Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
Status: Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze bekend waren op 1 juni 2004. Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven van het kenniscentrum Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC). Het bestuur van het kenniscentrum Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC) heeft op (datum invullen) de goedkeuring van het ministerie van OCW ontvangen. De delen 1 en 2 (blz. 2 t/m 24) geven de kern en de nadere uitwerking van het kwalificatieprofiel weer evenals het bijbehorende verantwoordingsdocument (blz. 25 t/m 36), waarin de keuzes van de paritaire commissie beroepsonderwijs en bedrijfsleven zijn toegelicht en verantwoord. In deel 3 (vanaf blz. 37) zijn de onderliggende brondocumenten opgenomen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
Inhoudsopgave DEEL 1
DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL.................................................................................................................... 2
1
ALGEMENE INFORMATIE.................................................................................................................. 2
2
SPECIFIEKE INFORMATIE................................................................................................................. 3
3
KERNTAKEN............................................................................................................................................ 5
4
KERNOPGAVEN...................................................................................................................................... 6
5
COMPETENTIEMATRIX ...................................................................................................................... 8
DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING. ...................................................................................................................... 9 6
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL........................................... 9
7
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE 13
8
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA ................................................. 14
9
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL.............................................................................................. 22
9.1
Kern..................................................................................................................................22
10
CERTIFICEERBARE EENHEDEN.................................................................................................... 23
11
COMPETENTIEMATRIX .................................................................................................................... 24
12
VERANTWOORDINGSDOCUMENT ............................................................................................... 25
12.1 De onderliggende beroepscompetentieprofielen.................................................................25 12.2 Naam en structuur van het kwalificatieprofiel....................................................................26 12.2.1 De kern van het kwalificatieprofiel .......................................................................26 12.2.2 De beschrijving van de uitstroomdifferentiatie ......................................................27 12.2.3 De aanwijzing van eventuele certificeerbare eenheden ..........................................27 12.3 Van beroepscompetentieprofiel(en) naar kwalificatieprofiel...............................................27 12.4 Leer- en burgerschapscompetenties ...................................................................................28 12.4.1 Naar een set van geïntegreerde beroepscompetenties.............................................28 12.4.2 Talen ....................................................................................................................28 12.5 Borging van de kwaliteit van examinering.........................................................................32 12.6 Doorstroomrechten............................................................................................................33 12.7 Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier ................................................34 DEEL 3: BRONDOCUMENTEN............................................................................................................................ 37 BIJLAGE I .................................................................................................................................................................. 38
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen. Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
1
DEEL 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL.
Kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus 1
ALGEMENE INFORMATIE
datum: juni 2005
versie: versie 6
Onder regie van kenniscentrum Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC)
Ontwikkeld door
Afdeling kwalificatiestructuur, in samenwerking met vertegenwoordigers uit de carrosseriebranche en het middelbare beroepsonderwijs.
Bron- en referentiedocumenten Onderliggende beroepscompetentieprofielen: - Eerste carrosserietechnicus (28 januari 2004) Het door de Stuurgroep kwalificatiestructuur vastgestelde brondocument leren en burgerschap (mei 2004). Het referentiedocument: Talen in de kwalificatieprofielen.
Verantwoording door/op
Bestuur VOC d.d. juni 2005.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
2
2
SPECIFIEKE INFORMATIE
Korte typering van het kwalificatieprofiel
De carrosserietechnicus is werkzaam in een bedrijf (of afdeling van een bedrijf) dat zich bezighoudt met de schadereparatie van personenauto’s en/of bedrijfsauto’s. In deze functie (de)monteert en/of vervangt de carrosserietechnicus zelfstandig carrosserie- en voertuigdelen, evenals - niet zelden aanzienlijk gecompliceerde mechanische, elektr(on)ische, pneumatische en hydraulische voertuigsystemen. De carrosserietechnicus stelt diagnoses met betrekking tot storingen in voertuigsystemen, verhelpt deze en beoordeelt het functioneren en de veiligheid in de context van het complete voertuig. Hij houdt hierbij rekening met de richtlijnen van overheid en/of autofabrikant. De carrosserietechnicus bewaakt de voortgang van zijn werk, houdt een urenverantwoording bij, neemt beslissingen en denkt mee bij het oplossen van problemen. Daarbij manoeuvreert de carrosserietechnicus tussen de soms uiteenlopende belangen van zijn leidinggevende, collega’s en van klanten. De carrosserietechnicus voert zijn werkzaamheden uit in een werkplaatsomgeving. Gelet op de werkzaamheden en mede gezien de materialen waarmee wordt gewerkt, is naleving van veiligheids- en milieuvoorschriften van essentieel belang. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is (deels) noodzakelijk. De eerste carrosserietechnicus heeft mogelijkheden om zich te verbreden naar de functie (eerste) autoschadehersteller en naar functies in de motorvoertuigentechniek, terwijl er een doorgroei mogelijk is naar leidinggevende c.q. managementfuncties in de mobiliteitsbranches.
Kwalificatiestructuur
Het betreft een kwalificatieprofiel in de carrosseriebranche. Voor een schematisch overzicht van de kwalificatiestructuur binnen de carrosseriebranche en de positie van dit kwalificatieprofiel daarbinnen, zie pagina 33 van het verantwoordingsdocument.
Typering en niveau van de kwalificatie
Vakman niveau 3
Uitstroomdifferentiatie
Niet van toepassing.
Vrije ruimte
De inhoud van de vrije ruimte wordt vastgesteld en onderhouden door het bevoegde gezag van de onderwijsinstelling.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
3
Examinering
De onderwijsinstellingen bieden via de bedrijfstakgroep (BTG) van de Bve Raad de paritaire commissie inzicht in de wijze waarop de examinering van dit kwalificatieprofiel wordt vormgegeven. De paritaire commissie kan hierover haar mening geven, maar heeft geen bevoegdheden inzake examinering.
Diploma
Ten bewijze dat is voldaan aan de eisen van de kern van dit kwalificatieprofiel wordt het diploma Carrosserietechnicus (niveau 3) toegekend, indien de examinering met een voldoende resultaat is afgerond.
Certificeerbare eenheden
Niet van toepassing.
Wettelijke beroepsvereisten
Niet van toepassing.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
4
3
KERNTAKEN
De volgende kerntaken maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel
1. Herstelt schades door middel van dé- en montage en/of vervanging.
2. Test, analyseert, voorkomt en verhelpt storingen met betrekking tot voertuigsystemen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
5
4
KERNOPGAVEN
De volgende kernopgaven maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel Kernopgave 1: Beschikbare tijd en kosten versus kwaliteit. Dilemma: De carrosserietechnicus staat voor de opgave om de juiste bewerkingsmethode voor een opdracht toe te passen om zo de door de klant/opdrachtgever gewenste kwaliteit te waarborgen. Afbreukrisico: Het kiezen van een bewerkingsmethode, niet in overeenstemming met het gewenste kwaliteitsniveau van de opdracht, kan gevolgen hebben voor de klanttevredenheid, het bedrijfsimago en voortgang van de werkprocessen binnen het bedrijf of de afdeling. Keuzes/oplossingen: De carrosserietechnicus moet een afweging maken met betrekking tot de beschikbare tijd die voor de opdracht en de bewerkingsmethode staat, de kosten die met de bewerkingsmethode verband houden en het voor het bedrijf uiteindelijk te behalen positieve (financiële) resultaat. De carrosserietechnicus kan bij het maken van deze afwegingen eventueel de hulp inschakelen van zijn leidinggevende. Kernopgave 2: Taak A versus taak B. Dilemma: De carrosserietechnicus staat voor de opgave prioriteiten te signaleren en deze met de bedrijfsleiding te bespreken indien zich gelijktijdig meerdere werkzaamheden aandienen. Dit niet zelden onder tijdsdruk. Afbreukrisico: Het niet tijdig signaleren van prioriteiten en het hierop ondernemen van actie, kan gevolgen hebben voor de voortgang van de werkprocessen binnen het bedrijf of de afdeling. Keuzes/oplossingen: De carrosserietechnicus moet een afweging maken aan welke opdrachten hij prioriteit geeft. Deze afweging maakt hij met inachtneming van de met de klant/opdrachtgever gemaakte afspraken, de beschikbare capaciteit (in mensen en arbeidsmiddelen), de aanwezigheid van materialen etc.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
6
Kernopgave 3: Onderhouden versus vervangen van arbeidsmiddelen. Dilemma: De carrosserietechnicus staat voor de opgave te bepalen of gereedschappen en apparatuur (arbeidsmiddelen) volgens een periodiek controle- en onderhoudsbeurt dienen te worden onderhouden of dat deze arbeidsmiddelen dienen te worden afgevoerd en/of vervangen. Afbreukrisico: Minder goed functionerende arbeidsmiddelen kunnen de voortgang van de werkprocessen binnen het bedrijf of de afdeling, en de kwaliteit van het eindproduct aantasten. Bovendien kunnen er door onjuiste beslissingen omtrent het onderhoud en het gebruik van arbeidsmiddelen risicovolle situaties ontstaan, waarbij het bedrijf aansprakelijk en verantwoordelijk is voor eventuele gevolgen. Keuzes/oplossingen: De carrosserietechnicus zal hierbij moeten afwegen of hij de onderhouds - en/of eventuele reparatiewerkzaamheden zelf uitvoert of uitbesteedt aan derden. Of dat bepaalde arbeidsmiddelen moeten worden afgevoerd dan wel moeten worden vervangen. De carrosserietechnicus dient bij deze afwegingen uit te gaan van de daarbij van toepassing zijnde arbo- en milieuwetgeving.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
7
5
COMPETENTIEMATRIX
In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken.
Kerntaken 2. Test, analyseert, voorkomt en verhelpt storingen met betrekking tot voertuigsystemen.
1. Beschikbare tijd en kosten versus kwaliteit.
2. Taak A versus taak B.
3. Onderhouden versus vervangen van arbeidsmiddelen.
Kernopgaven
1. Herstelt schades door middel van dé- en montage en/of vervanging
Competenties
1
diagnose te stellen.
X
X
X
X
X
2
werkzaamheden voor te bereiden.
X
X
X
X
X
3
componenten te dé- en monteren.
X
X
X
X
4
voertuigsystemen in te regelen en te resetten.
X
X
X
X
5
het object afleveringsklaar te maken.
X
X
X
X
6
veilig en milieubewust te werken.
X
X
X
X
7
samen te werken.
X
X
X
8
te communiceren.
X
X
X
9
kwaliteitsbewust en klantgericht te handelen.
