Korte inhoud
Deel 1
Algemene inleiding
1
Hoofdstuk 1 – Macro-economie en macro-economische vraagstukken
3
Hoofdstuk 2 – Macro-economische ex-post relaties: productie, inkomen en bestedingen Hoofdstuk 3 – Inleiding tot de macro-economische analyse
67 111
Deel 2
Macro-economische analyse van de vraagzijde 127 Hoofdstuk 4 – Bepaling van de macro-economische activiteit: het eenvoudigste keynesiaans model
133
Hoofdstuk 5 – Consumptie en investeringen
161
Hoofdstuk 6 – De overheid in de macro-economie: enkele uitdiepingen
207
Hoofdstuk 7 – De economische activiteit in een open economie
255
Hoofdstuk 8 – Analyse van de geldmarkt en de verklaring van de rentevoet
289
Hoofdstuk 9 – De vraag naar goederen en diensten – 1: Het IS-LM-model en de AD-I-curve
359
Hoofdstuk 10 – De vraag naar goederen en diensten – 2: Het Mundell-Fleming-model en de AD-II-curve
413
Deel 3
Macro-economische analyse van de aanbodzijde
463
Hoofdstuk 11 – Loon- en prijsvorming en de arbeidsmarkt
467
Hoofdstuk 12 – Het globaal aanbod van goederen en diensten
517
viii
Korte inhoud
Deel 4
Het globaal macro-economisch evenwicht
557
Hoofdstuk 13 – Macro-economische activiteit en conjunctuur: het AD-AS-model
559
Hoofdstuk 14 – Werkgelegenheid en werkloosheid: analyse en beleid
593
Hoofdstuk 15 – Inflatie
643
Deel 5
Economische groei
695
Hoofdstuk 16 – Economische groei: het Solow-model
697
Hoofdstuk 17 – De moderne groeitheorie
737
Inhoud
Inhoud
Woord vooraf
xxiii
Deel 1
Algemene inleiding
1
Hoofdstuk 1 – Macro-economie en macro-economische vraagstukken 3 1.1. Wat is macro-economie? 3 1.2. Macro-economische grootheden en verbanden 5 1.2.1. Het reëel product of reëel inkomen 6 1.2.2. Inflatie 14 1.2.3. Werkloosheid en werkgelegenheid 17 1.2.4. De rentevoet 28 1.2.5. De wisselkoers 36 1.2.6. Saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans 44 1.2.7. Het begrotingssaldo van de overheid en de overheidsschuld 49 1.3. Macro-economische ‘scholen’ 53 1.3.1. Keynesianen 53 1.3.2. Klassieke macro-economen 56 1.3.3. De nieuw-klassieke nieuw-keynesiaanse synthese sinds de jaren 2000 61 1.3.4. ‘Rethinking macroeconomics’ na de financiële crisis 62 1.3.5. De Oostenrijkse School 64 Bijlage 1. Alternatieve prijsindices 65 Toepassing 1. Risico op wanbetaling en langetermijnrente in de eurozone 32 Toepassing 2. Aanpassingsmechanismen en groeiende onevenwichten in de eurozone, 1999-2008 46 Hoofdstuk 2 – Macro-economische ex-post relaties: productie, inkomen en bestedingen 2.1. Productie, inkomen en bestedingen in een gesloten economie zonder overheid 2.1.1. Een eenvoudig uitgangspunt 2.1.2. De macro-economische kringloop en macro-economische identiteiten in een gesloten economie zonder overheid
67 68 68 72
x
Inhoud
2.1.3. Verbruik van vast kapitaal en de nettoconcepten 2.2. Productie, inkomen en bestedingen in een open economie met overheid 2.2.1. Enkele nieuwe begrippen 2.2.2. Macro-economische kringloop en macro-economische identiteiten in een open economie met overheid 2.2.3. Verdere specificatie van de productiefactoren, de factorinkomens en de vermogensopbouw van de gezinnen 2.3. Samenstelling van productie, inkomen en bestedingen in België: de realiteit 2.4. Het BBP als activiteits- en welvaartsindicator? Bijlage 1. Koopkrachtpariteit Bijlage 2. Lijst van gehanteerde symbolen (paragraaf 2.2.) Bijlage 3. Afleiding van vergelijking (23)
