Lespakket InternetSOA
8 lessen over flirten via internet, voor jongeren van 12 tot 18 jaar
VOORWOORD
Het afgelopen decennium hebben jongeren massaal de mogelijkheden ontdekt om te communiceren via het internet. Door middel van chatten en MSN’en maken ze nieuwe vrienden en flirten ze er flink op los. Het versieren heeft zich uitgebreid van schoolplein, hangplek, kroeg en discotheek naar internet. Dat biedt nieuwe kansen maar ook nieuwe risico’s. Chat-boxen en profielsites zijn op dit moment dé plekken waar jongens en meiden ontdekken hoe ze kunnen flirten, hoe ze verliefd kunnen worden, en hoe ze zich seksueel kunnen uiten. Erotische chat- of webcam-sessies hebben een belangrijke plaats ingenomen in de relationele en seksuele ontwikkeling van jongeren. Dit lespakket over flirten via internet is bedoeld om de risico’s bespreekbaar te maken en jongeren te laten nadenken over hun eigen seksuele grenzen op internet én de grenzen van anderen. De Stichting Mijn Kind Online, een onafhankelijk expertisecentrum voor ‘jeugd en nieuwe media’, presenteert dit pakket in het kader van de campagne ‘Internetseks, daar kun je goed ziek van zijn’ (www.internetSOA.nl). U kunt zelf een keuze maken uit acht verschillende lessen en daarmee twee lesuren vullen. De lessen kwamen tot stand in samenwerking met de Rutgers Nisso Groep, het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), Ouders Online, Digibewust en KPN. Remco Pijpers en Justine Pardoen Stichting Mijn Kind Online
LESPAKKET INTERNETSOA
INFORMATIE VOOR DE DOCENT Deel 1
Deel 1 - Informatie voor de docent
1
De seksuele ontwikkeling van jongeren (12-18 jaar)
2
Seksueel gedrag van jongeren op internet
4
Relationele en seksuele vorming in de klas
7
Voorbereiding van de lessen
8
Websites voor tieners
11
Deel 2 - Lessen
13
Les 1 – Associatie-oefening
14
Les 2 – Strips, strippen en op je strepen staan
16
Les 3 – Do’s & don’ts
27
Les 4 – Waar of niet waar?
30
Les 5 – De hulpverlener
34
Les 6 – Modellen-scout of gluiper?
39
Les 7 – Het Lagerhuis
45
Les 8 – InternetSOA-rap
46
Colofon
47 LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 1
De seksuele ontwikkeling van jongeren (12-18 jaar)
Zodra de puberteit zich aandient, worden seksuele gevoelens steeds prominenter. Hoe zich dat ontwikkelt, is uitvoerig onderzocht. Het meest recente onderzoek is ‘Seks onder je 25e’, uitgevoerd door de Rutgers Nisso Groep en Soa Aids Nederland (2005). Door dit onderzoek weten we dat ‘de seksuele carrière’ grofweg vier fases doorloopt: ■
Fase 1: tongzoenen – de seksuele carrière start bij het tongzoenen. De gemiddelde leeftijd van de eerste tongzoen is 14 jaar. Maar het kan natuurlijk ook eerder (of later). Op 13,5-jarige leeftijd heeft de helft van de jongeren er ervaring mee.
■
Fase 2: voelen en strelen – na het tongzoenen volgt het voelen en strelen van het lichaam van de ander. Eerst boven de kleren maar al snel ook eronder. De geslachtsdelen kunnen daarbij wel aangeraakt worden, maar ze worden in deze fase nog niet bewust gestimuleerd. Vingeren en aftrekken komt doorgaans pas later. De gemiddelde leeftijd van de eerste ervaring met voelen en strelen is 15,4 jaar.
■
Fase 3: naakt vrijen – met ‘naakt vrijen’ wordt bedoeld: de fase waarin jongeren een stapje verder gaan dan onder elkaars kleren voelen. In deze fase worden de kleren uitgetrokken en vindt er ook manuele seks plaats, dat wil zeggen: vingeren en aftrekken (zowel actief als passief). De gemiddelde leeftijd van de eerste ervaring met ‘naakt vrijen’ is 16,3 jaar.