X
X
X
X
X
X
X
X
De carrosserietechnicus is in staat op adequate wijze…
10 beroepscompetenties te ontwikkelen. onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. collega’s te begeleiden, aan te sturen en 12 te instrueren. 11
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
X
X X
X
X
X X
8
DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING. 6
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL
Kerntaak 1 Herstelt schades door middel van dé- en montage en/of vervanging. Proces
De carrosserietechnicus (dé)monteert zelfstandig, carrosserie-, interieur- en voertuigdelen alsmede elektr(on)ische, mechanische, hydraulische en pneumatische componenten van voertuigsystemen. Dit onder toepassing van diverse scheidende en verbindende bewerkingen, conform de ontvangen werkopdracht. Indien nodig lijnt en/of stelt de carrosserietechnicus na het inbouwen, deze voertuigsystemen uit c.q. af en/of test deze. De carrosserietechnicus maakt een inschatting van de aan de reparatie te besteden tijd en materialen. Zonodig verdeelt de carrosserietechnicus het werk, in overleg met zijn leidinggevende, over de collega’s waar hij mee samenwerkt. . De werkzaamheden aan de voertuigsystemen dient plaats te vinden met inachtneming van de voorschriften. Onherstelbaar en niet meer te gebruiken componenten worden op de voorgeschreven wijze afgevoerd.
Rol/verantwoordelijkheden
De carrosserietechnicus is verantwoordelijk voor een deskundige en correcte uitvoering van de aan hem opgedragen taken en voor de kwaliteit van het werk dat hij aflevert. De carrosserietechnicus werkt op aanwijzing van de direct leidinggevende, maar voert deze werkzaamheden zelfstandig uit. In overleg met de leidinggevende verdeelt hij het werk over collega’s en is in staat over de voortgang van deze werkzaamheden rekenschap af te leggen. Gedurende de uitvoering van de beschreven werkzaamheden, is de carrosserietechnicus verantwoordelijk voor het bijhouden/registreren van de gewerkte uren.
Complexiteit
De taak is gevarieerd, in zoverre dat deze is gericht op alle voorkomende (dé)montagewerkzaamheden en aan alle soorten personen- en bedrijfsauto’s. Hierbij worden componenten van complexe voertuigsystemen in- en/of uitgebouwd. Mede omdat de veiligheid van het voertuig in het geding is, vereisen de werkzaamheden een hoge accuratesse. In verband met afspraken met klanten moet soms onder tijdsdruk worden gewerkt. De te vervangen componenten en de toe te passen technieken kunnen per voertuigsysteem verschillen, maar voor het overige bevat het werk veel routinematige aspecten. Naast de uitvoerende werkzaamheden, kent de taak ook coördinerende elementen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
9
Betrokkenen
Leiding van de werkplaats, autoschadeherstellers, voorbewerkers, autospuiters, klanten/opdrachtgevers, leveranciers, vertegenwoordigers.
Hulpmiddelen
Handgereedschap, lasapparatuur, voertuighefinrichtingen, meet-, test- en afstelapparatuur, technische productinformatie, productveiligheidsinformatie, persoonlijke beschermingsmiddelen.
Kwaliteit van proces en resultaat
De carrosserietechnicus voert het werk adequaat, efficiënt en kostenbewust uit, conform de gestelde eisen, met inachtneming van de arbo- en milieuvoorschriften. De kwaliteit van het eindresultaat is temeer belangrijk omdat de componenten/voertuigsystemen waaraan wordt gewerkt soms rechtstreeks verband houden met de veiligheid van het voertuig en haar inzittenden. De carrosserietechnicus beoordeelt de kwaliteit van het eigen werk en dat van de toegevoegde medewerkers en kent de kosten van de materialen en de objecten waaraan wordt gewerkt.
Keuzes en dilemma’s
De carrosserietechnicus kiest de juiste arbeidsmiddelen, materialen en werkmethode. Voorts maakt de carrosserietechnicus keuzes met betrekking tot de zelf uit te voeren werkzaamheden en de aan specialisten uit te besteden werkzaamheden. In het geval van voorkomende problemen weegt de carrosserietechnicus af in hoeverre hij deze problemen zelf oplost dan wel de bedrijfsleiding inschakelt.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
10
Kerntaak 2 Test, analyseert, voorkomt en verhelpt storingen met betrekking tot voertuigsystemen. Proces
Met behulp van meet- en testapparatuur test de carrosserietechnicus de voertuigsystemen en beoordeelt hij het functioneren en de veiligheid in de context van het complete voertuig. Dit mede ter voorkoming van storingen. Met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden maakt hij een inschatting van de te besteden tijd en materialen. De carrosserietechnicus zorgt, indien nodig, voor het inregelen en resetten van de voertuigsystemen. Het verhelpen van storingen is overigens beperkt tot die situaties waarin de reparatie in verband met de complexiteit, overheidsrichtlijnen en/of voorschriften van de fabrikant niet door derden dient te worden uitgevoerd.
Rol/verantwoordelijkheden
De carrosserietechnicus wordt, wanneer daar behoefte aan is, betrokken bij het vaststellen van een juiste diagnose en werkmethodiek met betrekking tot het werken aan voertuigsystemen en kan hiervoor de verantwoordelijkheid dragen. De carrosserietechnicus is verantwoordelijk voor een deskundige en correcte uitvoering van de aan hem opgedragen taken en voor de kwaliteit van het werk dat hij aflevert. Gedurende de uitvoering van de beschreven werkzaamheden, is de carrosserietechnicus verantwoordelijk voor het bijhouden/registreren van de gewerkte uren. De carrosserietechnicus werkt op aanwijzing van de direct leidinggevende, maar voert deze werkzaamheden zelfstandig uit. In overleg met de leidinggevende verdeelt hij het werk over collega’s en is in staat over de voortgang van deze werkzaamheden rekenschap af te leggen.
Complexiteit
De taak is in zoverre gevarieerd, dat deze is gericht op zowel het stellen van diagnoses en het herstellen van storingen in (complexe) voertuigsystemen aan alle soorten personen- en bedrijfsauto’s. De toe te passen diagnose- en hersteltechnieken kunnen per voertuigsysteem verschillen, maar voor het overige bevat het werk veel routinematige aspecten. Daartoe bezit de eerste carrosserietechnicus de basiskennis van de voertuigsystemen op component- en systeemniveau. Mede omdat de veiligheid van het voertuig in het geding is, vereisen de werkzaamheden een hoge accuratesse. In verband met afspraken met klanten/opdrachtgevers moet soms onder tijdsdruk worden gewerkt. Naast de uitvoerende werkzaamheden, kent de taak ook coördinerende elementen.
Betrokkenen
Leiding van de werkplaats, autoschadeherstellers, voorbewerkers, autospuiters, klanten/opdrachtgevers, leveranciers, vertegenwoordigers.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
11
Hulpmiddelen
Handgereedschap, lasapparatuur, voertuighefinrichtingen, meet-, test- en afstelapparatuur, technische productinformatie, productveiligheidsinformatie, persoonlijke beschermingsmiddelen. Voor het gebruik van de specifieke diagnoseapparatuur moet de carrosserietechnicus zijn basiskennis op het gebied van de specifieke diagnoseapparatuur aanvullen.
Kwaliteit van proces en resultaat
De carrosserietechnicus voert het werk adequaat, efficiënt en kostenbewust uit, conform de gestelde eisen, met inachtneming van de arbo- en milieuvoorschriften. De kwaliteit van het eindresultaat is temeer belangrijk omdat de componenten/voertuigsystemen waaraan wordt gewerkt soms rechtstreeks verband houden met de veiligheid van het voertuig en haar inzittenden. De carrosserietechnicus beoordeelt de kwaliteit van het eigen werk en dat van de toegevoegde medewerkers en kent de kosten van de materialen en de objecten waaraan wordt gewerkt.
Keuzes en dilemma’s
De carrosserietechnicus kiest de juiste arbeidsmiddelen, materialen en werkwijze. Voorts maakt de carrosserietechnicus keuzes met betrekking tot de zelf uit te voeren werkzaamheden en de aan specialisten uit te besteden werkzaamheden. In het geval van voorkomende problemen weegt de carrosserietechnicus af in hoeverre hij deze problemen zelf oplost dan wel de bedrijfsleiding inschakelt.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
12
7
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE
Niet van toepassing.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
13
8
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA
In de beroepscompetenties worden de volgende dimensies onderscheiden: - De vakmatig-methodische dimensie (VM) verwijst naar beroepscompetenties om m.b.v. technieken en hulpmiddelen kerntaken en kernopgaven op adequate wijze uit te voeren. - De bestuurlijk-organisatorische en strategische dimensie (BOS) verwijst naar beroepscompetenties die zijn gericht op het beroepsmatig functioneren in de context van arbeidsorganisaties. - De sociaal-communicatieve dimensie (SC) verwijst naar de beroepscompetenties gericht op het leggen en onderhouden van contacten, samenwerken, functioneren in een team, etc. - De ontwikkelingsdimensie (ON) verwijst naar beroepscompetenties die bijdragen aan de ontwikkeling van een individu, team, beroep, organisatie of bedrijf.
Beroepscompetentie 1. VM / SC
Diagnose stellen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze schades en gebreken in voertuigsystemen te diagnostiseren.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Diagnostiseert schades en gebreken aan de voertuigsystemen, indien nodig met behulp van specifieke diagnoseapparatuur. Zoekt op en raadpleegt de benodigde informatiebronnen. Stelt de reparatiemethode vast. Bepaalt de werkvolgorde en stelt hierbij prioriteiten. Schat de aan de reparatie te besteden tijd en materialen in. Stelt vast welke bewerkingen moeten worden uitgevoerd. Bepaalt welke bewerkingen door derden uitgevoerd dienen te worden. Overlegt indien nodig, met collega's en/of leidinggevende. • Een correcte beoordeling van de schades en gebreken in de voertuigsystemen van het voertuig. • Een conclusie met betrekking tot de uit te voeren herstelwerkzaamheden.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
14
Beroepscompetentie 2. VM / SC
Voorbereiden werkzaamheden. De carrosserietechnicus is in staat om de werkzaamheden op adequate wijze voor te bereiden.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Verzamelt alle relevante informatie. Interpreteert relevante informatie. Beoordeelt de werksituatie. Bepaalt de optimale volgorde voor de uitvoering van de werkzaamheden. Neemt voor aanvang van zijn werkzaamheden kennis van de vastgestelde planning. Stelt vast welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Verdeelt, indien nodig in overleg, zijn werkzaamheden in stappen. Schat in hoelang de werkzaamheden gaan duren. Houdt rekening met mogelijke knelpunten. Verdeelt zonodig de werkzaamheden over andere collega’s. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. Verzamelt de juiste arbeidsmiddelen en materialen. Maakt arbeidsmiddelen en materialen klaar voor gebruik. Communiceert op heldere wijze naar alle betrokkenen. Vult alle vereiste formulieren, werkbonnen en checklists volledig en duidelijk in. Een werkplan dat een efficiënte voortgang van de werkzaamheden waarborgt.