76 77 77 79 98 99 102 104 107 109
Toepassing 3. ‘Global imbalance’ en het ontstaan van de financiële crisis 91 Toepassing 4. Onevenwichten in de eurozone – 2 96 Hoofdstuk 3 – Inleiding tot de macro-economische analyse 3.1. De onderzoeks- en analysemethode in de macro-economie 3.1.1. De methode van de macro-economische wetenschap 3.1.2. Het macro-economisch model 3.1.2.1. Macro-economische relaties 3.1.2.2. Macro-economische variabelen en parameters 3.1.2.3. Structurele en herleide vormen 3.2. Macro-economisch evenwicht: een inleidende verkenning 3.2.1. De globale-vraagcurve (AD-curve) 3.2.2. De globale-aanbodcurve (AS-curve) 3.2.3. Macro-economisch evenwicht 3.3. Een aantal vereenvoudigingen
111 111 112 114 115 116 116 119 119 121 122 124
Deel 2
Macro-economische analyse van de vraagzijde 127 Hoofdstuk 4 – Bepaling van de macro-economische activiteit: het eenvoudigste keynesiaans model 4.1. De private consumptie: de keynesiaanse consumptiefunctie 4.2. De geplande investeringen en de overheidsconsumptie 4.3. De bepaling van het evenwichtsniveau van economische activiteit 4.3.1. De algemene evenwichtsvoorwaarde 4.3.2. De alternatieve evenwichtsvoorwaarde: geplande investeringen en nationale besparingen
133 134 137 141 141 145
Inhoud xi
4.4. Het multiplicatormechanisme 4.4.1. Beschrijving van het multiplicatoreffect 4.4.2. Verklaring van het multiplicatoreffect 4.4.3. Belang van het multiplicatoreffect 4.5. Afleiding van de IS-curve voor een gesloten economie met forfaitaire belastingen 4.5.1. Definiëring en afleiding van de IS-curve 4.5.2. Helling en verschuiving van de IS-curve 4.6. Conclusie
147 148 149 151 152 152 156 158
Hoofdstuk 5 – Consumptie en investeringen 161 5.1. De moderne consumptietheorie 161 5.1.1. De consumptiefunctie: empirisch 162 5.1.2. Alternatieve (moderne) consumptietheorie 163 5.1.2.1. Een micro-economisch uitgangspunt 164 5.1.2.2. De moderne macro-economische consumptietheorie 172 5.1.3. De consumptiefunctie in België 177 5.1.4. Conclusie in verband met de consumptiefunctie 183 5.2. De theorie van de investeringen 186 5.2.1. Reële rentevoet, vraagontwikkeling en investeringen 187 5.2.2. De investeringen in vast kapitaal in België: de rol van output en rente 196 5.2.3. Relatie met alternatieve investeringstheorieën 199 Bijlage 1. Bepaling van het optimaal consumptiepad in een algemeen drieperiodenmodel 201 Toepassing 5. Vermogenseffecten en ‘boom’ en ‘bust’ in de consumptie in Spanje en de VS
183
Hoofdstuk 6 – De overheid in de macro-economie: enkele uitdiepingen 207 6.1. Omvang en samenstelling van de overheidssector in België 208 6.2. Inkomstenbelasting en de multiplicatoren: automatische stabilisatie 211 6.3. Het overheidsbudget: structurele en conjuncturele componenten 217 6.3.1. Evaluatie van het begrotingsbeleid 217 6.3.2. Procyclisch begrotingsbeleid? 224 6.3.3. Afsluitende bedenkingen 226 6.4. De budgetbeperking van de overheid en de dynamiek van de overheidsschuld 228 6.4.1. De ‘government budget constraint’ 228 6.4.2. De dynamiek van de overheidsschuld 229 6.4.3. Sneeuwbalmechanisme en koekoekseffect 230
