OPDRACHTKAART
Thema: Multimedia/IT
Audio 5
MM-02-11-01
Het maken van een eenvoudige stemopname Voorkennis: Je hebt Multimedia-opdrachten 1 tot en met 3 (MM-02-01 t/m 03) en Audio-opdracht 1 tot en met 4 (MM-02-07 t/m 10) afgerond. Intro: Met een moderne multimedia PC en een microfoon is het vrij eenvoudig om zelf een stemopname te maken. In deze opdracht wordt beschreven hoe je dat het beste kunt doen en waar je zoal op moet letten. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd dan heb je de volgende doelen bereikt: – Je weet wat je nodig hebt voor het maken van een stemopname. – Je kunt een microfoon aansluiten aan een pc en deze testen. – Je weet hoe een microfoon globaal werkt. – Je kunt een eenvoudige stemopname maken en weet waar je op moet letten. – Je kunt een stemopname inhoudelijk veranderen. – Je kunt een stemopname technisch veranderen. – Je weet wat geluids-effecten zijn en kunt ze toepassen. Activiteiten: – Lees de theorie ’Audio-opdracht 5’. – Beantwoord alle vragen die daarin voorkomen. – Vul de antwoorden van de genummerde vragen in op de daarvoor bestemde antwoordbladen. – Maak opdrachten A, B en C. – Maak de eindopdracht. – Laat de opdrachten controleren door je docent. – Vul de evaluatie in. Benodigdheden: – Computer met microfooningang – Splitter voor 2 hoofdtelefoons – 2 hoofdtelefoons – Microfoon – Lesbrief ’opname- en aansluit-instructie’ Tijd: Voor deze opdracht krijg je – 2 uren voor het lezen van de theorie, het beantwoorden van de vragen en het maken van opdrachten A, B en C. – 2 uren voor het maken van de eindopdracht. Beoordeling: Je wordt beoordeeld op zelfstandigheid, volledigheid en zorgvuldigheid, met betrekking tot: – Het beantwoorden van de 9 vragen die in deze opdracht staan – Opdrachten A, B en C. – De eindopdracht
Theorie
Thema: Multimedia/IT
Audio 5
MM-02-11-02
Het maken van een eenvoudige stemopname Met bijna iedere moderne computer kun je geluidsopnames maken. Je hebt een microfoon nodig en een computer met een microfooningang. Bij een Windows™ computer is hiervoor een speciale geluidskaart ingebouwd. Geluidsrecorder-software voor de ’SoundBlaster™ Live 5.1’ kaart
Een geluidskaart voor een PC. Op een Apple Macintosh™ computer is geen aparte geluidskaart nodig, want daar zijn de geluidsmogelijkheden standaard aanwezig. Bijna iedere microfoon die voorzien is van 3,5 inch miniplug kun je gebruiken.
Standaard geluidsrecorder-software van de Apple Macintosh™ Naast de genoemde opname-software, bestaan er ook nog uitgebreidere pakketten voor het bewerken van audio. Er bestaan vele audiopakketten, zoals: Audacity, CoolEdit, Macromedia SoundEdit 16, Sonic SoundForge, Apple’s GarageBand, Digidesign’s ProTools, Bias Peak en Adobe Audition. Je kunt ook vanuit deze software de opnames maken. Hoe dit gebeurt is natuurlijk per pakket verschillend. Hieronder staat een afbeelding van de opnamemogelijkheid met Audacity™:
3,5 inch minipluggen. Links een stereo- en rechts een mono-plug (zoek het verschil). Het opnemen van geluid gaat als volgt: – Je plugt de microfoon in de microfoon-ingang van je PC of Mac. – Je start de geluidsopname-software. Die wordt meestal gratis meegeleverd bij de computer of geluidskaart. – Houd de microfoon bij het geluid. – Klik op de ’opnameknop’ (record). Nu wordt de opname gestart.
Als je op de record-knop klikt, dan wordt het geluid opgenomen.
