LEVEND VERLEDEN *
HET
Andrew Haslam & Peter Chrisp . ;
.
•.
.
'
*
LEVEND VERLEDEN
HET
ROMEINSE RIJK
Wat maakte het Romeinse Rijk zo machtig? Hoe verdedigde het leger de onmetelijke grenzen van het Rijk? Hoe zag het leven van een huisslaaf of een centurio in de provincie eruit? En vochten de gladiatoren echt met wilde dieren in het Colosseum? Verken een van de grootste beschavingen uit de geschiedenis en ontdek hoe de Romeinse wereld tot op de dag van vandaag invloed uitoefent op ons leven. In de serie Levend Verleden maken we op een speelse maar verantwoorde manier kennis met het verleden. De boeken bevatten een unieke reconstructie van het leven in oude beschavingen, en geven praktische instructies voor leuke projecten om zelf te maken en zo de desbetreffende tijd na te bootsen. Titels in deze serie zijn: Mensen in het Stenen Tijdperk Noord-Amerikaanse Indianen Japan
Poolvolken Het Romeinse Rijk Het Oude Egypte
J-5 / - Ü J
I-X
/JiJxJ_SJX_5J J
TT-crp
ROMEINSE RIJK ~^^^r™^^^.
i i r*
Peter Chrisp & Andrew Haslani Adviseur Simon James, Het British Museum, Londen
Corona
1
]'>'»< l \ \ o ( an Publishing LTD, London, UK Oorspronkelijke titelThe Kotnan Empire 1 l ' ' ' > ' < \l;l<-tltin,l.* /.M/t,'' /';«• Ai •- Scnl'enJi HV. H a r m e l e n . N I l'mimtit l V l .mJe Si ripiornm IIV. l i . i r m e l e n . NL I i-rl,ilini> ( i c r t - l . i n Kramer
/Ynrrik lom liuyi.iert & l'eter De. (ireet, Intertext, Antwerpen,
ISBN ')n-,S4''S _ l _'l-U Alk 1 f f i l i t L - l l voorbehouden. Nu-t\ uit tk-zi- iiit^.ivi.- in.i^ vftvi-L-lvoinli^il en ot
; Aimerit Art ^> Architecture t "Hei n o r i i p . t j ' . 4V; fïritish Museuin: p.iij. 42; HM, 1 l hè I t t iJuein.m Art l.ihr.iry: p.i^. '>": ( M l h x o n : p.ii;. 12, 2.S. 44; ('Isevier Art hiviv Atl.is ol die R o m a n VtorIJ: pai;.ln; Miehael l l « . l t . M , | | M> .. l ' ) . 2 K , 32,4(1, 4M; IV-ter Cljvton: p.ij;. 311; Ml.met K.irth l'iuiir,". paij. 4 (rechtsboven); Si ,il.i: p.ij;. 4 ilinksoiuler). 24; lony Stont.-. |e.m l'r.ii;an: pai^. dn. /et.i; p.t^. 4d. Met J.uik aan Je rnoJellen: Sarali Abbott. N.iJine ( i.ise. f - r a m e M . i ("ollni-.. l r . i t v Arm IT.UIUS. S a i n i n u - Ju Gold, Matthew l l.irper. A.iron l laseley. Aiii.irul.i Kwakye. l )e.m Newell. lon.ith.iri l'j^e, l Xivm.i 1'liiTtiiner. K o h i n K n li.mls. Sr, m RH li.inUon, | a n u ^ Sayle. |ainu- White. l >,i]]ii'l Vt'i i ^ l i t . |i,i l i . i W.irii; en All lv,,n|, en ,t.in ile W r \ s l ane S, hooi m < 'lapli.im. l onJen.
Inhoud De oude Romeinen
4
HOL- komen we dingen re weren?
Tijdschaal
6
Een veroverende macht
8
Hoe groot w.is het Romeinse Rijk?
Van keizer tot slaaf
10
Hoe \\,is Je samenleving ingericht?
Toga's en tunieken
12
Wat voor kleding droegen ze?
Indruk maken op anderen
14
Wat droegen de rijken?
Het leven in de stad
16
Waar woonden ze?
Tuinen, mozaïeken en fresco's
22
Hoc versierden ze hun woning?
Eten en feesten
26
Wat aten ze?
Het familieleven
30
Hoe zagen h u n families eruit?
Onderwijs en ambachten
32
Wat leerden kinderen?
Goden van het Rijk
34
W.u geloofden ze?
Brood en spelen
38
W.u waren hun lievelingsspotten?
Ontspanning
42
Hoe vermaakten ze zich?
Puike architecten
46
Wat bouwden ze?
Een goed gevoed Rijk
48
Wat verbouwden ze?
Handel en transport
50
Hoe werden goederen verplaatst?
Het Romeinse leger
54
Wie verdedigde het Rijk?
De val van Rome
60
War gebeurde er niet her Rijk?
Verklarende woordenlijst
62
Vetgedrukte woorden in de tekst kun je hier terugvinden
Register
64
De oude Romeinen Alle mensen hebben voedsel en onderdak nodig om te overleven. Ze hebben ook behoefte aan een geloof dat hun leven vorm en betekenis geeft. Door heel de geschiedenis hebben mensen verschillende manieren bedacht om in de/e basisbehoeften te voorzien. Als we de inwoners van het Romeinse Rijk bestuderen, kunnen we leren hoe / i j de hulpbronnen in hun omgeving gebruikten om een hoogontwikkelde leefwijze te creëren, waarvan tot op de dag van vandaag veel sporen zijn terug te vinden. IN DIT BOEK k i j k e n we naar de beschaving
van de oude Romeinen, een volk van Italiaanse afkomst.Tweeduizend jaar geleden veroverden ze liet i IK-rendeel van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, waardoor er een van de grootste rijken ter wereld ontstond.
r
Tegenwoordig kun ie ^ti-nil in Kt»nt en iimlfH- Itiiliiiiin-if ^ifiifii \hitiiihtrlih-n zien iviH Rotnulus fit Kt'tnti* mei i/c walvin.
A Archeologen In-hhcn >•<•>'! R^nifin.-f stheepswrakken ondtrwalet in <• Mieitiflliiihiïf '/.n- iniiit-rzotht. /M'» In-t l<<^ni,ieiru >\»i tic l,ntiu$ kunnen cc :icn uut inenten iitcn, tlwnkcn CH verhandelden.
WE WETEN DAT DE ROMEINEN hebben bestaan, d.ink/ij ilc vele liockfii t-n brieven die uit hun tijd bewaard z i j n gebleven. Ook de resten van Romeinse stcdt-n, villa's, torten en scheepswrakken helpen archeologen om een beeld te schetsen van het dagelijkse leven in het Romeinse Rijk.
DE VROEGSTE ROMEINSE GESCHIEDENIS is onbekend. vandaar dat de Romeinen verhalen ver/onncn om de gaten op te vullen. Met de oude legende van Romulus en Reinus verklaarden /e hoe hun stad was gesticht.Volgens de legende waren zij de twcelingzonen van Mars.de god van de oorlog. Ze werden hij hun geboorte in de steek gcl.iu-n en gered door een wolvin. Romulus werd later de eerste koning van Rome en de stad werd naar hem genoemd. ROME werd in 753 v.C'hr. gesticht als een kleine hoerenneder/etting aan de oever van de rivier de Iiber. In die tijd woonden er tal van volken in Italië, die verschillende talen spraken.Ten noorden van Rome had je de Etrusken en Umhriërs. m het zuiden zaten (iriekse kolonisten. De allereerste Romeinen behoorden tot de Latijn sprekende volken van Midden-Italië.
Hoe komen we dingen te weten? Dfjastes uw ; bundel wetten vastgemaakt romfom tril hijl. Htl n;i\ tril /:'/rf/."l'i.M/< .-ynilw! i\m iiitiji ,!/ Litfi i/tvr (/< Romeinen werd gebruikt.
DE ETRUSKEN w.uen een machtig volk. In de zevende eeuw v.Chr. kregen 7e Rome in hun macht en werd de stad bestuurd door een reeks Etruskische koningen, l >e Htrusken waren prima bouwers en gaven Rome zijn eerste grote tempels. OOK DE GRIEKEN hadden een belangri|ke invloed op de Romeinen, /e stichtten her en der steden aan de zuidkust van Italië. De Romeinen maakten Criekse gebouwen en sculpturen na en werden beïnvloed door Criekse legenden en ideeën. DE ROMEINSE BESCHAVING hield vele eeuwen stand.Voor het gemak hebben we de tijd verdeeld in verschillende perioden. F.lke periode heeft een eigen symbool om aan te geven wanneer informatie betrekking heeft op die tijd. Als er geen svmbolen staan. geldt de informatie voor alle perioden. De Republiek verwijst naar de periode in de Romeinse geschiedenis waarin gekozen ambtenaren Rome bestuurden en het Rijk zich begon uit te breiden. legen 27 v.Chr. was de Republiek ineengestort en vervangen door het bewind van de keizers. Onder hun leiding bleef het Rijk zich uitbreiden. Later werd het Rijk verdeeld in twee delen: het ()ost- en West-Romeinse Rijk.
NOORD-AFRIKA
5
VERKI.ARINC; VAN DE SYMBOLEN ladela.u i
Romeinse Republiek 509-27 v.Chr.
(krans)
vroeg-Romeinse Rijk 27 v.Chr.-2S4 n.Chr.
iChi-Rho)
laat-Romeinse Rijk 7f> n.Chr.
In Ijfi'fiiil verteden bekijken we de geschiedenis door vragen te -.tellen over het verleden en antwoorden te vinden door dingen na te maken die mensen vroeger vervaardigden.Je hoeft echter niet alles in dit boek te maken om te begrijpen hoe de R o m e i n e n leefden.
i 1 k'tiiirt tiwtt /AH- i/c .'Wc Romeinen,gedurende , Jn(>r verschillende ivlhcn m-nicn
Grieken t fit in Xiit(/-/M/ic
GRIEKENLAND
Tijdschaal Rome werd tot 5<W v.C'lir. bestuurd door koningen. N.i die tijd stichtten de Romeinen een nieuwe regeringsvorm, de Republiek. De Romeinen werden niet geregeerd door een koning maar door twee ambtenaren, de consuls, die elk jaar werden gekozen uit de vooraanstaande burgers. Dit systeem hield bijna 5<)0jaar stand. Tijdens die periode groeide Rome uit van een kleine stad tot de hoofdstad van een enorm rijk.
*fr TIJDENS DE REPUBLIEK nam mot de groei van het Romeinse Rijk ook de grootte van de legers en de invloed van de legergeneraals toe. In de eerste eeuw v.Chr. waren er bloedige oorlogen w.i.irin rivaliserende generaals tegen elk.uir vochten om macht. Uiteindelijk b l e e f e r één over: Octavius. Hij werd de eerste keizer van Rome en gaf zich/elf de nieuwe imam Augustus. Hij noemde zichzelf de 'eerste burger' in plaats van 'keizer' en deed net alsot'hij de Republiek had gered. M.iar hoewel er nog stix-ds coiiMiK werden gekozen, lag de werkelijke macht bij de kei/er.
V.CHR. N.CHR. s s
V.CHR.
KEIZERS EN HEERSERS
A
,.,. 75.1v.Chr. k\witil\t> ïtitht Ruim'. r.'/iyi» <•
be
31uChr. ( )iM('MI>
IIMilkt
trti eind Mti i/c burgeroorlogen
~5.1-509f.Chr. Rt HT koningen
27uChr.-14n.Chr.
•\U\iU* 11 IS ir K11' i'CIClT
OORLOG EN UITBREIDING
4 .i n ( ' I n l
.1.14-264 t'.Chr. Riinti' nwivrt lltilic in cc/t rt'fk' oorlogen
197-146uChr. kiinif rfnwrt Griekenland
264-201uChr. l\
t4f>i
nit-i
ANDERE BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN
\\iii 1 aquoduei
H)f, r.Chr. Chiiiw :ijiif in'n/r t
A
72-81 n.Chr. i'fin in-t (.W^M-imi in Rome
/)i»i»(/ r v»; fc:u." Cliri^ii.-. ui. .'^ ».C/ir.
^
Tijdschaal W DE EERSTE KEIZER, AUGUSTUS, w.is «.-en smvewol leider. Zijn regeerperiode duurde meer dan 4 < > j.i.ir en de Komeinen r.ukten gewend .1.111 tic heerschappij van slechts één man.'Ioen Augustus \tiert. werd /ijn geadopteerde zoon.Tïberius, de volgende kei/et, l lei Kijk bleet groeien tot het, in 117 n.Chr., /ijn grootste omvang bereikte. De kei/er had mensen nodig die hij kun vertrouwen om hem te helpen het K i j k te besturen. Vandaar d.it hij voor elke provincie een gouverneur benoemde. Met leger was meestentijds be/ig de gren/en te verdedigen tegen buitenlandse indringers.
DE GESCHIEDENIS VAN ROME gaat met alleen over kei/ers en oorlogen. Na verloop van tijd traden er veel veranderingen op m de tevensu ij/e van i n e n t e n . Door de handel maakten /e k e n n i s met nieuwe artikelen, zoals C'hmcse /ijde. Ook hun geloot veranderde toen men m aanraking kwam met buitenlandse godsdiensten. l >e SyneÏN m a a k t e n hen bekend met de verering van de /on; van de Lgyptenaren hoorden ze over de godin Isis Maar de godsdienst die de grootste invloed /ou uitoefenen, wa\, het christendom. In de vierde eeuw n . C Ü i r . werd dit de otïuiele godsdienst van het Kijk.
N.CHR.
" 2X4-M)!> u.Chr. li^u tuit het laai-Romeinse kijk - //c/ kijk Iverdeeld
476n.Chr. Romutus . [ugustulus, i/c
Constantinopel
ItUlt-U'
H'f>ft'ltjkf
kei i ' , tiwJt ifu r,i! i i 212 ii.CIx. Kfi:,i CafOCalla iiH'fit .)//( rn/r
l hiinifii lift Rijk uit
herenigt lift Rijk
A .195 n.Chr. Rijk tivnh uiteindelijk in tweeen gesplitst
•410 n.Clir. kwtif 117 n.Chr. Hel Rijk l't'irikt zij
uvnlt i'fwt'nl ,n
geplunderd .i~S H.C.Iit. < ,'i'fc R^mcittcti in ,/c Shitf hij Adrianopeï, ii'titirlnj *• <wt<-lijkc ka :n,\ 'alens, sneuvelt
n.Clir. (iVi'ft in RMIU: Ki-i:tv .\<TI> thristi'Hi-n tic
'
~l> u.C.ltr. ( 'itlhirstin\> IMII
'
.*'>.> n.CIn. Cl wordt staatsgodsdienst
( )ost-Romeinse
122 H.Chr KC/-IT Hadrianasgeeft opdracht int titiinr tf helium (/re.»1." i/i1'1' Noord-Britannia
7
Een veroverende macht In het jaar l 17 n.Chr. bereikte liet Romeinse Rijk zijn grootste omvang. Het strekte zich 4OIM) kilometer uit van oost naar west, 3700 kilometer van noord naar zuid, en had meer dan 50 miljoen inwoners.
BRITANNIA
nr v HET WESTELIJK DEEL van het Kijk
f .Wt»i;i.t Atfrifi'in,!
was veroverd als gevolg van een strijd tussen de Romeinen en het volk van ( " a i t h a g o . De Carthagers waren een machtig zeevarend volk in Noord-Afrika, die ook Sardinië, delen van Sicilië en Zuid-Spanjc in handen hadden. Tijdens een reeks oorlogen versloeg Rome Carthago en eiste het Carthaags grondgebied op. Later trokken de Romeinen Noord-Europa in en veroverden Noord-Sp.mje. Frankrijk, plus delen van Duitsland en B n t a n m a .
