Leeswijzer Abnousse Shalmani - Khomeini, Sade en ik
Abnousse Shalmani Khomeini, Sade en ik Jaar van uitgave Genre Oorspronkelijke titel: Vertaling: ISBN Uitgever auteur leeswijzer
2015 Autobiografie, memoires, essays1 Khomeiny, Sade et moi Jan Versteeg 978 90 445 3450 4 De Geus i.s.m. Oxfam Novib Marlene Lunter
Abnousse Shalmani werd in 1977 in Teheran (Iran) geboren. Met haar ouders en broer vluchtte ze in 1985 naar Parijs. Daar studeerde ze geschiedenis en produceerde een korte tijd films. Khomeini, Sade en ik is haar eerste boek. Op verschillende filmpjes op Youtube is Shalmani aan het (Franse) woord.
Het verhaal Op 1 april 1979 werd de Islamitische Republiek Iran uitgeroepen. Ayatollah Khomeini kwam aan de macht en hij voerde een dictatoriaal regime in. Kleur verdween uit het straatbeeld, de kleding moest het hele lichaam bedekken en jongens en meisjes groeiden gescheiden op. De zedenpolitie waakte op straat, maar al gauw hielden ook de burgers zelf elkaar in de gaten. Abnousse Shalmani wordt in 1977 geboren en is als zesjarig meisje al zo opstandig dat ze regelmatig aan het einde van een schooldag al haar kleren uittrekt en naar de auto sprint. In 1985 vluchten haar ouders met haar en haar broer naar Parijs, de zussen van de moeder achterna. Daar ziet Abnousse Madonna op tv en is ze voor het eerst trots op haar vrouwelijkheid. Ze is perplex als ze meisjes en vrouwen ziet die vrijwillig een hoofddoek dragen. De familie heeft het moeilijk in de begintijd. Ze kennen de taal en de gewoontes niet, ze lijden honger en de familie valt uit elkaar. Abnousse stort zich op de Franse taal en raakt al snel haar moedertaal kwijt. Ze leest veel en vereenzelvigt zich, bij gebrek aan vrouwelijke helden, met de mannelijke helden. Ze krijgt een hekel aan haar lichaam dat zich snel ontwikkelt.
1
Ze wordt dik en als ze voor het eerst ongesteld is en ze begrijpt dat ze nu vruchtbaar is, voelt ze dat als een nieuwe gevangenis. In februari 1989 spreekt Khomeini een fatwa over de Indiase auteur Rushdie uit die volgens hem in De duivelsverzen de Islam beledigt. Abnousse ziet Rushdie meteen als haar grote vriend en onderkent de macht van het geschreven woord. Tot haar grote ellende zijn medeleerlingen het met Khomeini eens en ze zwijgt om haar weinige vrienden niet kwijt te raken. Als op 4 juni 1989 klasgenoten haar condoleren met Khomeini ’s dood slaat ze er op los. Vervolgens trekt ze zich terug en leest. Courtisanes uit de 19e eeuw worden haar grote voorbeeld. Het waren zelfstandige, machtige vrouwen met een bankrekening die zich niet door mannen lieten ringeloren. Op Pierre Louÿs, een 19e eeuwse schrijver van erotische teksten, wordt ze verliefd. Hij beschrijft het vrouwenlichaam en de erotische avonturen op een vererende en humorvolle wijze. Abnousse begint van haar eigen lichaam te houden en raakt de overtollige kilo’s kwijt. Vanaf haar zestiende gaat ze rokken dragen, omdat ze er trots op is een vrouw te zijn. Ze ervaart dan regelmatig dat mensen haar inschatten als dom of als een vrouw die erom vraagt verkracht te worden. Ze stort zich op de libertijnse literatuur en begint met Thérèse philosophe. Thérèse aanvaardt het lichaam en bezingt de Rede. Abnousse leest het boek als een handleiding om te overleven onder een absolutistische macht. De boeken van Markies de Sade schokken haar. Hij leert haar dat alles openbaar moest zijn en dat er geen enkel excuus is om te zwijgen. De verheerlijking van de misdaad en de martelscènes staan haar tegen, maar ze geniet van de stijl en het duister-diepzinnige betoog. Aan de universiteit beleeft ze een gelukkige tijd, totdat ze wakker wordt geschud als een Algerijnse vriendin zich tot de Islam bekeert en ineens gesluierd door het leven gaat. Als Abnousse kritiek heeft, noemen haar studiegenoten haar onverdraagzaam. Ze ziet aan de nationale voetbalploeg hoe Frankrijk zich van een eenheid (1998) ontwikkelt tot een natie die uit elkaar valt en anderen veroordeelt omdat ze anders zijn (2010). 11 september 2001: de aanslagen op de twintowers in New York. Tot Abnousses verbijstering gaat in streng Islamitische landen het volk juichend de straat op. Zelf, atheïst, wordt ze ineens als moslim gezien, een moslim die schuld heeft
Khomeini, Sade en ik is een onvolledige autobiografie, omdat Shalmani slechts over een deel van haar leven schrijft, nl. van 1977 tot 2013. Memoires zou daarom misschien een betere genreaanduiding zijn, hoewel in memoires het vooral gaat over de toestanden en mensen om de auteur heen. Het boek gaat daar inderdaad over, maar het gaat vooral over de invloed ervan op het leven van Shalmani. Sommige hoofdstukken, bijvoorbeeld het 42e, maar ook gedeeltes van andere hoofdstukken, zijn vooral essayistisch (betogend) van aard.
