LEERWAAIER EN ALGEMENE DIDACTISCHE WENKEN
1
WOORD VOORAF.......................................................................................................... 3 1. Materiaal voor de leerling en de leerkracht ................................................................. 4 1.1 Leesboek Peristylium A en B ............................................................................................. 4 1.1.1
Algemeen .................................................................................................................. 4
1.1.2
De dynamisch-lineaire leesstrategie ......................................................................... 4
1.1.3
Latijnse teksten ......................................................................................................... 5
1.1.4
Hulp bij het lezen ...................................................................................................... 5
1.1.5
Woordenschat bij de teksten - opbouwende leerlijn bij woordafleidingen............... 6
1.1.6 Opdrachten bij een groter tekstgeheel ……………………………………………. 6 1.1.7 (Antieke) cultuur …………………………………………………………………..7 1.1.8 Onderzoeksopdrachten …………………………………………………………….7 1.1.9 Andere gebruikte icoontjes ……………………………………………………….. 7 1.2 Taalboek ............................................................................................................................. 8 1.2.1
Algemeen .................................................................................................................. 8
1.2.2
Drie onderdelen in het taalboekje ............................................................................. 8
1.3. Woordenlijst ....................................................................................................................... 9 1.3.1
Algemeen .................................................................................................................. 9
1.3.2
Tien onderdelen in de woordenlijst ........................................................................ 10
1.4 Online materiaal voor de leerlingen op Knooppunt ......................................................... 11
2. Materiaal voor de leerkracht ...................................................................................... 12 2.1 Jaarplanning .................................................................................................................... 12 2.2 Bordboek ......................................................................................................................... 12 2.3 Taalboek .......................................................................................................................... 12 2.4 Handleidingen bij de tekstfragmenten uit leesboek A (Caesar en Sallustius) en leesboek B (Ovidius, Plinius en Colombus) .................................................................... 13
2
WOORD VOORAF
Beste leerkracht, We danken u voor het vertrouwen dat u in onze handboekenreeks stelt. We zijn ervan overtuigd dat de nieuwe Peristylium u zal bekoren. Wij bieden u:
volledige conformiteit met het leerplan (D/2013/7841/002) een ruim aanbod aan nieuw en herwerkt tekstmateriaal een grote keuze aan cultuurteksten en actualisering, die aansluiten bij de inhoud van de teksten een uitgebreide digitale ondersteuning voor leerling en leerkracht een aantrekkelijke lay-out, rijkelijk geïllustreerd
Met deze handleiding willen wij u een maximale ondersteuning bieden tijdens het lesgeven, met een jaarplanning, didactische wenken, oplossingsleutels, vertaling van teksten, toetsen … Al dit materiaal vindt u in digitale versie op Knooppunt. Het spreekt voor zich dat u dit materiaal aan uw behoeften en aan die van uw leerlingen kunt aanpassen en kunt gebruiken zoals u het wilt. Raadpleeg af en toe de methodesite www.plantyn.com/arslegendi. Hier vindt u altijd de meest recente informatie en nieuwtjes omtrent de reeks Ars Legendi. Ondanks alle inspanningen om heel zorgvuldig te werk te gaan, kunnen er altijd ongemerkt foutjes in een boek sluipen. Eventuele fouten in de Leesboeken, het Taalboek, de Woordenlijst of de handleiding mag u melden aan de uitgever (
[email protected]). Ze zullen verzameld worden in een erratalijst die op Knooppunt komt te staan. Bij een volgende druk zullen die fouten dan verwerkt worden.
Wij wensen u veel succes, een grote tevredenheid en veel plezier met Peristylium!
