LEREN DOKTEREN 2
Week 2
ARTS-PATIËNTRELATIE
Cursuscoördinator: Dhr. prof. A. Oderwald Mobile Learning Initiative VUmc Amsterdam
LEREN DOKTEREN 2 WEEK 2
In het eerste hoofdstuk van alle cursusklappers is een inhoudsopgave van de hele cursus opgenomen.
Week 2
Week 3
• Inleiding op de cursus (patiëntcollege) • De (eigen)aardigheden van medische kennis (3 uur): Het ontstaan van medische kennis en de invloed van medische kennis op culturele opvattingen.
De aard van medische kennis. De culturele invloeden op medische
kennis en vice versa. De bruikbaarheid van medische kennis
Wat is normaal? • Medische fouten • Het belang van voorschriften, richtlijnen, protocollen en wilsverklaringen (2 uur).
• Arts-patiënt relatie (patiëntcollege) (2 uur) • Weldoen en autonomie WGBO
Arts-patiënt relatie (2 uur) • Klinisch Redeneren • Kinderen in de WGBO en het recht
• • • •
Prognose in de zorg (patiëntcollege) Rituelen in de zorg (2 uur) Klinisch redeneren: Gewichtsverlies Vragenuur, bespreking oefentoets
• • • •
Rituelen in de behandeling Lijden en kwaliteit van leven Verschillen in geneeswijzen 1 Verschillen in geneeswijzen 2
Colleges
Week 1
Studieopdrachten
• Het ontstaan van medische kennis en de invloed van medische kennis op culturele opvattingen • De aard van medische kennis • De culturele invloeden op medische kennis en vice versa • Wat is normaal in de psychiatrie?
• • • •
Arts en patiënt Wanneer welk model? De dokter en weldoen De dokter, het ziekenhuis en de wet
Practica
• De arts-patiëntrelatie • Medische consultvoering: Voorbereiding Praktijkstage Zorg • Klinisch redeneren
• Autonomie en diversiteit • Medische consultvoering: Interculturele gespreksvoering
• Klinisch redeneren: Gewichtsverlies • Medische consultvoering: Integratie
2
Inleiding op de week
Practica
Week 2 is de kern van deze cursus, want de problematiek die we in week 1 en 3 aan de orde stellen komt in de arts-patiënt relatie tot uitdrukking. Wat zijn nu eigenlijk de kenmerken van een goede relatie tussen arts en patiënt? En wat wordt daarover allemaal gezegd door de verschillende disciplines die zich met de arts patiënt relatie bezighouden? Welke ethische principes spelen een belangrijke rol in die relatie en de medische praktijk? Welke wetten gelden er voor artsen en patiënten? Op welke manier proberen arts en patiënt samen tot besluiten te komen?
In deze week zijn er twee practica. Het ethiekpracticum stelt de arts-patiënt relatie centraal. Het tweede practicum heeft gespreksvoering met mensen met verschillende culturele achtergronden als onderwerp en is een onderdeel van de communicatievaardigheden training.
Deze vragen zullen deze week zowel in de studieopdrachten en de colleges als in de practica centraal staan.
Colleges Naast het openingscollege met een patiënt zijn er twee colleges over ethiek en recht. Het slotcollege is traditioneel een college klinisch redeneren, deze keer over medische missers, gevolgd door een college over het diagnostische proces.
3
LITERATUUR COLLEGES & LEERDOELEN
De tijden en locaties zijn altijd onder voorbehoud. Kijk voor de actuele tijd en plaats: www.rooster.vu.nl
Leerboeken
LITERATUUR
Engberts, DP & Kalkman-Bogerd LE,
Leerboek Gezondheidsrecht. Bohn Stafleu van Loghum; 2013, 3e druk • H2 Relatie arts - patiënt
Have, ten HAMJ et al.
Leerboek medische ethiek. 4e druk, 2013 • H3 Verantwoord medisch handelen • H4 Verlichtingstraditie: respect voor autonomie • H7 Communicatie
Esch, van SCM et al.