Leeswijzer
aan de moorden, terwijl ze juist elke godsdienst afwijst die zover gaat dat ze andersdenkenden vermoorden. Ze ziet hoe domkoppen en gewetenloze politici winnen en hoe het vrouwenlichaam weer verliest. Hoopvol is ze als op 21 april 2002 iedereen de straat opgaat om te protesteren als de ultrarechtse Jean-Marie Le Pen de eerste verkiezingsronde wint. In 2007 organiseert de Franse Nationale Bibliotheek een tentoonstelling van verboden en gecensureerde boeken. Abnousse is teleurgesteld omdat de tentoonstelling ingericht is als een ondeugend spel zonder aandacht voor het revolutionaire aspect. Maar als Benazir Bhutto, de eerste vrouw aan het hoofd van een moslimstaat, Pakistan, wordt vermoord, begrijpt ze weer hoe goed het leven in Parijs is. In 2009 krijgt ze eindelijk een Frans paspoort. Ze is er dolgelukkig mee en begrijpt niet dat haar vrienden afwijzend reageren. Frans zijn was toch niets om trots op te zijn? Als de Arabische lente in Tunesië en Egypte aanbreekt, is ze dolgelukkig en bang. Haar vrienden willen haar angst niet horen, dus zwijgt ze en schrijft. Helaas krijgt ze gelijk: orthodoxe Islamieten grijpen de macht in beide landen. Vanaf maart 2012 rukt extreemrechts met gewelddadigheden op in Europa. Omdat het economisch slecht gaat in Frankrijk, krijgen de buitenlanders de schuld. De extreem-rechtsen zijn net dezelfde baardmannen als de baardmannen. Ze sluiten de ander uit. Discriminatie ligt overal op de loer. Een Franse moslim vermoordt drie moslim-militairen en vier joden. En alle moslims die vredelievend zijn, zwijgen. Het opsluiten van vrouwen neemt weer toe. Toch ziet Abnousse ook lichtpuntjes: een Jeminitisch meisje van tien vlucht voor een huwelijk met een ouwe vent geholpen door een oom. En er is Nedjma, de eerste Arabische vrouw die een libertijnse roman schrijft. Er zullen altijd vrouwen in opstand komen tegen de Khomeini’s van deze wereld.
