1. Intensief gebruik maken van alle zintuigen Ik kan geconcentreerd kijken, beluisteren, betasten, smaken, ruiken. Ik sta open voor muzische prikkels van buitenaf en neem de tijd om ze op mij te laten inwerken. Ik communiceer met anderen over wat ik heb waargenomen. Ik ondersteun mijn waarneming door in mijn verbeelding beelden op te roepen. ( 4.1) Ik heb aandacht voor details in werkstukken. ( 4.2) Ik bekijk grote kunstwerken vanop een afstand om een beter overzicht te hebben. ( 4.3) Ik gebruik al mijn zintuigen bij het beschouwen. ( SD 27) Bij het luisteren naar klanken en muziek kan ik wat ik hoor omzetten in eenvoudige beelden of klanksymbolen. (¯6.1) Ik laat me tijdens mijn muzisch handelen leiden door de tips en suggesties van anderen. Ik ga tijdens mijn muzisch handelen zelf geregeld na of ik nog wel goed bezig ben. Ik kan klank- en stemnuances onderscheiden en erover nadenken. ( ) Ik kan vormen van lichaamstaal herkennen. ( 1.1) Ik kan een dramatisch spel geconcentreerd bekijken, beluisteren en beleven. ( 10.2)
2. De wereld, in het bijzonder de muzische expressie ervan, met een open houding benaderen. Ik benader onbevangen en vol bewondering het nieuwe in de wereld. Ik laat me in het benaderen van de expressie van anderen niet leiden door clichés en vooroordelen. Ik ben nieuwsgierig naar beelden en naar wat ze te zeggen hebben. ( 1.1) Ik ben geboeid door de bewegingsexpressie van anderen. ( 5.4) Ik treed de wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet. ( 12.2) Ik sta open voor taal en taalgebruik en kan me daarover verwonderen. ( ) Ik kan me inleven in een boodschap. ( ) leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
1 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik sta open voor de nieuwe dingen in mijn omgeving die een inspiratiebron kunnen zijn voor mijn dramatisch spel. (· 2.3) Ik kan me verwonderen over de mogelijkheden om via woord, gebaar, beeld en klank te communiceren. (· 3.3) 3. De muzische expressievorm aanvoelen, begrijpen en waarderen. Ik ben vertrouwd met de verschillende elementen van beeldtaal, klank- en muziektaal, bewegingstaal (lichaamstaal), verbaal-muzische taal, de taal van drama. Bij het bekijken van beelden ga ik op zoek naar de gebruikte technieken en materialen. ( 3.2) Ik herken de aard van een beeldend werk (een schilderij, een beeldhouwwerk, …) ( 3.5) Ik zie dat de wereld rondom ons in beelden ‘spreekt’. ( 2.1) Ik kan de kenmerken van de geluidsomgeving onderscheiden en bewust ervaren. ( 5.1) Ik ervaar klankeigenschappen en muzikale tegenstellingen en kan die benoemen. ( 5.2) Ik kan eenvoudige melodie- en ritmepartijen herkennen en vergelijken. ( 7.1) Ik kan een bepaald klankkeur herkennen en met eigen woorden beschrijven. ( 7.3)
4. Gevoelig zijn voor het overdrachtelijke of symbolische karakter van een muzische expressievorm. Ik leef me in in de manier waarop iemand aan zijn beleving een eigen vorm geeft en tracht dat mee te beleven. Ik durf mee te gaan in de verbeelding of de fantasie van anderen. Ik durf op een open en spontane manier mijn eigen verbeelding en fantasie aan te spreken. Ik kan talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren op betekenisniveau: figuurlijk taalgebruik, letterlijke en overdrachtelijke betekenis of beeldspraak.( ) Ik kan talige boodschappen interpreteren naar betekenis. ( ) Ik ervaar hoe een boodschap via dramatisch spel wordt gebracht. ( 3.4)
5. De ander in zijn expressie willen ontmoeten. Ik ben benieuwd naar de mens achter elke muzische creatie. Ik leef me in in de leef- en gevoelswereld van de mens(en) achter een creatie. Ik kan inspelen op de anderen tijdens muzische activiteiten. Ik zoek spontaan de andere op in zijn expressief bezig zijn. Ik ervaar en geniet van de verbondenheid met de anderen tijdens muzische activiteiten. Ik zoek in beelden naar de bedoeling ervan. ( 3.7) leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