De auteurs
3
1. Materiaal voor de leerling en de leerkracht 1.1 Leesboek Peristylium A en B 1.1.1
Algemeen
Beide leesboeken bevatten een ruim aanbod aan tekstfragmenten van Caesar (Peristylium A) en Ovidius (Peristylium B), de verplichte auteurs van het vierde jaar. Daarnaast komen ook Sallustius en Plinius aan bod, twee auteurs die in het leerplan aanbevolen worden. Alle Latijnse teksten zijn vergezeld van infoteksten i.v.m. antieke cultuur. De cultuurteksten vormen een eenheid met de inhoud van de leesteksten. 1.1.2
De dynamisch-lineaire leesstrategie
Er wordt ook nu veel aandacht besteed aan het bevorderen van leesvaardigheid en aan tekstbegrip. De grammaticale vragen bij de leesteksten staan enkel in functie van de lectuur. De reeks van Ars Legendi huldigt hierbij de dynamisch-lineaire leesmethode (zie ook Scalae p.8): Hieronder volgen - kort samengevat - de principes van die leesstrategie, waarbij de Latijnse woordorde en de gedachtegang van de auteur gerespecteerd wordt. - Eerste fase:
(analytische) verkenningsfase De leerlingen lezen in woordgroepen en vertalen de woorden of woordgroepen met de stereotiepe weergave (= voorlopige vertaling). We denken intussen al na welke functie die woorden en woordgroepen zouden kunnen hebben. Zo kunnen we al een mogelijk idee hebben over het gezegde (als dat op het einde van de zin staat) (= grammaticale verwachtingspatronen). Als eindpunt van die eerste fase bekomen de leerlingen een voorlopige weergave van een reeks woorden en woordgroepen.
- Tweede fase:
(syntactische) controlefase De leerlingen bekijken of hun grammaticale verwachtingen (bv. over het gezegde) ingelost worden of bijgestuurd moeten worden. Ze zoeken nu het juiste verband tussen de woorden en woordgroepen die ze al voorlopig vertaald hebben. Ze hebben hierbij aandacht voor voegwoorden (bv. bij bepaalde (nevenschikkende) voegwoorden kan men al voorzien wat er inhoudelijk zal volgen = inhoudelijke verwachtingspatronen), signaalwoorden (nadenken over het verband met wat voorafging, proberen te voorzien) en verwijswoorden (wie/wat wordt bedoeld?). Ze letten op de vorm, de syntactische functie en semantische rol. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is het formuleren van ontledingsvragen (Wie? Wat? Wanneer? Waarom? Aan wie? …). Als eindpunt van die syntactische fase bekomen de leerlingen een werkvertaling.
- Derde fase:
evaluatiefase en vlotte weergave De leerlingen beoordelen hun werkvertaling: heeft die vertaling op zich zin? Heeft die vertaling zin in de context? De leerlingen zetten nu de werkvertaling om in leeswaardig, prettig leesbaar Nederlands ( = vlotte vertaling). 4
Met het lezen van authentieke teksten worden de leerlingen nu ook meer geconfronteerd met complex samengestelde zinnen. Af en toe verschijnt een schematische voorstelling in het leesboek, zodat de lectuur van zo’n ingewikkelde zin vlotter verloopt. Leerlingen moeten ook in staat zijn zelf een schematische voorstelling van een samengestelde zin te maken. Terwijl ze aan de hand van de leesstrategie een werkvertaling maken, stellen ze een schematische voorstelling op. Hiermee kunnen ze reflecteren over de samenhang tussen hoofdzin(nen) en bijzin(nen) en waar nodig - sturen ze de werkvertaling bij. Bij een eventuele omzetting van de werkvertaling naar een vlotte vertaling is de schematische voorstelling een handig hulpmiddel. Bij de vertaling zullen ze de opeenvolging van de Latijnse zinnen zoveel mogelijk bewaren, maar hier en daar zullen ze van een bijzin van de eerste graad een onafhankelijke zin maken.
1.1.3
Latijnse teksten
Peristylium A omvat de teksten van twee antieke schrijvers uit de republiek: -
Caesar (De bello Gallico) Sallustius (De Catilinae coniuratione)
Peristylium B bevat: -
1.1.4
het poëtisch Latijn van Ovidius (Metamorphoses) het postklassiek Latijn van Plinius (Epistulae) het humanistische Latijn met een brief van Columbus. De brief van Columbus is in het Latijn vertaald en dateert uit de 15de eeuw. Terwijl de leerlingen vorig schooljaar in Tablinum kennis maakten met het middeleeuwse Latijn, worden ze nu geconfronteerd met humanistisch Latijn, een variant die gesproken en geschreven werd tijdens de renaissance (1500 - 1800). Zo worden ze zich meer bewust van de verdere evolutie van de Latijnse taal.
