. Wat gebeurt er? Antwoord: Als je in de ballon knijpt, is er minder ruimte binnenin. Daarom wordt een beetje water in het rietje geduwd en spuit het eruit
Bron: 365 x wetenschap : knutselen en experimenteren Opdracht voor de gymles Kun jij stampen als een olifant? Daar gaan de olifanten, groot en sterk. Bij elke stap zwaait hun slurf van de ene kant naar de andere. Ze stampen met hun poten, ze zwaaien met hun slurf. Kun jij dat ook? Kun jij glijden als een slang? Daar gaat de slang, plat op zijn buik. Hij kronkelt en glijdt over de grond. En als hij moe is, rolt hij zich op. Kun jij dat ook? Kun jij springen als een aap? Daar gaan de apen, vlug en lenig. Ze slingeren van tak naar tak. Hoog in de boom kruipen ze bij elkaar. Wat een hoop lawaai maken ze daar! Kun jij dat ook? Kun jij lopen als een pauw? Kop omhoog, snavel in de lucht. Laat die mooie staart maar zien! En dan een krijs: AAOIEE! Kun jij dat ook? Kun jij kruipen als een slak? Langzaam, heel langzaam. Steek je voelhoorns uit en kom uit je huisje. Maak je lang en dun. Kun jij dat ook? Bron: Stamp met de olifant / Judy Hindley
Kun jij fladderen als een vlinder? Je vleugels gaan snel op en neer. Je vliegt van bloem naar bloem. Kun jij dat ook? Kun jij sluipen als een tijger? Heel traag, heel traag … Sst, maak geen geluid! Daar is je prooi … Spring! Kun jij dat ook? Kun jij rennen als een hert? Eerst staat ze doodstil, met haar oren gespitst. En dan opeens rent ze ervandoor! Kun jij dat ook? Kun jij zwenken en keren als een bange kudde dieren? De leeuw zit achter ze aan! Linksom, rechtsom, hun hoeven roffelen. Kun jij dat ook? Kun jij op één poot staan als een flamingo? Ze poetsen hun veren met hun snavel. En ze vallen niet eens om! Kun jij dat ook? Kun jij helemaal in elkaar kruipen net als een konijntje? Hij doet zijn oogjes dicht en gaat lekker slapen in zijn warme holletje. Opgekruld tot een grijze bal. Kun jij ook zo stil liggen?
12
Ik ben een pinguïn en ik draai met mijn hoofd. Kun jij dat ook? Ik ben een giraf en ik buig mijn nek. Kun jij dat ook? Ik ben een bizon en ik trek mijn schouders op. Kun jij dat ook? Ik ben een kat en ik krom mijn rug. Kun jij dat ook? Ik ben een dromedaris en ik buig mijn knieën. Kun jij dat ook? Ik ben een ezel en ik schop met mijn benen. Kun jij dat ook? Ik ben ik en ik wiebel met mijn tenen. Kun jij dat ook? Bron: Van top tot teen / Eric Carle
Websites www.dierenrijk.nl/dieren Kijk op de website van Dierenrijk en lees over heel veel verschillende dieren. http://www.schooltv.nl/video/naar-de-dierentuin-met-moffel-en-piertje http://www.schooltv.nl/video/de-weg-in-de-dierentuin-met-flip-de-beer/#q=dierentuin http://www.schooltv.nl/video/naar-de-dierentuin-met-timo-en-finne/#q=dierentuin https://www.youtube.com/watch?v=iNb1wugV4QQ
13
Bron: www.kleurplaten.nl
14
Bron: www.kleurplaten.nl
15
3 Groep 3-4 Springende pinguïns en lachende hyena’s / Marije Tolman Wist je dat de hersenen van een struisvogel kleiner zijn dan een oog? Dat een haai altijd beweegt, zelfs als hij slaapt en dat een ijsbeer linkshandig is, net als de meeste kunstenaars? Dat de slagader van een blauwe vinvis zó groot is dat een mens er doorheen kan kruipen en dat de ribbenkast van een nijlpaard zó groot is, dat een kind van 1.20 meter er rechtop in kan staan? In dit grote, prachtige prentenboek met leeslint staan wel vijftig dieren om de beurt in het middelpunt. Ze zijn afgebeeld op grote, omkaderde geschilderde prenten over anderhalve pagina. De illustraties zijn zacht van kleur en zichtbaar met liefde gemaakt. De dieren zijn door Gouden Penseelwinnares Tolman klein en fijn getekend, geaccentueerd met zwarte, dunne lijntjes. De illustraties nodigen uit tot kijken, zoeken en speuren totdat je vindt wat er in de korte tekst over het dier wordt verteld. De teksten naast de prent staan in een vrij dunne letter die daardoor goed aansluiten bij de illustraties. De naam van het dier staat speels daarboven in kleur (als titel). De tekst bestaat uit feitjes en weetjes die je nog niet kende, maar die aanvoelen als ‘dat je ze altijd al hebt willen weten’.
Voorlezen Na het voorlezen van (een groot deel van) het boek Springende pinguïns en lachende hyena’s komt er nog een zeer bijzonder dier in de klas aan de orde. De boekenwurm! Bestaat een boekenwurm echt? Wat is een boekenwurm? Sommige kinderen doen niets liever dan boeken lezen. Iemand die graag de hele dag leest, noemen we een boekenwurm. De boekenwurm bestaat dus echt! De boekenwurm Stel dat de boekenwurm echt bestaat: hoe ziet dit dier er dan uit? Bespreek dit met de groep. Tekening maken Maak een tekening van een boekenwurm. Dat mag een tekening zijn van een persoon die graag en veel leest. Er mag ook een tekening gemaakt worden van een fantasiedier! Verhaaltje bedenken over de boekenwurm Vraag de kinderen een kort verhaaltje te schrijven voor de kinderen uit groep 1 en 2 over “de boekenwurm”. Bedenk eerst klassikaal een aantal zaken over de boekenwurm: • Hoe ziet de boekenwurm eruit? Is het een persoon of een dier? (zie ook de opdracht hierboven); • Is de boekenwurm vrolijk/aardig of juist niet? • Heeft de boekenwurm een naam? • Waar woont de boekenwurm? • Welk avontuur gaat de boekenwurm meemaken / Wat gaat de boekenwurm doen? (Hoe het afloopt hoeft hier nog niet besproken te worden. • Wie (personen of dieren) spelen er nog meer mee in het verhaal? • Voor groep 3: Hoe moet het verhaaltje aflopen?