xii
6.5. Ricardiaanse equivalentie 6.6. Begrotingsbeleid en overheidsschuld sinds 2008 6.6.1. Recessie en nood aan budgettaire stimulans (2008-2010) 6.6.2. Explosie van de overheidsschuld 6.6.2.1. Oorsprong van de schuldtoename 6.6.2.2. Negatieve effecten van een hoge overheidsschuld 6.6.3. Budgettaire sanering en het ‘fiscal austerity’ debat
Inhoud
235 242 242 244 246 247 249
Toepassing 6. Automatische stabilisatie en het overheidsbudget in 2008-2009 215 Toepassing 7. Procyclisch begrotingsbeleid onder paars in België (1999-2007) 225 Toepassing 8. Economische groei, rente en schuldexplosie in Zuid-Europa 233 Hoofdstuk 7 – De economische activiteit in een open economie 7.1. De registratie van internationaal-economische transacties 7.1.1. De betalingsbalans 7.1.2. Ex-post identiteiten voor een open economie 7.2. Evenwicht op de goederen-en-dienstenmarkt: afleiding van de IS-curve voor een open economie 7.3. De wisselmarkt en de verklaring van de wisselkoers 7.3.1. Vlottende wisselkoersen 7.3.2. Vaste wisselkoersen 7.4. Wisselkoers, competitiviteit en exportprestaties: de realiteit in België
255 256 257 263 264 269 269 272 275
Toepassing 9. ‘Global imbalance’: een risico voor de wereldeconomie 278 Toepassing 10. Onevenwichten in de eurozone – 3 284 Hoofdstuk 8 – Analyse van de geldmarkt en de verklaring van de rentevoet 8.1. Geld, geldhoeveelheid en geldsoorten in de eurozone 8.2. Het mechanisme van het geldaanbod 8.2.1. Het aanbod van basisgeld 8.2.2. Het aanbod van giraal geld 8.2.3. Formele afleiding van het geldaanbodmodel 8.3. De vraag naar geld 8.3.1. De transactievraag naar geld 8.3.2. De voorzorgsvraag naar geld 8.3.3. De speculatieve vraag naar geld 8.3.3.1. De nominale rente als opportuniteitskost voor het aanhouden van geld
289 289 293 294 311 314 320 320 323 324 324
Inhoud xiii
8.3.3.2. De relatie tussen de evolutie van de nominale marktrente en de koers van obligaties 8.3.3.3. Nominale rente, renteverwachting en speculatieve geldvraag 8.3.4. De totale vraag naar geld (liquiditeitsvoorkeur) 8.3.5. De klassieke en monetaristische visies op de geldvraag en de kwantiteitstheorie 8.3.5.1. De klassieke visie en de kwantiteitstheorie 8.3.5.2. De monetaristische visie op de vraag naar geld 8.4. Reële rente, geldmarktevenwicht en de afleiding van de LM-curve 8.4.1. De reële geldvraag en de reële rente 8.4.2. Het geldmarktevenwicht en de bepaling van de rente 8.4.3. De LM-curve: afleiding, helling en verschuiving 8.4.3.1. Afleiding van de LM-curve 8.4.3.2. Kenmerken van de LM-curve 8.4.4. De LM-curve opnieuw beschouwd Toepassing 11. Betalingsbalansonevenwicht, wisselmarktinterventie en geldbasis in China Toepassing 12. Onconventioneel monetair beleid na het uitbreken van de financiële crisis in 2008 Toepassing 13. Monetair beleid en de geldhoeveelheid na de financiële crisis Toepassing 14. De liquiditeitsval in de praktijk Toepassing 15. Onconventioneel monetair beleid sinds 2007 en de kwantiteitstheorie: op