Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap Jaarverslag 2011
Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap Postadres: Postbus 805, 3500 AV Utrecht Bezoekadres: Ganzenmarkt 6, 3512 GD Utrecht Telefoon: 030-236 1202 Fax: 030-236 1290 E-mail:
[email protected] Website: www.knag.nl
Inhoud Woord van de voorzitter 1. Organisatie 1.1 De organisatie 1.2 Bestuur en ereleden 1.3 Bureau, archivaris en kaarten- / atlasbeheer 1.4 Bijzonder hoogleraar onderwijsgeografie 1.5 Onderscheidingen
5 6 6 7 7 7 8
2. Activiteiten in 2011 2.1 Onderwijs 2.2 Lezingen, studiedagen en congressen 2.3 Excursies 2.4 Overige activiteiten 2.5 Diensten voor derden
10 10 14 15 16 17
3. Publicaties en periodieken 3.1 Geografie 3.2 Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie (TESG) 3.4 Digitale Nieuwsbrieven 3.5 Overige publicaties
18 18 19 20 20
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
21 22 23 24 25 26 28
I KNAG-leden en abonnees, 2009-2012 II Afdelingen, commissies en regionale kringen III Overzicht redacties IV Activiteitenoverzicht 2011 V Persoverzicht 2011 VI Verzonden persberichten 2011 VII Promotie Aardrijkskunde
Woord van de voorzitter Er is weer een jaar voorbij. 2011 was voor het KNAG een jaar waarin opnieuw een grote hoeveelheid activiteiten kon worden uitgevoerd. Het is verheugend te kunnen constateren dat bij vrijwel gelijke bureaucapaciteit veel alom gewaardeerde activiteiten in dezelfde omvang uitgevoerd konden worden, terwijl ook nog nieuwe zaken werden aangepakt. Zo heeft het KNAG zich nadrukkelijk ingezet om de positie van vak in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs te behouden en zo mogelijk te versterken. Beleidsinitiatieven van minister Van Bijsterveldt ten aanzien van profielen in de bovenbouw vwo/havo en van toetsen voor het vak wereldoriëntatie in het primaire onderwijs werden door het KNAG nauwkeurig gevolgd. Wanneer en waar dat opportuun was is gereageerd richting de minister en de Onderwijsraad. Telkens met de onderbouwde boodschap dat aardrijkskunde een belangrijk kernvak binnen de leerplannen in het onderwijs is en dat het vak daarom zijn huidige positie minimaal moet behouden. Bestuursleden en een taakgroep van de Afdeling Onderwijs, de KNAG-hoogleraar Onderwijsgeografie, de directeur en onderwijscoördinator van het KNAG en ondergetekende hebben hiertoe uitstekend samengewerkt. Of en hoe het heeft gewerkt is moeilijk vast te stellen, maar het KNAG-geluid is gehoord en de positie van het vak is niet wezenlijk veranderd. Een andere nieuwe activiteit was de eerste GeoActueel bijeenkomst gericht op praktijkgeografen. Onderwerp was de bestuurlijke geografie van Nederland. De opkomst bij de bijeenkomst in Den Haag en het effect ervan hadden wat groter kunnen zijn, maar het was een geslaagde activiteit en het KNAG heeft goede leerervaringen opgedaan voor volgende keren. Beide bovengenoemde zaken zijn in lijn met de bijstelling van het strategisch beleid van het KNAG waarover het afgelopen jaar is gesproken en besloten. Daarnaast heeft het genootschap in 2011 weer een heel succesvolle Onderwijsdag bij de Vrije Universiteit in Amsterdam gehad en een prima Geoweek. Dit jaarverslag vertelt daarover en laat ook zien dat het daarbij niet is gebleven. Er is door besturen en leden veel werk verzet voor de geografen en de geografie in Nederland en daarbuiten. Daar heeft de samenleving zeker van geprofiteerd. Ik wil als voorzitter eenieder die zich hiervoor heeft ingezet – en dat zijn heel veel personen – daar heel hartelijk voor danken. En natuurlijk de hoop uitspreken dat wij ook in 2012 op dezelfde wijze doorgaan. Zo blijft de geografie sterk, blijven de geografen gemotiveerd en wordt de bijdrage van het vak aan de maatschappelijke ontwikkeling steeds duidelijker en vanzelfsprekender. Henk Ottens Voorzitter KNAG
5
1. Organisatie 1.1 De organisatie Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) is in 1873 opgericht. In het begin was het hoofddoel het vermeerderen van wetenschappelijke kennis van de wereld en de aarde. Om dat te bereiken zijn door het KNAG tientallen expedities naar onbekende gebieden georganiseerd. De expedities werden ook gehouden met oog op de commerciële kansen van de gebieden die verkend werden. De vele authentieke kaarten en originele expeditie-uitrustingsstukken, die het KNAG aan verschillende Nederlandse musea in bruikleen heeft gegeven, getuigen nog steeds van de onderzoekstochten. Op de website www.knag-expeditie.nl en in het boek ‘In kaart gebracht met kapmes en kompas’, is veel informatie over de expedities te vinden. Alle kaartinventarisaties, verzamelingen van objecten, verslagen en foto’s hebben geresulteerd in indrukwekkend erfgoed van internationale betekenis. Sinds de noodzaak tot verkenning van onbekende gebieden afnam, concentreert het KNAG zich op de Nederlandse geografen en de geografie in Nederland. Vandaag is het KNAG een professionele vereniging van geoHet pand waar het KNAG sinds grafen, studenten geografie en aardrijkskundedocenten met 3.000 leden. 2010 gevestigd is Naast het bevorderen van de geografische wetenschapsbeoefening en het opwekken van belangstelling voor de resultaten, focust het hedendaagse KNAG op het benadrukken van het onderscheidende vermogen van geografische kennis en van geograaf als beroep bij politiek, pers en publiek. Het KNAG richt zich verder op dienstverlening voor leden en het fungeren als ontmoetingsplatform voor het uitwisselen van ideeën, informatie en ervaringen. Het KNAG vormt het belangrijkste netwerk voor geografen en geografie in Nederland. Het biedt plek voor discussies en activiteiten tussen geografen werkzaam in wetenschap, onderwijs, management en politiek et cetera. Leden komen zowel uit de publieke als de private sector en opereren zowel in Nederland als internationaal. Het KNAG onderhoudt vele contacten met de belanghebbende organisaties bij de geografische wetenschappen en het aardrijkskundeonderwijs. Het KNAG publiceert de tijdschriften: Geografie, het tijdschrift in het Nederlands voor geografen die op de hoogte willen blijven van een breed scala van aardrijkskundige onderwerpen en van het onderwijs; en het wetenschappelijke, Engelstalige Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie (TESG), een gerenommeerd peer-reviewed tijdschrift. Daarnaast wordt om de doelstellingen te bereiken elk jaar de KNAG-Onderwijsdag georganiseerd. De grote (ongeveer 700 deelnemers) ontmoetings- en nascholingsbijeenkomst voor het aardrijkskundeonderwijs in Nederland. Ook zijn er elk jaar lezingen, excursies, wedstrijden/prijsvragen en is het KNAG geregeld bij tentoonstellingen betrokken. Leden profiteren van aanzienlijke kortingen. Verder maakt het KNAG zich sterk met tal van projecten om relevante ontwikkelingen in de maatschappij en de beroepspraktijk op de juiste manier te koppelen binnen het vak aardrijkskunde.
KNAG Jaarverslag 2011
Ten slotte, de leden van het KNAG hebben de volgende visie en missie vastgesteld:
6
Visie Leefgebieden van de mens en de natuurlijke omgeving staan onder toenemende druk en de onderlinge samenhang in Nederland, Europa en de wereld wordt steeds belangrijker; wij krijgen steeds meer met elkaar te maken op onze eigen aarde en in onze eigen wereld, nabij en veraf. Missie KNAG Fungeren als ontmoetingsplatform voor leden en belanghebbenden voor het uitwisselen van ideeën, kennis en informatie over Aardrijkskunde (AK)/Geografie (Geo). Laten zien van de betekenis ervan aan politiek, pers, publiek opdat mensen rekening houden met elkaar en met de natuurlijke omgeving.
1.2 Bestuur en ereleden • Erelid mw. dr. S.E. Steigenga-Kouwe • Bestuur prof. dr. H.F.L. (Henk) Ottens drs. L.J.F.P. (Leon) Busschops drs. J.A. (Jeanet) van Antwerpen drs. P.C. (Pim) Beukenkamp drs. R.H. (Robbert) Coops dr. J.C. (Joos) Droogleever Fortuijn prof. dr. S. (Sako) Musterd drs. K. (Katie) Oost drs. J.P.T. (Jaap) Renkema drs. N.G. (Nanno) Vlaanderen
voorzitter penningmeester personeel en praktijk tijdschriften (tot 1-6-2011) communicatie en praktijk wetenschap (per 1-9-2011) wetenschap (tot 1-9-2011) onderwijs praktijk (tot 1-6-2011) onderwijs
1.3 Bureau, archivaris en kaarten / atlasbeheer mw. drs. A.B. (Anouk) Adang drs. R.T.A. (Rob) Adriaens M. (Marcel) Broekhuizen F.A.B. (Ferry) Devilee BSc mw. drs. G. (Gemmeke) van Kempen dr. R.H. (Ronald) Kranenburg drs. E.A.G. (Eelko) Postma mw. A.M. (Gonneke) van Sambeek mw. F.M. (Florence) van Sambeek
onderwijscoördinator onderwijsspecialist financieel en administratief medewerker projectmedewerker eindredacteur Geografie hoofd- en beeldredacteur Geografie directeur-secretaris bureau-assistent administratief medewerker
De kaarten- en atlassencollectie van het KNAG is ondergebracht bij de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. Beheerder: drs. J.W.H. (Jan) Werner. Archivaris van het KNAG is dr. P.P.W.J. (Paul) van den Brink, historisch geograaf, verbonden aan de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht.
1.4 Bijzonder hoogleraar onderwijsgeografie De KNAG-leerstoel voor het aardrijkskundeonderwijs is bedoeld om de ontwikkeling van het vak aardrijkskunde in het basis- en voortgezet onderwijs te ondersteunen. Belangrijk daarbij is dat er een brug wordt geslagen tussen de wetenschappelijke geografie en aardwetenschappen enerzijds en de aardrijkskunde zoals die op basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs wordt onderwezen anderzijds. Sinds 1 februari 2007 is prof. dr. Joop van der Schee gedurende twee dagen per week voor 5 jaar hoogleraar op de KNAG-leerstoel voor het aardrijkskundeonderwijs. Het ligt in de bedoeling deze aanstelling te verlengen. Joop van der Schee is werkzaam als vakdidacticus aardrijkskunde en onderwijsgeografisch onderzoeker bij het Onderwijscentrum VU enals docent sociale geografie verbonden aan de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. De • • • • • •
belangrijkste activiteiten betroffen: voorzitter van de commissie voor het nieuwe vmbo examenprogramma aardrijkskunde. voorzitter van de toetswijzercommissie wereldorientatie basisonderwijs. projectleider van het landelijk expertisecentrum aardrijkskunde (CEG). lid van de landelijke stuurgroep watereducatie. het organiseren van nascholing aardrijkskunde voor docenten aardrijkskunde op verschillende niveaus. begeleider van een zevental promotietrajecten over kwaliteitsverbetering in het aardrijkskundeonderwijs; Tim Favier promoveerde in 2011 op een proefschrift over GIS in de bovenbouw havo/vwo. • voorzitter van de KNAG commissie voor de Derby der Lage Landen. • co-chair van de International Geography Olympiad van de IGU. • samen met anderen het vak aardrijkskunde onder de aandacht brengen van politiek en media.