16
Voor groep 4: Het verhaaltje over de boekenwurm opschrijven Als deze punten klassikaal besproken zijn, mogen de kinderen zelf het verhaaltje op gaan schrijven. Het einde bedenken ze vervolgens zelf. Een prentenboekje maken Deze opdracht kan klassikaal uitgevoerd worden of deels in kleine groepjes. Klassikaal: Leg de kinderen uit dat een prentenboek een boek met veel plaatjes en weinig tekst is. Laat ook wat prentenboeken zien. De kinderen gaan zelf een prentenboekje maken voor groep 1 en 2. Het verhaaltje van de boekenwurm is het uitgangspunt. Klassikaal of in groepjes: Bewerk het verhaaltje van de boekenwurm tot maximaal 20 zinnen. Er moet ook een goede titel voor het boek bedacht worden! Pak een aantal losse vellen. Op elk vel worden steeds 2 zinnen van het verhaaltje opgeschreven. Dat kan bovenaan de pagina maar ook onderaan de pagina zijn. Afwisselen mag ook. De titel (de 21ste zin) komt op een apart vel. De kinderen bedenken en maken bij elke pagina een passende tekening. Ze kunnen ook zoeken naar plaatjes/foto’s in oude tijdschriften en er een collage van maken op de betreffende bladzijde. De voorkant (kaft) van het boek moet ook bewerkt worden. De titel wordt er groot en duidelijk op vermeld. Er moet een passende tekening/collage bij gemaakt worden. Op de voorkant moet natuurlijk ook vermeld worden wie het boekje gemaakt hebben (bv.: groep 4, of de namen van de kinderen die in een groepje gewerkt hebben.) Voeg alle blaadjes samen en maak met een perforator gaatjes in de pagina’s. Met een mooi lintje, band of garen worden de pagina’s aan elkaar gemaakt. Leg een strik aan de voorkant van het boekje. Voor groep 4: Het prentenboek voorlezen aan de kleutertjes Laat de kinderen het boekje in groep 1 en 2 aan kleine groepjes kinderen voorlezen! Laat ze eerst een keer oefenen in de groep. Zingen “Boekenwurm” – Kinderen voor Kinderen; kijk op: https://www.youtube.com/watch?v=4h-46276Cpw Tekst: ‘‘Boekenwurm’’ – Kinderen voor Kinderen Ik kan toveren in m’n hoofd De mooiste beelden door een film verdoofd ‘k Verlies me helemaal in prachtige verhalen Laatst hoorde ik, van lezen word je slim Je moet het zien als hersengym Eenmaal in m’n boek raak ik volledig zoek
Refrein
Refrein: Boekenwurm, boekenwurm Ik ben een echte boekenwurm Vreet me door m’n boeken heen Honger naar verhalen van de bieb te leen Boekenwurm, boekenwurm Ik ben een echte boekenwurm Een dag niet gelezen, knaagt aan mij Ik kan niet zonder lezen, tijd vliegt voorbij
Refrein
Zit ik in de auto van de bieb naar huis Dan ben ik al begonnen voordat we thuis zijn De woorden brengen mij direct naar avontuur En dan zeggen ze “Lezen dat is vreselijk saai Kijk liever televisie met veel lawaai Maar lezen is m’n leven, ik doe het ieder uur
Annie M.G., Paul van Loon Carry Slee en Francine Oomen Jan Terlouw, Roald Dahl Ja, ik lees ze allemaal
Uren blijf ik ‘s avonds lezen, zo wordt het altijd laat Regelmatig is m’n vader daarom weer ‘ns kwaad Hé, ga nou slapen! Om half acht gaat je wekker “Jij hebt trouwens morgen boekenbeurt! Slaap lekker!” Refrein Vreet me door m’n boeken heen Honger naar verhalen van de bieb te leen Boekenwurm, boekenwurm Ik ben een echte boekenwurm Een dag niet gelezen, knaagt aan mij Ik kan niet zonder lezen, tijd vliegt voorbij
17
Een kijkdoos maken Een kijkdoos is een (schoenen)doos als knutselwerk waarin een voorstelling van figuurtjes is gemaakt, op een zodanige manier dat deze te bekijken is door een gat in de zijkant van de doos. De doos wordt ten slotte afgedekt met lichtdoorlatend (gekleurd) papier of dunne stof. De buitenkant van de doos wordt meestal versierd. De verrassing is wat er te zien zal zijn! Een kijkdoos lijkt daarmee heel erg op een diorama. Een diorama wordt ook wel kijkkastje genoemd. Je ziet ze vaak in een museum. Er worden in een diorama voorwerpen opgesteld die een indruk geven van een (mogelijke) werkelijkheid. Een heel bekend diorama is te zien in de Efteling. Kijk maar eens naar dit filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=kIdpx6VG5b8 Bij deze opdracht gaan de kinderen een kijkdoos maken. In de kijkdoos laten ze een stukje van de dierenwereld zien! Benodigde materialen: • een doos (liefst een schoenendoos) • plakfiguurtjes (uit te knippen of poppetjes); voor de plakfiguurtjes, zie de bijlagen • kleurpotloden, stiften, lijm, schaarpapier (gekleurd en wit) en eventueel • doorzichtig (overtrek)papier. Instructiefilmpje: https://www.youtube.com/watch?v=4CrNaxsqf _Q Stap 1: Haal de deksel van de schoenendoos af en maak aan 1 van de korte zijdes van de schoenendoos een gat (als hulpmiddel kan een toiletrol gebruikt worden; past deze door het gat dan is het gat groot genoeg.) Stap 2: Bedenk wat er in de kijkdoos gemaakt moet worden. Teken en kleur daar figuurtjes voor. Er kunnen bv. ook afbeeldingen uit tijdschriften uitgeknipt worden. Houd dan wel rekening met een plakrandje aan de onderkant. Knip er dus een extra randje aan! Stap 3: Kleur de figuurtjes in en kleur dan ook de schoenendoos aan de binnenkant. Bijvoorbeeld blauwe wanden als er gekozen is voor zeedieren. Op de zij- of achterkant kan ook een ingekleurde afbeelding geplakt worden. Dat geeft het effect van diepte. Stap 4: Plak de figuurtjes in de schoenendoos. Vouw het plakrandje voorzichtig om. Dit kan ook aan de zijkant van de doos. Bedenk dan wel dat er aan de zijkant van het plaatje een plakrandje moet zitten. Laat er dan gewoon een extra randje aan de zijkant aan zitten als het figuurtje uitgeknipt wordt. De plaatjes moeten niet allemaal op een rijtje in de doos geplakt worden. Plaats ze over de gehele oppervlakte van de doos. Hierdoor ontstaat een 3-dimensionaal effect en is er diepte te zien! Span ook eens een draadje in de doos en laat daar bijvoorbeeld vogels van papier aan laten vliegen. Of plak aan een plaatje een strookje papier waardoor je het plaatje van buitenaf kan laten bewegen. Maar hiervoor een inkeping aan de zijkant van de doos waar het strookje door kan. Stap 5: Vul de doos nog met ander materiaal indien gewenst (bijvoorbeeld schelpen) en sluit dan de doos door de deksel erop te doen. De kijkdoos is af! Natuurlijk is het ook leuk om de buitenkant te versieren. Stap 6: Om voor een mooi effect in de doos te zorgen, moet de deksel bewerkt worden. Er moet een stuk uit de deksel gehaald worden ( vorm naar keuze ) en doorzichtig papiertje over de opening gelegd worden. Dit zorgt voor een goede lichtinval in de kijkdoos. Meer kleuren gebruiken kan ook! Maak dan bijvoorbeeld 2 kleinere openingen. Kijk ook eens naar dit instructiefilmpje: https://www.youtube.com/watch?v=4CrNaxsqf _Q
Als de doos op zijn kant gezet wordt en de onderkant dus de achterkant wordt, dan hoeft de deksel niet bewerkt te worden. Het wordt dan dus meer een diorama, in plaats van een kijkdoos. Besteed dan wel veel aandacht aan de achtergrond. Die zal nu namelijk veel meer opvallen.