Beroepscompetentie 3. VM / SC
Dé- en monteren componenten.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Raadpleegt de benodigde informatiebronnen. Kiest de te gebruiken materialen en arbeidsmiddelen. Démonteert de beschadigde, de te herstellen en de te vervangen componenten. Slaat de gedemonteerde componenten doelmatig op. Voert onherstelbare en niet meer te gebruiken onderdelen conform de voorschriften af. Monteert gedemonteerde, herstelde en nieuwe componenten in, aan of op het voertuig. Past in dit proces diverse scheidende en verbindende technieken toe. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. Correct ge(dé)monteerde carrosserie en/of delen daarvan.
Resultaat
De eerste carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze carrosserie-, interieur- en voertuigdelen alsmede elektr(on)ische, mechanische, hydraulische en pneumatische componenten van voertuigsystemen te dé- en monteren.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
15
Beroepscompetentie 4. VM / SC
Inregelen en resetten voertuigsystemen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze voertuigsystemen in te regelen en te resetten.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Beroepscompetentie 5. VM / SC
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Raadpleegt de benodigde informatiebronnen. Regelt nieuwe componenten in op basisniveau. Regelt en reset voertuigsystemen in met behulp van specifieke diagnose- en resetapparatuur. Bepaalt welke werkzaamheden door derden/specialisten uitgevoerd dienen te worden. Overlegt indien nodig met collega's en/of leidinggevende. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. Correct, in de context van het complete voertuig, functionerende voertuigsystemen. Afleveringsklaar maken. De carrosserietechnicus is in staat om objecten op adequate wijze technisch afleveringsklaar te maken.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Maakt een hersteld object klaar voor aflevering door middel van bijvoorbeeld wassen, poetsen en stofzuigen. Brengt plakbiezen en stickers aan. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. Controleert het object voor aflevering aan de hand van een checklist. Een object dat klaar is om te worden afgeleverd aan de klant/opdrachtgever.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
16
Beroepscompetentie 6. VM / BOS / SC
Veilig en milieubewust werken. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze veilig en milieubewust te werken.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Beroepscompetentie 7. BOS / SC Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden. Werkt volgens bedrijfsvoorschriften. (Her)kent de gebruikte aanduidingen van gevaarlijke stoffen. Gebruikt materialen, arbeidsmiddelen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze. Gaat efficiënt om met het materiaal. Ziet er op toe dat materialen, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze worden gebruikt. Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties. Wijst collega’s op (het ontstaan van) onveilige situaties. Doet suggesties bij niet milieubewust handelen. Neemt preventieve maatregelen om onveilige situaties en milieuproblemen te voorkomen. Meldt onveilige situaties aan bij de verantwoordelijke persoon. Houdt de eigen werkplek schoon en op orde. Verzamelt afval en restmateriaal, sorteert dit en voert het conform de voorschriften af. Zo gezond en veilig mogelijke arbeidsomstandigheden en een minimaal milieubelastend proces, ter voorkoming van schade aan de eigen gezondheid en aan de omgeving. Samenwerken. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze samen te werken met anderen in het bedrijf. Neemt actief deel aan het werkoverleg. Maakt werkafspraken met collega’s en komt deze na. Houdt rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van werken. Vraagt collega’s om hulp en helpt collega’s als de situatie daarom vraagt. Aarzelt niet om zich in geval van twijfel tot de leiding te wenden. Geeft aan wanneer de werkdruk te hoog is. Beheerst de Nederlandse taal voldoende om veilig te kunnen werken en samenwerken. Gaat in goede harmonie om met collega’s en leidinggevende(n). Bekijkt eigen handelen kritisch. Stelt het gemeenschappelijk resultaat centraal. Efficiënt en effectief functioneren binnen een team.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
17
Beroepscompetentie 8. SC
Communiceren. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het werkproces te communiceren.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Hanteert correcte omgangsvormen. Stemt de communicatie af op de ander en op de situatie. Luistert aandachtig, toont geduld en laat de gesprekspartner uitspreken. Houdt rekening met wat door anderen gezegd wordt. Stelt gerichte vragen om relevante informatie te achterhalen. Vraagt zonodig door om de noodzakelijke informatie helder te krijgen. Brengt een boodschap kort en duidelijk over. Geeft na een ontvangen opdracht aan wat hij gaat doen. Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de leidinggevende. Raadpleegt uiteenlopende bronnen. Legt contacten en mobiliseert hulp. Verwoordt eigen standpunten en behartigt eigen belangen. Een vlot lopend werkproces met adequaat geïnformeerde betrokkenen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
18
Beroepscompetentie 9. SC / BOS
Kwaliteitsbewust en klantgericht handelen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze klant- en servicegericht te handelen.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Werkt volgens het kwaliteitssysteem van de werkgever. Werkt volgens de kwaliteitsvoorschriften van de werkgever/fabrikant/leverancier. Werkt (gedurende een langere periode) nauwkeurig, geconcentreerd en met oog voor detail. Werkt volgens bedrijfsvoorschriften. Registreert werkzaamheden. Signaleert fouten, verstoringen en afwijkingen in het eigen werk- of productieproces en dat van anderen en onderneemt actie binnen het eigen werk- of productieproces en dat van anderen. Onderneemt actie binnen het eigen werk- of productieproces en dat van anderen. Anticipeert op mogelijke verstoringen van de voortgang van het werk door tijdig in te grijpen of voorzorgsmaatregelen te treffen. Controleert tijdens de uitvoer van het werk of productieproces de juistheid van de door hem en anderen gehanteerde werkwijze. Werkt volgens vastgestelde procedures in checklists, werkorders en bedrijfsregels. Vraagt naar de wensen en de behoeften van de klant/opdrachtgever. Voert de werkzaamheden uit die met de klant/opdrachtgever zijn afgesproken. Overlegt met de leidinggevende als de wensen van de klant/opdrachtgever niet mogelijk zijn. Reageert snel op vragen van collega’s. Speelt in op de veranderende situaties en past de werkwijze hierop aan. Denkt mee, geeft ook ongevraagd advies. Voorkomt aanleidingen voor klachten zoveel mogelijk. Neemt elke klacht serieus en zorgt dat de klacht wordt afgehandeld. Vraagt door als het probleem of de klacht bij de klant/opdrachtgever niet duidelijk is. Verwijst zonodig door naar een gespecialiseerde collega. Zorgt na afloop van de werkzaamheden voor een opgeruimde werkplek. Komt afspraken na. De klant/opdrachtgever is tevreden over de wijze waarop hij is behandeld en over de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
19
Beroepscompetentie 10. ON
Beroepscompetenties ontwikkelen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties gedurende zijn loopbaan te ontwikkelen.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Beroepscompetentie 11. VM
Neemt kennis van en staat open voor nieuwe werkmethoden en technieken. Test en beoordeelt nieuwe technieken, arbeidsmiddelen en materialen. Leest vakliteratuur. Brengt met de leidinggevende in kaart wat goed en niet goed gaat. Bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen. Bepaalt met de leidinggevende welke activiteiten hij daartoe moet ondernemen. Onderneemt de afgesproken activiteiten. Doet verbetervoorstellen en/of voorstellen tot efficiëntere werkprocessen. Sluit en/of beëindigt het arbeidscontract. Onderneemt passende activiteiten om een arbeidsplaats te behouden en/of te vinden. Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties, waardoor de carrosserietechnicus beter in staat is om goed te blijven functioneren in zijn beroep. Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze de arbeidsmiddelen waarmee wordt gewerkt te onderhouden.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Onderhoudt de toegepaste arbeidsmiddelen. Vraagt bij storing advies aan de leidinggevende of de leverancier. Onderhoudt (of organiseert het onderhoud van) arbeidsmiddelen volgens de onderhoudsinstructies. Geeft aan wanneer arbeidsmiddelen mogelijk aan vervanging toe zijn. Optimaal werkende arbeidsmiddelen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
20
Beroepscompetentie 12. BOS / SC
Begeleiden, aansturen en instrueren van collega's. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze collega's te begeleiden, aan te sturen en te instrueren.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Bepaalt welke werkzaamheden gedelegeerd kunnen worden. Zorgt voor een duidelijke werkoverdracht naar collega’s. Verdeelt zonodig de werkzaamheden. Stuurt medewerkers indien nodig bij. Voorkomt technische storingen in het voertuigsysteem door in grote lijnen de volgorde van werkzaamheden aan te sturen. Houdt bij de omgang rekening met verschillen tussen mensen. Geeft feedback aan en vraagt om feedback van collega’s en wijzigt zonodig de werkwijze. Verstrekt relevante informatie aan alle belanghebbenden. Legt op een duidelijke en begrijpelijke manier een complex onderwerp uit. Vat samen wat anderen zeggen en wat hij zelf heeft willen overbrengen en vraagt of dat klopt. Een goed begeleide en geïnstrueerde medewerker.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
21
9
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL
9.1 KERN Voor het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus is de volgende inhoud van de kern vastgesteld. Kern
Carrosserietechnicus (niveau 3).
De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van de kern: Kerntaken 1. Herstelt schades door middel van dé- en montage en/of vervanging. 2. Test, analyseert, voorkomt en verhelpt storingen met betrekking tot voertuigsystemen. Kernopgaven
1. Beschikbare tijd en kosten versus kwaliteit. 2. Taak A versus taak B. 3. Onderhoud versus vervangen van arbeidsmiddelen.
