Lexicon
LEXICON A Activa –plan Het Activaplan is een tewerkstellingsmaatregel die voorziet in een vermindering van de patronale basisbijdragen voor de sociale zekerheid bij aanwerving van een werkzoekende. Deze vermindering wordt gekoppeld aan een activering van de werkloosheidsuitkering of maatschappelijke integratie bij de aanwerving van een werkzoekende die volledig uitkeringsgerechtigd werkloos is of die het leefloon geniet. Deze maatregel moet leiden tot een verhoging van de tewerkstellingsgraad in het algemeen en van de tewerkstellingsgraad van de oudere werknemers (45 jaar en ouder) in het bijzonder.
Afgeleide rechten. ‘Afgeleide rechten’ zijn rechten op sociale bescherming die niet verkregen zijn op grond van de hoedanigheid van persoon ten laste van een verzekerde,met andere woorden rechten die afgeleid zijn uit het sociaal statuut van iemand anders. Concreet in België is dit:
het recht op gezondheidszorg als persoon ten laste van een ‘titularis’ (‘uitkeringsgerechtigde’);
de weduwepensioenen (‘overlevingspensioenen’).
Vergoedingen aan familieleden (‘rechthebbenden’) van slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen of beroepsziekten
Algemene sociale bijdrage De idee van een ASB heeft in België opgang gemaakt nadat ze onder president Mitterrand in Frankrijk werd ingevoerd. Dit was in 1991. Een Algemene Sociale Bijdrage is een belasting die op alle inkomens wordt geheven. Niet alleen op inkomens uit arbeid, maar ook op inkomens uit vermogen, uit huren, uit kapitaal. De belasting geldt niet alleen voor loontrekkenden, maar ook voor uitkeringtrekkers, zelfstandigen en bedrijven. Er wordt éénzelfde aanslagvoet toegepast op lonen, uitkeringen, inkomens van zelfstandigen, rente, huur en winst.
All in –akkoorden All‐in wil zeggen 'alles inbegrepen'. Deze akkoorden houden in dat men afspraken maakt over de totale loonsverhoging en zich daar aan houdt, ongeacht de grootte van het index‐deel daar in.
1 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon
Als men bijvoorbeeld afspreekt dat de lonen ‘all‐in’ met 5% mogen stijgen, dan is de echte loonsverhoging 3% als de index 2% stijgt, en slechts 1% als de index 4% bedraagt. Op die manier wordt de index ook geneutraliseerd.
Berekeningsplafonds De berekening van uitkeringen voor bijv. je pensioen, de werkloosheid of in geval van ziekte, gebeurt door rekening te houden met bepaalde plafonds. Zo wordt bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering in de regel berekend op het in de verloren dienstbetrekking verdiende loon. Echter, bij de berekening voorziet men in loonplafondbedragen : ook al verdiende iemand meer dan dit plafond, toch worden de uitkeringen maar berekend op dit maximumbedrag.
Betaald educatief verlof Het betaald educatief verlof is het recht toegekend aan werknemers uit de privé‐sector om erkende opleidingen te volgen en om op het werk afwezig te zijn met behoud van hun loon. De werkgever kan niet weigeren maar moet wel akkoord gaan met de planning van het verlof. Na de opleiding vraagt hij de terugbetaling door het indienen van een schuldvordering.
Bijzondere bijdrage sociale zekerheid Op je loonbrief zie je soms een bijkomende inhouding op je nettoloon die bijzondere bijdrage sociale zekerheid genoemd wordt. De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid kadert in een globaal plan uit 1994 om de leefbaarheid van onze sociale zekerheid te behouden. Ze heeft tot doel bij te dragen tot de financiering van de sociale zekerheid. De bijzondere bijdrage is verschuldigd door elk gezin bestaande uit werknemers of hoge ambtenaren. Ze hangt af van je loon en je gezinssituatie. Het bedrag van de bijdrage staat in verhouding tot het jaarlijks belastbare gezinsinkomen. De administratie der directe belastingen doet jaarlijks de definitieve afrekening bij de belastingheffing. De aan de RSZ betaalde bedragen zijn dus voorschotten op de jaarlijks verschuldigde bijdrage.