Recepten voor een goed gesprek.
5e geheel herziene druk, 2014 • H24 Interculturele communicatie
5
Artikelen Helman CG.
Culture, health and illness. 5e druk, 2007 • H5 Doctor patients interactions
Kaptein AA.
Medische psychologie. 2e druk, 2010 • H19 Communicatie van arts en patiënt
Mol A (2005).
“Ervaringen koesteren. Over kennis, zorg en het dagelijks leven.” In: Haaster, van H & Koster-Dreese Y (red). Ervaring en Weten. Essays over de relatie tussen ervaringskennis en onderzoek. 2005 (p.13-25)
het volledige artikel via Blackboard
Emanuel EJ & Emanuel LL (1992).
Four models of the physician-patient relationship. JAMA 267(16); 2221- 2226
volledige tekst
http://goo.gl/ohNKdr
Hengeveld, MW, Balkom, van, AJLM,
Leerboek psychiatrie. 2009 • Eetstoornissen (p.403– 413) • Psychiatrie en Recht (p. 683-692)
6
Leesstof, achtergrondliteratuur en additionele bronnen Voor practicum 1 Widdershoven G (2003).
Regie over eigen leven: een zorgethisch perspectief. Ethiek & Maatschappij, 6(2): 24-30
volledige tekst:
http://www.ethiekenmaatschappij.ugent.be/wp-content/ uploads/2012/07/EM_62-2003-Widdershoven.pdf
het volledige artikel ook via Blackboard
Overig studiemateriaal Voor studieopdracht 1 7 videofragmenten voor de brainstorm
Voor studieopdracht 2 1 audiofragment: “Het gebruik van geweld” - William Carlos Williams
Scene uit ER (Emergency Room, TV-serie 1994 - 2009) Bron afb.: http://boomerhighway.org/favorite-tv-series-reflect-my-lifechoices/
Voor studieopdracht 3 1 videofragment uit ER voor de brainstorm 1 fragment uit Witte jas en Pyjama voor de terugrapportage
7
Openingscolleges
COLLEGES
1e en 2e uur
Dinsdag 12 mei 2015
Docenten
Dhr. dr. A. Thijs Dhr. prof. dr. A. Oderwald
Onderwerp
Arts-patiënt relatie (patiëntcollege)
Tussencolleges
De tijden en locaties zijn altijd onder voorbehoud. Kijk voor de actuele tijd en plaats: www.rooster.vu.nl
1e en 2e uur
Woensdag 13 mei 2015
Docenten
Mw. drs. Y. Voskes (afdeling Metamedica) Mw. mr. dr. V.E.T. Dörenberg (afdeling Sociale geneeskunde)
Onderwerp
Weldoen en autonomie WGBO Arts-patiënt relatie
Slotcolleges 1e uur
Maandag 18 mei 2015
Docenten
Dhr. drs. A.J. Nagelkerke (afdeling Kindergeneeskunde)
Onderwerp
Klinisch Redeneren
2e uur
Maandag 18 mei 2015
Docenten
Onbekend
Onderwerp
Kinderen in de WGBO en het recht
8
De student verwerft vaardigheden met betrekking tot: het systematisch benaderen van gezondheidsproblemen aan de hand van:
LEERDOELEN
De student verwerft kennis over en inzicht in: de verschillende visies op de arts-patiënt relatie; de arts-patiënt relatie in historisch perspectief; de juridische context van de arts-patiënt relatie, in het bijzonder de WGBO; de ethische context van de geneeskunde; de samenhang en mogelijke spanning in de praktijk tussen weldoen en niet-schaden aan de ene kant en respect voor autonomie aan de andere kant;
•
theorieën over hypothesevorming en probleemoplossen;
•
modellen;
•
besliskunde theorieën;
en door middel van: •
het leren formuleren van gerichte anamnesevragen;
•
het leren begrijpen van differentiaal diagnostische overwegingen;
met betrekking tot: •
gewichtsverlies; communicatie met patiënten, in het bijzonder interculturele gespreksvoering.
interculturele vragen in de medische praktijk.
