Laat mij niet kiezen!? Wat jongeren nodig hebben, na de echtscheiding, om loyaal te blijven naar beide ouders.
Charlotte Hendrickx Hogeschool van Amsterdam Pedagogiek Algemene Beroepen Variant Scriptie 9 juni, 2009 Studentnummer:221285 Eerste Assessor: Marion de Ras Tweede Assessor: Carine Ex
Voorwoord
In deze scriptie heb ik onderzoek gedaan naar wat jongeren nodig hebben om na de scheiding van hun ouders niet in een gespleten loyaliteit terecht te komen. De scriptie is geschreven in opdracht van Cocky Roks-Maris en de opleiding Pedagogiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Het onderzoek is uitsluitend verricht in de Orthopedagoge praktijk van Cocky Roks-Maris in Berlicum en bij Support huiswerkbegeleiding in Oss. Vanuit de voorwaarden van de opleiding heb ik zowel een literatuurstudie als een veldonderzoek verricht. In eerste instantie heb ik mij voornamelijk verdiept in de literatuur om vervolgens een gedegen kwalitatief onderzoek te starten. Allereerst wil ik Support, de jongeren en de ouders bedanken voor hun medewerking en inzet. Daarnaast heb ik voor het schrijven van deze scriptie veel steun gehad van mensen om mij heen. Ik wil hen erg bedanken. In het bijzonder wil ik Cocky bedanken voor haar opdracht en het vertrouwen in mij en wil ik Thijs, Renée, Anne en Jan bedanken voor hun morele steun en waardevolle adviezen. Amsterdam Juni, 2009 Charlotte Hendrickx
2
Inhoudsopgave
Inleiding Deel 1
5. Literatuuronderzoek
7.
2. 2.1 2.2 2.3
Echtscheiding Algemene informatie echtscheiding Omschrijvingen echtscheiding Directe gevolgen van echtscheiding voor het kind
8. 8. 8. 9.
3. 3.1 3.2 3.3
Echtscheiding en jongeren Omschrijvingen jongeren Ontwikkelingsfase van jongeren Gevolgen van echtscheiding voor jongeren
10. 10. 10. 11.
4. 4.1 4.2
Loyaliteit De vier dimensies van Nagy Omschrijvingen loyaliteit
15. 15. 16.
5. 5.1 5.2
Gespleten loyaliteit Omschrijvingen gespleten loyaliteit Gevolgen van een gespleten loyaliteit bij jongeren
18. 18. 19.
6. 6.1 6.2
Hoe te werken aan een gespleten loyaliteit bij jongeren Het begeleiden van een gespleten loyaliteit Suggesties van jongeren zelf uit eerder onderzoek
20. 20. 22.
7. 7.1 7.2 7.3
Conclusie literatuuronderzoek Samenvatting Beantwoorden onderzoeksvraag Kritische kijk op het literatuuronderzoek
24. 24. 25. 26.
Methodiek
28.
8.
Procedure/ context van het onderzoek
29.
9.
Meetinstrument
31.
10.
Analyse
32.
Veldonderzoek
33.
11.
Demografische gegevens
34.
12.
Analyse
35.
Deel 2
Deel 3
3
13. 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6
Beschreven resultaat Reactie op de scheiding Gesprekken met ouders Kiezen tussen ouders Relatie tussen de jongeren en hun ouders Wensen van jongeren Advies van jongeren
36. 36. 38. 40. 41. 43. 44.
14. 14.1 14.2
Conclusie veldonderzoek Samenvatting Beantwoorden onderzoeksvraag
45. 45. 45.
Conclusie
48.
Samenvatting
54.
Literatuurlijst
56.
Bijlage
59.
4
Inleiding Deze scriptie is geschreven in opdracht van Cocky Roks-Maris. Zij heeft een eigen orthopedagogenpraktijk en is werkzaam bij Support, huiswerkbegeleiding. Binnen haar eigen praktijk en bij Support werkt zij met jongeren die sociaal-emotionele en/of leerproblemen hebben. Geregeld komt zij jongeren tegen van gescheiden ouders. Veel van deze jongere ervaren loyaliteitsproblemen ten opzichte van hun ouders. De vraag van de opdrachtgever was om te onderzoeken wat jongeren nodig hebben om na de scheiding naar beide ouders loyaal te kunnen blijven. De onderzoeksvraag die voortgekomen is uit de opdracht luidt als volgt: Wat hebben jongeren van gescheiden ouders nodig om zich loyaal op te kunnen blijven stellen naar beide ouders? Deelvragen daarbij zijn: •
Wat maakt loyaliteit zo’n belangrijk thema voor jongeren na de echtscheiding van hun ouders?
•
Hebben jongeren door het grote loyaliteitsgevoel ten opzichte van ouders het gevoel dat ze voor hen moeten zorgen? Zo ja, komen ze door dit verantwoordelijkheidsgevoel in conflict met de wensen en behoeften die zij op dat moment zelf hebben?
•
Welk belang heeft het voor de jongere om te mogen rouwen over het verlies van het gezin na een echtscheiding van de ouders?
•
Heeft het ‘mogen rouwen om het verlies van het gezin’ invloed op de manier waarop jongeren daarna een band hebben met beide ouders?
Begrippen uit de vraagstelling worden op de volgende wijze omschreven en gehanteerd in de verdere scriptie. Jongeren: 12 tot en met 18 jaar. Loyaliteit: Hierbij gaat het om de zijns-loyaliteit, wat de existentiële en asymmetrische band tussen ouders en kinderen inhoudt (Van den Eerenbeemt & Van Heusden, 1998). Deze band is volgens van de Eerenbeemt en van Heusden onlosmakelijk en verworven tijdens de geboorte van het kind, existentiële en asymmetrische. De zijnsloyaliteit is de unieke band tussen ouder en kind. Gespleten loyaliteit: Wanneer jongeren in een positie komen dat zij moeten kiezen tussen beide ouders; hiermee zijn ze trouw aan de ene ouder, wat gelijktijdig ontrouw
5
aan de andere ouder inhoudt (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994; Van den Eerenbeemt, 2004; Wijenbergen, 2004). Echtscheiding: Juridisch gezien is het moment van echtscheiding bij de gerechtelijke uitspraak dat het huwelijk is ontbonden. Toch kan het gevoel van het moment dat je ouders zijn gescheiden verschillen per kind; zo kan het de mededeling, het moment dat één ouder het gezin verlaat of de rechtzaak zijn (Hermanns, 1985). Cocky Roks-Maris is bekend met de theorie van Boszormenyi-Nagy. Mijn taak ten opzichte van het literatuuronderzoek is om deze theorie maar ook andere literatuur te raadplegen en vanuit de literatuur de onderzoeksvraag in te leiden. Het veldonderzoek is voor Cocky Roks-Maris relevant omdat het geheel toegespitst is op haar doelgroep en binnen haar eigen werkveld. De open interviews zullen plaatsvinden binnen haar praktijk of bij de huiswerkbegeleiding. De proefpersonen zijn allemaal cliënten van Cocky Roks-Maris. Hierbij is de toestemming van de ouders en volledige anonimiteit in acht genomen. De interviews worden volgens de stappen van D.B. Baarda, A.G.E. van der MeerMiddelburg, M.P.M. de Goede (1996) geanalyseerd, wat zal leiden tot de conclusie van het veldonderzoek. Naar aanleiding van het literatuuronderzoek en het veldonderzoek zal een conclusie getrokken kunnen worden en een aanbeveling ten aanzien van de oplossing van het probleem worden gedaan. In de scriptie is voor de leesbaarheid gekozen voor het woord hij, wat gelezen kan worden als hij/zij. De indeling van dit onderzoek is als volgt: hoofdstuk 1 geeft een inleiding op de probleemstelling. In deel 1 worden de resultaten van het literatuuronderzoek behandeld. In deel 2 zal de methodiek van het onderzoek worden besproken. In deel 3 staan de resultaten van het veldonderzoek centraal, om vervolgens af te sluiten met de conclusie. Aan het eind van deze scriptie kunt u een samenvatting vinden van de gehele scriptie.
6
Deel 1 Literatuuronderzoek
7
2. Echtscheiding. 2.1 Algemene informatie over echtscheiding. In de afgelopen 30 jaar is er veel veranderd in het gezinsleven in Nederland. Naast het traditionele gezinsleven (vader/ moeder en kinderen), zijn eenpersoonshuishoudens, éénoudergezinnen en ongehuwd samenwonenden geen uitzondering meer in Nederland. Een belangrijke aanleiding voor de verandering in de huishoudvorm is de toename van het aantal echtscheidingen. In de jaren ’70 en ‘80 heeft een extreme toename van echtscheidingen plaatsgevonden. Daarna is het aantal scheidingen gestabiliseerd met een licht afnemende trend. In 1995 waren er 34.170 huwelijksontbindingen door echtscheiding, in 2008 waren er 32.080 (Centraal Bureau Statistiek -CBS). Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat er tegenwoordig jaarlijks bijna 70.000 maal een ongehuwd samenwonen beëindigd wordt, waarbij 28.000 kinderen betrokken zijn. Daarnaast vinden er 40.000 echtscheidingen plaats, waar 35.000 kinderen bij betrokken zijn.1 Dit betekent dat er jaarlijks veel kinderen geconfronteerd worden met de echtscheiding van hun ouders. 2.2 Omschrijvingen echtscheiding. Echtscheiding is vanuit verschillende invalshoeken beschreven. Zo luidt de juridische definitie: het moment van echtscheiding is de gerechtelijke uitspraak dat het huwelijk is ontbonden. Nog exacter is het moment waarop het vonnis is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente waar het huwelijk is gesloten(Hermanns, 1985). Op verschillende echtscheidingssites wordt de volgende definitie vermeld: bij een echtscheiding wordt een burgerlijk huwelijk beëindigd. In de landen waar echtscheidingen toegestaan worden, worden alle juridische banden die de echtgenoten hebben verbroken en kan elkeen, als hij of zij dat wil, opnieuw met iemand in het burgerlijk huwelijk treden.2 Anders ligt het bij de psychologische omschrijving en het moment dat de echtscheiding naar het idee van de betrokkenen gerealiseerd is. De beleving van het
1
http://www.conseo.nl/kindindeknel/2005/02/nieuwe-cijfers-van-het-cbs-overaantal.php 2 http://www.scheidendoejezo.nl/echtscheiding-definitie.html
8
moment van echtscheiding kan voor elk kind verschillen. Dit hoeft voor het kind geen verband te hebben met de juridische uitspraak. Dit moment kan het weggaan van een ouder uit het gezin zijn, of de mededeling van de ouders dat ze uit elkaar gaan. Soms zal de beleving van het moment van echtscheiding door het kind ook de rechtzaak zijn (Hermanns, 1985, blz. 7). 2.3 Directe gevolgen van echtscheiding voor het kind. De echtscheiding van ouders heeft grote invloed op het kind en zijn ontwikkeling. Na een echtscheiding tussen ouders breekt een turbulente periode aan, wat invloed heeft op de relatie die ouders hebben met hun kinderen. Over het algemeen geldt er tegenwoordig een co-ouderschap, wat inhoud dat beide ouders verantwoordelijk blijven voor de kinderen. Het merendeel van de kinderen is voor het grootste gedeelte van de week woonachtig bij de moeder. Desalniettemin blijven beide ouders verantwoordelijk voor de kinderen. Na een echtscheiding is een goed onderling contact tussen de ouders vaak problematisch. Volgens het CBS zijn in 2003 zo’n elfduizend kinderen na de scheiding geconfronteerd met ouders die geen contact meer met elkaar hebben en worden zo’n negentienduizend kinderen na de scheiding geconfronteerd met ouders die slecht contact met elkaar hebben. Er is een correlatie tussen de kwaliteit van contact tussen de ouders onderling en de kwaliteit van het contact tussen ouders en kinderen: wanneer de ouders goed contact met elkaar hebben, hebben de kinderen over het algemeen ook een goed contact met hun ouders. Wanneer de ouders geen contact hebben met elkaar, is het aantal kinderen dat geen contact heeft met vader of moeder aanzienlijk hoger (CBS, 2005)
9
3. Echtscheiding en jongeren. 3.1 Omschrijvingen jongeren. Jongeren hebben veel verschillende benamingen: ze worden ook wel jeugd, tieners, pubers of adolescenten genoemd. De definitie van deze doelgroep is vrij eenduidig; in deze ontwikkelingsfase groeien kinderen uit tot volwassen. De leeftijd waarop dit zich voltrekt verschilt in de literatuur (Feldman, 2005). De Wereldgezondheidsorganisatie definieert adolescentie als de periode van iemands leven tussen de 10 en de 19 jaar.3 Jongere wordt in het Groot Woordenboek der Nederlandse taal, Van Dale, aangeduid als ‘iemand van jeugdige leeftijd’. Adolescentie daarentegen wordt omschreven als ‘overgangsperiode tussen puberteit en volwassenheid, jeugdjaren (van 15 tot 20 jaar)’ (Van Dale, 1995). Wat de definities gemeenschappelijk hebben, is dat het gaat om een periode waarin kinderen uitgroeien tot volwassenen. Het eind van de kindertijd zou je ook kunnen aanduiden met het moment dat kinderen naar Voortgezet Onderwijs gaan, dat wil zeggen rond het twaalfde levensjaar. Juridisch ben je volwassen op 18-jarige leeftijd, op dat moment heb je passief en actief stemrecht en word je gezien als een onafhankelijk handelend rechtspersoon. Voor het onderzoek houd ik de leeftijdsperiode aan van 12 tot 18 jaar. Ik zal hen ook benoemen als ‘jongeren’.
3.2 Ontwikkelingsfase van jongeren. In deze ontwikkelingsfase gebeurt er veel met de jongeren, zowel fysiek als psychisch. Het lichaam van een puber verandert, de geslachtsrijping vindt plaats in de puberteit spelen de hormonen een grote rol in de ontwikkeling. Naast alle fysieke veranderingen krijgen de jongeren ook andere interesses. Vriendschappen worden belangrijker, er komt ook steeds meer nieuwsgierigheid naar de andere sekse. In de puberteit vinden de eerste liefdes plaats en gaan de jongeren zich meer seksueel ontwikkelen. Wisselende hormonen zorgen voor een wisselend humeur en wisselende gevoelens. De puberteit staat bekend als de periode waarin autonomie centraal staat en de jongeren zich losmaken van hun ouders. Dit kan gepaard gaan met veel strijd. Naast 3
http://www.vormen.org/informatie/KinderenJongeren/IndexKJ.html 10
dit alles is een veilig nest erg belangrijk voor de jongeren en dat geeft hen de veiligheid om hun zelfstandigheid te ontplooien en hun eigen identiteit te ontdekken (Feldman, 2005). 3.3 Gevolgen van echtscheiding voor jongeren. Een echtscheiding is voor het hele gezin een ingrijpende gebeurtenis. Ieder individu binnen het gezin verwerkt dat op zijn eigen manier. Hieronder zal ik vooral ingaan op de gevolgen van een echtscheiding voor jongeren.