C Carensdag De carensdag is in België de eerste dag dat een werknemer, onder het arbeidersstatuut, ziek wordt en thuis blijft. De arbeider wordt daarvoor niet vergoed. Dit is een belangrijk verschilpunt met het bediendenstatuut, bij bedienden geldt het gewaarborgd maandloon.
D Dienstencheques
2 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon
Het systeem van dienstencheques werd in België ingevoerd begin 2004. Het heeft een dubbel doel:
laaggeschoolden uit de werkloosheid halen
terugdringen van het zwartwerk.
Particulieren kunnen dienstencheques kopen voor een bepaald bedrag; dit bedrag kan men later als aftrekpost bij de aangifte inkomstenbelasting inbrengen. Met die dienstencheque kan men dan mensen aan werk zetten voor een aantal welomschreven taken: klusjesdienst, hulp in het huishouden, tuinonderhoud, strijkwinkel, routine werkzaamheden. De overheid subsidieert een gedeelte van de dienstencheque. Het komt er eigenlijk op neer dat de arbeider evenveel verdient als wanneer hij in het zwart zou werken, terwijl de overheid nu bijpast voor de sociale zekerheid.
F Fonds voor uitrustingen en collectieve diensten Het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD) is een budgettair fonds dat in 1971 bij de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers opgericht werd om de ontwikkeling van kinderdagverblijven te stimuleren. Het wordt beheerd door het beheerscomité van de Rijksdienst dat paritair is samengesteld.
G Gelijkgestelde periodes De gelijkgestelde periodes zijn periodes van beroepsinactiviteit die gedeeltelijk of volledig zullen worden beschouwd als gewerkte periodes ten einde te bepalen hoeveel jaren de beroepsloopbaan telt. Dat is de reden waarom die periodes gelijkgestelde periodes worden genoemd.
I Individualisering van rechten In de sociale zekerheid gaat men uit van het model van een koppel waarin enkel de man werkt en de sociale bescherming van het gezin waarborgt, in de logica van de afgeleide rechten (rechten verworven door de echtgenoot). Individualisering van de rechten wil zeggen dat aan elke persoon rechten worden toegekend in functie van de periodes van loontrekkende of daarmee gelijkgestelde arbeid, zonder verwijzing naar de gezinssituatie.
3 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon
Interprofessioneel akkoord Een interprofessioneel akkoord (IPA) is een sectoroverschrijdend akkoord van de Belgische werknemers‐ en werkgeversorganisaties. Het belangrijkste element van dit akkoord is de intentieverklaring om de lonen aan een vooraf afgesproken tempo te laten stijgen. Deze tweejaarlijks afgesproken maximale loonstijging noemt men de loonnorm. Daarnaast komen er in een interprofessioneel akkoord ook afspraken voor met betrekking tot vorming en opleiding van werknemers, arbeidsomstandigheden, tewerkstellingsinspanningen, arbeidsduur, etc
K Kiwimodel Het kiwimodel is een Nieuw‐Zeelands model voor terugbetaling van geneesmiddelen, waarbij de overheid openbare aanbestedingen uitschrijft. Alleen de prijs van het goedkoopste medicijn dat respectievelijk alle nodige werkzame bestanddelen bevat in een vergelijking tussen alle merkartikelen en dat redelijkerwijs het beoogde resultaat zal geven, wordt terugbetaald door de ziekteverzekering.
L Lissabonstrategie De Lissabonstrategie was de langetermijnstrategie die de Europese Unie in 2010 de sterkste economie van de wereld had moeten maken. De naam Lissabonstrategie komt van de plaats waar de afspraken zijn gemaakt: Lissabon. Daar stelden de leiders van de Europese landen de strategie in het jaar 2000 vast. De doelen van de Lissabonstrategie zijn ondertussen niet behaald. De opvolger van de Lissabonstrategie is de Europa 2020‐strategie.
Loonmatiging Loonmatiging is een beleid waarbij de stijging van de lonen van de werknemers zoveel mogelijk beperkt gehouden wordt. Loonmatiging kan door de overheid worden opgelegd door bijvoorbeeld loonstijgingen boven een bepaald percentage te verbieden. Loonmatiging kan ook in overleg met werkgevers‐ en werknemersorganisaties worden afgesproken, waarbij de vakbonden afzien van hoge looneisen in ruil voor andere toezeggingen, zoals maatregelen om de werkloosheid te bestrijden.