Personages Abnousse is als klein kind al opstandig tegen het Islamitische regime. Ze praat vaak haar mond voorbij en brengt haar familie daardoor in moeilijkheden. Door haar vader gaat ze van boeken houden en wil ze schrijver worden. Als meisje en als jonge vrouw blijft ze met het opgesloten vrouwenlichaam bezig. Door veel te lezen ontwikkelt ze haar denkbeelden en begrijpt ze dat kennis de sleutel is om de orthodoxe Islam te bestrijden. Ze is vaak eenzaam omdat haar ideeën indruisen tegen die van de mensen om haar
Leeswijzer
heen. Ze houdt dan haar mond en schrijft haar gedachten op. Uiteindelijk zwijgt ze niet meer. Abnousses moeder groeit op in Malayer in een gezin van zes meisjes en één jongen. Háár moeder, een sombere vrouw, aanbidt haar enige zoon, een briljante, onbeheerste jongen. Hij maakt van zijn zussen op hardhandige wijze onderdanige vrouwen. Ze worden hard en ongelukkig en willen van Abnousse hun evenbeeld maken. Zij noemt hem een ‘atheïstische baardman’ (p.54). Als communist handelt de broer in verboden boeken. Hij wordt opgepakt en gemarteld. Als hij vastzit, heeft zijn moeder niets meer om voor te leven. Zijn zussen vertrekken naar Europa. Hij blijft als enige in Iran achter. Na de Revolutie wordt hij vertaler en journalist. Als hij bijdraait, vergeven zijn zussen hem alles. Zijn dochter voedt hij vrij op. Abnousses moeder is vrijgevochten, slim, leuk en handig, maar voelt zich altijd minderwaardig. Ze betaalde de studie van haar zussen. Toch kijken die op haar neer, want ze wordt ‘maar’ kinderverzorgster, terwijl ze altijd hard werkt en onafhankelijk is. In vrijheid en met veel liefde brengt ze haar kinderen groot, maar haar minderwaardige gevoelens voor vrouwen kan ze niet van zich afleggen. Abnousses vader leest veel en is heel verdraagzaam en ruimdenkend net als zijn eigen vader. Hij wil zijn dochter tot een onafhankelijke vrouw opvoeden, wat uiterst ongewoon is in Iran. Mannen en vrouwen zijn gelijk voor hem en alle beslissingen neemt hij in samenspraak met vrouw en kinderen. Hij legt zijn kinderen nooit iets op, discussieert met ze en laat ze zelf beslissen. Abnousse noemt hem ‘Opperste Verdraagzaamheid’. Hij zorgt dat zij alles kan lezen wat ze wil, ook de libertijnse literatuur.
Thema In Khomeini, Sade en ik laat Abnousse Shalmani zien dat door onwetendheid autoritaire, bekrompen, geestelijke leiders als Khomeini aan de macht komen. Kennis is nodig om zulke tirannen te verdrijven. Het boek is een aanklacht tegen vooroordelen die de vrouw letterlijk gevangen houden.
Motieven en symbolen >De (orthodoxe) Islam
In de straten van Iran heerst de zedenpolitie. Abnousse noemt de mannen baardmannen en de vrouwen zwartrokken of zwartjurken. Als er maar een klein stukje huid of haar zichtbaar is, word je opgepakt. Mannen zijn verplicht een baard te dragen.
De orthodoxe Islamieten grijpen uit angst en onwetendheid terug naar het verleden (zie ook ‘literatuur’).
> De sluier
De sluier is het zichtbaarste bewijs dat de Islam aan de macht is. De sluier en de moderne tijd gaan niet samen. Succesvolle vrouwen met sluier dragen uit dat ze zich schamen vrouw te zijn. Een vrouw die er geen draagt, is goddeloos volgens hen.
> De positie van de vrouw, het vrouwenlichaam Vrouwen zijn nauwelijks terug te vinden in de mythen. Uit de Koran zijn de vrouwen bijna helemaal verdwenen. Maar de vrouwen die wel beschreven worden – Hagar, Roekajja en Khadija – zijn machtig en hebben contact met God. Jaloerse mannen hebben haar de pas afgesneden. Binnen de orthodoxe Islam krijgen jongens van jongs af aan te horen dat vrouwen niets meer zijn dan een stuk vlees en dat een vrouw die niet helemaal bedekt over straat gaat een hoer is die zonder meer verkracht kan worden. Meisjes krijgen van kleins af aan te horen dat hun lichaam vies is en bedekt moet worden. Als ze volwassen zijn veroordelen ze seksegenoten die niet gesluierd zijn en voor zichzelf opkomen. Oosterse moeders leggen hun dochters dezelfde regels op die hun eigen leven beperken. Er zijn vaders nodig die met de traditie breken, dan hebben dochters pas een kans.
