Welkom Welkom bij Bessensap 2013. Hét evenement van NWO, de VWN en de NVJ, waar media, voorlichters en onderzoekers elkaar ontmoeten. Naast de inmiddels vertrouwde onderdelen, zijn er ook dit jaar weer een aantal nieuwe elementen. Allereerst de keynote-spreker. De Belgische microbioloog Peter Piot, in 1995 ter ere van zijn werk tegen aids benoemd tot baron, is een pionier in de aanpak van hiv en aids. In 1976 ging hij als jonge onderzoeker naar Zaïre om daar onderzoek te doen naar een nieuw dodelijk virus: ebola. 37 jaar later en een lange carrière bij onder andere de VN verder, staat hij nu aan het hoofd van London School of Hygiene and Tropical Medicine. Hij vertelt hoe hij van wetenschapper bestuurder bij de VN werd en hoe hij dankzij die combinatie van functies heeft kunnen bijdragen aan de internationale strijd tegen aids. Met de lezing van Peter Piot start een dag vol wetenschap. In de presentaties en VWN-masterclasses vertellen onderzoekers over hun onderzoek, ontdekkingen, oplossingen, vragen en ideeën. De onderzoekers presenteren zich dit jaar ook op een hele andere manier: via film. Vijf wetenschappers zijn samen met een filmmaker aan de slag gegaan om een filmpje over hun onderzoek te maken en presenteren het resultaat vandaag bij Bessensap. Media geven een ‘Kijkje in de keuken’. Wetenschapsredacties en algemene redacties laten zien hoe zij te werk gaan bij het maken van nieuws. Hoe werkt de journalistiek? En, hoe kun je daar als wetenschapper je rol in spelen? Ook op herhaling en inmiddels niet meer weg te denken uit het Bessensap-programma: het VWN-debat. Het thema dit jaar: gesubsidieerde wetenschapsjournalistiek. Voor wetenschappers zijn er de workshops waar ze tips krijgen om meer mensen te bereiken met hun onderzoek: via een blog bijvoorbeeld. En hoe pitch je je onderzoek in twee zinnen?
Hoe?Zo!Radio (iedere werkdag om 20.00 uur op radio 5) maakt opnames bij Bessensap. Wie kennis wil maken met de redacteuren van Hoe?Zo!Radio of onderzoeksnieuws bij de redactie onder de aandacht wil brengen, is van harte welkom in de Hoe?Zo!Radio-studio. De voorzitter van NWO maakt aan het eind van de dag bekend wie de NWO-Spinozapremielaureaten van 2013 zijn. In dit programmaboekje staan korte samenvattingen van de presentaties van vandaag en de samenvattingen van de voorstellen die bij selectie zijn afgevallen. Ook dat is interessant onderzoek. Daarom zijn ook deze samenvattingen opgenomen in dit programmaboekje. De nummers in het boekje corresponderen met de nummers op het programma. We wensen jullie een plezierige en nuttige dag, De organisatie van Bessensap
Bessensap wordt georganiseerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), de Vereniging van Wetenschapsjournalisten in Nederland (VWN) en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). NWO is een van de grootste wetenschapsfinanciers in Nederland. NWO stimuleert kwaliteit en vernieuwing in de wetenschap door het beste onderzoek te selecteren en financieren. NWO beheert onderzoeksinstituten van (inter)nationaal belang, geeft mede richting aan het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en brengt wetenschap en maatschappij dichter bij elkaar. Onderzoeksvoorstellen worden beoordeeld en geselecteerd door vooraanstaande wetenschappers uit binnen- en buitenland. Dankzij financiering van NWO kunnen meer dan 5000 wetenschappers onderzoek doen.
Inhoudsopgave (Tijden en zalen onder voorbehoud, nummers verwijzen naar de bladzijden in dit boekje en naar nummers op het overzichtsprogramma.)
Levi Lassen (kelder) 1. 09.30-10.30 uur:
Keynote-spreker: Peter Piot
2. 10.45-11.30 uur:
Een kijkje in de journalistieke keuken
3. 13.45-14.45 uur:
VWN-debat
4. 16.00-17.00 uur:
Bekendmaking NWO-Spinozalaureaten 2013
Studio (kelder) 10.45-11.45 uur:
VWN-masterclass 1
5. Babytaal: de ogen vertellen het verhaal 6. Mislukte overnames: hoe bankiers CEO’s overhalen 7. Facebook communication 12.45-13.45 uur:
VWN-masterclass 2
8. Het ontstaan van ons zonnestelsel 9. Waar komen de sterrenkindertjes vandaan? 10. Natuur beheren vanuit de ruimte 14.00-18.00 uur:
Studio (kelder)
11. Hoe?Zo! Radio op Bessensap
Aula (Gemeentemuseum) 12. 10.45-11.00 uur:
Onvruchtbaar door soja
13. 11.15-11.30 uur:
Aanval op suikers neutraliseert ‘vleeseters’
14. 11.45-12.00 uur:
Uitvogelen van vogelgriep in mensen
15. 12.45-13.00 uur:
Bessensap filmwedstrijd: The happiness of Turkish immigrants
16. 13.15-13.30 uur:
Bessensap filmwedstrijd: Wiskunde in de gouden eeuw
17. 13.45-14.00 uur:
Bessensap filmwedstrijd: Blauw bloed
18. 14.15-14.30 uur:
Bessensap filmwedstrijd: Honderd punten voor de alvleesklier!
19. 14.45-15.00 uur:
Bessensap filmwedstrijd: In kaart brengen van vaatwanden met ultrageluid
Mini-aula (b.g.) 20. 10.45-11.00 uur:
Virtuele activiteiten, echt strafbare feiten?
21. 11.15-11.30 uur:
Eén onderzoek is géén onderzoek
22. 11.45-12.00 uur:
We zijn allemaal gedachtelezers
23. 12.45-13.00 uur:
Waarom is darten zo moeilijk voor beginners?
24. 13.15-13.30 uur:
Trots maakt ‘groener’ dan schuld
25. 13.45-14.00 uur:
Middeleeuwse manuscripten op de markt
26. 14.15-14.30 uur:
Liefdadigheid van de gouden eeuw
27. 14.45-15.00 uur:
Waarom Afrikaanse vrouwen het niet eens zijn over de WHO
28. 15.15-15.30 uur:
De representatie van ‘inferieure’ moslims
Waterlab (b.g.) 29. 10.45-11.00 uur:
Golven onder water
30. 11.15-11.30 uur:
Niet-commutatieve ruimtetijd
31. 11.45-12.00 uur:
Evolutie van cognitie en sociaal leven
32. 12.45-13.00 uur:
Workshop: Anders gezegd: voorbeelden en metaforen in wetenschapscommunicatie | Govert Schilling
33. 13.15-13.30 uur:
Workshop: Hoe voorkom je Death by Powerpoint? | Hermen Visser (Visser Visible Communication)
34. 13.45-14.00 uur:
Workshop: Topteksten: je onderzoek pitchen in twee zinnen? Het kan! | Taalcentrum VU
35. 14.15-14.30 uur:
Workshop: Bloggen voor onderzoekers: breng je onderzoek online onder de aandacht |
Taalcentrum VU
36. 14.45-15.00 uur:
Workshop: Maak pers én voorlichter blij! | David Redeker
37. 15.15–15.30 uur:
Winnaar AJP 2012: iSpex | Frans Snik (UL)
Atelier (b.g.) 38. 10.45-11.00 uur:
Morele robots die de autonomie van patiënten bevorderen
39. 11.15-11.30 uur:
Een bloedvat is meer dan een transportvat alleen
40. 11.45-12.00 uur:
Aspirine: baat het niet, dan schaadt het misschien
41. 12.45-13.00 uur:
Printen van nieuwe oren
42. 13.15-13.30 uur:
Stamceltechnologie en het kweken van hartcellen
43. 13.45-14.00 uur:
Huidkankerscreening met de telefoon
44. 14.15-14.30 uur:
Waarom hebben veel paardenbloemen geen vader?
45. 14.45-15.00 uur:
How to be safe in the city
46. 15.15-15.30 uur:
Hoe insecten het land veroverden
Vide (b.g.) 47. 10.30-16.00 uur:
Winnaar AJP 2012: iSpex | Frans Snik (UL) (onder voorbehoud)
Poolzaal (1e etage) 48. 10.45-12.00 uur:
Eerste resultaten uit Antarctica
Overige voorstellen
1. Keynote-spreker: Peter Piot Levi Lassen (kelder), 09.30-10.30 uur Microbioloog dr. Peter baron Piot Piot staat aan het front van het onderzoek naar aids en de bestrijding ervan. Tot 2008 was Piot directeur van het VN-programma tegen aids UNAIDS. Hij is momenteel directeur van de London School of Hygiene and Tropical Medicine. Piot was in 1976 een van de medeontdekkers van het Ebolavirus. Enkele jaren daarna ging hij opnieuw naar Centraal-Afrika voor onderzoek naar een nieuwe epidemie: aids. Van 1991 tot 1994 was hij voorzitter van de International Aids Society. Daarna coördineerde hij twee jaar de internationale aidsprogramma’s van de Wereldgezondheidsorganisatie. In 1994 werd hij benoemd tot directeur van UNAIDS en assistent secretaris-generaal van de VN. Piot werd in 1995 door koning Albert II tot baron verheven. Hij eindigde 26ste in de Vlaamse versie van De Grootste Belg. Tijdens Bessensap vertelt Piot over zijn internationale carrière als wetenschapper en manager. In 2012 publiceerde hij het boek: ‘Geen tijd te verliezen. Van ebola tot aids: een leven lang strijd tegen infectieziekten’.
|1|
2. Een kijkje in de journalistieke keuken Levi Lassen (kelder), 10.45-11.30 uur Dan heb je met bloed, zweet en tranen je onderzoek afgerond en staat de publicatie in een toptijdschrift op uitkomen. Je onderzoeksresultaten lijken je ook wel wat voor een gesprekje bij Pauw en Witteman, voor de wetenschapspagina van de krant of misschien wel voor het Journaal. Maar hoe pak je dat aan? Bij ‘Een Kijkje in de Keuken’ kun je dat zelf ervaren. Op het podium zitten drie journalisten, gepokt en gemazeld in het beoordelen van nieuwsitems, klaar om door onderzoekers ‘gebeld’ te worden. Vanuit de zaal kun je je aanmelden met je baanbrekende, opvallende of maatschappelijk relevante onderzoek. Durf jij ter plekke de telefoon te pakken en de redactie te bellen? Durf jij je onderzoek aan de media te slijten terwijl de hele zaal meeluistert? De journalisten in het panel geven meteen een reactie op de telefonische aanpak, leggen de overwegingen en afwegingen van de redactie uit en vertellen hoe het beter kan. Wie werkelijk wat te melden heeft en de redacteur overtuigt, slaagt er wellicht in zijn of haar onderzoek ook echt in de media te krijgen.
|3|
3. VWN-debat De wetenschapsjournalistiek heeft het niet gemakkelijk. Er zijn nog maar weinig kranten die een wetenschapsredactie rijk zijn. Bij radio en televisie moeten, het is vaker gezegd, wetenschapsjournalisten met een lantaarntje gezocht worden. Sommige tijdschriften zijn in de bloei van hun leven, maar de beroepsgroep als geheel lijkt niet heel vrolijk gestemd. Is het tijd om de wetenschapsjournalistiek te steunen met overheidsgeld, bijvoorbeeld van de Europese Commissie, om te voorkomen dat ze een zachte dood sterft? Welke eisen moeten aan zo’n subsidie worden gesteld? En aan journalistiek die ermee wordt betaald? Of is subsidie voor wetenschapsjournalistiek een ongewenste inmenging, niet alleen wat betreft inhoud, maar ook wat betreft de concurrentie op de vrije markt? Als televisiemakers subsidie krijgen om over wetenschap te schrijven, wat moeten bladenmakers dan? Over deze en aanpalende kwesties gaat het inmiddels traditionele VWN-Lagerhuisdebat van Bessensap. Onder leiding van Peter Vermij en Hans van Maanen, en na opruiende inleidingen van Hein Meijers en een spreker uit de commerciële hoek, kunnen we elkaar weer flink in de haren vliegen.
|5|
4. Bekendmaking NWO-Spinozalaureaten 2013 Levi Lassen (kelder), 16.00-17.00 uur De NWO-Spinozapremie is de hoogste Nederlandse onderscheiding in de wetenschap. NWO kent de premie toe aan onderzoekers in Nederland die zowel nationaal als internationaal tot de absolute top van de wetenschap behoren. De wetenschappers ontvangen de prestigieuze premie voor hun voortreffelijk, baanbrekend en inspirerend onderzoek. Zij krijgen elk 2,5 miljoen euro, te besteden aan onderzoek naar keuze. Na de bekendmaking zullen de NWO-Spinozawinnaars beschikbaar zijn voor interviews, foto’s en het maken van afspraken.
|7|
5. Babytaal: de ogen vertellen het verhaal VWN-masterclass 1 Studio (kelder), 10.45-11.45 uur Brigitta Keij | UU Ik ga laten zien dat we door slim gebruik te maken van het gedrag van baby’s en moderne technieken erachter kunnen komen hoeveel baby’s al hebben geleerd over hun moedertaal voordat ze zelf kunnen praten. Dit doen we namelijk door de aandacht van baby’s te meten door hun ogen te volgen met een eye-tracker. Dat is interessant voor de pers, omdat er vaak wordt gedacht dat kinderen pas beginnen met het leren van taal wanneer ze hun eerste woordje zeggen rond hun eerste verjaardag, maar taal leren begint zelfs al voor de geboorte in de baarmoeder. Er wordt tijdens het eerste levensjaar al heel veel geleerd over de moedertaal, waardoor kinderen na een jaar lang leren in staat zijn dat eerste woordje te zeggen. Wat ze precies leren en wanneer, kunnen we onderzoeken door de interesse van baby’s voor verschillende soorten spraak te meten. In mijn onderzoek proberen we uit te vinden wanneer baby’s het klemtoonpatroon van hun moedertaal herkennen en hoe ze dit klemtoonpatroon gebruiken voor het ontdekken van woorden in de spraakstroom. In ‘lopende’ spraak zitten namelijk geen pauzes tussen woorden, zoals er spaties zitten tussen de woorden in deze tekst. Baby’s moeten daarom op een andere manier ontdekken waar woorden beginnen en eindigen. Ze spelen in hun eerste levensjaar dus heel veel ‘woordzoeker’. Brigitta Keij, MA, MSc Universiteit Utrecht | Utrecht Institute of Linguistics OTS | Taalwetenschap | AiO
[email protected] www.uu.nl/gw/medewerkers/BMKeij
|9|
6. Mislukte overnames: hoe bankiers CEO’s overhalen VWN-masterclass 1 Studio (kelder), 10.45-11.45 uur Johannes Drees | VU De reden voor het mislukken van overnames ligt in de interactie tussen bankiers en CEO’s van kopende bedrijven. Ons onderzoek toont aan dat bankiers CEO’s manipuleren en gretiger maken om een overname te doen. Hierdoor wordt er vaak te veel betaald, de integratie niet voorbereid en gaat veel waarde verloren. ABN Amro, SNS en Ahold hebben de afgelopen jaren op de rand van faillissement gestaan omdat ze verkeerde overnames hebben gedaan – en dit zijn slechts drie Nederlandse voorbeelden. In dit onderzoek analyseren wij overnameprocessen en hun uitkomsten. We kijken specifiek naar de interactie tussen bankiers en managers bij zes grote Nederlandse overnames. We laten zien hoe bankiers bedrijfsmatige, contextuele en persoonlijke argumenten opvoeren om CEO’s te overtuigen van het doen van een overname. Daarnaast manipuleren ze hen door niet alle informatie te delen over een overnamekandidaat. Tevens gaan we in op de dubbelrol van bankiers, die tegelijkertijd momentum creëren voor het doen van een overname, maar hierdoor ook voorkomen dat er niet even stil gestaan wordt bij de potentiële gevaren en risico’s. Deze factoren leiden er toe dat er vaak te veel wordt betaald en waarde verloren gaat, terwijl bedrijven die hierbij stil staan vaak wel synergie creëren. Dit artikel is gesubmit voor publicatie in het Journal of Management. Johannes Drees, MPhil Amsterdam Business Research Instituut VU | Strategie en organisatie | Promovendus T: 06 4781 44 31
[email protected] www.linkedin.com/in/jmdrees
| 11 |
7. Facebook communication – How people with different personalities and believes communicate with each other using Facebook messages VWN-masterclass 1 Studio (kelder), 10.45-11.45 uur Jonathan Mall | RUG The press may be interested to better understand how people with different believes and personality interact on social networks (i.e. Facebook). Do people who believe in god talk to atheist the same way they talk to fellow believers? Does political affiliation change the way we talk to people we don’t like? These and other questions will be answered in the presentation. The data we would like to present stems from a recent (2013) social media study in which we analyzed more than 2.4 million Facebook messages. Personality measures and norms and values were determined for a large sample of 300 University students to understand what factors influence communication in the digital world of social media interactions. The results are unpublished but we are working with three Academic groups (Amsterdam, Texas, California) to publish multiple papers in 2013. Jonathan Mall, MSc University of Groningen | Experimentele en Arbeidspsychologie | Phd candidate
[email protected] nl.linkedin.com/pub/jonathan-mall/16/4/603/
| 13 |
8. Het ontstaan van ons zonnestelsel VWN-Masterclass 2 Studio (kelder), 12.45-13.45 uur Lucas Ellerbroek | UvA De zoektocht naar buitenaards leven is niet alleen de belangrijkste drijfveer van hedendaags sterrenkundig onderzoek, maar spreekt ook tot ieders verbeelding, getuige de prominente rol die de vraag ‘Zijn wij alleen?’ in populaire cultuur speelt. De ontdekking ervan zou zonder twijfel de belangrijkste in de geschiedenis van de mensheid zijn. Nieuwe waarnemingen van pasgeboren sterren vertellen ons de geschiedenis van ons eigen zonnestelsel. Sterren worden geboren uit tollende wolken stof en gas die een schijf vormen. Planeten zijn een restant van deze schijf. De talloze plekken (meer dan ooit gedacht) waar buitenaards leven mogelijk is, zijn nu goed in kaart te brengen. Omdat het geboorteproces van een ster en haar planeten zich over miljoenen jaren voltrekt, is het een uitdaging om het precieze verloop ervan in kaart te brengen. Door de ‘uitwerpselen’ in de buurt van een jonge ster te bestuderen, krijgen we een beeld van de groeispurten die hij in de recente geschiedenis heeft doorgemaakt. De publicatie van dit onderzoek verscheen in maart in Astronomy & Astrophysics. Op 17 januari gaf ik een presentatie over hetzelfde onderwerp in De Wereld Leert Door. Drs. Lucas Ellerbroek Universiteit van Amsterdam | Sterrenkundig Instituut Anton Pannekoek, Sterrenkunde | Promovendus
[email protected] www.uva.nl/contact/medewerkers/item/l.e.ellerbroek.html
| 15 |
9. Waar komen de sterrenkindertjes vandaan? VWN-masterclass 2 Studio (kelder), 12.45-13.45 uur Steven Rieder | UL Wij kunnen nagaan wat er met sterren zoals de zon gebeurt na hun ‘geboorte’. Dit doen we door geboorteplekken van sterren – sterrenhopen – te simuleren. Dit is het eerste model dat zowel sterrenhopen als de Melkweg gedetailleerd simuleert. We laten zien hoeveel sterrenhopen hun ‘kinderjaren’ overleven en waar ze zich bevinden. Wellicht de meest tot de verbeelding sprekende vraag is of er buitenaards leven is, en wáár. Dat lossen we hiermee niet op, maar er wordt wel meer duidelijk over de geboortegeschiedenis van zonnen als de onze. De zon is 4,5 miljard jaar geleden geboren in een sterrenhoop, maar deze is al lang geleden uit elkaar gevallen. De meeste sterrenhopen die we nu zien zijn (veel) jonger. We laten zien waar de sterren van de uit elkaar gevallen sterrenhopen terecht komen en voorspellen zo waar de ‘broers en zussen’ van de zon gebleven zijn. Ook onderzoeken we welke sterrenhopen kunnen overleven tot het heden en hoe snel de anderen uit elkaar vallen. Hiermee leren we meer over hoeveel sterrenhopen er in de Melkweg moeten zijn ontstaan, en hoeveel sterren deze bevatten. In ons model worden zowel de Melkweg zelf als de sterrenhoop en de evolutie van sterren nauwkeurig nagebootst. Het model dat we gebruiken is in december gesubmit naar Monthly Notices of the Royal Astronomical Society (MNRAS). Het resultaat van dit onderzoek zal naar verwachting in juni gesubmit worden. Drs. Steven Rieder Universiteit Leiden | Sterrewacht Leiden | Sterrenkunde | Promovendus
[email protected]
| 17 |
10. Natuur beheren vanuit de ruimte VWN-masterclass 2 Studio (kelder), 12.45-13.45 uur Hans Roelofsen | KWR Natuur in Nederland steeds beter in kaart kan worden gebracht met geavanceerde sensoren aan boord van satellieten en vliegtuigen. Door registratie van infraroodstraling worden verschillende planteigenschappen in kaart gebracht, zoals water en nutriënten. Hieruit kunnen vervolgens bijvoorbeeld plantgemeenschappen of indicatoren van verdroging worden afgeleid. Dit is interessant voor de pers omdat dit onderzoek de potentiële toepassingen laat zien van satellietdata die in de toekomst op routineuze basis beschikbaar zullen zijn voor Nederland. Dergelijke toepassingen helpen gebiedbeherende instanties bij inventarisaties en rapportages over natuur in Nederland. Door te experimenteren met een hogeresolutiesensor in een vliegtuig kunnen we nu al inschatten welke vegetatie-eigenschappen goed af te leiden zijn en inventariseren we welke satellietdata voldoende ruimtelijke details bieden om de kleinschalige natuurgebieden in Nederland goed waar te nemen. De ontwikkelingen op het gebied van aardobservatie gaan niet aan Nederland voorbij. Recentelijk is het nationale satellietdataportaal gelanceerd, waarin (ruwe) satellietdata van Nederland gratis beschikbaar worden gemaakt. Via deze portal zullen ook de observaties van de nieuwste reeks ESA-satellieten beschikbaar komen. De eerste uit deze reeks Sentinelsatellieten wordt naar verwachting nog dit jaar gelanceerd. We laten resultaten zien van twee natuurgebieden: Oost-Ameland en de Kampina in Noord-Brabant. Hans Roelofsen, MSc KWR Watercycle Research Institute | Aardobservatie en ecologie | PhD. student
[email protected] www.kwrwater.nl | 19 |
11. Hoe?Zo! Radio op Bessensap Studio (kelder), 14.00-17.30 uur Hoe?Zo! Radio doet dit jaar verslag van Bessensap. De winnaars van de masterclasses krijgen een interview en Hoe?Zo! spreekt met de winnaars van de NWO-Spinozapremie van dit jaar. Er loopt de hele dag een reporter rond om indrukken te verzamelen die in de uitzending te horen zullen zijn. Je kan zien hoe het maken van een radioprogramma in de praktijk werkt en contact maken met de redactie van Hoe?Zo! Radio en presentator Pieter van der Wielen. Hoe?Zo! Radio is het oudste populairwetenschappelijk programma van de Publieke Omroep en zendt iedere avond uit om 20.00 uur op Radio 5 of via de luister live-knop op www.hoezoradio.nl. Alle uitzendingen zijn ook via podcast te beluisteren. Redactie Hoe?Zo!