GERMANIA Mogontiacum
^ Q IN DE LAATSTE TWEE EEUWEN V.CHR. kwam het oosten grotendeels in Romeinse handen. De Romeinen gingen eerst naar het oosten om te vechten tegen een volk uit Noord-Griekenland dat een verbond had gesloten met Carthago. Na hen verslagen te hebben volgden eimeer \vioveringsoorlogen. Tegen 30 n.Chr. maakten de meeste landen rond de Middellandse Zee deel uit van het Romeinse R i j k . De Romeinse heerschappij maakte een eind aan de strijd tussen rivaliserende staten en bracht vrede. M \I UI l \ M \ ^ Dit i.- irn kii.itr t\itt Int klik fi/ ,},•
.riirr ti.<".ht l-«i
it,iui,il belangrijke provincies wordt niet hoofdletters i'tui [wt'hiticï, hcLingnjkf stalen en ndcr hun RMUCIIIM- ihitint. |r :^ti ( /c ih inct i/ic t>/> fi'n tih'
AFRIKA {•n;> kunnen
Hoe groot was het Romeinse Rijk?
VERKLARING VAN DE SYMHOI.EN
*fr Q DE BELANGRIJKSTE MENSEN in de veroverde gebieden kregen het Romeins burgerschap. Uit betekende dat ze Koineinen mochten \\orden. Burgers liadden \eel rechten die niet-burgers werden ontzegd, lien mannelijke burger kon stemmen voor liet lokale bestuur of zich verkiesbaar stellen. Burger worden leek op het aannemen van een nieuwe identiteit: een burger moest zelN een Romeinse naam nemen en leren hoc je Romeinse kleding moest dragen.
protnnftfgrem
*r
HET RIJK werd bijeengehouden door twee talen. In liet westen leerden de beschaafde mensen Latijn spreken; in liet oosten sprak men (irieks. l >e Romeinen keken neer op alle andere talen. Buitenlanders die geen Latijn ofCineks konden spreken, noenule men barbaren, onul.it hun taal de Romeinen als een aaneenschakeling van betekenisloze'barbar'-geluiden in de oren klonk.
IN DE LOOP DER JAREN groeide het aantal Romeinse burgers gestaag, in 2K v.Chr. waren er vier miljoen; SO jaar later was dat aantal gestegen tot zes miljoen. In J I 2 n.CMn. gat kei/er C'aracalla ten slotte alle vrije mannen en vrouwen, exsl.iven mbegrepen.de kans om burger te worden.
Zwarte Zee
ANATOLIA
Capitolina
JUOEA
R 0 i/c Zee
Van keizer tot slaaf De inwoners van het R i j k behoorden tot afzonderlijke groepen en standen, ieder niet verschillende rechten.Tijdens het vroegRomeinse Kijk maakte men hoofdzakelijk onderscheid lussen Romeinse burgers en nict-burgers (provincialen). Burgers hadden meer rechten dan provincialen en kleedden /ich zelfs anders. SLAVEN waren mannen, vrouwen en kinderen die een ander in zijn bezit had; /e werden gekocht en verkocht op de markt. Sommigen waren gevangengenomen in oorlogen,anderen \\aren de kinderen van slavenouders.Je h.ul ook slaven in het huishouden, zoals secretarissen, leraren, .11 -nesten, koks of bedienden, l >e/e sla\vn waren veel hetei af dan degenen die op hoerderijen of in de mijnen moesten werken.
* provincial int \\wd
littwthl.
ROMEINSE SLAVEN die m vrijheid waren gesteld noemde men vrijgelatenen. Veel slaven spaarden om zichzelf v r i j te kopen; anderen werden vrijgelaten door hun eigenaar als beloning voor hun trouwe dienst.
^ Q PROVINCIALEN, ofwel hurgers. waren niet allemaal even rijk en hadden niet dezelfde status. In tegenstelling tot slaven konden ze dienen in het leger in speciale hulp- ot r VM-T ve-ecnheden. Na vele jaren dienst kregen deze auxilia en hun gezin meestal het Romeins burgerschap. Dit \\as één manier waarop het aantal burgers constant toenam. A Urn ktiiulaaj i!n muzikant i\.
fii iirw\> ittcn broeken
Hoe was de samenleving ingericht?
tt'iilittis n;i." trn onifitin' hnr^cr uil i/c middenklasse.
VROUWEN hadden minder rechten dan m a n n e n . 7e mochten niet stemmen en ook geen politieke of juridische carrière nastreven, l >e meeste rijke Romeinse vrouwen zorgden voor de kinderen en het huishouden; ze gaven opdrachten .1.1 n de slaven. Maar vrouwen mochten wel bezittingen hebben en sommige r u n d e n een eigen zaak.Andere vrouwen speelden een belangrijke rol als priesteres in de tempels (/ie pag. 35). V :K DE KEIZER had enorm veel macht. Hij was de opperpriester van de Romeinse godsdienst en de opperbevelhebber van de Romeinse legers. H i j benoemde gouverneurs om dt verschillende proviiu ies van het R i j k te besturen. In elke stad stond wel een standbeeld van hem, en zijn gezicht was op elke m u n t te /icn. /ijiiN'i tkt,iu
pnrpCH-ii toga
ROMEINSE BURGERS werden verdeeld in aparte 'lagen' ot standen, , i t l u n k e h | k van hun rijkdom en afkomst. De rijke edelen stonden aan de top en behoorden tot de stand van de senatoren. Dit waren de generaals, hoofdpriesters en gouverneurs van de belangrijkste provincies. Daaronder zaten de equites: rijke mensen die ambtenaren, hoge officieren of gouverneurs van kleinere provincies werden. Nog lager bevonden zich de gewone burgers, die varieerden van centurio's en legionairs tot aan rijke handelaren en arme boeren.
A Dr keizer ii'd.< tic
belangrijkste /'
11
Toga's en tunieken Konieinsc m a n n e n , vrouwen en kinderen droegen een eenvoudige tuniek, gemaakt van wol of linnen, met een c e i n t u u r rond hun middel. Sommige tunieken hadden mouwen, net ak oen T-shirt; .indere hadden armsgaten. De t u n i e k was het enige kledingstuk dat iedereen droeg, zowel rijk als arm. Tunieken voor vrouwen waren langer dan die voor m a n n e n en reikten tot onder de knie. MANNELIJKE ROMEINSE BURGERS moesten m het openbaar eigenlijk een toga dragen. He tog.i \\.is een enorme, halfronde, wollen lap die rond het lichaam werd gewikkeld en door vouwen op de pl.i.irs \ \ e t \ l gehouden.Voor het goed omdoen v.m een toga moest je de tijd nemen en erg behendig /ijn. Slaven en metburgers droegen de eenvoudige t u n i e k , ook wel tuuini genoemd. TOGA'S IN VERSCHILLENDE KLEUREN waren ook een statussymbool. Mannen die zich kandidaat stelden voor de verkiezingen droegen een smetteloos w i t t e toga. t l i e i . i a n danken we het woon.! ' k a n d i d a a t ' , dat komt van het Latijnse woord mm/n/io ( w i t ) . Magistraten en de jonge /onen van r i j k e families droegen een MIM practcxhi (wit met een purperen /oom). De keizer droeg een ft iet ti (purper met gouden borduurwerk).
A Drcr sfn,itorcn ./r,i\vi7 .J//C/H.JII/ int f(»t>.i. n-thts hft-ft ffii fasces in C/'/H htuni.
in helemaal
VROUWEN hadden een groot assortiment kleding. Sommigen droegen de ƒ><•ƒ>/*»>-. een gewaad dat je op de si -houders vastmaakte. Rijke vrouwen droegen kleding van felgekleurde C hinese zijde en Imlia-katoen over hun tiniiüi. en droegen allerlei sieraden. HET SCHOEISEL omvatte ook verschillende soorten leren sandalen. Slaven en burgers in warmere provincies droegen eenvoudige s.imlalcn, vergelijkbaar niet moderne slippers. Soldaten droegen sterkere sandalen met schoenspijkers.
MAAK ZELF EEN PEPLOS
2 Maak speldjes door de metaaldraad rond de bovenkant van de prikkers te draaien en een strik te leggen Verf de speldjes goud. 3 Voor de ceintuur draai je het touw en de lange strengen gekleurde wol in elkaar (zie boven). Leg in beide uiteinden een knoop. Je hebt nodig: naald, draad, schaar, oude katoenen lap in de lengte doormidden geknipt, touw, gekleurde wol, lange cocktailprikkers, dun metaaldraad, goudverf
1 Vouw bij elk stuk een derde van de stof om. Je kunt de randen omzomen om rafelen te voorkomen. Je moet de stof bi| de laatste stap op bovenstaande manier tegen \e schouders houden.
4 Roep de hulp m van een vriendlm) om de peplos aan te doen. Duw de speldjes door de omgevouwen stof bij je schouders. Bind de ceintuur rond je middel en over de lappen stof.
MAAK ZELF EEN PAAR ROMEINSE SANDALEN
Wat voor kleding droegen ze?
Je hebt nodig vierkant stuk bruin vilt of leer, veters, pen, papier, schaar
2 Knip het patroon uit, leg het op de stof en trek er een lijn omheen.
1 Vergroot, indien mogelijk, het bovenstaande patroon op een fotokopieermachine, tot je voet erop past. Of teken het na op papier
3 Draai het papier om en teken het patroon opnieuw, nu voor \e andere voet- Knip dan beide vormen uit.
4 Ga midden op elk stuk stof staan. Gebruik veters, of reepjes van de extra stof, om de lussen m de sandaal vast te maken (zie hierboven).
DE ROMEINEN hedmen bijzonder veel waarde aan purperen kleurstof. De stot kwam van de purpeislak. een zeldzaam sdielpdier dat voorkwam in delen van de Middell.nuKe Zee.
* Dit i-, tril ( ' H l tril tiigtl i'JM ü' lict'll. Hit
uw i» werkelijkheid tiiri ~(' fftmakkclijk. Je hebt nodig: halfrond stuk stof met een rechte zijde van 4 meter 1 Houd de rechte zijde van de stof achter je. Drapeer de helft over je linkerarm. Stop dit deel in je ceintuur.
2 Haal de rechterhelft van de toga onder je rechterarm door naar voren, Stop een kleine plooi in je ceintuur. 3 Sla de rest van de stof nu over je linkerschouder
Indruk maken op anderen Rijke Romeinen deden echt alles om met de mode mee te gaan. Ze zaten elke ochtend voor de spiegel en slaven maakten hun haar op, brachten make-up en parfum .1.111, en trokken met een p i i u e t overtollige haartjes uit. Q DE HAARDRACHT VAN VROUWEN werd steeds ingewikkelder, /e droegen pruiken en haarstukjes Jie men krulde niet een verwarmde tang en hoog opstapelde in rijen krullen, l laarspelden, gemaakt van heen of metaal, hielden de k r u l l e n op hun pl.utv Sommige vrouwen droegen pruiken om de kleur van luin haar te k u n n e n veranderen. Blonde pruiken werden gemaakt met het afgeknipte ha,ir van Cierm.ume slavinnen,terwijl men /warte pruiken vervaardigde UUT haar dat uit India werd geïmporteerd.
' >•
* lifti iijk-f t'/ Kiwiriii.-n' rwHit' Itfï Inrl ii'jl tijt! iiiiii lu-r
** W MANNEN DROEGEN EEN LAUWERKRANS op het hoofd ten teken van hun hoge positie. Zegevierende generaals droegen er een als /e terugkwamen van een geslaagde veldtocht en Romeinse keizers droegen een krans als kroon.
Q MAAK ZELF EEN LAUWERKRANS
Je hebt nodig: verse laurierbladeren of bladeren van groen karton, stroken groen vloeipapier, schaar, lijm, geplastificeerde metaaldraad, rood lint
1 Buig de draad tot een hoofdband. Wikkel en lijm stroken vloeipapier rond de band. Begin aan één kant en lijm de bladeren op het vloeipapier (zie rechtsboven).
2 Als je halverwege de hoofdband komt begin je aan de andere kant en lijm je de rest van de bladeren vast. Knip tot slot een V-vorm in de uiteinden van het lint en lijm het vast (zie rechts).
O HET DRAGEN VAN MAKE-UP was belangrijk voor edelvrouwen. 7,e gebruikten verf van kalk en loodwit om hun gezicht en bovenarmen wit te maken, en as in poedervorm om de wenkbrauwen /wart te maken. K ode oker (gemaakt van aarde) of restjes rode wijn dienden als rouge voor wangen en lippen. Vrouwen gebruikten ook gezn htsmaskers van vochtig brood, waarmee ze rimpels hoopten te voorkomen.
Veel
tiuw\;ni
mt-ulen armbanden in <•
Wat droegen de rijken?
MAAK ZELF EEN ROMEINSE BROCHE
«O
Je hebt nodig karton, lijm, veiligheidsspeld, dunne draad, plakband, verf, verfkwast 1 Teken twee bloemvormen op het karton - de een tets groter dan de ander. Teken vier bloemblaadjes, een heleboel meeldraden en een kleine cirkel. Knip de vormen voorzichtig uit. 2 üjm stukjes draad om de blaadjes en cirkel. Lijm draadjes aan de punt van de meeldraden.
V Dl- lauwerkrans i tuit militair succes i-u
3 Ver) alle kartonnen vormen en stukjes draad goud.
6 Om de broche te kunnen dragen plak je een veiligheidsspeld aan de achterkant (zie hierboven).
4 Laat dit drogen en verf de binnenkant van de blaadjes in verschillende kleuren. 5 Lijm de kleine bloem op de grote. Buig de randen iets naar binnen. Lijm de meeldraden in het midden van de bloem. Lijm dan de blaadjes en cirkel vast zoals aangegeven.
*
QX DE HAARDRACHT VAN MANNEN werd beïnvloed door de kei/er, wiens portret op munten stond afgebeeld (zie pag. SI).Tot de tweede eeuw n.Chr. s i horen mannen hun kin of lieten een k.ipper de luren er uittrekken met een pincet. Deze stijl veranderde toen keizer Hadrianus, die een lelijk litteken op zijn km had, /ijn haard liet groeien om dat te verbergen. Overal in het R i j k volgden mannen zijn voorbeeld. Sommige mannen besteedden net /o veel aandacht aan hun uiterlijk als vrouwen. De historicus Suetonim beschreef keizei Otho ak volgt:'Hij maakte zich net zo druk om /ijn uiterlijk als een vrouw. Zijn gehele lichaam was ontdaan van overtollig haar en een mooie pruik bedekte zijn p r a k t i s c h kale hoofd... Hi] gebruikte een koinpres van nat brood om zijn baardgroei te vertragen.'
Het leven in de stad Veel Romeinen woonden in de grote steden van het Rijk. Men bouwde deze steden vaak bij rivieren of dicht bij zee, omdat het veel makkelijker was zware goederen over het water dan over de weg te verplaatsen. Steden vormden de voornaamste handelscentra. Het was er een constant komen en gaan van wagens, lastdieren en koopvaardijschepen.
ROMEINSE STEDEN worden vaak a.mgelegil m de vorm v.m een ruitjespatroon. Huizenblokken, de /ogcheten insiilae, werden verdeeld door rechte straten. Elke insult! stond vol woningen, winkels en werkplaatsen. Om ruimte te besparen stonden deze woningen dikwijls togen elkaar, net aK bij rijtjeshuizen.