9
STUDIEOPDRACHTEN
1. Arts en patiënt 2. Wanneer welk model? 3. De dokter en weldoen 4. De dokter, het ziekenhuis en de wet
Studiestof
SO 1: ARTS EN PATIËNT
Recht Engberts, DP & Kalkman-Bogerd LE,
Leerboek Gezondheidsrecht. Bohn Stafleu van Loghum; 2013, 3e druk • H2 Relatie arts - patiënt Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
Ethiek Leerdoel De student verwerft kennis over en inzicht in: de verschillende visies op de arts-patiënt relatie.
Have, ten HAMJ et al.
Leerboek medische ethiek. 4e druk, 2013 • H7 Communicatie Emanuel EJ & Emanuel LL (1992).
Four models of the physician-patient relationship. JAMA 267(16); 2221-2226
volledige tekst
http://goo.gl/ohNKdr
Psychologie Kaptein AA.
Medische psychologie. 2e druk, 2010 • H19 Communicatie van arts en patiënt
11
Antropologie Helman CG.
Culture, health and illness. 5e druk, 2007 • H5 Doctor patients interactions
De relatie tussen arts en patiënt wordt veelvuldig en vanuit meerdere perspectieven besproken. In deze studieopdracht zijn een aantal van deze perspectieven verzameld:
In de brainstorm kan je per fragment een oordeel vellen over de situatie aan de hand van de volgende vragen: • Ging het gesprek goed of niet goed en waarom? ! Formuleer op grond van de discussie een aantal criteria die volgens jou van belang zijn voor het oordeel goed of niet goed.
• Hoe beoordeel je de rol van de arts?
• het ethische perspectief;
! Formuleer op grond van de discussie een aantal criteria die volgens jou van belang zijn.
• het juridische perspectief;
• Hoe beoordeel je de rol van patiënt?
• het psychologische perspectief;
! Formuleer op grond van de discussie een aantal criteria die volgens jou van belang zijn.
• het antropologische perspectief. Deze studieopdracht heeft als doel het bestuderen van deze vier perspectieven teneinde te bepalen wat de overeenkomsten en verschillen zijn. Als gedachtebepaling vooraf staan er zeven fragmenten op Blackboard waarin sprake is van een ontmoeting tussen (aanstaande) artsen en patiënten of familieleden van patiënten. Ook is er een fragment waarin door artsen gesproken wordt over patiënten.
• Welk model van de arts-patiënt relatie is van toepassing?
Schrijf de resultaten per fragment op.
Fragment 1 en 2 komen uit de serie ‘De Echte Coassistent’ (in maart 2011 uitgezonden), fragment 3 tot en met 7 komen uit Grey’s Anatomy (eerste aflevering).
12
De rapportage bestaat uit:
1.
Een kenschets van de belangrijkste kenmerken van de vier perspectieven.
2.
Nagaan of de door jou gevonden criteria in de brainstorm ook terugkomen in de vier perspectieven en bij welke perspectieven. Met andere woorden: hoe zou een ethicus, een jurist, een psycholoog en een antropoloog aankijken tegen de fragmenten?
3.
Zijn er na bestudering van de literatuur en wellicht na nadere bestudering van de fragmenten nog nieuwe inzichten ontstaan?
13
Studiestof
SO 2: WANNEER WELK MODEL?
Zie SO 1
Welk model van de arts–patiënt relatie gebruikt wordt is mede afhankelijk van allerlei contextuele factoren. Zo is het deliberatieve model niet erg effectief in een situatie waarin de patiënt buiten bewustzijn is, of als de patiënt een jong kind is, zoals in het volgende verhaal van de Amerikaanse kinderarts en schrijver William Carlos Williams. Het verhaal speelt rond 1930. Luister naar het verhaal via de link op Blackboard.
