Column Bart Romeijn We hebben jongeren nodig om tradities te doorbreken Soms wordt mij wel eens gezegd: leuk waar jullie met de Green Deals mee bezig zijn, maar wat levert het op? En waar ik de eerste jaren ietwat terughoudend reageerde op deze vraag, kan ik nu - na drie jaar - steeds concreter antwoord geven. Green Deals zijn niet langer uitsluitend een instrument, maar boeken tastbare resultaten. En dat kunnen er nog meer worden door jonge mensen erbij te betrekken. De voortgangrapportage toont wat er de afgelopen jaren is bereikt. We zijn een initiatiefrijk land en verduurzamen in een rap tempo. De boodschap dat verduurzaming zowel onze toekomst, de gezondheid als de portemonnee ten goede komt, is de geitenwollensokkencultuur ontstegen. Ik denk zelfs dat we het omslagpunt naderen. Het punt waarop consumenten en het bedrijfsleven bewust kiezen voor duurzaamheid. Ik zie het ook bij mezelf. Ook ik ben om. Als liefhebber van snelle auto’s met grote cilinderinhoud, rijd ik sinds kort in een volledig elektrische auto. Nu de kogel door de kerk is, vraag ik me af wat me tegenhield. Was het koudwatervrees of iets anders? Feit is wel dat elektrisch rijden voor mij een eyeopener is. En dat een nieuwe Green Deal meer openbare laadpalen wil realiseren, is mooi meegenomen. Maar eerlijk is eerlijk …. eigenlijk hebben mijn kinderen mijn ogen geopend. Zij zetten mij op het spoor om anders te denken. Misschien geeft zo’n huiselijk voorbeeld wel aan hoe hard we jonge mensen nodig hebben om patronen te doorbreken, om te innoveren en nieuwe waarden te definiëren. Jonge mensen kennen namelijk minder angsten en bekijken zaken vanuit een ander perspectief. Zelf vind ik het heerlijk om met startups en scale-ups te werken. Ze zijn onbevangen en inspireren gevestigde partijen. Om het rappe tempo van veranderingen bij te houden en tradities te doorbreken, hebben we startende ondernemers en onderzoekers nodig die het voortouw willen nemen. Ook in Green Deals. Green Deals waarin startups, gevestigde bedrijven, kennisinstellingen en de overheid zijn vertegenwoordigd, kunnen voor een heel nieuwe dynamiek zorgen. Zij zullen in staat zijn het goede te behouden, barrières te slechten en zó te communiceren dat iedereen duurzaamheid gaat omarmen. 1. Ruim baan voor de laadpaal Elektrisch rijden zit in de lift. Nederland heeft inmiddels ruim 50.000 auto's met een stekker. Het is de bedoeling én de verwachting dat dit aantal de komende jaren flink groeit. Om al die auto's op te laden zijn er meer laadpalen nodig. Partijen die de Green Deal Openbaar Toegankelijke Elektrische Laadinfrastructuur ondertekenden willen dit onder andere realiseren door de kosten van laadpalen omlaag te brengen. “Schaft iemand een elektrische auto - volledig of plug-in hybride - aan dan wordt er eerst gekeken of er op eigen terrein een aansluiting voor een laadpaal gerealiseerd kan worden. Is dat niet mogelijk dan kan een eigenaar een verzoek bij de gemeente indienen voor een openbare laadpaal”, legt Monica Kwakkelstein, adviseur elektrisch vervoer bij RVO.nl, uit. “De aanlegkosten voor openbare laadpalen zijn echter aanzienlijk hoger dan private aansluitingen. En een veel hogere prijs voor het laden vragen is geen optie omdat we mensen juist willen stimuleren om elektrisch te rijden. Daarom
