Kansen bieden en grenzen stellen Paraplunota Wmo prestatievelden 7,8 en 9
Gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten september 2008
Inhoudsopgave 1. Inleiding Positie van deze nota Waarom gezamenlijk? Ontwikkelingen Maatschappelijke Zorg op de Noord-Veluwe Samenhang met andere beleidsvelden Opbouw nota 2. Prestatievelden 7,8 en 9 Prestatieveld 7 Prestatieveld 8 Prestatieveld 9 3. Doelgroepomschrijving We onderscheiden de volgende doelgroepen Daklozen en thuislozen Zwerf- en risicojongeren Ex-gedetineerden Veelplegers Slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld (Ex)verslaafden Multiprobleem cliënten Zorgwekkende zorgmijders 4. Maatschappelijke zorg; huidige situatie per prestatieveld Prestatieveld 7 Prestatieveld 8 Prestatieveld 9 5. Verantwoordelijkheid en beleid Verantwoordelijkheid Bestaand beleid Het Rijk Centrumgemeente Zwolle Provincie Regio Noord-Veluwe 6. Bestuurlijke organisatie Maatschappelijke Zorg 7. Uitgangspunten/visie beleid voor de periode 2009-2011 Samenwerking gemeenten Beleidsuitgangspunten Zorginhoudelijke visiepunten 8. Financieel overzicht 9. Actiepunten voor de jaren 2009-2012 Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5.
Bestuurlijke organisatie Maatschappelijke Zorg Regionale gegevens m.b.t. doelgroep Maatschappelijke Zorg Lokale gegevens m.b.t. Maatschappelijke Zorg-doelgroep Maatschappelijke zorg, huidige situatie per prestatieveld Begrippenlijst
2
3 3 3 3 4 5 6 6 6 6 8 8 9 9 9 9 9 9 9 10 11 11 11 12 13 13 13 13 14 15 15 17 18 18 18 19 21 22
1.
Inleiding
Positie van deze nota Deze nota is in gezamenlijk overleg ontwikkeld door de zes gemeenten van de NoordVeluwe: Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten. De nota geeft een uitwerking van het beleid voor de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en heeft tot doel om als richting/basis te dienen voor de lokale Wmo verantwoordelijkheden en beleidsplannen. Een beschrijving van de prestatievelden kunt u lezen in hoofdstuk 2. Door te komen tot gezamenlijk en integraal beleid kunnen kansen gecreëerd worden die nu nog achterwege blijven. Dit is niet eenzijdig, onderhandelen over kansen biedt ook mogelijkheden om te begrenzen. Kansen bieden en grenzen stellen: een moeilijke maar boeiende weg die met elkaar bewandeld moet worden om te komen tot echt resultaat met deze complexe doelgroep. Wij kiezen er voor om de naam Maatschappelijke Zorg te gebruiken als verzamelnaam voor alle doelgroepen en thema`s die een rol spelen in de prestatievelden 7,8 en 9. Waarom gezamenlijk? Uitvoering geven aan de Wmo is een verantwoordelijkheid voor de lokale overheid. Er is echter nog een speler die verantwoordelijkheden draagt voor deze velden. Al voor de komst van de Wmo was in elke regio een centrumgemeente aangewezen voor de Maatschappelijke Opvang. De Noord Veluwe had te maken met de gemeente Zwolle als centrumgemeente. Onder de Wmo is dit niet anders: voor alle drie prestatievelden geldt dat Zwolle centrumgemeente is en blijft. Wel is onder de nieuwe wet duidelijker dat er ook een eigen verantwoordelijkheid is voor individuele gemeenten. Anders dan voorheen vaak het geval was, kunnen gemeenten niet volstaan met reageren op wat de centrumgemeente doet of nalaat. Gemeenten moeten zelf een visie ontwikkelen en deze afstemmen met de centrumgemeente. Harderwijk heeft hierin het voortouw genomen en de rol van trekker genomen en gekregen. Duidelijkheid moet er ook zijn over de verdeling van verantwoordelijkheden, over de beschikbaarheid en verdeling van financiële middelen voor deze regio. Dit is op zichzelf al een goede reden voor de Noord Veluwe-gemeenten om op deze prestatievelden samen te werken. Andere argumenten voor samenwerking zijn de grootte van de aanwezige doelgroepen en het efficiënt en gezamenlijk inzetten van middelen. De preventie en signalering zijn meer een lokale aangelegenheid, waarbij samenwerking en/of uitwisseling van kennis en informatie van essentieel belang zijn. Ontwikkelingen Maatschappelijke Zorg op de Noord-Veluwe Alle centrumgemeenten hebben, in navolging van de vier Grote Steden, een Stedelijk Kompas moeten opstellen. Zwolle is daarmee voortvarend aan het werk gegaan en zag al begin 2007 kans om dit door de gemeenteraad te laten vaststellen. Zwolle is de meest verstedelijkte gemeente in de regio. Zij heeft de problematiek in beeld gebracht en de doelstellingen voor de stad Zwolle geformuleerd. Na vaststelling van het Stedelijk Kompas is er een lange periode van onzekerheid aangebroken over de verdeling van beschikbare financiële middelen door het Rijk. De houding van de regiogemeenten ten opzichte van Zwolle was tot nu voornamelijk reactief. In de contacten en met de ontwikkeling van deze beleidsnotitie is een wending gemaakt naar een meer pro-actieve houding. In de regio is nagedacht over activiteiten die lokaal en activiteiten die regionaal georganiseerd moeten of kunnen worden. Er is o.a. een gezamenlijke startnotitie huiselijk geweld (2006) en een beleidsnota huiselijk geweld (2007) vastgesteld. Onderdeel van het beleid is het tot stand brengen van goede hulpverlening en doorverwijzing van 3