De zedenpolitie houdt iedereen in de gaten en de burgers beginnen elkaar ook te beloeren. ‘Het geringste oogcontact (brengt) een ontlading van zinnelijkheid teweeg’ (p.21). ‘Tussen de geruststellende muren binnenshuis kon alles gezegd, gedaan, gedacht worden’ (p.46). Maar: ‘Het oog kent geen grenzen’ (p.94). Zelfs in Parijs wil Abnousses moeder de naam hoog houden. Er is ook het ‘derde oog’. Dit zit bovenop het hoofd van de vrouw. Het maakt haar machtig en een gevaar voor de man, omdat ze daarmee contact met God kan maken (zie vanaf p.132 en p.146).
> Ballingschap, buitenstaanderschap, burgerschap
Abnousse en haar familie ontvluchten het meedogenloze regime van Khomeini en vestigen zich in Parijs. Daar voelen ze zich lang buitenstaanders omdat ze in het begin de taal niet spreken en de gewoontes niet kennen. Abnousse stort zich op de Franse geschiedenis en literatuur om er helemaal bij te horen. Toch loopt ze er telkens weer tegenaan dat ze anders is dan de anderen. Zo zijn haar klasgenoten op de middelbare school alleen geïnteresseerd in jongens, trouwen en kinderen krijgen en vinden ze Abnousse maar een rare meid met haar interesse in literatuur en politiek. Ook als volwassene krijgt ze de raad haar mond te houden.
> P atriottisme, nationalisme, discriminatie, racisme,
Abnousse staat als opgroeiend meisje tweeslachtig tegenover het vrouwenlichaam. Ze protesteert tegen het bedekken van het lichaam door zich als klein meisje in het openbaar uit te kleden. Ze voelt trots als ze in Parijs Madonna ziet. Maar als haar lichaam zich begint te ontwikkelen, heeft ze er een afkeer van. Dankzij de libertijnse literatuur leert ze ervan te houden. Ze begrijpt dat de orthodoxe Islamieten het vrouwenlichaam bedekken omdat ze bang zijn voor de macht van vrouwen. Abnousse houdt van sterke vrouwen en 19e eeuwse courtisanes worden haar heldinnen. Ze verafschuwt vrouwen die hun mond houden en zich ondergeschikt maken aan mannen.
onverdraagzaamheid Officieel krijgt Abnousse in 2009 de Franse nationaliteit. De Fransen zelf vinden het maar vreemd dat ze daar zo blij mee is. Ze geven op hun eigen land af. Als Abnousse zich uitspreekt tegen de sluier, noemen de mensen om haar heen haar een racist. Volgens Abnousse haalt men geloof en cultuur door elkaar. Ze is niet tegen Arabieren, maar ze is tegen de ‘baardmannen’. Ze is een patriot, ze houdt van Frankrijk, maar ze is geen nationalist. Nationalisten sluiten buitenlanders het liefst buiten. Vreemdelingenhaat en onverdraagzaamheid rukken op aan het begin van de twintigste eeuw in Frankrijk en de rest van de wereld. Extreemrechtsen zijn net zo onverdraagzaam als de orthodoxe Islamieten.
> A wra, het oog, (niet) gezien worden Het vrouwenlichaam, en dus de vrouw, mag niet worden gezien en daardoor besta je als vrouw niet, in ieder geval niet buitenshuis. De ‘awra’ is ‘dat waar het oog aanstoot aan neemt’. In de islam wordt met de ‘awra alles aangegeven wat aanstootgevend is en bedekt moet zijn. […] Het oog wordt vijand nummer een. Het boze oog huist in alle ogen’ (p.51). Abnousse strijdt tegen de ‘awra’. Ze noemt het de ‘dictatuur van het oog’ (p.32).
Leeswijzer
> Literatuur
Abnousse is een verwoed lezer en de literatuur heeft grote invloed op haar ontwikkeling. Als de landen waarin ‘baardmannen’ de scepter zwaaien overstelpt zouden worden met boeken, en vooral met de libertijnse literatuur, zou de wereld er volgens haar heel anders uitzien. In ‘Thérèse philosophe’ is het alsof Thérèse de baardmannen beschrijft: ‘eerzuchtige mannen … die profiteerden van de
goedgelovigheid van de volken … die spraken uit naam van tirannieke goden’. Abnousse leert dat je niet alleen ‘nee’ moet zeggen tegen de absolute macht, maar dat je ook zekerheden moest loslaten en argumenten moet aanvoeren en bedenken hoe je de machtigen moet verdrijven.