Competenties
1. Diagnose stellen. 2. Voorbereiden werkzaamheden. 3. Dé- en monteren componenten. 4. Inregelen en resetten voertuigsystemen. 5. Afleveringsklaar maken. 6. Veilig en milieubewust werken. 7. Samenwerken. 8. Communiceren. 9. Kwaliteitsbewust en klantgericht handelen. 10. Beroepscompetenties ontwikkelen. 11. Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. 12. Begeleiden, aansturen en instrueren van collega’s.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
22
10 CERTIFICEERBARE EENHEDEN Niet van toepassing.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
23
11 COMPETENTIEMATRIX Omdat er in dit kwalificatieprofiel geen uitstroomdifferentiaties zijn opgenomen, is de competentiematrix ongewijzigd ten opzichte van de matrix op pagina 8.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
24
12 VERANTWOORDINGSDOCUMENT De verantwoording bij het kwalificatieprofiel heeft tot doel de opbouw van het kwalificatieprofiel en de wijze van totstandkoming toe te lichten en te verantwoorden. Het Verantwoordingsdocument heeft twee functies: • het is een verantwoording van de stappen die zijn gezet bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat een toetsing door derden mogelijk is; • het is een toelichting op de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van het kwalificatieprofiel zodanig dat voor gebruikers inzichtelijk wordt wat er wel en niet in het kwalificatieprofiel is opgenomen en waarom die keuzes zijn gemaakt. In de verantwoording worden zeven onderdelen behandeld: 12.1 De onderliggende beroepscompetentieprofielen 12.2. Naam en structuur van het kwalificatieprofiel 12.3. Van beroepscompetentieprofielen naar kwalificatieprofiel 12.4. Leer- en burgerschapscompetenties 12.5. Borging van de kwaliteit van examinering 12.6. Doorstroomrechten 12.7. Het proces van totstandkoming van het Verantwoordingsdocument. De zeven onderdelen worden in de navolgende paragrafen verder uitgewerkt.
12.1
DE ONDERLIGGENDE BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
Bij het opstellen van het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus is gebruik gemaakt van het beroepscompetentieprofiel Eerste carrosserietechnicus (kwalificatieniveau 3). De carrosserietechnicus is verwant aan andere beroepen in de carrosseriebranche, zoals de autoschadehersteller, autospuiter en de assistent, maar deze verwantschap is onvoldoende om een samenvoeging in één kwalificatieprofiel te rechtvaardigen. Omdat er op het eerste gezicht vooral sprake is van een overlap met de beroepscompetenties die zijn terug te vinden in het kwalificatieprofiel autoschadehersteller, is onderzocht in hoeverre het mogelijk is de carrosserietechnicus als uitstroomdifferentiatie op te nemen in dit kwalificatieprofiel. Om een aantal redenen blijkt deze clustering niet haalbaar. In de eerste plaats houdt de carrosserietechnicus zich, behoudens waar het gaat om het vervangen van plaatdelen, in het geheel niet bezig met plaatbewerking, terwijl deze activiteit juist een substantieel onderdeel uitmaakt van de kern van het kwalificatieprofiel autoschadehersteller. Bovendien is van belang dat, voorzover de (eerste) autoschadehersteller werkt aan voertuigsystemen, hij doet dit op het niveau van de afzonderlijke componenten, terwijl de carrosserietechnicus op systeemniveau moet kunnen denken en handelen. Per slot van rekening kunnen de afzonderlijke voertuigsystemen niet los van elkaar worden gezien; zij grijpen op elkaar in en sturen elkaar aan. De carrosserietechnicus moet in staat zijn deze onderlinge verbondenheid in de context van het complete voertuig te overzien en te begrijpen. Een bijkomend argument om de carrosserietechnicus niet te clusteren met de autoschadehersteller is, dat binnen het profiel autoschadehersteller al verticaal wordt geclusterd (op de niveau’s 2 en 3); Een combinatie van verticale clustering en horizontale clustering binnen één kwalificatieprofiel is, zelfs indien het lukt deze clustering te bewerkstelligen, voor het onderwijs absoluut niet werkbaar. De beroepspraktijkvorming (BPV) zal in competentiegericht onderwijs nog prominenter worden. Voor de beschikbaarheid van BPV-plaatsen wordt verwezen naar het arbeidsmarktadvies dat VOC jaarlijks opstelt, te bestellen via
[email protected], en naar het register van erkende leerbedrijven dat terug is te vinden op de website van VOC, www.vocar.nl.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
25
Momenteel is het arbeidsmarktperspectief voor alle beroepen in de carrosseriebranche neutraal, dat wil zeggen dat vraag en aanbod op korte- en middellange termijn in evenwicht zijn. Daar waar onvoldoende BPV-plaatsen beschikbaar zijn, is een extra-inzet van VOC en de onderwijsinstellingen vereist. 12.2
NAAM EN STRUCTUUR VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL
Het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus bestaat uit een kerndeel op niveau 3. 12.2.1 De kern van het kwalificatieprofiel Korte typering van het kwalificatieprofiel: De carrosserietechnicus is gekwalificeerd om individueel of in teamverband werkzaamheden te verrichten in een bedrijf (of afdeling van een bedrijf) dat zich bezighoudt met de schadereparatie van personenauto’s en/of bedrijfsauto’s. De carrosserietechnicus verwijdert, vervangt en monteert carrosserie- en voertuigdelen, alsmede mechanische, elektronische, pneumatische en hydraulische installaties, systemen en componenten. Hij diagnosticeert en verhelpt storingen in voertuigsystemen en beoordeelt het functioneren en de veiligheid in de context van het complete voertuig. De werkzaamheden worden verricht in goed geoutilleerde werkplaatsen waar, in sommige gevallen, ook de klant/opdrachtgever toegang toe heeft. De carrosserietechnicus stelt zelf de werkmethode vast dan wel wordt deze hem aangereikt in de vorm van een werkinstructie of werkopdracht. Tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden houdt de carrosserietechnicus een urenverantwoording bij. Bij het vaststellen van de werkmethode kan communicatie tussen de carrosserietechnicus en de opdrachtgever een rol spelen. Na het herstellen maakt de carrosserietechnicus het object klaar voor aflevering aan de opdrachtgever of voor de volgende schakel in het bedrijfsproces. De carrosserietechnicus maakt in verband met de blootstelling aan bepaalde stoffen en het gebruik van bepaalde gereedschappen, bij een groot deel van de werkzaamheden gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus is een profiel van het type vakman, waarbij de kern is gesitueerd op niveau 3. Het niveau is bepaald aan de hand van de complexiteit van het beroep carrosserietechnicus en de rol en de verantwoordelijkheden van deze beroepsbeoefenaar. Het vakmanniveau wordt getypeerd door de verantwoordelijkheid voor het eigen takenpakket en een collectieve verantwoordelijkheid waarbij samenwerking met collega´s voorkomt. Het takenpakket bestaat uit het toepassen van standaardprocedures. De uitvoering van het takenpakket vraagt beroepsgebonden kennis en vaardigheden. De verwachting is dat onderwijsinstellingen in samenspraak met bedrijfsleven en eventueel het kenniscentrum, op basis van dit kwalificatieprofiel een competentiegericht leertraject en een competentiegerichte toetsing kunnen organiseren. Daarnaast geldt hier tevens de verwachting dat onderwijsinstellingen, op basis van dit kwalificatieprofiel het diplomaniveau in het onderwijsprogramma kunnen behalen, met een studieduur van ca. 2 jaar. Deze verwachtingen zijn grotendeels nog gebaseerd op de bestaande kwalificatiestructuur, maar de ervaringen die worden opgedaan in de experimenten zullen ongetwijfeld meer inzicht geven in de uitvoerbaarheid en de duur van een competentiegericht leertraject. De beschrijving van de relatie tussen (beroeps-)competenties, kerntaken, kernopgaven en beroepscontext: De kerntaken en beroepscompetenties zijn afgeleid uit het beroepscompetentieprofiel Eerste carrosserietechnicus. De beroepscompetenties zijn, via de methode schering en inslag, geïntegreerd met de leer- en burgerschapscompetenties uit het brondocument leren en burgerschap.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
26
Het karakter van het beroep ondergebracht in het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus, is herkenbaar in de opdeling en de samenstelling van de kerntaken. Voor de Carrosserietechnicus gaat het in de beroepsuitoefening veelal om geïntegreerde beroepshandelingen rond het onderhouden, vervangen en repareren van carrosseriedelen, voertuigsystemen en in voertuigen aanwezige installaties. Voor het kunnen uitvoeren van kerntaken en kernopgaven in een beroepscontext zijn meerdere beroepscompetenties tegelijkertijd nodig. De kerntaken en kernopgaven geven derhalve belangrijke informatie over de samenhang tussen de beroepscompetenties. De in paragraaf 5 opgenomen matrix duidt de verbanden tussen de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties. Ten behoeve van het kwalificatieprofiel zijn 3 kernopgaven geformuleerd, waarbij sprake is van kerndoorsnijdend handelen. Door de wijze van formuleren van kerntaken en kernopgaven is er af en toe enige overlap tussen de kernopgaven en de omschrijving van de elementen ‘complexiteit’ en ‘keuzes en dilemma’s binnen de verrijkte kerntaken. Ten behoeve van transparantie en transferwaarde naar andere kwalificatieprofielen is voor dit kwalificatieprofiel, ter aanvulling op de vakmatige beroepscompetenties, gebruik gemaakt van de set algemene beroepscompetenties die door de gezamenlijke kenniscentra zijn opgesteld. Onder algemene beroepscompetenties worden beroepscompetenties met beheersingscriteria verstaan die algemeen van karakter zijn en die in veel beroepen noodzakelijk zijn om goed te kunnen functioneren. De specifieke context van het beroep ‘kleurt’ de beroepscompetentie verder in om daarmee de kerntaken en kernopgaven te kunnen uitvoeren. Uit de set algemene beroepscompetenties zijn acht competenties in dit kwalificatieprofiel opgenomen, zij het, dat de competenties ‘klantgericht handelen’ en ‘zorgdragen voor kwaliteit’ in dit profiel zijn samengevoegd tot één beroepscompetentie, namelijk ‘kwaliteitsbewust en klantgericht handelen’.
12.2.2 De beschrijving van de uitstroomdifferentiatie Niet van toepassing. 12.2.3 De aanwijzing van eventuele certificeerbare eenheden Het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus kent geen certificeerbare eenheden. Binnen dit kwalificatieprofiel is naar het oordeel van de paritaire commissie niet een kerntaak met bijbehorende beroepscompetenties aan te wijzen die door het bedrijfsleven als een zelfstandig onderdeel van het beroep autoschadehersteller wordt herkend. Met andere woorden, de arbeidsmarktrelevantie ontbreekt.