slachtoffers, plegers, professionals en omstanders die wonen of werken op de NoordVeluwe en te maken hebben met huiselijk geweld. Vanaf begin 2008 is een tijdelijk procesmanager in opdracht van de gemeenten actief om de organisaties te stimuleren en te ondersteunen bij de realisatie van de werkafspraken en het optimaliseren van de ketenbenadering. Op die manier moet een goede hulpverlening aan slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld tot stand komen. Lokaal dan wel subregionaal wordt deskundigheidsbevordering aangeboden aan vrijwilligers van verenigingen en kerkgenootschappen. Deskundigheidsbevordering van professionals volgt later. Andere meer concrete en lokale ontwikkelingen komen later in deze notitie aan bod. Samenhang met andere beleidsvelden In de eerste alinea van deze inleiding is de samenhang met het (lokale) beleidsplan Wmo al geschetst. De doelgroepen van genoemde drie prestatievelden hebben met elkaar gemeen dat zij kwetsbaar zijn en groot risico lopen op maatschappelijke uitval. Daklozen, thuislozen, zwervers, slachtoffers van huiselijk geweld, (ex-)psychiatrische cliënten, exgedetineerden, veelplegers en verslaafden hebben veelal forse en veelsoortige problemen. In bepaalde gevallen vormen zij een risico voor zichzelf en eventueel voor hun kinderen, worden zij bedreigd of veroorzaken zij overlast voor de omgeving. Gezien de grote mate van overeenkomst in problematiek van de doelgroepen is gekozen voor een integrale benadering van prestatieveld 7, 8 en 9. Als de hiervoor beschreven kwetsbaarheid zich voordoet bij jeugd valt het onder prestatieveld 2. Samenhang is er ook met de informatieen adviesfunctie en cliëntondersteuning (Prestatieveld 3) en eveneens met het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem (Prestatieveld 5) Naast de samenhang met andere onderdelen van de Wmo is er ook samenhang met het gemeentelijk gezondheidsbeleid. De gemeenten in de regio hebben medio 2008 de tweede nota gezondheidsbeleid 2008-2012 vastgesteld. Onderzoek heeft aangetoond dat er verband is tussen participatie aan de maatschappij en gezondheidsbeleving. Andersom maakt een goede gezondheid in zowel psychisch, sociaal als fysiek opzicht deelname aan de maatschappij beter mogelijk. De relatie tussen de speerpunten alcohol, drugs en depressie in het gezondheidsbeleid en de problemen van de doelgroepen binnen de OGGZ is duidelijk te leggen. Vanzelfsprekend zijn er ook verbanden te leggen met het beleid op het gebied van openbare orde en veiligheid in gemeenten en met het beleid op het gebied van sociale zaken en schuldhulpverlening. Vaak zijn cliënten in de OGGZ aangewezen op een uitkering, maar anderzijds onmachtig om (altijd) te voldoen aan alle voorwaarden die daaraan worden gesteld. Een te strikt regime kan dan inspanningen, die anderen doen om de cliënt weer een stapje verder te helpen, teniet doen. De prestatievelden 7,8 en 9 betreffen een grote diversiteit aan doelgroepen, probleemgebieden en thema`s. Wij geven er de voorkeur aan om dit onder één alles omvattende term samen te brengen. Wij gebruiken daarvoor de term ‘maatschappelijk zorg’. Opbouw nota Zoals al duidelijk is geworden, bestrijken de prestatievelden 7,8 en 9 een breed scala aan doelgroepen en probleemgebieden. In deze nota wordt een beeld daarvan geschetst en wordt ook een poging gedaan om enig inzicht in de doelgroep te verschaffen. Met een beeld van de huidige stand van zorg in de regio Noord-Veluwe wordt in duidelijk gemaakt hoe verantwoordelijkheden zijn verdeeld. Daarbij is het van belang in het oog te houden dat veel zaken in beweging zijn. Zo zijn bijv. doelgroepen veranderlijk qua samenstelling en grootte en niet altijd vatbaar voor gemeentelijk beleid. Het is niet ondenkbaar dat 4
vergroting van repressie in grote steden en andere delen van het land het effect heeft dat men in andere regio’s gaat verblijven. Maar ook organisaties veranderen en er zijn nieuwe (particuliere) initiatieven gaande. Nadat een beeld is geschetst van de ‘opdracht’ voor gemeenten en de stand van zaken in de regio, zal worden ingegaan op een aantal aspecten die uitgangspunten voor gemeenten kunnen vormen voor de naaste toekomst. De actiepunten voor de komende jaren bieden elke gemeente genoeg aanknopingspunten om in hun beleid accenten te leggen die kunnen leiden tot echte zorg voor de verschillende doelgroep in de maatschappelijke zorg.