7
1.5 Onderscheidingen Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap kent twee eremedailles: de Plancius- en de Vethmedaille. De Planciusmedaille is bestemd voor personen, die zich in het bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de geografie. De Veth-medaille eert personen, die een grote bijdrage hebben geleverd aan de geografie, en met name voor activiteiten binnen het genootschap. De Plancius-medaille is vernoemd naar Pieter Platevoet, later Petrus Plancius, die in 1552 in West-Vlaanderen werd geboren. Na zijn schoolopleiding studeerde hij theologie in Duitsland en Engeland. Op 24-jarige leeftijd werd hij beroepen als predikant, eerst in verschillende plaatsen in Vlaanderen, later in Brussel. Na de belegering van Brussel door Parma in 1585 vluchtte Plancius naar Amsterdam, waar hij het beroep van predikant weer opnam en dat tot zijn dood in 1622 zou blijven uitoefenen. Hij was een invloedrijk theoloog. Het is des te verwonderlijker dat hij daarnaast een van de belangrijkste cartografen van zijn tijd was. Plancius tekende zelf kaarten, de bekendste dateert uit 1590. In 1592 bracht hij zijn grote wereldkaart uit en vestigde daarmee zijn reputatie. Hij vervaardigde verder een aantal kaarten van de buiten-Europese kusten en, samen met Willem Barentsz, een kaart van het Middellandse zeegebied. Verder publiceerde hij journalen, zeemansgidsen, navigatieboeken en ontwikkelde hij een nieuwe methode voor de bepaling van de geografische lengte. Bovendien introduceerde hij het gebruik van de Mercator-projectie voor de zeekaarten. Zijn rol als centraal verzamelpunt van allerlei soorten informatie, die hij functioneel maakte voor andere kaartenmakers, was van grote betekenis. Plancius speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de Verenigde Oost- en ook de West-Indische Compagnie, zowel financieel als voor de uitrusting met kaartmateriaal. Hij heeft vanwege zijn aardrijkskundige beschrijvingen en zijn activiteiten als cartograaf de aanzet gegeven voor de spectaculaire groei van de Nederlandse cartografie in de zeventiende eeuw. Plancius was een grote stimulator van de Nederlandse zeevaart. De Veth-medailles - in zilver en brons - zijn veel later ingesteld dan de Plancius-medailles, namelijk bij het 80-jarig bestaan van het KNAG in 1953. Deze medailles zijn bestemd voor personen die zich onderscheiden door bijzondere prestaties op het gebied van de aardrijkskundige wetenschappen. In tegenstelling tot de Plancius-medailles worden de Veth-medailles hoofdzakelijk uitgereikt aan personen, die zich ook binnen het KNAG verdienstelijk hebben gemaakt. De Veth-medaille is vernoemd naar prof. dr. Pieter Johannes Veth (1814-1895), de eerste voorzitter van het Aardrijkskundig Genootschap (1873-1884). Hij was indoloog, verbonden aan het Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde te Leiden en onder meer de auteur van het gezaghebbende werk: Java, geografisch, etnologisch, historisch. Veth zette zich in voor de toename van de geografische kennis van onze toenmalige koloniën, en met name voor de uitrusting van expedities. Hij nam het initiatief voor de oprichting van het Tijdschrift van het KNAG. Bij zijn terugtreden als voorzitter wordt Veth benoemd tot erelid van het genootschap. Na zijn overlijden wordt als eerbetoon zijn naam verbonden aan het Veth-fonds, ingesteld om gelden te verzamelen voor het uitvoeren van andere expedities van het genootschap.
KNAG Jaarverslag 2011
In 2009 heeft het KNAG een nieuwe onderscheiding in het leven geroepen; de KNAG Onderwijsprijs. Deze wordt uitgereikt aan personen die zich bijzonder hebben ingezet voor de vakinhoudelijke en/of vakdidactische ontwikkeling van het aardrijkskundeonderwijs. Dat kan zowel binnen po, vo, mbo, hbo en wo zijn, als vanuit de onderwijsondersteunende instellingen. Vanaf 2010 zal de prijs alleen in de even jaren toegekend worden.
8
Toekenning Plancius-medaille 1921 1926 1928 1930 1930 1933 1957 1959 1998 2000 2001 2001 2003 2006 2007 2007 2009 2009 2009
dr. ir J.W. IJzerman dhr. Ph. C. Visser dhr. Penck dr. G.A.F. Molengraaff Sir Francis Younghusband dhr. Sven A. Hedin prof. dr. ir. F.A. Vening Meinesz Sir Vivian Fuchs prof. dr. Herman Verstappen prof. dr. F.J. Ormeling sr. prof. dr. Hans van Ginkel prof. dr. H.H. van der Wusten prof. dr. G.A. Hoekveld prof. dr. J.M.G. Kleinpenning prof. dr. G. Schilder prof. dr. F.J. Ormeling jr. dr. T.W.J. van Asch prof. dr. G.A. van der Knaap prof. dr. J. van Weesep
Toekenning zilveren Veth-medaille voor het gehele wetenschappelijke oeuvre: 1959 L.D. Brongersma 1962 Ernst Crone 1971 prof. dr. A.J. Pannekoek Toekenning bronzen Veth-medaille: 1957 1963 1963 1970 1998 2000 2002 2003 2005
dr. C.C. Egeler en dr. T. De Booy prof. W.E. Boerman dhr. J. Schokkenkamp dhr. R. Schrader drs. Johan Borchert dr. Ben de Pater dr. A.T. van Holten drs. P.C. Beukenkamp dr. L.J.A.E. Vankan
Toekenning KNAG Onderwijsprijs 2009 drs. W.A. Korevaar 2010 dhr. T. Bloothoofd
9
2. Activiteiten in 2011 2.1 Onderwijs • Natuur, Leven en Technologie (NLT) Het KNAG is vanaf het begin in 2006 betrokken geweest bij het ‘nieuwe schoolvak’ Natuur, leven en technologie. Pim Beukenkamp heeft vanaf het begin namens het KNAG zitting gehad in de stuurgroep NLT. In 2010 is de eerste periode van NLT afgesloten, waarmee de werkzaamheden van de stuurgroep zijn beëindigd. Op 1 februari 2011 heeft de stuurgroep het eindrapport – Advies beproefd examenprogramma NLT - overhandigd aan de minister van OCW. OCW zal uiteindelijk beslissen of het NLT als schoolvak voor vwo-havo definitief wordt ingevoerd. OCW heeft hierop voorlopig positief gereageerd. De regie over de verankering van het schoolvak NLT wordt voortgezet door de nieuwe Stuurgroep Verankering NLT. Het KNAG als vereniging is hier niet meer in vertegenwoordigd, Bernd Andeweg heeft als aardwetenschapper op persoonlijke titel zitting in deze stuurgroep. De Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON) heeft het KNAG gevraagd om per 1 september een afgevaardigde te hebben in de vaksectie NLT. Eelke Snabilié heeft deze taak op zich genomen. • Nieuw vmbo-programma aardrijkskunde Nadat door Cevo op de Onderwijsdag van 2008 een enquête is gehouden onder vmbo-docenten over het rapport ‘Kijk op een veranderende wereld’, is in 2009 een aanvang genomen met de uitwerking ervan. Er is een stuurgroep samengesteld met vertegenwoordigers van het Ministerie van OCW, Cevo (inmiddels heet dit CvE), Cito, SLO, KNAG en een toehoorder/adviseur van GEU (de branchevereniging van educatieve uitgeverijen). Joop van der Schee is voorzitter van de stuurgroep en Anouk Adang secretaris. In 2010 zijn een conceptversie van het examenprogramma en een conceptversie van de syllabus ter raadpleging voorgelegd aan docenten, opleiders, schoolleiders en anderen zoals ouders. In 2011 heeft de minister haar goedkeuring gegeven aan het examenprogramma aardrijkskunde vmbo en heeft het College voor Examens de syllabus hiervan vastgesteld. Een laatste raadpleging over de handreiking is georganiseerd op 31 mei 2011. De handreiking versie van 28 juni is de definitieve versie. Ondanks dat het KNAG hierom gevraagd heeft, is er nog geen versie in pdf beschikbaar op de website van de SLO. Op 7 juni heeft het KNAG voor de uitgevers en auteurs van schoolmethoden een nascholingsbijeenkomst georganiseerd. Peter Druijven heeft een lezing gehouden over China en van alle uitgeverijen (EPN, ThiemeMeulenhoff en Malmberg) waren er auteurs aanwezig.
KNAG Jaarverslag 2011
• Examenbesprekingen Na de centrale examens aardrijkskunde, eerste tijdvak, zijn er regionale bijeenkomsten geweest om de examens havo en vwo te bespreken. Op 21 (havo) en op 28 mei (vwo en vmbo) zijn er in zalencentrum Poort van Kleef drie landelijke besprekingen geweest. De ervaringen met de examens in de vernieuwde Tweede Fase zijn opnieuw gematigd positief. Er zijn twee atlasdrukken toegestaan, daardoor is er volgens het LAKS en het College voor Examens ongelijkheid voor de leerlingen ontstaan.
10
• Pabo-netwerkdagen Ook in 2011 is er een vakoverstijgende pabo-netwerkdag georganiseerd. Op 6 april kwamen ruim 80 docenten geschiedenis, natuur/milieu/techniek en aardrijkskunde en enkele uitgevers bijeen om zich te buigen over het thema ‘Kennisbases: kansen voor kennis?!’. Gastheer was Gerard Schotanus, werkzaam op de Driestar in Gouda. Keynote sprekers in het ochtendprogramma waren Taeke van den Akker en Symen van der Zee, ’s middags kon men kiezen uit vier vakoverstijgende workshops en tot slot waren er drie sessies waarbij deelnemers van hetzelfde vak bij elkaar zaten om te discussiëren over de kennisbasis en de betekenis ervan in hun lespraktijk. Op 28 september hebben we een pabo-netwerkdag voor docenten aardrijkskunde georganiseerd. Dit keer was Vincent Bax van de Hogeschool Rotterdam medeorganisator. Er waren tien aanwezigen. Er is onder meer een wandeling gemaakt over de brandgrens in Rotterdam en we hebben een bezoek gebracht aan het Maritiem Museum.
• Finale Nationale Aardrijkskunde Olympiade Op 6, 7 en 8 juni streden 17 finalisten van de Nationale Aardrijkskunde Olympiade tegen elkaar in de hoop mooie prijzen te behalen en natuurlijk om te mogen deelnemen aan de laatste Derby der Lage Landen in Vlissingen. De finale werd medegeorganiseerd door de faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht. Er waren een theorietoets en een veldwerkopdracht, over de Utrechtse Schepenbuurt. De algemene winnaar was Maarten Seerden en respectievelijk Bert ter Bogt en Erik Merx wonnen de Theorie- en Veldwerkprijs. De vierde tot en met zesde plaats waren voor Djurre Tijsma, Nick van der Ham en Frank Tijsterman. Ook zij doen mee aan de Derby der Lage Landen. • Derby der Lage Landen Het team van de zes beste leerlingen aardrijkskunde uit het voortgezet onderwijs in Nederland is er in de week van 16 tot en met 19 augustus niet in geslaagd de strijd te winnen in een aardrijkskundewedstrijd met de Vlamingen. Tijdens deze Derby der Lage Landen maakten de leerlingen allerlei opdrachten. De belangrijkste was een advies schrijven over de ruimtelijke ontwikkeling van de Westerschelde. Daarvoor deden de leerlingen eerst veldwerk in het gebied. Individueel was Wout Poncelet uit Vlaanderen de beste leerling. Hij en het Vlaamse team ontvingen vrijdag 19 augustus bij de opleiding Deltamanagement van Hogeschool Zeeland in Vlissingen uit handen van Deltacommissaris Wim Kuijken de eerste prijs en een reischeque van 500 euro. Naast de landenprijs en de individuele hoofdprijs, zijn er nog enkele prijzen vergeven. De complete uitslag is als volgt: Landenprijs: Vlaanderen Individuele hoofdprijs: Wout Poncelet (Vlaanderen) Prijs voor de multimediatoets: Maarten Seerden (Nederland) ex aequo met Nathan de Winne (Vlaanderen) Prijs voor het veldwerk: Daan Verweij (Nederland) Prijs voor de theorietoets: Jonas Celis (Vlaanderen) De beide Nederlandse prijswinnaars zijn leerling van Gymnasium het Juvenaat in Bergen op Zoom. De editie 2011 was de laatste editie van de Derby der Lage Landen; vanaf volgend jaar zal er elk jaar een Internationale Geo-olympiade georganiseerd worden, waar de winnaars van de Nationale Aardrijkskunde Olympiade aan kunnen deelnemen. De volgende Internationale Geo-olympiade zal plaatsvinden in Keulen in 2012. • Onderwijsdag ‘Rijkdom van de Aarde’ De KNAG Onderwijsdag 2011 is georganiseerd in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam. Volgens weerman Reinier van den Berg, een van de hoofdsprekers, is aardrijkskunde hét vak van de 21e eeuw. Hoe je moet omgaan met de rijkdommen der aarde en met de kwetsbaarheid ervan en hoe je zelf iets kunt doen aan klimaatverandering: voor onze leerlingen zullen dit zeer belangrijke vragen zijn. Van den Berg reageerde hiermee op het welkomstwoord van KNAG-voorzitter Henk Ottens die vertelde over de inspanningen van het KNAG om minister Van Bijsterveldt te overtuigen van het nut en de noodzaak van het vak aardrijkskunde, ook in de bovenbouw van havo en vwo. De KNAG Onderwijsdag van donderdag 8 december 2011 was met ruim 700 deelnemers een van de drukst bezochte ooit. Het ochtendprogramma waarin naast Van den Berg ook Saxion-onderwijskundige Symen van der Zee sprak, inspireerde de deelnemers hun onderwijsinhoud en didactiek nog eens goed tegen het licht te houden.