is het van belang dat we samenwerken met marktpartijen en gemeenten. Samen willen we innovatie stimuleren en de kosten laten dalen.” Geld voor laadpalen Om gemeenten in de komende drie jaar tegemoet te komen stelt de Rijksoverheid geld ter beschikking om laadpalen te plaatsen. Het eerste jaar kunnen gemeenten maximaal € 900 per laadpaal ontvangen. De jaren erna respectievelijk € 600 en € 300. Kwakkelstein: “Dat doen we omdat we er veel waarde aan hechten dat de laadinfrastructuur fijnmaziger wordt. Bovendien is die tegemoetkoming slechts een onderdeel van onze samenwerking. Samen met anderen willen we innovatie op het terrein van elektrisch laden stimuleren.” Innovatie Partijen zien kansen voor innovatie op zowel technisch als procesmatig vlak. “Ideeën om de laadinfrastructuur te verbeteren en de kosten daaromtrent te ververlagen kunnen ingediend worden bij het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL).” Tot slot worden binnen de experimenteerruimte van de Energiewet 1998 pilots geïnitieerd. Wanneer nodig spant de Rijksoverheid zich in voor aanpassing van wet- en regelgeving. 2. Hoe groen groeit Nederland? Op 18 juni stuurden minister Kamp en staatssecretaris Mansveld de Tussenbalans Groene Groei naar de Tweede Kamer. De Tussenbalans presenteert de voortgang van de acties en resultaten uit de brief 'Groene Groei voor een sterke, duurzame economie' van maart 2013. In de TYussenbalans is ook aandacht voor de Green Deals. De Green Deal-aanpak blijkt bij uitstek een effectief netwerkinstrument. Het kabinet wil in 2015 de dialoog met de maatschappelijke partners voortzetten over de doelstellingen voor groene groei en de bijdragen die zij daaraan kunnen leveren. Zo werkt het kabinet, met alle partijen, toe naar lange termijn ambities voor groene groei in 2050 en aan tussendoelen. Marktprikkels Groene groei vraagt innovatie en investeringen in groenere technologieën die economische kansen creëren. Het zoeken naar marktprikkels en het verdisconteren van maatschappelijke kosten in producten en diensten is een opgave voor het groene groeibeleid. In de Tussenbalans staat: “Groene productie kan vaak niet op prijs concurreren met reguliere productie. Dat komt vooral doordat in veel gevallen nog nieuwe technologieën nodig zijn om de kosten van groene producten omlaag te brengen én doordat de negatieve externe effecten van reguliere productie (milieubelasting, intensief gebruik van grondstoffen) niet verrekend worden in de prijs. De markt zal de overstap naar groene productie vaak niet vanzelf zetten. Met slimme marktprikkels kan de overheid dit wel stimuleren.” Bereikte resultaten De pijlers van het groene groeibeleid zijn slimme inzet van marktprikkels, innovatie, stimulerende wet- en regelgeving, innovatie en de overheid als netwerkpartner. Door hierop in te zetten zijn er afgelopen jaren resultaten bereikt in alle groene groeidomeinen: energie, biobased economy,
klimaat, van afval naar grondstof en circulaire economie, gebouwde omgeving en stad, voedsel, mobiliteit en water. Ook de Green Deal-aanpak bleek effectief. “Voor de transitie naar groene groei is de Green Deal-aanpak het netwerkinstrument bij uitstek gebleken. Green Deals komen vaak bottom-up tot stand op initiatief van bedrijven die belemmeringen ervaren voor innovatieve producten op weg naar de markt en maatschappelijke organisaties die duurzaamheid willen realiseren. Maar ook helpen Green Deals de overheid om concreet invulling te geven aan maatschappelijke uitdagingen”. Nieuwe pijler(s) Ook is er een nieuwe pijler - vergroening via hulp, handel en investeringen – toegevoegd aan het groenegroeibeleid. Hiermee wordt de toenemende internationale aandacht bekrachtigd. Tevens dienen zich ontwikkelingen en kansen aan tussen pijlers en domeinen, die om een domeinoverstijgende aanpak vragen. Om de lange termijn ambities (voor groene groei in 2050) te bewaken, om tussendoelen te behalen én om de synergie tussen pijlers en bedrijven te bevorderen wil het kabinet in 2015 de dialoog met de maatschappelijke partners voortzetten. 