weg naar zeer hoge inflatie? Hoofdstuk 9 – De vraag naar goederen en diensten – 1: Het IS-LM-model en de AD-I-curve 9.1. Het evenwicht op de goederen-en-dienstenmarkt en de geldmarkt: het IS-LM-model 9.2. Beginselen van macro-economische politiek: monetair en budgettair beleid 9.2.1. Instrumenten en effectiviteit van de monetaire politiek 9.2.1.1. Instrumenten van monetair beleid 9.2.1.2. Effectiviteit van het monetair beleid (gesloten economie) 9.2.2. Instrumenten en effectiviteit van de budgettaire politiek 9.2.2.1. Instrumenten van budgettair beleid 9.2.2.2. Effectiviteit van het budgettair beleid (gesloten economie) 9.3. Afleiding van de globale-vraagcurve in een gesloten economie (AD-I-curve)
325 329 336 338 338 341 345 346 347 349 349 351 355 297 304 316 332 341 359 361 366 367 367 368 370 370 371 383
xiv
Inhoud
9.4. Vermogenseffecten en economische activiteit in het IS-LM-model 390 9.4.1. Bepaling van het vermogen 390 9.4.2. Economische activiteit (IS-LM-evenwicht) en het vermogen 393 9.4.3. Vermogenseffecten op de economische activiteit 398 9.4.3.1. Wijzigingen in het nominaal vermogen en het IS-LM-evenwicht 398 9.4.3.2. Vermogenseffecten via het algemeen prijspeil en het IS-LM-evenwicht 400 9.5. Het geldaanbod als endogene grootheid en het IS-LM-evenwicht 404 9.5.1. ‘The endogenous money stock’ 405 9.5.2. Endogeniteit van de geldhoeveelheid, het IS-LM-model en de strekking van de monetaire politiek 407 Bijlage 1. Inflatieverwachtingen, reële en nominale rente en economische activiteit 409 Toepassing 16. Het IS-LM-model in de praktijk tijdens en na de financiële crisis Toepassing 17. De budgettaire multiplicator in de praktijk – 1 Toepassing 18. Schokken in het IS-LM-evenwicht en de prijsvorming van aandelen en obligaties Hoofdstuk 10 – De vraag naar goederen en diensten – 2: Het Mundell-Fleming-model en de AD-II-curve 10.1. De betalingsbalansrestrictie en de BP-curve 10.2. Het IS-LM-BP-model (Mundell-Fleming-model) 10.2.1. Het aanpassingsproces bij betalingsbalansonevenwichten 10.2.2. Budgettair en monetair beleid in een open economie 10.2.2.1. Twee stellingen 10.2.2.2. Nuanceringen voor het budgettair beleid: de keynesiaans-klassieke discussie 10.2.2.3. Nuancering voor het monetair beleid: de reactie van de wisselkoers 10.2.3. Het IS-LM-BP-model in de landen van het eurogebied 10.3. Afleiding van de AD-curve in een open economie (AD-II-curve) Toepassing 19. De budgettaire multiplicator in de praktijk – 2 Toepassing 20. Schokken in het IS-LM-model en de evolutie van de wisselkoers Toepassing 21. Het IS-LM-BP-model en de eurocrisis Toepassing 22. De Argentijnse crisis in 1992-2002
377 381 396 413 414 420 420 424 425 432 436 440 449 430 438 443 456
Inhoud xv
Deel 3
Macro-economische analyse van de aanbodzijde
463