Prijsuitreiking van de Derby der Lage Landen
Reinier van den Berg tijdens de Onderwijsdag 2011
11
• Uitreiking Glazen Globe De Glazen Globe wordt uitgereikt aan het beste aardrijkskundige jeugdboek. Dit houdt in dat een breed scala van onderwerpen aan de orde kan komen. Zo kan een boek betrekking hebben op het milieu, bepaalde (minderheids)groepen in de samenleving, de politieke situatie in de wereld, de overeenkomsten en verschillen tussen bepaalde volkeren en culturen op aarde. Prentenboeken, literatuur en informatieve boeken komen in aanmerking. De winnende auteur ontvangt als prijs een blauwe glazen wereldbol, waarin de continenten in wit dof glas zijn ingeslepen. Op donderdag 8 december 2011 is in Amsterdam tijdens de Onderwijsdag de veertiende Glazen Globe uitgereikt. Winnaar werd het boek “De flat van Fatima” van Janneke Schotveld. Volgens de jury is De flat van Fatima goed te gebruiken om kinderen (van ongeveer 9 jaar) te laten kennismaken met andere culturen. Uit het juryrapport van de Glazen Globe: “De onderwerpen ‘achterstandswijk’ en ‘multiculturele smeltkroes’ worden door Janneke Schotveld in lichtvoetige taal met veel humor geschetst. De dialogen zijn leuk, de taal fris en de verrassende wendingen zorgen ervoor dat de lezer tot het eind geboeid blijft. De tekeningen van Annet Schaap geven de lezer dat hartveroverende extra’s om het verhaal perfect af te maken.” De jury heeft naast een juryrapport ook een tiplijst opgesteld van boeken die een speciale vermelding verdienen. Deze zijn te vinden op de website van het KNAG. Zie ook het persbericht op pagina 27. • Acties rondom het plan ‘Beter Presteren’ In december 2010 kondigde minister Van Bijsterveldt van Onderwijs aan te willen afkoersen op een alfa- en een bètaprofiel in de bovenbouw havo/vwo, als onderdeel van haar Actieplan Beter Presteren. Henk Ottens, voorzitter van het KNAG, heeft hier op de Onderwijsdag 2010 in Zwolle kritische noten bij geplaatst. Er is een taakgroep opgericht met KNAG-leden om mee te denken. Het KNAG stuurde daarop half februari 2011 een brief naar de Onderwijsraad, die de minister over haar voornemen adviseert. Daarin wijzen we vooral op de unieke brugfunctie van aardrijkskunde tussen alfa en bèta, tussen mens en natuur. Samen met de vakverenigingen van geschiedenis-, maatschappijleer- en economieleraren zond het KNAG de Onderwijsraad ook een brief over het belang van gammavakken voor burgerschapsvorming en de kenniseconomie en over de vele leerlingen die het profiel E&M kiezen ter voorbereiding op vervolgstudie en beroep. In maart is er een brief gestuurd aan het Ministerie van OCW naar aanleiding van het verschijnen van het advies van de Onderwijsraad. Om duidelijke voorbeelden te geven van hoe aardrijkskunde ertoe doet zijn er drie casussen (voorbeelden van berichten uit de media en een toelichting hoe aardrijkskundige kennis kan helpen deze berichten te verklaren) opgesteld en naar de leden van de vaste Kamercommissie Onderwijs gestuurd.
KNAG Jaarverslag 2011
Begin 2012 heeft de Minister van Onderwijs besloten geen veranderingen aan te brengen in de profielstructuur. De brieven en casussen vindt u vanaf pagina 28.
12
• Acties rondom het plan ‘Basis voor Presteren’ Op 1 maart heeft minister Van Bijsterveldt de Tweede Kamer geïnformeerd over haar ontwerpwetsvoorstel over toetsing in het primair onderwijs. Zij uitte daarin et voornemen om alleen te toetsen op Nederlands en rekenen-wiskunde in de te verplichte eindtoets en wereldoriëntatie daarin niet op te nemen. Op 7 april heeft het KNAG een brief gestuurd waarin de Minister verzocht wordt om wereldoriëntatie wél op te nemen in deze toets. De brief vindt u op pagina 29. Deze is ook behandeld door de vaste Kamercommissie Onderwijs. • Nederland van Boven in de les Rob Adriaens heeft lesmateriaal geschreven bij alle afleveringen van het televisieprogramma Nederland van Boven. De lesbrieven zijn gratis te downloaden van de website van het KNAG.
• Werkgroep schoolexamens De werkgroep schoolexamens heeft in 2011 de databank met schoolexamenopgaven voor havo en vwo compleet gemaakt en er de laatste verbeteringen aan gedaan. De werkgroep bestaat uit Jan-Willem van Velzen, Theo Hoebink, Judith Peeters en Bart Pijpers. Er worden voorbereidingen getroffen om in het voorjaar van 2012 de toets-checker en opgaven te presenteren aan het veld. • Vertegenwoordiging Verschillende medewerkers en vrijwilligers zetten zich in als vertegenwoordiger van het KNAG bij andere organisaties: Atlantische Onderwijscommissie: Frederik Oorschot Platform VVVO: Anouk Adang CvE vakcommissie vmbo: Dorrie Driedonks CvE vakcommissie havo/vwo: Bart Pijpers NLT-vaksectie bij NVON: Eelke Snabilié (per 1 september) • GeoWeek 2011 In 2011 is voor de vijfde achtereenvolgende keer de GeoWeek gehouden. De GeoWeek vond dit jaar plaats in de week van 11 t/m 15 april 2011. Er bestaan na vijf jaar inmiddels routines en een duidelijke structuur voor GeoWeek. De GeoWeek werd dit jaar gefinancierd door SKB Duurzame ontwikkeling van de ondergrond, Agentschap NL/Bodem+ en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De thema’s ‘bodem’ en ‘water’ stonden dit jaar centraal. In totaal hebben 3.864 leerlingen deelgenomen aan de GeoWeek. Er hebben zich voor de GeoWeek 2011 46 verschillende bedrijven en instellingen aangemeld. Deze 46 bedrijven hebben bij elkaar 73 verschillende expedities georganiseerd. Van deze 46 bedrijven zijn er 3 die geen match hebben kunnen vinden met een school. Dit lag deels aan het laat inschrijven, een te specifieke doelgroep hebben en een te kleine beschikbaarheid. In totaal zijn er 8.500 posters en 20.000 brochures gedrukt. Er is naar elk deelnemend bedrijf/instelling een pakketje posters en brochures verstuurd om die binnen het bedrijf op te hangen of uit te delen aan scholen in de buurt. De poster en de brochure waren verder voor iedereen beschikbaar om te downloaden via de website www.geoweek.nl.
Veldwerk tijdens de GeoWeek
Nieuw dit jaar is een landelijke mailing die verstuurd is op 28 februari 2011. Deze is verstuurd naar ongeveer 7.000 basisscholen en 1.040 middelbare scholen (plus meegezonden met het tijdschrift Geografie naar 3.300 adressen). De mailing bestond uit een A4 envelop met daarin een uitnodiging van het KNAG, twee brochures en één poster. • Geoweek special In de special GeoWeek 2011 wordt verslag gedaan van een aantal expedities om te laten zien hoe je in de klas en op het werk met leerlingen aan de slag kunt met water, bodem en geo-informatie. Deze 16 pagina tellende brochure geeft een goed beeld van wat er geleerd wordt binnen de GeoWeek, welk enthousiasme er bij de bedrijven bestaat, welke belangstelling bij de leerlingen gewekt wordt, hoe je een goede expeditie organiseert, hoe je de kwaliteit ervan kunt verbeteren en je het tot een succes maakt en welke goede en leuke toekomstmogelijkheden er zijn binnen de geosector. De brochure is met het tijdschrift Geografie meegestuurd en is zeer enthousiast onthaald. Verder hebben alle deelnemende organisaties en scholen binnen de GeoWeek de brochure toegestuurd gekregen en ontvingen via de congrestassen alle bezoekers van het SKB Jaarcongres ‘De Dag van de Kennis’ op 28 juni in Burgers Zoo in Arnhem. De brochure is via de website www.geoweek.nl te downloaden.
13
2.2 Lezingen, studiedagen en congressen 26 januari Kring Amsterdam: Lezing Henk Roelofsen ‘Via Bali naar Australië’ 15 februari Kring Amsterdam: Lezing Lia Vriend-Vendel ‘Amsterdam, waar is het IJ gebleven?’ 10 maart Kring Oost: Nascholing ‘Aardrijkskunde onwijs leuk!’ Kring Utrecht: Lezing Willem Hoogendoorn over aardkundige waarden, aardkundige monumenten en aardkundige excursiepunten. 15 maart Kring Amsterdam: Lezing Vincent Rottier over de ‘Stille Omgang’ 18 mei KNAG-lezing ‘Toekomst voor kantoren? Het geografische perspectief’ door prof. dr. Pieter Tordoir De jaarlijkse KNAG-lezing werd in 2011 op 18 mei gegeven door prof. dr. Pieter Tordoir, hoogleraar Economische Geografie en Planologie aan de Universiteit van Amsterdam. In de lezing werd ingegaan op de snel toegenomen kantorenleegstand. Die leegstand is niet alleen een crisisverschijnsel. Het is ook een gevolg van de veranderende ruimtelijke organisatie van onze geavanceerde diensteneconomie. Volgens Tordoir is begrip van die geografische dynamiek cruciaal om leegstand te kunnen voorkomen en bestrijden. 24 mei Geo-Actueel: Ruimtelijk beleid en de bestuurlijke geografie van Nederland Op 24 mei organiseerde het KNAG deze bijeenkomst, speciaal voor wetenschappers, bestuurders en beleidsmedewerkers/adviseurs. De bijeenkomst werd gehouden in Het Nutshuis, in Den Haag. Tijdens de middag is ingegaan op de bestuurlijke indeling van Nederland in rijk, provincies en gemeenten. Kern van de discussie was de vraag hoe bestuurlijke hervorming het beste plaats kan vinden: van bovenaf met blauwdrukken of van onderop met spontane evolutie? Het programma bestond uit korte, kernachtige presentaties en een afsluitende discussie. Sprekers waren Henk Ottens, Virginie Mamadouh, Bas Eenhoorn, Gert de Roo, Jan Ploeger, Robbert Coops en Herman van der Wusten. 7 november Kring Oost: Docentenbijeenkomst over excursies 29 november Kring Amsterdam: Lezing Karel Buysrogge over Umbrië/Italië
KNAG Jaarverslag 2011
20 december KNAG Onderwijsdag 2011 Meer over de KNAG Onderwijsdag 2011 op pagina 11.