18
Aan de slag! Maak een kijkdoos/diorama met als thema “wilde dieren” of “onder water”. De plaatjes staan in de bijlagen. Kijk voor meer plaatjes op internet en zoek op google afbeeldingen en zoek op “kijkdoos figuren”. Figuurtjes: Wilde dieren: http://www.tantemarloes.nl/wpcontent/uploads/2015/02/acab44a649b584245f96b14ed2ca82bd.jpg.gif http://assets.wnf.nl/downloads/204303_01_kijkdoosvel_bamboeclub_ def _hres.pdf (Deze plaatjes zijn ook terug te vinden in de lessuggesties voor groep 1 en 2) Onder water: http://www.tantemarloes.nl/wp-content/uploads/2015/02/b19877134b91f78db71c5e49430c9ffe.jpg.gif
19
20
21
Dierengedicht Op pagina 23 is een gedicht van Jan de Bas (1964) afgebeeld. Laat het op het digibord zien of print het uit en laat het eerst aan de kinderen zien. Ze mogen het dan nog niet lezen. Print het eventueel als voorbeeld uit op een A3-formaat. Het gedicht heet: “De giraffe etc.” maar vertel dit nog niet. Kunnen die kinderen zo al zien over welk dier dit gedicht gaat? Lees dan het gedicht voor en deel het eventueel gekopieerd op A4-formaat uit. Een gedicht in deze vorm noemen we een vormgedicht. Waarom zou dat zijn? Vormgedicht Teckels en bulldoggen zijn honden. Bespreek met de groep hoe deze honden er uit zien. Bekijk eventueel via deze linkjes plaatjes van de honden: https://www.google.nl/search?q=teckel&biw=1184&bih=687&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ei=1aOSVa3CLoW3-AGpp5rgAQ&ved=0CAYQ_AUoAQ#imgrc=_ en https://www.google.nl/search?q=buldog&biw=1184&bih=687&nfpr=1&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ei=PqSSVbisEIPo-QHfiov4CQ&ved=0CAYQ_AUoAQ#nfpr=1&tbm=isch&q=bulldog Wat valt op? De ene hond is smal, dun, lang, de ander is kort, gezet, dik, breed. Laat de kinderen nu op een vel papier de woorden “teckel” en “bulldog” opschrijven met kenmerken van de hond. Teckel wordt dus een langgerekt woord. Bij bulldog kunnen de letters dik en kort op elkaar geschreven worden. Gebruik potloden en (dikke) stiften! Voorbeeld:
Op de computer kunnen kinderen deze effecten ook maken in Word als ze Wordart gebruiken. Klik hiervoor in de werkbalk op het tabblad “Invoegen”. Klik rechtsboven bij “Tekst” op de blauwe, cursief afgebeelde A en er kan gekozen worden voor diverse tekstweergaven. Klik een keuze aan. Op het scherm verschijnt de mogelijkheid om tekst te typen. De werkbalk past zich aan met nog meer mogelijkheden om de tekst te verfraaien en veranderen. Experimenteer!
22
Vormgedichtje schrijven Laat de kinderen een kort gedichtje schrijven over een slang. Laat ze het gedicht zo opschrijven dat de vorm van het gedicht ook op een slang lijkt!
De langste zin is nog te kort om op te schrijven wie hij is, wat hij doet, wat hij voelt, hoe hij eet, hoe hij met zijn lange nek, een bosje stro te grazen neemt, hoe hij er uit ziet, wat hij denkt, en wat hij leest bij- voorbeeld dit ge- dicht over de gi- raffe etc. 23
Boek: Keepvogel De uitvinding / Wouter van Reek
Keepvogel heeft een boek over uitvindingen gelezen en nu wil hij met zijn vriend Tungsten ook iets uitvinden. Hij bedenkt een machine om te hoog hangende vlierbessen te plukken. Het wordt zo’n ingewikkeld geheel dat de uitvinder zijn uitvinding niet meer in de hand heeft. Ternauwernood redt Tungsten zijn vriend uit de grijpers van de machine. Tungsten zelf heeft alleen maar een stok met een gevorkt uiteinde uitgevonden. Wat hij daarmee moet? Keepvogel weet het wel: te hoog hangende vlierbessen plukken. Keepvogel en Tungsten zijn met stevige contourlijnen neergezet en vormen een heftig contrast met de fijn gelijnde minutieuze tekeningen van de uitvinding. Korte teksten, variërend van een tot vier regels, ondersteunen de royale illustraties. Een hilarisch strip-intermezzo laat zien hoe de uitvinding Keepvogel dreigt te vermorzelen. En Tungsten, die is al lang blij als ze na al dat uitvinden lekker naar buiten gaan. Een kostelijk verhaal met lichtabsurde trekjes over het ingewikkeld maken van eenvoudige zaken. Digitaal prentenboek Bekijk het verhaal van Keepvogel eens als digitaal prentenboek, via de volgende link: https://www.youtube.com/watch?v=1dwXhj3ghpg Verhaal bespreken met de leerlingen Praat over het boek nadat het is voorgelezen en het filmpje is bekeken. De volgende, algemene vragen kunnen aan bod komen: • Is er één hoofdpersoon? Wie is dat? Of zijn er meer hoofdpersonen? Wie? • Heeft de hoofdpersoon een helper? Wie is dat? • Zijn er nog meer personages? Speelt de uitvinding van Keepvogel een grote rol? • Weten we wanneer dit verhaal zich afspeelt? Is het belangrijk voor het verhaal om dat te weten? • Weten we waar dit verhaal zich afspeelt? Is het belangrijk voor het verhaal om dat te weten? • Bekijk nu samen met de leerlingen aan de hand van onderstaande vragen, de verhaalstructuur. Vraag
Antwoord
Wat is het eerste wat we te weten komen in het verhaal?
Tungsten wil lekker buiten gaan spelen met Keepvogel. Maar Keepvogel heeft geen zin; hij zit te lezen. Hij leest een boek over uitvindingen.