Hoofdstuk 11 – Loon- en prijsvorming en de arbeidsmarkt 11.1. De macro-economische productiefunctie 11.2. De werkgelegenheid in een perfect competitieve gesloten economie 11.2.1. De vraag naar arbeid 11.2.2. Het aanbod van arbeid 11.2.3. Het arbeidsmarktevenwicht onder perfecte concurrentie 11.3. Loonvorming, prijszetting en werkgelegenheid in het nieuw-keynesiaans ‘competing claims’-model 11.3.1. Loonvorming door onderhandeling 11.3.1.1. Theorie 11.3.1.2. Kenmerken en determinanten van de onderhandelde reële lonen: empirisch 11.3.2. Prijszetting onder imperfecte concurrentie 11.3.3. De werkgelegenheid in evenwicht: de confrontatie van loon- en prijsvorming 11.3.4. Reële loonkosten en werkgelegenheid in het nieuw-keynesiaans model: een nuancering Bijlage 1. Afleiding van het individueel arbeidsaanbod: het netto-effect van loonstijging Bijlage 2. Imperfecte concurrentie en prijszetting: afleiding van vergelijking (22)
467 468
Hoofdstuk 12 – Het globaal aanbod van goederen en diensten 12.1. Het potentieel outputniveau en de globale-aanbodcurve op lange termijn 12.2. De globale-aanbodcurve op korte termijn 12.2.1. De globale-aanbodcurve op korte termijn in een economie gekenmerkt door reële rigiditeit, maar nominale flexibiliteit 12.2.2. Verklaringen van reële loon- en prijsrigiditeit 12.2.3. Nominale rigiditeit en de helling van de globale-aanbodcurve op korte termijn
517
470 471 474 480 483 485 485 494 501 506 509 512 513
518 530 532 545 553
Toepassing 23. Effecten van een permanente olieprijsstijging op econo mische groei en inflatie, en de ‘battle of mark-ups’ 526 Toepassing 24. Verhoogde concurrentie op de goederen-endienstenmarkt en prijszetting 542
xvi
Deel 4
Het globaal macro-economisch evenwicht Hoofdstuk 13 – Macro-economische activiteit en conjunctuur: het AD-AS-model 13.1. Globale vraag, globaal aanbod en de macro-economische activiteit: een gesloten economie 13.1.1. Het model 13.1.2. Vraagschokken en de macro-economische activiteit 13.1.3. Aanbodschokken en de macro-economische activiteit 13.2. Globale vraag, globaal aanbod en de macro-economische activiteit: een open economie 13.2.1. Het model 13.2.2. Vraag- en aanbodschokken en de macro-economische activiteit in een open economie 13.3. Nominale en reële loon- en prijsrigiditeit en de gevolgen van vraagschokken Bijlage 1. Adaptieve prijsverwachtingen Toepassing 25. Effecten van monetair beleid in empirisch onderzoek Toepassing 26. Effecten van aanbodschokken in empirisch onderzoek
Inhoud
557 559 560 560 564 572 580 580 582 588 590 567 575
Hoofdstuk 14 – Werkgelegenheid en werkloosheid: analyse en beleid 593 14.1. Werkgelegenheid en werkloosheid: determinanten en samenstelling 595 14.1.1. Evenwichtswerkgelegenheid en -werkloosheid 596 14.1.2. Keynesiaanse werkloosheid 601 14.1.3. Hysteresis 602 14.1.4. Structurele verandering en de problematiek van de laaggeschoolden 610 14.1.5. Empirische verklaring van de werkloosheid en de werkgelegenheid 615 14.2. Werkgelegenheidsbeleid en aanpak van de werkloosheid 620 14.2.1. Creatie van werkgelegenheid en werkloosheidsbestrijding door expansief vraagbeleid 621 14.2.2. Creatie van werkgelegenheid en werkloosheidsbestrijding door beleid aan de aanbodzijde 624 14.2.3. Bestrijding van de werkloosheid: de noodzaak van een gecombineerde aanpak 630 14.3. Kosten van werkloosheid 636 14.3.1. Verlies van output en toegevoegde waarde 636 14.3.2. Ongunstige gevolgen voor de inkomensverdeling 639 14.3.3. Niet-financiële gevolgen van werkloosheid 641