14
Discussie in Het Nutshuis
2.3 Excursies 25 april Kring Amsterdam: Wandelexcursie in Spaarndam o.l.v. Lia Vriend-Vendel 19 juni Kring Utrecht: Fietsexcursie Alblasserwaard 25 juni Kring Utrecht: Excursie naar de wijstgronden van Uden 2 juli Kring Amsterdam: Fietstocht naar Waterland 10 september KNAG-excursie Enschede en Gronau Tijdens de jaarlijkse KNAG-excursie werd dit jaar een bezoek gebracht aan Enschede. De excursie stond in het teken van revitalisering en wederopbouw. Prof dr. Gert-Jan Hospers leidde de ruim 40 deelnemers door Roombeek, de wijk die door de vuurwerkramp is verwoest en inmiddels is herbouwd. Barend Köbben leidde de excursiegangers door de binnenstad van Enschede. Ter afsluiting werd een bezoek gebracht aan de naburige Duitse stand Gronau, waar men op creatieve wijze met het industrieel erfgoed omgaat. 17 september Afdeling Historische Geografie: Excursie naar De IJssel
Voormalige textielfabriek in Enschede (foto Frans Westerveen)
1 oktober Kring Amsterdam: Excursie naar Dordrecht en Kinderdijk 15 oktober VVFG: Excursie naar de Peelrandbreuk en de Maashorst 29 oktober Kring Utrecht: Excursie naar het Utrechts Archief 16 december Kring Amsterdam: Excursie naar hotel The Grand
15
2.4 Overige activiteiten • Open huis Sinds augustus 2010 is het KNAG gevestigd aan de Ganzenmarkt 6 te Utrecht. Om de leden de kans te geven de nieuwe locatie te bezichtigen heeft het KNAG op 14 januari open huis gehouden. Het open huis is door 74 leden bezocht. • Sociale Media Het KNAG was al actief op Linkedin met een eigen groep. In 2011 is een start gemaakt op Facebook en Twitter (KNAGtweet). Mede door een stage zijn de mogelijkheden van sociale media voor het KNAG in kaart gebracht. Op de homepage www.knag.nl zijn buttons aangebracht om het KNAG gemakkelijk te volgen via Twitter, aan te sluiten bij de Linkedin-groep en te vinden op Facebook. De website www.geografie.nl is aangepast met headlines, inleidingen en beeld van de nieuwste artikelen in Geografie. Dit maakt het mogelijk in tweets en andere berichten hiernaar te linken. Voor het bekijken van het volledige artikel blijft inloggen met ledencode vereist. Soms wordt uit publicitaire overwegingen wel één volledig artikel ‘vrijgegeven’. Ook ander nieuws, activiteiten, updates rondom het KNAG worden via deze kanalen kenbaar gemaakt. Verder is het mogelijk vanuit het KNAG te reageren op berichten van anderen of kunnen anderen hun mening aan het KNAG kenbaar maken. Ook kunnen mensen met dezelfde belangstelling en belang elkaar vinden. Kortom met sociale media is het gemakkelijker van elkaar te horen wat er speelt, belangstelling te delen en elkaar te attenderen. Niet alleen voor de leden onderling maar ook met belanghebbenden bij aardrijkskunde/geografie buiten de eigen kring. En het kan heel snel en overal. • Tentoonstelling ‘Recht zo als die gaat - varen op de kaart van Mercator’ Vanaf 16 oktober 2011 (tot en met 8 september 2013) is de tentoonstelling ‘Recht zo als die gaat - varen op de kaart van Mercator’ bij het Maritiem Museum in Rotterdam te bezoeken. In samenwerking met het KNAG is voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs en brugklassen VMBO tl, HAVO en VWO een onbegeleide les samengesteld waarin de leerlingen aan de slag gaan met Bosatlassen, oude zeekaarten, globes en kompassen. Ingewikkelde materie, zoals het uitzetten van routes en de werking van satellietnavigatie, is met Klokhuisachtige filmpjes toegankelijk gemaakt. Het KNAG heeft zijn expertise ingezet om de inhoud van de tentoonstelling en het educatiemateriaal te checken en zoveel mogelijk te laten aansluiten op het onderwijs.
KNAG Jaarverslag 2011
• Adviescommissie aardrijkskundige namen in Nederland Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 18 mei 2011 is de Adviescommissie aardrijkskundige namen in Nederland (AaniN) onder de hoede gebracht van het KNAG. De maatschappelijke noodzaak voor juiste, eenduidige en consistente benamingen, de vragen die bij het KNAG binnenkomen over aardrijkskundige namen en het verleden waarbij het KNAG een rol vervulde op naamkundig gebied waren daarbij belangrijke overwegingen. De AaniN is samengesteld uit taalkundigen, historici en cartografen. De experts van de commissie verstrekken onder andere adviezen aan overheden, gevraagd of ongevraagd, aangaande aardrijkskundige namen in Nederland, zoals waternamen, gemeentenamen, plaatsnamen, veldnamen of namen van kunstwerken. Meer informatie is te vinden op www.plaatsnamenadvies.nl .
16
• EUGEO Na Amsterdam en Bratislava was Londen de locatie voor het derde congres van EUGEO, de vereniging van Europese geografische genootschappen (waaronder het KNAG), van 29 tot en met 31 augustus. Het congres bood een platform voor presentatie van en discussie over beleidsrelevant onderzoek in Europa. EUGEO 2011 had als titel Geography’s Stake in Europe: People, Environment, Politics en draaide rond drie thema’s: ‘Duurzaamheid en de omgeving’; ‘Bewoners, politiek en ruimte’ en ‘Nieuwe Wereld, Nieuw Europa, moderniteit en globalisering’. Henk Ottens, voorzitter van het KNAG, is tevens voorzitter van EUGEO.
• Dienstbare kaarten Op 3 februari vond bij de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam, de presentatie plaats van het boek ‘Dienstbare Kaarten. Een cartografische geschiedenis van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap en het Tijdschrift 1873-1966’. In dit naslagwerk, van de hand van KNAG-archivaris Paul van den Brink, worden de ruim 3.000 kaarten behandeld, die tussen 1873 en 1966 in het tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap werden gepubliceerd. De kaarten worden volledig beschreven en zijn toegankelijk gemaakt met indexen op naam, gebied en onderwerp. Onder voorzitterschap van Paula van Gestel van Explokart van Universiteit Utrecht, gaf Ben de Pater van de Faculteit Geowetenschappen van Universiteit Utrecht die middag een lezing over ‘Het KNAG, Nederland en de geografie in de 19de en de eerste decennia van de 20ste eeuw’. Jan Werner, kaartconservator van de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, waarin zich ook de KNAG-collectie bevindt, vertelde verder over het Genootschap. Paul van den Brink sprak tenslotte over het boek zelf en de totstandkoming daarvan. Henk Ottens kreeg als KNAG-voorzitter van de uitgeverij Hes & De Graaf het eerste exemplaar uitgereikt. ‘Dienstbare kaarten’ is als twaalfde deel verschenen in de reeks Historisch-Cartografische Studies van het onderzoeksprogramma URU-Explokart van de Faculteit Geowetenschappen van Universiteit Utrecht.
2.5 Diensten voor derden • Secretariaat WLO Het KNAG-bureau heeft in 2011 werkzaamheden uitgevoerd voor de Werkgemeenschap voor Landschapsonderzoek (WLO). De taken voor de WLO werden uitgevoerd door Marcel Broekhuizen (financiën), Florence van Sambeek (secretariaat) en Ferry Devilee (redactiesecretariaat tijdschrift Landschap). • AGILE Het jaarlijkse congres van AGILE (Association of Geographic Information Laboratories for Europe) was in 2011 te gast op de Universiteit Utrecht. Op dit congres kunnen wetenschappers op het gebied van GIS elkaar ontmoeten en de nieuwste ontwikkelingen delen. Het KNAG heeft administratieve werkzaamheden verricht voor het congres. Zowel de inschrijvingen als de financiële administratie werden door het KNAG verzorgd. • FEGOO Het Fonds voor Europees Geografisch Onderzoek en Onderwijs (FEGOO) is opgericht om het batig saldo van de in 2007 door de Stichting EUGEO Congres 2007 in Amsterdam georganiseerde conferentie aan te wenden voor het bevorderen van de wetenschappelijke beoefening van de geografie van Europa. Hiertoe is de Stichting EUGEO Congres 2007, via een statutenwijziging, omgevormd tot de Stichting Fonds voor Europees Geografisch Onderzoek en Onderwijs. De nieuwe stichting FEGOO is bestuurlijk verbonden met en beheersmatig ondergebracht bij het KNAG. In 2011 zijn de verdere voorbereidingen getroffen zodat in 2012 op basis van het inmiddels opgestelde reglement voor de eerste keer een aanvraagronde voor subsidies georganiseerd kan worden. • GAIA GAIA is een netwerk voor vrouwen uit de aardwetenschappen. Het KNAG beheert het postadres voor het netwerk.
17
3. Publicaties en periodieken 3.1 Geografie Ook dit jaar heeft de redactie geprobeerd actuele, leesbare artikelen aan te bieden voor een breed lezerspubliek van geografen en docenten aardrijkskunde. De redactionele vulling van het tijdschrift verliep in 2011 voorspoedig. Door het grote aanbod van artikelen, was het helaas niet mogelijk alle aangeboden verhalen te plaatsen. In 2010 constateerden we dat het door de toegenomen werkdruk op de universiteiten en de versterkte focus op het publiceren in internationale gerefereerde tijdschriften moeilijker werd voor universitaire medewerkers om tijd vrij te maken om te schrijven voor Geografie. Het afgelopen jaar echter lijkt daar weer voorzichtig iets meer ruimte te komen. Valorisatie –het maatschappelijk relevant inzetten van wetenschappelijke kennis- wordt breed gedragen binnen de faculteiten. Voor Geografie betekent dit dat faculteiten hun kennis vaker middels artikelen beschikbaar willen stellen voor het onderwijs. Sinds 2007 proberen we een beter evenwicht te realiseren tussen het aantal sociaal- en fysisch-geografische artikelen. Deze lijn is in 2011 doorgetrokken. Verder hebben we gepoogd de actualiteit geografisch te benaderen. Dit resulteerde in artikelen over de politieke situatie in Italië, bevolkingskrimp, de aardbeving en daarop volgende tsunami voor de noordoostkust van Japan, de op de E.coli-epidemievolgende komkommercrisis, de uitbarsting van de vulkaan Merapi op Java en een aangrijpend verhaal over hernieuwde honger in de Hoorn van Afrika. Helaas moesten wij in 2011 ook een artikel wijden aan het overlijden van Gerard Hoekveld, één van de boegbeelden van de Nederlandse geografie.
KNAG Jaarverslag 2011
In maart 2011 verscheen een themanummer over Mexico. In de inleiding ligt de focus al meteen op veranderingsprocessen die het land heeft ondergaan. In zes bijdragen komen de economische en politieke veranderingen aan de orde. Andere artikelen richten zich op de toegenomen macht van de georganiseerde misdaad, de verdergaande differentiatie in Zuid-Mexico, het huisvestingsprobleem in de Mexicaanse steden en de ontwikkeling van het toerisme. De thema-redactie bestond uit Otto Verkoren en Peter Druijven. Het extra dikke themanummer van juni 2011 was gewijd aan Spanje. Onder de titel ‘Spanje in het nauw’ werd getoond hoe de bouwsector en de economische crisis verbonden zijn. Verder kwam een palet van thema’s aan bod: migratiebeleid, klimaatverandering, geologie, Baskenland, de Rioja, gebiedsontwikkeling in Valencia en het Guggenheimeffect in Bilbao. In het november/decembernummer was een themadeel opgenomen over de hongersnoden in de Hoorn van Afrika. Ton Dietz schreef een rijk geïllustreerde inleiding naar aanleiding van de hongersnood van 2011, Jan Abbink besteedde aandacht aan de politiek-maatschappelijke context van het probleem, Olaf Verheijen gaf een terugblik op de gedwongen verhuizing van boerenfamilies van de overbevolkte hoogvlakte naar de Ethiopische laagvlakte. Katie Oost en Geert Sterk hadden bijdragen over fysisch-geografische aspecten van honger in Afrika.