3. Volgend jaar staat er zeewier op het menu Als het aan de deelnemers van de Green Deal Noordzeeboerderij ligt verkoopt de eerste supermarkt over een jaar Nederlands zeewier. De eerste zeewier uit de Noordzee werd op 4 juni succesvol geoogst. Maar dat is geen reden om achterover te leunen. Volgend jaar wordt het initiatief opgeschaald en in de tussentijd kijken de partijen naar mogelijkheden om zeewier commercieel af te zetten. “Wij denken dat ons project er wel bij vaart als mensen ons zeewier ook echt kunnen kopen en eten. Dat maakt ons zichtbaar en zal het draagvlak voor het telen van zeewier voor onze kust vergroten. Bovendien wekt het vertrouwen bij toekomstige ondernemers en investeerders”, legt Koen van Swam, junior adviseur bij adviesbureau Schuttelaar & Partners uit. Oogst Van Swam kijkt met een tevreden gevoel terug op de eerste pilot. “Met de MS Terschelling zijn we naar de Noordzeeboerderij gegaan voor de oogst. Bemoedigend was dat de stiftboei – waaraan het frame met lijnen voor de zeewier is bevestigd – op de plaats is gebleven. De wieren zaten er ook aan en daarmee is aangetoond dat het mogelijk is om voor de Nederlandse kust, en op een plek met forse stroming, zeewier te telen.” Opvallend Toch waren er ook een aantal dingen die opvielen aan de wieren. “Ze waren dikker en zijn stevig geworteld. Wellicht dat de locatie hierop van invloed was. Daarnaast waren sommige wieren afgebroken en daardoor iets korter dan gehoopt. Dat kan te maken hebben met het tijdstip van de oogst. Dit was een kleine praktische proef. Later dit jaar worden de resultaten bekend. Maar waarschijnlijk gaan we komend jaar – als we opschalen – eerder oogsten. Momenteel zijn we bezig om de financiering voor de teelt van het aankomende seizoen rond te krijgen. En we willen samenwerken met onderzoeksinstellingen, maritieme en agrofood bedrijven, zodat we meer metingen kunnen verrichten.”
RTL Nieuws was bij de eerst oogst aanwezig. Wilt u zien hoe de zeewier geoogst wordt en of het lekker is? Hier (http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/de-eerste-zeewieroogst-uit-denoordzee-best-lekker) staat het filmpje. 4. Maatschappelijk ondernemen wordt de nieuwe topsector “Waarom is er geen Social Green Deal?”, vraagt Silvia de Ronde Bresser, initiatiefnemer van Kracht in NL, zich hardop af. In de samenleving zijn er volgens haar zo veel mooie initiatieven die economische, ecologische èn maatschappelijke waarden verenigen. Een Green Deal op sociaal terrein zou dan niet misstaan. Zeker niet omdat ook aan maatschappelijke initiatieven waarde toe te kennen is. Kracht in NL ontwikkelde daartoe MAEXchange. “Samen maken we de gewenste nieuwe Topsector Maatschappelijk Initiatief steeds zichtbaarder”, legt De Ronde Bresser uit. “Dit doen we met een instrument (MAEXchange) dat maatschappelijke waarden inzichtelijk maakt.”Om dat maatschappelijke kapitaal te verwaarden, moeten we volgens haar echter wel toe naar nieuw toetsingskader en vocabulaire. “Want er heersen hardnekkige vooroordelen. Maatschappelijke initiatieven worden vaak ten onrechte in de hoeken ‘kost geld’ en ‘subsidieafhankelijk’ geduwd. Ons pleidooi is: neem die maatschappelijke waarden wel mee!” Samenwerking “Door samenwerking zoals we dat ook in de Green Deals zien, is er veel tot stand gekomen. Op ecologisch en economisch terrein, maar ook maatschappelijk. Er ontstonden nieuwe samenwerkingsvormen en coalities waardoor de Green Deals extra waarde kregen. Door te onderzoeken of een Social Green Deal mogelijk is, willen we aantonen hoe waardevol maatschappelijke ontwikkelingen zijn voor een duurzame samenleving.” 