Waar begint het verhaal pas echt?
Keepvogel en Tungsten gaan tekenen. Ze gaan zelf een uitvinding bedenken.
Is er een probleem?
Keepvogel tekent een grote vlierbessenplukmachine. Zo groot dat de machine niet op zijn eigen papier past!
Wat gebeurt er dan?
Tungsten duwt de knop van de machine weg.
Wanneer wordt het verhaal echt spannend?
De machine komt in beweging en grijpt Keepvogel. Hij belandt in de machine! Kan Tungsten Keepvogel op tijd uit de machine krijgen?
Hoe loopt het verhaal uiteindelijk af?
Tungsten en Keepvogel gaan met de keepstok vlierbessen plukken. Tungsten kan eindelijk lekker naar buiten!
Zelf een korte tekenfilm maken Je kunt op televisie of op de computer naar een tekenfilm kijken. Een tekenfilm bestaat uit allemaal getekende plaatjes. Hoe kunnen de leerlingen zelf een heel eenvoudig tekenfilmpje maken? Kijk hiervoor op de volgende link en ga aan de slag! http://www.proefjes.nl/proefje/179
24
Hoe is Keepvogel ontstaan? De bedenker en schrijver van de verhalen van Keepvogel is Wouter van Reek. Hoe heeft hij Keepvogel bedacht? Daarover heeft hij een verhaaltje gemaakt en het uitgelegd op internet. Via de volgende link is te zien hoe Keepvogel zelf “uitgevonden” is. http://www.keepvogel.dds.nl/keepvogelStrip.html Bespreek met de leerlingen hoe zij Keepvogel zouden tekenen. Hoe zou Keepvogel er dan uit kunnen zien? Nog steeds gehuld in een rode jas? Of is Keepvogel dan groter, dikker, of juist kleiner. Heeft hij een kleine of grote snavel? Welke kleur heeft die snavel? Heef hij Tungsten als vriendje? Hoe zou het vriendje van Keepvogel er volgens de leerlingen ook uit kunnen zien? Het gekste idee van groep 3/4! Er is een top 10 van gekste uitvindingen ooit gedaan! In dit filmpje kan je kijken naar 10 wel heel erg gekke uitvindingen: https://www.youtube.com/watch?v=_JFF58sycUA Laat de kinderen klassikaal of individueel een top 5 van te gekke uitvindingen bedenken! Met het woordweb “De uitvinding” in de bijlage op pag. 28 kan de gekste uitvinding nog wat verder uitgewerkt worden. In het midden komt de naam van de uitvinding te staan. In het web schrijven de kinderen trefwoorden die met de uitvinding te maken hebben. Denk aan bijvoorbeeld wat er nodig is om de uitvinding te maken? Hoe en met welke materialen zou de uitvinding gemaakt kunnen worden? Welk probleem lost de uitvinding op? Etc. Andere naam voor “de keepstok” Keepvogel heeft in dit boek de “Keepstok” uitgevonden. Daarmee kan hij de vlierbessen die hoog hangen toch makkelijk plukken!. Uit de naam die hij de uitvinding gegeven heeft, nl. keepstok, kan je dat niet afleiden. Dat hoeft ook niet. Hij heeft de uitvinding naar zichzelf vernoemd. Dat gebeurt wel met meer uitvindingen. Hoe zou Keepvogel de uitvinding ook kunnen noemen? Bedenk een andere naam! Het doolhof van Keepvogel Na het maken van een ingewikkelde tekening, wordt uiteindelijk De Keepstok uitgevonden. Een simpele uitvinding, maar heel handig. De weg naar de keepstok toe was niet zo makkelijk! Keepvogel moet door het doolhof om naar de vlierbessen te komen en de Keepstok te gebruiken. Hoe komt hij bij de vlierbessen? Kopieer de doolhofpuzzel op de pagina 26. Keepvogels dobbelsteen Kopieer de bijlage op pagina 27 met de dobbelsteen. De kinderen kunnen de dobbelsteen eerst kleuren. Daarna kunnen ze de dobbelsteen vouwen en in elkaar plakken. Met de dobbelsteen kan het verhaal opnieuw gegooid worden. Maar nu zal er een andere volgorde ontstaan en dus ook een ander verhaal! De kinderen vertellen aan de hand van het plaatje dat gegooid wordt een nieuw Keepvogelverhaal!. Keepvogels verhaal dobbelen, vertellen en naspelen met een sokpop. Een sokpop is zo gemaakt. Bekijk dit filmpje maar eens. https://www.youtube.com/watch?v=--T541L1Tu0 Tips voor het maken van een sokpop zijn ook te vinden op: http://nl.wikihow.com/Een-sokpop-maken Benodigdheden: • Een lange schone sok; • Googly ogen (beweegbare plastic ogen) of wat steviger papier om de ogen te tekenen en uit te knippen; • Papier (geel) om eventueel een snavel te knippen en op de sok te plakken; • (Super)lijm;
25
Bron: WikiHow.com Keepvogeldoolhof
Breng Keepvogel naar de vlierbessen!
Keepvogeldoolhof
Breng Keepvogel naar de vlierbessen!
26
Keepvogels dobbelsteen Kleur de plaatjes, knip de mal uit langs de buitenste lijnen en vouw de dobbelsteen in elkaar. Gebruik de randjes om de dobbelsteen dicht te plakken. Werp de dobbelsteen en vertel bij het plaatje wat er zou kunnen gebeuren. Laat de fantasie de vrije loop! Het verhaal van Keepvolgel en Tungsten zal nu heel anders zijn!