■
Fase 4: geslachtsgemeenschap – de fase van de geslachtsgemeenschap volgt vrij snel op het ‘naakt vrijen’. Als jongeren elkaar eenmaal met de hand hebben bevredigd, duurt het dus niet lang meer voordat er vaginale seks plaatsvindt. De gemiddelde leeftijd van de eerste geslachtsgemeenschap is 16,7 jaar. Op 17,1-jarige leeftijd heeft de helft van de jongeren ervaring met geslachtsgemeenschap en moet de andere helft er nog mee beginnen. Overigens heeft op 24-jarige leeftijd 10% van de jongens en 6% van de meisjes nog nooit geslachtsgemeenschap gehad.
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 2
De seksuele ontwikkeling van jongeren (12-18 jaar) Orale seks Behalve vaginale seks (geslachtsgemeenschap) doen jongeren ook aan andere vormen van seks. Zo’n 10 jaar geleden dacht men nog dat orale en anale seks voorbehouden waren aan volwassenen, maar tegenwoordig blijkt met name orale seks tot het standaardgedrag van jongeren te behoren. Ze beginnen op ongeveer dezelfde leeftijd met orale seks als met geslachtsgemeenschap. Cyberseks Met internet hebben pubers een nieuwe ruimte om te experimenteren met hun seksualiteit. Jongeren flirten bijna allemaal via internet. Er wordt gestript en gemasturbeerd voor de webcam en ze voeren erotisch getinte gesprekken via MSN Messenger. Dat doen jongeren vooral binnen bestaande liefdesrelaties, zo blijkt uit onderzoek van de Rutgers Nisso Groep, gedaan in opdracht van stichting Mijn Kind Online. Met cyberseks is niets mis, zolang je maar rekening houdt met de risico’s. Soloseks Kinderen beginnen vaak al op zeer jonge leeftijd de eigen geslachtsdelen aan te raken. Daarbij ervaren zij doorgaans een prettig, bijzonder en soms spannend gevoel. Maar pas als de productie van de geslachtshormonen begint, kan de aanraking samen gaan met seksuele opwinding. Dat kan al voor het 12e jaar zijn. Naarmate de puberteit vordert, doen meer jongeren aan masturbatie. Van de huidige generatie 12 tot 15-jarigen heeft iets minder dan een derde ervaring met soloseks. Bij de 15-18 jarigen is dit percentage bijna verdubbeld. Van de 18-jarige jongens geeft 92% aan te masturberen, van de meiden is dat 66%. De gemiddelde leeftijd waarop jongens voor het eerst masturberen, is 13,5 jaar, de meiden beginnen gemiddeld met 14,6 jaar. Ongewilde seks Seks is meestal iets wat je met zijn tweeën doet, met instemming van beiden. Maar het kan ook ongewild gebeuren. In ‘Seks onder je 25e’ uit 2005 werd gevonden dat meisjes in het algemeen vaker dan jongens overgehaald of gedwongen worden tot seksuele handelingen. Van de meisjes zegt 12% te zijn overgehaald voor de eerste geslachtsgemeenschap, terwijl ze zelf eigenlijk nog niet wilden (2% zegt zelfs gedwongen te zijn). Als de eerste geslachtsgemeenschap vóór het 13e jaar plaatsvond, was dat zelfs bij 1 op de 3 meisjes het geval.
Als we kijken naar seksuele handelingen in het algemeen, dus niet alleen naar geslachtsgemeenschap, maar ook naar tongzoenen, strelen, vingeren, aftrekken, etc., dan blijkt dat 1 op de 5 à 6 meisjes wel eens gedwongen werd tot dingen die ze niet wilde (bij de jongens is dat 1 op de 25). Een schrikbarend hoog cijfer! Literatuur ■ Hanneke de Graaf en Jany Rademakers, Seks in de groei. Een verkennend onderzoek naar de (pre-) seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Uitgeverij Eburon, 2003. ■ Hanneke de Graaf e.a., Seks onder je 25e. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005. Uitgeverij Eburon, 2005.
