DE UITDAGING VAN DE ANGST OM DE GLOBALISERING… _____________________________________________ I. Stem geven aan de angst van de mensen. En dan tegenstem laten horen en vertrouwen schenken. ____________________________________________ Uit ‘Lof der zichtbaarheid ‘, 2007. Rudi Visker. Filosoof, Leuven.
Vlaams Belang en nu ook Jean-Marie Dedecker proberen het begrip democratie te herdefiniëren in termen van een ‘vox-populisme’, een nieuw soort populisme dat beweert de stem van ‘de gewone mensen’ te vertolken. Het drama is dat de andere partijen zonder het te beseffen de definitie hebben overgenomen in plaats van haar te bestrijden.
Nieuw rechts staat voor de deur. En het wil naar binnen. In naam van de democratie en de vrijheid van meningsuiting. Dit argument brengt de burgers van de stad in verwarring. Zij hadden gedacht de democratie te kunnen verdedigen door niet-democratische elementen uit te sluiten en er een schutskring rond te bouwen. Maar nu blijkt dat cordon uit zijn voegen te barsten, de populatie daarbinnen groeit en de stad zelf loopt leeg. Steeds meer mensen van de eigen burgers kiezen voor de binnenkant van het cordon, zij sluiten zich aan bij de vermeend niet-democratische vijand, die zich nu zelf op de democratie beroept en degenen die dachten dat ze democraten waren, ervan beschuldigt de democratie - en dus het volk - te verraden.
Wil de democratie overeind blijven als alternatief voor het totalitarisme, dan zal ze dus manieren moeten vinden om haar subjecten tegen die ex-tieme verdeeldheid in zichzelf te beschermen. Er is een probleem en het valt niet op te lossen. Maar we moeten wel proberen het leefbaar te maken. En met leefbaar maken bedoel ik: ruimte bieden aan dat ‘iets’ aan ieder van ons wat onze eigenheid uitmaakt, verhinderen dat we daar alleen mee blijven en ons dan zelf aan een uitweg moeten helpen zoals de fobische persoon dat doet met zijn angst.
1
II. De angst zoals ze in Nederland wordt verwoord _________________________________________ Uit ‘Het land van aankomst’, 2007 Paul Scheffer Er staat iets wezenlijks op het spel. De derde wereld is op drift en nestelt zich in de eerste wereld. Het zal zeker niet lukken om de kloof tussen Noord en Zuid zodanig te overbruggen dat de wil tot migratie binnen afzienbare tijd zal afnemen en misschien lukt het ook niet om de migratie op andere manieren tegen te gaan. Mocht de beweging van mensen inderdaad niet beheersbaar blijken te zijn, dan is het geen gewaagde voorspelling dat de wereldwanorde binnen onze grenzen voor een hevige polarisering zal zorgen in de samenleving. Daarmee zou de democratie duurzaam onder druk komen te staan.
Onder de druk van de uitdijende wereldmarkt komt de andere kant van het menselijk bestaan tevoorschijn, namelijk een hang naar afscherming. Hoe houden we de spanning uit tussen lokale beschutting en globale openheid? Hoe voorkomen we dat het eigene en het vreemde tegenover elkaar komen te staan? Dat is de fundamentele vraag van deze tijd. Er zijn genoeg tekenen dat die polarisering in Europa en ook in Amerika gaande is: een grenzeloze wereld kan gemakkelijk verleiders oproepen die meerderheden mobiliseren met de gedachte ‘vol is vol’.
Open steden in een wereldwijde economie zijn geen vanzelfsprekendheid. Het probleem van de elites is dat ze geen verhouding hebben gevonden tot de onzekerheid en de afsluiting die gaande is. Het is een doodlopende weg om burgers eraan te herinneren dat ze wereldburgers zijn geworden wanneer niet tegelijk wordt gezocht naar antwoorden op de behoefte aan continuïteit en gemeenschapszin?