Hulp bij het lezen
Omdat het leerplan voorschrijft dat de leerlingen zo zelfstandig mogelijk tot tekstbegrip moeten komen, is ook nu weer veel aandacht besteed aan het hulpmateriaal dat voor hen nodig is om een tekst zelfstandig aan te pakken. Om tijdens het zelfstandig lezen van Latijnse teksten tot tekstbegrip en een goede en vlotte vertaling te komen, staan bij de teksten allerlei hulpvraagjes die de leerlingen helpen een moeilijkheid te ontwrichten en verder te lezen. Die vragen zijn van diverse aard en doen de leerlingen nadenken over de betekenis van een bepaald woord, over de grammaticale samenhang binnen een zin of over de inhoud van een tekst of stuk van de tekst. Ook andere extra hulp, zoals verwijzingen naar de vernieuwde grammatica Scalae (SC.) of naar het taalboek (TB), en verduidelijkende info helpen bij het tekstbegrip. Door die inhoudelijke en grammaticale ondersteuning zullen de leerlingen in geval van lectuur onder leiding van de leerkracht ook minder gegevens moeten noteren. Zo blijft hun aandacht meer gefocust op tekstbegrip. Bij toetsen over de gelezen teksten beschikken de leerlingen uiteraard niet meer over het hulpmateriaal dat zich onder de Latijnse tekst bevindt. Af en toe is de schematische voorstelling van een complex samengestelde zin in het leesboek afgedrukt. Zo kan de lectuur van ingewikkelde zinnen vlotter verlopen. Wel is het de bedoeling dat leerlingen na verloop van tijd zelf in staat zijn een schematische voorstelling te maken.
5
1.1.5
Woordenschat bij de teksten - opbouwende leerlijn bij woordafleidingen
Voor een vlotte lectuur van de Latijnse teksten is een goede kennis van de Latijnse woordenschat onontbeerlijk. De leerlingen moeten daarom gedurende het hele schooljaar over parate kennis van de basiswoordenlijst (zie Woordenlijst deel I: basiswoordenlijst in enge zin) beschikken. Om de kennis van die basiswoorden gedurende het hele schooljaar te bezitten, is het aan de leerlingen aan te raden die woorden heel regelmatig te herhalen en is het noodzakelijk dat ze door de leerkracht frequent getoetst worden. Bij elke auteur is ook een specifieke woordenlijst opgemaakt. Die auteurswoorden behoren tot het basisvocabularium in ruime zin. In voorbereiding op de lectuur van een welbepaald tekstfragment van een welbepaalde auteur moet vooraf de bijhorende specifieke woordenlijst gememoriseerd worden: zie Woordenlijst deel IV (Caesar), V (Sallustius), VI (Ovidius), VII (Plinius) en VIII (Columbus). Bij aanvang van de lectuur van een nieuwe auteur moeten de specifieke woorden van een al eerder gelezen auteur niet meer gekend zijn. In de rechtermarge naast de Latijnse tekst vinden de leerlingen de betekenis van Latijnse woorden die niet tot het te kennen vocabularium behoren en dus niet in de woordenlijst zijn opgenomen. De leerlingen hoeven die woorden niet te memoriseren, ook niet voor de evaluatie van de gelezen teksten. In de leesboeken van Peristylium wordt eveneens veel aandacht besteed aan de vaardigheid om de betekenis van een woord af te leiden vanuit woordsamenstelling en woordverwantschap, en dit in een opbouwende leerlijn. Zo leren ze actief zoeken naar bekende stammen, naar bekende voor- en achtervoegsels (zie kaders in de Woordenlijst: K 3, K 5 en K 10). Voor het afleiden van woorden hebben we dus geopteerd voor een opbouwende leerlijn. Bij Caesar worden enkel de afleidingen van basiswoorden geoefend, en dit aan de hand van vraagjes bij de tekst. Bij de andere auteurs moeten leerlingen de betekenis van een woord dat afgeleid is van een basiswoord zonder hulpvraagje kunnen achterhalen. Betreft het een afleiding van een woord dat niet tot de basiswoordenschat behoort maar tot het specifieke vocabularium, dan is het stamwoord in de specifieke auteurslijst opgenomen en is bij de tekst een begeleidend vraagje hierover gesteld.