Theorie Audio 5 Wat gebeurt er nu precies? Als je praat produceer je geluidsgolven. Hierover heb je gelezen in Audio-opdracht 1 (MM-02-07). Deze geluidsgolven (drukverschillen) worden opgevangen door de microfoon en omgezet in een elektrisch signaal (van een paar milliVolt). Hieronder wordt uitgelegd hoe een microfoon deze geluidsgolven omzet naar een elektrisch signaal. De microfoon In de microfoon zit een membraan, dat vergelijkbaar is met het trommelvlies in ons oor. De drukverschillen laten het membraan trillen. Aan dit membraan is een magnetisch staafje bevestigd. Dit staafje bevindt zich in een spoeltje van koperdraad. Wanneer dat staafje op en neer trilt in het spoeltje, ontstaat er wisselspanning. Je kunt dit vergelijken met de dynamo op je fiets; doordat een magneetje beweegt in een spoeltje, ontstaat er een spanning waardoor het lampje gaat branden. Hieronder staat de werking van een microfoon schematisch afgebeeld:
De computer meet continu hoe hoog de spanning is op een bepaald moment. Het aantal metingen per seconde wordt uitgedrukt in Hertz (Hz). De hoogte van de gemeten spanning wordt uitgedrukt in Bits. Op deze manier wordt het analoge geluidsignaal gedigitaliseerd (zie ook Audio-opdracht 4, MM-02-10). Hierdoor kan het geluid door de computer digitaal verwerkt worden.
Thema: Multimedia/IT MM-02-11-03
Theorie
Thema: Multimedia/IT
Audio 5
MM-02-11-04
Opdracht A: Je gaat een stemopname maken van een klasgenoot Er is veel verschillende audio-software en er bestaan vele verschillende computers, microfoons en geluidskaarten. Voordat je deze opdracht uit gaat voeren, vraag je aan je docent om de aansluit- en opnameinstructie – Lees de opname- en aansluit-instructie goed door. Vraag 1: Wat voor type geluidskaart zit in de computer waarmee jij de opnames gaat maken? Noteer het merk en typenummer. Vraag 2: Met welke software ga je de opnames maken? Noteer de naam van het pakket en het versienummer. Vraag 3: Wat voor microfoon ga je gebruiken? Noteer het merk en type-aanduiding. Vraag 4: Weet je ook van welk type de microfoon is (rondom-, nier- of richtmicrofoon)? – Sluit de microfoon aan op je computer. – Start de opname-software en test of alles werkt. – Lees onderstaande tips goed door.
Richt de microfoon in een rechte lijn naar de mond van de spreker, op ongeveer 10 centimeter afstand – Soms hoor je een ’t’ of een ’p’ heel hard tijdens een opname. Dit komt omdat er tijdens het uitspreken van die letters, explosief veel lucht valt op de microfoon. Dit wordt ’ploppen’ genoemd. Als dit het geval is, dan kun je er een zogenaamde ’plopkap’ voor zetten; een stukje stof dat strak gespannen staat voor de microfoon. Een plopkap kan tevens de microfoon droog en schoon houden. Een professionele plopkap
Tips voor het maken van goede stemopnames: – Laat de spreker gaan staan als dat mogelijk is. – Als de spreker aan een tafel zit, laat hem/haar dan horloge, ringen of armand(en) afdoen. Als deze in contact komen met de tafel, dan hoor je dat heel sterk. Zeker als de microfoon ook op de tafel staat. – Richt de microfoon in een rechte lijn naar de mond van de spreker, op ongeveer 10 centimeter afstand. – Probeer de spreker op zijn/haar gemak te stellen, want zenuwen/trillingen ‘hoor’ je heel goed. – Zorg ervoor dat de spreker rustig en duidelijk spreekt. – Zorg ervoor dat er zo weinig mogelijk achtergrondgeluiden zijn. – Schakel zoveel mogelijk apparatuur uit die je niet nodig hebt. Denk hierbij aan de airco en dergelijke. Dit voorkomt hinderlijke ruis.
Theorie Audio 5 – Bij sommige opnames hoor je de ’s’ alsof de spreker slist. Dit komt omdat tijdens het uitspreken van deze letter een dunne, krachtige luchtstroom op de microfoon valt. Dit kun je voorkomen door de luchtstroom te splitsen. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een houten lolliestokje voor de microfoon, in de luchtstroom te plaatsen. Dit levert verrassend goede resultaten op.
