Letter of Intent Koppeling Nieuwbouw vmbo en Techniekeducatie
‘Vmbo De Burgh’, ‘Vmbo Stedelijk College Eindhoven/ Avignonlaan’, ‘Roc Eindhoven’, ‘MKB Eindhoven’ en ‘gemeente Eindhoven’
- 30 maart 2012 -
Parafen belanghebbenden:
Pagina 1 van 6
Letter of intent - definitieve versie Koppeling nieuwbouw vmbo en techniekeducatie
De ondergetekenden; Scholengroep Het Plein kantoorhoudende aan Roostenlaan 296 te Eindhoven, onderdeel van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, statutair gevestigd in de gemeente Tilburg en geregistreerd in handelsregister van de KvK onder nummer 40258061, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer F.J.M. Bakermans (algemeen directeur), eindverantwoordelijk voor de nieuwbouw vmbo De Burgh. Stichting Primair & Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland, statutair gevestigd in de gemeente Eindhoven en kantoorhoudende in Eindhoven, geregistreerd in handelsregister van de KvK onder nummer 17235549, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer M. Stoker (voorzitter college van bestuur), eindverantwoordelijk voor de nieuwbouw vmbo Stedelijk College Eindhoven/ Avignonlaan. Roc Eindhoven , statutair gevestigd in de gemeente Eindhoven en kantoorhoudende aan Sterrenlaan 10 te Eindhoven, geregistreerd in handelsregister van de KvK onder nummer 41093932, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A. Wintels (voorzitter college van bestuur). MKB Eindhoven, statutair gevestigd in de gemeente Eindhoven en kantoorhoudende aan Hoogstraat 47, geregistreerd in handelsregister van de KvK onder nummer 17165845, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C. Heskes (voorzitter Vereniging MKB Eindhoven). Gemeente Eindhoven, kantoorhoudende aan het Stadhuisplein 1, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw M. List (wethouder Economie, Werk en Beroepsonderwijs), mevrouw M-A Schreurs (wethouder Innovatie, Cultuur en Openbare Ruimte), mevrouw L. Scholten (wethouder Jeugd , Welzijn en Zorg) en de heer S. Depla (wethouder Financiën, Dienstverlening & Organisatie) verder te noemen ‘de gemeente’. ‘Vmbo De Burgh’, ‘Vmbo Stedelijk College Eindhoven/ Avignonlaan’, ‘Roc Eindhoven’, ‘MKB Eindhoven’ en ‘de gemeente’ verder gezamenlijk te noemen: ‘belanghebbenden’
Overwegende dat: 1.) het onderwijs kinderen en jongeren de gelegenheid moet geven om zich te ontplooien en beroepsvaardigheden te ontwikkelen voor de arbeidsmarkt; 2.) er in Eindhoven een tekort is aan technisch geschoolde leerlingen, met name op voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo: praktische en theoretische leerwegen) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en daar versterkt actie op genomen moet worden; 3.) er zich bij de nieuw te bouwen vmbo’s voor belanghebbenden een kans voordoet voor het gezamenlijk (her)positioneren en verbeteren van beroepsgericht technisch en innovatief ambachtelijk onderwijs in van het praktijkonderwijs (PrO) het voortgezet speciaal onderwijs (vso), Parafen belanghebbenden:
Pagina 2 van 6
de arbeidsmarkt gekwalificeerde assistent opleiding (AKA) gecombineerd met het vmbo en mbo, zodat er voor jongens en meisjes aantrekkelijke en boeiende beroepsgerichte leerwegen ontstaan; 4.) met het nieuwe schoolgebouw de mogelijkheid ontstaat om techniek zichtbaar, aantrekkelijk en beroepsrealistisch te maken voor leerlingen en hun directe omgeving; 5.) de vraag vanuit de arbeidsmarkt richtinggevend behoort te zijn voor het onderwijsaanbod; 6.) het succes van Brainport en Slimste regio wordt bepaald door een goede samenwerking tussen onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheid, belanghebbenden een extra inspanning gaan plegen en deze vastleggen in een niet vrijblijvende intentie. 7.) belanghebbenden tezamen uitvoering geven aan de actielijn ‘Versterken onderwijs-beroepskolom’ – die onderdeel uitmaakt van de Locale Educatieve Agenda Eindhoven – en daarmee ook antwoord geven op de motie M11 aangenomen in de raadsvergadering van 5 juli 2011 en motie M22 aangenomen in de raadsvergadering 8 november 2011.