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 3
Seksueel gedrag van jongeren op internet
Uit onderzoek blijkt dat kinderen op internet al vroeg in aanraking komen met seks. Het kan daarbij gaan om plaatjes, praatjes, en uitnodigingen tot seksueel gedrag via de webcam. Internet-opvoeding is dus vooral: seksuele opvoeding. Wat is het probleem? Seksuele (internet-)opvoeding is onder andere nodig om te voorkomen dat kinderen zich laten overhalen om dingen te doen die ze eigenlijk niet willen, of waar ze nog niet aan toe zijn. Zelfs 10-jarige meisjes blijken al dingen te doen tegen hun zin. Bij jongens is dat risico kleiner, omdat zij vooral de daders zijn van grensoverschrijdend gedrag. Als jongens slachtoffer zijn, zijn ze meestal wat ouder (vanaf 15 jaar). Seksuele (internet-)opvoeding is óók nodig omdat kinderen de gevolgen van hun eigen gedrag nog niet goed kunnen overzien. Het kan dan gaan om jongens die meisjes seksueel benaderen (en zich niet realiseren welke impact dat heeft), of om meisjes die zich niet realiseren dat ze chantabel worden wanneer ze naaktfoto’s of beelden van seksuele handelingen ter beschikking stellen van hun vriendje. En als de relatie tot een einde komt, kan degene die de bons kreeg, uit wraak foto’s en filmpjes in omloop brengen. Wat elke docent moet weten We beginnen met een aantal algemene wetenswaardigheden over jongeren en internet. Daarna volgen er meer specifieke feiten over internet en (ontluikende) seksualiteit. Omvang – op Nederlandse websites staan meer dan 2.000.000 jongerenprofielen (bedenk dat elke jaargroep ongeveer 200.000 kinderen telt). Zowel op Sugababes als op Partypeeps2000 komen dagelijks tussen de 70.000 en 100.000 jongeren. Ook op de ‘vriendensite’ Hyves komen veel tieners. Het zijn allemaal complete jongerenplatforms, met profielpagina’s, foto-tools, discussieforums en weblogs. Sociaal medium – volgens onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (2005) durven jongeren elkaar vaak meer te vertellen via internet dan oog-in-oog. Ook blijken zij weinig verschil meer te zien tussen online en offline vriendschappen. Een en ander betekent dat internet-gebruik samenhangt met een actief sociaal leven (dus niet, zoals sommige pessimisten denken, met een teruggetrokken, sociaalgehandicapt bestaan). Geen klasse-onderscheid – volgens het Korps landelijke politiediensten (KLPD) komen de slachtoffers van internet-gerelateerde misdrijven niet alleen uit lagere sociale klassen. Het kan elk kind overkomen.
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 4
Seksueel gedrag van jongeren op internet Nep-scouts – volgens een enquête van de Stichting Mijn Kind Online op de website Sugababes.nl is 40% van de meisjes wel eens benaderd door een fotograaf of nep-scout, met het verzoek om hun kleren uit te trekken voor de webcam. Als beloning wordt meestal een professionele foto-shoot in het vooruitzicht gesteld. Ook jongens krijgen een dergelijk verzoeken trouwens wel eens. Er is nog geen systematisch onderzoek gedaan naar de daders, maar het lijkt vooral te gaan om: puberjongens, pedofielen, en amateurfotografen die een centje bij willen verdienen. Let op: professionele fotografen en modellenbureaus benadrukken dat bonafide personen en bureaus nooit modellen werven via internet, en al helemaal niet onder tieners. Ook zullen zij nooit naaktbeelden opvragen. Elk verzoek daartoe is dus verdacht. Campagne – aan het begin van het schooljaar 2006-2007 is een campagne gestart om jongeren bewust te maken van de risico’s van seksueel gedrag. Het initiatief is afkomstig van de Stichting Mijn Kind Online en de campagne wordt gerealiseerd in samenwerking met verschillende jongerenmedia (internet, radio, televisie). De slogan