Structuur, tijd en plaats Khomeini, Sade en ik bestaat uit 46 niet-genummerde hoofdstukken. De meeste hoofdstukken tellen tussen de vier en negen pagina’s. Het gemiddelde aantal pagina’s is ruim 6,5. Het langste hoofdstuk is het 42e, dat verhaalt over de opstanden in Tunesië en Egypte en speelt van januari 2011 tot augustus 2013. Alle hoofdstukken dragen een kop met daarin de plaats waar het zich afspeelt en/of geschreven is en in welke tijd het speelt. De meeste hoofdstukken spelen zich af in Parijs. Hoofdstuk 1, 3, 5, 7, 12 en 13 in Teheran (Iran), hoofdstuk 9 in Malayer (Iran), Teheran en Parijs en hoofdstuk 10 in Teheran en Parijs. Vanaf hoofdstuk 14 spelen de gebeurtenissen zich alleen af in Parijs. De hoofdstukken zijn niet-chronologisch geordend. Het vroegste genoemde jaar is 1979, het meest recente 2013. Zestien hoofdstukken dragen het jaartal 2013. Hoofdstuk 9 en 10 vertellen over de jeugd en afkomst van respectievelijk Abnousses moeder en haar vader, dus over de jaren vóór 1977. Diverse hoofdstukken overlappen elkaar in tijd. Hoofdstuk vijf bijvoorbeeld gaat over de jaren 1979-1985, hoofdstuk zeven over 1981-1985 en hoofdstuk 12 over 1983-1985.
Verteller en perspectief Abnousse is de ikverteller. Zij behoudt het hele boek het perspectief. Vanaf 1989 schrijft zij over haar leven. Zij is dus voornamelijk een vertellende ik, een ik die vertelt over wat er is gebeurd: ‘Dat ik als meisje behoefte voelde…’ (p.11). Een enkele keer spreekt zij de lezer rechtstreeks aan: ‘Niet weer lachen: u hebt geen libertijnse literatuur gelezen…’ (p.174).
Schrijfstijl Abnousse Shalmani heeft een vlotte, betogende stijl, waarin ze argumenten en overdenkingen afwisselt met anekdotes uit haar eigen leven. Om haar ideeën kracht bij te zetten, maakt ze gebruik van de stijlfiguur repetitio (herhaling van woorden): ‘Ik herinner me dat ik prijzen kreeg…, ik herinner me dat mijn onderwijzeres… Ik herinner me de spelletjes…’ (p.104) en: ‘Het was een zondag en er waren verkiezingen. Het was
Leeswijzer
een zondag en mijn moeder…’ (p.244).
Titel De titel verwijst naar de geestelijk leider van Iran (Khomeini), naar de schrijver van libertijnse literatuur (De Sade) en naar de Iraanse auteur van het boek. Khomeini is degene die het leven van Shalmani beperkt. In de literatuur van onder andere De Sade vindt ze een tegengif.
Achtergronden Iran Reza Pahlavi kwam in 1925 aan de macht via een staatsgreep. Hij mat zich de titel van ‘sjah’, koning, aan. Hij en zijn zoon Mohammad regeerden als dictators. Iedereen die het absolute gezag van de sjah betwistte, werd hard aangepakt. Het westen steunde de dictatuur om geopolitieke (een regionale medestander in de toenmalige Koude Oorlog) en economische redenen (de rijke olievoorraden). Vanaf halverwege de jaren 70 groeide onder de bevolking de onvrede met het repressieve, autocratisch regime. In 1979 bracht de breed gedragen Iraanse Revolutie de sjah ten val. Uiteindelijk schoof de machtigste politieke partij, die van de Islam, de macht in handen van hun leider ayatollah Ruhollah Khomeini. Hiermee kwam een even repressieve dictatuur tot stand, gebaseerd op de islamitische wet, de sharia. Na de dood van Khomeini in 1989 werd ayatollah Ali Khamenei de leider van Iran. De hervormingsgezinde president Mohammad Khatami (19972005) voerde enkele democratische veranderingen door. De volgende president, de conservatieve, geestelijke Mahmoud Ahmedinejad, draaide ze weer terug. In 2013 werd Hassan Rohani, een hervormingsgezinde kandidaat, gekozen tot president. Hij liet een verzoenende toon horen richting de westerse wereld en gaf onder andere aan meer werk te willen maken van vrouwenrechten in zijn land. De Arabische Lente behelst een golf van opstanden, protesten en revoluties in de Arabische wereld die begon op 18 december 2010 in Tunesië. Revoluties in Egypte, Libië en Jemen volgden, evenals een burgeroorlog in Syrië, grote demonstraties en protesten in Bahrein, protesten van middelgrote schaal in Jordanië, Marokko, Algerije, Irak, Oman en de Palestijnse gebieden en incidentele protesten in Mauritanië, Saoedi-Arabië, Soedan, Libanon en Koeweit. De directe aanleiding van de Jasmijnrevolutie in Tunesië was de dood van de 26-jarige straathandelaar Mohammed Bouazizi. Hij stak zichzelf in brand, getergd door armoede en corruptie. In de daaropvolgende dagen waren er