2 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik heb eerbied voor het werk van anderen. ( SD 17) Ik sta open voor de muzikale uitdrukking van anderen. ( 14.2) Ik wil persoonsgericht luisteren, lezen en spreken. ( )
Ik breng respect op voor het dramatisch spel van leeftijdgenoten, behorend tot eigen en andere culturen. (·4.3) 6. De band leggen met de eigen innerlijke wereld. Ik toets de indrukken die ik opdoe in de confrontatie met de expressie van anderen aan mijn eigen ervaringen, gedachten, gevoelens en waardebeleving. Ik ben bereid een beluisterde boodschap te verwerken in mijn denken, handelen en voelen. ( ) Ik verzamel materiaal door onder meer te putten uit mijn gevoelsleven, mijn ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. ( ) Ik kan me inleven in de wijze waarop anderen gestalte geven aan een spelsituatie. ( 3.6) Ik kan me verwonderen over de boodschap die anderen dramatiseren. ( 3.5)
7. Willen kennismaken met de wereld van de kunst. Ik zie de relatie tussen mijn eigen kunstzinnige activiteiten en de buitengewone creaties van de kunstenaars. Ik toon interesse voor kunstwerken van eigen bodem, van kunstenaars uit de buurt. Ik betoon interesse voor beelden. ( SD 14) Ik ben nieuwsgierig naar boeken. ( )
Ik sta open voor de nieuwe dingen die ik mijn omgeving ontdek als inspiratiebron voor mijn eigen dramatisch spel en geniet daarvan. (· 2.3) Ik kan genieten van de fantasie, de originaliteit, de creativiteit en de zelfexpressie in ‘kunstwerken’. (·6.2) 8. Genieten van een kunstzinnige expressie of een kunstwerk. Ik kan echt genieten van mijn eigen creaties. Ik treed kunstwerken open tegemoet. leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
3 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik kan bewondering tonen voor de bijzondere kwaliteiten van een kunstwerk. Ik ervaar dat sommige kunstzinnige creaties me raken en andere niet. Ik toon bewondering voor diverse beelden. ( 1.5) Ik geniet van het muzische handelen waardoor mijn expressiemogelijkheden verruimen. ( 2.1) Ik geniet ervan bezig te zijn met de dingen die me omringen om mijn expressiemogelijkheden te ontdekken. (·2.2) Ik geniet van en toon belangstelling voor de bewegingsexpressie van anderen. ( 5.4) Ik beleef plezier in de omgang met mondelinge taal en in talige expressie. ( ) Ik beleef plezier in de omgang met schriftelijke taal en in schriftelijke talige expressie. ()
9. Over kunst communiceren. Ik kan gevoelens en gedachten die bij me opkomen bij het beschouwen van een kunstwerk uitwisselen met anderen. Ik kan luisteren naar de kunstbeleving van anderen. Ik ontwikkel communicatieve vaardigheden. ( ) Ik kan het dramatisch spel van leeftijdsgenoten opbouwend-kritisch en tactvol bespreken. ( 10.1)
10. Ervaren dat schoonheidsbeleven of de smaak van mensen verschilt. Ik ervaar dat wat ik mooi vind, daarom niet mooi wordt bevonden door anderen. Ik kan een boodschap vergelijken met mijn eigen of met een andere mening. ( ) Ik wil persoonsgericht leren lezen. ( )
11. Over kunstzinnige expressie een oordeel geven. Ik toon respect voor de uitingen van leeftijdsgenoten. Ik durf mijn eigen mening geven over kunstwerken of kunstzinnige creaties. Bij het beoordelen van kunstwerken laat ik me leiden door criteria die mij ter hand worden gesteld. In het beoordelen van kunst bedien ik me van een passende woordenschat. Ik kan gemotiveerde appreciaties uitspreken! ( SD13) leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
4 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik kan en durf verwoorden wat ik van de eigen bewegingsexpressie en die van anderen vind. ( 6.3) Ik kan niet-talige en talige boodschappen beoordelen bij luisteren en lezen. ( )
Ik kan dramatisch spel beoordelen op grond van mij aangereikte criteria zoals verhouding beeld-klank, woord-beweging, beleving, fantasie of originaliteit. (·10.5) Ik ontwikkel een kritische kijk- en luisterhouding tegenover de boodschap in een dramatisch spel. ( 10.7)
