}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 7 november 2014
jaargang 8 nummer 391
€ 2,50
Anoniem actiecomité is boos
Kasteelrel in Wassenaar
‘Als ik na liquidatie het restbedrag in eigen zak zou steken, zou ik mij schuldig maken aan verduistering’ >Foto's : DHC
I
Door Jasper Gramsma
n het chique Wassenaar is een heuse kasteelrel gaande. Onlangs stuurde het anonieme actiecomité ‘Geef Wassenaar zijn Kasteel terug’ een brief aan omwonenden van Kasteel Oud-Wassenaar met een oproep de vermeende wanpraktijken van de stichting, die het landhuis beheert, te stoppen en het kasteel te redden van leegstand. In het twaalf pagina’s tellende epistel wordt Dick van Schravendijk, voorzitter van de beklaagde stichting, geportretteerd als een boze kasteelheer met kwade intenties. Hij zou het 135 jaar oude pand onder meer laten vervallen en rommelen met de gelden die voor de restauratie zijn bedoeld. Tijd om in het geweer te komen, vindt Van Schravendijk. ‘Zwendelarij met de inventaris’, ‘valsheid in geschrifte en oplichting met statuten’, ‘overheveling van gelden via privérekeningen’. Het zijn geen malse beschuldigingen die de bestuurder van Stichting Kasteel Oud-Wassenaar voor zijn kiezen krijgt. Van Schravendijk, een keurig ogende advocaat van tegen de zeventig, is er nuchter onder tijdens een gesprek met koffie en koekjes op het kasteel: “Dit is niet de eerste keer dat ik word geconfronteerd met deze lasterlijke praat. Ofschoon de personen achter het comité zich niet bekend hebben gemaakt, is het voor mij wel duidelijk wie
er achter zitten”. Daarbij doelt de kasteelheer op de Vereniging van Eigenaars (VvE) Park Oud-Wassenaar van de naastgelegen appartementsgebouwen. Het gaat volgens Van Schravendijk om oud zeer van verloren procedures, waardoor de VvE door een opgelegde dwangsom wordt gelast een pas aangebrachte afsluitvoorziening van de toegangshekken te verwijderen. Op het schriftelijke verzoek van deze krant om een reactie op de anonieme brief reageert de VvE niet, zodat de werkelijke afzenders vooralsnog in anonimiteit gehuld blijven. Eén van de aantijgingen betreft de wijziging van de statuten van de stichting in 2012. Volgens de briefschrijvers zou de stichting daarmee uitkomen onder het behoud van het kasteel en het behoeden voor misbruik. Bovendien stellen zij dat hierdoor een mogelijkheid is ontstaan om het kasteel door te verkopen, waarbij de opbrengst aan de voorzitter persoonlijk toekomt. “Pertinente onzin”, stelt Van Schravendijk. “Het behoeden van een rijksmonument voor misbruik is natuurlijk nooit een statutaire voorwaarde geweest. Dat
is een evidente vanzelfsprekendheid. De wijziging had betrekking op de parkaanleg en de Kasteellaan die bij de doelstelling is betrokken om de reden die ik zojuist schetste. Ook is er een puur fiscale verandering voor aftrekbaarheid van schenkingen in opgenomen om een Algemeen Nut Beogende Instelling te kunnen blijven”. Over een mogelijke verkoop zegt hij: “Ook volgens de oude statuten was dat mogelijk, op voorwaarde dat de opbrengst ten goede komt aan de doelstelling van de stichting. Als ik na liquidatie het restbedrag in eigen zak zou steken, zou ik mij schuldig maken aan verduistering”.
Het zijn geen malse beschuldigingen die de bestuurder van Stichting Kasteel OudWassenaar voor zijn kiezen krijgt
Kraak Een andere belangrijke grief is de leegstand van het kasteel. Het actiecomité schrijft dat het al bijna tien jaar volledig onbenut is, waardoor het risico voor kraak op de loer ligt. Ook zou de stichting verzuimen deze leegstand bij de gemeente te melden, om te voorkomen dat die ingrijpt. “Het kasteel wordt geëxploiteerd als zalencentrum in het kader van de horecabestemming”, legt Van Schravendijk uit, die het kasteel onder meer als trouwlocatie verhuurt.
“De crisis heeft er echter voor gezorgd dat het aantal aanvragen de afgelopen jaren fors is teruggelopen, maar binnenkort zijn hier weer filmopnamen. Het staat dus niet leeg en het is geen woonhuis zodat enige melding van leegstand aan de gemeente niet aan de orde is”. Het actiecomité stelt ook dat de voorzitter een deel van de subsidie ten behoeve van de restauratie voor privédoeleinden heeft gebruikt. Daarnaast concluderen de schrijvers dat het kasteel voor een te groot bedrag van ruim 20 miljoen euro is verzekerd: de herbouwwaarde. Hierdoor zou Van Schravendijk als privépersoon van schade kunnen profiteren. En dat zou eveneens de reden zijn om het pand niet te beveiligen tegen de risico’s van brand. “Geen sprake van! Onmogelijk!, reageert de voorzitter fel. “In mijn ogen wordt de subsidieverlening buitengewoon goed gecontroleerd. Vooraf worden de kosten vastgesteld en tussentijds vindt controle plaats. Pas nadat de facturen zijn betaald, wordt er met de stichting afgerekend”. Over de verzekering op basis van de herbouwwaarde verklaart hij: “Voorwaarde is dat het gebouw moet worden herbouwd in geval van een calamiteit. Geen herbouw, betekent dus geen uitkering. Het kasteel voldoet daarnaast gewoon aan de brandveiligheidseisen. Wij hebben op last van de brandweer nogal wat kosten moeten maken om aan de voorschriften te voldoen en de voorzieningen worden ieder jaar gecontroleerd”. In de brief doet het actiecomité zijn be-
klag over de staat van het interieur. De historische inventaris zou naar Van Schravendijk privé zijn overgeheveld voor een fractie van de feitelijke waarde en er zou grote noodzaak zijn tot restauratie. Enigszins vermoeid antwoordt hij desgevraagd: “Begin jaren tachtig, lang nadat de stichting het kasteel kocht, heb ik persoonlijk van de voormalige kasteeleigenaar de meubels overgenomen. Die waren zijn privé-eigendom. Wat het interieur betreft: de zaalruimten voldoen nog wel, maar de eerste verdieping dient geheel te worden gerestaureerd. De stichting heeft zelf echter nauwelijks middelen meer en op subsidie hebben we voorlopig geen uitzicht”. Nadat hij zijn zegje heeft gedaan en de avond is gevallen, geeft Van Schravendijk een rondleiding door het kasteel dat in neo-renaissancestijl is opgetrokken. In de salon, de monumentale hal en de jachtkamer op de begane grond is, met uitzondering van wat afbladderende verf her en der, weinig achterstallig onderhoud te zien. Sommige installaties ogen gedateerd, maar het licht en de kachel branden. Een verdieping hoger zien de kamers er veel minder fraai uit. Daar staat de tijd al zo’n vijftig jaar stil. Het is er donker en koud, stoelen en tafels hoog opgestapeld. “Als de verhuur nou weer wat aantrekt, en daar ben ik van overtuigd, dan kunnen we hier met behulp van de juiste subsidie weer iets moois van maken”, aldus de kasteelheer.
advertentie
speelt Metamorfosen NAAR OVIDIUS LAATSTE REGIE AUS GREIDANUS GRILLIGE MUZIKALE COLLAGEVOORSTELLING VANAF 22 OKTOBER, APPELTHEATER informatie/kaarten 070 3502200 of www.toneelgroepdeappel.nl
Bij inlevering van deze advertentie € 5,- korting voor de voorstellingen op woensdag en do nderdag in oktober, nove mber en december!
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 november 2014
haagse plaatjes
Voor Je ’t Weet Ben je Gek/ Wijk 7 (1983) In het voorjaar van 1983 schalde via een lokale piratenzender sporadisch een in plat-Haags, gejaagd gezongen plaatje van onduidelijke komaf door de ether. ‘Pás goed op, voor je ’t weet ben juh gé-hék/ Het gevaar zit overal en het grijpt je in je nek/ Hùh-hùhhùh-hùh/ ’t Is net een jungle die stad, het is geen wondâh want er is altèd gedondâh...’, luidde het angst inboezemende refrein. De muziek van de met vervaarlijke kreten ondersteunde rap was van The Message, in die dagen een toptienhit van Grandmaster Flash and The Furious Five. Een baanbrekend hiphopnummer waarin een schets werd gegeven van het bepaald niet ongevaarlijke leven in de New Yorkse getto’s, met als steeds herhaalde, pakkende refreinregels ‘It’s like a jungle/ Sometimes it makes me wonder/How I keep from going under’. De uitvoerenden van deze ‘Voor Je ’t Weet Ben Je Gek’ getitelde bewerking verborgen zich achter de noemer Wijk 7, naar de vroeger zo benoemde buurt tussen het oude Station Staatsspoor, Weteringkade en het Zieken. Een wijk die een ietwat kwalijke reputatie genoot: ‘Een gebroken ruit aan de overkant/ Je vraagt je eigen af: wat is er aan de hand/ Het zal wel weer een inbraak wezen/ Bij wie, dat kan ik morgen in de krant wel lezen’. En zo dendert de ellende achter elkaar door: ‘Ze pikken je auto als ’ie voor de deur staat/ Het
is vandaag de dag niet veilig meer op straat/ De stad is een grote vuilnisbelt/ En voor je het beseft ben je uitgeteld’. De rechtstreeks van de Amerikaanse getto’s overgeplaatste gewelddadige sfeerschets naar een daarbij vergele-
ken tamelijk rustieke Haagse buurt deed – begin jaren tachtig – nogal koddig aan. Maar gelukkig: de tekst was allesbehalve bloedserieus bedoeld, verklaarde jaren later de eenmaal als zodanig ontmaskerde medebedenker
en – mede uitvoerende Rob Bolland. Samen met zijn broer Ferdi bleek hij achter de op het label vermelde pseudoniemen Kubrick en Cagney te zitten. De beide Bollands werden geboren in Zuid-Afrika, maar kwamen in 1969 naar Den Haag, waar zij grote delen van hun leven zouden wonen. Na daar een tijdje met derde broer Ton als De Swingkickers muziek te hebben gemaakt, traden Rob en Ferdi als het zoetgevooisde zangduo Bolland & Bolland naar buiten. Het onder leiding van geluidstechnicus/arrangeur Dick Bakker in de befaamde Sound Push Studio in Blaricum opgenomen ‘Summer Of ’71’ was in 1972 hun eerste Top 40-hit. Hun grootste successen boekten ze later als producers van onder meer ‘Rock Me Amadeus’ van de Oostenrijkse zanger Falco (1 in zowel Engeland als de VS, in 1985) en ‘In The Army Now’ van Status Quo (1987). Het project Wijk 7 was een tussendoortje, aldus Rob, opgenomen in een verloren uurtje studiotijd: “Een grap van mijn broer. Wij vonden ‘The Message’ een te gek nummer en hebben ter plekke een tekst in elkaar geflanst”. De instrumentale versie van The Message op de B-kant werd simpelweg als begeleiding gebruikt. “Beetje illegaal dus, ja. Er zijn er niet veel van geperst, ikzelf heb in elk geval geen exemplaar. Jaren later vertelde een Haagse rapper ons dat het een soort cultplaatje was in
de lokale rapscene. We waren zeer verrast dat iemand het überhaupt kende. Volgens mij is het nooit op de landelijke radio gedraaid”. Behalve ingegooide ruiten, gestolen auto’s en creperende verslaafden (‘De junkies, de spuiters liggen halfdood/ Met zijn allen bij mekaar te kreperen in de goot’) komen ook voetbalhooligans, werkloosheid (‘Je loopt alweer een tijdje in de WW/ Alles zit tegen en niets zit mee’), de verrotte politiek, bejaardenhuisellende en ongewenste zwangerschap aan bod: ‘M’n zusje is nog pas zeventien/ Maar die heeft het leven nu ook wel gezien/ In verwachting geraakt van een vent/ En nou doet die gozer of ’ie haar niet meer kent’. Niets dan kommer en kwel dus, in deze met een knipoog bedoelde, deprimerende visie op het Haagse stadsleven anno 1983, die drie decennia later volgens de pessimisten onder ons toch wat minder overdreven aan doet. Jimmy Tigges
Jimmy Tigges (1953) is publicist en diskjockey. Hij geldt als een specialist op het gebied van sportliederen, maar heeft als geboren Hagenaar ook jarenlang onderzoek gedaan naar liedjes waarin Den Haag een rol speelt. In 2006 publiceerde hij samen met Paul Groenendijk het boek ' Het lied van Den Haag'.
advertentie
Graanland JonGe Jenever 1 liter
van 11,45 voor € 9,98 100% graanjenever van perfecte kwaliteit!
tullamore dew irish whiskey 1 liter van 25,95 voor
vodka smirnoff 0.7 liter van 16,55 voor (max. 6 flessen per klant)
AD PATRES uitvaartondernemingen anno 1888
geldig van 5 november t/m 2 december 2014
caPtain morGan Black 1 liter nu 5,- kortinG! van 22,25 voor
€ 21,95
Vanuit een intiem herenhuis in het Statenkwartier verzorgt Ad Patres uitvaarten in stijl. Van wat u serveert tot aan de muzikale wensen, Ad Patres zorgt voor een uitvaart geheel naar uw wens of de wens van de overledene.
€ 10,95
Uw uitvaartwensen vastleggen Door uw uitvaartwensen vast te leggen maakt u het uw nabestaanden na uw overlijden een stuk gemakkelijker. De uitvaartverzorger weet namelijk wat er geregeld moet worden en uw nabestaanden kunnen zich volledig richten op hun rouwverwerking. Vraag uw gratis wilsbeschikking daarom vandaag nog aan!
laPhroaiG Quarter cask sinGle malt / islay 0.7 liter
nu 10,- kortinG! van 47,55 voor € 37,55 Non-chill filtered (48%) Single Malt Whisky. Intense krachtige smaak waarin duidelijk de rokerigheid naar voren komt, de 2e lagering op kleine Sherryvaten geeft de Whisky in de lange afdronk een elegante, lichtzoete finish.
coGnac Peyrat v.s. 0.7 liter
van 25,40 voor € 19,98 Mooie delicate Cognac, gemaakt van een speciale selectie druiven uit de Petite Champagne en Fins Bois Cognac regio.
rum cariBica Blanco 1 liter
van 16,55 voor € 12,50 Ideaal als basis voor cocktails en longdrinks.
Een uitvaart in stijl
€ 17,25
Puschkin Black sun 1 liter van 13,95 voor € 9,98 Combinatie van Puschkin Vodka, zwarte bessen en delen van een Siberische steppewortel, een Chinees geneeskrachtig middel dat je meer energie geeft. Lekker om puur te drinken of met Sprite.
www.drinkland.nl
den haag
Voorhout
noordwijk
oegstgeest
Prinsestraat 57 070 364 29 25
Jacoba van Beierenhof 28 0252 220 208
Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
Lange Voort 19 071 301 55 83
Bel mij voor informatie Stuur mij een wilsbeschikking
gedistilleerd...
ACTIES
Stuur mij een informatiepakket Ik wil een afspraak maken
Naam:
M/V
Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: Coupon opsturen naar Ad Patres uitvaartondernemingen, Antwoordnummer 891, 2501 WK Den Haag
Bel voor meer informatie met 070 355 64 27 of kijk op www.adpatres.nl
3
actueel<
Vrijdag 7 november 2014 > Den Haag Centraal
commentaar
Stadspartij kraakt HET ZIJN MOEILIJKE tijden voor de Haagse Stadspartij. Eerst moest de partij in het stof bijten bij de strijd om behoud van vrijplaats De Vloek en nu is HSP-voorman Joris Wijsmuller bij de ontwikkeling van het Spuikwartier gedrongen in een rol die de partij in haar voegen doet kraken. Tenminste één lid van de fractie dreigt straks tegen te stemmen omdat de procedure, die HSPwethouder Wijsmuller voorstaat, niet te rijmen is met het partijstandpunt en het coalitieakkoord. Geef hem eens ongelijk. HET MEEST BESPROKEN plan van Den Haag sinds de stadhuiskwestie in de jaren tachtig wordt door Wijsmuller in hoog tempo door de raad gejast, tijd voor reflectie is er nauwelijks en als het ontwerp straks klaar en openbaar is, hebben we er, inclusief de gemeenteraad, niets meer over te vertellen. Het is op zijn zachtst gezegd verbazingwekkend dat de raad zich bij zo’n spraakmakend en belangrijk project in een marginale rol laat terugdringen. Lees ook het stuk op deze pagina van onze politieke medewerker Jan van der Ven over deze brandende kwestie. DE HAAST WAARMEE de procedure wordt afgewerkt laat allerlei belangrijke vragen onbeantwoord. Bijvoorbeeld over de massaliteit van de nieuwbouw en de uitwerking die de gebouwen op de omgeving zullen hebben. Het enige dat we te zien kregen waren grafieken met maximale bouwhoogten en het oppervlak dat mag worden bebouwd. Wellicht zijn er binnen dat kader mooie dingen te bedenken, maar de stedenbouwkundige voorwaarden kunnen ook een meedogenloos slecht resultaat opleveren. Waarom niet een openbare discussie over de consequenties van de nieuwbouw, inclusief alle mogelijke modellen. Pas dan kun je echte keuzes maken. JE HOEFT GEEN ziener te zijn om te voorspellen dat de procedure over het plan dat geen Spuiforum 2 mag heten de stad met een kater zal opzadelen, want een plan waar vrijwel niemand in is gekend, zal het zonder draagvlak moeten doen. De haast die de route naar het nieuwe Spuikwartier kenmerkt, is bovendien geen echte haast, het is door de politiek gedicteerde haast. Want als het langer duurt, kost het tijdelijke theater in Scheveningen meer en nog wat van die argumenten die op zich wel waarde hebben, maar het moeten afleggen tegen het belang van een goed Spuikwartier. Want dat staat er nog zolang wij leven, over dat belang hebben we het. EN BELANGRIJK VINDEN we het als Hagenaars. Kijk naar het nogal slordig in elkaar geramde Inspiratieboek (haast?) dat de gemeente heeft uitgegeven met plannen en ideeën van betrokken Hagenaars. Een boek (zie pagina 5) vol liefde voor deze stad, maar in de politieke besluitvorming rond het Spuikwartier vind je daar zelfs geen flauwe echo van terug. Het gaat over 181 miljoen euro, over maximaal een jaar vertraging, het is een proces dat wordt geregeerd door angst. Waar is de roep om schoonheid, die weerklonk op de Stadsgesprekken en terugkeert in het Inspiratieboek? Het is verdwenen in de marge van het politieke debat, en we moeten maar afwachten of het wat wordt. Den Haag wordt niets gevraagd. Casper POSTMAA
Spuikwartier
Steeds meer tegenwind voor Joris
Eén van de vele plannen die door Hagenaars bij de gemeente zijn aangeleverd, veel van die ideeën zijn opgenomen in het Inspiratieboek (zie ook pagina 5).