1.1.6
Opdrachten bij een groter tekstgeheel
Na de lectuur van een tekstgeheel volgt een uitgebreid gamma aan tekstopdrachten. In Peristylium A zijn de vragen bij Caesar vooral gericht op de subtiele manier waarop en de manipulatieve technieken waarmee hij zijn lezers wil beïnvloeden. Bij Sallustius ligt de nadruk vooral op de structuur van de tekst, Sallustius als geschiedschrijver en op de inhoudelijke, psychologische en stilistische bespreking. Vanzelfsprekend zal de inhoudelijke en stilistische uitleg al grotendeels tijdens de lectuur plaatsvinden. Het is dus niet de bedoeling om eerst de Latijnse tekst van een groter geheel te lezen en na de lectuur ervan de vragen één voor één te beantwoorden. De leerkracht zal dus op een creatieve manier omgaan met de vele opdrachten, waaruit hij/zij een keuze kan maken in functie van de belangstelling van de leerlingen en van de leerplandoelstellingen. Op Knooppunt zijn nog extra opdrachten van allerlei aard te vinden. In Peristylium B worden de verhalen van Ovidius inhoudelijk uitgediept en vanuit verschillende oogpunten bekeken. Eerst wordt het centrale liefdesthema uitgediept in Amor aan het werk. Bij elke metamorfose wordt een aspect van de liefde belicht en geactualiseerd. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze hun eigen mening kunnen verwoorden en dat ze onderling tot een leerrijk gesprek komen over die verscheidene emoties. Elke metamorfose wordt daarna ook vanuit een ander oogpunt benaderd: Het verhaal anders bekeken. De verhalen handelen immers niet alleen over gedaanteveranderingen en liefde; ze belichten ook allerlei aspecten van het mens-zijn: cultuurhistorische, mythologische, psychologische, pedagogische, technische … Deze rubriek opent alvast de weg naar actualisering en het formuleren van eigen standpunten. De opdrachten bij de brieven van Plinius zijn vooral van inhoudelijke en stilistische aard. Ook hier wordt enige creativiteit van de leerkracht verwacht. 6
1.1.7 (Antieke) Cultuur De cultuurteksten sluiten zeer nauw aan bij de inhoud van de Latijnse teksten. In Peristylium A staan bij Caesar het Romeinse leger en militaire tactiek centraal. Ook de Keltische beschaving wordt uitvoerig besproken. Bij Sallustius wordt het verval van de Romeinse zeden belicht en worden de personages aan een psychologische analyse onderworpen. Naast de cultuurteksten bevat Peristylium A ook nog een ruim aanbod aan actualisering en extra informatie, die verband houden met de inhoud van de tekstfragmenten. De cultuurpassages zijn aantrekkelijk gemaakt door toevoeging van vele, kleurrijke illustraties en verduidelijkende kaartjes. In het bordboek staat nog extra materiaal: afbeeldingen, powerpoints … In Peristylium B ligt bij Ovidius de nadruk op de nawerking van zijn verhalen in allerlei kunstvormen. Zijn Metamorphōses waren en zijn nog altijd een rijke inspiratiebron voor menig kunstenaar. De rubriek Nawerking biedt - al dan niet uitgebreid - voorbeelden van navolging in de literatuur , de schilderkunst, de beeldhouwkunst, de muziek … Het spreekt voor zich dat dit onderdeel rijkelijk geïllustreerd is. Er wordt ook vaak dieper ingegaan op de belangrijkste kenmerken van bepaalde kunststromingen. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze enkele typische kenmerken bij een kunstwerk kunnen herkennen of achterhalen. Om wat wegwijs te raken in de verschillende kunststijlen staat achteraan het Ovidiusdeel (p. 201-203) een tijdslijn (TK). Bij de afgebeelde kunstwerken wordt vaak daarnaar verwezen. Wegens de gevarieerde inhoud van Plinius’ brieven zijn de hierbij aansluitende cultuurlessen een bonte mix van verschillende aspecten van het dagelijkse leven van de Romeinen in de eerste en tweede eeuw na Chr. Uit het vele materiaal dat in beide leesboeken voor de lessen cultuur opgenomen is, zal de leerkracht een selectie kunnen en/of moeten maken.
1.1.8
Onderzoeksopdrachten
Omdat onderzoekscompetentie een wezenlijk onderdeel van het vernieuwde leerplan is, zijn in beide leesboeken ook onderzoeksopdrachten opgenomen en uitgewerkt. Ze zijn te herkennen aan de blauwe achtergrond en het vergrootglasicoontje Ook op Knooppunt is aanvullend materiaal hierover te vinden. Een grondig onderzoek gebeurt volgens een goede methode, waarbij welbepaalde stappen doorlopen moeten worden. In Peristylium wordt de OVUR-methode gehanteerd. Verduidelijking van deze methode is te vinden in de Woordenlijst p. 109-111.
1.1.9
Andere gebruikte icoontjes Bij dit icoon worden verdiepende opdrachten bij de gelezen teksten aangetroffen.
Bij dit icoon staan vragen die verwachtingen over de inhoud van de volgende tekst oproepen, zodat de leerlingen meteen al een stukje op weg geholpen worden.