Leerdoel De student verwerft kennis over en inzicht in: de verschillende visies op de arts-patiënt relatie.
Studieopdracht In deze studieopdracht willen we vanuit een bepaald probleem, pijn op de borst, in verschillende situaties onderzoeken welk model van de arts-patiënt relatie het meest voor de hand ligt. Begin deze opdracht met het bediscussiëren van het verhaal. Welk model van de artspatiënt relatie komt hieruit naar voren? Zijn daarvoor goede argumenten te geven? Zijn er alternatieve modellen denkbaar in deze situatie? Betrek ook de tijd waarin dit verhaal speelt in de overwegingen.
Bespreek daarna het volgende.
14
Situatie/Casus
2.
Bij jou op de spoedeisende-hulpafdeling komt een man met pijn op de borst.
Brainstorm Bedenk zoveel mogelijk oorzaken van pijn op de borst, en probeer bij elke oorzaak een zo specifiek mogelijk verschijnsel bij de individuele patiënt te benoemen. Voorbeeld: Symptoom
Oorzaak
Verschijnsel
Pijn op de borst
Trauma
Schotwond
Tijdens de vorige studieopdracht heb je kennisgemaakt met verschillende modellen van de arts-patiënt relatie. Probeer tijdens de terugrapportage de vermoedelijke invloed van de diagnose op het optimale arts-patiënt relatiemodel te laten zien.
Voorbeeld: Oorzaak
Optimale model
Schotwond
Paternalistisch
Omdat... ...
Terugrapportage
1.
Probeer de differentiaal-diagnostische overwegingen uit de brainstorm zo nodig aan te vullen en zoveel mogelijk onder te brengen in verschillende categorieën. Het gaat er hierbij om dat je een zekere logica opbouwt in die categorieën zodat het te-binnen-brengen van de verschillende diagnoses op de spoedeisendehulpafdeling je relatief gemakkelijk af gaat.
15
Studiestof
SO 3: DE DOKTER EN WELDOEN
Have, ten HAMJ et al.
Leerboek medische ethiek. 4e druk, 2013 • H3 Verantwoord medisch handelen Mol A (2005).
“Ervaringen koesteren. Over kennis, zorg en het dagelijks leven.” In: Haaster, van H & Koster-Dreese Y (red). Ervaring en Weten. Essays over de relatie tussen ervaringskennis en onderzoek. 2005 (p.13-25)
het volledige artikel via Blackboard
Leerdoelen De student verwerft kennis over en inzicht in: de ethische context van de geneeskunde; de samenhang en mogelijke spanning in de praktijk tussen weldoen en niet-schaden aan de ene kant en respect voor autonomie aan de andere kant.
Inleiding De patiënt vertelt zijn verhaal en verschaft de dokter informatie over zijn klacht. De dokter luistert, stelt vragen, doet verder onderzoek en vormt gaandeweg zijn verhaal en medische interpretatie van de klacht van de patiënt en baseert daarop zijn verdere handelen. Traditioneel wil de dokter weldoen aan de patiënt, zonder de patiënt te schaden. Hoe stel je je dat voor? Wat is weldoen? Brainstorm Op Blackboard staat een fragment waarin een dokter optreedt. Bekijk dit fragment ter plekke in de tutorgroep. Wat valt je op? Wat is dit voor een dokter? Is hier sprake van weldoen? Wellicht kun je hier ook eigen ervaringen inbrengen, of voorbeelden van wat volgens jou weldoen is die je
16
ergens hebt gezien, bijvoorbeeld op de tv (denk bijvoorbeeld aan ER of House MD). Schrijf de antwoorden van elke student op de vraag ‘Wat is weldoen’ door middel van steekwoorden op en probeer die weer te betrekken bij de uitkomst van de studieopdracht. Opdrachten Lees uit het boek van Ten Have et al H3 “Verantwoord medisch handelen” en lees het artikel van Mol. Beantwoord vervolgens de volgende vragen. Wat is de historische achtergrond van de Hippocratische eed en geef de inhoud van deze eed in hoofdpunten. Benoem de belangrijkste kenmerken van de Hippocratische traditie van de medische ethiek;
1. Zet uiteen wat de relatie is tussen de morele ! beginselen van weldoen en niet-schaden.
voor de verschillende fases van het medisch proces.