Plakrandje
27
Andere naam voor ‘‘De uitvinding”
28
4 Groep 5-6
Stijn, uitvinder / René van der Velde
Stijn heeft een grote ontdekking gedaan: hij is uitvinder! Voortaan lost hij elk probleem op met een geweldige uitvinding! Moet hij de hond uitlaten terwijl het regent? Niks aan de hand! Daar vindt Stijn iets heel handigs voor uit. Dictee? Daar gaat hij een tien voor halen zonder ook maar één woordje te leren. En vervelende klusjes knapt hij op zonder er zelf echt iets voor te doen. Twaalf hilarische uitvindingen, waar je zelf misschien ook wel wat aan hebt! (Bron: http://www.ploegsma.nl/web/Schrijvers-tekenaars/Boek-pagina/9789021669953 _Stijn-uitvinder.htm )
Het waanzinnige boek over het menselijk lichaam / Andy Griffiths
Lees het meest ONVERANTWOORDE boek over het menselijk lichaam OOIT! Deze geïllustreerde waanzinnige gids leert je alles over: - de gekste - de harigste - de stoerste - de meest explosieve & - de smerigste onderdelen van je lichaam! (Bron: http://www.bol.com/nl/p/het-waanzinnige-boek-over-het-menselijk-lichaam/9200000036078818/) Filmpjes Intro-filmpje ‘Stijn, uitvinder’ https://youtu.be/4sTiDlDH0ko Intro-filmpje ‘Het waanzinnige boek over het menselijk lichaam’ https://youtu.be/uuq7xh7A6V8 Filmpje Keepvogel – De uitvinding https://youtu.be/1dwXhj3ghpg Klokhuis uitzending over hersenen http://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/2470/Zoek%20het%20uit%21%20Hersenen Website ‘Zoek het uit’ http://zoekhetuit.hetklokhuis.nl Filmpje: Uitvindingen uit de 19e eeuw http://www.schooltv.nl/video/uitvindingen-uit-de-negentiende-eeuw-dankzij-de-stoommachine/ Wat voor uitvinder ben jij? http://www.schooltv.nl/video/wat-voor-een-uitvinder-ben-jij-wisebit-van-mathijs-stegink-en-michael-veerman/#q=uitvinder Apps App Inventions Gratis: https://itunes.apple.com/nl/app/pettsons-inventions-lite/id524685685?mt=8 Betaald: https://itunes.apple.com/nl/app/pettsons-inventions/id524685220?mt=8 App Inventioneers Gratis: https://itunes.apple.com/nl/app/inventioneers/id926202053?mt=8 Betaald: https://itunes.apple.com/nl/app/inventioneers-full-version/id947381696?mt=8 Websites Website: Crayon phisics http://www.crayonphysics.com Je kunt een gratis demo downloaden. De betaalde download kost €19,95. Er is ook een app (€6,99) https://itunes.apple.com/nl/app/crayon-physics-deluxe/id300830915?mt=8 Website spelen met tandwielen http://ict-vijver.blogspot.be/2012/12/techniek-spelen-met-tandwielen.html
29
Mijn uitvindingen
Stijn bedenkt in het boek diverse uitvindingen om met onderstaande vragen om te gaan. Verzin zelf uitvindingen voor de problemen die Stijn heeft. Alles kan en alles mag! 1. Hoe houd ik zoenende familieleden op afstand, inclusief lievelingstantes?
2. Hoe laat ik mijn hond uit in de stromende regen zonder zelf kletsnat te worden?
3. Hoe zorg ik dat er aan tafel ook naar mij geluisterd wordt?
4. Hoe schakel ik vervelende rotjongens met een simpele klap uit?
5. Hoe word ik een topleerling zonder te leren?
6. Hoe maak ik de ruimte onder mijn bed inbreker-vrij?
7. Hoe kies ik altijd de juiste rij bij de kassa?
30
Kies 1 van de vorige uitvindingen en teken deze uitvinding:
31
Mijn uitvinding De naam van mijn uitvinding:
Mijn uitvindersnaam is:
Het probleem:
Ik kwam op het idee van de uitvinding toen:
De oplossing:
Mijn uitvinding is fantastisch omdat:
32
Teken hier je uitvinding:
33
Lied Musical Cash - Uitvindingen https://youtu.be/xFjSz_MR1rs een computer die praat
en een huiswerkautomaat
een altijd nette kast
en een hond die nergens plast
het zijn zomaar wat ideeën
daar wordt aan gedacht
dat zijn zomaar wat ideeën
waar de wereld echt op wacht
uitvinders zijn creatieve geesten
ze denken altijd mijlenver vooruit
uitvinders, nou ja de meesten
vinden haast dagelijks (...) de gekste dingen uit.
een mobiel van een soort
dat haast iedereen hem hoort
een middel op je bord
waardoor jij onzichtbaar wordt
het zijn zomaar wat ideeën
daar word naar gestreefd
dat zijn zomaar wat ideeën
waar de wereld wat aan heeft
uitvinders zijn creatieve geesten
ze denken altijd mijlenver vooruit
uitvinders, nou ja de meesten
vinden haast dagelijks (...) de gekste dingen uit.
een hond die nooit bijt
een broek die nooit slijt
een fiets die zelf trapt een band die nooit klapt
uitvinders zijn creatieve geesten
ze denken altijd mijlenver vooruit
uitvinders, nou ja de meesten
vinden haast dagelijks (...) de gekste dingen uit.
Gedicht - Elfje Een elfje is een relatief eenvoudig gedicht dat uit vijf regels bestaat en in totaal elf woorden heeft. Het heeft een simpele structuur waardoor het elfje een gedicht is waar men gemakkelijk mee kan beginnen als men wil gaan dichten. Ook voor kinderen is het een gedicht dat goed te maken is. Elke regel in een elfje heeft een vaststaand aantal woorden dat gebruikt mag worden. De opbouw van het aantal woorden per regel is als volgt: 1 2 3 4 1 Opdracht: Laat leerlingen een elfje maken over hun uitvinding:
1 woord 2 woorden 3 woorden 4 woorden 1 woord
Naam van de uitvinding Wat vind je van je uitvinding Het probleem waar de uitvinding voor is Omschrijving van de oplossing Naam van de uitvinding
34
Liedje Uitvinders
Link naar zang en mp3 http://www.jufjanneke.nl/wordpress/wp-content/uploads/2014/02/uitvinders-met-zang.wma Link naar instrumentaal http://www.jufjanneke.nl/wordpress/wp-content/uploads/2014/02/uitvinders-instrumentaal.wma (Bron: http://www.jufjanneke.nl/wordpress/de-uitvinder/ )
Liedje: mijn naam is Robbie Robot Mijn naam is Robbie Robot, ik ben gemaakt van staal Mijn ogen zijn twee lampjes, dat vind ik heel normaal Klik, klak, rikke tikke tik, bliep, bliep, tseng boem. Mijn naam is Robbie Robot, ik ben gemaakt van staal Mijn haar is een bos draadjes, dat vind ik heel normaal Klik, klak, rikke tikke tik, bliep, bliep, tseng boem
Link naar het filmpje: https://www.youtube.com/watch?t=36&v=1uJRSoils5g
35
Maak je eigen robot Knutsel je eigen robot met blik, dozen en allerlei afvalmateriaal.
Stelopdracht Uitvinding Stel je toch eens voor dat we geen televisie, telefoon, radio of computer hadden. En dat de auto en fiets nooit uitgevonden waren. De wereld zou er dan heel anders uitgezien hebben. Gelukkig bedenken uitvinders steeds weer nieuwe dingen waardoor het leven wat makkelijker wordt. Zouden we tegenwoordig bijvoorbeeld nog zonder telefoon kunnen? Maar welke uitvinding missen we nu nog? Wat moet er ècht nog uitgevonden worden? Die onmisbare uitvinding ga jij hier beschrijven. Bedenk voor deze opdracht een nieuw voorwerp waarvan jij denkt dat dit dé uitvinding van de toekomst is. Over 5 of 10 jaar moet deze uitvinding volgens jou overal in de winkels liggen. Beschrijf op één A4-tje welke uitvinding jij bedacht hebt. De volgende punten moeten zeker in jouw verslag genoemd worden: • Wat is de naam van jouw uitvinding? • Hoe ziet de uitvinding er uit? • Wat kun je met de uitvinding? • Voor wie is de uitvinding bedoeld? • Waarom is dit dé uitvinding van de toekomst?
