‘Graag gedaan, in de regio!’ Pilotproject Maatschappelijke stage van de Stichting VMBO Zuidoost Brabant Verslag van de Ronde-tafel-bijeenkomst Vrijdag 20 februari 2009 van 14.30 tot 17.00u Stedelijk College Eindhoven, Avignonlaan Aanwezig: zie bijlage. (niet bijgesloten, lijst namen, organisaties, telefoonnummers en mailadressen) Voor deze bijeenkomst zijn de belangrijke regionale sleutelfiguren uit de wereld van het onderwijs, de steunpunten vrijwilligerswerk, de stagebieders en de gemeenten uitgenodigd. Doel van de bijeenkomst is om elkaar te informeren en te inspireren en om verbindingen te maken.
Opening Harm van Son leidt de bijeenkomst die is voorbereid door Jump Koch (CPS), José Roelands (Movisie), Margriet Termeer (KPC Groep / projectleiding/tevens verslaggever) en Harm van Son (KPC Groep / projectleiding). De opdrachtgevers van de pilot zijn Wim Peters (vrz. Stichting), Paula Toonen (penvoerder pilot). Paula Toonen opent de bijeenkomst met een welkomstwoord. Zij vraagt de deelnemers naar hun eigen betrokkenheid bij vrijwilligerswerk. Ongeveer de helft van de aanwezigen doet vrijwilligerswerk, waarvan de meesten al sinds hun schooltijd. 'Misdienaar' blijkt voor een aantal aanwezigen de start van het vrijwilligerswerk. Er zijn vijf inleiders die elk een korte presentatie gaven: • mevr. Monique v.d. Ven (VMBO Carrousel) • dhr. Noud v.d. Bas (Ned. Rode Kruis) • mevr. Lionne Hones (Stedelijk College) • dhr. Martin Versluijsen (Gem. Nuenen c.a) • dhr. Hans Ebbing (Contour)
Inleiding door Monique van de Ven Monique is coördinator van de vmbo Carroussel, een systeem voor het opzetten voor beroepsoriënterende stages. Zij pleit voor een combinatie van het opzetten van maatschappelijke stages met dit systeem. De inleiding van Monique van de Ven is weergegeven in de volgende sheets.
MS en vmbo Carrousel; samen of apart?
maatschappelijke stages én beroepsoriënterende stages via één loket? 1
Doelstelling vmbo Carrousel Het aanbieden van een volledige beroepsoriëntatie voor 3e en 4e jaars VMBO leerlingen In de sectoren binnen; - Zorg & welzijn - Techniek - Economie Totstandkoming vmbo Carrousel in de regio • Samenwerking gezocht met bestaande netwerken • Maximale regionale inkleuring; scholen zelf hebben besloten dat carrouselactiviteiten worden gecoördineerd door de decaan • Hij/zij kan over schutting kijken, en zien welke leerling behoefte heeft aan ondersteuning in het beroepskeuzeproces
Feiten & Cijfers • Aanbod; ·27 zorg & welzijn instellingen • Vraag; ·8 vmbo scholen in de regio •
Afgelopen schooljaar; 749 carrouselbezoeken in 12 sectoren
Deelnemende instellingen (Zorg en Welzijn) • Amaliazorg (Oirschot en Asten) • Apotheken Zuidoost Brabant (via KNMP) • BrabantZorg (voorheen Welstaete, locatie Boekel) • Center Parcs (De Peel) • Sunparcs (Horst/America) • De Zorgboog (regio Helmond/Bakel) • Elkerliek Ziekenhuis • GGZ Eindhoven • Humanitas Regio Oost Brabant • Alle Kinderpleinen horende bij KOREIN Kinderopvang • LACO Sportcentrum de Wiemel • Maxima Medisch Centrum locatie Veldhoven • Maxima Medisch Centrum locatie Eindhoven • Orthodontistenpraktijk Eindhoven • Regionale Stichting Zorgcentra de Kempen • Samenwerkende Tandartsen Eindhoven • SAVANT Zorg (regio Helmond) • Severinus (Veldhoven) • Gezondheidscentra in Eindhoven horende bij SGE • Stichting ORO (regio Helmond/Deurne/Beek & Donk) • Samenwerkende Woon & Zorgvoorzieningen ZONHOVE (regio Eindhoven/Son) • Tandartsen Den Brok & Den Dreu (Deurne) • Vacansoleil (Eindhoven) • Verpleeghuis Berkenheuvel (onderdeel van Sint Anna Zorggroep, Geldrop) • Willibrordhaeghe (Deurne) • Zorgboerderij Dommelhoeve (Sint Oedenrode) • Zuidzorg (Eindhoven) Er is ook een lijst voor de overige sectoren Aanbod voor scholen – Netwerk van carrouselrelaties acquireren voor maatschappelijke stages – Vanwege groot netwerk van kenniscentra is relatief geringe inspanning noodzakelijk – In samenwerking met de scholen; – ontwikkelen van één modulair opgebouwd planningssysteem voor alle aangesloten relaties (module carrousel/module m.s.)