3.3.1 De weerbaarheid van jongeren na de echtscheiding. In de literatuur wordt geschreven dat hoe ouder de kinderen worden, hoe beter zij bestand zijn tegen de gevolgen van een echtscheiding. Hiermee wordt voornamelijk gedoeld op het feit dat wanneer de echtscheiding van de ouders plaatsvindt, oudere kinderen gemakkelijker weerstand kunnen bieden tegen de spanningen en zich meer kunnen richten op hun eigen toekomst en ambities. Daarnaast zijn jongeren beter dan kinderen in staat om verschillende leefgebieden van elkaar te kunnen scheiden. Dit wil zeggen dat wanneer jongeren een tegenslag krijgen, in dit geval in het gezinsleven, dit niet direct van invloed hoeft te zijn op het schoolleven of op hun sociale leven (Teyber, 2003). Hoewel jongeren zich beter kunnen distantiëren van de spanningen tussen de ouders, verandert er door een scheiding voor hen ook veel in hun gezinsleven. Al die veranderingen en spanningen binnen het gezin kunnen veel impact hebben op de jongeren, hun ontwikkeling en leefwereld. De manier waarop jongeren reageren op een echtscheiding in deze periode kan erg verschillen per persoon. Er zijn echter wel een aantal kenmerkende reacties die je geregeld terug ziet.
3.3.1 De emoties van jongeren na een echtscheiding. Bij een echtscheiding komen veel verschillende gevoelens kijken en die gevoelens zijn voor iedereen verschillend. Toch kunnen we een aantal veel voorkomende emoties aangeven: verdriet, angst, boosheid, machteloosheid, verzet, eenzaamheid, schuldgevoel, opluchting, loyaliteit, zorg om hun ouders en verantwoordelijkheid (Jewett, 1984).
11
Sommige jongeren voelen zich verraden en reageren erg boos op de echtscheiding, vaak vluchten zij weg van de lastige thuissituatie en zoeken ze activiteiten buitenshuis. Doordat de jongeren dan weinig meer thuis zijn en contact met de ouders mijden is er weinig controle meer. Anderen sluiten zich volledig af en vertellen niet meer waar ze mee bezig zijn. De ouders krijgen dan gemakkelijk de indruk dat hun puber een goede manier heeft gevonden om met deze lastige situatie om te gaan. Er zijn jongeren die juist in deze periode veel onenigheid krijgen binnen het gezin, een erg wisselend humeur hebben of hun interesse verliezen in hun schoolwerk. Jongeren zoeken vaak steun bij leeftijdsgenoten en vinden deze ook. Sommige jongeren vinden hun troost in het gebruik van alcohol of drugs, vandalisme of crimineel gedrag. Dit kan onder invloed zijn van ‘nieuwe’ vrienden, waarbij zij op dat moment hun troost denken te vinden. De bovengenoemde gedragingen kunnen zowel een symptoom zijn van puberteit als van de verwarring over de echtscheiding (Put, 2004). Naast het feit dat echtscheiding veel negatieve gevoelens en soms ook reacties bij jongeren teweeg kan brengen kunnen er ook positieve neveneffecten van de echtscheiding voorkomen. Veel jongeren zijn door de omstandigheden vaak zelfstandiger en weerbaarder geworden. 3.3.3 Het rouwproces na een echtscheiding. Het verdriet van jongeren na een echtscheiding kan jaren duren. De echtscheiding is een heftige gebeurtenis in hun leven. Ze kiezen hun eigen tijd en manier waarop zij dat willen verwerken. Sommige jongeren stellen hun eigen rouwproces uit om het rouwproces van de ouders op dat moment voorrang te geven. De jongere merkt dat zijn ouders in een moeilijke periode verkeren en hij wil hen niet extra belasten met zijn eigen verdriet. Wanneer het gezin weer in een stabieler vaarwater komt en de jongere zich weer thuis en veilig voelt, krijgt hij meer ruimte om het verdriet van de scheiding te verwerken. De invloed van vrienden en familie op het rouwproces kan erg groot zijn. Wanneer jongeren de ruimte krijgen om over hun verdriet te mogen praten, kunnen zij deze moeilijke periode een plaats geven in hun leven. Door het verdriet van de jongere te ontkennen of het op te willen lossen wordt hen de troost onthouden. Dit belemmert het verwerkingsproces van de jongeren. Dit heeft
12
weerslag op de manier waarop jongeren zich gaan gedragen, zo worden onder andere depressie, agressie en zelfmedelijden aangewakkerd (Put, 2004). In het rouwproces moet de jongere afscheid nemen van het gezin zoals dat altijd is geweest. Hierin hebben veel jongeren net na de scheiding de hoop en het verlangen op verzoening tussen de ouders. Uit onderzoek van J. Hermanns blijkt dat deze hoop op verzoening na 3 jaar een stuk minder is (Hermanns, 1985). 3.3.4 Welke (schadelijke) gevolgen kan een echtscheiding hebben voor de relatie tussen jongeren en ouders. Geregeld worden jongeren betrokken in de strijd tussen beide ouders. Dit leidt bijna altijd tot een loyaliteitsconflict. Zij hebben het gevoel partij te moeten kiezen of de voorkeur te moeten geven aan één van de ouders. In deze strijd worden jongeren gezien als een persoon met een eigen mening. Er wordt bijvoorbeeld aan de jongere gevraagd bij wie hij zou willen wonen na de echtscheiding. Dit is een moeilijke beslissing, omdat zij het gevoel krijgen door hun keuze voor de ene ouder de andere ouder te laten vallen. Het komt regelmatig voor dat de jongere in eerste instantie gekozen heeft voor bijvoorbeeld zijn moeder, maar na enkele jaren toch besluit om bij zijn vader te gaan wonen. Dit komt vaak voort uit de behoefte weer balans te vinden in de loyaliteit naar beide ouders (Van den Eerenbeemt, 2004). Een gespleten loyaliteit is een veel voorkomend probleem voor jongeren wanneer hun ouders zijn gescheiden. In hoofdstuk 4 wordt dit uitgebreider behandeld. Een van de andere gevolgen van een echtscheiding bij jongeren is parentificatie. Parentificatie ontstaat wanneer een kind zich identificeert of vereenzelvigt met de functie en de verantwoordelijkheid van zijn ouder, die verantwoordelijkheid op zijn eigen schouders neemt en de ouder- of partnerrol in het gezin gaat vervullen. Dan neemt het kind taken van een ouder over en ondersteunt deze in praktische situaties en in zijn of haar emotionele behoeftes (Put, 2004, blz. 78). De reden dat jongeren dit gaan doen is omdat ze het gevoel hebben volwassen genoeg te zijn om bepaalde verantwoordelijkheden te dragen en praktische zaken te kunnen overnemen. Hiermee proberen ze de ouder te steunen of te ontlasten. Over het algemeen wordt het gewaardeerd door de ouders wanneer jongeren deze
13
verantwoordelijkheden en taken overnemen. Deze waardering vinden de jongeren erg fijn om van hun ouders te krijgen. Een andere vorm van parentificatie is wanneer jongeren hun eigen zorgen, problemen en verdriet aan de kant zetten om zo hun ouders te ontlasten. Door parentificatie slaan jongeren vaak een fase in hun ontwikkeling over. In deze fase ontdekken ze juist hun identiteit en maken ze plezier, waarbij ze leren conflicten op te lossen. Wanneer de jongeren ouder zijn vinden ze het moeilijk om zich los te maken van de verantwoordelijkheid ten opzichte van hun ouders en kunnen ze zich schuldig gaan voelen wanneer zij zich wel los maken. Vaak hebben deze jongeren moeite met gelijkwaardige partnerrelaties omdat zij niet gewend zijn om affectie te ontvangen of om verantwoordelijkheid of gezag te delen. Parentificatie kan voorkomen worden wanneer ouders de kinderen opdrachten geven die passen bij hun leeftijd. Daarnaast is het belangrijk dat de ouders waardering geven aan de jongeren voor wat ze doen en dat zij als steunfiguur blijven fungeren voor hun kinderen (Put, 2004).
14
4. Loyaliteit. In de literatuur worden echtscheiding en loyaliteit regelmatig aan elkaar verbonden. Wanneer er over loyaliteiten wordt gesproken wordt er verwezen naar de theorie van Ivan Boszormenyi-Nagy. Nagy heeft zich in eerste instantie gespecialiseerd in de psychiatrie, is vervolgens werkzaam geweest als gezinstherapeut en heeft van daar uit de contextuele therapie ontworpen. Zijn theorie is voornamelijk psychologisch opgezet. Desalniettemin kan de contextuele benadering ook ingezet worden bij (complexe) opvoedsituaties, zoals bij de problematiek rondom de loyaliteiten van kinderen na de scheiding van hun ouders. 4.1 De vier dimensies van Nagy. Zoals gezegd heeft Nagy de contextuele therapie ontwikkeld, waarin loyaliteiten een belangrijke rol spelen. Het woord context geeft volgens Nagy aan dat er een dynamisch verband bestaat tussen een persoon en zijn of haar belangrijkste relaties. In zijn contextuele benadering onderscheidt Nagy vier verschillende dimensies: 1. Feiten Hierbij wordt uitgegaan van de invloed van aantoonbare waarheden en werkelijke gebeurtenissen in het leven van een persoon. Hiermee wordt bedoeld dat het waarheden of gebeurtenissen zijn die zijn aan te tonen en waar niet aan getwijfeld kan worden. Bijvoorbeeld: genetische wortels, lichamelijke gezondheid, erfelijke eigenschappen, maar ook gebeurtenissen als echtscheiding, adoptie, invaliditeit en werkloosheid. 2. Psychologie Deze dimensie richt zich op wat er zich ín een individu afspeelt aan behoeftes en motivatie. Je kunt hierbij denken aan de basale behoeftes, egosterkte, conditionering, afweermechanismen, bevrediging, fantasieën, dromen, inzichten, enzovoort. 3. Transactie Deze dimensie wordt gekenmerkt door de patronen van waarneembaar gedrag en communicatie tussen personen. Wanneer transacties worden beschreven, worden er geregeld termen gebruikt uit de systeemtheorie4 en sociologie. Zoals: structuren, subsystemen, regels, feedbackmechanismen, rolverdeling, macht, enzovoort.
4
Systeemtheorie gaat er in het kort gezegd vanuit dat een mens pas daadwerkelijk begrepen kan worden in de context van zijn relaties. (http://www.systeemtheorie.nl/systeemtheorie.php) 15
4. Relationele ethiek Deze dimensie staat in het teken van de rechtvaardigheid van relaties. Hiermee wordt bedoeld dat er binnen een relatie een gepast evenwicht moet ontstaan tussen geven en nemen. De begrippen die bij deze dimensie regelmatig worden toegepast zijn: loyaliteit, vertrouwen, betrouwbaarheid en gerechtigde aanspraken. Bij deze dimensie wordt ook een belangrijke verbinding gelegd tussen de verworvenheden uit de vorige generatie en de invloed die dat heeft op het individu. Nagy kijkt naar de verworvenheden van de vorige generatie en op welke manier een individu deze meeneemt in zijn eigen levensloop en welke invloed dit zal hebben op de komende generaties (Vo Cahier 6, In het voetspoor van Ivan Nagy). De vier dimensies geven geen rangorde aan, maar staan allemaal op hetzelfde niveau. Ze werken op elkaar in en zijn in alle menselijke relaties aanwezig (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994). De eerste drie dimensies worden binnen de hulpverlening veelvuldig gebruikt. De vierde dimensie is een vernieuwende en verdiepende kijk binnen de hulpverlening. Deze dimensie kijkt verder dan het individu, de gebeurtenis en de manier waarop hij hierop heeft gereageerd. Bij de vierde dimensie wordt gekeken naar de relaties van een persoon en welke invloed deze hebben in de levensloop van het individu. Hierin staat het inzicht verkrijgen in de loyaliteiten van het individu voorop. 4.2 Omschrijvingen loyaliteit. Er zijn verschillende definities van loyaliteit. Er bestaat een algemene definitie en een specifieke. Van Dale, Het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, beschrijft loyaliteit als getrouwheid aan een verplichting of verbintenis; - (vandaar) oprechtheid, eerlijkheid (Van Dale, 1995). Loyaliteit betekent trouw en betrouwbaar zijn, voor elkaar opkomen in een relatie, wederzijds voor elkaar ertoe doen, op basis van wederzijdse verdiensten en verplichtingen. Hoe sterker de onderlinge band en hoe groter de wederzijdse verdiensten, des te sterker en verplichtend de onderlinge loyaliteit is en andersom (Van Mulligen, Gieles en Nieuwenbroek, 2001, blz. 153). Er zijn twee soorten loyaliteiten te onderscheiden; de horizontale en de verticale loyaliteit. Horizontale loyaliteit betreft bijvoorbeeld vriendschappen of relaties tussen partners: symmetrische relaties. Deze relaties zijn vervangbaar en kunnen beëindigd worden wanneer de relatie uit evenwicht is, wanneer er geen sprake meer is van gelijkwaardigheid tussen geven en nemen.