[email protected]
| 21 |
12. Onvruchtbaar door soja Aula (GM), 10.45-11.00 uur Jurgen Seppen | AMC Stoffen uit soja kunnen onvruchtbaarheid veroorzaken. Onze ratten met een erfelijke afwijking in het ontgiftingssysteem werden onvruchtbaar toen de dierfaciliteit overging op een dieet met soja. Vervolgonderzoek toonde aan dat de vrouwelijke ratten onvruchtbaar werden van hormoonachtige stoffen, fyto-oestrogenen genaamd, die van nature in sojabonen aanwezig zijn. Supplementen met hoge concentraties aan soja-fyto-oestrogenen worden vrij verkocht. Onze resultaten laten zien dat deze natuurlijke stoffen niet per definitie onschuldig zijn. Sojabonen bevatten fyto-oestrogenen, stoffen die op het vrouwelijke geslachtshormoon oestradiol lijken. Het onschadelijk maken – ontgiften – van dit soort lichaamsvreemde stoffen verloopt niet bij iedereen even snel. Ongeveer 10% van de bevolking heeft een vergelijkbare, zij het minder ernstige, afwijking in het ontgiftingssysteem als onze ratten. Mensen met een langzame ontgifting zijn waarschijnlijk gevoeliger voor schadelijke effecten van soja-fyto-oestrogenen. Ons onderzoek suggereert daarom dat voorzichtigheid geboden is bij het innemen van hoge doses soja of sojasupplementen. Vooral vrouwen die zwanger willen worden, of vrouwen met oestrogeengevoelige borstkanker zouden moeten oppassen met het innemen van hoge doses soja of sojasupplementen. Omdat bij pasgeborenen het ontgiftingssysteem nog niet volledig is ontwikkeld, lijkt het ook niet verstandig babyvoeding op basis van soja te geven. De discussie over gezondheidseffecten van soja is buitengewoon verhit. Je kunt zelfs spreken van een pro- en antisojakamp. Onze resultaten kunnen verklaren waarom de sojaliteratuur niet eenduidig is; effecten van soja zijn waarschijnlijk afhankelijk van genetische verschillen in het ontgiftingssysteem. Jurgen Seppen Academisch Medisch Centrum | Maag darm en Leverziekten | Universitair Docent
[email protected]
| 23 |
13. Aanval op suikers neutraliseert een ‘vleeseter’ Aula (GM), 11.15-11.30 uur Nina van Sorge | UMC Utrecht Wij denken een effectief en veilig vaccin te kunnen ontwikkelen tegen de Groep A streptokokken bacterie, vooral bekend als vleesetende bacterie. Het vaccin bevat een aangepaste vorm van de karakteristieke Lancefield suikerstructuur van Groep A streptokokken, een molecuul dat nog altijd wordt gebruikt voor snelle determinatie van de ziekteverwekker. De Groep A streptokokkenbacterie veroorzaakt jaarlijks ongeveer achthonderd miljoen infecties, die leiden tot keelontsteking en wondroos, maar ook levensbedreigende aandoeningen als bloedvergiftiging, vleesetend syndroom, en acuut reuma. Wereldwijd overlijden naar schatting ongeveer een half miljoen mensen aan de gevolgen van Groep A streptokokkeninfecties. Er is nog altijd geen effectief en veilig vaccin om dergelijke infecties te voorkomen. Snelle identificatie van deze ziekteverwekker in de kliniek maakt al sinds de jaren vijftig gebruik van een unieke suikerstructuur op het oppervlak van de bacterie. Wij identificeerden de genen die betrokken zijn bij het aanmaken van deze suikerstructuur. Dit stelde ons in staat om voor het eerst aan te tonen dat bepaalde gedeelten van dit molecuul in belangrijke mate bijdragen aan het ontstaan van levensbedreigende ziektebeelden. Ook lijkt dit molecuul in aangepaste vorm een veelbelovende vaccinkandidaat te zijn. Momenteel worden aanvullende proeven gedaan om de resultaten te publiceren in het blad Nature. Dr. Nina van Sorge Universitair Medisch Centrum Utrecht | Microbiologie | Post-doctoraal onderzoeker
[email protected]
| 25 |
14. Uitvogelen van vogelgriep in mensen Aula (GM), 11.45-12.00 uur Matthijs Welkers | AMC Vogelgriep is zich gedurende de infectie van mensen al aan het aanpassen om zich beter te kunnen vermenigvuldigen. Door veel gedetailleerder te kijken naar de virussen in geïnfecteerde personen zijn gevaarlijke aanpassingen al mogelijk aan te tonen. Er is momenteel veel aandacht voor het vogelgrieponderzoek uit Rotterdam waarin een lucht overdraagbaar vogelgriepvirus is gemaakt en of dat wel veilig is om te doen. Mijn onderzoek laat echter zien dat de natuur vele malen beter is dan wij in het maken van een aan mensen aangepast virus dan wij (als mens) ooit kunnen zijn. Dit onderzoek is uitgevoerd op materialen van dertig personen uit Indonesië die allen zijn overleden aan H5N1-vogelgriep. Het is het grootste onderzoek tot op heden waarin zo gedetailleerd naar de virussen is gekeken. Matthijs Welkers Academisch Medisch Centrum | Medische Microbiologie | Promovendus
[email protected]
| 27 |
15. Bessensap filmwedstrijd: The happiness of Turkish immigrants Aula (GM), 12.45-13.00 uur Devrim Dumludag | UM — Robert Sluijs | Hardzout Devrim Dumludag, Özge Gökdemir and Marteen Vendrik from Maastricht University are studying the happiness of Turkish immigrants in the Netherlands. Although the Netherlands is one of the happiest countries in the world, Turkish immigrants are the least happy group in the Netherlands. The issue becomes interesting as economic theory argues that economic wellbeing brings happiness as well. Certainly this is not the case for Turkish immigrants which are doing well in economic terms. Why are Turkish immigrants the least happy minority group in the Netherlands? Devrim Dumludag, (Ph.D.), Visiting Researcher, Maastricht University & Marmara University
[email protected] Özge Gökdemir, (Ph.D.), Visiting Researcher, Maastricht University & Istanbul University Maarten Vendrik (Ph.D.), Maastricht University HardZout is een videoproductie bedrijf uit Amsterdam. We zijn gespecialiseerd in het creëren van allerlei soorten video content om o.a. op websites te plaatsen, in presentaties te verwerken, tijdens evenementen uit te zenden etc. Vanaf de eerste brainstorm sessie tot aan de Final versie zetten HardZout alles op alles met als enige doel: een tevreden lach op het gezicht van de opdrachtgever. HardZout (Robert Sluys)
[email protected] +31 641 52 59 93 www.hardzout.nl
| 29 |
16. Bessensap filmwedstrijd: Wiskunde in de gouden eeuw Aula (GM), 13.1513.30 uur Arjen Dijkstra | RUG — Stg. Beeldbepalend Korte samenvatting: Arjen Dijkstra is een historicus die voor zijn proefschrift op zoek ging naar de wiskunde van de gouden eeuw. Als echte Fries kon Arjen zijn hart ophalen in dit onderzoek waar hij de 17e eeuw opzocht in het idyllische Friese stadje Franeker. In die tijd stond daar een universiteit waar het gonsde van de wiskunde. Arjen neemt ons mee terug in de tijd waar hij laat zien dat ook wiskunde uiteindelijk gewoon mensenwerk is en door de cultuur bepaald. Wat we vandaag de dag wiskunde noemen is niet hetzelfde als de wiskunde van enkele honderden jaren terug. Omschrijving Filmmakers: Stichting BeeldBepalend stimuleert een bewuste blik te werpen op de eigen leefomgeving en doet dit met onafhankelijke productie van film- en televisieprojecten. Filmmaker René de Boer, vormgeefster Harma Makken en wetenschapscommunicatoren Bastiaan de Groot en Marloes ten Kate zijn Arjen Dijkstra gaan volgen terug in de tijd van de 17e eeuw. Samen met Gijs van Veldhuizen voor de muziek, Arno Cupédo voor kleurcorrectie en Yoran Staas voor inhoudelijke input is deze korte film tot stand gekomen. Arjen Dijkstra
[email protected] Stichting Beeldbepalend www.stichtingbeeldbepalend.nl | 31 |
17. Bessensap filmwedstrijd: Blauw bloed Aula (GM), 13.45-14.00 uur Frank Sleutels | EMC — Teresa van Twuijver DNA profilering maakt het mogelijk om iemands kans op ziekten in te schatten. De risico’s op en gevolgen van erfelijke belasting zijn te minimaliseren, te vermijden en zelfs te voorkomen. Frank Sleutels ziet het DNA-profiel daarom als een soort Google-maps: iemands unieke DNA-code kan dienen als een routeplanner voor zijn of haar meest optimale levensweg, mits de juiste keuzes worden gemaakt. Een geïnformeerd mens telt voor twee, vindt hij. Hij verwacht dat DNA-profilering een sociaal-maatschappelijke revolutie zal veroorzaken, niet alleen in het voorkomen en genezen van aandoeningen, maar ook bij het creëren van ‘gewenste erfelijkheid’ (selectie en modificatie) en het vaststellen en achterhalen van identiteit (biologisch Burgerservicenummer). Dit maakt DNA-profilering uiterst politiek relevant. De film Blauw Bloed stelt dat ook een geïnformeerde samenleving belangrijk is. Frank Sleutels is als gepromoveerd geneticus en wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan de afdeling Biomics van het Erasmus Medisch Centrum. Daar genereren en analyseren zij DNA-profielen.
[email protected] Teresa van Twuijver is mediakunstenaar, journalist en social designer. www.teresavantwuijver.nl.
| 33 |
18. Bessensap filmwedstrijd: Honderd punten voor de alvleesklier! Aula (GM), 14.15-14.30 uur Esther Barsom | AMC — Bruno van Waijenburg Met de Magic Mirror kunnen studenten rechtstreeks door hun eigen lichaam heen kijken. Een Microsoft Kinectbewegingsdetector detecteert de stand van het lichaam, en vervolgens worden anatomische beelden door middel van Augmented Reality over het lichaam geprojecteerd. Zo lijkt het of de student zijn eigen skelet of organen kan onderzoeken, zelfs als hij of zij beweegt of van plaats verandert. Het resultaat is een dynamische ontdekkingstocht door het eigen lichaam, die studenten kan helpen om zich anatomische kennis snel en speels eigen te maken. Promovenda Esther Barsom wil ook wetenschappelijk aantonen dat dat helpt bij het studeren, en bovendien wil ze de zoektocht nog spannender maken door er een game van te maken. Honderd punten voor de alvleesklier! Samen met Bruno van Wayenburg maakte ze er een filmpje over. Esther Barsom is vierdejaars honours-geneeskundestudent aan de UvA/AMC. Zij is in het bijzonder geïntereseerd in serious gaming in de chirurgie, en hoopt daar binnenkort op te promoveren.
[email protected] Bruno van Wayenburg is natuurkundige en wetenschapsjournalist voor onder andere NRC Handelsblad, KIJK, en New Scientist.nl, en maakt daarnaast korte handgetekende animatiefilmpjes over wetenschap op wetenschap101.nl.
[email protected]
| 35 |
19. Bessensap filmwedstrijd: In kaart brengen van vaatwanden met ultrageluid Aula (GM), 14.45-15.00 uur Richard Lopata | TU Eindhoven — Frits van Otterdijk | LutraMedia Vaatwanden kunnen zowel verwijden als vernauwen. Bij een verwijde buikslagader kan dit leiden tot een levensbedreigende bloeding. In een vernauwde ader kan een bloedprop ontstaan die mogelijk tot hersen- of hartinfarct leidt. Een ingreep is niet zonder risico en blijkt vaak achteraf onnodig. De Technische Universiteit Eindhoven ontwikkelt technieken waarbij zonder operatie de vaatwand in kaart wordt gebracht. Voornamelijk met ultrageluid. Om te luisteren, te kijken en aan de vaatwand te voelen. Ultrageluid vervangt naalden, straling en ellenlang onderzoek met een MR-tunnel. Ultrageluid is een goedkope methode om vast te stellen of een vaatwand nog mee kan, of een ingreep nodig is. Richard Lopata Dr. ir. Richard Lopata is werkzaam als universitair docent aan de faculteit Biomedische Technologie van de TU/e. Hij is een vooraanstaand onderzoeker op het gebied van functioneel ultrageluid, toegespitst op hart, vaten en spieren. Behalve meerdere internationale prestigieuze prijzen, ontving hij in 2011 een VENI-subsidie voor zijn onderzoek naar aneurysma’s.
[email protected] Frits van Otterdijk | Journalist en filmmaker Werkte voor Eindhovens Dagblad, Dagblad De Limburger en ANP. Tegenwoordig met eigen bedrijf Lutra Media actief voor onder anderen RTV Omroep Brabant en Universiteitsblad Cursor (TU/e).
[email protected] | 37 |
20. Virtuele activiteiten, echte strafbare feiten? Mini-aula (b.g.), 10.45-11.00 uur Litska Strikwerda | UT Ik ga laten zien dat het moreel legitiem is om virtuele criminaliteit, denk aan diefstal van virtuele items of verkrachting van een avatar in computerspellen zoals RuneScape of Second Life, strafrechtelijk aan te pakken. Dat is niet vanzelfsprekend, want virtueel is toch niet echt? Dat is interessant voor de pers omdat virtuele criminaliteit wel degelijk echte slachtoffers maakt. De virtuele wereld van computerspellen is namelijk steeds meer verweven geraakt met de ‘echte’ wereld: mensen kopen bijvoorbeeld virtuele eigendommen met echt geld. Virtuele misdaad blijft nu nog grotendeels onbestraft, hoewel Nederland voorop loopt met de recente veroordelingen voor diefstal van virtuele items gepleegd in de computerspellen Habbo Hotel en RuneScape. In mijn onderzoek probeer ik op grond van filosofische concepten en morele principes internationaal toepasbare maatstaven op te stellen aan de hand waarvan bepaald kan worden wanneer virtuele criminaliteit onder het strafrecht moet vallen en wanneer niet. Dat is nog niet eerder gedaan. Litska Strikwerda, LL.M, MA Universiteit Twente | Filosofie, Strafrecht | AiO
[email protected] www.ethicsandtechnology.eu/people/strikwerda_litska
| 39 |
21. Eén onderzoek is géén onderzoek Mini-aula (b.g.), 11.15-11.30 uur Daniel Lakens | TU/e Eén onderzoek is géén onderzoek. Recente methodologische ontwikkelingen binnen de psychologie benadrukken het belang om onderzoeken te herhalen – replicatiestudies – voordat men betrouwbare wetenschappelijke conclusies trekt. Ik leg aan de hand van simpele statistiek uit waarom dit zo is en bespreek baanbrekende initiatieven binnen de wetenschap die replicatieonderzoek stimuleren. De pers zou slechts zelden, en misschien nooit, journalistieke artikelen moeten schrijven over empirisch onderzoek dat bestaat uit een enkele studie. Zeker binnen sociale wetenschappen is alleen cumulatieve wetenschappelijke kennis relevant voor een algemeen publiek. Als journalisten blijven schrijven over de resultaten van enkele studies veroorzaakt dit verwarring onder niet-wetenschappers en versterkt het idee dat wetenschap ook maar een mening is. Psychologen zijn na recente fraudeschandalen druk bezig om een cultuuromslag te bewerkstelligen die de betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek kunnen vergroten. Het belang van replicatieonderzoek staat hierbij centraal en het is belangrijk dat ook wetenschapsjournalisten zich bewust worden van het belang van replicatiestudies voordat conclusies gedeeld worden buiten de wetenschap. Ik ben bezig met de voorbereidingen voor de uitgave van een speciale editie van het tijdschrift Social Psychology dat het eerste issue in de geschiedenis van de wetenschap zal zijn dat volledig bestaat uit replicatiestudies. Dr. Daniel Lakens Technische Universiteit Eindhoven | Psychologie | Universitair Docent
[email protected] https://sites.google.com/site/lakens2/
| 41 |
22. Wij zijn allemaal gedachtelezers Mini-aula (b.g.), 11.45-12.00 uur Max van Duijn | UL Mensen zijn de gedachteleeskampioen van de natuur. Veel beter dan alle andere dieren kunnen wij inschatten wat anderen denken. Deze vaardigheid is voor ons als megasociaal dier van levensbelang. Ik zal uitleggen hoe gedachtenlezen werkt in ons brein en dat je er geen bovennatuurlijke gave of hersenscanner voor nodig hebt. Zonder gedachten lezen kunnen mensen niet samenwerken, niet communiceren en geen hechte sociale gemeenschappen vormen – je zou ze dus amper als mensen herkennen. Het gaat hierbij om het soort gedachtelezen dat haast iedereen vanaf een bepaalde leeftijd beheerst: je genereert de hele dag door informatie over wat anderen denken. Deze informatie neem je (veelal onbewust) in overweging bij alles wat je zegt en doet. In de psychologie/breinwetenschappen wordt al decennialang onderzoek gedaan naar gedachtelezen (meestal ‘Theory of Mind’ genoemd). Vaak is aangenomen dat het hierbij om een (aangeboren) mechanisme in onze individuele breinen gaat. Mijn onderzoek laat zien dat dit maar het halve verhaal is: onze breinen zijn via taal ‘aangesloten’ op een soort cultureel superbrein. Hierin ligt de ervaring van talloze generaties opgeslagen. Verhalen zorgen ervoor dat deze ervaring weer in de breinen van elke opgroeiende generatie terechtkomt, waar zij nodig is voor die onmisbare menselijke eigenschap: gedachten lezen. Ik bespreek resultaten van experimenten en corpusonderzoek, maar doe ook een turbogedachteleestestje met het publiek via videofragmenten. Max van Duijn, MPhil Universiteit Leiden | Faculteit der Geesteswetenschappen | Taalfilosofie/literatuur | Promovendus
[email protected] http://hum.leiden.edu/lucas/organisation/members/duijnmjvan.html
| 43 |
23. Waarom is darten zo moeilijk voor beginners? Mini-aula (b.g.), 12.45-13.00 uur Rob van Beers | VU Ik ga laten zien dat onervaren darters niet goed leren van gemaakte fouten. Ze zijn contraproductief wanneer ze proberen de planning van de volgende worp te verbeteren op basis van de fout in de vorige worp. Ervaren darters leren juist optimaal van gemaakte fouten en werpen daarom beter. Dit onderzoek is interessant voor de pers, en eigenlijk voor iedereen, omdat het een verrassend antwoord geeft op iets wat vrijwel iedereen zich wel eens heeft afgevraagd. Hoewel het antwoord in eerste instantie verrassend is, is het voor iedereen goed te begrijpen. Een andere reden dat het voor velen interessant is, is dat de vraag onder de levenswetenschappen valt en de onderzoeksmethode een sterk bètakarakter heeft, terwijl de uitkomst toepassingen heeft in de medische en technische wetenschappen. Het artikel over dit onderzoek is onlangs uitgekomen: van Beers RJ, van der Meer Y, Veerman RM (2013) What autocorrelation tells us about motor variability: Insights from dart throwing. PLoS ONE 8: e64332. (DOI: 10.1371/journal.pone.0064332). Dr. Rob van Beers Vrije Universiteit Amsterdam| Faculteit der Bewegingswetenschappen | Neurowetenschappen, bewegingswetenschappen | Onderzoeker
[email protected] www.fbw.vu.nl/nl/over-de-faculteit/alle-medewerkers/a-b/van-beers/index.asp
| 45 |
24. Trots maakt ‘groener’ dan schuld Mini-aula (b.g.), 13.15-13.30 uur Marleen Onwezen | WUR Elke dag ervaar je emoties, maar kunnen ze je ook een ‘beter’ persoon maken? Trots en schuld ervaar je niet alleen nadat je je heel erg milieuvriendelijk, of juist helemaal niet, hebt gedragen. Trots en schuldgevoelens maken je ook milieuvriendelijker, en trots doet dit meer dan schuld. Dagelijks word je gebombardeerd met berichten om je milieuvriendelijker te gedragen. Deze berichten zijn vaak op negatieve emoties gericht. Je zou dan ook verwachten dat schuldgevoelens meer tot milieuvriendelijk gedrag leiden dan trotsgevoelens. Wij laten zien dat je juist beter positieve emoties kunt oproepen om mensen milieuvriendelijker te maken. Trots zorgt meer dan schuld dat mensen van plan zijn om biologische producten te kopen, energie te besparen, te recyclen en te reizen met het openbaar vervoer. Daarbij ervaart men ook vaker trots dan schuldgevoelens ten aanzien van het milieu. Het lijkt hiermee dat mensen milieuvriendelijker worden door uitspraken als: NS: ’Met deze reis stoot u gemiddeld 75% minder CO2 (5,6 kg) uit’, Hoefprint kaas: ’Red de wereld, koop een kaasje’, of Milieudefensie: ‘Samen voor de gezonde lucht’ dan uitspraken als WantToKnow: ‘Kip het meest gemartelde stukje vlees’ of Milieu Centraal: ’Eten is om op te eten’. Marleen Onwezen LEI Wageningen UR | Consumentengedrag
[email protected]
| 47 |
25. Middeleeuwse manuscripten op de markt Mini-aula (b.g.), 13.45-14.00uur Erik Kwakkel | UL Laatmiddeleeuwse boeken werden niet bij uitstek in de kloosters gemaakt. Nieuw onderzoek betoogt dat er vanaf 1200 een goed georganiseerde handel in het boek bestond, waarin manuscripten tegen winst werden geschreven en verkocht. In deze stedelijke wereld van winst en concurrentie zien we de moderne boekenbranche opdoemen. Zowel bij het grote publiek als onder vakgenoten wordt er vanuit gegaan dat het in de middeleeuwen kloosterlingen zijn die bij uitstek boeken produceerden. Dat beeld blijkt alleen te kloppen tot 1200. Daarna werden de kloosters buitenspel gezet door de stedelijke vakhandel. In twee recente publicaties, waarvan een in een nieuw handboek van Cambridge University Press, laat ik zien dat de laatmiddeleeuwse handel in het boek al erg modern is. Frappant is bijvoorbeeld de verbreding van het aanbod. Zo konden er goedkope en dure versies van een boek worden besteld, werd papier geïntroduceerd als aanvulling op perkament en presenteerden kopiisten nieuwe lettertypes. Ook werden er vanaf 1200 marketingstrategieën gebruikt, zoals advertenties en uithangborden. Dit alles is ingegeven door twee economische principes die er in de kloosterwereld niet toe deden, maar die nog steeds courant zijn in de wereld van het boek: concurrentie en het maken van winst. Erik Kwakkel Universiteit Leiden | Leiden University Centre for the Arts in Society | Boekgeschiedenis | Universitair Docent
[email protected] www.hum.leiden.edu/lucas/turning-over-a-new-leaf/researchers/kwakkelf.html
| 49 |
26. Liefdadigheid in de gouden eeuw Mini-aula (b.g.), 14.15-14.30 uur Henk Looijesteijn | IISG In de gouden eeuw werd in de Republiek op grote schaal liefdadigheid bedreven. Alle lagen van de bevolking deden hieraan mee. Vragen waarop ik antwoord zal geven zijn: waarom vond dit zo massaal plaats en op welke manieren werd er aan liefdadigheid gedaan? In een tijd waarin de overheid zich op allerlei terreinen terugtrekt (kunsten, wetenschappen, zorg), is het nuttig en interessant om te kijken hoe deze terreinen in het verleden werden gefinancierd en georganiseerd. Dr. Henk Looijesteijn Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis | Geschiedenis | Onderzoeker
[email protected] http://socialhistory.org/en/staff/henk-looijesteijn
| 51 |
27. Waarom Afrikaanse vrouwen het niet eens zijn met de WHO Mini-aula (b.g.), 14.45-15.00 uur Alexandra Towns | Naturalis/UL Vrouwen uit Benin en Gabon gebruiken al eeuwenlang medicinale planten voor hun reproductieve gezondheid. Uit 86 interviews kwam naar voren dat Afrikaanse vrouwen sommige ziektes erg belangrijk vinden, die internationale hulporganisaties niet als gezondheidsprobleem beschouwen. Andere door de WHO genoemde oorzaken van moedersterfte werden in Afrika zelf niet als probleem gezien. Nederland betaalt jaarlijks dertig miljoen euro aan het Global Programme for Reproductive Health van de Verenigde Naties. De helft van dit geld gaat naar Afrika, waar de armoede het grootst is en de gezondheid van vrouwen het slechtst. Een speerpunt van de Nederlandse overheid is seksuele en reproductieve gezondheid. Hoewel er rondom menstruatie en zwangerschap veel medicinale planten worden gebruikt, is er nauwelijks onderzoek gedaan naar het effect hiervan op de gezondheid van vrouwen. Wij onderzochten in hoeverre medicinaal plantgebruik overeenkwam met de belangrijkste reproductieve gezondheidsproblemen zoals geïdentificeerd door internationale hulporganisaties. Het blijkt dat gezondheidspercepties van Afrikaanse vrouwen soms sterk verschillen van de internationale agenda. Onvruchtbaarheid en vaginale reiniging zijn in Afrika zeer belangrijk, terwijl de WHO ze niet eens noemt. Hoge bloeddruk als oorzaak van moedersterfte wordt daarentegen in Afrika nauwelijks herkend. Ons onderzoek kan bijdragen aan de integratie van traditionele en moderne gezondheidszorg, zodat ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden.
