LIEF EN LEVEN IN DE SCHADUW VAN ANGST EN BEGEERTE
een evolutionaire uitdaging
Els Kikke
Inhoud Inleiding 1 Hoofdstuk 1
3
Machtsspel of samenspel Omweg 3 / Ik speel dus ik ben 3 / Machtsspelletjes 4 / Een veel voorkomend machtspel 4 / Zelfbeeld en gedrag 4 / Win-winspel 5 / We zijn echter meestal bezig 5 Hoofdstuk 2
6
De greep van angst en macht op ons lichaam Spanning 6 / Overgevoelig en onzeker 6 / Mond, kaken, lippen 7 / Ogen, Keel 7 / Middenrif 8 / Buik 8 / Hart 9 / Bekken 9 / Strategische levenshoudingen weerspiegeld in het lichaam 10 / Fysieke schoonmaak 11 / Weer even helemaal klein 11 Hoofdstuk 3
13
Corrigerende emotionele ervaringen Wanneer angst de overhand heeft 13 / Soms lukt het, soms niet 13 / Zelfs wanneer er harde waarheden over tafel komen 14 / Een dergelijk helend proces 14 / Als we ons deel voelen van het geheel 15 / We staan er nooit alleen voor 15 / Verleiden 15 / Soms niet te stuiten 16 / Wederzijdse aantrekkingskracht 16 / Mannelijk en vrouwelijk 17 Hoofdstuk 4
18
Liefde Een evolutionaire noodzaak De eerste stap op het liefdespad 18 / Angst voor afwijzing 19 / Orgastische reflex 19 / Verademing 19 / Zowel fysiek als emotioneel 20 / Basale werkelijkheid 20 / Door het samenspel van ons hart, hoofd en bekken 20 / De gelukscirkel (illustratie) 21 / Wanneer vrees voor dreigend onheil 21 / Een intieme warme relatie 22 / Het intelligente hart en haar boodschappers 22 / De ongelukscirkel (illustratie) 23 / De ongelukscirkel 23 / Doorbreken 23 / Het hart wil verstaan worden 24 / Bron universum (illustratie) 25 / Onbevangen levensstroom 25 Hoofdstuk 5
26
Hartelust, levenslust en gevoelsbanden Scheiding van hart en genitaliën 26 / Het vuur van lust 26 / Je kunt het niet laten 27 / Geneeskracht 27 / Zonder houvast 28 / Thomasevangelie 28 / Hoe is het in godsnaam mogelijk 29 / Zo ijl, zo ongrijpbaar 29 / Geschift of spiritueel 30 / Ik strijd en laat de strijd los 30 Hoofdstuk 6
31
Hoe is het toch zo gekomen? Onbewust doeltreffend handelen 31 / Pijlers van het instinct 32 / Afstand versus nabijheid 32 / Altijd maar wat moeten 33 / Dominantie 33 / Territorium 34 / Autonomie en verantwoordelijkheid voor eigen welbevinden 34 / Herkennen, erkennen en voelen wat je voelt 35 / Evolutionaire aanpassingen 35 / Sociale en altruïstische impulsen 36 / Intuïtie 36
Hoofdstuk 7
37
Moraal en angst versus lust en liefde Collectieve instinctieve reflexen, rationele sturing 37 / Collectieve angst 38 / Terrorisme 38 / Vanuit de gangbare economische theorieën 39 / Op drift of op dreef? 40 / Onderbroken uitreikende beweging 40 Hoofdstuk 8
42
De dans van instinct en liefde Tantrisch leven Neem het leven zoals het komt 42 / Leven gaat om iets anders 43 / Seksuele opwinding 43 / Stadia van de seksuele beleving 43 / De erotiek van de dagelijkse dingen 44 / Samen 44 / De blik van de ander 44 / Naar hartelust lachen 45 / Smeermiddel 46 / De evolutie van de lach 46 / Spreek jij voluit en luister je naar wat je zegt 46 / Praten is zingen met onderbrekingen 46 / Het hoeft niet mooi te zijn 47 / Wanneer twee mensen samen dansen 47 / Ervaring van een deelnemer aan biodanza, onder leiding van Rolando Toro 48 / Het keerpunt 48 / In de diepte van ons gevoelsleven 48 / Opnieuw 49 / De leegte ingaan 49 / Onbegrensde eenheid en bewustzijn 50 / Het paradijsverhaal 50 / Elke dag, elke minuut spookte ze door mijn hoofd 50 / Vandaag 51 / Het samenspel van instinct, gevoel en denken 52 / Je lichaam als tempel ervaren 52 Hoofdstuk 9
53
De intiemste relatie Een intieme relatie met jezelf 53 / Tijdens de afwas 53 / Je voelt wat je denkt 54 / Verbeeldingskracht 54 / Het maalt maar door in mijn hoofd 55 / Gadeslaan zonder te observeren 55 / We worden ermee geboren 56 / Eerst ontladen 56 / De ‘dynamic’ (oefening) 57 / Forceer niets 57 / Ons wezenlijke verlangen 58 / He lief, 58 / Onze instinctieve dierlijke aard 59 / Hoe we omgaan met seksualiteit 59 / Prille liefde, prille lust 60 / Genieten is het wordende dat eeuwig schept 60 / Wanneer de weg vrij is 61 Hoofdstuk 10
62
De mythe der afgescheidenheid overstegen Uitdijend lichtveld en klank Fibonaccireeks 62 / Levensbloem (illustratie) 62 / Gulden Snede 63 / Er zit muziek in 63 / Oude en nieuwe kennis hand in hand 64 / Blauwdruk van de schepping 64 / In het oude Egypte 64 / Mer-ka-ba (illustraties) 65 / Van verdicht naar verlicht 65 / Sterrenzaden en goddelijke vonk 66 / Geheugencrash of uitdijend lichtveld? 66 / Transparant bewustzijn 66 / De dimensies 67 / Oerademhaling 67 / Literatuur 69
Lief en leven in de schaduw van angst en begeerte Een evolutionaire uitdaging Els Kikke
Inleiding ‘De betekenis van het persoonlijke leven van ieder mens is een weerspiegeling van de betekenis van het wordingsproces in het universum. Teilhard de Chardin
Amsterdam winter 1943. Ik ben vijf. Mijn oom Max is samen met anderen in een grote vrachtwagen meegenomen. Mijn moeder loopt met rode ogen rond. Mijn vader neemt mij mee. Ik zit achterop de fiets. Ik vraag me niet af waar we samen, heengaan. We rijden door de sperlinie heen. Ik voel mijn vader beven. ‘Brammetje lachen’, zegt hij. Ook al ben ik een meisje heet ik voor hem Brammetje. Ik houd hem stevig vast want ik denk dat ik met mijn lach ons moet redden. Al saluerend roept hij ‘Sieg` heil’ naar de gehelmde Duitse soldaten met hun geweer in de aanslag. In de Maasstraat houdt Kemmerich kantoor. Ik mag op de schoot van deze Duitser zitten en krijg een snoepje. Het smaakt niet lekker. Ik bijt het snel kapot en slik het door. Mijn vader doet een beetje raar. Ik ben bang. Ik denk dat het van mij af hangt of we het samen redden. Alle jaren die volgen blijf ik redden. Ik voel dat als mijn verantwoordelijkheid. Als ik er niet aan voldoe voel ik me schuldig en ga dan raar doen. Dat heeft, zoals ik het nu zie, veel verziekt.
Mijn levenshouding wordt bepaald door een te groot en misplaatst verantwoordelijkheidsgevoel en overbezorgdheid. En als ik daarin wordt tegengewerkt, ga ik net zo lang door tot ik er bijna bij neerval en schiet dan buiten proporties uit mijn slof over iets onbenulligs wat er eigenlijk weinig mee te maken heeft. Voortgedreven en voortdrijvend, raak ik in een burnout met daaraan gerelateerde fysieke ongemakken, angsten en slaapstoornissen. En als ik me weer goed voel ga ik weer rennen en redden. Vooral de relatie met mijn kinderen en mijn partner lijdt onder dit extreme gedrag. Door mijn overdreven verantwoordelijkheidsgevoel en de overbezorgdheid dat er iets mis kan gaan ga ik aan liefde en leven voorbij. Zo hebben we allemaal ons eigen verhaal en onze specifieke respons erop. Die respons is meestal een strategie die de kust veilig voor ons moet maken. De magnifieke hersenen van ons mensen hebben een heel scala van zulke stratiegieën ontwikkeld. Het is een evolutionair gegeven dat overleven beoogt. Eraan ten grondslag ligt angst die het signaal ‘onveilig’ afgeeft en tot een overlevingsstrategie aanzet. We zijn immers sterfelijk. Maar onze hersenen met hun groot anticipatievermogen en fantasie schieten daarin voor een groot deel hun doel voorbij. Ze veroorzaken dan wat ze willen voorkomen. Daarvan zijn de meesten van ons zich niet bewust. Wel van het opgejaagde gevoel, het steeds anders willen dan het is , beter, meer.... als ‘rupsjes nooit genoeg’. Het voelt als normaal. We weten niet beter. We vergeten gemakshalve wat leven inhoudt. Pas als we er ziek van worden realiseren we ons dat we contra-productief bezig zijn . Ook al ligt de blauwdruk van geluk in ons potentieel aan lust en liefde, reageren we vanuit angst. Angst maakt deel uit van ons instinct, dat er is om individu en soort in stand te houden. Maar lust ook. Ieder lichaam voert, tot in de kleinste vezels uit, waartoe de instinctieve impulsen het drijven: vreten, vechten, vluchten, verlammen, vrijen, verleiden. Iedere cel, hormoon, spier en zenuw gaat in de aanslag wanneer het instinct ons tot overleven aanzet. Wat gebeurt er met de andere v’s : ons verlangen naar verbondenheid, vreugde, vriendschap en vrede die de overleving evenzeer dienen? We zijn een jonge species en
1
staan nog in de kinderschoenen. Er staat ons nog zoveel avontuurlijks te wachten. Daagt de evolutie ons uit om ons instinct te omarmen in plaats van ons op onze kop erdoor te laten zitten? In principe geeft ons prachtige brein ons de mogelijkheid om het accent van angst voor gemis waardoor de overleving in gevaar kan komen om te buigen naar liefde en vertrouwen die zowel leven als overleven dienen. Dit boek is een verkenningstocht door het labyrinth van ons leven : onze angsten, lusten en liefde. En onze mogelijkheden om duurzaam gelukkig te zijn en onze bijdrage te leveren aan een samenleving die dat weerspiegelt. Eén kaars kan duizenden andere kaarsen aansteken zonder haar levensduur te verkorten.
Els Kikke
2
Gautama Boeddha
Hoofdstuk 1
Machtsspel of samenspel We weten diep van binnen dat leven genot is Alexander Lowen
Lust helpt de soort in stand te houden. Zonder dat zouden we ons niet voortplanten, noch genot en geluk ervaren. Lust brengt ons in een spontane onbevangen beweging, een samenspel, zonder een bepaalde uitkomst. Of dat in geluk uitmondt , hangt af van de mate waarin we ons veilig voelen, ontvankelijk en toegankelijk zijn. Zodra er angst in het spel komt, gaan we op veilig spelen en worden we een schim van onszelf. Het spel wordt dan, in plaats van het samenspel dat een win-winspel is, een knijperig winverliesspel waarbij macht en eigenbelang de boventoon voeren. Omweg Behalve dat het instinct krachtige levenschenkende en levenbeschermende impulsen geeft kun je er ook onnodig van in de greep raken en niet in de gaten hebben hoe je leven één grote bezwering van irreële angsten is. Irreël omdat het sein‘onveilig’ meestal een geconditioneerde reflex is op wat ooit onveilig was in een soortgelijke omstandigheid, maar wat dat nu niet meer is. Je bent op die manier alleen maar bezig met wat er mis zou kunnen gaan en hoe je je ertegen kunt indekken. Je gaat op zoek naar meer en beter en bewaakt angstvallig wat je hebt. Je zorgt dat je je leven zo veel mogelijk in de hand hebt. Je regelt en controleert. Lust en genot worden tot projecten gemaakt in plaats van vanzelfsprekend je leven te dooraderen. Je hebt je al bewapend met een overkill aan bezittingen. Je gaat als een eekhoorn, maar door met inzamelen omdat dat je een veilig gevoel geeft. Je hebt misschien ook weer van alles weggegooid omdat je op zoveel bezit geen vat meer had. Je wilt en moet van alles, want leegte voelt als een bedreigend gat dat om opvulling vraagt. Je bent verslaafd aan dingen die het gat vullen , zoals hard werken, t.v. kijken, internettten, teveel eten en drinken. Je kunt ook jezelf nog op je kop zitten met overtuigingen als: ‘genot is gevaarlijk, of; wanneer ik geniet, verlies ik mijn gezonde verstand.’ Of: ‘als ik me overgeef aan genot ben ik egoistisch. Er is immers zoveel leed in de wereld, wanneer ik dan geniet ben ik schuldig. Of: ‘wanneer ik geniet zal ik er wel voor gestraft worden’. Je wordt steeds ontevredener, onverzadigbaarder en angstiger. Je leven is een angstplek geworden, in plaats van een lustoord. Je bent dan alleen nog maar bezig met op veilig te spelen en dingen voor elkaar te krijgen waarvan je denkt dat je je er lekker bij zult voelen. De spanning die dat teweeg brengt ontlaad je via seks of emoties Ik speel dus ik ben Gevangen zitten in angstdenken betekent dat we meer overleven dan leven. Angst en het bezweren van angst bepalen dan voor een groot deel ons bestaan. Alles draait om veiligheid. Wanneer die angst er niet in die mate is en we ons veiliger voelen komen lust, genot en geluk weer aan bod. De bonabo-apen zijn daar een goed voorbeeld van. Zij blijven na de geboorte vier jaar lang onder de hoede van hun moeder. Ze krijgen daarmee zo’n veilige basis dat ze in hun verdere leven lekker durven dartelen en tegelijkertijd heel goed voor zichzelf en elkaar zorgen. Spelen en spontaniteit hebben met het ontdekken van de wereld en van eigen mogelijkheden te maken. Het wordt aan kinderen toegedicht. Het is een spel zonder nieten, zonder verlies. Het draait niet om winnen of verliezen, maar om scheppend ontdekken. Het is een spontane beweging zonder een bepaalde uitkomst. Zodra er angst om iets kwijt te raken in het spel komt, is het afgelopen met deze spontane beweging. Spelen wordt dan een win-verliesspel. Er ontstaat spanning. Of het als aangename spanning, als krachtmeting wordt ervaren hangt af van de mate waarin iemand zich veilig voelt. Zo niet, dan zal van winnen veel gaan afhangen. Het gaat dan om macht en controle krijgen en niet om een gezonde krachtmeting.
3
Knikkeren, schaken, dammen, kaartspelen, gokken, allerlei sporten en spelletjes op gameboys zijn van die win-verliesspelen waardoor de creatieve speelsheid en het scheppende draagvlak voor ontplooiing vaak verdwijnen. Met de wereld in zakformaat, zoals met autootjes, treintjes en poppen spelen en ook met vliegeren, touwtjespringen, kleien en tekenen blijft het scheppend ontdekken meer heel, mits er ook weer geen wedstrijd van wordt gemaakt. Machtsspelletjes Winnen heeft te maken met macht. De eronder liggende angst voor zwakte, wordt ermee bezworen. Machtspelletjes zijn dus overlevingsstrategieën. De hoogste torenflat van de wereld bouwen, het grootste aantal bezoekers trekken, next topmodel worden komen aan deze machtswellust tegemoet . De dagelijkse machtspelletjes die ieder op zijn eigen manier uitoefent dienen hetzelfde doel: alles onder controle hebben door de baas te zijn. Iedere situatie beheersen. Je zin doordrijven. Het op jouw manier laten gebeuren. Anderen voor je karretje spannen. Om de macht in handen te houden manipuleer je met bijvoorbeeld een verleidingsmanoeuvre als aandacht en hulp geven en de verantwoordelijkheid in eigen hand houden, met als verborgen agenda mensen daarmee aan je te binden. Je kunt ook de andere kant op manipuleren bijvoorbeeld door verantwoordelijkheid, schuld en blaam die op jou rusten slinks bij anderen neerleggen, en zo zelf buiten schot blijven. Het achterste van je tong niet laten zien, geheimpjes hebben, leugens vertellen en je achter een masker van gedrag dat in jouw ogen deugt verbergen horen er allemaal bij. Iemand die zo in het leven staat heeft over het algemeen geen goede langdurige relaties. Hij zal, in plaats van de realiteit onder ogen te zien zich eerder bezighouden met hoe het zou kunnen zijn en daarover fantaseren. Anderen kunnen zelden aan zijn verwachtingen voldoen. Zo iemand zal zeker emotionele opwinding en pijn op alle mogelijke manieren proberen te onderdrukken. Een veel voorkomend machtspel is dat tussen afstandelijke mensen met een aantal aantrekkelijkheden en mensen die hun best doen om in de smaak te vallen bij de afstandscheppers? De laatsten lijden onder het zich willekeurig aangezogen en afgestoten voelen. Het grillige en onbereikbare van de afstandschepper voelt voor de D’raufganger als een vreemde aantrekkelijke kracht die tot actie oproept. Als de D’raufganger dan met de moed der wanhoop probeert los te komen, zet de afstandschepper soms weer een stapje. Er zijn duidelijk twee partijen. Beiden spelen hun partij in het ‘kom dichterbij en geef me de ruimte’-spel. Beiden proberen te winnen op hun eigen manier. Het spel kan niet gespeeld worden zonder de ander. Het is gebaseerd op een gemeenschappelijk verlangen naar liefde en een gemeenschappelijke angst voor wat er mee mis kan gaan. De een probeert zich veilig te stellen door het mondjesmaat toe te laten en de ander door het te forceren. Zowel de afstandschepper als de D’raufganger geven op hun manier antwoord op het gemis in hun jeugd. En dit antwoord blijven ze geven op wat ze tegenkomen in hun leven en wat zij door hun speciale bril bekijken. Ze proberen zo het leven in hun macht te krijgen en zich daarmee veilig te stellen. Deze behoefte aan afstand of nabijheid, zoals eerder vermeld, ontstaat in de kindertijd. Het wordt wel de‘rapprochementfase’ genoemd. Als het kind zich veilig voelt is het niet bang wanneer zijn moeder even weg is. Het vertrouwt erop dat zij weer terugkomt. Het kiekeboespelletje is daarom, educatief gezien, een vruchtbaar spelletje dat het kind op een speelse manier vertrouwd maakt met aan- en afwezigheid van zijn veilige voedingsbron. Als een moeder een kind in deze fase goed heeft opgevangen zal het zich veilig voelen in zichzelf en later geen hunkerbunker worden of almaar afstand willen scheppen. Het kind is in contact met zijn eigen gevoelens en heeft daardoor ook een natuurlijk spontaan contact met anderen. Zelfbeeld en gedrag worden dus sterk bepaald door ervaringen in de kindertijd . Als je als kind bent gekoesterd en gewaardeerd heb je daar een goed zelfbeeld en een goed gevoel over jezelf aan over gehouden. In dat geval kun je wel tegen je verlies. Maar als je niet bent gewaardeerd dan is je zelfbeeld niet zo stevig. Verliezen voelt dan als afgaan, zowel in je eigen ogen, als in die van anderen. Je bent ervan overtuigd ‘niet goed genoeg’ te zijn, waardoor een gevoel van minderwaardigheid, tot zelfhaat toe, je kan overmeesteren. Je kunt in het feit dat je verloren hebt ook het bewijs zien dat je het niet verdient om te winnen, omdat je niet goed genoeg bent. Je gaat je wrokkig voelen, of wraakzuchtig jegens degenen die wel winnen. Als je altijd maar een ‘loser’bent kun je vervallen in plotseling irrationeel gedrag, tot gewelddadigheid toe. Verslavingen aan voedsel, drugs, alcohol, seks en werk kunnen de kop opsteken waarmee het gevoel een ‘loser’ te zijn .gedrogueerd wordt. De allerhoogste prijs die een verliezer soms betaalt is angst, tot paranoia en zelfdodingsneigingen toe– of ziekte door overbelasting van het immuunsysteem.
4
Het opgeven van de gedachte dat je zou moeten winnen, kan zulke heftige angstreacties oproepen dat die stap niet gemakkelijk wordt gezet. Als een vertrouwde situatie, hoe beroerd ook, eindigt, is dat beangstigend omdat het onbekend is. Als het winverliesspel uit iemands leven verdwijnt, zelfs al is het zijn eigen keuze, kan deze verandering hem regelrecht een zwart gat invoeren. Geobsedeerd piekeren, depressie, angstaanvallen, paniek, slapeloosheid, misselijkheid kunnen hem ten deel vallen. En om dan: ‘Het zij zo!’ of: ‘So what!’ te zeggen, wat de koninklijke weg naar bevrijding kan zijn, is niet zo eenvoudig. Win-winspel Als we wel in staat zijn een welgemeend: ‘Het zij zo!’, te zeggen, is het spel zonder verliezers begonnen. Hier is geen sprake meer van macht. De spelers doorzien het spel dat ze gespeeld hebben en maken bewust of onbewust de keuze hun leven niet meer te laten bepalen door het schaarstedenken van winnen en verliezen, maar te gaan leven vanuit het win-winprincipe. Ze vinden zichzelf en elkaar dan in het nu, met hun mogelijkheden, in plaats van hun onmogelijkheden. Het spel, waarbij iemand probeert te winnen van een verliezende ander, is nu uit. Het gaat er nu om het spel zonder nieten te spelen. En dat is onbeheersbaar. Het is geen machtsspel. Het is een open avontuur. Om dit spel te kunnen spelen moet je je durven overgeven aan wat is. Je lichamelijk en geestelijk niet meer laten bepalen door je angsten en je strategieën. Wat niet betekent dat ze er niet zullen zijn. Er is echter wel moed voor nodig om dit avontuur aan te gaan terwijl je er bang voor bent en je je bijvoorbeeld verschuilt achter scepsis. Moed om het onderliggende van wat oppervlakkig bezien als waar voelt onder ogen te zien en dan te ontdekken hoe je vaak zelf in scène zet wat je overkomt in je leven, in plaats van de fout aan anderen toe te schrijven en hen ervan te beschuldigen dat ze jou iets aandoen waarvan jij het slachtoffer bent geworden. Het spel zonder nieten betekent accepteren wat ‘is’, onder andere van het zó zijn van jezelf en van anderen en wat er allemaal onder en achter ligt. Accepteren heeft niets te maken met vergoelijken maar met ergens voor willen en durven gaan. Het is een investering in je zelf die je wezenlijke passie blootlegt en tot een missie en een creatie wordt die ook anderen dient. Geluk is het bijproduct ervan. We zijn echter meestal bezig met het geluk te zoeken in de buitenwereld? Dat is een overblijfsel uit onze kindertijd. Voor onze overleving waren we toen immers afhankelijk van onze omgeving. We zijn nog steeds die bange, hunkerende, hongerige kinderen die uitreiken naar de buitenwereld. Dat maakt dat we eerder extern georienteerd zijn dan intern. We hebben bepaalde gedachten over hoe we het willen, waarnaar we verlangen en over hoe het ons maar niet ten deel valt. En op wat ons ten deel valt hebben we kritiek. We willen meer. We willen het anders. Onze orientatie is op de buitenwereld gericht, op die ander op het andere. De pardox is dat hoe meer we dat doen, hoe meer we ons tekort gedaan voelen, en des te ego-centrischer we worden
5
Hoofdstuk 2
De greep van angst en macht op ons lichaam De waarheid van het menselijk lichaam -namelijk dat het een rivier van bewustzijn is die door de tijd stroomt – is onzichtbaar geworden omdat er zoveel ballast uit het verleden aan hangt.
Deepak Chopra
We worden bang bij dreigend onheil en gaan dan meteen over tot acties die ons in veiligheid brengen. Die acties komen neer op vechten, vluchten of bevriezen (fight, flight or freezeresponse), letterlijk en figuurlijk. Als dat maar vaak genoeg gebeurt ontstaat er een zichtbaar fysieke zowel als psychische, strategische levenshouding (vechtend, vluchtend of bevriezend) die zich in een karakter- en lichaamsstructuur vertaalt, met aanverwant gedrag en ongemakken. Strategieën zijn nuttig in een noodtoestand maar zinloos en zelfs schadelijk wanneer die er niet is. Kunnen we onze geest en ons lichaam bevrijden van de spanning die deze vaak nodeloze strategieën veroorzaken? Kunnen we die strategieën loslaten? Spanning Wanneer je spieren chronisch gespannen zijn en je ademhaling oppervlakkig is ben je het contact met jezelf kwijt. Wanneer je aan iemand met chronische spierspanningen vraagt hoe hij zich voelt of wat hij voelt in zijn lijf zal hij meestal zeggen: niets! of prima!, tenzij er een lichaamsdeel zo gespannen is dat het pijn is gaan doen. Een chronische spierspanning is een onbewuste spierverkramping die ontstaat door permanente emotionele druk van binnenuit en van buitenaf. Een ontspannen spier is een spier die zich oplaadt met energie o.a. doormiddel van zuurstof. Zonder zuurstof, dus zonder adem, kan de spier zich niet opladen. Opladen is iets anders als spannen. Doormiddel van een zenuw ontlaadt de spier zich weer. ’Zo ontstaat beweging. Spieren die zich opladen en ontladen bewegen natuurlijk en ritmisch. Wanneer de energie niet naar de spier wordt gebracht door gebrek aan zuurstof , dus door gebrekkig ademen, wordt hij niet opgeladen en valt er ook niets voor die spier te ontladen. De spier verkrampt. Hij wordt stijf en zwak, in plaats van soepel en sterk te blijven. Iedere chronisch samengetrokken spier vertegenwoordigt een levenshouding die uit angst en de drang om te overleven voortkomt. Je hiervan bewust worden betekent dat je verantwoordelijkheid gaat nemen voor wat er in je omgaat en hoe je functioneert in het leven. Je gaat bijvoorbeeld het verdriet, de woede of de angst van het ooit in de steek gelaten, afgewezen en niet beschermde kind van weleer dat nog in je leeft herkennen, erkennen en de aandacht en liefde geven die het nodig heeft i.pv de buitenwereld hiervoor verantwoordelijk te stellen. Je zult je dan niet meer zo bezig houden met het vullen van leegte maar je vervuld voelen in de ruimte die ontstaat omdat er van alles in te ontdekken valt . Ook al is het vullen van de leegte een gewoonte en ook al weet je dat die je niet dient werkt het wel als een verkrampte spier die niet zo gemakkelijk loslaat. Het vraagt je volledige aaawezigheid en aandacht om niet terug te vallen in automatische reflexen. Overgevoelig en onzeker Niet benauwende veilige grenzen die ouders kinderen stellen, zorgen ervoor dat deze in hun latere leven ook op een gezonde manier zichzelf kunnen begrenzen en daarnaast de nodige leefruimte en vrijheid durven nemen waardoor ze ontvankelijk, open en onbevangen durven te leven en hun volle potentieel tot hun beschikking houden. Zij zullen niet zo veel strategiëen hanteren als degenen die ouders hadden die meer met andere dingen bezig waren dan met hun kinderen. De spieren van kinderen die zich veilig voelen blijven soepel en sterk omdat ze ontspannen zijn en niet verkrampen. Een kind dat zich onveilig voelt, houd zijn adem in en spant zijn spieren. Die verstijven, verkrampen en worden hard en stijf waardoor ze niet meer goed functioneren. Er ontstaat een spierpantser. Een harnas waarachter het zijn angst verbergt.
6
Als je na je geboorte niet genoeg bent aangeraakt, niet bent opgetild, vastgehouden, gedragen, noch ondersteund in je ontwikkeling, en wanneer het naar je ouders uitreiken is beantwoord met onverschilligheid voel je je in de steek gelaten. Dat is een beangstigend gevoel omdat je afhankelijk bent van je ouders. Je verstijft dan letterlijk van de angst. ( freezeresponse) In je verdere leven blijf je daardoor een gemis aan houvast en bodem voelen. Dat maakt je overgevoelig en onzeker. Je zoekt dan bijvoorbeeld letterlijk houvast door iets beet te pakken, of aan je lijf te zitten of op je hoofd te krabben. Of je zoekt mensen op die je een veilig gevoel geven. Of je onttrekt je juist aan mensen en situaties omdat niets meer veilig voelt. Uitreiken naar anderen, aanraken en aangeraakt worden zullen op weerstand ertegen stuiten omdat je er niet vertrouwd mee bent en het niet vertrouwt, terwijl je er ook naar verlangt. Maar je weet niet wat je ermee aan moet. Er zijn ook heel wat volwassenen die door zo’n verleden niet lang op hun benen kunnen blijven staan. Ze moesten te jong op eigen benen staan en konden dat nog niet. In hun latere leven kampen zij vaak met rugheup- en beenklachten. Hebben beangstigende valdromen en proberen dit allemaal op te lossen door met hun hoofd hun leven te beheersen. Voor wat in hun lichaam gebeurt sluiten ze zich af. Dat hun lijf verkrampt en stijf is hebben ze soms niet eens in de gaten, behalve waneer het pijn gaat doen. Of wanneer ze in hun beweging belemmerd worden door iets of iemand van buitenaf. Ze zijn wel vaak actief en gedragen zich onafhankelijk. Het vergaren van veel kennis en vaardigheden en het ontwikkelen van een groot oplossend vermogen is hun reddingsboeg om het gevoel te hebben het te kunnen redden in hun leven. Geen wonder dat zij rusteloos door het leven gaan. Wanneer iemand zich hiervan bewust is geworden en aandachtig aanwezig blijft bij deze gewaarwordingen, is de thuisreis naar een veilige haven in zichzelf aangevangen. Mond, kaken, lippen We drukken ons uit via onze mond en ontvangen voeding via onze mond. Met de allereerste voeding, de moedermelk kregen we ook de emoties van onze moeder erbij. Als die negatief waren werd ons contact met de wereld al jong beschadigd. Ervaringen rondom voeding en het maken van geluid hangen samen met onze mond, keel en kaken. Het spreekt voor zich dat door die ervaringen dan ook specifieke neigingen ontstaan, zoals niet proeven wat we eten, nauwelijks kauwen, snel alles doorslikken, of juist alles herkauwen om het nog maar niet te hoeven doorslikken. Zulke ervaringen maken ook dat er spanning ontstaat rond de mond, tongspieren en keel. Dat belemmert de stem. Die wordt vlak, mechanisch, toonloos of zelfs onhoorbaar doordat die er niet vol uit kan komen. En dan is er ook nog de voeding voor de ziel: contact in de vorm van gedragen, gestreeld, gekoesterd worden en het eten liefdevol toegediend krijgen. Wannneer dat niet is gebeurd stolt in de gespannen kaken de boosheid erover en de neiging om te grommen, te bijten en te brullen. Hierachter gaat het hard geworden verlangen naar liefde en tederheid schuil. Een stijve onderlip en harde tongspieren verbergen verdriet. Veel mensen leggen daar een een vriendelijke glimlach overheen. Ze proberen daarmee – en dat gebeurt natuurlijk onbewust – alles te bezweren wat niet lief en aardig is, zowel bij zichzelf als bij anderen. Terecht wordt deze vriendelijkheid door anderen gewantrouwd. Pijnlijk dat deze mensen dat zelf vaak niet beseffen. Uit genoemde fysieke blokkeringen kunnen de volgende psychosomatische klachten voortkomen: slecht articuleren, migraineaanvallen, verkoudheden, hoesten, tand- en tandvleesproblemen, eetstoornissen. Ook hier geeft bewuste aandachtige aanwezigheid bij de spanning in deze lichaamsdelen en een diepe ademhaling vanuit de buik soelaas. Ogen, Keel Daar voor het contact met de wereld de ogen en de mond even belangrijk zijn, zijn de oogspieren vaak even gespannen als die rondom de mond. Mensen die hun hoofd naar achteren trekken, drukken hiermee uit: ‘blijf van me af. Ze proberen de wereld uit hun blikveld te verwijderen. Dat kan bijziendheid tot gevolg hebben. Mensen die hun hoofd vooruitsteken zullen eerder verziend worden. Ze hebben ogen op steeltjes die alles in de gaten proberen te houden. Beiden leven vanuit hun hoofd, in plaats van vanuit hun hele lichaam. Ze halen niet adequaat adem waardoor hun lichaam niet genoeg doorbloed raakt. Ze onderdrukken hiermee hun emoties. Onderdrukte emoties kunnen naar binnen slaan en schade veroorzaken.