12. Erop gericht zijn de eigen ervaringen, ideeën, gevoelens en waardering in muzische talen uit te drukken. Ik kan wat in mij leeft uitdrukken in muzische talen. Ik besef dat het heilzaam is me langs muzische weg te uiten en dat ik daar veel deugd kan aan beleven. Ik kan mijn gevoelens uiten in beelden. ( SD12) Ik tracht expressief te spreken en te schrijven. ( ) Ik kan, op mijn niveau sprekend, de andere meedelen wat ik ervaar, denk en voel. ( ) Ik neem deel aan allerlei soorten van gesprekken en dramatische werkvormen. ( )
Ik ervaar de mogelijkheden van dramatisch spel als een middel om met anderen te communiceren, om iets te concretiseren, om iets van me af te spelen, om ervaringen te verwerken. (· 5.1) Bij de voorbereiding en de uitvoering van dramatisch spel activeer ik mijn fantasie en voorstellingsvermogen. (· 5.2) Ik ben bereid eigen belevenissen, ervaringen, gedragingen, gevoelens en handelingen spontaan in allerlei situaties te vertolken in dramatisch spel. (·5.4) Ik kan allerlei sociale situaties spelen. ( 6.7)
13. Erop gericht zijn de muzische expressiemogelijkheden te exploreren en ermee te experimenteren. In mijn muzisch handelen draait voor mij niet alles rond het eindresultaat, maar hecht ik veel belang aan het experimenteren en verkennen. Ik toon interesse voor nieuwe materialen en technieken. Ik geniet ervan te experimenteren en te exploreren. Ik experimenteer met allerlei (twee- en driedimensionaal) materiaal. ( 5.1) Ik exploreer verschillende houdingen en bewegingen. ( 1.2) leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
5 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik experimenteer met verschillende aspecten van de tijd zoals duur, tempo en snelheid, volgorde, metrum en ritme in mijn bewegingsexpressie. (Ó 3.1) Ik experimenteer met mijn stem. ( 1) Ik ben erop gericht de klankmogelijkheden van voorwerpen en instrumenten te onderzoeken. ( 2.1) Ik herken en ervaar klankverschillen en muzikale tegenstellingen via beweging. ( 10.1) Ik kan kenmerken van klank en muziek in tijd en ruimte via bewegingen ervaren. ( 10.2) Ik durf te improviseren door in te spelen op onvoorziene omstandigheden. ( 7.3) Ik reageer expressief met een creatief stem- en taalgebruik, en beeld daarmee ook belevenissen uit.( 8.3) Ik pas verbale en non-verbale spelvormen toe of improviseer. ( 6.6) Ik kan me inleven in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of een omstandigheid uit de werkelijkheid of uit een verteld of voorgelezen verhaal en geef dat al spelend vorm. (· 6.1) 14. Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen. Ik toon belangstelling voor technieken die nodig zijn binnen een bepaald muzisch domein om vorm te geven aan wat in mij leeft. Ik ben bereid, in functie van een betere zelfexpressie, met bepaalde technieken en materialen te oefenen. Ik ervaar dat technische bekwaamheid de zeggingskracht van de beeldtaal kan verhogen. ( 6.1) Ik kies materialen in functie van het doel dat ik voorop heb gesteld. ( 6.3) Ik ken de beeldaspecten licht, ruimte, lijn, vorm, kleur, textuur en compositie en pas die toe in mijn beeldend bezig zijn. ("9 – 15) Ik respecteer materiaal en materieel. ( SD 24) Ik kan materieel benoemen, juist gebruiken en er veilig mee omgaan. ( SD32) Ik kan waargenomen klanken (muziek, ritmes, …) omzetten in beweging. ( 1.4) Ik speel met evenwicht in houdingen en bewegingen. ( 2.1). Ik voel de lichaamsruimte aan in de beweging. ( 2.2) Ik weet mijn bewegingsenergie te doseren. ( 2.3) Ik beweeg me in de verschillende ruimtelagen. ( 3.2) Ik kan samen met anderen een bewegingsopdracht of -verhaal uitvoeren. ( 5.2) Bij het musiceren verzorg ik mijn houding. ( 1.1) Ik voer een lied of een tekst uit met aandacht voor een correct stemgebruik.( 1.3) Ik bezit een gevarieerd repertoire van kindgerichte liederen die ik zuiver en expressief kan zingen.( 1.4)
leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