18
De redactie van Geografie kende weinig mutaties in 2011. Nieuw in de redactie is Moniek Löffler: fysisch geograaf en eerder werkzaam als adviseur en projectleider bij Rijkswaterstaat. Eind jaren ’90 was Moniek één van de oprichters van het aardkundig tijdschrift Aarde & Mens. Tegenwoordig bezit Moniek haar eigen adviesbureau Bureau Landwijzer. In Geografie publiceerde ze ‘De kust als zandrivier’ (2005) en ‘Verstekelingen uit verre oorden ‘(2011). De volledige samenstelling van de redactie is te vinden in bijlage III (p. 23). Ook dit jaar zijn alle artikelen na te lezen op de website www.geografie.nl. Ferry Devilee zorgde er als webredacteur onder meer voor dat de vulling steeds op tijd geschiedde, dat lezers met inlogproblemen werden geholpen en dat het extra lesmateriaal bij de artikelen werd ontsloten. Ondanks alle inspanningen is het aantal lezers van Geografie in 2011 toch weer iets teruggelopen. Desondanks blijft de redactie samen met het KNAG-bureau en bestuur zich hardmaken om hierin tot groei te komen. Dat is niet eenvoudig gezien de momentele uitstroom van ouderen uit het onderwijs. Hoewel we voor gepensioneerden een reductietarief kennen, besluiten toch veel gepensioneerden hun abonnement te beëindigen. Dat dit niet heeft geresulteerd in een forse daling van het aantal abonnementen is te danken aan de inspanningen om jongeren (studenten en beginnend docenten) te interesseren voor het tijdschrift. De wervingsactiviteiten noodzakelijk om het aantal abonnees te laten groeien, zullen in de komende jaren worden gecontinueerd, of waar mogelijk opgevoerd. Alleen zo kunnen we de continuïteit van het tijdschrift garanderen. Voor de samenstelling van het abonneebestand kunt u terecht in bijlage I (p. 21).
3.2 Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie (TESG) In 2011 zijn, zoals gebruikelijk, 5 nummers van het ‘Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie’ (TESG) gepubliceerd. Vier van de vijf waren reguliere nummers, met daarin artikelen over onderwerpen uit het zeer brede spectrum van de geografische wetenschappen. Nummer 3 bevatte het dossier ‘African tourism geographies’ onder gastredactie van Christian M. Rogerson en Gustav Visser. In de terugkerende rubrieken ‘Outlook on Europe’ en ‘Window on the Netherlands’ is ruimte voor artikelen over actuele onderwerpen uit respectievelijk Europa en Nederland. De redactie heeft ingediende artikelen op kwaliteit beoordeeld en naar collega-wetenschappers gestuurd om ze ‘double-blind’ te laten beoordelen. De redactie heeft drie maal vergaderd, te weten op 2 februari, 28 juni en 19 oktober. In 2011 bestond de redactie uit de volgende leden: prof. dr. F.G. van Oort (hoofdredacteur) mw. dr. B. van Gorp (eindredacteur) dr. J.R. Beaumont (boekbesprekingen) prof. dr. J. van Dijk prof. dr. H. Ernste (Outlook on Europe) dr. D. Evers (Outlook on Europe) (per 1-3-2011) mw. dr. V.D. Mamadouh mw dr. M.A.F. Ros-Tonen mw. dr. V. Schutjens (Window on the Netherlands) dr. G. van Westen (Outlook on Europe) Redactiesecretariaat F.A.B. Devilee BSc In juni 2011 werd bekend dat de ISI Impact Factor van TESG in 2010 is gestegen van 0.717 (over 2009) naar 0.802. Dit getal is een indexatie van de mate waarin artikelen uit TESG geciteerd worden. Daarmee stond TESG in de ‘ISI Journal Citation Reports Ranking’ in de categorie Geografie op de 42ste plaats van 65 journals. In de categorie Economie staat TESG op de 140ste van 304 journals. Het ‘International Advisory Board’van TESG bestond in 2011 uit de volgende leden. Sergio Conti (University and Politecnico of Turin, Italy) Heinz Fassmann (Universität Wien, Austria) Christian Kesteloot (University of Leuven, Belgium) Stephan Krätke (Viadrine European University Frankfurt (Oder), Germany) Richard Le Heron (University of Auckland, New Zealand) Anders Malmberg (University of Uppsala. Sweden) Sally A. Marston (University of Arizona, USA) Jan Nijman (University of Miami, USA) Diane Perrons (London School of Economics, UK) Georges Prevelakis (Tufts University, USA and Sorbonne, France) Christian Rogerson (University of the Witwatersrand, South Africa)
19
3.4 Digitale Nieuwsbrieven Het KNAG verstuurt twee verschillende digitale nieuwsbrieven om leden en niet-leden om de hoogte te houden van recente ontwikkelingen. De KNAG Nieuwsbrief informeert belangstellenden over activiteiten van het KNAG en ontwikkelingen in de wereld van de geografie. In 2011 zijn zes edities van deze nieuwsbrief verstuurd aan ruim 2700 abonnees. De KNAG Nieuwsbrief Onderwijs is specifiek bedoeld voor docenten aardrijkskunde. De nieuwsbrief behandelt onderwerpen als onderwijsbeleid, nascholingen, conferenties en aankondigingen. In 2011 zijn negen edities van deze nieuwsbrief verstuurd naar ruim 1200 geabonneerden.
3.5 Overige publicaties • Grote Atlas van de West-Indische Compagnie. Deel I. In de periode 2006-2010 is de Grote Atlas van de Verenigde Oost-Indische Compagnie gepubliceerd. In november 2011 is hierop een vervolg verschenen: de Grote Atlas van de West-Indische Compagnie. Deel I. De atlas gaat over de Oude of Eerste WIC (1621-1674) die overwegend bedoeld was als militaire onderneming voor de strijd tegen de SpaansPortugese vijand. De atlas is uitgegeven voor Uitgeverij Asia Major in samenwerking met onder andere het KNAG. De atlas was in korte tijd uitverkocht.
KNAG Jaarverslag 2011
• Verjaardagskalender Eind 2011 is er een verjaardagskalender met twaalf opmerkelijke en kleurrijke voorbeelden van cartografie verschenen. De kalender zoomt in op fragmenten, waardoor de schoonheid van kaarten prachtig in beeld komt. De kalender is uitgegeven door de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam en Stichting Paul Mijksenaar (bekend van de bewegwijzering op Schiphol), die haar kaartencollectie aan de UvA schonk. Het KNAG heeft de verjaardagskalender ondersteund.
20
Bijlage I KNAG-leden en abonnees, 2009-2012 Contributie Categorie
1-14-2009
1-13-2010
17-1-2011
18-1-2012
lid zonder tijdschrift
103
103
96
92
lid zonder tijdschrift reductie
16
17
16
16
lid zonder tijdschrift student
0
0
0
0
lid KTFG zonder tijdschrift
26
27
33
32
lid KTFG zonder tijdschrift reductie
4
4
5
4
lid KTFG zonder tijdschrift student
0
0
0
0
totaal aantal leden zonder tijdschrift
150
151
150
144
lid met Geografie
1521
1524
1519
1481
lid met Geografie reductie
669
629
648
650
lid met Geografie student
447
449
437
461
lid KTFG met Geografie
33
33
32
33
lid KTFG met Geografie reductie
8
7
6
5
lid KTFG met Geografie student
1
1
1
1
lid met Geografie en TESG
99
102
102
98
lid met Geografie en TESG reductie
27
20
18
23
lid met Geografie en TESG student
61
56
60
52
totaal aantal leden met abo Geografie
2866
2821
2823
2804
lid met uitsluitend TESG
17
15
13
12
lid met uitsluitend TESG reductie
1
2
2
2
lid met uitsluitend TESG student
0
0
0
1
totaal aantal leden met abo TESG
205
195
195
188
totaal aantal leden KNAG/VVFG
3033
2989
2988
2963
abo Geografie instelling
200
183
177
172
abo Geografie via agent
97
91
91
85
abo Geografie particulier
11
10
10
7
abo Geografie gratis
34
24
24
27
totaal aantal abonnementen Geografie
3208
3129
3125
3095
totaal aantal reductieleden
725
679
695
700
totaal aantal studentleden
509
507
498
515
NB studentleden 14-01-09 inclusief 75 x cadeau-abonnement van RUG of UvA, 11-01-2010 incl 70 x cadeau-abonnement, 17-01-2011 incl 67 x cadeau-abonnement, 18-01-2012 incl 86 x cadeau-abonnement
reductieleden zijn als volgt verdeeld: overgang (van student naar normaal tarief)
72
41
43
41
pensioen
223
215
218
208
docent basisschool
6
5
6
6
docent VMBO
340
342
349
358
VLA-lid
17
15
16
18
baanloos
55
48
50
54
AIO/OIO
12
13
13
15
21
Bijlage II Afdelingen, commissies en regionale kringen • Bestuur Afdeling Onderwijs drs. N.G. Vlaanderen – voorzitter mw. drs. A.B. Adang – secretaris drs. R.T.A. Adriaens mw. drs. J.A. Jaarsma (tot 31-12-2011) dhr. A.C. Kluiters dhr. F.J.W.A. van den Nieuwenhuijzen drs. J.G.M. Palings drs. J. Rijlaarsdam mw. M.P. van Santfoort (per 1-1-2011) • KNAG-IGEO Commissie prof. dr. J.A. van der Schee - voorzitter mw. E.P.J. Herps – secretaris (tot 1-8-2011) mw. drs. A.M. Rovers – penningmeester mw. drs. A. Adang drs. H.A.M. Ankoné drs. B. van Erp Taalman Kip dhr. L.H.M. van Wanrooij • Commissie basisonderwijs / pabo mw. drs. M.C.M. Blankman mw. drs. J. Koene prof. dr. J.A. van der Schee mw. drs. A.B. Adang • Werkgroep Schoolexamens dhr. J.W. van Velzen drs. Th.G.C.J. Hoebink mw. drs. J.E.M. Peeters drs. B. Pijpers • Afdeling Geografie van de Ontwikkelingslanden prof. dr. L.J. de Haan - voorzitter dr. A.C.M. van Westen - penningmeester
KNAG Jaarverslag 2011
• Afdeling Historische Geografie dr. A. de Kraker prof. dr. H. Renes
22
• Vakvereniging Fysische Geografie (onafhankelijke vereniging, geligneerd aan het KNAG) drs. H.R.A. van Hout – voorzitter dr. M. van der Perk – secretaris/penningmeester mw. drs. K. Oost dr. K. Rijsdijk drs. S. Schellevis De jaarvertegenwoordigers van de drie aardkundige studieverenigingen Drift ‘66, GAOS en GeoVUsie.