2
Voordelen één loket Werkt drempelverlagend en is tijdsbesparend - Is klantvriendelijk voor zowel scholen als aangesloten relaties - Partnerschap voor lange termijn met vmbo scholen wordt bevorderd - Met minder, maar wel gecommitteerde relaties meer doen - we helpen de aangesloten relaties zichzelf te positioneren als ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemer’
Nieuwsgierig geworden? Neem dan contact op met: Monique van de Ven Projectleider vmbo Carrousel Zuidoost Brabant Tel. : 06-5042199 Mail :
[email protected]
Inleiding door Noud v.d. Bas Noud geeft aan dat de vrijwilligers van het Rode Kruis gemiddeld zestig jaar oud zijn, hij beschrijft het als een 'witte, vergrijsde' organisatie. Het Rode Kruis investeert in de maatschappelijke stages vanwege het aantrekken van de jeugd en voor meer diversiteit. De inleiding van Noud van de Bas is weergegeven in de volgende sheets.
Maatschappelijke Stages Waarom voor ons? 1. Vergroten diversiteit met het oog op de toekomst 2. Uitwisseling met diverse hulpvragers 3. Maatschappelijke verantwoordelijkheid Waarom voor leerlingen? 1. Breed aanbod aan projecten 2. Aansluiting bij landelijke/ internationale projecten (bv.3FM) 3. Praktijkgericht Stand van zaken
•Landelijk: jaarlijks 2500 stageplekken (obv convenant) •Eindhoven: sinds december 2007: 279 jongeren ingezet (waarvan 201 MaS) Betrokkenheid en taak bij de MaS-trajecten?
3
• 60 afdelingen (Brabant / Limburg) • Werving en aansturen coördinatoren • Ontwikkelen toolkit MaS • Presentaties en eerste contacten scholen en instellingen Opvallende projecten
• Klus Contact • Kerstbomen- en Paasactie • Meet & Greet • 3FM Serious Request • 450 euro startkapitaal tbv jongerenproject Aandachtspunten
• Gebrek aan samenwerking tussen diverse organisaties (zowel instellingen als scholen) • Gebrek aan (intern) draagvlak • Behoefte aan Rode Kruis MaS-coördinatoren om meer stageplekken te kunnen creëren > te bereiken door samenwerking Noud van der Bas Projectleider Verjonging gewest Zuid
[email protected] tel: 06-51532329 Veel informatie over de maatschappelijke stages van het Rode Kruis is te vinden op: http://jongeren.rodekruis.nl/ Inleiding door Lionne Hones Lionne is teamleider Zorg&Welzijn en stagecoördinator van het Stedelijk College Eindhoven. Zij is in 2006-2007 met haar afdeling gestart met Maatschappelijke stage. Haar team constateerde destijds dat leerlingen moeilijker te motiveren zijn om iets extra's voor de school te doen, zoals helpen bij de Open Dag. Ook in de beroepsstage werd dat opgemerkt. Er was voldoende draagvlak bij het team en bij de schoolleiding om hiermee langzaam te starten. De leerlingen moesten allemaal íets doen, dat mocht klein zijn. Ze werden aangemoedigd om 'om zich heen te kijken'. Daarnaast waren er ook klassikale acties, zoals het verzorgen van een kerstmiddag bij bejaarden. Ook met het Rode Kruis is een actie uitgevoerd: de leerlingen maakten een dvd over vooroordelen over het vmbo. De verkoop van deze dvd leverde geld op dat aangeboden is bij het Glazen Huis. Deze actie leverde zelfs een prijs op. Lionne constateert wel dat MaS erg veel tijd kost. Verder is er de steun nodig van de directie. Het team Zorg&Welzijn heeft mentoren die veel contacturen met hun leerlingen hebben. Via hen wordt de MaS georganiseerd, en daar is binnen dat team ook veel draagvlak. Dit schooljaar is gestart met de brugklassen. De mentoren krijgen hiervoor wel extra tijd, maar het leeft nog niet zoals in het team Zorg&Welzijn. De gemiddelde vakdocent, die ook mentor is, heeft minder affiniteit met het onderwerp. Lionne constateert dat Maatschappelijke stage een verplichting wordt, maar dat het ook veel kansen biedt voor de school.