Dit i." ecu nwtlcl tuit (TH /j'/'i>-(7; WiWcm.M 1 ^M
few
gesplitst aquaduct tvcrt \t;iii'r n.hti overdekte n-
stadTïmgad in .-
A Dit i> t-i-it luJitfat /c i-uur ilniJi'ltjk lid
VERS WATER werd via een aquaduct de stad binnengebracht, hr was een heleboel wator nodig voor drinkwater en de openbare baden, waarde Romeinen z i c h ontspanden. Vee) steden hadden ook riolen en openbare toiletten die men doorspoelde met water. marktplein
badhuizen
fr-v*
Waar woonden ze? het forum. Dit was een groot open plein dat dienst deed als markt en openbare ontmoetingsplaats.Aan één kant stond een lange zaal, die men een l\i
OOK TEMPELS voor het vereren van de belangrijkste goden en de Romeinse keizer werden op het forum gebouwd.Tempels gewijd aan lokale goden lagen verspreid over de stad. Rijke Romeinen hielpen de bouw van tempels te betalen en in i m l daarvoor werd hun tuam erop gebeiteld.
In een kleiner gebouw vlakbij, de curiti. vergaderde liet lokale bestuur. Het bestuur was verantwoordelijk voor liet organiseren van publieke spelen, handhaven van orde en gezag, verhogen v.m belastingen en de zorg voor wegen, openbare gebouwen en de watervoorziening.
VOLKSVERMAAK was een belangrijk onderdeel van het stadsleven. Er waren theaters voor toneelstukken en amfitheaters waar gladiatorengevechten werden gehouden (zie pag. 38-.W). Sommige grotere steden hadden zelfs een renbaan voor wagenrennen.
IN HET CENTRUM VAN ELKE ROMEINSE STAD lag
thctttrr
iiiMila
i8
Het leven in de stad ^IT W POMPEI! is een stadje in Italië dat ondtT de as \\etd bedolven door de gewelddadige uitbarsting van de vulkaan Vesuvius in 79 n.Chr. In de afgelopen 2oo |aar /ipi de huizen en winkels van Pompen geleidelijk blootgelegd, l herdoor hebben we tui een beeld v.in een hele Romeinse stad, /o.ils die er op een dag in augustus bijna 2001 ( j a a r geleden bij lag.
werkplaats u\i>>r rtlt werd gemaakt A en andere in ,lil MH ,i/ tn h Ier de ifi
ivc/ nu-ii"'ii i-<>tli!i-n hij htikkerijeti
Waar woonden ze? *t? Q LANGS DE STRATEN van Pompcii stonden allerlei winkels en hars. Ze werden v.i.ik helieerJ door ex-slaven die nu hun eigen sl.iven voor zich lieten werken. Hlke winkel h.id een grote, open gevel die 's avonds niet houten l u i k e n \\erd gesloten. Aan de voor/iide /.u een toonbank w.ur men artikelen uitstalde voor de klanten in de straat. Herbergen hadden een stenen tooi; waarin potten stonden voor snacks en warme drankjes.
voor drinkwater eenkamerwoning herberg
A In (/('cc o/>tj<x'ri»v» stnuit in I\nnf>fii kun jf Ji iliffc fttii wagenuHflen in Je uv\> ;im.
^fvrcn
t? Q NET ALS IN VEEL ROMEINSE STEDEN la^eri de trottoirs in Pompeii boven de weg. Hierdoor konden ossenkarren voetgangers niet onnerrijden. De weg liep wat schuin af zodat het regen- en rioolwater in de goten liep. Er lagen stapstenen over de weg waardoor mensen konden oversteken zonder hun sandalen vuil te maken, maar \ \ a a r d o o r ook de wagens vaart moesten minderen. DE MEESTE MENSEN IN HET RIJK waren arm, hoewel degenen die de leiding hadden heel rijk waren. In de grotere steden woonden de armen in hunrkanuTs in een flatgebouw ot' appartement. In de kleinere steden woonden zowel rijken als armen in de iiiïul.ic (huizenblokken). Een rijk gezin be/at mogelijk een groot deel van de iiisitlii. terwijl een arm gezin misschien slechts één of twee kamers huurde.
verhoogd m>rfi>ir
«M/MCN.'Jf
De huizen waren voorzien van eenvoudig meubilair. De dichter Martialis beschreef een doorsnee kamer:'Fr stond een klein bed met drie poten en een tafel met twee poten, met daarop een lamp en een emmer... De hals van de amfora hield een kooktoestettje tegen dat onder de groene roest zat.' De meeste huizen hadden geen badkamer. Men waste zich in een kamerpot en gooide het vuile water door het raam op de straat eronder.
20
Het leven in de stad RIJKE ROMEINEN leefden in heel andere omstandigheden d.m de armen. Aan de buitenkant leken de huizen van rijke Romeinen heel gewoontjes. Vanwege liet gevaar voor inbraak hadtien de meeste huizen maar een paar ramen. Kamers l.igen rond binnenplaatsen en tuinen; openingen in het dak lieten zo veel mogelijk licht binnen.
HET WAS VAAK een drukte van belang in een Romeins huis. Hmsslaven knapten karweitjes op, kinderen speelden met speelgoed en oudere vrouwen sponnen samen wol (zie pag. 30-31). Er was een stroom van dagelijkse bezoekers of beschermelingen die hun 'patroon'— de baas in huis - om advies en gunsten kwamen vragen. Pit waren doorgaans mensen die het slechter hadden.Voor een r i j k e Romein begon de dag met een bezoek van zijn beschermelingen. Hoe belangrijker de Romein, hoe meer beschermelingen op Invoek kwamen.
l-fti rijke Romein iirlluht in zo'n .<(t(Tf /MIK
slaapkamer tablinum)
A 's Avonds Mvnlni uwnlmiïi'H ivrlidit met titinlcurrkfn ƒ>(• lampen brandden <>/> olie gemaakt iwu i'/i/mr, n^tfti i>/ t'i.-.
ALS JE EEN ROMEINS woonhuis binnenliep, kwam je eerst in een vertrek dat het atrium werd genoemd. Het was een kruising tussen een hal en een binnenplaats. Het had een hoog plafond met een opening in het midden. Hieronder, in het centrum van het itiriuni, stond een sierbassin om regenwater op te vangen. DE EETKAMER werd een iriilinium genoemd, wat 'drie banken' betekent. De woonhuizen van de rijken hadden soms twee triclitiiii; één die 's winters bescherming bood en één met uitzicht op de tuin voor 's zomers. DE ONTVANGKAMER was het tiihlinntn Dit was een kruising tussen een woonkamer en een kantoor waar gasten werden ontvangen. Men bewaarde hier belangrijke papieren en kostbaarheden, veilig opgeborgen in een geldkist.
cc» peristylium fcic pan. 23)
Waar woonden ze? SLAAPKAMERS bevonden zich nieest.il n.i.ist het titriuni. Op het bed n.i \v.is er weinig meubilair - soms een stoel en een tafel, en een po van aardewerk die onder het bed stond.
BESCHERMELINGEN moesten in een schone toga komen en hun patroon aanspreken niet 'mijn heer'. Ze wachtten altijd m het titriiini tot een slaaf hen naar het fiihlinnni riep, waar de patroon hen /mi ontvangen. Deze welvarende patroons waren zelfde beschermelingen van nog rijkere m a n n e n . Nadat ze hun beschermelingen hadden begroet, moesten ze misschien wel hun eigen patroon be/oeken. De enige man die geen patroon had. was de keizer. uwen ivraierti niet fresco's <-u mozaïeken f C 24-25)
voorkamers \tTttifti rertiuurd
handfïaars
triclinium
keuken
.itniiin met daftoptttittg ru hiifsin iwr
21
Tuinen, mozaïeken en fresco's Kijke Romeinen waren dol op hun tuin. Tuinen waren netjes aangelegd, met rijen gesnoeide heggen en paden, en stonden vol niet fonteintjes, vijvers en standbeelden. Een tuin was een plek om te ontspannen op een zonnige dag, om te lezen ofte schrijven, of gewoon om te luieren. >• I)c litin i'iin irn Romeins huis in soms rond.
& ER ZIJN IN POMPEII tal van lnineii ontdekt. Hoewel de planten al lang ?ijn venlwc-nen, liehben hun wortels sporen achtergelaten in de grond.Archeologen maken gipsafdrukken \.ui deze ruiinteN mn erachter te komen wat voor soort bomen en struiken er werden geplant. heg geknipt in de vorm t'tin trti
Hoe versierden ze hun woning? FONTEINEN EN SIF.RVIJVERS werden uit marnier gehouwen. Plinius ik-Jongere, een schrijver, beschreef de fonteinen van / i p i t u i n : ' H e n fontein spuit in t-1-n marnieren LUSMH en bevochtigt Je platanen eromheen en de grond eronder met li.i.n lichte nevel... Een andere heeft een schaal, omringd door waterstraaltjes die een rijn ruisend geluid maken.'
Q STANDBEELDEN van goden en vechtende dieren sierden de tuin. Het'Huis van de Hertenbokken' in \ [erculaneum is genoemd naar twee beelden van hertenbokken die \\orden aangevallen door honden. hr waren ook beelden v.m bosgeesten zoals saters, die eruit zagen als jonge mannen, met de poten, oren en hoorns van een bok.
A OsCÜla tt'KÜni ntft rc/iV/i i'tin '(>(/c»; en >.ircrv
HET PERISTYLJVM was een tuin omgeven door een overdekte / n i l e n r i j die voor schaduw zorgde, lussen de /uilen hing men schijven van wit marmer ot terracotta, de zogeheten twilLi, bij wijze van versiering.Als de zon erop si heen. Hinkten ze als spiegeltjes. SLAVEN die goed konden tuinieren, /orgden voor de tuin. Xe knipten struiken in de vorm van dieren, vogels en goden. De rijkste Romeinen wilden ook visbakken in hun tuin, vol met vis, paling en andere /eedieren. Zo hadden ze altijd iets vers op ratel! Ook exotische vogels waren populair. Men importeerde pauwen uit India, die werden beschouwd als de heilige vogel van de godin Juno. OP DE TUINMUREN \\erden soms bomen, vogels en bloemen geschilderd om de tuin groter te laten lijken. Als een luns geen echte tuin had. schilderden de Romeinen cuinutcrelen op een m u u r om de indruk van een tuin te wekken. Hierop kunnen we zien wat voor soort planten de Romeinen graag kweekten.
24
Tuinen, mozaïeken en fresco's
A Dit tnozaiflt uit /\>w/«7i heeldt een tafereel »>ƒ> tic wvcrs i'an de Xi/7 /'// /:#}'/"'' "i' / V Rwneinen jaqgdctt i>/> rcc/ dm
DE HUIZEN IN DE STAD en op het platteland van rijke Romeinen waren heel kleurrijk. De muren van belangrijke vertrekken, zoals het triclitiiuni en ttihlinuni, waren bedekt niet felgekleurde schilderingen, fresco's genaamd. De vloeren waren versierd met mozaïeken afbeeldingen bestaande uit duizenden gekleurde tegeltjes en stukjes glas.
•?lr O MOZAÏEKEN bleven van het begin tot het einde van het Rijk in de mode. De Romeinen gebruikten de door de Grieken ontwikkelde techniek van het maken van vloeren met zwartwitpatronen door middel van kiezels. Later werden gekleurde vloeren populair. Door stenen, glas, tegels en schelpen in kleine stukjes te breken, die men tctseriie noemde, konden de Romeinen mozaïeken maken die net zo gedetailleerd waren als een schilderij. Er waren afbeeldingen van .illeda.igse taferelen, bloemen en verschillende figuren, zoals de goden, gladiatoren en acteurs, hen huis in l'onipeii had een mozaïek van een grommende hond in de deuropening, met daarop de woorden "«icc ittncm' ('pas op voor de hond').
Q MAAK ZELF EEN MOZAÏEK
Je hebt nodig: papier, viltstiften, schaar, zelfhardende klei, verf, verfkwast, dik karton, deegroller, tegellijm, spons of harde kwast, vernis (hoeft met, mag wel) 1 Teken een vis of ander dier. Knip daarna een stuk karton uit dat groot genoeg is om je hele ontwerp te bedekken.
2 Teken je ontwerp op een stuk papier en kies de kleuren die je wilt gebruiken. 3 Rol de klei uit met de deegroller tot een dikte van circa 3 mm. 4 Gebruik een schaar om de klei in vierkantjes te verdelen (zie rechtsboven).
5 Snijd de vierkantjes los om tegeltjes, of lesserae, te maken. Laat ze hard worden. 6 Verf ze in de kleuren die je hebt uitgekozen. 7 Voor meer structuur kun je een spons in de verf dopen en die zachtjes op de tegels drukken. Of je kunt een harde kwast gebruiken om de verf erop te tikken.
Hoc versierden ze hun woning? FRESCO'S schilderde men op een pas gepleisterde muur die nog vochtig was. IX- kleurstof drong door in het pleister en bleef zitten terwijl alles droogde. Als de muur kla.ir was. werd er een bescherming aangebracht v.m gesmolten was, vermengd met een beetje olie.Tot slot werd het oppervlak gepolijst om het een glanzend uiterlijk te geven. DE EERSTE SCHILDERS hadden maar een p.i.n kleuren om mee te werken: zwart v.m roet, wit van kalk. en rode en gele oker v.m .urde. N.urm.itc hef K i j k groeide, kwamen er meer kleuren beschikbaar. De F.gyptcnaren leerden de Romeinen hoe ze van koper een diepblauwe tint konden maken. Vermiljoen, een licht scharlakenrode kleur, kwam van het mineraal dnnaber, dat in Spanje uit de grond werd gehaald. Nog exotischer en duurdere kleuren werden per schip uit India meegebracht. Alleen al aan de kleuren op de muren van de huizen kon je zien hoe rijk Romeinen waren. *>? Q SCHILDERSTIJLEN kwamen en gingen.Tot ongeveer HO v.Chr. schilderde men muren om ze te laten lijken op gekleurd marmer. Daarna werden bouwkundige taferelen met zuilen en standbeelden populair. Het was de bedoeling een vertrek groter te laten lijken dan het werkelijk was.
ƒ)n rVsü' wen! t>nt cii. / V Ti'Nic liwnlt cc/i schrijftabtet in
A ƒ)<• r/.'cr i uu het triclinium uvnl .<(>»«> t'crsn-rd incl iv») zff dieren.
8 Bedek het dikke karton met een laag tegellijm. Druk de tegels in de lijm volgens je tekening op papier. Begin met de middelste tegels en werk naar buiten tot het ontwerp af is. 9 Laat het mozaïek drogen. Je kunt het later
eventueel vernissen.
* •
-*
Eten en feesten Het hoofdvoedsel van de Romeinen was een soort Stoofechotel van tarwe, gerst, honen ot lin/en. Ma.ir rijke Romeinen hadden meer gevarieerd voedsel. Ze aten voedsel dat op eigen boerderijen werd verbouwd en duurdere gerechten die uit alle delen van het Rijk werden geïmporteerd. ftt'ii kvkvti »'ƒ' ecu verhoogde vuurplaati
j
KOKEN was voor de meeste stedelingen een luxe. Vanwege het brandgevaar in h u n houten woonvertrekken kookten de armen met maar kochten ze hun maaltijden bij stalletjes in de straat. Rijke Romeinen hadden hun eigen keuken en slaven die voor hen kookten.
