Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat het gedurende een overgangsperiode wenselijk is om de zorgstructuur op de basisscholen te ondersteunen; gelet op artikel 140, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 3 van de Verordening materiele en financiële gelijkstelling onderwijs van de gemeente Waterland; B E S L U I T :
uitvoeringsregeling voorziening voor de zorg voor leerlingen in het primair onderwijs gemeente Waterland vast te stellen de navolgende
Artikel 1 Aanduiding van de voorziening D e voorziening bestaat uit een subsidie die wordt ingezet voor: »
vroegtijdig signaleren van belemmeringen in de ontwikkeling van leerlingen e n / o f handelmgsverlegenheid hij ouders;
»
advies e n / o f líchte vormen van hulpverlening bieden aan leerlingen en ouders;
»
afspraken maken over coördinatie van zorg op casusniveau;
»
inzetten van preventieve programma's in scholen;
*
signaleren van lacunes, overlap o f belemmeringen i n het zorgaanbod van scholen en zorgpartners;
*
leerlingonderzoeken gekoppeld aan zorgtrajecten (signaleren en toeleiden naar externe instanties);
«
doorontwikkelen van de zorgstructuur, professionalisering en bijdragen aan de samenhang tussen passend onderwijs en jeugdzorg.
Artikel 2 Indieningsdatum D e aanvragen voor het kalenderjaar 2013 en 2014 moeten worden ingediend binnen zes weken na bekendmaking van deze regeling. Artikel 3 tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend De voorziening wordt toegekend voor een kalenderjaar. Het tijdvak voor deze voorziening start per 1 januari 2013 en eindigt op 31 december 2014. Artikel 4 Toekenningscriteria 1. Aanvrager is een schoolbesmur met een school/scholen voor basisonderwijs in de betreffende gemeente. 2. Het schoolbestuur maakt deel uit van het (nieuw te vormen) Samenwerkingsverband Waterland PO in het kader van passend onderwijs. 3. Het schoolbestuur dient een activiteitenplan in. Daarin moet zij duidelijk maken hoe regionaal wordt samengewerkt en welk minimaal gelijkluidend aanbod aan de leerlingen binnen het nieuwe Samenwerkingsverband Waterland PO geboden wordt. Artikel 5 Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid I n 2013 een bedrag van C 29,81 per ongewogen leerling van een basisschool per schoolbestuur. In 2014 een bedrag van C 25,55 per ongewogen leerling van een basisschool per schoolbestuur. Artikel 6 Subsidieplafond 1. Er is sprake van een subsidieplafond. D i t bedraagt voor 2013 en voor 2014 č 46.384. 2. t He beschikbare bedrag wordt verdeeld over alle aanvragen naar rato van de berekeningseenheid. Artikel 7 Inwerkingtreding Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en vervalt met ingang van 1 januari 2015.
Artikel 8 Citeertitel Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling voorziening voor de zorg voor leerlingen in het primair onderwijs gemeente Waterland. Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 18 februari 2014. Het college voornoemd,
D . Broere algemeen directeur/gemeentesecretaris
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon burgemeester
D o o r de raad bekrachtigd (gelet op artikel 140, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs) d.d 13 maart 2014
Toelichting algemeen: Historie īn 2006 heeft de Stelselwijziging schoolbegeleiding plaatsgevonden. D i t had tot gevolg dat het Rijksbudget, waarvan tot dan toe 50Zo {specifieke middelen) aan gemeenten werd uitbetaald en 50Zo aan schoolbesturen, in 2008 volledig ter beschikking kwam van de schoolbesturen. Naast dit. Rijksbudget verstrekten gemeenten ook nog een instandhouding uitkering' aan de schoolbegeleiding uit eigen middelen. Na deze maatregel was de landelijke tendens, zo ook bij de ons omliggende gemeenten (Hoorn, Zaandam, Alkmaar, Den Helder) vermindering c.q. afschaffing van de gemeentelijke instandhouding uitkering ' per 2012- 2013. De Waterlandsc gemeenten kozen ervoor op basis van de notitie 'op weg naar een sluitende zorgstructuur' (Rits) de eigen middelen in te blijven zetten. D i t onder