| 53 |
Dit onderzoek wordt gepresenteerd op de 54th annual meeting van de Society for Economic Botany aan de Universiteit van Plymouth (VK) in juni 2013 en gepubliceerd in het Special Issue ‘Traditional Medicine and Reproductive Health among Women in and from Developing Countries’ van het internationale tijdschrift Evidence-Based Complementary and Alternative Medicine in januari 2014. Drs. Alexandra Towns Naturalis/Universiteit Leiden | Etnobotanie | PhD student
[email protected] http://osodresie.wikispaces.com
| 55 |
28. De representatie van ‘inferieure’ moslims Mini-aula (b.g.), 15.15-15.30 uur Odile Bodde | UL De Amerikaanse en Europese cinema zet al decennialang oosterse moslims als eendimensionale, inferieure figuren neer. Sinds 9/11 en de daaropvolgende interventies in het Midden-Oosten wordt deze stereotypering bovendien expliciet gekoppeld aan de uitoefening van geweld door moslims (marteling), zelfs in films die beogen kritisch te zijn tegenover de Amerikaanse politiek. Films kunnen een grote invloed hebben op hoe mensen denken over oorlog en het gebruik van geweld. Neem Zero Dark Thirty (2012): hierin slaagt Amerika erin om Osama bin Laden te pakken dankzij informatie die via marteling verkregen is. De film laat dus een ‘succesgeval’ van marteling zien en neemt daarmee impliciet een standpunt in over de legitimiteit van geweld tegen gevangenen bij het opsporen van de bad guys. Of neem een kritisch bedoelde film als Syriana (2005): ondanks de kanttekeningen die de film plaatst bij de westerse inmenging in het Midden-Oosten hebben oosterse personages vrijwel alleen de functie om het progressieve, moreel superieure, technisch geavanceerde van het ‘goede’ Westen te onderstrepen. Wanneer films deze personages blijven afbeelden als eendimensionaal en inferieur draagt cinema bij aan de rechtvaardiging van politieke beslissingen: moslims worden zo weinig uitgediept dat het publiek weinig kan voelen als er geweld tegen ze wordt gebruikt. Odile Bodde, MA Universiteit Leiden | LUCAS | Film- en Literatuurwetenschap | Promovenda
[email protected]
| 57 |
29. Golven onder water Waterlab (b.g.), 10.45-11.00 uur Leo Maas | NIOZ De oceaan is, als gevolg van temperatuur- en zoutverschillen, ‘gelaagd’. Hierdoor kunnen onder water golven optreden die groter en, als de gelaagdheid continue is, vreemder zijn dan oppervlaktegolven. Deze golven lopen de diepzee in langs paden die door een alternatief soort biljart lijken te worden bepaald, leidend tot ‘golfaantrekkers’. Doordat ze warmte, impuls en voedingsstoffen transporteren, zijn onderwatergolven van belang voor de levensomstandigheden onder water en voor de algemene oceaancirculatie, warmteopslag in de oceaan en daarmee voor het klimaat. Daarnaast blijkt onderwatergolfvorming in een gelaagde zee van invloed op de voortstuwing van vaartuigen en zwemmers. Uiteraard kunnen grote golven ook grote gevolgen hebben, zoals het abrupt verplaatsen van onderzeeërs of het verhaspelen van pijpleidingen. Deze golven zijn echter nog vrijwel onbekend. Hun verschijnselen zijn fascinerend. Wij proberen kennis uit theorie en laboratoriumexperimenten effectief te vertalen in een beter inzicht in de werking van de zee. Het blijkt daarbij dat het instrumentarium om tot een eenduidig, ruimtelijk samenhangend beeld van onderwatergolven in zee te komen nog verder ontwikkeld moet worden. Aandacht voor de unieke aard van deze golven is een goed startpunt. Prof. dr. Leo Maas Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) | Fysische oceanografie | Afdelingshoofd
[email protected] wwwold.nioz.nl/nioz_nl/3e24cf14b8b46964bef992d875d09e2d.php
| 59 |
30. Niet-commutatieve ruimtetijd Waterlab (b.g.), 11.15-11.30 uur Walter van Suijlekom | RUN Met het nieuwe wiskundige vakgebied ’niet-commutatieve meetkunde’ kunnen we Einsteins theorie van de zwaartekracht uitbreiden naar een theorie die ook de allerkleinste schaal beschrijft: het beschrijft alle ons bekende fysische deeltjes, zoals gevonden op bijvoorbeeld CERN, inclusief het Higgsdeeltje plus een nieuw, op dit moment nog niet waargenomen deeltje. In mijn onderzoek combineer ik abstracte wiskunde met experimentele resultaten van bijvoorbeeld de deeltjesversneller LHC bij CERN. Het doel is om de niet-commutatieve fijnstructuur van ruimtetijd te ontrafelen om zo zwaartekracht in één theorie samen te brengen met de elementaire deeltjes: een belangrijk resultaat waar bijvoorbeeld ook de snaartheorie op mikt. Nietcommutatieve meetkunde geeft een intrigerend beeld van hoe de ruimte er op kleine schaal uitziet: twee zeer dicht bij elkaar liggende vlakken – voor ons niet van elkaar te onderscheiden – maar waartussen het eerdergenoemde nieuwe deeltje zich beweegt en ze zo met elkaar verbindt. Een van de grote voordelen van de niet-commutatieve aanpak is dat onze modellen direct falsificeerbaar zijn met bijvoorbeeld de LHC. Met name de voorspelling van een nieuw deeltje zorgt voor spannende tijden, zeker nu de indrukwekkende deeltjesversneller LHC in Genève over een aantal jaren op volle kracht zal gaan draaien. Dr. Walter van Suijlekom Radboud Universiteit Nijmegen | Mathematische Fysica | Universitair Docent
[email protected] www.math.ru.nl/~waltervs/
| 61 |
31. Evolutie van cognitie en sociaal leven Waterlab (b.g.), 11.45-12.00 uur Daniel van der Post | RUG Ik bestudeer computermodellen waarin sociaal gedrag evolueert. De grootte van groepen hangt af van gecoördineerd bewegen in groepen en van hoeveel groepsleden opletten of er misschien een roofdier nadert. Het evolutionaire proces hangt af van hoe slim dieren zijn. Er blijkt een duidelijke samenhang tussen cognitie en socialiteit te bestaan. Wij mensen vinden ons zelf best slim vergeleken met andere primaten. Toch speelt elke soort zijn rol in het ecosysteem. Om samen te kunnen voortbestaan, verschillen apensoorten dus ook veel van elkaar en eten bijvoorbeeld verschillend voedsel. Maar hoe hangt dit samen met hoe lang ze leven, hoe groot ze zijn en hoe slim ze zijn? We weten eigenlijk betrekkelijk weinig over de samenhang van cognitie en ecologische verschillen. Jammer, want cognitie en taal spelen een centrale rol in onze eigen evolutie. Het is dus belangrijk een beter inzicht te krijgen in de samenhang tussen cognitie, ecologie en evolutie. Helaas beperken biologische theorieën zich meestal tot hooguit twee van deze aspecten tegelijk. Het vernieuwende van dit onderzoek is dat ik met ingewikkelde computermodellen de samenhang tussen alle drie bestudeer. Ik laat zien dat ecologie een sterke terugkoppeling heeft op de evolutie van sociaal gedrag en wat voor rol cognitie hierin speelt. Dr. Daniel van der Post Rijksuniversiteit Groningen | Theoretische biologie | Onderzoeker
[email protected] www.rug.nl/research/behavioural-ecology-and-self-organization/people/vdpost
| 63 |
32. Workshop: Anders gezegd: voorbeelden en metaforen in wetenschapscommunicatie Waterlab (b.g.), 12.45-13.00 uur Govert Schilling Hoe maak je een ingewikkeld wetenschappelijk verhaal toegankelijk voor een breed publiek? Met tot de verbeelding sprekende voorbeelden en mooie metaforen natuurlijk – dat weet toch iedereen? Jawel, maar niet iedereen realiseert zich wat de potentiële valkuilen van die aanpak zijn. Hoe voorkom je dat een voorbeeld niet juist tot nog meer verwarring leidt? En wanneer is het beter om de alledaagse analogieën maar helemaal links te laten liggen? Wetenschapsjournalist Govert Schilling laat je kennismaken met de pro’s en cons van ‘voorbeeldige’ communicatie en met het gereedschap van de extended metaphor. Govert Schilling T: 033 470 05 95 | 06 5587 72 87
[email protected] http://allesoversterrenkunde.nl www.twitter.com/govertschilling
| 65 |
33. Workshop: Hoe voorkom ik death by powerpoint? Waterlab (b.g.), 13.15 – 13.30 uur Hermen Visser | Visser Visible Communication Als wetenschapper kent u ze ongetwijfeld: slaapverwekkende presentaties. Misschien geeft u ze zelf wel eens. De presentator kan een presentatie slaapverwekkend maken, maar zijn PowerPoint slides kunnen dat des te beter. Als wetenschapper bent u haast veroordeeld tot het gebruik van PowerPoint. Dat kan een vooruitgang zijn, want goed ontworpen PowerPoint slides maken uw verhaal aantrekkelijker, begrijpelijker en overtuigender. Maar het programma maakt het lastig om de juiste ontwerpkeuzes te maken. Hoe kiest u uit de oceaan van lettertypen, kleuren en vormen de meest geschikte? Deze workshop rijkt een aantal basisprincipes aan die u hierbij kunnen helpen. Hermen Visser, MSc Visser Visible Communication T: 06 1679 40 23
[email protected] www.visservis.com/
| 67 |
34. Workshop: Topteksten: je onderzoek pitchen in twee zinnen? Het kan! Waterlab (b.g.), 13.45-14.00 uur Taalcentrum VU Wat vertel je wél en wat vertel je niet in een krantenkop of lead van een populairwetenschappelijk artikel? Hoe grijp je de aandacht van een lekenpubliek? Ja, het is behoorlijk lastig om je onderzoek in twee zinnen samen te vatten; je zit zelf zo diep in de materie en kent de nuances maar al te goed. Maar ook jij kan het! En tijdens de introducerende workshop Topteksten leren we je hoe. We bespreken een aantal leads van gepubliceerde populairwetenschappelijke artikelen. Aan de hand van deze leads gaan we aan de slag om zelf (delen uit) een aantal voorbeeldonderzoeken in twee pakkende zinnen te formuleren. Na afloop van de workshop krijg je een checklist die houvast biedt bij het pitchen van je eigen onderzoek. Claudia Ruigendijk Taalcentrum VU T: 020 598 64 20
| 69 |
35. Workshop: Bloggen voor onderzoekers: breng je onderzoek online onder de aandacht Waterlab (b.g.), 14.15-14.30 uur Taalcentrum VU Met een blog kun je online meer aandacht generen voor jouw onderzoek; je gaat de dialoog aan met je doelgroep, je speelt jezelf en je onderzoek in de kijker en jij bepaalt precies wat je publiceert. Maar hoe zorg je er nu voor dat jouw blog daadwerkelijk gelezen wordt, boeit en inspireert? In deze actieve workshop laten we je kennismaken met dit relatief nieuwe genre en bieden we een basis voor het schrijven van pakkende, wervende blogs. Aan de hand van een aantal voorbeelden bespreken we het belang van een scherpe keuze van onderwerp, invalshoek en (eventueel) standpunt. Na afloop van de workshop krijg je een checklist die houvast biedt bij het schrijven van pakkende blogs. Claudia Ruigendijk Taalcentrum VU T: 020 598 64 20
| 71 |
36. Workshop: Maak pers én voorlichter blij! Waterlab (b.g.), 14.45-15.00 uur David Redeker Als onderzoeker krijg je vroeg of laat, veel of weinig, met voorlichters en journalisten te maken. Na deze workshop laat je voorlichters uit je hand eten en ken je tips en trucs die zorgen dat journalisten blij van je worden. De workshop wordt gegeven door David Redeker. Hij werkt al veertien jaar in de wetenschapscommunicatie. Hij is voorlichter én journalist en weet als geen ander hoe je om moet gaan met veeleisende journalisten en vriendelijke voorlichters. David Redeker Communicatieadviseur en wetenschapsjournalist T: 06 44 58 89 69
[email protected] www.davidredeker.nl www.twitter.com/redekerd
| 73 |
37. Winnaar AJP 2012: iSPEX Waterlab, 15.15 – 15.30 uur De Academische Jaarprijs 2012 is gewonnen door het team van Frans Snik (UL) met het project iSPEX. De 100.000 euro van de Academische Jaarprijs gebruikt Snik om 10.000 opzetstukjes voor smartphones produceren en distribueren, inclusief een bijbehorende app. Hiermee kan iedereen zelf wetenschappelijke metingen aan fijnstof uitvoeren. Met het meetinstrument kan bepaald worden hoeveel fijnstof er in de lucht zit, maar ook hoe fijn dat fijnstof is en waar het uit bestaat. Op een zonnige dag in mei/juni 2013 organiseert Team iSPEX een groot experiment door alle deelnemers te verzoeken tegelijkertijd een meting uit te voeren. Het doel is om een gedetailleerde kaart van fijnstof in Nederland te maken. Misschien belangrijker nog dan het produceren van een fijnstofkaart: mensen komen zo op een unieke en directe manier in aanraking met de wetenschap. Dit is één van de grootste ‘citizen science’ experimenten in Nederland. Bij een succesvol resultaat zal iSPEX verder doorontwikkeld worden en internationaal worden ingezet. Dr. ir. Frans Snik (Sterrewacht Leiden, Universiteit Leiden) +31 71 527 84 31
[email protected]
| 75 |
38. Morele robots die de autonomie van patiënten bevorderen Atelier (b.g.), 10.45-11.00 uur Matthijs Pontier | VU Wij hebben robots ontwikkeld die met ethische beslismodellen een goede afweging kunnen maken tussen autonomie, weldoen, niet-schaden en rechtvaardigheid, net zoals medisch-ethische experts dat kunnen. Hierdoor kunnen ze de autonomie van de patiënt bevorderen. Bovendien kunnen ze emotioneel intelligent handelen en over hun keuzes communiceren. Nederland vergrijst. Hierdoor stijgt de zorgvraag en dreigt een tekort aan personeel in de zorg. Ondertussen worden robots steeds intelligenter, menselijker en goedkoper. Om een zelfde niveau van zorg aan te kunnen blijven bieden, zal steeds vaker een beroep worden gedaan op robots. Bijvoorbeeld om patiënten gezelschap te houden en spelletjes met ze te spelen, om ze te helpen gezondere keuzes te maken of ter ondersteuning van zelfhulptherapie bij mensen thuis. Wanneer dit gebeurt, is het van essentieel belang dat deze robots morele afwegingen kunnen maken zodat ze zich ethisch correct en emotioneel intelligent tegenover de patiënt kunnen gedragen. Er is het afgelopen jaar in de media een levendige maatschappelijke discussie ontstaan over dit onderwerp, onder andere naar aanleiding van de zorgrobot Alice die wij aan het ontwikkelen zijn. Over het autonomiemodel, waarin een onderscheid gemaakt wordt tussen positieve autonomie (vrijheid om een goed afgewogen keuze te maken) en negatieve autonomie (autonomie als afweerrecht) hebben we een publicatie ingestuurd. Over het morele beslismodel en de integratie daarvan met emotionele intelligentie zijn papers, posters en presentaties te vinden op mijn Slideshare-account en mijn persoonlijke website. Dr. Matthijs Pontier Vrije Universiteit Amsterdam | Center for Advanced Media Research Amsterdam (CAMeRA@VU) / The Network Institute | Kunstmatige Intelligentie: Cognitieve Robotica / Robot-Ethiek | Postdoc
[email protected] www.linkedin.com/profile/view?id=19933074 | www.slideshare.net/Matthijs85/symposium-fernando http://camera-vu.nl/matthijs/IBERAMIA12.pdf | http://camera-vu.nl/matthijs/CogSci12.pdf
| 77 |
39. Een bloedvat is meer dan een transportvat alleen Atelier (b.g.), 11.15-11.30 uur Jaap van Buul | Sanquin De binnenkant van een bloedvat is een laag van zeer actieve en bewegende cellen, die langsrollende witte bloedcellen actief vangen en helpen te ontsnappen uit de bloedbaan om ontstekingen aan te pakken en onschadelijk te maken. Lang werd de bloedvatwand beschouwd als een buis die enkel als transportmiddel werd gebruikt. Nu blijkt dat de binnenste cellaag van die ‘buis’ actief witte bloedcellen vangt door zogenaamde ‘vangarmen’ uit te gooien. Op deze wijze is nog niet naar het bloedvat gekeken en deze nieuwe zienswijze opent dan ook mogelijkheden om nieuwe medicijnen te ontwikkelen die ingrijpen op de activiteit van de vaatwand. Immers, als de vaatwand overactief is, zou dit kunnen leiden tot een overmaat van witte bloedcellen die uit de bloedbaan treden, zoals dit het geval is bij reumatoïde artritis of het begin van atherosclerose. De experimenten die de actieve bloedvatwand aantonen, zijn gedaan met behulp van geavanceerde fluorescentiemicroscopie die ten tijde van bloedcelinteractie met de vaatwand direct en live de acties registeren. Jaap van Buul Sanquin Research and Landsteiner Laboratory | Cel Biologie | Groepsleider | PhD
[email protected] www.mcb.sanquin.nl
| 79 |
40. Aspirine: baat het niet, dan schaadt het misschien Atelier (bgg), 11.45-12.00 uur Inge Stegeman | AMC Aspirine werkt bij een keur aan klachten, van hoofdpijn tot hart- en vaartziekten. Steeds vaker schrijven artsen het middel in lage doses voor om te voorkómen dat iemand klachten krijgt. Uit ons onderzoek blijkt dat de kans op bloedingen in hoofd en buik daarmee zo sterk toeneemt dat preventief voorschrijven niet verstandig is. Steeds vaker worden medicijnen voorgeschreven. Niet alleen om klachten te doen verdwijnen, maar ook om de kans dat we ziek worden te verminderen. Aspirine is daarvan een duidelijk voorbeeld. Zo wordt aspirine gebruikt bij mensen met hartfalen om een nieuw incident te voorkomen, maar wordt het tegenwoordig ook gebruikt bij mensen die nog geen aandoeningen hebben, als primaire preventiemaatregel. Als gevolg slikken steeds meer mensen op dagelijkse basis aspirine zonder dat daar een directe aanleiding voor is. Er wordt bij het voorschrijven vooral gekeken naar de voordelen, maar er zijn ook nadelen. Alle medicijnen hebben bijwerkingen, ook aspirine. Weegt het complicatierisico wel op tegen de voordelen? Het onderzoek is uitgevoerd in een samenwerking tussen het AMC en de Johns Hopkins University in Baltimore, na het verkrijgen van het ‘Louise Gunning Scheepers Study Fund’. Inge Stegeman, Msc Academisch Medisch Centrum | Klinische Epidemiologie | Promovendus
[email protected]
| 81 |
41. Printen van nieuwe oren Atelier (b.g.), 12.45-13.00 uur Ernst Bos | VUmc Met lichaamseigen cellen en met behulp van 3D-printtechnieken gaan we oren reconstrueren voor onder andere brandwondenslachtoffers. Wanneer oorkraakbeen beschadigd is, is het moeilijk vervangbaar. Dat komt doordat locaties om genoeg vervangend donorkraakbeen vandaan te halen, zoals de ribben, beperkt zijn. Om de juiste vorm vervolgens weer te maken uit dit donorkraakbeen is erg moeilijk. Onze onderzoeksgroep zal daarom met behulp van een driedimensionale (3D) printer individuele oren printen uit een geschikte kunststof en hierin lichaamseigen cellen laten groeien tot nieuw kraakbeen. De kunststof zorgt voor de vorm terwijl de cellen kraakbeen maken en uiteindelijk lost de kunststof op. In media worden vaker dit soort berichtgevingen opgepikt omdat ze grote nieuwswaarde (lijken) te hebben. Afgelopen week is een vergelijkbaar project van Cornell University overal door de media opgepikt. Ben ik gepasseerd? Het lijkt baanbrekend, maar er zitten nog erg veel haken en ogen aan om dit bij een patiënt te kunnen gebruiken. 15 jaar geleden werd al een oor op een muis gekweekt; hebben we daar bijvoorbeeld ooit nog iets van terug gehoord? Op www.flintwave.com is mijn project te zien op een filmpje waarbij we donaties van het publiek proberen te werven. Drs. Ernst Bos VU medisch centrum | Geneeskunde | Arts-onderzoeker
[email protected]
| 83 |
42. Stamceltechnologie en het kweken van hartcellen Atelier (b.g.), 13.15-13.30 uur Sabine den Hartogh | LUMC We zijn in staat vanuit pluripotente (patiënt-specifieke) stamcellen menselijke hartcellen te kweken, en zo meer inzicht verkrijgen in de vorming van het menselijk hart tijdens de embryonale ontwikkeling. Deze kennis maakt het mogelijk specifieke hartcellen te kweken, die gebruikt kunnen worden voor betrouwbare patiënt-specifieke preklinische screenings van nieuwe medicijnen. In de hartgeneesmiddelenindustrie is een grote vraag naar het ontwikkelen van betrouwbare preklinische onderzoeksmethoden voor de productie van veilige hartmedicijnen. De momenteel gebruikte diermodellen wijken te veel af van de patiënt, waardoor klinische resultaten vaak afwijken van de verwachtingen uit dieronderzoeken. Bovendien is de effectiviteit van medicijnen vaak patiënt-specifiek, wat een gevaar kan zijn voor de patiënt. Het ontwikkelen van betrouwbare en patiënt-specifieke preklinische testen is daarom nodig. In ons lab zijn wij in staat menselijke hartcellen te kweken uit patiënt-specifieke stamcellen (geïnduceerde pluripotente stamcellen) en embryonale stamcellen. De hartcellen die uit deze stamcellen gevormd worden, kloppen en vertonen de eigenschappen van menselijke hartcellen. Dankzij deze ontwikkelingen leren we begrijpen hoe hartcellen en afwijkingen ontstaan. Omdat de hartcellen die worden verkregen patiënt-specifiek zijn, zijn ze uiterst bruikbaar voor het testen en ontwikkelen van veilige patiënt-specifieke medicijnen. Bovendien kunnen ze mogelijk in de toekomst gebruikt worden voor het vervangen van beschadigd hartweefsel. Sabine den Hartogh, MSc Leids Universitair Medisch Centrum| Anatomy and Embryology | OIO