7
In onze keel sluimert de grootste angst. Dat is de angst om gewurgd te worden. We lopen die in het geboortekanaal op. (angst komt van angustus = nauw). Onder andere hierdoor zijn we in staat om dreigend onheil te onderkennen. We onderdrukken angst door de spieren aan de basis van onze keel-, kaak- en oogspieren en onze sleutelbeenspieren met ingehouden adem aan te spannen. Sleutelbeenspieren beginnen onder de oren bij de schedelbasis en lopen langs beide kanten van de nek naar de voorkant van het borstbeen. Als ze aangespannen zijn vormen ze letterlijk een pantser voor ons hart. Als iets in ons leven ons angstig of boos maakt kan hierdoor het geboortetrauma opnieuw aangeraakt worden. dat is af te meten aan de heftigheid van de emotie. Het is angst om gewurgd te worden of om zelf te wurgen. Uitdrukkingen als ‘iemand wel kunnen wurgen’ of ‘je in een wurggreep voelen’ geven hier uitdrukking aan. We uiten onze emoties gelukkig op een meestal ongevaarlijkere manier. Keelaandoeningen, nekletsel, problemen met zien maar ook alcohol-nicotine en eetstoornissen kunnen voortkomen uit een dergelijke emotionele en fysieke scheefgroei na de geboorte. Ook hier geldt weer hetzelfde recept: bewust aanwezig zijn bij de spanning in ogen en keel. Wat de ontspanning kan bevorderen is de mond open laten hangen en diep ademen. Buik uit bij de inademing, en er eens lekker scheel bij kijken. Middenrif Het middenrif, de boog vlak onder de borstkas, is onze voornaamste ademhalingsspier. De meeste mensen benutten ‘m niet als zodanig. Het heeft tot gevolg dat de spier steeds stijver en onbruikbaarder wordt. Bij een goede ademhaling trekt het middenrif bij iedere inademing samen, waardoor de bolle vorm ervan plat wordt en ruimte geeft aan de borstholte. De longen kunnen zich daarin nu volzuigen met zuurstof. Daarna ontspant het middenrif zich, wordt weer bolvormig en drukt zo de lucht uit de longen. Het middenrif is de eerste spier die zich spant tijdens het doorsnijden van de navelstreng. Wanneer er, na de geboorte, niet is gewacht totdat de navelstreng ophoudt met kloppen, kan deze spier zich niet goed meer ontspannen. Dat is ook het geval wanneer een baby te weinig warmte en liefde krijgt. Het is de diepst verankerde pantsering die lichaam en geest totaal kan beheersen. Een onbeweeglijk middenrif voelt als een dijk die tussen boven- en onderlijf ligt. Het maakt een gelijkmatige ademhaling onmogelijk. Er wordt hortend en stotend geademd, soms meer in de borst, soms meer in de buik. De spieren die het middenrif verbinden met de ribben worden wel de ‘wrok’-spieren genoemd. Er is een sterke relatie tussen middenrif en keel. Denk maar aan kokhalzen. Maagklachten, gal- en nierstenen, zwaarlijvigheid, en lage rugpijn zijn hiervan de meest voorkomende gevolgen. We ontspannen niet zo gemakkelijk ons middenrif. Het vergt een flink aantal keren diep ademen om het los te masseren van binnenuit. Een ouderwetse bio-enrgeticaoefening is : je vinger in je keel stoppen en een paar keer flink kokhalzen. Buik Bij een gezonde ademhaling zet de buik uit bij het inademen, en trekt zich weer van zelf in bij het uitademen. Daarbij blijft een mens gezond. Buikspieren spannen zich echter vaak chronisch aan, waardoor ze verstijven en verharden. Dat blokkeert de ademhaling. Dit kan al gebeuren tijdens het doorknippen van de navelstreng. De buik rondom de navel is extra gevoelig. Door de buikspieren aan te spannen vermindert de gevoeligheid. Dat wordt op den duur een automatische reflex die de spieren rondom de navel steeds harder maakt en tenslotte doet verstijven tot een buikpantser. Een harde buik betekent dus dat er emoties in vastzitten door pijnlijke herinneringen, bijvoorbeeld rondom de voeding. In het laatste geval kunnen een opgeblazen gevoel en allergische reacties op voedsel ontstaan doordat het proces van verteren, verwerken en afvoeren geblokkeerd is. De buik verstopt dan en wordt een verzuurde, verbitterde beerput met veel gasvorming. De verbinding tussen buik en mond is dan al lang verbroken. D.w.z. dat de behoeften van de mond anders worden ervaren dan de behoeften van maag en buik.. Je gaat dan bijvoorbeeld dooreten terwijl je al zo ongeveer knapt. Of je merkt niet dat je honger hebt en vergeet te eten. Of je eet ongezonde dingen die wel lekker smaken. Of je gaat eten, of juist niet eten, wanneer je je ontevreden voelt. In de voetsporen van het modebeeld worden buikspieren ook vaak aangespannen. In plaats van soepel en sterk te blijven, wat hun natuurlijke conditie is, worden ze ook stijf en zwak. Het tegenovergestelde van wat beoogd wordt is het gevolg ervan. Het spreekt vanzelf dat spijsverteringsstoornissen, zwaarlijvigheid, maag-darm- en leverkaandoeningen een gevolg kunnen zijn van deze conditionering. Onze buik heeft letterlijk onze liefdevolle aandacht nodig om te ontspannen. We kunnen daartoe onze handen erop leggen en
8
bewust ervaren hoe dat voelt. Voelen je handen je lichaam en andersom voelt je lichaam je handen? Adem je nog voluit? Veel mensen houden hun adem in wanneer ze zich ergens op concentreren. Het komt dan voor dat je je toelegt op je ademhaling terwijl je toch je adem aan het inhouden bent. En al gauw aan heel andere dingen denkt. Hart Wanneer we de buitenwereld niet vertrouwen en op onze hoede zijn sluiten we ons hart uit zelfbescherming. We sluiten ons daarmee af voor wat we voelen. Zoals eerder vermeld schermen we ons hart dan af met onze sleutelbeenspieren. Dat gebeurt via een hoge, enigszins oppervlakkige ademhaling, waar onze buik niet aan te pas komt. We zetten onze borst op en steken ‘m vooruit en trekken onze schouders omhoog en brengen ze naar elkaar toe. We spannen onze armspieren en ballen onze vuisten. Het spreekt vanzelf dat daarmee het contact met onszelf en anderen stroef verloopt. Wanneer we deze spanning loslaten, voluit ademen en niet meer naar lucht zitten te happen, kunnen we onze emoties voelen en tot uitdrukking brengen. Dat brengt ons weer in contact met wie we wezenlijk zijn. We ontspannen daarmee en voelen ons rustig worden Hart- en longaandoeningen, astma, bronchitis, chronische verkoudheid zijn de psycho-somatische klachten die met een gesloten hart samen kunnen hangen. Door diep te ademen opent ons hart zich en wordt ons hartrythme coherent. Ons overbeladen hoofd raakt leeg. We kunnen evenals genoemd bij de buik ook hier onze handen op onze borst leggen. Of de rechterhand op de borst en de linkerhand op de buik terwijl we diep ademend visualiseren dat we ons innerlijke kind vasthouden . Bekken Het bekken heeft grote invloed op de manier waarop we staan en lopen. Als het bekken gespannen is, zijn de knieën, enkels en heupen dat meestal ook. Kinderen die moeten leren hun anale sluitspier onder controle te houden, terwijl de verbinding met het zenuwstelsel nog niet is gelegd, gaan hun bekkenbodem en billen aanspannen om zich in te houden. Dit inhouden kan uitmonden in een chronische gespannenheid van de bekkenbodem en een afgeknepen levenshouding. In een gespannen bekkengebied ligt, evenals in de keel, veel angst en woede opgeslagen over het gebrek aan ondersteuning en bescherming. Blaas, baarmoeder, eierstokken, prostaat en liezen hebben hier allemaal door te lijden. Er kunnen kwalen als bekkeninstabiliteit, aambeien, spataderen en gewrichtsaandoeningen uit voortkomen. We kunnen dat enigszins verhelpen door bij de inademing het bekken naar achteren te brengen en bij de uitademing naar voren. Hiermee introduceren we de natuurlijke orgastische reflex die, als de ademhaling natuurlijk verloopt, er altijd is.
Strategische levenshoudingen weerspiegeld in het lichaam
9
fig 1
fig 2
fig 3
fig 4
fig 5
Karakter en lichaam worden voor een groot deel gevormd door geconditioneerde reflexen die uitmonden in karakteristieke strategische levenshoudingen die mensen zich al jong, soms al in de baarmoeder, aanmeten. Mensen spelen daarmee op veilig en bezweren hun angsten. Het is een manier van overleven, die gebaseerd is op de conclusies die we als kind trokken over onszelf, het leven, onze omgeving en wat we moeten doen of laten om veilig te zijn. Veel voorkomende strategieën zijn : – Ik zorg dat ik niet word opgemerkt, dan kan niemand mij kwaad doen en ben ik veilig. fig. 1 – Ik laat niet merken dat ik behoeften heb, ik geef aan anderen wat ik zelf wil krijgen. Dan krijg ik misschien ook wat ik nodig heb. fig. 2 – Ik zorg ervoor dat ik alles en iedereen, koste wat het kost, de baas blijf. Dan kan niemand mij iets maken Dan blijf ik buiten schot en ben veilig. fig. 3 – Ik zal ervoor zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft, want dan vinden ze me aardig en ben ik veilig. fig. 4 – Ik laat mijn verlangen naar liefde niet zien. Dan ben ik veilig. Daartoe scheid ik seks en liefde van elkaar. fig. 5 Uit ‘De androgyne mens’ Els Kikke
10
De invloed van geconditioneerde reflexen op onze allereerste omgeving bepalen dus hoe we met situaties omgaan in ons verdere leven. Of we relativerend knipogen of alles zwaar opnemen. Dat heeft ook gevolgen voor onze geestelijke en lichamelijke gezondheid. Elke gedachte, emotie of handeling roept een subtiele reactie op in ons lichaam. Zo is bijvoorbeeld aangetoond dat dikke-darmkanker veel voorkomt bij mensen met een langdurige depressie en hartkwalen bij boze geirriteerde mensen. De psycho-neuro-immunologie houdt zich bezig met het effect van gedachten en stemmingen op zenuwstelsel en immuunsysteem. Het is meetbaar in welke mate ons immuunsysteem sterker wordt naarmate we ons lekkerder in ons vel voelen en zwakker naarmate we ons niet goed in ons vel voelen. Fysieke schoonmaak Ik besluit mijn lijf eens een flinke schoonmaak- en rustkuur te geven. Daar ik een Bourgondische eter ben, zie ik er tegenop. Drie weken lang hang ik aan de pan. Eerst een week afbouwen. Geen wijntjes, noch desserts, koffie en andere geneugten. Ik kan niet laten het aan mijn omgeving te vertellen en een beetje te overdrijven hoe erg ik het vind. De meesten verklaren me voor gek, behalve de paar diehearts die het klappen van de zweep kennen. En dan ben ik daar in Friesland. Ik krijg een druk programma voor de kiezen bij de natuurarts Florentine van Vollenhoven. Het begint om zeven uur met bitterzout om de darmen goed te legen. Dan yoga en klankmeditatie en vervolgens het ontbijt aan een fraai gedekte tafel met bloemen en iedere dag andere servetten. Het ontbijt bestaat uit een half glas vers geperst vruchtensap (nooit sinaasappel dat schijnt niet goed te zijn) in mooie glazen. We worden geacht het met een theelepel met lange steel, hap voor hap, langzaam te eten. Hoe eet je een sap? Dat doe je door erop te kauwen en het goed te vermengen met je speeksel. Dat is de eerste fase van spijsvertering. Ik word zo misselijk van die lepel en vind het ook zo vermoeiend met mijn muisarm, dat ik maar besluit kleine slokjes te nemen. Dat werkt ook. Daarna komen de andere behandelingen; ingesmeerd met algen en chocola een uur in de thermische deken, een speciaal soort scrubbad of een massage. Als je geen behandeling hebt kun je wandelen of in de sauna of in de infrarood deken. Lunch om 1 uur. Dit keer een half glas vers geperst groentesap, ook al kauwend, leeg te lepelen.‘s Middags verplicht rusten met leverpakking (een om je heen gevouwen laken met een warme kruik op de plek van je lever). rechts boven het bekken. Erna weer behandelingen. Ik krijg deze week drie massages. Tijdens de laatste massage zak ik weg in een diepe donkerte die verandert in een ijle lichte ruimte. Mijn lichaam voelt erin als een heilige tempel. Ik ben ontspannen. Het leven ademt door mij heen. De aanrakingen voelen als offerandes. Om 6 uur vragenuurtje en college over het zuur- basenevenwicht en het belang van een goede spijsvertering en uitscheiding. Dan diner: twee soepkommen bouillon met eventueel een rijstwafel, waar we allemaal naar uitkijken. Het facultatieve avondprogramma is een beetje therapeutisch. Een groepsproces vanuit diverse invalshoeken. En dan vroeg naar bed. We zijn met zijn twaalven. We lopen rond in badjas of joggingpak als roze babies, zonder opmaak. We worden begeleid door een team van vier vrouwen die een liefdevol veilig draagvlak vormen om dit proces intensief aan te kunnen gaan! Eten, lekkere restaurants, mooie wijnen, recepten, kleur en consistentie van onze ontlasting zijn de gesprekken van de dag, ook tijdens de maaltijden. Het maakt allemaal niet uit. Buiten lopen beesten rond die gezellige geluiden maken en geuren verspreiden. Een kip broedt drie zwarte donsjes uit. En de haan bakent kraaiend zijn gebied af. ‘Stomme haan, wel de lusten, maar niet de lasten’, zegt een van ons. Een hangbuikzwijn en wat geiten doen ook hun best. En de voorjaarsbloemen bloeien in de zon. Na twee dagen voel ik geen honger en frustratie meer en word almaar kwieker. Weer even helemaal klein We worden uitgenodigd onszelf iedere dag een klisma te geven. Dat wordt bij mij (met mijn twee linkerhanden, volgens mijn moeder) een waterballet. Alles spuit er weer net zo hard uit. Ik krijg de slang niet goed in mijn anus. Of doe iets fout. En als ik hem erin heb, trek ik hem er weer per ongeluk uit. En dan kan ik de stopschuif niet zo gauw vinden. Voortaan krijg ik hulp. Ik herinner me dat mijn moeder mij ooit ook een klisma gaf. Ik lag op het vloerkleed in de kamer. Toen ik wat erin kwam er vrijwel meteen weer met een enorme vaart uitspoot was mijn moeder in alle staten. Ik voelde me toen zeer schuldig en hoopte dat dit nooit meer hoefde. Ik keek wel uit om mijn constipatie ook nog maar één keer aan haar te melden.
11
Ik zie op tegen de hogedarmspoeling die de topic van het schoonmaakproces schijnt te zijn. Ook al wordt nu mijn buik liefdevol gemasseerd en mag ik al mijn frustraties laten zien en horen en mag ik de poep laten lopen als ik ‘m niet binnen kan houden, voel ik me even ellendig als toen mijn moeder mij een klisma toediende, al die jaren geleden. Ik herbeleef nu dus een heel oude ervaring. Er komt heel wat los op alle fronten. Ik krijg het koud. Voel me in de klem zitten, lig te rillen van angst en moet huilen. Ik ben even weer helemaal klein. De ontlasting wordt door een doorschijnende slang afgevoerd en wordt aan een analyse onderworpen. Ik voel me leeg en bevrijd. Ook mijn hoofd is leeg. Dat blijft zo tot ik weer thuis ben. Ik moet nu langzaam het eten weer opbouwen. De vrij gekomen afvalstoffen door het ontgiften spelen op. Ik loop kreupel rond met pijnlijke gewrichten. Ik kan de trap haast niet op. Het is alsof oude kwaaltjes me vaarwel komen zeggen. Een paar dagen later is dat voorbij. Ik voel nu hoe weldadig deze schoonmaak is geweest. Ik adem van zelf diep vanuit mijn buik. Het geeft een gelukzalig gevoel. Is leven niet gewoon een zaak van de adem door mij heen laten stromen? Een zichzelf versterkend samenspel van lichamelijke, emotionele, mentale en spirituele beweging die puur genot genereert? Hoe meer ik adem, hoe meer ik voel, hoe meer ik beweeg des te lekkerder ik me ook voel. Ik denk hiermee de koninklijke weg naar geluk en natuurlijke efficientie gevonden te hebben. Puur geluk is de ware aard der dingen
12
Goethe
Hoofdstuk 3
Corrigerende emotionele ervaringen . Our task must be to free ourselves from our prison by widening our circle of compassion, to embrace all humanity and the whole of nature in its beauty. – Albert Einstein
Een jong mens kan niet, zoals een reptiel dat uit een ei komt, voor zichzelf zorgen. Het moet verzorgd worden en aandacht en liefde krijgen. Als dat niet gebeurt zal zo’n mens zich zijn verdere leven onveilig, bang en onzeker voelen en daarnaar leven, tenzij de pijnlijke jeugdervaringen worden gecorrigeerd door nieuwe ervaringen van veiligheid en liefde. Die halen we niet gemakkelijk uit onze eigen tenen. We komen niet eens op het idee. We weten niet beter, ook al hengelen we er onbwust wel naar. Wanneer we dan opeens ervaren en tot het besef komen wat liefdevolle aandacht, zorg en bijsturing kunnen betekenen, leren we het ook aan onszelf en anderen te geven. Het gevolg is dat we ons veiliger gaan voelen, een beter zelfbeeld krijgen, meer durven waardoor we maatschappelijk beter gaan functioneren Wanneer angst de overhand heeft wordt liefde niet herkend. De omgang met elkaar wordt dan iets vaags en onberekenbaars We hebben dan vaak niet eens in de gaten dat er van ons wordt gehouden of dat we zelf van iemand houden. Of we zien het aan elkaar vastklampen aan voor houden van. Door angst verliezen we ook ons gevoel van eigenwaarde en ons zelfvertrouwen. Het ontstaat allemaal, zoals eerder aangegeven, in de kindertijd of al in de baarmoeder door beangstigende ervaringen. Zonder stabiel veilig draagvlak leren we niet naar hartelust te leven en onze bijdrage te leveren aan een gezonde populatie die vreedzaam samenleeft, elkaar met zorg en respect behandelt en van elkaar geniet. Wanneer er wel een veilig draagvlak is kan de sociale component goed functioneren en vindt instandhouding van individu en soort op een levendige vanzelfsprekende manier plaats. We kunnen ieder moment van ons leven dit draagvlak scheppen door aandachtig aanwezig te blijven bij wat we voelen en denken Dat kan onder alle omstandigheden. Hoe meer we onszelf dit draagvlak van aandacht geven hoe groter het draagvlak wordt met steeds meer ruimte voor wat we met onszelf en elkaar willen en ook kunnen. De uitwerking die de eerste levenservaringen op ons hadden krijgt hiermee een kans te worden omgebogen door de corrigerende emotionele ervaring die het ervaren van een draagvlak geeft. Het heeft een helende uitwerking op ons met nieuwe inzichten en impulsen waardoor we de werkelijkheid in een ander daglicht gaan zien en ons gelukkiger gaan voelen . Een ‘so what’, in plaats van op onze kop te krijgen zoals misschien in onze allereerste omgeving gebeurde, kan een groot verschil maken in onze beleving. Zonder dit soort corrigerende ervaringen, lopen we de kans te blijven hangen in almaar dezelfde patronen waar we ons nauwelijks of niet van bewust zijn maar wel last van hebben. Maar het is niet gemakkelijk om onszelf aan onze eigen haren uit het water te trekken. Een beetje hulp erbij is wel van belang. Wij mensen kunnen dat elkaar geven. We kunnen elkaar corrigerende emotionele ervaringen bezorgen door naar elkaar te luisteren, waardering te tonen of een compliment te geven en niet elkaar op te jagen. We kunnen dat iedere dag oefenen, met als adagio: ‘fake it untill you make it’. Als je het doet vanuit een goede intentie is het al gauw geen fake meer. Als je het doet om jezelf veilig te stellen wel. Soms lukt het, soms niet Het kan zijn dat je je op een bepaald moment zo vast voelt zitten en niets meer in de gaten hebt dat je op zoek gaat naar iemand die je wat wegwijs kan maken. Zo iemand krijgt dan de rol van medereiziger. Je zou hem of haar ook kunnen zien als een ‘vroedvrouw’ die je helpt opnieuw te worden geboren. Opnieuw ja te zeggen tegen het leven. Zo iemand heeft ook de rol van een aandachtige liefdevolle ouder, die zijn kind werkelijk ziet en hoort. Deze persoon geeft je daarmeee corrigerende emotionele ervaringen en leert je daarmee tegelijkertijd hoe jij ook met jezelf kunt omgaan . Hij of zij re’parent’ je. Je ‘innerlijke kind’ wordt nieuw leven
13
ingeblazen. Het innerlijke kind, oftewel het samenspel van spontaniteit, authenticiteit, openheid, ontvankelijkheid en onbevangen scheppingsdrang, kan weer het daglicht zien. Gedurende een bepaalde fase van dit proces kunnen we worden vergeleken met een kind dat leert lopen. Eerst heeft het kind het nodig bij de hand genomen te worden, als steun bij zijn eerste stapjes. Daarna probeert het het alleen. Soms lukt dat. Soms valt het. Het steekt dan een handje uit naar de helpende hand. Na verloop van tijd vindt het zijn eigen evenwicht en gaat zelfstandig aan de wandel. Zo’n nieuwe ervaring kan de oude ervaring van iemand die in een situatie is groot geworden waar zo’n begeleiding er niet was, vervangen. Zelfs wanneer er harde waarheden over tafel komen Ook tijdens iemand’s adolescentie is een begripvolle ouder die bijstuurt op het pad naar volwassenheid noodzakelijk. Dat houdt in dat zo’n ouder, zonder te oordelen, kijkt en onder woorden brengt wat hij ziet en uitnodigende vragen stelt. Hij geeft de adolescent daarmee een voorbeeld om ook zo met zichzelf om te gaan. Als die ouder ontbroken heeft kan een ander later die rol op zich nemen. Hij corrigeert daarmee de ervaring van het gemis aan een begripvolle ouder. Zo kunnen mensen onderling heel wat oud zeer repareren. Het gaat om veiligheid scheppen en respect tonen voor elkaars eigenheid. Dat is een draagvlak waarop ieder zijn eigen vorm en eigen antwoorden kan vinden zonder emotionele afhankelijkheid van elkaar. Daarmee halen we het beste uit elkaar, in plaats van onze aandacht alleen te richten op wat er mis is. Zo corrigeren we vroegere emotionele ervaringen. Als we op die manier met elkaar omgaan, gaan we ons lichter, vrijer, sterker en minder eenzaam voelen, zelfs wanneer er harde waarheden over tafel komen. Het gevolg is dat alleen zijn geen eenzaam gevoel geeft. Integendeel, het stelt in staat echt lief te hebben en anderen vrij te laten. Ze niet tot voorwerpen te maken die we naar onze hand willen zetten. Het betekent zelf ook vrij en onafhankelijk van anderen te zijn, in een gezonde wederzijdsheid. Geluk blijkt dan ieders eigen creatie te zijn die niet kan worden afgenomen. En dat geldt ook voor ongeluk. Dan ontdekken we steeds meer hoe we onszelf (on)gelukkig denken. Hoe meer we dat herkennen en ons denken gaan waarnemen en ervaren, des te meer zullen we in staat zijn ons denken een andere wending te geven. Een dergelijk helend proces vindt niet noodzakelijkerwijs plaats door hulp van buitenaf. Het lezen van boeken, de natuur, contact met anderen, een bepaalde omgeving, sport en spel kunnen ook emotionele ervaringen geven die oudzeer een helende impuls geven, met andere woorden een corrigerende emotionele ervaring geven, waardoor we anders met onszelf leren omgaan. Corrigerende emotionele ervaringen kunnen dus overal plaats vinden. Ook bij coaches en therapeuten. Zij helpen je te verkennen, te herkennen, in kaart te brengen en accepterender zo niet liefdevoller met jezelf om te gaan. Je strategische levenshouding die je je hebt aangemeten te observeren, te onderzoeken en te herzien. Zo iemand is een veilig draagvlak voor alles wat er in je omgaat. zoals angst, verdriet, woede, passie, missie, plezier, scheppingsdrang, opgewondenheid. Je leert in diep water te zwemmen en er niet in te verzuipen. Je krijgt begeleiding op de weg terug naar de levensbron waar je ware aard jouw essentie zichtbaar wordt. Vaak onderwijst zo iemand vooral goed wat hij zelf aan het leren is. ‘You teach the best what you learn.’ Je gaat steeds meer ontdekken dat alles wat onder de façade ligt verscholen verwerkt en verteerd kan worden en je voelen kan opschonen. Je merkt dat een emotie die je niet probeert te onderdrukken nooit langer dan drie tot acht minuten duurt. Er komen herinneringen neer boven die je steeds minder in de proporties van toen je een kind was beleeft. Het blijkt dat, nu je groot bent, het best te doen is om pijn niet meer weg te drukken. Je ziet in hoe je je leven hebt laten bepalen door je schrap te zetten tegen ervaringen die je als kind niet aankon. Je krijgt steeds vaker glimpjes te zien van wie je eigenlijk bent. Je gaat inzien dat je denken niet meer de vazal van je instinct is maar ook geen machtsorgaan. Het wordt je liefdevolle dienaar, soms zelfs een leraar die je ruimte, opluchting en rust geeft. Er is dan sprake van een prachtig samenspel van een deel van het rationele brein (de hersenschors) met het emotionele brein (het limbisch systeem). Het is dan feest in je brein. Er vormen zich honderden nieuwe doorgangen die op hun beurt weer nieuwe neuronennetwerken ( netwerken van hersencellen) vormen. Er ontstaat een verfijnder radarsysteem dat steeds meer kan opvangen, doorverbinden en uitzenden.
14
Als we ons deel voelen van het geheel ervaren de onderlinge verbondenheid van alles wat bestaat. De onbegrensde zijnsdimensie. De mate waarin iemand de grens of de muur tussen zelf en niet-zelf ervaart is bepalend voor de mate waarin hij zich kan openen ervoor. Hoe meer iemand zich identificeert met een deel van zichzelf, hoe dichterbij hij een grens trekt. Zijn andere delen zal hij dan onherroepelijk buiten zich plaatsen en projecteren op anderen. Als iemand zich daar niet van bewust is, is hij bijna niet tot zelfreflectie in staat. Wanneer er dan iets niet lekker loopt zal hij de buitenwereld al gauw als de boosdoener zien, en daarnaar handelen. Deze mensen laten zich niet gemakkelijk coachen. Ze steken liever hun kop in het zand en denken: ‘Ik heb alles geprobeerd. Niets helpt. Zie je nou wel!’ Het kan ook zijn dat iemand hen wakker schudt en dat er dan iets begint te dagen. Wellicht herkent iemand dan bijvoorbeeld hoe hij zichzelf in een slachtofferrol manoeuvreert. Zodra iemand bereid is zichzelf onder de loupe te nemen, staat hij meestal ook wel open om zich te laten (bege)leiden. Er zijn vele invalshoeken, zowel via het lichaam als via de psyche, die benut kunnen worden. (Aan)geraakt worden speelt er een belangrijke rol in. Maar dat is oh zo eng als je als kind weinig bent aangeraakt of bent beschadigd door aanrakingen. Het is belangrijk die begeleider en die vorm van begeleiding te vinden die veilig voor je voelt. Je buurvrouw kan je beste coach blijken te zijn. Sommige mensen zijn geboren coaches en vervullen die rol zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. We staan er nooit alleen voor We vormen een gemeenschap. Een vel papier en wolken houden verband met elkaar. Want zonder wolken geen regen, zonder regen geen bomen, zonder bomen geen hout, zonder hout geen papier. Dit besef dringt door wanneer we ons niet laten gevangen nemen door onze angsten maar deze in liefde omarmen. Ons aangeboren altruisme wordt dan herkend als de meest efficiente manier van overleven voor zowel het individu als de hele samenleving. Eerdere gevoelens van verlatenheid en eenzaamheid worden hierdoor gecorrigeerd. We voelen ons dan thuiskomen in veilige haven, deel uitmakend van alles wat bestaat. Daarin is liefdevolle, bewuste aanwezigheid, bij onszelf en elkaar, zonder oordelen, een vanzelfsprekendheid. ‘Bewust- zijn’ betekent ‘inter-zijn’. In ‘Iedere stap is vrede’ schrijft de Vietnamese monnik Thich Nhat Hanh dat we de vernietiging van het ecosysteem alleen kunnen voorkomen als we ons er volledig van bewust zijn dat we er deel van uitmaken en ernaar handelen. Algemeen belang en eigen belang kunnen niet buiten elkaar. Het algemeen belang dient het eigenbelang oftewel het eigenbelang wordt door het algemeen belang gedragen. Dat gaat zowel over liefde als over lijfsbehoud. Als krachten zich bundelen ontstaat een geheel dat meer is dan de som der delen. Het maakte dat eencelligen meercellig werden. Dat krokodillen kleine vogeltjes een lekker maaltje bezorgen door de etensresten tussen hun tanden vandaan te laten pikken en zo rotting te voorkomen. Zo beschutten een rij beuken elkaar tegen de storm. Maar hoe vergaat het dan die ene boom die daar in zijn eentje zo enorm hoog is geworden. Die heeft keihard gewerkt aan zijn wortels. ‘Als een boom de hemel wil bereiken, moeten zijn wortels tot in het diepst van de hel reiken’ Nietzsche De eenzame boom hoefde niet uit te reiken naar het licht want hij stond al in het licht maar hij moest wel in zijn eentje stormen trotseren. Hij is een Einzelgänger. Die komen we bij alle species tegen. Het is een kwetsbare positie die om een andere aanpak vraagt om te kunnen overleven. Maar toch staat ook hij er niet alleen voor. Hij is verbonden met alles wat bestaat via de aarde, de lucht, de cycli van de seizoenen. Verleiden Een belangrijke component in deze onderlinge verbondenheid is de wederzijdse aantrekkingskracht van het mannelijke en het vrouwelijke waaruit weer nieuw leven kan voortkomen. Verleiden en verleid worden spelen er een rol in. Het is een strategie die het overleven van de soort dient. Reclame speelt er handig op in . Naakt, of spaarzaam gekleed, als lust- en marketingobject op een billboard staan of in een filmpje optreden is de menselijke variant van het apenvrouwtje dat haar roze kontje laat zien om het mannetje te verleiden tot de daad. Waarom wordt er trouwens door apenvrouwen niet met borsten verleid en wel door mensenvrouwen? Doen borsten de lokroep van het veilige paradijs aan de moederborst uitgaan wat bij mensen misschien niet zo natuurlijk verloopt als bij apen? Verleid worden en zich verleidelijk voelen kunnen , behalve het stimuleren tot voortplanting, bijdragen aan een gevoel van eigenwaarde en een goed zelfbeeld, die eerdere pijnlijke ervaringen op dit vlak corrigeren . En dat geeft een gevoel van veiligheid.