Door Jan van der Ven
Het oppositie voeren ging HSP-voorman Joris Wijsmuller jarenlang goed af. Hij werd er zelfs alom voor geprezen. Maar het leiding geven aan een politiek delicaat proces, zoals de plannen voor het Spuikwartier, gaat hem moeilijker af. Wethouder Wijsmuller heeft te maken met toenemende weerstand tegen de wijze waarop hij het Spuikwartier wil aanbesteden. Wat hem vooral wordt verweten, is dat hij aan de gemeenteraad instemming vraagt voor de ontwikkeling van het Spuikwartier, zonder dat iemand weet wat er gebouwd gaat worden. Er is zelfs geen gebiedsvisie die aangeeft hoe het Spuikwartier eruit moet gaan zien. Dit democratisch tekort werd hem deze week nog eens duidelijk gemaakt tijdens een chaotische ledenvergadering van zijn partij. Achter stevig gesloten deuren klonk forse kritiek op Wijsmuller. De toon was eerder gezet door HSP-raadslid Joeri Oudshoorn. Die had alle leden van de HSP een uitvoerige e-mail gestuurd waarin hij stap voor stap het plan van Wijsmuller ontmantelt. Zijn analyse komt er op neer dat het voorstel van het college (lees partijgenoot Wijsmuller) in strijd is met het college-akkoord. Hij vindt dat de gemeenteraad en de Haagse bevolking buitenspel worden gezet, terwijl de markt volledig de vrije hand krijgt. Wijsmuller pakte Oudshoorn dinsdagavond tijdens de ledenvergadering hard aan. De HSP-voorman duldt eigenlijk geen oppositie in de fractie van de HSP. Fractievoorzitter Peter Bos hoopt de dissident binnenboord te houden. “Daar werken we de komende dagen aan”, zei hij na afloop van de ledenvergadering. Want een dissident in huis, dat doet te veel denken aan het PvdA-raadslid Gerard Verspuij, de geharnaste tegenstander van het Spuiforum die geen poot aan de grond kreeg en uiteindelijk werd verguisd. Tegenwind Wijsmuller heeft niet alleen tegenwind vanuit zijn eigen achterban. Hij heeft het ook voor elkaar gekregen
zijn oude strijdmakkers van de architectengroep Dooievaar tegen zich in het harnas te jagen. Jarenlang trokken ze samen op, Dooievaar vergaarde 10.000 handtekeningen tegen het Spuiforum, Wijsmuller kreeg met zijn protestpartij vervolgens vijf zetels in de gemeenteraad waarna de HSP ging deelnemen aan het nieuwe college. In razende vaart werd een nieuw plan voor het Spuikwartier ontwikkeld, waarin alles draait om een geheime aanbesteding door verschillende marktpartijen. Maar Dooievaar vindt het nieuwe plan waar de nieuwbakken wethouder mee op de proppen kwam helemaal niets. “Als u tegen dit voorstel ja zegt, vraag ik mij af hoe u nog rustig kunt slapen”, was één van de oordelen die vorige week werden uitgesproken tijdens de inspraakronde. Dooievaar voert daarom als vanouds vanuit de loopgraven oppositie. Er worden brieven verstuurd, e-mails gaan razendsnel rond en strategieën worden tijdens de wekelijkse vergadering besproken.
‘Als u tegen dit voorstel ja zegt, vraag ik mij af hoe u nog rustig kunt slapen’ Fout Het lijkt erop dat Wijsmuller een klassieke fout begaat. Hij heeft een deel van zijn achterban in korte tijd van zich vervreemd, politiek wisselgeld om steun te verwerven is er niet. En hij heeft daarnaast van zijn oude medestanders, Dooievaar dus, tegenstanders gemaakt. Dinsdagavond maakte Wijsmuller de verontruste HSP-leden van zijn partij duidelijk dat het collegevoorstel geen wezen-
lijke speelruimte biedt aan andersdenkenden. “Het was naargeestig, er is dus geen speelruimte”, herinnert één van de aanwezigen zich. Alleen in de marge kan er misschien wat veranderd worden. Fractievoorzitter Bos gaat kijken of hij tijdens de laatste fase van het raadsdebat wat ruimte krijgt voor het HSP-geluid. Zo beloofde hij dinsdagavond een pleidooi te houden dat de commissie die uiteindelijk de voorstellen van de marktpartijen gaat beoordelen, moet worden uitgebreid met burgers van Den Haag. De kern blijft daarin echter ook overeind, de commissie komt in het geheim tot haar oordeel. Daar mag niet aan getornd worden. Uitstel Wanneer het voorstel voor de ontwikkeling van het Spuikwartier in stemming komt, is niet helemaal duidelijk. Vrijdag waarschijnlijk, of
anders maandag wordt het finale debat gevoerd, vervolgens wordt er gestemd. Langer uitstel is volgens Wijsmuller niet mogelijk, want er zijn al contracten ondertekend en openbreken daarvan gaat geld kosten. Tijdens het debat moet blijken of een andere wens van de HSP-voorman in vervulling gaat. Tijdens de eindeloze reeks debatten over het door Wijsmuller zo bekritiseerde Spuiforum verzuchtte hij keer op keer dat het toenmalige college er niet in geslaagd was een brug te slaan naar de oppositiepartijen en de morrende bevolking. Regentesk bestuur, met de rug naar de burger, noemde hij die opstelling toen. De enige oppositiepartij die op dit moment geneigd lijkt naar steun voor het plan van Wijsmuller, is die van GroenLinks. De rest van de oppositie heeft zich ouderwets ingegraven en heeft zich tegen de plannen uitgesproken.
Advertentie
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 november 2014
stadsmens
Indonesische Romy kookt in haar eethuisje grootmoeders recepten De troostmaaltijd bracht tranen teweeg bij de Hagenaar van Indonesische afkomst. Dit tot schrik van Romy en Peh Ip. De bejaarde man was net weduwnaar geworden en Romy had hem gevraagd wat hij graag wilde eten. ‘Buntil’, was zijn verzoek geweest. Al na een paar happen begon hij te huilen. “We dachten eerst dat hij het niet lekker vond, maar hij bleek ontroerd; heel zijn jeugd kwam terug. Het is het allermooiste wat we tot nu toe hebben meegemaakt”. Buntil staat inmiddels op de kaart van het Indonesische eethuisje Romy’s Corner, dat half mei in de Cartessiusstraat/hoek Valkenboslaan is geopend. Over het gerecht zeggen Romy en Peh: “Het bestaat uit boterblad, gevuld met geraspte kokos en ansjovis. Vooral oudere Indonesiërs kennen het. In Indonesië noemen ze het eten voor arme mensen. Het wordt alleen op straat verkocht. Wij zijn het enige restaurant in Nederland dat dit op het menu heeft”. Dat nieuws verspreidde zich trouwens snel via Facebook. Indonesiërs die in juli uit het hele land naar de Indonesische ambassade in Den Haag kwamen om daar een stem uit te brengen bij
Romy en Peh Ip: ‘Kwaliteit gaat boven kwantiteit’. >Foto: Eveline van Egdom
de verkiezingen, konden Buntil van Romy’s Corner eten. Peh Ip had er, op bestelling, honderd bij de ambassade afgeleverd. Peh is weliswaar al dertig jaar kok en hij volgde opleidingen in Frankrijk, Zwitserland en Italië, maar in het restaurant in de Cartesiusstraat worden alle gerechten gemaakt door Romy.
Ip: “Zij kookt zoals zij dat van haar oma en moeder leerde. Ik bemoei me daar niet mee”. Lachend: “Ik snij alleen uitjes”. En serieus: “Haar stijl van koken wil ik absoluut niet beïnvloeden”. Romiarsih, roepnaam Romy, komt uit het dorp Banjarnegara op MiddenJava. Zij leerde Ip, zoon van een Chi-
nese vader en Nederlandse moeder, via internet kennen. In 2010 nodigde hij haar uit voor een vakantie. Romy had al snel in de gaten dat Peh allerlei lichamelijke klachten had, maar hij weigerde naar de huisarts te gaan. Zonder dat hij het wist, maakte zij een afspraak met de dokter en dwong Ip mee te gaan. “Ik mankeerde van alles en werd meteen in het ziekenhuis opgenomen. Romy heeft eigenlijk mijn leven gered”. In 2011 kwam ze opnieuw op bezoek, een jaar later trouwden ze. Het huwelijk had voor Romy gevolgen: “Ik bezat een stuk land, waarop ik rijst en maïs verbouwde, en daarnaast had ik een viskwekerij. Als je in Indonesië met een buitenlander trouwt en in het buitenland woont, raak je alles na één jaar kwijt. Gelukkig heb ik het kunnen overdoen aan mijn moeder, anders had de familie geen inkomsten meer gehad”, vertelt Romy, die het Nederlands afwisselt met het Engels. Ze kookte al voor familie en vrienden van Ip. “Driemaal in de week hadden we een huis vol eters”, grinnikt Peh. En: “Romy wilde graag werken, maar heeft geen diploma’s. Langzaam is toen het idee
ontstaan voor een eethuisje”. In het begin stonden er zes gerechten op de kaart, inmiddels zijn dat er vijftien. Romy: “Kwaliteit gaat boven kwantiteit. We gebruiken het allerbeste vlees en de beste vis en ik kook elke dag verschillende groenten”. Soto banjar blijkt inmiddels een favoriet gerecht. “Dat is een soort soto ajam. Het verschil is dat ik kokosmelk voor de kippensoep gebruik. Klanten vinden het heerlijk, er zijn er bij die het twee keer in de week komen eten”. Voorbijgangers zorgen soms voor verrassingen, zoals onlangs de mevrouw die een paar loempiaatjes wilde proberen. Ip: “Romy was op dat moment kip aan het braden en liet haar een stukje proeven. Ze heeft gelijk haar man gebeld, die meteen vanuit Scheveningen hier is komen eten. Maar als mensen kritiek hebben, moeten ze dat ook zeggen. Daar kunnen we van leren; wij zijn daar heel scherp in”. Joke Korving Romy’s Corner, Cartesiusstraat 227, is op maandag gesloten. Informatie: facebook.com/romyscorner
Ad Grafiekkrant_Pulchri ad Grafiekbiennale 31-10-14 10:47 Pagina 1 advertentie
RUIMTE
GRAFIEK 2014&
Pulchri GRAFIEK
G r a f i e k- B i ë n n a l e 2 014
Pulchri Studio Lange Voorhout 15 Den Haag Geopend dinsdag t/m zondag van 11.00 - 17.00 uur.
Vrij entree
Op vertoon van deze advertentie ontvangt u gratis een Pulchri Magazine (€5,-)
! k e i f a r g e s g a a d n e 5 d 1 e 0 h 2 l i o r v a s u i n u a h j n 4 Ee m / t 4 1 0 2 r e b m e v o n 29 www.pulchri.nl
5
actueel<
Vrijdag 7 november 2014 > Den Haag Centraal
Dineren met Brigitte Bardot in Central Park Door Annerieke Simeone
Daar zitten ze dan. Ron Blaauw en Carsten Klint onder een zebrakop. Nu nog even in hun dagelijkse kloffie, maar vanaf deze week toch echt in bedrijfskleding: een witte buis voor chef-kok Blaauw, een pak voor ondernemer Clint. Want vanaf donderdag is hun nieuwe zaak, Central Park bij Ron Blaauw, geopend voor publiek. Een maand geleden werd Vreugd & Rust, waar meesterkok Henk Savelberg vijfentwintig jaar aan het roer stond, verbouwd tot een eclectisch restaurant. Het ontwerp komt van HIP Studio, die ook de inrichting deed van Ron Gastrobar, The Fat Dog, twee andere restaurants van Ron Blaauw. En het huis van Louis van Gaal, weet Klint te melden. De zebra is slechts een klein onderdeel van de metamorfose die het Voorburgse monument heeft ondergaan. Klint zelf noemt het ‘waanzinnig’. “Door alle ruimtes heen ligt nu een vloer van bamboehout. Daar waar marmer was, hebben we het zo gelaten. De trap is bekleed met een pied-de-poule vloerbedekking, je weet wel, dat printje dat Chanel vaak gebruikt”. Wie straks de eetruimte binnenloopt, ziet vierkante marmeren en zwarte eikenhouten tafels met aan de muur antieke spiegels. De oude kroonluchters zijn vervangen door eigentijdsere versies van Maretti Lighting. Aan de muur foto’s van kunsthandel Yellow Korner. Klint: “Elke foto is maar in een oplage van honderd beschikbaar. De kans dat je dat in je eigen land tegenkomt, is ni-
Carsten Klint en Ron Blaauw (rechts). > Foto: PR
hil”. Bij Central Park hangen ze wel: The Beatles, The Rolling Stones en de Franse actrice Brigitte Bardot. Naast de begane vloer hebben de heren ook de kamers aangepakt. Die zijn opnieuw geschilderd en behangen. Je zou bijna denken dat Klint en Blaauw een nieuw hotel zijn begonnen. Maar het draait toch ook om het eten. Dus wat staat er straks op de kaart? Volgens Klint komt deze voor 75% overeen met die van Ron Gastrobar in Amsterdam. Gerechten kosten € 15,–. Op die locatie verbleef de ‘Savelberggarde’ de afgelopen maand. Ze maakten zich de gerechten van Blaauw eigen, zoals de pizza van gerookte paling en tartaar van coquille met Parmezaanse kaas. De Voorburgse kaart is aangevuld met drie klassiekers van Henk Savelberg, zoals de salade Savelberg met kreeft, als eerbetoon aan de culinaire grootmeester. Gijs Verbeek, die ook onder Savelberg werkte, blijft chef-kok. Want Blaauw kan met al zijn zaken niet elke dag in Voorburg staan. “Het is mijn zaak en mijn stad, heeft Ron gezegd”, aldus Klint. Savelberg, die een nieuw culinair avontuur in Thailand aangaat, heeft het resultaat nog niet gezien, maar over de beginfase was hij enthousiast. Klint: “Vlak voordat Henk naar Thailand vertrok, was hij bang voor wat hij zou aantreffen. Maar toen hij een tijdje rond had gekeken, kwam hij terug en zei: “Wat ben ik blij dat u het met zoveel zorg en liefde aanpakt”. Central Park by Ron Blaauw, zeven dagen per week. Vanaf 12.00 uur tot 15.00, 18.0022.00. Zaterdag geen lunch.
Den Haag hoopt op klassiek Europees plein Door Casper Postmaa
Professionals konden ideeën insturen voor het nieuwe Spuikwartier, de gemeente consulteerde een Haags panel en dan mocht de gewone burger ook nog meedoen en alles wat de stad denkt, verwacht en hoopt staat nu in het inspiratieboek. Het is de bedoeling dat de drie consortia van bouwers en projectontwikkelaars, die straks in de race zijn voor de opdracht om een nieuw Spuikwartier te bouwen, dit boek openslaan om ideeën en inspiratie uit te putten. Wat de gemeente voor hen heeft gebundeld bevat zo’n beetje alles wat je voor zo’n plek kunt bedenken, dus het moet wel heel gek lopen als de drie deelnemers zich niet na afloop op de borst slaan en verkondigen dat ze goed naar de burgers hebben geluisterd. Want ongetwijfeld is iets van hun plan te herleiden tot het inspiratieboek. Er zijn twee soorten voorstellen in het boek beland: individuele staaltjes van creativiteit, zoals een daktuin op de Dr Anton Philipszaal, en ideeën die een aantal grote lijnen aangeven. Om te beginnen is er het Spuiplein waar verreweg de meeste inzenders zich over hebben gebogen. Een grote meerderheid wil een groen plein, terwijl anderen zich in allerlei formuleringen (‘intieme bestrating’, ‘het implementeren van de mense-
lijke maat’) uitspreken over een plein dat geborgenheid moet bieden, een huiskamer van de stad. Dat moderne architectuur ook niet alles is, en dat de nieuwbouw aansluiting moet zoeken bij de oude panden aan het Spui, zijn opvattingen die in veel adviezen terugkeren. Samengevat zou je kunnen zeggen dat Den Haag hoopt op een klassiek Europees plein, geflankeerd door bomen. Het is zeer de vraag of het zo ver komt, veel elementen van het plein staan al vast; het stadhuis blijft, evenals de trap, het hotel en het restaurant. Al doet over die laatste elementen het gerucht de ronde dat tenminste één consortium die onderdelen wil slopen. Dat moet dan wel voor eigen rekening gebeuren, evenals de nieuwbouw die ervoor in de plaats komt. Studentensociëteit Het inspiratieboek is voorzien van een opmerkelijke bijlage. Een enquête onder studenten over het functioneren van Den Haag als studentenstad. Wanneer je alleen dat begrip als uitgangspunt neemt, dan schiet de stad tekort volgens de studenten. Ze zijn tevreden over de prijs van de kamers en de internationale allure, maar Den Haag bruist nergens zoals zij dat willen. Het ontbreekt aan goede ontmoetingsplekken, cafébezoekers zijn of te jong of te oud, bier is te
De bijdragen voor het Inspiratieboek kwamen in allerlei vormen bij de gemeente binnen. >Illustratie gemeente Den Haag.
duur en er zijn nauwelijks discotheken. Het gemis van een ontmoetingsplek is een al langer gehoorde klacht. De Haagse studentenvereni-
gingen zijn te klein om alleen grote aantrekkingskracht uit te oefenen, dus waarom niet één grote studentensociëteit aan het nieuwe
Spuiplein? Wedden dat zo’n Haags Minerva of Phoenix meer leven in de brouwerij brengt dan het hele conservatorium?