6 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik kan een eenvoudig ritme of een eenvoudige melodie instrumentaal uitvoeren. (2.2) Bij het musiceren met instrumenten gebruik ik de juiste speeltechniek. ( 2.3) Ik kan beelden, klanksymbolen en grafische notatie met mijn stem of met instrumenten verklanken. ( 3.3) Ik herken bij het musiceren de verschillende rolverdelingen. ( 4.2) Ik kan een grafische partituur aanvullen. ( 8.2) Ik verzorg de omgang met mijn stem. ( ) Ik verzorg mijn articulatie. ( ) Ik kan klanknabootsingen, rijmwoorden en stafrijmen vormen. ( ) Ik kan bij mijn schrijven aan anderen communicatieve, schrijfstrategische, schrijftechnische, taalkundige en spellingvaardigheden op mijn niveau toepassen. ( ) Ik kan verbale en non- verbale spelvormen toepassen. ( 6.6) Ik zorg ervoor dat het dramatisch spel altijd een doe-alsof-situatie blijft. ( 6.8) Ik kan mijn beweging en mimiek aanpassen aan de spelsituatie. ( 8.1) Ik ben me bewust van het verschil tussen verbeelde en werkelijke tijd en kan de plaats en handeling juist inschatten. (· 8.5) 15. Je voorstellingsvermogen, je fantasie of je verbeelding durven aanspreken. Ik benader de werkelijkheid op een speelse manier. Ik durf ideeën en gevoelens vormgeven via verzonnen situaties. Ik beleef plezier aan het creëren van een fantasiewereld. Beelden bedenken bij geluiden. ( SD5) Ik kan een eenvoudig bewegingsverhaal uitbeelden. ( 4.2) Ik kan kenmerken van klank en muziek in beweging omzetten. ( 10.3)
Ik kan me inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit de eigen verbeelding en beleving daarop inspelen. ( ) Ik spreek over voorstellingen en situaties uit de fantasie. ( ) Bij het verzamelen van materiaal put ik uit mijn eigen gevoelsleven, ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. ( ) Ik diep eigen ervaringen en kennis op om inhoud en vorm te geven aan een spelscenario. ( 6.4) Ik ben bereid eigen belevenissen, ervaringen, gedragingen, gevoelens en handelingen leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
7 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
spontaan in allerlei situaties te vertolken in dramatisch spel. (· 5.4) 16. Gericht zijn op een oorspronkelijke vormgeving. Ik ga steeds op zoek naar een originele en vaak niet alledaagse vormgeving. Ik durf improviseren en stappen te zetten waarvan ik vooraf niet weet waar ik uitkom. Ik probeer mijn eigen gevoelens en ideeën creatief te vertolken in een persoonlijke stijl. ( 7.1) Ik voel aan wanneer een werkstuk ‘afgewerkt’ is. ( 7.4) Ik ben erop uit om nieuwe ideeën op te doen, ze op te zoeken en toe te passen. ( )
Tijdens het spel durf ik met een eigen expressiestijl inspelen op ervaringen, gevoelens, ideeën en fantasieën van anderen. (·7.4) 17. Gericht zijn op een verstaanbare of sprekende vormgeving. Ik kan een expressievorm kiezen die goed aansluit bij de inhoud van mijn boodschap. Bij de vormgeving hou ik rekening met het standpunt van de ontvanger. Ik los bewegingsproblemen op een creatieve manier op. ( 1.6) In mijn bewegingsexpressie maak ik gebruik van de bewegingskwaliteiten van materialen, planten, dieren, mensen, personages, … (Ó4.4) Ik ben bereid om voldoende nauwkeurigheid aan de dag te leggen bij de omgang met klank en muziek. (¯13.1). Ik neem actief deel aan het groepsmusiceren en kan mij aanpassen aan de eisen van het samenspel. (¯ 13.2) Ik besef dat luisteren, spreken en schrijven basisvaardigheden zijn om me als persoon in de samenleving te ontplooien en te handhaven. ( ) Ik kan op een doeltreffende en verzorgde wijze eigen boodschappen mondeling en schriftelijk aan anderen overdragen, onder meer in relevante situaties binnen en buiten de school. ( ) Ik besef dat een boodschap via dramatisch spel op verschillende wijzen kan worden gebracht. ( 3.7) Ik ben bereid terechte opmerkingen van ‘publiek’ in mijn eigen spel te verwerken. ( 10.9)
18. Werken vanuit geloof in eigen kunnen. Ik wil wat in me leeft op een eigen manier uiten. leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