• Kring Amsterdam drs. H.A. Roelofsen - voorzitter/secretaris mw. drs. E. Boerema - secretaris (tot 01-09-2010) dhr. K.J.M. Buysrogge - penningmeester dhr. C.J.T.M. Boots mw. A.A.H. de Koningh • Kring Den Haag mw. drs. M.J.M. Leliefeld-van Rooij secretaris/penningmeester mw. D. Hendrikse drs. P. de Kiefte mw. J.C.M. van Rooijen mw. drs. M.E.J. Smit • Kring Friesland drs. J. Hoekstra - contactpersoon • Kring Utrecht mw. drs. Y.H. Damen - voorzitter drs. M.J. Kimmel - secretaris mw. drs. F.J. den Hartog-Koet - penningmeester • Kring Zuid-West Nederland drs. N.J. Valk - contactpersoon • Kring Arnhem-Nijmegen drs. B. van Erp Taalman Kip G.C.F. Jansen drs. G.B.M. van den Berg drs. H.J. van Nijnatten dr. L.J.A.E. Vankan • Kring Oost-Gelderland drs. H.A.M. Ankoné drs. J.A. Dales J.A.H. Nijkamp • Kring Flevoland drs. J. Scholtens T. Bloothoofd • Kring Rotterdam N.R. van Roon drs. A. Eijsberg mw. M.A. Hohé • Kring Oost dhr. P.A.G. Loogman - voorzitter dhr. C.C.Th. Nauta - secretaris mw. N. Bouter-Trenning - penningmeester
Bijlage III Overzicht redacties • Redactie Geografie Kernredactie dr. R.H. Kranenburg - hoofd- en beeldredactie mw. drs. G. van Kempen - eindredactie drs. B. Köbben - kaartredactie Grote redactie dr. M.B. Aalbers mw. drs. A. Adang dr. B. Andeweg mw. dr. T. Béneker drs. P. Beukenkamp drs. J. Bosman dr. F. van Dam drs. H. Donkers dr. P. Druijven dr. P. Groote mw. drs. R. Haring dhr. S. van der Heijden dr. G.-J. Hospers dr. H. van Houtum drs. H. de Jong prof. dr. S. de Jong mw. drs. M.A.M. Löffler mw. drs. M.W.C. Logtmeijer mw. dr. V. Mamadouh drs. H. Notté mw. drs. K. Oost mw. drs. M.C.A. Roso prof. dr. J.A. van der Schee dr. B. Spierings • Redactie Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie prof. dr. F.G. van Oort (hoofdredacteur) mw. dr. B. van Gorp (eindredacteur) dr. J.R. Beaumont (boekbesprekingen) prof. dr. J. van Dijk prof. dr. H. Ernste (Outlook on Europe) dr. D. Evers (Outlook on Europe) (per 1-3-2011) mw. dr. V.D. Mamadouh mw dr. M.A.F. Ros-Tonen mw. dr. V. Schutjens (Window on the Netherlands) dr. G. van Westen (Outlook on Europe)
23
Bijlage IV Activiteitenoverzicht 2011 januari 14 – Open huis 26 - Kring Amsterdam: Lezing Henk Roelofsen ‘Via Bali naar Australië’ februari 3 - Boekpresentatie ‘Dienstbare kaarten’ 15 - Kring Amsterdam: Lezing Lia Vriend-Vendel ‘Amsterdam, waar is het IJ gebleven?’ maart 10 - Kring Oost: Nascholing ‘Aardrijkskunde onwijs leuk!’ 10 - Kring Utrecht: Lezing Willem Hoogendoorn over aardkundige waarden, aardkundige monumenten en aardkundige excursiepunten. maart 15 - Kring Amsterdam: Lezing Vincent Rottier over de ‘Stille Omgang’ april 6 – Pabo-netwerkdag 25 - Kring Amsterdam: Wandelexcursie in Spaarndam o.l.v. Lia Vriend-Vendel mei 18 21 – 24 28 –
KNAG-lezing ‘Toekomst voor kantoren? Het geografische perspectief’ door prof. dr. Pieter Tordoir Examenbespreking havo Geo-Actueel: Ruimtelijk beleid en de bestuurlijke geografie van Nederland Examenbespreking vwo en vmbo
juni 7 – Nascholing vmbo voor auteurs en uitgevers 19 - Kring Utrecht: Fietsexcursie Alblasserwaard 25 - Kring Utrecht: Excursie naar de wijstgronden van Uden juli 2 - Kring Amsterdam: Fietstocht naar Waterland augustus 16-19 – Derby der Lage Landen september 10 - KNAG-excursie Enschede en Gronau 17 - Afdeling Historische Geografie: Excusie naar De IJssel 28 – Pabo-netwerkdag
KNAG Jaarverslag 2011
oktober 1 - Kring Amsterdam: Excursie naar Dordrecht en Kinderdijk 15 - VVFG: Excursie naar de Peelrandbreuk en de Maashorst 29 - Kring Utrecht: Excursie naar het Utrechts Archief
24
november 7 - Kring Oost: Docentenbijeenkomst over excursies 29 - Kring Amsterdam: Lezing Karel Buysrogge over Umbrië/Italië december 16 - Kring Amsterdam: Excursie naar hotel The Grand 20 - KNAG Onderwijsdag 2011
Bijlage V Persoverzicht 2011 Een selectie van berichten uit de media over het KNAG en haar activiteiten in 2011 • Onderwijs 1 maart
Geo-info
NAP-bezoekerscentrum: educatie centraal (NAP-lespakketten)
5 april
Trouw
Topografie (ingezonden stuk Joop van der Schee)
24 november
Vu.nl
VU ontvangt honderden docenten aardrijkskunde
26 januari
GISmagazine.nl
GeoWeek 2011 komt er aan
17 februari
MidlandFM.nl
Waterschap werkt mee aan geoweek
maart
Prima VO
Zoek het tot de bodem uit tijdens GeoWeek
13 april
Dagblad van het Noorden
Hoe breng je een wierde in kaart?
13 april
Dichtbij.nl
Velsen doet weer mee aan GeoWeek
14 april
Noord-Hollands Dagblad
Ook voor een achtbaan moet je meten
18 april
De Stentor
Achter elk steentje schuilt een verhaal
• GeoWeek
• Bestuurlijke geografie 25 mei
Inoverheid.nl
'Heldere machtsverdeling provincies en gemeenten'
30 mei
PM.nl
Twee visies op openbaar bestuur
juni
Ruimtelijke ontwikkeling en milieu Polderen voor gevorderden magazine
• Derby der Lage Landen 10 augustus
deltacommissaris.nl
Deltacommissaris reikt prijzen uit bij Derby der lage landen
18 augustus
Provinciale Zeeuwse Courant (PZC)
Aardrijkskunde-derby in de blubber
23 augustus
BN DeStem
Scholieren van Juvenaat toppers in aardrijkskunde
10 november
BN DeStem
Daan is bèta, maar ook 'delta-scholier'
• Adviescommissie aardrijkskundige namen 16 oktober
OmroepRijnwoude.nl
Naam 'Alphen aan den Rijn' scoort goed
• Dienstbare kaarten juni
Geo.brief
Boekbespreking dienstbare kaarten
Leesplein.nl
Glazen Globe voor Janneke Schotveld
• Glazen Globe 8 september
• De Grote Atlas van de West-Indische Compagnie 3 november
nationaalarchief.nl
Archieven West-Indische Compagnie en Middelburgse Commercie Compagnie in de spotlight
25
Bijlage VI Verzonden persberichten 2010 Arbeidstekorten in ‘geosector’ zondag 10-04-2011 14:57 Dit is een origineel bericht van KNAG In traditioneel sterke Nederlandse kennissectoren als water, bodem en (digitale) cartografie dreigen door vergrijzing en onzichtbaarheid tekorten te ontstaan aan gekwalificeerde arbeidskrachten. Om het tij te keren en Nederland veilig, schoon en concurrerend te houden, hebben verschillende sectorinstituten en 50 bedrijven en overheidsorganisaties samen met het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap de handen ineen geslagen. 4.000 leerlingen in het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs maken deze week in de GeoWeek samen met professionals kennis met de beroepspraktijk. Het gaat erom met deze ervaring de kansen te laten zien van de duurzame ontwikkeling van de ondergrond, van werken met water en digitale kaartinformatie.
KNAG Jaarverslag 2011
Wateractiviteiten in kaart dinsdag 12-04-2011 23:18 Dit is een origineel bericht van KNAG Weerman Reinier van den Berg lanceerde dinsdag 12 april in het Watermuseum in het kader van de GeoWeek de digitale kaart met ‘Wateractiviteiten buiten de klas’. De kaart is ontwikkeld in opdracht van de Stuurgroep Watereducatie, waarin de waterpraktijk en het onderwijs samenwerken aan een gestructureerd en gekwalificeerd aanbod van onderwijsinitiatieven over water. Om dit te bereiken is op de website www.watereducatie.nl naast de kaart met wateractiviteiten een raamleerplan en een checklist voor nieuwe leermiddelen voorzien. Verder wordt met Cito gewerkt aan een toets om het niveau van kennis van water te meten. De nu gelanceerde kaart toont een veelheid aan activiteiten voor leerlingen met het thema water in heel Nederland. In verschillende kleuren is te zien om wat voor een activiteit het gaat, zoals een bedrijfs- of museumbezoek, een excursie of een veldwerk. Ook staat aangegeven of de activiteit geschikt is voor leerlingen in het basis- en/of voortgezet onderwijs. Docenten kunnen vanaf nu in één oogopslag zien De lancering kaart ‘Wateractiviteiten’ door weerman welke geschikte buitenactiviteiten over water bij Reinier van den Berg met verder hoogleraar onderwijshun school in de buurt zijn en direct alle bijzonder- geografie Joop van der Schee (links) en KNAG-voorzitter Henk Ottens (rechts) heden daarover opvragen.
26
Bas Eenhoorn: ‘Af van de stroperigheid’ woensdag 25-05-2011 14:33 Dit is een origineel bericht van KNAG Volgens Bas Eenhoorn, waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn, is voor het adequaat uitvoeren van taken zoals veiligheid en ruimtelijke ontwikkeling door provincies en gemeenten een duidelijke bestuurlijke indeling vereist. Dit naast de discussie over voldoende geld binnen het bestuursakkoord met het Rijk. Eenhoorn schetste gisteren tijdens een bijeenkomst van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) in Den Haag voor geografen, planologen en bestuurders de voorwaarden voor krachtig leiderschap door de decentrale overheden. Het moet volgens Eenhoorn glashelder zijn welke bestuurslaag bevoegd is en met de bijhorende macht kan beslissen. Veel urgente taken lopen anders vast in de stroperigheid van de gedeelde verantwoordelijkheid van gemeenten, provincies en regio’s. Zo moet het volgens Eenhoorn niet meer zo zijn dat één gemeente bestuurlijke samenwerking kan blokkeren. De nieuwe bestuurlijke indeling moet gebaseerd zijn op de reikwijdte en het draagvlak voor dagelijkse voorzieningen en activiteiten. Met hulp van moderne geografische informatie en kennis valt er op dat punt nog veel efficiëntie te halen. Ook directeur Jan Ploeger van het IPO pleitte hiervoor, de provincies hebben veel geografische informatie beschikbaar gemaakt om te helpen deze slag te maken.
Virginie Mamadouh, onderzoeker van de Universiteit van Amsterdam, vergeleek de Nederlandse situatie met enkele buitenlandse voorbeelden. De Denen hebben in korte tijd met veel durf een geheel nieuwe bestuurlijke indeling op de kaart gezet met vergrote en versterkte gemeenten. De Fransen kennen vier bestuurslagen en zeer veel en soms erg kleine gemeenten. Daardoor zijn vele en veelsoortige samenwerkingsverbanden ontstaan. Dat heeft inmiddels geleid tot een bestuurlijke lappendeken met als gevolg nieuwe initiatieven vanuit de centrale overheid om enige orde aan te brengen in bevoegdheden, belastingen en verantwoordelijkheden. De buitenlandse voorbeelden geven niet direct duidelijke oplossingen voor de situatie in Nederland. De Groningse hoogleraar planologie Gert de Roo pleitte er voor om tijdelijke en flexibele samenwerkingsverbanden de kans te geven om ruimtelijke opgaven te realiseren. In elk project moeten de betrokken partijen samenwerken. Wij zijn ook het land van weinig gezag, aldus De Roo, maar met de steeds verder terugtredende rol van het Rijk in de ruimtelijke ontwikkeling lopen er nu 418 gemeentelijke kippen rond in Nederland zonder haan. Daarom pleit ook hij voor een duidelijk democratisch gelegitimeerde indeling van provincies en gemeenten. Maar in tegenstelling tot Eenhoorn ziet De Roo deze heldere ruimtelijke structuur vooral als de basis van waaruit provincies en gemeenten per onderwerp zelf arrangementen aangaan om projecten te realiseren. Ook voor zulke projectvormen is geografische informatie en kennis essentieel. Dit geldt overigens niet alleen voor ruimtelijke ordening en milieubeleid, maar ook voor het organiseren van andere voorzieningen en diensten.