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 november 2014
foto’s uit het haags gemeentearchief
Willem Mengelberg keert terug
DREAMGIRLS Bestel nu uw kaarten voor deze topmusical! Vr 7, za 8 en zo 9 november | Lucent Danstheater
cces g u s lin ens Weg oorstel ber m av extr 9 nove ur! o op z 19.30 u 3 3 om 00 3
Musical aan het
Spuiplein Lucent Danstheater
88 l 070 w.ldt.n ww
dere aard zijn dan die van vele andere dirigenten’, schreef de Haagsche Post. Aan het begin van het concert had de organist H.A. Wegerif op het orgel een lied gespeeld dat Mengelberg als 13-jarige had gecomponeerd. Ook was het Wilhelmus uitgevoerd, maar dat was vanwege de verjaardag van prinses Juliana. In de pauze van het concert werd Mengelberg toegesproken met de woorden: ‘een genialen kunstenaar als Willem Mengelberg kan ons land niet missen en de vreugde over zijn herstel zal dan ook door heel muzikaal Holland worden gedeeld’ en ontving hij een lauwerkrans. Ook minister Marchant, minister De Graeff van Buitenlandse Zaken en minister Deckers van Defensie woonden de avond bij. Waarom werd Mengelberg echter zo enthousiast ontvangen? Mengelberg was de alom gerespecteerde en wereldberoemde dirigent wiens naam was verbonden met het grote succes en aanzien van het Concertgebouworkest. Maar sedert de zomer van 1933 tot zijn terugkeer in april 1934 had Mengelberg niet in Nederland gedirigeerd, omdat hij oververmoeid en overspannen was en al die tijd in zijn chalet in Zwitserland was gebleven. Het publiek had Mengelberg dus een heel seizoen gemist. Aanvankelijk had men gehoopt dat hij eerder zou zijn teruggekeerd, maar het herstel duurde veel langer dan verwacht. Bij het Concertgebouw liep de kaartverkoop terug en dreigden er tekorten. Zelfs voor de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus Passion van Bach moest Mengelberg afzeggen. Heel wat internationaal befaamde musici – zoals de pianisten Josef Hofmann en Marguerite Long – informeerden bezorgd naar Mengelbergs welzijn. Het bericht van zijn ziekte was door de gehele muziekwereld gegaan. Ook in Den Haag had Mengelberg een grote aanhang en al decennialang organiseerde een Haags comité de ‘Mengelbergconcerten’ met het Concertgebouworkest in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, en ook bij die concertreeks had men Mengelberg natuurlijk gemist. Dat zijn fans hem in Den Haag dus ook luisterrijk ontvingen, was niet zo gek. Voor toenmalige begrippen waren al die ontvangsten en eerbewijzen ook al buitengewoon. Frits Zwart www.nederlandsmuziekinstituut.nl www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
}<(l(tp$=adbcb <
Combineer nu de papieren en de digitale krant
De aankomst in Den Haag van de dirigent Willem Mengelberg in 1934 leek op de ontvangst van een popster. Een enthousiaste menigte wachtte hem op en in een met vier paarden bespannen koets werd hij naar zijn hotel gebracht. Op 30 april 1934 was er ’s middags een ware volksoploop in Den Haag ter begroeting van Willem Mengelberg, de wereldberoemde dirigent van het Concertgebouworkest. In Amsterdam was hem al een paar dagen eerder een vergelijkbare ontvangst bereid, maar ook in Den Haag liep een schare fans voor de beroemde dirigent uit. Bij het viaduct van Wassenaar aan de Leidsestraatweg stonden ’s middags honderden mensen om Mengelberg te begroeten. De politie was uitgerukt om de orde te bewaren. Mengelberg kwam met zijn vrouw per auto uit Amsterdam. Hij droeg een zonnebril, het was prachtig weer. Het echtpaar Mengelberg werd verwelkomd door een comité waarvan de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. H. P. Marchant, voorzitter was. Die was verhinderd, maar zijn vrouw was in zijn plaats gekomen. Onder de andere aanwezige leden van het comité waren mevrouw De JongMengelberg, een zuster van de dirigent, die in Scheveningen woonde, en luitenant-generaal b.d. J.F.B. Kalff. Na de feestelijke ontvangst stapte Mengelberg volgens de krant de Avondpost ‘onder oorverdoovend hoera-geroep’ om half vijf met zijn vrouw in een met vier paarden bespannen mailcoach (een postkoets) ‘te midden van enkele jongelui, die daartoe speciaal uit Scheveningen waren gekomen’, om vervolgens naar het Hotel du Vieux Doelen aan het Tournooiveld te rijden. Daar aangekomen kreeg het echtpaar Mengelberg ‘een thee’ aangeboden. Ook bij het hotel werd Mengelberg door verschillende vertegenwoordigers uit het muziekleven opgewacht. ’s Avonds was er een concert in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, waar Mengelberg het Concertgebouworkest, behalve in de 39ste Symfonie KV 543 van Mozart, ook in ‘Das Lied von der Erde’ van Gustav Mahler dirigeerde met de alt Rosette Anday en de tenor Martin Oehman als solisten. ‘Van het oogenblijk af, dat Mengelberg voor zijn orkest kwam te staan, werd het een ander ensemble. Wederom werd met de vlijmscherpe nauwkeurigheid gemusiceerd, waardoor zijn prestaties van zoo geheel an-
Een échte Haagse krant
Vrijdag 31 oktober 2014
jaargang 8 nummer 390
€ 2,50
� Mooiste terras van Scheveningen � Wellness met bubbelbaden, zwembad en fitness � Restaurant à la The Harbour Club
iPad
}<(l(tp$=adbcb <
vrijdag 31 oktober 2014 Week 44
Een échte Haagse krant
Vrijdag 31 oktober 2014
jaargang 8 nummer 390
€ 2,50
Nieuw leven voor het Kurhaus � Mooiste terras van Scheveningen
vrijdag 31 oktober 2014 Week 44
� Wellness met bubbelbaden, zwembad en fitness
Het Kurhaus is verkocht staat weer volop de schijnwerpers. Den Haag � en Restaurant à lain The Harbour Club Centraal ging er het afgelopen weekeinde slapen, de eerste nacht onder het bewind van de nieuwe eigenaar. Onze verslaggever Annerieke Simeone kwam met een interessante oogst terug.
3 & 12/13
Dit is een uitgave van
Het Kurhaus is verkocht en staat weer volop in de schijnwerpers. Den Haag Centraal ging er het afgelopen weekeinde slapen, de eerste nacht onder het bewind van de nieuwe eigenaar. Onze verslaggever Annerieke Simeone kwam met een interessante oogst terug.
Dit is een uitgave van
Interview
3 & 12/13
Interview
Foto: Maeve Stam
Foto: Maeve Stam
Nieuw leven voor het KurhausMacbook Air
Jett Rebel maakt debuutIn memoriam album
In memoriam Marnix Rueb, comedian op papier 6/7
illustration by kristen n. brown 2011
Bent u nog geen abonnee? Bent u abonnee? NAVO bouwt in de duinen Jett Rebel maakt debuutalbum
Marnix Rueb, comedian op papier 6/7
10/11
5
Neem dan een abonnement voor slechts € 84,50 per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal 10/11 NAVO bouwt in de duinen gratis op uw smartphone, (52 nummers), een halfjaarabonnement € 49,50 speelt Metamorfosen tablet of pc in combinatie met de (26 nummers) en een kwartaalabonnement € 27,50 speelt Metamorfosen papieren krant. (13 nummers). Dit abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor € 65 per jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode. Ga naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement. advertentie
5
NAAR OVIDIUS LAATSTE REGIE AUS GREIDANUS
advertentie
GRILLIGE MUZIKALE COLLAGEVOORSTELLING VANAF 22 OKTOBER, APPELTHEATER Bij inlevering van deze advertentie € 5,- korting voor de voorstellingen op woensdag en donderdag in oktober, november en december!
informatie/kaarten 070 3502200 of www.toneelgroepdeappel.nl
NAAR OVIDIUS LAATSTE REGIE AUS GREIDANUS
GRILLIGE MUZIKALE COLLAGEVOORSTELLING VANAF 22 OKTOBER, APPELTHEATER informatie/kaarten 070 3502200 of www.toneelgroepdeappel.nl
Bij inlevering van deze advertentie € 5,- korting voor de voorstellingen op woensdag en donderda g in oktober, novembe r en december!
30 april 1934. Een schare fans verwelkomt de beroemde dirigent Willem Mengelberg bij het viaduct over de Leidsestraatweg. >Foto: Polygoon
Volkspaleis
––––––––––––––––––––––––––––––– monumentale geluidsinstallatie + film & muziekprogramma ––––––––––––––––––––––––––––––– t/m zondag 16.11.2014 www.volkspaleis.org ––––––––––––––––––––––––––––––– de volkskrant
…een enorm cultureel programma in een iconisch gebouw... den haag centraal ...de installatie biedt een ongekende lichamelijke ervaring... political arts initiative ...het theater is omgevormd tot een kolossale luidspreker...
nu! in het
zuider strand theate
r
8>actueel
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 november 2014
Idzerda, het ongelooflijke vergeten verhaal van een Haagse radiopionier
D
Hanso Schotanus à Steringa Idzerda. > Foto’s: Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Deze week is het 95 jaar geleden dat Den Haag wereldwijd radiogeschiedenis schreef. Op 6 november 1919 verzorgde radiopionier Hanso Schotanus à Steringa Idzerda als eerste ter wereld een compleet radioprogramma. De radio-omroep in zijn huidige vorm was geboren… Door Paul Waaijers
en Haag gaat af en toe een tikje slonzig om met zijn helden. Dat blijkt in de Beukstraat. Niets, behalve een wat morsige plaquette op het pand nr. 8-10, herinnert aan de wereldwijde radio-rol die dit pand en zijn toenmalige bewoners hebben gespeeld. Nu is de radio een niet meer weg te denken massamedium. Maar in het begin van de 20ste eeuw was het slechts een technisch speeltje van bevlogen en handige radio-amateurs. Zij bouwden eigenhandig hun kristalontvangers en scanden, langzaam draaiend aan hun variabele condensators, de ether af naar flarden geluid. Die werden uitgezonden door fabriekszendertjes die waren gelinkt aan de vele kleinschalige radiofabriekjes toentertijd en hadden de status van incidentele testuitzendingen. En als ’n radioamateur na wat zoeken eindelijk een flard pianomuziek opving, een tijdsein, of morseseinen, dan was de vreugde om dit mirakelse wonder groot. Radio was dus een punt-puntverbinding tussen een zender en een handjevol ontvangers. Van een punt-massaverbinding, één zender die door honderden ontvangers werd opgepikt, was vooralsnog geen sprake. Daar kwam op 6 november 1919 definitief verandering in. Want één dag daarvoor had de toen 34-jarige Haagse ingenieur Idzerda een advertentie geplaatst in de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Daarin stond dat zijn fabriekszender PCGG op de 6de november van 20.00 tot 22.00 een Soirée Musicale ging uitzenden op de 670 meter. Een programma met pathefoonmuziek. Niet een handjevol maar nu enkele honderden radioamateurs zochten rond de klok van 20.00 die 6de november met hun glijspoel- en kristalontvangers de ether af naar Idzerda’s zender met de letters PCGG. En jawel, eenmaal in de buurt van die 670 meter, knalden nummers als ‘Turf in je Ransel’ en ‘Een meisje dat je nooit vergeet’ in de koptelefoons van die honderden luisteraars. De punt-massaverbinding was tot stand gebracht; de radio als massamedium was geboren. De PCGG van Idzerda bereikte in de uitzendingen daarop al snel een ongekende populariteit. Idzerda voorzag zijn aanen afkondigingen namelijk van snedig commentaar, waarbij hij niet zelden de politiek op de hak nam. Dat ging volledig voorbij aan de status van ‘test-uitzendingen’ en bracht hem met enige regelmaat in moeilijkheden. Ook enig piratenbloed was die eerste pathefoonradioDJ niet vreemd. Uitbundig overschreed hij het toegestane zendvermogen van zijn vergunning, waardoor de PCGG moeiteloos een groot stuk van Engeland bestreek. En ook daar accelereerde de populariteit van het station razendsnel. Zo snel dat de redactie van het blad Daily Mail met een eigen zender soortgelijke programma’s wilde gaan uitzenden. Omdat de Engelse overheid dat weigerde, zocht de Daily Mailredactie haar toevlucht tot Idzerda. En zo kon het gebeuren dat iedere donderdagavond vanuit de Beukstraat Engelstalige programma’s met Engelse muzikanten snoeihard
De zender PCGG.
De puntmassaverbinding was tot stand gebracht; de radio als massamedium was geboren door de fors opgevoerde PCGG-zender richting Verenigd Koninkrijk werden uitgestraald. De pubs in de UK met een radio stroomden vol, de bierpompen stroomden leeg en kasteleins haalden mega-omzetten. Er werden zelfs luidsprekers op diverse pleinen opgesteld om maar niets van ‘The Voice from The Hague’ te missen. Door deze populariteit werd de druk op de toenmalige Engelse regering steeds groter om ook radio toe te staan. En onder de noemer ‘If you can’t beat them, join them’ werd op 14 november 1922 de BBC opgericht. Een staatszender. Dat dan weer wel. In de ontwikkeling van de historie zou die BBC er sowieso wel gekomen zijn, maar voeg je een mespuntje puur Haags chauvinisme toe aan de geschiedschrijving, dan zou je zomaar kunnen zeggen dat de aanzet tot de oprichting van de BBC vanuit Den Haag door de PCGG vervroegd is gegeven. Modelvliegtuig Idzerda werd op 26 september 1885 in het Friese Weidum geboren als zoon van een plattelandsarts. De artsenij was aan
hem echter niet besteed. De passie van de jonge Idzerda was techniek. Met name als die zich door de lucht bewoog. Zo bouwde hij in zijn jeugd een modelvliegtuig met een spanwijdte van 3 meter. Technisch bezien sloeg hij zijn vleugels uit door in het Duitse Bingen een studie elektrotechniek te volgen. Uiteindelijk streek hij in 1914 neer in de Haagse Van der Heimstraat 23, waar hij apparaten en onderdelen voor draadlooze telegraphie verkocht. Toen de radiotelephonie (het draadloos overbrengen van spraak in plaats van morseseinen) zich steeds verder ontwikkelde, betrok hij het pand Beukstraat 8-10 en ging hij verder onder de naam NRI met de productie van onderdelen en complete ontvangtoestellen. Volgens getuigenverklaringen wiebelde het karakter van Idzerda tussen humor, organisatietalent, een licht autoritaire houding, fenomenale technische kennis en een nauwgezetheid, gelijk een Zwitsers uurwerkje. Wat dat laatste betreft: Idzerda ging voor de allerhoogste kwaliteit van zijn ontvangtoestellen. De hoogbejaarde en inmiddels overleden oud-NRI-medewerker Wim van Dam vertelt in een interview: “Als leerling instrumentmaker kwam ik in de jaren 20 in dienst bij de NRI. Ik moest gleufjes in de kop van koperen schroefjes vijlen. Dat moest schroefje voor schroefje. Maar ik was jong, ongeduldig en zette een paar schroefjes vast in de bankschroef om die tegelijkertijd van een gleuf in de kop te voorzien. Idzerda zag dat en werd kwaad. Want ook het gleufje in een schroefje moest perfect zijn. En bovendien werkte ik onveilig. Ook over dat laatste was hij hevig gepikeerd, want hij had echt zorg voor zijn personeel”. De in 2012 overleden jongste zoon van Idzerda, Bart: “Als mijn vader een toestel
in opdracht had gemaakt, kon hij er eigenlijk geen afscheid van nemen. Dan bleef hij maar sleutelen en hij genoot daarvan. Uiteindelijk duurde het allemaal zo lang dat een klant niet zelden de bestelling annuleerde. Hij was een briljant ingenieur, maar het zakendoen ging hem veel minder goed af”. Wat Idzerda’s gortdroge humor betreft, is het bordje ‘Brandt dit licht, dan… koppen dicht’ spreekwoordelijk. Zoon Bart: “Als de muzikanten ontvangen werden door mijn moeder, kwamen vaak ook hun vrouwen mee. Toen zo’n strijkje tijdens een uitzending aan het spelen was, had één der muzikanten zijn colbert uitgedaan en over een stoel gehangen. Zijn vrouw zag dat en riep dwars door die live uitzending heen: ‘Maar Jan! Je colbert! Zo kan je toch niet spelen?’ Onder meer vandaar dat bord naast een rode lamp”. We zoomen wat dieper in op de muzikanten van ‘het strijkje’ zelf, die in de ‘klankzaal’ in de Beukstraat voor een immense trechter, met aan het smalle uiteinde een microfoon, musiceerden. De leider van het vaste strijkje van Idzerda was pianist Kobus Berkhout. Mien Huisman-Berkhout over haar vader: “Mijn vader was een selfmade man. Zoals iedereen in die tijd sprokkelde hij zijn inkomen bij elkaar. In zijn geval met het geven van lessen, handelen in instrumenten, als organist in de Kamperfoeliekerk en hij speelde in hotels en restaurants. En wat het strijkje bij Idzerda betreft: als mijn vader voor de PCGG speelde, dan zat mijn moeder bij kennissen op de Valkenboskade die een kristalontvanger hadden, te luisteren. De sfeer tussen de muzikanten in het strijkje was heel goed. Zo is mijn twee jaar oudere broer Dick vernoemd naar de violist Dirk Voorhuizen”.