Bron: http://www.jufeline.nl/uitvinding.pdf
36
Woordzoeker ‘Stijn, uitvinder’
UITVINDER UITVINDING STIJN FLEUR ROOS TRASH EUREKA TOILET RAMBO IDEE 37
Kruiswoordraadsel bij ‘Stijn, uitvinder’
1. Hoe heet het zusje van Stijn? 4. Wat is de lievelingsplek van Stijn om na te denken? 5. Lukt het Stijn om door zijn uitvinding geen kus te krijgen van tante Odine?
Verticaal
1. Hoe noemt Stijn de vervelende Raymond uit groep 8? 2. Op wie is Stijn verliefd? 3. Hoe heet de uitvinder in het boek?
Horizontaal
38
5 Groep 7-8 Bij deze lessuggesties zijn de volgende boeken gebruikt: • De maan-zaak / Stuart Gibbs - Van Holkema & Warendorf, 2015 • Eureka!’ / Mike Goldsmith - Fontaine uitgevers bv., 2014 • Optioneel: ‘Iedereen is gek’ / Jan Paul Schutten Taal Lees elke dag een kwartier voor uit het boek ‘De maan-zaak’ van Stuart Gibbs. Tussendoor kunt u bij een geschikt fragment de opdracht geven het verhaal verder af te schrijven. Natuurlijk mag u de dag erna weer verder voorlezen!
Rekenen Vermenigvuldigen is soms best lastig. Maar weet je dat kinderen in Japan op een heel andere manier vermenigvuldigen dan wij in Europa? Kijk maar eens op de volgende website: http://www.thuisinonderwijs.nl/vermenigvuldigen-op-zijn-japans-een-makkie/ Ga nu eens proberen of je ook op de Japanse manier de volgende sommen kunt maken: 12 x 34 15 x 24 7 x 32 9 x 13 3 x 23
Neptunus
Mercurius
Aarde
Saturnus
Aarde en heelal Laat groepjes kinderen van karton de planeten van ons melkwegstelsel maken (mét eventuele manen): de zon (diameter 0,5 meter), de aarde, Venus, Mercurius, Mars, Neptunus, Jupiter, Saturnus en Uranus. Laat ze vooral letten op de grootte van de planeet, en hoever de planeten van de zon af staan. Plak alle planeten op de juiste plaats, gezien vanaf de zon. Laat kinderen op internet of in boeken meer informatie over ‘hun’ planeet zoeken en laat ze heel kort hierover vertellen aan de rest van de klas.
39
Biologie Indien het boek ‘Iedereen is gek’ van Jan Paul Schutten in de schoolbibliotheek aanwezig is, is het leuk om dit boek nu in de klas erbij te hebben. Je kijkt met je ogen, maar je hersenen geven uiteindelijk de informatie door wat je werkelijk ziet. En soms gaat dat wel eens fout. Kijk maar eens naar de voorbeelden als je googelt op optisch bedrog, en dan de afbeeldingen bekijkt. Als je nog meer wilt weten over je brein, dan is het leuk om het boek van Jan Paul Schutten, ‘Iedereen is gek!’ te lezen en te bekijken.
Techniek In het boek ‘De maan-zaak’ van Stuart Gibbs lees je over het leven op de maan. De zwaartekracht is daar veel minder aanwezig dan op aarde. En daar moet je dus wel echt rekening mee houden! Soms werkt zwaartekracht tegen je, soms kun je hem handig gebruiken. In bijlage 1 staan verschillende proefjes met zwaartekracht. Laat kinderen in groepjes de proeven doen. Geschiedenis Door de eeuwen heen zijn er natuurlijk heel veel dingen uitgevonden die eerst nog niet bestonden. Wij vinden die uitvindingen nu maar heel gewoon… Denk bijvoorbeeld aan je mobiele telefoon, de computermuis, enz. Bedenk zelf een voorwerp waarvan je heel blij bent dat het uitgevonden is. Ga eens op zoek naar de geschiedenis van die uitvinding: wie was de uitvinder, wanneer en waar werd het uitgevonden, wat was de aanleiding, werd de uitvinding meteen gebruikt, afbeeldingen. Kijk eerst in boeken (bijgeleverd boek ‘Eureka!’ van M. Goldsmith), vul daarna aan met internetinformatie en -foto’s. Maak er een mooi werkstuk in Word van (1 A-4tje). Maatschappij Waar of niet waar??? Een slak kan 3 jaar slapen zonder te eten. Nee, mensen zouden het niet kunnen, slakken wel! Een slak houdt een soort winterslaap, zodat hij niet uitdroogt. In die slaap eet hij niks. Als hij gaat slapen trekt hij zich helemaal terug in z’n slakkenhuisje, daar plakt hij zich als het ware aan de wand vast. Zo beschermt hij zich tegen uitdroging en andere gevaren zoals kou, en roofdieren. Als de omstandigheden niet goed genoeg zijn om wakker te worden, als het te koud is, of te warm etc. kan deze slaap tot wel 4 jaar duren! En na die 3 á 4 jaar, ‘loopt’ hij weer lekker verder. De lengte van een menselijk bloedvatenstelsel is wel 100.000 kilometer lang!! Ja, dat had je nooit gedacht hè! Het is echt waar. Als je al de bloedvaten achter elkaar zou leggen dan is dat samen meer dan 1500 kilometer lang! Natuurlijk zijn dit niet alleen de slagaderen, maar ook de aders en de hele kleine haarvaten. De ogen van een struisvogel zijn groter dan zijn hersenen. Echt waar! Maar ja, deze beesten zijn ook niet heel erg slim. De ogen zijn zo groot als een walnoot. En de hersenen zijn ongeveer zo groot als een knikker. Kauwgum is uitgevonden door een tandarts. Een tandarts in de Verenigde Staten heeft de eerste kauwgum uitgevonden. Hij wou eigenlijk zoiets als tandpasta bedenken, waar je op kon kauwen. Het was eerst ook een soort van rubberachtige mintprut waar je op kon kauwen. In 1859 werd er patent op gevraagd. De Sahara bestaat voor 20% uit zand. Dat is zo. De Sahara bestaat namelijk 20% uit zand en maar liefst 80% uit rotsen.