1,1 miljoen Nederlanders Uit gegevens van Kracht in NL blijkt dat de 557 door hen geregistreerde projecten maatschappelijke waarde hebben voor 1,1 miljoen Nederlanders. “De netwerkwereld waarin de initiatiefnemers operen, bereikt enorm veel mensen, creëert een veelheid aan waarden, levert arbeidsplaatsen en geld op. Maar deze nieuwe economie kan niet zonder de ‘oude economie’, waarin overheden, bedrijven en geldschieters een rol vertolken. Om die twee werelden te verenigen en maatschappelijke initiatieven zichtbaar te maken ontwikkelden we MAEXchange.” Beursindex Deze ‘beursindex’ (MAEXchange) geeft aan op welke waarden wordt gescoord, met welk bereik en hoeveel mensen er – vrijwillig of betaald – aan het werk zijn. Vraag is echter: hoe wordt die waarde inzichtelijk gemaakt? “Initiatiefnemers vullen een korte vragenlijst in. Er wordt hen gevraagd naar de effecten van hun initiatief en de middelen waarmee deze effecten worden bereikt. De doelgroep kan reviews geven en zeggen wat zij vinden van het initiatief.De samenleving waardeert dus. Laagdrempeligheid is hierbij van groot belang. De op deze wijze verkregen data worden verwerkt in een profiel, dat via een aantal indicatoren een beeld geeft van de maatschappelijke waarde, de behoeften en de kerngegevens van het initiatief.”Op deze wijze helpt MAEXchange bij het vinden van financiering, partners, materialen en mensen.
5. Op naar 100.000 deelauto’s In 2014 reden er 11.000 deelauto’s in Nederland. Maar dat kunnen er in potentie veel meer zijn. Door mensen bewust te maken van de mogelijkheden, op meer plaatsen deelauto’s aan te bieden en door samen te werken willen partijen van de Green Deal Autodelen naar 100.000 deelauto’s in 2018. “Partijen zijn zich ervan bewust dat samenwerking met veel verschillende partijen noodzakelijk is om de markt een goed aanbod te doen. Verzekeraars, overheden, aanbieders van deelconcepten en milieuorganisaties en belangenverenigingen slaan daarom de handen ineen”, legt Arjen Kapteijns van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, uit. Bewuste keuzes Deelauto’s zullen bijdragen aan doelstellingen op het gebied van milieu, zoals minder CO2-uitstoot. “Doordat mensen bewuste keuzes maken ten aanzien van de mobiliteit worden er minder autokilometers gemaakt. Onderzoek van het PBL wees uit dat bijna een derde van de autodelers de eigen auto wegdoet of geen (extra) auto aanschaft.” De cijfers tonen dat een gemiddeld huishouden ongeveer 1 auto heeft. Bij mensen die autodelen daalde dat naar 0,7 auto’s per huishouden. “Ook rijden autodelers minder kilometers per jaar, 7.500 tegenover 9.100 kilometer. Dat scheelt 15 tot 20 procent.” Groeikansen benutten Gemiddeld wordt een deelauto door tien personen gebruikt. “Dat kunnen er veel meer worden als deelauto’s op meer plaatsen worden aangeboden, de markt voor particuliere en zakelijke deelmobiliteit bij elkaar komt en deelauto’s zichtbaarder worden.”Autodelen en de deeleconomie staan echter nog in de kinderschoenen. We willen daar verandering in brengen. Door samen te werken, kennis uit te wisselen, van elkaar te leren en betere afstemming én te zorgen voor goede randvoorwaarden kunnen aanbieders van mobiliteit groeikansen benutten.” Potentie genoeg In opdracht van PBL onderzocht TNS-NIPO hoeveel personen gebruikmaken van huur- en deelauto’s via organisaties als Snappcar, Mywheels, Greenwheels of Car2Go. TNS-NIPO schat dat aantal op 90.000. Dat is ongeveer 1 procent van de rijbewijsbezitters. Dat kunnen er ook meer zijn, omdat mensen die een auto delen met bijvoorbeeld buren of familieleden niet zijn meegenomen in de enquête. 6. Afval op Saba wordt beter gescheiden De eerste Green Deal in het Caribisch gebied is een feit. Op 11 juni ondertekende Saba de Green Deal Beter Afvalbeheer. De verwachting is dat Bonaire en Sint Eustasius binnenkort zullen volgen. Doel is om Saba te ondersteunen bij het afvalbeheer. “Saba is met ongeveer 1.800 inwoners het kleinste Nederlandse eiland in het Caribisch gebied. Sinds 10 oktober 2010 is het eiland als een afzonderlijk openbaar lichaam deel van Nederland. Om het afvalbeheer verder te verbeteren werkt het eilandbestuur samen met diverse partijen en de Rijksoverheid”, legt Sharon van der Spek uit.