9
actueel<
Vrijdag 7 november 2014 > Den Haag Centraal
gecombineerd met een ongelooflijke moffenhaat won het van de angst. Dus Idzerda ging weer terug naar de plek van de inslag. En werd nu wel gearresteerd, om kort daarop op het landgoed Oosterbeek te worden gefusilleerd.
Programma van de eerste Soirée Musicale.
Naast muziek en spraak was Idzerda tevens de uitvinder van het ‘radiotooneelspel’, het hoorspel dus. In 1923 schreef hij een hoorspelwedstrijd uit die gewonnen werd door ene Willem Vogt uit Blaricum. Vogt’s hoorspel ‘Nieuwjaarswensch’ werd vervolgens op 3 januari op een golflengte van 1070 meter door de PCGG uitgezonden. Vogt zou in de jaren daarop uiteindelijk directeur van de AVRO worden. Bart Idzerda: “Het heeft mijn vader altijd gestoken dat hij door Vogt nooit is aangesteld als hoofd zendtechniek. Maar ja, Vogt en mijn vader waren allebei sterke persoonlijkheden. Dus ik vraag me af of dat sowieso wel had gewerkt”. Oosterbeek Radio bleek uiteindelijk te begrotelijk voor Idzerda. Zijn slechte zakelijk inzicht versus de peperdure live concerten uit het Kurhaus die via de PCGG, nu in de volksmond omschreven als Pracht Concerten Geheel Gratisch, uitgezonden werden, nekten uiteindelijk de NRI. In september 1924 viel het doek. Onder de naam Idzerda Radio kreeg hij een nieuwe zendmachtiging, waarin hij echter uitsluitend technische mededelingen mocht doen en geen omroep meer mocht bedrijven. In mei 1935 verkocht hij overgebleven machinerieën, apparaten en ontvangtoestellen en ging het familiepension in het Van Stolkpark beheren. Vlakbij het Van Stolkpark lag het Park Oosterbeek, waarin de Joodse textielhandelaar Loet Barnstein in de jaren dertig zijn Filmstad had opgezet. In grote studiohallen werden er kluchten opgenomen. Eigenlijk was Barnstein een Joop van de Ende avant-la-lettre. Barnstein importeerde ook films van onder anderen Charlie Chaplin en zat om die reden
medio april 1940 in Amerika. Op het moment dat Nederland betrokken werd in WO II, besloot de man wijselijk daar nog even te blijven. Idzerda mocht ook blijven. In zijn pension in het Sperrgebiet, waar hij vervolgens Duitse officieren moest huisvesten en bedienen. Het alternatief was deportatie. Bart: “Mijn vader haatte de Duitsers en de gang van zaken ging volledig in tegen zijn sterke persoonlijkheid. Maar meer doen dan op de zolder naar Radio Oranje luisteren zat er niet in”. Ondertussen werden in de filmhallen van nota bene een Joodse filmmaker anti-joodse propagandafilms door de Duitse filmmaatschappij UFA gemaakt. Weer later werden die filmhallen gebruikt voor de assemblage van V2’s Hitlers geheime, maar niet zo loepzuivere wapens. Veel V2’s stortten na het opstijgen gelijk als blindganger weer ter aarde. Zo ook in 1944, toen een vanaf de Rijksstraatweg afgeschoten V2 in de nabijheid van Idzerda’s pension neerstortte en explodeerde.
Dasspeld We schrijven september 1945. WO II is voorbij en aan alles is gebrek. Daarom struint eenieder naar materialen, spullen en dingen om het rafelig bestaan weer op de rails te krijgen. De kunstenaar Don Vermeire is inmiddels, als een soort toezichthouder, op landgoed Oosterbeek komen wonen. In 1999 vertelt hij in het VPRO radioprogramma De Avonden: “Op een gegeven moment waren er wat Scheveningers op het landgoed naar bruikbare materialen aan het speuren. Opeens grote paniek. Iemand was wat gaan spitten en was gestuit op een lijk dat naast een beukenboom lag. Ik zeg: ‘Nergens aankomen, we halen direct de politie erbij.’ Het stoffelijk overschot bleek na opgraving een man met een schipperspet te zijn. En wat mij frappeerde, hij droeg een zilveren dasspeld met een uiltje met blauw glazen oogjes. En ik kende die dasspeld. Want in mijn jeugd woonde ik in de Beukstraat vlakbij de NRI. En Idzerda, die droeg altijd zo’n dasspeld. Na verdere identificatie bleek het inderdaad om Idzerda te gaan, die gefusilleerd was tegen nota bene een beukenboom”. Omdat men even dacht dat Idzerda daadwerkelijk in het verzet had gezeten, werd hij ter aarde besteld bij andere verzetsmensen op een kerkhof in Wassenaar. Zoon Bart: “Wat onzin was, want mijn vader zat niet in het verzet. Daar is echt geen sprake van geweest”. Om die reden is Idzerda uiteindelijk in 1955 herbegraven op zijn laatste rustplaats: begraafplaats Nieuw Eykenduynen. De realiteit haalt vaak de wildste fantasieën rechts in. Zo ook met dit verhaal. Het verhaal achter die wat morsige plaquette op het pand Beukstraat 8-10…
Bart Idzerda daarover:
“Ik was nog een klein kind en het was een enorme klap. Het glas van het venster lag in mijn bed”. De klap activeerde ook de technische nieuwsgierigheid van zijn vader. Idzerda senior verliet het pension op zoek naar de wrakstukken. Werden de V2’s radiografisch bestuurd? Tijdens Idzerda’s gegrasduin in de wrakstukken werd hij betrapt en gesommeerd om weg te gaan. Wat hij in eerste instantie ook deed. Maar zijn eigenwijze nieuwsgierigheid
FGH Vastgoed Prijs voor De Markies >Foto: DHC/Liza Letsch
De FGH Vastgoed Prijs 2014 is toegekend aan het Haagse gebouw De Markies, waarin warenhuis Marks & Spencer sinds dit jaar is gevestigd. Het winkelcomplex aan de Grote Marktstraat is een ontwikkeling van de combinatie Movement Real Estate, Built to Build Retail en de Van Deursen Group. De jury prijst de wijze waarop op een lastige binnenstedelijke locatie een onooglijk winkelcomplex is getransformeerd tot blikvanger en publiekstrekker. ‘Uit de wijze waarop De Markies tot stand is gekomen, spreekt voor alles kwaliteit van het getoonde vastgoedondernemerschap’, aldus het juryrapport. De Markies versloeg het veelbesproken kantorencomplex De Rotterdam van architect Rem Koolhaas.
Jan Campert Stichting kent Haagse literaire prijzen toe De Jan Campert Stichting heeft de literaire prijzen van de gemeente Den Haag voor 2014 toegekend aan vier schrijvers en een literaire organisatie. De belangrijkste, de Constantijn Huygens-prijs (€ 10.000), krijgt de Haagse schrijfster Mensje van Keulen (1946) voor haar gehele œuvre; romans, verhalen en gedichten. Het œuvre dat zij heeft opgebouwd, getuigt volgens de jury van buitengewoon technisch meesterschap. ‘Al haar verhalen zijn met precisie en fijnzinnigheid gecomponeerd, ogenschijnlijk zijn ze gewoon en alledaags, maar de typische Mensje-van-Keulenverbeelding geeft er steevast een verrassende lading of onverwachte wending aan’. De dichter Piet Gerbrandy (1958) krijgt voor zijn bundel ‘Vlinderslag’ de Jan Campert Prijs. ‘Vlinderslag’ is volgens de jury ‘een grandioze synthese van alle experimenten uit de vroegere bundels van Gerbrandy’. Jan van Mersbergen (1971) ontvangt de F. Bordewijk Prijs 2014 voor zijn roman
‘De laatste ontsnapping’. In zijn zevende roman toont de schrijver zich een meester van het kleine gebaar en de onuitgesproken gedachte, aldus de jury. Schrijver, journalist Bas Heijne (1960) ontvangt de tweejaarlijkse J. Greshoff Prijs voor zijn essay ‘Angst en schoonheid. Louis Couperus, de mystiek der zichtbare dingen’. Heijne beschrijft, volgens de jury, bijna terloops hoe literatuur betekenis kan geven aan ons leven. Het Vlaamse productiehuis ‘Behoud en begeerte’ is bekroond met de driejaarlijkse G.H. ’s-Gravenzande Prijs. Initiatiefnemer Luc Coorevits ‘gaf en geeft nog steeds Nederlandse, Vlaamse en buitenlandse dichters en schrijvers een podium op stijlvol georkestreerde literaire evenementen en tournees’, oordeelt de jury. De prijzen worden uitgereikt op zondag 18 januari in het Theater aan het Spui tijdens het Schrijversfeest, de afsluiting van het internationaal literatuurfestival Writers Unlimited/Winternachten.
Den Haag steunt Unicef
Blauwdruk van een zeefkring uit het werkboek van Idzerda.
De gemeente Den Haag steunt vanaf 2015 een nieuw goed doel: kinderrechtenorganisatie UNICEF. Dat maakten loco-burgemeester Ingrid van Engelshoven, UNICEF-directeur Jan-Bouke Wijbrandi en de Haagse UNICEF-ambassadeur Paul van Vliet deze week bekend. Sinds 2005 geeft Den Haag jaarlijks bijzondere steun aan een organisatie die zich internationaal inzet voor vrede en recht. Afgelopen jaar was dat de kinderrechtenorganisatie Save the Children. UNICEF is onder meer geselecteerd vanwege zijn 60-jarig bestaan. In 2015 staan diverse evenementen in het teken van het goede doel, waaronder het Ondernemersgala Den Haag, de City-Pier-City-loop en het Just Peace-weekend. UNICEF benadert actief scholen, bedrijven, sportverenigingen en andere partijen in de stad om mee te doen.
10>interview Vilan
En de nieren gaan naar ...
Kijk, daar hebben we de marktwerking in de zorg. Voortaan kunnen we zelf bepalen wie straks onze organen krijgen en wie niet. Kun je aangeven bij de Stichting doneren en transplanteren, tenminste dat meldde De Telegraaf. Op de site van de Stichting stond nog niks. Zou het wel waar zijn? Het is op zich een uitstekend idee. Ik doe hier graag aan mee, dat wil zeggen, op mijn eigen voorwaarden. Want ik ben, net als u hopelijk, een lopend kapitaal. Nieren, hart, longen, huid, alles valt opnieuw te gebruiken en waarom zou dat gratis moeten? Bij de kringloopwinkel moet je ook betalen. Zult u zeggen, als je dood bent, heb je toch niets aan het geld. En dan zeg ik, precies, daarom wil ik tijdens mijn leven de kassa horen rinkelen. Noem het een voorschot, uit te betalen in fasen. Eerst wil ik 50 procent van het bedrag zien, daarna gaan we per tien procent aflossen. Het kan even sparen zijn, maar dan heb je ook wat. De organen verkeren in prima staat, al zeg ik het zelf. Dat komt door een levensstijl van niet roken, nauwelijks alcohol (één keer per jaar champagne op de verjaardag), op tijd naar bed en er op tijd weer uit en regelmatig bewegen. Al word ik honderd, daarna kunnen ze nog jaren mee. Maar u weet, een verkeersongeluk zit in een klein hoekje en goed oversteken heb ik nooit geleerd. Ja, ik maak er maar een grapje van, hoewel er toch iets inzit. We hebben veel mensen met twee nieren en een geldtekort. En bedrijven lezen dat soort berichten met genoegen. Die zien zich hier een nieuwe markt ontwikkelen, nu we er zo openlijk over gaan praten. Ooit was je organen afstaan een gewetenskwestie, iets waar je hoogstens met je familie over sprak, om te weten of zij er wel tegen konden. Das war einmal. Het kleine aandachtspuntje is evenwel de garantie dat de juiste organen in de juiste persoon terechtkomen. Stel, ik kom onder de tram. Hup, naar het ziekenhuis. Wat blijkt, het is een serieuze zaak. In mijn handtas vindt men de klantenlijst. De longen moeten naar Henk, het hart naar Annie, de nieren gaan naar John, en zo verder. In het ziekenhuis denkt de chirurg aan andere patiënten, die er beroerd aan toe zijn. Een arts wil redden, dat snapt iedereen. Waar kunnen Henk, Annie en John dan hun geld terugvragen? Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 november 2014
Piet Paris (1962), creatief brein achter Harper’s Bazaar
‘Er zijn momenten dat ik me echt Piet Paris voel en uit mezelf stap’
Voor modetekenaar Pieter ’t Hoen, alias Piet Paris, ging dit jaar een droom in vervulling: hij werd benoemd tot creative director van de Nederlandse Harper’s Bazaar, ’s werelds meest iconische modeblad. Inmiddels heeft de getogen Rijswijker twee nummers op zijn naam staan en de kritieken zijn lovend. Tegelijk tekent hij door aan de onophoudelijke stroom van internationale illustratieopdrachten.
