Jeugdzorg Ter Elst
Kwaliteitshandboek 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren khb 4.6.15b op misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers
Beoordeeld: 08.01.08
Goedgekeurd08.01.08
1/8
Geldig vanaf: 09.01.08
Doel •
• • • • •
het respecteren van de eigenheid van de gebruiker en het nemen van maatregelen om de integriteit van de gebruiker te waarborgen en het nemen van bijzondere maatregelen tegen misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers (SMK 1.3.1.), het ondersteunen en versterken van de mondighei d van de gebruiker (SMK 1.1.6) de voorziening neemt maatregelen om de integriteit van de gebruiker te waarborgen (SMK 1.3.1) de voorziening neemt maatregelen om haar gebouwen, inrichting en uitrusting af te stemmen op de eigenheid van de gebruiker (SMK 1.4.6) de voorziening neemt de nodige maatregelen om de veiligheid en de gezondheid van de gebruiker te vrijwaren (SMK 2.4) de voorziening zoekt actief naar medewerking met derden indien ze niet zelf kan voorzien in bepaalde behoeften van de gebruiker (SMK 5.3)
Toepassingsgebied Alle hulp- en dienstverlening aan de gebruikers
Definitie van misbruik Onder geweld of misbruik verstaan we elke macht die de integriteit en de humane ontplooiing van het kind of de jongere aantast. Door geweld of misbruik wordt de ‘ordening’ van de persoon aangetast. Zijn netwerk van goede relaties wordt beschadigd of zelfs vernietigd. Geweld en misbruik hebben te maken met grenzen en met aanvaarding of verwerping van grenzen. Grenzen zijn steeds subjectief en sociaal-cultureel gebonden. Grensoverschrijdend gedrag is elke vorm van gedrag, verbaal of niet verbaal, bewust of onbewust, komend van personeel of andere medewerkers, medebewoners of derden, dat ervaren wordt door de cliënt of de omgeving als negatief, ongewenst of gedwongen.
Jeugdzorg Ter Elst
Kwaliteitshandboek khb 4.6.15b 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren op misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers
2/8
Verwante documenten en hulpmiddelen -
het individueel handeling- en dienstverleningsplan, het geschreven referentiekader de overeenkomst van hulpverlening het reglement van orde dagboek permanentie vormingsplan selectieprocedure personeel het individueel personeelsdossier arbeidsreglement
Risicofactoren en risicovolle situaties -voorgeschiedenis van de jongere -beperkingen van de jongere -open setting -leefgroepkader Meer concreet moet in onze voorziening gefocust worden op de volgende relaties: - personeel-kinderen - kinderen-kinderen(onderling) - ouders-kinderen - derden-kinderen Qua uitingsvormen dienen we in al deze relaties vooral aandacht te hebben voor: - verbaal geweld en uitdaging: zowel agressie en verwijten als dagelijks taalgebruik naar kinderen en onder teamleden als we het over de cliënten hebben - mentaal geweld of chantage: veel voorkomend tussen kinderen onderling, maar ook waar beperking en bestraffing over de grens gaat. - Fysiek geweld en uitdaging
Jeugdzorg Ter Elst
Kwaliteitshandboek khb 4.6.15b 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren opmisbruik en geweld ten aanzien van gebruikers
3/8
Werkwijze In de werkwijze onderscheiden wij drie vormen van preventie: -
primaire preventie heeft tot doel te voorkomen dat personen met een handicap misbruikt worden, secundaire preventie heeft tot doel ervoor te zorgen dat eventueel misbruik erkend en gestopt wordt en dat de hulpverlening op gang wordt gebracht, tertiaire preventie beoogt de negatieve gevolgen van situaties van misbruik op lange termijn te beperken.
Primair: Preventie ten opzichte van de bewoners: - rechten en faciliteiten betreffende activiteiten op en buiten het domein zonder rechtstreeks toezicht zijn gebaseerd op interne regels dienaangaande en het individueel handelingsplan, - op het domein gelden centraal afgesproken domeinregels betreffende gedrag, kledij, houding en ontmoetingsmogelijkheden, - de algemene regels betreffende kamerverdeling voorzien een gescheiden gangindeling op basis van leeftijd en sekse en voorzien in de privacy van de gebruikers, - tijdens de nacht is er elektronisch toezicht onder het wakende oog van een gekwalificeerd medewerker, - aandacht voor risico’s op vlak van misbruik en geweld tijdens het intake- en opnamegebeuren. - het individuele handelingsplan waarborgt expliciete aandacht voor risico’s voor betrokkene als dader of slachtoffer en dit op drie niveaus:- het vergaderproces: voeden van een gedoseerd vertrouwen tussen hulpverleners onderling - de opbouw van en het omgaan met het handelingsplan - de uitvoering van het handelingsplan: een vertrouwensband tussen cliënt en hulpverleners - initiatieven om kinderen en jongeren sterker en alerter te maken: - aanstelling van een vertrouwenspersoon (verplegende en kinderpsychiaters) - installatie van een ideeënbus voor kinderen en jongeren - per trimester verplichte sessies voor kinderen en jongeren over lichaamszorg, hygiëne, grenzen, seksuele voorlichting
Jeugdzorg Ter Elst
Kwaliteitshandboek khb 4.6.15b 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren opmisbruik en geweld ten aanzien van gebruikers
4/8
- bibliotheken worden uitgerust met folders/boeken aangaande deze thema’s - het methodisch kader voor het personeel is opgenomen in het kwaliteitshandboek. - Initiatieven om ouders te informeren en te betrekken in de zorg om hun kind(eren) en hen bewust te maken van de noodzaak en onvermijdelijkheid van lichamelijk contact en lichaamszorg Preventie ten opzichte van de medewerkers - binnen de selectieprocedures waakt Jeugdzorg ter Elst erover dat ze enkel medewerkers selecteert met kwalificaties uit erkende opleidingen, er wordt tevens gepeild hoe kandidaten omgaan met gevoelens en affectie - alle nieuwe medewerkers dienen een bewijs van goed gedrag en zeden model 2 voor te leggen, vorige werkgevers worden gecontacteerd; - het diensthoofd heeft een gesprek met nieuwe medewerkers aan de hand van visietekst werkgroep grensoverschrijdend gedrag - wie verantwoordelijk is voor begeleiding en evaluatie van de medewerker volgt het functioneren van betrokkene op dit vlak expliciet op - het vormingsplan en de WHO organiseren regelmatige themamomenten-inschakeling van een gespecialiseerd vormingscentrum Secundair Preventie ten opzicht van de bewoners: - een structureel vastgelegd permanentiesysteem biedt de noodzakelijke ondersteuning, - inschakelen van juridische diensten, - directeur als centraal meldpunt van intern of extern misbruik, - een aan de gebruiker bekende klachtenprocedure, Preventie ten opzichte van de medewerkers - het arbeidsreglement. - directeur als centraal meldpunt van intern of extern misbruik, Tertiair Preventie ten opzichte van de bewoners: - maatregelen in het handelingsplan met betrekking tot voortzetten en/of bijsturen van de begeleiding, - betrekken van externe, gespecialiseerde diensten, - voorzien in vormingsplan van intervisie, supervisie en/of vorming met betrekking tot misbruik, - dagelijks beleid stelt wijzigingen voor aan bestaande procedures ten einde misbruik op langere termijn te beperken en voorkomen.
Jeugdzorg Ter Elst
Kwaliteitshandboek khb 4.6.15b 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren opmisbruik en geweld ten aanzien van gebruikers
5/8
Preventie ten opzichte van de medewerkers betrekken van externe, gespecialiseerde diensten, dagelijks beleid stelt wijzigingen voor aan bestaande procedures ten einde misbruik op langere termijn te beperken en te voorkomen. Curatief beleid. Hoe groot ook onze aandacht voor preventie, we dienen als voorziening ook voorbereid te zijn om adequaat te reageren indien geweld of misbruik van minderjarigen vermoed of vastgesteld wordt. Deze procedure is gebaseerd op de zorgtrajectbenadering zoals uitgewerkt door Peter Adriaenssens. Vooraf nog dit: de beschreven procedure is vooral geldig bij ernstige situaties van geweld en misbruik of een vermoeden daarvan. Daarbij dient opgemerkt dat ze ook in minder ernstige situaties kan worden gevolgd, al was het maar om de ernst in te schatten of de waarschijnlijkheid. Het stappenplan wordt dus steeds in gang gezet maar hoeft niet steeds helemaal gelopen te worden. Ten tweede merken we op dat dit noodplan ook bruikbaar is voor ernstige ongevallen van kinderen, medewerkers of met de infrastructuur, voor misdrijven van andere aard door medewerkers of kinderen, kortom voor elke ernstige gebeurtenis. 3.1. Melding De eerste stap is dat een kind een vermoeden of een feit meldt aan een vertrouwenspersoon, een medewerker aan zijn diensthoofd of aan de directeur. Wie iets meldt heeft steeds de garantie dat de melding ernstig genomen wordt en dat men betrokken wordt in de verdere stappen.
3.2. Klachtcomité Het Dagelijks Beleid fungeert als klachtcomité, desgevallend uitgebreid met de vertrouwenspersoon die de melding ontving. De voorzitter van de Raad van Bestuur wordt steeds geïnformeerd zodat kan bepaald worden of iemand van de Raad van Bestuur de zaak mee moet volgen van op de eerste lijn. Het klachtcomité zal ook in contact treden met melder en met aangeklaagde: voor dit laatste wordt figuur 4 van Peter Adriaenssens (zie bijlage) gevolgd. Het klachtcomité zal een analyse maken waarin zeker aan bod komt: -wat wordt precies vermoed of is gebeurd, verschillende versies? -wat zijn gevolgen voor de diverse betrokken partijen? -is er (nog) een direct of afgeleid gevaar? -zijn er dringende maatregelen nodig? Welke andere maatregelen op korte termijn? -welke interne communicatie is nodig? Is externe communicatie nodig? -inschatten of er een gerechtelijk gevolg aan de situatie dient te komen.
Jeugdzorg Ter Elst
Kwaliteitshandboek khb 4.6.15b 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren opmisbruik en geweld ten aanzien van gebruikers
6/8
Het klachtcomité zal als steeds voorlopige en evoluerende conclusie van deze analyse een standpunt moeten innemen op twee domeinen: 1) Achten we het feit of het vermoeden met zekerheid bevestigd, met zekerheid niet bevestigd of blijft er onzekerheid en welke onderzoeksstappen dienen dan verder gezet. Richtlijn bij onzekerheid zal zijn om zeker externe instanties (Vertrouwenscentrum Kindermishandeling en/of politie) in te schakelen. 2) Wat dient in elk van die gevallen te worden opgezet qua zorgtraject, qua communicatietraject en qua juridisch traject? Peter Adriaenssens stelt immers terecht dat ook wanneer een melding van misbruik blijkt vals te zijn, dit zorg en opvolging vraagt en dit een signaal is dat er een ander probleem speelt. Het klachtcomité zal, steeds in contact met melder en aangeklaagde, de drie trajecten organiseren naar de vijf betrokken partijen toe zoals beschreven in het aandachtsprotocol én naar de omgeving (dichte relaties, pers, gemeente duffel, collega voorzieningen, verwijzers en scholen). De cyclus van analyse en organiseren en evalueren van de drie trajecten zal in de eerste dagen en weken (de korte termijn) geregeld hernomen worden door het klachtcomité. Het comité zorgt ook op middellange termijn voor een debriefing van de betrokkenen om de acute fase af te sluiten en op de lange termijn voor het onderzoek welke lessen kunnen getrokken worden uit de gebeurtenissen en welke preventiemaatregelen eventueel dienen aangepast te worden. .
Een aandachtsprotocol Dit aandachtsprotocol:bestaat uit drie trajecten: het zorgtraject Dit zal zich hoofdzakelijk richten naar de minderjarigen, de ouders en de medewerkers en omvat onder andere eventuele maatregelen omtrent veiligheid, gezondheid, erkenning van het probleem, continuïteit van zorg en de vraag of bijkomende interne of externe zorg (bijvoorbeeld het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling) moet worden ingeschakeld.
Jeugdzorg Ter Elst
Kwaliteitshandboek khb 4.6.15b 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren opmisbruik en geweld ten aanzien van gebruikers
7/8
Het communicatietraject Dit zal zich hoofdzakelijk richten op minderjarigen, medewerkers, ouders en externen. Pincipe is om snel en in concentrische cirkels te communiceren. -Eerst komen betrokken kinderen, hun ouders, medewerkers en Raad van Bestuur aan bod -Kinderen van de betrokken leefgroepen en hun ouders volgen meteen -Tenslotte worden alle opgenomen kinderen en hun ouders en tegelijk de externe omgeving ingelicht. Omtrent de pers zal het klachtcomité moeten uitmaken of het opportuun is om zelf naar de pers te stappen en hun ons verhaal en boodschap te bezorgen,dan wel of het beter is te wachten en te hopen dat de zaak de pers niet haalt. Het juridisch traject Dit richt zich tot de dader en is afhankelijk van wie de dader is en de vraag of het om een vermoeden of om een zekerheid gaat.
In het aandachtsprotocol zijn vijf betrokken partijen opgenomen en het is belangrijk dat er een persoon wordt aangeduid die zicht houdt op het geheel en aanspreekpunt is voor externen. slachtoffer: (opvoeders) -veiligheid: misbruik kan zich niet herhalen en een veilige context, -erkenning: slachtoffer ernstig nemen verantwoordelijkheid: volwassenen en personen rondom het slachtoffer dragen de verantwoordelijkheid voor de noden van en de hulpverlening aan het slachtoffer, -tempo van het kind respecteren. ouders: (maatschappelijk assistent, psycholoog, orthopedagoog) -nood aan snelle en correctie informatie, -nood aan kennis van het te volgen traject, -nood aan individuele ondersteuning, -nood aan informatie over hun kind.
Kwaliteitshandboek khb 4.6.15b 4.6.15. Het detecteren van en gepast reageren opmisbruik en geweld ten aanzien van gebruikers personeel: (dagelijks beleid) -nood aan debriefing: uiten van emoties en ze een plaats geven, -nood aan ondersteuning, -nood aan inhoudelijke vorming.
8/8
Jeugdzorg Ter Elst
andere gebruikers: (opvoeders, dagelijks beleid) -nood aan informatie, -nood aan veiligheid. dader: (directie) -Is de dader een medewerker en de feiten zijn bewezen dan stimuleren en helpen wij het slachtoffer en eventueel de ouders om aangifte te doen bij de politie. De Raad van Bestuur zal beslissen over de sanctie ten aanzien van de werknemer. Indien de klacht duidelijk vals is kan de raadsman van het centrum ten dienste gesteld worden van de medewerker. In geval van onzekerheid zal de Raad van Bestuur voorlopige maatregelen zoals schorsing met loonbehoud overwegen. -Is de (vermoede) dader een opgenomen minderjarige dan laten we de beslissing over aangifte over aan de ouders met wie we in nauw overleg proberen te blijven. -Is de (vermoede) dader familielid of kennis, dan schakelen we het Vertrouwenscentrum in. Bij het juridisch traject dient tenslotte steeds nagegaan of de Jeugdrechtbank of het Comité betrokken zijn op de minderjarige dader of slachtoffer: zo ja dient hier uiteraard intensief mee overlegd; zo neen dient bekeken of inschakeling zinvol kan zijn. Wijzigingen aan deze procedure worden voorafgaandelijk voorgelegd aan het jaarlijkse collectieve overleg.
Registratie wie opvoeder psycholoog/orthoped. maatsch.assistent dagelijks beleid
wat waar aandacht voor slachtoffer, interventielijst ouders, andere gebruikers
bewaren 10 jaar
aandacht voor personeel, dader
1 jaar
verslag dagelijks beleid