40
Het hart van een garnaal zit in het hoofd. Het hart zit niet in zijn romp, maar in z’n hoofd. Net achter zijn minihersens. De natste plaats op aarde is Meghalaya in India. Op deze plek op de wereld valt maar liefst 12.700 mm per jaar! Op de droogste plek maar 0,6 mm per jaar. In Meghalaya regent het 6 maanden achter elkaar heel erg, en daarna is het 6 maanden helemaal droog. Dit heeft te maken met de moessons die waaien en daarbij erg veel regen meenemen. Op de berg Wai’ale’ale op het Hawaiiaanse eiland Kaua regent het het vaakst. Het regent hier maar liefst 360 dagen per jaar. Dit levert 11.500 mm regen op. Dat is dus heel erg veel! Wist je dat??? • Haringen communiceren met elkaar door scheten te laten. • In je hele leven produceer je gemiddeld 900 km haar. • De meeste mensen zijn jarig in augustus. • Je trekt muggen aan als je net een banaan gegeten hebt. • Per jaar eet je gemiddeld 14 insecten in je slaap. • Vrouwen zeggen op een dag 7000 woorden en mannen gemiddeld maar 2000. • Als een man zich niet zou scheren zou hij over 70 jaar een baard van 9 meter hebben. • Er is WiFi op de top van de Mount Everest. • Op een toetsenbord zitten meer bacteriën dan op een wc-bril. • Er is geen enkel gewoon, bestaand Nederlands woord dat rijmt op “twaalf”. • Rechtshandigen leven gemiddeld 9 jaar langer dan linkshandigen. • Het is niet mogelijk je eigen elleboog te likken. • Het oudste recept van de wereld is het recept voor het maken van BIER!
41
Kunst Kijk of het boek ‘Een hele kunst…’ van Arend van Dam in de schoolbibliotheek aanwezig is. Lees op bladzijde 27 het hoofdstuk over Escher voor. Bekijk samen via het digibord de website www.mcescher.nl/galerij Bekijk bij ‘Collectie’ de hoofdstukken ‘Symmetrie’ en ‘Metamorphoses.
Aan de slag om zelf een Escher-werkstuk te maken: • Neem 4 verschillend gekleurde vouwblaadjes. • Zet precies in het midden van één van de vouwblaadje een punt (zoek een goede manier om het middelpunt te vinden). • Teken op het blaadje een verrassend gevormde lijn van het midden van een zijkant naar het middelpunt (zie voorbeeld hier rechts). • Dit doe je zo voor elke zijkant van dat vouwblaadje zodat er een soort kruis ontstaat. • Leg nu de 4 blaadjes op elkaar zodat ze precies passen. Nu komt het moeilijke gedeelte. • Knip het stapeltje langs de lijnen uit zodat je vier stapeltjes krijgt. De blaadjes mogen niet verschuiven. Zet de blaadjes eventueel vast met 4 paperclips. • Puzzel de stukjes zo in elkaar dat er 4 nieuwe vouwblaadjes ontstaan. Elk ‘nieuw gevormd vouwblaadje’ bestaat uit 4 kleuren. • Leg de vier vouwblaadjes als één groot kunstwerk tegen elkaar (zie voorbeeld). • Wil je een groter vlak maken, dan moet je meerdere blaadjes gebruiken in een veelvoud van 4, verzin bijvoorbeeld een leuke rand.
Gebruikte websites http://www.webkwestie.nl/escher/verwerking.htm www.thuisinonderwijs.nl http://www.rkhorizon.nl www.kennisnet.nl http://www.tessagronert.nl www.proefjes.nl www.pixton.com www.animaatjes.nl http://jijislief.nl
42
Bijlage 1: Proefjes met zwaartekracht werkblad ademkracht nodig • plastic tas • stapel boeken • weegschaal • 15 minuten stappen
1. weeg de stapel boeken vraag 1: Hoeveel wegen de boeken?
2. haal alle lucht uit de tas 3. leg de tas neer met de open kant naar je toe 4. leg de stapel boeken op de tas 5. houd de open kant van de tas in je hand bij elkaar vraag 2: Wat denk je dat er gebeurt als je in de tas blaast?
6. blaas in de tas vraag 3: Wat gebeurt er?
vraag 4: Hoe denk je dat dit komt?
© 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
43
uitleg ademkracht antwoorden op vraag 1 Het antwoord is bij iedereen anders. Het hangt af van de boeken die op de stapel liggen. op vraag 2 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren. op vraag 3 Er komt lucht in de tas. De boeken worden opgetild en vallen van de stapel. op vraag 4 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt. uitleg Een stapel boeken weegt een paar kilo. Als je lucht in de zak blaast, dan valt de stapel boeken om. Dat komt doordat de kracht van je adem sterker is dan het gewicht van de boeken.
extra uitleg Een stapel boeken weegt al gauw een paar kilogram. De boeken blijven liggen door de zwaartekracht. Hoe zwaarder de boeken, hoe harder de boeken door de zwaartekracht naar de grond worden getrokken. Als je inademt, dan span je de spieren van je buik aan. Daardoor stroomt er lucht in je longen. Als je weer uitademt, dan ontspan je de spieren van je buik en stroomt de lucht weer uit je longen. Door te blazen kun je de lucht sneller uit je longen laten gaan. Je spant de spieren in je buik dan zo aan, dat de lucht harder uit je longen wordt gedrukt. Bij dit proefje blaas je lucht in de plastic zak. De zak zwelt op en de lucht wordt door het plastic bij elkaar gehouden. Je kunt de stapel boeken optillen met je adem, als de kracht waarmee je in de zak blaast groter is dan de zwaartekracht. De boeken vallen of glijden van de stapel als er meer lucht aan de ene kant dan aan de andere kant in de zak zit. © 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
44
Werkblad water op zijn kop nodig • drinkglas • water • ansichtkaart • 10 minuten
stappen
1. vul het glas tot aan de rand met water, zodat het water bol gaat staan 2. leg de kaart met de gladde kant op het glas 3. druk de kaart zachtjes aan, zodat er geen lucht meer onder zit vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je het glas omkeert?
4. til het glas op 5. keer het glas voorzichtig om vraag 2: Wat is er gebeurd?
vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?