Open container Afval op Saba werd tot voor kort nog niet gescheiden. “Al het vuil werd verbrand in een open container op de berg. Omdat deze container ook nog eens dichtbij een school staat, heeft het direct nadelige invloed op de volksgezondheid en het lokale milieu.” Al het afval afvoeren van het eiland voor recycling en verbranding met energieterugwinning is nu geen optie. “Daarvoor ligt Saba te geïsoleerd en is het volume te gering. Waar wij binnen deze Green Deal op inzetten is een betere scheiding en afvoer van het recyclebare afval.” Afvalscheiding Huishoudens op Saba kregen al eerder twee containers. “Eén voor natte en niet herbruikbare afvalstromen als bijvoorbeeld gft, luiers en hygiënische doekjes. De andere container wordt gebruikt voor ‘droog’ afval. Bijvoorbeeld papier, plastic en elektrische apparaten. De natte stroom wordt verbrand in de nieuwe verbrandingsinstallatie. Het droge afval wordt gesorteerd in de nieuwe milieustraat.” Monostromen Verschillende Nederlandse partijen ondersteunen Saba om het afvalbeheer verder te verbeteren. “Zij stellen kennis en materialen beschikbaar om de kwantiteit en kwaliteit van de monostromen te verbeteren. Daarnaast willen partijen onderzoek doen naar de herkomst van de monostromen en de mogelijkheden tot efficiënte transportmethoden.” Foto: Alexandre Julien 7. Verkeersleidingspost Utrecht geopend Donderdag 4 juni is in Utrecht de regionale verkeersleidingspost geopend. Het meubilair van het gebouw, dat volop in de aandacht staat door zijn bijzondere ontwerp, is circulair ingekocht. ProRail nam deel aan een pilot van de Green Deal Circulair Inkopen. Daardoor is het interieur van de verkeersleidingspost met het oog op de toekomst ingekocht. Doel van circulair inkopen is de levenscyclus van producten te sluiten, door ze bijvoorbeeld te hergebruiken, herbestemmen of te recyclen. "De losse kantoorinrichting, het tapijt en de 24-uursstoelen konden we op deze wijze inkopen. Voor de 24-uursstoelen is met BMA een contract afgesloten, waardoor de levensduur wordt verlengd. Aan het einde van de levensduur neemt de leverancier de stoelen terug om ze te recyclen. Hetzelfde geldt voor het tapijt van Desso", legt Geerke Versteeg, projectleider ProRail uit. Duurzaamheid in de genen Pro Rail is betrokken bij meerdere pilotprojecten en Green Deals. Pier Eringa, directeur van ProRail: "Duurzaamheid zit in de genen van ons bedrijf. Reizen via het spoor is duurzaam. Daarnaast hebben we ons tot doel gesteld om zo min mogelijk gebruik te maken van fossiele brandstoffen. We willen daarin herkenbaar zijn. Binnen onze invloedssfeer stellen we onszelf daarom steeds de vraag: wat kunnen we doen om nog verder te verduurzamen? Circulair Inkopen is daar een voorbeeld van." Bijzonder ontwerp
De verkeersleidingspost is een duurzaam ontwerp van architectenbureau dJGA. Behalve door driedubbel glas, hybride koeling en een energiedak met zonnepanelen, gaf zij ook op een bijzondere wijze invulling aan het begrip duurzaamheid. De cortenstalen zonwering aan de buitenzijde is optisch symmetrisch, maar de kritische toeschouwer ziet dat de hellingshoeken verschillen. Dit is gedaan om zontoetreding in het pand te beperken. Een andere inventieve oplossing in het gebouw is de ICTruimte. Deze bevindt zich op een aparte verdieping onder de seinzaal, waardoor kabels over de vloer zijn voorkomen. 