7
Bij dit icoon staat de vertaling van een Latijns fragment (met een groene achtergrond) of de samenvatting van een tekst (zonder achtergrond). Zo kan probleemloos de volledige inhoud van het verhaal begrepen worden.
Met dit icoon wordt naar Knooppunt verwezen, waar aanvullend digitaal materiaal bij de Latijnse teksten en de cultuurlessen te vinden is.
1.2 Taalboek 1.2.1
Algemeen Bij dit icoontje vinden de leerlingen een kader met schematische weergave van de nieuwe grammaticale leerstof. De inhoud van dit kader moet de leerling grondig kennen. Bij het icoontje vinden de leerlingen een uitvoerige beschrijving van de nieuwe grammaticale theorie. Deze info is vooral gericht op het begrijpen van leerstof: de leerling kan hier de uitleg van de leerkracht nog eens rustig doornemen. De verwerkingsoefeningen zijn te herkennen aan het potloodicoontje. Eens de nieuwe grammatica is aangebracht, kunnen de leerlingen zelfstandig aan de slag. - Op Knooppunt staan ook controletoetsen: die zijn bedoeld voor leerlingen die vooraf willen testen in hoeverre ze de basisgrammatica nog beheersen. De leerlingen kunnen die ook gebruiken om zichzelf te controleren, nadat ze eerst de grammaticale theorie hebben ingestudeerd. - Op Knooppunt vindt de leerling ook nog extra oefeningen op zinsleer, gebaseerd op de teksten van Sallustius en Plinius.
1.2.2
Drie onderdelen in het taalboekje
Het aparte taalboekje is in drie delen opgesplitst. In deel A staan oefeningen en extra informatie op enkele nieuwe grammaticale aanvullingen bij de vorm- en zinsleer, zoals bv. de verkorte werkwoordsvormen, de indirecte rede … Bij de oefeningen wordt telkens verwezen naar Scalae, waar de nieuwe grammatica verduidelijkt wordt. In deel B volgen de herhalingsoefeningen op de basisgrammatica die al in de voorgaande leerjaren aangebracht en ingeoefend is. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze die basisgrammatica repeteren met behulp van Scalae. Bij alle oefeningen staan dan ook telkens verwijzingen naar Scalae. De leerkracht kan vrij kiezen wanneer hij die herhalingsoefeningen 8
plant. Wel zal het herhalen van de basisgrammatica vooral buiten de les gebeuren, maar de leerkracht doet er goed aan een tijdschema op te leggen en op geregelde tijdstippen de verworven kennis aan de hand van Latijnse zinnen te toetsen. De herhalingsoefeningen in het boek zijn allemaal gebaseerd op de teksten van Caesar. Voor vele leerlingen zal de toepassing van de basisgrammatica bij de lectuur volstaan. Toch reiken we een aantal grammaticale oefeningen aan, zodat de leerlingen zich extra kunnen oefenen in dat deel van de leerstof die ze onvoldoende beheersen. We pleiten ervoor zo weinig mogelijk tijd te besteden aan grammaticale oefeningen binnen de les. De leerlingen die meer oefeningen nodig hebben, kunnen zichzelf controleren aan de hand van de oplossingen die ze digitaal of op papier van de leerkracht krijgen. Alle oplossingen van de oefeningen zijn in het bordboek en in de handleiding voor de leraar te vinden. Sommige oefeningen kunnen eventueel opgespaard worden voor huiswerk of remediëring na een controletoets. Deel C van het taalboekje bevat een reeks oefeningen op woordafleidingen. Dergelijke oefeningen trainen de vaardigheden, waardoor de leerlingen vlotter omgaan met de woorden in de teksten. Zo worden de leerlingen zich meer en meer bewust dat ze op basis van gekende samenstellende delen van een woord gemakkelijk de betekenis ervan kunnen achterhalen. Die attitude verwerven is trouwens een belangrijke doelstelling in het nieuwe leerplan. De meeste oefeningen in dit taalboekje zijn - conform het leerplan - in zins- of verhaalverband opgesteld. Extra oefeningen op zinsleer, gebaseerd op de teksten van Sallustius en Plinius, zijn op Knooppunt te vinden. De oplossingen van alle oefeningen staan in het bordboek en in de handleiding voor de leerkracht.