16
De verticale loyaliteit is de loyaliteit tussen ouders en kinderen, deze relatie is asymmetrisch. Dat houdt in dat deze relatie niet te vervangen is (Van den Eerenbeemt, Van Heusden, 1998). De eerste definitie gaat meer om loyaal zijn in het algemeen. Voor het onderzoek is het van belang om de bijzondere band tussen ouders en kinderen te definiëren. Deze band noemt men ook wel loyaliteit en is, zoals hier boven beschreven, een verticale loyaliteit. De volgende definities beschrijven de verticale loyaliteit: De dynamische verplichte zorg van een lid voor de andere leden van de familie, dat is de definitie zoals Nagy die geeft. (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 223) Else-Marie van den Eerenbeemt definieert het begrip loyaliteit als een ijzersterk bindmiddel in de ouder-kindrelatie. De relatie tussen ouder en kind is van meet af aan uniek (Van den Eerenbeemt, 2004, blz. 107). Jo Wijenberg beschrijft het begrip loyaliteit op de volgende manier: ‘Het fundamentele uitgangspunt van loyaliteit blijft het gegeven dat loyaliteit ontstaat door de geboorte van kinderen en dat dit proces generaties lang doorgaat zolang er nakomelingen zijn’ (Wijenberg, 2004, blz. 51). Bij de laatste definities draait het om de onlosmakelijke loyaliteit tussen ouder en kind, deze loyaliteit word door Nagy ook wel ‘zijns-loyaliteit’ genoemd. Deze loyaliteit kan niet bestempeld worden als goed of slecht, maar de loyaliteit tussen ouders en kinderen is ook niet te ontkennen. Een belangrijk kenmerk van zijns-loyaliteit is de onontkoombaarheid ervan: ‘ De wortels van deze zijns-loyaliteit gaan tot de oorsprong van existentiële, asymmetrische ouder-kind banden. Wat inhoudt dat ieder kind door de geboorte in een niet te ontkennen, onomkeerbare verhouding met zijn ouders is gekomen (Van den Eerenbeemt, Van Heusden, 1998, blz. 29). Zoals eerder genoemd is voor mijn scriptie-onderzoek de definitie van belang die slaat op de relatie tussen ouder en kind. Wanneer er in het onderzoek gesproken wordt over loyaliteit gaat het over de verticale zijns-loyaliteit zoals die hierboven is beschreven.
17
5. Gespleten loyaliteiten. De verticale loyaliteit kan erg in het geding komen wanneer ouders gaan scheiden. Dit kan een gespleten loyaliteit tot gevolg hebben. 5.1 Omschrijvingen gespleten loyaliteit. Er zijn verschillende definities te vinden over gespleten loyaliteit. In de grote lijn komen de definities met elkaar overeen, het verschil zit in de mate van detail. Een simpele uitleg over gespleten loyaliteit is die van Else-Marie van den Eerenbeemt: ‘Wanneer kinderen moeten kiezen tussen hun ouders betekent de trouw aan de ene ouder ontrouw aan de andere ouder. Het gevolg hiervan is een gespleten loyaliteit.’ (Van den Eerenbeemt, 2004, blz.130). Ook Jo Wijenbergen gebruikt deze omschrijving: ‘Gespleten loyaliteit houdt in dat kinderen gemanoeuvreerd worden om een keuze te maken tussen vader en moeder.’ (Wijenbergen, 2004, blz. 49). In het boek Geven en Nemen van Ivan Nagy wordt gespleten loyaliteit op een heel uitgebreide manier gedefinieerd: ‘’De moeilijke omstandigheid van gespleten loyaliteit doet zich voor wanneer een kind wordt gedwongen de liefde van de ene ouder te verkiezen ten koste van het verraden van zijn of haar andere ouder. Deze onheilspellende situatie ontstaat wanneer ouders door wederzijds wantrouwen en minachting volkomen uit elkaar zijn gegroeid. Het wantrouwen kan verschillende vormen aannemen, maar hoe subtieler de tekenen ervan, des te moeilijker kan het kind de moeilijke omstandigheden hanteren. Het verkrijgen van een attitude van basaal vertrouwen in de wereld van volwassenen is een fundamentele behoefte van kinderen. Slechts dan kan een kind reële attitudes van basaal wantrouwen weer in evenwicht brengen. Wanneer echter vertrouwen in een ouder onvermijdelijk wantrouwen jegens de ander oproept, sluit het vertrouwen in de een op zichzelf de mogelijkheid van het vertrouwen in de ander uit.” (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 475) De eerste definities zeggen in het kort wat een gespleten loyaliteit inhoud, maar het is wel wat simpel gesteld. Wanneer in het onderzoek word gesproken van gespleten loyaliteit houd ik de definitie aan van Boszormenyi-Nagy en Krasner aan.
18
5.2 Gevolgen van een gespleten loyaliteit bij jongeren. Het gevolg van een gespleten loyaliteit is dat jongeren beschadigd worden in hun vertrouwen. Jongeren vertrouwen vanuit hun zijns-loyaliteit op beide ouders. Wanneer je in een gespleten loyaliteit terecht komt weet je als jongere niet meer goed wie je kunt vertrouwen. Vanuit de loyaliteit naar de ouders is er vertrouwen in hen beiden, maar het feit dat de jongere het gevoel heeft één van de twee te moeten kiezen geeft een groot gevoel van wantrouwen ten opzichte van beide ouders. Veel jongeren worden in een gespleten loyaliteit bewust of onbewust gedwongen tot het maken van keuzes. Kiezen tussen hun vader en hun moeder is een onmogelijke opdracht. Kiezen is verliezen, dat is de les die jongeren leren uit een gespleten loyaliteit. Met als gevolg dat jongeren het moeilijk vinden om keuzes te maken in het algemeen, ook over simpele dingen. Een beschadigd vertrouwen van de jongeren is de basis voor een destructieve parentificatie. Destructieve parentificatie wordt gekenmerkt door een onopzettelijk, heimelijk patroon of aantal patronen tussen familieleden die een hechte relatie hebben, wat het wederzijds vertrouwen versterkt (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 223). Dit kan leiden tot ernstige persoonlijkheidsproblemen en kan zelfs zelfdoding tot gevolg hebben. Hieronder staan een aantal (persoonlijkheids)problemen beschreven waar jongeren tegenaan lopen wanneer zij te maken hebben met een gespleten loyaliteit: - Beperkte emotionele en/of intellectuele ontwikkeling. - Egostoornissen, depressie, leerproblemen, narcisme, psychose. - Zelfdestructieve gedragspatronen. - Zelfdoding, geneigdheid tot ongelukken, zichzelf schade aandoen op sociaal vlak. - Delinquentie, schoolfobie, anorexia, verslaving, crimineel gedrag. - Seksuele ontoereikendheid. - Fysiologische beschadigingen als gevolg van psychosomatisch gedrag. - Het onvermogen om succes te accepteren. (Boszormenyi-Nagy, Krasner, 1994, blz. 227) Een suïcidepoging of geslaagde suïcide heeft in de context van de gespleten loyaliteit vaak als reden dat een kind geen mogelijkheid meer ziet om zijn ouders met elkaar te verbinden. Dit kan leiden tot zeer intense spanningen. Geslaagde suïcide is de laatste poging van de jongeren de gespleten loyaliteit in zijn oorsprong op te lossen, door zich letterlijk uit deze moeilijke situatie te verwijderen.
19
6. Hoe te werken aan een gespleten loyaliteit bij jongeren. 6.1 Het begeleiden van een gespleten loyaliteit. Wanneer er binnen de begeleidingspraktijk jongeren zich voordoen die worstelen met een gespleten loyaliteit zijn er verschillende manieren om hiermee aan het werk te gaan. Hierbij richt ik mij niet op het individu maar op de problematiek, gespleten loyaliteit. In de literatuur zijn verschillende manieren beschreven om met de jongere te werken aan gespleten loyaliteit: meerzijdige partijdigheid, erkenning, hulpbronnen en toestaan van het rouwproces. Nagy beschrijft de meeste van deze manieren om te leren om gaan met een gespleten loyaliteit. Literatuurstudie geeft aan dat de manier van Nagy de oorsprong is van behandeling van gespleten loyaliteit binnen de hulpverlening. 6.1.1 Meerzijdige partijdigheid. Meerzijdige partijdigheid houdt in dat de hulpverlener achtereenvolgens en beurtelings achter de belangen van alle betrokken gaat staan. De hulpverlener begint met de belangen van de jongeren en maakt daarna verbinding met de ouders (Wijenberg, 2004, blz. 50). Anders gezegd: als hulpverlener kies je geen partij, noch voor de een, noch voor de ander. Het uitgangspunt is dat de hulpverlener een houding aanneemt waardoor het kind niet in die gespleten loyaliteit terecht komt. Door meerzijdig partijdig te blijven straalt de hulpverlener respect uit naar alle partijen en blijft neutraal als partij. Door deze houding maak je ruimte om een gesprek te voeren en kunnen alle betrokkenen, of alleen de jongere, hun woordje doen zonder daarvoor veroordeeld te worden. Vanuit deze positie maak je de gespleten loyaliteit bespreekbaar en ga je de dialoog aan. Een dialoog betekent hier een gesprek waarbij er wederzijds respect is voor elkaar en elkaars belangen (Van den Eerenbeemt, Van Heusden, 1998). 6.1.2 Erkenning. Ook dit begrip vindt zijn grondslag in de contextuele therapie. Erkenning betekent dat je de jongere in zijn existentiële context aanvaardt wordt, ofwel het bestaan van de jongere wordt bevestigt (Van Mulligen, Gieles en Nieuwenbroek, 2001). Het mooiste is wanneer de ouders deze erkenning en bevestiging aan de jongere kunnen tonen. Ieder kind verlangt naar de erkenning van zijn ouders over zijn bestaansrecht. Wanneer het kind op een spontane, krachtige en oprechte manier
20
wordt erkend door de ouder, noem je dat een verticale erkenning. Het is belangrijk om de ouders bij dit proces te betrekken, omdat zij deze vaardigheid ook moeten leren. Mocht de jongere deze erkenning (nog) niet krijgen van zijn ouders dan kan de hulpverlener deze erkenning ook zelf geven aan de jongere. De erkenning van de hulpverlener voor de jongere noemen we horizontale erkenning. Het geven van erkenning geeft de ruimte aan de jongere om positief te gaan handelen. Er zijn twee manieren waarop je iemand kan erkennen: - Je kan iemand erkennen voor zijn verdienste. - Het erkennen van het onrecht dat iemand is aangedaan. Beide gaan over de balans tussen geven en ontvangen. Wanneer onrecht en verdienste erkend worden heeft dat twee belangrijke gevolgen voor de jongere: zelfwaardering en zelfafbakening. Zelfwaardering krijgen ze doordat de erkenning hen het gevoel geeft dat ze ‘ertoe doen’ voor de ander, en dat de loyaliteitsrelatie die je met elkaar hebt voor de ander betekenisvol is. Dit helpt hen zichzelf serieus te nemen. Zelfafbakening is het besef dat je terecht en met succes voor je eigen belangen kunt opkomen en zonder daarmee de belangen van een ander te negeren (Van Mulligen, Gieles en Nieuwenbroek, 2001). 6.1.3 Hulpbronnen. Wanneer jongeren problemen hebben met gespleten loyaliteit na de echtscheiding kunnen ze hulp inroepen van een professional. Deze hulpverlener gaat met de jongere aan het werk om te kijken hoe ze samen aan dit probleem kunnen werken. Naast het werken aan het probleem is het van belang dat de hulpverlener ook gaat kijken naar wat het gezin en zijn omgeving zèlf aankunnen. In het sociale netwerk van de jongere zitten altijd wel mensen, familie, vrienden die als hulpbron kunnen fungeren. Door je samen met de jongere te richten op de hulpbronnen, help je de jongere om zelf zijn hulpbronnen te gaan aanspreken op het moment dat hij daar behoefte aan heeft. Als de jongere geen erkenning van zijn ouders krijgt kan hij dat het beste via zijn hulpbronnen vinden, zonder dat hij dat hoeft te vragen van de hulpverlener. Het uitbreiden en bewust maken van de hulpbronnen van de jongere maakt het afsluiten van hulpverleningstraject gemakkelijker, omdat de jongere zijn hulpbronnen om zich heen heeft die de jongeren kunnen steunen en erkennen (Wijenberg, 2004).
21
6.1.4 Toestaan van een rouwproces. Zoals in hoofdstuk 2 is beschreven is een rouwproces voor jongeren erg belangrijk. Dit geeft hen de mogelijkheid om hun emoties te kunnen en mogen uiten. Wanneer ouders niet open zijn over de scheiding of niet eerlijk over wat er is gebeurd, ontnemen ze kinderen de gelegenheid tot rouwen. Doordat hun emoties niet worden erkend of hen zelfs worden ontnomen komen zij ook niet toe aan hun rouwproces. Door je eigen schuld in de situatie niet te erkennen veroorzaak je als ouder een moeilijke situatie voor het kind, waarbij het vertrouwen erg wordt geschaad. Door de jongere de ruimte te geven om te mogen rouwen kan het hem helpen de scheiding te aanvaarden in zijn leven. 6.2 Suggesties van jongeren zelf uit eerder onderzoek. In eerder onderzoek en gesprekken met kinderen/jongeren is ook onderzocht hoe zij zelf denken dat sommige situaties anders of beter hadden kunnen worden opgelost. Hieronder zijn verschillende suggesties van kinderen en jongeren uitgewerkt. 6.2.1 Contact met beide ouders Uit de interviews die Femke van der Gun en Lavinia de Jong met kinderen hebben gevoerd geeft bijna de helft van hun onderzoekseenheid aan dat ze het belangrijk vinden dat kinderen contact houden met beide ouders. De kinderen die dit aangaven hadden ook allemaal nog contact met beide ouders en moesten er niet aan denken dat het niet zo was. Over het verbieden van contact door de ene ouders met de andere ouder zeggen een aantal kinderen dat zij vinden dat ouders hen dat niet mogen verbieden. Het is van belang dat ouders hun kinderen de mogelijkheid bieden contact te hebben met hun beiden ouders (Van der Gun, De Jong, 2006;Hermanns, 1985). 6.2.2 Voorkom ouderlijke conflicten Wanneer ouders met elkaar in conflict raken hebben kinderen het gevoel tussen beide ouders in te staan. Kinderen ondervinden last van de conflicten en spanningen tussen de ouders. Zowel kinderen bij wie geen sprake was van conflicten, als kinderen waarbij dit wel het geval was, benadrukken in het interview hoe moeilijk het is wanneer ouders geen ‘normale’ relatie met elkaar hebben (Van der Gun, De Jong, 2006).
22
6.2.3 Communicatie over de echtscheiding. In het onderzoek van Femke van der Gun en Lavinia de Jong zijn kinderen niet ontevreden over de communicatie tussen de ouders en de kinderen over de echtscheiding. Wel wordt er door veel kinderen benadrukt hoe belangrijk het is dat ouders met hun kinderen over de echtscheiding praten. Hierbij gaat het dan voornamelijk over het informeren over de echtscheiding, maar ook over luisteren naar de mening van de kinderen en wat zij moeilijk vinden aan de echtscheiding. Daarnaast geven kinderen in dit onderzoek ook nog duidelijk aan dat het niet alleen belangrijk is om in gesprek te gaan met je ouders, maar ook met derden; lotgenoten, vriendinnen, buren enzovoort (Put, 2004). 6.2.4 Elkaar in hun waarde kunnen laten. Wanneer ouders uit elkaar zijn dan komt het regelmatig voor dat zij kritiek krijgen op elkaar. Jongeren hebben het gevoel dat ze de ouder die bekritiseerd wordt moeten verdedigen. Dit kan heel verwarrend werken omdat zij over het algemeen denken: ‘jullie hebben toch van elkaar gehouden?’. Voor jongeren is het zwart maken van een ouder zeer pijnlijk. Zij vinden dit een lastige situatie om mee om te gaan; ze geven aan ouders het advies om elkaar in hun waarde laten (Hermanns, 1985). Jo Hermanns geeft aan in de conclusie van zijn onderzoek dat zich vele tegenstrijdigheden voordoen. Een deel van de tegenstrijdigheden zit in jongere zelf. Jongeren willen enerzijds goed geïnformeerd worden en goed worden voorbereid op de echtscheiding. Anderzijds willen ze zo min mogelijk weten over de situatie, om geen partij te hoeven kiezen. Hiermee proberen ze de schuldvraag te vermijden (Hermanns, 1985).