12.3
VAN BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL(EN) NAAR KWALIFICATIEPROFIEL
In het kwalificatieprofiel is de vertaalslag gemaakt van de vakvolwassen beroepsbeoefenaar zoals deze beschreven is in het beroepscompetentieprofiel naar de beginnende beroepsbeoefenaar. Het onderscheid tussen deze gradaties komt het meest tot uiting in de beroepscompetenties. In de procesbeschrijving van de beroepscompetenties in het beroepscompetentieprofiel spreekt men van succescriteria die de output van handelen beschrijven op het niveau van de vakvolwassen beroepsbeoefenaar. Kortweg gezegd: datgene dat men van een functionaris met een aantal jaren werkervaring op dat niveau mag verwachten. In het kwalificatieprofiel wordt in de procesbeschrijving van de beroepscompetenties gesproken over beheersingscriteria. Datgene dat men van een beroepsbeoefenaar mag verwachten wanneer deze begint als functionaris op dat bepaalde niveau. Hij heeft zich daarvoor immers gekwalificeerd.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
27
In een aantal gevallen zal de procesbeschrijving en de rol en verantwoordelijkheid in het kwalificatieprofiel ten opzichte van het beroepscompetentieprofiel, zijn aangepast aan het uitstroomniveau van de functionaris. Dit geldt ook voor de, aan de kerntaken en kernopgaven gekoppelde, beroepscompetenties in beide documenten. Deze zijn, daar waar nodig, aangepast en/of aangevuld omdat de beheersingscriteria van de beroepscompetenties uit het beroepscompetentieprofiel niet gelden voor een beginnende beroepsbeoefenaar. Ook is het mogelijk dat er beroepscompetenties aan het kwalificatieprofiel zijn toegevoegd. Het betreft hier voornamelijk competentiecriteria die door werkervaring worden verkregen. Bijvoorbeeld: - de snelheid van werken: een vakvolwassen beroepsbeoefenaar heeft meer snelheid opgebouwd dan een beginnende beroepsbeoefenaar, die nog niet over veel routine beschikt. - de verantwoordelijkheid: beide beroepsbeoefenaren werken zelfstandig aan hun taken. Een beginnende beroepsbeoefenaar kan echter in geval van twijfel terugvallen op een vakvolwassen collega of de leidinggevende. - bijzondere omstandigheden: een vakvolwassen beroepsbeoefenaar heeft door ervaring leren omgaan met bijzondere omstandigheden die zich tijdens het werk kunnen voordoen. Een beginnende beroepsbeoefenaar kan bij bijzondere omstandigheden terugvallen op een vakvolwassen collega of de leidinggevende. De kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties in dit kwalificatieprofiel zijn algemeen en robuust geformuleerd. Dit heeft onder andere als consequentie dat relatief beperkte technische innovaties en ontwikkelingen niet of nauwelijks invloed zullen hebben op het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus. Vandaar dat dit profiel door de paritaire commissie onderwijs/bedrijfsleven als geldig voor de langere termijn wordt beschouwd.
12.4
LEER - EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIES
12.4.1 Naar een set van geïntegreerde beroepscompetenties De leer- en burgerschapscompetenties zijn vastgesteld en gelegitimeerd in andere procedures dan de beroepscompetentieprofielen en zijn opgenomen in het brondocument leren en burgerschap dat door de Stuurgroep is vastgesteld (mei 2004). Voor de leer- en burgerschapscompetenties geldt dat deze onlosmakelijk verbonden zijn met het proces van verwerving van beroepscompetenties. De integratie van de leer- en burgerschapscompetenties in de beroepscompetenties van dit kwalificatieprofiel heeft plaatsgevonden met behulp van de methodiek Schering en Inslag. Het resultaat van deze integratie is opgenomen in bijlage II. 12.4.2 Talen 12.4.2.1. Nederlands In het referentiedocument Talen in de kwalificatieprofielen wordt gesteld (blz. 20) dat communicatie in het Nederlands een belangrijke vaardigheid is voor de werknemer op mbo-niveau. Dat geldt voor alle werknemers in alle sectoren. Van hen wordt verwacht dat zij met collega’s en leidinggevenden het dagelijkse werk bespreken en conflicten oplossen, deelnemen aan werkoverleg, met klanten en leveranciers communiceren, werkrapporten schrijven en bijblijven op het vakgebied door tijdschriften en websites te raadplegen. Met Nederlands wordt bedoeld de moedertaal, voor leerlingen die van huis uit Nederlands spreken, of de omgevingstaal – de taal van school en werk en van de openbare ruimtevoor leerlingen die een andere moedertaal hebben en thuis en in de familie- en vriendenkring geheel of gedeeltelijk een andere taal spreken. Er is geen scherpe scheiding tussen het Nederlands als eerste of moedertaal (NT1) en het Nederlands als tweede taal (NT2); er is eerder sprake van een glijdende schaal. Aan de ene kant van die schaal staan leerlingen met Nederlands als moedertaal, aan de andere kant leerlingen die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen en het Nederlands als een nieuwe taal hebben moeten leren. Daartussen bevindt zich de grote groep van leerlingen die in twee of meer talen leven.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
28
Deze leerlingen zullen over het algemeen veel extra inspanning moeten leveren om de voor het beroep benodigde taalvaardigheid te verwerven. In de onderliggende beroepscompetentieprofielen bij dit kwalificatieprofiel zijn weinig aanwijzingen gevonden voor het toepassen van Nederlands. In het brondocument leren en burgerschap wordt Nederlands als hulpmiddel in verschillende domeinen genoemd. Het gaat dan bijv. over zaken als samenwerken, informatie verwerven en verwerken, gebruik maken van media en hulpbronnen, deelnemen aan bijeenkomsten en besprekingen, reflecteren, doelen stellen, in de maatschappij functioneren als kritisch consument, werknemer, kiezer. Het gaat ook om leren, op hogere niveaus in het mbo, om levenslang leren in arbeid en maatschappij. Om dit alles te kunnen uitvoeren is taalvaardigheid nodig. Het brondocument leren en burgerschap expliciteert de benodigde taalvaardigheid echter niet en geeft evenmin informatie over het niveau van taalvaardigheid Nederlands dat moet worden nagestreefd voor de verschillende opleidingsniveaus in het mbo. In vrijwel alle geformuleerde beroepscompetenties in het kwalificatieprofiel komen taaluitingen aan de orde. Onderstaand schema geeft het streefniveau weer van de Nederlands talenkennis zoals geadviseerd door de paritaire commissie onderwijs/bedrijfsleven carrosseriebranche. Het schema is gebaseerd op het Self-assessment grid (in all languages) opgesteld in opdracht van de Council of Europe. De omschrijvingen van het in de schema's beschreven talenkennisniveau, is zonder wijzigingen overgenomen uit genoemd talengrid en dient te worden geïnterpreteerd vanuit de beroepscontext.
Luisteren
Lezen
Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
A1
A2
Niveau 2
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
Spreken
Gesprekken voeren
Schrijven
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven.
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier.
29
Luisteren
Lezen
Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen vo lgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws en actualiteitenprogramma’ s op de tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen.
Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen.
B1
B2
Niveau 3 Spreken
Gesprekken voeren
Schrijven
Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven.
Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
12.4.2.2. Moderne vreemde taal In de beroepscompetentieprofielen zijn geen aanwijzingen gevonden voor het toepassen van moderne vreemde talen. In het brondocument leren en burgerschap wordt gesproken over het toepassen van twee moderne vreemde talen ‘adequaat voor de betreffende situatie’. In het referentiedocument Talen in de kwalificatieprofielen is een advies gegeven (blz. 15/16). Dit advies houdt in om in te zetten op één moderne vreemde taal, bij voorkeur Engels, omdat dit een verplichte vreemde taal was in hun vooropleiding en zij daar als Europese burger het meeste profijt van zullen hebben. Onderstaand schema geeft het streefniveau weer van tenminste één moderne vreemde taal zoals geadviseerd door de paritaire commissie onderwijs/bedrijfsleven carrosseriebranche. De paritaire commissie onderwijs/bedrijfsleven carrosseriebranche adviseert het Engels als moderne vreemde taal. De schema's zijn gebaseerd op het Self-assessment grid (in all languages) opgesteld in opdracht van de Council of Europe. De omschrijvingen van het in de schema's beschreven talenkennisniveau, is zonder wijzigingen overgenomen uit genoemd talengrid en dient te worden geïnterpreteerd vanuit de beroepscontext.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
30
Luisteren
Lezen
Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
A1
A2
Niveau 2 Spreken
Gesprekken voeren
Schrijven
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven.
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier.
A2
Niveau 3 Luisteren
Lezen
Spreken
Gesprekken voeren
Schrijven
Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
31
12.5
BORGING VAN DE KWALITEIT VAN EXAMINERING
De organisatie en uitvoering van toetsing en vaststelling van competenties behoort tot de verantwoordelijkheid van de opleiders (BVE-instellingen). Competentiegericht beroepsonderwijs vraagt om een nieuwe aanpak van toetsing. De vorm van toetsing moet voldoen aan de geïntegreerde inzet van beroepsgerichte competenties, die in een herkenbare, levensechte situatie aantoonbaar wordt. Het is daarbij van belang dat de beginnend beroepsbeoefenaar in de gelegenheid wordt gesteld, of sterker nog: wordt uitgedaagd, te demonstreren dat hij de gevraagde competenties beheerst. Voor het meten/toetsen van competenties zijn verschillende instrumenten mogelijk. Geadviseerd wordt de toetsing van competenties in te richten op het niveau van één of meerdere kerntaken. Een eerste meting zal plaats moeten vinden op de competenties die een deelnemer bij aanvang van een leertraject reeds bezit (EVC). Aan de hand van deze eerste meting kan een individueel leertraject worden bepaald. Bij meting van competenties, eventueel (gedeeltelijk) kwalificerend, dient als uitgangspunt de beroepspraktijk, aangezien de beginnend beroepsbeoefenaar moet kunnen aantonen dat hij/zij de werkzaamheden daadwerkelijk kan uitvoeren in relatie tot zijn beroepsuitoefening. Bij meting van competenties in de beroepspraktijk dient zowel de omgeving waarin dit gebeurt als de beoordelaar van competenties aan specifieke voorwaarden te voldoen. De beginnend beroepsbeoefenaar zal in de beroepspraktijk, door middel van aan deze praktijk ontleende opdrachten, moeten aantonen dat hij/zij de juiste houding, vaardigheden, kennis en inzichten heeft met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden. De groei in en het bewijs van competenties kan bijvoorbeeld worden aangetoond door het aanleggen van een portfolio. Het vergaren van competenties is leerweg- en plaatsonafhankelijk. Over het meten van competenties, eventueel in de vorm van een proeve van bekwaamheid, vindt nadere besluitvorming plaats. Dit mede op basis van voorstellen die worden aangereikt door de Bedrijfstakgroep MCT (onderstructuur Carrosserie) en afhankelijk van de ervaringen die worden opgedaan in de experimenten..