5
2.
Prestatievelden 7, 8 en 9
Maatschappelijke Zorg wordt gebruikt als verzamelnaam voor de samenbundeling van de prestatievelden 7, 8 en 9. Deze samenbundeling is logisch omdat de prestatievelden zowel qua inhoud als qua doelgroep veel overlap hebben met elkaar. Prestatieveld 7: Betreft het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld, dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd (huiselijk geweld). Het omvat het bieden van tijdelijk opvang/onderdak, informatie, advies en begeleiding aan mensen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn om zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. Prestatieveld 8: Betreft het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. Het omvat het functioneren als meldpunt voor crisis en dreiging bij kwetsbare personen en risicogroepen, evenals het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen. Het betreft verder het signaleren en bestrijden van risicofactoren en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ). Prestatieveld 9: Betreft het bevorderen van verslavingsbeleid. Het omvat ambulante verslavingszorg gericht op (preventie van) verslavingsproblemen en overlastbestrijding. De doelgroepen van genoemde drie prestatievelden hebben met elkaar gemeen dat zij kwetsbaar zijn en een groot risico lopen op maatschappelijke uitval. Daklozen, thuislozen, zwerfjongeren, slachtoffers van huiselijk geweld, (ex-)psychiatrische cliënten, exgedetineerden, veelplegers en verslaafden hebben veelal forse en veelsoortige problemen. In bepaalde gevallen vormen zij een risico voor zichzelf en eventueel voor hun kinderen, worden zij bedreigd of veroorzaken zij overlast voor de omgeving. De prestatievelden hebben een directe relatie met de andere prestatievelden, waarbij opgemerkt moet worden dat beleidsmatig deze verbindingen nog vorm gegeven moet worden. Schema 1 1laat zien hoe Maatschappelijke Zorg-activiteiten verbonden zijn met andere prestatievelden. Het schema laat zien dat op verschillende niveau`s invloed uitgeoefend kan worden op feitelijke uitval van burgers. Door gerichte preventieactiviteiten en vroegtijdige signalering wordt uitval zoveel mogelijk voorkomen. Er is een duidelijke relatie te bewerkstelligen met andere prestatievelden binnen de Wmo. Belangrijk is om de andere Wmo-prestatievelden ook te bezien vanuit de prestatievelden 7,8 en 9 en om ook van daaruit keuzes te maken met betrekking tot preventie.
6
Schema 1: relatie Maatschappelijke Zorg en Wmo-prestatievelden
7
3.