1.3. Woordenlijst 1.3.1
Algemeen
De Woordenlijst is uiteraard een onmisbaar en zeer vaak gehanteerd hulpmiddel bij zowel het Taalboek als bij het Leesboek. Ze is opgebouwd volgens dezelfde methode als de woordenlijsten van de vorige jaren, waarbij vooraan de stam staat. Zo leren de leerlingen vanuit de stam het grondwoord te bepalen, wat essentieel is ter voorbereiding van de lectuur. In die eerste kolom kan ook de perfectumstam of het participium perfectum staan: die zijn te herkennen aan het grijze kadertje en aan de cursieve druk. Om de Woordenlijst overzichtelijk te maken, staan de kolommen met de grondwoorden en met de betekenissen vetjes gedrukt. De laatste kolom bevat woorden die verwant zijn met het Latijn of met woorden uit de moderne talen. Die kolom dient drie doelen: - ondersteuning voor efficiënt geheugenwerk - transfer van de klassieke talen naar de moderne talen - leerlingen leren hoe ze bij lectuur de betekenis van woorden ook zelf uit verwante woorden kunnen afleiden.
9
1.3.2
Tien onderdelen in de woordenlijst
De woordenlijst bij de vernieuwde uitgave van Peristylium bevat tien onderdelen: I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII
Basiswoordenlijst Lijst met moeilijk herkenbare perfecta Lijst met moeilijk herkenbare participia perfecta Woordenlijst bij de teksten van Caesar Woordenlijst bij de teksten van Sallustius Woordenlijst bij de teksten van Ovidius Woordenlijst bij de teksten van Plinius Woordenlijst bij de brief van Columbus Een bijlage: op onderzoek …: de OVUR-methode Alfabetisch register
De basiswoordenlijst (I) bevat ca. 500 woorden die bij nagenoeg alle auteurs frequent tot heel frequent voorkomen. De meeste van die woorden hebben de leerlingen al geleerd in de woordenlijst bij Vestibulum en herhaald in de woordenlijsten bij Atrium en Tablinum. De basiswoordenlijst is niet volledig alfabetisch. Per letter van het alfabet staan eerst de woorden waarvan de stam in de eerste kolom ingevuld is (werkwoorden, substantieven, adjectieven), alfabetisch opgesomd. Na die alfabetische lijst volgen de woorden waarvan de eerste kolom leeg is: voegwoorden, bijwoorden, voornaamwoorden, voorzetsels. Die manier van ordenen is van praktisch nut voor de leerlingen: om de woorden met een stam in de eerste kolom te memoriseren, laten ze enkel die eerste kolom zichtbaar en dekken de rest af; van de andere woorden laten ze de eerste twee kolommen zichtbaar. Op verschillende plaatsen in de basiswoordenlijst zijn genummerde kaders (K) ingelast. In sommige kaders worden woorden die zonder context moeilijk in te studeren zijn, in zinsverband aangebracht (bv. K 2, K 4 …). De genusregels van de substantieven worden in kader 1 verduidelijkt. Kaders 3, 5 en 10 betreffen afleidingen bij werkwoorden, substantieven en adjectieven. Leerlingen worden geacht de betekenis van woorden op basis van hun reeds bekende samenstellende delen te achterhalen. Na de basiswoordenlijst worden de werkwoorden, waarvan de perfectumstam en/of het participium perfectum moeilijk te herkennen is/zijn, nog eens in twee lijsten samengebracht (II - III). De nummering van deze stamtijden verwijst naar de nummers van de basiswoordenlijst. Bij elk van de vier Peristylium-auteurs is ook een specifieke auteurslijst (IV, V, VI, VII, VIII) De lijsten zijn opgemaakt in volgorde van voorkomen in de tekst. Alleen de tijdstammen die in de tekst voorkomen, zijn in die lijsten opgenomen. In een toegevoegde bijlage Op onderzoek wordt verduidelijkt welke stappen de leerlingen moeten zetten om een onderzoeksopdracht tot een goed einde te brengen. De voorgestelde stappen staan beter bekend als de OVUR-methode. Dit boekje wordt afgesloten door een alfabetisch register van alle woorden die in de Peristylium-woordenlijst zijn opgenomen. Het register is een handig instrument voor de leerlingen en voor de leerkrachten. Woorden, waarvan het rangnummer voorafgegaan wordt door een B, behoren tot de basiswoordenlijst. Staat vóór het rangnummer een C, een S, een O een P of een Co, dan behoren die woorden tot de specifieke auteurslijsten (Caesar, Sallustius, Ovidius, Plinius, Columbus). Sommige woorden komen in meerdere tekstfragmenten van eenzelfde auteur voor en hebben dan ook meer dan één rangnummer. Andere woorden komen bij meerdere auteurs voor en hebben dan ook rangnummers, voorafgegaan door verschillende hoofdletters. 10
Aan de hand van de hoofdletters en rangnummers kunnen de leerkrachten nagaan of de leerlingen die woorden op dat ogenblik moeten kennen. Dat maakt het mogelijk om bij het opstellen van toetsen, vooral dan de toetsen leesvaardigheid, na te gaan welke woorden in de kantlijn moeten opgegeven worden.