De flat van Fatima bekroond donderdag 08-12-2011 13:28 Dit is een origineel bericht van KNAG Het boek De flat van Fatima geschreven door Janneke Schotveld heeft de tweejaarlijkse jeugdliteratuurprijs de Glazen Globe gewonnen. De Glazen Globe is een onderscheiding voor het beste aardrijkskundige jeugdboek. De schijfster ontving 8 december in de aula van de Vrije Universiteit van Amsterdam in aanwezigheid van 800 geografen, voor het overgrote deel docent aardrijkskunde, de prijs uit handen van de juryvoorzitter Billy Gunterman. Volgens de jury is De flat van Fatima goed te gebruiken om kinderen (van ongeveer 9 jaar) te laten kennismaken met andere culturen. Uit het juryrapport van de Glazen Globe: “De onderwerpen ‘achterstandswijk’ en ‘multiculturele smeltkroes’ worden door Janneke Schotveld in lichtvoetige taal met veel humor geschetst. De dialogen zijn leuk, de taal fris en de verrassende wendingen zorgen ervoor dat de lezer tot het eind geboeid blijft. De tekeningen van Annet Schaap geven de lezer dat hartveroverende extra’s om het verhaal perfect af te maken.” De jury heeft naast een juryrapport ook een tiplijst opgesteld van boeken die een speciale vermelding verdienen. Deze zijn te vinden op de website van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, www.knag.nl
27
Bijlage VII Promotie aardrijkskunde In deze bijlage vindt u de volgende brieven en documenten die in het kader van de actieplannen ‘Basis voor presteren’ en ‘Beter presteren’ naar De Onderwijsraad, het Ministerie van OCW en de vaste Kamercommissie Onderwijs zijn gestuurd. Basis voor presteren: • 4 april 2011: Brief aan minister Bijsterveldt over de Centrale Eindtoets Basisonderwijs Beter presteren: • Casus 1: De zandmotor • Casus 2: Stremming Rijn • Casus 3: Voedsel en geopolitiek
KNAG Jaarverslag 2011
• 28 januari 2011: Brief van het KNAG aan de Onderwijsraad • 5 februari 2011: Brief van de gezamenlijke vakverenigingen, waaronder het KNAG, aan de Onderwijsraad • 24 maart 2011: Brief aan het Ministerie van OCW • •20 januari 2012: Brief aan minister over profielenstructuur
28
VANDAAG
IN HET NIEUWS (1)
AARDRIJKSKUNDE DOET ERTOE!
Bron: NRC Handelsblad 17 januari 2011
Z.O.Z.
MORGEN
BIJ AARDRIJKSKUNDE
Waarom bieden dijken en dammen die we nu langs de kust hebben niet genoeg veiligheid? En wat zijn zandsuppleties precies? Aardrijkskunde is het schoolvak dat antwoorden geeft op deze vragen. Het gaat bij uitstek over onderwerpen als onze oer-Hollandse strijd tegen de zee. Binnen aardrijkskunde behoort
" #$$$ "
%
&
vormen van kustbeheer van belang dan het aanleggen van dammen en dijken. De zandmotor is een inventieve manier om onze veiligheid tegen de zee te garanderen en dit te combineren met natuurontwikkeling en recreatie. En dat dan ook nog eens goedkoper dan andere vormen van kustbeheer. Jongeren leren bij het vak aardrijkskunde over het belang van het kustbeheer en de afwegin '
#(e eeuw veilig te houden. Aardrijkskunde doet ertoe! Rob Adriaens
VANDAAG
IN HET NIEUWS (2)
;;,+,<2=3=>'+4 +64: 4,:64?
) * +
,
/0 1 , 2
3 456 +
7 8+ 7 /0
1 +
1 6
" + 3 1
#$$$$$ 9 +
+
: '
+ Bron: nu.nl 16 januari 2011 767
MORGEN
BIJ AARDRIJKSKUNDE
Waarom liep het waterverkeer in de Rijn juist op deze plek zo hopeloos vast? En waarom veroorzaakt een ongeluk zoals met dit schip op de Rijn zo veel schade? ;
" < 8 @
C
7
'
, 9 8 +
"
9
+ , " 8 4
6
5
8 , +
2 ,
, 4 5 8
" "
;
Aardrijkskunde doet ertoe! Rob Adriaens
VANDAAG
IN HET NIEUWS (3)
AARDRIJKSKUNDE DOET ERTOE!
Buitenland zoekt binnenland Wereldwijd kopen rijke landen grond op in arme landen om hun eigen voedselaanvoer veilig te stellen. Ook speculanten azen op landbouwgronden; die zijn ‘beter dan goud’. De geopolitiek van voedselzekerheid. Ethiopië, een van de meest door honger geplaagde landen ter wereld, zal de komende jaren veel meer voedsel van zijn bodem zien komen. Honderden miljoenen hectaren grond zijn al aangekocht om te worden omgetoverd tot moderne, uitgestrekte landbouwbedrijven – een ervan wordt volgens de plannen een graanbedrijf met de afmetingen van Noord-Holland. Maar van de beloofde oogsten van tarwe, rijst en soja gaan de Ethiopiërs zelf niet mee-eten. Alle opbrengst wordt direct verscheept naar India en Saoedi-Arabië, de nieuwe eigenaars van uitgestrekte stukken Ethiopisch grondgebied. Het voorbeeld staat niet op zichzelf. Koeweit kocht land in Cambodja, China in Congo, de Arabische Emiraten in Pakistan, Zuid-Korea in Tanzania en ga zo maar door. De landaankopen zijn zo groot en volgen elkaar zo snel op dat sommige ngo’s spreken van ‘the great land grab’ of een nieuwe ‘scramble for Africa and Asia’: een neokoloniale verovering van de Derde Wereld door buitenlands kapitaal. Volgens de Wereldbank gaat het inmiddels om veertig miljoen hectare landbouwgrond – tien maal Nederland, ruim meer dan heel Duitsland. En het houdt niet op bij rijke landen die arme bezetten. Er is ook ruilhandel: Libië kreeg een stuk Oekraïne in ruil voor een oliebron, Qatar legt een haven aan in ruil voor een stuk Kenia. En ook arme landen kopen elkaars grond, zoals Jordanië in Soedan of Egypte in Ethiopië. Want de reden voor de landhonger is niet het vergaren van een imperium, de voornaamste reden is angst. Voor falende voedselmarkten, voedselcrises, voedselrellen: voor honger. Het is geen denkbeeldige angst, want in 2007 en 2008 was de wereld al korte tijd in de greep van een voedselcrisis die in tientallen landen tot tekorten leidde. In een handvol landen leidde dat tot voedselrellen, waarbij tientallen mensen omkwamen. Bron: De Groene Amsterdammer, 19 januari 2011
Z.O.Z.
MORGEN
BIJ AARDRIJKSKUNDE
Hoe kan dat nou? Landen die grond in andere landen kopen? En waarom is de landhonger de laatste jaren toegenomen? Geeft het kaartbeeld een oplossing om de wereld eerlijker te verdelen? Aardrijkskunde is het schoolvak dat antwoorden geeft op deze vragen. In het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo is het wereldvoedselvraagstuk een belangrijk onderwerp. Aardrijkskunde leert hoe de overheid in arme landen de grond die geen eigendom is van de lokale bevolking verkoopt aan rijke landen. En hoe bevolkingsgroei, urbanisatieprocessen en welvaartsgroei leiden tot extra vraag naar voedsel in opkomende landen als India en China. Aardrijkskunde zet je aan het denken over een veranderende wereld. De nieuwe wereldkaart is te simpel want of een gebied te gebruiken is als landbouwgebied hangt niet alleen af van het oppervlak maar van mens en natuur, van reliëf, neerslag, bodemvruchtbaarheid, landbouwtechnieken en landbouworganisatie, handel en transport. Wat er kan gebeuren als voedselproblemen en macht in het geding zijn, laten de recente ontwikkelingen in Tunesië en Egypte zien. Aardrijkskunde doet ertoe! Henk Meijer & Joop van der Schee
Bron: http://frogsmoke.com/2010/11/14/moving-france-to-peru/
AARDRIJKSKUNDE EN DE TWEE PROFIELEN Utrecht, 27 januari 2011
Minister Van Bijsterveldt stelde in december 2010 voor in de nabije toekomst in de bovenbouw havo/vwo in plaats van vier profielen twee profielen te hanteren, te weten een alfaprofiel en een bètaprofiel. In het aangekondigde Actieplan Beter Presteren wordt het voorstel nader uitgewerkt. Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) is van mening dat het zinvol is te onderzoeken of het werken met twee profielen mogelijk is en bij kan dragen aan kwaliteitsverbetering. Het KNAG wil dan ook graag meedoen met de deze discussie, uiteraard in eerste instantie vanuit het vak Aardrijkskunde. In dit vroege stadium van de discussie wil het genootschap, als eerste voorzet, de volgende relevante kenmerken van het schoolvak Aardrijkskunde onder de aandacht brengen: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Aardrijkskunde is het enige vak dat echt een brugfunctie tussen beide profielen kan vervullen omdat het de relatie tussen de samenleving en de natuurlijke omgeving centraal stelt. De wereld en de aarde zijn het kennisdomein van het vak. Alfaleerlingen zullen voor hen relevante kennis van bètavakken moeten verwerven en omgekeerd. Aardrijkskunde is daarvoor in beide profielen het meest geschikte vak: - voor leerlingen in het alfaprofiel via fysisch-geografische onderwerpen als grondstoffen, klimaat, energie- en water. - voor leerlingen in het bètaprofiel via sociaal-geografische onderwerpen als globalisering, verstedelijking, vergrijzing en leefbaarheid. Het schoolvak Aardrijkskunde kent een cumulerende opbouw. In de basisfase het kennen en begrijpen van de eigen leefomgeving, Nederland, Europa en de wereld. In de oriënterende fase de ruimtelijke en regionale structuren en processen die aarde en de wereld vormgeven. Tenslotte in de specialisatiefase complexe actuele leefomgevingsvraagstukken die vanuit een ruimtelijk en regionaal perspectief in brede zin aan de orde gesteld worden. Aardrijkskunde draagt, samen met onder andere geschiedenis, bij aan burgerschapsontwikkeling en wereldoriëntatie, aspecten die ook in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs én daarna in de beroepspraktijk en het persoonlijke leven van groot belang zijn. Aardrijkskunde is het vak dat als geen ander vooruit kijkt naar de wereld van straks, dichtbij en veraf. Denk aan problemen in wijken en buurten en aan planologische vraagstukken in ons dichtbevolkte land. Denk aan onderwerpen als veiligheid en risicoanalyse. Denk aan regionaaleconomische ontwikkelingen en mobiliteit. Denk aan kennis over geopolitiek op wereldschaal en over opkomende politieke en economische machten. Denk aan de kennis van landen en culturen die essentieel is om er mee samen te werken, handel te drijven en om er te reizen. Het zijn allemaal thema’s die centraal staan binnen het vak Aardrijkskunde. Aardrijkskunde is ook het vak waarbij integratie van kennis uit verschillende domeinen een belangrijke rol speelt. Bij het gebruik van de ruimte en bij de regionale verschillen op aarde spelen aspecten van natuur, techniek, bevolking, cultuur, economie en politiek altijd een rol. Het vak Aardrijkskunde kent diverse unieke onderwijsmethoden, zoals het doen van veldwerk en het gebruik van kaarten, beelden, statistieken en grafieken. Het vak loopt voorop bij computergebruik en praktische opdrachten. Taal en wiskunde spelen daarbij een belangrijke rol. Aardrijkskunde bereidt voor op diverse academische studies (geografie, aardwetenschappen, planologie, milieukunde e.d.) en beroepsopleidingen (geo-informatie, bouw, vastgoed, verkeer, toerisme e.d.). Er is op de arbeidsmarkt meer vraag dan aanbod in deze sectoren.