N Notionele intrestaftrek
4 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon
De notionele interestaftrek is een fiscale tegemoetkoming aan de bedrijven. Zij kunnen een percentage van hun (aangepast) eigen vermogen aftrekken van hun belastbare winst. Vakbonden hebben altijd betreurd dat de notionle intrestaftrek een vrijblijvend cadeau aan de bedrijven is. Er worden immers geen voorwaarden aan gekoppeld inzake investeringen of jobcreatie. De overheid moet bovendien rekening houden met een belangrijke budgettaire kost.
O Outsourcing /Uitbesteding Outsourcing, ook aangeduid met de Nederlandse term uitbesteding, is de uitvoering van een proces als gevolg van een strategische keuze door een onderneming, om één of meer bedrijfsactiviteiten uit te besteden aan een dienstverlenende onderneming of toeleverancier. Veel voorkomende uitbestedingen betreffen de salarisadministratie, onderhoud aan gebouwen of machinepark, ICT‐beheer, opslag en distributie van grondstoffen, halffabricaten en goederen (logistiek), marketing, after‐sales dienstverlening en het produceren van een halffabricaat.
S Strategie 2020 De EU 2020‐strategie is de nieuwe langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid. Deze strategie zou ervoor moeten zorgen dat de Europese economie zich ontwikkelt tot een zeer concurrentiekrachtige,sociale en groene markteconomie en bouwt voort op de Lissabonstrategie.
T Tegenopzegging De wet heeft uitdrukkelijk de mogelijkheid voorzien voor ontslagen bedienden, die een andere betrekking hebben gevonden, om vroeger op te stappen. Door het betekenen van een tegenopzegging (m.a.w. een korte opzeggingstermijn) krijg je de mogelijkheid om vóór het einde van de opzeggingstermijn, de arbeidsrelatie met de werkgever te beëindigen. De termijn van de tegenopzegging is afhankelijk van je bruto jaarloon.
Tijdelijke werkloosheid Het begrip 'tijdelijke werkloosheid' heeft betrekking op werknemers die gebonden zijn aan een arbeidsovereenkomst maar van wie de werkprestaties tijdelijk zijn verminderd of opgeschort. Als een werknemer tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid geen loon krijgt, kan hij aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering als tijdelijke werkloze.
5 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon
De belangrijkste oorzaken van tijdelijke werkloosheid voor werknemers zijn:
economische oorzaken
slecht weer
technische storingen
overmacht
sluiting van het bedrijf tijdens de jaarlijkse vakantie
staking
Om tegemoet te komen aan de gevolgen van de economische crisis, werd ook voor de bedienden de economische werkloosheid ingevoerd. Het gaat om een maatregel die van toepassing is tijdens een beperkte duur die nog tot eind van dit jaar loopt.
Tijdskrediet 'Tijdskrediet' is een systeem waarbij je je beroepsactiviteit gedurende een bepaalde tijd kan stopzetten of verminderen zonder dat hierdoor een einde komt aan je bestaande arbeidsovereenkomst en waarbij de loopbaanonderbreker een zogenaamde onderbrekingsuitkering in het kader van de werkloosheidsverzekering ontvangt.
Tobin taks /Robin Hood taks James Tobin, Amerikaans econoom en Nobelprijswinnaar, stelde al in 1978 een heel minieme belasting op banken, hedge funds en andere financiële instellingen voor. Ze houdt een heffing in van 0,005% tot 0,05% op de miljarden euro’s die dagelijks door de aderen van het wereldwijde financiële systeem stromen via wisselkoersen, de handel in financiële derivaten en aandelen. Deze belasting kan elk jaar honderden miljarden euro’s opleveren. Geheel in overeenstemming met de Robin Hoodaanpak zou deze taks vooral gevoeld worden door wie bezig is met financiële speculatie. En zij kunnen het zich veroorloven. Kortom, halen bij de rijken om te geven aan de armen.