Wat aten ze?
MAAK ZELF EEN HONINGOMELET
Je hebt nodig vijf eieren, gemalen peper, l O gr boter, 75 ml melk, 5 ml honing, 25 gr amandelen, scheutje sojasaus 1 Kluts de eieren in een schaal. Voeg daarna de honing, peper en melk toe.
2 Leg de amandelen op een bakplaat en bak ze 20 min m een hete oven op 165:|C. 3 Als de noten afgekoeld zijn, vraag je of een volwassene ze met een scherp mes wil fijnhakken. Voeg ze toe aan het eiermengsel.
4 Roer de sojasaus door het eiermengsel. 5 Smelt de boter m een koekenpan en giet het etermengsel erin. Laat bakken tot de omelet stevig is. Eenmaal omdraaien.
MEN GEBRUIKTE STENEN OVENS om te bakken en re roosteren. Er werd binnenin een v u u r aangestoken, waardoor de stenen warm werden. Wanneer het vuur doofde, haalde men de as eruit en stopte men er brood ot' " f
*
f
vlees in. De opening werd afgesloten en het voedsel werd gebakken door de hitte van de stenen. / i n nikt-
c.)/ waarschijnlijk zo'n >'<wf hebben gehad.
AARDEWERKEN KRUIKEN, ofwel jm/.T.i >-, stonden schuin tegen de muren van de keuken. Hierin /,m-n de ingrediënten die men het vaakst gebruikte: olijfolie, azijn, wijn en vissaus. EEN PIKANTE VISSAUS, genaamd ^mini, \\\\\ de meest voorkomende smaakmaker.! let werd bereid van het bloed en de inwendige delen van makreel. een vettige vis. De delen van de vis werden gepekeld, gemengd met azijn en kruiden, en in de ion gelegd tot ze in een vloeistof veranderden. C«mmi was krachtig van smaak.Je had maar een klein beetje nodig om een gerecht op smaak te brengen.
l'iW /«'f
l 'tl H
IHrtlfH
DE ROMEINEN BEREIDDEN hun voedsel \\-el \\at anders dan we nu gewend zijn. Ze maakten eten zoet niet honing, omdat ze geen suiker hadden. Ook waren ze do! op peper, die uit India kwam. Ze strooiden het zelfs op toetjes en roerden het door wijn.
28
Eten en feesten MAAK ZELF DRU VENPUNCH
3 Verwarm de ingrediënten. Roer een half uur constant op een laag vuur. 4 Laat afkoelen alvorens te serveren.
Je hebt nodig vier eetlepels honing, gemalen laurierblad, twee dadels, een liter witte druivensap, snufje kaneel. gemalen peper, saffraan en citroen als smaakmaker en versiering
1 Hak de dadels fijn. Gooi de pitten weg. 2 Doe alle ingrediënten m een steelpan.
FEESTJES werden meestal 's avonds gegeven, wanneer rijke Romeinen gasten uitnodigden om te komen eten. Men at in liet trictinium, de eetkamer, waarbij men languit op drie banken lag. /)c Romeinen schitterend glaswerk men gebruikte uwineer er gasten waren. ELKE BANK bood plaats aan drie mensen, zodat het perfecte aantal gasten voor een etentje negen bedroeg. De banken werden dusdanig neergezet dat ze drie zijden van een vierkant vormden, waarbij men de vierde zijde openliet voor de slaven die de gerechten brachten. DE EREPLAATS was aan de rechterhand van de gastheer die in het midden van de middelste bank lag. De gasten steunden op hun ellebogen en aten met hun vingers, lussen de gangen door wasten ze hun handen in vingerkommetjes en ze droogden ze af met servetten. Gasten brachten vaak hun eigen servetten mee, zodat ze at het heerlijke eten dat ze niet hadden k u n n e n opeten, mee naar huis konden nemen.
- ƒ>, Romeinen serveerden deze pittige punch koud i'óór of warm tilden.-, trn RELMUIZEN waren een geliefd gerecht. Ze werden in aarden k r u i k e n gehouden en vetgemest tot ze klaar waren om bereid te worden. Daarna serveerde men de muizen besprenkeld niet honing en maanzaad!
mazaïektn etensresten
_ \
Wat aten ze? ROMEINEN PRONKTEN met hun rijkdom door anderen voedsel voor te schotelen uit alle delen van het Rijk. Bepaalde provincies waren beroemd om bijzondere delicatessen. Libië was bijvoorbeeld dé plaats voor triitrels, terwijl Svne bekendstond om zijn verrukkelijke peren. brandende
l-en RMIUÏIK in In-i t r i d m i u m
O VREEMDE GERECHTEN maakten bijzonder veel indruk. Keizer Vitellius, vermaard om zijn liefde voor voedsel. liet een aantal van de duurste maaltijden in de geschiedenis opdienen. Len van zijn gerechten, het 'Schild van Minerva', werd beschreven door de historicus Suetonius:'Het recept vergde levers van snot-ken, hersens van fazanten en pauwen, tongen van flamingo's en eitjes van de lamprei |een palingachtige vis|;diingrediënten werden in alle uithoeken van het Kijk verzameld... en in irircnn-s [oorlogsschepen] naar Rome gebracht.'
HEEL DE MAALTIJD LANG werden de gasten vermaakt door slaven die optraden als m u z i k a n t e n , verhalenvertellers en jongleurs. Het soort amusement hing af van de smaak van de gastheer. Hij wilde misschien juridische toespraken houden ot «.leien uit zijn gedichten voordragen. En een andere gastheer wilde misschien niets anders dan buikdansi-n!
29
Het familieleven Het woord'familie'is Romeins en komt van het Latijnse woordJlmiiliii. In de Romeinse tijd werd met een f a m i l i e liet huishouden bedoeld, met inbegrip van de slaven en ex-slaven. ARMF-: ROMEINEN volgden zelden een opleiding. In tegenstelling tot de rijken schreven /e geen boeken en hadden /e geen geld voor een gebeeldhouwde grafsteen op hun grat. Het merendeel v.m w.it we weten over het dagelijks leven van de Romeinen, komt uit deze bronnen. Omdat de rijken over het algemeen alleen geïnteresseerd waren in hun eigen leven, is er niet veel bekend over Je arme Romeinen.
r> /I>MV'C kttiileren .-.{witten met tcnatotta rammelaars in de iwm iwi een dier. ƒ )if met edelstenen i'crfienle lurken
tras waarschijnlijk
'
^^
ran een kimt niet rijke i'm/.7v
u
C JM
huistempet amulet ([nill.i) een hangertje
*t? Q DE VADER STOND AAN HET HOOFD van de f.umlie. f lij werd de pater familiat genoemd. Hij i.id de volledige zeggenschap over alle familieleden en het recht hen als si. ut' te verkopen ot zelts te doden. /onen werden p.is de pater familias van hun familie wanneer hun vader stierf. MEN GELOOFDE dat huisgoden over elke t.unihe waakten. Het hoofd van het huisgezin werd beschermd door een besehermgeest die men zijn C,V»m>- noemde, terwijl de besehermgeest van zijn echtgenote haarjuno heette. De I\'iuitc.\ pasten op de voorraadkastjes en de Lm:*beschermden het huis. In een kleine huistempel stonden beeldjes v.m deze goden en de familie bracht hun offers. ^ I-cn jftn>i'n goden.
een [>luk haar aan de
KINDEREN brachten hun eigen oflers aan de huisgoden. Wanneer meisjes /ich verloofden, lieten ze hun poppen achter bij de huistempel ten teken dat /e volwassen waren. Wanneer jongens voor het eerst door de kapper werden geschoren, otterden /e wat van het haar aan de goden om te tonen dat ze een man waren geworden.
Hoe zagen hun families eruit?
MAAK ZELF EEN ROMEINSE POP
Je hebt nodig zelfhardende klei, naald, touw, verf, verfkwast 1 Boetseer de onderdelen van een pop: twee armen, twee benen, een lijf en een hoofd (zie rechtsboven). Maak onder aan het lijf twee inkepingen voor de benen.
2 Prik met de naald gaten boven in de armen en benen, door de onderkant van het lijf en recht door de borst. De gaten moeten groot genoeg zijn om het touwtje er door te halen. 3 Laat de onderdelen van kier drogen 4 Verf je pop zoals aangegeven. Voeg een patroon toe rond nek, middel en haar als versiering. Laat dit rogen. 5 Haal het touwtje door de gaten in de borst en armen. Maak de uiteinden vast met een knoop. Doe hetzelfde met de benen.
kinderen KUT tollen, uil hout (/KTflI,
ii /V/>/KÏ; deze.
Q HET HUWELIJK had een ingrijpende invloed op het leven van een Romeinse vrouw. In het begin moest een meisje haar eigen fiiniiliti verruilen voor die van haar man als /e ging trouwen. Dit betekende dat ze moest leven volgens de regels van een nieuwe pattrfamitias. Maar tegen het einde van de Republiek hadden de Romeinen een nieuwe huwelijksvorm beda* ht. waarin een echtgenote wettelijk deel bleef uitmaken van haar eigen Jamilhi. Dit gaf ha.u meer vrijheid. Ze mocht haar eigen bezit houden en als haar man van haar scheidde, moest hij alles wat van haar was teruggeven.
SCHEIDEN kwam veel voor. met name onder rijke Romeinen. Een man kon van zijn vrouw scheiden als liet huwelijk kinderloos was, of als hij met iemand anjers wilde (rouwen. Maar vrouwen mochten niet scheiden van hun man. VROUWEN moesten liet huishouden doen, slaven opdrachten geven en voor de kinderen /orgeii. Ze brachten ook veel tijd door met het spinnen van garen uit wol om kleding te maken. Bij huwelijksceremonies droeg de bruid vaak een klos voor het spinnen met de hand als een symbool van haar plichten als vrouw.
Onderwijs en ambachten Met leven van zonen en doe liters van rijke Romeinen was heel anders dan dat van arme kinderen. Kinderen van de rijken werden thuis of op school opgeleid, terwijl de arme kinderen van huis gingen om een vak te leren.
ARME KINDEREN gingen niet naar school. Ze moesten al op jonge leeftijd hun ouders helpen hij het werk. Een jongen van acht of negen jaar trad in /ijn vaders voetsporen of ging werken als leerjongen in de /;uk \ u j ei i i vriend van J> t n m l i . \1< u l HM kinderen in het begin meestal de vervelendste klusjes opknappen, maar door te kijken en te helpen, leerden jongens de vaardigheden van een hoetsmid, hakker, wasman en goudsmid. Meisjes bleven bij hun moeder en hielpen in de w i n k e l , de werkplaats of de keuken.
ƒ )it is ecu ktftot en pen uit tle eerste eeuw n.<'lir.
RIJKE KINDEREN begonnen hun opleiding thuis, waar ze les kregen van een goed opgeleide slaaf, een iH-da^m: Sommige jongens en meisjes gingen op hun elfde naar een school die werd geleid door een grtiniiiititiciis, ofwel grammaticaleraar, om letterkunde te studeren. Ze leerden Grieks spreken en moesten Griekse en Latijnse gedichten uit het hoofd leren, die ze om beurten voordroegen, Romeinse edelmannen en edelvrouwen citeerden graag gedichten m hun gesprekken en brieven.
SPREKEN IN HET OPENBAAR beschouwde men als een noodzakelijk iets voor alle jongens die politicus of advocaat wilden worden. Een onderwijzer, een zogeheten rhctor, leerde leerlingen hoe ze een betoog op een logische manier moesten opbouwen en hoe ze overtuigend moesten spreken. Leerlingen oefenden deze vaardigheden door net te doen alsof ze aan een rechtszaak deelnamen, hetzij als verdediger hetzij als aanklager. hi Pompcii itrrkteti jongens in wuwn/ai icdiir cc kleding in grolt- niten schoonmaakten tioor er niet hun \Wteil i ' > t f >
Wat leerden de kinderen?
MAAK ZELF EEN SCHRIJFTABLET
Je hebt nodig balsahout, rode en groene boetseerklei. hobbymes, liniaal, lijm, touw, verf, priem, takje 1 Zaag voor beide ramen een plat stuk hout (18 cm x 14 cm) en vier dikke houten balkjes: twee van 18 cm x 1 cm. twee van 14 cm x l cm. Lijm dit aan elkaar (zie rechtsboven).
2 Verf de ramen in een diepe, houtachtige kleur. Prik met de priem aan één kant van elk raam twee gaatjes. Haal touw door de gaten en bind de ramen aan elkaar vast. 3 Maak zegels voor versiering. Knip drie stukjes touw van 20 cm. Druk het touw in drie rode schijfjes boetseerklei. Lijm ze achter op het tablet.
ROMEINSE CIJFERS l
II III IV
v VI
7 S 9 10 20 30
VII VIII IX X XX XXX
40 50 60 90 KM)
XL L LX
xc
c
soo D 1000 M
DE ROMEINEN gebruikten letters als getallen en ook nu nog zie je ze op klokken en horloges. Elke letter had een andere waarde en kon worden gecombineerd niet andere letters om grotere getallen te maken. Ze gebruikten I voor 1,X voor 10 en C voor 100, zodat 1326 bijvoorbeeld werd geschreven als MCXX:XXVI. Het was hierdoor vrij lastig om berekeningen te maken met grote getallen, met name vermenigvuldigingen en staartdelingen. LEERLINGEN schreven op dunne vellen hout met pennen gemaakt van riet of koper. Ze schreven ook op tabletten van bijenwas, waarbij ze met een pen die een stylus werd genoemd letters in het tablet krasten. De stylus was aan de ene kant plat, zodat je de was kon gladstrijken en opnieuw gebruiken. IN SOMMIGE ROMEINSE STEDEN stonden de muren vol met advertenties, dus waarschijnlijk kon een groot deel van de armen lezen. Ondanks het genus van een officiële opleiding, leerden veel arme Romeinen een beetje lezen en schrijven genoeg om hun handtekening te zetten en een paar eenvoudige documenten te schrijven.
4 Rol groene boetseerklei uit tot twee platte stukken en lijm ze in de ramen (zie hierboven). 5 Maak een stylus. Maak hiervoor de punt van een tak scherp. Schrijf hiermee op het tablet. Strijk de boetseerklei glad om het tablet opnieuw te gebruiken.
^ Kfti ('(/c/iwuii' /m/ cc» brief geschreven i>/>
33
Goden van het Rijk l >e Romeinen geloofden in t.il van goden en godinnen, die over verschillende aspecten v.in hun leven zouden waken. In de oudheid namen de Romeinen (iriekse mythen over en verbonden de legenden van de Griekse goden met hun eigen goden. Ze vertelden de/elfde verhalen over Jupiter als de (Jneken over hun god /,eus.
Muzikanten k>nnli\;cii <• i/c / m » i r % M < - .1,1/1.
DE HELANCJRIJKSTE GODEN waren Jupiter. heerser over gilden en mannen,de koning van de hemel; zijn vrouw Juno, koningin van de hemel en godin van de vrouwen en her huwelijk; en Jupiters uWliter Minerva, godin van wijsheid en kunst. Samen deelden /e ile Tempel van [upiter Capitolinus m R.ome.Tempels waren plaatsen om Standbeelden van Je goilen te vereren.Je kon er ook waardevolle spullen in I x - u a t i n g geven, /oals tegenwoordig hij banken. Men ging ervan u i t d.il diiAvn niet het let"hadden het huis van een god U' In-roven.