herdenkingen in zijn woonplaats en protesten tegen de corrupte Destourianpartij met haar leider Zine El Abidine Ben Ali. De protesten verspreidden zich over het hele land en uitten de onvrede met de repressie, de hoge werkloosheid en de stijgende voedselprijzen. Ben Ali schakelde het leger in, maar de militairen bleken niet bereid op het volk te schieten en Ben Ali vluchtte het land uit. In Egypte was het Tahirplein in Caïro het middelpunt van grote demonstraties. De sociale media riepen jongeren op om te protesteren tegen het regime van Hosni Moebarak. Deze trad af op 11 februari 2011. De fatwa over Salman Rushdie Ahmed Salman Rushdie (India, 1947), essayist en schrijver van fictie, is een voorvechter van de vrijheid van meningsuiting. Vanwege zijn roman De duivelsverzen sprak Khomeini een fatwa over hem uit. Hij zette een prijs van drie miljoen Amerikaanse dollars op Rushdies hoofd. De Britse staat bood hem bescherming, maar Rushdie zat tien jaar ondergedoken. De duivelsverzen handelt over de immigratieproblematiek. Twee Indiase acteurs overleven een vliegtuigkaping. De ene broer transformeert tot de aartsengel Gabriël, de andere tot de duivel. De oorzaak van de fatwa is de wijze waarop Rushdie de profeet Mohammed beschrijft: als een man die bezwijkt voor aardse genoegens. De titel heeft hierop betrekking, die verwijst naar de omstreden duivelsverzen uit de Koran, die voor veel moslims taboe zijn. Khomeini noemde het boek een belediging van de Islam. Na zijn dood in 1989 verklaarde de Iraanse regering publiekelijk het doodvonnis niet uit te zullen voeren. Donatien Alphonse François de Sade (1740 – 1814), bekend onder de naam Markies de Sade, was een Frans aristocraat en schrijver van veel gecensureerde boeken. De woorden sadisme en sadomasochisme zijn van zijn naam afgeleid. Hij wordt gezien als de bekendste voorstander van het libertinisme. Vanaf 1768 werd hij regelmatig opgesloten wegens seksuele uitspattingen. In 1778, opgesloten in het kasteel van Vincennes, begon hij te schrijven. Zijn oeuvre wordt gezien als filosofische kritiek op de moraal van zijn tijd. Elke moraal die voortkomt uit consensus, religie of overheid is tegennatuurlijk volgens hem. De mens moet zijn individuele hartstochten botvieren die hem door de natuur zijn ingeblazen, ongeacht de verschrikkelijke uitwerkingen die dat op zijn medemens heeft. De Sade illustreert dit met allerlei sadistische gruwelijkheden. Hij valt bij voorkeur hypocrisie, religie en vooroordelen aan, maar ook de standpunten van verlichte filosofen (zoals Voltaire). Zijn
Leeswijzer
taalgebruik is gevat, sterk, agressief en humoristisch. Zijn werk is lang verboden geweest. In 1990 is het opgenomen in de prestigieuze Bibliothèque de la Pléiade, tussen dat van andere grote Franse schrijvers. Libertinisme is een levensfilosofie die absolute, individuele vrijheid voorstaat. De Sades idee was dat de vrijheid niet de weg naar God is, maar naar het natuurlijke instinct. Hij ziet religie als vrijheidsbeperkend. De natuurlijke drang naar het genot en welzijn is het hoogste doel. Iedereen moet van iedereen kunnen genieten. Trouw wordt afgewezen. Eerzucht bestaat niet. Eerloos gedrag is goed. Voor de libertijn bestaat volgens De Sade geen goed of kwaad. Een ware libertijn laat zijn vrijheid niet beperken door wetten. De natuurlijke drift is het belangrijkste en alles wat hem of haar daarin wil beperken, is misdadig.