Spreken de volgende intentie uit: Artikel 1. Doel letter of intent Belanghebbenden werken met elkaar aan een innovatieve invulling van het opleidingsaanbod als het gaat om techniekonderwijs. Centraal staat het (leren) benutten van talenten, het (zichzelf leren) ontwikkelen en ontplooiing van jongeren en het (leren) verwerven van beroepsvaardigheden ten behoeve van de arbeidsmarkt. Om dit te realiseren geven belanghebbenden in onderlinge samenwerking uitvoering aan de volgende activiteiten: 1) Aantrekkelijker maken van het technisch vakmanschap, en leerlingen hier bewust(er) voor laten kiezen; 2) Versterking en verbetering van het technisch onderwijs, en het vinden van een goede balans tussen beroepsspecifiek een breed onderlegde beroepsuitvoering; 3) Bevordering van de in-, door-, en uitstroom in de technische onderwijs-beroepskolom en het technisch beroependomein. 4) Terugdringen van voortijdig schooluitval in de technische opleidingen.1
Artikel 2. De afspraken Met deze letter of intent leggen belanghebbende afspraken vast die randvoorwaardelijk zijn voor de te realiseren nieuwbouw. Dientengevolge maakt deze letter of intent onderdeel uit van de
1
Terugdringen voortijdig schoolverlaten (vsv) maakt integraal onderdeel uit van het zogeheten VSV-convenant dat ten opzichte van deze letter of intent te allen tijde leidend is.
Parafen belanghebbenden:
Pagina 3 van 6
samenwerkingsovereenkomsten voor de nieuwbouw van beide vmbo’s. Belanghebbenden zijn vrij binnen, maar gehouden aan het geven van uitvoering aan deze activiteiten. Belanghebbenden maken de volgende afspraken: 1.) Aantrekkelijker maken van het technisch vakmanschap en leerlingen hier bewust(er) voor laten kiezen a.) De techniek van het gebouw zichtbaar laten zijn (design), in het gebouw met name in de opleiding techniek, maar ook voor de (stedelijke) omgeving; b.) Inrichten van (minimaal) één kleinschalige werkplaats die door alle scholen gebruikt kan worden, met een aanbod van computergestuurde gereedschappen met het doel om (bijna alles) prototypen te kunnen maken; c.) Vergroting van de aantrekkingskracht van het beroepsonderwijs voor leerlingen uit het primair onderwijs door uitbreiding van op de praktijk gerichte onderdelen in het curriculum van de onderbouw; d.) Vmbo biedt voor het primair onderwijs de mogelijkheid om gebruik te mogen maken van technische onderwijsruimten voor les, projecten en overige activiteiten; e.) Mbo biedt voor het vmbo (en andersom) de mogelijkheid om gebruik te mogen maken van technische onderwijsruimten voor les, projecten en overige activiteiten; f.) Mogelijk maken dat bedrijven en scholen van elkaars ruimten, didactische mogelijkheden en voorzieningen gebruik maken gericht op beroepsoriëntatie en ontwikkeling. g.) Ontwikkelen innovatieve opleidingen in de zogenoemde ‘snijvlakgebieden’, bijvoorbeeld zorg (lifetec) en technologie, duurzame energietechnologie (solar, wind, waterstof, elektrisch vervoer) sport en technologie, milieutechnologie en domotica enz. ; h.) Gezamenlijk het belang van beroepsonderwijs communiceren en het imago van technisch onderwijs verbeteren, bijvoorbeeld door te laten zien dat met inzet van techniek een betere samenleving gemaakt kan worden (maatschappelijke belangen als reduceren CO2-uitstoot, innoveren van medische apparatuur, waterbeheer enz.) 2.) Versterking en verbetering van technisch onderwijs, en vinden van balans tussen een beroepsspecifieke een breed onderlegde beroepsuitvoering a.) Op stedelijk en opleidingsniveau een balans vinden tussen techniek-specifiek en techniek-breed; b.) In het lesprogramma gebruik maken van aantrekkelijke lesmethoden en een optimale mix van ICT, multimedia en individueel groepsgericht en klassikaal onderwijs (balans high tech en high touch) en dat zich richt op de beroepspraktijk; c.) Marktgericht opleiden met perspectief door herstructurering van verschillende opleidingsrichtingen vanuit de arbeidsmarkt relevantie; d.) Meer bedrijven en het bedrijfsleven bij het onderwijs(programma) betrekken, onder andere door uitwisseling van docenten (passie en kennis) en (vakkundige) beroepsbeoefenaren; e.) Samenwerken aan innovatieve en kostenbewuste oplossingen voor de brede inzetbaarheid van state of the art faciliteiten in het technische onderwijs zo mogelijk gekoppeld aan het bedrijfsleven; f.) Verbindend leren mogelijk te maken, dat is de koppeling tussen onderwijs en beroepspraktijk via stage- & leerwerkplekken, maar ook duaal leren, zodat de leerling up tot date leert werken met innovatieve materialen, gereedschap en machinerieën (en zich verder oriënteert op het beroepsonderwijs in het kader van een leven lang leren); g.) Tenminste één vakcollege (alliantie) binnen de gemeentelijke grenzen Eindhoven opzetten. Parafen belanghebbenden:
Pagina 4 van 6