H
Door Jasper Gramsma ij leeft van en voor de mode, maar zelf lijkt Pieter ’t Hoen geen boodschap te hebben aan uiterlijk vertoon. Zijn voorkomen is gevrijwaard van elke opsmuk, evenals zijn eenvoudige Jordanese werkplek. Niets weerspiegelt de glamour uit de modetekeningen of van het tijdschrift waar hij sinds kort de creatieve scepter zwaait. Gezeten op een oude schoolstoel in het provisorische keukentje van de studio, maakt de gevierde illustrator een dromerige, ietwat verlegen indruk. Toch weet hij precies wat hij wil, zo blijkt als hij vertelt over zijn aanstelling bij Harper’s Bazaar. “Ik ben al honderd jaar verliefd op Bazaar en op Alexey Brodovitch, die het blad qua vormgeving zo ongeveer heeft uitgevonden”, bekent de modeman. “Jarenlang scheurde ik er van alles uit, wat ik bewaarde in een dikke map. Toen ik hoorde dat de titel naar Nederland kwam, stelde ik daaruit de beste Bazaar samen met allerlei rubrieken: mode, reizen, noem maar op. De knipsels stopte ik in een doos met daarop heel groot ‘Cécile’ (Narinx, hoofdredacteur, red.) en leverde die in als open sollicitatie”. Als ’t Hoen eraan terugdenkt, raakt hij zichtbaar geëmotioneerd. “Waanzinnig hoe Cécile reageerde. Er stond geen creative director op de payroll, dus ging er een verzoek naar New York. Als je dan voor een titel aan de slag mag waar je in je eigen werk zo veel aan hebt gehad, nou … Daar word
ik nog steeds een beetje stil van”, stamelt hij. Erfenis ’t Hoen is medeverantwoordelijk voor het concept achter het oudste nog bestaande modetijdschrift, waarvan eind augustus de eerste Nederlandse editie verscheen. “Ik ben ingehuurd voor het image, dus lever ik ideeën over hoe Bazaar er wat mij betreft moet uitzien”, legt hij uit. “Daarvoor stel ik kunstenaars en fotografen voor en ik kijk onder andere naar de witruimte, de symmetrie, en het frame van de pagina’s”. De creative director legt de lat hoog. Binnen een jaar wil hij het beeld van de Nederlandse Harper’s Bazaar kloppend krijgen: “Alles staat in de vijfde versnelling, we moeten grote stappen maken in kwaliteit. Dat is niet makkelijk hoor, want je belt de allergrootste fotografen en die antwoorden echt niet zomaar”. Met het derde nummer in de maak, is ’t Hoen kritisch over zijn eigen rol tot nu toe: “De Bazaar van 2014 gaat niet alleen
‘De mode draait om vrouwen, eigenlijk vind ik mannen maar een beetje sukkels’
over een visuele erfenis. Ik merk dat ik het vrouwbeeld nog iets te snel oversla door er een icoon van te maken, een hiëroglief. Er moet wat meer warmte en emotie in”. Nadat de illustrator de afgelopen jaren op enige afstand van de modescene werkte, was het kantoorleven op de redactie even wennen: “Ik zit daar met zo veel energie dat ik mezelf erg moet kalmeren, anders wordt het allemaal te groots. Het helpt om duidelijk te zijn. Ik probeer geen dubbele signalen af te geven, uit te leggen waarom ik iets goed vind of juist niet. Daarbij baseer ik me op mijn herinneringen aan Bazaar. Om aan de dynamiek te wennen, blijf ik vaak langer op de redactie als mijn eigen werk klaar is”. In het colofon van Harper’s Bazaar staat Pieter ’t Hoen vermeld als Piet Paris, het pseudoniem waaronder hij wereldfaam maakt als modetekenaar. “Met mijn eigen naam zou ik niet ver komen, dacht ik toen ik in 1988 van de academie kwam. Daarom verzon ik Piet Paris. Modelabels met ‘Paris’ in hun naam, verkopen drie keer zo goed als andere en bovendien klinkt het internationaal”, stelt hij. De naamsverandering getuigt van een vooruitziende blik, want een paar jaar later neemt de roem een enorme vlucht als de tekeningen van Piet Paris internationaal in onder meer de bladen Vogue, Elle en W verschijnen. Bekende modeontwerpers zoals Viktor & Rolf lopen met hem weg en ook gerenommeerde warenhuizen als het Amerikaanse Saks Fifth Avenue en het Britse Selfridges vallen voor de gestileerde en kleurrijke illustraties. Nog steeds ontvangt hij voortdurend aanvragen uit alle continenten, onlangs nog van een
>Foto: Piet Gispen
shopping mall in Hong Kong. “Voor mijn moeder ben ik nog altijd Pieter ’t Hoen, maar vakmatig stel ik me steeds vaker voor als Piet Paris. Er zijn momenten dat ik me echt Piet Paris voel en uit mezelf stap”. Op de vraag wat het verschil is tussen Piet en Pieter antwoordt de illustrator na een lange stilte: “Piet Paris is een merk waar mensen verwachtingen van hebben, daar speel ik graag mee. Pieter kan heel explosief zijn, Piet stelt zich representatiever op”. Die gespletenheid past volgens hem bij zijn karakter. “Ik vind het prettig om twee ver uit elkaar liggende invalshoeken samen te brengen, dat schept juist duidelijkheid. Ook in mijn werk zit veel contrast, niet alleen in kleur, ook door de symmetrie die ik toepas: links versus rechts”. Beschaving Aan het succes van het fenomeen Piet Paris gaat een lange geschiedenis vooraf. ’t Hoen groeit op in Rijswijk, dat hij zelf grappend ‘Parijswijk’ noemt. Hoewel hij zijn schooltijd voornamelijk in Delft doorbrengt met turnen, vriendjes en vriendinnetjes, loopt de jonge Pieter op zondag door de Haagse Hoogstraat om de etalages van Maison de Bonneterie en Fred van Wordragen te bewonderen. “Van Wordragen was in die tijd de enige
11
interview<
Vrijdag 7 november 2014 > Den Haag Centraal
‘Als ik elders was opgegroeid, had ik dat besef van esthetiek niet meegekregen’
in Nederland die Chanel verkocht. De manier waarop de kleding gepresenteerd werd was prachtig. Als ik elders was opgegroeid, had ik dat besef van esthetiek niet meegekregen. Ik houd van de ambassadeursvrouw die, net als de vrouw van Bazaar, weet wat ze mooi vindt. Haar beschaving, dat formele spreekt me aan”, aldus ’t Hoen. In het katholieke gezin met zes kinderen wordt veel aandacht besteed aan schoonheid. “Mijn vader tekende in zijn vrije tijd, dus er lagen altijd boeken over kunst waar ik in bladerde. Met bruiloften en andere hoogtijdagen versierde hij het hele huis. Van niets maakte hij iets, daar stond ik dan met verbazing naar te kijken”, herinnert hij zich. “Mijn moeder was altijd bezig zichzelf mooi te maken. In fotoboeken zag ik dat ze de spectaculairste jurken droeg, met stippen en zo. Daar bleef ik dan even bij hangen. Voor ons naaide ze zelf kleren, dat vond ik heel erg leuk. Als we naar de kerk gingen, moesten we er tiptop uitzien. Mijn zussen kregen fluwelen groene jurkjes en voor mijn broer en mij maakte ze van dezelfde stof broekjes met een bijpassende strik, hysterisch. We waren een soort familie Von Trapp”. Op zijn elfde weet ’t Hoen het zeker: hij wil modeontwerper worden. “Dat weet ik nog goed. In
een schriftje had ik een bruidsjurk ontworpen, heel serieus met een voor- en achterkant, materiaalkeuze en een handtekening eronder alsof ik beroemd was”, vertelt hij vertederd. Na de middelbare school doet hij toelating voor zowel de Haagse als de Arnhemse modeacademie. “Bij het inleveren van mijn portfolio in Arnhem leek het net X-factor, er zaten allemaal mensen achter een bureau. Ik kwam binnen met een koffer vol kleding van carnavalsstoffen die ik bij de V&D had gekocht en foto’s die ik samen met een vriendin had gemaakt in het Kurhaus. De koffer ging open en ik moest mezelf presenteren, heel spannend. Toen ik uiteindelijk werd aangenomen, heb ik met mijn moeder door de kamer gedanst”. Ook op de Haagse academie kan het modetalent terecht, maar zijn keuze valt op het oosten. “Ik had er helemaal geen verstand van. Mijn decaan wist dat Arnhem de beste academie was om mode te doen”, licht hij toe. Zodra hij is afgestudeerd, vertrekt ’t Hoen naar Milaan om zijn werk aan bladen te laten zien: “Destijds waren dat er veel, dus stapte ik gewoon een boekhandel binnen, zocht de adressen op en klopte daar vervolgens aan. Soms werd ik weggestuurd en soms binnengelaten. Daarbij werd ik geholpen door illustratoren Arie Ver-
velde en Ed Landman, die in Milaan woonden. Als je jong en enthousiast bent, helpt men je graag”. Al snel merkt de pas afgestudeerde dat zijn illustraties beter ontvangen worden dan zijn jurken. Hij houdt het ontwerpen voor gezien en stort zich op het tekenen. Vonk Rouwig is ’t Hoen nooit geweest om dat rigoureuze besluit: “Ik zie mezelf meer als een stylist, iemand die met bestaande informatie iets nieuws maakt. Daarnaast was ik enorm slecht met naaimachines en patronen. Voor tekenen heb je alleen een potlood, een kwast en verf nodig”. Het zijn deze klassieke materialen waarmee de illustrator tot op de dag van vandaag zijn tekeningen maakt. Helemaal zonder computer, maar met honderden vellen papier per week: “In één keer raak iets neerzetten kan ik niet, ik ben namelijk geen virtuoos tekenaar. Daarom trek ik mijn schetsen steeds over op de lichtbak om ze te corrigeren. Gummen beschouw ik als een enorme pauze, want de potloodlijn is een regelrecht verlengstuk van je gedachte. Die lijn moet je niet afbreken”. ’t Hoen tekent vrijwel uitsluitend in opdracht. Zeker sinds hij de afgelopen tien jaar zijn uitgesproken eigen handschrift heeft, worden de briefings
steeds strikter. “Vooral Japanners schrijven alles uit”, merkt hij op. “Naast het formaat, de kleur, het aantal figuren en het type vrouw, sturen ze vaak voorbeelden van oud werk mee. Dat vind ik eigenlijk heel prettig, want dan krijgt de klant precies de tekening die hij wil”. Toch vindt de illustrator binnen de kleine marges telkens weer ruimte om zich verder te ontwikkelen: “Zodra je op de automatische piloot gaat werken, zit er geen vonk meer in je werk. Mijn vormen worden nog steeds beter en de stilering nauwkeuriger, zonder dat het de leek misschien zal opvallen. Laatst veranderde ik bijvoorbeeld van de ene op de andere dag het profiel van mijn vrouwengezichten nadat ik ze jaren op dezelfde manier had afgebeeld. Het resultaat is weer net een stukje abstracter”. Alsof het allemaal niet genoeg is, is de modetekenaar eind jaren negentig betrokken bij de oprichting van de masteropleiding op het Fashion Institute Arnhem en is hij medeinitiator van de inmiddels opgeheven Mode Biënnale, waarover hij drie edities lang de artistieke leiding had. Ook richt hij tussen het illustreren door de ene na de andere expositie in. De meest recente is ‘Mode, de musical’, die tot eind deze maand te zien is in het Centraal Museum Utrecht. “Zoiets
neerzetten doe ik vanuit dezelfde behoefte als het tekenen”, zegt ’t Hoen over deze projecten. “Iets verzinnen gaat mij goed af zolang het de mode betreft, want dat is mijn passie”. In zijn aanpak ziet hij parallellen met het tekenwerk: “Ook bij deze laatste tentoonstelling heb ik gewerkt met contrast door hoge en lage cultuur te combineren. Ik ben erg voor de democratisering van mode, dus vind ik het belangrijk om mijn verhaal aan een zo breed mogelijk publiek te vertellen. Tegelijk moet het interessant zijn voor de incrowd. Het begrip musical is echt iets van nu, met al die ‘peacocking’ op die belachelijke rode loper. Daarmee probeer ik de tijd te duiden”. Inspiratie is niet waar ’t Hoen op wacht om zijn werk te kunnen doen, maar de kunsten helpen hem: “Het meest houd ik van moderne schilderkunst en architectuur, daar laat ik me door voeden en verrassen. Met boeken en films heb ik iets minder, net als met fotografie. Eigenlijk best grappig nu ik voor Bazaar werk”, constateert hij. “Wat illustratoren betreft, is René Gruau mijn grootste held, omdat hij een formule had voor het vrouwbeeld van zijn tijd. De vraag hoe je dat het beste doet, is al eeuwenoud, maar blijft me fascineren”. Met mannen heeft de illustrator daarentegen weinig op: “Nee, nee, nee”, zegt hij resoluut. “Als ze bij mij in een tekening komen, zijn ze servicegericht. Ze reiken een vrouw de hand, houden de deur voor haar open of bieden een kopje thee aan. De mode draait om vrouwen, eigenlijk vind ik mannen maar een beetje sukkels”.
dE KiKKERKONiNG: speelgoed en kinderkleding
Breed assortiment speelgoed, kinderkleding, rugtassen, knutselspullen, boeken, klassieke kinderboeken, kraamkado’s, wenskaarten, micro-steppen, brio-treinen, pakhuizen, verkleedkleding. A e r t v a n d e r G o e s s t r a a t 4 8 , 2 5 8 2 A L D e n H a a g . Te l : 0 7 0 3 5 1 4 2 2 7 . w w w. D E K I K K E R K O N I N G D E N H A A G . n l ma. 12.30-18.00, di.-vr. 9.00-18.00, zat. 9.00-17.00
ACT IE : MET DEZE BON 15 EURO KO RT I N G O P EEN DEKBEDOVERTREK NAAR KEUZE BETJEMAN & BARTON THEEKOPERS
HEERliJK zAcHT EGyPTiScH KATOEN BiJ
AERT vAN dER GOESSTRAAT 1 - Tel: 070 322 54 97 w w w . b e t j e m a n a n d b a r t o n . n l
Frederik Hendriklaan 154A, 2582 BJ DEN HAAG www.COTTONCOUNTS.nl
t h e e p r o e v e r i j e n - s e rv i e z e n va n o . m . E m m a B r i d g e wat e r - internationaal assortiment zoetwaren - relatiegeschenken -
AANBEVOLEN WIJNWINKEL
CottonCounts Luxury Linens
WIJ STAAN 81 x ERIN! 2 4 36 14 6 10 7 1
2015 mede mogelijk gemaakt door:
totaal
KAATJE AAN dE REiN
De kerstafdeling is geopend van 25 oktober tot kerstavond
Frederik Hendriklaan 63 Tel. 070 - 356 99 80 www.kaatje.com
BOSMAN WiJNKOPERS,
x x x x x x x x
81 x
“ finalist in de verkiezing beste Wijnwinkel van Nederland, top 10.”
www.degrotehamersma.nl “ 81 wijnen opgenomen in De Grote Hamersma, waarvan 10 wijnen in de top 100”
Loop eens binnen om te kijken wat wij te bieden hebben, particuliere, bedrijven, horeca, iedereen is welkom. Wij zijn specialisten in wijnen van duurzame herkomst, biologisch, biodynamische topwijnen. webshop in aanbouw
FREdERiK HENdRiKlAAN 251 - Tel: 070 358 43 36 w w w . b o s m a n w i j n k o p e r s . n l
DHC ETEN | VOGELWIJK | VERZAMELING | en meer....
Pop-up restaurant Zeevlam
Tafelen aan de haven Door Annerieke Simeone
Foto: PR
D
e meeste strandkoks zoeken de zon op zodra het seizoen voorbij is. Sander Beekink (46), hoofd van de keuken van paviljoen Solbeach Scheveningen, doet dat normaal gesproken ook. In de winter wil hij surfen en niks doen. Maar dit jaar kiest hij voor iets anders. De komende maanden staat hij in pop-up restaurant Zeevlam. “Ik kook maar twee dagen in de week hoor, het moet wel leuk blijven natuurlijk”. Op deze locatie, Kantine Visafslag aan de Eerste Haven, heeft Beekink wederom een spot aan het water. Maar de kantine is geen plek waar drommen toeristen op afkomen. Zelfs weinig Hagenaars blijken het te kennen. Dat is ook de reden waarom Beekink hier staat: om deze industriële ruimte met een fenomenaal uitzicht te promoten. “Bedrijven geven hier regelmatig feestjes, maar particulieren weten vaak niet eens van het bestaan af. Kijk, ’s ochtends is de kantine het terrein van de vissers. Die drinken een kop koffie en eten een broodje bal terwijl hun oogst in een zaal verderop wordt geveild, maar ’s avonds staat het leeg. Zonde toch?” Beekink prepareert hier tot februari een viergangen‘menu du marché’ voor slechts € 24,50 per persoon met seizoensproducten en regionale vissoorten. Op de site lezen we over het concept: ‘grote ruime tafels waar iedereen kan aanschuiven zoals bij lokale nocturnes in Frankrijk’. We zijn benieuwd. Nadat we het einde van de Visafslagweg naderen, lopen we het hoekje om, voorbij café Het Zeemanshuis. Daarna klimmen we een trap op en volgen de vuurkolven. Op het plateau voor de ingang blijven we even staan. De lichtjes aan de overkant glanzen in het water. Romantiek ten top. Bij binnenkomst zien we Beekink staan. In korte broek met daaronder stoere sneakers. Zijn collega, met groen wollen mutsje en een grappig rond brilletje, ziet er al even relaxed uit. Hij staat normaliter in de keuken, maar helpt vanavond mee in de bediening. De kachels staan ondertussen te loeien om deze glazen zaal van 10 meter hoog warm te houden. Tel daarbij de zwoele stem van Ella Fitzgerald op en je hebt een aangename, warme sfeer. So far, so good, maar… waar is nou die lange tafel? “Ik durf het toch niet zo goed”, vertelt Beekink als we ’t hem vragen. “Misschien hebben mensen daar wel helemaal geen zin in”. Afijn, aan aparte tafels krijgen de gasten polpo, mosselen en champignons met geraspte kaas voorgeschoteld.
Caponata Voor het geld dat Beekink vraagt, kun je geen haute cuisine verwachten, en dat is het ook niet. De citroenrisotto als tussengang is niet helemaal gaar, maar het hoofdgerecht, de bavette met ansjovis-crème fraîche-saus is heerlijk, evenals de daarbij horende gebakken pompoen en zwarte linzen. Pluspunt voor het aparte schaaltje met caponata. Sommige koks voegen aan dit Siciliaanse groentegerecht op basis van aubergine heel veel azijn toe. Maar Beekink heeft het wat zoeter gehouden en rozijnen toegevoegd. Toe krijgen we een machtig stuk chocoladetaart met twee laagjes chocolademousse en amandelstukjes. De enorme punt ligt op een klein schoteltje. Daardoor oogt-ie nog groter. Een groot bord, ook qua presentatie, zou iets aantrekkelijker ogen. Gedurende de avond drinken we een redelijke fles Chardonnay. Alle wijnen, afkomstig van Marius Jouw Wijnvriend aan de Piet Heinstraat, kosten tussen de € 15,00 en € 18,50. Voor een glas betaal je € 2,75. Tafelwater is gratis. “Ja, het kost ons niks, dan ga ik toch geen karaf voor vier euro rekenen”, legt Beekink uit. “En ik hoef er niet rijk van te worden, het is niet voor niks een pop-up. Het belangrijkste is dat het hier vol zit. Dat mensen denken: ik kom over een maand weer eten”. Over belangstelling heeft hij nu al niet te klagen. Op deze eerste avond is de ruimte goed gevuld. Ook heeft hij net een aanvraag van een bedrijf ontvangen dat hier kerstavond wil vieren. “En we hebben het alleen maar via wat Facebookpagina’s aangekondigd”. De chef kan tijdens de weekenden zo’n zeventig man aan. “Maar dat is wel het maximum hoor, met vijftig reserveringen ben ik ook al heel blij”. Als hij klaar is met dit project, gaat hij weer bij Solbeach aan de slag. En wie weet wil hij de winter erop wel weer een pop-up project starten. “Den Haag heeft genoeg leegstaande horecapanden. Als de gemeente dat nou zou stimuleren, kan er veel meer leuks in deze stad gebeuren”. De ochtend erop bellen we nog even met Beekink, die op de fiets onderweg is naar de visboer. We vragen of hij er al uit is: een lange tafel of toch niet? “Nou”, zegt Beekink aarzelend, “we hebben het er gisteravond nog eens over gehad met z’n allen. En we gaan het toch doen. Vanavond hebben we vijfendertig man. Die zitten gezellig allemaal bij elkaar. Aan een lange tafel”.
Eten.
Foto: PR
Haags OBJECT | Sonny Roffel studeerde dit jaar af
aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Met een zelfontwikkelde techniek combineert de jonge modeontwerper het traditionele weven met moderne textieltechnieken. En dat levert verrassende patronen op, zoals te zien in deze handgemaakte vlinderstrik. De ‘bowtie’ is onderdeel van de accessoirelijn van Roffels herencollectie.