15
Maar er is vaker sprake van een concurrentiestrijd in verleidelijkheid. Het gaat dan om macht over een ander te krijgen , vooral met lichaamsvormen. Pijnlijke ervaringen rondom zelfbeeld en zelfwaardering worden er door versterkt en geven het onveilige gevoel dat er aan een norm moet worden voldaan om niet uit de boot vallen. Wanneer een lijf gaat flubberen en de makeovers niet meer werken kan deze norm zo opspelen dat het gladde huidje van youngsters op de billboards een afschuwelijke confrontatie wordt. Sommigen bedenken compenserende manoeuvres om zich toch lekker te voelen. Bijvoorbeeld dan maar veel en lekker eten of allerlei hebbedingetjes kopen. Mannen staan soms met forse bobbels in hun strakke jeans, als veelbelovende zaadproducenten lustobject te zijn op billboards. Zichtbaar genietend van een sigaret die zij losjes tussen de lippen hebben, tonen zij hun potentiele mannelijkheid, en verleiden hun soortgenoten daarmee tot aankoop van de jeans die hij draagt of de sigaretten die hij rookt met als onderliggende boodschap: jongens dit werkt bij vrouwen. Een gezellige familie, die met dampende kopjes thee in de hand taart eet en de kloeke verdediger van het nest die met een niet mis te verstaan warm open hart je vriendelijk toelacht, spelen in op het andere aspect van ons instinct: veiligheid. Zo lekker veilig die taart en dat kopje thee en die prachtige tanden dat je daar ook voor wilt gaan. Een type dat in safarioutfit door de wildernis trekt, natuurgeweld trotseert en zich erna volgiet in de plaatselijke kroeg bereikt de doelgroep die zich niet wil binden en voor avontuur kiest. Allemaal machtspel van verleidingskunsten in dienst van het instinct. Maar ook daar kunnen we onszelf emotioneel corrigerende ervaringen geven en het stadium van verleiden en machtspelletjes achter ons laten. Mensen die het stadium van verleiden overstijgen hebben een schoonheid, die uit ogen en houding straalt. Het is zieleschoonheid die niet verleidt maar op een natuurlijke manier aantrekkelijk is. Mensen met zieleschoonheid voelen zich vrij en gelukkig in hun eigen veilige bedding van liefdevolle aanwezigheid bij wat zich in hen en anderen afspeelt. Zij zijn in de loop van hun leven heel geworden en trekken partners aan die hetzelfde proces zijn gegaan. Zij beschouwen hun partner niet als een wederhelft maar als medereiziger op het levenspad. Soms niet te stuiten Soms is de aantrekkingskracht zo heftig dat de seksuele drift het overneemt. Ik bracht eens met twee vriendinnen een vacantie door in een exotisch kuuroord aan zee. Een ‘duizend en één nacht’plek. Na een medische checkup om een specifiek op ons afgestemde Thalassokuur te kunnen ondergaan krijgen we een programma aangeboden van algenpakkingen, bubbelbaden en onderwatermassages. ‘Willen we specifiek door vrouwen worden behandeld?’ is de vraag van de vrouwelijke arts die ons checkt. Ja, zeggen we unaniem omdat onze ervaringen in een hammam in een ander exotisch land nog vers in ons geheugen liggen. Niets vermoedend dachten we daar geschrobd te worden, zoals hier in Nederland gebeurt, door vrouwen. Maar het was een man die schrobde en die zeer opgewonden werd van zijn geschrob en een van ons vergastte op een erectie, waar zij dan ook maar iets mee moest doen, volgens hem. De anderen kregen een handdoek over hun hoofd gegooid. Hij mocht toch ook wel een beetje plezier, was zijn commentaar, toen we verontwaardigd reageerden. Dat we nu voor de keuze worden gesteld of we een man of een vrouw willen geeft ons vertrouwen. We hebben het zeer naar onze zin totdat er geen vrouwelijke masseuses meer voorhanden zijn. Een van ons weigert mordicus iedere mannelijke masseur. Maar de andere twee, waaronder ik, denken:’ nou ja, niet alles en iedereen over één kam scheren maar’. Dat blijkt aanvankelijk ook een goede inschatting te zijn. Totdat wij allebei de volgende dag in handen vallen van wel is waar goede masseurs die ons een weldadige massage geven maar er dan toch ook weer opgewonden van raken en er iets mee willen. Geen van ons beiden heeft er moeite mee dit duidelijk af te weren. We hebben op dit vlak ook geen traumatische jeugdervaringen die ons hierbij nog parten zouden kunnen spelen. Daardoor gaan we er redelijk ontspannen mee om. Dat is natuurlijk lang niet bij iedereen zo. Wederzijdse aantrekkingskracht wordt bepaald door feromonen. Feromonen zijn stoffen die door het lichaam worden afgescheiden en via de reuk boodschappen overbrengen tussen individuen van eenzelfde soort. Er bestaan vele soorten feromonen bijvoorbeeld: seksferomonen, verzamelferomonen, alarmferomonen, spoorvolgferomonen, eilegferomonen, agressieferomonen, nestbouwferomonen, territoriumferomonen, herkenningsferomonen. De selectie van geschikte partners vindt, nauwelijks merkbaar, plaats via de zogenaamde seksferomonen. Bij dieren werken feromonen nog sterker. Een mottenmannetje kan de feromonen van een mottenvrouwtje dat een mijl van hem verwijderd is nog ruiken en haar gaan opzoeken om met haar te gaan paren. Zoogdieren
16
waaronder de mens, en reptielen nemen feromonen waar door het zogenaamde vomeronasale orgaan dat zich bij mensen in de neusholte bevindt.. Het is niet verwonderlijk dat de selectie vaak wijst in de richting van partners die in meerdere opzichten op de ouders lijken of op een van hen of op iemand uit de vroegere omgeving. Die persoon heeft dan een bekende en dus vertrouwde geur hoe onveilig hij verder ook voelt. Het blijft dan ook niet uit dat er op deze vertrouwde figuur weer net zo wordt gereageerd als op de ouders waardoor vroegere pijnlijke ervaringen almaar herhaald worden en nog steeds dezelfde pijnlijke emoties veroorzaken. Soms wordt een keuze op basis van de feromonen genegeerd en wordt er op rationele gronden gekozen. Dat kan emotioneel zo uitwerken dat er ook een switch in de foromonenhuishouding ontstaat. Wanneeer dat niet gebeurt kunnen feromonen altijd weer opspelen waardoor je plotseling als een blok kunt vallen op een ander dan waar de ratio je heen leidde . What to do? Een gevecht ertegen mondt vaak uit in ontembare onvrede die zijn weerslag heeft op de hele omgeving. In alle gevallen is er altijd eentje ogenschijnlijk de klos. Die hoort het opeens in Keulen donderen en voelt zich afgewezen terwijl hij/zij misschien wel allang zelf ook aan een andere keuze toe was. En als aan de nieuwe impuls wordt toegegeven speelt soms de oude keuze weer op. En zo wordt er heen en weer gejojoot tussen een bonte verscheidenheid van driften, drijfveren en de ratio. Het zijn vaak onbewuste processen waarop wij nauwelijks vat hebben. We zitten nog in een beginfase van de bewustwording hiervan. Hoe meer we ons hiervan bewust worden des te meer we ons kunnen openen voor leven, voor liefde. Het is maar hoe je het bekijkt en durft te ervaren. Uiteindelijk zijn wij zelf de aangewezen personen om ons leven te leiden in plaats van eronder te lijden. Mannelijk en vrouwelijk In Samenspel’’ schrijft Paulien Assink over de rol van de mannelijke en vrouwelijke pool in leiderschap. Wanneer de mannelijke zowel als de vrouwelijke pool in een leider elkaar aanvullen en inspireren vormt zich een draagvlak waarop leiderschap een authentieke, moeiteloze speelse aangelegenheid kan worden. Het begint met leiderschap over zichzelf met compassie die de vrouwelijke pool vertegenwoordigt, en met daadkracht en moed, die de mannelijke pool vertegenwoordigen. In het contact met anderen ontstaat op die manier een proeftuin waar samenspel tot groei en bloei kan komen en rijpe vruchten kan afwerpen. Het gevolg is een gelijkwaardigere samenleving waar eigenbelang en algemeen belang ook samengaan omdat ze van elkaar afhankelijk blijken te zijn. Het besef hiervan dringt steeds meer door tot grotere groepen mensen. En dat kan niet anders dan tot een duurzamere samenleving leiden. De schrijfster die zelf verschillende leidinggevende posities heeft bekleed en leiderschapstrainingen geeft, gidst de lezer door acht vervormingen van het afgesplitste eenzijdige mannelijke of vrouwelijke denken heen naar een denken dat een samenspel is van aanwezigheid bij wat er is, en de co-creatieve stroom die daaruit voort kan vloeien. ’Het leren van de creatieve intelligentie van de natuur om ons heen, en de natuur heel dichtbij in de vorm van ons lichaam, kan een onuitputtelijke bron van inspiratie, wijsheid en plezier zijn in ons leven en in het leiderschap van organisaties
17
Hoofdstuk 4
Liefde Een evolutionaire noodzaak Door de interactie en onderlinge afstemming van de cellen die de verzorging van een zoogdier met zich meebrengt ontstaan nieuwe neuronennetwerken oftewel netwerken van cellen in de hersenschors en in het hart die de onderlinge afstemming zo doen toenemen dat ze tot liefde uitgroeien. De hersenschors (oftewel nieuwe hersenen) bij de mens is nog niet zo oud. Daardoor gebruiken we ‘m nog maar voor een deel . Het is een braakliggend terrein dat geduldig wacht op een duurzamer gebruik ervan waardoor we meer zouden kunnen genieten en ons gelukkig voelen. Het schept de mogelijkheid om het basale levenselement liefde steeds bereikbaarder en operationeler te maken en angst te beperken tot haar signaalfunctie. Het is onze uitdaging om hiermee te oefenen. Dit is een noodzakelijke evolutionaire aanpassing van ons mensen aan zijn eigen ontwikkeling om te kunnen voortbestaan. De aantrekkingskracht die iemand op je heeft is een kans om zich verder te onwikkelen. Durf je die ander te gaan ontmoeten en te leren kennen. Durf je jezelf in die ander te gaan terugvinden, in plaats van jezelf in hem of haar te verliezen. Je bewustzijn is daarbij onontbeerlijk. Bewustzijn over de vele kleine dingen die op je afkomen en je reacties daarop. Bijvoorbeeld: iemand zegt iets wat je raakt. Automatisch ga je dan over op een serie reacties zoals je dat gewend bent te doen. Het is jouw patroon, dat je kinderen vaak ook nog van je overnemen. Schaamte en onzekerheid spelen er altijd een rol in. Je kunt het tij nu keren door niet te oordelen over hoe je je nu voelt en over wat er gebeurt maar het gewoon te ervaren en te observeren. De eerste stap op het liefdespad Oefen maar met niet meer te oordelen, noch over jezelf, noch over anderen. Laat gewoon overeind wat er is, hoe je je erbij voelt, en kijk ernaar zonder er iets mee te moeten. Dat is de eerste stap op het liefdespad. Het mag er zijn. Jij mag er zijn, zonder meer. Simone vindt Sander adembenemend leuk. Ze zou veel meer met hem willen dan hem alleen op het werk tegen te komen. Maar ze laat het niet merken. Ze vraagt zich regelmatig af wat hij van haar zou vinden. Ze vreest dat hij haar niet zo leuk vindt als zij hem. En dat het wel nooit wat zal worden. Ze wordt steeds onzekerder en komt tot de conclusie helemaal niet aantrekkelijk te zijn voor hem. Het maakt haar boos en verdrietig. Ze vermijdt het contact met hem. Het vergaat Sander niet anders. Hij voelt zich om duistere redenen tot haar aangetrokken en denkt vaak aan haar. Hij laat er niet veel van merken. Nu Simone zich terugtrekt maakt hij zichzelf wijs dat hij haar niet zo leuk vindt als hij aanvankelijk dacht. Beiden durven niet uit te komen voor hun gevoelens uit angst dat ze beantwoord zullen blijven. Ten gevolge van hun jeugd waarin ze amper bevestigd werden, laat staan gewaardeerd, hebben geen van beiden een gezond zelfbeeld en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen waardoor het risico te worden afgewezen zulke schaamtegevoelens oproept dat ze die koste wat het kost vermijden, zonder zich ervan bewust te zijn. Wanneer ze zich hiervan uiteindelijk bewust worden verandert er iets. Ze nemen beiden hun zelfbeeld en zelfvertrouwen onder de loup. En dat resulteert in meer het risico van afwijzing te durven lopen. Angst voor afwijzing had het aanvankelijk gewonnen van de gevoelens die Sander en Simone voor elkaar hebben. De reactie erop was onverschilligheid, boosheid en verdriet. Een reisje naar binnen bracht hen op een ander spoor. Een ontdekkingsreisje waarbij ze opspoorden welke houding ze zich in de loop van hun leven hadden eigen gemaakt om het leven aan te kunnen. De automatische reflex op beider onzekerheid was achterwege laten wat ze nu juist zo graag wilden: contact zoeken. Toen ze dat in de gaten kregen
18
zijn ze gaan oefenen met leven in plaats van zich te laten leiden door angst en de bezwering ervan. Ze ontdekten hoe ze een veilig draagvlak voor zichzelf konden scheppen met hun eigen aandacht. Het lukte natuurlijk niet zo een twee drie. Dat maakte hen soms ongeduldig waardoor ze af en toe weer helemaal terug bij af waren. ‘So what! Volgende keer beter’ werd het vruchtbare adagio. En daarmee corrigeerden ze een aantal vroegere pijnlijke ervaringen. Met hun aandachtige aanwezigheid bij zichzelf en een knpoog naar wat er mis ging gaven beiden zichzelf en elkaar de corrigerende emotionele ervaring van liefde. En dat gaf hun leven een totaal andere wending. Eind goed al goed. Door ook gewoon hun onzekerheid te voelen en die te observeren kregen ze er contact mee in plaats van ervan in de greep te raken. Ze bleven daardoor open voor wat ze voelden en konden er uitdrukking aan geven naar elkaar . Ze realisserden zich ze hun onzekerheid voelden als het kind van weleer die voelde dat niet nog meer afwijzing aankon. Dat maakte het gevoel zo heftig. Ze realiseerden zich dat dichtklappen en zich terugtrekken toen een functionele reacties waren, maar nu niet meer. Daarmee hebben ze een stap op het pad van liefde en bewustwording gezet en oudzeer gerepareerd. Orgastische reflex Aandachtig, zonder oordelen liefdevol aanwezig zijn bij wat zich aandient in binnen- en buitenwereld is de basis voor een gelukkig leven. En dat betekent niet ‘doen’ maar ‘zijn’, Het betekent durven ervaren en observeren. De fysieke component ervan is de ademhaling. Er wordt opgeladen bij de inademing en ontladen bij de uitademing. Het opladen is vergelijkbaar met een boog die wordt aangespannen. Het bekken gaat erbij spontaan iets naar achteren en het hoofd naar voren. Het ontladen is vergelijkbaar met de boog die zich ontspant, zichtbaar aan het bekken dat iets naar voren gaat en aan het hoofd dat achterover buigt. Wilhelm Reich noemt dit de orgastische reflex, die tot steeds diepere ontspanning leidt. Meestal wordt dit spontane vanzelfsprekende ademen geblokkeerd door angstgedachten, instinctieve fysieke reflexen erop die de orgatische reflex blokkeren. Wanneer we emotioneel geraakt worden, of dat nou in positieve zin of in negatieve zin is, laadt ons dat op. We worden dan blij, enthousiast, boos, bang of verdrietig. Wanneer de opwinding stijgt en we die niet blokkeren kunnen we in een nog intensere beleving komen die zich weer ontlaadt, soms in een explosie, soms alleen in een trilling of een vibratie. Dat zijn orgastische reflexen. We kunnen het natuurlijke onladen een handje helpen door bewust diep te gaan ademen ( buik uit wanneer we inademen en voluit uitademen). Verademing Van nature scheppen we met onze ademhaling leven. We blazen onszelf nieuw leven in. En van nature behoeden we ook ons leven. Ons instinct is daartoe altijd in een toestand van paraatheid. Bij onheil zet het aan tot beschermen in de een of andere vorm. Wanneer we maar even denken dat er iets mis zou kunnen gaan, slaat het alarm. Wanneer we denken voedsel te moeten ontberen gaan we over tot een vorm van hamsteren. Wanneer er gevaar dreigt doen of laten we wat in die omstandigheden het beste ons levensbehoud dient. Het is ook bekend dat in een noodtoestand de paardrift toeneemt. Het instinct geeft deze impuls omdat de soort in een noodtoestand met uitsterving bedreigd wordt. Verkrachting kan men in die zin ook zien als toegenomen paardrift. Zo kunnen ook diefstal, oorlog en plundering beschouwd worden als onbewuste instinctieve reacties waarop ratio en moraal geen vat meer hebben. Hoe minder veiligheid we gevoeld hebben in onze kindertijd, hoe meer ons overlevingsinstinct alarm is gaan slaan en is blijven slaan als geconditioneerde reflex op ervaringen die onveilig voelen en dat vaak helemaal niet zijn. Fysiek zijn we onze adem gaan inhouden om maar niet te hoeven voelen. Onze vitaliteit is daardoor afgenomen en op een laag pitje gaan draaien. We weten inmiddels dat we door bewust diep te ademen, vanuit onze buik, we ons weer openen voor wat we ervaren, en onze geblokkeerdheid opheffen. Met iedere vorm van aandacht die we aan onszelf geven , geven we wat een goede ouder ons biedt: een warm veilig draagvlak waarop we ons verder kunnen ontwikkelen. De diepe ademhaling brengt ook ons zenuwstelsel en hormoonstelsel in balans. Dat is een verademing. Het zoogdier mens is uitgerust met een geweldig brein, een groot hart dat geest en lichaam in liefde en voorspoed kan laten leven, en dus optimaal laten overleven. Daarvoor kunnen we kiezen. En dat betekent ermee oefenen en daarmee ruimte scheppen voor nieuwe ervaringen en nieuwe mogelijkheden. Zowel fysiek als emotioneel komen we in balans wanneer we ‘zijn’ in plaats van ‘doen’. Er openen zich daardoor nieuwe doorgangen in onze hersenen en in ons zenuwstelsel. Het stelt ons in staat in contact te komen met ons nog onbekende dimensies,
19
waarbij we zowel fysiek, emotioneel, mentaal als spiritueel boven onze beperkingen uitstijgen en in andere bewustzijnstoestanden belanden. Het gaat gepaard met denken buiten de box, buiten de structuren. Dit resulteert in toenemende wijsheid, een verruimde visie en lichamelijke belevingen die een gevoel van genot en geluk geven. Dat is de mogelijkheid en kans die we als mens hebben. De vrucht van dit ontwikkelingsproces wordt zowel in de Egyptische als de Perzische cultuur uitgedrukt in het symbool van een multidmensionaal voertuig: merkahah of markabah. Het betekent zegenwagen en wordt voorgesteld als een bewegende ruimtelijke davidster die van vorm kan veranderen, al naar gelang het verdere verloop van de innerlijke reis (zie hoofdstuk 10) Ik heb de indruk, dat bij steeds meer mensen een bewustwordingsproces op gang komt waarbij liefde een grotere rol speelt, waardoor er een verschuiving van waarden plaatsvindt. It is in the air. Het is de tijdgeest. Vijftig jaar geleden waren er twee cultuurgroepen in Amerika die de schrijvers van het boek ’Cultural Creatives’ Paul H. Ray en Sherry Ruth Anderson de traditionalisten en de modernisten noemen. De eerste groep wordt het meest beheerst door angst. Zij willen daardoor alles bij het oude houden. Tradities, controle en macht vieren met hen hoogtij. De tweede groep bezweert de angst door zich te richten op persoonlijk succes en gewin. Dat doen ze dynamisch en doelgericht. Er is een nieuwe groep bijgekomen die bewuster leeft, de angst in de ogen durft te kijken en zich richt op andere waarden dan die tot nu toe golden. Het zijn mensen die observeren en ervaren wat in hen omgaat en hoe dat uitwerkt in hun leven en in dat van anderen. Zij zijn aan het ontdekken dat eigen belang en algemeen belang in elkaar’s verlengde liggen. Dat het één het ander niet uitsluit. Zij zijn de drijvende kracht die aanzet tot een duurzamere samenleving, waar onderlinge verbondenheid en liefde het overnemen van afgescheidenheid. Zij hebben een hoger s.q. oftewel sociaal quotient dan de andere groeperingen. (i.q is intellectueel quotient, e.q emotioneel quotient) Meer dan vijftig miljoen Amerikanen en ongeveer dertig tot vijfendertig procent van de Europese bevolking kunnen we tot deze groep rekenen. Basale werkelijkheid The voice of the heart in the mind is loving kindness, and forgiveness It has the power of reenergizing the numb areas in the mind and body. It has the potention of letting us take birth, fully alive, Belly soft, heart open, mind clear Stevin Levine
Vanuit een veilige bedding van liefdevolle aandacht ontstaat spontaan een zichzelf versterkende positieve spiraalbeweging. Daarmee corrigeren we de pijnlijke ervaring van het gemis hieraan in onze kindertijd. Als een kind de aandacht, liefde, zorg en sturing krijgt die het nodig heeft voelt het zich veilig. Het ervaart het vrouwelijke als een liefdevol draagvlak en het manlijke als adequate sturing . Als de omgeving dit biedt kan het kind dit internaliseren en zich veilig gaan voelen bij zichzelf. Het behoudt daardoor zijn spontaniteit, authenticiteit en onbevangenheid. Het durft te leven met alle positieve gevolgen. Er komt een zichzelf versterkende spiraalbeweging op gang op emotioneel, mentaal en fysiek gebied. Creatie, resultaat, product zijn een gevolg ervan, in plaats van een doel. (Self)management met adequate stuurkracht gebeurt moeiteloos in deze veilige bedding. De energiehuishouding is daardoor in balans. Door het samenspel van ons hart, hoofd en bekken kunnen liefde en lust in een geluk schenkende positieve vicieuse cirkel resulteren, zoals hierna afgebeeld.
20
Uit ‘De androgyne mens’ Els Kikke
Wanneer vrees voor dreigend onheil een groot deel van de hersenactiviteit in beslag neemt gaat het samenspel verloren. Het bewustzijn vernauwt zich. Primaire instinctieve impulsen krijgen de overhand. Sociale impulsen verdwijnen grotendeels. De ander telt nog amper mee, met uitzondering van het nageslacht en zeer nabije naasten. Mannen hebben op dreigend gevaar de instinctieve vecht-vlucht-bevries of voortplantingrespons. Vrouwen gaan zorgen of handige trucjes bedenken waarmee ze degenen die gevaar veroorzaken om de tuin leiden. Of ze lokken met verhoogde seksuele activiteit het zaad van de krachtigste mannen, die ook optimaal in staat lijken het nest te beschermen. Wanneer zowel vrouwen als mannen niet al te bang zijn en niet teveel op safe hoeven te spelen gaat hun hart weer meer spreken. De onbewuste instinctieve impulsen worden daarin efficient geintegreerd. Het instinct blijft gericht op overleven maar nu met een hoge leefkwaliteit die het overleven op een steeds verfijndere manier dient. Als bijvoorbeeld seksualiteit is verbonden met het hart werkt dat door op alles in het lichaam en in de geest en op het contact met elkaar. Wanneer het hart niet meedoet, is seks een eenzame afgesplitste aangelegenheid die wel bevredigend kan zijn maar niet vervullend. Het is slechts een voortplantingsimpuls waarbij de opgeladen energie zich ontlaadt in een orgasme met zaadlozing . Niet met het hart verbonden seks betekent instinctieve seks die alleen dient om de soort te laten voortleven. Nora voelt zich tot Matthias aangetrokken. Ze laat het duidelijk merken. Matthias voelt zich onzeker en houdt zich op de vlakte. Nora staakt haar avances. Dat zit Matthias niet lekker. Heimelijk verwijt hij haar dat ze niet over de brug komt. Hij heeft een voorzet nodig om in beweging te komen. Na drie maanden om elkaar heen gedraaid te hebben trekt Nora hem over de streep. Ze
21
hebben een ontmoeting en seks. Nora probeert na nog een paar van zulke ontmoetingen de seks in een wat tantrischer vaarwater te brengen. Het slaat niet aan bij Matthias. Bij alles wat meer is dan orgasmegericht, bespringen hem gevoelens van schaamte en trekt hij zich terug. Zijn instinct werkt op volle toeren maar aan liefde is hij niet gewend, ook al verlangt hij er wel naar. Daar zijn verlangen naar liefde niet werd ingevuld toen hij klein was is hij zich ervoor gaan schamen. Als Nora hem zoent trekt hij zich terug. Hoe liefdevoller Nora zich opstelt des temeer krijgt hij last van schaamte en wendt hij zich van haar af. Nora ‘s belangstelling voor seks met Matthias verflauwt. Hij vraagt haar na verloop van tijd: wat is jouw seksuele frequentie? Ze moet lachen om de, volgens haar, rare vraag. Ze antwoordt: ‘die hangt van onze communicatie daarvoor af. Als het koud voelt tussen ons is seks voor mij niet zo aan de orde. Je kunt het wel bij me opwekken maar dat heeft niet dezelfde volheid. ’Matthias geeft het grote bed, waarin ze niet automatisch naast elkaar liggen, de schuld ervan wanneer er niet wordt gesekst. Het is op die manier niet vanzelfsprekend, zegt hij. Matthias voelt zich in de steek gelaten en eenzaam en gaat een afkeer krijgen van Nora. Als het er dan toch af en toe van komt wil Matthias er, zo snel mogelijk van af. Hij draait tijdens een vrijage zelfs zijn hoofd om. Na zijn orgasme valt hij als een blok in slaap. Een intieme warme relatie betekent in eerste instantie dat je van jezelf houdt. En dat moet je wel voorgeleefd zijn. Als kind reikte je uit naar je ouders. Als daarop geen warme hartelijke respons kwam, voelde je je niet geliefd en dus niet om van te houden. Je blijft je leven lang hopen het eens te krijgen maar gelooft er amper in en schaamt je ervoor. Toch blijft je aandacht gericht op de buitenwereld, waar je denkt dat je heil vandaan moet komen. Wanneer je echter je aandacht naar binnen richt zet dat in eerste instantie alles op zijn kop. Er dringen zich gevoelens aan je op die je met je naar buiten gerichtheid verdrong. Bijvoorbeeld eenzaamheid, verlatenheid, het gevoel nergens bij te horen, zelfs niet meer weten wie je bent. Het ligt voor de hand dat, wanneer het je zo vergaat, je dan instinctief weer naar houvast in de buitenwereld grijpt. Maar als je deze verleiding weerstaat, kom je, na verloop van tijd, in contact met een nieuwe werkelijkheid, een ruimte in jezelf waar je je vrij voelt van de buitenwereld. Het gevolg is dat je nu vrijblijvender en ontspannener met de buitenwereld omgaat waardoor spontaan de mooiste contacten ontstaan. Het intelligente hart en haar boodschappers Een intieme relatie met een ander vereist dus een intieme relatie met jezelf. Met je eigen aanwezigheid bij jezelf. Het houdt in dat je contact hebt met wat zich in je afspeelt. Dat je er benieuwd naar bent, er open voor staat en er ruimte aan geeft. De intieme relatie met jouw aanwezigheid bij jezelf kan tot een intens gevoel van genieten leiden. Het is veilig, ontspannen en eindeloos. Het is een zaak van je hart. Zonder de intelligentie en helderheid van je hart blijf je in cirkelredeneringen en emoties hangen waardoor je jezelf in de steek laat. Je hart heeft een eigen zenuwstelsel met zo’n veertig duizend neuronen. Het kan voelen, aanvoelen, leren, herinneren en informatie verwerken. Het hart heeft cellen die lijken op die van de hersenen. Er lopen meer zenuwbanen van ons hart naar onze hersenen dan andersom. De rythmische hartslag vertelt aan de hersenen hoe het lichaam zich voelt. Bij iedere hartslag zendt het hart neurale boodschappen naar die delen van de hersenen die de emoties en de hogere rationele vermogens beheersen. Met iedere verandering in het hartrtyhme verandert ook de neurale activiteit in de hersenen. Deze veranderingen beinvloeden de manier waarop de hersenen informatie verwerken, en versterken of beperken de vorming van nieuwe neurale doorgangen in de hersenen. Ons interne systeem , dus ook de hersenen, stemmen zich af op ons hartrythme. Als dat sterk en coherent is zijn we in balans. Het is te vergelijken met de slingers van in elkaar’s buurt hangende klokken die zich afstemmen op die van de klok met het sterkste mechaniek. Hormonen zijn de chemische boodschappers die dit afstemmings- en verwerkingsproces reguleren. Ze worden in het hele lichaam, maar vooral in het hart en de hersenen afgescheiden. O.a. het balanshormoon ANP (ariatic, natrioretic peptide) dat informatie door het lichaam rondstuurt en ontvangststations heeft in de bloedvaten, de nieren, de schildklier en de hersenen. Dit hormoon draagt in hoge mate bij tot het verminderen van stress. En dat zorgt weer voor onze gezondheid en een betere werking van onze hersenen. Het hormoon oxytocine, ook wel het gelukshormoon genoemd, wordt in een gelukkige toestand overvloedig afgescheiden. Het draagt bij aan een coherent hartrythme en andersom draagt een coherent hartrythme bij aan de afscheiding van oxytocine. Dit samenspel roept gelukkig makende gevoelens van liefde, genot, zorg, compassie, waardering en veiligheid op. Het zet aan tot behulpzaamheid en samenwerking. Dopamine speelt er ook een rol bij. Het brengt boodschappen over van de ene naar de andere hersencel. Onderzoek wees uit dat wanneer mensen zich een toekomstige gebeurtenis voorstellen, en daar zin in hebben of
22
wanneer die hen eindelijk ten deel valt, vindt in dat hersengebied tijdelijk een grote doorstroming van dopamine plaats, gepaard gaand met genotsgevoelens. En mensen met een tekort aan dopamine voelen zich meestal ongelukkig. Kortom ons lichaam is een groot samenspel van met elkaar communicerende, elkaar aanvullende en op elkaar resonerende krachten dat uiterst gevoelig reageert op iedere impuls die binnenkomt. Wanneer je in een negatieve gedachtenstroom zit met inherente negatieve emoties werkt het andersom. Je zet jezelf vast in voorspelbare patronen die een negatieve spiraalbeweging in je lijf in gang zetten. De hierna volgende afbeelding geeft deze ongeluksbcirkel weer. Die is ooit van start gegaan in een onveilige koude omgeving
De ongelukscirkel Als er in de kindertijd veiligheid, liefde en adequate sturing ontbraken komt er een vicieuse cirkel oftewel negatieve spiraalbeweging op gang, op zowel fysiek, emotioneel als mentaal gebied. Angst is de voornaamste drijfveer. De angst wordt bezworen met overlevingsstrategieën. Authenticiteit, onbevangenheid en spontaniteit krijgen geen ruimte meer. (Self)management is voornamelijk gericht op het bezweren van angst. Er worden geen risico’s genomen. De energiehuishouding is uit balans
Doorbreken We kunnen deze ongelukscirkel doorbreken door, waar we ons ook bevinden in de cirkel, zelf liefdevolle aandacht te geven aan wat er zich in ons afspeelt. Dat doen we door er volledig in aanwezig te zijn, te voelen wat we ervaren en dat gade te slaan. Zonder te oordelen. Zonder dat het anders hoeft te zijn dan het is.
23
Dat kunnen we op ieder moment doen, waarmee we ook bezig zijn. Zo worden we een liefdevolle, aandachtige ouder voor onszelf die onze angsten, verdriet en boosheid serieus neemt. Door, zowel fysiek als psychisch, bewust in beweging te blijven voeren we het teveel aan adrenaline af, dat zich heeft opgebouwd in de ongelukscirkel,. Er ontstaat dan een nieuw evenwicht waardoor we weer in de gelukscirkel van psychisch, emotioneel en fysiek welbevinden terecht komen, en dat uitstralen in de wereld. Uit ‘ De androgyne mens’ Els Kikke
Het hart wil verstaan worden Je kunt genot en geluk niet afdwingen. Het is een zaak van je hart. En je hart laat zich niet dwingen. Het wil verstaan worden. Dan krijgt het de ruimte om zich te openen. Een open hart is een onbevangen ontvankelijk hart. Het kan voelen en verlangen. Als je verwacht dat iemand je verlangens vervult, ben je weer even terug bij af. Wanneer je echter aanwezig blijft bij het verlangen op zich, en de beweging ervan en de veranderingen in die beweging volgt, zonder je bezig te houden met de invulling van je verlangen, dan komt de genietstroom op gang. Je gaat stralen en daar komt vanzelf resonantie op. Het is een spontane natuurlijke golvende gemoedsbeweging, zonder enige controle of sturing. Het wil dus helemaal niet zeggen dat je dan geen contact hebt met de buitenwereld. Integendeel. Er ontstaat een waarachtiger en authentieker contact vanuit wie je in wezen bent met al je mogelijkheden als mens. De buitenwereld kan erin aanwezig zijn, zonder dat het een must is. Een ontmoeting kan een aanleiding tot diep contact met jezelf en met die ander zijn, door ieder’s bewuste aanwezigheid in dat moment van de ontmoeting. Aanwezig zijn ligt in je als een zichzelf kennende aangename werkelijkheid. Maar tussen je naar buitengerichtheid en deze aangename werkelijkheid ligt een gapend gat, een leegte die we proberen te omzeilen met nepgedrag. Maar juist in dat gat, in die leegte openbaart zich een ruimte waar een schat op je ligt te wachten. Die ruimte kun je een heiligdom noemen waaraan je een eredienst kunt bewijzen met je eigen intense aanwezigheid erbij. Dat geeft een gevoel van geluk dat het gapende gat van je honger naar aandacht en liefde vervangt. Je komt daarmee weer helemaal in contact met de onbevangen ontvankelijkheid die je als kind had. En dit keer valt je alle aandacht en liefde ten deel die je misschien indertijd niet kreeg. Het zijn de aandacht en liefde van jou aan jezelf. Op devolgende afbeelding staan middenin alle kwaliteiten waarover we als mens beschikken om in te kunnen zetten voor onszelf en onze omgeving. Als we van daaruit leven, voelen ons innerlijke kind en dat van anderen zich veilig. Het impliceert dat we spontaan, onbevangen en authentiek durven zijn en we eerder leven vanuit lust, genot en liefde dan vanuit angst en overlevingsstrategieën.
24
Onbevangen levensstroom.
De afbeelding geeft iemand weer die voluit leeft en ademt Hij voelt zich veilig genoeg om authentiek, onbevangen en spontaan te durven zijn. Hij kan bijsturen wanneer dat nodig is. Hij ervaart het leven als een golfbeweging, een open avontuur zonder specifieke uitkomst Soms is er angst of verdriet, dan weer vreugde en enthousiasme, al naar gelang de situatie. De levensstroom stroomt onbevangen, zoals een rivier ontspringt en vanzelf een bedding vindt die hij op zijn beurt weer bevrucht. Aandacht, liefde en aanwezigheid vormen de natuurlijke bedding waarin een mens met zijn hele potentieel kan functioneren, scheppen, groeien en bloeien. Leven en je voortbewegen kunnen dan gelukkig makende, ontspannende ervaringen zijn. Wanneer je op zoek gaat naar genot en geluk in de wereld zul je ze niet vinden. Ze bevinden zich in jou. Je hoeft ze alleen maar te ontdekken, bloot te leggen, te ontdoen van wat eroverheen is komen te liggen aan wantrouwen, kritiek, scepsis, controle en dwingelandij, en de gevolgen ervan in je leven. Onvoorwaardelijk vreugde, plezier en genot ervaren horen bij je als mens. Als je je daarvan bewust wordt ga je je vrijer en vitaler voelen. Je wilt dan spelen, vieren, dansen, zingen, scheppen en lachen. Het zijn instinctieve lustimpulsen waarvoor je eigen aanwezigheid het draagvlak is. Het is je basale werkelijkheid. Uit ‘Loskomen’ Els Kikke
25
Hoofdstuk 5
Hartelust, levenslust en gevoelsbanden We have been trained too long to strive and not to enjoy
Keynes
Wat ons bevrijdt van al het gewicht dat op ons rust en alle pijn van het leven is één woord. Dat woord is liefde.
Sofocles
In de loop van de evolutie hebben de hersenen van de gewervelde dieren een ontwikkeling doorgemaakt die tot sociale impulsen, affectiviteit en liefde aanzette. Een ontwikkeling die noodzakelijk was om hun kwetsbare nageslacht in leven te houden. Zonder liefdevolle zorg zou het niet overleven. In het Aramees, de taal van Jezus van Nazareth, is het woord voor liefde ‘al’ of ‘el’. Dit woord betekent ook: adem, leven en het goddelijke. Het is wat ons met elkaar en alles wat bestaat verbindt en zich voortzet in scheppende beweging. Als we in de louter instinctmatige overleving blijven hangen , verliezen we het bewustzijn van de grenzeloze eenheid en raken gevangen in een vernauwd bewustzijn. Scheiding van hart en genitaliën Wat betekent liefde voor je? Waar denk je aan? Wat voor associaties komen er in je omhoog als je het woord liefde hoort? Hoe voelt liefde? Voel je het in je lichaam? En waar voel je het in je lichaam? Wat voel je precies? Richt dat gevoel zich op iemand of iets of op een situatie? Wat is lust volgens jou? Waar denk je aan? Wat voor associaties komen er in je omhoog wanneer je het woord lust hoort? Hoe voelt lust? Voel je het in je lichaam? En waar voel je het in je lichaam? Wat voel je precies? Heeft dat gevoel met iemand of iets te maken of met een situatie? In bepaalde kringen wordt liefde gezien als zuiver, ethisch, goddelijk en spiritueel. Het heeft voor de mensen in deze kringen iets opofferends vanuit onvoorwaardelijke generositeit. En lust wordt eerder beschouwd als iets platvloers, oppervlakkigs en egoistisch. Het wordt geassocieerd met alleen fysieke geneugten. Liefde en lust kunnen voor hen niet door één deur. Liefde zetelt in het hart en lust in mond, buik en bekken. Op die manier worden liefde en lust in delen opgesplitst en afgescheiden beleefd. In de bio-energetica wordt dit afgescheiden beleven van liefde en lust de rigide split genoemd. Hart en genitaliën worden niet in onderlinge verbondenheid beleefd. Dat ontstaat wanneer de prille seksualiteit van kinderen door de ouders wordt afgewezen. Kinderen voelen zich daarmee in hun totaliteit afgewezen. Het breekt hun hart. Ze zullen dan uit veiligheidsoverwegingen de rest van hun leven die twee gescheiden van elkaar houden en beleven. Lust en genot hangen voor hen dan al gauw samen met afwijzing. Van seks genieten zal dan niet erg openlijk worden beleefd. Na het orgasme zal dan al snel tot de orde van de dag worden overgegaan. Vaak hebben mensen met deze split een liefdesrelatie met één persoon en een seksuele relatie met een ander. Maar liefde en lust zijn geen verschillende grootheden. Ze vormen een onafscheidelijke eenheid die we natuurlijk wel kunnen onderscheiden vanuit hun specifieke kwaliteiten. Het vuur van lust Lust kan als een orkaan woeden en zich in een vloeiende beweging uitdrukken; een zachte streling een tedere kus, een gestaag, geduldig onderzoek. Lust verlegt grenzen. Lust is eeuwig aanwezig in het perpetuum mobile van aantrekken en afstoten, van geven en ontvangen. Het is inherent aan leven als instinctieve levensimpuls die uitreikt naar het hoogste genot en liefde. Liefde en lust zijn de graadmeter van onze vitaliteit. Ze drijven en overstijgen wat we ervaren en denken. Het zijn essentiële onderdelen van bewust zijn, voorbij verleden en toekomst. Het is als vuur dat om zich heen grijpt. Je wilt, je smacht, je verlangt! Het voelt als een open avontuur zonder uitkomst dat wel ergens heen leidt. Wanneer je dit avontuur niet toedekt met gedachten over
26
hoe het in te vullen krijg je een gevoel van ruimte en vrijheid waarin lust, genot en liefde een zichzelf versterkende spiraalbeweging worden die geluk als bijproduct heeft. Soms laait het vuur hoog op en mondt uit in een begeerte naar iets dat je extreem fascineert of boeit of naar iemand die op je pad verschijnt. Ik hoor nu op de radio een frans liedje :’embrasse-moi, agrippe-moi, délivre-moi... ‘omhels me, pak me, ontlaad me! Hoe meer het vuur van de lust wordt gevoed, des temeer het wordt aangewakkerd om met zijn verzengende vlammen het andere, de ander te bereiken en zich ermee te verenigen. Het is een natuurwet die op alle terreinen opgaat. Of het nou de lust is om iets te doorgronden op wetenschappelijk gebied of andere speurzin, het vuur grijpt om zich heen, omdat het niet meer te stuiten is. Het is direct en spontaan als een kind. Het is dynamisch als een wervelwind. Het is als een motor die aanslaat. De vonk ontspringt, vat vlam en het vuur gaat branden. Je wil ‘m hebben. Je wil haar met huid en haar. Nu meteen! Je zet door. Je wil meer, verder ontdekken. Je bent niet te stuiten. Je gaat er in op. Je versmelt ermee, verdwijnt erin. Het vuur wordt gevoed en onderhouden door je aandacht, je aanwezigheid en je belangstelling. En de zee vloeit over het zand. De voetstappen der geliefden gaan uiteen Jacques Prevert Het vuur van hun verlangen weerspiegelt zich in de elementen: lucht, water, aarde. Veilig, vredig, autonoom in zichzelf kunnen ze elkaar weer opnieuw ontmoeten in de ruime bedding van hun bewust aanwezig zijn bij wat er allemaal nog meer te beleven valt. Je kunt het niet laten Helaas leven we vaak eerder als een automaat. En ook al merken we dat dit gedrag ons schade berokkent, komen we er toch meestal niet toe het anders te doen. Hoe kan dat nou toch? Het zijn de instinctieve impulsen als reactie op veronachtzaamde in de kinderjaren opgelopen emotionele verwondingen die ons daarbij parten spelen. Het zijn vaak zelfdestructieve impulshandelingen zoals ons volproppen met ongezond voedsel. Degenen die dat doen hebben nogal eens de neiging het af te doen met: gezond is, noch lekker, noch gezellig. Of: ik heb deze zoete troost nodig voor mijn bittere gevoelens. Het is het gedrag van een kind van een jaar of vier dat nog steeds, op een manier die bij een vierjarige past, zijn impulsen volgt. Het is niet zo lekker om jezelf te bekennen dat je als een vierjarige reageert. Sommigen willen, wanneer ze zich dit realiseren, het meteen anders gaan doen. En dat blijkt dan al gauw een brug te ver te zijn. De teleurstelling die zij erdoor voelen kan dan soms leiden tot een nog diepere terugval in oud gedrag en gewoonten. Er is eerst iets anders nodig. Als je die sigaret weer wilt opsteken of die borrel teveel wilt nemen of niet in beweging komt terwijl het wel noodzakelijk is dan zou je ervoor kunnen kiezen om heel bewust te gaan voelen wat je eigenlijke behoefte eronder is. Je voelt dan naar alle waarschijnlijkheid meteen de pijn van iets dat je miste toen je klein was. En om dat dan maar gewoon te voelen stuit op veel weerstand. Geneeskracht Het gaat er nu wel om toch de moed op te brengen die pijn te voelen maar je er niet mee te vereenzelvigen, noch jezelf als slachtoffer ervan te zien. Om dat te durven en te kunnen heb je het onvoorwaardelijke medeleven van jezelf nodig. Je volle aandacht zonder oordelen, zonder iets ermee of eraan te doen, zonder je pijn te compenseren met bijvoorbeeld eten, drank of roken. Dan openbaart zich vanzelf op een spontane natuurlijke manier wat je te doen of te laten staat. Vaak herken je dan ook de diepere betekenis van je pijn en merk je dat deze ervaring je ook iets heeft opgeleverd. Op die manier met pijn en andere emoties omgaan ruimt het veld om verder te kunnen gaan op je levenspad. Sommige wonden blijken dan een harde heelwijze nodig te hebben. Ze blijken net als een heftige ontsteking eerst gezuiverd te moeten worden van al het vuil dat erin zit opgehoopt. Ik heb vaak mensen horen zeggen over iets vreselijks dat hen overkwam: ‘ik had deze ervaring niet willen missen’ of ‘deze ervaring heeft mijn leven een nieuwe wending gegeven’.