5. Welke boodschap probeert Mol aan ons over te brengen?
6. Hoe zet haar analyse het Hippocratische model in de medische ethiek onder druk?
7. Bekijk op Blackboard het fragment van Witte jas en Pyjama. • Analyseer het fragment met behulp van de beginselen van weldoen en niet-schaden. • Hoe bruikbaar zijn deze begrippen?! • Hoe verhouden zich hier het verhaal van de dokter en dat van de patiënt tot elkaar? • Gebruik bij het beantwoorden van deze vraag de inzichten uit het artikel van Mol, “Ervaringen koesteren”.
8. Toon het geanalyseerde fragment bij je presentatie.
2. Breng de antwoorden uit de brainstorm in verband met de morele beginselen van weldoen en nietschaden en de kritiek erop.
3. Waarom is het soms lastig te beoordelen wat in een specifieke situatie precies ‘weldoen’ of ‘niet schaden’ is? Wanneer wel/niet? Geef enkele voorbeelden.
4. Hoe zijn ervaringen van patiënten volgens Mol van belang voor het verhaal van de arts? Differentieer 17
Studiestof
SO 4: DE DOKTER, HET ZIEKENHUIS EN DE WET
Leerdoelen De student verwerft kennis over en inzicht in: de juridische context van de arts- patiënt relatie, in het bijzonder de WGBO; de ethische context van de geneeskunde;
Engberts, DP & Kalkman-Bogerd LE,
Leerboek Gezondheidsrecht. Bohn Stafleu van Loghum; 2013, 3e druk • H2 Relatie arts - patiënt Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
Hengeveld, MW, Balkom, van, AJLM,
Leerboek psychiatrie. 2009 • Eetstoornissen (p.403– 413) • Psychiatrie en Recht (p.683-692)
Zoek zelf verder naar informatie over anorexia nervosa.
de samenhang en mogelijke spanning in de praktijk tussen weldoen en niet-schaden aan de ene kant en respect voor autonomie aan de andere kant.
18
Een 24-jarige patiënte met anorexia nervosa wordt na een lang poliklinisch traject uiteindelijk opgenomen op de afdeling interne geneeskunde van het ziekenhuis. Het gaat thuis echt niet langer, haar gewicht is uiteindelijk gedaald naar 39 kg (lengte 1,62 m; body mass index is 14,9 kg/m2). Patiënte heeft eigenlijk geen zin om te worden opgenomen, maar stemt mokkend in.
d. prognose.
Naast bovenstaande aspecten zijn er in deze casus ook juridische aspecten verborgen. Als eenmaal het gedrag van patiënten met anorexia nervosa in beeld is gebracht, is het ook mogelijk om allerlei mogelijke problemen die deze patiënten in het ziekenhuis kunnen vormen in beeld te krijgen.
Brainstorm 1.
Wat is volgens jullie anorexia nervosa? Noteer de uitkomst hiervan en neem die mee in je presentatie.
2.
Welke gevaren loopt iemand met anorexia nervosa? Noteer wat volgens de groep de gevaren zijn. Vergelijk dit met wat er uit bestudering komt van anorexia.
3.
Waarom zou iemand met anorexia nervosa niet graag opgenomen willen worden in een ziekenhuis? Schrijf deze redenen op en verwerk ze in de presentatie.
Vraag 2 Zoek in de WGBO bij deze problemen de meest relevante artikelen die van toepassing zijn op de casus. Probeer daar vervolgens uit te destilleren aan welke grenzen het handelen van artsen en patiënten in dit geval zijn gebonden. Probeer ook te bedenken hoe deze patiënt geïnformeerd moet worden en wat haar positie is ten opzichte van deze informatie.