Prijs: € 70,00 (afgebeelde strik, prijzen variëren) Voor meer informatie: www.sonnyroffel.com
‘Ik kook maar twee dagen in de week hoor, het moet wel leuk blijven natuurlijk’
Zeevlam, Kantine Visafslag, Visafslagweg 1, tot en met februari. Informatie: www.kantinevisafslag.nl/pop-restaurant-zeevlam. Gratis parkeerplaats rondom de locatie.
Vrijdag 7 november 2014 Den Haag Centraal
13
Vogelwijk.
Column: internationaal
Nog altijd e
V
Door Dick van Rietschoten
Den Haag heeft niet 1 maar 2 internationale zones Wie een vleug internationaal wil opsnuiven, neemt tramlijn 1 richting Vredespaleis, stapt daar uit en dwaalt langs Paleis en ‘paleizen’ van ambassades. Kijk, daar heb je de Franse en die mooie van Japan. Wie de vlaggenparade nadert, voelt zich door al die ervaringen al vlot een wereldburger en dan doemen daar ook nog eens de gebouwen van Europol en Joegoslavië tribunaal op. De wereld draait hier wel heel snel om je heen. Je zou er dronken van worden. Het heet hier de internationale zone. Met andere internationale organisaties goed voor maar liefst zo’n 40.000 banen. Maar eerlijk gezegd reis ik de laatste tijd vanuit mijn woonstulpje in het Madesteinse groen steeds vaker door met mijn lijn 2 naar de halte bij de Theresiastraat waar het wemelt van de Haagse en internationale studenten. Een plezierig, kosmopolitisch sfeertje. Volle terrassen en mijn favoriete Spaanse tapas restaurant. De spijkerbroeken van de In Holland Hogeschool vermengen zich moeiteloos als in een tango met de keurige pantalons van de zakenmeneren en -mevrouwen. Ik zie het hele Beatrixkwartier voor mij, compleet met sensuele netkous, dat reikt tot aan station Laan van NOI waarnaast Siemens en The Hague Security Delta (HSD) zetelen. In die HSD hebben zich in recordtijd maar liefst 200 bedrijven en organisaties verenigd. Veiligheid is hot. Levert in een paar jaar duizenden banen op. Neem paradepaardje HSD bedrijf Fox IT met nu al tweehonderd werknemers die over de hele wereld haar ‘cybersecurity’-producten verkoopt. De digitale wereldbrandweer worden ze al genoemd. Eigenlijk een verkeerde benaming want de FOX-IT’ers voorkomen met hun netwerkbescherming juist een inbraak oftewel ‘brand’ in uw computer. Ook de olie- en gassector ontwikkelt zich snel in deze tweede internationale zone. Logisch dat bij de tramnetkous een prachtig World Trade Center is gevestigd met alle benodigde faciliteiten. Het Beatrixkwartier heeft echt body gekregen. Daar kun je mee voor de dag komen als stad. Voordat dit teveel een juichverhaal wordt, nog wel even een paar waarschuwende woorden. Inderdaad, we hebben als stad goud in onze handen maar dan moet er wel een mentaliteitsommeslag plaatsvinden. Niet meer de traditionele, defensieve ambtenarenhouding van weleer maar een moderne ondernemingsgezinde. Nog veel meer durf moeten we tonen. Durf nog meer te investeren in veiligheidsstudies en dan met name cyber security studies, ook op meer praktisch hbo-niveau. Een aan informatie-technologie gerelateerde talentenpool is van levensbelang voor de Haagse economie. Durf tonen ook voor wat betreft onze profilering in het buitenland. Laat de showcases van de internationale zone waar de Nuclear Security Summit zo succesvol werd gehouden en The Hague Security Delta over de hele wereld zien. Durf onze sterke punten luidkeels te etaleren. Nog een laatste voorbeeld van zo’n sterk punt. Afgelopen zondag reed ik ’s avonds laat even naar Schiphol vanuit het Haagse centrum. In 25 minuten reed ik er naar toe. En ik hield me keurig aan de snelheid. Er zijn vrijwel geen steden in de wereld die zo dichtbij een groot, internationaal vliegveld liggen. Ja, inderdaad Amsterdam. Daarom mag Schiphol deels best Amsterdam airport blijven heten. Maar het meest logisch, en prachtig passend bij onze infrastructuur, is de naam Amsterdam-The Hague airport. Dat vindt de gemeente Haarlemmermeer waar Schiphol ligt vast wel goed. Zoiets heet win-win in ook onze Haagse businessterminologie. Het dient tenslotte een landelijk belang. Den Haag business stad draagt immers ook bij aan de BV Nederland. Willem Post Amerika-deskundige
14
Den Haag Centraal Vrijdag 7 november 2014
raag een willekeurige Vogelwijkbewoner een karakteristiek te geven van zijn of haar woongenot en je hoort steevast een lyrische riedel, gelardeerd met de trefwoorden ‘rust’, ‘groen’, ‘duinen’, ‘strand’ en ‘zee’. Velen noemen de wijk ook ‘een dorpje in de stad’. Dat klinkt romantisch, maar is eigenlijk een manke vergelijking omdat dit deel van de stad de klassieke kenmerken van een dorp – zoals een levendig centrum – ontbeert. De Vogelwijk, ingeklemd tussen de Sportlaan en de langs de duinen meanderende Laan van Poot, is 2,5 kilometer lang en gemiddeld slechts 350 meter breed. Je kunt dus hooguit spreken van een strek- of lintdorp, zoals je ze bijvoorbeeld in de Veenkoloniën aantreft. In wereldstad Den Haag is de Vogelwijk Chili. Tuinstadwijk Mooie dingen komen vaak langzaam tot stand. Denk aan de bouw van kathedralen. De Vogelwijk verrees tussen 1918 en 1954, een uitzonderlijk lange periode voor een stadswijk. Inclusief de flats aan de Sportlaan en de in 2011 opgetrokken appartementencomplexen op het vroegere terrein van de Houtrusthallen biedt de wijk momenteel onderdak aan zo’n 2600 huishoudens en maar liefst zeven basisscholen, waarvan twee in de categorie speciaal onderwijs. Toen de aanleg van het woongebied in 1918 begon, sprak de gemeente nog van Tuinstadwijk Houtrust. Het moest een verzameling van tamelijk luxe woningen worden voor de gegoede Haagse middenstand, niet dicht op elkaar gepropt maar ruim opgezet, met veel groen. In de loop der jaren verscheen er een waaier aan bouwstijlen, met als uitschieters de Engels aandoende landhuizen aan de Kwartellaan van architect Alexander Kropholler en de woningen van zijn vakbroeder Koos Fels in de stijl van de Nieuwe Haagse School. Winkels Toen de wijk eind jaren dertig voor driekwart klaar was, kon je nog met recht van een dorpje
Vogelwijk vanuit de duinen. Foto: DHC
spreken. Het onbetwiste centrum lag in een uitstulping van de Mezenlaan, waar zich rond een plantsoen ruim tien winkels bevonden. Ook elders in de wijk waren her en der allerlei neringdoenden te vinden. Vanaf de jaren zeventig kwam de klad in het winkelbestand en inmiddels zijn er alleen nog een bakker en een groentezaak over. Verder bezit de wijk nog twee kapsalons (één daarvan is tevens kunstgalerie) en een apotheek. De functie van voornoemd pleintje als dorpscentrum verdween overigens niet alleen als gevolg van het slinkend aantal winkels, maar ook door een fel omstreden verkeerscirculatieplan dat eind vorige eeuw z’n beslag kreeg. Dat maakte het onmogelijk per auto binnendoor van het zuiden naar het noorden van de wijk te rijden. Wijkvereniging Toch is die dorpse sfeer van weleer nu en dan nog duidelijk
Verzameling.
Schepen van de vensterbank Door Egbert van Faassen Ze komen uit het Bezuidenhout, het centrum of Scheveningen. Nu staan ze tijdelijk samen op een lange sokkel, dwars op de gracht aan het Groenewegje als onderdeel van een tentoonstelling van het Italiaans-Vlaamse kunstenaarsduo Simona Denocolai & Ivo Provoost uit Brussel. De kunstenaars zagen ze achter de ramen staan, vroegen ze te leen voor de expositie in galerie West en verdiepten zich in het verhaal van de bezitters. Dat legden ze vast in een (gratis) boekje, waarin alle scheepsmodellen staan afgebeeld. Het kreeg de ambitieuze titel ‘Maritieme geschiedenis van Nederland’ en het is geen documentaire over wat de eigenaars bezielt. Wel wordt duidelijk dat de één zelf op een kotter gevaren heeft, een ander een bomschuit ten geschenke kreeg bij een huwelijksjubileum en een derde iets decoratiefs op de vensterbank wilde. Vijftien scheepjes naast elkaar, elk met zijn eigen achtergrond, vormen nu een beeld,
dat aanleiding geeft tot vele associaties waar de leners, ‘kapers’ worden ze toepasselijk genoemd in de flaptekst, weer hun eigen observaties en gedachtenspinsels aan toevoegen. Eerst hebben ze de voorbijgangers een verklaring van het ontbreken van het schip gegeven met een affiche voor het raam. Wat op de vensterbank staat, maakt ook deel uit van het straatbeeld, niet? Vervolgens laten ze de ogenschijnlijk zakelijke teksten in de kleine catalogus langzaam ontsporen. “ Beste lezer, sta ons nog eens toe om voor de zoveelste keer van de hak op de tak te springen”, vragen ze bij de bespreking van het op één na laatste item, om vervolgens de lof te zingen van de aardworm. Ze hebben iets met de worm, die eerder verscheen als een glimlachend diertje op een T-shirt, afgebeeld als het heden tussen de toekomst en het verleden. Zo associeerden ze verder naar de vruchtbare grond – ‘de aardworm slikt zijn context in, verteert en ontlast het …’ – en het Haagse Bos, waar, suggereren ze, misschien wel bomen gekapt zijn voor de masten van Scheveningse schepen. Dus gingen ze met een boswachter op zoek
Stadsgroen.
een dorpse sfeer
voelbaar. Dat wonder voltrekt zich vooral tijdens activiteiten van de wijkvereniging. Deze organisatie, die bijna 1800 leden telt (men betaalt per huishouden jaarlijks 15 euro en ontvangt daarvoor ook tien keer per jaar een informatief wijkblad) vormt het sociale cement van de wijk. Zij vindt haar oorsprong in het bevrijdingsjaar 1945, toen de buurt er geschonden en verpauperd bij lag. Eind 1942 en begin 1943 hadden alle Vogelwijkers huis en haard moeten verlaten omdat de wijk tot militaire zone was verklaard. Na hun terugkeer, tweeënhalf jaar later, richtten de bewoners een wijkvereniging op om de woonomgeving eensgezind weer snel leefbaar te maken. Onder de vlag van diezelfde vereniging wordt
nog altijd van alles georganiseerd voor jong en oud, variërend van een vrij marktfeest op de verjaardag van het staatshoofd en een jaarlijkse ‘classic car rally’ tot puzzeltochten voor kinderen en excursies voor senioren. Er is nu zelfs een ‘club’ die de wijk wil verduurzamen en de bewoners energie leert besparen: de vereniging Vogelwijk Energie(k). Dankzij dergelijke activiteiten, de ruime verspreiding van het wijkblad én het feit dat veel ouders elkaar kennen via de scholen leven de meeste Vogelwijkers niet als losse zandkorrels langs elkaar heen. En waag het trouwens niet hen kakkers te noemen, want die vind je hier nauwelijks. “Voor de echte Haegsche Kak moet je in het Benoordenhout zijn”, hoor je vaak.
.
Deel van ‘Maritime history of the Netherlands’. Foto: West
naar zaden van bomen en planten. Uitgestald op een soort herfsttafel, worden ze aangeboden om mee te nemen, zodat de bezoeker in eigen tuin iets uit het Haagse Bos kan planten. Keurig bedrukte zakjes liggen klaar. De kunstenaars zijn erg vrijgevig. De titel van dit pro-
ject, ‘More’, is ook de naam van de tentoonstelling, die uit drie delen bestaat. More, Simona Denicolai & Ivo Provoost in galerie West, Groenewegje 136, tot en met 6 december. www. westdenhaag.nl
Elsje Fiederelsje
‘Herfst, herfst, wat heb je te koop? Honderdduizend blad’ren op een hoop!’ Heel af en toe springt dit kinderliedje tevoorschijn uit mijn kluwen herinneringen waar ook reclameslogans als ‘leve de man van de SRV’ en bepaalde merken koffie, wasmiddel en sigaretten, het: ‘Schat, staat de Bokma koud’ en Joris Driepinter zich hebben genesteld. Deze week meldde het zich weer eens. ‘Herfst, herfst, wat heb je te koop ...’. Steeds minder, bedacht ik me subjectief, want alleen cijfers kunnen staven. Ja, herfst, wat heb je eigenlijk te koop? Tot mijn genoegen blijken we in Nederland al sinds 1868 bij te houden wanneer de bladeren verkleuren en vallen. Sinds 2001 wordt dat werk door vrijwilligers gedaan, maar dat maakt de cijfers niet minder waardevol. De temperatuur in september schijnt bepalend te zijn voor het moment van bladkleuring en bladval: hoe hoger de temperatuur op dat moment, des te later start het proces. Er zijn jaren waarin eind september het blad al begon te verkleuren en de meeste bomen en struiken in oktober hun blad al kwijt waren, maar er zijn ook jaren bij dat de bladval pas op 25 november plaatsvond. De tendens is dat de herfst steeds later begint, door de opwarming van de aarde. De extreem vroege start van de bladverkleuring van 2014 – al in het begin van september! – kwam dan ook totaal
onverwacht. Normaal gesproken is het de eerste nachtvorst die de bladverkleuring in gang zet, er was echter nog geen nachtvorst gemeten. Het is waarschijnlijk een combinatie van meteorologische factoren die het proces zo vroeg in gang hebben gezet. We beleefden in augustus de laagste temperaturen sedert jaren. Op vier dagen kwam de minimumtemperatuur al onder de 8°C, iets wat al 20 jaar niet was voorgekomen. Gedurende negen dagen kwam de temperatuur niet boven de 18°C, en dat deed zich voor het laatst in 1963 voor. Bent u ook zo dol op dit soort cijfers? Neem dan deel aan het fenologische netwerk. U hoeft niets anders te doen dan een bladverkleuringsvolgformulier te downloaden en een paar bomen voor uw onderzoek te selecteren. Wandel daar twee- tot driemaal per week naartoe en maak steeds een nauwkeurige schatting van de bladval. Geef de datum door waarop de boom volledig kaal is en klaar bent u. Zo doet u mee aan het verzamelen van cijfers, data, kennis. Daar kunnen we wat mee, daar kopen we wat voor! Nog even iets over het liedje over de herfst. Het is een Haags liedje. Geschreven door Herman Broekhuizen, die dirigent, radiopresentator en kinderliedjesschrijver was. Hij schreef zoveel liedjes dat zelfs Buma Stemra de tel kwijt is. Als ik zeg: Elsje Fiederelsje, Opa Bakkebaard, Een treintje ging uit rijden en Chauffeurtje mag ik mee met jou, dan begint u spontaan te zingen. Net als bij: Herfst, herfst, wat heb je te koop. Maar pas op bij de tweede regel. Dankzij nieuwe metingen, up-to-date cijfers en almaar nauwkeuriger wordende data is bekend geworden dat de herfst aan inflatie onderhevig is. Op kleuterscholen wordt tegenwoordig gezongen: ‘... duizend kilo bla’ren op een hoop ....’. Wendy Hendriksen
Vrijdag 7 november 2014 Den Haag Centraal
15
Het moment dat ‘s nachts rijden comfortabel en veilig wordt. ZEISS brillenglazen voor beter nachtzicht.
Bos Optiek
exclusieve damesmode, Van Hoytemastraat 105, tel: 070-324 85 17
Den Haag
// I.SCRIPTION ® TECHNOLOGY MADE BY ZEISS
WA A R D E B O N
voor eengratis gratis nachtzichtmeting voor een nachtzichtmeting t.w.v. €t.w.v. 27,50 € 35,Met deze waardebon krijgt u een gratis en geheel vrijblijvende nachtzichtmeting met de i.Profiler® bij Bos Optiek.
Bos Optiek, Thomsonlaan 40, 2565 LB Den Haag T 070 345 06 65,
[email protected], www.bosoptiek.nl
Den Haag • Noordeinde 44, 2514 GJ Den Haag, Telefoon 070 - 762 09 80 • www.kennedyfashion.nl Wij verkopen o.a.: Sao Paulo • Dolce Vita • Discovering • Dutch Diva • Nicky • L’Argentina • Zerres
WOUDT Lamyvest: Fabiana Filippi
Het adres voor vers wild, gevogelte en specialiteiten.
ook afhalen
&
er is weer voloP vers wild voorradig: o.m. haas, hert, ree, zwijn, fazant, eend en konijn. ook de kant-en-klare hazenPecatering
Per en de wildgoulash uit eigen keuken is weer verkrijgbaar.
nu kunt u met tHanksgiving en de kerst weer genieten van onze overheerlijke
3 tot 12 kg. deze zijn ook gebraden verkrijgbaar, wel tijdig bestellen. scharrelkalkoenen van
eigen collectie meubels
maatwerk gordijn- en meubelstoffen vloerkleden No b e l s t r a a t 3 , w w w. c h a i r s d e n h a a g . n l
simPlY thai restaurant
Trendy restaurant met authentieke thaise gerechten. Dagelijks geopend 16.00-22.00 Thomsonlaan 112, 2565 JG Den Haag Tel: 070 365 30 01, www.simply-thai.nl
Poelierscombinatie vd burg-vd geest Vers wild, gevolgelte en specialiteiten. Van Hoytemastraat 63, 2596 EN Den Haag Bestellen: 070 - 363 68 58, 070 - 324 93 55 Bestellen per email:
[email protected]
Koken met ...