27
De Franse hoogleraar psychiatrie en schrijver van het boek, ‘Uw brein als medicijn’, David Servan Schreiber schrijft in zijn boek, ’Antikanker een nieuwe levensstijl’: ’Van een wetenschappenschappelijk onderzoeker die niets afwist van de natuurlijke verdedigingsmechanismen van mijn lichaam ben ik veranderd in een arts die in de eerste plaats vertrouwt op die natuurlijke mechanismen. Mijn kanker heeft me in dat veranderingsproces geholpen... Het is een tweede geboorte. Ik denk dat ik nu voor het eerst van mijn leven geniet’. En hoe gaat dat dan in zijn werk? Opeens word je wakker en ontdek je dat jij in jouw lijf de enige bent, met wie je altijd samen bent op wie je altijd bent aangewezen en kunt rekenen. Dat hieraan ontsnappen een illusie is. En dat je sterfelijk bent en niet aan de dood kunt ontsnappen. Daarmee moet je het doen.’..... Tot zover Servan Schreiber. En doe je het er dan mee? En hoe doe je dat? Zonder houvast Mijn vader maakte grappen over god, Jezus en de kerk. Hij was een communist. Hij kon goed tekenen en tekende kerken, zowel van binnen als van buiten. Toen ik hem een keer vroeg: waarom teken je kerken, je hebt er toch zo’n hekel aan,’ reageerde hij schouderophalend met:‘zo’n vraag is nou weer typisch iets voor jou’. Hij gaf geen antwoord. Hij reageerde wel vaker zo. Ik voelde me dan nogal in de steek gelaten. Soms als ik iemand een vraag stel, en ik krijg niet echt een antwoord erop, kan ik me weer net zo voelen als toen. Het is een oudzeer dat gemakkelijk weer wordt aangeraakt. God was voor mij een ‘je kunt maar nooit weten..’ en ik hoopte heimelijk dat hij dat ergens ook voor mijn vader was, zodat we het erover konden hebben. Toen ik een jaar of vijf was ging ik een keer met mijn vriendinnetje Ploontje en haar ouders mee naar de kerk. Ik kom, terwijl ik op de harde houten banken heen en weer schuif, op het idee dat god in de gouden kist zit die voorin de kerk staat en waarvan mij wordt verteld dat het altaar heet. Daar vindt de consecratie plaats fluistert Ploontje’s vader, een beetje plechtig, in mijn oor. Ik durf hem niet te vragen wat dat is. Ploontje legt mij zachtjes uit dat dat is om het bloed van christus te kunnen drinken en hem in te kunnen nemen. We krijgen net als alle andere kerkgangers een stukje witte ouwel op onze tong. Iedereen lijkt het door te slikken. Ik associeer het onmiddellijk met het witte vel van de bebloede gekruizigde Jezus op wie ik het volle zicht heb. Ik gril, word misselijk en duizelig. De moeder van mijn vriendinnetje slaat haar arm om mij heen. Ik moet huilen maar laat het niet merken. Ik vind het ook iets spannends hebben en het lijkt me akelig voor christus om eerst in een kist te zitten en dan opgegeten te worden. Als we eenmaal buiten zijn, vind ik het opeens te gek om waar te zijn dat hij zich zo laat opsluiten en opeten.’ Hij offert zich op voor de mensen’, zegt Ploontje. ‘Maar hoe kan hij nou tegelijkertijd in al die andere gouden kisten in kerken zijn?’ ‘Hij is overal’, zegt ze. Ze kan niet uitleggen hoe hij dat doet. ‘Het is gewoon zo’. We hebben het er verder niet over. Het blijft mij wel bezig houden. Ook hoe dat dan moet als ze hem helemaal hebben opgegeten. Ik vind het fijn in de kerk. Het is zo hoog en ruim. Het licht wordt zo mooi door de glas in loodramen. Ik voel de orgelmuziek in mijn buik. En al die zingende mensen op hun knieën die buiten de kerk zo anders doen. Het voelt alsof zij met zijn allen in een groot ei zitten en ik er in mijn uppie buiten sta. Ik snap iets niet wat zij allemaal wel snappen. Ik ben er een soort van jaloers op. Ik ga, als ik de kans krijg, mee naar de kerk. Rond mijn twaalfde hoor ik iemand, die bij mijn ouders op bezoek is, zeggen: dat in het Aramees, god, adem, leven en liefde het zelfde woord is. Dat komt als een blikseminslag binnen. Het mysterie lijkt eindelijk opgelost. God waarvan ik dacht dat het een andere naam voor jezus of christus was is geen man die ergens huist. God is het leven zelf dat door ons heenstroomt als we adem halen. Dus is hij onze adem en stroomt door ons hart. Dus is god ook liefde. Ik vind het van zo’n eenvoudige logica. Opeens geloof ik in god. En dat is niet in een vaderfiguur die de dolste dingen doet en met wie de dolste dingen worden uitgehaald. Veel later kom ik in contact met het Thomasevangelie. Daarin beantwoordt Jezus de vraag die een van de apostelen hem stelt, hoe zij het Koninkrijk Gods zullen betreden met:
28
‘Als ge van twee ėėn zult maken en het binnenste als het buitenste en het buitenste als het binnenste en het bovenste als het onderste om het mannelijke en het vrouwelijke tot ėėn te maken opdat het mannelijke niet mannelijk blijve en het vrouwelijke niet vrouwelijk [...] dan zult gij het Rijk binnengaan. Het rijk, het is het binnenste van u. Wanneer gij uzelf zult kennen, dan zult gij gekend zijn [...] Hoe is het in godsnaam mogelijk Deze tekst uit het Thomasevangelie raakt me vanwege dezelfde eenvoudige logica. Het bevestigt wat ik geloof en voegt nog een dimensie toe. En dat gebeurt ook als ik lees over hoe gnostische christenen god in zichzelf ervaren en over de alchemisten, zoals Hermes Trismegistus, die god en de mensheid als mannelijk zowel als vrouwelijk omarmden. God is dus alles wat er is, en niets bevindt zich erbuiten. God betekent vaders, moeders , kinderen, bloemen, planten, dieren. God is onze scheppende kracht en wat ermee wordt geschapen. Het is een mannelijke zowel als een vrouwelijke kracht die we kunnen blokkeren door onze levenshouding. Het scheppen gaat dan wel door, maar verwrongen. Als ik mezelf dus leer kennen, leer ik ook God kennen en ook waar ik God tegenhoud. Hoe is het nou in godsnaam mogelijk dat niet iedereen dat gelooft en geloofd heeft’. Ik sluit deze verbazing kort door mezelf te gaan zien als een van degenen die wel beter weten. Ik ga mezelf er meer door waarderen, krijg een beter zelfbeeld. Mensen die lijken te geloven in god als een soort vaderfiguur, zie ik niet meer voor vol aan. Ze voelen een beetje als vijanden die tot alles in staat kunnen zijn. Als zij bij ziekte of angsten god bidden om hulp vind ik dat knap onnozel. Dat houd ik zo een hele poos vol. Zo ijl, zo ongrijpbaar Dan word ik ziek en vanuit mijn enigszins hypochondrische inslag denk ik dat ik dood ga. Ik red het niet met adem=leven =liefde =god. Ik voel me eenzaam en verloren en wil dat god gewoon een soort vader en moeder is en dat hij mij helpt. Ik probeer mijn partner voor dat karretje te spannen. Dat houdt geen stand. Ik word op mijzelf teruggeworpen als Jezus in de hof van olijven die uitroept: ‘oh god heeft gij mij verlaten.’ Dat Jezus dat nou ook al zo voelde’, gaat er door mij heen. ‘De grote heiland en heilbrenger voelde zich net zo verloren als ik. Maar met hem is het goed gekomen. Hij gaf zich over en vertrouwde dat het goed was. Hij is door de dood heen herrezen en heeft zichzelf hervonden. Hij is geworden wie hij is. Niet meer en niet minder. Even voelt het weer heel erg veilig en goed. En sta ik op eigen poten in het besef dat ik alles aankan omdat ik veilig ben in de bedding van dit besef. Het heilige geloof in god als een vader dat sommige mensen hebben, lijkt me wel gemakkelijker. ‘Geloven in ‘god de vader’ is als vertrouwen op veilige ouders die er voor je zijn. Het geeft rust en ontspanning. En dat geneest’, denk ik, een beetje jaloers. Mensen geloven meestal in navolging van hun voorgeslacht. Geloof is hen met de paplepel ingegoten. En mijn vader was een communist en wars van ieder geloof. Nou ja hij geloofde in het communisme. En ik ben gaan geloven dat god het leven is en de liefde en de adem die door mij heenkomt. Eigenlijk is dat veel meer dan een goddelijke vaderfiguur! Maar het is zo ijl, zo ongrijpbaar. Het geeft geen houvast. Iemand van vlees en bloed tegen me aan, vooral wanneer we als lepeltjes in een doosje in bed liggen, voelt ook warmer en veiliger dan alleen zijn. Maar adem is leven. Hoe meer ik adem, hoe gezonder ik ben. Het hangt er
29
vanaf of ik me ervoor kan openen, ontvankelijk en onbevangen als een kind. Zo gij niet wordt als de kinderen.... Opeens raakt de eenvoudige logica ervan me weer. Ik ga spontaan dieper ademen. Ik voel me ruimer en lekkerder in mijn vel komen te zitten. Geschift of spiritueel William James, auteur van ‘Varieties In Religious Experience’, beschrijft hoe omstandigheden waarin iemand is grootgebracht en waarin iemand leeft de voorwaarden kunnen scheppen waardoor mensen gaan geloven. Geloof betekent dat mensen zich bewust zijn van het in het universum aanwezige potentieel, ook van de duivelse kant ervan. We kunnen dit potentieel alleen als een macht buiten ons zien, maar we kunnen ook onszelf zien als deel ervan uitmakend. Zo zocht de Nederlandse vijftiende-eeuwse dichter Jan Luyken god lang buiten zichzelf, totdat hij zijn eigen goddelijke zelf herkende toen hij heel verbaasd god ervaarde als de grond van zijn grond. Iemand met een religieuze ziel, gevoeligheid voor mystiek en metafysica, zal gemakkelijker geloven in een niet-zichtbare werkelijkheid en er zich aan overgeven, dan iemand die alleen gelooft in de zichtbare werkelijkheid en bewezen theorieën. Zo zijn er medische materialisten die bepaalde ervaringen toeschrijven aan afwijkende klierwerkingen en bijvoorbeeld de visioenen van Paulus op weg naar Damascus zien als het gevolg van een trauma dat activiteit ontwikkelde in de linkerhersenkwab. Die de heilige Theresa van Avila beschouwen als een hysterica en Franciscus van Assisi als een erfelijk belaste dégéneré. Oftewel, ze worden als behoorlijk mesjogge bestempeld. Zo dacht mijn vader er in ieder geval ook over. William James acht neuroten en psychoten, de zogenaamde sick souls, bij uitstek in staat tot contact met transpersoonlijke dimensies. Zo eentje ben ik er, bedenk ik nu. De Amerikaans Tjechische psychiater Stanislav Grof nuanceert dit. Hij ziet overeenkomsten tussen de ervaringen van psychoten en mystici en hij wijst op het verschil in de manier waarop ze met hun ervaringen omgaan. Waar de mysticus gaat zwemmen, verzuipt de psychoot, volgens hem. Ik heb leren zwemmen in het diepe donkere water. Ik strijd en laat de strijd los Via al deze omzwervingen kom ik terecht in een bewustzijn waarin ik mijzelf niet meer apart van anderen ervaar. We zijn verbonden met elkaar in een ‘zijn’ dat al of niet bewust is. Daarbinnen zijn we individuele wezens. Ik ervaar mijzelf en wat mij omringt als mijn eigen wezen in een andere gedaante. Als ik verander, verandert mijn omgeving ook, en andersom. Wat een verantwoordelijkheid en macht hebben we dan. Het voelt als god en de duivel. Ik voel me afglijden in een onprettige gedachtenstroom die ik wil ombuigen. Er schiet van alles door mijn hoofd. Ik kom er van in ademnood. Ik ervaar nu bewust mijn adem, heel dichtbij. Zo dichtbij, zo direct toegankelijk dat ik het weer bijna over het hoofd ga zien. Leven, dat door mij heen komt, je bent er altijd geweest en zult er altijd zijn, Je bent niet iets buiten mij. Je bent in mijn ervaringen, in mijn weten. Je zult er altijd zijn. De vormen waar je doorheen komt veranderen. Soms heb ik dovemansoren ben stekeblind of heb oogkleppen op voor je existentie. Dan voel ik me een hulpeloos kind, een slachtoffer. Dan houd ik mijn adem in en voel jou niet meer. Dan voel ik alleen maar dat ik sterfelijk ben. Ik probeer wel eens mijn twijfels en angsten met wilskracht te dimmen, ze af te leiden met doe-dingen, ze af te reageren, uit alle macht te bedwingen, ze te sublimeren of een uitweg te bieden, door me destructief te gedragen Als ik dan weer dieper adem, en dat gaat dan toch vanzelf, durf ik mijn onlust-gevoelens weer te laten voor wat ze zijn, ze alle ruimte te geven, ze tegen het licht te houden, ook wat ik nog niet heb ervaren of gedacht. Ik durf me dan weer over te geven en je te vertrouwen. Dan word ik leger en krijg jij weer meer ruimte om door mij heen te komen en mij te inspireren. Vormen veranderen, vallen uiteen, lossen op. Mijn lichaam ook. Het zijn de ingrediënten voor nieuwe vormen. Mijn lichaam verdwijnt, het leven niet. Osho: ‘Juist omdat we almaar zo heftig op zoek zijn naar van alles buiten ons, vergeten we naar binnen te kijken, naar de schat die er al is, in onszelf. Die schat bevindt zich daar gewoon, nu op dit zelfde moment. Ga maar op pelgrimstocht naar binnen. En als we daar dan aankomen, blijken we niets nodig te hebben, want alles is er. En dan barsten we in lachen uit. Omdat alles altijd al voor handen was. Ga maar niet naar de Himalaya, zoek de stilte van de Himalaya in jou. Vlucht niet weg, word wakker’.
30
Hoofdstuk 6
Hoe is het toch zo gekomen? Er zijn dingen, waarnaar alleen het verstand kan zoeken, maar die het, op eigen kracht nooit zal vinden. Die dingen zou alleen het instinct kunnen vinden, maar het zal ze nooit zoeken.
Henri Bergson
In het brein van ieder levend organisme geeft het instinct dwingende beschermende en scheppende impulsen. Dat gaat al miljoenen jaren zo. Ook wanneer omstandigheden veranderen, levende organismen mee veranderen, breinen zich ontwikkelen en beschavingen hoogtij vieren, blijft het instinct deze impulsen geven. In hoeverre zijn we beest gebleven? Om veilig te kunnen leven hebben mensen hersenen, in plaats van een vacht, klauwen, angels, vleugels of een schutkleur. Daarin verschillen we van andere organismen. We planten ons wel op dezelfde manier voort en gaan tot actie over wanneer we bang zijn. Dat is al miljoenen jaren zo. Angst, die een natuurlijke signaalfunctie is, heeft echter door ons denken een veel te grote macht over ons gekregen. We worden erdoor beheerst. Genot en lust, de pijlers van ons instinct die de soort in stand houden raken daardoor afgesplitst van de grootste drijfkracht in het universum : liefde. Je gelukkig voelen zit er op die manier niet in. Hooguit af en toe even een kick. En dat moet ons dan op de been houden. Er zit meer in het vat. Kunnen we daarbij komen?
Angst en lust zijn twee belangrijke pijlers van het instinct. Ze helpen levende wezens om in leven te blijven en zich voort te planten. Angst beschermt tegen onheil. Lust leidt tot schepping. De manier waarop het gebeurt wordt bepaald door hoe de leefomstandigheden zijn. Soorten passen zich aan leefomdandigheden aan door te muteren. Het heeft geleid tot ontelbare variëteiten met uiteenlopende gedragingen. Een van de gedragingen is: in groepsverband leven om beter te kunnen overleven. Empathie en altruïsme vervullen daarin een belangrijke functie. Daartoe evolueerden de hersenen van zoogdieren tot het menselijke brein. Dit brein onderscheidt mensen van andere organismen. Het geeft mensen de mogelijkheid om zo te gaan leven dat er een accentverschuiving kan gaan plaatsvinden van angst en strijd om het bestaan naar liefde en bestaanszekerheid. Er wordt onderling gedeeld, gezorgd voor elkaar en samengewerkt. Het maakt samenleven tot een samenspel. Als er sprake is van een dominante leider is dat in principe bedoeld om de groepsveiligheid en daarmee ook de veiligheid van de enkeling te beschermen. Die mogelijkheid komt in de knel bij ongemak en stress ten gevolge van geëscaleerde angst om niet te kunnen overleven. Er ontstaat dan een neiging om het leven te beheersen door een machtsspel te spelen dat het bestaan van de enkeling of van specifieke groepen veilig moet stellen. Het is bij de mens doorgeschoten in zeeën leeg vissen, regenwouden kappen en, zoals bleek, in het bankwezen, de bestaanszekerheid van anderen opofferen aan eigen gewin op korte termijn. De instinctieve impuls om de soort in stand te houden is geëscaleerd in seksuele excessen, bijvoorbeeld in tijden van oorlog, wanneer uitsterven op de loer ligt. ` Met meer bewustzijn over onze instinctieve reflexen scheppen we de mogelijkheid om er anders mee om te leren gaan.
Onbewust doeltreffend handelen Instinctieve reflexen bestonden al miljarden jaren geleden bij de kleinste organismen en bestaan nog steeds bij de meest ontwikkelde soorten, waaronder de mens. Het is een natuurdrift die aanzet tot onbewust doeltreffend handelen dat in leven houdt en de soort laat voortbestaan. Eten, drinken, zorgen voor een veilig onderkomen (nichevorming), vechten of vluchten zijn van die doeltreffende handelingen. Dat we schrikken en bang worden bij dreigend onheil en onmiddellijk in actie komen om de veiligheid te herstellen geeft aan hoe doeltreffend we overleven. We houden ons bezig met overleven omdat we sterfelijk zijn. Dat maakt dat de basale handelingen van alle levende organismen overeenkomen en dat elke levensvorm een variatie is op eenzelfde basisvorm. Tot nu toe, is deze basisvorm nog steeds zichtbaar in de anatomie, de embryonale ontwikkeling en de genen van alle, ook de hoogstontwikkelde, soorten. Nieuwe levensvormen ontstaan door aanpassing aan veranderende omstandigheden, waartoe het instinct aanzet.
31
Om het overleven optimaal te laten verlopen en de veiligheid maximaal te garanderen anticipeert iedere levensvorm nog steeds elke seconde op wat erna zou kunnen gebeuren. Hormoon- en zenuwstelsel spelen daarbij een belangrijke rol. Er wordt bijvoorbeeld dopamine afgescheiden in het emotionele brein als de kust veilig is en dat gaat gepaard met genot- en geluksgevoelens. Deze gevoelens veroorzaken op hun beurt dat er nog weer meer dopamine wordt afgescheiden en dat de onderlinge verbindingen tussen zenuwcellen zich nog meer op elkaar afstemmen. Daardoor ontstaan weer nieuwe doorgangen in het netwerk van hersencellen. Het brein leert zichzelf op die manier steeds beter kennen. Zo evolueren wij verder met een inherente scheppingskracht die de overlevingskansen van individu en soort verhogen. De overlevingskansen zijn geëvolueerd van fysieke kracht, naar emotionele en mentale kracht en evolueren verder naar een herverbinding met de bron van leven:’ liefde’. zoals dat zo mooi in het Aramees tot uitdrukking komt in dat ene woord.:’al’ (of ‘el’) dat liefde, leven, adem en het goddelijke betekent. Daar ligt onze capaciteit om overbodige angst te overstijgen en een duurzaam gelukkig leven te leiden Pijlers van het instinct De scheppende potentie van liefde kan ook ontaarden in vernietigingsdrang. Dat maken we dagelijks mee, via krant, radio en t.v. Maar ook met elkaar en in onszelf. Neem nou het rusteloos zoekende van velen van ons, ‘het rupsje nooit genoeg’ dat altijd maar weer wat moet van zichzelf, en zelden tot rust komt. Druk, druk, druk. Het put ons eerder uit dan ons gelukkig te maken. En dat terwijl we alle potentie hebben om gelukkig te zijn, ook in moeilijke omstandigheden. De pijlers van het instinct zijn angst en lust. Angst is te herleiden tot doodsangst die maakt dat we ons beschermen en zelfs overbeschermen. Het is een overlevingsstrategie. Lust is te herleiden tot het in stand houden van onzelf en van de soort door procreatie. Dat is dus ook een overlevingsstrategie. Het zoogdier mens heeft echter de neiging om te overdrijven waardoor lust verandert in begeerte en zucht. Dat is een reactie op angst voor schaarste en gebrek. Zo kan eetlust ontaarden in vraatzucht, de behoefte aan drank in drankzucht en gewoon menselijk gedrag ontaarden in zelfzucht, praatzucht, praalzucht, baatzucht, hebzucht, heerszucht, oorlogszucht, genotzucht, behaagzucht. Afstand versus nabijheid De behoefte aan veiligheid is een belangrijke drijfveer voor sociaal leven en samenlevingsverbanden. ‘Eendracht maakt macht’. Samen sta je sterker.. Dit is ook waarom dieren in kuddes, in scholen en zwermen leven. In die zin kunnen we sociaal leven ook als een overlevingsmechanisme zien. Maar een schepsel dat zich samen met anderen bedreigd heeft gevoeld zal geen veiligheid ondervinden door gehoor te geven aan dit zogenaamde kuddeinstinct. Het zal zich eerder isoleren. De mate en situaties waarin we ons veilig of onveilig hebben gevoeld in onze kindertijd bepalen welke instinctieve impulsen ons verdere leven het meest zullen opspelen. Ze bepalen bijvoorbeeld de afstand die we nemen tot anderen. Wanneer iets de herinnering aan een beangstigende ervaring met onze omgeving toen we klein waren weer in het leven roept zullen we ons al gauw weer even bedreigd, bang en bezorgd voelen als indertijd. Dan kan afstand nemen helpen om weer tot onszelf te komen. Ons instinct geeft daartoe de impuls. Wanneer we gedurende onze hele jeugd geen veilig voelende nabijheid en intimiteit hebben ondervonden zullen we ons er geen raad mee weten wanneer iemand ons warm en hartelijk benadert. We voelen ons dan onthand, weten niet wat we ermee aan moeten. Terwijl we wel verlangen naar intimiteit, zullen we het toch al gauw wantrouwen wanneer iemand ons naderbij komt. We houden de boot af. Dat voelt veiliger. Zo is afstand nemen dan een overlevingsstrategie geworden. Sommigen van ons bluffen over eigen angst of die van een ander heen en forceren nabijheid. Dat is weer een andere overlevingsstrategie en dus geen natuurlijke vanzelfsprekende beweging. We kunnen, eenmaal volwassen, bewust de keuze maken een beetje te gaan experimenteren met afstand en nabijheid. Het kan een harmonieus samenspel worden waarbij we het ene moment ons prettig op onszelf voelen en het andere moment prettig in het bijzijn van een ander of anderen.
Altijd maar wat moeten
32
Het verlangen om ergens mee samen te vallen, al is het alleen maar werk, is wel een basaal verlangen. Het is terug te voeren op de verbondenheid met onze moeder. Die moet er zijn geweest, ook al denken we soms van niet. Als die er helemaal niet zou zijn geweest waren we dood gegaan. Het idee er alleen voor te staan komt voort uit de allereerste ervaring met scheiding. De scheiding van onze moeder bij de geboorte. Deze eerste confrontatie met op onszelf teruggeworpen zijn, blijft ons denken beinvloeden en een angst veroorzaken die tot overlevingsmechanismen aanzet zoals hebzucht of vraatzucht. Het zijn overreacties op angst. Hierdoor kan de strategie die de overleving zou moeten dienen het tegenovergestelde resultaat opleveren. Het voelt voor velen van ons zeer ongemakkelijk wanneer we niet iets hebben waarmee we samenvallen. Het maakt dat we ons leven, altijd ergens mee willen vullen. En daartoe achter van alles aanrennen. Gewoon een beetje ontspannen kan zelfs al ongemakkelijk voelen. Ook al zeggen we naar rust en ruimte te verlangen, laten we vaak niets na om iedere ruimte die er ontstaat, weer op te vullen. Zo kan ook meditatie een project worden dat die ruimte vult. Wanneer er niet iets is dat ons kan bezig houden, worden we onrustig door eronder liggende gevoelens van verlatenheid en eenzaamheid waarvan we ons hooguit bewust zijn als een vaag knagend gevoel. Dat gevoel heeft iedereen gehad na het verlaten van de baarmoeder (het geboortetrauma). Dat herhaalde zich toen de moederborst was opgedroogd. Het terugverlangen naar verbondenheid, naar ergens mee samen vallen, blijft daardoor ons hele leven op de achtergrond aanwezig. Het is onze basale behoefte aan veiligheid. Het maakt dat we veelal onbewust die gevoelens van verlatenheid en eenzaamheid proberen te compenseren. Communicatie en contact met anderen worden daar, onder andere, toe ingezet maar schieten even vaak tekort. Datingsites varen er wel bij. Eenzaamheid blijkt soms echter nog meer in de nabijheid van anderen ervaren te worden, dan alleen. Soms kan met een sausje van verbondenheid eroverheen het samenzijn met anderen weer een veilig nestgevoel geven. Bijvoorbeeld samen snackend op de bank t.v. of een d.v.d tje kijken. Zo kan ook iemand tegen ons aan in bed de veiligheid geven waardoor we rustiger slapen. Maar soms krijgen we het er ook weer benauwd van en willen we weer ruimte hebben. Wanneer een moeder haar eigen gevoelens van verlatenheid invult met het almaar knuffelen van haar kind, zullen de instinctieve impulsen van haar kind zich eerder richten op ruimte scheppen. Zo zijn we er maar mee in de weer om een goed gevoel te hebben c.q. ons veilig te voelen. Dominantie Dominantie is een van de oudste overlevingsstrategieën. Degene die anderen domineert heeft meer kans op overleven dan degene die wordt gedomineerd. Daar hij ook meestal een leiderfiguur is, kan hij bijdragen aan de overleving van een hele groep door er leiding aan te geven. Al naar gelang de mate van dominantie en de motieven ertoe ontstaat er in groepen een hiërarchie oftewel, pikorde. Sociale zoogdieren, waaronder de mens, bepalen de pikorde via onderlinge confrontaties. Die confrontaties bestaan uit, hetzij een fysiek gevecht, hetzij uit manipulatie, verleiding of druk. Wanneer fysieke kracht is vereist bestaat de confrontatie uit een gevecht. Vrouwen verliezen daarin meestal, doordat ze kleiner zijn en minder spierkracht hebben. Op een dag, het is alweer een aantal jaren geleden, breekt in de Rotterdamse dierentuin ‘Blijdorp’, de mensaap Bokito los. Hij stort zich op de vrouw die hem, steeds wanneer ze hem opzoekt, diep in de ogen kijkt, in de veronderstelling dat er iets moois tussen hen aan het groeien is. Iedere keer als zij op bezoek komt, en haar hand tegen het glas houdt doet Bokito dat ook. Bokito is als een zorgenkindje de Rotterdamse dierentuin binnengekomen, na zeven jaar lang met mensenhanden opgevoed te zijn in een Berlijnse dierentuin. Hij moest nu hier in de Rotterdamse dierentuin een echte gorilla worden. En dat lukte. Hij werd de baas en een ware macho die het vanzelfsprekend vindt als de vrouwtjes zich aan hem onderwerpen. Dit vrouwtje verdwijnt echter keer op keer. Deze keer laat hij het er niet bij zitten. Bokito breekt los en sleurt het ongehoorzame object de bosjes in, buigt zich er overheen en geeft het vele beten in de borst. Dit zijn geen lovebytes maar beten die het vrouwtje tot de orde roepen. Het pakt toch ook wel eens anders uit. Er zijn, volgens onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, vrouwelijke apen die, in groepen met verhoudingsgewijs veel mannelijke apen toch de baas zijn, en hoog in de pikorde staan. Dat is te verklaren uit het feit dat er bij fysieke gevechten veel verliezers zijn. En dat zijn nooit de vrouwtjesapen want die doen niet mee in het fysieke gevecht. Ze hebben daardoor een positie die boven die van de verliezers staat. Dat maakt de kans groter dat een hooggeplaatst vrouwtje, zelfs wanneer ze heel weinig spierkracht heeft, zo’n overwicht heeft dat ze in het gevecht wint van de mannelijke verliezers die niet meer
33
in hun eigen kracht geloven. Dominantie versterkt dus het zelfvertrouwen en verhoogt de kans op nog meer dominantie. Omgekeerd tast verlies en ondergeschiktheid het zelfvertrouwen aan, waardoor het almaar minder wordt. Winnen of verliezen heeft dus een zichzelf versterkend effect. Dit zogenaamde winnaar-verliezereffect is een algemeen biologisch en psychologisch principe. Het gaat ook op voor hele groepen. De primatoloog Jane Goodall doet verslag van een vierjarige burgeroorlog in een chimpanseekolonie waarin dit winnaar-verliezereffect escaleerde. De ene helft van de kolonie moordde geleidelijk aan de andere uit. De overwinning werd bezegeld met een diner waarbij de overwinnaars zich tegoed deden aan de overwonnenen. Zo erg maken wij mensen het niet. Maar het instinct staat evenals bij dieren iedere seconde paraat om aan te zetten tot wat nodig is of lijkt. Als bij de holenmensen een man zich wat wil ‘verlichten’ -een term waarmee in ‘De stam van de holenbeer’ Jane Auel het seksleven van holenmannen beschrijft- schatten deze holenmannen in een splitseconde hun kansen in, onderwerpen hun object, of nemen de benen en laten het object aan een dominantere man. Hetzelfde instinctieve mechanisme is werkzaam wanneer hun leven wordt bedreigd. Het signaal is: ‘knokken’ als er een kans op winnen is, en afknocken als die kans verkeken lijkt. Het is dus vechten of vluchten geblazen. Territorium Territoriumdrift is weer een ander overlevingsmechanisme. Het betreft zowel het veroveren van nieuw territorium als het verdedigen van eigen territorium. Wanneer het territorium dreigt te worden afgenomen zet het instinct aan tot het verdedigen ervan. Wanneer iemand geen, of niet genoeg territorium heeft ontstaat de behoefte aan meer en probeert hij zijn territorium uit te breiden. We komen deze drift tegen bij alles wat leeft. Ook dus bij planten. Territoriumdrift en dominantie gaan vaak samen. Ze hebben beide het scheppen van veiligheid als gemeenschappelijke noemer. Eva en Bram kennen elkaar drie maanden wanneer Bram, bij haar intrekt. Hoewel zijn eigen huis niet ver van het hare staat, komt hij er niet vaak meer. Hij stelt vrijwel meteen veranderingen voor in haar huis en in hoe zij dingen aanpakt. Eva laat het met stille verbazing toe dat Bram haar territorium zo snel tot het zijne probeert te maken. Na enige tijd bekruipt haar het gevoel zichzelf kwijt te raken. Een pijnlijke herinnering dringt zich aan haar op: ze is veertien jaar en moet van haar moeder een week met een vriendinnetje op vacantie in een hotel in Noordwijk. Eva heeft er helemaal niet zoveel zin in en het vriendinnetje heeft er geen geld voor. Eva’s moeder wil nu dat Eva het van haar spaargeld voor beiden betaalt. Eva voelt niets voor dit plan. Haar moeder drukt het toch door. Nog andere voorvallen, waarbij ook niet telde wat Eva wilde, trekken als een film voorbij. Onder andere dat er vroeger geen veilige plek voor haar was in huis. Ze had wel een eigen bed en een kamertje maar haar moeder bepaalde wat weggegooid en bewaard moest worden. Zelfs haar doos met papiertjes en glasjes die ze gebruikte om collages mee te maken was een bepaald moment verdwenen. Wat Eva ook zei erover, hoe ze zich er ook tegen verzette, Eva’s moeder wist het zo te draaien dat Eva fout zat en een zeer moeilijke dochter was. Eva’s vader bemoeide zich er nauwelijks mee. En wanneer hij zich ermee bemoeide stond hij achter haar moeder. Eva beseft, na verloop van tijd, waarom in haar relatie met Bram deze herinneringen weer boven kwamen bij alle veranderingen die Bram wil doorvoeren in haar huis. Ze ziet in dat ze, door haar verlangen naar iets veiligs met Bram, haar autonomie in zijn handen had gelegd en haar eigen wensen niet op tijd te kennen had gegeven. In haar ouderlijk huis kreeg ze daartoe ook geen gelegenheid. Autonomie en verantwoordelijkheid voor eigen welbevinden Na dit ingezien te hebben verandert Eva’s gedrag. Ze geeft duidelijker, vriendelijker en meer op tijd aan wat ze wil en niet wil. Ze voelt nu de ruimte om een wezenlijkere relatie met Bram aan te gaan waarin dingen bespreekbaar zijn en eigen verantwoordelijkheid wordt genomen. Daar blijkt Bram nu echter heel anders in te staan. Naarmate Eva vanuit haar hervonden zelfstandigheid probeert weer naderbij te komen , neemt Bram steeds meer afstand wat Eva als zeer pijnlijk ervaart. Zij hoopte dat Bram ook zou willen onderzoeken waar zijn territoriumdrift en dominantiebehoefte vandaan kwamen
34
We manoeuvreren onszelf vaak onbewust in situaties waarin we oude pijn herbeleven. Het is onze hang naar wat als bekend, vertrouwd en dus veilig voelt, hoe onveilig het ook is. Zo trouwen kinderen van alcoholisten vaak weer met alcoholisten. De veiligheid, aandacht en liefde die we indertijd moesten missen hopen we nu in de nieuwe, doch ook weer zo wel bekende situatie, alsnog te krijgen. Dat lukt niet omdat we zelf ook in het gedrag van weleer terugvallen. Het gaat er nu om dat beide partners de pijn gaan zien als hun eigen pijn, en niet als iets dat de ander hen aandoet. Dat gaan inzien is bijna een evolutionaire sprong te noemen. Niet veel mensen zijn bewust bereid en in staat op deze manier verantwoordelijkheid te nemen voor hun emoties en hun gedrag. Het is gemakkelijker anderen ervoor op te laten draaien. Wanneer in een relatie die verantwoordelijkheid niet wordt genomen is er geen ruimte voor liefde. De relatie wordt dan meer beheerst door verwachtingen, hoop, ongenoegen, verongelijktheid, wantrouwen en angst, die vorm krijgen in reactiviteit op elkaar, zoals aanpassing, afstandelijkheid, dominantie en teritoriumdrift. Herkennen, erkennen en voelen wat je voelt levert heel wat op, aan de pijn voorbij. Geef dat alle prioriteit. Een emotie die je toelaat duurt drie tot acht minuten. Let er op dat je je er niet mee identificeert of door laat bepalen, of een ander de schuld ervan geeft want daarmee zou je jezelf tot slachtoffer maken. Je bent nu groot. Je kunt nu best voelen, wat indertijd te pijnlijk was, ook al valt het nog steeds niet mee,. Wanneer je je er op die manier bewust mee bezig houdt ga je je steeds veiliger voelen in allerlei situaties.. Jouw eigen aandachtige liefdevolle draagvlak is de voedingsbodem voor deze verandering. Wanneer je een pijn veroorzakende emotie ontlaadt door bijvoorbeeld een eind te fietsen of te schreeuwen tegen de wind, in plaats van tegen degene die de pijn leek te veroorzaken, geeft dat rust en ruimte om tot jezelf te komen en te ontdekken welke oude wond er bij jou weer openging. Gedachten en emoties zijn gebaseerd op conclusies die je hebt getrokken toen je klein was en op de overtuigingen die erdoor zijn ontstaan. Eva’s overtuiging is: als ik voor mezelf opkom ben ik niet aardig.... De wond eronder is dat het recht op autonomie en een eigen plek Eva al jong werden ontnomen. Met Bram voelde ze zich weer even in een zelfde positie. Ze kon daardoor niet vanzelfsprekend op een volwassen manier voor zichzelf opkomen. Ze legde zich min of meer neer bij de situatie en verdrong haar gevoelens van onvrede. Die vonden toen een uitweg in overdreven territoriumdrift. Pas veel later realiseerde Eva zich dat ze zich niet had afgevraagd of ze het wel wilde dat Bram bij haar kwam wonen. Dus in een veel eerder stadium had ze zichzelf in de steek gelaten. Evolutionaire aanpassingen Als de bestaande overlevingsstrategieën onder bepaalde omstandigheden niet meer volstaan veranderen we ze zodat we wel kunnen overleven onder die omstandigheden. Door de hele evolutie heen hebben species hun strategieën veranderd. Daaruit zijn de mutaties ontstaan die een bepaalde ontwikkeling met zich meebrachten. Zo hebben bepaalde chimpansees zich aangeleerd, niet meer hun tanden, maar stenen te gebruiken om noten te kraken. Dat spaart hun tanden. De ene steen dient als aambeeld en de andere als hamer. Ze gingen takken gebruiken om prooibeestjes uit hun hol te lokken toen de voedselvoorraad schaars werd. Met een stevige tak porren ze in het nest en met een dunnere tak, waarvan ze een uiteinde tot een kwastje hebben geplet, vegen ze de beestjes, bijvoorbeeld termieten, bij elkaar. Deze hulpmiddelen vergemakkelijken het voedsel vergaren en dus de overleving. Er zijn vogelsoorten die noten naar beneden laten vallen zodat ze kapot vallen en de inhoud er gemakkelijk uitgepikt kan worden. Wanneer een gans ziet dat er een ei uit het nest is gerold, zal hij zich naar dat ei toe bewegen en het voorzichtig terugrollen naar het nest. Maar ja de domme ganzen zien gloeilampen en rondbuikige flesjes van soortgelijke grootte die in de buurt van het nest rondzwerven ook voor eieren aan en rollen die ook naar het nest. Het geeft aan hoe automatisch en onbewust aanpassingen zich voltrekken waardoor ze niet altijd het gewenste resultaat opleveren; overleven Er werd en wordt overleefd door alle organismen. Hoe dat gebeurt verschilt al naar gelang de ontwikkeling van de soort en de omstandigheden. Er wordt gespeeld, genoten, geluk gevoeld, gemanipuleerd, verleid, verzorgd, gecocoond en oorlog gevoerd. Of het beschermende element op de voorgrond treedt of het scheppende element hangt af van de omstandigheden. Wanneer er geen
35
gevaar is zet het instinct aan tot acties die op een prettige manier de overleving dienen. Lust wint het van angst en kan doorgroeien naar liefde en daarmee zich herverbinden met de bron van de schepping. Sociale en altruïstische impulsen Om nog beter te kunnen overleven met de lichamelijke structuur die zich tot nu toe bij een aantal species heeft ontwikkeld, heeft zich in de loop van de evolutie, bovenop het primitieve brein het zogenaamde emotionele brein (limbisch systeem) ontwikkeld. Door de inbreng van dit gedeelte van de hersenen wordt het gedrag steeds socialer. Het bewerkstelligt de emotionele band tussen zoogdieren, waaronder de mens. De onderlinge band van moeder en jong is het grootst want het jong van een zoogdier is kwetsbaar. Het heeft de zorg van de moeder nodig. Anders overleeft het niet. Het hart speelt hierin een belangrijke rol. Het emotionele brein dient dus de overleving door onderlinge verbondenheid te bewerkstelligen. Het zorgt ervoor dat jongeren sociale vaardigheden, als solidariteit en efficientie, ontwikkelen waardoor ze in samenspel met elkaar kunnen plannen, organiseren en gereedschappen maken. En samen voor voedsel kunnen zorgen, zoals jagen op groot wild. De vader-kindband en die met verdere familieleden ontstaat pas wanneer mannen zich ervan bewust worden dat het nageslacht van het mannelijke zaad afkomstig is. Zo vormen zich steeds meer groepsverbanden die de veiligheid en overlevingskansen vergroten. Door elkaar’s belangen te dienen wordt hiermee tegelijkertijd het eigenbelang gediend. Deze natuurlijke vanzelfsprekende ethiek wordt bezegeld door hem toe te schrijven aan hogere machten die worden geëerd en aangeroepen in vruchtbaarheidsrituelen, rituelen om de jacht voor te bereiden en ceremonieën waarin jongens tot man en meisjes tot vrouw geinitïeerd worden. Intuïtie Het instinct heeft zich in de midhersenen ontwikkeld tot intuïtie. Het instinct is in de lagere regionen gebleven zoals het was. Instinct en intuïtie bestaan dus naast elkaar. Het instinct wordt aangestuurd door de primitieve hersenen oftewel het reptielenbrein. Intuïtie wordt aangestuurd door de midhersenen, (het lymbisch systeem, oftewel het emotionele brein) dat we evenals het reptielenbrien met zoogdieren gemeen hebben. Beide staan, via ons hart en ons hormoon- en zenuwstelsel in permanente verbinding met ons hele lichaam. In tegenstelling tot het instinct, dat een directe reflex geeft op vermeend gevaar en meteen tot actie aanzet geeft de intuïtie iets in dat de keuze laat of we er wat mee doen of niet. Intuïtie wordt ook wel zesde zintuig genoemd. Het berust niet op begripsdenken en redenering maar komt binnenvallen als een ervaring, een aanvoelen of een voorgevoel. Soms via lichaamssignalen, zoals een sensatie van warmte of kou, een rilling , een beklemmend gevoel in keel of maag of een steek ergens in het lichaam. Soms via plotselinge somberheid, onzekerheid, onrust of juist rust, blijheid of zekerheid. Het kan ook opgeroepen worden door creatieve ideeën, een visie, inzichten, dromen maar ook door de gedachten van iemand anders. Iemand brengt ons dan op een idee. Zonder tussenkomst van ons denken krijgen we via onze intuïtie directe informatie over de werkelijkheid waarin we ons bevinden. We krijgen inzichten die aan het denken kunnen zetten maar, op zich, aan het denken voorbij zijn. Opeens begint ons een lichtje te branden. Wanneer we ons ervan bewust worden dat het universum één groot onlosmakelijk onderling afhankelijk geheel is, kunnen we plotseling bepaalde zinvolle verbanden zien. Er komen geen interpretaties, ver- en vooronderstellingen en concepten aan te pas, wel beelden en woorden. Het is een directe bewuste ervaring, een weten dat we vaak over het hoofd zien. Veel mensen verdringen of verontachtzamen hun intuïtie. We kunnen de ontvankelijkheid ervoor trainen. Bijvoorbeeld door onszelf met de onbevangen nieuwsgierigheid van een kind vragen te stellen en niet meteen een antwoord te willen hebben. Einstein kreeg zijn theorieën intuïtief binnen om ze later te bewijzen. We hebben de keuze om de beelden en ingevingen, die we soms als onlogisch en irrelevant van de hand doen, serieus te nemen en te onderzoeken. Maar we moeten er ook voor waken dat we onszelf niet op de mouw spelden dat het allemaal intuïtie is wat ons voor de geest komt. Als we echter eerlijk met onszelf omgaan, weten we of iets een zuivere ingeving is, of wishful thinking of angst .