luidt: ‘Internetseks, daar kun je goed ziek van zijn’. De bijbehorende website is www.internetSOA.nl. De tv-commercial is inmiddels al meer dan drie miljoen keer gedownload (niet alleen via de campagne-site maar ook via de populaire video-site YouTube.) ‘Seks is een game’ – onderzoeksresultaten 2006 Begin 2006 heeft de Stichting Mijn Kind Online een onderzoek laten uitvoeren door de Rutgers Nisso Groep, om het seksuele gedrag van Nederlandse jongeren op internet in kaart te brengen. Dit onderzoek vormde de basis voor het lesmateriaal dat u nu in handen heeft. Het onderzoek is gehouden onder 11.000 jongeren die actief zijn op profielsites als Sugababes en Partypeeps2000, en is getiteld ‘Seks is een game’. Het onderzoeksrapport is online beschikbaar op www.rutgersnissogroep.nl en de resultaten zijn verwerkt in het boek Verliefd op internet (door Justine Pardoen en Remco Pijpers, uitg. SWP, ISBN 90 666 5784 7). Het boek bevat ook interviews met jongeren, ter illustratie van de onderzoeksresultaten, en geeft praktische adviezen. Het blijkt dat de huidige generatie jongeren van 12 tot 18 jaar massaal gebruik maakt van de mogelijkheden die internet biedt op romantisch gebied. De meeste jongeren vinden het leuk om te flirten en te experimenteren met seksueel gedrag op internet, en kunnen over het algemeen goed met ongewenste ervaringen omgaan. Maar er zijn ook verliezers. Vooral meisjes vinden het soms moeilijk om dingen te weigeren, waardoor ze verder gaan dan ze eigenlijk zouden willen. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Flirten – een overgrote meerderheid van de profielsite-bezoekers (82% van de jongens en 73% van de meisjes) heeft het afgelopen half jaar wel eens geflirt op het net. Cyberseks – één op de vier jongens en één op de vijf meisjes heeft naar eigen zeggen het afgelopen half jaar wel eens cyberseks met iemand gehad. Het kan dan gaan om seksueel chatten en/of het uitwisselen van (webcam-)beelden. Follow-up – iets meer dan de helft van de jongens (57%) en iets minder dan de helft van de meisjes (42%) heeft in het afgelopen jaar een afspraakje in real life gehad met iemand die ze op internet hadden ontmoet.
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 5
Seksueel gedrag van jongeren op internet Seksueel getinte vragen – jongeren stellen elkaar regelmatig seksueel getinte vragen: 72% procent van de jongens en 83% van de meisjes die profielsites bezoeken, heeft het afgelopen jaar een vraag gekregen over hun uiterlijk (’heb je grote borsten?’) of hun seksleven (’heb je het al eens gedaan?’). Verzoek tot seksueel handelen – 40% van de jongens en 57% van de meisjes heeft het afgelopen half jaar wel eens het verzoek gekregen om iets uit te trekken voor de webcam of om iets seksueels te doen. Tweederde van de jongens en negen van de tien meisjes gaan niet in op een dergelijk verzoek. Ze geven aan dat ze dit niet willen, en blokkeren de ander desnoods. Degenen die wel iets seksueels laten zien, doen dit over het algemeen omdat ze het zelf leuk, spannend of opwindend vinden. Voor de jongens geldt dat sterker dan voor de meisjes. Verschil jongens/meisjes – er zijn grote verschillen tussen jongens en meisjes, vooral in de beleving van seksueel getinte ervaringen, de manier waarop ze hiermee omgaan en de reden om wel of niet op seksueel getinte vragen en verzoeken te reageren. Zo vindt 62% van de meisjes het over het algemeen (helemaal) niet leuk om een seksueel getinte vraag te krijgen, tegenover slechts 13% van de jongens. Impact (1) – veel jongeren die het afgelopen jaar werden geconfronteerd met seksueel getinte vragen of beelden, én die aangaven dat ze dit over het algemeen niet leuk vinden, vinden niet dat ze ‘iets vervelends’ hebben meegemaakt. Kennelijk kunnen jongeren dergelijke ervaringen makkelijk relativeren. Mogelijk zorgt de anonimiteit (die de kans op vervelende ervaringen vergroot) er ook voor dat vervelende ervaringen daar als minder ernstig worden ervaren dan ervaringen in het echte leven. Oftewel: de kans dat je op internet iemand tegenkomt die zijn geslachtsdeel laat zien, is veel groter dan op straat. Maar wanneer het op straat gebeurt, is de impact veel groter dan op internet. Impact (2) – wanneer op een vraag of verzoek wordt ingegaan omdat de ander druk of dwang uitoefende, wordt de ervaring – begrijpelijkerwijs – veel vaker als ‘vervelend’ betiteld. Dit komt bij meisjes van 12 tot 14 vaker voor dan bij meisjes van 14 jaar en ouder, vermoedelijk omdat de vaardigheden van jonge meisjes om de eigen grenzen te bewaken minder goed ontwikkeld zijn. Een deel zegt bang te zijn om preuts gevonden te worden, een klein deel wordt bedreigd. Zie verder: H. de Graaf en I. Vanwesenbeeck, Seks is een game. Gewenste en ongewenst seksuele ervaringen van jongeren op internet. Rutgers Nisso Groep, 2006. Online beschikbaar op www.rutgersnissogroep.nl Literatuur Justine Pardoen en Remco Pijpers, Verliefd op internet. SWP, 2006. ISBN 90 666 5784 7.
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 6
Relationele en seksuele vorming in de klas
Voordat u met uw leerlingen de InternetSOA-lessen gaat doen, is het verstandig om stil te staan bij het onderwerp ‘relationele en seksuele vorming’. Want dat is wat u in de klas gaat doen. Hieronder leest u wat het is, waarvoor het bedoeld is, en hoe je het in praktijk kunt brengen. Relationele en seksuele vorming – wat is dat? Relationele en seksuele vorming zijn een onderdeel van de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Het gaat daarbij om opvattingen over hun lichaam, liefde, relaties en seks. Die opvattingen worden deels ‘vanzelf’ gevormd op basis van datgene wat ze oppikken uit hun omgeving (gezin, familie, vrienden, school, straat, de media, etc.) en deels bewust gestuurd door de opvoeding (thuis en op school). Uiteindelijk moet de relationele en seksuele vorming leiden tot: ■ respect hebben voor jezelf en anderen; ■ bewustwording van je eigen en andermans normen, waarden en mogelijkheden; ■ het nemen van gefundeerde beslissingen op het gebied van seksualiteit. Voorwaarden hiervoor zijn: ■ een positief zelfbeeld; ■ emotionele openheid; ■ zelfvertrouwen. Bij lessen in relationele en seksuele vorming gaat het om: ■ informatie-overdracht (feitenkennis); ■ het verhelderen en bespreekbaar maken van normen en waarden; ■ ondersteuning bieden bij het vormen van een mening; ■ het aanleren van communicatieve vaardigheden (om te kunnen praten over relaties en seks). Uw rol als docent Door het verzorgen van lessen relationele en seksuele vorming vervult u een belangrijke rol in de seksuele opvoeding van uw leerlingen. Uw lessen kunnen een grote invloed hebben op hun (seksuele) leven, identiteit en toekomstige ervaringen. Let wel: niet alleen de lessen zijn belangrijk, maar ook uzelf, als persoon. Dat werkt naar twee kanten. Enerzijds wordt u door het geven van de lessen geconfronteerd met uw eigen relationele en seksuele ervaringen en opvattingen. Enige zelfanalyse vooraf is dus onontbeerlijk, om niet voor verrassingen te komen te staan. Anderzijds speelt uw eigen persoonlijkheid (inclusief sociale, culturele, emotionele en biologische bagage) een rol in de communicatie met de leerlingen. Heel simpel: als u een man bent, kan dat lastig zijn tegenover de meisjes in de klas, en als u een vrouw bent omgekeerd. Of: als u een joods-christelijke achtergrond heeft, kan dat lastig zijn tegenover moslims en moslima’s in de klas. Ook uw eigen ervaringen op relationeel en seksueel gebied (positief of negatief) kunnen van invloed zijn op het groepsproces. LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 7