8 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik ga positief om met mijn eigen beperkingen. Ik durf mijn creatief werk aan anderen tonen. Ik heb zelfvertrouwen. ( SD10) Ik durf me door middel van klank en muziek uiten. ( 12.1) Ik wil en durf spreken en ben bereid aan gesprekken deel te nemen. ( ) Ik wil en durf schrijven. ( )
Ik ervaar mijn eigen uitdrukkingsmogelijkheden en beperkingen om me dramatischexpressief te uiten. (·7.1) Ik overwin lichamelijke en psychische gêne. ( 7.2) Ik speel iets met zelfvertrouwen, met of zonder publiek. ( 7.5)
19. Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. Langs de weg van de muzische expressie kan ik bepaalde ervaringen opnieuw en intenser beleven. Ik heb er deugd van de dingen die me bezig houden vorm te geven en te delen met de anderen. Ik geniet van het samen met anderen muzisch bezig zijn. Ik beleef vreugde aan het creëren van werkstukken. ( SD 7) Ik beleef vreugde aan het samenwerken aan een werkstuk. ( SD 21) Ik voel me verbonden met de anderen tijdens het groepsgericht bezig zijn met muziek. ( 12.3)
Ik beleef plezier aan de omgang met mondelinge taal en in talige expressie. ( ) Ik beleef plezier in de omgang met schriftelijke taal en in talige expressie. ( ) Ik beleef plezier aan schrijven en aan schriftelijke talige expressie. ( ) Ik beleef plezier aan taalbeschouwing en aan het spel ermee. ( ) Ik beleef plezier aan en geniet van het zelf spelen en het spelen met anderen. ( 2.5)
20. Overal mogelijkheden tot muzische vormgeving ontdekken en toepassen. Ik tracht in gewone situaties iets kunstzinnigs te verwerken. Waar mogelijk tracht ik expressief te spreken en te schrijven. ( ) leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
9 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod
Ik probeer talige boodschappen te integreren door, waar mogelijk, teksten na te vertellen en te herscheppen, aan te vullen en te veranderen, in dramatische werkvormen te verwerken en toe te passen. ( ) Ik probeer niet-talige boodschappen te integreren in muzikale, manuele, lichamelijke en dramatische expressie, en ze na te vertellen en te herscheppen aan de hand van visueel materiaal. ( ) Ik lees teksten expressief voor. ( )
21. Het muzische bezig zijn zelf kunnen verrijken en sturen (leren leren). Ik heb aandacht voor het creatief werk van leeftijdsgenoten. Ik verrijk de inhoud van mijn creaties door dieper in mijn verbeelding, in mijn gedachten en gevoelens te graven. Ik vind het een uitdaging om nieuwe onderwerpen in mijn kunstzinnige expressie te verwerken. Ik zet vooraf stappen uit die ik wil volgen bij het uitwerken van een creatie. Na het experimenteren en exploreren, denk ik na over wat ik met mijn vormgeving wil bereiken. Tijdens mijn creatief werk ga ik geregeld na of ik nog wel goed bezig ben. Vooraleer iets te creëren, denk ik na over mijn bedoeling, over het materiaal dat ik best gebruik, over de techniek. ("8.1) Ik probeer mijn creëren te bevorderen door intens te observeren en te verbeelden. ( 8.2) Ik kan me goed concentreren tijdens het creëren. ( 8.4) Ik laat een werkstuk langzaam groeien. ( 8.8) Tijdens het creëren bekijk ik af en toe mijn werk ook eens vanop een afstand. ( 8.11) Ik ben me ervan bewust dat ik mijn luister- , lees- en spreekgedrag kan sturen en verbeteren. ( ) Ik kan de hulp of medewerking van anderen inroepen. ( ) Ik ben bereid over mijn eigen schrijf- en spreekgedrag en over de producten ervan na te denken. ( ) Ik ervaar dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. () Ik ben gevoelig voor opbouwende kritiek. ( 10.6) Ik sta open voor suggesties van medespelers om mijn eigen dramatisch spel en het samenspel te verbeteren. (·10.8) Ik ben bereid terechte opmerkingen van het ‘publiek’ in mijn eigen spel te verwerken. ( 10.9)
leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls
10 van 10
Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod