Wat hebben slachtoffers nodig? Kris De Groof
Wie is ‘het slachtoffer’? • Van Dale: – (historiek) offerdier dat op een altaar werd geslacht – Van Dijk: dit onderstreept het etiket dat SO zielig is en verwachting dat SO hun lot lijdzaam moeten ondergaan en wraakrecht opgeven, en veroorzaakt ‘secundaire victimisatie’: slachtoffers zijn ook slachtoffer van de repressieve reactie van de maatschappij op hun natuurlijke en gerechtvaardigde woede. – iemand die buiten zijn schuld lichamelijke, financiële of geestelijke schade lijdt; iemand die het moet ontgelden.”
• In verschillende regelgeving wel wat verschil, maar over algemeen grote consensus • Wel verschil tussen rechten SO, benadeelde persoon en burgerlijke partij
• Hét slachtoffer bestaat niet: iedereen kan SO zijn of worden van de meest uiteenlopende zaken en in zeer verschillende situaties • In media en in de perceptie van modale burger: zwart-wit beeld van SO en plegers, waarbij de pleger de boeman is en het slachtoffer de pechvogel die op zijn pad is gekomen. • 6 kenmerken van complete, legitieme en niet-ambigue slachtofferstatus: – SO is zwak in relatie tot de pleger: vrouwelijk, ziek, zeer oud, zeer jong of een combinatie hiervan – SO is, als hij of zich al niet deugdelijk gedraagt, dan toch zeker gewoon bezig met zijn legitieme, gewone dagelijkse zaken – SO heeft geen aandeel in wat er gebeurde – SO heeft geen relatie met de pleger en kent de onbekende die het misdrijf pleegde niet – de pleger is ontegensprekelijk groot en slecht – SO heeft de juiste combinatie van kracht, invloed of de mogelijkheid om het statuut van slachtoffer te verkrijgen zonder sterke tegengestelde gevestigde belangen te schaden en dus weerstand uit te lokken.
Schokkende gebeurtenis en trauma • Het verschil gewone en traumatische gebeurtenis = verschil in intensiteit en gevoelens die ermee gepaard gaan. • Schokkende gebeurtenis – = buiten de normale, alledaagse en ‘te verwachten’ gebeurtenissen – voor iedereen schokkend en ingrijpend – onverwacht, geven een gevoel van machteloosheid en veroorzaken een acute ontwrichting van het dagelijkse leven
• Traumatische gebeurtenis – één of meerdere schokkende gebeurtenissen – Gaat gepaard met intense (doods)angst terwijl dit gebeurt en intense emoties na het gebeurde
• Trauma: – PTSS – vastgelopen verwerking
Verwerkingsproces • In 1ste instantie: ‘normale’ reactie op ‘abnormale’ situatie • De impactfase: – tijdens de gebeurtenis zelf – 3 primaire reacties: fight (strijd aangaan met de dader: letterlijk via een aanval of verbaal ‘aanvallen’ of discussiëren met de dader), flight (wegvluchten), freeze (bevriezen: uitvoeren van opdrachten van de dader zonder iets te voelen zijn, aan de grond genageld of flauwvallen)
• De naschokfase: – onmiddellijk na de gebeurtenis tot 2 à 3 dagen na de feiten – een gevoelens van verslagenheid, verdriet of kwaadheid, trillen van lichaam of ledematen, spierpijnen, maag- of hoofdpijn,…
• De verwerkingsfase: – eerste weken of maanden na de feiten – 2 reacties: ontkennen en herbeleven; wisselen elkaar af = normaal verwerkingsproces. Voor een slachtoffer: een echte doorwerkperiode, met een ‘voortdurende innerlijke strijd’
• Problematische of moeilijke verwerking: – SO blijft in 1 van deze fasen vastzitten
Prevalentie • Slachtofferenquêtes: – Benadrukken belang van dark number bij het bestuderen van criminaliteit – relativeren de toename van criminaliteit in officiële criminaliteitsstatistieken – bevestigen de nauwe relatie tussen slachtoffer en dader en de omvang van familiaal geweld – tonen aan dat slachtofferschap statistisch gezien niet willekeurig voorkomt: vooral sociaal kwetsbare individuen die in stedelijke gebieden wonen
• Veiligheidsmonitor – gemiddeld slechts 38% van de misdrijven worden bij politie gemeld.