Voorbereiding van de lessen
Aandachtspunten vooraf 1. In onze maatschappij worden jongeren geconfronteerd met tegenstrijdige boodschappen over seks. Dat kan leiden tot verwarring. Zo kan ‘de vrije seksuele moraal’ van sommige videoclips haaks staan op de voorlichting die afkomstig is van ouders, school of boeken. Het is goed om dit te benadrukken, ook tegenover de leerlingen: ■ zolang niemand tot seks wordt gedwongen, en zolang er geen sprake is van een ongelijkwaardige relatie, is er géén eenduidige ‘seksuele norm of waarheid’. 2. Lang niet alle leerlingen hechten evenveel belang aan seksualiteit. De leeftijd waarop jongeren interesse krijgen in seks, verschilt van persoon tot persoon. Ongeïnteresseerd gedrag tijdens de lessen hoeft dus niet meteen geïnterpreteerd te worden als een provocatie, of als een slecht contact met de docent, of als een teken dat de leerling slechte ervaringen heeft opgedaan met seks en er niets meer mee te maken wil hebben. Dus: ■ leerlingen kunnen om heel veel verschillende redenen moeite hebben met voorlichting in de klas. 3. Niet iedereen gebruikt dezelfde informatiebronnen en de opgedane ervaringen kunnen verschillen van persoon tot persoon. Dus: ■ als leerlingen andere klasgenoten uitlachen omdat ze iets niet weten, of niets hebben meegemaakt, leg dan uit hoe groot de verschillen kunnen zijn. 4. Er bestaan veel ongeschreven regels over relaties en seks, met name over ‘gepast gedrag’ voor meisjes en jongens. Bijvoorbeeld de opvatting dat jongens het initiatief moeten nemen in het contact. Hoe kun je daarmee omgaan: ■ door te vragen waar of door wie de zogenaamde regel is vastgesteld, kun je leerlingen bewust maken van de betrekkelijkheid van dit soort ‘regels’. 5. Elke cultuur en elke subcultuur heeft zijn eigen normen en waarden ten aanzien van relaties, seksualiteit en gezinsplanning. Tenzij die normen en waarden in strijd zijn met de wet, is het lastig om er als buitenstaander een oordeel over te hebben. Dus: ■ kritiek of afkeuring van cultureel bepaalde normen en waarden kan het beste geformuleerd worden in de ik-vorm (zodat niet de indruk wordt gewekt dat ‘het nu eenmaal zo is’ of ‘het nu eenmaal zo moet’).
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 8
Voorbereiding van de lessen Formuleer uw eigen normen en waarden Geen voorlichtingsprogramma is waardevrij. Welke thema’s u ook kiest, bedenk altijd van tevoren wat uw eigen ideeën en (voor)oordelen zijn ten aanzien van het thema en ga na waar uw grenzen liggen. Zo krijgt u zelf zicht op welke manier u de inhoud van het thema bewust of onbewust kunt beïnvloeden. Uw leerlingen zullen nieuwsgierig zijn naar uw normen en waarden en er mogelijk (provocerende) vragen over stellen. Natuurlijk hoeft u die niet te beantwoorden. Het is handig om vooraf te bedenken hoe u het antwoord op dergelijke (te persoonlijke) vragen kunt ontwijken. Bijvoorbeeld door te zeggen dat deze vraag te persoonlijk is om voor de groep te beantwoorden. Zo stelt u meteen een voorbeeld voor de manier waarop jongeren in de groep, maar ook daarbuiten, kunnen reageren op vragen waarop ze geen antwoord willen geven. Precies hetzelfde geldt voor persoonlijke ervaringen. Binnen een lesprogramma van twee lesuren is het onmogelijk om uitgebreid in te gaan op alle vragen die er naar boven kunnen komen. Bovendien leert de ervaring dat veel leerlingen zich pas aan het eind van de les zodanig op hun gemak gaan voelen dat ze dan pas vragen gaan stellen. Houd er dus rekening mee dat er na afloop leerlingen naar u toe kunnen komen om nog dóór te praten, of om alsnog