[email protected]
| 85 |
43. Huidkankerscreening met de telefoon Atelier (b.g.), 13.45-14.00 uur Chris Snijders | TU/e Het is mogelijk om met een eenvoudige telefoonapplicatie voorstadia van huidkanker te diagnosticeren. Het laat ook zien dat je om dit te ontwikkelen geen medicus hoeft te zijn. Dit is interessant voor de pers omdat: –– huidkanker sterk toeneemt en nog meer toe gaat nemen –– dat eenvoudige modellen net zo goede resultaten kunnen behalen als experts –– het tot nu toe nog niet kon –– er kort geleden een artikel is gepubliceerd (niet door ons) dat laat zien dat de bestaande apps heel slecht zijn in het diagnosticeren van verdergevorderde stadia van huidkanker. De onze werkt wel. Onze applicatie is nu in bètaversie, maar zal tegen de tijd dat Bessensap er is klaar zijn voor iOS en Android. We zouden de app dus ter plekke kunnen onthullen. Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven (i.s.m. Catharina ziekenhuis Eindhoven) | Mens-Techniek Interactie / Besliskunde | Hoogleraar
[email protected] www.chrissnijders.com/me
| 87 |
44. Waarom hebben veel paardenbloemen geen vader? Atelier (b.g.), 14.15-14.30 uur Thomas van Gurp | NIOO-KNAW Planten kunnen reageren op stress door schakelaars op genen aan en uit te zetten. Deze schakelaars kunnen worden doorgegeven aan de volgende generatie, die zich op deze manier wellicht kunnen ‘aanpassen’ aan de stressomgeving van hun ouders. Deze (epigenetische) schakelaars een extra laag erfelijke informatie vormen die omgevingservaring kunnen doorgeven aan een volgende generatie. Een verkeerde configuratie van deze schakelaars kan leiden tot ziektes als kanker en alzheimer. Planten gebruiken deze schakelaars om zich aan te passen aan hun omgeving; ze kunnen immers niet weglopen. De schakelaars op de genen kunnen worden doorgegeven aan de volgende generatie. Door goed te kijken hoe deze schakelaars werken in planten kunnen we wellicht meer leren over het vermogen van soorten om zich aan te passen of zelfs het ontwikkelen van medicijnen tegen kanker. De schakelaars in planten en mensen zijn immers zeer vergelijkbaar. Zie ook http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/203017 voor mijn DWLD-interview. Ik heb een techniek ontwikkeld waarmee deze epigenetische schakelaars in honderden planten tegelijk te meten zijn op een detailniveau wat nu onbetaalbaar zou zijn. Dit wordt de komende maanden gepubliceerd. Zie ook http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/203017 voor een leuk televisie-item over mijn onderzoek. Thomas van Gurp, MSc Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) | Ecologie/Epigenetica | Promovendus
[email protected] www.nioo.knaw.nl/users/thomasg
| 89 |
45. How to be safe in the city Atelier (b.g.), 14.45-15.00 uur Hans Scholten | UT Met medewerking van burgers kan de stad veiliger en gezonder worden gemaakt. Mobiele telefoons zijn waar mensen zijn en stel je de mogelijkheden eens voor als die telefoons ogen en oren zouden hebben. We zouden de stad veiliger kunnen maken, overlast kunnen verminderen, verkeer beter laten doorstromen en luchtvervuiling kunnen tegengaan. Onlangs hebben we kunnen zien hoe toevallige omstanders en het gebruik van sociale netwerken kunnen helpen bij het opsporen van daders van mishandeling. Dit onderzoek gaat een stap verder en gebruikt de principes van opportunistic sensing om ongewone gebeurtenissen te ontdekken en, waar mogelijk, er iets aan te doen, bijvoorbeeld door hulpdiensten te waarschuwen en burgers te informeren. Het is ook niet toevallig dat ’Moerdijk’ (grote brand op industrieterrein) de inspiratie voor dit project vormde. Omdat opportunistic sensing gebruikmaakt van telefoons van toevallige omstanders kan snel, bijna in real-time, informatie worden verzameld, ook op plaatsen waar geen andere sensoren (bijvoorbeeld camera’s) voorhanden zijn. Of informatie over grotere gebieden, zoals luchtvervuiling in de stad, of geluid van verkeer. Dit onderzoek wordt verricht binnen het SenSafety project (Sensor networks for Public Safety) en is deel van het Nederlandse COMMIT programma. SenSafety heeft een totaal budget van ongeveer 5 miljoen euro en is een samenwerkingsverband van universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijfsleven. Verder wordt er samengewerkt met veiligheidsdistricten in Nederland. Ir. Hans Scholten Universiteit Twente | Pervasive Systems | Universitair Docent
[email protected] wwwhome.ewi.utwente.nl/~scholten/
| 91 |
46. Hoe insecten het land veroverden Atelier (b.g.), 15.15-15.30 uur Maurijn van der Zee | UL De voorouders van insecten (Crustaceae: schaaldieren zoals kreeften) leefden in zee. Insecten hebben de stap naar het land gemaakt. Ik laat zien dat een membraantje in het insectenei, de serosa, het insectenembryo beschermt tegen uitdroging. Deze evolutionaire innovatie heeft de verovering van het land mogelijk gemaakt Dit is interessant omdat dit het succes van insecten op het land verklaart. Veel onderzoekers hebben gekeken naar aanpassingen in volwassen insecten, zoals vleugels en tracheeën. Maar met die aanpassingen ben je nog geen landdier. Pas als je ook je eieren op het land kunt leggen, ben je helemaal onafhankelijk van de zee. Het lijkt heel erg op wat er in gewervelde dieren is gebeurd. Vissen hebben pootjes ontwikkeld én zijn geëvolueerd tot amfibieën. Maar amfibieën zijn voor voortplanting gebonden aan water. Pootjes maken je nog geen landdier. De echte innovatie is het amniote ei dat op het land gelegd kan worden, zoals reptielen dat bijvoorbeeld doen. Dat maakte de eerste gewervelden echt onafhankelijk van water. Iets soortgelijks, de evolutie van een ei met een serosa, is dus gebeurd in de insecten. Een mooi staaltje parallelle evolutie. Een manuscript opgestuurd naar de Proceedings of the Royal Society B heeft goede review reports gekregen en zal na wat aanpassingen waarschijnlijk rond Bessensap gepubliceerd worden. Maurijn van der Zee Universiteit Leiden | Evolutiebiologie | Universitair Docent
[email protected] www.science.leidenuniv.nl/index.php/ibl/zee
| 93 |
47. Winnaar AJP 2012: iSPEX Vide, 10.30-16.00 uur
De Academische Jaarprijs 2012 is gewonnen door het team van Frans Snik (UL) met het project iSPEX. De 100.000 euro van de Academische Jaarprijs gebruikt Snik om 10.000 opzetstukjes voor smartphones produceren en distribueren, inclusief een bijbehorende app. Hiermee kan iedereen zelf wetenschappelijke metingen aan fijnstof uitvoeren. Met het meetinstrument kan bepaald worden hoeveel fijnstof er in de lucht zit, maar ook hoe fijn dat fijnstof is en waar het uit bestaat. Op een zonnige dag in mei/juni 2013 organiseert Team iSPEX een groot experiment door alle deelnemers te verzoeken tegelijkertijd een meting uit te voeren. Het doel is om een gedetailleerde kaart van fijnstof in Nederland te maken. Misschien belangrijker nog dan het produceren van een fijnstofkaart: mensen komen zo op een unieke en directe manier in aanraking met de wetenschap. Dit is één van de grootste ‘citizen science’ experimenten in Nederland. Bij een succesvol resultaat zal iSPEX verder doorontwikkeld worden en internationaal worden ingezet. Dr. ir. Frans Snik (Sterrewacht Leiden, Universiteit Leiden) +31 71 527 84 31
[email protected]
| 95 |
48. Onderzoek in Antarctica Poolzaal (1e etage), 10.45 – 13.30 uur Antarctica Dit jaar opende NWO het eerste Nederlandse laboratorium in Antarctica. Inmiddels is de Antarctische zomer voorbij en zijn de Nederlandse onderzoekers weer thuis, met de eerste resultaten van hun onderzoek. Dit wordt uitgevoerd op het Antarctisch schiereiland, een gebied waar klimaatverandering hard toeslaat. Het onderzoek in het Nederlandse laboratorium richt zich op klimaatverandering en de bijbehorende veranderingen in de voedselkringloop in zee. Zaken als de zoetwaterstroom van gletsjers en klimaatgassen in de atmosfeer hebben invloed op het leven van algen, die aan de basis van de voedselketen in de rijke Antarctische Oceaan staan.
| 97 |
Niet-geselecteerde voorstellen
Tussen deugd en plicht. Liefdadige collectes in de Republiek (c.1600-1800) Danielle Teeuwen | IISG Armenzorg in Nederland was in de 17e en 18e eeuw van een hoog niveau: Nederlanders stonden bekend om hun vrijgevigheid en armenzorginstellingen waren zelfs toeristische trekpleisters. Mijn onderzoek toont aan dat de giften niet alleen van de elite kwamen, maar dat alle lagen van de bevolking bijdroegen. Hier kwam veel sociale druk bij kijken: stadsbesturen en regenten van armenzorginstellingen pasten diverse strategieën toe om de collecteopbrengsten te verhogen. Dit plaatst vraagtekens bij de vrijwilligheid van deze vrijgevigheid. In tijden van een terugtrekkende overheid op het gebied van sociale zorg, is het interessant om te kijken hoe er voor de kwetsbaren in de samenleving gezorgd werd voordat dit de taak van de nationale overheid was. Gepubliceerde artikelen: - Daniëlle Teeuwen, ‘Collections for the poor. Monetary charitable donations in Dutch towns, c. 1600-1800’, Continuity and Change 27:2 (2012), pp. 271-299. - Daniëlle Teeuwen, “‘Vande groote swaricheyt der armen deser Stadt’. De reorganisatie van de armenzorg in Utrecht, 1580-1674”, Jaarboek Oud-Utrecht 2010, pp. 48-65. Geaccepteerde artikelen: - Elise van Nederveen Meerkerk and Daniëlle Teeuwen, ‘The stability of voluntarism. Financing social care in early modern Dutch towns compared to the English Poor Law, c. 1600-1800’, European Review of Economic History. - Elise van Nederveen Meerkerk and Daniëlle Teeuwen, ‘Keeping up the good works: voluntary giving and the financial maintenance of charitable institutions in Dutch towns, c. 1600-1800’, in: F. Datini Atti della XLIV settimana di Studi 2012 [forthcoming 2013]. Ingediend artikel: - Daniëlle Teeuwen, ‘A penny for the poor. The widespread practice of monetary charitable donations in Delft and Zwolle, 17th-18th century’, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis. Daniëlle Teeuwen, MA IISG | Sociale Geschiedenis
[email protected] http://socialhistory.org/en/staff/dani%C3%ABlle-teeuwen | Niet-geselecteerde voorstellen – I |
Dus daarom zijn die studieteksten onbegrijpelijk! Gerdineke Van Silfhout | UU Veelgebruikte richtlijnen voor het schrijven van schoolteksten blijken helemaal niet zo voordelig te zijn voor zwakke lezers in het voortgezet onderwijs. Korte zinnen, gefragmenteerde lay-out en aantrekkelijk geschreven teksten vertragen het leerproces, zo blijkt uit mijn oogbewegingsonderzoeken. Bovendien scoren de leerlingen ook nog eens lager op hun begripstesten. Een betere samenwerking tussen schrijvers van studieboek- en examenmateriaal en taalexperts, daar draait het om! 25 procent van de vmbo’ers begrijpt namelijk te weinig van hun studieteksten. Veel schoolteksten staan een goed begrip in de weg, omdat ze worden geschreven aan de hand van leesbaarheidsformules en goedbedoelde schrijftips die soms averechtse effecten hebben. Willen we de kwaliteit van tekstmateriaal verbeteren, dan is het van belang om teksten te ontwikkelen op basis van schrijfadviezen die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Willen we jongeren succesvol laten functioneren in onze samenleving? Natuurlijk! Dan zullen taalwetenschappers en tekstschrijvers hun handen ineen moeten slaan. Lukt dat? Daarvoor zal de boodschap duidelijk en begrijpelijk moeten worden overgebracht... Reeds verschenen of geaccepteerde artikelen in Didaktief, DeCascade, Levende Talen Tijdschrift (zomer) en bundel Stichting Lezen (zomer) en op www.kennislink.nl. Gerdineke van Silfhout, MA Universiteit Utrecht | Taalbeheersing
[email protected] www.uu.nl/gw/medewerkers/GvanSilfhout/0
| II – Niet-geselecteerde voorstellen |
Food Warden Elbrich Hendriks | RUG, iGEM Hoe werkt de Food Warden en wat zijn onze toekomstplannen met deze sticker die kan detecteren of vlees verkeerd begint te worden. iGEM Groningen werd vorig jaar Europees en wereldkampioen in deze synthetische biologie competitie en we willen graag onze opvolgers presenteren aan het publiek. Publicatie in Nature op komst, meerdere (grote!) Nederlandse bedrijven geïnteresseerd. Elbrich Hendrijk, BSc Rijksuniversiteit Groningen | Synthetische Biologie
[email protected] http://2012.igem.org/Team:Groningen
| Niet-geselecteerde voorstellen – III |
Underwater sensor networks Nirvana Meratnia | UT How sensor network technology can prevent disasters like the BP oil spill, secure harbours, and help better understand the underwater environment. The newly developed underwater sensing and communication infrastructure employs relatively small and cheap sensing devices at various water depths, enables them to network together, and detect events when/where they occur. It shows how ICT can make our society safer and more sustainable. The harsh and mostly inaccessible underwater environment has prevented the human being to fully explore it. Although not completely there yet, today’s technology is very close to opening up new ways in tackling underwater monitoring challenges and in ways we learn and understand complexity of marine life, monitor the quality of waters and coasts, and protect underwater ecology. This research is timely and has high economical and societal impact. Just consider the economical and societal gains if another BP oil spill disaster can be prevented. This research also gives another perspective to computer science education as it shows the role and importance of ICT and how it is interwoven into our lives and has undergone a paradigm shift from PCs and desktops to environments that are even unimaginable by many of us. After a number of successful small and large scale underwater tests in a diving center, river, and sea test sites in different countries across Europe, the complete solution will be tested in the Norwegian fjord in May 2013. Dr. Nirvana Meratnia University of Twente | EWI / Pervasive Systems
[email protected]
| IV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Hoe voodoo het Afrikaanse oerwoud kan helpen beschermen Diana Quiroz | WUR In Benin (West Afrika), de bakermat van de voodoo religie, worden magische plantensoorten beschermd in heilige bossen en tuinen van traditionele genezers. De bovennatuurlijke krachten van sommige planten zijn echter ook veel geld waard, met als gevolg dat er soorten dreigen uit te sterven vanwege het veelvuldige gebruik in voodoorituelen. Voodoo is meer dan naalden door poppetjes steken. Onderzoek naar de relatie tussen traditionele geloofswijzen en plantgebruik in West Afrika heeft uitgewezen dat er niet alleen honderden soorten magische planten bestaan, maar dat deze actief beschermd en aangeplant worden door de lokale bevolking. Veel voodoorituelen hebben een directe relatie met natuurbescherming. Heilige bossen, actief beschermd door de lokale bevolking tegen houtkappers, herbergen vaak een bron met schoon drinkwater of zeldzame medicinale planten. Uit interviews met tientallen medicijnmannen in Benin en Gabon blijkt dat taboes dienen om kwetsbare soorten niet te veel te belasten. De magische kracht van planten valt vaak af te leiden uit hun ecologische relatie met wilde dieren. Voodoo heeft echter ook een commerciële kant. Op de markten in West Afrika worden grote hoeveelheden magische planten verkocht, waardoor de meest populaire soorten dreigen uit te sterven. Hoe kan de voodooreligie helpen het Afrikaanse regenwoud te beschermen? Onderzoekster Diana Quiroz is net terug van zes maanden veldwerk in Centraal Afrika en interviewde tientallen Afrikaanse medicijnmannen. Drs. Diana Quiroz Wageningen Universiteit | Botanie / Etnobotanie
[email protected] http://osodresie.wikispaces.com
| Niet-geselecteerde voorstellen – V |
Talenten op Topsport Talentscholen behalen lagere schoolresultaten Agnes Elling | Mulier Instituut Topsporttalenten (met een NOC*NSF talentstatus) die voortgezet onderwijs volgden op een Topsport Talentschool presteren uiteindelijk niet beter in de topsport en halen minder vaak een vwo diploma dan talenten met vergelijkbare cognitieve vaardigheden die regulier onderwijs volgden. Topsport Talentscholen zijn de enige scholen in het voortgezet onderwijs (VO) die wettelijk vrijstellingen mogen verlenen aan bepaalde leerlingen (Loot-onderwijs). Bovendien zijn de scholen er juist voor bedoeld om talenten niet alleen optimaal te ondersteunen bij hun sportieve aspiraties, maar vooral ook om hen het hoogst mogelijke VO diploma te laten behalen. De meerderheid van de topsporttalenten zal uiteindelijk geen topsporter worden en als ze dat wel worden, is deze loopbaan van relatief korte duur. We vonden dat Topsport Talentenscholen sporttalenten weliswaar beter ondersteunen dan reguliere scholen bij de combinatie van topsport en onderwijs, maar als onderwijsinstellingen talenten uiteindelijk minder kansen bieden op een optimale educatieve ontwikkeling. Rens, F. van, Elling, A. & Reijgersberg, N. (2012). Topsport Talent Schools in the Netherlands: A retrospective analysis of the effect on performance in sport and education. International Review for the Sociology of Sport Published online before print December 31, 2012, doi: 10.1177/1012690212468585 Dr. Agnes Elling Mulier instituut | Sportsociologie
[email protected] www.mulierinstituut.nl/organisatie/medewerkers/detail.html?list_id=948051
| VI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Euthanasie in de pers: misverstanden en grensgevallen Judith Rietjens | Erasmus MC In 24% van de Nederlandse krantenartikelen over euthanasie wordt de term “euthanasie” niet conform de wettelijke definitie gebruikt (= toedienen van dodelijke medicatie op verzoek van een patiënt). Zo wordt bijvoorbeeld het stoppen van behandelingen vaak euthanasie genoemd. Daarnaast besteden krantenartikelen vooral aandacht aan euthanasie in bijzondere situaties, zoals bij demente patiënten. Euthanasie is regelmatig onderwerp van heftig maatschappelijk debat. De media vervullen een belangrijke functie vervullen in het voorlichten van mensen, en heeft sterke effecten op hun opvattingen. Mijn onderzoek laat zien dat de term euthanasie in Nederlandse kranten vaak ook voor andere handelwijzen gebruikt wordt, zoals het stoppen van voeding en vocht bij terminale patiënten. Daarnaast is bekend dat euthanasie in het merendeel van de gevallen terminale kankerpatiënten betreft die uitzichtloos en ondraaglijk lijden, terwijl de krantenartikelen veel vaker gaan over euthanasie in bijzondere situaties, zoals demente patiënten of patiënten met een psychiatrische aandoening. Dit schept mogelijk verwarring bij het publiek, en zorgt ervoor dat het publieke debat niet helder gevoerd wordt. Het kan ook verklaren waarom artsen en patiënten vaak verschillende opvattingen hebben over wat euthanasie is en wanneer het toegepast kan worden. Het zou zeer interessant zijn om hier met de pers over van gedachten te wisselen! Dit betreft een wetenschappelijk artikel dat recent verschenen is in de BMC Medical Ethics. Het betreft een kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse van alle Nederlandse krantenartikelen (7 belangrijkste Nederlandse kranten) waarin de term euthanasie gebruikt werd, in de periode 2009-2010. Dr. Judith Rietjens Erasmus MC | Medische besluitvorming in de laatste levensfase
[email protected] http://survey.erasmusmc.nl/intern/pwp/?jrietjens | Niet-geselecteerde voorstellen – VII |