Doelgroepomschrijving
Het is op dit moment niet mogelijk om een compleet en goed beeld te geven van de Maatschappelijke Zorg-doelgroep. Dit heeft verschillende redenen: 1. Het betreft deels mensen waar geen contact mee is en die niet geregistreerd worden. 2. De core-business van veel organisaties is niet de Maatschappelijke Zorg en bepaalt wel de manier van kijken/registreren. 3. Veel organisaties beschikken niet over kwantitatieve gegevens, maar wel kwalitatieve. 4. Zonder monitor is er geen inzicht in de werkelijkheid achter cijfers. Dubbelingen zijn bijvoorbeeld nog niet ‘uit te filteren’. Wat zeggen cijfers? Zeggen veel aanmeldingen iets over een goede organisatie of zegt dat iets over slecht functionerende preventie? Of zegt dat iets over de mate waarin problematiek zich voordoet? Als algemene definitie voor Maatschappelijke Zorg cliënten is de op meerdere plaatsen gebruikte definitie voor sociaal kwetsbaren goed bruikbaar. Sociaal kwetsbare mensen zijn mensen, die veelal een gemarginaliseerd bestaan leiden op een aantal levensterreinen en die: • niet of niet voldoende in staat zijn om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien (huisvesting, voedsel, inkomen, sociale contacten, zelfverzorging) • meerdere problemen tegelijkertijd hebben, waaronder bijvoorbeeld sociaal isolement, verwaarlozing van eigen lichamelijk functioneren en dat van eventuele kinderen, problemen met (huiselijk) geweld, vervuiling van woonruimte en/of woonomgeving, overlastgevend gedrag, gebrek aan vaste of stabiele woonruimte, schulden, psychische problemen en verslavingsproblemen. • vanuit het perspectief van professionele hulpverleners niet de zorg krijgen die zij nodig hebben om zich in de samenleving te handhaven, én: • geen hulpvraag stellen, waar de reguliere hulpverlening een antwoord op heeft. Familie, buren en omstanders vragen meestal om hulp, hierdoor is er vaak sprake van ongevraagde bemoeienis of hulpverlening. Naar schatting behoort 0.7 tot 1% van de Nederlandse bevolking tot deze groep. Met inachtneming van het voorgaande kan het volgende beeld van de huidige situatie in de regio gegeven worden. Vergaande conclusies hieraan verbinden is niet verstandig. Wel geeft het een beeld (foto) van een deel van de Maatschappelijke Zorg-doelgroep (zie ook bijlage 2). We onderscheiden de volgende doelgroepen: daklozen en thuislozen zwerf- en risicojongeren ex-gedetineerden veelplegers slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld (ex)verslaafden (ex) psychiatrische patiënten multiprobleem cliënten zorgwekkende zorgmijders
8
Daklozen en thuislozen • De nachtopvang wordt verzorgd door Iriszorg, de capaciteit is 10 personen. • In 2007 werden 81 personen opgenomen in de crisisopvang in Nunspeet. Uit de regio was 11% van de bezoekers afkomstig. • De dagopvang van de Ontmoeting werd bezocht door 85 personen, van wie 28 daklozen. Zwerf- en risicojongeren In 2007 zijn 45 jongeren in ‘behandeling’ genomen . De leeftijdsindeling van deze groep was in 2007 als volgt: 15-19 jaar: 40 % 20-24 jaar: 50 % 25-29 jaar: 10 % Uit de RNV regio kwam 48% van de jongeren. Deze problematiek is m.n. in Harderwijk en Ermelo zichtbaar geworden. Als het gaat om de achtergrond van hun zwerfgedrag, dan zien we vooral de volgende problemen opduiken: huisvesting, relatie met familie of instanties, financiën, geen werk of dagbesteding, psychische gezondheid, justitie en verslaving. In mindere mate spelen mee: verstandelijke beperking, lichamelijke gezondheid of prostitutie. Ex-gedetineerden Als het gaat om de nazorg van ex-gedetineerden is het zo dat in de regio gemiddeld jaarlijks ongeveer 140 gedetineerden worden vrijgelaten. De duur van de vrijheidsstraf varieert sterk, het merendeel is kort gestraft. Veelplegers Binnen de groep van 140 hebben we gemiddeld gesproken te maken met 25% veelplegers. Daarvan is 95 % man en is ruim 70 % ouder dan 23 jaar. In 60 % van de situaties is er sprake van schulden en 20 % heeft huisvestingsproblemen. Ongeveer 40 % heeft contact met een zorginstelling of reclassering. Slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld Uit de monitor leefbaarheid en veiligheid 2006 blijkt dat ongeveer 5 % van de bevolking in het jaar voorafgaande aan de meting is geconfronteerd met huiselijk geweld. Hierbij moet worden aangetekend dat dit ruim is opgevat. Men is in deze context niet noodzakelijk zelf slachtoffer van huiselijk geweld, maar is er mee geconfronteerd. Dit kan in het eigen huishouden zijn, maar ook in de directe omgeving (familie, vrienden, buren etc.). In 2007 waren er volgens cijfers van de politie 338 incidenten van huiselijk geweld in de Noord Veluwe. Het aantal aangiften is overigens duidelijk lager, namelijk 191. (Ex)verslaafden Tactus heeft ca. 100 mensen in ambulante behandeling. Iriszorg regelt de opvang. Multiprobleem cliënten Vaak gaat het om psychiatrische problematiek gecombineerd met verslavingsproblematiek. Financiële problemen scoren ook hoog, maar zijn meestal het gevolg van bovengenoemde problemen. Bij het meldpunt Bijzondere Zorg werden in 2007 door diverse instanties (met name door de politie) 101 meldingen gedaan voor bemoeizorg. Bij 71% van het aantal meldingen blijkt sprake van meervoudige problematiek.