23
7. Conclusie literatuuronderzoek. 7.1 Samenvatting. Het aantal echtscheidingen is in de jaren ’70 en ’80 enorm gestegen. In de afgelopen jaren is dit vrij stabiel gebleven. Niettemin worden jaarlijks veel kinderen geconfronteerd met de echtscheiding van hun ouders. De echtscheiding wordt gevolgd door een roerige periode, waarin er veel geregeld moet worden. De veranderingen voor kinderen zijn na een echtscheiding groot. Jongeren worden in dit onderzoek gedefinieerd als personen tussen 12 en 18 jaar. De fase waarin jongeren zich bevinden wordt ook wel de puberteit genoemd. Dit is een turbulente periode, waarin er zowel fysiek als psychisch veel met de jongeren gebeurt. Uit literatuur blijkt dat jongeren weerbaarder zijn tegen een situatie van echtscheiding dan kinderen jonger dan 12 jaar. Dit komt omdat jongeren beter weerstand kunnen bieden tegen de spanningen in huis en zich meer richten op hun eigen toekomst en ambities. Toch zijn er ook bij jongeren gevolgen te zien van een echtscheiding. Wanneer ouders uit elkaar gaan kunnen er veel emoties opspelen. Daarom is een rouwproces na een echtscheiding een logisch fase. Het is van belang dat er ruimte is voor het rouwproces van de jongere om deze moeilijke gebeurtenis een plekje te kunnen geven. Na een echtscheiding kan de relatie tussen ouders en hun kinderen veranderen en ook schadelijke vormen aannemen. Twee van die vormen worden benoemd in het bovenstaande: gespleten loyaliteit en parentificatie. Nagy heeft de contextuele therapie ontwikkeld, waarin loyaliteit een belangrijke rol speelt. In de contextuele therapie zijn vier dimensies te onderscheiden: feiten, psychologie, transactie en relationele ethiek. Voor de definitie van loyaliteit wordt verwezen naar de zijns-loyaliteit die Nagy heeft geformuleerd, wat de onlosmakelijke loyaliteit tussen ouders en hun kinderen inhoudt. De zijns-loyaliteit komt terug in de vierde dimensie. Wanneer kinderen een keuze moeten maken tussen beide ouders spreek je van een gespleten loyaliteit. De gevolgen van een gespleten loyaliteit kunnen in het uiterste geval leiden tot zelfdoding. In minder extreme gevallen heeft het wantrouwen, angst om te kiezen en een destructieve parentificatie tot gevolg. Gespleten loyaliteit kan door een hulpverlener, volgens onder anderen Nagy, op verschillende manieren worden aangepakt. Allereerst is het van groot belang dat de hulpverlener zich meerzijdig partijdig opstelt. Ten tweede is het de taak van de hulpverlener om de ouders te helpen de jongere te erkennen in zijn bestaan. Ook de
24
hulpverlener heeft als functie om de jongeren te erkennen, ondanks het feit dat de erkenning van de ouders zwaarder weegt. Het uitbreiden van de hulpbronnen en toestaan van een rouwproces zijn de laatste mogelijkheden die vanuit de literatuur worden benoemd. Wanneer er sprake is van een gespleten loyaliteit is het van belang dat de hulpverlener kijkt naar de mogelijke samenwerking met de ouders. Contact met beide ouders, het voorkomen van ouderlijke conflicten, communicatie over de echtscheiding en elkaar in waarde laten zijn suggesties uit eerder onderzoek van kinderen om niet in een gespleten loyaliteit terecht te komen.
7.2 Beantwoorden onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag was: Wat hebben jongeren van gescheiden ouders nodig om loyaal te kunnen blijven naar beide ouders? Deze vraag kan vanuit twee kanten beantwoord worden, enerzijds vanuit de hulpverlener, anderzijds uit eerder onderzoek. De suggesties voor de hulpverleners zijn grotendeels afkomstig uit de theorie van Nagy. Als hulpverlener kun je verschillende dingen doen om jongeren en mogelijk ouders te begeleiden bij een gespleten loyaliteit. Zo is de meerzijdig partijdigheid van belang om de jongere tijdens de hulpverlening niet in een gespleten loyaliteit te brengen. Erkenning van de jongere door de ouders is van groot belang. Mochten de ouders dit niet kunnen dan kan de hulpverlener dit in eerste instantie zelf doen. Inschakelen van hulpbronnen kan na de hulpverlening het vangnet van de jongere gaan bieden. Hier wordt tijdens de hulpverlening steeds meer naartoe gewerkt. De hulpverlener kan de ouders ook het belang van het rouwproces laten inzien, zodat de jongere de ruimte krijgt om te rouwen. Uit eerder onderzoek gaven kinderen zelf aan dat contact met beide ouders, het voorkomen van ouderlijke conflicten, de communicatie over de echtscheiding en elkaar in de waarde laten volgens hen manieren zijn die ouders kunnen hanteren om een gespleten loyaliteit bij hun kind te voorkomen. Op de deelvraag wat loyaliteit zo belangrijk maakt voor jongeren na de echtscheiding van hun ouders, is het volgende antwoord vanuit de literatuur te geven: De zijnsloyaliteit zoals Nagy die heeft beschreven geeft de onlosmakelijke band tussen ouders en kinderen weer. Dit geeft ook aan waarom het thema zo belangrijk is: het is een verticale loyaliteit en er valt niet aan te ontkomen.
25
Wanneer er een scheiding tussen de ouders plaatsvindt wordt deze loyaliteit een belangrijk thema, omdat het niet meer vanzelfsprekend is dat de jongere naar beiden loyaal kan zijn. De deelvraag naar het belang voor de jongere van het mogen rouwen om het verlies van het gezin na een echtscheiding van de ouders, kan worden beantwoord vanuit de literatuur. Wanneer een jongere de ruimte krijgt om te mogen rouwen kan deze (traumatische) gebeurtenis aanvaard worden. Je kunt stellen dat het rouwproces een fase is waar de jongere doorheen moet om tot acceptatie te komen en zo weer zijn leven op te pakken. Wanneer deze ruimte niet geboden wordt door de ouders of de jongere zelf, blijft deze met veel opgekropte gevoelens zitten. 7.3 kritische kijk op het literatuuronderzoek. Onderzoek en literatuur over jongeren en echtscheiding is erg schaars, wat mijn literatuurstudie er niet gemakkelijker op maakte. Een aantal gangbare onderzoeken zijn bovendien gedateerd. Wat het onderzoek naar deze doelgroep moeilijk maakt en wat in de literatuur ook wel regelmatig word aangegeven, is dat de verschijnselen van de puberteit en de gevolgen van echtscheiding soms moeilijk te onderscheiden zijn. Hierdoor zijn de gevolgen van een echtscheiding voor jongeren moeilijk te isoleren en dus te onderzoeken. Waar ik het in de literatuur niet mee eens ben is dat het voor jongeren gemakkelijker is dan voor jongere kinderen, omdat eerstgenoemde meer weerstand zouden kunnen bieden. Ik denk dat er duidelijke verschillen zijn hoe een echtscheiding ervaren wordt tussen kleine kinderen of jongeren. Van jongeren wordt ook verwacht dat zij meer hun eigen leven hebben en zich richten op de toekomst, terwijl dit in mijn optiek niet altijd het geval is en jongeren erg belemmerd kunnen worden door deze turbulente periode. Met de theorie van Nagy ben ik het over het algemeen eens. Zijn visie op loyaliteit geeft duidelijk de onlosmakelijke verbintenis tussen ouder en kind weer en tegelijkertijd geeft het de complexiteit van de gespleten loyaliteit aan. Met de contextuele therapie heeft Nagy een methode ontwikkeld wat het mogelijk maakt om met deze complexe gezinsproblematiek te werken. Vanuit de optiek van Nagy is de loyaliteit tussen ouder en kind onlosmakelijk. Hierbij zou ik vraagtekens willen zetten. Vanuit ethisch oogpunt zou het meest rechtvaardig zijn als deze loyaliteit niet verbroken zou kunnen worden. In de realiteit is deze ethiek echter niet altijd haalbaar. Er zijn een tal van voorbeelden te noemen van ouders en
26
kinderen die geen contact meer hebben en zelf zeggen dit prima te vinden. Vanuit deze optiek zou je kritisch kunnen zijn over de haalbaarheid van zijns-loyaliteit zoals Nagy hem heeft gesteld. Vanuit de literatuur wordt er ook over Nagy gesproken en naar hem verwezen. Het is jammer dat er niet verschillende visies zijn. De literatuur blijft over het algemeen beperkt tot de visie van Nagy; dit maakt de bespreking van het onderwerp soms ook wat eenzijdig.
27
Deel 2 Methodiek
28
8. Procedure/ context van het onderzoek. De populatie is bepaald door de hoeveelheid jongeren binnen de praktijk van Cocky Roks-Maris, Orthopedagogisch Samenwerkings Verband en bij Support: de huiswerkbegeleiding waar Cocky werkzaam is. De populatie bestaat uit 30 jongeren uit de praktijk van Cocky Roks-Maris en Support samen. Allereerst heb ik telefonisch contact gehad met alle gescheiden ouders die kinderen hadden bij Support of in de praktijk, om hen toestemming te vragen om hun zoon of dochter te benaderen. Hierbij heb ik de toestemming van beide ouders gehanteerd, om conflict tussen beiden te voorkomen. Daarna heb ik de jongeren van wie de ouders akkoord gingen in een persoonlijke brief gevraagd mee te werken aan mijn onderzoek. Hierbij heb ik volledige anonimiteit gegarandeerd. De jongeren mochten zelf aangeven of zij wilde deelnemen. Voor het onderzoek is er geen gebruik gemaakt van een steekproef. De onderzoeksgroep heeft bestaan uit zes jongeren, die bereid waren deel te nemen. De reden voor de kleine onderzoeksgroep is dat het onderwerp gevoelig kan liggen bij de jongeren, waardoor zij liever niet willen deelnemen. Daarnaast vond ik de toestemming van ouders van groot belang, maar ook deze toestemming werd niet altijd door beide ouders verleend (Verhoeven, 2007). De data van de respondenten werden verzameld door het afnemen van interviews, waarin ‘gespleten loyaliteit’ centraal stond evenals de manier waarop jongeren hiermee om gaan. Het onderzoek heeft plaats gevonden in week 17, 2009, toen ik interviews heb afgenomen in de praktijk van Cocky en bij Support. Het is een kwalitatief onderzoek, waarbij ik gebruik heb gemaakt van een halfgestructureerd interview. Hiervoor heb ik een topiclijst gebruikt. Ik heb voor deze onderzoeksvorm gekozen omdat de problematiek die ik onderzoek complex is. Het is van belang dat ik meer diepgaande informatie krijg over de ervaringen van jongeren met de echtscheiding van hun ouders. Kwalitatief onderzoek heeft juist als doel om deze diepgaande informatie te achterhalen. Een nadeel van deze vorm van onderzoek is de beperkte generaliseerbaarheid. Dit alles
29
overwegende, leek een open of halfgestructureerd interview de beste instrumentkeuze. De reden dat ik heb gekozen voor een halfgestructureerd interview is dat ik mezelf hierdoor goed kan voorbereiden, wat de kwaliteit van mijn interview ten goede zal komen. Bovendien worden de antwoorden uit de interviews onderling beter vergelijkbaar met een halfgestructureerd interview. Ik heb weinig ervaring met interviewen en om een goed diepte-interview te doen, is een het van belang dat je goed kunt interviewen. In een half gestructureerd interview is er genoeg ruimte om te kunnen doorvragen. Alleen staat mijn onderwerp al vast en heb ik een aantal vaste vragen geformuleerd (Baarda, De Goede en Van der Meer-Middelburg, 1996). Om de betrouwbaarheid van het onderzoek zoveel mogelijk te garanderen maak ik gebruik van dataregistratie-apparatuur. Hierdoor kan ik het interview achteraf nog vaker afluisteren. Dit met het oog op de controle van de kwaliteit. Daarnaast zal ik mijn eigen mening en gevoelens zoveel mogelijk buiten discussie laten, om zo objectief en controleerbaar mogelijk te kunnen zijn tijdens het afnemen van het interview en het analyseren van mijn data. Ook heb ik van tevoren een proefinterview gevoerd om mijn topiclijst te testen. Hiermee verhoogde ik ook de kwaliteit van mijn topiclijst en heb ik deze nog kunnen bijstellen waar nodig (Verhoeven, 2e druk, 2007). Om de validiteit (geldigheid) te kunnen garanderen zou ik eigenlijk gebruik moeten maken van triangulatie. Dit is voor mijn onderzoek gerealiseerd door de resultaten te vergelijken met gegevens uit een andere, onafhankelijke bron: de literatuur (Baarda, De Goede en Van der Meer-Middelburg, 1996). De convergerende begripsvaliditeit (Verhoeven, 2007) is op bovenstaande manier gewaarborgd. Divergerende validiteit, de vraag of mijn meetinstrument zich beperkt tot het meten van wat ik wil meten en niet iets anders of breders, is in het kader van deze scriptie niet onderzocht.
