Eindrapportage
Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok Borgen energiezuinig en gezond wonen in de bestaande bouw
Ing. J. Neeleman, projectleider
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok Borgen energiezuinig en gezond wonen in de bestaande bouw
Datum: Projectnummer: Status:
29 oktober 2015 12754 Definitief
Opdrachtgever:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Elwin Baris Postbus 8242 3503 RE UTRECHT
Uitgevoerd door:
Servicepunt Duurzame Energie Postbus 3005 2001DA Haarlem Telefoon (06) 22 043 428 E-mailadres
[email protected]
Auteur:
ing. J. Neeleman
Co-lezer:
Ir. G. Uitbeijerse
Powered by
De uitvoeringen van de metingen en het opstellen van dit rapport is uitgevoerd door het Servicepunt Duurzame Energie. Het Servicepunt is van de provincie Noord-Holland en wordt uitgevoerd door medewerkers van DWA. Zij hebben destijds ook BouwTransparant ontwikkeld in opdracht van de provincie Noord-Holland.
12754JNEE1024647
Op al onze diensten en mededelingen is DNR 2011 van toepassing. DNR 2011 is gepubliceerd op onze website onder http://www.dwa.nl/dnr
1
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
2
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Met dank aan: Dhr. M. Blokker van Ymere Dhr. H. van den Esschert van Rentree Dhr. W. Fennema van Elan wonen Dhr. D. Hueting van Stichting BRES Dhr. J. de Jong van Pré Wonen Dhr. J. den Hertog van Ymere Dhr. F. de Koning van Elan wonen Mevr. L. van der Maat (particulier) Dhr. A. Middelkamp van KUUB Mevr. M. Oossanen (particulier) Mevr. I. van Oost van KUUB Dhr. M. van Os van gemeente Zutphen Dhr. J. Ruissen van Pré Wonen Dhr. H. Schotman van 033Energie Dhr. C. van Soest van WBV Hoek van Holland Dhr. R. Spaans van Alliander Dhr. R. van Wageningen van Pré Wonen
12754JNEE1024647
3
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
4
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Inhoudsopgave 1 2
3
4
Inleiding ..........................................................................................................................................11 Aangeboden ondersteuning ...........................................................................................................13 2.1 Deelnemende partijen .........................................................................................................13 2.2 Beoordelingscriteria ............................................................................................................14 2.3 Prestatiemeting ...................................................................................................................14 2.4 Kennisoverdracht ................................................................................................................15 2.5 Evaluatie .............................................................................................................................15 De toegevoegde waarde van BouwTransparant bij Blok-voor-Blok ..............................................17 3.1 Terugkoppeling van consortia .............................................................................................17 3.2 Vaktechnische leerpunten door BouwTransparant ............................................................18 3.3 Structurele impact van de Blok-voor-Blok metingen ...........................................................19 Eindconclusie en aanbevelingen ....................................................................................................21 4.1 Conclusies ...........................................................................................................................21 4.2 Aanbevelingen ....................................................................................................................21
Bijlagen Bijlage I Begrippenlijst.........................................................................................................................23 Bijlage II Meetaanpak ..........................................................................................................................25 Bijlage III Te toetsen onderdelen ..........................................................................................................27 Bijlage IV Gemeten BvB-projecten ........................................................................................................31 Bijlage V Leerpunten uit de praktijk ......................................................................................................36 Bijlage VI Alle praktijkvoorbeelden ........................................................................................................42 Bijlage VII Luchtdichtheid (nameting) .....................................................................................................47 Bijlage VIII Luchtdebieten........................................................................................................................48
12754JNEE1024647
5
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
6
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Samenvatting Minister Donner (BZK) startte in juni 2011 de pilot Blok-voor-Blok met als doel samen met marktpartijen en andere overheden kennis en ervaring op te doen voor grootschalige aanpak van energiebesparing in de bestaande woningbouw. Uitvoerende partijen waren consortia in verschillende provincies, die hadden ingetekend voor de subsidietender Blok-voor-Blok. De consortia kregen ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Onderdeel van deze ondersteuning was de landelijke werkgroep Kwaliteitsborging, waaraan verschillende consortia zelf een bijdrage leverden in de vorm van een afgevaardigde. Deze werkgroep voerde onder meer een inventarisatie uit van alle mogelijkheden om de kwaliteit van uitgevoerde duurzaamheidsmaatregelen in woningen te controleren en de resultaten te borgen. De methodiek BouwTransparant kwam bij deze inventarisatie als zeer perspectiefrijk uit de bus. Daarop besloot de werkgroep Kwaliteitsborging om de aan Blok-voor-Blok deelnemende consortia de mogelijkheid te bieden om volgens de BouwTransparant-methode metingen te laten uitvoeren aan opgeleverde woningen. Als opdrachtgever trad hierbij RVO.nl op. De BouwTransparant-methode geeft, afhankelijk van de uitgevoerde maatregelen, inzicht welke visuele inspecties, IR-opnamen, blowerdoormetingen, rookproeven, luchtdebietmetingen en indicatieve geluidmetingen nodig zijn. Conclusies De belangrijkste conclusies die uit het traject BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok getrokken kunnen worden zijn: 1
De methodiek achter BouwTransparant is goed bruikbaar binnen de bestaande bouw. Bij seriematige renovatie is BouwTransparant kosteneffectief. Bij de particuliere renovatie is een systeem van steekproefsgewijze toepassing nodig.
2
De uitkomsten van de BouwTransparant-metingen hebben bij alle consortia, waar metingen verricht werden, ertoe bijgedragen dat de kwaliteit van de aangebrachte maatregelen verbeterd is. Het doen van metingen leidt dus tot een verbeteringsproces.
3
De methodiek van BouwTransparant benadert een prestatie van een maatregel als integraal onderdeel van de woning. Consortia die meer vanuit losse maatregelen opereren, werden hierdoor soms geconfronteerd met een moeilijke boodschap voor de bewoners: de maatregel is wel uitgevoerd, maar de gewenste comfortverbetering of energiebesparing is slechts deels gerealiseerd.
4
Het beeld is dat consortia binnen Blok-voor-Blok bij kwaliteitsborging vooral de nadruk leggen op de klanttevredenheid. De klanten hebben beperkt zicht op de effectiviteit van het advies en de kwaliteit van de aangebrachte maatregelen. Hiermee nemen consortia het risico dat hun klanten betalen voor een maatregel, maar dat zij uiteindelijk niet de energiebesparing en/of het comfort krijgen waarvoor zij denken te betalen.
Aangeboden ondersteuning In de Blok-voor-Blok-pilot hebben tien consortia daadwerkelijk woningen gerenoveerd. Van deze tien consortia gaven zes consortia aan gebruik te maken van de ondersteuning. In totaal zijn er 20 woningen gemeten, terwijl oorspronkelijk 60 tot 80 metingen de bedoeling was. De mogelijke oorzaken hiervoor waren: 1. Een aantal vertegenwoordigers van een consortium in de werkgroep Kwaliteitsborging stond te ver af van de overige consortiumpartners om deze enthousiast te maken voor een kwaliteitsmeting. Het aandragen van te meten woningen bleef hierdoor uit of kwam moeizaam op gang. 2. Particuliere woningeigenaren zijn moeilijker te bewegen om hun huis ter beschikking te stellen. Woningcorporaties kunnen makkelijker een leegstaande mutatiewoning beschikbaar stellen. 3. De kwaliteitsborging van consortia was gericht op klanttevredenheid. Meten van de uitvoeringskwaliteit zouden niet eerder aan het licht gekomen verborgen gebreken kunnen
12754JNEE1024647
7
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
opleveren en dat zou kunnen leiden tot onaangename discussies met huurders en particuliere woningeigenaren. Op verzoek van de consortia zijn landelijke en regionale kennisoverdrachtsessies georganiseerd. Ook zijn op verzoek van consortium Haarlem, op basis van een maatregelenlijst, beoordelingscriteria opgesteld. In deze lijst is opgenomen welke prestaties in bestekken opgenomen kunnen worden en hoe deze prestaties na uitvoering worden gecontroleerd. Ervaringen met BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok Tijdens het Blok-voor-Blok-traject zijn de metingen achteraf uitgevoerd. Hierdoor kon niet alleen de uitvoeringskwaliteit tegen het licht gehouden worden, maar was ook te beoordelen of de maatregelen in relatie tot de staat van de woning de juiste waren. Hieronder wordt een beeld geschetst van wat we kunnen leren uit de praktijk. Advies voor een integraal benaderd maatregelpakket Slechte luchtdichtheid, doordat oude rookgasafvoerkanalen niet zijn dichtgezet. Een wand die niet geïsoleerd is, waardoor kans op tocht en schimmel is. Een woning waar de kierdichting verbeterd is, maar waar geen goede ventilatievoorziening is aangebracht. Dit zijn voorbeelden waaruit blijkt dat voor en tijdens de uitvoering niet integraal naar de woning gekeken is. Woningcorporaties, maar vooral ook particuliere woningeigenaren, zouden minder in losse maatregelen en meer in een integraal verbeterplan kunnen denken. Het plan kan verschillende uitvoeringsfasen bevatten, wanneer onvoldoende financiële middelen voor handen zijn om de maatregelen in één keer uit te voeren. Gemeten afwijkingen stimuleert kwaliteitsverbetering Volledig geïsoleerde woningen die erg luchtlek zijn. Nieuw aangebrachte ventilatiesystemen, die niet de minimale luchtdebieten uit het Bouwbesluit halen, of niet in te regelen zijn. De nieuwe ventilatieboxen die veel meer installatiegeluid maken dan wenselijk is.
Dit zijn voorbeelden van metingen, die er toe leiden dat gesignaleerde fouten worden aangepakt of bij nieuwe renovaties de aanpak wordt verbeterd. Door bij renovatie een proefwoning door te meten, wordt inzicht verkregen of technisch goed haalbare prestaties ook in de praktijk worden gerealiseerd. Aan nieuw aangebrachte maatregelen mogen best prestatie-eisen worden gesteld. Afhankelijk van de aard van de maatregelen zijn in veel gevallen nieuwbouw-eisen prima haalbaar. Professionals betrokken bij elkaars werk Vertrouwen in elkaars goede intenties en deskundigheid is een voorwaarde voor constructieve samenwerking. Uit de meetresultaten blijkt dat met goede intenties en deskundigheid niet altijd garanties gegeven kan worden dat maatregelen ook goed functioneren. Uit de voorbeelden blijkt dat, zeker op de snijvlakken tussen de verschillende deskundigheden, gemakkelijk iets mis kan gaan. Voorbeelden zijn dat opnieuw afgetimmerde kozijnen niet luchtdicht op de constructie aansluiten of een nieuwe dakkapel sluit niet luchtdicht aan op de dakconstructie. De kwaliteit wordt beter wanneer in de voorbereiding en uitvoering professionals betrokken zijn bij elkaars werk. De toegevoegde waarde van BouwTransparant bij Blok-voor-blok Na het uitvoeren van de Blok-voor-Blok-metingen zijn vijf evaluatiegesprekken gevoerd. Het doel van deze gesprekken is inzicht te krijgen in hoe de consortia deze vorm van ondersteuning ervaren hebben en of er structurele verbeteringen zijn doorgevoerd. 8
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
De gesprekspartners waren unaniem van mening dat de metingen die zijn uitgevoerd tijdens het Blokvoor-Blok-traject, nuttig zijn. Naast inzicht in de kwaliteit, hebben de metingen bij alle consortia ertoe bijgedragen dat de kwaliteit op woningniveau is verbeterd. Het traject heeft geleid tot veranderingen bij partners van de verschillende consortia. Deze veranderingen hebben de potentie om structureel toegepast te worden. Voorbeelden zijn: 1. Meerdere corporaties hebben door de metingen het belang van luchtdicht renoveren ingezien. Corporaties gaven aan hier meer aandacht aan te willen gaan besteden. 2. PreWonen in Haarlem laat standaard iedere proefwoning meten volgens de BouwTransparant-methodiek, die is toegepast binnen Blok-voor-Blok. De ervaringen die hiermee worden opgedaan, worden gebruikt bij de renovatie van de andere woningen binnen het project. 3. Hoom van Alliander heeft de methodiek van BouwTransparant onderdeel gemaakt van haar kwaliteitsborgingssysteem. Ook heeft zij de methodiek op punten doorontwikkeld, met name met een beoordelingssysteem, om de uitvoeringskwaliteit van onderaannemers te waarderen. Ook is de rapportage verder vereenvoudigd. 4. Stichting De Bres zoekt samenwerking met een organisatie die de stichting gaat ontzorgen. Een belangrijk criterium is dat deze organisatie met metingen de prestaties borgt. Ook is er een aantal lessen voor het uitvoeren van metingen getrokken. Tijdens het uitvoeren van de meting is het belangrijk bewoners ervan bewust te maken wat de metingen praktisch inhouden. Daarnaast is het van belang dat de uitkomsten teruggekoppeld worden door de partij die eindverantwoordelijk is voor het uitvoeren van de maatregelen. Het meetbureau moet hier niet tussen zitten. Aanbevelingen Het traject Blok-voor-Blok heeft voor de particuliere woningen een landelijk vervolg gekregen in de ondersteuningsstructuur van VNG in het kader van het SER EnergieAkkoord (2013). Voor woningbouwcorporaties zorgt de eerder gemaakte afspraak in het Convenant Energiebesparing Huursectoren (2012) en de subsidie van 400 miljoen, afgesproken in het SER Energieakkoord, dat corporaties hun vastgoed duurzaam versneld gaan renoveren. Wat is nodig om de ervaringen, die zijn opgedaan in het Blok-voor-Blok-traject op gebied van kwaliteitsborging, breder uit te dragen naar zowel particuliere als professionele woningbezitters? Aanbeveling 1: Maak leerervaringen proactief toegankelijk Bij de gemeten woningen zijn alleen beproefde maatregelen toegepast. Uit de metingen blijkt dat beproefde maatregelen er niet garant voor staan dat de aangebrachte maatregelen ook effectief zijn. Met deze rapportage zijn de ervaringen binnen Blok-voor-Blok gebundeld voor beleidsmakers bij overheden, semioverheden en marktpartijen. Echter deze informatie moet ook doordringen bij particuliere woningeigenaren, professionele verhuurders met renovatieplannen en uitvoerende medewerkers bij bouwondernemingen, installateurs en isolatiebedrijven. Dit vraagt een doelgroepgerichte, proactieve kennisoverdracht. Denk bijvoorbeeld aan een digitale checklist voor projectleiders en particuliere woningeigenaren, die afhankelijk van de ingevoerde situatie inzicht geeft of maatregelen logisch zijn en welke meetbare prestaties hier bij passen. Of een interactieve computerpresentatie om vaklieden bij een toolboxmeting na te laten denken hoe zij bepaalde risico’s willen gaan aanpakken binnen hun project. Aanbeveling 2: Maak geleverde kwaliteit transparant Over het algemeen wil niemand gecontroleerd worden, we krijgen liever het vertrouwen. In de praktijk wordt vertrouwen gegeven op basis van geleverde prestaties. Wanneer marktpartijen het vertrouwen van opdrachtgevers willen krijgen, hoort hierbij dat zij ook transparant zijn in hun prestaties. Aangezien opdrachtgevers vaak de kennis niet hebben om prestaties te beoordelen en bouwende partijen er geen belang bij hebben om te erkennen dat zij met de beste intenties de kwaliteit niet altijd onder controle hebben, doen marktpartijen er goed aan om zichzelf vrijwillig te laten controleren. Gedacht kan worden aan een steekproefsysteem zoals dat ook werkt bij het bekende APK-systeem. Projecten die onder het kwaliteitsborgingssysteem vallen worden centraal afgemeld. Steekproefsgewijs controleert een onafhankelijke partij de kwaliteit met een methode als die van BouwTransparant.
12754JNEE1024647
9
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
10
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
1
Inleiding Minister Donner (BZK) startte in juni 2011 de pilot Blok-voor-Blok met als doel samen met marktpartijen en andere overheden kennis en ervaring op te doen voor toekomstige grootschalige aanpak van energiebesparing in de bestaande woningbouw. Begin 2015 is deze pilot afgerond. Meerdere consortia van corporaties, gemeenten en privaatrechtelijke partijen verspreid over Nederland hebben meegebouwd aan deze doelstelling. Hierbij kregen de consortia ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Onderdeel van deze ondersteuning was de werkgroep Kwaliteitsborging. Onderdeel van deze ondersteuning was de landelijke werkgroep Kwaliteitsborging, waaraan verschillende consortia zelf een bijdrage leverden in de vorm van een afgevaardigde. Deze werkgroep voerde onder meer een inventarisatie uit van alle mogelijkheden om de kwaliteit van uitgevoerde duurzaamheidsmaatregelen in woningen te controleren en de resultaten te borgen. De methodiek BouwTransparant kwam bij deze inventarisatie als zeer perspectiefrijk uit de bus. Daarop besloot de werkgroep Kwaliteitsborging om de aan Blok-voor-Blok deelnemende consortia de mogelijkheid te bieden om volgens de BouwTransparant-methode metingen te laten uitvoeren aan woningen, die opgeleverd werden in het kader van Blok-voor-Blok. Hiermee kon getoetst worden of het bedoelde niveau van uitvoeringskwaliteit werd gerealiseerd. Ook kwam hier uit welke verbeteringen er mogelijk zijn en gaf dit mogelijkheden om een leerproces binnen en tussen de consortia op gang te brengen. Een bijkomend voordeel is dat voorkomen kan worden dat onnodig repeterende (bouw)fouten worden gemaakt. Als opdrachtgever voor de metingen trad RVO.nl op. Uiteraard waren de consortia zijn zelf verantwoordelijk voor het borgen van de uitvoeringskwaliteit. De aangeboden metingen waren een extra aanvulling hierop. Het onderwerp kwaliteitsborging is tijdens het Blok-voor-Blok-traject op meerdere manieren opgepakt. Vanuit de consortia lag de nadruk op klanttevredenheid. Hierbij werd vooral getoetst of klanten tevreden zijn over het proces en de geleverde kwaliteit voor zover zij in kunnen schatten. Vanuit het BouwTransparant-traject binnen Blok-voor-Blok- lag de nadruk op het technisch goed functioneren van de aangebrachte maatregelen. De in Noord-Holland ontwikkelde BouwTransparant-methode gaat uit van een integrale technische toets. Het technisch borgen van kwaliteit vraagt een inspanning, maar het levert ook veel op. Particuliere woningeigenaren en professionele verhuurders krijgen waar voor hun geld. Maar misschien nog wel belangrijker is dat vakkundigheid binnen de bouwkolom wordt gewaardeerd op het moment dat goede prestaties worden aangetoond. Dit eindrapport kijkt terug op de ervaringen die binnen Blok-voor-Blok zijn opgedaan. De inhoudelijke rapportage begint met een beschrijving van de BouwTransparant-methode zoals toegepast binnen Blok-voor-Blok-. Vervolgens wordt op basis van de ervaringen tijdens het Blok-voor-Blok-traject een aantal leerpunten beschreven. Hierna beschrijft het rapport de toegevoegde waarde van BouwTransparant binnen het Blok-voor-Blok-traject. Het rapport sluit af met de eindconclusies en een aantal aanbevelingen om beter grip te krijgen op prestaties in de bestaande bouw.
12754JNEE1024647
11
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
12
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
2
Aangeboden ondersteuning 2.1
Deelnemende partijen
In de Blok-voor-Blok-pilot zijn tien consortia actief geweest die woningen hebben gerenoveerd. Van deze tien consortia hebben zes consortia aangegeven gebruik te willen maken van de ondersteuning . In totaal zijn er 20 woningen gemeten. Op verzoek van het consortium uit Haarlem en Deventer zijn bij vijf woningen metingen uitgevoerd voor het begin van de renovatie. Het doel van deze vijf metingen was om inzicht te krijgen voordat gestart wordt met de renovatie. Alleen in Haarlem is na de renovatie een tweede meting uitgevoerd. Vooraf is met iedere deelnemende consortium een intakegesprek gevoerd en aan het einde van het traject zijn bij vijf consortiumpartners evaluatiegesprekken gevoerd. Tabel 2.1 Deelnemende consortia Consortium
Gebied
Stichting Blok voor Blok (werknaam 033Energie)
Amersfoort
0
0
Stichting BRES
Breda
2
0
Consortium Deventer
Deventer
0
6
Van de zes metingen zijn op verzoek van het consortium 4 metingen voorafgaand aan de renovatie uitgevoerd.
Groningen woont Slim
Groningen
0
0
De nakeuringen waren qua capaciteit en voor wat betreft de klantbenadering lastig in te passen in het generieke traject. De respons vanuit de bewoners was daardoor (te) laag.
Watt voor Watt
Haarlem
2
7
Van de negen metingen is, op verzoek van het consortium, één meting voorafgaand aan de renovatie uitgevoerd.
Duurzame Daden
Rotterdam
0
3
Locatie Hoek van Holland
4
16
Totaal
Koop
Huur
Opmerking Wel woningen toegezegd, uiteindelijk was er geen concrete afspraak te maken.
Het oorspronkelijke plan was om 60 tot 80 woningen door te meten. Uiteindelijk zijn er 20 woningen gemeten. Dit is lager dan verwacht. Hiervoor zijn de volgende drie redenen te noemen: 1. Een aantal vertegenwoordigers in de werkgroep Kwaliteitsborging van een consortium stond te ver af van de overige consortiumpartners om deze enthousiast te krijgen. Het aandragen van te meten woningen bleef hierdoor uit of kwam moeizaam op gang. 2. Particuliere woningeigenaren zijn moeilijker bereid te vinden om hun huis ter beschikking te stellen. Woningcorporaties kunnen makkelijker een leegstaande woning beschikbaar stellen. 3. De kwaliteitsborging van consortia was vooral gericht op klanttevredenheid. Metingen zouden nog niet aan het licht gekomen verborgen gebreken kunnen opleveren, met alle stof tot discussie van dien. Meer informatie over de gemeten woningen staat in Bijlage IV. Uit interviews en gesprekken met de zes betrokken consortia bleek dat iedereen het nut en de noodzaak van de metingen inzag. Ook de informatie die na de metingen beschikbaar kwam leidde in veel gevallen tot het verbeteren van de kwaliteit. De meetresultaten zijn weergegeven in Bijlage V, Bijlage VII en Bijlage VIII.
12754JNEE1024647
13
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
2.2
Beoordelingscriteria
De eerste specifieke vraag voor ondersteuning kwam uit het consortium Haarlem. Hun vraag was om beoordelingscriteria beschikbaar te stellen, die meegenomen konden worden in de aanbestedingen van het uit te voeren werk. Hiermee wilden zij voorkomen dat bij metingen de resultaten zouden tegenvallen, omdat vooraf de beoordelingscriteria niet bekend waren. Er is daarom een lijst met beoordelingscriteria opgesteld. In een beoordelingscriterialijst is van de gangbare maatregelen, die in de bestaande bouw kunnen worden toegepast, aangegeven waarop en hoe getoetst gaat worden. Op basis van deze lijst wordt bepaald welke metingen nodig zijn. Ook is deze lijst voor de consortia een goede referentie om prestaties in bestekken en andere contractdocumenten correct te omschrijven. De lijst met beoordelingscriteria is te vinden in Bijlage III.
2.3
Prestatiemeting 1
Doel van Blok voor Blok was om leerervaringen op te doen ten aanzien van grootschalige energiebesparing in de bestaande woningbouw en daarmee de volgende vraag te beantwoorden: is het mogelijk om via een marktaanpak tot grootschalige energiebesparing in de woningbouw te komen en eigenaren van koopwoningen te verleiden tot het energiezuiniger maken van hun woning? Het hoofddoel was het energiezuiniger maken van de gebouwde omgeving. Dit moest vooral met opschaling bereikt worden. Uitgangspunt hierbij was dat toegepaste maatregelen ook werkelijk effect hebben op het energiegebruik. Aangezien energiebesparing het hoofddoel was, waren de metingen en bijbehorende inspectie erop gericht te ontdekken of de logische maatregelen zijn uitgevoerd en of de toegepaste maatregelen vakkundig waren uitgevoerd. Methodiek BouwTransparant Als methodiek voor de metingen en inspecties is voortgeborduurd op de methodiek van BouwTransparant. Deze methodiek is in 2008 ontwikkeld door het Servicepunt Duurzame Energie van de provincie Noord-Holland. De belangrijkste kenmerken van BouwTransparant zijn: • •
komen tot een generieke toetsingsmethode; meet- en inspectiekwaliteit verbeteren door kwaliteitsafspraken te maken en kennisuitwisseling tussen de meet-/inspectiebedrijven te bevorderen; resultaten uit de verschillende metingen vergelijkbaar maken en trends analyseren; generieke lessen te delen met leveranciers, vakpersoneel, opdrachtgevers en toezichthouders.
• •
BouwTransparant had een eigen toetsingsprotocol. Deze is in het jaar 2013 opgenomen in het Opnameprotocol Energielabel Nieuwbouw van ISSO. Ervaringen in het meten van prestaties van nieuwe woningen en het rapporteren hierover zijn ook goed toe te passen op de bestaande bouw. De aanpak hoeft maar beperkt aangepast te worden, omdat in de bestaande bouw alleen gekeken moet worden naar de nieuwe maatregelen die zijn aangebracht in een bestaande situatie. Afhankelijk van de uitgevoerde maatregelen worden visuele inspecties, IR-opnamen, blowerdoormetingen, rookproeven, luchtdebietmetingen en indicatieve geluidmetingen uitgevoerd. De metingen zijn beschreven in Bijlage II. Onderdeel van de werkzaamheden is de relevante lessen ook op de website www.BouwTransparant.nl voor algemeen gebruik beschikbaar te stellen. Dit gebeurt nu ook al voor de ervaringen die bij nieuwbouw zijn opgedaan. Kosten van de metingen De schatting van de kosten per gemeten woning ligt rond de duizend euro. De kosten kunnen nog wat
1
BLOK VOOR BLOK: DE BEVINDINGEN Grootschalige energiebesparing in de bestaande woningbouw, juni 2014
14
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
lager worden wanneer het maken van een afspraak sneller gaat en de meetdata automatisch verwerkt worden in een rapportage. Verder heeft de reistijd en reisafstand invloed op de kosten. Andere methodieken en meetbureaus Voor zover bij het Servicepunt Duurzame Energie bekend, zijn er geen andere methodieken beschikbaar voor de bestaande bouw. Wel zijn er verschillende bureaus die gelijksoortige metingen kunnen uitvoeren, echter niet in een integrale systematiek. 2 Verder is Hoom bezig met een kwaliteitsborgingsinstrument, dat is voortborduurt op de methodiek die binnen Blok-voor-Blok is toegepast.
2.4
Kennisoverdracht
Tijdens het traject met de Werkgroep Kwaliteitsborging ontstond de behoefte om de kennis uit metingen en inspecties te delen. Op vier niveaus is kennis gedeeld: 1. Bij de consortia. Tijdens meerdere momenten zijn rapporten bij de betrokken partijen toegelicht. Op verzoek van het consortium in Haarlem is daar voor alle partners een presentatie gegeven. 2. In de werkgroep Kwaliteitsborging Blok-voor-Blok. Op 11 december 2013 heeft in Utrecht een kennissessie plaats gevonden voor de werkgroep. 3. Landelijk. Op 1 oktober 2014 heeft in Amersfoort een kennissessie plaats gevonden tijdens het landelijke congres ‘Blok-voor-Blok: nieuwe groei in energiebesparing’. 3 4. Via de website van BouwTransparant . Herkenbare praktijkvoorbeelden zijn op de website toegankelijk gemaakt.
2.5
Evaluatie
Na het uitvoeren van de Blok-voor-Blok-metingen zijn vijf evaluatiegesprekken gevoerd. Bij ieder consortium waar metingen zijn uitgevoerd één evaluatiegesprek. Omdat bij het consortium Haarlem de meeste metingen hebben plaatsgevonden, zijn daar twee interviews gehouden. Het doel van deze gesprekken was inzicht te krijgen in hoe de consortia deze vorm van ondersteuning ervaren hebben en of er structurele verbeteringen zijn doorgevoerd. De kwalitatieve reacties zijn verwerkt in paragraaf 3.1. Daarnaast is de consortia ook gevraagd een drietal onderwerpen te waarderen met een cijfer tussen 1 en 10. In Tabel 2.2 zijn de uitkomsten weergegeven. Uit de tabel is af te leiden dat de rapportage met een 7,9 het best wordt gewaardeerd. Ook de afstemming en de uitvoering van de metingen worden met een ruime voldoende gewaardeerd. Tabel 2.2 Waarderingsscore Gemiddeld
Consortium 1
Consortium 2
Consortium 3
Consortium 4
Waardering afstemming
8,0
6,0
9,0
7,0
7,5
Waardering uitvoering
8,0
7,0
*
7,0
7,3
Waardering rapportage
8,0
8,0
7,5
8,0
7,9
Gemiddeld
8,0
7,0
8,3
7,3
7,6
*Is niet bij de uitvoering geweest.
2
Een organisatie (www.maakjehuishoom.nl/) die particuliere woningeigenaren ontzorgt in het verduurzamen van de woning. 3 www.bouwtransparant.nl
12754JNEE1024647
15
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
16
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
3
De toegevoegde waarde van BouwTransparant bij Blok-voor-Blok 3.1
Terugkoppeling van consortia
Na het uitvoeren van de Blok-voor-Blok-metingen zijn vijf evaluatiegesprekken gevoerd. Het doel van deze gesprekken is zicht te krijgen op hoe de consortia deze vorm van ondersteuning ervaren hebben en of er structurele verbeteringen zijn doorgevoerd. De volgende vragen zijn hierbij aan bod gekomen. Hoe ervaart u het nut van de BvB-metingen? Unaniem is aangegeven dat de Blok-voor-Blok metingen nuttig zijn. Als argumenten worden gegeven dat: • • • •
Door de metingen aandacht is gekomen voor luchtdichtheid. Naar aanleiding van de metingen verbeterpunten beter bespreekbaar worden met de uitvoerende partijen. Door de transparantie beter gebouwd wordt aan vertrouwen. Er met metingen meer wordt gezien.
Verder werd aangegeven dat om financiële redenen deze metingen niet snel uitgevoerd zullen worden bij particuliere woningen. Niet omdat het niet nuttig is, maar omdat de kosten van de metingen in relatie tot de investering in maatregelen hoog zijn. Daarnaast zijn veel uren nodig om het vertrouwen te herstellen, wanneer fouten zijn geconstateerd. Commercieel trek je dan aan het kortste eind wanneer concurrenten geen metingen uitvoeren. Wat is er met de uitkomsten van de metingen gedaan? Bij vier van de vijf geïnterviewden hebben de metingen ertoe geleid dat er aanpassingen zijn doorgevoerd. De kwaliteit van de gemeten woningen is dus verbeterd door het traject van Blok-voorBlok. Dit waren aanpassingen op het gebied van luchtdichtheid, isolatiewaarden (navullen van de spouwmuur) en ventilatie. Bij één geïnterviewde moest het gesprek met de uitvoerende partijen nog plaats vinden. Gezien de concrete punten, zal ook bij dit consortium zeker iets met de rapporten gedaan worden. Hoe wordt naar aanleiding van de metingen tegen het borgen van kwaliteit aangekeken? Door het traject van Blok-voor-Blok zijn partijen zeker anders naar kwaliteitsborging gaan kijken. Twee geïnterviewden gaven aan dat zij zelf al standaard metingen uitvoeren. Bij deze twee consortia toonden de gevonden energielekken aan, dat ook in toekomst, deze metingen noodzakelijk blijven. Bij de andere drie geïnterviewden hebben de metingen ertoe geleid dat actief gezocht wordt om de prestaties beter te borgen. Hierbij wordt gedacht aan samenwerkingen met partijen die zelf de prestaties al steekproefsgewijs meten. Maar ook het vastleggen in het ondernemingsplan en bestek worden genoemd.
12754JNEE1024647
17
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Welke ervarings-tips worden door de consortia gegeven? De metingen zijn niet alleen voor de Blok-voor-Blok-consortia en de betrokken bouwondernemingen leerzaam. Ook voor het Servicepunt Duurzame Energie zijn een aantal lessen te trekken. Les 1: Metingen met bewoners beter voorbereiden, zodat zij weten wat hen te wachten staat Bij het inplannen van de afspraak wordt de bewoner geïnformeerd hoe lang de metingen ongeveer gaan duren. Bij een combinatie aan metingen is snel een dagdeel aan tijd nodig. Ook wordt de bewoner vooraf geïnformeerd welke voorbereidingen zij moeten treffen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het voorverwarmen van alle verblijfsruimten om goede IR-opnamen te kunnen maken. De duur van de metingen wordt door de bewoners niet zozeer als onwenselijk ervaren. Wat enkele bewoners wel teruggaven is dat de Blowerdoor-meting een meting is, waar zij vooraf geen beeld van konden vormen. Aangezien deze meting veel apparatuur met zich meebrengt (de hele gang ligt vol) en daarnaast geluid maakt, werd aangegeven dat dit wel wenselijk is . Het verstrekken van een informatiefolder over wat de metingen inhouden, kan voorzien in de informatiebehoefte van particuliere woningeigenaren. Les 2: Tijdens de meting terughoudend zijn om conclusies te trekken Metingen bij woningcorporatiewoningen vinden vooral plaats in lege mutatie-woningen. Bij particuliere woningen kan dit niet. Opvallend is dat geen enkele bewoner aangegeven heeft er moeite mee te hebben dat alle vertrekken worden betreed. Wel lopen bewoners mee met de medewerker, die de metingen uitvoert. De bewoners zijn dan zeer geïnteresseerd in wat er wordt waargenomen. Zij krijgen informatie doordat zij zien waar foto’s van worden gemaakt en trekken soms zelf hun conclusies. Ook komt het voor dat zij vragen gaan stellen aan degene die de metingen uitvoert. Hierdoor krijgen bewoners eerder informatie dan de partij die verantwoordelijk is voor het aanbrengen van de maatregelen. Wanneer energielekken gevonden worden, krijgen particuliere woningeigenaren het idee dat zij benadeeld zijn. Dit kan terecht zijn, maar dit is zeker niet altijd het geval. Het kost de partij die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de maatregelen hierna veel moeite om de relatie te herstellen en tot een constructieve oplossing te komen. Dat bewoners informatie oppikken is niet te voorkomen, wel kan er veel onrust worden voorkomen wanneer tijdens de meting geen conclusies worden getrokken richting de particuliere woningeigenaar. Meetresultaten kunnen vervolgens worden verstrekt door de partij die eindverantwoordelijk is voor het aanbrengen van maatregelen. Les 3: Prestaties in de bestaande bouw worden bepaald door wat technisch mogelijk is en wat de opdrachtgever vraagt De hoogte van de prestatie wordt bepaald door wat technisch mogelijk is in een bepaalde woning en door de nauwkeurigheid waarmee wordt gewerkt. Dit zorgt ervoor dat prestaties altijd moeten worden afgewogen. Van een woning waar de spouw wordt gevuld en het dak van binnenuit wordt geïsoleerd, mag je een slechtere luchtdichtheidsprestatie ten opzichte van nieuwbouw verwachten, dan een woning waar een nieuwe vloer, gevel en dak wordt aangebracht. Ook voor ventilatie en installatiegeluid gaat deze redenering goed op. Een aannemer gaf aan dat de metingen er niet vanuit mogen gaan dat iedereen het beste jongetje van de klas moet zijn. Dit is afhankelijk van wat de opdrachtgever verwacht. Wanneer er geen eisen worden gesteld aan de luchtdichtheid, aan het aansluiten van isolatiemateriaal, luchtdebieten of installatiegeluid, kan je verwachten dat marktpartijen hier geen of minder aandacht aan besteden. Door als opdrachtgever duidelijk te zijn over welke prestaties er verwacht worden, worden aannemers gestimuleerd ook in de bestaande bouw nauwkeurig te werken.
3.2
Vaktechnische leerpunten door BouwTransparant
Tijdens het Blok-voor-Blok-traject zijn de metingen achteraf uitgevoerd. De uitvoeringskwaliteit werd zo tegen het licht gehouden, en bovendien was ook te beoordelen of de keuze voor deze maatregelen in relatie tot de staat van de woning de juiste was. Deze paragraaf schetst wat we kunnen leren uit de praktijk. Meer voorbeelden staan in Bijlage V. Drie opvallende zaken worden hierna verder toegelicht: 1
18
Enkelvoudige en meervoudige maatregelen sloten niet altijd goed aan bij de staat van de woning.
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
2 3
Ondermaatse prestaties werden verbeterd dankzij het zichtbaar maken van prestaties. Bouwkwaliteit kwam eerder onder druk te staan op het moment dat personen uit meerdere vakdisciplines hier verantwoordelijk voor zijn.
Beter advies voor een integraal benaderd maatregelpakket Vooraf een compleet advies aan de opdrachtgever is belangrijk om enkelvoudige en meervoudige maatregelen goed aan te laten sluiten op de wens van de klant. Integraal naar de woning kijken is een belangrijk uitgangspunt bij dit advies, waar bijvoorbeeld de volgende aspecten een rol in spelen: Slechte luchtdichtheid doordat oude rookgasafvoerkanalen niet zijn dichtgezet. Ongeïsoleerde wand(en), waardoor de kans op tocht en schimmel groot is. Verbeterde kierdichting en tegelijkertijd het ontbreken van een goede ventilatievoorziening geeft een ongezond binnenklimaat. Een mogelijk gevolg van onvoldoende kijken naar integrale maatregelpakketten is dat de verwachting van de klant niet wordt waargemaakt. Woningcorporaties, maar vooral ook particuliere woningeigenaren, adviseren we minder in losse maatregelen en meer in een integraal verbeterplan te denken. Dit plan geeft inzicht in de verwachte verbeteringen op het gebied van comfort, gezondheid en energiebesparing. Uiteraard zijn verschillende uitvoeringsfasen in het plan mogelijk wanneer onvoldoende financiële middelen voor handen zijn om de maatregelen in één keer uit te voeren. Afwijkingen meten stimuleert kwaliteitsverbetering ‘Meten is weten’ is een bekende uitdrukking. Als de uitkomsten van het meten van prestaties ondermaats, ontstaat direct een urgentie om de kwaliteit te verbeteren. In het Blok-voor-Blok-traject leidden bijvoorbeeld de volgende uitkomsten waar mogelijk tot aanpassingen in de desbetreffende woning: ‘Volledig geïsoleerde’ woningen, die erg luchtlek blijken te zijn. Nieuw aangebrachte ventilatiesystemen, die niet de minimale luchtdebieten uit het Bouwbesluit halen, of niet in te regelen zijn. Nieuwe ventilatieboxen die veel meer installatiegeluid maken dan wenselijk is. Ook renovatieprojecten kunnen deze lessen benutten. Een proefwoning na renovatie doormeten geeft ook hier inzicht of theoretisch goed haalbare prestaties ook in de praktijk worden gerealiseerd. Aan nieuw aangebrachte maatregelen mogen beheerders ook prestatie-eisen stellen. Afhankelijk van de aard van de maatregelen zijn in veel gevallen nieuwbouw-eisen prima haalbaar. Professionals betrokken bij elkaars werk Vertrouwen in elkaars goede intenties en deskundigheid is een voorwaarde voor constructieve samenwerking. Uit de meetresultaten blijkt dat goede intenties en deskundigheid geen garanties geven voor het goed functioneren van maatregelen. Zeker op de snijvlakken van de diverse expertise of onderdelen kan gemakkelijk iets misgaan. Opnieuw afgetimmerde kozijnen of dakkapellen sluiten bijvoorbeeld niet luchtdicht aan op de constructie. De kwaliteit verbetert wanneer in de voorbereiding en uitvoering professionals betrokken zijn bij elkaars werk. Wanneer een kozijn afgetimmerd moet worden, zal de werkvoorbereider niet alleen afwerklatten moeten bestellen, maar ook zorgdragen dat de afwerklat een luchtdichtende voorziening heeft.
3.3
Structurele impact van de Blok-voor-Blok metingen
De vraag is of de metingen binnen Blok-voor-Blok hebben geleid tot structurele veranderingen bij de Blok-voor-Blok-consortia. Op dit moment is dat moeilijk te zeggen. Dit zal de tijd moeten leren. Wel heeft het traject geleid tot veranderingen bij partners van de verschillende consortia. Deze veranderingen hebben de potentie om structureel te worden. Voorbeelden zijn: 1. Meerdere corporaties zijn het belang van luchtdicht renoveren gaan zien. Luchtdichtheid wordt niet gewaardeerd in het energielabel. Hierdoor was dit, met name bij de woningcorporaties, ook geen aandachtspunt. Door de uitkomsten van de metingen geven corporaties aan hier meer aandacht aan te gaan besteden.
12754JNEE1024647
19
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
2. PreWonen in Haarlem neemt veelal bij Design en build-projecten standaard de BouwTransparant-methodiek op als KritischeProcesIndicator (KPI) in de uitvraag. Het voordeel is dat de opdrachtnemer schriftelijk gaat aantonen dat de gevraagde prestaties bij de proefmodelwoning worden gehaald. De proefmodelwoning is de referentiewoning voor het gehele project. 3. Hoom van Alliander heeft de methodiek van BouwTransparant onderdeel gemaakt van haar kwaliteitsborgingssysteem. Ook heeft zij de methodiek op punten doorontwikkeld. De methodiek is uitgebreid met een beoordelingssysteem om de uitvoeringskwaliteit van onderaannemers te waarderen. Ook is de rapportage verder vereenvoudigd. 4. Stichting De Bres zoekt samenwerking met een organisatie die de stichting gaat ontzorgen. Een belangrijk criterium is dat deze organisatie de prestaties met metingen aantoont.
20
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
4
Eindconclusie en aanbevelingen 4.1
Conclusies
De belangrijkste conclusies die uit het traject binnen Blok-voor-Blok getrokken kunnen worden zijn: 1
De methodiek achter BouwTransparant is goed bruikbaar binnen de bestaande bouw. Bij seriematige renovatie is BouwTransparant kosteneffectief. Bij de particuliere renovatie is een systeem van steekproefsgewijze toepassing nodig.
2
De uitkomsten van de BouwTransparant-metingen hebben er bij alle consortia, waar metingen verricht werden, toe bijgedragen dat de kwaliteit van de aangebrachte maatregelen verbeterd zijn. Het doen van metingen leidt dus tot een verbeteringsproces.
3
De methodiek van BouwTransparant benadert een prestatie van een maatregel als integraal onderdeel van de woning. Consortia die meer vanuit de maatregelen opereren, werden hierdoor soms geconfronteerd met een moeilijke boodschap voor de bewoners: de maatregel is wel uitgevoerd, maar de gewenste comfortverbetering of energiebesparing is slechts deels gerealiseerd.
4
Het beeld is dat consortia binnen Blok-voor-Blok bij kwaliteitsborging vooral de nadruk leggen op de klanttevredenheid en minder op de effectiviteit van het advies en aangebrachte maatregelen. Hiermee nemen consortia het risico dat hun klanten wel betalen voor een bepaalde maatregel, maar dat zij uiteindelijk niet die energiebesparing krijgen waarvoor zij denken te betalen.
4.2
Aanbevelingen
Het traject Blok-voor-Blok heeft voor de particuliere woningen een landelijk vervolg gekregen in de ondersteuningsstructuur van VNG in het kader van het SER EnergieAkkoord (2013). Voor woningbouwcorporaties zorgt de eerder gemaakte afspraak in het Convenant Energiebesparing Huursectoren (2012) en de subsidie van 400 miljoen, afgesproken in het SER Energieakkoord, dat corporaties hun vastgoed duurzaam versneld gaan renoveren. Wat is nodig om de ervaringen die zijn opgedaan in het Blok-voor-Blok-traject op het gebied van bouwkwaliteit te borgen naar zowel particuliere als professionele woningbezitters? Aanbeveling 1: Maak leerervaringen proactief toegankelijk Bij de gemeten woningen zijn alleen beproefde maatregelen toegepast. Uit de metingen blijkt dat beproefde maatregelen er niet garant voor staan dat de aangebrachte maatregelen ook effectief zijn. Met deze rapportage zijn de ervaringen binnen Blok-voor-Blok gebundeld voor beleidsmakers bij overheden, semioverheden en marktpartijen. Echter deze informatie moet ook doordringen bij particuliere woningeigenaren, professionele verhuurders met renovatieplannen en uitvoerende medewerkers bij bouwondernemingen, installateurs en isolatiebedrijven. Dit vraagt een doelgroepgerichte, proactieve kennisoverdracht. Denk bijvoorbeeld aan een digitale checklist voor projectleiders en particuliere woningeigenaren, die afhankelijk van de ingevoerde situatie inzicht geeft of maatregelen logisch zijn en welke meetbare prestaties hier bij passen. Of een interactieve computerpresentatie om vaklieden bij een toolboxmeting na te laten denken hoe zij bepaalde risico’s willen gaan aanpakken binnen hun project.
12754JNEE1024647
21
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Aanbeveling 2: Maak geleverde kwaliteit transparant Over het algemeen wil niemand gecontroleerd worden, we krijgen liever het vertrouwen. In de praktijk wordt vertrouwen gegeven op basis van geleverde prestaties. Wanneer marktpartijen het vertrouwen van opdrachtgevers willen krijgen, hoort hierbij dat zij ook transparant zijn in hun prestaties. Aangezien opdrachtgevers vaak de kennis niet hebben om prestaties te beoordelen en bouwende partijen er geen belang bij hebben om te erkennen dat zij met de beste intenties de kwaliteit niet altijd onder controle hebben, doen marktpartijen er goed aan om zichzelf vrijwillig te laten controleren. Gedacht kan worden aan een steekproefsysteem zoals dat ook werkt bij het bekende APK-systeem. Projecten die onder het kwaliteitsborgingssysteem vallen worden centraal afgemeld. Steekproefsgewijs controleert een onafhankelijke partij de kwaliteit met een methode als die van BouwTransparant. Sancties bij slechte controleresultaten kunnen zijn: • • •
22
Extra kosten voor de herkeuring zijn voor het uitvoerende bedrijf. Bij meerdere incidenten valt het bedrijf op basis van eigen kosten onder een zwaarder controleregime. Bij onvoldoende verbetering wordt het bedrijf uit het systeem gezet.
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Bijlage I
Begrippenlijst
BIM-omgeving
werkomgeving waar met een drie dimensionale Bouw Informatie Model (BIM)methodiek integraal wordt samengewerkt door diverse disciplines in de bouwsector.
Boeidelen
houten randen bij de dakgoot.
Bonus-malus
bouwers die geen fouten (schade) maken worden (financieel) beloond en bouwers die wel fouten (schade) maken worden (financieel) afgestraft.
Compriband
uitzetband om verbindingen luchtdicht te maken.
Koudebrug
een thermische verzwakking in de bouwkundige schil.
Quick-wins
eenvoudig te behalen voordelen
Thermische isolatie
materiaal welke thermische energiestromen tegen gaat.
Toolboxmeting
korte en praktisch ingestoken bijeenkomsten op de bouwplaats.
Tussenpenant
metselwerk tussen of naast raam- of deurkozijn.
12754JNEE1024647
23
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
24
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Bijlage II Meetaanpak Infraroodopnamen Bij de fotografie let de opnemer op aansluitingen van isolatiemateriaal op kozijnen, vloer en dak. Ook worden onregelmatigheden in geïsoleerde gevelvlakken vastgelegd. Door uitgebreid de schil te controleren, zijn bij een delta T van 10 of meer graden met de infraroodcamera de zogenaamde hotspots en coldspots op te zoeken. Door het temperatuurverschil van een opgewarmd gebouw en de winterkoude buiten betekent het zien van een hotspot met IR-fotografie van buitenaf dat daar een warmtelek zit: een verzwakking in de isolerende schil.
Meetcondities infraroodopnamen • De opname wordt vroeg in de ochtend uitgevoerd op een moment dat de zon niet op de woning heeft geschenen. • De ramen en deuren waren de hele nacht gesloten en het ventilatiesysteem is uitgeschakeld. • De woning is vanaf acht uur voor de opname o opgewarmd tot 20 C, met de tussendeuren open. De delta T (binnen-buitentemperatuur) moet o o tijdens de opname minimaal 10 C en liefst 15 C zijn. • De windsnelheid mag niet hoger zijn dan 6 m/s. • Het gebouw is NIET op onderdruk of overdruk gezet.
De infraroodinspectie wordt uitgevoerd met een Fluke Ti55.
Luchtdichtheidsmeting/qv10-meting De luchtdichtheid (kierdichtheid) van een gebouw wordt vastgesteld aan de hand van de luchtvolumestroom (qv10) van een verwarmde zone. Een qv10 is de luchtvolumestroom of infiltratie (in dm³/s) van de desbetreffende verwarmde zone van het binnen een complete isolerende schil.
Meetcondities qv10 De metingen moeten worden uitgevoerd bij de volgende condities. • Bij de luchtdichtheidsmeting is het ventilatiesysteem uitgeschakeld. • Alle aanwezige rioolaansluitpunten waar de stankafsluiter nog niet gevuld was, zijn afgedicht. • Alle roosters van ramen en dakramen zijn dichtgezet. • Alle ventielen zijn afgeplakt. • Alle tussendeuren staan open. • De positie van de blowerdoor in de woning is vastgelegd op de foto in het meetrapport. o • Bij een temperatuurverschil van minimaal 3 C (binnen-buiten) kunnen op verzoek met de infraroodfotografie de grootste lekken inzichtelijk worden gemaakt.
De qv10-meting is uitgevoerd conform de NEN 2686. Hierbij wordt zowel de onder- als overdruk gemeten en wordt het gemiddelde bepaald. De qv10-meting is uitgevoerd met een Retrotec 3000SR.
Met IR-fotografie zijn de grootste lekken gefotografeerd. Hiervoor moet er minimaal een delta T van 3 graden zijn.
12754JNEE1024647
25
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Luchtdebietmeting
De ventilatiedebietmeting is uitgevoerd met een Testo 417. Alle afvoerventielen worden gemeten in de stand waarin de minimale ventilatiedebieten uit het Bouwbesluit zouden moeten worden gehaald.
Meetcondities luchtdebieten De metingen worden uitgevoerd bij de volgende condities. • Tijdens de ventilatiedebietmeting is de ventilatieunit in bedrijf. • De ventilatiesystemen zijn volgens de opdrachtgever ingeregeld door de installateur. • De metingen zijn verricht op de hoogste ventilatiestand of in de inregelmodus. Dit betekent kort gezegd dat er maximaal wordt afgezogen in de toilet, douche en keuken. • De tussendeuren zijn gesloten en eventuele roosters staan open.
In de woningen zijn de afvoerventielen in de keuken, badkamer en toilet gemeten.
Geluidsmeting installatiegeluid Een geluidsmeting is uitgevoerd met een Testo 815 geluidsmeter. In de woningen zijn alle relevante verblijfsruimtes gemeten. De geluidsmeting is een indicatieve meting. Condities installatiegeluidmeting De metingen zijn uitgevoerd bij de volgende condities. • Tijdens de ventilatiedebietmeting is de ventilatie-unit in bedrijf. • Het ventilatiesysteem staat in de stand waarbij de minimale luchtdebieten uit het Bouwbesluit gehaald worden. • Tijdens de ventilatiedebietmeting is de installateur niet aanwezig. • Tijdens de meting zijn deuren en ramen van de ruimte gesloten. • Tijdens de meting zijn tussendeuren gesloten. • De meting wordt alleen uitgevoerd wanneer het achtergrondgeluid nihil is.
26
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Bijlage III Te toetsen onderdelen Maatregel
Minimaal opnemen in bestek of contract
1
Dak vervanging (incl. isolatie)
• Lucht- en dampdichte aansluiting bij nok, dakvoet, bouwmuur, eventuele dakkapel en doorvoeren. • Luchtdichte aansluiting tussen dakelementen (bijv. door binnen- en buitenzijde afpurren met flexibele pur) • Isolatiemateriaal in dakelementen dient goed aan te sluiten (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm)
2
Dak naisolatie (buiten)
• Bij binnenzijde dak (warme zijde) lucht- en dampdichte aansluiting bij nok, dakvoet, bouwmuur, eventuele dakkapel, onderlinge elementen en doorvoeren (ook bij het aanbrengen van parels onder de pannen). • Isolatiemateriaal dient goed aan te sluiten (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm) • Geen luchtstromen tussen isolatiemateriaal en oude dakvlak (valse spouw).
3
Dak naisolatie (binnen)
• Bij binnenzijde dak (warme zijde isolatiemateriaal)) lucht- en dampdichte aansluiting bij nok, dakvoet, bouwmuur, eventuele dakkapel en doorvoeren. • Isolatiemateriaal dient goed aan te sluiten (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm) • Materiaal na nieuwe isolatie (koude zijde) dient damp open te zijn naar buiten toe. • Met berekening aantonen dat aansluitingen voldoen aan de T-factor (zie Bouwbesluit)
4
Spouwmuur (na)isolatie
• Isolatiemateriaal dient goed aan te sluiten (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm). • Buitenblad is gegarandeerd waterdicht. • Aansluitingen op het binnenblad zijn lucht en waterdamp dicht.
5
Gevel naisolatie (binnen)
• Isolatiemateriaal dient goed aan te sluiten (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm). • De spouwzijde van het eventuele buitenblad is ventilerend. • Aansluitingen op het binnenblad (warme zijde isoaltie) zijn lucht- en damp dicht. • Met berekening aantonen dat aansluitingen voldoen aan de T-factor (zie Bouwbesluit)
6
Gevel naisolatie (buiten)
12754JNEE1024647
• Isolatiemateriaal dient goed aan te sluiten (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm). • De spouwzijde van het eventuele buitenblad is ventilerend. • Aansluitingen op het binnenblad zijn luchten damp dicht. • Geen luchtstromen tussen isolatiemateriaal en binnenblad (valse spouw). • Stenen buitenblad is zwak en buitenblad van plaatmateriaal op regelwerk is sterk geventileerd.
Mogelijk gevolg
Meten/controle bij oplevering
• IR-opname (bij een Delta T van minimaal 10 oC) van binnen naar buiten (zonder over of onderdruk). (zie aanvullende info Inwendige condensatie, www.bouwtransparant.nl*) schimmelvorming, tocht en onnodig • IR-opname (bij een Delta T van energieverlies minimaal 3 oC) van binnen naar buiten (met 50Pa onderdruk). • Beoordelen van detailtekeningen en f-factor mbv IR.
Inwendige condensatie, schimmelvorming, tocht en onnodig energieverlies
• IR-opname (bij een Delta T van minimaal 10 oC) van buiten naar binnen (zonder over of onderdruk). (zie aanvullende info www.bouwtransparant.nl*) • IR-opname (bij een Delta T van minimaal 10 oC) van binnen naar buiten (zonder over of onderdruk). (zie aanvullende info www.bouwtransparant.nl*) • IR-opname (bij een Delta T van minimaal 3 oC) van binnen naar buiten (met 50Pa onderdruk). • Beoordelen van detailtekeningen en f-factor mbv IR.
27
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
7
Glas vervangen voor beter isolerend glas
• Houten kozijn bevat geen rotplekken (stalen kozijnen altijd vervangen).
8
Standaard kozijn vervanging met beter isolerend glas
• Wanneer aanwezig: isolatiemateriaal dient goed aan te sluiten op het nieuwe kozijn (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm). • Het stelkozijn dient luchtdicht aangesloten te zijn op het binnenblad en het stelkozijn is lucht dicht bij de verbindingen. • Het kozijn met glas sluit lucht dicht aan op het stelkozijn. • Minimale ruimte tussen houten kozijn en waterslag is 10 mm.
Condensatie, schimmelvorming, tocht en/of onnodig energieverlies
• IR-opname (bij een Delta T van minimaal 3 oC) van binnen naar buiten (met 50Pa onderdruk). • Visuele inspectie
9
Kozijn vervanging met beter isolerend glas en kozijn
10
Deurvervanging voor beter isolerende deur
• Maximaal 3 mm speling. • Rondom kierdichting.
Tocht en onnodig energieverlies
• Visuele controle
11
Vloerisolatie
• Vloer is luchtdicht (geen lucht vanuit de kruipruimte de woning in (ook niet via de spouw). • Isolatiemateriaal dient goed aan te sluiten (openingen mogen niet groter zijn dan 5 mm). • Voldoende kruipruimteventilatie
Tocht, gevaarlijke gassen in de woning en onnodig energieverlies
• •
12
Kruipruimte isolatie (schelpen/PURvlokken)
• Minimale dikte van het isolerend pakket • Voldoende kuipruimteventilatie • Vloer is luchtdicht (geen lucht vanuit de kruipruimte de woning in (ook niet via de spouw).
Tocht, gevaarlijke gassen in de woning en onnodig energieverlies
• Rookgenerator • Visuele controle
13
Kierdicht maken van de woning
• De woning voldoet aan een vooraf vastgestelde Qv10. • Aangebrachte maatregelen dienen bestand te zijn voor krimp en uitzetting. • De minimale ventilatiedebieten uit het Bouwbesluit zijn gegarandeerd.
Ongezond binnenklimaat, onnodig energieverlies
14
Plaatsing betere CVketel
• Leidinglengten warm tapwater tussen ketel en tappunt zo kort mogelijk. • Luchtdichte dakdoorvoer. • In overleg met de bewoner ingesteld op ecostand. • Correct opwekkingsrendement voor warm tapwater. • Sifon condensafvoer is schoon. • Doodlopende tapwaterleidingen verwijderen.
15
Plaatsen WP (combi)
• • • • • •
•
28
Uitvoering volgens installatieschema. Voldoende expansievoorzieningen. Buffer en leidingen zijn correct geïsoleerd (waterdamp dicht waar condens kan optreden). Ontwerptemperaturen worden gehaald. Aan tappunt wordt de temperatuur van minimaal 55oC bereikt. Voldoende geluidswerende voorzieningen (Maximale waarde installatiegeluid is 30 dB in de verblijfsruimten) Bij water-water warmtepomp: aan de bronzijde wordt alleen HDPE en/of koper
Rookgenerator Visuele controle
• Qv10-meting op onder en overdruk • Visuele controle (aanwezigheid mechanische ventilatie) • Meten luchtdebieten • IR-opname (bij een Delta T van minimaal 3 oC) van binnen naar buiten (met 50Pa onderdruk). • Controle van type ketel • Visuele controle aansluitingen en instelling • Controle condensafvoer • Wanneer zinvol een rookproef • Controle op legionellagevaar
Onnodig energieverbruik door lage opwekkingsrendement, comfortklachten, geluidsoverlast
• Visuele controle op componenten en aansluitingen • Installatiegeluidsmeting (zie aanvullende info www.bouwtransparant.nl* ) • Afhankelijk van de buitentemperatuur toetsen of ontwerptemperatuur wordt gehaald in verwarmingsbedrijf of koelbedrijf.
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
• •
• Toetsen of aan tappunt minimale temperatuur wordt gehaald. • Wanneer zinvol een rookproef (bij lucht-water WP) • Controle op legionellagevaar
toegepast. Bij een lucht-water warmtepomp: dakdoorvoer is luchtdicht, incl. aanvullen isolatiemateriaal. Doodlopende tapwaterleidingen verwijderen.
16
Vervangen HTafgiftesysteem voor LT-afgiftesysteem
• Inregelstanden zijn volgens inregelstaat. • Alle verdelers zijn ontlucht. • Alle motoren van de naregeling zijn op de juiste groepen aangesloten.
Onnodig energieverbruik en comfortklachten
• Beoordelen inregelrapport • Volumestroommeting van het totaal en per groep en/of met IR-fotografie controleren van werking stangen • Visuele controle
17
Plaatsing zonneboiler
• Type en merk collector. • Grootte van collectoroppervlak. • Luchtdichte dakdoorvoer, incl. aanvullen isolatiemateriaal. • Hydraulische aansluiting volgens installatietekening. • Wanneer nodig ketel ingesteld op zonnecollector. • Doodlopende tapwaterleidingen verwijderen.
Onnodig energieverbruik en bouwfysische problemen
• Visuele controle op componenten en aansluitingen • Controle op legionellagevaar
18
Plaatsing WP-boiler
• Luchtdichte dakdoorvoer, incl. aanvullen isolatiemateriaal. • Juiste type toestel. • Aan tappunt wordt de temperatuur van minimaal 55oC bereikt. • Voldoende geluidswerende voorzieningen (Maximale waarde installatiegeluid is 30 dB in de verblijfsruimten). • Doodlopende tapwaterleidingen verwijderen.
Onnodig energieverbruik, geluidsoverlast en bouwfysische problemen
• Visuele controle ophanging en aansluitingen • Controle type toestel • Toetsen of aan tappunt minimale temperatuur wordt gehaald. • Controleren condensafvoer • Wanneer zinvol een rookproef • Installatiegeluidsmeting • Controle op legionellagevaar
19
Plaatsen centrale mechanische afzuigbox
• Luchtdichte dakdoorvoer, incl. aanvullen isolatiemateriaal. • Voldoende geluidswerende voorzieningen. • Volledige capaciteitsberekening conform het Bouwbesluit. • Inregelrapport aanwezig, incl. installatiegeluidsmeting (maximale waarde is 30 dB in de verblijfsruimten). • Bij WTW: correcte werking condensafvoer. • Bij WTW: systeem is in balans (maximaal 5% afwijking?).
20
Plaatsing WTWventilatiebox
21
Plaatsen douche WTW
22
Plaatsen PV-panelen • Juiste oppervlakte PV-panelen. • Correct vermogen per paneel. • Correcte plaatsen (geen beschaduwde cellen).
12754JNEE1024647
• Aanwezigheid inspectieluik • Aansluiting op thermostatische kraan en ketel. • Aanwezigheid afsluitkraan. • Doodlopende tapwaterleidingen verwijderen.
Onnodig energieverbruik, geluidsoverlast en bouwfysische problemen
• Visuele controle aansluitingen en ophanging • Controle condensafvoer bij WTW • Wanneer zinvol een rookproef • Luchtdebietsmeting • Installatiegeluidsmeting
Onnodig energieverbruik
• Visuele controle • Proef met warmwater • Controle op legionellagevaar
Geluidsklachten en bouwfysische problemen
• Wanneer zinvol een geluidsmeting • Visuele controle • Wanneer zinvol een
29
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
• Geluidsniveau verblijfsruimte door omvormer is lager dan 30dB. • Lucht- (en water)dichte dakdoorvoer.
30
rookproef
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Bijlage IV Gemeten BvB-projecten Nr. 1
Nr. 2
Nr. 3
12754JNEE1024647
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
Geen
Dak en vloer zijn voorzien van 200 mm isolatie. De gevel is geïsoleerd met 140mm isolatie
Eigendom
Corporatie
Glaskwaliteit
Enkel glas
HR++-glas in bestaande kozijnen
Bouwjaar
1921
Warmteopwekking
Moederhaard en keukengeiser
Centrale verwarming met een HR107 combiketel.
Type
Rijtje
Ventilatie
Natuurlijke ventilatie
Mechanische ventilatie in combinatie met roosters
Aantal
8
Overige
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
Geen
Daken zijn vernieuwd en geïsoleerd. Daarnaast is de buitenzijde van de gevel geïsoleerd en afgewerkt met steenstrips.
Eigendom
Corporatie
Glaskwaliteit
Enkel glas
HR++-glas
Bouwjaar
1969
Warmteopwekking
Centrale warmtevoorziening
Individuele HR-combiketels; warmteafgifte met radiatoren
Type
Appartement
Ventilatie
Natuurlijke ventilatie
Centraal afzuigingssysteem per woning. Afzuiging in keuken, badkamer en toilet.
Aantal
102
Overige
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
Dak licht geïsoleerd.
Spouwisolatie aangebracht; in de garage een voorzetwand geplaatst.
Eigendom
Particulier
Glaskwaliteit
Enkel glas
HR++-glas
Bouwjaar
1970
Warmteopwekking
HR100combiketel
HR100 combiketel
Type
Twee onder één kap woning
Ventilatie
Natuurlijke ventilatie
Ventilatie roosters
Aantal
1
Overige
31
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Nr. 4
Nr. 5
Nr. 6
32
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Breda
Schilisolatie
--
Het dak is van binnen geïsoleerd. Daarnaast is er TonZon vloerisolatie aangebracht.
Eigendom
Particulier
Glaskwaliteit
Enkel glas; Voorzetramen bij glas –inloodramen.
HR++-glas
Bouwjaar
1928
Warmteopwekking
HR-ketel en openhaard
HR-ketel en openhaard
Type
Rijtjeswoning
Ventilatie
--
--
Aantal
1
Overige
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Rotterdam
Schilisolatie
Van een aantal kopgevels is de spouw geïsoleerd.
Dak is van binnenuit nageïsoleerd; de spouw van de voor en achtergevel zijn geïsoleerd; vloer geïsoleerd met PUR-schuim.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
(deels) enkel glas
HR+-glas
Bouwjaar
1974
Warmteopwekking
--
HR107-ketel
Type
Rijtjeswoning
Ventilatie
--
Open stootvoegen buitenspouwblad kopgevels; mechanische ventilatie / centrale afzuigbox
Aantal
198
Overige
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Rotterdam
Schilisolatie
--
Op het platte dak is een goed isolerende kap aangebracht; de bestaande buitenbladen zijn ingepakt met houtskeletbouw- elementen met stucwerk; de vloer is geïsoleerd met PUR.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
--
HR+++-glas; geïsoleerde deuren
Bouwjaar
1960
Warmteopwekking
-
Warmtepomp met lucht aanzuigende convectoren.
Type
Hoekwoning
Ventilatie
--
Centrale mechanische afzuiging
Aantal
52
Overige
--
PV panelen
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Nr. 7
Nr. 8
Nr. 9
12754JNEE1024647
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Rotterdam
Schilisolatie
--
Op het platte dak is een goed isolerende kap aangebracht; de bestaande buitenbladen zijn ingepakt met houtskeletbouw- elementen met stucwerk; de vloer wordt nog geïsoleerd met PUR.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
--
HR+++-glas; geïsoleerde deuren
Bouwjaar
1960
Warmteopwekking
--
Zonneboiler en HR107- ketel met lucht aanzuigende convectoren.
Type
Rijtjeswoning
Ventilatie
--
Centrale mechanische ventilatie
Aantal
52
Overige
--
PV panelen
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
--
Het dak is vanbuiten af nageïsoleerd; de spouw is gevuld met thermoparels; er is schuimbeton als bodembedekker toegepast.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
--
--
Bouwjaar
1933
Warmteopwekking
HR-ketel
HR-ketel
Type
Tussenwoning
Ventilatie
Natuurlijke ventilatie
Natuurlijke ventilatie
Aantal
--
Overige
--
Leidingen op zolder zijn geïsoleerd.
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
--
Het dak is van buitenaf voorzien van isolatieplaten; de spouwmuur is gevuld met isolatiemateriaal; de vloer is geïsoleerd.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
--
HR++-glas
Bouwjaar
?
Warmteopwekking
--
HR107- ketel
Type
Tussenwoning
Ventilatie
--
CO2- gestuurde mechanische ventilatie in combinatie met roosters
Aantal
?
Overige
--
PV-panelen
33
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Nr. 10
Nr. 11
Nr. 12
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
--
Het platte dak is van buiten na-geïsoleerd en het puntdak is van binnenuit na-geïsoleerd; ook de gevels zijn van binnenuit en van buiten nageïsoleerd; onder de geventileerde houten vloer is gasbeton als bodemafsluiter aangebracht.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
--
HR-++ op de eerste verdieping
Bouwjaar
1919
Warmteopwekking
--
HR107-ketel
Type
Tussenwoning
Ventilatie
--
Centrale mechanische ventilatie
Aantal
71
Overige
--
PV-panelen
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
--
Daken van uitbouw vernieuwd en geïsoleerd.
Eigendom
Particulier
Glaskwaliteit
--
HR++-glas in pui
Bouwjaar
1880
Warmteopwekking
--
CV-ketel
Type
Tussenwoning
Ventilatie
--
Mechanische afzuiging in de douche, verder natuurlijke ventilatie
Aantal
1
Overige
--
10 PV-panelen en 2 zonnecollectorpanelen; kierdichting aangebracht
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
34
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
Op het dak is een extra pakket aangebracht bovenop de oude isolatielaag. De spouwmuren zijn nageïsoleerd; de panelen onder de ramen zijn geïsoleerd.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
HR++- glas
Bouwjaar
1971
Warmteopwekking
CV
Type
Appartement
Ventilatie
Nieuwe ventilatieroosters, ventilatielucht centraal afgevoerd.
Aantal
288
Overige
Kierdichting aangebracht; Warmteterugwinning (tapwater wordt verwarmd met warme ventilatielucht)
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Nr. 13
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Consortium
Haarlem
Schilisolatie
--
De vloer het dak en de spouwgevel zijn nageisoleerdd.
Eigendom
Particulier
Glaskwaliteit
--
HR++-glas (behalve voordeuren portaalramen)
Bouwjaar
1935
Warmteopwekking
--
CV-combiketel en houkachel
Type
Tussenwoning
Ventilatie
--
Natuurlijke ventilatie
Aantal
1
Overige
--
PV-panelen
Nr. 14
Project kenmerken
Woningkwaliteit Voor renovatie
Na renovatie
Deventer
Consortium
Deventer
Schilisolatie
--
Het dak is van buitenaf geisoleerd.de gevels zijn met voorzetwanden geïsoleerd. De vloer is geïsoleerd en de kelder gedeeltelijk.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
--
HR++-glas
Bouwjaar
Rond 1920
Warmteopwekking
--
HR combiketel
Type
Tussenwoning
Ventilatie
--
Centrale afzuiging in keuken, badkamer en toilet. Daarnaast ventilatieroosters.
Aantal
253
Overige
--
HT radiatoren
Nr. 15
Project kenmerken
Voor renovatie
Na renovatie
Deventer
Consortium
Deventer
Schilisolatie
--
Het dak is van buitenaf geïsoleerd. De vloer is geïsoleerd en het plafond van de kelder eveneens.
Eigendom
Woningbouwvereniging
Glaskwaliteit
--
HR++-glas
Bouwjaar
1920
Warmteopwekking
--
HR-combiketel
Type
Hoekwoning
Ventilatie
--
In de badkamer mechanische ventilatie. In de keuken zijn twee ventielen en in het toilet is één ventiel zonder mechanische afzuiging. Daarnaast ventilatieroosters
Aantal
253
Overige
--
HT-radiatoren
12754JNEE1024647
Woningkwaliteit
35
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Bijlage V Leerpunten uit de praktijk In dit hoofdstuk wordt een aantal praktijkvoorbeelden beschreven, gebaseerd op de metingen die zijn uitgevoerd. Deze voorbeelden geven een beeld, maar kunnen gezien het aantal metingen niet worden gebruikt om landelijke conclusies te trekken.
1. Het integrale zien is het halve werk Het doel van Blok-voor-blok was schaalvergroting in het energiezuinig maken van de bouw met enkele of meervoudige maatregelen. Optimaal zou zijn om in één keer alle maatregelen uit te voeren, zodat een woning weer voor minimaal 50 jaar mee kan gaan. Op dit moment kunnen gezien de investering alleen woningcorporaties dat doen. De meeste particulieren zijn genoodzaakt om maatregel voor maatregel uit te voeren. Maar in beide situaties is het van belang om eerst goed te zien wat technisch nodig is en dan te komen tot een plan.
Onvolledige maatregelpakketen in de praktijk van BvB De metingen zijn voornamelijk achteraf uitgevoerd. Hierdoor kon niet alleen de uitvoeringskwaliteit tegen het licht gehouden worden, maar is ook geconcludeerd of, gezien de staat van de woning gekozen was voor logische maatregelen. Hieronder worden enkele voorbeelden binnen Blok-voor-Blok beschreven waaruit kan worden afgeleid dat er mogelijk met een beperkte integrale visie woningverbeteringen zijn doorgevoerd. Tabel 4.1Voorbeelden van hiaten tijdens de planvorming
Meerdere maatregelen zijn uitgevoerd, een goedkope en eenvoudige maatregel is over het hoofd gezien Bij een particuliere woning uit 1928 is HR++-glas en vloerisolatie aangebracht. Verder is het dak van binnenuit na geïsoleerd. Na het aanbrengen van de maatregelen was de woning nog steeds niet luchtdicht (een Qv10 van 4,11 dm3/s*m2). Er zijn luchtlekken geconstateerd bij de serre, de aangebrachte tochtstrippen, dakisolatie en een oud afvoerkanaal. De vraag is waarom wel aandacht was voor de kieren bij de ramen, maar niet geadviseerd is het oude afvoerkanaal luchtdicht af te sluiten.
Oude ventilatiekanaalsparing is niet afgedicht
Dit soort grote openingen zijn vrij eenvoudig af te dichten en hebben een groot effect op de luchtdichtheid van de woning.
Volledig geïsoleerde woning mist isolatie op een kwetsbare plek Een woningbouwcorporatie heeft de woning uit 1933 gerenoveerd. De woning was al voorzien van een Hr-ketel en de leidingen op zolder zijn na geïsoleerd. Het dak is van buitenaf na geïsoleerd en de spouw is gevuld met thermoparels. De vloer is niet geïsoleerd. Wel is schuimbeton als bodembedekker toegepast.
Achter deze niet geïsoleerde muur zit een onverwarmd schuurtje
De vraag is waarom is bij deze redelijke compleet geïsoleerde woning de muur tussen de schuur en keuken niet geïsoleerd? Het gevolg kan zijn dat de kans op tochtklachten door onbedoelde luchtcirculatie groot is. De lucht wordt in de woonkamer opgewarmd en koelt in de keuken af. Wanneer deze lucht vervolgens regelmatig vochtig is, neemt de kans op schimmelvorming op de niet geïsoleerde muur toe. De oplossing is vrij eenvoudig: plaats een voorzetwand in de keuken.
36
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Kierdicht gemaakte woning mist ventilatiesysteem Een particulier heeft de woning uit 1935 grondig aangepakt. De gevel, het dak en de vloer zijn geïsoleerd. Enkel glas is bijna overal vervangen voor dubbel glas en kierdichting is aangebracht. Ook zijn er PV-panelen geplaatst. De woning wordt verwarmd met een HR-combiketel en een houthaard.
De spleet onder de deur is de enige toevoermogelijkheid voor ventilatielucht
De vraag is waarom tussen al deze maatregelen de ventilatievoorziening ontbreekt? Het gevolg is nu dat er zuurstof tekort ontstaat wanneer zich veel mensen in de woonkamer bevinden of wanneer de openhaard aan gaat. Bij veel mensen kunnen er luchtjes- en hoofdpijnklachten ontstaan. Wanneer de openhaard brandt kan koolstofmonoxide ontstaan, met de kans op vergiftiging. De oplossing, door middel van het plaatsen van roosters, was vrij eenvoudig geweest op het moment dat het glas vervangen werd. Achteraf plaatsen van roosters, eventueel in combinatie met mechanische afzuiging is vaak moeilijk in te passen.
Meer foto’s van voorbeelden staan in Bijlage V.
2. Met inzicht stijgt de kwaliteit Professionele vakmensen gaan voor de best haalbare kwaliteit. Zolang deze kwaliteit met het blote oog zichtbaar is werkt dit goed. Op het moment dat alleen met metingen de kwaliteit zichtbaar gemaakt kan worden, wordt het ingewikkelder. Tijdens het Blok-voor-Blok-traject zijn er verschillende metingen uitgevoerd. De uitkomsten van deze metingen geven een nieuw zicht op de geleverde kwaliteit. Bij meerdere projecten was dit aanleiding om uitgevoerd werk aan te passen. Het meten leverde kennis op en zorgde hiermee voor een stijgende leercurve bij zowel de opdrachtgever als de uitvoerende partij.
Meten is weten Tijdens het Blok-voor-Blok-traject zijn meerdere metingen uitgevoerd. Deze metingen zijn: • • • •
IR-opname – toetsen aanwezigheid isolatie en koudebruggen en luchtlekken; blowerdoor-metingen – toetsen luchtdichtheid; luchtdebietmetingen – toetsen of ventilatiesysteem ingeregeld is en of de minimale bouwbesluiteis wordt gehaald; installatiegeluidsmetingen - toetsen van geluidsniveau van installaties.
De metingen leveren naast data ook interessante foto’s op. Drie opvallende foto’s zijn beschreven in onderstaande tabel. Onder deze tabel staan vervolgens enkele waarnemingen die uit de meetwaarden afgeleid kunnen worden. Tabel 4.2 Voorbeelden van resultaten uit metingen
Infiltratie op een onverwachte plek vanuit waarschijnlijk de spouw Een woningcorporatie heeft een woning uit 1933 voorzien van een nieuw van buiten af geïsoleerd dak. De spouw is gevuld met thermoparels. Met een gemeten Qv10 van meer dan 7 dm3/s*m2 is de woning zeer luchtlek. De meeste lucht komt via de niet geïsoleerde vloer de woning binnen. Wat echter opvalt, is dat ook via de tussenvloer bij de gevel lucht de woning in stroomt. De vraag is hoe het komt dat lucht vanuit de spouw de tussenvloer instroomt. Er lopen namelijk geen draagbalken de voorgevelmuur in. Om de oorzaak van dit bouwkundig niet te verwachten luchtlek te achterhalen, is nader onderzoek nodig. Foto 8-0517 Infiltratie bij de tussenvloergevelaansluiting.
Infiltratie bij een doorvoer van een convector bij meerdere woningen
12754JNEE1024647
37
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Een woningcorporatie heeft 52 woningen grondig gerenoveerd van label F naar A++. Zowel dak, gevel, vloer als de installaties zijn naar passief huis niveau gebracht. Bij de luchtdichtheidsmeting bleek de woning zeer lucht lek te zijn (> 2,7 dm3/s*m2. De luchtlekken worden vooral veroorzaakt doordat alle doorvoeren van de convectoren lekken vertonen. De vraag is hoe het komt dat er een luchtlek achter de convector zit. Hier zijn twee mogelijkheden voor te noemen. De convector sluit niet luchtdicht aan op het plenum (de muur is niet vlak) of de doorvoer van het plenum door het binnenblad sluit niet luchtdicht aan. Foto 6-0384 Koude luchtstroom vanachter de convectoren.
Door de uitkomst van de metingen zijn alle luchtlekken achter de convectoren dichtgezet.
Luchtlekken na dakisolatie Een particuliere woning uit 1928 is voorzien van dakisolatie van binnenuit, HR++-glas en vloerisolatie. De woning was niet erg luchtdicht met een luchtdichtheid van 4,11 dm3/s*m2 . De luchtlekken werden veroorzaakt door niet goed sluitende tochtstrippen, een serre die veel lucht lekte en de aansluiting van het dak met de gevel. De vraag is of de maatregelen (dakisolatie en tochtstrippen) wel goed zijn aangebracht en of luchtdichtheid van de serre voldoende meegenomen is met het advies. Naar aanleiding van deze meting constateerde de aannemer dat de tochtstrippen niet strakker aangebracht konden worden, omdat de ramen anders niet meer te sluiten zijn. Wel zijn er maatregelen getroffen om het dak meer luchtdicht te maken.
Foto 0066 De opberghokken op de hoeken van de zolder zijn aan de onderzijde (aansluiting muurplaat/vloer) niet luchtdicht afgewerkt
Meer foto’s van voorbeelden staan in Bijlage V. Naast foto’s leveren metingen ook getallen op. Op basis van de meetuitkomsten zoals beschreven in Bijlage V is het volgende beeld waar te nemen. Luchtdichtheid Bij 15 woningen is de luchtdichtheid gemeten. Van deze woningen hadden 6 woningen een 3 2 luchtdichtheid van < 1,5 dm /s*m . Dit is een waarde die je na het aanbrengen van dak-, gevel- en vloerisolatie mag verwachten. De andere 9 woningen (60%) haalden deze waarde niet. Er zijn zelfs 3 2 waarden van 4,0 dm /s*m en hoger gemeten. Ventilatiedebieten Bij 6 woningen met een nieuwe mechanische installatie zijn de luchtdebieten gemeten. Bij één woning voldoet de afzuiging aan het Bouwbesluit voor nieuwbouwwoningen. Bij drie woningen kon gezien de meetresultaten de mechanische ventilatie niet goed ingeregeld zijn en bij vijf woningen waren niet alle ventielen dusdanig aangebracht dat het meten (en dus inregelen) goed mogelijk was. Installatiegeluid Bij acht woningen is het indicatieve installatiegeluid gemeten conform het opnameprotocol voor nieuwbouw van ISSO. Hierbij is uitgegaan van de Bouwbesluitwaarde voor nieuwbouw van maximaal 30 dB. De uitkomsten zijn zoals onderstaande tabel aangeeft divers. Tabel 4.3 Meetuitkomsten
Aantal gemeten woningen
1
Voldoet (30dB of lager)
1
2
Voldoet mogelijk
4
3
Voldoet niet (31 dB of hoger)
1
4
Te veel bouwgeluid
2
38
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Oplossingsrichtingen Meet een proefwoning door voordat het hele blok wordt aangepakt Bij de bloksgewijze aanpak van zowel woningcorporaties als van particuliere collectieven, kan veel inzicht worden verkregen, door een proefwoning te selecteren en deze na het uitvoeren van de maatregelen te meten. Het geeft niet alleen inzicht of de maatregelen functioneel goed zijn aangebracht. Wanneer de metingen en inspecties worden uitgevoerd door een deskundige, dan wordt ook inzicht verkregen of voor de desbetreffende categorie woningen de meest logische maatregelen zijn uitgevoerd. Een aandachtspunt bij particuliere initiatieven is dat woningen uit dezelfde serie door de tijd heen sterk kunnen veranderen. Verschillen kunnen ontstaan doordat de ene woning beter onderhouden is dan de andere. Installaties kunnen bijvoorbeeld in onbruik zijn geraakt of juist vervangen zijn door betere installaties. Verder kan de ene woning wel uitgebreid zijn met een dakkapel of uitbouw en de andere woning niet. Bij de selectie van de te meten woning is het verstandig om die woning te selecteren waar het onderhoudsniveau laag was en waar uitbereidingen hebben plaatsgevonden. De metingen leggen dan sneller de kwetsbaarheden van de woning bloot. Metingen zorgen voor inzicht en leiden snel tot een verbetering van de bouwkwaliteit. Zonder metingen is een belangrijk deel aan informatie niet beschikbaar om prestatieborging mogelijk te maken. Bouwende partijen zijn bezig om van A naar B(eter) te gaan, maar beschikken zonder metingen niet over een snelheid- en afstandsmeter en navigatieapparatuur. Ergens aangekomen zegt de uitvoerende partij ‘‘we hebben het gehaald’ en de opdracht gevende partij ‘maar waar staan we eigenlijk?’. Goede metingen geven houvast en uitsluitsel. Deel meetresultaten, zodat zwakke plekken in bouwsystemen eerder worden aangepakt Woningeigenaren (professionele en particulieren) hebben er belang bij dat energiemaatregelen functioneel worden aangebracht. Of deze dus wel doen waarvoor ze bedoeld zijn en de prestatie halen die je mag verwachten. Ook leveranciers hebben er belang bij dat hun producten goed worden ingezet en functionerend worden aangebracht. Hiermee ontstaat er een collectief belang om kennis en data te delen. De uitdaging is om kennis die via projecten beschikbaar komt te ontsluiten, zonder dat dit tijdrovend en bureaucratisch wordt. Opdrachtgevers en bouwende partijen kunnen besluiten metingen te laten uitvoeren en deze beschikbaar te stellen voor het algemene belang. Om dit voor elkaar te krijgen is niet alleen hun commitment nodig. Een belangrijke voorwaarde zal waarschijnlijk voor hen zijn dat dit in een veilige omgeving gebeurd. Verstrekte informatie mag niet misbruikt worden om organisaties in een kwaad daglicht te brengen. Een andere voorwaarde is dat informatie eenvoudig wordt ontsloten en op het juiste detailniveau wordt ingebracht bij nieuwe projecten. Organisaties die volledig in een BIM-omgeving werken, hebben een voordeel. Echter bij de meeste renovatieprojecten wordt (nog) niet in een BIM-omgeving gewerkt. Deze informatie kan dan worden ingebracht via toolbox-metingen, leverancier informatie en in basisopleidingen. Om de vrijblijvendheid eraf te halen zouden leveranciers kunnen overwegen hun garantie in te perken, wanneer instructies van de leverancier niet zijn opgevolgd.
3. Vertrouwen bij een gezond wantrouwen Grenzen aan vakmanschap Bij een woningrenovatie zijn verschillende disciplines betrokken, denk aan leveranciers, werkvoorbereiders, timmerlieden, installateurs, et cetera. Vertrouwen in elkaars goede intenties en deskundigheid is een voorwaarde voor constructieve samenwerking. Maar we moeten niet naïef zijn. Met goede intenties en deskundigheid heb je niet de garantie dat maatregelen goed functioneren. Zeker op de snijvlakken tussen de verschillende deskundigen kan van alles fout gaan. Kan je van een timmerman verwachten dat deze een aftimmerlat luchtdicht aanbrengt, wanneer een werkvoorbereider er niet voor gezorgd heeft dat de latten voorzien zijn van een besparing voor het plaatsen van compriband.
12754JNEE1024647
39
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Daarnaast zijn op de bouw allerlei omstandigheden, die er voor kunnen zorgen dat goed voorbereid werk op de bouw anders uitpakt. Een voorbeeld is dat een spouw meer vervuild is dan verwacht of dat ladder of steigerwerk onvoldoende is om goed bij de gevel te komen. Tabel 4.4 Voorbeelden van bouwfouten
Gevel niet volledig geïsoleerd Bij een corporatiewoning uit 1933 is het energielabel door een grondige renovatie verbeterd van G naar C. Het dak is van buitenaf geïsoleerd en de spouw is gevuld met thermoparels. Verder is mechanische ventilatie en het HR107 combiketel aangebracht. Wat opvalt is dat de na geisoleerde gevels geen egaal beeld opleveren bij de IR-opnamen. Naast de duidelijk zichtbare vloerbalken, is ook zichtbaar dat bij de dakliggers de spouw niet goed is gevuld. Verder zijn bij de kop- en zijgevel vlekken zichtbaar, die duiden op een niet volledig gevulde spouw.
Foto 8-0494 Gevel is met name boven in niet goed na geïsoleerd . Ook zijn er warmtelekken in de gevel ter hoogte van de waterslag. Verder vertoont het tussenpenant een grillig warmteverlies.
De vraag is of de spouw beter gevuld had kunnen worden, of dat dit niet mogelijk is door puinresten in de spouw. Naar aanleiding van de IR-opnames zijn de gevels op bepaalde plekken nagevuld met thermoparels.
Kozijn sluit niet luchtdicht aan Een corporatie heeft een blok grondig gerenoveerd. Het dak is van buiten af geïsoleerd, de spouw is gevuld met isolatieparels en de vloer is ook geïsoleerd. Ook de ramen worden voorzien van nieuwe HR++-beglazing in de bestaande kozijnen. En de kozijnen worden opnieuw afgetimmerd. Wat opvalt, is dat rondom het kozijn luchtlekken zichtbaar zijn. De vraag is waarom bij er bij de aftimmering niet voor gekozen is om van de aftimmering met bijvoorbeeld compriband een luchtdichtende voorziening te maken. Foto 9-0261 Infiltratie door niet luchtdicht afgetimmerde kozijnen
Nieuw aangebrachte dakkappellen vertonen grote energielekken Een blok woningen uit 1921 van een corporatie is grondig gerenoveerd. Het dak is van buitenaf geïsoleerd, de vloer is geisoleerd en er zijn voorzetwanden geplaatst. Ook het glas is vervangen voor HR++-glas. Tot slot is er een HR-ketel aangebracht en centrale mechanische ventilatie. Toch zijn in dit blok met IR-fotografie grote energielekken aangetroffen. Met name bij de nieuwe dakkapellen. De aansluitingen vertonen duidelijke energielekken. Daarnaast zorg en de dakdoorvoeren voor energielekken. Ook de boeidelen aan de achterzijde van de woningen zijn een koudebrug. Foto 1-0246 Warmteverliezen in de hoekaansluiting uitbouw en dakkapel. Verder zijn er energielekken waargenomen rondom de doorvoeren van de schoorstenen.