9
Meer vanuit de preventie bezien is verder relevant het project Integrale Huurschulden. Dit project is een initiatief van de GGD regio Noord-Veluwe (nu GGD Gelre-IJssel) samen met Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe en de woningcorporaties in de regio. Het project is ondergebracht bij het Meldpunt Bijzondere Zorg van de GGD. Van het aantal aanmeldingen bleken er 41, dit is 37% van het totaal, te maken te hebben met multiproblematiek. Zorgwekkende zorgmijders Voor een deel van de 101 meldingen bij het meldpunt Bijzondere Zorg geldt dat het gaat om zorgwekkende zorgmijders (ook wel zorgvuldige zorgvragers genoemd). De exacte grootte van de groep is niet bekend omdat hierop niet geregistreerd wordt.
10
4.
Maatschappelijke zorg; huidige situatie per prestatieveld
De invoering van de Wmo betekent niet dat we vanuit het niets moeten starten met het organiseren van een aanbod maatschappelijke zorg. De afgelopen jaren is er in de regio Noord-Veluwe op dit beleidsterrein een voorzieningenaanbod tot stand gekomen. Bijlage 4 geeft het bestaande aanbod maatschappelijke zorg weer. Per prestatieveld worden de doelgroepen en het voorzieningenaanbod weergegeven. Het schema in bijlage 4 laat zien dat er in de regio het nodige is gerealiseerd op het gebied van de Maatschappelijke Zorg. Er dient echter nog genoeg te gebeuren, daarnaast zijn er verschillende ontwikkelingen gaande. In hoofdstuk 9 is omschreven in hoeverre het aanbod aansluit c.q. voldoende ontwikkeld is. Prestatieveld 7: Crisisopvang. Nunspeet:de opvang wordt landelijk ingezet voor een beperkte doelgroep, met name vrouwen en kinderen. In Harderwijk komen begin 2009 4 à 5 plekken voor crisisopvang. Op dit moment is er tekort aan crisisopvang. Dagopvang/dienstencentrum: in juni 2008 is de dagopvang in Harderwijk geopend. Ambities voor de komende tijd zijn o.a. dagactiviteiten kunnen bieden, thuislozen methodiek ontwikkelen en verbinding zoeken met mensen uit de regio die dagopvang behoeven. Nachtopvang: deze opvang heeft een landelijke functie. Op dit moment vindt er te weinig doorstroom van cliënten plaats. 24-uurs opvang: de oplevering wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2009. Begeleid Wonen: lokaal zijn er verschillende vormen van begeleid wonen. Er is weinig inzicht op de doelgroep en de grote van de doelgroep. Dagbesteding: hiervoor zal er aangesloten worden bij bestaande vormen, daarnaast zal er gezocht worden naar nieuwe vormen. Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld: er wordt in deze regio nog te weinig gebruik gemaakt van het ASHG. De koppeling met de backoffice verdient nog veel aandacht, de procesmanager is hiermee bezig. De inventarisatie van de huidige situatie laat nog veel knelpunten zien. Ketenprogramma: daderhulpverlening en hulpverlening aan kinderen is in deze regio nog niet geregeld. Bij veel organisaties heeft aanpak Huiselijk Geweld nog geen prioriteit. Tijdelijk Huisverbod: de invoering van de wet is verschoven naar 1 januari 2009. Er is nu in de politieregio overleg om tot een zo veel mogelijk eenduidige manier van handelen te komen. Prestatieveld 8: Sociaal vangnet overleg: de bedoeling is dat iedere gemeente een lokaal sociaal vangnet overleg gaat opzetten. Op dit moment is het overleg nog niet structureel en uniform geregeld. Meldpunt Bijzondere Zorg: de huidige werkwijze zal inzichtelijk worden gemaakt en worden gekoppeld aan de huidige financieringsstromen. Project Huurschulden: dit eindigt eind 2008. Er wordt nog bezien of het project zal worden voortgezet. Zwerf- en risicojongeren: Vanuit de centrumgemeente Zwolle wordt structureel een bedrag € 25.000,00 beschikbaar gesteld. Op dit terrein zijn er verschillende bewegingen gaande; project ‘Niet op straat’ samenwerking tussen Kwadrant, Leger des Heils en Iriszorg om dakloosheid na opname te voorkomen, Project HOME in Ermelo, 24-uurs opvang in Harderwijk en binnen Meerkanten zijn ontwikkelingen die van invloed zullen zijn op een deel van de doelgroep. 11