• Meest voorkomende misdrijven: – Diefstal en afpersing – Geweld tegen eigendom (vandalisme) – Misdrijven tegen lichamelijke integriteit (veiligheidsmonitor: 7% van de Belgen de 12 maanden voor bevraging SO van bedreigingen met lichamelijk geweld)
Risico om slachtoffer te worden • Merendeel van delicten beperkte groep slachtoffers vb. geweldsdelicten: 1% bevolking = SO van 59% van de geweldsdelicten; 49% van seksuele delicten en 43% van geweldsdelicten in de USA = herhaald slachtofferschap. • ‘de ijzeren wetten’ van herhaald slachtofferschap : – Een klein deel van de slachtoffers draait op voor een groot deel van de delicten – Slachtofferschap is de beste voorspeller van nieuw slachtofferschap – Het risico op herhaling neemt proportioneel toe, naarmate iemand vaker slachtoffer geworden is – De kans op herhaling geldt bij zo goed als alle delicten (zowel persoonsals objectgebonden delicten) – Het vertrouwen in de politie daalt bij elke herhaling – Het onveiligheidsgevoel stijgt bij elke herhaling – De kans op het ontwikkelen van psychologische klachten stijgt bij elke herhaling – Oorzakelijke verbanden hebben zowel met feitelijke gegevens zoals woonomgeving, als met persoonsbonden kenmerken te maken
Noden van slachtoffers • Sluiten erg aan bij rechten van het SO • Groot deel van So verwachten enkel dat ze schade terug (vergoed) krijgen • Meest vermelde behoefte: emotionele ondersteuning, iemand om mee te praten • Emotionele behoefte: – (eerste) opvang en steun – erkenning – in het kader van verwerking, herstel en afsluiting van het gebeurde
• Noden in strafproces: – behoefte aan een snelle respons en waar nodig een ingreep in de situatie. – So wil als belanghebbende worden aanzien. informatie ontvangen over het strafdossier – SO hebben vooral behoefte aan gerechtigheid: een rechtvaardige straf, daarom geen wraak
• Nood aan informatie: – uitleg over de gang van zaken, wat er verwacht wordt, wat rechten zijn – bescherming (is pleger vrij of niet) of om inzicht te krijgen in het hoe en waarom iets is gebeurd – informatie over het verwerken van het gebeurde en over preventiemogelijkheden
• Praktische noden: – bezittingen zo snel mogelijk terug krijgen – herstelwerkzaamheden, huishoudelijk werk, het regelen van formaliteiten, transport, tolkdiensten, medische hulp,…
• Financiële noden: – materieel herstel: best dat de pleger SO rechtstreeks vergoedt – geld lenen of compensatie bij een fonds of verzekeringsmaatschappij aanvragen en hier hulp bij krijgen
• Primaire noden: – Bescherming en veiligheid – Noodhulp (voedsel, onderdak)
Noden in eerste opvang en onthaal • So best snel na de feiten contacteren – vermindert kans op (PTSS) – verhoogt kans op snellere verwerking
• eerste hulp in opvang/onthaal • praktische en concrete ondersteuning • op basis van wat het slachtoffer nodig heeft of nodig zal hebben • kan niet ingeschat worden op basis van de aard of de ernst van het misdrijf
• Watchful waiting: • meeste So herstellen op natuurlijke manier met de steun van hun eigen sociale netwerk deze rol niet ‘overnemen’
• Voor meeste SO: – voldoende dat ze informatie krijgen, aangepast aan hun noden. – ! dat SO weten dat er iemand is bij wie ze terecht kunnen is heel belangrijk, het geeft hen erkenning
• Leidraad: noden SO bevragen • So zijn geen hulpvragers pro-actief of outreachend werken: – Hercontactname (erkenning) – Verwijsstrookje – Binnen CAW’s ook voor So die geen klacht indienen
Noden bij begeleiding • Focus op 3 aspecten: verwerkingsproces, juridische gevolgen en praktische gevolgen van Soschap • SO actief steunen om controle en onafhankelijkheid terug op te nemen • Directieve, gedragsmatige methodieken • Meegolven met strafdossier • Groepsbegeleiding en -opvang: – Heel wat SO behoefte aan verwerkingsproces met lotgenoten – Geen debriefings, wel informatievergaderingen – Ook hier: watchful waiting
Preventie en structureel werken • Belangrijke taak van de drie partners rond slachtofferzorg • Zekere moeheid in blijvend samenwerken (vinden thema’s, vaak dezelfde zaken,…) • Blijft nodig, er blijft nog veel werk aan de winkel • Focus op kwetsbare slachtoffers en herhaald slachtofferschap • Kans met EC-directives • Nationaal Forum na defederalisering: mag niet verloren gaan