30
9. Meetinstrument. De belangrijkste begrippen heb ik hieronder geoperationaliseerd. Echtscheiding: De subjectieve beleving van het moment van echtscheiding kan voor elk kind verschillen, dit hoeft voor het kind geen verband te hebben met de juridische uitspraak. Dit moment kan het weggaan van een ouder uit het gezin zijn, of de mededeling van de ouders dat ze uit elkaar gaan. Soms zal de beleving van het moment van echtscheiding door het kind ook de rechtzaak zijn (Hermanns, 1985, blz. 7). Jongeren: De leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Zijns-loyaliteit: De wortels van deze zijns-loyaliteit gaan tot de oorsprong van existentiële, asymmetrische ouder-kind banden. Dit houdt in dat ieder kind door de geboorte in een niet te ontkennen, onomkeerbare verhouding met zijn ouders is gekomen (Van den Eerenbeemt, Van Heusden, 1998, blz. 29). Gespleten loyaliteit: “De moeilijke omstandigheid van gespleten loyaliteit doet zich voor wanneer een kind word gedwongen de liefde van de ene ouder te verkiezen op straffe van het verraden van zijn of haar andere ouder. Deze onheilspellende situatie ontstaat wanneer ouders door wederzijds wantrouwen en minachting volkomen uit elkaar zijn gegroeid. Het wantrouwen kan verschillende vormen aannemen, maar hoe subtieler de tekenen ervan, des te moeilijker kan het kind de moeilijke omstandigheden hanteren. Het verkrijgen van een attitude van basaal vertrouwen in de wereld van volwassenen is een fundamentele behoefte van kinderen. Slechts dan kan een kind reële attitudes van basaal wantrouwen weer in evenwicht brengen. Wanneer echter vertrouwen in een ouder onvermijdelijk wantrouwen jegens de ander oproept, sluit het vertrouwen in de een op zichzelf de mogelijkheid van het vertrouwen in de ander uit ”(Boszormenyi-Nagy, Barbara R, Krasner, 1994, blz 475).
31
10. Analyse. Omdat een kwalitatief onderzoek maak ik gebruik van halfgestructureerde interviews. Mijn interviews zijn uitgewerkt volgens de stappen beschreven in het basisboek open interview (Baarda, Van der Meer-Middelburg en De Goede, 1996). 1. Eerste reductiefase: - Protocol - Doorlezen interviews - Schrappen van irrelevante tekst. 2. Tweede reductiefase: - Indelen van fragmenten - Ruw labelen van fragmenten 3. Derde reductie- en tevens eerste abstractiefase: - Labels ordenen - Synoniemen - Kernlabels 4. Tweede abstractiefase: - Begrippen definiëren 5. Derde abstractiefase: - Verklaring verband tussen begrippen - Ontwikkelen theorie - Ontwikkelen model Op deze manier zal ik op een gestructureerde manier mijn interviews kunnen analyseren, wat mijn onderzoek meer valide maakt.
32
Deel 3 Veldonderzoek
33
11. Demografische gegevens. De onderzoekspopulatie bestond uit zes jongeren, die aan een halfgestructureerd interview hebben deelgenomen. Deze jongeren en hun ouders hebben zelf toegestemd om deel te nemen aan het onderzoek. De voorwaarden voor mijn populatie was dat zij tussen de 12 en 18 jaar moesten zijn, kind van gescheiden ouders en bij Support of de orthopedagogische praktijk van Cocky Roks-Maris cliënt zijn. Al deze jongeren komen uit Brabant. Ze zijn niet allemaal afkomstig uit dezelfde plaats in Brabant. Demografische gegevens van de jongeren heb ik hieronder in een tabel weergegeven. N= 6 Leeftijd:
12
13
14
In aantal
15
16
17
18
2
2
1
1
N=6 Geslacht:
Man
Vrouw
In aantal
4
2
N=6 Opleidingsniveau
VMBO
In aantal
Havo
VWO
4
2
Gymnasium
N=6 Nationaliteit
Nederlands
Anders
In aantal
6
0
34
12. Analyse. Voor het analyseren van de interviews heb ik gebruik gemaakt van drie boeken op het gebied van onderzoeksmethode: Wat is onderzoek? Nel Verhoeven, Basisboek kwalitatief onderzoek, Baarda, De Goede en Teunissen, en Basisboek open interview, D.B. Baarda, A.G.E. van der Meer-Middelburg, Martijn P.M. de Goede Vanuit deze boeken heb ik de voorgeschreven stappen gevolgd voor het analyseren van een halfgestructureerd interview. Door dit stappenplan te volgen heb ik op een gestructureerde manier de interviews geanalyseerd. De focus lag in eerste instantie op reductie zonder verlies van relevante informatie, om zo precies mogelijk de informatie van de respondenten te verwerken. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van een dictafoon, om het interview gedetailleerd over te kunnen nemen tot een goed protocol. Daarna heb ik fragmenten geselecteerd die een antwoord geven op mijn onderzoeksvraag ofwel mijn deelvragen. Vervolgens heb ik alle fragmenten gelabeld en bekeken over er labels overeen kwamen of er voor verschillende labels synoniemen te vinden waren. Dit alles om er uiteindelijk kernlabels uit te kunnen halen. Het tweede gedeelte van de analyse heeft de nadruk op abstractie gelegen, het belang van het weglaten van minder relevante informatie om essentiële informatie over te houden. In dit onderdeel heb ik allereerst de kernbegrippen gedefinieerd om vervolgens het verband te kunnen weergeven tussen de verschillende begrippen. Het verband tussen de verschillende begrippen leidt tot een theorie vanuit het veldonderzoek. Deze theorie is toepasbaar op de Orthopedagoge praktijk van Cocky Roks-Maris en Support. Om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie zijn de kernbegrippen en het verband daartussen weergegeven in een model. In het volgende hoofdstukken zullen de kernbegrippen uit het veldonderzoek gedefinieerd worden, waarbij daarna het verband tussen de begrippen wordt weergegeven en een theorie van het veldonderzoek wordt gevormd.
35
13. Beschreven resultaat. In dit hoofdstuk worden de reacties van de jongeren op de scheiding van hun ouders beschreven. Hierbij gaat het om de persoonlijke ervaring en beleving van de jongeren. Uit de interviews met de jongeren kwamen verschillende onderwerpen aan de orde zoals: reactie op de scheiding, gesprekken met ouders, kiezen tussen beide ouders, relatie met ouders, wensen en advies. De resultaten zijn dan ook volgens deze onderwerpen geordend. 13.1 Reactie op de scheiding. Wanneer de ouders de mededeling hebben gedaan dat ze gaan scheiden, volgen er logisch gezien gesprekken over de reden van de scheiding. De jongeren vertellen over het belang van de uitleg die ouders geven voor de scheiding. Daarnaast is er gekeken of er ook ruimte is om emotionele gesprekken te voeren met de ouders over de scheiding. En als laatste of de jongeren thuis de gelegenheid krijgen om te praten over hun belevenissen bij de andere ouder. 13.1.1 Emoties na de scheiding. De emoties die de jongeren voelden tijdens de scheiding kwamen veelal overeen. Vier jongeren gaven aan dat ze verdrietig waren over de scheiding. Dit verdriet ging voornamelijk om het feit dat ze afscheid moesten nemen van hun gezin, het besef dat het nooit meer één gezin zal worden. Twee jongeren gaven heel duidelijk aan boos te zijn. Deze boosheid was voornamelijk gericht op de ouders die het besluit tot de scheiding had genomen.
‘ Ik was vooral heel erg verdrietig en boos. Ik was boos op mijn moeder omdat zij de beslissing had genomen om te gaan scheiden. Nu ben ik niet meer boos op mijn moeder. Ik had in die tijd vooral heel veel ruzie met mijn zus, omdat ik eigenlijk heel boos was op mijn moeder en dan ging ik ruzie maken met mijn zus. Voelde dat veiliger dan ruzie maken met je moeder? Ja, bij mijn zus wist ik op dat moment toch wel dat het goed zou komen.’ De woede van deze jongeren zat heel diep. Zij waren boos op de ouder die de beslissing hadden genomen en zagen die ouder die achter bleef als slachtoffer.
36
Beide jongeren gaven aan deze woede nu niet meer te voelen, omdat ze de scheiding hebben geaccepteerd. Er was één jongere die heel duidelijk aangaf dat ze opgelucht was dat haar ouders uit elkaar gingen. ‘Ik was in het begin eigenlijk wel opgelucht. Maar de situatie verandert dan wel natuurlijk, je gaat verhuizen naar een ander huis en zo. Zonder allebei je ouders, dat is toch wel wennen. Want toen we nog in het oude huis woonde, toen ze nog samen waren toen was de sfeer gewoon heel verkeerd en niet fijn. Heel negatief, toen was er veel ruzie. Niemand kon het goed met elkaar vinden enzo.’ Wat uit bovenstaande citaat ook goed naar voren komt is dat het vervelend is als je ouders uit elkaar gaan en dat het wennen is als je niet meer gezamenlijk een gezin vormt. Zij vertelt hier echter ook dat het beter is om niet meer als één gezin samen te leven wanneer de sfeer zo negatief is en er veel ruzie is in huis. 13.1.2 Verandering in de gezinssituatie, wat verbeterd is en welke moeilijkheden zij tegenkomen. De mening over de verminderde spanningen in huis wordt door de meeste jongeren gedeeld, wanneer hen gevraagd werd wat er verbeterd was aan de thuissituatie sinds de ouders uit elkaar zijn gegaan. Vijf jongeren antwoordden dat de spanning in huis weg was sinds de ouders gescheiden waren. De spanning die er altijd was toen de ouders nog samen leefden was voelbaar. Het word als heel prettig ervaren door de jongere wanneer deze spanning wegvalt. ‘De spanning in huis is weg. Die was er altijd en ik zeg wel dat ik het van te voren niet zag aan komen omdat het dan het moment is waarop het echt verkeerd gaat. Maar die spanning was er altijd al.’ Drie jongere vertellen ook dat de relatie met hun vader is verbeterd na de scheiding. De uitleg over de verbetering verschilt. Van hij is meer vader geworden tot hij heeft meer aandacht voor ons. ‘Papa is meer vader geworden. Ik heb nu wel een beter contact met mijn vader. In het begin was dat nog niet zo, maar dat gaat wel steeds beter.’
37
Één jongere vertelde dat het grote voordeel was dat je alles twee keer deed en alles twee keer mocht. Voor de helft van de jongeren waren juist feestdagen of belangrijke gebeurtenissen de moeilijkste momenten sinds de ouders uit elkaar zijn. Hiervoor werden verschillende redenen aangedragen: Het gevoel dat zij moesten kiezen tussen hun ouders bij belangrijke dagen, maar ook de confrontatie dat je geen gezin meer vormde samen. ‘Ik vond vooral die feestdagen heel vervelend omdat ze ook geen contact met elkaar hadden. Omdat mijn vader ook nog steeds ruzie met mijn moeder maakte. En wat maakt het dan zo vervelend? Het idee dat andere mensen gewoon een gezellige kerst met hun ouders kunnen hebben en jij niet. Niet samen met je ouders? Nee en apart is nooit hetzelfde’ De afstand, het heen en weer tussen beide ouders, slechte communicatie tussen de ouders en het feit dat sommige ouders elkaar niet meer zien, worden door de jongeren als moeilijk ervaren. 13.2 Gesprekken met ouders. Wanneer de ouders de mededeling hebben gedaan dat ze gaan scheiden volgen er logischerwijs gesprekken over de reden van de scheiding. De jongeren vertellen over het belang van de uitleg die ouders geven voor de scheiding. Daarnaast is er gekeken of er ook ruimte is om emotionele gesprekken te voeren met de ouders over de scheiding. Als laatste is gevraagd of de jongeren thuis de gelegenheid krijgen om te praten over hun belevenissen bij de andere ouder. 13.2.1 Gesprekken over de reden van scheiden. Nadat ouders verteld hebben dat ze besloten hebben om uit elkaar te gaan, volgt vaak het gesprek over de reden, “waarom?”. Voor vijf jongeren uit het onderzoek was het heel belangrijk om te weten waarom hun vader en moeder besloten hadden om uit elkaar te gaan. De reden die de jongeren zelf gaven over het belang van het gesprek was dat ze dan beter konden begrijpen waarom hun ouders uit elkaar zijn. Dit maakte het proces om de scheiding te accepteren een stuk eenvoudiger.
38
‘Ze moeten ook praten met hun kinderen. Wat moeten ze dan vertellen aan hun kinderen? Gewoon de grote lijnen, zodat je het snapt.’ Daarnaast vinden de jongeren het van belang dat ze serieus genomen worden en betrokken worden bij de regelingen die over henzelf gaan. ‘Ik vind het belangrijk dat de kinderen hun mening mogen geven. Kinderen moeten het eens zijn met de regeling, niet dat de ouders dat bedenken en dat de kinderen daar niks over mogen zeggen. Want ik zou het echt niet anders willen, misschien als de kinderen heel klein zijn niet. Maar als ze een mening kunnen geven, vind ik dat je daarnaar moet luisteren.’ Wanneer jongeren met hun ouders praten over de emoties die zij voelden tijdens de scheiding of over de scheiding, doet de helft dit alleen met zijn moeder. De andere helft bespreekt dit het liefst helemaal niet, met geen van beide ouders. Drie jongeren vertelden dat ze liever met andere mensen hun emoties over de echtscheiding bespraken. Zij gaven aan dit liever met familie, vrienden of een hulpverlener te doen. ‘Eigenlijk niemand. Het was niet dat ik echt behoefte had om met iemand daarover te praten. Je bent zelf niet op zoek gegaan naar iemand? Nee, ik was er eigenlijk niet zo mee bezig. Op een gegeven moment wel mee bezig maar dan niet met iemand.’ Drie jongeren bespraken het met niemand. Twee van hen wilden dat niet en één voelde daar niet de behoefte toe; naar hij zei omdat hij nergens mee zat. 13.2.2 Vertellen over de ervaringen en belevenissen bij de andere ouder. Nadat ouders gescheiden zijn leven kinderen in twee werelden: de wereld bij hun vader en de wereld bij hun moeder. Wanneer jongeren over hun belevenissen en ervaringen bij de andere ouder willen praten, geven twee jongeren aan dit zonder problemen te kunnen doen. Vier jongeren geven aan dat dit lastig is.