de (persoonlijke) vragen te stellen die ze in de groep niet aan de orde wilden laten komen. Zorg ook dat u van tevoren al weet naar wie u de leerlingen kunt doorverwijzen als dat nodig is (de vertrouwenspersoon van school, de wijkagent voor het doen van aangifte, enzovoorts). Benodigde voorkennis U hoeft geen relatiedeskundige of seksuoloog te zijn, en ook geen internet-deskundige. De achtergrondinformatie die u nu leest, is in principe voldoende voor het geven van de lessen. Dat betekent natuurlijk niet dat kennis over seksualiteit en kennis over internet onbelangrijk zijn. Er kunnen nu eenmaal vragen over komen. Kunt u zo’n vraag niet direct beantwoorden, zeg dat dan eerlijk. Bij relationele en seksuele vorming gaat het vooral om een open houding ten aanzien van relaties, seksualiteit en nieuwe media. Het kiezen van een ruimte Een aangename ruimte bevordert de sfeer. Je praat gemakkelijker over seksualiteit als je je op je gemak voelt. Bij lessen over seksualiteit en internet is het misschien niet zó belangrijk (in ieder geval minder belangrijk dan bij echte seksuele voorlichting waar voorbehoedmiddelen gedemonstreerd worden), maar soms kan het handig zijn om de les in een afgesloten ruimte te geven. Zo voorkomt u dat langslopende leerlingen nieuwsgierig naar binnen kijken en de les verstoren. Ook de opstelling van de groep kan van belang zijn. Wanneer het niet als te bedreigend wordt ervaren, zet de groep dan in een kring. De grootte van de ruimte bepaalt welke werkvormen mogelijk zijn.
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 9
Voorbereiding van de lessen Afspraken maken aan het begin van de les Spreek de volgende dingen af met de klas: ■ bij relaties, seksualiteit en online communiceren bestaat er geen goed of fout of gek, zolang er maar niemand wordt gekwetst; ■ vertellen over persoonlijke ervaringen mag, maar het hoeft niet. Alleen luisteren mag ook; ■ lachen mag, uitlachen niet; ■ alles wat besproken wordt, blijft in de groep; ■ bespreek vooraf het gewenste taalgebruik (zie de toelichting hieronder). Het is aan te raden om aan het begin van de les het taalgebruik ter discussie te stellen. In hoeverre zullen de dingen bij hun naam worden genoemd? En wélke naam zou dat dan moeten zijn? Een woord als ‘geslachtsgemeenschap’ vinden uw leerlingen waarschijnlijk te deftig, maar ‘neuken’ is weer zo grof. ‘Vrijen’ lijkt een goede middenweg, maar is ook weer problematisch, omdat je dan niet weet wat er precies bedoeld wordt (alleen strelen, of meer). Zorg er in ieder geval voor dat iedereen zich prettig voelt bij het taalgebruik en leg uit welke woorden u zelf zult gebruiken en waarom. Houd wel de tijd goed in de gaten dat u hiermee bezig bent, en probeer zo snel mogelijk tot consensus te komen. En verder: ■ vraag of er nog behoefte is aan andere afspraken; ■ noteer alle afspraken op een goed zichtbare plek, en vraag dan of iedereen volwassen genoeg is om zich eraan te kunnen houden. Vooral pubers worden graag aangesproken op hun (vermeende) volwassenheid. Houdt iemand zich tijdens de les niet niet aan de afspraken, dan kan ernaar verwezen worden. Pas in laatste instantie kunt u gaan dreigen met sancties. Bron: www.seksuelevorming.nl
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 10
Websites voor tieners
www.internetsoa.nl
Ook van internetseks kun je een Seksueel Overdraagbare Aandoening oplopen. Schaammuis, bijvoorbeeld. De site hoort bij de campagne ‘Internetseks, daar kun je goed ziek van zijn’.
www.pratenonline.nl
Ben je depressief? Op internet kun je anoniem praten met een hulpverlener.
www.kindertelefoon.nl
Chatten met een hulpverlener.
www.sexwoordenboek.nl
Seksuele voorlichting voor tieners. Zeer compleet en informatief, met een forum.