T De victim.irius tni
schaap wordt tu-t altaargeteid de goden
(offerpriester)
Wat geloofden ze? GODSDIENSTIGE CEREMONIES werden geleid door een pnester(es),aan de voorkant van het tempelgebouw. Xleiisen liepen mee in een processie en brachten giften als offers aan een bepaalde god. In ruil hiervoor hoopten /e de gunst van de god voor zich te winnen. Men tooide stieren, schapen en varkens niet bloemen en leidde 7e naar de tempel. De pnester(es) offerde het dier op een altaar voor de tempel en verbrandde daarna een deel van het vlees. De opstijgende rook moest het offer naar de god brengen.
HET VOORSPELLEN VAN DE TOEKOMST was een
belangrijk onderdeel van de godsdienst. De Romeinen geloofden dat de goden boodschappen stuurden om te waarschuwen voor komende rampen of als teken van geluk. Je kon deze boodschappen op verschillende manieren Ie/en. Augures waren priesters die de toekomst voorspelden aan de hand van vogels. HaruSpiees waren mannen die de ingewanden van geofferde dieren onderzochten om uit te vinden ot de god het offer had
aanvaard. T O/' feestdagen in ffii /mvcxsic naar tic tempel en hnultt nu-it i'/A'r> aan df goden.
.^^^1
— — —— —— ——_ .
"— — —~-_~_ .1 _ _
l:fn stattdaarddra^er leitit de processie.
ƒ>(• /TjV.'ïffCv .«M.lf , l i l l l t ' f
lift
altaar iwr
ROMEINSE KEIZERS heten tempels bouwen ter ere van zich/elf, waar mensen offers konden brengen aan hun standbeelden. Weinig mensen geloofden dat de keizers echt goden waren, maar ze moesten hen vereren als goden omdat ze op die manier hun loyaliteit en respect toonden. Weigeren stond gelijk aan verraad.
35
Goden van het Rijk
^v~* A Dit \t,nuih<-c!it .-telt Hel /'/!'(' («H r/r >fi« i/i-
tl u- ini legendarische in .i/ In-i lnrcn zijn.
C* NAARMATE HET RIJK ZICH UITBREIDDE kwamen de Romeinen in contact met mensen die andere goden vereerden. Sommige van die buitenlandse goden leken precies op hun eigen goden. Andere goden, /oals Mithras en Kis, waren heel anders, deels oTiul.it /e de belofte inhielden van een leven na de dood. V DE CULTUS VAN MITHRAS EN ISIS werd via kooplieden, handelaren, soldaten en slaven doorliet heliR i j k verspreid, l >eze goden werden aanbeden tijdens geheime ceremonies, m tegenstelling tot Romeinse goden die in het openbaar werden aanbeden. Mithras \\.is de god van het licht uit IVr/ië (het huidige Iran). I lij werd vereerd door mannen die bij toortslicht samenkwamen in ondergrondse vertrekken. Isis was een Egyptische moedergodin en de patrones van /celieden. Aanhangen van Isis werden vervolgd tot keizer ('ahgula een tempel voor haar bouwde en mensen vrijheid van godsdienst gat.
MAAK ZELF EEN VOTIEFGESCHENK 5 Buig stukjes metaaldraad tot ringen. Maak boven en onder in de 'toffee' een gaatje en haal hier de ringen doorheen. 6 Maak een gaatje m het been en bevestig het aan de onderste ring. Maak het lint aan de bovenste ring vast.
Je hebt nodig dun karton, stroken krantenpapier, bloem, water, zout, metaaldraad, grote naald, lint, bronsverf, verf k wast
4 Je kunt bijvoorbeeld met een naald |e naam m Romeinse hoofdletters schrijven (zie rechts).
1 Teken een been of hand en een 'toffee' op het karton (zie hierboven). Knip ze uit. 2 Maak een dun papje van bloem en ' water. Voeg een snufje zout toe. Bedek het karton met een paar lagen krantenstroken die je in het papje hebt natgemaakt. Laat drogen.
A I 'otiejgcschenken itvnicn achtergelaten in trnifH'l-., ui
r ccn
3 Verf de vormen van karton brons
specifieke kwaal.
Wat geloofden ze? W OVERAL IN HET RIJK bracht men in tempels votiefgeschenken (wijgeschenken), ot cx-voto*s. Koincinen geloofden dat de goden ziekten konden veroor/aken en genezen, zod.it mensen die ziek waren naar de tempel gingen om te bidden. Als otter .un de goden lieten ze een klein model at 'liter v.m het te genezen lichaamsdeel, waarop enkele woorden stonden gegrift.
Q SOMMIGE GODSDIENSTIGE PRAKTIJKEN /ijn in nevelen gehuld. Op Romeinse vindplaatsen in Cirootlirittannie en Duitsland heeft men gezichtspottcn ontdekt, waarvan sommige de as bevatten van overledenen. Ze werden aangetroffen m graven, onder gebouwen en in beekjes. Niemand weet \\.it de gezichten betekenen: ze stellen misschien een overledene, een god of een masker voor.
C* # MAAK ZELF EEN GEZICHTSPOT
Je hebt nodig: zelfhardende klei, plakkaatverf, verfkwast 1 Pak een homp klei en maak een aantal lange, dikke slierten. Leg een sliert spiraalsgewijs in de vorm van een ronde bodem (zie boven).
3 Maak bloemblaadjes van klei voor de rand van de pot. Maak daarna een mond, neus, ogen, wenkbrauwen en oren.
2 Leg hier voorzichtig een tweede sliert klei bovenop en maak je pot zo hoger. Strijk de buitenkant van de pot glad met je duimen, zodat de slierten m elkaar overlopen.
*»> TIJDENS DE EERSTE EEUW N.CHR. verbreidde het christendom zich van Palestina naar het Oost-Romeinse Rijk, Net als Mithras en Isis werd Christus gezien als een god die het eeuwige leven beloofde. Maar in tegenstelling tot die goden stond zijn godsdienst open voor iedereen, de armen en slaven inbegrepen. IV leiders van Rome probeerden deze nieuwe godsdienst eerst de kop in te drukken, want christenen weigerden Romeinse goden respect te betonen en de keizer te vereren. X DE HOUDING TEN AANZIEN van het christendom veranderde toen keizer Constantijn aan de macht kwam. Hij werd christen en gaf in 313 n.Chr. christenen vrijheid van godsdienst en riep Romeinen op zich te bekeren.
A Gfziehtspotten, of urnen, werden gebruikt begrafenisrituelen.
4 Breng de details voorzichtig op de pot aan en strijk de naden glad. Laat de pot helemaal drogen. Verf hem daarna bruin.
37
Brood en spelen l >e Romeinen hielden van zeer bloeddorstig verin.uk. Ze vonden het prachtig om mensen en dieren elkaar te zien afmaken in liet amfitheater. Het Rijk telde veel amfitheaters, maar het Colosseum in Rome was het allergrootst. Q HET COLOSSEUM IN ROME werd in HO n.Chr. geopend en hood plaats aan wel 50.000 mensen. De spelen begonnen nu-est.il met bloedige gevechten tussen wilde dieren. Daarna volgde de strijd tussen gladiatoren. Om de opening van liet Colosseum te vieren werden op de eerste d.ig 5000 dieren afgeslacht.
in NoOfd-Afnka
ilicrcn i'i't'i i/c -
TIJDENS DE EERSTE HELFT van de spelen namen wilde dieren, zoals neushoorns, leeuwen, olifanten en stieren, het op tegen gladiatoren en elkaar. Of /e werden losgelaten op misdadigers.
T Het (,Wiwciwi in RMIH:
voor schaduw nhuiktc nu-n ccti sfhfrni twt tiiin i/c
• II Illl
••&i,«^ •
Bmi* 1.^ i
iiin
-
boogvormige in^'>n\; t\w toeschouw tt'tl
Wat waren hun lievelingssporten? GLADIATOREN waren meestal slaven of misdadigers, hoewel ook enkele e\-sl.i\en de kost verdienden als gladiator, l K-t leven van een gladiator was kort en zwaar; de meerderheid overleefde m.uir een p.i.ir gevechten.
SUCCESVOLLE GLADIATOREN werden vrijwel het/eltde behandeld als de filmsterren van tegenwoordig. Her waren goed getrainde kampioenen die op speciale scholen vechttechnieken leerden.Je had verschillende soorten gladiatoren: de n-tüirins \\as gewapend als een visser, niet een net en een dnetand hij moest het vaak opnemen tegen een mMfmiüo, de visman. lilk type gladiator had /ijn eigen toege\\ ijde fans.
39
EEN KRACHTMETING was pas voorbij als één gladiator werd gedood ot~7\\aai werd \\-r\\ond. De gewonde n u n gooide /ijn wapens weg en smeekte om genade. Het publiek nep dan altijd een vonnis uit. Als de gladiator /u h goed had verweerd, stak de kei/er zijn duim op en spaarde zijn leven. Als h i j met goed had gevochten, stak de keizer z i j n d u i m naar beneden. Dan maakte de winnende gladiator de verliezer at". Een knecht gekleed als demon knuppelde de verliezer op het hoofd en sleepte diens lichaam weg door de 'poort des doods'.
de gladiator snurkt i'in \'rn.i(/i ) i/i ii'ii\i'iii^t'r i'iin zijn linkerhand <
het [tiintifr van gladiatoren lift riM/c si\>,ni>-ii. ci*.j/> het in, nift i';ui7 onbeschermd
. •
•
beenplaten (sfheenbesfhemters)
-
• •
~n\itinl
* •
net i/h7 Li
gewichten
.
. .
-
Brood en spelen IN DE GROTERE STEDEN v.ui lift R i j k w.iren de w.igenrennen de populairste vorm van vermaak. De Romeinen hebben de^e sport misschien overgenomen van de Grieken, die al meer dan duizend jaar paardenraces hielden. DE RACES VONDEN PLAATS op een lange
renbaan, een circus genaamd. In het allergrootste circus. Circus Maximus m Rome, konden 250.(HM) toeschouwers. Het circus was een plaats om vrienden te ontmoeten, te gokken op de paarden en te gemeten v.m een gevaarlijk en groots spektakel.
Strijdwagem uwen i'iin lichte stukken hout, >ier(\f elkthir VOStgfbonden mei riemen. hwn;en -ïititHihcelii ti'tis t weger een u'iiffen nu't twee paarden.
^ Kijken ittiiir tic uwgcnrennen in O'rcu.v A/.IA u MI o, Ki'int', tras twr reet Romeinen ten gelieft! tijdverdrijf. (/c kfi~cr c.i/ iiK'i j-iniilit' en in tic keizerlijke l
rff (ViTCiffcf _(;.)ƒ' /UIT /fff startsein
starthekken
zuilengang » j ti
ER WAREN VIER TEAMS: de Witten, Roden, Blauwen en Groenen. Elk team had zijn eigen paarden, ruiters en stallen, voorzien van trainers, veeartsen en slaven. Net als de huidige voetbalfans waren bezoekers van de wagenrennen supporters van een bepaald team. Ze zetten geld in op hun team en droegen hun kleuren. De Blauwen en Groenen hadden de meeste supporters. Hun fans hadden zo'n hekel aan elkaar dat de races soms eindigden in rellen.
keerpunt
DE RENBAAN was de enige openbare plek w.i.u mannen en vrouwen naast elkaar mochten zitten. Volgens de dichter Ovidius was het circus een goede plaats om aan een vriendin te komen:'Zit zo dichtbij als je wilt; niemand houdt je tegen. Sterker nog, je moet dicht bij elkaar zitten - dat is een van de regels op de renbaan... Vraag haar:'Van wie zijn die kleuren?'— dat is een goede openingszin. Zetje gek! in, snel, op datgene waarop zij wedt... Meisjes, zoals iedereen weet, zijn dol op die kleine attenties.'
Wat waren hun lievelingssporten? DE VOORZITTER VAN DE RACES Alt .uil het ene uiteinde van het circus en moest het startsein geven voor de race. Bij het klinken v.ni een trompet stond hij op en hield een wit doekje omhoog dat hij op de renha.m liet vallen. Op dit teken vlogen de starthekken open en stormden de strijdwagens naar buiten. l >e starthekken bevonden zich aan één kant van het circus. Twee ot vier strijdwagens raceten /even rondjes om een lang, smal bouwwerk (een >/WM) dat aan beide u i t e i n d e n een keerpunt had. De race eindigde tegenover de loge van de juryleden, ongeveer halverwege de ene helft."
tribune nvr toeschouwen
HET GEVAARLIJKSTE MOMENT was het keren van de strijdwagens aan lier einde van de haan. Als ze te du ht bij de keerpalen reden, konden ze tegen elkaar ho[-.en of kantelen. Als ze er te ver vandaan zaten, konden de wagenmenners hun positie verliezen. WAGENMENNERS waren hoofdzakelijk slaven. Als ze races wonnen, konden /e hun v r i j h e i d kopen en heel ri]k worden. De teams betaalden hun sterren een enorm s a l a t i s om te voorkomen dat ze overliepen naar een ander team. De tans hadden zo'n grote bewondering voor hun vaardigheden en moed dat ze borstbeelden en portretten van wagenmenners in huis hadden.Veel wagenmenners werden echter al op jonge leeftijd verpletterd onder de hoeven van de galopperende paarden.
'T Jf n
ïsss* spin .1 nu /:\')'/'fc
C)P DE MIDDELSTE 'RUGGENGRAAT', of >/>m.l, van het circus stonden standbeelden van de goden en godinnen die de sport zouden beschermen. Er bevonden zich ook zeven grote houten eieren en zeven bronzen dolfijnen op de spiim. Aan het eind van elke ronde werd er een ei weggehaald en een dolfijn omgedraaid om aan te geven hoeveel ronden er overbleven. Elk uiteinde van de >/>m<) werd afgebakend door drie lange palen.
triomjboog »u
Q DE BESTE PAARDEN werden ook behandeld als sterren. Keizer Caligula had een lievelingspaard, (snellerd), die rende voor de (iroenen. Niets was hem te dol om het zijn paard naar de /in te maken. Op de dag vóór de race werd de stal omringd door soldaten om ervoor te zorgen dat niemand harde geluiden maakte die Indtatus konden storen. Caligula gaf het paard zelfs een huis. compleet met meubels en slaven!
frigidarium
tepidarium
laconicum <»/ caldarium
naratio
Elke Romeinse stad had minstens één groot openbaar badhuis. HRT konden mensen het stof van zich afspoelen, trainen of gewoon ontspannen. Mannen en vrouwen bezochten het badhuis apart, op verschillende tijden of in verschillende ruimtes. De baden waren heel goedkoop, zodat alleen de allerarmsten niet genoeg geld h.idden om ze te bezoeken.Veel Romeinen gingen elke dag.
DE VERTREKKEN en het b.uluatcr worden verwarmd door een oven die slaven opstookten. De warme lucht van het vuur steeg op door gaten onder de vloer en in de muren. Het vertrek dat het dichtst bij de oven lag was hot warmst.
^ Mt'tt hni'thinlf i/c oliën in liet />i'f/c f gebruikte de langt,gebogen strigilis ile olie rti het i'itil cni/ (c N
ROMEINEN GEBRUIKTEN GEEN ZEEP maar olijfolie.
HET BADHUIS had een groot fitncssterrein waar mensen doend t- waren met balspelen, gewichtheffen en worstelen. Na het trainen ging men naar een reeks verwarmde kamers om /icli te walsen en re ontspannen.
ht.-Mina.il binnen namen do badgasten eerst een duik in hot ijskoude wat ei van oen bad dat men hetjngidarium noemde. Daarna gingen /e naar oen warmer vertrek: het tepidarium. Hier werden oliën op do huid gesmoord die men er daarna afschraapte, ïiodat do badgast grondig zou /ijn gereinigd.