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
32
12.6
DOORSTROOMRECHTEN
De competentiegerichte kwalificatiestructuur biedt de volgende doorstroommogelijkheden: doorstromen naar een volgend (hoger) niveau of naar een kwalificatieprofiel op een gelijk opleidingsniveau. Doorstroommogelijkheden vanuit het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus zouden logischerwijs gevonden kunnen worden in de uitstroomdifferentiaties op een gelijk niveau van de kwalificatieprofielen die gelden voor de carrosseriebranche. Namelijk die van autospuiter, autoschadehersteller, carrosseriebouwer, caravanhersteller. Of, in de kwalificatieprofielen op niveau 4, de zogenaamde (midden)kaderfuncties. Gelet op de verwantschap met sommige kwalificatieprofielen in de motorvoertuigenbranche, ligt ook daar een mogelijkheid op doorstroming. Het gaat dan vooral om de kwalificatieprofielen Eerste autotechnicus, Eerste bedrijfsautotechnicus, Diagnosetechnicus personenauto en Diagnosetechnicus bedrijfsauto. Doorstroommogelijkheden worden geboden op basis van de volledig verworven competenties van een kwalificatieprofiel of op basis van op andere wijze verworven aanvullende erkende competenties (EVC). Of op basis van een combinatie van beide mogelijkheden. Om te kunnen instromen in de opleiding Carrosserietechnicus is geen kwalificatie van de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs vereist. Voor doorstroming uit het VMBO is de wettelijke Doorstroomregeling VMBO – MBO van kracht. De meest voor de hand liggende instroom zal echter plaatsvinden uit het kwalificatieprofiel autoschadehersteller. Instroom uit andere technische branches is niettemin ook mogelijk, waarbij EVC een rol speelt in het vertrekpunt van het individuele leertraject van de student.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
33
12.7
HET PROCES VAN TOTSTANDKOMING VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER
Voor het ontwikkelen van het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus is een werkgroep samengesteld met daarin deskundigen uit het beroepen- en onderwijsveld die als klankbordgroep voornamelijk een adviserende en controlerende taak vervulden bij de ontwikkeling van dit kwalificatieprofiel en medewerkers van Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC) en FOCWA die de uitvoering van het ontwikkeltraject op zich hebben genomen. Deskundigen uit beroepenveld: Frans van der Weijden : Ondernemer Autoschade Van der Weijden te Nieuwkoop. Tevens bestuurslid VOC. Harry Emous : CARe-schadeservice. Verantwoordelijk voor opleidingsplannen binnen CARe-schadeservice. Tevens KAM-coördinator Deskundigen uit scholenveld: Bert Kollenhof : Docent ROC Aventus sector Mobiel Apeldoorn. Toon Dekkers : ROC Baronie College Breda. Docent. Ontwikkelaars kwalificatieprofielen: Jan Meinsma : FOCWA/VOC. Eindverantwoordelijke voor de werkzaamheden binnen Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC) met betrekking tot de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Erik Vergeer : VOC. Medewerker examens en kwalificatiestructuur. Willy Sprockel : FOCWA. Technisch specialist en adviseur binnen de afdeling techniek sectie schadeherstel. Als brondocumenten voor het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus dient het beroepscompetentieprofiel Eerste carrosserietechnicus. Dit beroepscompetentieprofiel is ontwikkeld door kenniscentrum Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC) en beoordeeld door deskundigen uit het bedrijfsleven en sociale partners Deskundigen bedrijfsleven: Anne Vincent Bade : Hoofd P&O Care Schadeservice Frans van der Weijden : Ondernemer Autoschade Van der Weijden te Nieuwkoop. Tevens bestuurslid VOC. Bert Beerthuizen : Ondernemer te Dieren Tineke Moleman : Bestuurder FNV Bondgenoten Ontwikkelaars beroepscompetentieprofielen: Jan Meinsma : FOCWA/VOC. Eindverantwoordelijke voor de werkzaamheden binnen Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC) met betrekking tot de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Erik Vergeer : VOC. Medewerker examens en kwalificatiestructuur. Willy Sprockel : FOCWA. Technisch specialist en adviseur binnen de afdeling techniek sectie schadeherstel.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
34
Ter bevordering van de deskundigheid met betrekking tot de ontwikkeling van kwalificatieprofielen en de kwalificatiedossiers, hebben de ontwikkelaars Meinsma en Vergeer deelgenomen aan de volgende, door COLO en CINOP verzorgde, workshops; 'Leergang kwalificatieprofiel' en 'Leergang kwalificatiedossiers'. Tijdens het ontwikkelproces zijn de ontwikkelaars in 3 bijeenkomsten geadviseerd door Max Mulders van MCM-advies, gevestigd in De Meern, tevens projectleider COLO inzake de kwalificatiestructuur.
Datum
Beslispunten en besluiten
Juni 2002
Voltooiing van het opleidingscompetentieprofiel Eerste Carrosserietechnicus dat in opdracht van VOC is vervaardigd door de ontwikkelafdeling van VOC in samenwerking met het bedrijfsleven.
28 januari 2004
Vaststelling beroepscompetentieprofiel Eerste Carrosserietechnicus door sociale partners. Dit profiel is in opdracht van sociale partners ontwikkeld door VOC in samenwerking met het bedrijfsleven.
Juli 2004 t/m februari 2005
Ontwikkeling kwalificatiedossier Carrosserietechnicus door VOC in samenwerking met de werkgroep Ontwikkeling kwalificatieprofielen (samengesteld uit vertegenwoordigers afkomstig uit onderwijs en bedrijfsleven). Gaandeweg het ontwikkeltraject van dit kwalificatieprofiel zijn binnen de werkgroep diverse discussies gevoerd, beslissingen genomen en uitgangspunten bepaald. De belangrijkste punten uit dit ontwikkeltraject worden hierna weergegeven: Omdat er op het eerste gezicht sprake is van een overlap met de beroepscompetenties die zijn terug te vinden in het kwalificatieprofiel autoschadehersteller, is onderzocht in hoeverre het mogelijk is de carrosserietechnicus als uitstroomdifferentiatie op te nemen in dit kwalificatieprofiel. Om een aantal redenen blijkt deze clustering niet haalbaar. In de eerste plaats houdt de carrosserietechnicus zich, behoudens waar het gaat om het vervangen van plaatdelen, in het geheel niet bezig met plaatbewerking, terwijl deze activiteit juist een substantieel onderdeel uitmaakt van de kern van het kwalificatieprofiel autoschadehersteller. Bovendien is van belang dat, voorzover de (eerste) autoschadehersteller werkt aan voertuigsystemen, hij doet dit op het niveau van de afzonderlijke componenten, terwijl de carrosserietechnicus op systeemniveau moet kunnen denken en handelen. Per slot van rekening kunnen de afzonderlijke voertuigsystemen niet los van elkaar worden gezien; zij grijpen op elkaar in en sturen elkaar aan. De carrosserietechnicus moet in staat zijn deze onderlinge verbondenheid in de context van het complete voertuig te overzien en te begrijpen. Deze conclusie is in het stadium van de besluitvorming omtrent dit profiel voorgelegd aan de Paritaire commissie. Met betrekking tot de formulering van de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties heeft de werkgroep het uitgangspunt gehanteerd dat deze zodanig moeten worden geformuleerd dat innovatieve ontwikkelingen niet direct een onmiddellijke 'veroudering' van de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties tot gevolg heeft. Voor het integreren van de leer- en burgerschapscompetenties in dit kwalificatieprofiel, heeft de werkgroep gebruik gemaakt van de methode 'Schering en inslag'. De werkgroep was van mening, dat omtrent de borging van de kwaliteit van examinering (12.5) van dit kwalificatieprofiel - op grond van het ontbreken van onvoldoende duidelijkheid over dit onderwerp - geen uitspraak kon worden gedaan.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
35
12 januari 2005
Eerste bespreking kwalificatiedossier in Paritaire commissie. De Paritaire commissie heeft veel profijt gehad van het voorwerk dat door de werkgroep is verricht. Toch zijn een aantal overwegingen van de werkgroep opnieuw bediscussieerd en zijn eventuele beslissingen daaromtrent herzien. Daarnaast zijn ook binnen de Paritaire commissie in de periode van 12 januari t/m 11 februari 2005, diverse discussies gevoerd, beslissingen genomen en uitgangspunten bepaald. De Paritaire commissie besluit met betrekking tot de naamgeving van het kwalificatieprofiel te kiezen voor Carrosserietechnicus. De oude benaming “Eerste Carrosserietechnicus’ wekt ten onrechte de indruk dat er ook nog sprake zou zijn van een carrosserietechnicus op een lager niveau. Voorts onderschrijft de Paritaire commissie de argumenten en de conclusie van de werkgroep, dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om de Carrosserietechnicus als uitstroomdifferentiatie op te nemen in het kwalificatieprofiel Autoschadehersteller. Een bijkomend argument is naar het oordeel van de commissie, dat een combinatie van verticale clustering en horizontale clustering binnen één kwalificatieprofie, zelfs indien het lukt deze clustering te bewerkstelligen, voor het onderwijs absoluut niet werkbaar is. Aldus wordt besloten.
27 januari 2005
Tweede bespreking kwalificatiedossier in Paritaire commissie. Paritaire commissie stemt in met de methodiek ‘Schering en Inslag', zoals deze door de werkgroep is uitgevoerd.
11 februari 2005
Afrondende bespreking over de inhoud van het kwalificatieprofiel door paritaire commissie. Overeenstemming over de niveaubepaling (vreemde) talen en over de borging en de kwaliteit van de examinering. Omtrent de borging van de kwaliteit van examinering (12.5) heeft de Paritaire commissie besloten een tekst op te nemen die weliswaar de uitgangspunten van de competentiegerichte kwalificatiestructuur onderschrijft, maar geen verdere mededelingen doet over de plaats van examinering dan dat deze integraal vormgegeven moet zijn en binnen de beroepscontext moet passen. Verder geeft deze tekst aan dat verdergaande uitspraken met betrekking tot dit onderwerp pas kunnen worden gedaan na een periode van experimenten. De besluitvorming rond de (vreemde) talen is tot stand gekomen met behulp van het Referentiedocument ‘Talen in de Kwalificatieprofielen’. De paritaire commissie geeft haar goedkeuring aan het kwalificatieprofiel Carrosserietechnicus.