Spreekuur Dak- en thuislozen: er komt een evaluatie, de werkwijze zal vervolgens worden bezien en worden afgestemd op de toekomstige ontwikkelingen. Woningvervuiling: meldingen lopen via Meldpunt Bemoeizorg. Tussen Icare en de GGD zijn afspraken gemaakt voor wat betreft het schoonmaken van vervuilde woningen
Prestatieveld 9: Straathoekwerk: lokaal wordt hier op verschillende wijze vorm aan gegeven. Nog niet iedere gemeente heeft het Straathoekwerk ingevoerd. Straathoekwerk wordt niet automatisch verbonden aan de Maatschappelijke Zorg. Preventie activiteiten: lokaal wordt dit verschillend ingevuld. De uitdaging is om ook vanuit Maatschappelijke Zorg te gaan denken. De preventie zal op drie niveaus moeten worden ingezet; primair (effectief voorkomen), secundair ( vroege opsporing en adequate behandeling) en tertiair (voorkomen van nog ernstigere gevolgen). Ambulante en Klinische behandeling: dit wordt door Zwolle aangestuurd. Is nog weinig lokaal gericht. Methadonverstrekking: bij Taktus verslavingszorg is een methadonverstrekking voor een groep chronisch verslaafden.
12
5.
Verantwoordelijkheid en beleid
Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor de Maatschappelijke Zorg is de laatste jaren nadrukkelijk in beeld. Op basis van de Wcpv had iedere gemeente een eigen verantwoordelijkheid tot 1 januari 2007. Door de toedeling van de belangrijkste financiële middelen aan centrumgemeenten zijn tot nu toe veel verantwoordelijkheden echter bij centrumgemeenten neergelegd. De Wmo benadrukt opnieuw de verantwoordelijkheid van iedere gemeente op het terrein van de Maatschappelijke Zorg. De veranderingen met betrekking tot de financiering van ziektekosten zorgen ook voor grote verschuivingen in de zorg voor de Maatschappelijke Zorg-doelgroep. Al deze veranderingen maken dat er nog veel discussies gaande zijn over met name de financiering van de noodzakelijke zorg. Voor welke doelgroepen beleid moet worden gemaakt en wat als noodzakelijke zorg gezien moet worden is niet exact vastgelegd. . Bestaand beleid We beschrijven hier achtereenvolgens het bestaand beleid dat relevant is voor de prestatievelden 7, 8 en 9 op het niveau van: • het Rijk; • de centrumgemeente Zwolle; • de provincie; • de Regio Noord-Veluwe; • de gemeente. Het Rijk Het Rijk heeft voor de maatschappelijke zorg een heel duidelijke ambitie geformuleerd. De prioriteiten liggen bij de aanpak van dak- en thuislozen en het bestrijden van huiselijk geweld in afhankelijkheidssituaties. Het Rijk wil een einde maken aan zwervend gedrag en de daarmee gepaard gaande overlast. Gemeenten houden zich al jaren bezig met opvang van en hulpverlening aan sociaal kwetsbare mensen. Ook vrouwenopvang en ambulante verslavingszorg zijn onderdeel van het beleid van centrumgemeenten. Voor het bestrijden van huiselijk geweld zijn alle gemeenten verantwoordelijk. Gebleken is dat er onvoldoende resultaten worden bereikt. In antwoord daarop decentraliseert het Rijk het beleid nog verder richting gemeenten. De Wmo versterkt de verantwoordelijkheid van (centrum-)gemeenten voor de organisatie van de hulp aan kwetsbare groepen. Extra middelen voor bestrijden dakloosheid. In 2006 hebben de vier grootste steden van Nederland een Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang opgesteld, waarin zij zich ten doel stellen dat in 2010 niemand meer op straat slaapt en alle daklozen een individueel trajectplan hebben. Het ministerie van VWS heeft aan de overige 39 centrumgemeenten AWBZ-financiering voor een extra impuls tegen dakloosheid in het vooruitzicht gesteld, als zij en soortgelijk plan van aanpak opstellen: het Stedelijk Kompas. Ondersteunende begeleiding voor de Maatschappelijke Zorg. Met ingang van 2008 heeft het Rijk de ondersteunende begeleiding op psychosociale grondslag uit de AWBZ gehaald en overgeheveld naar de Wmo. Het gaat om ongeveer 40 miljoen euro per jaar. Als overgangsregeling heeft de minister van VWS besloten om in 2008 de zorgkantoren de opdracht te geven deze zorg te leveren. Met ingang van 2009 moeten (centrum-)gemeenten beleid op dit vlak ontwikkelen.