Thema: Multimedia/IT MM-02-11-05 Als je goed kijkt kun je precies zien waar de woorden staan:
– Vraag aan een klasgenoot of hij/zij een tekst in wil spreken. Vraag 5: Wie gaat voor jou de tekst inspreken? Noteer de naam en klas van de persoon. – Neem onderstaande zin op. Maak gerust meerdere opnames, want het lukt zelden in één keer: ’Een multimediaproductie zonder geluid, geeft je nooit het gewenste resultaat’. – Sla deze opname(s) op. Vraag 6: Onder welke naam/namen heb je deze opname(s) opgeslagen? Noteer de bestandsnamen en de naam van de map waarin ze staan. Als het goed is gegaan, heb je nu een geluidsopname die er ongeveer zo uit ziet:
Deze opname is gemaakt met Macromedia SoundEdit 16
Vraag 7: Kijk en luister kritisch naar je eigen opname(s) en noteer wat er niet goed aan is. Noteer tevens hoe je de opname zou kunnen verbeteren. – Laat daarna de opname horen aan je docent. Deze geeft aan, of de opname goed is of niet. En geeft eventueel tips ter verbetering. Vraag 8: Noteer de op- en aanmerkingen die je van je docent hebt gekregen. – Breng de verbeteringen aan en sla je werk weer op.
Theorie Audio 5 Opdracht B Het bewerken van de tekst
Thema: Multimedia/IT MM-02-11-06 Hieronder staat een voorbeeld van een opname met SoundEdit 16 van alle zinnen die hierboven als voorbeeld werden gebruikt.
Je laat iemand twee zinnen inspreken. Deze zinnen ga je naderhand digitaal bewerken, zodat het lijkt dat er iets anders werd gezegd. – Schrijf twee zinnen op papier met een ontkenning of bevestiging erin. Bijvoorbeeld: ’Ik luister nooit naar Frans Bauer’. ’Ik ben een grote fan van Eminem’. ’Ik heb niet gespiekt’. ’Ik maak altijd mijn huiswerk’. ’Ik lieg nooit’. ’Elvis is niet dood’. Vraag 9: Noteer de 2 zinnen die je laat inspreken. – Laat iemand de eerste zin inspreken die jij hebt opgeschreven en maak hier een goede opname van. – Bewaar deze opname onder een duidelijke naam. – Voeg een tweede track toe. Dit is bij ieder pakket weer anders. Hieronder staat een afbeelding zoals het bij Audacity gaat. Klik op Nieuw audiospoor of Add Track.
Meerdere tracks/geluidsporen gebruiken in SoundEdit 16 Je gaat nu de zinnen bewerken, zodat er andere zinnen komen te staan. Dit doe je door woorden uit de ene zin te halen en die in de andere zin te plaatsen. – Selecteer een woord uit de opname. Dit doe je door er met de cursor overheen te slepen, met de muis ingedrukt. – Druk op de play-knop om het geselecteerde woordje te beluisteren. Dan weet je namelijk zeker dat je het hele en juiste woord geselecteerd hebt. – Copieer het geselecteerde met Control-C, EditCopy of Command-C (voor Apple). – Zet je cursor elders in de tekst en plak de tekst (met Control-V, Edit-Paste of Command-V). Op deze eenvoudige manier kun je mensen dingen laten zeggen die ze niet gezegd hebben. Als je hier veel tijd in steekt, is het niet van echt te onderscheiden.
Een geluidspoor toevoegen met AudaCity™.
Vraag 10: Worden geluidsopnames wel of niet geaccepteerd als bewijsmateriaal in een rechtzaak? Noteer waarom dit het geval is.
– Ga met je cursor in de tweede geluidsspoor staan. – Laat iemand de tweede zin inspreken en maak hier een goede opname van.
– Verander de zinnen, zodat er duidelijk andere dingen worden gezegd. Doe dit niet langer dan 15 minuten.
– Bewaar de opname.
– En vergeet natuurlijk niet om je werk weer op te slaan onder een andere naam.