Dit kwalificatieprofiel is eigendom van VOC en wordt als zodanig door VOC beheerd.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
36
DEEL 3: BRONDOCUMENTEN Bijlage I:
Leer- en burgerschapscompetenties
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
37
BIJLAGE I Beroepscompetenties Carrosserietechnicus waarnaar verwezen wordt: 1 Diagnose stellen. 2 Voorbereiden werkzaamheden. 3 Dé- en monteren componenten. 4 Inregelen en resetten voertuigsystemen. 5 Afleveringsklaar maken. 6 Veilig en milieubewust werken. 7 Samenwerken. 8 Communiceren. 9 Kwaliteitsbewust en klantgericht handelen. 10 Beroepscompetenties ontwikkelen. 11 Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. 12 Begeleiden, aansturen en instrueren van collega's.
Leren Competentie Succescriteria Proces
Verwerkt in BC De leerling is in staat om op adequate wijze leeractiviteiten uit te voeren.
L1 L2 L3 L4 L5
is gemotiveerd. heeft vertrouwen in eigen kunnen. Creëert mogelijkheden tot leren kiest leeractiviteiten. weet wanneer externe sturing / zelfsturing noodzakelijk/mogelijk zijn. L6 hanteert cognitieve leeractiviteiten. L7 hanteert affectieve leeractiviteiten. L8 hanteert regulatieve leeractiviteiten. L9 combineert cognitieve leeractiviteiten met affectieve en regulatieve leeractiviteiten. L10 doorloopt de volledige leercyclus. L11 stuurt in toenemende mate het leerproces zelf.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
38
Economische burgerschapscompetentie Competentie De burger is in staat om op adequate wijze: • zijn/haar employability te ontwikkelen; • als burger te participeren in beroeps- en bedrijfscontexten; • te handelen als kritisch consument. Succescriteria Proces Employability: E1 zelfreflectie (beschouwing van capaciteiten en motivaties die van belang zijn voor de loopbaan). E2 werkexploratie (onderzoek van werk en mobiliteit in de loopbaan, inschatting eigen mogelijkheden in relatie tot eisen en mogelijkheden van bepaald werk), raadpleegt bronnen en gebruikt hulpmiddelen om zelfinzicht te vergroten. E3 loopbaansturing: loopbaangerichte planning en beïnvloeding van leer- en werkproces. Gebruikt zoekstrategieën om werk te vinden. Zoekt ondersteuning indien nodig. E4 zelfprofilering (presentatie op de interne en externe arbeidsmarkt gericht op loopbaanontwikkeling). E5 solliciteren E6 netwerken en mobiliseren hulp Werknemersrechten: E7 Arbeidscontract afsluiten en beëindigen, E8 verwoordt de eigen situatie, kent rechten en plichten E9 respecteert regels en uitvoerders E10 behartigt eigen belangen E11 zoekt ondersteuning indien nodig Participatie: E12 respecteert meningen van anderen E13 handelt integer Beroepsethische keuzen: E14 reflecteert op ethische aspecten eigen (beroeps)handelen; E15 respecteert meningen van anderen Kritisch consument: E16 formuleert en beargumenteert overwegingen en criteria E17 raadpleegt bronnen E18 zoekt ondersteuning indien nodig
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
Verwerkt in BC
7, 10 7, 10
10
10 10 8 10 7, 8 7, 9 8 7, 8 8 7, 9 7 7, 8 7, 8 7, 8 7, 8, 9
39
Sociale burgerschapscompetentie Competentie De burger is in staat om op adequate wijze te functioneren op het publiek/private raakvlak: • in de eigen woon- en leefomgeving om te gaan (samen te leven) met anderen (in buurt, verkeer, uitgaansleven, op school, werk) • bij de organisatie van zorg (publiek-private arrangementen, instellingen)
Verwerkt in BC
Centraal staat het vermogen bij te dragen aan een gewenste ontwikkeling vanuit het perspectief van kwaliteit, persoonlijke ontwikkelingsmogelijkheden, en maatschappelijke waarden, normen en verantwoordelijkheden. Succescriteria Proces
Samenleven/omgaan: neemt eigen verantwoordelijkheid respecteert anderen houdt zich aan regels Gebruik maken van voorzieningen en activiteiten: S4 houdt zich aan regels van voorzieningen en activiteiten S5 plant en regelt zelf activiteiten m.b.t. gebruik van de zorginstelling of schakelt hulp in om deze activiteiten te regelen (informatie inwinnen, afspraken maken, deskundige raadplegen e.d.) S6 neemt initiatieven om vereiste procedures te doorlopen, houdt eventuele termijnen in acht S7 coördineren, organiseren, overtuigen, besluiten, belangen afwegen, respectvol kritiek geven en ontvangen, plannen Levensterreinen afstemmen: S8 onderzoekt alternatieven S9 is in staat ethische vragen en dilemma’s te herkennen die zich kunnen voordoen bij de afstemming Culturele burgerschapscompetentie Competentie De burger is in staat om op adequate wijze te participeren in de pluriforme en multiculturele samenleving op nationaal en Europees niveau. Succescriteria Proces C1 reflecteert op eigen maatschappelijk-culturele identiteit (belangrijke kenmerken, overwegingen, normen, waarden) C2 toont respect voor andere gewoonten C3 reflecteert op interactieprocessen C4 receptief (lezen en luisteren) en productief (spreken en schrijven) gebruik van Nederlands op adequaat niveau voor de eigen situatie C5 gebruikt twee vreemde talen in voorkomende situaties op adequate wijze S1 S2 S3
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
8 7, 8,12 6, 7, 9 6 7
9 1, 7, 12
10 7 Verwerkt in BC
7, 8, 9, 12 7, 8, 9, 12 7, 8, 9 1/13 8
40
Politieke burgerschapscompetentie Competentie De burger is in staat om op adequate wijze effectief om te gaan met de opgaven van het politieke domein: • zich een mening vormen over politiek relevante issues en daarmee actief of passief deel te nemen aan verkiezingen • te participeren op formele en informele wijze in politieke besluitvorming en beleidsbeïnvloeding • om te gaan met instanties en regelingen en deze te benutten
Succescriteria Proces P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7
Deelnemen aan verkiezingen: raadpleegt uiteenlopende bronnen verwoordt eigen standpunt Participeren in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding: inventariseert en respecteert meningen verwoordt eigen standpunt Omgaan met instanties en regelingen: verwoordt de eigen situatie/vraag/behoefte respecteert anderen schakelt indien nodig derden in
Normatieve burgerschapscompetentie Competentie De burger is in staat om op adequate wijze zelfstandig, sociaal betrokken en verantwoordelijk te handelen op basis van maatschappelijk geaccepteerde basiswaarden. Succescriteria Proces N1 stemt eigen handelen af op handelen van anderen N2 respecteert andere meningen (binnen basis normen en waarden) N3 accepteert andere gedrag (binnen basisnormen en waarden) N4 hanteert breed geaccepteerde sociale omgangsvormen N5 hanteert milieunormen N6 gaat kritisch om met eigen normen (cultuur, subgroep) N7 oriënteert zich op verschillende opvattingen en vormt zich daarover een mening Organisatorische burgerschapscompetentie Competentie De burger is in staat om op adequate wijze om te gaan met publieke organisatorische context(en) en daarbij behorende problemen binnen de relevante maatschappelijke domeinen en situaties. Succescriteria Proces O1 plant en regelt de eigen activiteiten in de context van een maatschappelijk verband. Kan het eigen handelen situeren in het grotere geheel O2 kan samenwerken, coördineren en organiseren O3 toont overtuigingskracht, besluitvaardigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, leidinggevend vermogen O4 hanteert eigen gevoelens O5 respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen O6 doorloopt keuzeprocessen O7 brengt eigen inzichten overtuigend in O8 komt afspraken na O9 deelt kennis en ervaring
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
Verwerkt in BC
8 8 7, 8 8, 9, 13 7, 8 7 7, 8 Verwerkt in BC
10 8, 9, 10, 13 8, 13 8, 9 7 9, 13 8, 12 Verwerkt in BC
2, 3, 9,12
1, 2, 3, 7, 9, 12 3, 6, 7, 9,12 3, 7, 8, 9, 12 3, 7, 8, 9, 12 1, 3, 4 8, 9, 6, 7, 9 6, 12
41
Beroepscompetentie 1. VM / SC
Diagnose stellen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze schades en gebreken in voertuigsystemen te diagnosticeren. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Diagnostiseert schades en gebreken aan de voertuigsystemen, indien nodig met behulp van specifieke diagnoseapparatuur. Zoekt op en raadpleegt de benodigde informatiebronnen. Stelt de reparatiemethode vast. Bepaalt de werkvolgorde en stelt hierbij prioriteiten. Schat de aan de reparatie te besteden tijd en materialen in. Stelt vast welke bewerkingen moeten worden uitgevoerd. Bepaalt welke bewerkingen door derden uitgevoerd dienen te worden. Overlegt indien nodig, met collega's en/of leidinggevende.
Resultaat
• •
Beroepscompetentie 2. VM / SC
O6
O6 C4, S7, O2
Een correcte beoordeling van de schades en gebreken in de voertuigsystemen van het voertuig. Een conclusie met betrekking tot de uit te voeren herstelwerkzaamheden.
Voorbereiden werkzaamheden. De carrosserietechnicus is in staat om de werkzaamheden op adequate wijze voor te bereiden, zodat een efficiënte voortgang van de werkzaamheden is gewaarborgd. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Verzamelt alle relevante informatie. Interpreteert relevante informatie. Beoordeelt de werksituatie. Bepaalt de optimale volgorde voor de uitvoering van de werkzaamheden. Neemt voor aanvang van zijn werkzaamheden kennis van de vastgestelde planning. Stelt vast welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Verdeelt, indien nodig in overleg, zijn werkzaamheden in stappen. Schat in hoelang de werkzaamheden gaan duren. Houdt rekening met mogelijke knelpunten. Verdeelt zonodig de werkzaamheden over andere collega’s. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. Verzamelt de juiste arbeidsmiddelen en materialen. Maakt arbeidsmiddelen en materialen klaar voor gebruik. Communiceert op heldere wijze naar alle betrokkenen. Vult alle vereiste formulieren, werkbonnen en checklists volledig en duidelijk in. Een werkplan dat een efficiënte voortgang van de werkzaamheden waarborgt.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
O6
O1/6
O2 O6 O1/6
C4
42
Beroepscompetentie 3. VM / SC
Dé- en monteren componenten. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze carrosserie-, interieur- en voertuigdelen alsmede elektr(on)ische, mechanische, hydraulische en pneumatische componenten van voertuigsystemen te dé- en monteren. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Beroepscompetentie 4. VM / SC
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Raadpleegt de benodigde informatiebronnen. Kiest de te gebruiken materialen en arbeidsmiddelen. O6 Démonteert de beschadigde, de te herstelen en de te vervangen componenten. Slaat de gedemonteerde componenten doelmatig op. Voert onherstelbare en niet meer te gebruiken onderdelen conform de voorschriften af. Monteert gedemonteerde, herstelde en nieuwe componenten in, aan of op het voertuig. Past in dit proces diverse scheidende en verbindende technieken toe. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende O1/6, en/of andere betrokkenen. C4 Correct ge(dé)monteerde carrosserie en/of delen daarvan, die gereed zijn voor verdere afhandeling.