© 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
45
uitleg water op zijn kop antwoorden op vraag 1 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren. op vraag 2 De kaart blijft tegen het glas met water zitten. Het water valt niet uit het glas, maar blijft erin zitten. op vraag 3 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt. uitleg De lucht om ons heen drukt overal tegenaan. Dit noem je de luchtdruk. Als je het glas met het water en de kaart omkeert, dan drukt de lucht van onder harder tegen de kaart dan het water van boven. Daardoor blijft de kaart hangen en valt het water niet uit het glas.
extra uitleg Lucht is een gas en duwt alle kanten op. Dit duwen of drukken van de lucht is de luchtdruk. De lucht drukt met ongeveer 1 kg per vierkante centimeter (cm2) tegen alles aan. Omdat de lucht er altijd is ben je hier aan gewend. De lucht drukt van twee kanten tegen de kaart aan. Van onder drukt de lucht tegen de hele kaart. Van boven drukt de lucht alleen rondom het glas tegen de kaart. De lucht drukt van onder daarom met zo’n 10 kg meer tegen de kaart dan van boven. Het water drukt ook tegen de kaart, maar alleen van boven. Door de zwaartekracht drukt het met ongeveer 1 kg per liter water naar beneden. In het glas zit minder dan een liter en daarom drukt het water ook met minder dan 1 kg tegen de kaart. Water blijft een klein beetje aan glas en karton plakken. Dat komt doordat de deeltjes van water en de deeltjes van glas of karton elkaar aantrekken. Dit noem je adhesie. Het glas trekt het water een beetje omhoog en het water trekt de kaart een beetje omhoog. Als je het glas op zijn kop houdt, dan wordt de kaart tegen het glas geduwd. De krachten die de kaart omhoog duwen of trekken (luchtdruk en adhesie) zijn namelijk sterker dan de krachten die de kaart omlaag duwen (luchtdruk en zwaartekracht). En als de kaart tegen het glas wordt geduwd, kan het water er niet uit vallen. © 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
46
Werkblad druppel inkt nodig • glas • water • vulpenvulling • potlood • 10 minuten stappen
1. vul het glas met water 2. prik met de punt van het potlood in de bovenkant van de vulling, zodat het balletje erin gaat vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je een druppel inkt in het glas laat vallen?
3. houd de vulling op zijn kop boven het water 4. knijp in de vulling, zodat er één druppel inkt uitkomt 5. laat de druppel in het glas water vallen vraag 2: Wat is er gebeurd?
vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?
© 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
47
uitleg druppel inkt antwoorden op vraag 1 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren. op vraag 2 De druppel valt in het water en de inkt zakt langzaam naar beneden. Er onstaan allemaal slierten van inkt in het water. Langzaam verdwijnen de slierten en verspreidt de inkt zich in het water. Als je lang wacht, dan wordt het water overal een beetje gekleurd met de inkt. op vraag 3 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt. uitleg De inktdruppel valt naar beneden door de zwaartekracht. Als de inktdruppel tegen het water botst, dan valt hij uit elkaar en ontstaan er kleinere inktdruppels. De inktdruppels maken slierten als ze naar beneden gaan. De slierten bewegen door de stroming van het water. De inkt verspreidt zich langzaam door het water. Als je lang genoeg wacht, dan krijgt het water overal dezelfde kleur.
extra uitleg In het begin valt de inkt naar beneden door de zwaartekracht. Als de inkt in het water komt, dan wordt het afgeremd. Daardoor beweegt de inkt steeds langzamer. De inkt gaat niet als één druppel recht naar beneden. Als de druppel tegen de waterdeeltjes botst, dan valt hij uit elkaar en verspreidt hij zich in kleinere hoeveelheden door het water. Als de inkt door het water zakt, dan laat het gekleurde sporen achter in het water. Deze sporen zijn slierten van inkt die bewegen door de stroming van het water. De beweging van de inkt door de zwaartekracht en de stroming van het water noem je convectie. Als je langer wacht, dan zal de inkt zich gelijkmatig door het water verspreiden. Dit noem je diffusie en komt doordat alle waterdeeltjes heen en weer bewegen. Als de inkt helemaal gelijkmatig verspreid is, dan heeft het water overal dezelfde kleur gekregen. © 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
48
Werkblad glas op je vinger nodig • (oud) glas • 2 lepels • plakband • 10 minuten
stappen
1. houd je vinger onder het glas zoals op het plaatje 2. probeer voorzichtig het glas op je vinger te laten staan vraag 1: Wat gebeurt er?
3. houd één van de lepels met de steel tegen het glas zoals op het plaatje 4. plak de lepel vast met plakband 5. herhaal de stappen 3 en 4 met de andere lepel aan de achterkant van het glas vraag 2: Wat denk je dat er gebeurt als je het glas met de lepels op je vinger zet?
6. probeer weer voorzichtig het glas op je vinger te laten staan vraag 3: Wat gebeurt er nu?
vraag 4: Hoe denk je dat dat komt?
© 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
49
uitleg glas op je vinger antwoorden op vraag 1 Het lukt niet om het glas op je vinger te balanceren. op vraag 2 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren. op vraag 3 Nu lukt het waarschijnlijk wel om het glas op je vinger te balanceren. op vraag 4 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt. uitleg Als je het glas wil balanceren, dan moet het midden van het gewicht precies boven of onder je vinger zitten. Bij het glas zonder lepels zit het midden van het gewicht boven je vinger. Het is moeilijk om te balanceren, omdat het glas niet stabiel staat en door de zwaartekracht wil vallen. Bij het glas met de lepels is het makkelijker, want het midden van het gewicht zit onder je vinger. De zwaartekracht zorgt ervoor dat het gewicht precies onder je vinger blijft hangen.
extra uitleg Alle voorwerpen hebben een zwaartepunt (of massamiddelpunt). Dit is de plek waar het midden van al de massa zit. Een voorwerp blijft staan als het zwaartepunt precies boven of onder het punt ligt waarop het voorwerp steunt (het steunpunt). Anders valt het voorwerp om. Bij het glas zit het zwaartepunt in de onderkant. Het is heel moeilijk het zwaartepunt precies boven je vinger (het steunpunt) te houden, omdat de bovenkant van je vinger maar zo klein is. Als het ernaast komt, zorgt de zwaartekracht ervoor dat het glas valt. Het is een instabiel evenwicht. Bij het glas met de lepels eraan zit het zwaartepunt tussen de lepels onder het glas. De zwaartekracht zorgt ervoor dat het zwaartepunt en het steunpunt (je vinger) precies boven elkaar blijven, zodat het glas op je vinger blijft staan. Het is een stabiel evenwicht. Doe het proefje voor de zekerheid boven een zachte ondergrond zoals een matras. © 2004-2015 proefjes.nl / auteurs
50
Boekenlijst 6 AUTEUR
TITEL
GROEP
Judith Coppens
Pien doet gekke dingen
Voorschool
Ruth Wielockx
Gewonnen
Voorschool
Elle van Lieshout
En hoe komt toch een olifant aan al die kilo’s grijs?
Groep 1-2
Jozua Douglas & Margot Senden
Grote uitvindingen
Groep 1-2
Wouter van Reek
Keepvogel – De uitvinding
Groep 3-4
Marije Tolman
Springende pinguïns en lachende hyena’s
Groep 3-4
Andy Griffiths
Het waanzinnige boek over het menselijk lichaam
Groep 5-6
René van der Velde
Stijn, uitvinder
Groep 5-6
Stuart Gibbs
De maan-zaak
Groep 7-8
Mike Goldsmith
Eureka!: duik in het leven van ‘s werelds beroemdste wetenschappers
Groep 7-8
51
Wijzer !