U Uitbesteding/outsourcing Uitbesteding, soms aangeduid met de Engelse term outsourcing, is de uitvoering van een proces als gevolg van een strategische keuze door een onderneming, om één of meer bedrijfsactiviteiten uit te besteden aan een dienstverlenende onderneming of toeleverancier. Veel voorkomende uitbestedingen betreffen de salarisadministratie, onderhoud aan gebouwen of machinepark, ICT‐beheer, opslag en distributie van grondstoffen, halffabricaten en goederen (logistiek), marketing, after‐sales dienstverlening en het produceren van een halffabricaat.
Uitzendarbeid
6 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon
Uitzendarbeid kan is een vorm van wettelijk toegelaten tijdelijke arbeid die door een werknemer, de uitzendkracht, wordt uitgeoefend voor rekening van een werkgever, het uitzendbureau, bij een derde, de cliënt‐gebruiker. Uit deze omschrijving kan men afleiden dat bij uitzendarbeid drie partijen betrokken zijn: het uitzendbureau neemt een uitzendkracht in dienst en stelt die vervolgens ter beschikking van een gebruiker (de cliënt), die een deel van het werkgeversgezag over de uitzendkracht zal uitoefenen. Hoewel het uitzendbureau de enige werkgever van de uitzendkracht blijft, is het de gebruiker die hem praktische instructies geeft over het uit te voeren werk of de na te leven arbeidstijdregeling. Deze driehoeksrelatie (uitzendbureau ‐ gebruiker ‐ uitzendkracht) is een specifiek kenmerk van de uitzendarbeid.
V Vervangingsratio De vervangingsratio (de verhouding tussen het gemiddeld pensioen en het gemiddeld loon) heeft tot doel om de gepensioneerden een behoorlijke levensstandaard te bezorgen. Aangezien het pensioen als uitgesteld loon wordt beschouwd, moet bij een volledige loopbaan de vervangingsratio voldoende zijn om de levensstandaard te behouden en armoede te ontwijken. Ondanks de dalende trend blijft het risico op armoede bij gepensioneerden immers hoog.
Verzekeringsprincipe in de sociale zekerheid Voor de sociale zekerheid geldt dat de uitkeringen een redelijke vervanging van het gederfde loon moeten bieden.
W Welvaartsaanpassing Sociale zekerheidsuitkeringen werden vroeger slechts af en toe geïndexeerd, dus aangepast aan de stijgende levensduurte. Maar intussen stijgen ook de inkomsten van de actieve bevolking. En die 'welvaartsstijging' ligt normaal gezien hoger dan de index. Gevolg: na een aantal jaren verliezen sociale uitkeringen aan koopkracht, omdat ze minder snel stijgen dan wat mensen op actieve leeftijd verdienen. Om dat verschil wat bij te benen, worden de oudste uitkeringen af en toe verhoogd. Zij krijgen dan een 'welvaartsaanpassing'. In het verleden was die aanpassing telkens afhankelijk van de beslissingen van de bevoegde ministers. In 2009 kwamen vakbonden en werkgevers echter overeen om voortaan een structureel mechanisme in te voeren: elke 2 jaar zullen de sociale uitkeringen een welvaartsaanpassing krijgen. Naast de welvaartsvastheid van alle uitkeringen, werden ook de minimumuitkeringen verhoogd en ook de berekeningsplafonds (zie bij B) opgetrokken.
7 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon
WIGW/OMNIO-statuut Het omniostatuut, het vroegere WIGW‐statuut (weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen) is een beschermingsmaatregel waardoor mensen met een laag inkomen minder remgeld betalen en dus minder betalen voor medische hulp en geneesmiddelen (bijv. dokterskosten, hospitalisatiekosten, apotheekkosten en andere medische uitgaven).
WIN WIN aanwervingsplannen Van 1 januari 2010 tot 31 december 2011 geldt een regeling van versterkte activering voor bepaalde categorieën van werklozen. Het gaat hier in het bijzonder om jongere en oudere werklozen die bij aanwerving gedurende een bepaalde periode kunnen genieten van een verhoogde werkuitkering die de werkgever kan aftrekken van het te betalen nettoloon.
8 BBTK ‐ SETCa, CONGRES 2010
Lexicon