Zo smeerden hot over hun hele lichaam on schraapten het tTat'niet oen smX'i/i.v, oen krom. metalen liandworktuig. Kijkt? Romeinen lieten /ich door persoonlijke slavenbedienden afschrapen. Anno Romeinen moesten mot hun rug tegen do muur wrijven om do stukjes waar niet bij koudon to schrapen! TOT SLOT gingen de badgasten naar liet üilii.irinni (stoomkamer) of l.wnhinn (hete kamer). Dan waren zo schoon genoeg om in hot /wombad. ohvel tutttitw, to /WL'inmon. Kond hot /\\ombad stonden entertainers, kappers on mensen die eten on drinken verkochten. /akonlui vergaderden zelfs m hot badhuis.
Hoe vermaakten ze zich? SIKKELEN (^tr^ilf) \v.is een populair spel in liet badhuis. Spelers gebruikten Je kootbeentjei v.in een seh.up, die zes zijden hebben. IX' spelregels waren gemakkelijk: een speler gooide de beentjes in de lucht en probeerde ze op te vangen niet de rug van de handje kon met bikkels ook dobbelen, waarbij elke zijde v.m de beentjes een andere \\.urde h.nl. Ri]ke Romeinen speelden met bikkels van marmer, zilver ot edelstenen.
MAAK ZELF BIKKELS
^
2 Verf de bikkels en geef er vijf aan elke speler.
Je hebt nodig: zeHhardende klei, plakkaatverf, verfkwast 1 Boetseer tien bikkels met zes zijden (zie hierboven).
De basisregels voor bikkelen worden uiterst links op de pagina beschreven Elke speler moet om beurten gooien. Probeer zoveel mogelijk bikkels op de rug van je hand te vangen. Tel het aantal bikkels dat je weet te vangen bij elkaar op.
43
44
Hoe de Romeinen zich ontspanden Bij DE MEESTE VORMEN van toneel droeg men maskers. Deze groteske maskers toonden het geslacht van het personage, evenals zijn of haar stemming, l >ankzij de maskers kon het publiek meteen zien ot een .u teur een bo/e oude man. een komische slaat ot een mooie vrouw moest voorstellen. Maskers voor tragedies vertoonden een uitdrukking van schrik of wanhoop. ^2 EEN PANTOMIMl \\.is een voorstelling waarbij één acteur diverse rollen speelde met gebaren en een reeks maskers met gesloten mond. \ let leek op solob.illet en vergde heel wat behendigheid. Omdat het gezicht van de acteurs werd bedekt, moesten ze met gebaren hun gevoelens tonen. Mimespelers waren de grote sterren van het Romeinse toneel. A Op l uitgebeeld die ci
uit AtfHjwïi uvrdm thtfnrs en muzikanten voorbereiden <>/' cc» voorstelling.
*t? THEATER werd uitgevonden door de Grieken. De Romeinen namen twee hoofdvormen van toneel van hen over: de eerste was de tragedie, een treurspel over het lijden van een grote held(in), meestal uit een Griekse mythe. De tweede was het blijspel, een luchtig toneelstuk over het alledaagse leven j Veel Romeinse toneelstukken speelden zich a f i n Griekenland en werden opgevoerd door Griekse acteurs. "*" HET PUBLIEK was
vaak erg luidruchtig. Mensen juichten acteurs toe of scholden hen uit. De producent van De schoonmoeder, een blijspel van Terentius, beschreef /ijn levendige toeschouwers:'Ik wist de aandacht van het publiek vast te houden - tenminste tot het einde van de eerste akte. Maar toen deed het gerucht de ronde dat enkele gladiatoren zouden optreden - en mijn publiek stoof massaal weg, duwend, schreeuwend, vechtend, om een goede plek te bemachtigen bij de gladiatorenvoorstellmg.'
T Dit is t't'ii nitiskcr dat hij mi »>(>r ini ['/<>Hir :<>u liiinncti worden gedtqgen.
Hoe vermaakten ze zich?
MAAK ZELF EEN ROMEINSE HANDTROM
Je hebt nodig twee stroken gekleurd karton (6 cm x 90 cm), verf, verfkwast, wol, lijm, dubbelzijdig plakband, een cirkel van stof (32 cm in doorsnee)
1 Plak de uiteinden van een strook karton aan elkaar om een cirkel te maken. Trek de stof over de cirkel en lijm het stevig vast rond de randen om de trom te maken.
3 Verf je trom (zie hierboven). 4 Maak vier kwastjes van de gekleurde wol en lijm ze rondom je trom.
2 Plak plakband in de lengte van de andere strook karton en wikkel die rond de trom, met de klevende zijde naar de stof toe.
SPECIALE EFFECTEN waren erg populair bij Romeinse toeschouwers. Acteurs die goden speelden, vlogen aan draden over het toneel. In sommige toneelstukken kwamen zelfs paarden en strijdwagcns voor.
A I~)it .r/ /ie/ RiwiciiK theater.
MUZIEK was erg belangrijk in het theater. Muzikanten speelden op fluiten, trompetten, cimbalen en trommels, terwijl de acteurs liedjes zongen. Hoewel \ve weten wat voor instrumenten men bespeelde, kunnen we er nooit achter komen hoe Romeinse muziek klonk.
ƒ><"!• acteur JrtMgt een AV/HIM/I »i<j>i.vr, l )t-acteur* htrliiiifti verschillende uit Jivr iniilili'l i\in Mi.Mrr.-, eti handgebaren.
Puike architecten l )e Romeinen behoorden tot de beste bouwers uit de geschiedenis. Ze bouwden dingen voor praktische doeleinden, zoals kanalen, bruggen, riolen, havens en wegen. Maar de aanleg van aquaducten vormde misschien wel liet indrukwekkendste staaltje van hun bouwkunst. T R0me km-tf n uier toegevocrd nii(\>ele\td mtt gebruikmaking r,in hinten >teii>ei.", ;.w/- >!> l lier.
A Dit Kiim<m«' titftiiiduit xM.ir nog overeind in .SVi Midden-Spanje.
overdekt waterkanaal
~..
AQUADUCTEN werden ontwikkeld door de Romeinen. Het zijn kanalen voor het vervoeren van water the veelal in de grond werden gegraven, waarbij men de contouren van de heuvels volgile.Wa.ir dat niet mogelijk was, bouwde-n de Romeinen bogen van beton en steen, l let was niet gemakkelijk om een aquaduct aan te leggen. \ let waterkanaal moest over de hele lengte precies even schuin aflopen om ervoor te zorgen dat liet water gelijkmatig bleet"stromen. EEN BOOG is een gebogen constructie met een grote draagkracht. De Romeinen ontdekten datje door het gebruik van bogen hoge, sterke muren kon bouwen met zo min mogelijk stenen.
OOK BETON was een Romeinse uitvinding. Het was een mengsel van vulkanisch zand en steengruis, bijeengehouden door mortel gemaakt van kalk en water. Het was sterk, goedkoop en veel makkelijker in gebruik dan steenblokken. Beton en bogen maakten het mogelijk bouwwerken als het Colosseum te bouwen.
Wat bouwden ze? DE OUDERE beschreef wat er allemaal moest gebeuren om Rome van water t f voorzien: * Als \\e denken .un de enorme toevoer v.in \\.iter voor openbare gebouwen, badhuizen, bezinkbakken, bassins, woonhuizen, t u i n e n en landhuizen dicht hij de stad; en de afstand die het water aflegt, de hoogte van de hogen, de tunnels door herben, liet egaliseren van routes dwars door diepe dalen; k u n n e n we alleen maar concluderen dat dit een groot wereldwonder is.' > Dc;c litinlinftci xthruikt een groma
< • < • • • linten krui* .> ecu
!>
tcit *tc(\>er.-i ondersteunen hi\\>t'n (ijilfii* 'Ie /ii
DE LANDMETER \\as degene die vóór de bouw de grond afbakende. Hij zette rechte hoeken uit met behulp van een instrument, een zogenaamde x1'»''"1'- ' ^' landmeter keek langs elke arm van het kruis naar assistenten die in de verte stonden. Hij gebaarde zijn assistenten naar links ot naar rechts te gaan. /odat ze een rij vormden. Daarna legden ze een lange rechte lijn van vlaggen u i t . 1T Q DANKZIJ GOEDE WEGEN konden de Romeinen om hun Rijk uitbreiden. Legers moesten zich, niet al hun materiaal, zo snel mogelijk van de ene naar de andere plaats k u n n e n begeven,Vóór de Romeinse tijd waren wegen modderige sporen die bij nat weer nauwelijks begaanbaar waren, met name voor voertuigen met wielen. Ue Romeinen legden verharde wegen aan die je bijna het hele jaar kon gebruiken. Het oppervlak liep bol yodai het regenwater aan weerszijden wegvloeide in sloten. Romeinse wegen waren doorgaans ?o recht mogelijk, ook al betekende dit dat men soms een tunnel moest hakken door een rots.
Een goed gevoed Rijk Een deel van de beste landbouwgrond in het Romeinse Rijk lag langs de Noord-Afrikaanse kust. Oe grond was er goed en het klimaat uitstekend, met lange, warme zomers en regelmatig regen in de winter. Het w.is de ideale plaats om tarwe te verbouwen - sterker nog, Noord-Afrika produceerde twee derde van het graan dat in het Rijk werd gegeten.
GODSDIENSTIGE CEREMONIES speelden een grote rol m het landbouwjaar. De Romeinen meenden dat ceremonies net zo belangrijk waren als op tijd zaaien en ploegen. In mei werden bijvoorbeeld een varken, een ram en een stier rondom de velden geleid en daarna gedood als otter aan de god Mars. De boer zei dan: 'Vader Mars, ik smeek u mijn velden te behoeden voor ziekte en slecht weer, en mijn oogst, mijn graan en mijn wijngaard te laten bloeien.' ^ l-.ni iiiwilkn
*'
Afrika.
t»yvo< iwr cm mechanische tnsiin.n Itim
t iint'f
A ()jj dit viade-etuwse i fijnstampen.
si>jiin tandatbcidm
ROMEINSE BOERDERIJEN waren vaak enorm groot en in het bezit van zeer rijke mensen. In de eerste eeuw n.Chr. zou de helft van Noord-Afrika hebben toebehoord aan slechts zes mannen. Romeinse landheren brachten het merendeel van hun tijd door in de steden, badend in weelde. Ze verhuurden grom! aan pachters of lieten hun boerderij achter in de handen van een rentmeester die een slavenploeg leidde. BIJ EEN BOERDERIJ behoorden o.a. schuren voor de opslag van graan en stro, stallen voor de dieren, en diverse werkplaatsen - een smederij voor het maken en repareren van werktuigen, maar ook een pottenbakkerij voor het maken va» voorraadkruiken. Je had gebouwen voor liet persen van druiven en olijven, en een molen voor het malen van tarwe. De soort en kwaliteit van de verbouwde gewassen waren overal in liet Rijk verschillend. Olijven konden alleen in het warme /uiden worden verbouwd. Men teelde druiven m Zuid-Hritannia, maar die waren niet zo lekker als die uit Spanje of Italië.
OLIJFBOMEN werden door heel Noord-Afrika gekweekt, maar vooral de olijven uit Tripolitania (het huidige Libië) waren beroemd. Ze werden verbouwd op droge hellingen, boven tarwevelden.Je kon de olijven opeten of uitpersen in een oliepers voor hun fijne olie.
Wat verbouwden ze? SLAVEN deden het meeste werk op de boeiden], hen vertrouwde slaaf, een zogenaamde rilicus, had de leiding over de veldarbeiders. /e moesten heel hard werken en als ze dat niet deden, werden /e soms geslagen ot vastgeketend. Slaven in de stad die volgens hun meester lui waren, moesten als straf op het land werken.
Landbouwwerktuigen
doeltreffend. Met ,/<';, lllf.^t'II
Il'l'lllfll
wijnstokken gesnoeid.
boerenwoning
olijfbomen
.
49
Handel en transport Overal waar de Romeinse legers k \ \ a n i c n . legden ze wegen aan. Hoewel Romeinse wegen voornamelijk hestenul waren vooi militair gebruik, vergemakkelijkten /e ook liet vervoer van goederen op wagens voortgetrokken door muildieren en ossen, ongeacht liet weer. Zware goederen werden zoveel mogelijk over het water vervoerd, h e t z i j over rivieren op binnenvaartuigen voortgetrokken door ossen ot over /ee op koopvaardijschepen. DOOR DE VREDE die de Romeinse heerschappij bracht, kon de handel door heel het Rijk tot bloei komen. De vraag van de rijken betekende ook il.it men luxeartikelen, zoals zijde en k r u i d e n , uit verre Linden meebracht.
VERKLARING SYMBOLEN OP HANDELSKAART
BINNEN HET RIJK \\erd voornamelijk gehandeld in metalen, luxeartikelen en
, />
levensmiddelen, /oaK \\ IJM, ol ij tol ie. graan en vissaus.
&
^ O/> ttc~<' kiiiirt kun /c cic/j waar sommige handelsartikelen in In-t Riik mm/
BRITANNIA
.-ccnf/ in /«•/ Rijk gebruikt.
Sommige goederen werden van buiten het R i j k geïmporteerd. Zijde kwam helemaal uit (Üuiia via een landroute die men de /.i|dcrouU' noemde. Kruiden voor in de keuken werden per schip meegebracht uit lndia.Wierook.dat ik- Romeinen op de altaren van de goden brandden, kwam met kaïiieelkaravaiieii over land u i t /md-Arabic, ot met schepen over de Rode Zee.
MACEDONIA
Middellandse Zee
MAURETANIA
AFRIKA
Hoc werden goederen verplaatst? V X EEN ROMtINSE MUNT w.is m sommige opzichten een piepkleine krant. Aan één zijde maakte de kei/er belangrijke gebeurtenissen bekend./oals een militaire overwinning, ( l i j gebruikte munten ook om re trachten de steun van liet volk te verwerven, /.o kon je hem op de munt zijn troepen /ien toespreken, \\.i.udooi mensen de i n d r u k kregen dat hij alles stevig in de hand had. Op een andere mum stond de keizer afgebeeld als opperpriester, zodat het volk /on denken dat de goden achter hem stonden. ^ Ken koopman im;i>/ mi/ tnni i'/1 c<'" weegschaal.
Handelaren maakten tlmk rn'mf ma liet mw.y<>r/
& X PLINIUS DE OUDERE vond dat buitenlandse luxeartikelen het Rijk te veel geld kostten:'Volgens de laagste schatting steken huii.i, C.hina en Arabic elk j.ur honderd miljoen scsicrtii v.m ons Kijk in hun zak - dat is de rekening die we moeten betalen voor onze pleziertjes en on/c dames.' VOOR DE SPELEN in Rome lu.ilde men wilde dieren uit alle delen v.m het Rijk en de Linden daarbuiten. Beren werden verscheept viit Schotland en lerl.md. Olifanten kw.nnen uit Atrik.i en India. W X MEN GEBRUIKTE over.il m het Rijk dezelfde munten, waardoor je makkelijk kon handelen. De basiseenheid was een koperen munt, een ,i> genaamd. Een grotere koperen munt, de m/i«>. was 2 as waard; een bronzen munt.de >-<•_•;r .is; en een gouden atm'Hs was 100 as waard.