Graag lichten wij het bovenstaande in een gesprek met u nader toe. Met vriendelijke groeten, Prof. dr. Henk Ottens, Voorzitter Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap Prof. dr. Joop van der Schee, Bijzonder hoogleraar onderwijsgeografie VU KNAG - Postbus 805, 3500 AV Utrecht – tel. 030-236 12 02 - email:
[email protected] – website: www.knag.nl
Aan de Onderwijsraad Mevr. prof. dr. G.T.M. ten Dam Mevr. dr. A. de Wolff Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag
Amsterdam, 5 februari 2011
Geachte leden van de Onderwijsraad, Binnenkort moet u advies uitbrengen over de plannen van minister Van Bijsterveldt om het aantal profielen in de bovenbouw havo/vwo terug te brengen naar twee profielen en meer aandacht te geven aan Nederlands, Engels, Wiskunde en ‘science’. Wij onderschrijven de wens om de leerprestaties van leerlingen te verbeteren, maar maken ons zorgen over de mogelijk negatieve effecten van de maatregelen die worden voorgesteld in het Actieplan Beter Presteren. We noemen hieronder drie belangrijke overwegingen: 1. De maatregelen impliceren een verschraling van het mensen maatschappijvakkenonderwijs. Aardrijkskunde, geschiedenis, economie, maatschappijleer en maatschappijwetenschappen – waarin doelen van burgerschapsvorming centraal staan zijn naar onze mening even zo goed kernvakken. De samenleving en kenniseconomie vragen niet alleen om jongvolwassenen die voldoende vaardig zijn in taal en rekenen. Onze complexe en dynamische samenleving vraagt om mensen die beschikken over voldoende kennis van en inzicht in historische ontwikkelingen en ruimtelijke, politiek-maatschappelijke en economische vraagstukken, het vermogen om te gaan met een diversiteit aan perspectieven en om kritisch te denken en redeneren. Een efficiëntere organisatie van het onderwijs op scholen en een vermeende dalende trend in leerprestaties volgens scores op het PISA onderzoek – waar diverse onderwijskundige experts overigens vraagtekens bij zetten – zijn naar onze mening onvoldoende reden voor een reorganisatie van de onderwijsstructuur en de sterke concentratie op enkele vakken. 2. Het terug brengen van het aantal profielen tot een bèta- en een alfaprofiel ontkent het bestaan van de ‘gammaleerling’. Economie en maatschappij is het grootste profiel in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en het gros van de leerlingen kiest een vervolgstudie die niet als alfa of bèta is te benoemen. De minister verwijst in de aan u gerichte brief naar het regeerakkoord, waarin staat dat er wordt gestreefd naar een optimalisering van de aansluiting binnen en tussen onderwijssectoren. Het schrappen van het gammaprofiel vermindert de aansluiting met het vervolgonderwijs echter drastisch voor leerlingen die geïnteresseerd zijn in economie, geschiedenis, ruimtelijke of politiekmaatschappelijke vraagstukken. Leerlingen moeten hun interesse en talenten voor de mensen maatschappijvakken niet uit hoeven te stellen tot na het voortgezet onderwijs. Ze moeten een profiel kunnen volgen dat goed voorbereidt op een vervolgstudie die bij hen past. Verbetering van het onderwijs vraagt ons inziens vooral om een goed doordacht curriculum met heldere leerlijnen, opbrengstgericht werken en met name professionalisering van leraren. 3. Op basisscholen en pabo’s moet uiteraard voldoende aandacht zijn voor rekenen en taal. De focus ligt de laatste jaren al meer en meer op taal- en rekenonderwijs. Verbetering van het taal- en rekenonderwijs moet en hoeft echter niet ten koste te gaan van onderwijs in de algemeen vormende vakken. Binnen de mens- en maatschappijvakken wordt hard gewerkt aan vormen van taalgericht of taalrijk vakonderwijs om vanuit deze vakken de
taalvaardigheid van leerlingen te verbeteren en tegelijkertijd de opbrengst van het mens en maatschappij onderwijs. Er zijn bovendien al diverse initiatieven gericht op verbetering van taal- en rekenprestaties. Is het niet te voorbarig om, terwijl we nog geen zicht hebben op de positieve resultaten van deze ontwikkelingen, zulke ingrijpende maatregelen te nemen? Wij zijn graag bereid om met u bovenstaande verder te bespreken en steun te bieden bij de verbetering van het onderwijs. Hoogachtend,
prof. dr. Carla van Boxtel, bijzonder hoogleraar Historische cultuur en educatie. Universiteit van Amsterdam / Erasmus Universiteit Rotterdam, namens het Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. prof. dr. Joop van der Schee, bijzonder hoogleraar voor het aardrijkskundeonderwijs. Vrije Universiteit Amsterdam, namens het Centrum voor Educatieve Geografie. prof. dr. Paul Schnabel, voorzitter van de commissies vernieuwing examenprogramma maatschappijwetenschappen. drs. Hans. Goudsmit, namens het Landelijk Expertisecentrum Economie en Handel. drs Hans Teunissen, voorzitter Maatschappijleer (NVLM).
van
de
Nederlandse
Vereniging
van
Leraren
prof. dr. Henk Ottens, voorzitter Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG). drs. Maas van Egdom, voorzitter Vereniging van docenten in Geschiedenis en Staatsinrichting in Nederland (VGN). drs. Jéjé Groot, voorzitter Vereniging van leraren in de economisch-maatschappelijke vakken (VECON).
Ministerie van OCW Directe Primair en Voortgezet Onderwijs t.a.v. dhr. H.H. Post Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Aardrijkskunde en hogere leerprestaties in het voortgezet onderwijs Utrecht, 24 maart 2011
Geachte heer Post, De Onderwijsraad heeft recentelijk een advies uitgebracht over de hoofdlijnen van het in december 2010 door minister Van Bijsterveldt aangekondigde Actieplan Beter Presteren. Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) bevordert de geografie in Nederland en is de vakvereniging voor docenten aardrijkskunde. Daarom denkt het KNAG graag mee over kwaliteitsverbetering in het onderwijs. Naar aanleiding van de plannen van de minister zijn in een brief aan de Onderwijsraad de relevante kenmerken van het vak aardrijkskunde voor de discussie over profielen in de bovenbouw toegelicht. Vooral is gewezen op de brugfunctie van het vak tussen de natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen en op het belang van aardrijkskunde voor wereldoriëntatie en burgerschapsvorming, onmisbaar voor persoonlijke ontwikkeling en beroepsuitoefening. Ook heeft het KNAG meegewerkt aan de gezamenlijke brief van mens- en maatschappijvakken aan de Onderwijsraad, waarin wordt bearg0umenteerd dat ook de gammavakken als kernvakken beschouwd moeten worden. Beide brieven zijn als bijlagen toegevoegd. Nu het advies van de Onderwijsraad Naar hogere leerprestaties in het voortgezet onderwijs is verschenen wil het KNAG ook daarop reageren. In het bijzonder richting de regering en het parlement. De reactie is tot stand gekomen in samenwerking met een speciale taakgroep van docenten aardrijkskunde die de recente ontwikkelingen in het onderwijsbeleid volgt en daarop reageert. Die inspanning is Aardrijkskunde doet ertoe genoemd. Voorbeelden waarom aardrijkskunde ertoe doet zijn ook bij deze brief gevoegd. De Onderwijsraad heeft, ondanks de korte termijn waarop gereageerd moest worden, een goed doordacht en evenwichtig advies uitgebracht. Het KNAG kan op veel punten instemmen met de voorstellen. De Onderwijsraad adviseert leerprestaties te verbeteren door de doelen en de kwaliteitseisen te verhogen. Ook wijst ze op het belang van een helder en consistent overheidsbeleid dat zich geleidelijk vernieuwt en op de vele actoren die er bij betrokken zijn of moeten worden. Docenten en schoolleiders spelen een cruciale rol en moeten en kunnen die op professionele wijze vervullen. Deze algemene uitgangspunten kunnen op de steun van de aardrijkskundeleraren rekenen. De onderwijsraad doet vier aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering. Deze betreffen: het onderwijsprogramma, de scholen, de leraren en schoolleiders en het prestatiebeleid. Het KNAG wil in deze brief ingaan op het onderwijsprogramma. De overige aspecten zullen vooral in het overleg met de hele onderwijssector aan de orde komen. Het KNAG is het eens met de Onderwijsraad dat naast de algemene basisvakken (de doorstroomrelevante vakken Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde) er vier onmisbare clusters met kernvakken dienen te worden onderwezen: natuurwetenschappelijk, mens/maatschappijwetenschappelijk (door de Onderwijsraad minder gelukkig ‘sociaal-cultureel’ genoemd), moderne vreemde talen, en persoonlijke vorming/lichamelijke opvoeding. Aardrijkskunde wordt door de Onderwijsraad ingedeeld bij de mens/maatschappijwetenschappen. Dat is historisch gezien begrijpelijk, maar miskent het karakter van 1
de moderne schoolaardrijkskunde die, gericht op leefomgeving van de mens, een brug slaat tussen de natuur- en de mens/maatschappijwetenschappen. In onze brief aan de Onderwijsraad is dit standpunt uiteengezet. Ook wil het KNAG het belang van aardrijkskunde onderstrepen voor de invulling door scholen van praktische onderwijsopdrachten in de eigen regio. Dat kan goed in samenwerking met vakken als geschiedenis en biologie en geeft een invulling van de door de Onderwijsraad genoemde maatschappelijke taken van scholen. De minister heeft in haar eerste voorzet voor Beter Presteren veel aandacht besteed aan een herziening van de profielen. Het KNAG volgt de Onderwijsraad in haar, nog voorlopig geformuleerde, suggestie op weg te gaan naar een bovenbouw zonder profielen. Als een situatie met twee profielen een tussenstap zou moeten zijn, moet het gaan om een natuur- en een maatschappijprofiel. Zoals hiervoor reeds is gesteld hoort aardrijkskunde thuis in beide profielen, maar het vak komt het best tot zijn recht in een bovenbouw, waarin via referentienormen voor Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde, de aansluiting op vervolgonderwijs wordt gegarandeerd. Het KNAG is groot voorstander van het ontwikkelen van een, periodiek te herijken, vakinhoudelijke kennisbasis voor de vakkenclusters/kernvakken in het voortgezet onderwijs. Het KNAG is graag bereid mee te werken aan een dergelijke kennisbasis voor de aardrijkskunde. Er kan daarbij voortgebouwd worden op de nieuwe centrale eindexamenprogramma’s voor havo/vwo en vmbo. Ook ligt het voor de hand vanuit het KNAG handreikingen te doen aan scholen voor de invulling van eigen, schoolspecifieke profileringen. Aardrijkskunde is een onmisbaar kennisvak in de onderbouw (funderende fase) en de bovenbouw (verdiepende fase) van het voortgezet onderwijs. Aardrijkskunde is veel meer dan topografische basiskennis. Het gaat over zaken als natuurrampen, energiewinning, waterbeheer, verstedelijking en plattelandsontwikkeling. Het gaat over de inrichting en het gebruik van de ruimte in Nederland en over overeenkomsten, verschillen en relaties binnen de Europese Unie en in de wereld. Het brengt leerlingen een wereldbeeld bij, helpt hen te functioneren in de eigen en in vreemde leefomgevingen en draagt samen met geschiedenis bij aan burgerschapsvorming. Als bijlage bijgevoegd vindt u drie voorbeelden van typisch aardrijkskundige onderwerpen die te maken met hebben met de wereld van nu en morgen. Aardrijkskundige kennis doet ertoe. Graag lichten wij het bovenstaande in een gesprek met u nader toe.
Met vriendelijke groeten,
Prof. dr. Henk Ottens, Voorzitter Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap Prof. dr. Joop van der Schee, Bijzonder hoogleraar onderwijsgeografie VU
2