36
Hoofdstuk 7
Moraal en angst versus lust en liefde Moraal is een voortzetting van het sociale gedrag van dieren Frans de Waal Automatische instinctieve impulsen kunnen individuen en hele bevolkingsgroepen tot overreacties drijven. Daartoe is, vaak vanuit godsdienstige hoek, het verschijnsel moraal ontstaan om excessen een halt toe te roepen en op te roepen tot liefde. Volgens Darwin zou elk dier dat met uitgesproken sociale instincten is toegerust onvermijdelijk een moraal of geweten ontwikkelen zodat zijn hersenen het denkvermogen van de mens zouden gaan evenaren. Moraal is dus ook een instinctieve reactie op angst voor onheil. En in die zin een overlevingsstrategie voor groepsverbanden. Moraal wordt in de regel georganiseerd in structuren en instituten. In de 19e eeuw werd, vanuit protestants-christelijke hoek in Noord-West Europa en de Verenigde Staten, een duidelijk afgebakende moraal gepredikt. Een moraal die bescherming moest bieden tegen instinctieve uitwassen met geboden en verboden zoals: ‘Gij zult niet begeren uw naasten huis; gij zult niet begeren uw naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets dat uws naasten is. Of ‘Hebt een ander lief gelijk u zelve’ Mensen van tegengestelde sekse, met het zelfde geloof, konden binnen het instituut kerk, elkaar ontmoeten en huwelijken sluiten. Ze moesten zich daarbij houden aan de voorgeschreven moraal, zoals geen seks voor het huwelijk en niet echtbreken. Het voortplantingsinstinct kreeg binnen zo’n structuur gelegitimeerd de ruimte. Het huwelijk moest daartoe voltrokken zijn met een geloofsgenoot. Er zijn nog altijd meer geloofsgenoten die met elkaar huwen dan met iemand van een ander geloof. Nog steeds geldt de waarschuwing: ‘Twee geloven op één kussen, daar ligt de duivel tussen’. Zo werd de kerk een brandpunt van instinct en moraal. Om de seksuele revolutie, die een ontdekkingsreis, aan de moraal voorbij, was, gingen deze groeperingen laange tijd heen. Dat gold ook voor het vrije filosoferen over leven, dood, eindigheid en oneindigheid. Dat was in een visie vastgelegd die weinig ruimte liet aan persoonlijke ontdekkingen en bewustwording. Hoe is in een dergelijke samenleving iemand die aan de geloofsmoraal ontsnapt geëquipeerd om met de vrijheid en ruimte die daardoor ontstaan om te gaan? Wat doet een tam konijn dat je vrijlaat in het bos? Kan het wel overleven? Het gaat, of dood, of het leert, met vallen en opstaan en allerlei risico’s, een eigen pad te vinden. Geldt dat ook voor ‘afvalligen’? Worden het vrijdenkers die plezier gaan beleven aan de nieuwe ruimte waar van alles te ontdekken valt? Of missen zij de veilige structuur van een moraal die hen dicteert wat te doen en te laten? Vallen ze onbewust terug op deze veiligheid? Beide blijven vaak zichtbaar zowel in gedrag als in lichamelijke kenmerken, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven. Er zijn velen die zich met de geloofsmoraal conformeren terwijl hun lusten allerlei (vaak slinkse) uitklaatkleppen zoeken. Wanneer de lustkant van het instinct ( het overleven van de soort) teveel wordt verdrongen, vindt die soms een uitlaatklep in boosheid, agressie en geweld. Daartegen wapent de moraal zich ook met het gebod: ‘gij zult niet doden’. Het aan banden leggen van het instinct krijgt in sommige culturen vorm in verplichte kleding voor vrouwen die alles verhult wat appelleert aan lust en begeerte. Collectieve instinctieve reflexen, rationele sturing Er worden steeds meer boeken geschreven over de biologische kant van de menselijke moraal. Waarom mensen primair reageren zoals ze reageren. In een van die boeken ‘ Het morele instinct’ beweert Jan Verplaetse dat mensen niet in actie komen vanwege de moraal op zich, maar vanwege hun morele instinct. Het houdt, onder andere, in dat ze kwaad en verontwaardigd zijn over onrecht. En dat ze zich richten op geluk. We kunnen er vanuit de ratio sturing aan geven. We kunnen bijvoorbeeld beslissigen nemen in zulke concrete en nuchtere afspraken als beloningsstructuren. We kunnen, kijken naar beginselen en systemen en daar bewust wat mee en aan doen. En dat willen we en kunnen we des te beter wanneer we inzien hoe we als mens geconditioneerd zijn door onze
37
angsten. Maar we herkennen ook onze mogelijkheden om volwassen keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen voor onszelf en elkaar. We verlaten daarmee het stadium van onmondige kinderen die alleen vanuit een van buitenaf opgelegde moraal zich verantwoordelijk gedragen. En dat kan hand in hand gaan met zoiets als een aangeboren moreel instinct. Het lijkt mij een mooie evolutionaire stap om aangeboren altruisme, empathie en moreel instinct te veronderstellen, aan te spreken en operationeel te maken Wat voor individuen geldt, geldt ook voor grotere groepen en voor hele naties. De angst voor gemis, gebrek en ten onder gaan heeft in ons individuele en collectieve geheugen de overhand. Angst voor wat eerder angst inboezemde. Regeringsbeleid van veel landen is veelal een geconditioneerde reflex op die angst, zoals moraal dat ook is. Wat in het heden beangstigt, hoeft maar een fractie te lijken op wat in het verleden beangstigde of de angst kan dezelfde heftigheid hebben, en dezelfde reacties oproepen als indertijd. Er worden, vanuit apocalyptisch denken, rampenscenario’s bedacht zoals een dreigende pandemie. En met de moed der wanhoop wordt er achter van alles aangerend om deze scenario’s een halt toe te roepen. De aanval lijkt dan vaak de beste verdediging. Met onze ratio hebben wij mensen de mogelijkheid om het tij te keren door onze instinctieve reflexen te omarmen, waar te nemen, te begrijpen, op waarde te schatten en sturing te geven. Dat Polen massaal in Nederland komen werken en een aantal Nederlanders elders gaat wonen en potverteren zou een door het instinct ingegeven beweging kunnen zijn waaraan door de ratio sturing is gegeven. Zo ook de economische geboorte van ontwikkelingslanden die een revolutie in de bestaande bezweringsformules van de tot nu toe welvarende landen ontketent. Of het globalisme dat zich onder andere uitdrukt in outsourcen. Collectieve angst Het collectieve geheugen van de Nederlanders was na de tweede wereldoorlog nog zo met angstervaringen belast dat een mogelijke nieuwe dreiging de alarmcentrale van het instinct jarenlang roodgloeiend heeft doen staan. Mark Traai heeft in zijn boek’De Russen komen’ verslag gedaan van hoe Nederland zich had ingedekt tegen een Russische nucleaire aanval. Er werd een enigszins kinderlijke waslijst van te nemen maatregelen samengesteld die anticipeerde op de noodtoestand. In het Amsterdamse theater Carré zouden bijvoorbeeld de Amsterdammers ontsmet worden van radioactiviteit. En de boeren moesten hun kippen tellen om te kunnen bepalen hoeveel dieren er in veiligheid gebracht dienden te worden. De lijst is twintig jaar geleden afgeschaft, na de val van de Berlijnse muur. Een ander voorbeeld is Israël. Het collectieve geheugen van de Israëliers wordt beheerst door de diaspora, de holocaust en het Israëlisch-Arabisch conflict. Gevolg: Israël heeft een van de sterkste legers ter wereld op poten gezet. Volgens de, aan de universiteit van Jeruzalem, werkende socioloog Boas Shamir, worden met Pesach (het Joodse Paasfeest) de volgende woorden uitgesproken: ‘in elke generatie staan ze tegen ons op om ons te vernietigen’. Wanneer het instinct blindelings gehoor geeft aan angst en dreiging verliest de ratio zijn greep. Wanneer een land als Rusland zijn zelfvertrouwen herwint door een onroerend goedimperium op te zetten, ver buiten zijn eigen grenzen, is de ratio nog slechts een paladijn van instinctieve territoriumdrift, die een reactie is op de angst dat er niet genoeg territorium is. Dat geldt ook voor China dat, volgens eigen zeggen, op vreedzame wijze aan een new age economie in Afrika bouwt, maar nog steeds een old age beleid in Tibet voert. En voor India en Brazilië die nu een aanslag doen op de bronnen waar tot nu toe alleen Amerika zich mee bezig hield. En voor Amerika dat haar machtsverlies bezweert met militair koplopen. En voor alle ondernemers wier eigenbelang zo ver gaat dat biobrandstoffen en de internationale speculatie met graan- en rijstoogsten, voedselschaarste veroorzaken, wat henzelf echter steeds hogere opbrengsten oplevert. En dan niet te vergeten de banken en de bonussen. Blijft de collectieve angst zo groot dat het instinct maar door moet gaan met aanzetten tot overkill en zekerstelling? En blijft daardoor het motto ‘ieder voor zich en god voor ons allen’, het winnen van duurzaamheidsbeleid zoals verluid in het Afrikaanse stammotto: ‘ik ben omdat wij zijn’? Blijven de welvarende naties, hun handen in onschuld wassen in een gemeenschappelijke overlevingsstrategie tegen terrorisme ? Terrorisme Is het terrorisme eigenlijk wel zo’n grote bedreiging? Wie en wat zijn terroristen? Het gaat in ieder geval hier ook om angst en machteloosheid en de reactie erop: macht. De terrorist is een verliezer. Hij voelt zich vernederd en wil degenen door wie hij zich voelt vernederd vernietigen. Hij behoort tot een kleine groep randfiguren die vaak de religie waarmee hij is grootgebracht kaapt om
38
zijn daden te rechtvaardigen. Hij beroept zich daarbij op de uitzonderingen die in de heilige boeken worden gemaakt op het gebod : ‘gij zult niet doden’. In de heilige boeken van de meeste religies bestaat er een verbod op doden met uitzonderingen erop, oftewel tegenstrijdigheden. In de Koran staat geschreven dat het doden van een onschuldig mens neerkomt op het doden van de gehele mensheid en dat het redden van een enkel leven neerkomt op het redden van de gehele mensheid. De terrorist doodt genadeloos. Zijn terreurdaden hebben van doen met egoïstische motieven en niet met de gemeenschap waarvoor hij pretendeert op te komen. Die gemeenschap keurt de middelen die de terrorist gebruikt over het algemeen af. Tijdens een in 2006 in Istanbul gehouden topconferentie van Moslims sprak de Islamitische wereldtop zich uit tegen fundamentalistische terreur. In het manifest dat eruit voorvloeide wordt erop gewezen dat moslims door het islamitische recht worden verplicht als burgers de wetgeving te respecteren van het land waar ze wonen. Terrorisme gaat in tegen deze principes. Maar er wordt liever de andere kant uitgekeken dan zich ermee te bemoeien. Zo krijgt een kleine groep randfiguren toch een grote groep passieve medeplichtigen. Maar op wereldschaal stelt het toch nog steeds niet zoveel voor. In hoeverre is terrorisme iets dat via de genen wordt doorgegeven? Hoe gaat het bijvoorbeeld toe bij eencelligen zoals bacteriën, waar wij uit voortkomen. Speelt terrorisme daar een rol? Uit biofysisch onderzoek blijkt dat wanneer de grondstoffen opraken in een afgegrensd gebied, hele populaties van deze basale levensvormen stoppen met zich te delen. Ze komen daardoor in een stabiele toestand. De communicatie erover gebeurt via chemische signalen. Echter, na verloop van tijd verschijnen er bacteriën die zich niet houden aan deze collectieve oplossing. Deze bacteriën worden terroristen genoemd. Zij bezitten een gen dat hen aanzet om zich in de tot stand gekomen stabiele toestand, te voeden met afgestorven bacteriën en zich dan steeds sneller te gaan delen. Na verloop van tijd is er voor hen dan ook geen voedsel meer. Het eindresultaat van dit 72 uren durende experiment is dat beide groepen sterven. Hetzelfde experiment in een gevarieerdere, minder begrensde, voedselrijkere omgeving levert een kwantitatief evenwicht en een duurzamere samenleving op. En dat gebeurt door clustervorming. Dr Juan Keymer, verbonden aan het nanoinstitute of nanoscience in Delft, concludeert uit zijn onderzoek, dat het menselijke populaties niet anders vergaat. Houdt het in dat de mensheid overgaat tot clustervorming of zal uitsterven zoals de bacteriën in het afgegrensde gebied? Tenslotte zitten wij aardbewoners ook met zijn allen in een afgegrensd gebied waar altruïsme niet de boventoon voert. Vanuit de gangbare economische theorieën werd er lang van uitgegaan dat mensen uitsluitend oog hebben voor hun eigen belangen. Samenwerking vindt dan alleen plaats wanneer dit duidelijk het eigenbelang dient. Deze zogenaamde homo economicus zou in staat zijn moeiteloos geld en goederen te verzamelen. Volgens de 18 e eeuwse filosoof Adam Smith vormen egoïstische individuen een onzichtbare hand die de best mogelijke maatschappij oplevert omdat het vanuit onbewuste instinctieve trefzekerheid gebeurt. Het zou een wetmatigheid zijn die evenzeer opgaat als de zwaartekracht. Godsdienstmoraal leek het enige bijsturingsmechanisme dat de mensheid moest beschermen tegen een te grote impact van de homo economicus. Maar dezelfde Adam Smith schreef later in The Theory Of The Moral Instincts: ‘Hoe zelfzuchtig een mens ook wordt genoemd, er zijn in zijn natuur duidelijke principes werkzaam waardoor hij zich het lot van anderen aantrekt en hun geluk belangrijk vindt, al levert hem dat uitsluitend het goede gevoel op er getuige van te zijn. Hetzelfde uitgangspunt dus als van de eerder genoemde Jan Verplaetse in zijn boek :‘Het morele instinct’. Tijdens de ontwikkeling van het emotionele brein bij zoogdieren , waaronder de mens, onstonden de kwaliteiten altruïsme, en affect. Het zijn evenals egoïsme, evolutionaire kenmerken. Het instinct dient hier het scheppende, ingegeven zowel door liefde als door lust. Het maakt het leven op aarde tot een aangenaam samenspel dat algemeen belang en individueel belang beide dient. Het Afrikaanse stammotto: ‘ik ben omdat wij zijn’. Er zijn plekken op de aardbol waar elkaar dienend samenzijn nooit lijkt te zijn verdwenen. Op het terrein van het oudste christelijke klooster, het Sint-Katharinaklooster aan de voet van de berg Sinaï, waar Mozes de Tien geboden zou hebben ontvangen, en Mohammed in de zevende eeuw onderdak vond, leven en werken christelijke monniken en islamitische Bedoeïnen nog steeds in harmonie samen. Pater Justin vertelt dat de Sinaïberg voor iedereen een heilige berg is die alle verschillen overstijgt. Mohammed bepaalde veertien eeuwen geleden, na zijn verblijf in het klooster, per decreet dat de moniken van de Sinaïberg en alle christenen beschermd moesten worden. Er bestaat een handgeschreven exemplaar in de bibliotheek met de volgende tekst:’steeds wanneer monniken op hun reis een berg tegenkomen, of een heuvel, een dorp of andere
39
bewoonbare plaats, op zee, of in woestijnen, of in een klooster, kerk of gebedshuis, zal ik in hun midden zijn. Niemand zal een wapen tegen hen opnemen, integendeel, de moslims zullen juist voor hen strijden.’ Op drift of op dreef? Het sociale aspect van het zoogdierlijke instinct komt tot uitdrukking in het kosmopolitisch wereldbeeld waar liberale partijen en linkerhoede elkaar soms een beetje in beginnen te vinden. Ook in de mondialisering en liberalisering van de economie, die steeds meer de natuurlijke wet der afnemende meeropbrengst volgt, vinden we het terug in de vorm van netwerken, in plaats van van bovenaf opgelegde machtstructuren. Dat binnen die netwerken dan toch ook weer machtstructuren ontstaan is voorlopig onze menselijke conditie. En dat komt door de onder alles liggende angst niet te kunnen overleven. Ondanks al die jaren van beschaving en intellect raakt ons instinct zelfs nog meer op drift door het intellect dat de alarmsignalen aanscherpt, in plaats van ze te doen afnemen. Gevolg: apocalyptisch, hypochondrisch doemdenken dat aanzet tot nog meer angst, alarmsignalen en overkill. De media dragen daar in niet geringe mate aan bij. Hoe werkt dat op het persoonlijke vlak? Welke stemmen in ons krijgen de macht over andere stemmen? Zijn dat controlerende, dwingende, kritische of perfectionistische stemmen? Of angstige, verdrietige of boze stemmen? We denken vaak dat we niet goed genoeg zijn en worden vervolgens bang dat er niet van ons wordt gehouden. Of we denken dat er niet van ons wordt gehouden omdat we niet goed genoeg zijn. En als er niet van ons wordt gehouden, voelen we ons onveilig. We gaan gewenst gedrag vertonen, een van de vele overlevingsmmchanismen die volgen op het signaal: gevaar. De goedmoedige, vaak grootmoedig genoemde mensen, die slechts dienend in het leven staan, zijn soms gewoon bezig met zich in te dekken tegen onveiligheid. Het voelt dan veilig als anderen het naar hun zin hebben. (zie de karakterstructuur met bijpassende lichaamsstructuur op bladzijde 10) Een oppeppertje voor de één, opvangcentrum voor de ander, buffer voor velen, komen zij aan zichzelf niet toe. Zij leven als een functie en zijn als mens niet meer zichtbaar. En van iets dat onzichtbaar is wordt niet gehouden. Ze worden gebruikt. Ze zijn immers altijd beschikbaar. En de veiligheid waar het hen om te doen was, blijft uit. Het overlevingsinstinct gaat daardoor nog harder alarm slaan. De persoon in kwestie neemt nog meer hooi op zijn vork, tot hij is opgebrand en hij het moet laten afweten. En ja dan komt het schuldgevoel. ‘Ik zou.., ik moet... en ik kan niet meer.. Sigaretje, kop koffie, pilsje, nog eentje en nog eentje. Even alles vergeten. Het is de volgende overlevingsstrategie: vluchten! Maar dat zit ‘m na verloop van tijd toch niet lekker’. Na vele hoofdbrekens en in een diep moeras terecht gekomen te zijn kan het zijn dat hij zich verongelijkt en boos voelt en iedereen een grote schop wil geven. Goede kans dat hij zich hierover gaat schamen. Nee hij heeft dit toch zelf zo gedaan? Hij moet er ook zelf weer uitkomen en niet boos zijn. Dat heeft geen zin. ‘Het is het ook niet waard om er energie in te steken, zegt hij tegen zichzelf’. Er boven staan is de volgende strategie. Hoofd boven water houden en stug doorgaan.... Vermoeidheid slaat toe. Buikpijn. Lage rugpijn. Een kies speelt op. Een zwaar gemoed. Hij kan niet meer vooruit, achteruit. Hij gaat onderuit. Wordt zelfs ziek. Nu komt hij op dreef, in plaats van op drift. Zijn koers is uitgezet. Hij kan niet anders meer dan naar zijn lijf, hart en buik luisteren. Het stadium van de medicijnen is hij al voorbij. Hij komt nu tot zichzelf. Hij voelt van alles, vooral zichzelf. Anderen zijn opeens minder belangrijk, niet meer alomtegenwoordig. Hij voelt zich opeens goed genoeg, zonder er iets voor te hoeven doen. Hij kan nu, als een bonaboaapje, gaan spelen en spelenderwijs vanzelfsprekend alles doen wat nodig is. Hij is op dreef. Door zich bewust te zijn geworden van de mogelijkheden van zijn ratio kan hij nu bewuste keuzes maken zodat hij niet meer nodeloos op drift raakt. Hoe meer we ons ervan bewust zijn wat we ons zelf aandoen des te eerder realiseren we ons dat we een keus hebben dat wel of niet te doen. Onderbroken uitreikende beweging Een kind verhoudt zich tot anderen in de contekst van de verhouding die het met zijn ouders heeft. Wanneer zijn ouders bij herhaling onverschillig, minachtend, agressief of moralistisch reageren op zijn uitreikende bewegingen mist het de positieve spiegeling. Het kind komt niet in contact met zijn zelfgevoel en eigen kracht. Het ervaart de buitenwereld als bedreigend. Het voelt zich onveilig. Het is te jong op zichzelf teruggeworpen. Het kan dat niet aan. Zo jong als het is, zal het een levenshouding aannemen waarbij het zich veilig voelt. Dat zal in de eerste plaats neerkomen op zijn gevoelens onderdrukken. In de tweede plaats
40
zal het houvasten zoeken in het leven. Moraal kan een houvast geven doordat het een structuur met veilige grenzen biedt. Als de strategische levenshouding zich bij een kind heeft ontwikkeld zal het zijn verdere leven op die manier met zichzelf en anderen omgaan. Voor de omgeving van zo iemand is dat soms onbegrijpelijk vooral wanneer hij het goed doet in de maatschappij. Ondanks, en soms zelfs dankzij, een wankele achtergrond kan iemand uitgroeien tot een zeer actieve, onafhankelijke, functioneel ingestelde en succesvolle persoon met veel kennis, hoog ontwikkelde vaardigheden en een groot oplossend vermogen. De eronder liggende onzekerheid en schaamte zullen worden verdrongen of overschreeuwd met bijvoorbeeld ongefundeerd moralisme. Ze zullen ook zoveel mogelijk vermijden alleen te zijn omdat dat teveel de onveilige situatie van vroeger oproept. Maar daar relaties niet echt lukken worden ze keer op keer toch weer op zichzelf teruggeworpen en met ‘alleen zijn’ geconfronteerd. Toch kunnen ook zulke mensen veranderen door nieuwe emotionele ervaringen die de oude vervangen. Dat gebeurt wanneer in ontmoetingen de emoties uit de kindertijd opnieuw worden aangeraakt en ze die durven voelen. Door die emoties toe te laten geven ze zichzelf een draagvlak waarop er contact kan ontstaan met wie ze in wezen zijn. Dat geeft een impuls tot het beleven van eigen kracht waardoor de buitenwereld als minder bedreigend wordt ervaren
41
Hoofdstuk 8
De dans van instinct en liefde Tantrisch leven Dans, alsof er niemand is die kijkt, Heb lief, alsof je nog nooit gekwetst bent, Zing, alsof niemand je kan horen, Werk, alsof je het geld niet nodig hebt, Leef, alsof de hemel op aarde is.
Rumi
Liefde, gezondheid, vrijheid, creativiteit, koestering, plezier en harmonie zijn ons geboorterecht Rolando Toro In plaats van last te hebben van ons instinct of ons erdoor te laten beheersen kunnen we het ook omarmen. Dat is een tantrische levenshouding. Het betekent niet losbandig leven, integendeel, het gaat erom de elementaire dingen in het leven tot een eredienst te maken, en zo tot vervulling en heelheid te komen en dit uit te stralen naar anderen. Deze intense aandacht voor het leven en alles wat ermee samenhangt komt onder andere tot uitdrukking in zingenot. Het vereist een scheppende open geest die permanent bereid is tot zelfonderzoek en die in de menselijke ontmoeting, in intimiteit, erotiek, liefde, seksualiteit, religie, geneeskunde, schoonheid, kunst architectuur, filosofie, wetenschap, politiek, sport, spel en dans zichzelf ontmoet. Alles wat deze houding faciliteert wordt benut: geuren, kleuren, bloemen, voedsel, dranken, ontspanning, muziek. Het lichaam wordt beschouwd en ervaren als een tempel waarin alle elementen die nodig zijn voor zelfverwerkelijking aanwezig zijn. Neem het leven zoals het komt’. staat op de website over dudeïsme. ‘Het leven is kort en ingewikkeld en niemand weet wat ie ermee aan moet. Dus doe dan maar niets is de levenshouding van de dude. Het is een duidelijke reactie op het gankelijke machtspel. Het is zeker geen tantrische levenshouding. Daarvoor is het te fatalistisch. Maar we kunnen het wel zien als een overgangsstadium van machtspel naar samenspel. We hebben hier te maken met een hype die uit Amerika is komen overwaaien.‘Dude’ is de bijnaam voor een personage uit de film ‘the big Lebowsky’ een neo-hippie die lanterfanterend, marihuana rokend, en morsig door het leven gaat. Hij blowt, drinkt white russians (wodka met Kahlua likeur) Hij houdt zich niet bezig met moraal. Hij wil maar één ding: en dat is met rust gelaten worden zodat hij door kan gaan met zijn nietsaandehanderige leven, zonder verantwoordelijkheden. Hij wil niks hoeven. Niet hechten aan bezit en kleding. Hij wil stoïcijns allerlei beproevingen van zich af laten glijden. Is niet bezig met zich slachtoffer te voelen, of sneu te zijn. Hij is een duidelijke tegenhanger van de ambitieuse yuppie. Arnon Grunberg schreef er een roman over. En die is verfilmd. Als dieren samen in een nest, hangen en liggen de dudes tegen elkaar aan. Het is een inhaalslag, een corrigerende emotionele ervaring die ze elkaar op deze manier bieden. Het geeft gehoor aan een instinct, dat zo oud is als de mensheid, n.l. de impuls om een veilige plek voor henzelf en hun nageslacht te scheppen. Een niche te maken zoals vogels een nest bouwen en konijnen een hol graven. Dat is een basale noodzaak voor ieder levend organisme. Kinderen scheppen zich zo’n veilige plek met hutten bouwen, huisjes tekenen en samen spelletjes doen. ‘Het leven is kort en ingewikkeld en niemand weet wat ie ermee aan moet. Dus doe dan maar niets. Hoe dudes met elkaar verkeren, vervult ook een basisbehoefte aan huid- en geluidcontact. De harde muziek en het geroezemoes in de ruimtes waar dudes graag verpozen zijn vergelijkbaar met de geluiden in de baarmoeder. De hartslag en de andere lichaamsgeluiden van de moeder hebben dezelfde gevoelswaarde. De veelal jonge dudes leren met deze levenshouding hun ouders, die hun passie in ambitie lieten ten onder gaan, een lesje. Ook al verschilt de manier waarop, leven de dudes, evenals hun ouders, ook vanuit een overlevingsstrategie. Ze scheppen zich met hun pas
42
op de plaats een veilig voelende plek die ze niet hadden bij hun achter doelen aanrennende ouders. Die hadden vaak alleen oog voor prestatie en materiële hebbedingen! Maar het riekt naar verdoving in plaats van echte veiligheid. Het is eerder overleven dan leven. Leven gaat om iets anders Freud introduceerde het begrip eros (levensdrift) in tegenstelling tot thanatos (doodsdrift). Eros als puur leven voortbrengend instinct tot instandhouding van de soort werd bij de oude Grieken in de vorm van een steen vereerd. Die steen symboliseerde de scheppende kracht van de aarde. Later werd Eros vereerd als de god die orde in de chaos schept, door gescheiden elementen te verenigen. Plato ziet Eros als het verlangen naar de ander, het andere, het aanvullende met als elementen liefde en schoonheid. De tantrische betekenis van eros is uit het oosten komen overwaaien. Het is een eredienst aan het leven met al haar facetten waarvan ook lust en genot deel uitmaken. Het voelen van bepaalde stoffen op je huid, bijvoorbeeld de zachte lakens als je gaat slapen en de aangename warmte van je bed, kun je ervaren als een omhelzing in plaats van uitgeput in je bed te rollen en meteen in slaap te vallen. De wind, de regen en zeewater op je huid kunnen ook erotische ervaringen zijn die je lichaam in extase brengen. Depressie, hysterie, impotentie en frigiditeit kunnen erdoor verdwijnen. Eros verandert de hormoonhuishouding, waardoor je je jong en energiek gaat voelen. De kleuren van je lichaam veranderen erdoor. Je hart gaat sneller kloppen en je hele organisme ondergaat een verandering. Door het huidcontact, de spierspanning, de temperatuur en de bewegingen neemt het genot toe. Er voltrekt zich een metamophose in een erotische ontmoeting met een ander mens, evenals in die van de micro organismen, zo’n tweehonderd en vijftig bacteriën, parasieten en virussen die op en in mensen leven. Als er liefdevol wordt gekust, worden er 26 duizend calorieën verbruikt doordat 260 spieren in beweging komen. Het calciumgehalte stijgt, waardoor er minder kans is op botbreuken. Afstandelijkheid en bewegingloosheid verbreken deze levende stroom waardoor het immuunsysteem verzwakt en de kans op ziekten toeneemt. Seksuele opwinding Over het algemeen wordt aangenomen dat vrouwen meer tijd nodig hebben om opgewonden te raken dan mannen. Dat is niet zo. Vrouwen kunnen net zo snel als mannen in een hoge staat van opwinding komen. Het hangt af van de prelude tot het liefdesspel. Seks is vaak te snel gericht op de geslachtsdelen en op orgasmes, zeker bij mannen. Het kan voor een man ook opwindend zijn om alleen maar te kijken en een vrouw te zien genieten, en andersom. Een vrouw die zich overgeeft aan wat ze voelt zonder erbij na te denken komt in een erotische golf terecht waarin gemakkelijk en vaak orgasmen optreden. Een orgasme kan soms wel twintig minuten duren. Een man die zich overgeeft aan wat hij voelt, kan ook, in plaats van te ejaculeren, de seksuele energie door zijn hele lichaam laten golven, waardoor beiden een gelukzalig langdurig liefdesspel met elkaar kunnen beleven. Het orgasme hangt niet van de ander af, ook al kan een ander je wel heel veel geven om het orgasme te vergemakkelijken, bijvoorbeeld met empathische, sympathieke bewegingen, strelingen en kussen. Wanneer iemand zich waardeloos of depressief voelt, blijven de opwinding en het orgasme weg. Dan is er eerst werk aan de winkel om meer zelfvertrouwen en zelfwaardering te krijgen. Seksuele opwinding hangt samen met aantrekkingskracht. De allereerste ervaringen met de omgeving spelen daar in een belangrijke rol. Dat de een houdt van slank, de ander van dik, dat de een valt op klein, de ander op groot is, onder meer, terug te voeren op hoe de eigen vader of moeder eruit zagen. Het hangt daar ook van af of je jezelf liever als groot en de ander als klein ervaart of andersom. Sommige vrouwen vallen op grote harige mannen, King Kongs waardoor ze zich beschermd wanen. Door ervaringen met de borstvoeding kunnen borsten een grote rol spelen . De stadia van de seksuele beleving volgens Wilhelm Reich - ontwakend verlangen - tot uitdrukking brengen van het verlangen - versnelde ademhaling - contact via gelaatsuitdrukking, beweging, lichte aanraking en woorden
43
- opladen via ademhaling en beweging - overgave, - ontlading in het orgasme - gevoelens van expansie en universele verbondenheid - versmelting, eenheidsbeleving, liefde - nagloed in diepe ontspanning en geluk Dat schepping, lust en genot samen gaan, getuigt van een grote kosmische intelligentie en wijsheid. Het zijn die intelligentie en wijsheid die een kind naar de moederborst, het stuifmeel naar de bloemen en het mannelijke naar het vrouwelijke voeren. Schepping en overleving betekenen eenzelfde eeuwige beweging. De erotiek van de dagelijkse dingen. Alleen maar een beetje lopen of wandelen, terwijl je je bewust bent van je lichaam, je gevoelens en je gedachten, doe je dat wel eens? Merk je dan dat je van alles denkt? En van alles voelt, ook in je lijf? Of ben je je van wat er in je omgaat en met je gebeurt amper bewust? En hoe werkt het bij je wanneer je met iemand anders loopt of wandelt? Kijk je dan wel eens naar die ander en kijk je om je heen? En wanneer je dat doet voel je jezelf dan nog? En hoe is het wanneer je met zijn drieën, vieren vijven, zessen of tienen loopt? Je kunt jezelf en elkaar ontmoeten in een gezamenlijke beweging. Ontmoeten is laten gebeuren. De ontmoeting van mens tot mens is een scheppend proces. Je neemt in je op wat in iemand aanwezig is, en geeft het weer terug. Of het nu staand, lopend, zittend of liggend is, zo’n menselijke ontmoeting kan vitaliteit genereren. De ander brengt dingen bij je omhoog waarvan je niet wist dat je ze in je had. Via de ander kun je jezelf ervaren. Hij/zij is je spiegel. Soms voel je je erdoor gevitaliseerd, dan weer geblokkeerd . De ander reikt je een oceaan van mogelijkheden aan om te ervaren en te onderzoeken. Het is de mogelijkheid die het leven als mens erotisch kunnen maken. Hoe we die mogelijkheid benutten hangt samen met hoe we omgaan met de werkelijkheid. Als we de werkelijkheid beperken door haar te interpreteren , leven we in een schijnwereld. We zien, luisteren en voelen niet wat er is. We hebben ons dan afgescheiden van het leven, van onszelf en van onze omgeving. We leven dan in een droom die soms een nachtmerrie is. Samen Soms bestaat een ontmoeting alleen maar uit een subtiele nauwelijks zichtbare kleine beweging die beantwoord wordt met iets soortgelijks. Soms wordt de beweging niet beantwoord. Laat iemand je niet toe. Of laat jij iemand niet toe. Ogen kunnen afstand scheppen. Eruit zien als gesloten luiken. Uidrukkingsloos en leeg. Dat doet iets met je. Het veroorzaakt een gemoedsbeweging. Het kan voelen alsof je in een gat valt. Word je dan bang? Verdrietig? Boos? Of haal je je schouders op? Stop je je gemoedsbeweging door over te stappen op een patroon dat je in iedere ontmoeting hanteert? Bijvoorbeeld grinniken, of je best doen om de afstand te verkleinen? Of je terugtrekken? Ogen kunnen ook zuigend en indringend zijn. Voel je dan de grenzen in jezelf? Respecteer je die? Of laat je iemand erover heengaan? Respecteer jij de grenzen die je van anderen voelt? Of ben je je dit soort dingen niet bewust? Iedere ontmoeting is een gelegenheid om je bewust te worden van wat er allemaal in je omgaat. Je geeft elkaar, zonder of met woorden, feedback. Samen zijn kan tot inzichten leiden. Een werkelijke ontmoeting genereert intimiteit, genot en geluk. De vitaliteit neemt erdoor toe. De blik van de ander. Heb je er moeite mee om iemand in de ogen te kijken? Ontwijk je het? Ga je druk praten? De andere kant uit kijken? Je kunt ook je grenzen wat verleggen en in iemand’s ogen blijven kijken en daarbij voelen wat je voelt. Meestal is het angst. Je weet nog niet waarvoor? Zover ga je niet? Je bent je er nauwelijks van bewust? Je kunt ook de uitdaging aangaan en die angst gewoon voelen terwijl je blijft kijken en doorademen, in contact met je lichaam en met wat er door je hoofd schiet.