Vraag 1 Zoek uit wat anorexia nervosa is: a. criteria/kenmerken; b. welke behandelingen zijn er mogelijk? c. gedrag van patiënten (in ieder geval ten opzichte van medische behandelingen); 19
PRACTICA
1. Autonomie en diversiteit 2. Medische consultvoering: Interculturele gespreksvoering
Practicumleider
AUTONOMIE EN DIVERSITEIT
Dhr. drs. E.J. Ettema
Afdeling Metamedica
E:
[email protected]
Ruimte en tijd www.rooster.vu.nl
Leerdoelen
De student: kan drie verschillende concepten van autonomie benoemen;
Studiestof
kan het onderscheid verwoorden tussen een negatief en positief begrip van vrijheid;
Have, ten HAMJ et al.
Leerboek medische ethiek. 4e druk, 2013
heeft inzicht in de relevantie van cultuurverschillen voor vraagstukken rond autonomie; heeft inzicht in hoe hun eigen culturele achtergrond hun visie op de rol van arts beïnvloedt; kan het verschil uitleggen tussen een individualistische versus relationele benadering van autonomie.
• H3 Verantwoord medisch handelen • H4 Verlichtingstraditie: respect voor autonomie • H7 Communicatie
Leesstof Widdershoven G (2003).
Regie over eigen leven: een zorgethisch perspectief. Ethiek & Maatschappij, 6(2): 24-30
volledige tekst:
http://www.ethiekenmaatschappij.ugent.be/wp-content/ uploads/2012/07/EM_62-2003-Widdershoven.pdf Herkansing Vervangende opdracht
21
Achtergrond Autonomie is een veel gehanteerde term in de
Voorbereiding De opgegeven hoofdstukken van het leerboek Medische ethiek zijn leerstof. Het artikel van Widdershoven is aanvullende stof en wordt niet getentamineerd. De literatuur wordt in dit practicum als bekend verondersteld.
gezondheidszorg. Patiënten moeten zelf kunnen beslissen over zorg en behandeling. Maar wanneer is een beslissing autonoom? Moet de patiënt hebben nagedacht over een beslissing en de gevolgen? En hoe verhoudt de autonomie van de patiënt zich met jouw professionele autonomie? Deze laatste vraag wordt belangrijker naarmate de diversiteit in opvattingen tussen mensen toenemen. Welke plaats heeft je eigen culturele achtergrond in jouw visie op het (toekomstig) beroep van arts? Hoe ga jij om met patiënten en familieleden die jouw opvatting over goede zorg niet delen? Welke plaats heeft autonomie dan in jouw medisch handelen? Uitwerking We beginnen het practicum met een onderzoek naar de mogelijke betekenissen van autonomie. Studenten omschrijven voor zichzelf wat zij van belang achten bij autonomie van de patiënt. Vervolgens vergelijken we de
resultaten. Welke verschillende aspecten van autonomie zijn te onderscheiden? Kunnen we komen tot een clustering? Welke vragen roept dit op? Vervolgens bespreken we een casus waarin autonomie centraal staat. De casus wordt in groepsverband geanalyseerd in termen van verschillende betekenissen van autonomie. Welke opvatting van autonomie hanteren de betrokkenen? Met welke betekenis heb jij de meeste affiniteit? Daarna gaan we in op het onderwerp culturele diversiteit. In de casussen is sprake van patiënten met diverse culturele achtergrond. Maakt de achtergrond van de patiënt verschil voor jouw omgang met die patiënt? Zijn er specifieke aandachtspunten in het omgaan met autonomie bij mensen met verschillende culturele achtergronden? En wat betekent dat voor artsen die deze culturele achtergrond niet of juist wel delen? Tot slot koppelen we het thema ‘culturele diversiteit’ aan de betekenis van autonomie. In verschillende culturen wordt de autonomie van de patiënt verschillend ingevuld. In de Westerse geneeskunde wordt de nadruk veelal gelegd op individuele autonomie, en voor veel Nederlandse patiënten past dat bij hun waardenpatroon. Maar dat geldt niet voor iedereen, zoals bijvoorbeeld voor veel migranten met een niet-Westerse achtergrond. Voor velen van hen ligt de nadruk vaker op een relationeel begrip van autonomie. Hoe verhoudt zich dit met het toestemmingsbeginsel in de WGBO? En welke
22
eisen stelt de multiculturele samenleving aan de aankomend arts?