Handel en transport MEN GEBRUIKTE SCHEPEN om mensen en goederen door het R i j k en daarbuiten te vervoeren. Sommige rijke Romeinen gingen niet alleen op reis voor /aken en om godsdienstige redenen, maar ook om bezienswaardigheden te be/oeken. tien ;i.mt;il v;in hen had /elrs reisgidsen.
HET VAARSEIZOEN duurde van maart tot november, 's Winters gingen weinig schepen de /ee op vanwege de kans op storm en omdat IK'! vroeger donker werd. Maar de stad Rome had tarwe uit het buitenland nodig om haar inwoners te voeden, zodat enkele enorme graanschepen de gevaarlijke wintertocht vanaf Noord-Afrika moesten maken. Wanneer de graanvoorraad m de graanschuren bijna op was, brak er paniek uu m Rome. VIN DE TWEEDE EEUW N.CHR. bcschrecf'de (iriekse schrijver lm ianus de /si.v. een van de grote graanschepen die uit F.gypte vertrok:'Wat een groot schip! Ongevei-r ISO voet |55 meter) lang en iets meer dan een kwart daarvan breed... Hn dan de hoogte van de mast! L n hoe de achtersteven /ich verlu-tt met /ijn sierlijke boog. met zijn gouden snavel, aan de andere kant in balans gebracht door de l.inge. oprijzende \oorsteven, met aan weers/ijdeu een beeld van de godin Kis!'
T /v'iv/ini.m/i'N lit'i'cn tritwnii-n \evtnsm\ddelen rti u'iltic tüt-n-n rtutr dt- >/>i7c/(.
OORLOGSGALEIEN w.m-n Mn.ille, snelle vaartuigen. /e \\crden voortbewogen door roeiers die onderdeks op banken zaten en tegelijk roeiden op bevelen die de roerganger schreeuwde.Aan de boeg, of voorkant. bevond zich een houten stormram, bedekt met brons. (JalcK-n probeerden vijandelijke schepen aan ile /ijkant te rammen. Daarna sprong de bemanning van mariniers (zeesoldaten) aan boord van het vijandelijke schip voor (.-en gevet In v.m man tot man. ** IN DE EERSTE EEUW V.CHR. vormden piraten een grote bedreiging.Vloten van piraten, die een basis hadden in het oosten van de Middellandse /.ee. plunderden kuststeden en beroofden zoveel mogelijk schepen. Ze stalen de lading en gijzelden de bemanning voor losgeld of verkochten ze als slaven. In (tl v.Chr. verzamelden de Romeinen een vloot oorlogsgaleien en spoorden de piraten op om de /ee weer veilig te maken.
Istuurzcil)
MET KOOPVAARDIJSCHEPEN
vervoerde men goederen door het Rijk. Het waren grote schepen met een rond ruim. zodat er volop opslagruimte was voor alle zakken graan en amfora's, ot aarden k r u i k e n , met olie of wijn.Vanwege hun vorm waren deze schepen stabiel maar erg traag, /e hadden een groot vierkant zeil aan de mast en een kleiner zeil op de boeg. Men stuurde met twee grote roeispanen op de achtersteven.
Hoc werden goederen verplaatst? HOE GEVAARLIJK zeetixhten \ \ a i e n blijkt \vel uit de vele Romeinse scheepswrakken die men overal m de Middellandse Zee heeft gevonden. In sommige si'liepen ligt nog altijd de oude lading olie en wijn, bewaard in amfora's.
fii tiit
I
ei/u
x'f/- i'/ vlierhout
53
Het Romeinse leger In de eerste eeuw n.C'hr. best on d het Romeinse leger grotendeels uit legionairs en reserves, lir waren 28 legioenen die vooral langs de grenzen van het Rijk waren gestationeerd. Lik legioen had een getal en een naam dit was een bijnaam ot de naam van de plaats waar men de troepen had geworven. Het zesde legioen heette bijvoorbeeld I'/Vm.v (zegevierend) en het negende legioen ///.V/M/M (Spaans).
uit
<> • / % ; < •
r( ~ln.
^*T EEN LEGIONAIR was een Romeinse voetsoldaat.Tijdens een mars moesten /i| zware ladingen wapens, werktuigen en voorraden ilr.igeu.Als legioiuirs niet vochten ot trainden, moesten ze bouwwerkzaamheden verrichten, /e kapten bomen, hakten stenen uit, legden wegen aan en bouwden bruggen en forten. .SJTIM/JC boogschutter uit in tttvctlf trim* n.Oir
A lint tiijuililt-r uit tic rrMc ccmi' n.C.hr.
AüXIUA ofhulptTOCpcn waren soldaten die uit de provincies kwamen en geen Romeinse burgers waren. Ze werden slecht bet.ukl en verdienden maar een derde van de soldij van de legionairs. Auxiha vochten met de vertrouwde wapens uit hun eigen land. Cavaleristen kwamen uit Gallia (Frankrijk) en Noord-Afrika, shngeraars van de eilanden voor tic Spaanse kust. en boogschutters uit Syrië. Auxilia zorgden voor de extra vechttechnieken die de legioenen misten.
Wie verdedigde het Rijk? Q DE AQUILIFER, ofadelaardragcr. droeg de standaard van liet legioen - een gouden adelaar op een stok. Kleinere eenheden hadden ook een standaard, /o.ils een gouden h.uul ot een borstbeeld v,m de keizer. Hiermee werden de soldaten verzameld in Je strijd. Aqinlüers moesten heel dapper /IJM, u , u i t /e leidden de manschappen n.i.ir de gevaarlijkste plaatsen op het slagveld. Het leeuwenvel op hun helm w.is een symbool v,m hun r a n g e n moed.
lange >/»ccr <>»i t\iuii_t irn ;M,?;Ï/ fr kunnen tti-ki-
~ l-fit favaleneofficier int iic i'icnlt' cnni' n.C.hr.
\vr-il\vnlc In-lui
l i'n n'iinniii uit liet ini
* Q ELK LEGIOEN telde env,i 5.SOO soldjtt-n, waaronder 120 ruiters die boodschappen overbrachten en -ils verkenners de vij.ind in het oog hielden, l >e rest v.ui de soldaten \\.is verdeeld o\er kleine eenheden (centiirièn). elk /o'n HO ni.in sterk, /es eentunën vormden s.mien een eohort.
:i!i'fit'n rn gouden
wijnstok i /c it-ij-ttt
soldaten .i.»i t f -/J.IH
W EEN CENTUR10 \\.is een otVk'ier die het hevel voerde over een centnrie. Om 7ijn r.mg te tonen. droeg h i j een speciale \\.ipenrnsting \MII zilverkleurige metalen si hnhhen en glanzende scheenplaten. l h| droeg ook een helm nier een zijwaartse helmbos ten teken van /ijn positie, l h] hield zijn manschappen in het gelid door /e te slaan met een wijnstok, hetzij als straf of om /e harder te laten werken. /R CAVALERISTEN speelden een nog belangrijker rol m het laat-Romeinse R i j k , toen grote legers soldaten te pa.nd zij aan zij vochten niet de legioenen om het Rijk te verdedigen.Tegen de vierde eeuw droeg de cavalerie lange / u , i . u d e n en ronde schilden.
55
Het Romeinse leger ^ ÈJ' LEGIONAIRS waren voltijdsoldaten, /e rond hun 18de bij het leger en moesten de volgende 20 tot 25 jaar in dienst blijven. Het was een zwaar leven, maar voor de armste Romeinse burgers bood het ook zekerheid en een vast inkomen. Als legionairs goed hun best deden, konden ze \\orden bevorderd tot de rang van cemurio. Hn als /e de veldslagen waaraan ze deelnamen overleefden, konden /e na hun diensttijd een comfortabel leven leiden Nieuwe rekruten moesten onder ede verklaren d.u ze vnjgeboren Romeinse burgers waren en geen slaven. Soms probeerden slaven zich bij de legioenen aan te sluiten. Als /e werden ontdekt, werden ze ter dood gebracht
*fr O EEN LEGIONAIR was een groot deel van de dag bc/ig niet trainen en marcheren, l >e schrijver Vegetms beschrijft in zijn boek, A/i/iMirr l)ini>t, het sooit trainingsprogramma dat legionairs moesten volgen:'Elke rekruut, niemand uitgezonderd, moet in de zomermaanden leren zwemmen, want het is niet altijd mogelijk rivieren via een brug over te steken... Ze moeten ook gewend zijn tegelijk te springen en uit te halen, opeens omhoog te springen en weer weg te duiken achter het schild... 7, e moeten ook oefenen met het van een afstand gooien van hun werpspiesen op palen, om beter te leren mikken en sterkere armen te ont\\ ikkelen.'
MAAK ZELF EEN PAAR GEPANTSERDE SCHOENEN _
Je hebt nodig schaar, kippengaas, papier, touw. bloem, water, zout, verf
2 Maak een dun papie van bloem en water. Voeg een snufje zout toe. Bedek het gaas (binnen en buiten) met lagen papier die je in het papje hebt gedompeld. Laat ze drogen.
4 Knip vier stukjes touw van 8 cm lang. Bevestig het touw aan de onderkant van elke voet- en teenbeschermer met het papier en stijfselpapje. Verf de beschermers zoals hieronder.
1 Vraag hulp bij het zodanig buigen van het kippengaas dat de bovenkant van je voet erin past.
3 Knip de voorkant van de schoenen eraf (zie rechtsboven) om teenbeschermers te maken.
5 Maak twee gaatjes m de zijkanten van elke schoen. Haal touw door de gaten en bind dat rond je enkels.
*t? Q IN HET LEGER deelde men zware straffen uit. Soldaten die tijdens de wachtdienst in slaap vielen of bij een veldslag wegliepen, werden gestenigd. Als een hele eenheid latlieid vertoonde ot weigerde bevelen op te volgen, kon de/e voor straf worden gedecimeerd, \ \ a t wilde zeggen dat één op de tien soldaten werd gedood. Maar het leven van een Romeinse soldaat was niet alleen kommer en kwel. Hij Vindolanda, een Romeins fort in Noord-Hritannia. hebben archeologen vele brieven gevonden, geschreven op dunne velletjes hout. In één brief, uit 120 n.Chr., klaagt een soldaat dat zijn eenheid zonder bier zit!
^ Oi'f /'.*• ir» A'i'/'lV l M» ./<
i w//»ii»f.'irr> I/M' in cm vrofg-Criekse Mr'i/i rccrmit» IH Zuid-ItaÜf ;• rin gevonden.
Wie verdedigde het Rijk? ^*T Q NAAST DE MARCHERENDE SOLDATEN liepen pake/els. Acht soldaten hadden samen één muile/i-l. I Iet dier droeg f f i i leren tent en een molensteen voor het malen van graan. Andere mmle/els waren beladen met
onderdelen van katapulten, waarmee men stenen naar de vijand slingerde.
proviand nti'ii krui
kookpotten
*t? Q EF.N WERPSPIES ot"/)//n;u. had een lange metalen punt die kromboog zodra er iets werd geraakt. De vijand kon hem daarom niet teruggooien. Soldaten vochten in een hechte f o r m a t i e en l u i s t e r d e n naar trompetsignalen. Na het gooien van hun werpspiesen, trokken /e hun korte /waarden en staken daarmee van achter hun schild naar de vijand. UT v WANNEER SOLDATEN een vijandelijke vesting aanvielen, gingen ze in een groep staan en dekten zichzelf ,if met hun schild om zich te beschermen. l)e/e vorm van verdediging noemde men'de schildpad'. De soldaten gingen in een vierkant staan en degene aan de randen hielden hun gebogen schilden tegen elkaar om een m u u r van hout te m a k e n . De soldaten in het midden hielden hun schild boven het hoofd om een dak te maken. Zo waren ze veilig voor vijandelijke projectielen.
'f Hen legionaii nir omlhcitl incl i/c nitru.-niii,> i/(c /n'/ C (H.IIX'II
meedragen.
Het Romeinse leger TIJDENS EEN VELDTOCHT sliepen Romeinse soldaten in leren tenten in tijdelijke marskampen, die .1.111 het emJ van elke Jag werden opgezet. De rest v.m de tij J woonJen /e in barakken in permanente torten van hout ot steen.
GRENSFORTEN lagen verspreiJ langs Je grenzen van liet R i j k . Ze werden meestal hem.nul Joor a u x i l i a die men in Je buurt luJ gerekruteerd, zodat Germaanse auxilia het R i j k best-hermJen tegen ( l e r m a a n s e invallers, l egionairs verbleven op enige afstand van de i; n-n s en vornulen een tweeJe verdedigingslinie. Als de frontlinie werd aangevallen, staken Je wachters in Je uitkijktorens bakens a.m om het nieuws over te brengen. Romeins grens/ort.
langs de grenzen bouwde mm i>m de mijl t l , ï hint i-fii mijlkasteel FORTEN veranJerJen m Je loop Jer tijJ, maar \\aren meestal rechthoekig en omgeven Joor een greppel. De eerste torten werJen beschermd Joor een muur van hout en turt. l.ater werden /e van steen gebouwd. Twee hoofdwegen liepen kruiselings door het kamp en leiJJen naar vier poorten, één in elke muur. Het tbrt vormde een vaste verblijfplaats voor de soldaten en mors! daarom zo eomtortabel mogelijk zijn. De soldaten hadden altijd hun eigen ba Jen en soms een amfitheater voor glaJiatorengevei h ten. HET HOSPITAAL w.is m elk fort een belangrijk gebouw, want Je solJ.iten waren vaak ziek en soms gewond. Legerartsen wisten hoe ze gebroken botten moesten zetten en opereerden om splinters of pijlpunteii uit wonden te halen. HET HUIS VAN DE COMMANDANT, het
pftH'lorinin, was een weelJerig gebouw met verwarmde kamers waar Je commandant met zijn gezin en slaven woonJe. Het legioen \\erJ bestuurd vanuit het hoofdkwartier, of/ïmin/mi. Het had een kluis voor het geld van het legioen, een heiligdom voor de standaards, en een platform om Je troepen toe te spreken.
SOLDATEN KONDEN IN HUN VRIJ1: TIJD bu-r drinken. Jobbelen en \\orsrelweJstrijJen, paardenrennen en touwtrekcompetities organiseren. De bevelvoerende officieren jaagden liever op herten en everzwijnen met een meute honJen.
Wie verdedigde het Rijk? OP HET VASTELAND VAN EUROPA bevonden zich brede rivieren die ook dienst deden als grenslijnen. De Romeinen bouwden torten en wachttorens langs de westoever van de Rijn en op de zuidoever van de l >onau. Op die manier konden ze de woeste (iermaanse stammen aan de overkant van de rivier in de gaten houden.
> Knccr ƒ /.li/M.IHIO lid
i'dl
/_'(' kin l,nw muur /vniirn, iiM.Jir.i» /<• i\*k nu iu kunt zien
V KEIZER HADRIANUS gaf de opdracht een m u u r dwars door Noord-Hntanma te bouwen om de grens te verdedigen. De Romeinen noemden de mensen die ten noorden van de m u u r woonden /'KM. de 'geverfden', omdat ze zich onder de oorlogsverf smeerden. hoofdkwartier (prineipia)
hm.- r.ui (/»• commandant (praetorium) wachttoren
59
De val van Rome In tic vierde eeuw n.C'.hr. \\erd Rome ver/w.ikt door een reeks invasies, Germaanse stammen stormden massaal over de Donau en R i j n . Om de bedreiging liet hoofd te bieden werd liet Romeinse Rijk in tweeën gedeeld. Er zat een keizer in het westen, die soms vanuit Rome regeerde, en een tweede keizer in het oosten, die v a n u i t Constantinopel (Isunbul) in Turkije regeerde. % ROME WERD IN 410 N.CHR. veroverd en geplunderd door Alarik. de koning \.in een Germaans volk. l let nieuws v.in de val van Rome schokte de Romeinse wereld. Hiëronymus, een monnik m Palestina, s*, hivcl .1.111 een vriend: 'We hebben verschrikkelijk nieuws uit het Westen te horen gekregen. Rome is met geweld ingenomen... Mijn stem stokt en ik barst telkens in snikken uit. De stad die ooit de gehele wereld in h.ur macht had, is veroverd.'