3.) Bevordering in-, door-, en uitstroom in de technische onderwijs-beroepskolom en technische beroependomein a.) De vraag van de arbeidsmarkt richtinggevend laten zijn en via de uitstroom PrO, vso, vmbo en mbo in deze vraag op verscheidene niveaus in de beroepspraktijk gaan voorzien; b.) Doorlopende (theoretische en praktische) leerwegen in het PrO, vso, vmbo, AKA, en het mbo in de techniek te realiseren; c.) Het aanbieden van techniekonderwijs niet alleen in de basis- en kadergerichte leerweg maar ook in de Vmbo-gemengde en theoretische leerweg en in de toekomst eventueel in havo; d.) Een uniform e-portfolio (doorstroomportfolio) realiseren en dusdanig implementeren dat het een levendige etalage van vakbekwaamheid van de leerling is en flexibilisering van leerwegen mogelijk maakt (leven lang leren); e.) Tussen het mbo en het vmbo uitwisseling plaats te laten vinden van leerlingen (doorlopende leerwegen), leerkrachten en door het organiseren van uitwisselingsprogramma’s. 4.) Terugdringen voortijdig schoolverlaten in technische opleidingen a.) Ouders, de peergroep en docenten betrekken bij het keuzeproces van de jongere; b.) De curriculaire aansluiting tussen vmbo en mbo verbeteren zodat er een naadloze overstap tussen opleidingen ontstaat en de leerling ongehinderd en zonder breukvlakken door kan lopen naar een hoger beroepsniveau en aansluit op een leven lang leren; c.) De leerling in de gelegenheid stellen om diens keuze voor de beroepsuitoefening – mede op oriënterende wijze - te (laten) toetsen aan de alledaagse praktijkpraktijk; d.) De begeleiding tussen school en werken in de praktijk op creatieve wijze te verbeteren onder ander door de inzet van social media / internet / ict; e.) Dragen zorg voor exit, keuzebegeleiding en replacement indien de jongere een opleiding verlaat dan wel een studieloopbaanswitch (her)overweegt.
Artikel 3. Uitwerking letter of intent Belanghebbenden geven gevolg aan de uitvoering van de letter of intent door met name de in artikel 2 genoemde afspraken en toelichting hierop te vertalen in uitvoeringsdocumenten behorende bij deze letter of intent. De wijze van uitvoeringen is door beide vmbo’s afgestemd met ROC Eindhoven en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
Artikel 4. Duur van de letter of intent a.) Deze letter of intent gaat in werking per datum van ondertekening van belanghebbenden; b.) Deze letter of intent zal van rechtswege zijn beëindigd op 31 december 2014; c.) Tussentijds vindt evaluatie plaats. Belanghebbenden kunnen deze letter of intent verlengen. Belanghebbenden bekrachtigen deze verlenging door deze schriftelijk vast te stellen; d.) In geval van beëindiging van deze letter of intent zijn belanghebbenden in geen enkel geval ten opzichte van elkaar tot enige schadevergoeding gehouden in welke vorm dan ook.
Parafen belanghebbenden:
Pagina 5 van 6
Artikel 5. Kosten a.) De in deze letter of intent vermelde intentie en activiteiten kunnen op geen enkele wijze leiden tot extra kosten bij de nieuwbouw en bij de normale beleidsuitvoering; b.) Voor de doorlopende curriculaire beroepsgerichte leerwegen en de aansluiting daarvan op de arbeidsmarkt wenden scholen hun reguliere lumpsum aan; c.) Toegevoegde waarde (win-win) doordat belanghebbenden samenwerken, bevindt zich in het curriculum design waarbij belanghebbenden streven naar doorlopende beroepsauthentieke en beroepsrealistische opleidingstrajecten waarin innovatieve didactische technologieën zichtbaar en vooral ook inzetbaar aanwezig zijn; d.) Verder zijn er geen bijkomende kosten, want kan met gesloten beursen, behalve wanneer sprake is van aanvullende op projectbasis vast te stellen activiteiten; e.) Daar waar op projectniveau sprake zal zijn van additionele kosten, en belanghebbenden wederzijds een beroep op elkaars inzet willen plegen, maken zij per activiteit respectievelijk project een begroting op. De kosten en baten zullen zij ten aanzien van elkaar specificeren en zo nodig doorrekenen. Voor dergelijke trajecten geldt een separate besluitvorming en neemt het bevoegde gezag (voor de gemeente is dat college van b&w) een beslissing; f.) Uitgangspunt is dat met name voor specifieke onderdelen, bijvoorbeeld hoogwaardige ict, scholen niet zelf de bekostiging opbrengen er een gezamenlijke inspanning is om dit te realiseren. In dit geval is namelijk vanuit de triple helix (onderwijs + ondernemingen + overheid) cofinanciering nodig; g.) Belanghebbenden streven ernaar om het hoogste mogelijk niveau het curriculumdesign te realiseren en dat mede tot stand te brengen op basis van cofinanciering.
Artikel 6. Invulling samenwerking Voor de invulling van de samenwerking en het bewaken van de nakoming van de afspraken, houden belanghebbenden ten minste twee keer per jaar een voortgangsgesprek.
Parafen belanghebbenden:
Pagina 6 van 6