2
III. De angst in de analyse van Rik Coolsaet ___________________________________ In zijn kerstessay ’De wereld van, morgen’. Eind december 2007 in DS Zonder migratie heeft Europa (Vlaanderen) geen toekomst Alle recente studies wijzen in dezelfde richting. Zonder migratie heeft Europa geen toekomst. Integendeel zelfs, door immigratie krijgen landen als België en Nederland meer tijd om zich voor te bereiden op de effecten van de vergrijzing. Migranten brengen immers extra-inkomsten voor de schatkist. De Fortuyniaanse claim dat Europa ‘vol’ is, stoelt op geen enkel objectief criterium. Er bestaat bovendien geen enkele indicatie, zo echoot ook uitzendbureau Randstad de eerder geciteerde studies, dat nieuwe landgenoten het werk van oude landgenoten afnemen. Europeanen zitten dus tussen hamer en aambeeld: zonder een toename van het aantal migranten zal hun continent achteruitboeren en ten onder gaan aan de druk van zijn pensioenlast. Met de aanwas van migranten ontstaan maatschappelijke spanningen als gevolg van de druk op de culturele identiteit. De overheid heeft een cruciale rol bij het doorbreken van deze patstelling. Maar alleen kan zij dat niet. Ze moet de mood van de bevolking mee hebben, wil ze een sociaal contract vinden dat nodig is om te wennen aan de onvermijdelijke migratie. In dit proces van gewenning zal de ontvangende samenleving wijzigen en zullen migranten nieuwe landgenoten worden. Iedereen zal dus veranderen. Het zijn immers alleen dode culturen die niet meer evolueren. Niemand achterlaten voor populisten Het Nederlandse Sociaal en Cultureel Planbureau had in 2004 gedetecteerd dat de doorsnee-Nederlander opnieuw behoefte voelde aan een inspirerend perspectief, een sociaal contract.Laten we even trachten een proeve van een modern sociaal contract te formuleren. Het zal zowel perspectieven moeten bieden aan de minderheid die aan de onderkant van de samenleving leeft, als de bezorgdheid opvangen over wat morgen brengen kan voor de grote middenklasse en, ten derde, steeds weer opnieuw geduldig de problemen uitleggen en aanpakken die gepaard gaan met de multiculturele samenleving, zodat mensen er minder bang voor worden en daardoor ook minder gevoelig voor de sirenenzang van politieke formaties die daar garen bij spinnen en de samenleving ontwrichten.
3
Ruud Lubbers, zo zagen we gisteren, betoogde dat participatie en niet integratie de centrale opgave is. Die stelling beantwoordt aan de resultaten van heel wat wetenschappelijk onderzoek, in België en in Nederland. Participatie in het maatschappelijke leven speelt een veel belangrijkere rol bij inburgering dan eender welke inburgeringswet. Participatie heeft een aanzienlijk effect op het sociale en politieke gedrag van alle betrokkenen: mensen worden weerbaarder en democratischer, minder gevoelig voor politieke manipulatie. Participatie dempt ongenoegen en radicalisering. Om culturele tegenstellingen te overbruggen, zijn drie principes cruciaal: respect voor diversiteit, erkenning dat iemands identiteit vele facetten kan hebben, net zoals een diamant, en de wil om gemeenschappelijke banden te smeden die diverse groepen tot een (lokale) gemeenschap maken. Dat is geen onmogelijke opdracht, zo blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Hasselt in oktober 2007 bij de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen in Belgisch Limburg. Beide gemeenschappen blijken zich uitgesproken Limburger te voelen, veeleer dan Belg of Vlaming. De Limburgse identiteit verschaft hen een wij-gevoel – die het niet nodig heeft om een karikatuur te maken van wie niet tot die groep behoort, de zij. De auteurs van de studie opperen de hypothese dat deze Limburgse identiteit des te aantrekkelijker is omdat ze geen symbool is van een politieke strijd, zoals de Vlaamse en de Belgische identiteit – je zou geneigd zijn te zeggen: dus een gevoel van geborgenheid biedt. Het verlangen naar een warme en meer solidaire samenleving dat spreekt uit het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau uit 2004, mag niet worden overgelaten aan populisten en extreemrechts. Hun recept sluit mensen uit en splijt de samenleving. Een sociaal contract daarentegen sluit niemand uit en laat niemand achter. De tijd is wellicht rijp voor inspirerend leiderschap dat elementaire gemeenschapszin helpt herstellen. Zoniet zullen populisten het ongenoegen kapen. Vrij van vrees Kan en wil de staat opnieuw een rol spelen bij het indekken van zijn inwoners, vooral in de grote middenklasse, tegen krachten die hen te boven gaan? Die vraag zal steeds dwingender worden. Sinds de vrije markt enkele eeuwen geleden ontstond, is er altijd een slingerbeweging geweest tussen meer en minder staat, tussen meer en minder vrijheid voor de markt. Van het falen van de markt ging de slinger naar het falen van de staat – en omgekeerd. We begeven ons opnieuw in de richting van een grotere rol van de overheid bij het graven van de bedding waarin de gemondialiseerde vrije markt zich zal bewegen.