1.4 Online materiaal voor de leerlingen op Knooppunt
Op knooppunt staat extra materiaal voor leerlingen bij het leesboek en het taalboek. Wanneer er extra materiaal beschikbaar is, wordt dit in het leesboek of het taalboek gesignaleerd door het icoontje van knooppunt. Bij het leesboek bieden we extra cultuur en Latijnse teksten (met o.a. hulpvraagjes) aan. Bij het taalboek bieden we extra grammaticale oefeningen aan op de zinsleer. In die oefeningen zijn de zinnen gebaseerd op de teksten van Sallustius en Plinius. Daarnaast staan er op knooppunt ook controletoetsen bij de basisgrammatica. Deze controletoetsen worden in het taalboek niet aangekondigd met een knooppunt-icoontje. Leerlingen kunnen deze controletoetsen gebruiken om hun parate kennis te testen alvorens de basisgrammatica in Scalae te herhalen. De controletoetsen kunnen natuurlijk ook gebruikt worden om zichzelf te controleren nadat ze eerst de grammaticale theorie in Scalae hebben opgefrist.
11
2. Materiaal voor de leerkracht Omwille van de zeer grote omvang van de handleiding hebben we ervoor gekozen om het materiaal voor de leraar alleen maar digitaal aan te bieden in een lerarenkit. De keuze voor deze digitale handleiding is niet alleen milieuvriendelijk, maar heeft ook het grote voordeel dat de leraar een grotere vrijheid krijgt en het aangereikte extra materiaal zelf nog verder kan aanpassen aan zijn eigen wensen. Graag herinneren we u eraan dat de lerarenkit niet persoonlijk is, maar door heel de vakgroep van de school gebruikt kan worden. Wellicht bevat de handleiding nog een aantal onnauwkeurigheden en zelfs fouten. De tijdsdruk was enorm en we zijn geen experten inzake kunstgeschiedenis, relationele vorming, psychologie, … We zouden het erg waarderen als u ons van die fouten op de hoogte brengt. Waarschijnlijk zijn er onder u collega’s die op bepaalde domeinen veel competenter zijn. Als u degelijk lesmateriaal of achtergrondinformatie uitgewerkt hebt bij een onderdeel van Peristylium A of B en u wil dat met ons delen, neem dan a.u.b. contact op met ons (
[email protected]). We kunnen dan samen nagaan hoe we uw werk onder collega’s kunnen verspreiden. Kritische opmerkingen en suggesties zijn altijd welkom. De lerarenkit bij Peristylium A & B bevat naast deze didactische wijzer volgende onderdelen: 2.1 Jaarplanning U vindt in de lerarenkit de volledige jaarplanning digitaal, wat u de mogelijkheid geeft het document aan te passen naargelang uw wensen en noden. Het document bevat een overzicht met alle LPD en ET gekoppeld aan de lesgehelen. 2.2 Bordboek Het bordboek is de digitale versie van het Leesboek, het Taalboek en de Woordenlijst die u via een projector op een (eventueel interactief) bord of scherm projecteert en waarmee u uw leerlingen op een eigentijdse manier uitdaagt en stimuleert. Via een enkele muisklik kunt u tijdens uw les moeiteloos switchen tussen het Leesboek, het Taalboek en de Woordenlijst. De Latijnse teksten in het bordboek zijn voorzien van links die extra informatie, powerpointpresentaties, beeldfragmenten, afbeeldingen, internetlinks ... bevatten. Bovendien kunt u zelf heel eenvoudig extra’s aan uw bordboek toevoegen (lesvoorbereidingen, extra afbeeldingen, tekst...) en deze bewaren. Het bordboek kan in de klas zowel offline als online worden gebruikt. Meer informatie vindt u op www.bordboeken.be. 2.3 Taalboek Naast alle oplossingen van de oefeningen die in het Taalboek voorkomen bieden wij in de lerarenkit ook controletoetsen en extra oefeningen met hun oplossingen aan: 1. oplossingen van alle oefeningen uit het Taalboek 2.1 controletoetsen 2.2. oplossingen van de controletoetsen 3.1 extra oefeningen op de zinsleer, gebaseerd op Sallustius 3.2 oplossingen van extra oefeningen op de zinsleer, gebaseerd op Sallustius 4.1 extra oefeningen op het gebruik van de naamvallen, gebaseerd op Plinius 4.2 oplossingen van extra oefeningen op de naamvallen, gebaseerd op Plinius