Niven
Adres Brusselselaan 2, Den Haag Telefoon 070-3512481 Info www.hotelschool.nl Geopend maandag tot en met vrijdag 11.00 – 20.00 uur
Dit recept, voor vier personen, heeft het formaat van een tussengerecht. Aan u om te bepalen of u dit als voor- of hoofdgerecht op tafel zet. De maat van de gerechten is dezelfde als in mijn restaurant. Ik vind kleine porties zelf lekkerder. Alle recepten komen uit NIVEN 80/20, het nieuwe kookboek van Niven Kunz, www.niven8020.com
I
edereen kent de smaak van rode bietjes. Daar geef ik graag een onverwachte draai aan. Deze aardse knollen kunnen de pit van de mosterd goed hebben.
Voorgerechten vanaf € 5,50 Hoofdgerechten vanaf € 10 Nagerechten vanaf € 3,50 Contant, pin & creditcards
Ingrediënten 4 rode bieten, geschild 4 blaadjes bloedzuring 75 ml room 250 ml yoghurt 100 ml bietensap (uit de Versapers of te koop bij de natuurwinkel) 5 blaadjes gelatine 55 gr violette mosterd 50 ml olijfolie rodewijnazijn zout en peper, naar smaak
Nodig mandoline bakpapier koffiemolen/blender
Bereiding Bietenpoeder Verwarm de oven voor op 60 °C. Schaaf de bieten op de mandoline in dunne plakjes. Leg ze op bakpapier en laat 8 uur drogen in de oven. Als alles goed droog is, vermaal je de gedroogde bieten tot poeder in een koffiemolen of blender. Violette mosterdmousse Week de gelatine in koud water. Klop de room lobbig. Meng de mosterd door de yoghurt en verwarm een klein deel hiervan tot circa 60 °C. Los hier de uitgeknepen gelatine in op en meng daarna met de rest. Spatel de lobbige room door het mengsel. Stort de mousse in een bak of schaal en laat minimaal 1 uur opstijven in de koelkast. Rodebietenvinaigrette Kook het bietensap in tot het een stroop wordt. Meng met de olijfolie, scheutje azijn en breng op smaak met zout en peper. Presentatie Snij de mousse in 4 gelijke banen en rol ze door het bietenpoeder. Snij de banen vervolgens in 3 gelijke stukken. Leg de stukken mousse op het bord naast elkaar. Garneer met blaadjes bloedzuring en druppel er wat van de vinaigrette naast. Wijntip Een lichte bourgogne of een lichte, aardse pinot noir van Corette uit de Languedoc. Ter promotie van zijn boek is Niven op Kooktour. Op 20 november geeft hij een 80/20 masterclass in Restaurant Niven in Rijswijk en op 8 december is hij in De Kookfabriek, Den Haag. Voor beide data zijn nog kaarten. Meer info vind je op www.niven8020.com
Eetrubriek
Rode biet en violette mosterd
7 + Prijs-kwaliteitverhouding + Inzet studenten - Te veel zout/azijn
Brasserie Zinq (Hotelschool Den Haag)
Internationaal
Y
“
ou’ve reached Hotelschool The Hague, due to a practical training this call might be answered by a student”. Dit bandje krijg je standaard te horen als je belt met de Hotelschool zodat bellers weten dat het een en ander misschien iets minder vlot gaat dan bij een ‘echt’ bedrijf. Jaren geleden liep ik hier zelf ook rond, in een onslijtbaar mantelpak met een rood sjaaltje om mijn nek en een dienblad op mijn vingers terwijl ik nauwlettend in de gaten werd gehouden door een ‘leader’, een tweedejaarsstudent. Een belangrijk onderdeel van deze opleiding is het praktijkgedeelte waarbij de (internationale) studenten ervaring opdoen in verschillende afdelingen zoals de housekeeping, front office, keuken en bediening. De Hotelschool beschikt over een hotel met zo’n twintig kamers en twee restaurants, een fine dining restaurant en een informele brasserie genaamd Zinq, waar we vanavond neergestreken zijn. Een wat stugge Duitse student vraagt wat we willen drinken en brengt ons keurig twee glazen Chileense Chardonnay van Viu Manent voor de studentikoze prijs van € 2,‒ per glas. Het menu in de brasserie is bescheiden om het voor de studenten behapbaar te houden, zij werken hier om te leren. Vooraf kunnen we kiezen uit een salade van vergeten groenten met een kipspies van de vegetarische slager, gamba’s met mangochutney en een salade met hertenham. De drie hoofdgerechten zijn een cassoulet van diverse bonen met eend en fazant, kabeljauw met tagliatelle en biefstuk met een pastinaakpuree. De prijzen van deze gerechten zijn allemaal niet hoger dan € 11,‒. We bestellen de gamba’s en de hertenham gevolgd door de cassoulet en de kabeljauw. De Duitse student noteert onze bestelling niet maar onthoudt alles, zo moest ik dat daar in het verleden ook doen, en knikt zakelijk als we onze keuzes doorgeven. Hij is niet de warmste gastheer maar hij verstaat zijn vak. De salade is royaal opgebouwd met stukjes gemarineerde appel, rode en witte kool en de bewuste hertenham. Het geheel is omgeven door knapperige croutons en een romige dressing. We proeven veel smaken en ingrediënten, de ham is van goede kwaliteit, de croutons zijn knapperig maar de groenten hebben iets te veel van de marinade meegekregen, de azijnsmaak overheerst net iets te veel. De gamba’s zijn gefrituurd en komen op een bedje van opnieuw vrij heftig aangemaakte groenten. Gelukkig niet zo overheersend als de ham, dit gerecht is beter in balans en de smaken van de mangochutney, zeewier, zoetzure wortel en sesamzaadjes vullen elkaar goed aan. Mijn tafelgenoot laat zich op aanraden van een Engelse studente een Pinot Noir (€ 2,‒) inschenken voor bij zijn stoofgerecht met eend en fazant. De bonen in deze stoof zijn knapperig en zijn goed op smaak gebracht. De eend is mals en heeft een knapperige korst, helaas is de fazant wat droog. Mijn kabeljauw, geserveerd met pasta met spinazie en voorzien van een ‘antiboise’, een mix van gebakken tomaat, knoflook, kappertjes en olijven, is veel te zout. Het gerecht is verder wel in orde en alle smaken gaan, ondanks de te zoute vis, toch goed samen. De chef, een bijdehand meisje met een aanstekelijke lach, komt nog langs onze tafel om te vragen of we lekker gegeten hebben. Vol trots vertelt ze over ‘haar’ studenten en dat het even aanpoten was, maar dat alles nu lekker loopt. We sluiten af met een uitgebreid kaasplankje en een heerlijke parfait van calvados, ingenieus ingepakt in spekkoek, en rekenen, inclusief twee espresso’s à € 1,25, een zeer beschaafde € 51,25 af. Daphne Browne
Vrijdag 7 november 2014 Den Haag Centraal
17
18>SPORT
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 november 2014
André
Jan Mulder vecht tegen windmolens Daar zit hij weer, dacht ik toen ik zondagavond naar ‘Studio Voetbal’ zat te kijken. De oprichter van de vereniging van voetbalanalisten en de sidekick van menig praatprogramma, Jan Mulder. Normaal gesproken kan ik veel of eigenlijk alles van hem hebben. Dat heb ik overigens ook bij ons wereldberoemde orakel Johan. Toegegeven, ik vind het meeste wat uit Jans mond komt onzin, maar ook best wel vaak fris en humoristisch. Humoristisch en toch leuk, als u begrijpt wat ik bedoel. Maar zondag vond ik hem plotseling even een oude man die geen aansluiting meer kan houden bij de moderne voetbalgeneratie. Jan vindt kunstgras niks en gaat de invoering daarvan te vuur en te zwaard bestrijden. Eerst denk je: hij geeft uiting aan zijn voorkeur voor lekker voetballen op het gras. De geur, de demping, de sliding en het polletje. Maar dan schiet hij door en denkt oprecht dat het niet kan gebeuren dat we ooit een WK op gras gaan spelen. Dan is hij op zijn best en hij haalt de Premier League erbij en die oplichtersbende in Qatar. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. Dit is de Jan Mulder van wie we houden. Gelukkig gaf onze eigen Haagse Kees Jansma een realistisch beeld van de toekomst. ADO speelt op kunstgras en over een halfjaar gelukkig ook HBS. Goedkoper en met een veel grotere bespelingscapaciteit. Dan kunnen de wachtlijsten weer wat worden ingekort bij deze uit zijn voegen groeiende club in de Bosjes van Pex. Ik speelde ooit tegen HBS, destijds nog op Houtrust, en was die dag jarig. Ik heb het mijn leven lang onthouden, want ik werd 12 en kreeg voor het eerst voetbalschoenen met plastic noppen. Als pantoffels zaten ze aan mijn voeten en ik speelde ten koste van HBS de pannen van het dak. Mijn oude schoenen gooide ik weg. Ze hadden van die harde, kartonnen neuzen, dus als je een puntertje gaf en je teennagel zat er net achter, dan vloog die nagel er, als je geluk had, gedeeltelijk af. ’s Morgens moest je zelf je noppen met een hamer en op een stalen leest onder je zolen slaan. Drie leren ringen vastgeslagen met drie spijkers die te lang waren en kromden op die stalen leest. Vaak ging het goed en soms niet. Dan staken er een of twee spijkers door de zool in je voet. Dan bloedde je voetzool als een rund en je sokken waren drijfnat en rood. Ja Jan, was het nog maar allemaal zo.... Ik mis het echt! André Wetzel Oud-voetballer en trainer
Mansell (links) en Engelen: ‘Eigen bierkaart. Dan zullen we toch de proef op de som moeten nemen’. >Foto: Bert Tielemans
De Diepput Echo blijft voor altijd klinken
‘Woorden vervliegen, het geschrevene blijft’
Een clubblad, heeft dat vandaag de dag nog zin? Jazeker. Tenminste, als het een uitgave als De Diepput Echo van HVV betreft. Drie keer per jaar een genot om te lezen. Dubbelinterview met hoofdredacteur Roeland Engelen en redacteur Frederick Mansell: ‘Ook vroeger zeiden ze dat vroeger alles beter was.’
D
Door Martin van Zaanen
e eerste Diepput Echo verscheen op vrijdag 17 oktober 1913, HVV bestond toen dertig jaar. De reden om met een cluborgaan te beginnen: ‘de ‘slappe geest’ te doen verdwijnen en de ‘slappen, futloozen, egoïstischen speler’ te bereiken.’ Volgens de oprichters zelf slaagden ze grandioos in hun opzet: een jaar na nummer 1 werd meteen het landskampioenschap binnengehaald. Het was de tiende nationale titel. En direct de laatste. Het blad groeide in de loop der jaren langzaam maar zeker uit tot meer. Een begrip. Misschien wel een monument op zich. Vorig jaar verscheen bij de Koninklijke Haagsche Cricket en Voetbal Vereeniging ter ere van het honderdjarig bestaan van het clubblad een jubileumuitgave. Zoals op basis van eerdere jubileumboeken te verwachten was, mag ook dit werk er meer dan zijn. In hoge mate bijdragend aan het glasheldere tijdsbeeld: de advertenties van weleer. Het boek begint in het Latijn: ‘verba volant, scripta manent’ (woorden vervliegen, het geschrevene blijft). Hoofdredacteur Roeland Engelen, tevens secretaris van het hoofdbestuur: “Voor het jubileumboek gingen we op zoek naar de greatest hits van de Diepput Echo. Even 14.000 bladzijden in 1122 clubbladen doorlopen, ga er maar aan staan. Het was een zware, maar ook mooie klus. Onderwerpen die in de loop der jaren vaak terugkeerden: het verbaal afkammen van tegenstanders, scheidsrechters maar ook net zo makkelijk medespelers”.
Frederick Mansell, linksback van de Kroonelf en tevens drijvende kracht achter HVV TV: “Wat je ook steeds terugziet, al vanaf het eerste begin: dat de mensen ook vroeger zeiden dat vroeger alles beter was”. Bladerend door de pagina’s, concludeert de lezer dat er enerzijds veel is veranderd, maar er anderzijds opvallend veel hetzelfde is gebleven. Een van de rode draden die in de loop der jaren door de Diepput Echo werden geweven: humor. Maar dan wel de typische HVV-humor. Wat is dat, de typische HVV-humor? Kritisch Frederik Mansell “Eens kijken. Kritisch. Erg kritisch. Ook naar onszelf toe hè. Er is sprake van zelfspot. Wat dat betreft hebben we een goed oog voor hoe andere verenigingen naar ons kijken. Dat vergroten we dan graag een beetje uit. Mooi voorbeeld: zelf zijn we erg trots op ons historische clubhuis. Maar een aantal jaren geleden speelde Duindorp SV hier. Die jongens keken om zich heen en kwamen tot een ander oordeel: ‘Krijg nou wat; dit is nog helemaal van hout! Net die ouwe herberg waar we altijd op trainingskamp gaan!’ ” Engelen: “Qua contrasten vormt voetbalstad Den Haag een prachtig decor. In mijn studententijd schreef ik wedstrijdverslagen voor de Haagsche Courant. Hartstikke leerzaam. De eerste wedstrijd die ik versloeg was Texas tegen SV Bohemen, hun velden lagen op Ockenburgh precies naast elkaar. Het werd 2-2. Na afloop sprak ik, zoals dat hoorde, beide trainers. Zei de trainer van Bohemen bloedserieus: ‘We zijn tevreden met een punt; het is toch een uitwedstrijd…’ Als je er oog voor hebt, zijn dat heerlijke taferelen”. Mansell: “Wist je dat HVV een rijke cabarettraditie heeft? Ook die is altijd sterk in het karakter van het blad terug te zien geweest. Een classic: ‘Op papier hebben we een sterk elftal. Alleen jammer dat we op gras voetballen.’ Het toontje, de manier van tegen dingen aankijken, is iets dat je hier als jeugdlid
op de zomer- en winterkampen van de oudere generatie meekrijgt. Vroeger had het clubblad een cartoontekenaar, Milo, die een legendarische status vergaarde. Apart: dingen die hij toen signaleerde zie je nu nog steeds. Tijdloze observaties dus”.
Hek Engelen: “Het redactieteam bestaat naast ons uit Marijke Snoeck (eindredactie), Maurits ter Kuile (cricket/voetbal), Max Canters (cricket), Thijs Smits (cricket) en Thomas Smijers (voetbal). Plus een aantal mensen dat vaste bijdragen aan rubrieken levert. Ieder zijn eigen stijl, elk zijn eigen stokpaardjes. Een mooi uitgebalanceerd team. Wat we regelmatig doen wanneer we op een idee komen: dingen niet zomaar aannemen, maar eerst onderzoeken. Dus op het moment dat HVV een eigen bierkaart krijgt, met daarop twaalf verschillende merken, zullen we toch de proef op de som moeten nemen of het wat is. In dit geval was Frederick de aangewezen man”. Mansell, droog: “Mooiste opdracht van mijn leven. Hartstikke leuk verhaal geworden ook”. Engelen: “Al hebben we de inhoud hier en daar wel een beetje moeten kuisen. Het blad wordt ook door kinderen gelezen. En potentiële nieuwe leden”. Mansell: “We moeten niet hebben dat die het lezen en denken: ‘Oh, is dat HVV zó’n club’, hahaha”. Engelen, met duidelijke voorpret: “Het hek”. Mansell: “Ja, het hek! Tijdje terug konden wij ons niet voorstellen dat er een club was met een nóg lelijker hek dan aan de voorkant van ons terrein. Hé … idéé; dat gingen we checken. Húp, de auto in. Langs de terreinen van onder meer Graaf Willem II-VAC, DUNO, VCS, BMT en HSV Escamp. Nergens vonden we wat we zochten, zelfs aartsrivaal HBS had een mooier hek! Maar gelukkig, uiteindelijk vonden we een nóg lelijker exemplaar dan de onze; bij REMO op Sportpark De Verademing. Aan die epische zoektocht hebben we in de Echo een heel verhaal gewijd. Na het verschijnen van het stuk is er een
ander hek gekomen. De ‘stationsklok’ die op het terrein stond was ons ook een doorn in het oog. Voordat we erover konden schrijven kwam er al een bestuurslid naar me toe. Op bevreesde toon: ‘Uh Frederick, de klok, díe gaat weg, hoor’, hahaha”. Engelen: “De macht van het geschreven woord …”. Mansell: “Ook verhalen van HVV’ers in het buitenland scoren goed”. Observator Engelen: “Als kind las ik De Diepput Echo al. Niet alles hoor, maar wat me van toen is bijgebleven: de stukjes van Rob Borgers. Het mooie is: die ben ik in de loop der jaren ook altijd blijven lezen. En daar ben ik niet de enige in”. Mansell: “Rob is ons dit jaar ontvallen. Een enorm gemis. Hij was een heel scherpe observator, echt een goede schrijver. Geheel eigen stijl ook. Die kon zelfs een stukje over een stoelpoot grappig maken. Daarnaast was hij erg betrokken en bevlogen. Steeds een luisterend oor, altijd goede adviezen”. Engelen: “Na DFC uit Dordrecht, hebben we het één na oudste clubblad van Nederland. Dat moet je in ere houden. Het was samen met Rob dat we in 2009 het initiatief namen de Echo in een nieuw jasje te steken. Wat dat betreft hebben we het geluk dat er op de Diepput veel potentiële schrijvers rondlopen. Plus mensen die graag hun mening kwijt willen. Een uitgave met zo’n historie en potentieel verdiende een frisse herstart. Het was voor Rob het sein om de typemachine het huis uit te doen en als bijna-tachtiger over te stappen op de computer, waar hij zich snel in wist te bekwamen”. Mansell: “We voelen het als een verantwoording om de traditie en het gevoel van de Echo voort te zetten”. Engelen: “Ook, of misschien wel juist in deze tijd, is het een middel om de leden onderling te binden. Dat merk je in het clubhuis. Na iedere verschijning is een aantal verhalen wekenlang onderwerp van gesprek”. Mansell: “Meer directe feedback bestaat er niet”.