8. De winst zit in het samenwerken. Op 16 juni vond bij RVO in Den Haag de inspiratiebijeenkomst Nieuwe Business Modellen in Green Deals plaats. Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Universiteit Nijmegen en plaats 45 in Trouws Groene Top 100, leidde het onderwerp in. Hij gaf bovendien een korte reflectie op de nieuwe business modellen waaraan gewerkt wordt in vier Green Deals. Nieuwe business modellen horen bij duurzaam ondernemen. Kern van deze modellen is dat zij waardecreatie organiseren en inzichtelijk maken. Bovendien genereren zij zowel economische, sociale als ecologische waarde(n). Én ze gaan over mensen en organisaties die met elkaar samenwerken. Logisch dus dat in de Green Deals diverse nieuwe modellen zijn ontwikkeld. Nieuw verdienmodel Vertegenwoordigers van vier Green Deals - Circulair Inkopen, Groene Daken, Icoonproject Recreatiegebieden en Natuur Veluwe én Transparantie Sociaal en Natuurlijk Kapitaal - vertelden hun inspirerende verhaal. Zij gaven aan hoe zij Nieuwe Business Modellen ontwikkelen. Daarnaast gingen zij in op de leermomenten en uitdagingen waarmee ze zijn geconfronteerd. Zo wordt er in de Green Deal Groene Daken gewerkt aan een nieuw verdienmodel. Een groendak creëert meerdere waarden. Door toepassing ervan ontstaat minder waterschade, grotere biodiversiteit, minder hitte, vermindering van fijnstof, energiebesparing, en stijgt bovendien de waarde van een gebouw. Hier profiteren diverse stakeholders van zoals de gemeente, het waterschap, verzekeraars, omwonenden, de vogelbescherming, etc. Deze positieve aspecten tezamen waren aanleiding om nieuwe verdienconcepten te ontwikkelen. Begin en doe Een belangrijke les die de vier Green Deals leerden was: stel je niet te afwachtend op. Begin en doe, zelfs al lijkt het complex! Definieer een gezamenlijk doel en toon lef. Maar ook: creëer vertrouwen en wees transparant. Daarnaast wezen zij er op om objectief te zijn. Vertrouwen creëer je niet in een dag en voor transparantie is vertrouwen nodig. En zelfs al zitten de juiste partijen van meet af aan tafel, dan nog kost het vinden en starten van proefprojecten tijd. Wat dat betreft zijn er ook veel overeenkomsten met traditionele business modellen Uitdagingen Uitdagingen en vragen die men had gingen met name over: hoe stapel je waarde(n)? Moet je alle waarden verwaarden en moet je dat (per se) monetariseren? Hoe schaal je op? En: wat kan de overheid betekenen om te versnellen?
Tweets De zeventig deelnemers vanuit meer dan twintig Green Deals zorgden voor een druk bezochte bijeenkomst waar men - gezien de tweets - geïnspireerd vandaan kwam. Een bloemlezing: “Inspiratiebijeenkomst nieuwe businessmodellen in Green Deals. Heerlijk om me te laten inspireren! #greendeal #circulaireconomy” en “Sparkling insights on long-term pricing of returned goods by @Gispen at session #GreenDeal #newbusinessmodels by @RVO_Duurzaam” Wilt u meer informatie ontvangen over de presentaties? U kunt dit opvragen via
[email protected]
9. Agenda NatCap café, samenwerking tussen bedrijven en natuurorganisaties 7 juli 2015, 16.00 -18.30 uur Utrecht, In de Ruimte, Oude Gracht 230 www.platformbee.nl