De vraag is ofer in de voorbereidingsfase aandacht was om koudebruggen en luchtlekken met goede bouwdetails te voorkomen. Ervaringen met deze opnamen worden door de corporatie gebruikt om dit soort lekken bij toekomstige renovaties te voorkomen.
Meer foto’s van voorbeelden staan in Bijlage V.
Oplossingsrichtingen Laat (detail)tekeningen controleren Bij renovatie van corporatiewoningen is het gebruikelijk dat er tekeningen en bouwdetails beschikbaar zijn. Bij particuliere renovaties is dit vaak niet het geval. Wanneer uit kostenoverweging geen woning gebonden detailtekeningen zijn, dan is het raadzaam om gebruik te gaan maken van uniforme detailtekeningen, waarin is vastgelegd hoe koudebruggen worden aangepakt en de luchtdichtheid wordt gerealiseerd. Zowel renovatie bij corporaties als bij particulieren is het verstandig om steekproefsgewijs tekeningen
40
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
door een bouwfysisch deskundige tegen het licht te houden, om te beoordelen of voldoende rekening wordt gehouden met het voorkomen van koudebruggen en luchtlekken.
Laat opzichters/uitvoerders kritieke details op het werk vastleggen Aansluitingen van kozijnen, begane grondvloeren en daken op de gevel zijn belangrijke details om de luchtdichtheid onder controle te krijgen. Uit de metingen bij Blok-voorBlok is duidelijk geworden dat deze aansluitingen nog niet standaard de aandacht krijgen die nodig is. Om een structurele verbeterslag op deze details mogelijk te maken, is het verstandig om niet alleen de details goed uit te werken, maar een opzichter of uitvoerder ook een lijst te geven met aandachtspunten. Tijdens de uitvoering kunnen uitvoerenden deze aandachtspunten meenemen. Maar de uitvoerder of opzichter weet ook waarop gecontroleerd moet worden. Sterk is om tijdens deze controles de kritieke details vast te leggen. Wanneer achteraf problemen worden gesignaleerd, kan op basis van deze foto’s de oorzaak worden achterhaald. Hiervoor zijn op dit moment goede hulpmiddelen beschikbaar op de markt.
12754JNEE1024647
41
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Bijlage VI Alle praktijkvoorbeelden Kwaliteit van het advies
42
Foto 3-0050 De oude roosterdoorvoeren zijn na het plaatsen van een gesloten ketel niet dicht gezet. Verder zijn er meerdere naden in het oude, niet geïsoleerde dakvlak waargenomen.
Foto 3-0042 Er zijn geen tochtstrippen bij de deur naar de garage. Het linker stuk muur is koud doordat hier geen voorzetwand is geplaatst.
Foto 4-0055 De aangebouwde serre heeft veel kieren bij het schuifgedeelte in het dak en langs de muur.
Foto 4-0075 Oude ventilatiesparing niet afgedicht
Foto 8-0498 Achter deze muur zit een onverwarmd schuurtje. De gevel is hier blijkbaar niet nageïsoleerd. Dit heeft tot gevolg dat heel de keuken kouder is dan de rest van de woning.
Foto 8-0493 De drie kleine ramen en het glas in de deur is van enkel glas. Verder is de dakvoet (aansluiting nieuwe dakplaten en bestaand dakbeschot) niet thermisch én luchtdicht afgewerkt.
Foto 8-0502 Alle ramen zijn niet voorzien van kierdichting.
Foto 11- 0001 De kierdichting ontbreekt aan de onderzijde.
Foto 13-001 De spleet onder de deur is onvoldoende voor
Foto 13-0456 Infiltratie bij dakdoorvoer en bij de
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
het aanvoeren van ventilatielucht. Zeker wanneer ook nog ventilatieroosters ontbreken en de kachel aan staat.
aansluiting dak en tussenmuur.
Foto 13-0455 Infiltratie vanachter de vloer. De oorzaak is niet bekend.
Foto 13-0449 Infiltratie bij de elektra dozen en vanachter het isolatiemateriaal.
Foto 15- 0443 Schil is grotendeels (na)geïsoleerd. Onbekend is waarom er geen centrale mechanische ventilatie is aangebracht.
Foto 14-0 Geen kierdichting bij deze ramen.
Kwaliteit van de uitvoering Bouwkundig
Foto 1-0235 Het bestaande buitenblad is behouden. Als binnenblad is een houtskeletbouwelement inclusief isolatie geplaatst. Op de foto wordt duidelijk dat de aansluiting tussen de elementen en de aansluiting met het dak.
Foto 1-0246 Warmteverliezen in de hoekaansluiting uitbouw en dakkapel. Verder zijn er energielekken waargenomen rondom de doorvoeren van de schoorstenen.
Foto 1-0245 Boeiboorden laten een warmteverlies zien. De vraag is of er wel goed geïsoleerd is achter de boeiboorden. Verder is er boven in het tussenpennant warmteverlies waarneembaar.
Foto 2-0473 Luchtlekkage aansluiting kozijn met het stelkozijn. Verder Luchtlekkage vanonder de vensterbank
12754JNEE1024647
43
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Foto 4-0066 Achter de opberghokken in de hoeken van de zolder is het dak aan de onderzijde (aansluiting muurplaat/vloer) niet luchtdicht afgewerkt.
Foto 4-0080 Zeer dun (HR++) glas. Gezien de spouwdikte is hier eerder sprake van HR= glas (U=1,31,5 W/m2 K) dan HR++-glas (U = 1,1-1,2 W/m2 K)
Foto 5-0409 Bij de hele zolder is sprake van niet goed sluitend aangebrachte isolatieplaten (Aanbrengen van aftimmerlatten met compriband). Daarnaast sluiten de platen niet overal luchtdicht op elkaar aan..
Foto 5-0404 Energielekkage bij de balken op de eerste verdieping. Verder zijn er lekkages rondom het raam. (beter afstellen of aanbrengen van betere kierdichting)
Foto 6-0381 Warmteverlies bij de aansluiting gevel en dak..
Foto 6-0387 Luchtlekkage vanachter het knieschot. Verder is de doorvoer van de PV-bekabeling niet luchtdicht.
Foto 8-0494 Gevel is met name boven in niet goed nageïsoleerd . Ook zijn er warmtelekken in de gevel ter hoogte van de waterslag. Verder vertoont het tussenpenant een grilling warmteverlies. Mogelijk is dit deel onvoldoende gevuld met thermoparels.
44
. Foto 7-0368 Een klein luchtlek bij de kierdichting van de voordeur.
Foto 7-0373 Aansluitnaden kozijn en gevel. Verder is warmteverlies zichtbaar bij de scheidingsmuur voorgevel.
Foto 8-0517 Mogelijk infiltratie vanuit de spouw. De vloer is namelijk de tussenvloer. Nader onderzoek is nodig om te bepalen of de oorzaak kan worden aangepakt.
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Foto 8-0518 Koude lucht vanuit de zolder.
Foto 9-266 Twee open doorvoeren naar de kruipruimte.
Foto 9-0265 Het complete dak geeft infiltratie door niet luchtdicht afsluiten van de naad tussen de nieuwe dakplaat en het bestaande dakbeschot.
Foto 9-0261 Infiltratie door niet luchtdicht afgetimmerde kozijnen
Foto 9-0259 Luchtlekken vanuit de kruipruimte door niet aansluiten van de nieuwe vloer met de gevel en doorvoeren van leidingen niet luchtdicht zijn afgewerkt.
Foto 10-521 De houten vloer is niet luchtdicht nageïsoleerd. Verder is de tochtstrip op dorpel bij de buitendeur niet gemonteerd.
Foto 12-0483 Infiltratie vanonder het deurkozijn. Aansluiting kozijn met het balkon is niet luchtdicht.
Foto 13-0448 Infiltratie vanachter de aftimmering
12754JNEE1024647
Foto 12-0488 Infiltratie door niet goed sluitende tochtstrippen.
Foto 13-456 Infiltratie bij dakdoorvoer en bij de aansluiting dak en tussenmuur.
45
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Foto 11-0461 Infiltratie boven de kozijnen bij de nieuwe dakopbouw.
Installatie technisch
46
Foto 6-0384 Koude luchtstroom vanachter de convectoren. Dit is bij alle convectoren gesignaleerd
Foto 7-0391 Luchtlekkage vanachter de convectoren.
Foto 10-0519 De doorvoer voor de ventilatie achter de convector is niet luchtdicht gewerkt. Verder is de houten vloer niet lichtdicht nageïsoleerd. Door de kieren komt veel lucht en kou in de woning.
Foto 11-0463 De constructie is niet luchtdicht. Door de gaten in het gipsplafond komt veel lucht. Dit betekend dat de isolatiewaarde van het dak sterk verminderd is, door een continue luchtstroom onder het dakbeschot.
Foto 9-0267 De rookafvoer- en luchtoevoerkanalen zijn onvoldoende gebeugeld.
Foto 13-002 Doorvoer kabels PV-panelen is niet luchtdicht gemaakt.
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
Bijlage VII Luchtdichtheid (nameting) Tabel 4.5 Mech. Ventilatie
Vloer
Gevel
Dak
Qv10 kar (dm3/s*m2 )
Mechanisch centraal
Ja
Ja
Ja
1,27
91
Mechanisch centraal
nee
ja
ja
0,65
1970
157
onbekend
nee
ja
nee
1,89
Rijtjeswoning
1928
163
onbekend
ja
nee
ja
4,11
5
Rijtjeswoning
1974
146
Mechanisch centraal
ja
ja
ja
1,30
6
Hoekwoning
1960
121
Mechanisch centraal
ja
ja
ja
>2,7
7
Rijtjeswoning
1960
121
Mechanisch centraal
ja
ja
ja
>2,7
8
Tussenwoning
1933
68
Natuurlijk
beetje
ja
ja
>7
9
Tussenwoning
onbekend
98
Mechanisch centraal
ja
ja
ja
5,75
10
Tussenwoning
1919
64
Mechanisch centraal
beetje
ja
ja
3,6
11
Tussenwoning
1880
165+62
Decentraal en natuurlijk
nee
nee
ja
1,57
12
Appartement
1971
81
Mechanisch centraal
nee
ja
ja
0,41
13
Tussenwoning
1935
109
Natuurlijk
ja
ja
ja
>2
14
Tussenwoning
1920
64
Mechanisch centraal
ja
ja
ja
3,71
15
Hoekwoning
1920
79
Decentraal en natuurlijk
ja
?
ja
4,30
Nr.
Woning type
Bouwjaar
Ag (m2)
1
Tussenwoning
1921
73
2
Appartement
1969
3
Twee onder één kap
4
12754JNEE1024647
Isolatie maatregelen
47
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok-voor-Blok
Bijlage VIIILuchtdebieten Tabel 4.6 Luchtdebieten Type ventilatie systeem
Toilet (m3/h)
Keuken (m3/h)
Badkamer (m3/h)
Installatiegeluid (dB)
Nr.
Woning type
Bouwjaar
1
Tussenwoning
1921
Mechanisch centraal
Niet meetbaar
Niet meetbaar
Niet meetbaar
24-28
2
Appartement
1969
Mechanisch centraal
44
59
44
28,6-32,6
3
Twee onder één kap
1970
onbekend
--
--
--
--
4
Rijtjeswoning
1928
onbekend
--
--
--
--
5
Rijtjeswoning
1974
Mechanisch centraal
35
Niet meetbaar
58
27- 31
6
Hoekwoning
1960
Mechanisch centraal
40
Niet meetbaar
45
31- 35
7
Rijwoning
1960
Mechanisch centraal
38
Niet meetbaar
47
27-31
8
Tussenwoning
1933
Natuurlijk
--
--
--
--
9
Tussenwoning
onbekend
Mechanisch centraal
Roosters niet inregelbaar
Niet meetbaar
10
Tussenwoning
1919
Mechanisch centraal
Ventiel ontbrak en systeem was nog niet ingeregeld
Niet meetbaar
11
Tussenwoning
1880
Deels mechanisch decentraal en natuurlijk
Geen afzuiging
Geen afzuiging
Niet gemeten
12
Appartement
1971
Mechanisch centraal
36
afzuigkap
59
26,5-30,5
13
Tussenwoning
1935
Natuurlijk
Geen afzuiging
Geen afzuiging
Geen afzuiging
--
14
Tussenwoning
1920
Mechanisch centraal
55
126
Niet meetbaar
<32
15
Hoekwoning
1920
Deels mechanisch decentraal en natuurlijk
Geen afzuiging
Geen afzuiging
50
--
48
12754JNEE1024647
Eindrapportage Kwaliteitsborging BouwTransparant binnen Blok voor blok
12754JNEE1024647
49