19
SPORT<
Vrijdag 7 november 2014 > Den Haag Centraal
Maartje Tan:
‘Een leven zonder hockey kan ik me niet voorstellen’ Maartje Tan werkt aan haar revalidatie. ‘Een blessure is voor tachtig procent een mentale kwestie. Destijds kon ik daar niet goed mee omgaan’. >Foto: Bert Tielemans
Maartje Tan leeft tussen hoop en vrees. De twintigjarige aanvalster van Craeyenhout werkt hard aan de revalidatie van haar knieblessure, de tweede in vier jaar tijd. Er is een (kleine) kans dat ze het hockey vaarwel moet zeggen, al gaat ze daar niet vanuit. “Tien procent krijgt opnieuw last van dit letsel. Het zou fijn zijn als ik dat niét ben”.
kruisband na drie maanden weer spelen. Ik wilde zo graag hockeyen, dat ik voor die laatste optie koos. Maar na de revalidatie merkte ik al snel dat het niet goed zat. Ik zakte op het veld weer door mijn knie. Om op niveau te kunnen hockeyen, was een operatie en negen maanden herstel onvermijdelijk. Uiteindelijk heeft het me anderhalf jaar gekost om terug te keren”.
Door Klaas-Jan Droppert
Perfectionistisch Maar daarmee was het blessureleed niet voorbij. Eenmaal terug brak Tan haar middenvoetsbeentje, waardoor ze in totaal twee jaar niet heeft kunnen hockeyen. “Dat heeft enorm aan me gevreten. Waarom overkwam mij dit? Waarom kon ik niet lekker gaan hockeyen? Het deed enorm pijn. Een blessure is voor tachtig procent een mentale kwestie. Destijds kon ik daar niet goed mee omgaan. Ik ben heel perfectionistisch ingesteld, vind het moeilijk om dingen te accepteren waarop ik geen invloed kan uitoefenen. Daardoor ben ik het plezier in het hockey helemaal kwijtgeraakt”. Op aandringen van keepster Floor Beets verruilde Tan Ringpass in haar woonplaats Delft voor Craeyenhout. “Soms doet een verandering van omgeving wonderen. Ik ben hier goed opgevangen, zodat het plezier snel terugkeerde. Het zegt genoeg dat ik een paar keer per week naar Craeyenhout rijd, ook nu ik geblesseerd ben”. In dezelfde valkuil als vier jaar geleden trapt ze niet meer. “Soms is het slikken, heb je wel een baalmoment, maar dan focus ik me op andere dingen, waarover ik wel positief ben. Ik ben bij het team betrok-
Wie Maartje Tan op sportpark Craeyenhout ziet wandelen, merkt niet dat hier een speelster met een ernstige knieblessure loopt. Zonder krukken en met een gezwinde pas begeeft ze zich naar het clubhuis om haar verhaal te doen. “Komt door de fysiotherapie die ik heb, waardoor ik mijn beenspieren sterker maak. Dat moet voor een eventuele operatie, al lijkt het erop dat die deze keer niet nodig is. Er lijkt niets kapot te zijn, maar dat is niet zeker. Over drie maanden moet dat uit de revalidatie blijken. Gaat het niet goed, dan volgt er een kijkoperatie en zal beslist worden wat er moet gebeuren. Is het opnieuw mijn voorste kruisband, dan staat daar negen maanden voor, is het mijn meniscus dan sta ik nog zes weken aan de kant. Maar ik hoop niet dat een nieuwe operatie nodig is”. Want Tan is op dat gebied een ervaringsdeskundige. Vier jaar geleden scheurde ze als speelster van HDM voor de eerste keer haar voorste kruisband. “Maar die is uiteindelijk niet goed behandeld. Ik had de keuze uit een operatie en negen maanden langs de kant of zonder
ken gebleven. Zo selecteer ik de filmbeelden die van de wedstrijd worden gemaakt. Dus beelden van wedstrijdsituaties die later door de coaches geanalyseerd worden. Ja, ik ben de regisseur van Craeyenhout, haha”. Donorpees Maar de meeste aandacht heeft ze nu voor haar revalidatie. “Voor 99 procent weet ik zeker dat ik ga herstellen. Anders was er al iets ernstigs geconstateerd. Destijds is mijn kruisband door een pees uit mijn hamstring vervangen. Slechts tien procent krijgt daarna opnieuw last van dit letsel. Er moet iemand tot dat percentage behoren, maar het zou fijn zijn als ik dat niét ben. Anders moet er een donorpees als kruisband in want het wordt afgeraden om ook een hamstring uit mijn andere been te gebruiken. Dat ik misschien nooit meer kan hockeyen, daaraan wil ik niet denken. Ik kan me een leven zonder hockey nu nog niet voorstellen. Ooit was het een droom om een stabiele hoofdklasse-speelster te worden. Daarvan is overgebleven: een overgangsklassewaardige speelster bij Craeyenhout worden. In februari begint de tweede helft van de competitie, die wil ik halen. En eigenlijk zou ik het liefst ook nog zaalhockey spelen. Met Craeyenhout zijn we gepromoveerd naar het hoogste niveau, daar heb ik aan bijgedragen. Het zou zonde zijn als ik niet van dat succes kan genieten. Al is het maar één wedstrijd. Ja, dat lijkt haast onmogelijk, maar ik moet een doel hebben waarnaar ik werk. Ik heb gewoon een scherp randje nodig om te kunnen presteren”.
Internationaal Residentie Judotoernooi
Den Haag is broedplaats Nederlands judotalent Wie denkt aan judo zegt Anton Geesink, Dennis van der Geest, Anicka van Emden. Heroïsche overwinningen en Olympische medailles. Ouders met kinderen denken vooral aan discipline, gehoorzaamheid, respect en lenigheid. Judo combineert de kracht van de opvoeding met sportieve ontwikkeling. Alleen al daarom loont het de moeite het Internationaal Residentie Judotoernooi te bezoeken. Door Arnout Verzijl
Den Haag heeft een traditie in Oosterse vecht- en verdedigingssporten. >Foto: PR
Judoka Anicka van Emden werd vorig jaar uitgeroepen tot Haags Sportvrouw van het Jaar. Afgelopen weekeinde veroverde ze nog de zilveren medaille tijdens de World Cup in Abu Dhabi. De rijke traditie wereldtoppers die Nederland levert aan deze Olympische discipline heeft dus ook een duidelijke Haagse handtekening. Maar judo is veel meer dan de massale televisieaandacht die het eenmaal per vier jaar krijgt als Olympische kijkcijferhit.
Wie nog koudwatervrees heeft: kom in het weekeinde van 8 en 9 november vooral een kijkje nemen in Sporthal Leidschenveen aan de Vaz Diasdreef 20. Geheid dat je gegrepen wordt door termen als Tatami (de judomat), Yuko (de laagste score haalbaar), Mate (direct stoppen) en de aanwijzingen van de Sensei (leraar) die je door de zaal hoort galmen. Judo is veel meer dan een beenworp of een houdgreep. Het is een dynamische discipline. Een fysieke uithoudingsproef. Vanaf ’s ochtends vroeg op de mat om aan het einde van de dag pas een robbertje te vechten in de finale. Traditie Den Haag heeft een traditie in oosterse vecht- en verdedigingssporten. Er is een groeiend potentieel aan leden in de diverse disciplines. Niet voor niets komen er in de nieuwe Sportcampus in het Zuiderpark vier gymzalen én een heuse Dojo. Dat is de sportzaal waarin alle faciliteiten aanwezig zijn voor sporten
als judo, karate, jiu jitsu, kobudo, aikido en pentjak silat. Het zijn precies deze varianten die Budosportvereniging Lu Gia Jen (budo is een verzamelnaam) aanbiedt. Judo spant de kroon bij deze grote omnisportvereniging, één van de Haagse topsportverenigingen. Het bewijs daarvoor wordt geleverd door het internationale Residentie Judotoernooi. Vorig jaar kende dit evenement haar vuurdoop. Het werd een ongekend succes met maar liefst negenhonderd inschrijvingen uit het hele land. De tweede editie belooft nog groter en beter te worden. Vanwege het grote aantal aanmeldingen, meer dan twaalfhonderd, is de zaterdagavond toegevoegd aan het wedstrijdschema. “Vanuit het buitenland komen judoka’s uit België, Duitsland, Engeland, Finland, Letland en mogelijk Noorwegen”, aldus organisator Fred Krijgsman. “Dat heeft ermee te maken dat het toernooi door de Judo Bond Nederland is aangewezen als zogenaamd meetmoment. Dat zegt
veel over de status die we in korte tijd hebben opgebouwd”. Naast de status als topsportstad, profileert Den Haag zich nadrukkelijk als broedplaats voor talentontwikkeling. Het meetmoment van zondag geldt voor judoka’s die in 2015, in de leeftijdsklasse tot 18 jaar, kans willen maken om namens Nederland in het internationale circuit uit te komen. Zij kunnen in Den Haag hun eerste punten voor de ranking verdienen. Den Haag is dus de eerste opstapplek voor nieuwe Geesinks, Van der Geesten en Van Emdens. Krijgsman: “Voor ons als organisatie heeft dat grote consequenties. We zijn verzekerd van het sterkst denkbare deelnemersveld vanuit Nederland. Tegelijkertijd krijgen we met een dermate grote inschrijving te maken dat we het organisatorisch goed aan moeten kunnen. Het is de bedoeling om dit evenement mee te verhuizen naar de Haagse Sportcampus. Gezien de grootte ervan zal dat geen probleem zijn”.
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 november 2014
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Aïcha Gill Buurt “Ik heb iets met Chinatown, dat vind ik een heel mooie plek. Zo bijzonder dat je in deze wijk midden in Den Haag in zo’n heel andere sfeer bent. Misschien komt het door mijn roots; mijn overgrootvader was Chinees, mijn vader is Surinaams-Chinees. Ik kom er vaak om boodschappen te doen en de afroshops zijn handig voor mijn haar”. Lunchroom “Bij Dudok hebben ze heerlijk hazelnootcrèmegebak. En bij Vapiano aan het Buitenhof kom ik voor de lekkere pasta en taart”. Uitgaan “Met mijn vriendinnen ga ik vaak naar de Millers op het Plein. Het is er gezellig en ze draaien goede muziek. Ook kom ik regelmatig in het Paard om onbekende bands te bekijken. Laatst nog Lilian Vieira, de Braziliaans-Nederlandse zangeres. Te gek en heel puur”. Zanger m “Toen ik singer-songwriter Ed Struijlaart <2> een keer in Rotterdam hoorde spelen, dacht ik echt:
2
‘Wauw, kom jij uit Nederland? Ik heb hem aangesproken en wat bleek: hij is gewoon Haags. Ed was al lang bezig en is nu echt doorgebroken”.
3
Gebouw “In die flat met die gouden bal op het Gevers Deynootplein zou ik best willen wonen. Zo hoog mogelijk, ik houd van een mooi uitzicht”. Afbreken “Op Station Moerwijk staan van die lelijke oranje huisjes <5>. Waarom, denk ik dan. Ik had het mooier gevonden als ze iets met mozaïek hadden gedaan in plaats van dat lelijke plastic”.
>Foto: PR
Zangeres v “Anouk, dat kan niet anders. Ik heb bewondering voor haar persoonlijkheid. Ze is stoer en heeft durf; ze is geen poppetje in de muziekindustrie. Ik was vorig jaar bij een concert in het Gelredome. Iemand schreeuwde iets uit het publiek en zij ging er op in. Don’t mess with that woman”. Kledingwinkel “Sneakers en sportkleding koop ik graag bij No Boys Allowed <3> in de Papestraat. Een leuk klein winkeltje. De naam zegt het al: alleen voor meiden”. Lekkernij “Bij Cup Cake Chique aan de Korte Poten hebben ze superlekkere cup cakes en taarten. Ik heb er gewerkt en nam vaak de Red Velvet <4> of de Curly White, allebei met chocola”. Restaurant “Ik ben dol op sushi en eet het liefst bij Sumo op Scheveningen. Ik kom er vaak, misschien wel te vaak, zeker drie keer in de
PLAATS
>Foto: Rutger van der Bent
maand. Sumo is echt mijn guilty pleasure”.
Typisch “Het Haagse dialect, met een Braudjûh è mè ù als voorbeeld. Toch veel mooier dan Amsterdams? Ik kan het uitschakelen, maar als ik boos ben, komt de Hagenees in me naar boven”.
4
>Foto: PR
Podium “Voor een talentenjacht heb ik ooit in Musicon gestaan, een leuke, relaxte plek. Over een paar jaar zou ik heel graag op Parkpop staan, met mijn eigen band. Ik doe nu mee aan ‘Dreamgirls’, een musical met een all black cast. Het is moeilijk om rollen te krijgen. Een grote wens en droomplek is de ‘Colour Purple’ in het Circustheater”.
Hagenaar “Kok Pierre Wind vind ik een hele leuke vent. Grappig en lekker Haags”.
5
>Foto: PR
Band “De Règâhs combineren flamenco met Haagse teksten. Mijn moeder is groot fan, ik ken hen via haar. We waren bij een optreden in Stadstheater Zoetermeer, het zijn vier heel leuke mannen”. Sportplek “Ik ben niet zo’n sporter eerlijk gezegd. En in de voorstelling dansen we zo veel dat het nu ook niet echt nodig is. Maar als ik iets doe, is het hardlopen in het Zuiderpark vlak bij mijn huis”. Geheimtip “Warung Mini aan de Amsterdamse Veerkade is een leuk klein Surinaams eettentje. Ik neem vaak Saoto, dat is heerlijke kippensoep met een gekookt ei en gebakken uitjes. Superlekker”. Rust “Voor rust ga ik naar het strand bij Kijkduin, een fijne plek om inspiratie op te doen voor liedjes. Dan wandel ik wat, zit op een bankje en luister naar de zee. Het musicalleven gaat razendsnel, soms moet het echt even zakken”.
Aïcha Gill <1> (1991) is zangeres en musicalster. Ze groeide op in Moerwijk, waar ze nog steeds met haar ouders woont. Als 12-jarige won ze het Haags Kinder Songfestival. Na het Rijswijks Lyceum volgde ze de musicalopleiding in Zoetermeer. Met meidengroep Sway deed ze in 2011 mee aan het televisieprogramma ‘X Factor’. Nu staat ze met Berget Lewis en Pearl Jozefzoon in de musical ‘Dreamgirls’, gebaseerd op het leven van The Supremes. Op 7, 8 en 9 november te zien in het Lucent Danstheater.
Lange Voorhout Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
I
n Pulchri Studio mocht ik onlangs een expositie openen met veertien Haagse stadsgezichten. De schilderijen hebben zelf als uitzicht het mooiste stadsgezicht denkbaar: het Lange Voorhout, voor de gelegenheid in herfsttooi. Toch leert de expositie dat je van ‘het mooiste stadsgezicht’ niet moet willen spreken. Er is namelijk geen stad ter wereld met meer gezichten dan de Residentie. ’t Is ook een ziekte van deze tijd om overal een wedstrijd van te maken. De standaardvraag in het amechtige televisieprogramma ‘De wereld draait door’ luidt: ‘Maar wat
is nou het beste?’ Dat gaat vaak over muziekvoorkeuren, boeken, bonte herinneringen, mooie doelpunten, sporthelden et cetera. Daarbij worden appels met peren vergeleken. De prestatiemaatschappij gebiedt blijkbaar een rangorde. Lekker makkelijk voor DWDD, dat er als de kippen bij is om het succes van de winnaar te vieren en vooral ook te laten afstralen op het programma zelf. Want glorie is een voorwaarde om daar te verschijnen en daarbij hoort ook het ongeneeslijke Bekende Nederlanderschap, maar genoeg over Jort, Prem, MarcMarie en de andere usual suspects. Kan iets ook interessant zijn zonder dat er een prijs wordt uitgedeeld? Afgelopen zondag vond in de Centrale
Bibliotheek de zogeheten ‘Battle of the Books’ plaats. Onder de hilarische leiding van Bart Chabot werden de zes voor de AKO-literatuurprijs genomineerde boeken besproken door speciaal gevormde leesgroepjes. Ook hier was uiteindelijk sprake van een winnaar en een daarbij behorende substantiële geldelijke beloning, maar de vorm was zodanig dat iedereen een goed beeld kreeg van de diverse literaire werken. Met mijn eigen leesclubje hadden we ons verdiept in de prachtige verhalenbundel ‘Voor jou’ van K. Schippers. Een soort wandeling door het rijke leven van de auteur, wiens scherpe observaties op allerlei manieren vorm krijgen. Schippers is dichter, essay-
ist en romancier, schrijft heel precies, indringend en met grote liefde over de dingen die voor hem van belang zijn. In dit werk moet hij ook afscheid nemen van zijn oude Barbarber-vrienden, Bernlef en Brands, die kort na elkaar overleden. Hij spreekt zelf van ‘verdwijnen’, maar zijn ontroerende herinneringen schenken hen het eeuwige leven. Dat dit boek uiteindelijk niet tot Haags AKO-kampioen werd gekroond maakt niet uit, net zoals je een wedstrijd om het mooiste stadgezicht maar het beste links kan laten liggen. Schoonheid (en de daarbij behorende troost) behoeven geen lauwerkrans. Marcel Verreck