A Veel hu-risten hc:wL't'ii r/r ratt-n IMII hel (,\I/H»C»HI in Rwm:
DE GERMAANSE INVALLERS stichtten hun eigen koninkrijken in West-Europa. Eén volk. de Franken, vestigde zich in Galiia en hieruit kwamen de Kansen voort. Andere Germaanse volken, de Saksen en Angelen, gingen in Brit.mnia wonen en werden de Engelsen, l >e invallers waren er doorgaans niet op uit het Romeinse Rijk te vernietigen. Als gevolg hiervan werden in West-Europ.i veel aspecten van de Romeinse leefwijze in leven gehouden. ^ Dr titel 'Caesar* werd gebruikt , van Augustus M Hadrianus, en i/cvr .nn/rrc tiuhhtigf IciJcrs in de geschiedenis.
Wat gebeurde er met het Rijk? /Ci •^ l)i' Li,lel,i,ir. wit het >}7M/iiW r.i»; lift ki>iiiein\e Rijk, i> -••yinlhwl i\in i/r l 'S c/; fiiiiit afgebeeld »>/' het hiliet r.ni een l ïw <• Romeinen HM» i/c
int een dollar. en Itel hemel.
DE ROMEINSE POLITIEK EN WETGEVING hebben t-e n blijvende invloed gehad. De VS hebben voor hun regeringsstelsel de Romeinse Republiek als voorbeeld genomen en de adelaar gekozen als nationaal symbool. Door heel de gesi'hu-deins heen. hebben veel leiders gekeken n.i.ir de kr.ieht en inspiratie v.in de keizers en liet Romeinse R i j k . In sommige Linden n.imen leiders de titel Tacsar' over; in Ruskind werd dit 'tviar' en in l >uitsl.md 'K.iiser'.
HET OOST-ROMEINSE RIJK hield nog eens duizend j .KI r st.md. Pas m 1453 snert" de l.utste oostelijke keizer terwijl hij zijn hoofdstad. C !onsun t i nopel, verdedigde tegen de Turkse moslims. Omstreeks de l (tde eeuw w.is het Rijk opgehouden te best.Kin. in.i.u /ipi invloed leefde voort in de Linden rond de Middellandse /ee in de vorm v.m architectuur, taal, literatuur en staatsbestuur.
DE ROMEINSE ARCHITECTUUR oefent nog steeds invloed uit op moderne gehouwen. Openbare gebouwen, zoals banken, bibliotheken, kerken en musea, zijn v.iak ontworpen naar het voorbeeld v.tn een Romeinse tempel, mei hoge, sierlijke /uilen.
DE LATIJNSE TAAL groeide nu tot het IT.UIS, Italiaans, Spaans. Portugees en Roemeens. Het zuivere L a t i j n u».-id levend gehouden in kerkdiensten en geschriften, l lei werd, samen met het Grieks, ook een internationale ia.il voor wetenschappers, die planten, dieren en lichaamsdelen onderscheiden met l atijnse namen. DE MAANDEN VAN HET JAAR staan nog altijd bekend onder hun Romeinse naam. Maart is bijvoorbeeld genoemd naar de Romeinse god Mars. en Augustus dankt haar naam aan Rome's eerste kei/er. Augustus. Ook de planeten zijn vernoemd naar Romeinse goden. A
Hvnlt H('\J *r<•<•(/> tfektntkt <>/n planten en ilier.^wrten MII ie linttien.
Verklarende woordenlijst amfitheater Een ovaalvormig R o m e i n s boim \\crk zonder dak. Het werd gebruikt voor openbare voorstellingen, zoals gevechten russen gladiatoren en wilde dieren. amfora Een langwerpige, aardewerken vaas niet twee handvatten voor het \'ei voeren en bewaren v.ui wijn, olijfolie, azijn en
dergelijk land. De Romeinen meenden dat een beschaving werd gekenmerkt door een stadsleven. wetten, lezen, schrijven en religieuze ceremonies. beschermeling Hen persoon die trou\\ verschuldigd \\.is aan een rijkere Romein, die optrad als /ijn beschermheer.
^ ixs.uis.
aquaduct Een kunstmatig kanaal van steen en beton, waarmee men water van de ene naar de andere plaats brengt.
burger F.en burger van liet Romeinse R i j k was een volwaardig lid van de Romeinse staat en had meer rechten dan een met-burger. cavalerist Hen soldaat te paard.
archeoloog Iemand die de resten uit het \erleden, zoals oude gebouwen en kunstvoorwerpen, /ookt en bestudeert. atrium De hal van een Romeins huis. augur I - e n priester wiens taak het was uit te vinden ot de goden een handeling goed- of afkeurden. De augur deed dit door te kijken naar de vlucht en het gedrag van vogels. Er werden in Rome geen belangrijke beslissingen genomen, zonder eerst de heilige kippen te raadplegen. auxilia Soldaten uit de metburgerbcvolking van het Rijk. Ze kregen minder betaald dan burgersoldaten. Na hun dienstti|d worden ze Romeinse burgers. barbaar Een woord waarmee de (".rieken en Romeinen buitenlanden omschreven. beschaving Ken ontwikkelde en georganiseerde groep mensen ot een
centurïo Een Romeinse onderofficier die het bevel voerde over een 'centime' soldaten. Chi-Rho (spreek int als'ky-roh') Hen teken waarmee de eerste christenen hun geloof totinden. Het combineert de Griekse letters A' (Chi) en P(Rho),de eerste twee letters van het woord Christus. circus Hen ovalen renbaan voor wagenrennen. Circus Maximus in Rome was het beroemdst. consul De belangrijkste Romeinse regeringsambtenaar. Er werden elk jaar twee consuls gekozen. equites (ridderstand) De klasse van rijke Romeinse burgers. Alle equites bezaten een eigen vermogen van ten minste 4
fasces Een bundel roetien vastgemaakt rondom een bijl en een Etruskisch symbool van macht, overgenomen door de Romeinen. forum Het centrale marktplein en do openbare ontmoetingsplaats m elke Romeinse st.id. fresco Hen soort muurschildering waarbij de vcit'wordt aangebracht op natte pleisterkalk. gladiator Hen man die in de arena vocht, het/ij tegen een andere gladiator ot tegen een dier. Gladiatoren waren hoofdzakelijk slaven, hoewel degenen die succes hadden /u h vrij konden kopen. groina Een meetinstrument waarmoe Romeinse landmeten rechte lijnen, rechte hoeken en rasters u i t / e t t e n . haruspex Een priester wiens taak het was de toekomst te voorspellen ot ,11 liter de wil van de goden te komen. ! lij deed dit door de ingewanden van geofferde dieren nauwkeurig te onderzoeken. Hij interpreteerde ook de bliksem en andere ongewone n a t u u r v e i s i hijnselen, zoals aardbevingen. insula Een huizenblok in een Romeinse stad. Isis Een belangrijke Egyptische godin die door de Romeinen werd aanbeden, l laar aanhangers beschouwden haar als de koningin van het gehele universum. Kis had ook specifieke functies als godin van t.irwe en gerst, de bevalling en zeelieden.
Verklarende woordenlijst keizer IV heerser \.ni het Romeinse R i j k . I V regeerperiode van de keizers stoml bekend als de keizertijd.
provincie I-en groot gebied van het Romeinse Rijk onder bestuur van een eigen gouverneur.
hoofdtooi van leeuwenvel een symbool van moed. tablimim l en Romeinse
laat-Romeiiise Rijk l V periode in de Romeinse geschiedenis van 284 n.Chr. tot 476. I iet Rijk \v.is het grootste deel van die periode in t u e c ë n gedeeld, l let \\erd ook een christelijk rijk. Latijn De laai die werd gesproken door de Romeinen en andere volken uit Latïuni, een gebied in MiddenItalië. De oude bewoners van l.atiuni werden Latini genoemd. legionair Men Romeinse burger die aK voetsoldaat in een legioen diende. magistraat hen geko/en ambtenaar die de Romeinse staat bestuurde. Tijdens de Republiek waren de twee consuls de machtigste ambtenaren.Je had ook de praetors, die verant\\ooidehjk waren voor justitie, en de quaeston,die op de staatskas pasten.
Romeinse Republiek Ken periode waarin Rome en het R i j k werden geregeerd door gekozen ambtenaren. Romeinse Rijk De verschillende landen en volken onder Romeins bestuur. Met 'het Rijk" bedoelt men ook de periode waarin Rome werd geregeerd door keizers m plaats van dooi gekozen ambtenaren. senator hen lul van de senaat, een raad van vooraanstaande edelen, dude consuls en de keizer adviseerde. In het R i j k voerden senatoren het bevel over de legers en bestuurden provincies. Om senator te worden, moest je gekozen worden als lid van de magistr.iten. en een enorm persoonlijk vermogen bezitten van minstens een miljoen sestertii.
Mithras Men licht god die eerst werd vereerd in l'cr/ië en later, in het geheim, door mannen in het hele Romeinse Rijk.
standaarddrager Iemand die een stok droeg met een vlag, metalen adelaar ot een bord erop. Standaaids werden gebruikt bij godsdienstige proi essies en als verzamelpunten voor soldaten tijdens een veldslag.
mozaïek Hen afbeelding gemaakt van honderden stukjes aardewerk, steen ot glazen tegeltjes, die in cement zijn gedrukt.
strigilis Ken gebogen, metalen werktuig waarmee men bij de Romeinse badhuizen olie en vuil van de huid afschraapte.
pater familias De vader en het hoofd van een Romeinse familie.
stylus Men op een pen lijkend instrument waarmee men op tabletten van was schreet.
provinciaal Iemand die was geboren in een van de provincies van hei Romeinse Rijk. Provincialen hadden minder rechten dan burgers, maar waren veel beter af dan slaven.
symbool Men teken of voorwerp dat staat voor iets anders, noemt men een symbool. Zo is een kruis een svmbool voor het christendom; een
ontvangkamer. toga Men gewaad dat Romeinse burgers droegen. Hel bestond u i t één grote, wollen lap die je rond het lichaam wikkelde. triclinium Ken Romeinse eetkamer niet drie banken m een open vierkant waarop gasten kunnen liggen. vrijgelatenen Sla\en die hun viijheid kochten of kregen. Als hun voormalige eigenaars Romeinse burgers waren, \\erden zij ook burgers. Maar ze hadden met /o \eel rechten als vrijgeboren burgers. vroeg-Romeinse Rijk l V periode in de Romeinse geschiedenis van 27 v.Chr. tot 284 n.Chr. l let Rijk werd het grootste deel van die tijd bestuurd door de keizer.
Register Ambachten 32 amfitheater 17,38, 58 amfora l l > . 26. 27, 52, 53 aniusciiicnt 17. 28-29. 38-41 a q u a d u c t (>. 16, 46-47
archeologie 4. 18-19,22.56 architectuur 46-47,60,61 .uixilia I I ) , 54. 58 Badluu/en U,. 42-43 barbaren 9 beschermelingen 20,21 bikkelen 43 boerderijen 26. 48-49 burgers 6.7.9. 1O, l 1. 12. 56 Carthago 6, 8 > .iv.ilenc 54, 55 centurio l l , 55, 56 Circus Maximus 4O-41 Colosseum 6, 38,46,60 commandant 58, 59 consul 6 Dieren 16. 19,24,34,36,38,40-41. 45,48,51,52,61 Equites l l eten 19.26-29,48-49,50-53; druivenpunch 28; honingomelet 27 l misken 4, 5 Familieleven 20, 3O-3I tasces 5. 12 forten 56, 5K-59 fresco's 21.23. 24-25 Generaals 1 1 , 1 4 ge/uhtspotteti 37 Radiatoren 17.38-39.44,58 goden 7, 17. 23, 30, 34-37, 41, 45. 48. 5 1 ; Isis 7.36.37, 52;Juni» 23,34; Jupiter34,6l;Mars48,61; Mmerva 34; Mithras 36. 37
godsdienst 5. l 1. 17,23,24.30,31, 34-37, 48, 50, 51, 52; christendom 6,7 gouverneurs 7, l l Grieken 4,5.8.9.24.44 Haardracht 14-15 handel (.. H l . 16.36.50-53
l lerculaneum 23 huwelijk 31 Keizer 5, I I . 14. 17,21,35,37.39. 40. 51, 55,60, 61; Augustus 6, 7, 41, 61; Romuliis Augustulus 7; Cahgul,i36, 41;Caraca!la7.9: ( \mstantijn 7, 37; H.idrianus 7, 15, 59; Nero 7;Tibenus 7;Valcns 7; Vitellms 29 kinderen 10.3(1-31.32,33 kleding 9. 12-15; toga 11. 12, 13,21;
Romeinse citers 33 Komnlns en Kennis 4.6 Samenleving l O-l l schepen 4, 29, 50.51.52-53 schrijfgerei 25, 32-33 s» In i|\rrs: I heronymus 6O; Luciamis 52; Martialis |9; Oviams 4(»; l'limus de Jongere 23; I M i n u i s de
Oudere 47. 51; Suetomus 15.29; Terentius 44;Vegetius 56 senatoren 1 1 . 1 2 Mri.iden 14-15 slaven l o. 12. 14. 19. 2o. 21. 23, 26. 28. 29. 30. 31. 36. 39, 40, 41. 42. 48, 49, 52. 56, 58 speelgoed 3O-3I spelen, de 24. 38-41 standaarddrager 35, 55 steden 4, 16-17,48,49
tuniek 12. 13 Latijn 4,9,32,60.61 leger 6. 7, l 1,47,50,54-57 legion.iirs l l , 54. 56. 57. 58 Magisrraten 12 make-up 14 m.iskers 37. 44. 45 meubilair 19. 2 0 . 2 1 , 28. 41 mozaïeken 21, 24-25, 28. 44. 48 munten 15, 50. 5 l . f>o mii/iek 10, 34. 41. 44. 45; Romeinse handtrom 45 Onderwijs 30, 32-33 oorlog 6-7, 8-9, 3v. 52, 54-59 orde en gezag 17. 61 Pantomime 44 patroon 20, 21 Pompen 7, 18-19.22,24,25,32,44 pnester(es) 11,34-35 provinciaal/met-burger 9. 10, 12. 54 tM-niMi-w-i.7 8-9, «_*( ll ll provincie 7.
Taal 4, 9, 32, 60 tempels 5. l l , 17.34.35,36.37,61 theater 17. 44-45 transport 29.47, 50-53 turnen 20, 22-23,47.61 V,il van Rome 60-61 Vesuvms7, 18, l') votietgeschenk 36-37 vrijgelatenen l O, 12, 19,29.30.39, 56 Wagenrennen 17.40-41 wapenrusting 38, 54-57 wapens 3*>, 54-57 wegen 19, 46, 47, 50. 58 werktuigen 5, 49. 54-57 woningen 20-21,26