Discussiepunten 1. Welke rol spelen de ouders van Abnousse in haar ontwikkeling? 2. Waarom noemt Abnousse de zussen van haar moeder ‘het bewijs dat er iets niet klopt in de opvoeding van vrouwen in het land van de baardmannen’ (p.60)? 3. Abnousse meent dat gesluierde vrouwen niet gelukkig kunnen zijn en ‘gebukt gaan onder de schaamte vrouw te zijn’ (p.43). Hoe denkt u erover? 4. Welke betekenis heeft de film Ta’yza van Kiarostami voor Abnousse (p.85 e.v.)? 5. Abnousse noemt Victor Hugo haar ‘paspoort naar het echte leven’ (p.96). Wat bedoelt ze daarmee? 6. Abnousse vindt zelfvertrouwen en je bewust zijn van je vrouwelijkheid belangrijker dan wetten om vrouwen tegen ongewenste intimiteiten te beschermen (p.101). In hoeverre bent u het met haar eens? 7. Volgens Elisabeth Badinter bestaat het moederinstinct niet (p.151). Bent u het net als Abnousse met haar eens? Welke argumenten kunt u aanvoeren? 8. Abnousse vindt het dwaas dat pubermeisjes zich wel mogen kleden en opmaken als volwassen vrouwen, maar ze mogen geen ‘schunnig boek’ (p.154) lezen. Hoe verklaart u deze discrepantie? 9. Hoe denkt u over de literatuur van De Sade zoals u die in dit boek leert kennen (zie het hoofdstuk vanaf p.190)? 10. Welke betekenis hecht u aan het verhaal dat Abnousses grootvader haar vertelt over de druiven (p.301-302)? 11. Wat betekenen boeken voor Abnousse? Wat herkent u daarin? 12. Wat betekent de rok voor Abnousse (262)? Hoe denkt u erover?
13. Kunt u uitleggen hoe de Franse nationale voetbalploeg de veranderingen in Frankrijk weerspiegelt? 14. Welke betekenis ziet u in het einde van het boek: de oom in het ziekenhuis? 15. Abnousse denkt dat de buitenproportionele reacties van de moslims op ‘misdaden’ tegen hun geloof bewijzen dat ze bang zijn hun eigenheid kwijt te raken, dat ze handelen vanuit angst en dat ze geestelijk niet gezond zijn. In hoeverre bent u het met haar eens? 16. Volgens Abnousse reageren ‘baardmannen’ van nu heftig op humoristische tekeningen omdat elke verandering begint met gelach: ‘vooruitgang is lachen om God en vooral om zijn heerscharen’ (p.293). Heeft ze wel of geen gelijk volgens u? 17. Denkt u net als Abnousse dat het lezen van libertijnse literatuur een einde zal maken aan de orthodoxe Islam? 18. Abnousse ziet zichzelf als Frans door de cultuur, door de taal, door haar kennis van het verleden en doordat ze in Iran een vreemdeling is (p.227 e.v.). Beargumenteer of u het met haar eens bent. 19. Hoe dacht u over de orthodoxe Islam vóór het lezen van dit boek en hoe denkt u er nu over? 20. Bij welk van de genoemde genres zou u het boek indelen? 21. Wat bent u wijzer geworden van dit boek? 22. Welke mensen zou u dit boek aanraden? 23. Hoe denkt u over de volgende uitspraken: - ‘De balling bezit de sleutel tot gisteren want de toekomst is voor hem afgesloten’ (p.25). - ‘En als nu eens’ is de belangrijkste bouwsteen voor een mens met verbeeldingskracht (p.117). - Dit is wat literatuur in het bijzonder en kunst in het algemeen voor ons doen: de geest alle ruimte geven, ons confronteren met andere gewaarwordingen, andere stemmen, andere oneindigheden’ (p.314/315).
Leeswijzer