www.sjn.nl/16ofzo/seks.htm
Nuchtere uitleg van begrippen, met veel verwijzingen voor meer informatie.
www.netdokter.nl
Vraagbaak van het NIGZ voor jongeren 12+.
www.safesex.nl
Website van de stichting SOA/Aids met informatie voor jongeren over veilig vrijen.
www.lover-boy.nl
Informatie over loverboys en hun werkwijze, van het Zwolse loverboy-project.
www.outway.nl
Website voor jongeren over homoseksualiteit, met een online vraagbaak.
www.onderzoekjegrens.nl
Website over het ontdekken en bewaken van je seksuele grenzen.
www.lokum.nl
Website voor Turkse jongeren over liefde, relaties en seks.
www.kitatin.com
Website voor Antilliaanse jongeren, o.a. over seks. Vragen aan een deskundige kunnen gesteld worden in het Papiaments.
www.marokko.nl
Informatie voor Marokkaanse jongeren, o.a. over liefde, relaties en seks.
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 11
Websites voor tieners www.youXme.nl
Website voor allochtone jongeren over de sociale, religieuze en maatschappelijke kanten van hun partnerkeuze.
www.stayinlove.nl
Website voor alle relatievragen van jongeren, van o.a. het Trimbos-instituut.
www.hetisuit.nl
Website waar jongeren hun gevoelens van liefdesverdriet kunnen uiten.
www.zoenenenzo.nl
Website van de Rutgers Nisso Groep waar goed uitgelegd wordt wat seksueel misbruik is.
www.dewijkagent.nl
Iedere stad en ieder dorp heeft een wijkagent, die te hulp kan schieten als zich problemen voordoen in de buurt. De wijkagent komt ook op school en kan digitale rechercheurs inschakelen als een jongere seksueel wordt lastig gevallen op internet.
www.meldpuntcybercrime.nl
Via deze website kun je melding maken van criminaliteit op of via het internet.
www.korrelatie.nl
Maandag tot en met vrijdag kun je tussen 9.00 en 18.00 bellen met Korrelatie. Korrelatie verleent hulp bij psychische en sociale problemen zowel telefonisch als via internet. 0900-1450 (30 cent per minuut). Of mail je vraag naar:
[email protected]
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 12
COLOFON Algemeen Dit lespakket maakt deel uit van de campagne ‘Internetseks, daar kun je goed ziek van zijn’. Uitgever: ■ Stichting Mijn Kind Online www.mijnkindonline.nl. Met medewerking van: ■ Rutgers Nisso Groep, kenniscentrum voor seksualiteit; ■ Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ). De lessen kwamen mede tot stand dankzij een bijdrage van Digibewust (www.digibewust.nl). Stichting Mijn Kind Online De Stichting Mijn Kind Online is een onafhankelijk kennis- en adviescentrum over jeugd en (nieuwe) media dat tot doel heeft meer inzicht te verschaffen in de mogelijkheden van nieuwe media, alsook het bevorderen van het verantwoord gebruik daarvan. De activiteiten van de stichting zijn gericht op opvoeders en kinderen. Mijn Kind Online is een initiatief van KPN en Ouders Online. Auteurs ■ Remco Pijpers ■ Stichting Mijn Kind Online en KPN ■ Justine Pardoen ■ Ouders Online ■ Yuri Ohlrichs ■ Rutgers Nisso Groep ■ Sanderijn van der Doef ■ NIGZ Striptekeningen ■ Nils Mühlenbruch Met dank aan Stichting Beeldverhaal Nederland Eindredactie ■ Henk Boeke
■
Ouders Online
Vormgeving ■ Young Works Coördinatie ■ Justine Pardoen ■ Ouders Online ■ Remco Pijpers ■ Stichting Mijn Kind Online Downloaden Dit lespakket is gratis te downloaden op www.internetSOA.nl/lespakket De commercials en de raps zijn beschikbaar via www.internetSOA.nl, ‘Commercials’ Contact ■ Remco Pijpers
■
Tel. 06 - 51 436 711
■
E-mail:
[email protected]
LESPAKKET INTERNETSOA / PAG. 47