44
Thea en Thijs gaan samen een experiment aan met als thema: met aandacht aanwezig zijn bij wat ze voelen en elkaar daarbij in de ogen kijken. Zo’n setup heeft natuurlijk iets ongemakkelijks. Thea en Thijs zijn ook duidelijk zenuwachtig . Er gieren allerlei gedachten door hun hoofd. Het helpt als ze eerst een poosje diep uit hun buik ademen en hun aandacht naar hun armen en benen brengen voor ze aan dit avontuur beginnen. Maar dan gaan ze ervoor. Het eerste wat opvalt is dat Thea meteen hoog gaat ademen en Thijs zijn adem inhoudt en zijn tenen kromt. Wanneer ze daarop attent gemaakt worden kunnen ze hun aandacht weer naar hun lichaam brengen, uit hun buik ademen en elkaar nu onbevangener aankijken. Thea meldt dat het voelt alsof haar iets wordt afgenomen. Ze heeft dat vaker bij mannen. Ze voelt het in haar buik. Het verandert in een seksueel gevoel. Daarna lijkt het alsof ze wegzakt, onderuit gaat. Ze realiseert zich dat Thijs haar niets afpakt. Dat ze iets met zichzelf doet of laat. Ze brengt haar aandacht weer bij haar armen en ademt weer vanuit haar buik. Buik uit wanneer ze inademt. Ze voelt zich nu ontspannen en overschrijdt een grens in zichzelf. Ze voelt een stroompje van haar hoofd via haar rug naar haar benen gaan. Even een duizeling. Dan weer een seksueel gevoel, nu in haar genitaliën. Thijs wendt een paar keer lacherig zijn hoofd af. Dan gaat ook hij de uitdaging aan. Hij wordt duizelig van Thea’s blik, alsof ze hem opslokt. Het voelt als verdwijnen. De contouren van Thea worden vaag. Zijn hoofd leeg. Er gaat een stroompje regelrecht naar zijn penis. Hij wil haar nu beetpakken. Hij herinnert zich een Duitse uitspraak: ‘wenn der Schwanz steht in der Hosen, rutscht das Gehirn im Arsch. Hij schaamt zich . Kijkt wat glazig. Hij is er niet meer. Thea heeft intussen zichzelf hervonden. Ze kijkt Thijs in open verwondering aan. Haar hoofd voelt leeg, ruim. Ze voelt compassie met zichzelf en met Thijs. Dat is in haar blik zichtbaar. Het stelt Thijs gerust. Zijn blik wordt rustig. Zo samen nu zien ze er even uit als twee open individuen, in een vrijblijvende verbinding met elkaar. Dat duurt maar weer even. Ieder moment is weer anders. Ze kunnen er nu voor kiezen uit deze beweging weg te vluchten, ‘m te bevriezen of ‘m door te laten gaan. En ze kunnen er nu ook voor kiezen to oefenen om bij iedere blik van een ander in contact met zichzelf te blijven. Mensen die nogal mentaal zijn of in een fantasiewereld leven, kunnen zich moeilijk overgeven aan de realiteit van het moment. Ze denken in plaats van te voelen. ‘Wat zou ze van me verwachten? Zou ze me te dik vinden? Misschien moet ik nu maar eens gaan vermageren. Zou hij het met anderen doen? Zou hij mij vergelijken met zijn ex?’ Hun hoofd is van hun romp afgesneden. Naar hartelust lachen Lachen is ook een instinctieve impuls die deel uitmaakt van onze levensdrift. Alle zoogdieren, waaronder de mens doen het. De mondhoeken gaan verder uiteen. Er verschijnen rimpeltjes bij de ooghoeken. Wanneer de lach doorzet ontbloten de tanden zich. Er wordt geluid geproduceerd. Luid lachen is een langgerekte, door geluid onderbroken zucht die kan uitmonden in schateren en schuddebuiken. Je zou de functie van lachen ook kunnen vergelijken met het gebruik van gereedschap. Het helpt je in contact te komen met zowel de lichtheid van het bestaan als met de zwaartekracht. Het bevordert het met beide benen op de grond staan en van het volgen je levenspad. Lachen heeft ook een helend effect omdat het spanning ontlaadt en een gevoel van bevrijding geeft. De ademhaling wordt intenser. Polsslag en bloeddruk nemen af. De elasticiteit van de bloedvaten verbetert. Er worden endorfinen afgescheiden, die een pijnstillend en kalmerend effect hebben. Er worden antistoffen aangemaakt tegen virussen. Het is bekend dat stress de binnenwand van de bloedvaten beschadigt met als gevolg ontstekingen en plaques die loslaten en de bloedvaten verstoppen. Lachen ontlaadt deze stress en dient daarmee de gezondheid. We kunnen zo lachen dat de tranen ons over de wangen biggelen. Met de tranen komen er veel giftige stoffen vrij. We maken ons lichaam ermee schoon, zoals dat ook na een geleden verdriet gebeurt. Het lucht op. We kunnen weer verder, mits we ons niet vereenzelvigd hebben met het verdriet en in een slachtofferrol zijn blijven hangen. Want dan stagneert de golfbeweging van het leven. Tranen van verdriet zowel als tranen van vreugde komen uit hart en buik. Hartzeer, zielepijn, liefdesverdriet en rouw lossen erin op . In welke vorm of om welke redenen ook, naast de ontlading van spanning ontgiften tranen ons lichaam, en dat is gezond. De Nederlandse huidarts Dhyan Sutorius gelooft meer in lachen dan in medicijnen als middel om huidproblemen te verhelpen. De huid is, volgens hem, een van de spiegels van de ziel en een diepe buiklach is een probaat middel tegen chronische pijn, naar zijn zeggen. Sommigen krijgen pijn in hun buik van het lachen. Die houden nog iets vast . Die geven zich niet helemaal over aan de bevrijding door de lach. Het moet nog wel even worden gezegd dat alleen de tanden ontbloten niets met lachen te maken heeft.
45
Smeermiddel Lachen is een belangrijk smeermiddel in het sociale verkeer, een creatief samenspel van effecten op elkaar. Het heeft maar voor tien tot vijftien procent te maken met pret, lol, plezier en grappen. Met lachen scheppen we een speelse ruimte waarin we zij aan zij komen te staan. Het bevordert wederzijds begrip, gelijkgestemdheid en intimiteit. Er wordt ook gelachen om een pijnlijke of spannende situatie soulaas te bieden. Het is dan een tijdelijke vlucht, een tegengif tegen spanning. Het relativeert. Hard lachen, vooral in groepsverband kan een vorm van rebellie zijn die een gevoel van macht geeft. Sommige mensen zijn er zelfs een beetje bang voor. Lachen kan ook iets manipulatiefs hebben. Bijvoorbeeld een vals hekserig lachje van een vrouw die haar man op iets betrapt. Hij beantwoordt dat wellicht met een zenuwachtig lachje, als van een jongetje dat op zijn donder krijgt. Dat klinkt anders dan giechelen wat meisjes vaak doen wanneer ze zich een beetje ongemakkelijk voelen. Agressief overschreeuwen, haatdragend lachen of zich verbeten terugtrekken behoren ook tot het arsenaal van degene die zich ongemakkelijk voelt. Naarmate de angst afneemt, kan er meer gelachen worden uit vreugde en plezier. Een evenwichtig samenspel van de mannelijke en vrouwelijke pool in een mens schept er het geruststellende draagvlak voor. Het top down machtspel, zowel in binnenwereld als buitenwereld, ontlokt dan eerder een milde glimlach dan dat het frustraties oproept. De overleving is hiermee ruiterlijk gediend. Evenals geeuwen, werkt lachen aanstekelijk. Spiegelneuronen oftewel hersencellen die een signaal afgeven dat terugspiegelt wat de ander doet zijn hiervoor verantwoordelijk. We synchroniseren. Dat doen we bijvoorbeeld ook als we naast iemand lopen. We passen ons loopritme aan de ander aan. Dat doen we ook als iemand iemand in de buurt wegrent, danst, meedeint met de muziek, applaudiseert, zingt, geeuwt, zich uitrekt. Ook gelaatsuitdrukkingen, verdriet , boosheid en angst, slaperigheid of druk doen roepen dit synchroniseren op. Dat het de overleving dient ligt voor de hand. Het is een oerinstinctieve reactie die aan sociale betrekkingen ten grondslag ligt. Het lichaam brengt de innerlijke gewaarwording tot uitdrukking en een ander lichaam imiteert het. Er is dan overeenstemming en dat voelt veilig en is ook veilig want overeenstemming en eensgezind optreden liggen in elkaar’s verlengde De evolutie van de lach. Tussen de twee en vier miljoen jaar geleden werd de evolutionaire sprong gemaakt die tot de lach leidde. De volle lach ontstond met het op twee benen staan van de primaten. Lachen lukt gemakkelijker in die stand omdat de druk op de borstkas erdoor vermindert. Gewervelde viervoeters die niet gemakkelijk op twee voeten kunnen staan, zijn dan ook, door de grotere druk op de borstkas, minder in staat de luide lach te produceren. Daardoor herkennen wij het ook niet zo gauw wanneer dieren lachen. Dat ze het doen is zeker. De verhoogde hoeveelheid zenuwcellen in het menselijk ruggemerg, van waaruit de ademhaling wordt gereguleerd maakte de volle luide lach mogelijk. Lachen dat als ontspanning gevend sociaal smeermiddel functioneert is een mooi voorbeeld van evolutionaire aanpassing die het overleven dient en geluk schenkt. Het wezenlijke van de lach is dat deze liefde uitdrukt. Spreek jij voluit en luister je naar wat je zegt en hoe je spreekt? Luister je naar hoe anderen tegen jou spreken en wat dat met jou doet? Probeer je het zonder vooroordelen , vooronderstellingen, kritiek en zonder interpretaties te doen? Misschien houd je van taal. Misschien geniet je van het vinden van woorden die precies uitdrukken wat je bedoelt. Misschien is taalgebruik voor jou een soort componeren van klank en betekenis. Of misschien praat je zonder je echt bewust te zijn van wat je zegt. Misschien heb je ook wel een taalbarriere en lukt het je niet een andere taal te leren spreken. Daar kan van alles aan ten grondslag liggen. Maar daar hoef je je nu niet mee bezig te houden. Je zou nu naar jezelf kunnen gaan luisteren wanneer je spreekt. Je kunt naar jezelf of iemand anders luisteren en daarin helemaal aanwezig zijn. Dat gaat niet moeiteloos in het begin. Want wie is degene in jou die luistert ? Meestal niet een liefdevolle innerlijke moeder, die blij is met je. Eerder een kritische subpersoon in je of eentje die zijn kont tegen de krib gooit. Het zijn vaak stemmen die zowel jezelf als anderen frustreren. Je voelt je door ze veroordeeld en afgewezen. En dat doen ze ook..Wanneer je je daarvan bewust bent, dringt het wellicht tot je door dat je de keuze hebt om je leven niet door ze te laten bepalen. Je kunt ze een andere rol in je leven laten spelen, in plaats van die van machthebbers. Praten is zingen met onderbrekingen. Er waren ooit plekken op aarde waar niet werd gecommuniceerd met woorden, maar met klanken. Ik nodig je nu uit om je passie te gaan ontdekken in de klankkleur van je stem. Jouw stem, jouw passie, die zich kunnen
46
ontvouwen tot jouw missie en jouw creatie. Jouw product dat jouw leven zin geeft. Je drukt je soms spontaan uit in klanken die je nog niet verstaat, ook al komen ze uit jouw mond. Door te zingen in bad, in de keuken, op de fiets, in de auto, of waar je je dan ook op dat moment bevindt, kun je jezelf ontmoeten. En ik bedoel hier niet een liedje zingen dat je een ander veel beter dan jij hebt horen zingen, maar experimenteren met geluid, met klanken. Je doet maar wat, maar bent er wel heel bewust bij. Je luistert naar jezelf, slaat jezelf gade. Je kunt daarmee weer in contact komen met je essentie die bestaat uit licht en klank. Misschien ontdek je eerst dat je je er niet lekker bij voelt. Waarom niet? Misschien merk je dan, wanneer je verder kijkt, die kritische stem in je die zegt:’ allemachtig wat zing jij vals, wat een ballentent. Hou maar op. Het is niet om aan te horen’. Of terwijl je dit leest een sceptische stem die zegt: ‘wat een onzin, waar dient dit nou toe’. Maar bedenk dan dat je nu weer opnieuw kunt kiezen om uit volle borst of heel subtiel je stem te gebruiken en klanken te maken. Misschien vind je het best lekker, zoals je dat als kind soms lekker vond, om gewoon voor de katsekont een eind weg te blèren. Het gaf je een vredig gevoel of het gaf je een lekkere ontlading, waarbij je ook vaak dansbewegingen maakte. De stem is gereedschap dat ontstaan is om het overleven beter mogelijk te maken. Omdat we ermee kunnen communiceren, ons verdedigen en ons ermee kunnen uitdrukken. Het is een machtig menselijk wapen maar ook een volmaakt werktuig dat het leven tot een vervullende ervaring kan maken. Het hoeft niet mooi te zijn. Iedereen kan dansen. Dansen is bewegen zonder onderbreking. Soms sta je stil en is het toch onderdeel van een dans omdat je van binnen danst. Je luistert naar je innerlijke muziek. Soms wieg je een beetje heen en weer, zing je, luister je. Je geeft uidrukking met je lichaam aan wat je voelt. Dans door het huis, buiten, overal. Het heeft niet zoveel te maken met geijkte danspassen. Het is meer een levenshouding die je vertaalt met je lichaam. Het gaat dus zeker niet om mooi dansen. Het is geen prestatie. Het gaat om spontaan uitdrukken wat er in je omgaat. Alles kun je er laten zijn. Ook je innerlijke conflicten, en je geblokkeerd zijn kun je tot uitdrukking brengen. Je bent als een rivier die zijn loop volgt in eeuwige beweging, soms heel miniem als een meer. Als je je best gaat doen om goed en mooi te bewegen schiet je het doel voorbij. Dan beweeg je vanuit je hoofd. In 1965 ontdekte professor Rolando Toro Araneda, hoogleraar psychologie en medische antropologie aan de katholieke universiteit van Santiago, het effect van muziek, ritme en beweging op het zenuwstelsel van patiënten in psychiatrische klinieken. Euforische dansen bleken het sympathisch zenuwstelsel en het gevoel van identiteit te stimuleren, en regressieve dansen die een staat van versmelten teweegbrengen, bleken het parasympathisch zenuwstelsel aan te spreken. Hij ging muziek zien als een universele taal die iedereen verstaat en de beweging die eruit voort kan komen als mogelijkheid voor de integratie van lichaam en geest en van het contact met jezelf en anderen. Hij ontdekte ook de samenhang tussen beweging en emoties. Hieruit vloeide een werkwijze voort die hij biodanza (= levensdans) is gaan noemen. De koppeling van muziek, beweging en emotie zijn de ingrediënten waardoor, volgens hem, ons potentieel aan vitaliteit, affectiviteit, creativiteit, seksualiteit en overgave weer volledig tot onze beschikking kan komen. Wanneer twee mensen samen dansen hebben ze op dat moment een relatie met elkaar. Tijdens die relatie kan hun hele potentieel zich uitdrukken in een vloeiende vanzelfsprekende beweging. Als het denken de beweging stuurt, is die beweging niet vanzelfsprekend. Die is bedacht, onnatuurlijk en reactief. Reactief op angst. Er wordt geen verbinding gemaakt. Het is een afgesplitst eenrichtingsverkeer. Er is geen in elkaar vloeiende beweging en ritme. Er kan geen synergie plaatsvinden. Je gaat je bijvoorbeeld druk maken over wel of niet een initiatief nemen. Sommige mensen nemen nooit een initiatief. Ze wachten af. Hopen dat er wat gebeurt. Denken ondertussen van alles. Soms denkt iemand: ‘Ik moet ontvankelijk zijn’ en maakt pas op de plaats, terwijl de ander juist wacht op een actie. Dan kun je beiden lang wachten. Als je deze denkactiviteit herkent, ben je al een heel eind. Je merkt het dan wanneer je denken de beweging beheerst. Bijvoorbeeld dat je vindt dat het anders moet. Dat je je moet overgeven. Wanneer we met een ander dansen hebben we die persoon vaak uitgekozen vanuit ons denken. Maar ons instinct is veel ongedifferentieerder, zoals in een kudde. De instinctieve energie stroomt waar die ontvangen wordt, waar een bedding is. Zij let niet op dik, dun, groot, klein, jong of oud. Zij stroomt en het is heerlijk om dat te voelen. Het is een ritmische, gezamenlijke beweging, leven dat in verbinding is met leven. Versmelting en individuele krachtige activiteit wisselen elkaar af. Dat is wat in gelukkige gemeenschappen gebeurt.
47
Als je er laat zijn wat er spontaan ontstaat val je een bepaald moment vanzelf in de muziek. Je kunt ook dissociëren en mechanisch lopen zoals mannequins en soldaten dat doen. Hoofd, lijf, borst en buik lijken niets met elkaar te maken te hebben. Je kunt met zijn tweeën volkomen niet in contact met jezelf noch met elkaar een beetje op en neer staan te bewegen op een ritme. Je ziet het overal in dansgelegenheden op die manier gebeuren. Ervaring van een deelnemer aan biodanza, onder leiding van Rolando Toro: We staan in een cirkel, houden elkaar’s handen vast. Er ontstaat beweging op de muziek. We meanderen rond, de een na de ander aankijkend en aanrakend. Het valt me niet mee. Ik voel me er ongemakkelijk bij. Ik heb oordelen over mezelf en ook over anderen. Ik blijf vriendelijk maar raak het contact met mijzelf en anderen kwijt. Het lijkt erop dat het andere mensen ook zo vergaat. ‘Fake it until you make it,’ dan maar. Het is een try-out. En dan valt de munt. Ik laat de beweging uit zichzelf komen op het ritme en de klanken. De ritmische muziek brengt me in mijn lijf. Dat is lekker. Ik voel me losser en kan nu kijken, en ik voel iets van warmte naar degene die ik aankijk. Als de muziek ophoudt, ben ik het gevoel van lichte gêne, dat ik in het begin had, kwijt. Het keerpunt Zoals eerder eerder vermeld, bestonden er, vijftig jaar geleden, twee cultuurgroepen in Amerika, volgens de schrijvers van het boek ’Cultural Creatives’ Paul H. Ray en Sherry Ruth Anderson. Ze noemen hen de traditionalisten en de modernisten. De eerste groep wordt het meest beheerst door angst. Zij willen daardoor alles bij het oude houden. Tradities, controle en macht vieren hierbij hoogtij. De tweede groep is iets minder bang en richt zich meer op succes. Er is een nieuwe groep bijgekomen die de angst in de ogen durft te kijken en eraan voorbij durft te gaan. Die groep telt nu al meer dan vijftig miljoen Amerikanen. In Europa heeft zich ook zo’n groep gevormd, bestaande uit ongeveer dertig tot vijfendertig procent van de bevolking. Het zijn mensen die bewust kijken en ervaren wat in hen omgaat en hoe dat uitwerkt in hun leven en in dat van anderen. Zij zijn aan het ontdekken dat eigenbelang en algemeen belang in elkaar’s verlengde liggen. Dat het een het ander niet uitsluit. Zij zijn de drijvende kracht die aanzet tot een duurzamere samenleving waar onderlinge verbondenheid en interdependentie het overnemen van afgescheidenheid, als gevolg van het geboortetrauma, dat eeuwenlang het leven op onze planeet heeft beheerst. Zij zijn de gnostici in een nieuw jasje. Zij zijn de tijdgenoten van de toekomst. Niet alleen burgers, niet alleen aardbewoners maar deelgenoten van het universum. In het recent verschenen boek We moeten veranderen heeft Peter Slotendijk het over de tijdgeest die een nieuwe cultuur van onderlinge verbondenheid dicteert, buiten de kooien waarin specifieke groeperingen samengepakt waren met hun eigen normen en waarden afgescheiden van de andere kooien. In de diepte van ons gevoelsleven hebben we allemaal weet van een wereld die zich niet bedient van oorzaak en gevolg maar van zinvolle samenhangen, die betekenis aan ons leven geven en een vruchtbaar bewustwordingsproces op gang brengen. Het is een magisch, creatieve wereld waarin mysteries worden onthuld, doormiddel van symbolentaal, mythen en rituelen. In de vroeg christelijke traditie werd het innerlijk weten gnosis genoemd. Deze inherente kennis, die we alleen zelf in ons kunnen blootleggen, is moeilijk over te dragen omdat elke causale wetmatigheid ontbreekt. Wanneer we met dit innerlijk weten in contact komen voelt dat als thuiskomen. Het door angst ontstane dualistische perspectief van overleven versus leven verandert erdoor in een ervaring die beide verenigt. Daardoor kunnen we instinctieve impulsen ook als een zingevende kracht ervaren. Dit proces komt moeiteloos op gang door een niet resultaat gerichte houding. Het ontvouwt zich als een opengaande bloem. We gaan door met vragen stellen, dialogen houden, argumenteren maar waar het om gaat is dat we de diepte en betekenis van dit weten voor waar houden. En dat is dan geen illusie, compromis, verdringing of voorbarige harmonie, maar een samenspel van onbevooroordeeld observeren, ervaren en onderscheidend denken. We openen ons daarmee voor dimensies van zijn waarop we niet durfden te hopen. Onze roeping in het leven wordt duidelijk. Paulien Assink schrijft er het volgende over in ‘ Samenspel’: ‘Ieder mens heeft iets waarvoor zij of hij leeft en sterft. Vaak is dat hetgene waar iemand heel erg gelukkig van wordt en waar zij ook al voor is uitgerust in de vorm van aangeboren kwaliteiten.
48
De voorbodes van een ontluikende roeping zijn vaak een knagend gevoel dat er iets ontbreekt, een gevoelde onvrede of een diep verlangen naar iets wat ‘geboren’ wil worden. In ieders leven zijn tal van aanwijzingen en schijnbare toevalligheden aan het werk die ons brengen bij onze roeping of bestemming. Meestal zijn het vriendelijke uitnodigingen maar soms is er een crisisachtige situatie nodig opdat we gaan luisteren naar de zaken in ons leven die er echt toe doen en de aanwijzingen gaan volgen die ons dichter brengen bij onze ‘calling’. Iedere mens heeft een aangeboren verlangen om haar of zijn calling in het leven te ontdekken en daar gehoor aan te geven. Een calling is een diep gewortelde innerlijke helderheid over wie jij in diepste wezen bent en wat jou te doen staat in je leven. ’ Opnieuw Durven is even de grond onder je voeten verliezen. Niet durven is je leven verliezen. Søren Kierkegaard
We komen op dat punt terecht wanneer we de ruimte die als leegte voelt ervaren, en niet opvullen. De ervaring van leegte roept de ervaring van het geboortetrauma op. Als we de leegte er laten zijn, zonder er wat mee te moeten, beginnen we aan het avontuur: leven. We worden opnieuw geboren, in onszelf. Volgens de Tsjechisch-Amerikaanse psychiater Stanislav Grof, de belangrijkste initiator van de transpersoonlijke psychologie en de holotropie (= bewegen naar heelheid, via diep en intens ademen), spelen sterven en geboren worden de belangrijkste rol in het leven van een mens. We beleven sterven en geboorte in al onze ervaringen. Alles wat een begin heeft, houdt ook weer een keer op en dat roept de oerervaring van geboorte en dood op. Dit heeft volgens hem te maken met het geboortetrauma, de strijd op leven en dood die we allemaal tijdens onze tocht door het geboortekanaal heen doormaken. Als we onszelf gaan onderzoeken, gaan we allerlei verschijnselen die met het geboorteproces te maken hebben steeds heftiger ervaren en herkennen. Hoe meer we ons aan dit herhaalde sterven en weer opnieuw geboren worden durven over te geven, des te meer komen we in contact met een werkelijkheid voorbij die van ons oude overlevingsprogramma, de conditioneringen uit onze jeugd, onze defensieve opstelling oftewel ons karakter of onze persoonlijkheid. Met de onbevangen nieuwsgierigheid van een kind (beginnersmind) komen we in een meer dimensionaal bewustzijnsgebied zonder grenzen vol nieuwe tot nu toe ongekende mogelijkheden terecht. De spirituele geboorte! Zo’n ontmoeting met geboorte en dood en de transcendentie in nieuwe bewustzijnsgebieden voorbij de persoonlijkheid gaat meestal gepaard met een existentiële crisis. Het eerste dat we ervaren is de herhaling van het in de baarmoeder zijn, dan de samentrekkingen van de baarmoeder terwijl er nog geen uitweg is, dan het in het baringskanaal gestuwd worden, en ten slotte de geboorte, de confrontatie met licht en ontspanning. En als er daarna geen warme veilige opvang was dan blijft de strijd op leven en dood in al zijn hevigheid doorgaan, ons leven lang. We kunnen dit programma moeilijk loslaten. We blijven hangen in overlevingsstrategieën die al lang niet meer nodig zijn. De doodsangst heeft de overhand, ten koste van de kwaliteit van leven en dus ook van overleven. Dat is wat Freud met onze doodsdrift bedoelde. De leegte ingaan is dus een belangrijk moment dat tot zelfbezinning kan leiden en een mogelijkheid tot persoonlijke groei kan bieden. Het is het moment van ‘terug naar af’, naar het 0 punt, het punt omega, waar de levensbron verscholen ligt. Hoewel het gat in eerste instantie als beangstigend kan worden ervaren, komt bij nader onderzoek een nieuwe dimensie bloot te liggen die kan worden toegevoegd aan het bewustzijn. In de leegte van het gat kan het oerverlangen naar versmelten, zoals dat na de geboorte is getraumatiseerd, worden doorbroken met het durven ervaren van de werkelijkheid zoals die is, en niet een interpretatie ervan. De werkelijkheid ervaren zoals die is, en niet een beeld dat je je hebt gevormd ervan, betekent ook jezelf durven ervaren zoals je op dat moment bent. Als dat een en al gespannenheid is, is dat wat er is. ‘Je stond erbij en keek ernaar’, zonder erover te oordelen, meer niet. Zo ga je op eigen benen staan. Je geeft aan jezelf waarnaar je verlangt en wat je nodig hebt, met name liefdevolle aandacht en ruimte om jezelf in te ont-dekken en te ont-wikkelen. Daarmee inviteer je jezelf het leven te leven, in plaats van af te wachten of de symbiotische verlangens worden vervuld en in plaats van te streven naar het vinden van geluk buiten jezelf. Je gaat het avontuur
49
aan. En dat betekent opnieuw geboren worden in jezelf. Het gat is het geboortekanaal waardoorheen je gaat naar de immense ruimte van je bestaan. Het eerst zo beangstigende gat verandert dan in een bevrijdende ruimte. Onbegrensde eenheid en bewustzijn In de bijbel wordt het paradijs beschreven als een volmaakte eenheid waarin God de vogels en al wat vliegt schiep en zag dat het goed was. Waarin God al wat zwemt schiep en zag dat het goed was. Waarin God de mens schiep, en dan staat er niet achter: en zag dat het goed was. Betekent dit misschien dat de mens als een experiment wordt beschouwd? Die mens is een man, Adam genaamd. Adam schept de vrouw, Eva. Aan de volmaakte eenheid komt een einde als Eva in de verleiding komt van de verboden vruchten van de boom der kennis van goed en kwaad te eten en Adam er ook toe overhaalt. Zij moeten nu voorgoed het paradijs verlaten. Met andere woorden: hier eindigt hun symbiose. Ze verlaten de oereenheid. Door het tot zich nemen van kennis, de kennis van goed en kwaad, ontstaat het onderscheid, waardoor de eenheid die ze met elkaar en hun omgeving vormden wordt verbroken. Er treedt een nieuwe fase in. Met de kennis ontstaat het onderscheid. Het goede en het kwade worden onderscheiden. Dit ontaardt in dualiteit. Daar begint de geschiedenis van de mens die hem voert van de onbewuste oereenheid via de dualiteit naar het bewust opnieuw ervaren van de eenheid maar daarin wel kunnen onderscheiden. Met andere woorden: via verdeeldheid en afsplitsing (chaos) en zich daarvan bewust worden, komt de mens uit waar hij ooit is begonnen, maar nu met een onderscheidend bewustzijn. Hij ervaart nu de eenheid, niet in de symbiose zoals in het paradijs, maar als individu die zich bewust is van zijn omgeving en de bron van zijn bestaan, waarmee hij zich verbonden voelt. Onderscheid kunnen maken verandert niets aan de ervaring van onderlinge verbondenheid en onbegrensde eenheid. Het paradijsverhaal zouden we kunnen zien als een metafoor voor de fasen waardoorheen een mens vanaf zijn geboorte gaat: symbiose, separatie, differentiatie, bewustwording, eenheidsbewustzijn. Het paradijs vertegenwoordigt de baarmoeder en de moederborst, waar het kind zich een voelt met de moeder. Het verjaagd worden uit het paradijs in het bijbelverhaal is representatief voor het verlaten van die eenheid. De bewustwording van de scheiding die tussen moeder en kind bestaat, is te vergelijken met het eten van de boom der kennis van goed en kwaad. Het kind leert onderscheid maken tussen ik en de ander, maar ervaart het voorlopig als afscheiding (separatie), en dat is beangstigend. Daar de ouders nooit helemaal in staat zijn de angst van een kind weg te nemen door de behoefte aan veiligheid en liefde volledig te vervullen, wordt het verloren paradijs steeds meer een feit. En dat speelt iemand zijn hele leven parten, waardoor hij almaar op zoek gaat naar het paradijs in de buitenwereld, totdat hij zich bewust gaat worden van dit verschijnsel en het paradijs ontdekt waar hij nog nooit had gezocht: in zichzelf. En dan kan hij soms iets ondernemen wat hij niet voor mogelijk had gehouden. Het volgende verhaal is een voorbeeld hiervan. Het proces dat Michiel beschrijft en de liefde die hij voelt zijn de vrucht van zijn onbevangen zelfonderzoek.
Elke dag, elke minuut spookte ze door mijn hoofd. Twintig jaar lang. Nooit, nooit meer, het hoeft voor mij niet meer, dacht ik er dan bij!’ Mijn moeder, mijn echte moeder opzoeken… Dan is er opeens dat moment waarop ik het anders wil benaderen. Ik ben tot rust gekomen in een eigen huis. Ik wil mij de tijd geven om haar te gaan willen vinden. Op mijn manier, in mijn eigen tempo. Ik beloof mijzelf dat dit een cadeautje voor mij, en mijn kleine ik, zal worden. Ik voel de verbinding met Michieltje ontstaan. Ik vertel het niemand. Ik wil de ontmoeting met hem in de veilige intimiteit met mijzelf gaan ervaren. Het neemt een jaar in beslag. Een jaar waarin ik me van veel bewust ben geworden en veel inzichten heb gekregen. Ik zie in dat alles in mijn leven heeft gedraaid om geruststelling en bescherming, iets wat Michieltje nooit heeft gekend. Nu kan ik het hem zelf geven. Ik zal voortaan altijd bij hem zijn en hij bij mij. Ik laat hem helemaal zijn gang gaan. Mijn kleintje mag stuiteren,schreeuwen ,tieren, ondeugend zijn, vragen stellen. Ik leer hem zich daarbij op zijn gemak te voelen. Het leuke en interessante is dat ik met hem in dialoog kan gaan vooral wanneer we in alle rust op de bank zitten of ‘s morgens aan het wakker worden zijn.Er ontstaat dan meestal een gesprek over hoe of wat het ons, mij, hem, haar ( mijn moeder) zou kunnen brengen. Hoe het nu zou zijn, hoe het vroeger was en hoe het zou kunnen worden. Er komen dan iedere keer tranen en woede, maar ook begrip, berouw, compassie en....liefde. Zonder dat het contact is gelegd maken we contact met mijn moeder.