Minder behoefte om te blowen door clozapine Marise Machielsen | AMC Wij hebben twee medicijnen die werken tegen psychoses (risperidon en clozapine) vergeleken en clozapine blijkt de behoefte om te blowen sterker te verminderen. De behoefte om te blowen is gemeten door patiënten taakjes te laten uitvoeren terwijl ondertussen een MRI scan van hun hoofd werd gemaakt. Er wordt veel meer geblowd door patiënten met een psychotische stoornis dan door de algemene bevolking. Dit is een groot probleem omdat blowen een negatieve invloed heeft op het beloop van de ziekte. Patiënten die blowen hebben meer last van psychotische verschijnselen, worden vaker opgenomen in een ziekenhuis en reageren minder goed op medicatie. Wanneer de behoefte om te blowen dus beïnvloed zou kunnen worden door medicatie, zou dit patiënten helpen om hun cannabisgebruik te staken en hun prognose te verbeteren. Clozapine en risperidon zijn medicijnen die goed helpen tegen psychoses en normaal gesproken ook voorgeschreven. fMRI is een techniek waarmee de activiteit van bepaalde hersengebieden tijdens het uitvoeren van taken kan worden gemeten. Hierdoor is het dus mogelijk direct de hersenrespons op bepaalde stimuli en de invloed van verschillende medicamenten op de hersenen te meten. Deze bevinding klopt met onze hypothese maar is niet eerder beschreven en het artikel waar dit in beschreven staat is momenteel ‘under review’ in een hoog aangeschreven tijdschrift. Marise Machielsen Academisch Medisch Centrum | Zorglijn vroege psychose | Arts-onderzoeker (promovendus)
[email protected]
| VIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Een moleculair machientje stopt en start Nynke Dekker | TUD Wij gaan laten zien dat wij de werking van een moleculaire machine die ervoor zorgt dat virussen hun RNA kunnen kopiëren op enkel-molecuul kunnen bestuderen en begrijpen. Dat is interessant omdat het toevoegt aan het algemene begrip over hoe een virus werkt. Ook een virus maakt gebruik van moleculaire machientjes. Hoe het virus zich kan evolueren, maar ook hoe je het mogelijkerwijs zou kunnen bestrijden, wordt duidelijker als je de werking van deze machientjes begrijpt. Prof. Dr. Nynke Dekker TU Delft | Hoogleraar biofysica
[email protected] nynkedekkerlab.tudelft.nl
| Niet-geselecteerde voorstellen – IX |
Met beide benen op de grond staan Tjitske Boonstra | UT Op één been kun je niet lopen, maar je kan er wel de lichaamsbalans mee handhaven. Wat gebeurt er met je balans als één been het minder goed doet? Door het steunvlak van één van de voeten te verkleinen kunnen gezonde personen een balansasymmetrie ervaren. Loop- en balansstoornissen zijn een groot probleem in Nederland. Jaarlijks besteden we M€ 650 aan de gevolgen van vallen en de verwachting is dat dit bedrag omhoog gaat vanwege de vergrijzing. Maar waarom sommige ouderen vallen en anderen niet is, ondanks veel onderzoek, nog niet duidelijk. Ook zijn we niet in staat te voorspellen wie zal gaan vallen en interventie programma’s zijn niet effectief. Op de Universiteit Twente ontwikkelen we unieke methodes om balanshandhaving te onderzoeken. We bieden proefpersonen een onvoorspelbare periode verstoring aan én we kijken naar wat elk been bijdraagt aan de balanshandhaving. Deze twee aspecten hebben tot nieuwe inzichten in de ziekte van Parkinson geleid; een neurologische aandoening die o.a. leidt tot een verhoogd valrisico. Resultaten lieten zien dat Parkinsonpatiënten hun ene been meer gebruikten, dan het andere been tijdens het handhaven van de balans, terwijl de totale balansbijdrage hetzelfde was als gezonde controles. Er zijn vier artikelen over dit onderwerp gepubliceerd, twee zijn gesubmit en op 6 juni zal ik mijn proefschrift met de betreffende onderzoeken verdedigen. Drs. Tjitske Boonstra Universiteit Twente | Bewegingswetenschappen | PhD-student
[email protected] www.utwente.nl/ctw/bw/People/PhDstudents/Boonstra/aboutMe/
| X – Niet-geselecteerde voorstellen |
We houden de zorg betaalbaar Richard Boucherie | UT Slimmer organiseren maakt het mogelijk met de huidige financiële en personele inzet de (gezondheids)zorg in de toekomst op het huidige kwaliteitsniveau te verstrekken. Het is niet nodig te bezuinigen op verstrekking van (gezondheids)zorg om te kunnen voldoen aan de stijgende zorg vraag. Er kan met een door vergrijzing krimpende beroepsbevolking voldoende personeel beschikbaar zijn om de zorg op het huidige niveau te handhaven. De presentatie is gebaseerd op meerdere publicaties in medische, wiskundige en bedrijfskundige tijdschriften, alsmede op meerdere daadwerkelijke implementaties in zorginstellingen. Prof. Dr. Richard Boucherie Universiteit Twente | Toegepaste WiskundeOnderzoekleider logistiek van de gezondheidszorg
[email protected] www.utwente.nl/choir
| Niet-geselecteerde voorstellen – XI |
Depressief of dement? Gedragsstoornissen veroorzaakt door dementie vaak niet herkend Welmoed Krudop | VUmc Vergelijkbare gedragsstoornissen kunnen worden veroorzaakt door psychiatrische aandoeningen óf door een vorm van dementie. Met name Fronto-temporale dementie (FTD) tast díe hersengebieden aan, die bij een ernstige depressie of manie óók disfunctioneren. Omdat de prognose en behandeling heel verschillend zijn, moet er zo vroeg mogelijk onderscheid worden gemaakt tussen psychiatrische aandoeningen enerzijds en dementie anderzijds. FTD is een hersenziekte die nog weinig bekendheid heeft. Het is een vorm van dementie die zich niet met vergeetachtigheid uit, maar als gedragsstoornis of karakterverandering (bijvoorbeeld agressie, seksuele ontremming en dwangneuroses). Omdat FTD ook op relatief jonge leeftijd begint (gemiddeld 50) wordt de ziekte vaak niet als dementie herkend, noch door de omgeving van de patiënt noch door medici. Enerzijds worden patiënten met FTD soms ten onrechte bestempeld als depressief, manisch of psychotisch. Anderzijds worden er soms patiënten met een psychiatrische diagnose ten onrechte gediagnosticeerd met FTD. In dat geval is er sprake van ernstige onderbehandeling, omdat psychiatrische ziektes meestal goed te behandelen zijn. Op dit moment zijn er geen geschikte testen om FTD in een vroege fase goed en snel te onderscheiden van psychiatrische aandoeningen. Mijn onderzoek heeft als doel de onderscheidende criteria te bepalen en daarmee de patiëntenzorg te verbeteren. Mijn artikel over het achterliggende idee van mijn studie en het onderzoeks-design is geaccepteerd, maar nog niet gepubliceerd (indien gewenst titel en tijdschrift op aanvraag beschikbaar). Dr. Welmoed Krudop Alzheimercentrum VUmc | Neurologie en psychiatrie | Arts en promovendus
[email protected] www.alzheimercentrum.nl/onderzoek/wetenschappelijk-onderzoek/#expand25
| XII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Waarom het Mark Rutte nu niet lukt om 18 miljard te bezuinigen Lars Tummers | EUR Overheidsbeleid faalt vaak omdat uitvoerende professionals zich ertegen verzetten. Zo protesteerden veel docenten tegen de 1040-urennorm. Ik ontwikkelde hiervoor het wetenschappelijke model van ‘beleidsvervreemding’. Via onderzoek onder 2.500 professionals laat ik zien welke problemen professionals hebben met overheidsbeleid en geef ik suggesties hoe politiek & professionals beter kunnen samenwerken. De rol van uitvoerende professionals – zoals artsen en docenten – is cruciaal voor de effectiviteit van beleid, maar krijgt vrijwel nooit aandacht. Rutte-II ontwikkelt nu overheidsbeleid om overheidsfinanciën gezond te maken. Maar zij vergeet hierbij één ding: Het succes van overheidsbeleid hangt vaak af van uitvoerende professionals. Maar zij laten zich niet volledig leiden door opgelegde beleidsvernieuwingen. Ze hebben vaak problemen met overheidsbeleid: ze ervaren beleidsvervreemding. Professionals traineren het door de politiek ontwikkelde beleid of saboteren het zelfs. Hiernaast heeft veel beleid perverse prikkels, waardoor doelen als kostenvermindering in gevaar komen. Zo waren veel psychologen mordicus tegen de invoering van verdergaande marktwerking via DBC’s en saboteerden ze het beleid door onder andere patiënten een hogere diagnose te geven (zodat zijzelf meer geld verdienden). Deze presentatie laat op basis van een promotieonderzoek (2012, cum laude) zien waarom professionals vervreemden van overheidsbeleid en wat Rutte-II hieraan kan doen. Gebaseerd op (cum laude) promotie van Lars Tummers: Tummers, L.G. (2012). Policy Alienation: Analyzing the experiences of public professionals with new policies. Rotterdam: Erasmus University Rotterdam (369 pag.). Prom./coprom.: Prof.Dr. V.J.J.M. Bekkers, Prof.Dr. A.J. Steijn & Prof.Dr. S. van Thiel. Onderdeel van een nieuw startend programma op de Erasmus Universiteit Rotterdam om inzichten uit de psychologie te koppelen aan de bestuurskunde om zo te komen tot een nieuw onderzoeksveld: De psychologie van de bestuurskunde (psychology of public administration). Dr. Lars Tummers Erasmus Universiteit Rotterdam | Sociale wetenschappen – Bestuurskunde | UD
[email protected] www.larstummers.com
| Niet-geselecteerde voorstellen – XIII |
Schimmels in dienst van de bio-based economie Ronald de Vries | CBS-KNAW De waarde van schimmels voor het realiseren van een bio-based economie is veel groter is dan gerealiseerd werd. Tot nu toe wordt slechts een zeer klein aantal schimmels industrieel toegepast voor het omzetten van planten biomassa. Echter de variatie in strategieën die schimmels gebruiken hiervoor is veel breder en inzicht hierin kan de efficiëntie sterk verbeteren. De verandering van fossiele naar duurzame grondstoffen is een zeer actueel onderwerp dat wereldwijd hoog op de agenda staat. Schimmels spelen een belangrijke rol hierin, maar die rol is slecht bekend bij het grote publiek. Schimmels hebben vooral een slechte naam als bederf van brood, fruit en andere levensmiddelen en als pathogeen van planten, dieren en mensen. Bewustwording in de maatschappij van de waarde van de biologie voor de bio-based economie zal ook de acceptatie hiervan sterk verbeteren. Het onderzoek wat gepresenteerd zal worden is recentelijk beloond met de honorering van een VICI aanvraag waarin dit verder uitgewerkt zal worden. Tevens zijn er de afgelopen 3 jaar 2 artikelen in Science, 2 in Nature Biotechnology en 2 in PNAS verschenen over dit onderwerp waarin wij geparticipeerd hebben. Dr. ir. Ronald de Vries CBS-KNAW Fungal Biodiversity Centre | Microbiologie, biotechnologie | Groepsleider
[email protected] www.cbs.knaw.nl/Research/Physiology.aspx
| XIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Teken je model Wouter van Joolingen | UT Ik ga laten zien dat je met intelligente software kinderen wetenschappelijke modellen kunt laten maken. Op die manier leren ze wetenschappelijke vaardigheden. De software laat tekeningen van leerlingen tot leven komen, b.v. een zonnestelsel dat kinderen tekenen wordt een werkend planetarium. Een studie uitgevoerd bij NEMO laat leereffecten zien. Dat is interessant omdat de software een grote aantrekkelijkheid heeft op volwassenen en kinderen. Bovendien draagt het onderzoek bij aan een beter begrip van wetenschap. De software is beschikbaar via onze website. Recent is een conferentiebijdrage (EARLI) en een tijdschriftartikel (Transactions on Learning Technologies) geaccepteerd voor publicatie. Prof. Dr. Wouter van Joolingen Universiteit Twente | Hoogleraar Science Education
[email protected] www.modeldrawing.eu
| Niet-geselecteerde voorstellen – XV |
Simple heuristics for cancer detection Martijn van Vlijmen | TU/e Huidkanker (Actinische keratose & basal cell cancer) is met simpele regels goed te beoordelen. Momenteel doe ik onderzoek naar hoe goed dit werkt en wat de mogelijkheden zijn voor toepassing in de medische wereld. Er verschijnen steeds meer applicaties in de app- en playstore die claimen in staat te zijn huidkanker te diagnosteren. Het is echter niet duidelijk hoe deze apps hun beslissing maken, hierdoor worden ze ook niet in de medische wereld toegepast. Als mijn model inderdaad goed werkt kan dit leiden tot grotere efficiency in de zorg. Martijn van Vlijmen TU/e | Technische innovatie | Student
[email protected]
| XVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Hoe presteert Nederland onder stress? Silke Conen | MU Mensen die zeer gevoelig of zeer ongevoelig voor stress zijn presteren slechter op een werkgeheugentaak dan mensen die gemiddeld stressgevoelig zijn. Ik ga laten zien dat een lichte mate van ‘opwinding’ bij een stressvolle situatie, een positieve invloed kan hebben op ons werkgeheugen. Door de alom aanwezige recessie wij in Nederland dagelijks geconfronteerd worden met grootschalige bezuinigingen, sterk toegenomen werkeloosheid en een enorme werkdruk, en dit zorgt voor een onzekere toekomst voor velen van ons waardoor Nederlanders veel stress ervaren. Het is bekend dat chronische stress, gemeten in klinische populaties, negatieve gevolgen heeft voor onze lichamelijke en mentale gezondheid. Uit onze grootschalige internetstudie, waar meer dan 5000 Nederlanders aan hebben deelgenomen, komt naar voren dat het hebben van dagelijkse stress blijkbaar niet veel nadelige gevolgen heeft. Onze aandacht en ook ons geheugen voor gebeurtenissen blijft grotendeels intact. De mate van gevoeligheid voor het krijgen van stress lijkt echter wel gevolgen te hebben, waarbij het werkgeheugen slechter finctioneert bij zeer stressgevoelige en zeer stressongevoelige individuen. Maar al met al kunnen deze grotendeels positieve resultaten zeker een opsteker genoemd worden in deze barre tijden! Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het ‘Groot Nationaal Onderzoek’, in samenwerking met NWO, de VPRO/NTR en het tv programma Labyrint. Dr. Silke Conen Maastricht University | Psychologie | Post-doc onderzoeker
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XVII |
Survival Of The Fattest Peter Mooij | TUD Eén manier van denken volstaat om zowel een Italiaanse heavy metal fan uit een groep mensen als een dikke alg uit een groep algen te selecteren. Onze manier van denken is universeel inzetbaar. Dikke algen kunnen in potentie ons in de toekomst van brandstof voorzien. Ir. Peter Mooij TU Delft | Milieu Biotechnologie | Promovendus
[email protected]
| XVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Draadloze sensoren voorkomen ongelukken Paul Havinga | UT Ik ga laten zien dat met behulp van zeer kleine draadloze sensoren er geen ongelukken meer voor kunnen komen ten gevolge van overbelasting bij hogesnelheidstreinen, zoals recentelijk nog in China is voorgekomen. Met behulp van geavanceerde draadloze sensoren, die helemaal van hun voeding worden voorzien door de trillingen zelf, worden deze trillingen van de wielen van de trein continue in de gaten gehouden, en bij afwijkingen kan er direct een alarm gegeven worden. Dat is interessant voor de pers omdat met hetzelfde principe nog veel meer zaken in de gaten gehouden kunnen worden, en ongelukken kunnen worden voorkomen, zoals bij vliegtuigen, bruggen, tunnels, en historische gebouwen. Ook het voedbalstadion in Enschede had bij inzet van deze Twentse technologie niet hoeven in te storten. Het charmante van deze technologie is dat het systeem volledig zelfverzorgend is: het krijgt zijn energie uit de trillingen, verricht vervolgens de trillingsmetingen, en bepaald zelfstandig of het een afwijking is dat niet eerder is voorgekomen, en dus een mogelijk defect aan kan duiden. De Universiteit Twente kijkt bijvoorbeeld naar toepassingen bij de bouw van de metrolijn in Rome, de bouw van een brug in Zwitserland, en bij de helicopterbladen van helikopters. Het systeem van het meten van de hogesnelheidstreinen wordt momenteel getest bij een tiental treinen in Engeland. Prof. Dr. Ing Paul Havinga Universiteit Twente | Hoogleraar Informatica
[email protected] http://ps.ewi.utwente.nl/people.php?person=Havinga,_PJM
| Niet-geselecteerde voorstellen – XIX |
Spreadsheets: vloek of zegen? Felienne Hermans | TUD Spreadsheets zijn heel handig voor niet-programmeurs, maar ze zijn ook foutgevoelig. Technieken uit software engineering kunnen zorgen voor significante kwaliteitsverbetering. Spreadsheets worden nog steeds in 95% van alle bedrijven gebruikt voor financiële berekeningen. Gevaarlijk, omdat onderzoek laat zien dat 88% van de spreadsheets een fout bevat. Op jaarbasis kost dit, alleen al in Europa, geschat 7 miljard Euro. Feliennes onderzoek, waarop zij onlangs promoveerde, bestaat uit diverse methodes om de foutkans sterk te verminderen. Denk hierbij aan het visualiseren van een complexe Excelsheet, het meten van de kwaliteit en het detecteren van copy-pasten binnen een spreadsheet. Deze tools zijn zo succesvol gebleken dat er een winstgevende startup, Infotron, mee gestart is. Dr. Ir. Felienne Hermans TU Delft | Software Engineering | Assistent Professor
[email protected] www.felienne.com
| XX – Niet-geselecteerde voorstellen |
Over hersengrootte bij vertebraten, een nieuwe visie Jan Boom | NCB Naturalis De evolutionaire relatie van mensapen, fossiele hominiden en de mens. In de neurofysiologie is quantal release bij signaalgeleiding door zenuwcellen een geaccepteerd begrip. Dit vindt zijn oorsprong in quantumeigenschappen van fosfolipiden, de bouwstenen van biologische membranen. De karakteristiek die dit oplevert voor membranen blijkt universeel te zijn in de levende natuur, van de maatvoering van neurotransmitter blaasjes tot die van hele cellen, en is al aantoonbaar bij de oudst bekende microfossielen die aan de basis staan van het evolutieproces. Het gegeven dat hersencellen relatief veel membraanoppervlak bevatten en dat de fosfolipiden daarin ca 80% van alle organische moleculen uitmaken heeft geleid tot de hypothese dat de bovengenoemde membraaneigenschap zich ook op het niveau van de hersenen kan manifesteren. Het resultaat van het testen van deze hypothese wordt gepresenteerd aan de hand van een nieuwe visie op enkele markante voorbeelden. De quantumeigenschap van membranen is in 1969 ontdekt door een researchgroep op het Nederlands Kankerinstituut waarvan ik deel uitmaakte. Het resultaat is indertijd (1976-1985) in een zevental artikelen gepubliceerd, door onafhankelijk onderzoek bevestigd en geïncorporeerd in de neurofysiologie (beide 1986), en voorzien van een fysisch-chemische verklaring in twee publicaties (2002 en 2009) en een actualisering daarvan (in voorbereiding). Een analyse van het quantumgedrag van membranen zoals dat meetbaar wordt in de morfologie van ruim 3 miljard jaar oude microfossielen is op verzoek aangeboden als een bijdrage aan het Mars Exploratie Programma van de NASA en door hen geaccepteerd en gepubliceerd (2012). Een manuscript met als titel On the size of vertebrate brains is gereed voor publicatie. Dit werk wordt gedaan onder auspiciën van het Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Volledige literatuuropgave is op verzoek beschikbaar. JB/26/02/2013. Jan Boom, MSc NCB Naturalis | Fysische chemie en biologie | Gastonderzoeker
[email protected] | Niet-geselecteerde voorstellen – XXI |
Het skelet van de zenuwcel Martin Harterink | UU De worm, C. elegans, een prachtig model en startpunt is om het (microtubule) skelet van de zenuwcel te bestuderen. Naast stevigheid fungeert dit skelet als kabelbaan om bouwstenen naar de goede plek te transporteren, en is dus essentieel voor goed functioneren van de zenuwcel. Vele ziektes zijn gelinkt aan defecten aan het microtubule skelet van zenuwcellen, zoals neurodegeneratieve ziektes. Het is daarom erg belangrijk goed te begrijpen hoe dit skelet gevormd wordt. In mijn presentatie wil ik duidelijk maken hoe fundamenteel onderzoek gebruik makende van een 1 millimeter groot wormpje hieraan bij zal dragen. Martin Harterink, PhD Universiteit Utrecht | Celbiologie | Postdoc
[email protected] http://cellbiology.science.uu.nl/research-groups/casper-hoogenraad