39
Hierbij gaat het in twee gevallen om jongeren die liever niks zeggen over hoe het bij moeder thuis was omdat er dan negatief op gereageerd wordt, door vader of diens vriendin. Om deze confrontatie uit de weg te gaan vertellen ze liever niks. Één van de jongeren vertelt dat wanneer zijn vader zich negatief uitlaat over zijn moeder hij dit niet aan zijn moeder vertelt, hij wil haar hiervoor beschermen. Één jongere vindt het lastig om aan haar moeder te vertellen wat zij bij haar vader heeft gedaan, omdat moeder hen dat dan ook wil geven maar daar niet de financiële middelen voor heeft. Zij vertelt het liever niet aan haar moeder, zodat zij haar moeder niet kwetst. ‘Bij papa kan ik zeker vertellen hoe het bij mama was. Bij mama is dat lastiger omdat ze dan hoort wat we bij papa allemaal hebben gedaan en dat wil zij ons dan ook graag geven. Maar mama kan dat allemaal niet zo betalen, dus dan merk ik wel dat als ik vertel hoe het bij papa was dat zij dat ons ook graag zou willen geven. Hoe voelt dat voor jou? Ik vond dat wel heel lastig, want ik wilde mijn moeder ook niet kwetsen met de verhalen over mijn vader en wat we daar dan deden. Nu gaat dat ook wel beter, maar in het begin vond ik het wel heel vervelend.’ Één jongere vertelde dat hij eerst ook niks kon vertellen aan beide ouders, omdat het hen beiden jaloers maakte. Hij heeft dit uitgesproken met zijn ouders en kan nu wel vrijuit spreken over zijn ervaringen. Concluderend: het is vaak nog niet zo gemakkelijk om bij beide ouders open te praten over de andere ouder. Hierin merk je dat jongeren heel zorgvuldig zijn in hun informatie naar de andere ouder toe, om zo min mogelijk hun ouders te kwetsen. 13.3 Kiezen tussen je ouders. Wanneer ouders uit elkaar gaan, zijn zij geen vanzelfsprekende eenheid meer. Dit kan de jongere het gevoel geven dat hij partij moeten kiezen. Jongeren vertellen over hun ervaringen met het kiezen tussen hun ouders, of het gevoel tussen hen in te staan. Op de vraag of de jongere wel eens het gevoel hadden dat ze moesten kiezen tussen hun ouders, antwoordde iedereen in eerste instantie met ‘nee’. Later kwamen vier jongeren daarop terug, zij hebben of hadden wel het gevoel dat ze moesten kiezen tussen hun ouders. Dit was bij twee jongeren heel letterlijk kiezen tussen vader of moeder.
40
‘Ja in het begin had ik dat wel, ik koos dan meteen voor mijn moeder. Mijn broer ging toen meteen naar mijn vader toe omdat het hem beter leek of zo. Zodat wij niet echt tussen de ouders hoefden te kiezen. Want ik ging naar mijn moeder, dus ging hij maar naar mijn vader. Hij vond dat in het begin niet zo leuk. En mijn vader zei in het begin ook zo van jij kiest toch voor je moeder, dus aan mij heb je zeg maar niks. Je hebt al voor haar gekozen. Met kerst ook dan hoef je ook niet te komen met cadeautjes enzo. En wat maakte het dan het geen moeilijke keuze was? Omdat ik denk ik een betere band had met mijn moeder heb en het fijner vond om bij haar te gaan wonen. ‘ In het vorige fragment is beschreven hoe het is om letterlijk tussen beide ouders te kiezen en dat deze keuze zo gemaakt wordt om geen van beide ouders teleur te stellen. Toch geeft het deze jongere een vervelend gevoel dat zij daar door haar vader op afgerekend wordt en geconfronteerd wordt met de keuze. Zij is uiteindelijk blij met haar keuze omdat zij liever bij haar moeder is, maar het moment van kiezen en de confrontatie met een keuze die je eigenlijk niet wil maken is moeilijk. De andere twee jongeren hadden meer het gevoel tussen beide ouders in te staan, wat voor hen ook voelde als een keuze die zij maakten voor vader of moeder. Het is geen letterlijke keuze, maar ook dit soort momenten geeft spanning voor de jongere. Het volgende fragment laat zien hoe het voelt om tussen beide ouders in te staan. ‘Nou ja toch één keer, ik ging een keer naar een voorstelling en ik zou daar met mijn vader heen gaan. Maar mijn moeder was daar aan het grimeren. Toen daarna gingen we nog wat drinken en ging ik met mijn moeder kletsen. Toen dacht ik wel ik ben hier met mijn vader maar ik sta een beetje gezellig te doen met mijn moeder. Ik had toen wel het gevoel dat ik echt tussen hun beiden in stond. Ik vind dat vooral heel lastig als ze allebei ergens zijn.’ 13.4 De relatie tussen de jongeren en hun ouders. De echtscheiding verandert de gezinssituatie, maar ook de relatie die jongeren hebben met hun ouders verandert. In eerste instantie wordt het al in praktische zin anders, omdat beide ouders niet meer in een huis wonen. Er wordt gekeken naar de veranderingen die plaats hebben gevonden in de relatie met hun ouders.
41
Een belangrijk aandachtspunt bij dit kernbegrip is de zorg voor ouders. Wanneer ouders uit elkaar gaan, hebben de jongeren dan meer zorgen om hun ouders en hoe zien die zorgen er dan uit? Het begrip steun komt ook regelmatig naar voren omdat dit de manier is waarop jongeren hun ouders hulp boden tijdens moeilijke tijden. Alle jongeren vonden dat ze een goed contact hadden met hun ouders. Wanneer de vragen wat dieper op het contact ingingen werd het was genuanceerder en was het contact niet met iedere ouder even goed. Twee jongeren hadden moeite met het contact met hun vader, maar vonden het wel belangrijk het contact met hem te behouden. De helft van de jongeren praat met moeder over emoties en doet verder leuke activiteiten met haar zoals: naar de stad, uit eten, een dagje weg enzovoort. Geen van de jongeren heeft gesprekken met vader over zijn of haar emoties, met vaders worden voornamelijk alleen leuke activiteiten gedaan. ‘Omdat ik ook bij mijn vader op voorhand al weet, ja hij heeft niet zoveel zin als ik daarover wat ga zeggen, denk ik. Ik praat dan liever met mijn moeder over mijn vader dan met mijn vader over mijn moeder. Omdat hij ook een beetje, misschien onbewust of misschien is hij gewoon zo een beetje een sarcastisch iemand, en ook vervelende opmerkingen kan maken zonder het zo te bedoelen. Dat is ook één van de reden dat mijn moeder en hij elkaar niet goed liggen. Want hij is vrij kort door de bocht.’ Alle jongeren waren belangrijk voor hun ouders. Zij merken dit voornamelijk aan de interesse en de bezorgdheid die ouders tonen naar hun kinderen toe. 13.4.1 Zorgen om de ouder. In het interview kwam duidelijk naar voren dat vier jongeren zich regelmatig zorgen maken of hebben gemaakt om hun ouders. Over het algemeen maken ze zich zorgen om de gezondheid van ouders en hun wel bevinden. ‘ Maak jij je wel eens zorgen over je ouders? Ja, over pap wel of hij wel echt gelukkig is zo, met deze vrouw. Want ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat hij gelukkig is. Voor mijn gevoel blijven ze nu bij elkaar omdat ze dan ook dat nieuwe kindje hebben. Ik zou dat wel heel vervelend vinden als ze daarom bij elkaar blijven.’
42
Vier jongeren zochten een manier om hun ouders te steunen op de momenten dat ouders daar behoefte aan hadden. Door met hun ouders te praten en naar ze te luisteren. Twee jongeren bleven meer thuis zodat ze hun ouder minder lang alleen hoefde te laten en gezelschap konden bieden. ‘Ik probeerde met haar mee te leven en vaker even thuis te blijven. Zodat mijn moeder niet alleen was. Dat vond ze wel fijn geloof ik.’ Vier jongeren geven aan veranderd te zijn door de echtscheiding. Zij noemen hierbij dat ze meer zelf moeten regelen en meer volwassen zijn geworden. 13.5 Wensen van jongeren. Vanaf het moment dat ouders scheiden hebben de jongeren een mening over hoe het verloopt. Zij hebben verwachtingen, hoop en wensen hoe de scheiding beter zou kunnen verlopen en de banden binnen het gezin weer sterker en stabieler kunnen worden. Wanneer de jongeren werd gevraagd hoe de ideale relatie tussen hun ouders eruit zou zien na de scheiding, hadden zij allemaal meteen een antwoord. De helft van de kinderen zou het fijn vinden als beide ouders bij belangrijke momenten en op feestdagen samen konden zijn. Twee jongeren vonden het vooral belangrijk dat hun ouders onderling zaken wat betreft de kinderen goed konden regelen. ‘ Heel simpel als ze gewoon minder ruzie zouden maken en meer dingen samen zouden kunnen regelen.’ Daarnaast waren er twee jongeren die het belangrijk vonden dat ouders beseften dat ze beiden verantwoordelijk blijven voor de kinderen De helft van de jongeren vertelde dat ze graag zouden willen dat hun ouders of het gezin minder ruzie zou maken. Twee jongeren gaven aan te hopen dat hun ouders weer bij elkaar komen, waarbij één zich heel goed realiseerde dat het onwaarschijnlijk is dat zijn ouders ooit nog samen komen.
43
13.6 Advies van jongeren. Jongeren geven vanuit hun eigen ervaringen advies aan ouders en kinderen die in een scheiding zitten. Met als doel dat voor de kinderen de scheiding gemakkelijker wordt. 13.6.1 Advies aan de kinderen van gescheiden ouders. De helft van de jongeren zouden andere kinderen het advies geven om er zo min mogelijk over in te zitten en het te accepteren, dan heb je er het minste moeite mee. ‘Het komt wel goed. Je mag er best verdrietig om zijn, maar als je de scheiding accepteert dan wordt het wel beter.’ De andere helft geeft het advies om met je ouders te praten over wat er is gebeurd en waarom ze uit elkaar gaan. Twee jongeren benoemen het gevoel dat je moet kiezen tussen je ouders wanneer zij uit elkaar gaan. Eén van deze jongeren geeft andere kinderen het advies dat je nooit moet kiezen tussen beide ouders, hoe moeilijk dat soms ook is. 13.6.2 Advies aan gescheiden ouders. Het advies van de jongeren aan ouders die van plan zijn te gaan scheiden en kinderen hebben is: allereerst zorgen voor een goede regeling. Als kinderen oud genoeg zijn hun in de regeling betrekken en hier ook naar luisteren. Ten tweede: geen ruzie maken. Ten derde samen verantwoordelijkheid dragen voor de kinderen, en tot slot blijven praten met de kinderen en uitleggen waarom zij uit elkaar gaan. ‘Dat ze nog steeds moeten beseffen dat ze nog steeds ouders zijn ook al kunnen ze elkaar niet luchten of zien of haten ze elkaar. Dat ze nog steeds de taak hebben om voor de kinderen te zorgen, dat dat boven hun eigen gevoel gaat.’
44
14. Conclusie veldonderzoek 14.1 Samenvatting. Een belangrijke uitkomst is dat het overgrote deel van de geïnterviewde jongeren wel eens het gevoel heeft of had dat zij moesten kiezen tussen hun ouders. Dit kan zijn omdat ouders ruzie hebben, dat er letterlijk van de jongere word gevraagd te kiezen tussen beide ouders of omdat de jongeren het gevoel hebben tussen beide ouders in te staan. Wanneer je kijkt naar de verbeterpunten, wensen en adviezen van jongeren, hebben deze over het algemeen betrekking op de relatie tussen de ouders. De jongeren benoemden als moeilijke situaties dat ouders op belangrijke momenten en feestdagen niet samen konden zijn (zonder spanning), een slechte communicatie tussen de ouders en dat ouders elkaar niet meer zien. De wensen die jongeren benoemden tijdens het interview waren dat ouders samen konden zijn op belangrijke momenten en feestdagen, dat er minder ruzie werd gemaakt binnen het gezin en dat ouders samen de verantwoordelijkheid blijven dragen voor de kinderen. Het advies dat de jongeren aan gescheiden ouders willen geven sluit hier heel mooi bij aan. De jongeren vinden het belangrijk dat er geen ruzie gemaakt wordt waar de kinderen bij aanwezig zijn en dat ouders goed moeten beseffen dat zij beiden verantwoordelijk blijven voor de kinderen. Daarnaast geven de jongeren aan dat de kinderen een stem moeten hebben in de beslissingen en regelingen die over hen gaan, ouders moeten naar kinderen luisteren. Wat door bijna alle jongeren als belangrijk werd ervaren is dat ouders de reden van de scheiding vertellen. In gesprek gaan met de kinderen blijkt een belangrijke voorwaarde voor een goed contact met hen. Gesprekken over de reden van scheiden helpt jongeren om de reden van een scheiding te begrijpen en dit vervolgens te kunnen accepteren. Acceptatie en praten over de reden zijn twee adviezen die de jongeren aan andere kinderen zouden geven. 14.2 Beantwoorden onderzoeksvraag. Op de vraag wat jongeren nodig hebben om zich loyaal op te kunnen blijven stellen naar beide ouders geven de jongere verschillende adviezen, zowel voor de ouders als voor andere kinderen. Ouders spelen een grote rol volgens jongeren om verandering te brengen in hun gespleten loyaliteit. De scheiding kunnen zij accepteren, maar aan de relatie tussen
45
de beide ouders daarna kunnen zij weinig doen. De kwaliteit van die reactie heeft grote invloed op hun loyaliteitsgevoel. Daarom adviseren ze de ouders om goed met elkaar te communiceren, voornamelijk over de kinderen, geen ruzie te maken waar kinderen bij zijn en goed te beseffen dat ze beide verantwoordelijk blijven voor de kinderen. Wat kinderen volgens de jongeren zelf zouden kunnen doen, is met de ouders te praten over de scheiding, met als doel het geheel beter te kunnen begrijpen en de scheiding accepteren. Op de volgende deelvragen kan ik door middel van de gesprekken met de jongeren een antwoord geven. Welk belang heeft het voor de jongere om te mogen rouwen over het verlies van het gezin na een echtscheiding van de ouders? Jongeren geven heel duidelijk aan hoe belangrijk het voor hen is om te weten waarom ouders zijn gescheiden. Dit maakt het voor hen gemakkelijker te accepteren dat je gezin uit elkaar valt. Het echt rouwen werd door geen van de jongeren benoemd als een belangrijk proces. Wel benoemden ze veel verdrietig en boos te zijn geweest. Zelf heb ik het idee dat het belangrijk was dat deze gevoelens erkend werden en dat zij zich ook een tijdje heel verdrietig en boos hebben mógen voelen, om vervolgens het geheel te kunnen accepteren. Dit verband werd door de jongeren niet genoemd. Heeft het ‘mogen rouwen, om het verlies van het gezin’ invloed op de manier waarop jongeren daarna een band hebben met beide ouders? Jongeren geven een duidelijk verschil aan in hun band met beide ouders in het proces van de scheiding. Met moeder werd over het algemeen veel meer over de scheiding gesproken. Die emoties van de jongeren werden over het algemeen niet gemeden. Met vader werden meer leuke dingen gedaan en weinig tot geen gesprekken gevoerd. De jongeren vonden de band met beide ouders goed, al werd de band met moeder vaak vertrouwelijk genoemd en die met de vader leuk. Of het echte rouwproces volgens de jongeren invloed heeft op de band met de ouders is moeilijk uit de interviews op te maken. Zelf had ik het gevoel dat de vaders vaak werden ontzien omdat jongeren aanvoelden dat zij hier over het algemeen niet voor open stonden. Omdat moeders hier wel voor open stonden kreeg ik de indruk dat de band met de moeders over het algemeen beter was.