50
Het geeft vrede en rust. de “oorlog” met mijn moeder op te geven en de werkelijkheid onder ogen te zien en te aanvaarden. Het voelt alsof ik de “kleine” zijn gevoel van eigenwaarde teruggeef. Ik luister eindeloos naar hem. Ik hoor waarover hij boos en verdrietig is en waarnaar hij verlangt. Dan breekt de dag aan waarop we gaan. Ik weet zeker dat ze er zal zijn. Ik heb haar adres achterhaald. Amsterdam-Noord, 20 minuten op de fiets. Dan zal ik daar zijn. Dan zullen wij daar zijn. Ik bel haar niet op. Het is zondagochtend. Ik word wakker, we worden wakker, hij eerder dan ik. Hij springt rond van plezier. Gaan we? Ja, we gaan!!! Op dat moment is het stuiterende mannetje niet meer te houden. Ik voel van alles, spanning, angst. Ik stel voor eerst maar eens met onze kop in de zon te gaan zitten op het balkon. Ik beloof hem ‘m door dik en dun te beschermen. Het is een heerlijk uurtje in de zon. We worden rustig. En dan gaan we. Samen op de fiets, hij echt door het dolle heen… We gaan !!!! Dit is een heerlijk gevoel, We vertrouwen erop dat het goed komt. Op de pont naar de overkant, Amsterdam Noord. Wat dichtbij eigenlijk. De zon schijnt op het water…. De overkant, wat een rijke beleving! De deurbel onder mijn vingers, nog een keer goed kijken naar mijn kleine. 1k knipoog naar mijn hartje. En dan bellen maar. Wachten, wachten wachten, deur open….. Een vreemde man, lieve ogen, kijken me aan. Ik zeg, Ik ben Michiel Marskramer, zoon van Jeanine, woont zij hier? Hij draait zich om en zegt: Kom binnen, ik zal haar roepen…. YES!!! Dan zie ik haar. Het duurt seconden jaren, dagen eeuwen... De tijd bestaat niet meer. Mijn kleine lost op in mij…. De omstrengeling, haar fysiek voelen, is alsof alles oplost tussen ons. Er vloeien tranen. Er rollen woorden over mijn lippen. ‘Ik vergeef je’ De middag is intens, Veel te vertellen, te bekijken, te horen en vooral te kunnen zijn als een geheeld geheel, van ik en mijn kleintje samen met mijn moeder. ’s Avonds sta ik voor de spiegel, ik kijk naar mezelf. Ik straal en ben rustig, mijn ogen zijn de ogen van een vijfjarige, Ik zie vuur, passie, ondeugendheid. Ik voel me rijp, krachtig en sereen. Ik ben..Dank je wel, ontzettend lieve, mooie kleine Michiel, jij hebt mij heel veel gegeven!!! Nu kan ik echt gaan leven. Vandaag Liedje van Yoyo. Oprichter van ‘meer mensenmens’ in Arnhem Ze geeft workshops, schrijft liedjes die ze begeleidt op haar gitaar Vandaag, vandaag, heb ik de zon gezien De bloemen gingen open de vlinders vierden feest de wereld was nog nooit tevoren half zo mooi geweest vannacht vannacht, heb ik de maan gezien ik keek mijn ogen uit in het zilverwitte licht en wat ik om me heen zag is teveel voor een gedicht vandaag, vandaag, heb ik mijn lief gezien hij is in alle ogen die ik bewust ontmoet waar ik op de wereld ben daar is het leven goed vannacht, vannacht, heb ik de dood gezien hij danste met het leven ze werden samen één even keek ik dwars door alle waan-ideeën heen
51
vandaag, vandaag, heb ik de zin gezien de dans van alle dingen versmelt in dit refrein: voor mijn part mag het steeds vandaag en nooit meer morgen zijn Het samenspel van instinct, gevoel en denken geeft een veilig draagvlak waardoor angst niet meer escaleert tot onheuze proporties. Het maakt overreacties overbodig. De samenleving wordt daardoor harmonieuzer. Lust en empathie gaan hand in hand en krijgen de ruimte om uit te monden in liefde, vrede en geluk. Geestelijke en lichamelijke gezondheid krijgen actieve vitaliserende impulsen, in plaats van reactieve blokkerende impulsen. Er ontstaan fysieke veranderingen. Het netwerk van onze hersencellen breidt zich uit. Er vormen zich steeds meer doorgangen en verbindingen, ook met- en in ons hormoon- en zenuwstelsel. Dat resulteert in springlevende, spontane, authentieke, open, gezonde mensen. Mensen die warm, onbevangen en liefdevol met zichzelf en anderen omgaan, zorg hebben voor het leven, volle vervullende seksuele ervaringen hebben en goed functioneren in de maatschappij.
Volgens een oude Egyptische en Perzische traditie wordt de fase waarin de bewustwording een punt heeft bereikt waarop het accent meer ligt op leven dan op overleven gesymboliseerd door een zegenwagen, markaba (Perzisch) merkaba (Egyptisch) waarmee we de zegentocht terug naar onze essentie maken. Een tocht terug naar de bron, waar instinct, liefde en ratio een onafscheidelijke eenheid vormen, waar overbezorgdheid en overreactiviteit worden vervangen door zorg en bescherming, waar die nodig zijn. Er wordt dan meer vanuit lust dan vanuit angst geleefd. Meer geleefd dan overleefd . Het bewustzijn dat alles wat bestaat in onderlinge afhankelijkheid is en samenhangt in een levend, bezield universum, waar ieder onderdeel een blauwdruk is van het geheel, is zo oud als er beschavingen zijn. Het kan ‘leven’ tot een samenspel van zijn, ervaren en observeren maken, waarbij empathie, altruïsme, instinct, gevoel en ratio elkaar de hand reiken. Het kan ook een machtsspel worden doordat obsessieve zelfs dodelijke overreacties op doodsangst – we zijn nu eenmaal sterfelijk- het overnemen van levenslust. Overreacties oftewel overbezorgde egoïstische overlevingsstrategieën die bestaan uit controleren, beheersen en veroveren. In de huidige fase van de evolutie komt, in plaats daarvan, de behoefte aan een duurzamere samenleving die de veiligheid voor iedereen op langere termijn als Leitmotiv heeft weer meer op de voorgrond. Het moderne bewustzijnsonderzoek, de nieuwe fysica en biologie dragen daaraan bij. Het opent nieuwe dimensies van zijn. Je lichaam als tempel ervaren Tantra is zo’n levensweg, die beschreven staat in de tantra’s. Het werd gepraktiseerd in Zuidoost Azie en delen van China, zo’n 650 jaar na christus. Deze levensweg is gewijd aan het ervaren van de eenheid van alles met alles, via de seksuele vereniging.De lust wordt gesymboliseerd door de kundalini, een opgerolde slang die in het bekken van zowel mannen als vrouwen vertoeft. Als de slang zich opricht voelt dat soms als een koud dan weer heet vuur waarvoor ons hele wezen zich kan openen maar ook sluiten of door verlamd raken. Kunda betekent poel, de poel van zowel het goddelijke als het vernietigende principe. Als we de slang zich in ons laten oprichten en ons eraan overgeven komen we in contact met genot. Wanneer de slang ons hart bereikt stromen we over van liefde en geluk. Wanneer de slang ons hoofd bereikt krijgen we heldere inzichten. Wanneer de slang zich ook buiten onze contouren beweegt krijgen we spirituele ervaringen. De beweging van de slang kan ook beangstigen. Dan zal ons instinct het sein ‘onveilig’ afgeven. Er ontstaat dan al gauw een neergaande kundalinibeweging die een korte ontlading van energie geeft in de orgastische reflex. En dat is een ander orgasme dan het diepe alles verbindende orgasme waarbij lichaam en geest zich totaal hebben geopend en overgegeven aan de onbegrensde ruimte van ‘zijn’ .
52
Hoofdstuk 9
De intiemste relatie De intiemste relatie die we kunnen hebben is die met onze eigen aanwezigheid
AH Almaas
Het startpunt van een intieme relatie met onszelf is onze eigen aandachtige aanwezigheid, zonder oordelen, of voor(ver)onderstellingen over wat er gaande is in ons en om ons heen, waardoor angst niet meer de boventoon voert in ons leven. Het geeft een gevoel van een draagvlak hebben. Onze hersenen stellen ons mensen hiertoe in staat. Kunnen we dit mediteren noemen? Ook al kunnen alle mensen in principe mediteren is er zoveel wat meditatie blokkeert dat het voor velen een ontoegankelijk gebied lijkt. Een intieme relatie met jezelf wil zeggen dat je liefdevol aandachtig aanwezig bent met wat er in je omgaat, met wat je denkt, ervaart en voelt in je lichaam. Het geneest wat er mis ging in je leven. Het opent tot nu toe onbekende gebieden voor je. Het gaat er vooral om dat wat er ook gaande is niet anders hoeft te zijn dan het is. Je verzet je niet. Dus wat er in je omgaat, naar aanleiding van wat dan ook, laat je er zijn. Je kijkt er aandachtig en met respect naar, zonder te oordelen, zonder te interpreteren. Een frustratie is dan geen probleem dat moet worden opgelost maar eerder een rijke ervaring vol creatieve mogelijkheden en uitdagingen. Dat gebeurt niet zo gemakkelijk als het klinkt. Degenen die hier al mee vertrouwd zijn zullen dat hebben gemerkt. Ook met een mantra, zoals bij de zogenaamde transcendente meditatie of met de ademhaling als focuspunt gebeurt het vaak maar even. Je zit al gauw met je aandacht ergens anders. Het vergt eerlijkheid tegenover je zelf en een open nieuwsgierige houding om jezelf hierin gade te slaan. Als je je gedachten probeert te verjagen, in plaats van ze te onderzoeken, verjagen ze jou. Het startpunt van een intieme relatie is dus je eigen aandachtige aanwezigheid. Tijdens de afwas ‘Mindfullnes’ heet het vanuit Boedhistische invalshoek. De Vietnamese Boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh baseert zijn onderricht op bewust ademhalen en glimlachen waardoor we ons er meer van bewust worden waarmee we bezig zijn. Ons lichaam is dan steeds minder ergens anders dan onze geest. Meditatie kan, volgens hem, overal en altijd plaats hebben, ongeacht waarmee we bezig zijn. Dat kan de afwas zijn, een wandeling, eten of een ingewikkeld project. Steeds weer kunnen we de vrede en het geluk ervaren die in elk moment besloten liggen waardoor er spontaan een glimlach op ons gezicht verschijnt. In die glimlach komt ons denken tot rust wat ook een heilzame invloed op onze omgeving heeft. Thich Nhat Hanh geeft suggesties om de dingen die ons gewoonlijk enerveren, zoals verkeersopstoppingen, tegenspoed en conflicten te gaan zien als vrienden op ons pad. Als de telefoon rinkelt kan dat als een anker functioneren dat onze aandacht weer bij ademhalen brengt. Een oefening in dit verband is tegen onszelf te zeggen wanneer we inademen: 'ik kom tot rust', en wanneer we uitademen: 'ik glimlach'. En bij de volgende inademing: 'levend in het hier en nu', en uitademend: 'wordt dit moment een wonder'. We kunnen geweld in onszelf vermijden door bijvoorbeeld ons lichaam geen geweld aan te doen en een houding aan te nemen waarbij we in aangenaam contact met ons lichaam zijn. We kunnen onze gevoelens vergelijken met een rivier die door ons heen stroomt, Elke waterdruppel vertegenwoodigt een ander gevoel. Al die gevoelens staan met elkaar in verbinding en zijn onderling afhankelijk. Om de gevoelens te observeren hoeven we alleen maar aan de oever van onze innerlijke rivier te gaan zitten om bij elk gevoel dat opkomt en weer verdwijnt, te ontdekken wat voor gevoel het is. Thich Nhat Hanh onderscheidt drie soorten gevoelens: aangename, onaangename en neutrale. We zijn geneigd om een onaangenaam gevoel weg te duwen. Maar we hebben er meer aan als we dat ook ervaren en observeren, terwijl we bewust in- en uitademen. Deze observerende houding is een belangrijk aspect van meditatie. We verdrinken niet in onze gevoelens. Ze tiranniseren ons niet. Maar we verwerpen ze ook niet. We moeten ze wel zoveel mogelijk zuiveren en erop letten dat omgevingsfactoren geen beslag leggen maar adquaat worden aangepakt. Je voelt wat je denkt
53
De verschillende stappen die leiden naar transformatie zijn volgens Thich Nhat Hanh: -herkennen en erkennen van een gevoel met liefdevolle aandacht -één worden met het gevoel zoals een moeder haar kind liefdevol vasthoudt wanneer het huilt - de oorsprong van het gevoel ontdekken, vaak een bepaalde gedachtengang. - het gevoel wordt losgelaten Veel mensen willen wel van hun pijnlijke gevoelens af, maar de denkbeelden waar die gevoelens uit voortkomen, willen ze niet onder ogen zien. En dat is nou juist zo belangrijk. Het betekent de denkbeelden leren herkennen. We komen daarmee op het spoor van onze afweermechanismen tegen wat we voelen. De wortels van verdriet en boosheid liggen volgens Thich Nhat Hanh in onbewuste angst, wantrouwen, trots en hebzucht. Als je deze wortels eenmaal in jezelf herkent zul je niemand meer beschuldigen of iets verwijten. Dat betekent niet dat je iemand niet zou confronteren met een bepaald gedrag. Maar dat gebeurt dan niet uit wraak of boosheid maar vanuit begrip en mededogen. Wanneer je iemand werkelijk begrijpt en meeleeft met wat hem of haar drijft, kun je niet anders dan van hem houden. Wanneer we geen voorwaarden stellen en zonder verwachtingen zijn, blijven angst, boosheid en verdriet uit. Thich Nhat Hanh propageert ook de loopmeditatie waarbij het volgende mindfulness-vers wordt gezongen: Happiness is here and now I have dropped my worries Nothing to do. Nowhere to go. There’s no need for hurry. Happiness is here and now. I have dropped my worries Nothing to do. Nowhere to go
Tot zover Thich Nhat Han
De onbevooroordeelde aandacht voor wat je ervaart en voelt is het begin van jezelf onvoorwaardelijk liefhebben. Hoe zit je erbij? Pijntje hier, pijntje daar? Welke gedachten komen op? Hoe voel je je? Adem je voluit? Heb je contact met je voeten? Hoe voelen ze? Hoe is het met je buik gesteld? Je maag? Je hoofd? Voel je ergens spanning? Oh nu ben je weer even afgeleid... Aanwezig zijn in wat er is, is een manier om wakker te worden in de realiteit en op het spoor te komen van wat je gelooft en hoe je denkt, en hoe dat je leven bepaalt, c.q. je gelukkig of ongelukkig maakt. Je zit aan iets heel anders te denken? Geen probleem hoor! Goed dat je je dat realiseert. Je zult, wanneer je daartoe gemotiveerd bent, steeds sneller in de gaten hebben dat je afdwaalt en waarheen je afdwaalt. Verbeeldingskracht Verbeelding is belangrijker dan kennis.
Albert Einstein
Behalve dat we er geen contact mee hebben zien we ons lichaam meestal alleen als een samenstelsel van huid, botten, spieren en organen en niet als een samenspel. Dat onze huid, botten, spieren en organen bestaan uit cellen en moleculen ligt vaak nog verder uit ons gezichtsveld. Laat staan dat we het ervaren. We realiseren ons nauwelijks dat de basis ervan met kernenergie geladen atomen zijn die alles bijeen houden. Wanneer we ons inleven in het gegeven dat de kernenergie van de atomen waaruit ons lichaam bestaat overeenkomt met die van het energieveld om ons heen voelen we wellicht dat we geen afgescheiden entiteiten zijn maar deel van een samenhangend geheel. Onze verbeeldingskracht kan ons helpen ons op dit kernenergieveld af te stemmen. Verbeeldingskracht is het scheppend vermogen van ons denken. Het is een vitale kracht die ons leven een andere wending kan geven. We kunnen onszelf ermee scheppen of vernietigen. Een mooi voorbeeld van verbeeldingskracht is hoe bepaalde Tibetaanse
54
monniken een techniek toepassen die hitteyoga heet: Tijdens een koude nacht, bij een temperatuur beneden nul, staan ze geheel naakt in de sneeuw en verbeelden zich dat hun lichaam een brandend vuur is waardoor het gaat transpireren. Ze gaan dan ook werkelijk transpireren. Mensen hebben het natuurlijke vermogen zich met hun denken te richten op iets en dat daarmee te verwerkelijken. Hoe meer we zijn afgestemd op onze verbeeldingskracht hoe meer ons lichaam zich eraan aanpast. In feite gebeurt er al veel met ons door onze verbeeldingskracht, zonder dat we ons ervan bewust zijn. Helaas ook vaak in negatieve zin. We zien bijvoorbeeld de mislukking van iets voor ons. Of beelden ons een ziekte in. We hypnotiseren onszelf daarmee. Illusie is natuurlijk ook verbeelding. Maar dan verbeelding die zelfbedrog betekent. Ons afstemmen op het kernenergieveld in en om ons heen betekent dat lichaam, geest en adem een vloeiend geheel met elkaar gaan vormen waardoor we in balans komen en ons goed in ons vel gaan voelen. Er ontstaan een diep bewogen rust en stilte die ons hart ontvangt om het leven door te laten stromen. Dan zijn we in meditatie. Het maalt maar door in mijn hoofd Sommige mensen denken dat wanneer ze met hun ogen dicht stilzitten, ze aan het mediteren zijn. Ze zitten soms dagelijks op die manier stil. Van binnen is het dan vaak aanmerkelijk minder stil. De ene gedachte roept de andere op. Zonder het in de gaten te hebben verstrijkt de tijd. En dan voelen ze opeens dat ze een stijf lijf en een hoofd vol watten hebben. Sommigen vallen in slaap. Die genieten dan van een lekkere dut en halen daarmee wellicht een tekort aan slaap in. Velen die mediteren, hebben de neiging om van alles te doen om ‘niets’ te kunnen doen en leeg te worden, en hun volle hoofd te veroordelen. Daarmee verzwaren ze de ballast. Maar dat is wat er is. En so what! Geef dat dan maar aandacht. ‘Daar zit ik dan met een vol hoofd en de behoefte aan een leeg hoofd en de neiging er van alles aan te doen terwijl ik weet dat dat niet de manier is. Irritatie. Beetje boos. Opgefokt. Een diepe zucht. Verloren gevoel. Gevoel van de weg kwijt zijn. Behoefte aan leiding, begeleiding. What to do? Niets dus. Er komen alledaagse dingen langs, boodschappen doen, opmerking van een buurvrouw. Opeens zit ik in Zuid Afrika en bedenk ik dat Zuid-Amerika ook wel wat zou zijn. Bonte culturen. Mensen. Au, een steek in mijn hoofd. Wat ademt mijn buurman diep, mm.. ik ruik een geur die ik niet thuis kan brengen. Waar komt die geur toch vandaan? Wat is het? Lekker of juist niet lekker? Mijn maag begint geluiden te maken. Ik kijk op mijn horloge. Oh nee, nog even mediteren. Ik heb trek. Nog sterker, ik rammel van de honger! Mijn aandacht gaat nu naar de behoefte om te eten. Een lekker knapperig broodje. Een cappucino.... Kan ik er als een flierefluiter bij zitten? Niet invullen wat ik straks ga doen? Niet proberen me te ontdoen van gedachten? Niet op zoek? Niet wat ik doe ergens vanaf laten hangen? En als ik dat dan toch doe, dat er dan maar weer laten zijn? Hoe ga ik met al deze emoties, gedachten en lichamelijke gewaarwordingen om? Hoe zijn mijn ouders ermee omgegaan? Hoe ga ik met mijn kinderen, vrienden, familie en alle anderen die ik ontmoet om? Doe ik dingen die ik onprettig vind omdat ik vind dat ik ze moet doen? Controleer ik? Maak ik me druk over wat anderen van me vinden? Over hoe rot ik me soms voel? Hoe druk ik het ermee heb? Zo druk dat ik opgebrand raak van mijn almaar vollere hoofd ‘ Ja, meditatie zou goed voor me zijn’. Maar dat is weer iets moeten.. Gaat het, zo een beetje ook toe bij jou? En mag het dan zo toe gaan van je? Blijf je aandachtig aanwezig bij al die dingen die zich in je afspelen? Stilte in je hoofd kun je niet afdwingen. Geluk kun je niet zoeken. Gadeslaan zonder te observeren Je kunt aandacht hebben, kijken, gadeslaan, zonder te observeren. Observeren is meer. Het gaat gepaard met een open ontvankelijke instelling, zonder vooronderstellingen of theorieën. Het houdt bewuste aanwezigheid bij wat je ziet of ervaart in. Als je gaat experimenteren met aandachtig observeren heb je kans dat je je opeens zo bewust wordt van wat je gadeslaat dat je het ook in je lichaam voelt. En dat is misschien een door jou nog onbetreden pad. Je kunt ook observerend luisteren bijvoorbeeld naar muziek. Observeren is de humus waardoor meditatie zich kan ontwikkelen. Mediteren is weer een stap verder. Het is getuige zijn. Je bent de
55
stille getuige van wat je observeert en van degene die observeert. Het is niet iets dat je kunt doen of leren. Het overkomt je, wanneer je er de randvoorwaarden voor schept. Als een uit een zaadje ontsproten bloem met haar geheel eigen kleur, en geur kan meditatie even geruisloos ontstaan. We zijn dan zowel de bloem als degene die de bloem waarneemt. Beide vormen een eenheid, zoals een baby degene die drinkt is maar ook de moederborst en de melk. Het ervaart het als een onafscheidelijk geheel. We worden ermee geboren Meditatie is niet het verstillen van het denken. Ware meditatie is de herkenning van je werkelijke identiteit als het stille, onverstoorbare bewustzijn waarin de activiteit van het denken verschijnt, of dat denken nu kalm of onrustig is.
Nin Sheng
Meditatie is niet nieuw. Het is zo oud als de mensheid. We worden met de potentie om te mediteren geboren. Het is in ons verankerd. Het is ons wezen. Wezen komt van het werkwoord ‘zijn’. Mediteren is ‘zijn’. Zijn met wat er is, en ermee samenvallen in moeiteloze concentratie en overgave. Deze natuurlijke staat hebben we uit handen gegeven aan degenen van wie we afhankelijk waren om in leven te kunnen blijven. Doordat de ene generatie na de andere, door angst gedreven, in vecht- en vluchtmechanismen terechtkwam is onze potentie om te mediteren op de achtergrond geraakt. Meditatie moest opnieuw ontdekt worden. En dat gebeurde wel maar vanuit het bestaande referentiekader. En dat was ‘doen’ en niet’ zijn’. Dus meditatie werd opgevat als iets dat je kon doen, dat je kon leren. Meditatie kan, wanneer je het jezelf oplegt, stressverhogend werken en onbewustheid versterken, in plaats van ontspanning en bewustzijnsverruiming teweeg brengen. Je kunt jarenlang gaan zitten en proberen leeg te worden terwijl je alleen maar voller wordt. Er ontstonden meditatiecursussen waar meditatietechnieken en methodes werden onderwezen, vanuit de vraag : hoe doe je dat, mediteren? Meditatietechniek en meditatiemethode zijn daarom verwarrende woorden. Ze impliceren iets doen. Maar hoe doe je iets wat juist niet-doen is? Wat dan toch ook weer niet ‘niets doen’ betekent. Er is immers altijd nog de activiteit van bewust en aandachtig aanwezig zijn. Het is juister om te zeggen dat er methodes en technieken bestaan die helpen om tot meditatie te komen. Om iets dat er al is, zoals bijvoorbeeld adem, meer ruimte te geven. Wanneer ‘doen’ niet iets is wat je moet maar wat ontstaat vanuit primaire levensbehoeften zoals eten, wanneer je honger hebt, drinken wanneer je dorst hebt en slapen wanneer je slaap hebt, kun je wellicht ook mediteren wanneer je naar jezelf terug wilt Wat zijn de randvoorwaarden waarin de behoefte aan meditatie bloot komt te liggen? Ons op ons gemak voelen. Wanneer ons hoofd vol is, dolle toeren draait en ons lichaam gespannen is, hebben we eerst ontlading nodig. Wanneer ons lichaam behoeftig is, zijn aandacht en aanraking noodzakelijk. Raak je jezelf wel eens aan? Voel je of je handen koud of warm voelen op je lijf. Waar voelt het koud? Waar voelt het warm? Voelt je buik je handen wanneer je ze erop legt of voelen je handen je buik? De dronken aap in je hoofd wordt ook rustig wanneer hij aandacht krijgt. Wil je hem aandacht geven? Of word je die aap, oftewel identificeer je je ermee? En raak je daar nog meer opgefokt van? Eerst ontladen Hoe meer je stilzit, des te minder het soms stil van binnen is. Dat kan frustreren en zelfs depressief maken. Wanneer je actief bezig bent, beweegt, je ontlaadt, heb je eerder kans dat het stil wordt van binnen. De natuur is een goede plek ervoor. Als zo’n plek niet tot je mogelijkheden behoort, kies dan een vaste plek uit die doordrongen kan raken van jouw vibraties zodat je je er de volgende keer verwelkomd voelt. Uiteindelijk is die plek overal, waar je ook bent, omdat het in wezen gaat om de plek in jezelf. Je kunt in principe overal mediteren, ook op plekken waar het heel druk is. Je bent als een stevig gewortelde riethalm die meedeint met de wind en het woelige water. De Indiase leermeester Osho raadde aan om je eerst helemaal te ontladen door volkomen uit je bol te
56
gaan met dansen, schreeuwen, huilen, lachen of wat dan ook wat in je dagelijkse leven niet zo aan bod komt . Daartoe ontwierp hij een aantal voorbereidingen voor meditatie. Een hele bekende is de zogenaamde ‘dynamic’. De ‘dynamic’ bestaat uit : --10 minuten chaotisch en snel door je neus ademen --10 minuten ontladen van alles wat er is onderdrukt: huilen schreeuwen, gek doen, schelden. Fake it, untill you make it . --10 minuten op en neer springen terwijl je telkens de sufimantra ‘hoo, hoo’ uitroept. Spreek uit :‘hoe, hoe’ --10 minuten in bevroren toestand blijven in de stand die je had bij het stopsein. -- feest vieren in overgave aan de beweging van je lichaam en de klanken van de muziek Vanuit biochemisch oogpunt bekeken, zet de ‘dynamic’ waarschijnlijk aan tot het vrijkomen van endogene ecstatische neurotransmitters, zoals serotonine, dopamine, of endogene cannabinoïden in onze hersenen. Een beoefenaar van de ‘dynamic’vertelt welk effect deze meditatie op hem had: We stonden buiten, met de geluiden van insecten en vogels om ons heen. De lucht was zwanger van subtiele geuren. Ik wist niet wat me te wachten stond. Na een korte beschrijving van de diverse fasen waar we doorheen zouden gaan, startte de muziek. Toen we ‘hoo’ roepend aan het springen waren, kwam ik halverwege in een rythme terecht waarbij ik als springer ook de sprong werd. Toen klonk het ‘stop’ waarop we geacht werden te bevriezen in de stand die we op dat moment hadden. Nadat ik de pijn en frustratie er een poosje had laten zijn werd opeens alles helder om me heen. Ik voelde mijn lichaam en geest ruimer worden. Er een ontstond een ruimte die uitdijde tot ik samenviel met mijn omgeving, grenzeloos, gedachteloos, bewust en stil. Nu, een paar weken later merk ik dat deze ervaring mijn levenshouding een vernieuwende impuls heeft gegeven. Ik let erop dat ik dieper adem. Ik voel me minder controlerend, vrijer en tegelijkertijd heb ik een verantwoordelijkheidsgevoel dat ik eerst niet in die mate bezat. Forceer niets, zegt de Nederlandse huidarts Dhyan Sutorius die de lachmeditatie propageert. Hij gelooft meer in lachen dan in medicijnen, als middel om huidproblemen te verhelpen. De huid is een van de spiegels van de ziel en een diepe buiklach is een probaat middel tegen chronische pijn, naar zijn zeggen. Hij lacht al jaren met mensen. Ik ontmoette hem voor het eerst in de jaren zeventig, tijdens een conferentie over transpersoonlijke psychologische onderwerpen. Hij werd toen niet serieus genomen. Hem werd geweigerd om de lachmeditatie met ons te beoefenen. Hij zette het door in de zijlinie. Een klein groepje nam deel, waaronder ik. Nadat hij wat summier instructies had gegeven zette hij een zeer gekunsteld lachen in. Ik vond het zo zielig voor hem dat de tranen mij in de ogen sprongen. Iedereen was een beetje aan het faken. Ik niet, ik huilde stilletjes voor me heen. En toen vond ik het opeens toch wel grappig en moest echt lachen. Dat verging de anderen ook zo. We lachten zo een hele poos. Het werkte aanstekelijk. Inmiddels wordt Sutorius vaak uitgenodigd en volgt nu een strak schema: Rek, strek en trek gekke bekken op de uitademing, zonder te lachen. Glimlach en laat het langzaam overgaan in een ontspannen lach, eerst zachtjes, dan steeds harder. Forceer het niet maar faciliteer het. In de laatste minuut sluit je je ogen en blijft doorlachen Stilte. Wees nu stil en aanwezig. Adem zonder geluid. Breng je aandacht naar je lichaam, naar je voeten. Wanneer je ergens aan denkt laat die gedachte er dan maar zijn. Accepteer wat zich aandient. Het hoeft niet anders Ons wezenlijke verlangen is het geluk, dat al in ons bestaat, te gaan ervaren. Maar om erbij te kunnen komen moeten we onze blik naar binnen keren. En dat betekent afscheid nemen van de afhankelijkheid van anderen voor ons geluk. Het betekent aandacht
57
geven aan het kwetsbare en ontvankelijke in ons. We zijn best in staat dit innerlijke kind veiligheid geven. Dat lukt echter niet wanneer we ons ermee vereenzelvigen en ons erdoor laten bepalen. Want dan laten we ons kind dat zich slachtoffer voelt van de ‘boze wereld’ en moederziel alleen aan het hunkeren is om gepamperd te worden, in de steek. De ommekeer begint met acceptatie van al die gevoelens zonder er eisen en verwachtingen aan te koppelen. We accepteren dat we verlangen naar liefde, erkenning en onvoorwaardelijke waardering maar vereenzelvigen ons niet met het tekort eraan en het slachtoffer ervan zijn. Alleen door het simpele feit dat wat er zich op dit moment in ons afspeelt er te laten zijn, zonder dat er iets aan hoeft te veranderen, krijgt het gevoel wat het nodig heeft: liefdevolle aandacht. We zetten hiermee een instantie in onszelf op de been die verantwoordelijkheid neemt door een draagvlak te bieden voor wat er zich in ons afspeelt. Daarin schuilt het spontane transformatiepunt. Het is dan ook niet moeilijk erover te communiceren.