| XXII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Zonder westerse leefstijl gezond oud worden in Afrika Bart Koopman | LUMC Ouderdom komt niet onoverkomelijk met gebreken. Ouderen in een traditionele Afrikaanse populatie krijgen weinig ouderdomsziekten, zoals hart- en vaatziekten. Niet zozeer leeftijd, maar vooral een westerse leefstijl is verantwoordelijk voor het ontstaan van hart- en vaatziekten. Als een westerse leefstijl een vereiste is voor het ontstaan van ouderdomsziekten, kunnen die ziekten worden voorkomen door aanpassingen van de leefstijl. In ontwikkelingslanden verbreidt de westerse leefstijl zich momenteel snel. Parallel daaraan neemt het aantal mensen met ouderdomsziekten, zoals hart- en vaatziekten, er in hoog tempo toe. Door een tijdige bestrijding van ongunstige leefstijlfactoren kunnen we relatief eenvoudig voorkomen dat deze ziekten net zo veelvoorkomend worden als in westerse landen. Wereldwijde voorlichting aan een breed publiek over het belang van een gezonde leefstijl komt iedereen ten goede – zowel de landen die reeds gebukt gaan onder de last van ouderdomsziekten als de landen die die bedreiging nog kunnen ontlopen. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in twee publicaties, waarvan één is gepubliceerd in PLoS ONE (2012;7:e46855) en één “under review” is voor publicatie in een ander wetenschappelijk blad. Drs. Bart Koopman Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) | Afdeling Ouderengeneeskunde | Arts-onderzoeker / Promovendus
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXIII |
Hartrevalidatie vanuit huis via telefoon en internet
Jos Kraal | AMC Wij willen aantonen dat de nazorg voor hartpatiënten na een acuut hartinfarct of behandeling met innovatieve informatie technologie ingericht kan worden op een manier die efficiënter en beter afgestemd is op de patiënt. Daarnaast willen we aantonen dat de nieuwe vorm van thuisrevalidatie op langere termijn leidt tot een actievere, en dus gezondere levensstijl. Ons zorgstelsel levert een hoge kwaliteit, maar kost te veel geld en is vaak te weinig afgestemd op wensen en mogelijkheden van patiënten zelf. Willen we in de aankomende jaren de kwaliteit van zorg behouden én kosten reduceren, dan zijn innovaties in de zorg essentieel. Hierbij moet zorg patiëntgerichter worden en beter aansluiten op de thuissituatie, in plaats van dat patiënten zich moeten aanpassen aan het zorgsysteem. Met dit onderzoek wordt een innovatieve revalidatievorm, die bij bovenstaande punten goed aansluit, op effectiviteit getoetst. Patiënten kunnen thuis revalideren na een hartaanval of hartoperatie, en hoeven daardoor niet meer 2 of 3 keer per week naar het ziekenhuis te komen. Dit geeft de patiënt de vrijheid en verantwoordelijkheid om het revalidatieprogramma te combineren met hervatting van betaald werk en het opstarten van een actieve levensstijl. Begeleiding van patiënten gebeurt via telefoon en internet, waarbij fysiotherapeuten op afstand trainingsdata van patiënten kunnen inzien. Dit onderzoek heeft onlangs subsidie ontvangen van het ZonMw doelmatigheidsprogramma. Hierbij werd aangegeven dat het project goed aansluit bij het huidige overheidsbeleid om niet-complexe zorg dichter bij huis te organiseren. Begin van het jaar is het onderzoek in het Máxima Medisch Centrum te Veldhoven van start gegaan. Jos Kraal, MSc AMC Amsterdam | Hartrevalidatie | Onderzoeker in Opleiding
[email protected] www.cardss.nl
| XXIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
DORA – Digital Operating Room Assistant Linda Wauben & Annetje Guedon | TUD De slimme inzet van track en trace technologie verbetert de patiëntveiligheid en de efficiëntie van het operatieve proces in de Operatiekamer (OK). In het Reinier de Graaf Gasthuis is hiervoor een systeem geïmplementeerd voor OK apparatuur en in het Oogziekenhuis Rotterdam een systeem voor patiënten. DORA is een doorbraak in de verbetering van de patiëntveiligheid en de efficiëntie van het operatieve proces. Implementatie van het DORA systeem maakt de zorg veiliger en goedkoper. Het apparatuur-systeem volgt OK apparatuur en toont ook de veiligheids- en onderhoudsstatus van deze apparatuur. Hierdoor kan het OK team in één oogopslag controleren of de apparatuur aanwezig en veilig te gebruiken is voordat ze aan een operatie beginnen. Het patiënten-systeem volgt patiënten vanaf opname tot ontslag. Hierdoor krijgen wachtende familieleden real-time informatie over het verloop van het proces en de wachttijden. Ook kunnen medewerkers beter anticiperen en worden zij minder gestoord tijdens hun werkzaamheden. Beide systemen zijn in gebruik in de desbetreffende ziekenhuizen. Wij laten zien dat technologie een grote rol speelt in het verbeteren van veiligheid en efficiëntie in ziekenhuizen. Ook laten wij zien dat het bundelen van krachten van ziekenhuizen, bedrijven en onderzoeksinstelling een goede combinatie is voor het implementeren van nieuwe technologie in de zorg. Deze multidisciplinaire onderzoeks- en implementatiestudie wordt gedaan door twee onderzoekers, Linda Wauben en Annetje Guedon, die graag hun werk samen willen presenteren. Dr. Ir. Linda Wauben & Ir. Annetje Guédon TU Delft | BioMechanical Engineering | Wetenschappelijk onderzoekers
[email protected] &
[email protected] www.misit.nl/
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXV |
Wie nodig je uit voor een bevolkingsonderzoek? Inge Stegeman | AMC Bij het nieuwe bevolkingsonderzoek naar darmkanker worden mensen uitgenodigd op basis van hun leeftijd. Daarna wordt door middel van een ontlastingstest bepaald wie een coloscopie krijgt aangeboden. Zou het niet beter zijn mensen uit te nodigen op basis van hun kans op darmkanker, in plaats van op hun leeftijd? Met het nieuw in te voeren bevolkingsonderzoek naar darmkanker zijn er in Nederland drie bevolkingsonderzoeken actief. Bij alle drie worden mensen uitgenodigd op basis van hun leeftijd. Screening breng risico’s met zich mee. Van ernstige ongerustheid bij de patiënt, tot complicaties bij het maken van de juiste diagnose. Om deze risico’s te verlagen en de opbrengst van bevolkingsonderzoeken zo groot mogelijk te maken zou het mogelijk beter zijn om mensen uit te nodigen op basis van hun risico op een aandoening in plaats van op basis van leeftijd. Wij hebben dit onderzocht in een groep deelnemers aan het proefbevolkingsonderzoek naar darmkanker. Selectie op grond van risico’s in plaats van leeftijd is mogelijk, maar roept praktische en ethische vragen op. Inge Stegeman, MSc Academisch Medisch Centrum | Amsterdam Klinische Epidemiology | Promovendus
[email protected]
| XXVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Helpt het om te weten wat zij denken dat jij denkt? Harmen de Weerd | RUG Als je kunt voorspellen wat tegenstanders van plan zijn te doen, ben je beter in staat de competitie aan te gaan. Nog beter is het om er rekening mee te houden dat deze tegenstanders ook jouw plannen proberen te voorspellen. Nóg dieper nadenken over andermans denkproces blijkt minder te helpen. Mensen denken vaak na over wat anderen weten en geloven. Maar we gaan daarin ook een stap verder, en kunnen ons afvragen in hoeverre een ander weet wat wij denken. Reclamemakers houden er bijvoorbeeld rekening mee dat consumenten zich realiseren wat het doel van reclame is. Waarom dit ‘denken over denken’ zich heeft ontwikkeld is niet bekend. Een mogelijke verklaring is dat iemand die deze vaardigheid bezit beter in staat is de competitie aan te gaan met anderen, en daardoor in evolutionaire zin een voordeel kan behalen. Met behulp van computersimulaties kunnen we nagaan in hoeverre het nuttig is om rekening te houden met ingewikkeldere denkprocessen van tegenstanders. Hieruit blijkt dat steeds dieper nadenken over wat tegenstanders weten steeds minder voordeel oplevert. Dit zou kunnen verklaren waarom mensen regelmatig ‘denken over denken’, maar niet vaak ‘denken over denken over denken over denken’. Publicatie in de fase “submitted” by “Artificial Intelligence”. Harmen de Weerd, MSc Rijksuniversiteit Groningen | Kunstmatige Intelligentie | Promovendus
[email protected] www.harmendeweerd.nl/
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXVII |
Te mooi om waar te zijn. Hoe verzuiling u misleidt Peter van Dam | UvA Journalistieke analyses van de Nederlandse samenleving slaan de plank mis door zich te beroepen op ‘de verzuiling’, die gevolgd werd door ‘ontzuiling’. De termen zijn opgekomen als karikaturen in een polemiek over de toekomst van Nederland. We moeten ze daarom als karikaturen behandelen, niet als adequate beschrijvingen van de geschiedenis. Verzuiling en ontzuiling bieden nog altijd het dominante kader voor journalistieke analyses van de hedendaagse Nederlandse samenleving. Deze termen zijn vanaf de jaren vijftig echter populair geworden als welbewuste karikaturen van Nederland. Tegenwoordig geloven veel Nederlanders deze karikaturen helaas op hun woord. Daarom domineert een vertekend beeld van Nederland, dat het complexe heden als tegendeel van het overzichtelijke verleden voorstelt. De moeizame omgang met religie, het ongegronde pessimisme over maatschappelijk activisme en het onbegrip voor de veranderingen in de relatie van burger en politiek wortelen in deze misleidende beeldspraak. Door verzuiling en ontzuiling te beschouwen als uitvloeisel van een maatschappelijke polemiek krijgen we beter zicht op debatten over religie, engagement en politiek in verleden en heden. Zo slaan we twee vliegen in één klap: essentiële maatschappelijke debatten worden verdiept en het zicht op geschiedenis en actualiteit wordt scherper. Deze presentatie verscherpt de inzichten uit mijn studie ‘Staat van verzuiling’ en demonstreert hun relevantie voor de journalistiek. Vooronderzoek voor mijn studie over verzuiling deed ik in opdracht van de Duitse NWO-partner DFG. Vervolgonderzoek over fair trade en maatschappelijke organisatie na 1945 doe ik momenteel in het kader van het Veniprogramma. Dr. Peter van Dam Universiteit van Amsterdam | Geschiedenis | Universitair docent
[email protected] www.uva.nl/profiel/p.h.vandam | XXVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Verspilde moeite: relatie tussen het politiek en pers wanneer het gaat om migratie 1945-2011 Marlou Schrover | UL Hoe is de wisselwerking tussen het politieke debat en het debat in de media? Er is een intensief debat over onderwerpen die migratie/integratie betreffen. Dat is al heel lang zo. Pleitbezorgers van migranten en voorstanders van restrictief beleid buitelen over elkaar heen. Wat is het effect van wat zij nastreven? Migratie/integratie is overduidelijk een actueel onderwerp dat leidt tot heel veel debat. Er zijn ook talloze beleidshervormingen en vervolgens weer evaluaties van dat beleid. In mijn onderzoek kijk ik over een langere periode naar de wisselwerking tussen pers en politiek op dit belangrijke terrein. Prof. Dr. Marlou Schrover Universiteit Leiden | Hoogleraar geschiedenis
[email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXIX |
Verspilling van talent: onderbenutting van vluchtelingen in Nederland Linda Bakker | EUR Vluchtelingen komen vaker uit middenklasse gezinnen en zijn vaker hoger opgeleid dan klassieke migranten. Echter, het blijkt een probleem om een passende baan (op niveau) te vinden op de Nederlandse arbeidsmarkt. De waardering van buitenlandse diploma’s is een belangrijk obstakel omdat officiële papieren vaak ontbreken. Ook blijkt de algemene gezondheid van de vluchteling van belang voor het vinden van een baan op niveau. Tot slot zien we dat een langere verblijfsduur de kans op over-educatie verkleint. Onderbenutting van vluchtelingen is een verspilling van talent en bovendien een gemis voor onze economie. Door het afnemen van de beroepsbevolking hebben we hogeropgeleide migranten (en dus ook vluchtelingen) op de middellange termijn hard nodig. Met het oog op de toekomst is het dus van belang vluchtelingen een goede kans te bieden op onze arbeidsmarkt. Linda Bakker, Msc Erasmus Universiteit Rotterdam en SCP | Sociologie | PhD kandidaat
[email protected]
| XXX – Niet-geselecteerde voorstellen |
@burgemeester: lokale #overheid op sociale media Mirko Tobias Schäfer Het gebruik van sociale media van gemeenten en burgemeesters kan sterk verschillen. Van 408 gemeenten in Nederland hebben er 98 een Facebookpage, en 382 een account op Twitter. 187 burgemeesters zijn actief op Twitter. Dit onderzoek toont of de sociale media worden gebruikt voor burgerparticipatie of gewoon als roeptoeter. Sociale media spelen een steeds belangrijkere rol spelen in de communicatie tussen overheden en burgers. We kunnen op basis van een ‘big data’ onderzoek een duidelijk beeld schetsen van de huidige staat van de gemeentelijke organisaties op sociale media en de beloftes van participatie die daaraan gekoppeld zijn. Ons onderzoek geeft inzicht in de rol die sociale media op het moment spelen en welke rol ze in de toekomstige informatiemaatschappij zouden kunnen innemen. Alle Facebook pages, Twitter accounts van burgemeesters en gemeenten worden geïnventariseerd. Daarnaast wordt kwantitatief en kwalitatief onderzocht wie met wie communiceert, welke thema’s relevant zijn en hoe burgers via sociale media participeren. We brengen de beste en minst geslaagde voorbeelden van sociale mediagebruik door gemeenten in kaart. Worden sociale media het ‘interface’ tussen burgers en overheden en faciliteren ze participatie aan beslissingsprocessen en meningsvorming? Dit onderzoek is gebaseerd op een grote databank met alle postings op de Facebook Pages van de 98 gemeenten (die op Facebook actief zijn) en een verzameling van alle tweets van alle op Twitter actieve burgemeesters van december 2012 tot April 2013. Dit onderzoek werd uitgevoerd tijdens de eerste editie van de Utrecht Data School (www.dataschool.nl
) een initiatief van de afdeling New Media & Digital Culture aan de Universiteit Utrecht waar studenten in samenwerking met overheden, NGO’s en bedrijven onderzoek doen naar data door digital methods te gebruiken (data visualisaties, netwerk-analyse, text-mining, crawlers...). Studententeam mede-betrokken aan dit onderzoek: Nadine Bergmann, Annelous Neven, Anne Verheul. Dr. Mirko Tobias Schäfer Universiteit Utrecht | New Media & Digital Culture | Assistant Professor [email protected] www.mtschaefer.net twitter: @mirkoschaefer
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXI |
Geheugen bepaalt toekomstig beeld verleden Martijn Kleppe | EUR Foto’s worden voornamelijk in geschiedenisschoolboeken geplaatst omdat de makers van de boeken hun eigen geheugen raadplegen wanneer zij op zoek zijn naar beeldmateriaal. Echter, het geheugen van de redacteuren neemt soms een loopje met de werkelijkheid waardoor enkele foto’s regelmatig verkeerd gebruikt worden in schoolboeken. Dit onderzoek is het resultaat van een vierjarig promotieonderzoek dat tevens is uitgegeven is als handelseditie: ‘Canonieke Icoonfoto’s. De rol van (pers)foto’s in de Nederlandse geschiedschrijving’ (2013). Tegelijk met de afronding van het proefschrift is de serious game ‘Mijn Icoonfoto’s’ gelanceerd die voortbouwt op de conclusie dat het persoonlijk geheugen leidend is bij de keuze voor beeldmateriaal. Spelers kiezen de foto waarvan zij vinden dat deze het beste een historisch onderwerp verbeeldt. Vervolgens kunnen zij een poster maken met hun gekozen foto’s en hun keuzes vergelijken met die van andere spelers. De game kan online gespeeld worden via www.mijnicoonfotos.nl en op een moderne schoolbank die de komende twee jaar zal rondreizen door Nederland. Dit project is enerzijds een voorbeeld van wetenschapscommunicatie waarbij onderzoek naar een breed publiek gebracht wordt. Anderzijds levert het nieuwe onderzoeksdata op omdat de keuzes van de spelers geregistreerd worden. Dr. Martijn Kleppe Erasmus Universiteit Rotterdam | Geschiedenis, Communicatiewetenschappen | Postdoc [email protected] www.martijnkleppe.nl
| XXXII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Shortcuts in het redeneren over andermans denken Ben Meijering Mensen nemen shortcuts als ze redeneren over andermans denken. Dat blijkt uit beslissingen die proefpersonen maken in een spel waarin hun uitkomsten afhangen van een tegenspeler. Aanvankelijk hebben proefpersonen een simpele kijk op het denken van de tegenspeler. Pas als de tegenspeler slimmer blijkt, redeneren proefpersonen langer over diens denken. We redeneren over wat een ander denkt als we samenwerken, bluffen of onderhandelen. Zo denken we bij het afdingen op een antiek kastje onder andere na over de waarde die de verkoper er aan hecht. Tegenwoordig denken cognitieonderzoekers dat mensen het bijzonder moeilijk vinden om na te denken over anderen die op hun beurt weer nadenken over ons. Menselijke cognitie zou niet voldoende capaciteit en snelheid hebben voor dergelijk redeneren. Uit mijn onderzoek blijkt dat mensen in de context van een spel prima in staat zijn tot het redeneren over andermans denken, maar dat ze liever shortcuts nemen. Een shortcut voor het antieke kastje is bijvoorbeeld dat we alleen denken over de waarde die we er zelf aan hechten. Echt redeneren over wat een ander denkt, doen we alleen als onze shortcuts geen voordeel meer opleveren en we bijvoorbeeld te hoog bieden op een antiek kastje. Ben Meijering, MSc Rijksuniversiteit Groningen | Artificial Intelligence | PhD student [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXIII |
Radicale Vernieuwer in creatieve industrie Erik Rietveld | UvA Tijdens Bessensap presenteert Erik Rietveld het geheim achter succesvolle kennisbenutting in de topsector Creatieve Industrie. Een voorbeeld van hun werk op het raakvlak van architectuur, kunst en wetenschap is Vacant NL; de Nederlandse inzending voor de architectuurbiënnale van Venetië 2010. Met die tentoonstelling agendeerde de Rietveld broers de enorme potentie van de toenemende leegstand van overheidsgebouwen. Het was een pleidooi voor het benutten van tijdelijke leegstand voor innovatieve initiatieven die kunnen leiden tot versterking van de economische topsectoren van Nederland. De gebroeders Rietveld gaven hiermee op het hoogste podium in de architectuurwereld ook het startschot voor het nieuwe vakgebied Vacancy Studies. In 2012 is het opgenomen in de Kennis en Innovatie Agenda van de topsector Creatieve Industrie. NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, heeft de interdisciplinaire samenwerking van de broers de afgelopen jaren ondersteund met een VENI-premie voor vernieuwend wetenschappelijk onderzoek op het gebied van embodied cognition voor Erik Rietveld. Dit heeft het mede mogelijk gemaakt om het diepgaande onderzoek te doen dat aan de basis staat van enkele van Rietveld Landscape’s bekendste projecten: Vacant NL, de Dutch Atlas of Vacancy, Nieuw Amsterdams Park en de ontwerpmethodiek van ‘strategische interventies’. De afgelopen jaren is het werk bekroond door internationale jury’s met onder andere de prestigieuze Rotterdam Designprijs en twee Dutch Design Awards. Momenteel werken de broers aan het boek Vacancy Studies dat deze zomer verschijnt. Erik Rietveld publiceert regelmatig in internationale filosofische tijdschriften over ‘vaardig handelen zonder na te denken’, bijvoorbeeld fietsen maar ook intuïtief handelen van experts als artsen of architecten. De komende jaren wil Erik Rietveld zijn praktijkervaringen met architecten gebruiken voor verdere ontwikkeling van zijn filosofische kader voor cognitief wetenschappelijk onderzoek naar intuïtieve
| XXXIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
expertise. De jury onder voorzitterschap van Herman Wijffels koos 25 Radicale Vernieuwers uit zo’n 400 kandidaten die zijn gescout door Vrij Nederland en Kennisland. De selectie wordt woensdagavond 6 maart 2013 bekend gemaakt. Website Radicale Vernieuwers: http://www.vn.nl/Radicale-vernieuwers.html, Website Rietveld Landscape: www.rietveldlandscape.nl, Onderzoekswebsite Erik Rietveld: http://erikrietveld.wordpress.com/about-2/. Dr. Erik Rietveld University of Amsterdam | Faculty of Humanities, Vacancy Studies | Philosopher [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXV |
Drop-out, drop-dead? Onderzoek naar het effect van vroegtijdige patiënten uitval op studieresultaten Nikki Damen | TU Hartpatiënten die uitvallen tijdens een longitudinale studie (“drop-outs”) op cruciale aspecten zijn anders dan patiënten die de hele studie meedoen (“completers”). Uit eerder onderzoek blijkt dat met name angst en depressie samengaan met verslechterde uitkomsten. Echter, uit onze studie blijk dat juist drop-outs meer angst en depressie vertonen. Dit is van invloed op de studieresultaten, maar er wordt nauwelijks rekening mee gehouden in wetenschappelijk onderzoek. De verschillen tussen dropouts en completers worden niet of nauwelijks gerapporteerd, maar deze “attrition bias” kan wel leiden tot een vertekening van onderzoeksresultaten. Uit eerder onderzoek blijkt dat met name angst en depressie samengaan met verslechterde uitkomsten, zoals een hoger risico op overlijden en het krijgen van een hartaanval. Echter, wanneer juist de drop-outs meer angst en depressie vertonen, wordt de generaliseerbaarheid en relevantie van dergelijke onderzoeken aangetast en kun je je afvragen of je hier wel harde conclusies aan kunt verbinden. De studie is ingediend voor publicatie bij “The European Journal of Preventive Cardiology”. Nikki Damen Tilburg University | Medische Psychologie | Promovendus [email protected]
| XXXVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Vissen in een zee van enzymen Sander van Kasteren | UL We kunnen tegenwoordig met hele mooie chemische ‘hengels’ selectief enzymen ‘vissen’ moleculaire hengeltjes uit complexe mengsels. Deze techniek gebruiken we om de activiteit van enzymen in zieke en gezonde cellen in kaart te kunnen brengen. Een van de mooiste toepassingen van de hedendaagse chemie en we hebben op deze manier een hoop geleerd, niet alleen over hoeveel enzym er in een cel zit, maar ook over hoe actief het is onder bepaalde omstandigheden. Recentelijk hebben we ook ontdekt dat we met het chemische ‘haakje’ wat we aan onze hengel hebben aparte dingen kunnen doen; zo hebben we net ontdekt dat een niet reactieve chemische groep kan worden geforceerd om te reageren. Hier hebben we een hele nieuwe chemische reactie mee ontdekt. We hebben een net geaccepteerd artikel hierover in de Journal of the American Chemical Society. In dit artikel beschrijven we onze geforceerde reactie van het chemische haakje met het enzym. Dr. Sander van Kasteren Universiteit Leiden | Chemical Biology | Assistant Professor [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXVII |
Kinderen met een dwangstoornis: praten of pillen Lidewij Wolters | AMC Medicijnen voor kinderen met een dwangstoornis zijn lang niet altijd nodig. Anders dan in de officiële richtlijnen voor de behandeling wordt aanbevolen, knapt een groot aantal kinderen met ernstige of hardnekkige dwangklachten ook op als alleen cognitieve gedragstherapie, zonder medicijnen, wordt gegeven. Behandeling zonder medicatie heeft de voorkeur, omdat medicijnen ongewenste bijwerkingen kunnen hebben en langetermijn effecten van medicatiegebruik (op de ontwikkeling van de hersenen) voor kinderen onbekend zijn. Bovenstaande resultaten zijn nog niet gepubliceerd, maar zijn beschreven in mijn proefschrift dat ik waarschijnlijk op 4 juli zal verdedigen. Drs. L.H. Wolters AMC, Afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie | De Bascule
| XXXVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Een analyse-app op je smartphone tegen hormoon misbruik Susann Ludwig | WUR Wij gebruiken een smartphone-camera met analyse-app om te achterhalen of melk afkomstig is van een koe die met een illegaal groeihormoon is behandeld. Voedselveiligheid en gezondheid zijn belangrijk voor mens en dier. Controle op illegaal gebruik van hormonen bij koeien om de melkproductie te verhogen kan alleen grootschalig gebeuren als de analysemethode eenvoudig is. Voor dat doel hebben wij een methode ontwikkeld die met fluorescentielicht de aanwezigheid aantoont van antilichamen tegen een verboden hormoon in koemelk. Het signaal kunnen wij met de smartphone-camera opvangen en vervolgens met onze anti-doping-app analyseren. De intensiteit van het fluorescentielicht bepaalt of er groeihormoon gebruikt is of niet. Met deze smartphonemeetapparatuur kunnen controleurs metingen direct op de boerderij uitvoeren voordat de melk opgehaald wordt. Daarmee is hormoonmisbruik vroegtijdig op te sporen en kan voorkomen worden dat melk van behandelde koeien in de voedselketen terecht komt. Momenteel testen we een prototype van de smartphone met analyse-app. Is deze test succesvol , dan betekent dat een belangrijke stap in het eenvoudig en goedkoop testen. Susann Ludwig Wageningen UR | Analytical Chemistry | PhD student [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XXXIX |
Versnellen of vertragen? Dat is de vraag
Lara Hak | VU Amsterdam Een lage loopsnelheid bij personen met een loopbeperking een risicofactor is voor vallen. Over het algemeen wordt geloofd dat een lage loopsnelheid bij mensen met een loopbeperking een veiligheidsstrategie is om de kans op vallen tijdens het lopen te beperken. Uit ons onderzoek blijkt echter dat gezonde proefpersonen, maar ook personen die lopen met een onderbeenprothese, hun snelheid helemaal niet verlagen wanneer de balans tijdens het lopen wordt verstoord. Het lijkt erop dat ze dit doen om te voorkomen dat ze als gevolg van de verstoring achterover vallen, waarop het gevaar vooral bestaat tijdens de momenten waarop maar één van beide benen contact heeft met de grond. Personen die herstellen van een beroerte blijken niet in staat te zijn om een afname in snelheid te voorkomen bij stabiliteitsverstoringen, wat er inderdaad toe leidt dat de kans op achterover vallen bij deze personen groter is. Het handhaven van de loopsnelheid zou daarom een aandachtspunt kunnen zijn tijdens de revalidatie van personen met een loopbeperking. Publicaties: Hak L, Houdijk H, Steenbrink F, Mert A, van der Wurff P, Beek PJ, Van Dieën JH. Speeding up or slowing down?: Gait adaptations to preserve gait stability in response to balance perturbations. Gait Posture 2012;36(2):260-4. Hak L, Houdijk H, Steenbrink F, Mert A, van der Wurff P, Beek PJ, et al. Stepping strategies for regulating gait adaptability and stability. J Biomech. 2013;46(5):905-11. Artikelen onder revisie: Hak L, Van Dieën JH, van der Wurff P, Prins MR, Mert A, Beek PJ, Houdijk H. Walking in an unstable environment: Strategies used by transtibial amputees to prevent falling during gait. Arch Phys Med Rehabil. Under review. Drs. Lara Hak Research Institute MOVE | Faculteit der Bewegingswetenschappen – Vrije Universiteit Amsterdam | Revalidatie / Biomechanica van het lopen | Promovendus [email protected] www.move.vu.nl | XL – Niet-geselecteerde voorstellen |
Geloof en Wetenschap Herman Philipse | UU Geen van de vier apologetische opties die gelovigen hebben in een tijdperk van wetenschap, welke geordend kunnen worden als de uiteindelijke takken van een beslisboom voor religieuze apologeten, werkelijk hout snijdt. Dit is interessant omdat: Wereldwijd de demografische verhouding tussen gelovigen en ongelovigen drastisch verandert: geseculariseerden vormen een steeds kleiner percentage van de wereldbevolking. Conflicten waarin religie een rol speelt frequent figureren in onze media. In de analytische filosofie (VS, VK) recentelijk briljante apologetische strategieën zijn uitgewerkt door godsdienstfilosofen, die in Nederland vrijwel onbekend zijn. Zie: Herman Philipse, God in the Age of Science? A Critique of Religious Reason. Oxford University Press, 2012. ISBN 978-0-19-969753-3 Prof. Dr. Mr. Herman Philipse Universiteit Utrecht | Wijsbegeerte | Universiteitshoogleraar / Distinguished professor [email protected] www.phil.uu.nl/~philipse/
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLI |
Communication says it all Marjolein Derks | UU Dierenartsen hebben nog veel te leren over communicatie. Heel belangrijk, omdat dierenartsen de veehouderij in Nederland naar een hoger plan kunnen trekken. Goed voor dierwelzijn, volksgezondheid en milieu! Maar dan moet hun advies wel aankomen bij de veehouders. Plofkippen, kistkalveren en dode biggen domineren het nieuws. Hoe kunnen we nou de Nederlandse veehouderij van binnenuit verbeteren in plaats van aan de zijlijn te staan roepen? Hoe kan een samenwerking tussen dierenarts, veehouder en maatschappij bijdragen aan een verantwoord stukje vlees? Wat is de rol van antibiotica hierin? En hoe kan communicatie tussen dierenarts en veehouder helpen dit doel te bereiken? Deze presentatie gaat in op: * verantwoord vee houden * de rol van antibiotica * de rol van communicatie bij de dierenarts Drs. Marjolein Derks Universiteit Utrecht | Diergeneeskunde | AiO [email protected]
| XLII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Happiness of Turkish Immigrants in the Netherlands Devrim Dumludag | MU Why Turkish immigrants are the least happy group in the Netherlands. Understanding the reasons has a link to integration policies in the Netherlands. We are studying the happiness of Turkish immigrants in the Netherlands. Although the Netherlands is one of the happiest countries in the World, Turkish immigrants are the least happy group in the Netherlands. The issue becomes much interesting as economic theory argues that economic well-being brings happiness as well. Certainly this is not the case for Turkish immigrants which are doing good in economic terms. We apply a questionnaire survey to Turkish immigrants in rotterdam Turkish consulate and would like to share the results with you. Devrim Dumludag Dr. Ozge Gokdemir (Visiting Scholar, Maastricht University) and Dr. Maarten Vendrik (Assistant Professor, Maastricht University) Maastricht University Economics | Visiting Scholar [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLIII |
Politieke personalisering werkt (niet)! Peter Achterberg | EUR Politici die persoonlijke elementen gebruiken in hun politieke boodschappen worden tegelijkertijd aantrekkelijker en minder aantrekkelijk. Een recent survey experiment toont aan dat dezelfde personaliserende strategie goed aansluit bij de wensen van cynische en ‘losgeslagen’ kiezers en hen weer bij de politiek haalt. Personaliserende politici stoten andere kiezersgroepen echter af. Er wordt (in de pers, wetenschap en maatschappij) nogal gemoraliseerd wordt over de gevolgen van dergelijke politieke personalisering – waar sommigen de teloorgang van de politiek prediken omdat onherroepelijk de inhoud van de politiek zal moeten wijken voor persoonlijke elementen, stellen anderen de zaken rooskleuriger voor door te benadrukken dat persoonlijke elementen in de politieke communicatie grote groepen cynische en losgeslagen kiezers weer kunnen betrekken bij de politiek. Tijdens de presentatie zal duidelijk worden dat personalisering van de politiek niet simpelweg ‘goed’ of ‘slecht’ is. Sterker nog, van een algemeen effect van politieke personalisering blijkt geen sprake te zijn. Dat komt doordat de publieke reacties op politieke personalisering tegenstrijdig zijn en elkaar opheffen. Dit betekent dat politieke partijen en politici in hun campagnes moeten uitkijken met het gebruik van te veel persoonlijke elementen – voor je het weet jagen ze de kiezers weg in plaats van dat ze ze aantrekken. Dr. Peter Achterberg Erasmus Universiteit Rotterdam | Cultuursociologie | UHD [email protected] www.peterachterberg.com
| XLIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Beleidsvorming onder de lens van media Erik Hans Klijn | EUR Media aandacht heeft onverwachte en verwachte effecten op besluitvormingsprocessen rondom ruimtelijke projectenbeleidsvorming plaatsvindt in een veld vol met partijen met verschillende belangen en machtsbronnen. VooralB belangengroeperingen gebruiken bijvoorbeeld media aandacht om hun positie te versterken weten via media hun positie weten te versterken. Hun verhalen zijn vol emotie en strijd en trekken daarmee veel media aandacht. Overheidsorganisaties hebben daarentegen vaak nog moeite media-aandacht op een positieve manier aan te wenden. Media-aandacht kan het verschil maken in beleidsprocessen, zo blijkt uit onszowel kwalitatief enals kwantitatief onderzoek van ons. Negatieve media-aandacht is niet alleen schadelijk voor het draagvlak voor beleid; partijen gaan kunnen zich ook daadwerkelijk anders gaan opstellen in een beleidsproces. Onderhandelingsprocessen worden harder gespeeld: vertrouwen tussen partijen neemt af en inhoudelijke verschuivingen treden op. Belangengroeperingen weten via media meer onderhandelingsruimte te creëren. Belangengroepen hebben een vrij mediageniek verhaal: vol emotie en strijd. Overheidsorganisaties voelen zich vervolgens genoodzaakt toch iets met hun standpunten te doen. In Rotterdam heeft Red de Kuip bijv. zijn plannen kunnen presenteren in een commissie van de gemeenteraad. Bij gebiedsontwikkeling rondom IJsseldelta-Zuid zijn minder woningen gepland naar aanleiding van het mediadebat. Overheidsorganisatie zouden echter veel pro-actiever beelden kunnen verspreiden en nieuwsmomenten kunnen creëren om de mediaberichtgeving voor een deel te regisseren. De Noord/Zuidlijn is een project waar duidelijk de omslag is gemaakt naar zo’n pro-actieve communicatiestrategie, die zijn vruchten afwerpt. Natuurlijk roept dit ook ethische vragen op: hoever mag een publieke organisatie gaan om media te beinvloeden; hoe moeten media eigenlijk over publieke gebeurtenissen berichten? Verschillende artikelen submitted over dit onderwerp, enkelen al in de tweede review ronde. Prof. Dr. Erik Hans Klijn en I. Korthagen, Msc Erasmus Universiteit Rotterdam | Hoogleraar Bestuurskunde [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLV |
Den Haag: Genève aan de Noordzee? Rosa Groen | HH/UL De aantrekkelijkheid van steden als vestigingsplaats voor internationale organisaties (IO’s) hangt af van een aantal factoren. Den Haag en Genève zijn sinds lange tijd concurrenten op het gebied van het aantrekken van IO’s. De aanwezigheid van IO’s is behalve voor de internationale uitstraling ook belangrijk voor de lokale economie van een stad. Aan de hand van voorbeelden laat ik zien dat de aantrekkingskracht van deze steden beïnvloed kan worden door de steden zelf, en dat beide steden dit op een andere manier doen. Tot slot laat ik zien wat Den Haag van Genève kan leren en vice versa. Waarom hebben IO’s zich gevestigd of zijn ze juist weggegaan uit Den Haag of Genève? Hoe kunnen internationale steden in het algemeen hun aantrekkelijkheid voor IO’s verbeteren? Steden nemen een steeds belangrijkere positie in, in deze globaliserende wereld. Steden kunnen veel meer doen aan het aantrekkelijk maken voor expats en IO’s dan ze nu doen. Citymarketing een bedenkelijke uitkomst heeft voor het aantrekken van IO’s. 2013 is het jaar van 100 jaar Vredespaleis, van 28 augustus (de opening van het Vredespaleis was op die dag in 1913) tot 22 september zijn er conferenties, inauguraties en zelfs een Vredesmarathon georganiseerd door Den Haag. Drs. Rosa Groen Haagse Hogeschool / Universiteit Leiden | Bestuurskunde/internationale relaties | Docent / Onderzoeker [email protected] www.dehaagsehogeschool.nl/lectoraten-en-onderzoek/overzicht-lectoraten/internationale-vrede-recht-en-veiligheid/ kenniskring
| XLVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Kritische kijk op PowerPoint Brigitte Hertz | WUR Meer dan 300 miljoen mensen presenteren met PowerPoint. Ook in de wetenschap is het de meest gebruikte presentatiesoftware. Waarschijnlijk omdat het een heel gemakkelijk te gebruiken programma is, dat er onder andere voor zorgt dat de presentator de structuur en onderwerpen van de presentatie niet vergeet. Tegelijkertijd is er veel kritiek op de grote hoeveelheden slides met teksten en bullet-points en zeggen de critici dat PowerPoint ervoor zorgt dat de presentator het contact met het publiek verliest. Uit onderzoek blijkt ook dat een publiek slecht tegelijkertijd gesproken woord en geschreven teksten kan verwerken. Het is daarom nodig om de nadelen van PowerPoint presentaties niet voor lief te nemen, maar kritisch te onderzoeken wat precies de invloed van PowerPoint is op het gedrag van de presentator en de kwaliteit van de presentaties. Mijn onderzoek laat zien dat er verschillen zijn in PowerPoint gebruik tussen wetenschappers uit verschillende disicplines en dat spreekangst een belangrijke variabele is voor goed of slecht PowerPoint gebruik. Brigitte Hertz WUR | Communicatiewetenschappen | PhD [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLVII |
Simvastatine voor mensen met schizofrenie. Twee vliegen in één klap?
Iris Sommer | UMCU U dacht dat schizofrenie met dopamine te maken had? Denken wij ook! Maar dat is niet het enige. Recente studies laten zien dat er een verhoogde ontstekingsgraad is in de hersenen, wat mogelijk het denkvermogen aantast. Als dat zo is, dan zouden ontstekingsremmende middelen dat dus kunnen voorkomen. In deze studie nemen wij de proef op de som. Er zullen 250 mensen deelnemen bij wie nog maar net (<3 jaar geleden) schizofrenie of een andere psychotische stoornis geconstateerd is. De helft zal één jaar lang behandeld worden met 40 milligram simvastatine per dag (naast gebruikelijke antipsychotica). Simvastatine is een stofje dat cholesterol verlaagd. Omdat veel mensen met schizofrenie overgewicht hebben is dit een welkome “bijwerking”. Bovendien kan simvastatine de ontstekingsgraad van de hersenen verlagen, wat schade aan de hersencellen kan voorkomen. De andere 125 patiënten krijgen placebo, een tablet die er precies hetzelfde uitziet als de simvastatine tablet maar dan zonder werkzame stof. Wie in welke groep terecht komt wordt door loting bepaald, zowel deelnemer als onderzoeker hoort pas achteraf in welke groep iemand zat. Er wordt gekeken naar verbetering van symptomen, denkvermogen en metabool syndroom. Prof. Dr. Iris Sommer Universitair Medisch Centrum Utrecht | Auditief Verbale Hallucinaties Psychiater | Onderzoeker [email protected] www.stemmenpoliumcutrecht.nl
| XLVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Profvoetbal: de keerzijde van de medaille! Vincent Gouttebarge | AMC De huidige medische begeleiding van beroepsvoetballers sluit niet aan bij de ambitie van het professionele voetbal die zich wil profileren als een volwaardige bedrijfstak. Deze begeleiding is uitsluitend gericht op acute blessures dat tijdens een voetbalcarrière voorkomen maar betrekt niet de sociaal-medische aspecten relevant voor de duurzame gezondheid en inzetbaarheid van beroepsvoetballers! Dat is interessant omdat aandacht ontbreekt voor het feit dat beroepsvoetballers na hun carrière, dankzij hun competenties maar ook ondanks hun beperkingen, binnen een reguliere maatschappelijke carrière dienen te functioneren. Uit onze recente studies blijkt dat tot 80% van de voormalige beroepsvoetballers vroegtijdig met artrose (vooral knie) te kampen hebben, wat hoog is in vergelijking met de algemene bevolking of andere beroepsgroepen. 90% van hen ervaart matig tot ernstige problemen gerelateerd aan pijn, ongemak en activiteitsbeperkingen, wat negatieve gevolgen kan hebben voor participatie in dagelijks leven, sport en werk. Ook hebben we gevonden dat de huidige medische begeleiding niet aansluit bij de behoeften en wensen van huidige en voormalige beroepsvoetballers en clubartsen: volgens hen dient begeleiding rekening te houden met de lange termijn sociaal-medische problematiek. Eindelijk dient het betaald voetbal als in andere bedrijfstaken zich te conformeren aan de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), namelijk dat de bedrijfstak betaald voetbal verantwoordelijk is voor de bescherming, promotie en behoud van de hoogste graad van fysieke, mentale en sociale welzijn van werknemers tot lang na pensionering. Binnenkort gaan we een onderzoek uitzetten naar de mentale en/of psychosociale problemen onder huidige en voormalige beroepsvoetballers. Deze gegevens hebben ook betrekking tot de duurzame gezondheid en inzetbaarheid van topvoetballers. Daarnaast zijn de volgende publicaties verschenen c.q. ingediend: - Kuijt M-T K, Inklaar H, Gouttebarge V, Frings-Dresen MHW. Knee and ankle osteoarthritis in former elite soccer players: a systematic review of the recent literature.