46
Hebben jongeren door het grote loyaliteitsgevoel ten opzichte van ouders het gevoel dat ze voor hen moeten zorgen? Meer dan de helft van de jongeren maakt zich regelmatig zorgen om hun ouders of heeft dit gedaan. Dit is wel veranderd door de scheiding, veel jongeren willen hun ouders steunen in hun verdriet en hun eenzaamheid. Zij proberen hun ouders hierin te steunen door met hen te praten, naar hen te luisteren en wat meer of wat langer thuis te blijven. Komt dit verantwoordelijkheidsgevoel in conflict met wensen en behoeften die zij op dat moment zelf hebben? De indruk die ik kreeg van de jongeren is dat zij heel goed weten dat zij zich meer zorgen zijn gaan maken en dat dit hen ook veranderd heeft. Jongeren vinden dat ze meer dingen zelf hebben moeten regelen en meer volwassen zijn geworden. Deze veranderingen bij zichzelf ervaren de jongeren over het algemeen als positief. In mijn optiek zullen jongeren soms dingen laten of zich inderdaad meer volwassen opstellen om op deze manier hun ouders te ontlasten of te steunen, al denk ik dat het overgrote deel hier zelf geen last van ervaart en zich niet belemmerd voelt.
47
Conclusie In de vorige hoofdstukken is zowel het literatuuronderzoek als veldonderzoek uitgeschreven. Hieronder behandel ik overeenkomsten en de verschillen van de resultaten, bekeken vanuit beide onderzoeken. Daarna worden de bevindingen gerelateerd aan de onderzoeksvraag. Resultaten veldonderzoek Een belangrijke uitkomst is dat het overgrote deel van de geïnterviewde jongeren wel eens het gevoel heeft of had dat zij moesten kiezen tussen hun ouders. Dit kan zijn omdat ouders ruzie hebben, dat er letterlijk van de jongere word gevraagd te kiezen tussen beide ouders of omdat de jongeren het gevoel hebben tussen beide ouders in te staan. Wanneer je kijkt naar de verbeterpunten, wensen en adviezen van jongeren, hebben deze over het algemeen betrekking op de relatie tussen de ouders. De jongeren benoemden als moeilijke situaties dat ouders op belangrijke momenten en feestdagen niet samen konden zijn (zonder spanning), een slechte communicatie tussen de ouders en dat ouders elkaar niet meer zien. De wensen die jongeren benoemden tijdens het interview waren dat ouders samen konden zijn op belangrijke momenten en feestdagen, dat er minder ruzie werd gemaakt binnen het gezin en dat ouders samen de verantwoordelijkheid blijven dragen voor de kinderen. Het advies dat de jongeren aan gescheiden ouders willen geven sluit hier heel mooi bij aan. De jongeren vinden het belangrijk dat er geen ruzie gemaakt wordt waar de kinderen bij aanwezig zijn en dat ouders goed moeten beseffen dat zij beiden verantwoordelijk blijven voor de kinderen. Daarnaast geven de jongeren aan dat de kinderen een stem moeten hebben in de beslissingen en regelingen die over hen gaan, ouders moeten naar kinderen luisteren. Wat door bijna alle jongeren als belangrijk werd ervaren is dat ouders de reden van de scheiding vertellen. In gesprek gaan met de kinderen blijkt een belangrijke voorwaarde voor een goed contact met hen. Gesprekken over de reden van scheiden helpt jongeren om de reden van een scheiding te begrijpen en dit vervolgens te kunnen accepteren. Acceptatie en praten over de reden zijn twee adviezen die de jongeren aan andere kinderen zouden geven.
48
Onderzoeksvraag Wat hebben jongeren van gescheiden ouders nodig om zich loyaal op te kunnen blijven stellen naar beide ouders? Wanneer de resultaten uit voorgaande onderzoeken en uit dit veldonderzoek met elkaar vergeleken worden, valt het op dat deze grotendeels overeenkomen. Kinderen/ jongeren zien een belangrijke taak op relationeel gebied voor de ouders, wanneer het gaat over gespleten loyaliteit. Ouderlijke conflicten moeten worden gemeden en in ieder geval niet worden uitgevochten waar de kinderen bij zijn. Kinderen/ jongeren vinden het belangrijk dat er tussen beide ouders goed gecommuniceerd wordt en dat beide ouders hun verantwoordelijkheid blijven dragen voor de kinderen. Vanuit de literatuur wordt er niets beschreven over de acties die kinderen kunnen ondernemen om naar beide ouders loyaal te blijven. Vanuit het veldonderzoek gaven jongeren het advies om de echtscheiding te accepteren, dat maakte het veel minder moeilijk. Daarnaast konden kinderen zelf een gesprek voeren met hun ouders over de reden van de scheiding, zodat zij ook beter snappen wat er aan de hand is en hier hun eigen mening over kunnen vormen. Wanneer je de reden van de scheiding weet draagt dat ook bij aan acceptatie, volgens de jongeren. Vanuit de literatuur, voornamelijk de theorie van Nagy, worden suggesties gegeven om met een jongere te werken aan een gespleten loyaliteit. Meerzijdige partijdigheid, erkenning, hulpbronnen en het rouwproces zijn handvaten die vanuit de theorie worden geven om een jongere te ondersteunen bij een gespleten loyaliteit. Deelvragen Op de deelvragen heb ik de volgende antwoorden gevonden: Wat maakt loyaliteit zo’n belangrijk thema voor jongeren na de echtscheiding van hun ouders? Vanuit het veldonderzoek kreeg ik hier geen duidelijk antwoord op. Het werd duidelijk dat alle jongeren het gevoel hadden dat ze voor hun ouders heel belangrijk waren en dat er wel iets verandert na de echtscheiding. Maar wat dat precies was vonden zij moeilijk te verklaren. Vanuit de theorie van Nagy krijg je daar een beter beeld van wanneer je spreekt over de verticale loyaliteit die bestaat tussen ouders en hun kinderen. Dit is een zijnsloyaliteit die niet te ontkennen is. Je ouders zullen nooit je ex-ouders worden en je kinderen nooit je ex-kinderen en dat maakt deze band zo bijzonder. Maar ook zo
49
moeilijk wanneer deze loyaliteit in het geding komt. Wanneer ouders uit elkaar gaan, kunnen de jongeren het gevoel krijgen dat zij moeten kiezen tussen beide ouders. Dit kan zijn omdat ze letterlijk moeten kiezen van hun ouders, maar het kan ook het gevoel zijn tussen beide ouders in te staan, zoals we in het veldonderzoek hebben kunnen zien. Wanneer ouders nog samen zijn is het vanzelfsprekend dat de jongere naar beide ouders loyaal is. Wanneer ouders uit elkaar gaan zijn ouders vaak ook niet meer loyaal naar elkaar toe. Dit maakt voor de kinderen dat zij moeten kiezen tussen beide ouders, of zij het gevoel krijgen dat zij hiertoe verplicht worden. Hebben jongeren door het grote loyaliteitsgevoel ten opzichte van ouders het gevoel dat ze voor hen moeten zorgen? Uit het veldonderzoek bleek dat een groot gedeelte van de jongeren zich geregeld zorgen maken of hebben gemaakt om hun ouders. Deze zorgen zijn vooral gericht op het verdriet van de ouder na de scheiding en de eenzaamheid. Wanneer ouders weer een nieuwe relatie hebben dan maken zij zich minder zorgen. Een enkeling blijft bezorgd, nu om het geluk van de ouder in zijn nieuwe relatie. Hieruit kun je concluderen dat de zorgen groter worden nadat ouders uit elkaar gaan. Jongeren geven ook aan dat ze hun ouders proberen te steunen, door gesprekken te voeren, goed naar de ouder te luisteren of langer en vaker thuis te blijven. Komt dit verantwoordelijkheidsgevoel in conflict met de wensen en behoeften die de jongeren op dat moment zelf hebben? Uit de gesprekken met de jongeren bleek niet dat zij zich belemmerd voelden door de zorgen of het verantwoordelijkheidsgevoel dat zij naar hun ouders toe hadden. Wel gaven jongeren aan meer of vaker thuis te blijven om de ouder die alleen is wat gezelschap te kunnen bieden, maar ook hieruit bleek niet dat jongeren zich hierdoor belemmerd voelden. Uit de literatuur komt naar voren dat kinderen vaker hun eigen verdriet en rouwproces even parkeren om eerst de ouders de ruimte te geven voor hun verdriet. Hiermee zetten kinderen hun eigen wensen en behoeften om te rouwen aan de kant om ruimte te maken voor de ouder. Uit het veldonderzoek kwam niet duidelijk naar voren dat er jongeren waren die hun rouwproces even hadden uitgesteld. Wel had ik het vermoeden dat een aantal jongeren dat deden, maar dit is niet zo expliciet gezegd.
50
Welk belang heeft het voor de jongere om te mogen rouwen over het verlies van het gezin na een echtscheiding van de ouders? Vanuit het literatuuronderzoek heeft rouwen als functie lastige gebeurtenissen te verwerken om de gebeurtenis uiteindelijk te accepteren, zodat het zo min mogelijk last geeft in de toekomst. Uit het veldonderzoek blijkt dat jongeren de gebeurtenis zo snel mogelijk willen accepteren omdat, zoals zij zeggen, dit het allemaal minder moeilijk maakt. De jongeren leggen tijdens het interview geen verband tussen het rouwproces en de acceptatie. Wel vinden zij het van belang om de reden te weten van de scheiding. Dit helpt hen om de gebeurtenis te accepteren. Ik denk dat ik dit verband wel kan leggen tussen de praktijk en de literatuur. Het belang van acceptatie is voor de jongere groot, om zo min mogelijk last van de scheiding te ervaren. Om de gebeurtenis zo goed mogelijk te kunnen accepteren en niet in de toekomst nog met opgekropte emoties te blijven zitten, is een rouwproces van belang. Hoe heftig dit rouwproces is hangt ook van de situatie en de jongere zelf af. Sommige jongeren maakten gebruik van de hulpverlening en anderen verwerkten het door met familie en vrienden te praten. Ondanks dat ze de acceptatie en het rouwproces zelf niet aan elkaar koppelden, vertelde het merendeel over hun eigen rouwproces. Heeft het ‘mogen rouwen, om het verlies van het gezin’ invloed op de manier waarop jongeren daarna een band hebben met beide ouders? Vanuit de literatuur heb ik geen antwoord kunnen vinden op deze deelvraag, al blijkt wel dat veel kinderen na de scheiding een minder goed contact hebben met de vader dan met de moeder. Of dit verband heeft met de ruimte tot rouwverwerking moet nader onderzocht worden. Desalniettemin durf ik wel een conclusie te trekken vanuit het veldonderzoek over deze deelvraag. Geen van de jongeren bespak emoties met hun vader, over de reden van de scheiding werd door een gedeelte van de jongeren wel met de vader gesproken. De helft van de jongeren sprak met zijn of haar moeder wel over zijn of haar emoties. De band met moeder werd ook vaker sterker of vertrouwelijker genoemd dan met vader. Ondanks het verschil in de sterkte van de band met beide ouders bestempelden alle jongeren de band met vader als goed, de helft bestempelde de band met moeder als beter. Voor veel kinderen was de band met moeder ook al beter voor de scheiding. Ik veronderstel dat de ruimte voor emotie binnen deze relatie hier iets mee te maken heeft. Ik vermoed dat er een relatie is tussen de ruimte die ouders bieden om te
51
mogen rouwen en de relatie die zij vervolgens hebben met hun kinderen. Naar deze correlatie zou nader onderzoek gedaan kunnen worden. Onverwachte en afwijkende resultaten. De literatuur en het veldonderzoek lijken goed bij elkaar aan te sluiten en in sommige gevallen elkaar aan te vullen. Je zou wel kunnen zeggen dat er over sommige onderwerpen gaten zitten in de literatuur, daarmee doel ik op het feit dat de literatuur schaars is. Jongeren benoemden regelmatig het belang van de acceptatie om de gebeurtenis te aanvaarden en het hen zelf gemakkelijker te maken. Dit was voor mij een onverwachte uitkomst. Ik had verwacht dat jongeren de oplossing van een gespleten loyaliteit bij hun ouders zouden zoeken. De oplossing werd ook gezocht bij de ouders, maar daarnaast vond ik de acceptatie een heel mooi advies van de jongeren. Hiermee geven zij aan dat ze ook kritisch naar hun eigen positie kijken en zoeken naar mogelijkheden die binnen hun eigen bereik liggen om iets aan de situatie te veranderen. De meeste jongeren konden heel mooi vertellen over de zorg voor hun ouders en de manier waarop zij hen probeerde te steunen. Van te voren had ik wel verwacht dat de jongeren zich meer belemmerd zouden voelen door deze zorgen. Zij leken het echter eigenlijk heel logisch te vinden om deze zorgen te hebben en hun ouders daarin te steunen. Tekortkomingen van het onderzoek Het onderzoek dat ik heb uitgevoerd was kleinschalig. Dit betekent dat het waardevol kan zijn voor de opdrachtgeefster, maar niet te generaliseren is naar een grotere doelgroep. Echter, kwalitatief onderzoek is niet primair gericht op generaliseren maar op exploreren. Ook door gebrek aan tijd, heb ik zelf alle interviews afgenomen en deze informatie vervolgens zelf geanalyseerd. Ik had graag met meer tijd een eerste groep willen interviewen deze analyseren en vervolgens een tweede groep, om mijn interview en analyse meer valide te maken. Ook had parallelle analyse door een of meer andere, onafhankelijke onderzoekers de kans kleiner gemaakt dat mijn eventuele vooringenomenheid de resultaten zou beïnvloeden. Het is mogelijk dat de procedure van selectie van deelnemers aan het onderzoek de resultaten beïnvloed heeft. Ethische overwegingen waren echter leidinggevend bij deze procedure.
52
Sommige deelvragen gingen heel diep in op de emotie van de geïnterviewde. Het was bijna onmogelijk om dit allemaal in één interview aan het licht te krijgen. Een optie zou zijn om de jongeren twee keer te interviewen.