4
Zowel de binnenlandse politiek als de wereldpolitiek stonden de voorbije decennia in het teken van botsende belangen, polarisering en angst. Angst voor al het onbekende dat op ons afkwam, is een belangrijke motor in de evolutie naar een gepolariseerde en geradicaliseerde samenleving. Politieke krachten die daarop inspeelden, hebben succes gehad. Populisten zijn beter in het exploiteren van angstgevoelens dan in het wegnemen van de oorzaken, zei ooit de voormalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot. Hetzelfde geldt in andere landen ook voor extreemrechts, voor salafistische bewegingen, kortom voor al wie grossiert in angst. Ook Colin Powell, de ietwat onfortuinlijke minister van Buitenlandse Zaken in de eerste ambtstermijn van president George W. Bush, heeft het niet zo begrepen op de ‘handelaren in angst’, zoals Geert Mak ze noemde. Het enige dat ons echt kan vernietigen, zijn wijzelf. Dat mogen we onszelf toch niet aandoen. En angst gebruiken voor politieke doeleinden, mensen zo doodsbang maken dat ze voor ons stemmen en er een terreur-industrieel complex in het leven wordt geroepen - is dat echt niet beneden alle peil?’ Powell echoot in zekere zin de waarschuwing die Franklin Roosevelt in de jaren dertig van de vorige eeuw gaf. Toen deze midden in de Depressie zijn overbekende zinspreuk lanceerde, ‘we have to fear but fear itself’ – wij moeten enkel onze eigen angst vrezen, wist hij maar al te goed waarom hij dat zei. Angst voedt immers het gevoel van machteloosheid en dempt daardoor de kansen op een verbetering van onze samenleving. Angst drijft mensen in een egelstelling, verscherpt tegenstellingen en sluit uit. Angst verengt onze geest en schakelt helder denken uit. Om vooruit te gaan heeft een gemeenschap een collectief project nodig, dat insluit en niet uitsluit. Mensen moeten vertrouwen in de toekomst hebben. Een beleid gebouwd op angst, verhindert dat. Het gevoel willoos overgeleverd te zijn aan een stroomversnelling en mee te drijven op de stroom van de tijd, zou wel eens achter ons kunnen liggen. Wie weet, misschien is het zelfbewustzijn en daarmee ook het geloof in de maakbare samenleving terug van weggeweest, althans als we én de opiniepeilingen in de groeilanden én de conclusie van De Sociale Staat van Nederland 2007 van het Sociaal en Cultureel Planbureau én de grafieken over het afnemende onveiligheidsgevoel en over het toenemende vertrouwen in de overheid goed begrijpen. Wat is het verschil tussen een goede en een slechte samenleving, vroeg de Poolse socioloog Zygmunt Bauman zich af. Een slechte samenleving is een samenleving die gelooft dat zij niet verbeterd kan worden. Een goede samenleving is een samenleving die zichzelf verwijt niet goed genoeg te zijn.
5
IV. Waar en op welke wijze zijn wij in onze beweging bezig met de angst van mensen om globalisering? _______________________________________________ 1. Gespreksvragen over de geciteerde teksten . Met welke tekstfragmenten ga ik akkoord? Welke zou ik willen versterken? . Met welke uitspraken ga ik niet akkoord? Welke tegenbedenkingen zou ik willen verwoorden?
2. Gespreksvragen over de aanpak in onze beweging ( Basiswerk, bewegingswerk, vorming, studie, media, …) . Waar zijn we goed bezig? Waarom? . Waarin schieten we te kort? Zijn er leemtes? Welke? . Waar moeten we anders te werk gaan?
6