Inleiding door Martin Versluijsen Martin heeft als ambtenaar de taak de middelen voor Maatschappelijke Stage te besteden in de Gemeente Nuenen (Nuenen en enkele omliggende dorpen). De gemeentes ontvangen vanaf 2008 geld van de rijksoverheid. Het budget loopt op in de komende jaren, maar wordt mogelijk vanaf 2010
4
weer afgeroomd. De gemeente Nuenen staat op het standpunt dat zij geen uitvoerder wil zijn. Nuenen heeft, als de meeste andere gemeentes, een vrijwilligerssteunpunt. De gemeente constateert 2 knelpunten t.a.v. de uitvoering van de MaS: 1. Vrijwilligerswerk doe je tijdelijk (gem. 3 jaar); dit is belangrijk om in het achterhoofd te houden bij het opzetten van structuren rond de MaS 2. Het is niet te doen om uit het reguliere aanbod vrijwilligerswerk voor jongeren te werven: er zullen speciale, korte klussen gecreëerd moeten worden. De gemeente Nuenen besteedt de middelen als stimulans om het verplichtende karakter een kans te geven. De gemeente is opdrachtgever voor alle (welzijns)instellingen die in de praktijk de stages uitvoeren. Martin geeft aan dat er tussen de instellingen soms territoriumgedrag heerst op de 'markt' van stagezoekers, en dat vraagt om afstemming. De gemeente vervult de rol van regisseur van netwerken. Hij introduceert het woord: synchroniseren. De vrijwilligersorganisaties hebben lopende het jaar een andere behoefte aan stagiaires dan de scholen soms bieden. Voor scholen is het handiger om de leerlingen een week op stage te sturen, de instellingen hebben meer de behoefte aan stagiaires die bijvoorbeeld een middag in de week een handje toesteken. Ook hier is afstemming nodig. Inleiding door Hans Ebbing Hans is medewerker van Contour, een vrijwilligerssteunpunt uit Tilburg. Contour is een spin in het web tussen al die mensen, die op een of andere manier bij maatschappelijke stage betrokken zijn. Hiermee zijn zij al 6-7 jaar geleden begonnen. Oorzaak was ook hier de vergrijzing in het vrijwilligerswerk tegen te gaan. Zij hebben toe in samenwerking met scholen in Tilburg projecten opgezet om jongeren acties te maken. Dit is later omgezet in maatschappelijke stage en diende daarmee als voorbeeld voor de rest van Nederland. Het is van belang om in het proces van maatschappelijke stage geen eilandjes te creëren. Er bestaan verschillende werelden, niet allen tussen vrijwilligersinstellingen en scholen, maar ook bijvoorbeeld binnen scholen. Daar heeft het management vaak een heel andere mening dan de docenten. Contour levert maatwerk in de wereld van MaS. Ze gaan met alle scholen en instellingen in overleg en maken zo steeds een planning voor één jaar. Het netwerk van 12 scholen, met alle soorten leerlingen, werkt daarbij goed samen. Zo organiseren zij 2500 stages per jaar. Daarbij wordt rekening gehouden met de wensen van een instelling: een peuterspeelzaal bijvoorbeeld heeft de leerlingen liever een aantal ochtenden of middagen dan een hele week in huis. En er zijn 300 van dat soort instellingen, van de voedselbank tot de sportvereniging. Het netwerk houdt niet op bij de stadsgrenzen, er zijn nu eenmaal leerlingen van buiten de stad in Tilburg op school en ook de instellingen strekken zich vaak tot over stadsgrenzen heen uit. De leerlingen bepalen zelf wat zij willen en daar wordt een stageplaats bij gezocht. De leerlingen krijgen begeleiding van een vakdocent, die in ruil daarvoor iets minder les geeft. Docenten gaan vaak op bezoek bij de stageplaats. Hierdoor worden contacten tussen de school en de instelling hechter. Dat heeft een goede invloed op het vervolg in de stages. Contour organiseert ook cursussen voor de begeleiders van de stagiairs in de instellingen. Cursussen over omgaan met pubers bijvoorbeeld, omgaan met gedrag, spanning, hormonen. Hoe de energie van de leerling om te buigen tot iets positiefs.