12
2.4 Handleidingen bij de tekstfragmenten uit leesboek A (Caesar en Sallustius) en leesboek B (Ovidius, Plinius en Columbus) Peristylium nodigt de leraar uit om Latijnse teksten te behandelen in de geest van het nieuwe leerplan: met meer aandacht voor interpretatie, actualisering, nawerking, creatieve verwerking … Een omvangrijke handleiding is daarbij geen overbodige luxe en biedt u een maximale ondersteuning tijdens het voorbereiden van uw lessen en het lesgeven. Omdat in Peristylium vier auteurs van het klassieke Latijn en één auteur van het humanistisch Latijn aan bod komen, wordt de handleiding voor de leesboeken in de lerarenkit opgesplitst in vijf onderdelen: I. Caesar II. Sallustius III. Ovidius IV. Plinius V. Columbus Per auteur is de handleiding verder opgesplitst in aparte onderdelen volgens de hoofdstukken in het leesboek. Op deze manier hoeft de leraar niet de gehele handleiding uit te printen, maar heeft hij in een document al het nodige materiaal bij de bepaalde tekst die hij met de leerlingen leest. Voor Caesar bestaat de handleiding uit volgende onderdelen: A. Handleiding bij Caesar algemeen B. Handleiding bij het inleidende hoofdstuk C. Handleiding bij D.B.G. I,1: Gallië en zijn bewoners D. Handleiding bij D.B.G. VI, 13-17: de Kelten E. Handleiding bij D.B.G. II, 15-28: de slag aan de Sabis F. Handleiding bij D.B.G. V, 28-37: Ambiorix G. Handleiding bij D.B.G. VII, 4-89: Vercingetorix H. Extra materiaal bij Caesar
In mappen B tot en met G kan de leraar volgend materiaal terugvinden:
Vertaling van de teksten van het tekstonderdeel opm.: deel B bevat geen Latijnse teksten en dus ook geen vertalingen.
Handleiding bij de tekst De handleiding bestaat uit één document en bevat alle antwoorden van de tekstvragen en opdrachten uit het leesboek, extra achtergrondinformatie, artikels en de oplossingen van extra opdrachten op knooppunt.
Extra documenten en opdrachten als aparte documenten We bieden hier de extra opdrachten uit de handleiding in aparte documenten aan. Op deze manier willen we de leraar onnodig knip-en-plak-werk besparen. De leraar vindt hier ook de documenten die de leerlingen op hun knooppunt ter beschikking hebben.
Powerpoints PowerPoint-presentaties bij de cultuurlessen of bij de Latijnse teksten
13
In de map H vindt de leraar:
Teksten uit het Leesboek met grotere interlinie Door de teksten ook digitaal beschikbaar te stellen, kunt u ze aan de leerlingen aanbieden als huistaak, als extra oefening ... Op deze manier kan de leerling de tekst bewerken (indelen in zinsdelen, aanduiden van dominanten met pijltjes ...) en hoeft hij niet bang te zijn dat hij het Leesboek beschadigt.
Vertaling van de teksten Werkvertalingen van alle teksten van Caesar die u digitaal beschikbaar kunt stellen via een leerplatform of kunt laten afdrukken voor uw leerlingen
Extra Latijnse teksten Bij elke auteur bieden we ook nieuwe verhalen of teksten/tekstfragmenten, voorzien van tekstvragen aan. Ook de oplossingen van die vragen en de vertaling van die teksten zijn digitaal beschikbaar in de handleiding.
Toetsen Een voorbeeld van een toets (on)geziene tekst bij de auteur in kwestie.
Erratalijst Meldingen van fouten door gebruikers zullen verzameld worden in een erratalijst die op Knooppunt komt te staan.
Hetzelfde principe is ook van toepassing bij de andere auteurs uit de leesboeken van Peristylium.
14