He lief, Zoals je weet was het een lastig jaartje. M'n baan verliezen was bijna een opluchting, maar jou verliezen viel me erg zwaar. Zit er nog steeds (ja, zeven maanden later) aan te denken, vooral als ik echt in m’n uppie ben. Heb nog veel dingen die ik graag een keer met je wil bespreken en tegen je zeggen. Jij bent de enige in mijn leven voor wie ik m'n hart (voor zover ik dat kon) heb geopend. Ik was mega-gek op je en had alles voor je over. Maar liet dat niet altijd merken. Ik geloof dat ik het niet durfde uit angst dat ik je zou afschrikken. Ik ben je dankbaar voor de leuke tijd die we gehad hebben en voor het feit dat ik na een ‘angst voor vrouwen’ periode van zes jaar, eindelijk iemand tegenkwam die mij weer liet voelen hoe mooi liefde kan zijn. Hoe we elkaar hebben leren kennen is natuurlijk best grappig, in zo'n stapelbed. En, misschien waren mijn redenen in het begin niet helemaal zuiver om met je te daten, na een paar weken werd ik toch echt verliefd op je. Met als hoogtepunt de vakantie in Spanje. Het moment dat je naar buiten kwam rennen met een basketbal, smolt ik echt. Het voelde erg goed en ik vond (vind) je heel bijzonder. Je wonderlijke verleden, je nuchtere voorkomen, je speelsheid, je humor, je sportiviteit, onze gedeelde onrust, je energie en natuurlijk je aantrekkelijkheid trokken me erg aan. En dat duurde best lang. En toen ging die eerste verliefdheid uiteindelijk over in liefde. Ik had je lief. Ik merkte dat ik soms wel spanning zocht bij andere vrouwen (beetje flirten etc.), maar dat is een te verwaarlozen factor. Ik voelde steeds minder de drang om te 'checken' of ik nog goed in de markt lag. Zonder dat ik er erg in had, was het dus een serieuze relatie aan het worden. En een leuke relatie dacht ik altijd. We zagen elkaar veel. Steeds sterker werd het gevoel dat jij wel eens degene kon zijn met wie ik veel langer samen zou willen zijn. Dat werd ingegeven door de gedachte dat, als we allebei wat volwassener zouden zijn, het alleen maar mooier kon worden. Niet dat ik meteen wilde samenwonen en kinderen hebben en zo, dat nog niet. Was ik er maar wat grondiger mee omgegaan. Want ook al leek onze relatie steeds serieuzer, stonden we, denk ik nu, qua persoonlijke groei stil. We waren kleine kinderenbij elkaar met maar één verlangen: veiligheid en die consolideren. Bij ons allebei zijn dingen gebeurd vroeger (dingen die we nog niet verwerkt hebben), waardoor veiligheid de hoogste prioriteit heeft die we in de vorm van liefde en aandacht van de ander(en) proberen te krijgen. Het maakte ons afhankelijk van elkaar. De zoektocht naar mijzelf is nu pas begonnen en die van jou waarschijnlijk al tijdens onze relatie. En toen ging het uit...BOEM! Je was eigenlijk al eerder weggeglipt. Ik had dat wel gevoeld maar wilde het niet weten en stak mijn kop ervoor in het zand. De manier waarop we uit elkaar zijn gegaan vind ik pijnlijk. Zonder gevecht, zonder communicatiel. Dat is niet hoe ik het had gewild. Maar het feit op zich zie ik nu wel als onvermijdelijk. Het lag niet aan onze combi -we waren en zijn leuk samen-, maar aan ons verleden dat ons beiden parten speelde. Ik heb er in de afgelopen maanden veel over nagedacht gedeeltelijk om mijn woede te rationaliseren. Maar ook om het te kunnen verwerken dat je me had gedumpt omdat ik dacht niet leuk genoeg/sexy genoeg te zijn. Nu zie ik het als een levensles We hadden een speelse relatie, maar op gevoelsniveau communiceerden we nauwelijks. Jij kreeg het bijna niet uit je strot om te zeggen dat je van me hield. Alhoewel je dat wel deed volgens mij en dat ook liet merken. Je was altijd superlief voor me, geen kwaad
58
woord over mijn gedrag. Maar als ik tegen je zei dat ik van je hield, merkte ik dat je je ongemakkelijk ging voelen en het niet binnen kon laten komen. Enig idee waarom dat was? Over alles wat hier staat wil ik graag met je praten als twee volwassen mensen. Ikzelf realiseer me steeds meer dat ik er problemen mee heb om me te geven in een relatie. Het heeft regelrecht te maken met angst om gekwetst en verlaten te worden. Waar dat bij mij vandaan komt, is me nog niet helemaal duidelijk. ’Onze instinctieve dierlijke aard is vooral gericht op genot dat van buitenaf moet komen. Wanneer ik krijg wat ik wil hebben maakt me dat blij. Wanneer ik niet krijg wat ik wil hebben heb ik de pest in. De frustratie erdoor reageer ik af. Reageren oftewel reactief zijn betekent dat het genieten de pas af wordt gesneden. Ik maak er iets van dat aan voorwaarden is gebonden. Anderen moeten aan mijn voorwaarden voldoen. Onze biologische machine zit er vol mee. Ons instinct speelt erop in. Als kind waren we afhankelijk van onze omgeving om te kunnen overleven. Afhankelijkheid van anderen zit dus op de harde schijf. We herhalen dit ons hele leven totdat we erachter komen dat we dit doen. Dan kunnen we ervoor kiezen een nieuw traject in te gaan. Een traject waarbij we zelf de ouder zijn die liefde, aandacht, en waardering geeft aan het kind dat diep in ons weggestopt, leeft. Dat kind manifesteert zich soms in onze kromme tenen en ingehouden adem. Of in onze tranen of boosheid. Door het verwonde kind een draagvlak te geven helen we het. Het betekent dus weer niet dat we aan onze emoties toegeven, ons ermee vereenzelvigen en ons erdoor laten bepalen. Het betekent wel dat we ze voelen. Daarmee zetten we het sein op groen voor ons hele potentieel aan onbevangenheid, spontaniteit, authenticiteit en openheid. En dat betekent in de levensstroom zijn en genieten. Ons gelukkig voelen. Ook al zijn de omstandigheden ongunstig, dan nog zullen we op die manier in staat zijn er zo mee om te gaan dat we in onze kracht blijven. Het hangt dus allemaal af van de ruimte die we onszelf geven om de werkelijkheid, wat die ook is, in het nu, te ervaren. De oplossingen voor de uitdagingen van het leven komen dan vanzelf via onze intuitie tot ons. Dat geeft een ruim en lekker gevoel. Het ademt. De ware aard van een mens is genieten, zowel geestelijk als lichamelijk. Vaak wordt het geestelijke van het lichamelijke gescheiden. Het ene wordt bijvoorbeeld als verheven gezien en het andere als laag bij de gronds en dierlijk. Maar een spirituele ervaring kan even goed in het lichaam gevoeld worden als een seksuele ervaring. Het kan een verrukkelijk samenspel zijn. Hoe we omgaan met seksualiteit werd in eerste instiantie bepaald door de relatie die we als kind hadden met onze ouders en hoe zij omgingen met seksualiteit. Tijdens onze groei naar zelfstandigheid hebben velen van ons daarbij averij opgelopen. Voelen we dat we het recht hebben om iets wel of niet te willen? Stappen we eerder over op gewenst gedrag? Wanneer we dat doen geven we onze autonomie op, leveren onszelf in om de situatie meester te blijven. Het brengt met zich mee dat we moeite kunnen krijgen met ons over te geven aan bijvoorbeeld seksuele opwinding, aan strelingen, aan een orgasme, want dat voelt als controleverlies. We blijven daarmee verstoken van lust, genot en ‘t sprankelend geluk dat seksualiteit ons kan geven. De seksuele drift is een drijfveer tot verbinden, tot samenspel. Het heft de tweespalt op. Wanneer we ons eraan overgeven, geven we ons over aan de levensstroom die doorstroomt in de ander. Het kan voelen als oplossen, verdwijnen, sterven. Ons denken lijkt zich ook op te lossen. Wanneer we de moed hebben dit te laten gebeuren brengen we onszelf opnieuw ter wereld. Het is een wedergeboorte als autonoom onafhankelijk wezen waarbij we niet meer afhankelijk zijn van anderen voor ons welbevinden. We ervaren de anderen als gelijkwaardige eveneens autonome onafhankelijke wezens met wie we van alles kunnen beleven., o.a totale overgave en een krachtig zelfgevoel. We durven opgewonden te zijn en er uitdrukking aan te geven. Ines voelt keer op keer weerstand wanneer haar man toenadering tot haar zoekt. Ze kan zich dan niet voor hem openen, laat staan zich aan hem overgeven. Ze doet dan al het mogelijke om zijn toenaderingspogingen te verijdelen. Zich voor hem openen en zich aan hem overgeven voelt als zichzelf opgeven. Wanneer de toenadering van haar uitgaat kan ze zich wel voor hem openen. Ze kan zich dan ook overgeven en van hun vrijage genieten. Ines heeft daar duidelijk iets uit te zoeken. Zonder meteen weer haar vertrouwde overlevingstrategie te gaan hanteren bij de volgende toenaderingspoging van haar man, laat ze nu meer toe wat haar keer op keer bespringt wanneer hij haar benadert. Ze voelt de spanning in haar lichaam toenemen. Ze houdt haar adem in. Ze is bang een lustobject te zijn alsof het alleen maar om zijn genot gaat. Nu komt haar vader in beeld. Haar hele systeem staat op
59
scherp. De adem stokt in haar keel. Ze wil haar vader behulpzaam zijn omdat hij niet blij is met haar moeder. Ze is een klein meisje. Ze wordt met slijm overgoten. Haar hele lijf voelt stijf en begint te jeuken. Opeens is het volle gevoel van misbruikt te zijn er. Ze wordt overmand door walging. Ze braakt. Dan ontspant ze zich. Ze voelt zich weer de volwassen vrouw die ze nu is. Ze overziet haar jeugdervaring en ziet in hoe die de seksuele relatie met haar man ook heeft bepaald. De weerstand die ze altijd voelde bij zijn toenaderingspogingen zal niet meteen voorbij zijn. Maar ze zal deze weerstand nu herkennen als een reactie op haar jeugdervaring. Door die herkenning zal ze anders met de toenaderingen van haar man omgaan en ze daardoor op den duur anders gaan ervaren. Prille liefde, prille lust De respons die we van onze ouders hebben gekregen op onze allereerste lust- en genotgevoelens is bepalend voor hoe we er verder in ons leven mee omgaan. Onze allereerste lustgevoelens drukken in hun onbevangenheid de liefde uit waartoe we als mens in staat zijn. Liefde, lust, vreugde en genot vormen hier een onafscheidelijke eenheid die we als kind vooral fysiek ervaren. Wat heeft het voor gevolgen wanneer prille gevoelens niet positief worden beantwoord? Dat trekt een zware wissel op het latere liefdesleven. Bij ieder warm gevoel voor of van een ander zullen we, eenmaal volwassen, ons zonder pardon herinneren hoe er vroeger door onze omgeving mee is omgegaan. Liefde, lust, vreugde en genot zullen dan eerder angst inboezemen en leiden tot de onbewuste overtuiging dat die gevoelens wel weer het onthaal zullen krijgen dat we gewend zijn. We zullen de neiging hebben in de minste geringste niet helemaal positieve houding van iemand een bewijs te zien van deze overtuiging. Het maakt dat we op onze hoede zullen zijn. Een veel voorkomende ketting van reacties erop is schaamte voor alles wat met liefde, lust, vreugde en genot heeft te maken. We zullen uitingen ervan uit de weg gaan, ontkennen, ons tegen verharden of ons ervan terugtrekken. Of we worden destructief naar degenen voor wie we warme gevoelens koesteren, of die warme gevoelens voor ons voelen. Soms ook worden we ‘rupsjes nooit genoeg’ die onverzadigbaar om aandacht en liefde hengelen. In de ban van onze kinderbeelden komen we dan aan een vrij en gelukkig leven als volwassene niet toe. Het is niet zo gemakkelijk dit reactieve patroon te doorbreken. We kunnen onze geschiedenis en de pijnlijke oerplaatjes niet veranderen. Die staan doormiddel van adrenaline in de amygdala in onze hersenen gegrift. Maar we kunnen wel oefenen met onze reactieve patronen te doorzien en wat eronder ligt te ervaren en ons niet met deze ervaringen te identificeren of door laten bepalen. We kunnen nu onszelf de positieve respons proberen te geven die onze omgeving ons niet gaf toen we klein waren Harald’s moeder raakte hem zelden aan. Ze had het te druk. Harald’s instinctieve impuls erop was zich terugtrekken. Toen hij op de leeftijd kwam waarop de seksuele drift hem parten ging spelen, richtte hij zich regelrecht op zijn eigen genitaliën om zichzelf een orgasme te bezorgen en later tot die van een vrouw om tot de seksuele daad over te gaan. Sommige vrouwen probeerden tot een wat sensuelere vrijage te komen. Harald wist zich er geen raad mee en negeerde dit soort pogingen of weerde ze, soms bruut, af. De vrouwen die meegingen in zijn louter genitale verkenningen hadden zelf een jeugd gehad waarin ze de nodige frustraties op affectief gebied hadden opgelopen. Hun seksuele contact werd op die manier slechts een instinctieve ontlading en geen vervullend minnespel. En wat gebeurt er met kinderen wier prille liefde, lust- en genotservaringen worden beantwoord met seksule handelingen van volwassenen. Het spreekt vanzelf dat dat een nog sterkere wissel trekt op hun liefdesleven later. Deze ervaringen worden zeer vaak verdrongen en komen dan weer bovendrijven tijdens frustraties die niet altijd in verband worden gebracht met het gebeuren dat eraan ten grondslag ligt. ‘Genieten is het wordende dat eeuwig schept’, zegt God in Goethe’s Faust. We voelen en weten dat. Genieten is onze lust en ons leven. Als het er niet is verlangen we ernaar. Hoe gaan we om met dit verlangen naar genot? We vervangen het vaak door te gaan streven naar genot. Daarmee leggen we het genieten lam. We proberen het te regelen. Het is geen open avontuur meer. Het maakt genot voorwaardelijk. Door genot tot iets voorwaardelijks te maken gaan we uit de levensstroom en zijn we weer bij een oude vertrouwde strategie uitgekomen die een reactie is op onze angst om tekort te komen. We hebben een vechthouding aangenomen.
60
Ons hele systeem staat daarmee op scherp. Dat heeft de nodige gevolgen voor onze gezondheid. Genot is daarbij ver te zoeken. En wat doen we? We gaan ver zoeken. We gebruiken daarbij van alles als hulpmiddel. Reclame speelt hierop in. Als je dit koopt dan..... Drank, roken, eten, seks geven een magere invulling van een verlangen dat zo diep zou kunnen worden vervuld wanneer het een avontuur, zonder van tevoren ingevulde uitkomst, zou zijn. Wanneer de weg vrij is en het genot er zo maar is komen we weer in contact met ons ware wezen dat zo vaak werd overstemd door dominante dwingende stemmen in ons. Als ons ware wezen optreedt kan dat onze plannen radicaal doorkruisen. Het is alsof een andere waarheid in ons wortel aan het schieten is. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer we door iets geroerd worden of een diep inzicht krijgen! We kunnen dan soms niet anders dan ons leven een andere wending geven, ook al proberen we het tegen te houden. We voelen dat dan ook heel sterk in ons lichaam. We voelen welke plekken warm zijn welke koud, we voelen ons bloed stromen, ons hart kloppen en onze adem heen en weer gaan door ons hele lichaam. We ervaren het verschil tussen handen die huid voelen en huid die handen voelt. We ervaren de intentie van aanrakingen. We beleven hoe we ons lichaam en onze kleren bewonen. Of we ons door onze kleren laten liefhebben of pijn doen. We zijn in de volle levensstroom. We laden ons op en ontladen ons in een harmonieuze golvende ademhaling, waarbij ons bekken bij iedere inademing iets naar achteren zal gaan en bij iedere uitademing iets naar voren. We voelen wat er aan de hand is, ook bij een ander. We staan open voor genot en het scheppende potentieel ervan. Wanneer we de liefde bedrijven is dat een natuurlijke gevende en ontvangende golfbeweging. Zonder enige remming gaan we voor voluit genieten. En dat eindigt niet bij een orgasme. Er zijn vele vormen van genieten, van stil genieten tot orgastische genoegens. Natuurlijk zijn we ook gevoelig voor alles wat het tegenovergestelde is van genieten. Maar door het volle potentieel van onze mogelijkheden en onmogelijkheden te durven ervaren krijgen we nieuwe inzichten en steeds meer bewustzijn waardoor we in staat zijn een licht te werpen op de dingen waar we vroeger in bleven hangen. We hebben geleerd er anders mee om te gaan en zijn ons daardoor anders gaan voelen. Gevoelens van gemis en onvervuldheid verdwijnen. Zoals in hoofdstuk 5 al is beschreven, werd in een oude Perzische traditie deze ervaring Markabah genoemd. In een Egyptische traditie Merkabah. Het betekent zegenwagen. Dit houdt onder andere het volgende in: ‘Alleen het hoogste bewustzijn kan leiden tot de diepste gelukzaligheid’. (Veda’s) In Samenspel’’ schrijft Paulien Assink over het samenspel van mannelijke en vrouwelijke aanpak in leiderschap. Wanneer de mannelijke zowel als de vrouwelijke pool in een leider elkaar aanvullen en inspireren vormt zich een draagvlak waarop leiderschap een authentieke, moeiteloze speelse aangelegenheid kan worden. Het begint met leiderschap over zichzelf met compassie die de vrouwelijke pool vertegenwoordigt, en met daadkracht en moed, die de mannelijke pool vertegenwoordigen. In het contact met anderen ontstaat op die manier een proeftuin waar samenspel tot groei en bloei kan komen en rijpe vruchten kan afwerpen. Het onmiddellijke gevolg is een gelijkwaardigere samenleving waar eigenbelang en algemeen belang ook samengaan omdat ze van elkaar afhankelijk blijken te zijn. Het besef hiervan dringt steeds meer door tot grotere groepen mensen. En dat kan niet anders dan tot een duurzamere samenleving leiden. De schrijfster die zelf verschillende leidinggevende posities heeft bekleed en leiderschapstrainingen geeft, gidst de lezer door acht vervormingen van het afgesplitste eenzijdige mannelijke of vrouwelijke denken heen naar een denken dat een samenspel is van aanwezigheid bij wat er is, en de co-creatieve stroom die daaruit voort kan vloeien. ’Het leren van de creatieve intelligentie van de natuur om ons heen, en de natuur heel dichtbij in de vorm van ons lichaam, kan een onuitputtelijke bron van inspiratie, wijsheid en plezier zijn in ons leven en in het leiderschap van organisaties
Hoofdstuk 10
61
De mythe der afgescheidenheid overstegen Uitdijend lichtveld en klank
We zijn nauw verbonden met de bron van alle leven. Door ons deze informatie te herinneren zal een ontwaken plaatsvinden dat de mythe der afgescheidenheid zal overstijgen Drunvalo Melchizedek
Geometrie van de schepping: Alles in het universum bestaat uit licht- en geluidstrillingen. De trillingen hebben overeenkomende geometrische grondpatronen. De grondpatronen bestaan uit mannelijke rechte lijnen in driehoeken en vierkanten en vrouwelijke ronde vormen, bollen en concentrische cirkels. Of het nu muziek of materie is, lichamen, organen, planten, bloemen, zaden, bewustzijn, gevoelens, intelligentie, culturen, religies, en ga zo maar door, in alles is de blauwdruk van een geometrisch basispatroon aanwezig. Het wordt wel de heilige geometrie genoemd. Het is de holografische blauwdruk van een dynamisch energiepatroon van frequenties, interferenties en transformaties. Het is de ultieme basis van alle bestaan, van het ‘zijn’ Het is ons bestaan. Het is ons leven waaruit we van alles kunnen laten gebeuren, waarin we medeschepper zijn. Fibonaccireeks Ik raak gefascineerd door wat ik lees, en het duizelt me. Gefascineerd zijn maakt mij gelukkig. Ik laat me meevoeren door beschrijvingen die mij als zeer technisch voorkomen over het mysterie hoe schepping werkt. Het is taal die mindblowing is, me diep raakt en die ik herken. Ik voel het. Ik zal proberen de krenten uit de pap van mijn fascinatie te halen. Ik begin met Leonardo Fibonacci (1175 AD), een wiskundige uit de Middeleeuwen die het gemeenschappelijke basispatroon in alles ontdekte, door de natuur te bestuderen. Hij herkende zowel in de groei van een konijnenbelt als in de groei van bladeren en bloemblaadjes een bepaalde mathematische volgorde: 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144 etc. , de naar hem genoemde Fibonacci-reeks
levensbloem
Op veel oude gebouwen en heilige monumenten over de hele wereld, komen we de hier afgebeelde figuur, levensbloem genaamd, tegen. Zij vertegenwoordigt de op de Fibonnacci-reeks gebaseerde structuren die in alles wat bestaat zijn terug te vinden.
62
Gulden Snede Een andere geometrische basisstructuur is de gulden snede. Hoe herken je de gulden snede? Trek een lijn, deel die zo in tweeën dat de verhouding van het langste deel tot de hele lengte van de lijn gelijk is aan de verhouding van het kleinste deel van de lijn tot het langste deel van de lijn. Dan is dat wat de gulden snede wordt genoemd. Deze verhouding wordt aangeduid met de Griekse letter Ф,
De volgende tekening van Leonardo Davinci geeft in de afstand van de navel tot de grote teen en van de navel tot de kruin de gulden snede weer.
Er zit muziek in Het universum bestaat uit geometrische energiepatronen waarin de Fibonacci-reeks en de Gulden snede zijn te herkennen. In de natuurlijke stromingsvorm van water wanneer het door het afvoerputje gaat, de beweging van lucht in tornado’s en orkanen. Neem een willekeurig getal uit de Fibonacci-reeks en het daaropvolgende getal en je hebt de muzikale verhouding die in kaart gebracht werd door Pythagoras. Deze Griekse filosoof ontdekte de mathematische verhouding van muzieknoten ten opzichte van elkaar, door harmonische klanken op een snaarinstrument voort te brengen . Sommige noten klonken beter dan andere. Bij elk in beweging brengen van een snaar wordt de snaar in twee verschillende lengtes verdeeld. De verhouding tussen deze twee lengtes werd door Pythagoras gemeten. Hij schreef vervolgens alle verhoudingen op die gezamenlijk harmonisch klonken. Hij ontdekte op die manier de toonladder. Deze verhoudingen corresponderen met de frequenties van de noten die voortgebracht worden door de witte toetsen van de piano. Na de 7e noot wordt het octaaf van 8 noten herhaald waarbij de eerste en de achtste noot verdubbelen in frequentie. De volgende zeven noten van de witte toetsen van de piano volgen weer precies dezelfde verhoudingen.
63
De Fibonacci-reeks en de Gulden snede vormen dus het basispatroon van alle harmonieën. Het is goed herkenbaar in bijvoorbeeld de composities van Mozart, Beethoven, Chopin, Bartók, Schubert en Debussy. Bela Bartók gebruikte zowel de Gulden snede als de Fibonacci-reeks in zijn composities in de maten 5, 8, 13, 21, 34, 55 en 89 Het zijn momenten waarop hij nieuwe instrumenten introduceerde zoals strijkers, cello’s en percussie-instrumenten. Oude en nieuwe kennis hand in hand Een van de wetenschappers die zich bezighouden met deze geometrie is John Consemulder. In zijn boek ‘Blauwdruk’ beschrijft hij hoe we nog maar nauwelijks de fysieke werkelijkheid en de blauwdruk achter de matrix van onze driedimensionale zintuiglijke waarneming begrijpen. Als we de multidimensionale, holografische en muzikale blauwdruk van creatie en manifestatie meer gaan begrijpen zal de echte werkelijkheid steeds bereikbaarder worden, volgens hem. Consemulder slaat een brug tussen oude en nieuwe kennis en komt tot de ontdekking dat waar men nu langzaam achterkomt al lang bekend was. Op iedere bladzijde citeert of beschrijft hij wat in oude tijden al over het scheppingsproces is gezegd. Ook door wat ik lees hierover in ‘De geometrie van de schepping’ van Melchizedek en ‘De bezielde kosmos’ van Ervin Laszlo raak ik gefascineerd. Het raakt iets in mij. Het facineert me. En het is mindblowing voor me. Blauwdruk van de schepping Het bewustzijn en de ervaringen van de meeste mensen, zo beweren de schrijvers, zijn voornamelijk gebaseerd op de zintuigen. Dat betekent een beperkte bandbreedte. Zoals wij de werkelijkheid ervaren, zouden we kunnen zien als de driedimensionale schaduw van een hogere dimensionale werkelijkheid waar bewustzijn ook zonder de zintuigen en de hersenfuncties kan bestaan. De fundamentele draaggolf ervan is geluid. Via geluid kunnen we resoneren, met licht en kosmische energieën, voorbij onze zintuigen. Om dat te laten ervaren heeft John Consemulder een c.d. bij zijn boek gevoegd. Laszlo die, behalve wetenschapper ook musicus is, heeft het over de bandbreedte van de muziek van het lichaam die uit ruim zeventig octaven zou beslaan. Muziek is, volgens alledrie, een universele taal die door alle dimensies heen reist en daar de taal van het licht ontmoet. Door klanken in ons te laten resoneren verbinden we ons met het licht en ervaren en herkennen we de blauwdruk van de schepping, onze essentie. Wanneer de licht- en geluidstrillingen in een lagere dimensie doordringen verbinden ze zich ermee en verdichten zich. Dat kan waargenomen worden als golven of als deeltjes (materie). Maar het blijven trillingen met een geometrisch grondpatroon. In het oude Egypte In vele oude tradities was deze geometrie bekend. Mer-ka-ba is een Egyptische term ervoor. Het betekent letterlijk: licht, geest, lichaam. Volgens de overlevering kan de merkaba worden waargenomen als een ruimtelijke transparante achtpuntige ster (davidster) in de vorm van twee piramides die half over elkaar heen zijn geschoven, de ene met de punt naar beneden en de andere met de punt naar boven. De bovenste piramide begint een handbreedte boven het hoofd. En spreidt zich uit langs de gespreide armlengte omlaag. De andere piramide heeft de punt omlaag, een handbreedte onder voeten, en spreidt zich uit tot op de breedte van de gespreide armen tot onder de borst waar het platte vlak zich bevindt. Mannen hebben bij de bovenste piramide de punt voor en het venster achter en bij de onderste piramide de punt achter en het venster voor. Vrouwen hebben bij de bovenste piramide de punt achter en het platte vlak voor en bij de onderste piramide de punt voor en het platte vlak achter.
64
We hebben een fysieke, een emotionele en een mentale merkaba. De fysieke beweegt niet, de emotionele draait rechtsom en de mentale linksom. Een normaal roterende mer-ka-ba op aarde zou 50 tot 60 voet in doorsnee zijn. De bewegingen kunnen zo versnellen dat ze steeds groter wordende en stralendere bolvormen krijgen die kunnen veranderen in platte schotelvormen. In dat geval ziet de merkaba er uit als een lichtveld van verschillende tegen elkaar in spiralende bewegingen die geest en lichaam tegelijkertijd doordringen en omringen. Een merkaba wordt beschouwd als een interdimensionaal voertuig dat, de ene werkelijkheid in een andere kan laten overgaan.
Van verdicht naar verlicht Er voltrekt zich permanent een veelvoud aan scheppingen, zowel materieel als non-materieel, die zich steeds weer herscheppen. Zo heeft alles duizenden levens, in dit of andere sterrenstelsels en werkelijkheden, in een steeds gevarieerdere verscheidenheid. Maar allemaal met elkaar verbonden en met hetzelfde grondpatroon. De mer-ka-ba, vanuit andere invalshoeken, ‘structure absolue, prana, nuether, kwintessens, vacuum, nulpuntenergie, orgonenenergie (Reich), levend licht of akashaveld’ genoemd, is doortrokken van scheppende zogenaamde adamantine lichtdeeltjes en stroomt bij mensen via de ademhaling, vol bij de pijnappelklier het centrum van de hersenen binnen. De pijnappelklier is dus een belangrijke doorgangspoort. Via de 10e hersenzenuw (de nervus vagus) die door het ruggemerg omlaag loopt, bereikt de adem het hart om van daaruit alle andere organen te voeden, en geest en ziel te verlichten om dan weer het lichaam te verlaten via de medullah oblongata, het merg in de kern van de hersenstam (reptielenbrein), verbonden met 10e hersenzenuw. Als de adem wordt ingehouden, vaak door angst voor de dood en vormverlies, verdicht het levende transparante lichtenergieveld zich. De
65
pijnappelklier, evenals de thymus, nemen dan in omvang af; van de grootte van een golfbal tot het formaat van een erwt. De elkaar kruizende driehoeken van de mer-ka-ba’ schuiven uit elkaar, zodat een zandlopervorm ontstaat. Het punt in het midden van de zandloper wordt de diamant genoemd. Daar kan het scheppende lichtlichaam geest en ziel nog tegelijk doordringen, waardoor ze nog met elkaar verbonden blijven. Als het bewustzijn toeneemt en er weer ruimte ontstaat in de gevoelswereld verenigen de twee driehoeken zich weer in een achtpuntige ruimtelijke ster van de twee half over elkaar heen geschoven piramides Sterrenzaden en goddelijke vonk Mensen zijn sterrenzaden die het universum bereizen. Ontvlamd door de goddelijke vonk hebben wij bijgedragen aan het scheppen van unieke werelden. Zo luiden de leringen. We hebben eonen doorgebracht met het ervaren van wat we hebben geschapen, in positieve zowel als negatieve zin. Wij mensen behoren tot de stoottroepen, die belangrijke rollen vervulden, vervullen en te vervullen hebben. Mochten we gaan twijfelen, dan is het raadzaam ons te herinneren dat we veel kennis hebben vergaard door mislukkingen in het verleden. We kunnen nu besluiten ons opnieuw open te stellen voor het scheppende licht dat zich weerspiegelt in ons hogere zelf. Te focussen op liefde. Conflicten, misleidingen en chaos te zien als een kans om aan te groeien en aan liefde, kracht en wijsheid te winnen. We kunnen de onvolmaaktheden, stress en beperkingen die we in ons lichaam en in onze persoonlijke wereld hebben gecreëerd laten transformeren door de hoge harmonieuze frequentie van liefde. Terwijl de schittering dan groter en transparanter wordt en verder zal reiken, zal er steeds meer verbondenheid ontstaan die uitdijt tot de ervaring van een alles met elkaar verbindende eenheid. Geheugencrash of uitdijend lichtveld? Ons denken kan lange tijd in zijn eerste scheppingen blijven hangen. Naarmate we meer toegang tot ons bewustzijn hebben en onze liefde onvoorwaardelijker wordt, zullen we beter in staat zijn om de achtpuntige ster, de tetraëder ook als 12 puntige en 24 puntige ster waar te nemen en te ervaren, aldus de Egyptische overlevering. We krijgen daarmee toegang tot de goddelijke blauwdruk, die mer-ki-va wordt genoemd. Deze manifesteert zich wanneer we actief evenwicht aanbrengen in ons leven en ons afstemmen op de scheppende adamantine deeltjes. We trekken ze daarmee aan waardoor de frequentiepatronen zich meer en meer verenigen en de levenschenkende lichtenergie aan kracht en straling kan toenemen. Het lichtveld dijt uit en zal steeds beter waargenomen en benut kunnen worden. Een ieder die zich op dit, zogenaamde ‘Pad van Ascensie’ begeeft, leeft in vijf dimensies, en ontvangt frequenties van subniveaus van de zesde en zevende dimensies. En soms wordt hij zelfs, terwijl hij zich in de beschermende lichtsfeer bevindt, naar de achtste en negende dimensies meegenomen. Transparant bewustzijn Naarmate we hier op aarde ons meer en meer afstemmen op hogere frequenties, zoals liefde, zullen zij die een actief roterende merki-va hebben over hun volledige holografische geheugen kunnen gaan beschikken. Zonder actief roterende mer-ki-va hebben we er geen toegang toe. In sommige gevallen loopt het zelfs uit op een geheugencrash. Dit zelfde verhaal las ik ook in een gechannelde boodschap die van de engel Michaël zou komen. Melchizedek zegt in zijn voorwoord dat hij de info heeft van engelen die zijn technische verstand en kennis benutten. En dan moet ik opeens aan Einstein denken. Hij formuleerde het anders.’ Ik heb het gedroomd’, zei hij voordat hij tot zijn theorievorming overging. ‘We hebben’, zo gaat de boodschap verder, ‘zowel een groot geschenk in handen als de immense taak levende sterren te worden, die de scheppende lichtenergie uitstralen’. Dat betekent bijvoorbeeld dat we ieder moment opnieuw als een onbevangen kind, open, de werkelijkheid, zoals die zich voordoet, ervaren en bezien, zonder kritiek of oordelen. Dan wordt ons bewustzijn transparant en kan het licht er doorheen komen. In de Perzische traditie bestaat het concept markabah. Het betekent zegenwagen. A. H Almaas gebruikt deze zegenwagen in zijn leringen als het voertuig van de ervaring van genot, vreugde en geluk door bewustwording van wie wij in wezen zijn. We kunnen het in allerlei kleurschakeringen, geuren en smaken ervaren maar de kern ervan is dat we uit pure vreugde, geluk en genot bestaan en ons gezegend voelen wanneer we de belemmeringen die het genot en de vreugde blokkeren uit de weg kunnen ruimen.
66
De dimensies Behalve de waarneembare dimensies lengte breedte, hoogte en ruimte-tijd zijn er meer dimensies. De snaartheorie verklaart de werking van het heelal vanuit tien dimensies. Lotte Hollands die er in 2009 op promoveerde ervaart deze ruimtelijke interpretaties bijna als poëzie. Electro-magnetische velden in een bepaalde dimensie worden opgewekt door rimpelingen en schommelingen in een hogere dimensie. Het verschil tussen de ene dimensie en de andere is de lengte van de basisgolf. Hoe hoger de dimensie is, des te korter de golf. In hogere dimensies dan die wij ervaren vormen geluid en licht een geheel, voorbij tijd en ruimte. Dimensies zijn overal tegelijk aanwezig. Elk punt in de ruimte bevat alle dimensies. Alleen ervaren we ze nog amper, ook al is de toegang ertoe overal mogelijk. De verschillende dimensies hebben verschillende muziek en harmonieën. Als je een andere zender zoekt op je radio of t.v kom je op een andere golflengte terecht en dan krijg je ook een ander station met andere klanken of een ander beeld. Als de golflengte van je bewustzijn verandert, verandert ook je lichaam. Als je het gemiddelde neemt van alle klanken van alle objecten in het universum in de derde dimensie kom je uit op een golflengte van 7.23 cm. Dat is ontdekt door de Bell Labs in de U.S. Hieruit is het microgolfsysteem ontstaan. Bell Labs. verhoogden 50 duizend maal het noodzakelijke vermogen ervan door de golflengte iets te verlengen. De ontvankelijkheid voor de bestaande driedimensionale golflengte nam af. Het potentieel van een lagere dimensie kreeg daardoor meer ruimte. Dit is een van de voorbeelden van ‘vooruitgang’ die eigenlijk achteruitgang in bewustzijn betekent. Met alle gevolgen vandien. Oerademhaling We kunnen ons contact met het lichtenergieveld bekrachtigen en onze geest in een verlichte staat brengen met de oerademhaling. We visualiseren dan dat onze ademhaling door tegen elkaar indraaiende meer dimensionale lemniscaten stroomt vanaf de pijnappelklier in het centrum van de schedel, de 10e hersenzenuw (nervus vagus) en de kern van de hersenstam (medullah oblongata) . We voelen dan hoe er prikkels worden overgedragen op onze hersenen en de andere organen. We voelen ons levenskoord, dat ook licht-of levensrivier wordt genoemd. Zo kan het energieveld van licht en geluid ons bij iedere inademing opnieuw doortrillen, vitaliseren en tot scheppen brengen. Op deze manier ademen betekent dat we onze buik uitzetten wanneer we inademen waardoor ons middenrif zakt en onze longen een grotere capaciteit krijgen die zich vanzelf met lucht vult. Je haalt op genoemde natuurlijke manier adem waarbij je de volle inhoud van je longen benut (de meeste mensen gebruiken slechts 30% van hun longcapaciteit) Je neemt optimaal zuurstof op. Er vindt een betere stofwisseling plaats doordat alle organen door het ademen worden gemasseerd. Er vindt een betere doorbloeding plaats. Je versterkt je immuunsysteem. Je verhoogt je vitaliteit. Fysieke spanning en stress ontladen zich in spontaan ontstane bewegingen. Onderdrukte emoties komen vrij. Afval van stresshormonen wordt afgevoerd. Er ontstaat vanzelfsprekend meer inzicht in gevoelens en emoties. Het gevolg is dat je emotioneel in evenwicht komt. Je identificeert je minder met je denken. Mentale onrust, (dwangmatig denken piekeren, tobben) vermindert. Angsten nemen af Je ontspant. Je slaapt beter. Je kunt je beter concentreren. Je geheugen gaat beter functioneren.
67
Je bent meer aanwezig in het Hier en Nu. Er ontstaat innerlijke stilte en vrijheid. Het is veilig. Je functioneert beter in de maatschappij. Je geniet van het leven Je voelt je gelukkig, Je overstijgt het persoonlijke vlak van angst en machtspel en voelt je deel van het samenspel van alles wat bestaat.
Je kijkt onder de oppervlakte van alle fenomenen – personen, dieren, planten en situaties – in het onderliggende/bovenliggende, omliggende en alles verbindende veld van het overal tegenwoordige, ziende, horende, proevende, ruikende, aanrakende. En dan, terwijl je zo diep in de werkelijkheid kijkt, en je verwondert over de continue scheppende kracht ervan en je zo gelukkig voelt erdoor wil je niet anders dan de werkelijkheid leven. naar Barefoot Doctor
68
Literatuur; Almaas, A.H.
The Unfolding Now
Auel, Jane
De mammoetjagers
Bailey, Alice
Van intellect naar intuïtie
Berk, Tjeu van den
Mystagogie
Bont, Carolina
Hoogsensitiviteit als kracht
Bromberg-Martin Ethan & Okihide Hikosaka
Neuron, 16 juli 2009.
Brown Michael
The Presence Process
Childre Doc, Rozman Deborah
Transforming Anxiety
Coen, Brothers
The Big Lebowski
Consemulder, John
Blauwdruk
Damasio, Antonio
Self Comes To Mind
Darwin, Charles
The Descent Of Man
Goldberg, Philip
The Intuitive Edge
Gould, James L
Het dierenbrein
Hellinger, Bert
Love’s Hidden Symmetry
Kampschuur, Peter
De man zonder navel
Keltner, Dacher
Born To Be good The Science Of Meaningful Life
Kikke Els
Loskomen
Kikke Els
In beweging komen vanuit oerkracht
Kikke Els
De androgyne mens
Laszlo, Ervin
De bezielde kosmos
Laroui, Fouad
Over het Islamisme
Waal, Frans de
Een tijd voor empathie
Melchizedek, Drunvalo
De geometrie van de schepping’
Narby, Jeremy
Intelligence In Nature
Provine, Robert
Laughter, A Scientific Investigation
Ray, Paul H. en Anderson, Sherry Ruth The Cultural Creatives Servan Schreiber, David
Antikanker een nieuwe levensstijl:
Sachs, Oliver
Music And Brain
Shubin, Neil
The Inner Fish
Sloterdijk Peter
Je moet je leven veranderen
Smith, Adam
The Wealth Of Nations
Smith, Adam
The Theory Of Moral Sentiments
Teague, Matthew
Philadelphia Magazine
Thich Nhat Hanh
Iedere stap is vrede
Verplaetse, Jan
Het morele instinct
Wynne, Clive DL
Denken dieren na?
69
LIEF EN LEVEN
Els Kikke is auteur van de volgende boeken: - Loskomen, teruggaan naar wie wij in wezen zijn, uitg. Bres - In beweging komen vanuit oerkracht, zijn in essentie, uitg. Altamira Becht - De androgyne mens, innerlijk huwelijk van liefde en kracht, uitg. Altamira Becht - Lief en leven, in de schaduw van angst en begeerte. Een evolutionaire uitdaging. Dit boek wordt binnenkort als free giving op internet geplaatst. Iedereen is vrij het op zijn of haar site te zetten, te downloaden of door te sturen. Els Kikke schreef artikelen in diverse tijdschriften in binnen- en buitenland, promoveerde op het onderwerp: Kerncontact Zij benut het gedachtegoed van onder anderen A.H Almaas, Bert Hellinger, Stanislav Grov, Carl Gustav Jung, Eva en John Pierrakos, Wilhelm Reich, Rolando Toro met werkvormen als padwerk, neo-Reichiaans lichaamswerk, Gestalt, psychodrama, voice dialogue, hypnose, neuro-emotionele integratie, diverse healingmethoden, biodanza, familie- en organisatieopstellingen. Zij werkte mee aan het tot stand komen van de padboeken ‘Van overleven naar leven’ en ‘Liefde nader bekeken’. Zij heeft samen met astroloog, econoom en ingenieur Peter Delahay van 1988 tot 1992 het Italiaanse ‘Pad’ begeleid. Zij is moeder van Jeroen en Esther en oma van Filip. Zij beschouwt zichzelf als een stervensbegeleider en vroedvrouw, zij coacht mensen door de egodood heen naar het tot leven komen vanuit oerkracht, waarvan het hele universum is doortrokken. Zij geeft individuele sessies en workshops gericht op het blootleggen van de levensbron, waar wij als lichamelijk en geestelijk gezonde mensen kunnen genieten van onze menselijke mogelijkheden. Zij legt de nadruk op bewustwording van het antwoord dat we gaven op onze allereerste levenservaringen, hoe ons karakter en onze levenswijze daardoor zijn gevormd. Hoe we geconditioneerd zijn geraakt en leven vanuit strategieën die onze angsten bezweren, in plaats van te leven, Hoe wij in plaats daarvan zijn gaan overleven. Hoe we de oerkracht die voortkomt uit de levensbron hiermee blokkeren maar ook kunnen kiezen voor liefde en geluk. Kiezen voor die quantumsprong.