Als het goed is, heb je nu twee geluidssporen met daarin verschillende zinnen.
Theorie
Thema: Multimedia/IT
Audio 5 Opdracht C Het technisch bewerken van de opname Tijdens opdracht B heb je de opname inhoudelijk bewerkt; je hebt de tekst aangepast. Tijdens deze opdracht ga je de opname technisch bewerken. Enkele technische bewerkingen zijn: het versterken of verzwakken van het volume, achteruit afspelen, een echo toevoegen, een andere toonhoogte kiezen of een fade-in en een fade-out toevoegen. Er zijn zelfs pakketten die ruis kunnen wegnemen.
MM-02-11-07 Niet alle effecten kun je vinden onder het effectenmenu. Zoals bijvoorbeeld de ’pitch-shift’. Met de pitch-shift kun je een opname in een andere toonhoogte afspelen. Bij AudaCity zit deze optie onder menukeuze: Effect > Toonhoogte veranderen ... Als je op een andere noot klikt, dan zal de gehele opname verschuiven van de C naar een andere toonhoogte.
De meeste technische bewerkingen kun je terugvinden onder ’effecten’. Stel je wilt de opname iets harder laten klinken, dan gebruik je het effect ’amplify’ (versterken). Bedenk wel op dat je met dit effect ook de ruis versterkt! De pitch-shift optie bij SoundEdit 16 Het toepassen van een effect gaat erg eenvoudig. – Probeer de pitch-shift uit. – Selecteer een willekeurig stukje geluidsopname (klik en sleep). – Kies het effect dat je wilt gebruiken. Bij de meeste pakketten, zoals Audacity en SoundEdit 16, vind je de effecten onder menukeuze Effects:
Eérst selecteren, dan pas een effect toepassen, zoals hier getoond wordt met SoundEdit 16. – Probeer enkele effecten uit. Doe dit niet langer dan 15 minuten.
Je bent nu in staat om een eenvoudige stemopname te maken.
PRAKTIJKOPDRACHT
Audio 5
Thema: Multimedia/IT MM-02-11-08
Wat ga je doen: In een klaslokaal zitten twee leerlingen met elkaar te praten. Dit gesprek, van maximaal 2 minuten, wordt opgenomen en bewerkt. – Schrijf de tekst voor deze twee leerlingen. Probeer iets spannends of grappigs te verzinnen. Je mag ook een bestaande tekst nemen. – Neem dit gesprek op. – Bewaar de opnames en geef deze duidelijke namen. – Verander de tekst zodat er een heel ander verhaal ontstaat. – Bewaar deze tekst onder een andere naam. – Laat de originele opname van het gesprek en het eindresultaat van de bewerking aan je docent en/of klas horen. ■
■
Aantekeningen
Evaluatie
Thema: Multimedia/IT
Audio 5
MM-02-11-09
1. Vond je het theorie-gedeelte duidelijk? Ja, omdat: ________________________________________________________________________________ Nee, omdat: ______________________________________________________________________________
2. Staan er woorden of begrippen in die niet duidelijk zijn? Zo ja, welke? ______________________________________________________________________________ 3. Wat vond je leuk aan deze opdracht?
4. Ben je tegen problemen aangelopen tijdens het uitvoeren van deze opdracht? Ja, want: _________________________________________________________________________________
5. Wat vond je moeilijk aan deze opdracht?
6. Wat zou je de volgende keer anders doen?
7. Had je voldoende tijd voor de opdracht? _______________________________________________________
8. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. O Zeer onvoldoende, omdat: _________________________________________________________________ O Onvoldoende, omdat: _____________________________________________________________________ O Matig, omdat: __________________________________________________________________________ O Voldoende, omdat: _______________________________________________________________________ O Goed, omdat: ___________________________________________________________________________ O Zeer goed, omdat: _______________________________________________________________________ 9. Heb je nog andere op-/ of aanmerkingen?
Antwoordblad Audio 5 Vraag 1:
Vraag 2:
Vraag 3:
Vraag 4:
Vraag 5:
Vraag 6:
Vraag 7:
Vraag 8:
Vraag 9:
Vraag 10:
Thema: Multimedia/IT MM-02-11-10