13
Wet tijdelijk huisverbod. Waarschijnlijk eind 2008 wordt een bestuursrechtelijk instrument van kracht waarmee plegers van huiselijk geweld een tijdelijk huisverbod opgelegd kan worden, ten einde het slachtoffer en kinderen te beschermen tegen geweld. De Wet Tijdelijk huisverbod is bedoeld om politie en hulpverlening in de gelegenheid te stellen eerder in te grijpen bij huiselijk geweld. Het opleggen van het huisverbod is formeel neergelegd bij de burgemeester. Iedere gemeente dient zich hier afzonderlijk op voor te bereiden en ook hiervoor is gekozen voor een efficiënte, gezamenlijke aanpak. Intensivering van de opvang en hulp bij geweld in afhankelijkheidsrelaties. In december 2007 heeft de staatssecretaris van VWS in een beleidsbrief aan de Tweede Kamer geconstateerd dat de huidige opvang en hulpverlening aan slachtoffers van geweld in huiselijke kring niet toereikend zijn. Vanaf 2008 investeert het ministerie fors in meer veilige opvangplaatsen, versterken van de Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld, verbetering van de kwaliteit van opvang, krachtige aanpak van vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd geweld. Verbeterplan vrouwenopvang/slachtoffers huiselijk geweld. In opdracht van het ministerie van VWS heeft de Federatie Opvang samen met de VNG in november 2007 het Verbeterplan Vrouwenopvang opgesteld dat is gericht op het centraal stellen van de hulpvraag van cliënten, hun gezinssysteem en het bevorderen van zelfstandigheid. Aanpak Zwerfjongerenproblematiek. Het ministerie van VWS heeft in november 2007 een handreiking Aanpak Zwerfjongerenproblematiek uitgegeven waarmee zij het belang benadrukt van een gerichte inzet voor zwerfjongeren binnen de plannen van aanpak maatschappelijke opvang (Regionaal Kompas). Centrumgemeente Zwolle Zwolle is centrumgemeente voor het beleid voor de prestatievelden 7, 8 en 9. Deze regio omvat de stad Zwolle, de regio IJssel-Vecht en de Regio Noord-Veluwe. Het betreft in totaal 19 gemeenten. Maatschappelijke opvang/Stedelijk Kompas. Het beleid voor dak- en thuislozen heeft de centrumgemeente vastgelegd in het Stedelijk Kompas. De doelstellingen die zijn omschreven in het Stedelijk Kompas richten zich op dit moment vooral op de stad Zwolle, maar in 2008 wil Zwolle afspraken maken over het ‘uitrollen’ van het beleid over de regio. Doelstellingen in het Stedelijk Kompas zijn: • alle 250 daklozen in Zwolle zitten in 2014 in een traject; • voor minimaal 60 % is huisvesting en dagbesteding geregeld; • in 2009 is dakloosheid als gevolg van huisuitzetting tot minder dan 30 % van het niveau 2005; • dakloosheid als gevolg van detentie of afwenteling door andere instellingen komt (vrijwel) niet meer voor; • in 2014 is overlastgevend gedrag van daklozen met terug gebracht naar 75 % van het niveau 2007; • uiterlijk in 2008 is een vertaling naar de gehele centrumgemeenteregio gerealiseerd. De gemeenten in de regio Noord-Veluwe werkt nadrukkelijk samen met Zwolle om vorm te geven aan het regionaal beleid voor maatschappelijke zorg. In georganiseerd overleg en op bilateraal niveau wordt gezocht naar een passende mix van Zwolle-doelstellingen en Regio Noord-Veluwe voorzieningen en ontwikkelingen.