53
Samenvatting Kiezen is verliezen! Wat jongeren nodig hebben, na de echtscheiding, om loyaal te blijven naar beide ouders. In onze huidige maatschappij is
existentiële, ofwel onlosmakelijke band
echtscheiding algemeen
aan tussen ouders en kinderen.
geaccepteerd. Niemand kijkt meer op
Wanneer jongeren toch gedwongen
wanneer partners besluiten hun
worden of het gevoel hebben te
huwelijk te ontbinden. In Nederland
moeten kiezen tussen beide ouders,
zijn er veel jongeren waarvan de
komen zij in een gespleten loyaliteit
ouders gescheiden zijn. Hoe
terecht. Deze positie kan voor het kind
geaccepteerd deze gezinssituatie
zo ondragelijk zijn dat het in het
tegenwoordig ook is, het kan door
uiterste geval kan leiden tot suïcidaal
jongeren als zeer lastig worden
gedrag.
ervaren. Van jongeren wordt vaak verwacht dat Ouders die in het heetst van de strijd
zij mondig en volwassen genoeg zijn
hun kinderen inzetten bij ruzies of van
om hun eigen keuzes te maken. Zo
kinderen verwachten te kiezen tussen
ook wanneer hen gevraagd wordt om
hun pappa en mamma, zijn geen
partij te kiezen tussen hun beide
uitzondering.
ouders. Maar de keuze tussen hun
Voor jongeren is niks moeilijker dan de
vader en moeder houdt hoe dan ook in
keuze tussen hun ouders. Zoals je
dat zij verliezen. Wat grote gevolgen
partner je ex-man of ex-vrouw kan
kan hebben voor hun zelfvertrouwen
worden, of je besluit om een
en hun verdere ontwikkeling naar
vriendschap te beëindigen, zullen je
volwassenheid toe.
ouders nooit je ex-pappa of je exmamma worden.
Het is van belang om te kijken naar
De jongeren worden in zo’n situatie
wat jongeren nodig hebben om toch
aangesproken op hun zijns-loyaliteit,
loyaal te kunnen blijven naar beide
zoals omschreven in de contextuele
ouders.
therapie van Ivan Boszormenyi-Nagy.
In de theorie van Nagy vind je
Deze loyaliteit wordt verworven
voornamelijk richtlijnen voor de
wanneer de kinderen geboren worden
hulpverlening. Desondanks zijn deze
en geeft de
ook bruikbaar voor niet-hulpverleners
54
die een jongere zouden willen
het onderzoek is er met een aantal
(onder)steunen. Allereerst wees als
jongeren een interview afgelegd. Het
hulpverlener altijd meerzijdig partijdig.
merendeel van deze groep gaf aan dat
Dit houdt kort gezegd in dat je als
acceptatie van de gebeurtenis erg
hulpverlener noch partij kiest voor de
belangrijk was. Zo zeiden zij zelf;
ouders noch voor het kind. Wanneer jij
wanneer je de situatie kan accepteren
als hulpverlener wel partij kiest, zou je
wordt het veel gemakkelijker om weer
het kind in een situatie kunnen
verder te kunnen met je eigen leven.
brengen waarin het alsnog terecht
Daarnaast zouden de meeste
komt in een gespleten loyaliteit.
jongeren graag zien dat ouders op een
Ten tweede speelt erkenning een
goede manier met elkaar zouden
belangrijke rol. Het mooiste zou zijn
kunnen communiceren en hun
als de ouder de jongere erkenning
verantwoordelijkheden blijven dragen
geeft in zijn bestaan. Wanneer ouders
voor hun kinderen. Dit geeft aan dat
daar (nog) niet toe in staat zijn, kan
de jongeren zelf buiten de vuurlinie
ook de hulpverlener deze erkenning
willen blijven en dat ouders daar zelf
geven. Dit geeft de jongere
een belangrijke rol in kunnen spelen.
zelfvertrouwen en het gevoel dat hij/zij
Wanneer het mogelijk is om dit traject
er mag zijn.
te volgen in samenwerking met de
Bekijk samen met de jongere welke
ouders, heeft dat bij voorbaat de
hulpbronnen het heeft in zijn
voorkeur. De meeste jongeren zouden
omgeving. Hulpbronnen zouden
graag met hun ouders willen praten.
familie, vrienden, kennissen etc.
Het gaat hier niet om details maar om
kunnen zijn. Het is van belang dat de
het geheel en de emoties die zij het
jongere leert om zijn hulpbronnen aan
liefst delen met hun ouders.
te spreken wanneer hij deze nodig heeft. Dit maakt dat de jongere in de
Natuurlijk zou het mooiste zijn
toekomst bij lastige situaties en bij
wanneer ouders een gespleten
moeilijke gebeurtenissen zijn eigen
loyaliteit, en daarmee veel ellende, bij
netwerk aan spreekt en op deze
hun kinderen weten te voorkomen.
manier de situatie aan kan gaan ofwel
Je zou kunnen concluderen dat de
verwerkt.
realiteit anders is. Dat geeft zowel het
Als laatste is het van belang dat de
belang van dit onderzoek aan, als dat
jongere de ruimte krijgt om te mogen
van meer onderzoek naar deze
rouwen. Dit geeft de jongere de
problematiek in de toekomst.
mogelijkheid de gebeurtenissen te verwerken en te accepteren. Tijdens
55
Literatuur
Boszormenyi-Nagy, I. & Krasner, B. (1994). Tussen geven en nemen: over contextuele therapie. Haarlem, Nederland: De Toorts Braada, D. B., De Goede, M. P. M.& Van der Meer- Middelburg, A. G. E., (1996). Basisboek open interviewen: praktische handleiding voor het voorbereiden en afnemen van open interviews. Houten, Nederland: Educatieve partners Stenfert Kroese Braada, D. B., De Goede, M. P. M.& Teunissen, J. (1995). Basisboek Kwalitatief Onderzoek: praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Houten, Nederland: Educatieve partners Stenfert Kroese Centraal Bureau voor Statistieken (2006). Aantal echtscheidingen neemt weer toe. Verkregen op 16 maart 2009. http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2006/2006-1862wm.htm Centraal Bureau voor Statistieken. (2006). Bij zes op de tien scheidingen kinderen betrokken. Verkregen op 14 maart 2009. http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/veiligheid-recht/publicaties/artikelen/archief/2006/20061976- wm.htm Centraal Bureau voor de Statistieken. (2005). Scheiden: motieven, verhuisgedrag en aard van de contacten. Verkregen op 11 maart 2009. http://www.cbs.nl/nlNL/menu/publicaties/periodieken/bevolkingstrends/archief/2005/default.htm Eerenbeemt, E, Van der. (2009). Door het oog van de familie: liefde, leed en loyaliteit. Amsterdam, Nederland: Bakker Van den Eerenbeemt, E. & Heusden, A. (1998). Balans in beweging. Haarlem, Nederland: De Toorts.
Feldman, R. S. (2005). Ontwikkelings psychologie. Bergen, Nederland: Pearson Education Benelux. Gun, F. van der & Jong, L. de (2006). Echtscheiding: kiezen voor het kind: in gesprek met kinderen over hun ervaringen na de scheiding van hun ouders. Amsterdam, Nederland: SWP. Hermanns, J. (1985). Kinderen over echtscheiding. Lisse, Nederland: Swets & Zeitlinger. Jewett, C. L. (1984). Hoe kinderen te helpen bij de verwerking van scheiding, dood en adoptie. Haarlem, Nederland: Gottmer. Mulligen, W., Gielis, P. & Nieuwenbroek, A. (2001). Tussen thuis en school: over contextuele leerlingbegeleiding. Leuven, België: Acco. Put, E. (2004). 2 Ouders apart: jongeren over de scheiding van hun ouders. Tiel, Nederland: Lannoo. Schlüter, Th. H. M. (Eds.). (1990). In het voetspoor van Ivan Nagy: opstellen over kenmerken en toepassingsgebieden van de intergenerationele familietherapie, de contextuele therapie. Culemborg, Nederland: Phaedon. Teyber, E. (2002). Kind van gescheiden ouders: kind van de rekening? Nederland: Ambo & Anthos Van Dale: Groot Woordenboek der Nederlandse taal. (1995) Utrecht – Antwerpen: Van Dale Lexicografie. Verhoeven, N. (2004). Wat is onderzoek?: praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Middelburg, Nederland: Boom onderwijs. Wijenberg, J. (2004). Professionele ouderbegeleiding: een systemische wegwijzer voor hulpverleners. Assen, Nerderland: Van Gorcum.
57
Website: http://www.conseo.nl http://www.scheidendoejezo.nl http://www.vormen.org http://www.systeemtheorie.nl http://www.cbs.nl
58
Bijlage - Topiclijst - Contract - Product opdrachtgever - Feedback opdrachtgever
59
Topiclijst interview. Introductie: - Voorstellen - Gespreksdoel - Opbouw - Geschatte duur - Waardering deelname - Belang van informatie - Wat er gebeurd met de informatie - Problemen met opnemen? Algemene vragen: - Leeftijd? - Geslacht? - Hoe lang zijn je ouders al gescheiden? - Bij welke ouder woon je? Openingsvraag: 1. Wat vind je van het feit dat je ouders gescheiden zijn? Verloop echtscheiding en rouwproces? - Verloop echtscheiding - Gevoelens - Serieus genomen - Wie was er voor jou - Emoties - Ruimte voor emotie - Nu? Relatie met ouders en veranderingen daarin? - Relatie nu met ouders - Contact - Belangrijk voor je ouders - Moeilijk aan de situatie - Verbetering
60
Loyaliteiten naar ouders toe? - Ideale relatie tussen je ouders - Aandeel van kinderen hierin - Steun van ouders tijdens/na echtscheiding - Steun naar ouders tijdens/na achtscheiding - Ruimte om te praten - Kiezen tussen ouders Zorg naar ouders toe? - Zorgen om ouders - Hoe voelt dat - Hoe ziet dat eruit - Veranderd door de zorgen Wensen/ verlangens? - Wensen/ verlangens over de situatie - Wensen/ verlangens over de rol van de ouders - Eigen mogelijkheden als kind om wensen/ verlangens te verwezenlijken. Afronden: - Zelf nog informatie of vragen die hij/zij van belang vind? - Wat vond je van het gesprek? (feedback) - Bedanken voor de medewerking en de tijd. Invullen achteraf: - Waar vond het gesprek plaats? - Kon het ongestoord plaatsvinden? - Hoe lang duurde het gesprek? - Welke indruk wekte de respondent? - Hoe verliep het gesprek? - Opvallende observaties?
61
62
Product opdrachtgever De opdrachtgeefster Cocky Roks- Maris heeft aangegeven dat zij in haar orthopedagogenpraktijk en binnen Support huiswerkbegeleiding regelmatig te maken heeft met jongeren van gescheiden ouders. Het valt haar op dat jongeren geregeld last hebben van gespleten loyaliteit. Ze vroeg mij om te onderzoeken wat jongeren van gescheiden ouders nodig hebben om zich naar beide ouders loyaal op te kunnen stellen. In de afgelopen maanden heb ik mij verdiept in dit vraagstuk. Hieronder geef ik mijn bevindingen weer in de vorm van aanbevelingen. Er zijn allereerst handvatten vanuit de contextuele theorie van Ivan BoszormenyiNagy aan te reiken om jongeren te helpen bij een gespleten loyaliteit. Volgens deze theorie zou je de jongeren kunnen begeleiden door als hulpverlener ervoor te zorgen dat je ten alle tijden meerzijdig partijdig blijft. Dit houdt in dat je noch de kant van het kind noch de kant van de ouder(s) kiest. Dit heeft ten doel om het kind niet ook tijdens de hulpverlening in een gespleten loyaliteit te plaatsen. Daarnaast wordt in de theorie het belang van erkenning benadrukt. Hierbij gaat het voornamelijk om het belang dat ouders hun kind erkennen in zijn bestaan. De invloed van deze erkenning door de ouders is groot. Kinderen zijn voortgekomen uit hun ouders en door hen te erkennen in hun bestaan ondersteunen hun ouders ook het recht om te mogen bestaan. Wanneer de ouders hiertoe niet in staat zijn of niet hieraan willen meewerken kan ook de hulpverlener of een andere derde het kind erkennen. Het aanspreken van hulpbronnen verwijst naar het zoeken naar mensen in de omgeving van de jongeren die hen kunnen steunen. Doordat de jongere zijn eigen netwerk opbouwt met mensen waar hij op kan vertrouwen en die hem steunen in moeilijke tijden, heeft hij mogelijkheden buiten zijn ouders om op te zoeken of aan te spreken in moeilijke situaties. Als je hier als hulpverlener vanaf het begin in investeert, heeft de jongere ook een netwerk wanneer de hulpverlening tot een einde komt. Wanneer er sprake is van een gespleten loyaliteit kan het van belang zijn om de ouders te betrekken bij het hulpverlenertraject. Hiermee maak je het onderwerp tussen ouders en hun kind bespreekbaar en heb je de mogelijkheid om ouders te begeleiden in hun acties om het kind uit het gevoel van gespleten loyaliteit te krijgen.
63
De aanbevelingen van de jongeren sluiten aan bij die van Nagy: ook zij zouden graag zien dat de relatie en de communicatie tussen hun ouders goed is, wat hen zou helpen om niet in een gespleten loyaliteit te komen. Acceptatie van de scheiding wordt door de jongeren zelf benoemd als een actie die kinderen zelf zouden kunnen ondernemen om niet in een gespleten loyaliteit terecht te komen. Gesprekken tussen ouders en kinderen over de reden van de scheiding zijn volgens de jongeren essentieel om de scheiding te kunnen accepteren. Vanuit de literatuur wordt hier gesproken over een rouwproces, waarbij jongeren de mogelijkheid moeten krijgen om hun emoties te verwerken om tot acceptatie te komen. Het begrijpen van reden van de scheiding kan een belangrijke rol spelen in de verwerking ervan. Wanneer de jongeren niet met hun ouders kunnen praten over hun emoties, dan doen zij dit vaak bij derden. Hierbij kan gedacht worden aan vrienden, familie of hulpverlening. Deze personen worden in de theorie ook wel de hulpbronnen genoemd. Wanneer zich binnen de praktijk van Cocky Roks-Maris of bij de huiswerkbegeleiding Support jongeren aandoen die last hebben van een gespleten loyaliteit zou vanuit het onderzoek gebruik gemaakt kunnen worden van de volgende richtlijnen: - Wees meerzijdig partijdig als hulpverlener. - Help de ouders hun kind te erkennen. Wanneer dat niet mogelijk is: door hulpverlener en/of derden. - Inschakelen van hulpbronnen. - Mogelijke participatie van de ouders in het hulpverlenertraject. - Toestaan van een rouwproces.
64
65