Inregelen en resetten voertuigsystemen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze voertuigsystemen in te regelen en te resetten. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Neemt de werkopdracht(en) in ontvangst. Raadpleegt de benodigde informatiebronnen. Regelt nieuwe componenten in op basisniveau. Regelt en reset voertuigsystemen in met behulp van specifieke diagnose- en resetapparatuur. Bepaalt welke werkzaamheden door derden/specialisten uitgevoerd dienen te worden. Overlegt indien nodig, met collega's en/of leidinggevende. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. Correct, in de context van het complete voertuig, functionerende voertuigsystemen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
O6 C4 C4
43
Beroepscompetentie 5. VM / SC
Afleveringsklaar maken. De carrosserietechnicus is in staat om objecten op adequate wijze technisch afleveringsklaar te maken. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat Beroepscompetentie 6. VM / BOS / SC
Maakt een hersteld object klaar voor aflevering door middel van bijvoorbeeld wassen, poetsen en stofzuigen. Brengt plakbiezen en stickers aan. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende C4 en/of andere betrokkenen Controleert het object voor aflevering aan de hand van een checklist Een object dat klaar is om te worden afgeleverd aan de klant/opdrachtgever. Veilig en milieubewust werken. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze veilig en milieubewust te werken. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden Werkt volgens bedrijfsvoorschriften (Her)kent de gebruikte aanduidingen van gevaarlijke stoffen Gebruikt materialen, arbeidsmiddelen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze Gaat efficiënt om met het materiaal Ziet er op toe dat materialen, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze worden gebruikt Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties Wijst collega’s op (het ontstaan van) onveilige situaties Doet suggesties bij niet milieubewust handelen Neemt preventieve maatregelen om onveilige situaties en milieuproblemen te voorkomen Meldt onveilige situaties aan bij de verantwoordelijke persoon.
Resultaat
S1/4/8, N5, E9 O8 N5, S4
S1/3/4 S1/3, O3 O3/9 O3/9, N5 O1 C4, S1/3
Houdt de eigen werkplek schoon en op orde Verzamelt afval en restmateriaal, sorteert dit en voert het N5 conform de voorschriften af Zo gezond en veilig mogelijke arbeidsomstandigheden en een minimaal milieubelastend proces, ter voorkoming van schade aan de eigen gezondheid en aan de omgeving.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
44
Beroepscompetentie 7. BOS / SC
Samenwerken. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze samen te werken met anderen in het bedrijf. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Neemt actief deel aan het werkoverleg
C4, S7, E16, O2 Maakt werkafspraken met collega’s en komt deze na O8, S3, E9/13 Houdt rekening met verschillen tussen mensen en hun manier van C1/2, werken N2/3, O4/5, S2, P3/6, E13/15 Vraagt collega’s om hulp en helpt collega’s als de situatie C3, P7, daarom vraagt E17/18 S5 Aarzelt niet om zich in geval van twijfel tot de leiding te wenden P7, O3, E11 Geeft aan wanneer de werkdruk te hoog is P5, E8 Beheerst de Nederlandse taal voldoende om veilig te kunnen C4 werken en samenwerken Gaat in goede harmonie om met collega’s en leidinggevende(n) C1/2, N4, P6, S2 Bekijkt eigen handelen kritisch E1/2/ 14, N6 Stelt het gemeenschappelijk resultaat centraal S9, N6 Efficiënt en effectief functioneren binnen een team.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
45
Beroepscompetentie 8. SC
Communiceren. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het werkproces te communiceren. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Hanteert correcte omgangsvormen
C1/2, N4, S2 Stemt de communicatie af op de ander en op de situatie C1/2/3/ 5, N7 Luistert aandachtig, toont geduld en laat de gesprekspartner C3/4, uitspreken S2 Houdt rekening met wat door anderen gezegd wordt C1/2, S2, N2, O4/5, E12/15 Stelt gerichte vragen om relevante informatie te achterhalen E17/18 P3 Vraagt zonodig door om de noodzakelijke informatie helder te P3, krijgen E8/16 Brengt een boodschap kort en duidelijk over C4, O7 Geeft na een ontvangen opdracht aan wat hij gaat doen P4 Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de C4, P5, leidinggevende E11 Raadpleegt uiteenlopende bronnen P1, E17 Legt contacten en mobiliseert hulp P7, E6/11/1 7/18 Verwoordt eigen standpunten en behartigt eigen belangen P2/4, O4, E8/10 Een vlot lopend werkproces met adequaat geïnformeerde betrokkenen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
46
Beroepscompetentie 9. SC / BOS
Kwaliteitsbewust en klantgericht handelen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze klant- en servicegericht te handelen. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Werkt volgens het kwaliteitssysteem van de werkgever S3 Werkt volgens de kwaliteitsvoorschriften van de werkgever/fabrikant/leverancier Werkt (gedurende een langere periode) nauwkeurig, geconcentreerd en met oog voor detail Werkt volgens bedrijfsvoorschriften E9 Registreert werkzaamheden Signaleert fouten, verstoringen en afwijkingen in het eigen werk- O3, S6 of productieproces en dat van anderen en onderneemt actie binnen het eigen werk- of productieproces en dat van anderen Onderneemt actie binnen het eigen werk- of productieproces en dat van anderen Anticipeert op mogelijke verstoringen van de voortgang van het O1/2 werk door tijdig in te grijpen of voorzorgsmaatregelen te treffen Controleert tijdens de uitvoer van het werk of productieproces de O2 juistheid van de door hem en anderen gehanteerde werkwijze Werkt volgens vastgestelde procedures in checklists, werkorders S6 en bedrijfsregels Vraagt naar de wensen en de behoeften van de C1/2/3 klant/opdrachtgever Voert de werkzaamheden uit die met de klant/opdrachtgever zijn O8 afgesproken Overlegt met de leidinggevende als de wensen van de C4 klant/opdrachtgever niet mogelijk zijn Reageert snel op vragen van collega’s Speelt in op de veranderende situaties en past de werkwijze N1, O1 hierop aan Denkt mee, geeft ook ongevraagd advies O7, P4 Voorkomt aanleidingen voor klachten zoveel mogelijk O3 Neemt elke klacht serieus en zorgt dat de klacht wordt N2, afgehandeld O4/5 Vraagt door als het probleem of de klacht bij de O5 klant/opdrachtgever niet duidelijk is Verwijst zonodig door naar een gespecialiseerde collega E18, O5 Zorgt na afloop van de werkzaamheden voor een opgeruimde werkplek Komt afspraken na O8, E13 De klant/opdrachtgever is tevreden over de wijze waarop hij is behandeld en over de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
47
Beroepscompetentie 10. ON
Beroepscompetenties ontwikkelen. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties gedurende zijn loopbaan te ontwikkelen. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Beroepscompetentie 11. VM
Neemt kennis van en staat open voor nieuwe werkmethoden en technieken Test en beoordeelt nieuwe technieken, arbeidsmiddelen en materialen Leest vakliteratuur
L1/2, E2 L7/9/ 11 L1/3/4, C4, E2 Brengt met de leidinggevende in kaart wat goed en niet goed gaat L1/2/5/1 0/11, E1/2/3 Bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij L5/6/7/8 verder moet ontwikkelen /9/10/11 , E1/2/3 S8 Bepaalt met de leidinggevende welke activiteiten hij daartoe L3/4/5/6 moet ondernemen /7/8/9/1 0/11, E1/2/3 Onderneemt de afgesproken activiteiten L1/2/4/6 /7/8/9/1 1, E4 Doet verbetervoorstellen en/of voorstellen tot efficiëntere L1/2/3/4 werkprocessen /5/11 Sluit en/of beëindigt het arbeidscontract E7 Onderneemt passende activiteiten om een arbeidsplaats te E2/4/5 behouden en/of te vinden Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties, waardoor de carrosserietechnicus beter in staat is om goed te blijven functioneren in zijn beroep.
Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze de arbeidsmiddelen waarmee wordt gewerkt te onderhouden.
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Onderhoudt de toegepaste arbeidsmiddelen Vraagt bij storing advies aan de leidinggevende of de leverancier C4 Onderhoudt (of organiseert het onderhoud van) arbeidsmiddelen volgens de onderhoudsinstructies Geeft aan wanneer arbeidsmiddelen mogelijk aan vervanging toe C4 zijn Optimaal werkende arbeidsmiddelen.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
48
Beroepscompetentie 12. BOS / SC
Begeleiden, aansturen en instrueren van collega's. De carrosserietechnicus is in staat om op adequate wijze collega's te begeleiden, aan te sturen en te instrueren. L en B
Beheersingscriteria gericht op het proces.
Resultaat
Bepaalt welke werkzaamheden gedelegeerd kunnen worden Verdeelt zonodig de werkzaamheden Stuurt medewerkers indien nodig bij Houdt bij de omgang rekening met verschillen tussen mensen Voorkomt storingen. Geeft feedback aan en vraagt om feedback van collega’s en wijzigt zonodig de werkwijze Verstrekt relevante informatie aan alle belanghebbenden Legt op een duidelijke en begrijpelijke manier een complex onderwerp uit Zorgt voor een duidelijke werkoverdracht naar collega’s Vat samen wat anderen zeggen en wat hij zelf heeft willen overbrengen en vraagt of dat klopt Een goed begeleide en geïnstrueerde medewerker.
Kwalificatiedossier Carrosserietechnicus
S7 O2 S7, O3 C1/2, N2/3/7, O4/5, S2 S7 O9, S7 C4, O9, S7 O1/2 C4, P4, S7
49