het motto: als schoolbesturen niet meer over de gemeentelijke middelen beschikken leidt dat tot stagnatie in onderwijsontwikkeling en leerlingenzorg. I n het daaropvolgende convenant werd afgesproken dat gemeenten zorg zouden dragen voor de bekostiging van het maatwerkpakket en schoolbesturen voor het zogenaamde basispakket. Verder zou het Samenwerkingsverband Waterland, als vertegenwoordiger van alle schoolbesturen, optreden als subsidierelatie met gemeenten. I n de afgelopen jaren is door gemeenten toegezien op transparantie in resultaten en inzichtelij kheid in taken. Het in 2009 afgesloten convenant liep af per 1 januari 2013. Voor de totale regio Waterland is in 2012 een bedrag beschikbaar gesteld van C 478.993. 0
0
1
1
Probleemstelling en uitgangspunten Per 1 januari 2013 zijn de convenantafspraken tussen gemeenten en het Samenwerkingsverband Waterland Primair Onderwijs voor de financiering van de onderwijsbegeleiding in het basisonderwijs afgelopen. De portefeuillehouders onderwijs hebben in regioverband de discussie gevoerd o f onderwijsbegeleiding, in de v o r m van leerlingbegeleiding en onderwijsondersteuning, nog gesubsidieerd moest worden en zo ja, wat en in welke vorm. O m die reden heeft een verkenning plaatsgevonden met portefeuillehouders, onderwijsveld (bestuursvoorzitters) en ambtelijke werkgroep. Doel van deze verkenning was om informatie uit te wisselen en een mening te vormen. D e conclusies uit dit overleg (die door de portefeuillehouders expliciet zijn bevestigd) zijn: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Regionale samenwerking: de portefeuillehouders onderschrijven een regionale aanpak, waarbij voor basisschoolleerlingen uit de bij het ISW aangesloten gemeenten in ieder geval een minimaal gelijkluidend (nog nader te formuleren) aanbod is. Met andere woorden het moet binnen de school niet zo zijn dat afhankelijk van waar een kind vandaan komt, gekeken wordt welke ondersteuning gegeven wordt. Rechtstreekse subsidiëring aan de schoolbesturen: de portefeuillehouders onderschrijven dat subsidie voortaan rechtstreeks aan de schoolbesturen wordt overgemaakt. De mogelijke BTYV-problematiek wordt daarbij niet door gemeenten gecompenseerd. Bezuinigingen: gemeenten hebben in meer o f mindere mate te maken met bezuinigingen, deze opgaven worden gerespecteerd, waarbij wel zo veel mogelijk gestreefd wordt om het onder punt 1. geformuleerde minimaal gelijkluidende aanbod wel staande te houden. Complexe samenloop van processen: onderschreven wordt dat er sprake is van een aantal complexe processen (Passend onderwijs en drie decentralisaties), die in tijdpad niet gelijk lopen maar waarvan de verbinding essentieel is. Portefeuillehouders delen de mening dat onderwijsinstellingen en gemeenten met elkaar de verbinding tussen passend onderwijs en de zorg voor jeugd in de toekomst vorm zullen geven. Portefeuillehouders delen de visie dat de focus op indicatie voor leerlingonderzoeken verlegd moet worden naar gesteunde pakketten voor gespecialiseerde zorg i n en om de school; de fase van het bepalen van de koers en de transitie in het sociale domein beslaat een langere periode dan één subsidiejaar. Portefeuillehouders willen subsidie voor het beschikbare budget verstrekken onder de voorwaarde dat de schoolbesturen met een voorstel komen waarin de huidige doelstelling financiering leerlingonderzoeken ' omgebogen wordt naar ondersteuning op zorg in en om de school'. Daarbij dienen de doelstellingen meetbaar gemaakt te worden. 1
1
7.
Portefeuillehouders ondersteunen de gedachte dat gemeenten met het onderwijs verantwoordelijkheid dienen t:e dragen voor de ontwikkeling en opvoeding van het kind. Gemeenten dienen vanuit de W m o een beleid te voeren op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien. Daarnaast ondersteunt de gemeente ouders die hulp nodig hebben bij het opvoeden van hun kinderen. De wijze waarop deze wettelijke verplichting wordt ingevuld ligt niet vast, hierop kunnen gemeenten eigen beleid voeren.