Binnenkring en buitenkring Na de pauze wordt gekozen voor een andere werkvorm: een binnenkring met experts en een buitenkring met alle overige deelnemers. De bedoeling is actief deelnemen, je er lekker mee bemoeien, maar ook luisteren naar experts die stoeien met het voorgelegde thema of probleem. Deze vorm is ideaal om denkers, doeners, praters en dromers op eigen niveau te laten deelnemen. Er zijn drie ronden: school – stagebieders – gemeente. Per ronde: drie experts. In elke ronde krijgen de experts een stelling voorgelegd. De Buitenkring mag hieraan vragen en opmerkingen toevoegen, de discussie speelt zich af in de binnenkring van experts.
5
Ronde 1: de school Experts: dhr. Jos Bosch dhr. Henri v.d. Boogaard mevr. Lionne Hones
(directeur Onderwijs Pius X College) (stagecoördinator Hub van Doorne College) (teamleider Stedelijk College)
De stelling: Maatschappelijke stage is vooral een aangelegenheid van de school. De leerlingen regelen het zelf wel! De experts tonen zich een voorstander van het idee dat leerlingen veel zelf kunnen regelen, maar er moet ook een school zijn die samenwerkt met instellingen. Leerlingen kunnen niet alles. Er wordt gemord over een overheid die weer een taak bij de school neerlegt. Ter vergelijking wordt de dienstplicht opgevoerd: die werd door de overheid opgelegd, maar ook door de overheid uitgevoerd. De school krijgt steeds meer opvoedingstaken. Toch is niemand tegen maatschappelijke stage. De leerlingen worden anders steeds egoïstischer. Er wordt vanuit de buitenkring opgemerkt dat MaS in het buitenland, met name Amerika, veel meer een deel van de cultuur is als bij ons. Het hoort bij de school en bij het diploma. Een leraar is ook een deel van de maatschappij. Maar de overheid moet wel randvoorwaarden scheppen en de docenten meer tijd geven. Probleem is ook dat iedereen het wiel uitvindt. Hier ligt ook een taak van de overheid. Dan wordt er gesproken over het tijdstip van de MaS: binnen of buiten lestijd? Er komt geen eenduidig antwoord van de experts, het kan allebei. Daarbij gaat het om de instelling maar ook om welke leerling het is. Voor het Commanderij College (buitenkring) is MaS een manier van leren. Leerlingen zijn verplicht juist in eigen tijd 15 uur te spenderen, dan beklijft het ook. Instellingen hebben vaak juist een voorkeur voor 'onder' schooltijd. Heel belangrijk is de manier waarop MaS wordt geïntroduceerd op school, de voorbereiding dus. Het is duidelijk dat een toename tot 72 uur een probleem gaat worden, de overheid moet daar nog maar eens goed over nadenken. Tot slot wordt er gewezen op de leerling die al vrijwilligerswerk doet en dat soms niet eens als zodanig herkent. Ronde 2: de stagebieders Experts: dhr. Kees Peeters (Vitalis Groep) dhr. Noud v.d. Bas (Ned. Rode Kruis) mevr. José Roelands (Movisie) De stelling: Maatschappelijke stage én beroepsoriënterende stage: twee is één te veel! De experts lijken het eens te zijn dat een combinatie (voorlopig) eigenlijk wel kan. Er is wel overleg nodig: de doelen zijn anders. Vervolgens ontspint zich een discussie wat nu eigenlijk de doelen zijn van MaS. Noch de experts, noch de buitenkring komen hier uit. Er wordt veel gezegd: kennismaken met een andere wereld, een wereld buiten hun gewone omgeving, écht vrijwilligerswerk, juist buiten schooltijd, sociale verbanden, vormen om te participeren, korte kennismaking. Ook de verschillen tussen maatschappelijke stage én beroepsoriënterende stage worden toegelicht: respectievelijk ‘een kijkje in de keuken van’ versus echte hulpverlening, of ‘een beroep doe je voor jezelf’ versus ‘MaS doe je voor een ander’. De voortrajecten zijn verschillend, twee kanten van één munt. En er worden veel voorbeelden gegeven. Maar een eenduidige definitie van het begrip: Maatschappelijke stage, blijkt niet te bestaan. Het lijkt wel mogelijk de beide soorten stages te verbinden: knoop de netwerken aan elkaar. Een voorbeeld is de vmbo Carroussel (zie de inleiding van Monique van de Ven).