Inhoud xvii
Toepassing 27. Oorzaken van stijgende werkloosheid 607 Toepassing 28. Duitsland en Zweden: succesverhalen van werkgelegenheid 632 Hoofdstuk 15 – Inflatie 15.1. Verklaring van de inflatie op korte en middellange termijn: de Phillips-curve 15.1.1. De oorspronkelijke Phillips-curve 15.1.2. De ‘expectations-augmented Phillips-curve’ en het onderscheid tussen de korte en de lange termijn 15.1.3. Aanbodschokken en de Phillips-curve 15.1.4. Potentiële uitbreidingen van het inflatiemodel 15.2. Verklaring van de inflatie op lange termijn: de kwantiteitstheorie en het begrotingsbeleid 15.2.1. De kwantiteitstheorie en de effecten van het monetair beleid op lange termijn 15.2.2. Begrotingsbeleid en (zeer hoge) inflatie 15.2.2.1. Voorwaarden voor het ontstaan van (zeer) hoge inflatie 15.2.2.2. Het begrotingstekort en de geldhoeveelheid 15.2.2.3. Begrotingstekort, inflatie en ‘inflation tax’ 15.3. Anti-inflatiebeleid 15.4. Kosten van inflatie 15.4.1. Kosten van geanticipeerde inflatie 15.4.1.1. Theorie 15.4.1.2. Empirisch onderzoek 15.4.2. Kosten van niet-geanticipeerde inflatie 15.4.3. Afkeer van inflatie en werkloosheid in de praktijk: de paradox Bijlage 1. Rationele verwachtingen Toepassing 29. Werkloosheid en inflatie in België en de VS in 2007-2013 Toepassing 30. Financiering van het begrotingstekort, internationale reserves en geldcreatie in Rusland 1997-1998
643 645 646 650 655 660 666 666 667 668 669 672 677 679 679 680 682 682 683 690 663 674
xviii
Deel 5
Economische groei
Inhoud
695
Hoofdstuk 16 – Economische groei: het Solow-model 697 16.1. Enkele feiten en cijfers 697 16.2. De bronnen van economische groei 701 16.3. Het Solow-model van economische groei 703 16.3.1. Basismodel 704 16.3.1.1. Uitgangspunten 704 16.3.1.2. Verklaring van het BBP per capita in evenwicht (de ‘steady state’) 706 16.3.2. Comparatieve statica 711 16.3.3. De ‘golden rule steady state’ 716 16.3.4. Permanente technologische vooruitgang in het Solow-model 721 16.4. Het convergentiedebat 725 16.4.1. Theorie: conditionele convergentie 725 16.4.2. Empirie en eerste evaluatie van het Solow-model 728 16.4.3. Het Solow-model, globalisering en wereldwijde inkomensongelijkheid 731 Bijlage 1. Enkele wiskundige en andere aanvullngen 734 Hoofdstuk 17 – De moderne groeitheorie 737 17.1. Kritiek op het Solow-model 737 17.2. Het uitgebreid Solow-model van Mankiw, Romer en Weil (1992) 739 17.3. De endogene-groeitheorie 743 17.3.1. Basisideeën 743 17.3.2. Modellen van endogene groei via blijvende kapitaalopbouw 747 17.3.2.1. Het AK-model 748 17.3.2.2. Kennis als positief extern effect van vastekapitaalvorming 749 17.3.2.3. Begrotingsbeleid en endogene groei 752 17.3.3. Modellen van endogene groei via een R&D-sector 762 17.3.3.1. Een basis R&D-model 762 17.3.3.2. Innovatie en uitbreiding van productvariëteiten – modellen van horizontale differentiatie 764 17.3.3.3. Creative destruction – modellen van verticale differentiatie 765 17.4. Empirisch onderzoek 766
Inhoud xix
Econometrische appendix – Nadere toelichting bij de schattingsresultaten in de hoofdstukken 5 en 7
773
Literatuur
775
Register
791
Namenregister
805