Toelichting artikelgewijs: Artikel 1 Aanduiding van de voorziening In dit artikel wordt omschreven waarvoor de voorziening bij de gemeente kan worden aangevraagd. D e schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de zorg op school. D e gemeenten zijn vanuit de W m o verantwoordelijk voor preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en voor de ondersteuning van ouders die hulp nodig hebben bij het opvoeden van hun kinderen. De school is een belangrijke vindplaats voor jeugdigen en hun ouders. De gemeente vindt het belangrijk dat de hulp snel en laagdrempelig is. D i t betekent dat de zorg zo dicht mogelijk bij kínd en ouders moet staan. Dus ook op school. De gemeente biedt daarom deze subsidie aan om die zorg te organiseren en hierin nauw samen te werken met het CJG. Tegelijkertijd vind de gemeente het belangrijk dat deze samenwerking zich doorontwikkelt en professionaliseert. D i t moet bijdragen aan de samenhang tussen passend onderwijs en jeugdzorg. Artikel 2 Indieningsdatum Met dit artikel wordt geregeld voor wanneer de aanvraag moet worden ingediend. Omdat er sprake is van een nieuwe voorziening moet de Uitvoeringsregeling bij deze verordening eerst worden vastgesteld. Vervolgens moet deze bekend gemaakt worden. Naast publicatie in het gemeentebLad, worden de betreffende schoolbesturen rechtstreeks geïnformeerd. Artikel 3 Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend In dit artikel wordt uitgelegd voor welke periode deze voorziening wordt opengesteld. Op dit moment is het onderwijsveld, maar ook de zorg voor jeugdigen enorm i n beweging. Passend Onderwijs en de transitie van het sociale domein zijn complexe processen die weliswaar i n tijd opeenvolgend zijn maar niet los van elkaar gezien kunnen worden. Beide processen hebben inmiddels al weer vertraging opgelopen. Juist omdat nog niet geheel duidelijk is, hoe een en ander er uit komt te zien, wordt voorgesteld o m 2013 en 2014 als overgangsjaren te zien. Na dit tijdvak vervalt de Uitvo eringsregeling. Artikel 4 Toekenningseriteria I n dit artikel wordt toegelicht aan welke voorwaarden een schoolbesmur moet voldoen om de voorziening te kunnen aanvragen. Omwille van een praktische en transparante uitvoering van het subsidieproces is er voor gekozen o m als subsidiegrondslag het aantal leerlingen dat per gemeente is ingeschreven op een reguliere basisschool te hanteren (leerlinggrondslag).
Artikel 5 Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid Subsidie 2013 V o o r de berekening van de subsidie voor 2013 is als volgt te werk gegaan: De subsidie is regionaal berekend op basis van het aantal leerlingen op de basisscholen i n de gemeenten binnen het Samenwerkingsverband Waterland op de teldatum 01-10-2011 op grond van gegevens uit het Basisregister Onderwijs (BRON), zoals vermeld op www.cfi.nl. Alleen scholen voor basisonderwijs (dus niet: speciale school voor basisonderwijs, scholen voor speciaal onderwijs) worden i n de berekening meegenomen. I-let totale bedrag voor de regio is een optelsom van de aan het Samenwerkingsverband Waterland verleende bedragen voor 2012 door de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland en Zeevang, totaal C 478.993. D i t bedrag is verminderd met \2,5Vo om de bezuinigingstaakstelling i n de verschillende gemeenten te compenseren. D i t leverde het volgende bedrag
op: C 419.119. D i t bedrag is gedeeld door het totaal aantal leerlingen op de basisscholen in de genoemde gemeenten (14.060 op de genoemde teldatum). Het bedrag per leerling is afgerond C 29,81. Subsidie 2014 Voor de berekening van de subsidie in 2014 zal het totaalbedrag van 2012 verminderd worden met 25 Zo om de bezuinigingstaakstelling in de verschillende gemeenten te compenseren. D i t levert het volgende bedrag op: C 359.245. D i t bedrag is gedeeld door het totaal aantal leerlingen op de basisscholen i n de genoemde gemeenten (14.060 op de hierboven genoemde teldatum). Het bedrag per leerling is afgerond C 25,55. 0
Artikel 6 Subsidieplafond. 1. Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd. D i t bedrag is in principe gelijk aan het door de raad beschikbaar gestelde bedrag voor de zorg op school voor 2013 en 2014. 2. Aan een subsidieplafond moeten verdelingsregels worden gekoppeld. Wanneer de aanvragen het beschikbare plafond overschrijden, is er in dit model voor gekozen om het beschikbare bedrag te verdelen over alle aanvragen die voor toekenning in aanmerking komen. De bedragen per leerling, genoemd bij artikel 5. worden in dat geval naar rato aangepast ļ naar beneden bijgesteld. Artikel 7 en Artikel 8 spreken voor zich.