23
Practicumleider
MCV: INTERCULTURELE Movie 4.1 iPad Widget
Mw. drs. J. Jeltes Afdeling Medische psychologie en Medisch maatschappelijk werk
Ruimte en tijd
Vragen over rooster en aanwezigheid Let op! Practicum alleen in de eigen studiegroep te volgen! Alleen dringende vragen worden via
[email protected] beantwoord.
www.rooster.vu.nl
Introductievideo Studiestof Videolink: http://vumc.mediacore.tv/media/b1mcv-14-com-interculturele-gespreksvoering-2
Esch, van SCM et al. Recepten voor een goed gesprek. 5e geheel herziene druk, 2014
- H24 Interculturele communicatie
24
De serie practica Medische Consultvoering De serie MCV, Medische Consultvoering, bestaat uit een aantal practica die tijdens het eerste en tweede semester in jaar 1 gegeven worden door de vakgroepen Medische Psychologie, Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde. Er is in deze serie afwisselend aandacht voor klinisch redeneren (KR) en communicatieve vaardigheden (COM) zoals gesprekstechnieken, opbouw van een goede relatie met de patiënt en regievoering tijdens het consult. Achtergrond Artsen krijgen in onze multiculturele samenleving te maken met patiënten met uiteenlopende achtergronden. Soms wordt contact bemoeilijkt door taalbarrières, andere wijzen van klachtpresentatie en omgaan met ziekte en medicatie. Daarom is het van belang dat toekomstige artsen getraind zijn in communicatie met patiënten met allerlei verschillende achtergronden. Hierbij is zowel aandacht nodig voor het aanleren van praktische vaardigheden, als voor het creëren van een bewustzijn van de eigen ‘culturele bril’; de arts moet zich proberen te verplaatsen in de manier van denken van de patiënt, zonder te stereotyperen. Doel Het practicum verschaft inzicht in vooroordelen over en reacties op patiënten met verschillende (culturele) achtergronden. In de oefengesprekken ervaren de studenten welke gespreksvaardigheden aangewend kunnen worden in de verschillende situaties, welke
valkuilen er zijn in dit soort gesprekken en hoe hiermee omgegaan kan worden. Toetsing De leerstof van dit practicum wordt getoetst in semestertoets. De vaardigheden worden getoetst in de STAT van semester 1.2, waarbij de student een eenvoudig anamnesegesprek voert met een acteur. De rollen medisch expert en communicator worden dan geïntegreerd getoetst. Oefentaken In een oefening komen eigen vooroordelen over diverse bevolkingsgroepen aan bod. Ook vooroordelen over elkaar worden onder de loep genomen. Daarna worden twee soorten oefengesprekken gevoerd met simulatiepatiënten met verschillende culturele achtergronden: 1. Een gesprek waarbij de culturele achtergrond van de patiënt van invloed is op de klachtbeleving en 2. Een gesprek met een patiënt die de Nederlandse taal niet goed machtig is. Product De studenten noteren aan het einde van het practicum hun inzichten over dit onderwerp, zodat zij hiermee verder kunnen werken in de vervolgpractica van de communicator. Hierdoor krijgt de student zicht op en controle over de eigen ontwikkeling van gespreksvaardigheden, in relatie tot het omgaan met mensen uit verschillende culturen.
25