| Niet-geselecteerde voorstellen – XLIX |
Journal of Science and Medicine in Sport. 2012;15:480-487. - Gouttebarge V, Sluiter JK. Medical examinations in Dutch professional football. Submitted - Gouttebarge V, Inklaar H, Frings-Dresen MHW. Osteoarthritis related consequences of a professional football career: a systematic review of the recent literature. Submitted - Akturk A, Inklaar H, Gouttebarge V, Frings-Dresen MHW. Medical examination in Dutch professional football (soccer): a qualitative study. Submitted. Dr. Vincent Gouttebarge Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC, Amsterdam | (Arbeids)Geneeskunde | Onderzoeker [email protected]
| L – Niet-geselecteerde voorstellen |
(Ex-)kankerpatiënten zijn niet tevreden met informatievoorziening Olga Husson | TU Van de ruim 3000 deelnemende (ex-)kankerpatiënten was ruim 40% niet geheel tevreden met de hoeveelheid ontvangen informatie. Met betrekking tot de nazorg rapporteert >80% van de patiënten geen informatie te hebben gehad. Daarnaast geeft een kwart van de patiënten aan meer informatie te willen ontvangen van hun arts. Informatievoorziening is een van de belangrijkste aspecten van de ondersteunende zorg voor (ex-)kankerpatiënten. Op basis van goede informatie kan een patiënt beter beslissingen maken over de behandeling, worden de behandelprocedures beter opgevolgd en heeft de patiënt het idee meer controle te hebben over de situatie. Resultaten laten zien dat goede informatievoorziening gerelateerd is aan een betere kwaliteit van leven van de kankerpatiënt. (Ex-)kankerpatiënten waarvan de informatiebehoeftes zijn vervuld en patiënten die tevredener zijn over de informatie die zij kregen, rapporteren op langere termijn minder angst en depressieve klachten en een betere kwaliteit van leven. Onze resultaten laten zien dat (ex-)kankerpatiënten niet tevreden zijn met de informatievoorziening. Daarom is het belangrijk om te achterhalen waar het misgaat. Geeft de arts onvoldoende informatie of komt de gegeven informatie niet binnen bij de (ex-)kankerpatiënt? Dr. Olga Husson Tilburg University | Medische en Klinische Psychologie| Onderzoeker [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LI |
Help, dement!Patiënt en mantelzorger aan het woord
Griet-Anne Banga | UMCG Dementie door de ogen van patiënten en hun mantelzorgers geeft een zeer uniek en herkenbaar beeld. De resultaten van diepte-interviews worden in thematische samenvattingen beschreven en geïllustreerd met video-,audio- en tekstfragmenten. De nieuwe website www.pratenovergezondheid.nl biedt ervaringsgerichte informatie waarmee de kwaliteit van leven verhoogd kan worden. Deze website is in meerdere opzichten vernieuwend. Ten eerste biedt de website wetenschappelijke gefundeerde informatie over persoonlijke ervaringen van patiënten met dementie en hun mantelzorgers. Daarnaast omvat de website zowel een technische als sociale innovatie. Een technische innovatie omdat pratenovergezondheid.nl op elk moment van de dag, kosteloos, op een laagdrempelige manier hoogwaardige informatie biedt over de betekenis van dementie. Een sociale innovatie, omdat het horen en zien van lotgenoten over hoe het is om te leven met dementie ervoor zorgt dat ervaringen tot leven komen. Men krijgt daarmee het gevoel dat men niet uniek of afwijkend is in hun situatie. Patiënten met dementie en hun mantelzorgers kunnen met deze kennis nieuwe attituden en vaardigheden ontwikkelen die hen helpen met hun ziekte om te gaan, voor te bereiden op de toekomst en hen ondersteunt in het contact met zorgverleners. Griet-Anne Banga, MSc UMCG | Gezondheidswetenschappen | Onderzoeker [email protected] www.pratenovergezondheid.nl
| LII – Niet-geselecteerde voorstellen |
De ontdekking en behandeling van een nieuw ziektebeeld Robin Peeters | Erasmus MC Wij en onderzoekers uit Cambridge hebben zeer recent een nieuw ziektebeeld ontdekt. Patiënten met dit ziektebeeld hebben een DNA mutatie die er toe leidt dat schildklierhormoon niet goed functioneert. Dit uit zich bij deze patiënten onder andere in een groeivertraging en ontwikkelingsachterstand. Patiënten met dit nieuwe ziektebeeld kunnen waarschijnlijk goed behandeld worden met reeds beschikbare schildklierhormoontabletten. Deze kosten slechts 30 euro per jaar, terwijl behandeling met groeihormoon duizenden euro’s kost. Samen met de pers hoop ik meer ruchtbaarheid te geven aan dit nieuwe ziektebeeld, zodat we meer patiënten met deze DNA mutatie kunnen identificeren en behandelen. Dr. Robin Peeters Erasmus MC | Inwendige Geneeskunde, Endocrinologie | Internist-endocrinoloog [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LIII |
De econoom als expert Harro Maas | UU Economen nemen een buitensporig belangrijke plaats in het publieke debat in. Waar economen zichzelf er graag op laten voorstaan dat zij, meer dan andere sociale wetenschappers, gebruik maken van formele onderzoeksmethoden als wiskunde en statistiek, worden dergelijke methoden door de buitenwacht vaak gezien als de kleren van de keizer. Dat economische modellen exacte voorspellingen opleveren, wordt immers met de regelmaat van de klok gelogenstraft door de werkelijkheid. De vraag doet zich daarom voor waarop de expertise van economen berust. Mijn argument is dat deze in laatste instantie berust op de theoretische keuzes die economen zelf maken en die onder economen geaccepteerd worden. Het best is dit te zien in de manier waarop economische modelsimulaties worden gemaakt. In deze simulaties krijgen hypothetische uitkomsten zelf de status van ‘feit’. Dr. Harro Maas Utrecht University | School of Economics | Geschiedenis en methodologie van de economie | UHD [email protected] www.uu.nl/leg/staff/HBJBMaas
| LIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
Burgerschap en revolutie: universalisme of beschavingsminimum? René Koekkoek | UU Het ontstaan van ons moderne begrip van democratisch burgerschap gedurende het revolutionaire tijdvak (ca. 1776-1800) is ten diepste verbonden met een idee van een zeker beschavingsminimum. Vervolgens laat ik zien dat dit idee van een ondergrens van ‘verlichting’ en ‘vooruitgang’ paralellen vertoont met, en doorwerkt in, huidige burgerschapsdebatten. Hoewel burgerschap een hevig bediscussieerd en omstreden onderwerp is in het huidige publieke debat, kunnen we de historische achtergrond en opkomst van ons moderne burgerschapsbegrip eigenlijk nog niet goed begrijpen. Uit de laat achttiende-eeuwse Franse, Amerikaanse en Nederlandse verklaringen waarin de Rechten van de Mens werden geproclameerd sprak een radicale belofte, ja zelfs een logica, van universele gelijkheid. Maar de belofte van gelijkwaardig burgerschap riep ook een scala aan argumenten, theorieën en begrippen op waarmee getracht werd de logica van dit universalisme te omzeilen of zelfs geheel af te wijzen. Een comparatieve analyse van dergelijke reacties in Frankrijk, de VS, en Nederland – in het bijzonder naar aanleiding van de zogenaamde Haitiaanse Revolutie (1791-1804) – laat zien dat ons burgerschapsbegrip zeer tegenstrijdige aspecten in zich verenigt. Politieke ideeëngeschiedenis kan ons zo helpen onze vooronderstellingen kritisch tegen het licht te houden en ons zelfbewuster te maken over onze fundamentele politieke en filosofische concepten. René Koekkoek, MPhil Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuur, Universiteit Utrecht | Geschiedenis | Promovendus / Junior docent [email protected] www.uu.nl/gw/medewerkers/RKoekkoek
| Niet-geselecteerde voorstellen – LV |
Analyseer tweets met twiqs.nl Erik Tjong Kim Sang | Netherlands eScience Center Op social media zoals Twitter is allerlei interessante informatie beschikbaar naast de tweets die door de gebruikers worden verstuurd. Voorbeelden hiervan zijn locatie-informatie en informatie over de gebruikers. Ook uit de analyse van een verzameling tweets over een bepaald onderwerp kan interessante informatie worden gehaald, zoals het gemiddelde sentiment. Om deze informatie doorzoekbaar te maken voor onderzoekers, is in 2013 de website twiqs.nl ontwikkeld door het Netherlands eScience Center. Door toegang tot deze informatie over tweets kan men snel achtergrondinformatie kunnen verzamelen over onderwerpen. Vragen waarop een antwoord kan worden gevonden zijn: Wanneer speelde dit onderwerp op social media? In welke regio of plaatsen waren mensen met dit onderwerp bezig? Wat voor mensen waren dit? Hoe schreven zij over het onderwerp? Hoewel de gebruikers op social media geen exacte afspiegeling zijn van de Nederlandse bevolking, is het wel handig om snel inzage te kunnen hebben in achtergrondinformatie over onderwerpen die erop besproken worden. Dit geldt voor zowel journalisten, beleidsmakers, wetenschappers als bedrijven. Dr. Ir. Erik Tjong Kim Sang Netherlands eScience Center | eScience engineer [email protected] http://twiqs.nl/
| LVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Filmstudies moeten de cognitieve stap maken Arij Ouweneel | CEDLA Filmstudies en de filmkritiek zijn te lang blijven hangen in een oude romantische opvatting. Moderne cognitieve wetenschap biedt filmstudies en de filmkritiek veel meer dan de oudere opvatting, met name als de film wordt gezien als simulatiemodel voor het brein. Zie mijn boek Freudian Fadeout (2012). De filmpers houdt vaak nog te zeer vast aan de oudere opvattingen en is daarmee soms te ver af komen te staan van de voorkeuren van het grote publiek. Boek: Arij Ouweneel, Freudian Fadeout. The Failings of Psychoanalysis in Film Criticism, Jefferson, NC: McFarland Publishers, 2012 Dr. Arij Ouweneel CEDLA Amsterdam | cognitive cultural studies | UHD [email protected] www.cedla.uva.nl/20_research/researchers/Arij_Ouweneel.html
| Niet-geselecteerde voorstellen – LVII |
Democratisch engagement ontwikkel je niet zomaar Isolde de Groot | UVH Het Nederlandse burgerschapsonderwijs, en de samenleving in het algemeen aanstuurt op de ontwikkeling van een smal type democratisch engagement . Dit doe ik aan de hand van de resultaten van mijn promotieonderzoek: een kwalitatief onderzoek naar de manier waarop Nederlandse jongeren betekenis geven aan hun burgerschap in een democratische en pluriforme samenleving. Tot op heden richt burgerschapsonderwijs -en onderzoek zich vooral op het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en attituden. Weinig aandacht is er voor het ‘civic-self-image’ van jongeren. Wat verstaan zij zelf onder hun burgerschap in een democratische en pluriforme samenleving? Mijn onderzoek laat zien dat het merendeel van de 27 jongeren die geïnterviewd zijn een ‘smal’ idee heeft van democratie en hun eigen rol daarin en een gefragmentariseerd beeld heeft van maatschappelijke problemen die samenhangen met pluriformiteit. Ook gaven ze aan weinig ervaring te hebben met participatie in het maatschappelijke en politieke domein. Deze bevindingen suggereren dat jongeren te weinig mogelijkheden hebben om de kennis, vaardigheden en het democratisch engagement te ontwikkelen die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van het politieke systeem, een democratische cultuur gericht op het bevorderen van respectvolle relaties en rechtvaardige structuren, en een democratisch ethos gericht op het co-construeren van een pluriforme samenleving. Mijn proefschrift verschijnt in het najaar van 2013. drs. Isolde de Groot Universiteit voor Humanistiek | Humanistiek, Educatie | Postdoctoraal onderzoeker [email protected]
| LVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |
De naam van het probleem Hugo Stephan Verbrugh | EUR FSW In ProbleemGestuurdOnderwijs is geen aandacht voor de vraag met welk type probleem, een binnen de ‘normal science’ algemeen bekend wetenschappelijk of een persoonlijk-filosofisch pobleem, een onderwijscyclus het best kan beginnen, en dat het aanbeveling verdient te beginnen met een persoonlijk-filosofisch pobleem. Er komt steeds meer in de publiciteit dat studenten, met name beginnende, eigenlijk niet weten waarvoor zij de studie volgen die zij gekozen hebben. In de woorden van hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen (Nijmegen): ‘Wij hebben vijfhonderd eerstejaars en de helft heeft geen idee wat ze aan het doen zijn – op kosten van de belastingbetaler. Dat vind ik een serieus probleem. Door de massaliteit en door de output-financiering is het voor de universiteit lonend geworden om iedereen zo snel mogelijk door dezelfde geprotocolleerde studiepuntenfabriek te persen. We leren onze studenten niet om kritisch en zelfstandig te denken. We spreken ze niet aan op hun verantwoordelijkheid en hun autonomie. (Dat maakt me) geïrriteerd en verdrietig, vooral omdat we studenten zelf zo gemaakt hebben … We behandelen hen als kleuters en daardoor gedragen ze zich als kleuters. ” NRC Handelsblad 16 febr. 2013. De benadering van PGO die gepresenteerd zal worden is echt nieuw doordat een expliciete koppeling wordt gelegd tussen (1) wetenschap en de opleiding voor een wetenschappelijk beroep, (2) onderwijskunde en didactiek en (3) geschiedenis en toekomst van de filosofie. Dr. Hugo Stephan Verbrugh EUR FSW Instituut Psychologie | Filosofie / Onderwijskunde | Universitair hoofddocent [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LIX |
Proef de toekomst Ellen Willemse | STT Niemand kan de toekomst voorspellen, erover nadenken kan wel. Moet wel. Want veranderingen van morgen, beginnen met keuzes van vandaag. Dat geldt niet in het minst voor de volksgezondheid. Tot en met september 2013 voert Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) een verkenning uit naar de toekomstige rol van voeding en geneesmiddelen bij ziektepreventie. Welke verwachtingen leven er? Wat zou men het liefst willen? Moet de overheid meer doen om de volksgezondheid te verbeteren? Is het aan de burger zelf? Aan de hand van 2 toekomstscenario’s geven mensen hun mening. Het onderzoek sluit aan bij en werpt nieuw licht op de actuele discussies over o.a. premies voor de zorgverzekering, verantwoordelijkheid voor eigen (eet)gedrag en toenemend gebruik van medicijnen. Toekomstverkenningen van STT combineren sociaal-wetenschappelijk onderzoek met een stuk creativiteit. Het gaat daarbij niet om voorspellingen, maar om het verkennen van mogelijke toekomsten samen met belanghebbenden. De eerste publicatie van de verkenning over voeding, geneesmiddelen en ziektepreventie, “Aspirine op je brood”, is te vinden op stt. nl/voeding-geneesmiddelen. Een tweede publicatie – Proef de toekomst – volgt na de zomer van 2013. Het project wordt afgesloten met een theaterdebat. Drs. Ellen Willemse Stichting Toekomstbeeld der Techniek | Toekomstonderzoek | Projectleider [email protected] www.stt.nl/voeding-geneesmiddelen
| LX – Niet-geselecteerde voorstellen |
When “They” are all alike: On categorizing minority groups Susanne Täuber Using the shared label “immigrants” to portray ethnic minorities negatively affects especially the better liked minority. In the Dutch context, labelling Surinamese and Moroccans as “immigrants” reduces majority members’ acceptance of Surinamese. This increases the conflict potential between majority and minorities, but also between different minority groups. Journalists often use the shared label “immigrants” when they actually refer to quite distinct minority groups. Our findings provide opportunities for media and journalists to think about the language they use. The captivating implication of our findings is that prevention of conflicts and promotion of social harmony within society is rather easy – and journalists can have a great role in this! Fascinatingly, we also demonstrate first evidence for how minority groups can be portrayed in a way that benefits the less accepted minority group without harming the more accepted minority groups. Knowledge about these processes will empower journalists and the media to actually bring about real change for society as a whole. Dr. Susanne Täuber Rijksuniversiteit Groningen | Sociale Psychologie | Post-Doc [email protected] www.rug.nl/staff/s.tauber/
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXI |
Versnelling van eco- en duurzaamheidsinnovatie Bart Bossink | VU Eco-innovatie-onderzoek dat plaatsvindt in joint ventures van universiteit en bedrijfsleven heeft tot gevolg dat industrie en samenleving sneller verduurzamen. Eco-innovatie-onderzoek vindt niet plaats in zulke joint ventures; - deze joint ventures nieuw en baanbrekend zijn; – de joint ventures controversieel zullen zijn; - eco-innovatie de motor achter maatschappelijk en economische verantwoorde groei is. Onderzoeksresultaten zijn onder andere gebaseerd op: Bossink, B.A.G. (2012) Eco-innovation and sustainability management. New York: Routledge. Bossink, B.A.G. (2011) Managing environmentally sustainable innovation: Insights from the construction industry. New York: Routledge. Prof. dr. ir. Bart Bossink VU Amsterdam | Science, Business & Innovation | Hoogleraar [email protected]
| LXII – Niet-geselecteerde voorstellen |
Jullie zijn allemaal gek Thomas Colignatus Als econometrist en wetenschappelijk medewerker op het Centraal Planbureau (1982-1991) ontwikkelde ik een analyse over de werkloosheid. Deze analyse werd tegengehouden van bespreking en publicatiegang. Dit is censuur van de wetenschap. De analyse is ook van belang voor de huidige crisis. Verstandige (niet-gekke) mensen zouden ingrijpen maar dat doet Nederland niet. De presentatie is interessant voor de interne kwaliteitsbewaking bij de media, en ook om het onderwerp zelf. T.a.v. de kwaliteitsbewaking geldt dat er blijkbaar een kloof is tussen redacties wetenschap en redacties economie. Terwijl een wetenschapsjournalist over censuur van de wetenschap zou rapporteren weigeren journalisten economie dat te doen. Verstandige (niet-gekke) journalisten zouden de analyse en situatie bestuderen maar het gebeurt niet. Journalisten economie zagen de crisis niet aankomen, erkennen hun falen niet, en schrijven niet over mijn advies tot ontslag van de hoogleraren economie en boycott van Nederland tot de censuur is opgelost. Journalisten met beta-kennis denken wellicht dat journalisten economie goed werk leveren, en zijn dan net zo gek als hun collegae economie. T.a.v. het onderwerp zelf kunnen journalisten gaan rapporteren over de aanpak van de werkloosheid, hoe belastingen verbeterd kunnen worden, bijv. met een BTW van 1%, en hoe de crisis in Europa kan worden aangepakt. Weblog: http://boycottholland.wordpress.com/ Pagina met protest tegen censuur: http://thomascool.eu/Thomas/Nederlands/TPnCPB/TPnCPB.html Een rapport van professor André Köbben: http://thomascool.eu/Thomas/Nederlands/TPnCPB/NVMC/Verslag.html Petitie met 11 ondertekenaars: http://www.ipetitions.com/petition/pe_werk_cpb/ Relatie tot economische crisis: http://www.voxeu.org/index.php?q=node/3087 Een nieuw artikel: een voorstel t.a.v. euro en banken: http://mpra.ub.uni-muenchen.de/45759 Drs. & MSc Thomas Cool / Thomas Colignatus Econometrist en leraar wiskunde | Wetenschappelijk onderzoeker [email protected] http://thomascool.eu/
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXIII |
People, place and performance in the app industry
Annet Jantien Smit | MIT Cambridge De app industrie is een groeiende economische sector. Waarom clusteren app ontwikkelaars zich echter in grote steden, terwijl hun productieproces bijzonder plaats-onafhankelijk lijkt te zijn? In interviews hebben we app ondernemers gevraagd: Wat zijn hun dagelijkse werkpraktijken als ondernemer? Hoe innoveren ze; en: Waar vindt dit plaats? Hoe versterken of hinderen fysieke plekken het presteren van app bedrijven? Dit onderzoek biedt een blik op de toekomst, gericht op de rol van ruimtelijk beleid ter versterking van ICT-gebaseerde, schijnbaar footloose sectoren. Deze studie belicht de bevindingen van een lopend onderzoek in Boston en Cambridge naar de app industry. Deze studie is een pilotstudy voor een groter onderzoek in Nederland vanaf eind 2013. De bevindingen uit de VS lenen zich voor discussie over wat de implicaties voor beleid in Nederland kunnen zijn. Is er hoop voor leegstaande kantorenparken, of juist voor stadscentra? Annet Jantien Smit, PhD Center for Advanced Urbanism at MIT, Cambridge | Department of Planning and Urban Studies | Researcher [email protected] www.denkbeeld.info
| LXIV – Niet-geselecteerde voorstellen |
De knieprothese niet onder de knie Arthur Kievit, Paul Kuijer, Thijs Pahlplatz, Leendert Blankevoort, Matthias Schafroth, Monique Frings-Dresen, Niek van Dijk | Academisch Medisch Centrum (AMC) Amsterdam Rutger van Geenen | Amphia Ziekenhuis Breda Hoewel een knieprothese effectief is voor het verminderen van klachten door artrose, zijn de gevolgen voor weer gaan werken slechter dan verwacht: 33% van de patiënten beoordeelde hun lichamelijke werkvermogen met een onvoldoende, 17% is (zeer) ontevreden over de knie voor hun werk en 12% stopt met werken vanwege de knieprothese. Sinds 1996 is het aantal patiënten in de leeftijd van 45-65 jaar met een knieprothese verdrievoudigd. De komende decennia neemt het aantal werkenden met een knieprothese verder toe door overgewicht, het stijgen van de pensioengerechtigde leeftijd en de wens om langer lichamelijk actief te willen zijn. Het aantal nieuwe knieprothesen stijgt van op dit moment 20.000 per jaar naar 60.000 per jaar in 2030: ongeveer 20% van deze patiënten werkt. Dat zijn er dan 12.000 per jaar. In Nederland bedragen de kosten van knieartrose € 871 per patiënt per maand: 17% zijn medische kosten en 83% zijn kosten door verlies aan productiviteit. Om ook de kosten voor de Nederlandse samenleving te verminderen door plaatsing van een knieprothese dient in de behandeling meer aandacht te worden besteed aan behoud van werk. Een interventie is ontwikkeld om deze arbeidsgerelateerde zorg in de 2e en 1e lijn te verbeteren. Dit is een gezamenlijk project van de afdelingen Orthopedie en Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van het AMC en de afdeling Orthopedie van het Amphia Ziekenhuis Breda. Bij het College voor Zorgverzekeringen en ZonMw is een aanvraag ingediend om de zorg in de kliniek te verbeteren door de inzet van een klinisch arbeidsgeneeskundige in het team van de orthopedisch chirurg bij patiënten die een knie- of heupprothese krijgen en die willen blijven werken. De zorg bestaat uit betere begeleiding op basis van patiënt- en werkkenmerken, betere ondersteuning door bedrijfsarts en werkgever, en betere afstemming van behandelingen bij (para)medici in de 2e en in de 1e lijn. Artikelen over dit onderwerp zijn gepubliceerd, ingediend en in voorbereiding. Contactpersonen Arthur Kievit, [email protected] en Paul Kuijer, [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXV |
Patiënten met astma hebben verhoogd risico op longembolie Christof Majoor | AMC Astma geeft een verhoogde kans op longembolie(1). Het was al langer bekend dat astmapatiënten een verhoogde stollingsactiviteit in de long hebben(2). Nu is gebleken dat astmapatiënten ook een verhoogde kans hebben op longembolie(1), vooral degenen met ernstig astma die met prednison behandeld worden(3) en dikwijls astma-aanvallen hebben door virusinfecties(4). Astma één van de meest voorkomende chronische ziekten is. In Nederland lijden ongeveer een half miljoen kinderen en jong volwassenen aan deze aandoening. Zij hebben last van telkens terugkerende aanvallen van hoesten, benauwdheid en piepende ademhaling. Hoewel er tegenwoordig effectieve medicijnen voor astma op de markt zijn, krijgt toch ongeveer 10% van de patiënten de ziekte niet onder controle. Deze patiënten hebben vaak langdurige astma aanvallen wanneer ze een verkoudheid of griep oplopen, en moeten dan meestal behandeld worden met prednisonkuren. Juist deze, vaak jonge patiënten lopen een verhoogd risico op het krijgen van een longembolie. Een longembolie is een bloedstolsel dat een deel van de longvaten afsluit. Het is een potentieel levensbedreigende aandoening, die snel behandeld moet worden met bloedverdunnende middelen. Het is dus belangrijk dat artsen op de hoogte zijn van deze complicatie en de patiënt op tijd naar het ziekenhuis sturen voor extra onderzoek hiernaar. Ik zal verwijzen naar 3 publicaties uit 2012 in Blood, Chest en ERJ. Een stuk over verkoudheidsvirus is submitted. 1. CJ Majoor, PW Kamphuisen, AH Zwinderman, et al. Risk of deep-vein thrombosis and pulmonary embolism in asthma. ERJ 2012 Epub ahead of print. 2. JD de Boer, CJ Majoor, C van ’t Veer, et al Asthma and coagulation. Blood 2012;119(14):3236-44. 3. DS Stuijver, CJ Majoor, B van Zaane, et al. Use of oral Glucocorticoids and the Risk of Pulmonary Embolism: A Population-Based
| LXVI – Niet-geselecteerde voorstellen |
Case-Control Study. Chest 2012 Epub ahead of print. 4. CJ Majoor, MA van de Pol, PW Kamphuisen, et al. Rhinovirus infection in patients with asthma induces procoagulant changes in parallel with eosinophilic airway inflammation. Submitted March 2013. Christof Majoor Academisch Medisch Centrum | Longziekten | Longarts/promovendus [email protected]
| Niet-geselecteerde voorstellen – LXVII |
Gelijke zorg voor alle ouderen, dus ook oudere migranten!
Özgül Uysal-Bozkir | AMC Gelijke diagnostiek en zorg voor oudere migranten, die Nederlands vaak slecht spreken, is binnenkort mogelijk! Op de geheugenpolikliniek is hulpverlening en in het bijzonder diagnostiek bij oudere migranten vaak lastig door taal- en cultuurbarrière, maar met onze nieuwe digitale dementiescreeningstest is nu diagnostiek mogelijk van het cognitief functioneren van alle oudere patiënten. Hierdoor kunnen we beter diagnostiek en gelijke zorg bieden aan oudere Nederlandse patiënten van alle afkomsten. Vertaalde vragenlijsten maken het daarnaast mogelijk de zorgbehoefte, kwaliteit van leven, functionaliteit, stemmingsproblematiek van de patiënt en de mantelzorger in kaart te brengen. Wij laten zien hoe professionals hulpmiddelen aangereikt krijgen! Het is innovatief en op een multiculturele doelgroep gericht! De grootte van de groep oudere migranten in neemt Nederland toe. Hiermee word gelijke zorg door professionals op geheugenpolikliniek aan alle Nederlandse ouderen mogelijk! Er zijn 2100 mensen onderzocht voor dit onderzoek. De nieuwe digitale dementiescreeningstest komt in 2013 op de markt. http://www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl/het-programma/minimale-data-set/. http://www.moderne-dementiezorg.nl/onderzoek.php?id=142 Özgül Uysal-Bozkir Academisch Medisch Centrum Amsterdam, Universiteit van Amsterdam Neuropsychologie, Ouderengeneeskunde, Intercultureel | Neuropsycholoog / Projectleider SYMBOL-studie | Phd student [email protected] http://www.testweb.bsl.nl/tests/ccd/
| LXVIII – Niet-geselecteerde voorstellen |