6
Tenslotte wordt er vanuit de buitenkring op gewezen dat vroeger veel vrijwilligerswerk werd gedaan door (huis)vrouwen. Dat werk is, nu de vrouwen in het arbeidsproces zijn opgenomen, vaak betaald werk geworden. Met maatschappelijke stage komt iets van de dienstbaarheid terug. Ronde 3: de gemeente Experts: dhr. Martin Versluijsen mevr. Paula Toonen mevr. Truus van Dooremalen
(gemeente Nuenen c.a.) (opleidingsdirecteur VMBO Stedelijk College) (Paladijn Valkenswaard)
De stelling: De gemeenten figureren wel erg op de achtergrond en laat dat vooral zo blijven! Paula geeft aan dat de gemeente best wat meer op de voorgrond mag treden, ondersteunen bij deze opdracht met middelen en kennis. Maar regie hoeft niet. Truus geeft aan dat er vier spelers zijn op het gebied van MaS: de gemeente, de makelaar, de aanbieder en de school. De gemeente krijgt geld (van OCW en VWS) dat bestemd is voor de vrijwilligers en hun organisaties. Men vraagt zich af hoe de gemeente aan dat geld is gekomen. Er is blijkbaar een convenant gesloten, men weet het niet precies. Martin geeft aan dat de gemeente – net als de scholen – van de overheid ook veel taken krijgt toebedeeld. Zij kiezen ervoor om dan alleen in de rol van opdrachtgever te dienen. Gemeentes doen maar weinig in de uitvoering. Als voorbeeld wordt het uitgeven van een paspoort genoemd. De gemeente geeft aan wat er moet gebeuren, de instellingen hoe het moet gebeuren. De gemeente zoekt partners waar de expertise zit. Of de gemeente het geld geeft aan de steunpunten of (ook) aan de scholen, kan per gemeente heel erg verschillen. De buitenkring vraagt zich af hoe gemeentes komen tot een visie hierop? Martin geeft aan dat zijn gemeente uitgaat van het principe opdrachtgever-opdrachtnemer. Het heeft te maken met de visie op vrijwilligerswerk. Een gemeente hoeft bijvoorbeeld niet te zorgen voor voldoende vrijwilligerswerkers. Maar kan wel geld geven voor deskundigheidsbevordering voor het werven van vrijwilligers. Vervolgens gaat het gesprek over de verschillen tussen gemeentes en de noodzaak tot afstemming tussen gemeentes. Ook gemeentes kunnen kennis en ervaring delen en er bestaat in Zuidoost Brabant een platform daarvoor. De buitenkring vraagt zich af of de gemeente een intermediair is naar de overheid? Als we het niet eens zijn met de 72 uur ….? Martin geeft aan dat dit niet de rol van de gemeente, maar van de Tweede Kamer is. Maar pilots als deze (‘Graag gedaan, in de regio!’) kunnen ervaringslessen geven over die 72 uur. De vraag is of we elkaar goed genoeg kennen. Afronding De deelnemers geven na afloop aan dat het de moeite waard is om met elkaar verder te praten over een aantal thema’s. In de komende weken worden de twee geplande bijeenkomsten voorbereid. De organisatie zal daarbij input vragen van alle betrokkenen. De volgende bijeenkomsten zijn als volgt: Maandag 23 maart 2009 Hub van Doorne College Deurne Dinsdag 14 april 2009 Stedelijk College Eindhoven Beide bijeenkomsten zijn van 14.30 tot 17.00 uur, vanaf 14.00 uur is er koffie.
7