14
Vrouwenopvang/huiselijk geweld. Onderdeel van het beleid is dat Zwolle als centrumgemeente de vrouwenopvang Overijssel subsidieert. Vrouwenopvang Overijssel is o.a. verantwoordelijk voor het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Ook de Regio Noord-Veluwe valt onder het werkgebied van het ASHG. Het ASHG is 24 uur per dag bereikbaar en voert de volgende taken uit: • informatie en advies aan slachtoffers, plegers/daders, professionals en omstanders • deskundigheidsbevordering voor professionals Ambulante verslavingszorg. Zowel Zwolle als Harderwijk kopen producten in bij Tactus verslavingszorg. Momenteel bekijkt een werkgroep hoe we de ingekochte producten kunnen verdelen over de regiogemeenten. De centrumgemeente verzorgt een basisaanbod aan preventiemaatregelen. Provincie Dakloosheid. De provincie Gelderland heeft in de periode 2003-2007 veel aandacht gegeven aan de dakloosheidsproblematiek in de provincie Gelderland. Met het provinciale programma ‘aanval tegen de dakloosheid’ zijn vele projecten ondersteund. Deze provinciale inzet heeft Harderwijk gestimuleerd om beleid te ontwikkelen gericht op het tot stand brengen van opvangvoorzieningen. De dagopvang dak- en thuislozen en een 24uurs opvang- en woonvoorziening zijn mede hierdoor werkelijkheid geworden. De provincie heeft met de RNV voor de periode 2008-2011 afspraken gemaakt over samenwerking in het sociaal beleid. Die afspraken zijn vastgelegd in de regionale sociale agenda. Voor deze periode heeft de Regio Noord-Veluwe er niet voor gekozen om de OGGZ als actiepunt op te nemen in de sociale agenda. Dit betekent dat de samenwerking met de provincie op dit gebied een beperkt karakter zal hebben. Zorgmonitor. De provincie is initiatiefnemer van de ontwikkeling en implementatie van een zorgmonitor. Dit betreft een instrument (registratie en monitorsysteem) dat ondersteuning moet gaan bieden bij trajecthulp aan multi-probleemcliënten, in eerste instantie gericht op daklozen. Door systemen van verschillende organisaties aan elkaar te koppelen kan het samenwerken en werken met één trajectplan makkelijker gemaakt worden. Momenteel is een pilot gaande bij twee grotere gemeenten. Harderwijk/NoordVeluwe kunnen op een later moment gebruik gaan maken van deze techniek gericht op ondersteuning van de zorg. Regio Noord-Veluwe Harderwijk is trekker binnen de zes Noord-Veluwse gemeenten in de samenwerking rondom de maatschappelijke zorg. Het beleid wordt ontwikkeld in: • een stuurgroep OGGZ (Maatschappelijke Zorg) waarin alle betrokken organisaties inclusief centrumgemeente Zwolle en het zorgkantoor deelnemer zijn. De wethouder Welzijn en Onderwijs van Harderwijk is voorzitter; • de regiegroep OGGZ (Maatschappelijke Zorg) waarin managers/leidinggevenden beleidsvoorbereidend overleg hebben onder voorzitterschap van de beleidsregisseur OGGZ van de gemeente Harderwijk; • het ambtenarenoverleg OGGZ (Maatschappelijke Zorg) van de zes deelnemende gemeenten. Dit overleg functioneert onder voorzitterschap van de gemeente Harderwijk; • portefeuillehoudersoverleg Welzijn. Hier is de Maatschappelijke Zorg één van de vele onderwerpen in het overleg waarbij alle wethouders van de zes gemeenten aanwezig zijn. In de verkennende notitie Wmo van de 6 Noord-Veluwe gemeenten van maart 2007 is opgenomen dat Harderwijk als vertegenwoordiger zal optreden voor de RNV naar 15
centrumgemeente Zwolle en de provincie Gelderland. Dit betekent dat Harderwijk voor de RNV een trekkersrol op zich heeft genomen. In de verkennende notitie is ook het voornemen opgenomen samen een regionale beleidsagenda (paraplunota) te ontwikkelen voor de prestatievelden 7, 8 en 9. Wet Tijdelijk huisverbod. De ingangsdatum van deze wet schuift voortdurend verder naar achteren. Op dit moment lijkt najaar 2008 het meest waarschijnlijk. De Noord-Veluwe gemeenten werken samen om een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen. Huiselijk geweld. De regiogemeenten hebben een gezamenlijke startnotitie huiselijk geweld (2006) en een beleidsnota huiselijk geweld (2007) vastgesteld. De vastgestelde doelstelling is het huiselijk geweld in de regio terug te dringen. Om dit te bereiken zullen de gemeenten integraal beleid ontwikkelen en uitvoeren. Onderdeel van het beleid is dat we zorgen voor goede hulpverlening en doorverwijzing van slachtoffers, plegers, professionals en omstanders die wonen of werken op de Noord-Veluwe en te maken hebben met huiselijk geweld. In het najaar van 2007 is door 21 organisaties, waaronder de Noord-Veluwe gemeenten en Zwolle, het convenant huiselijk geweld ondertekend. Het convenant bestrijkt de periode 2007-2010. De concrete werkafspraken die hierin zijn opgenomen vormen een belangrijk houvast voor de verdere ontwikkeling van de keten huiselijk geweld. Een aantal belangrijke afspraken betreffen: • huiselijk geweld wordt als systeemgericht probleem gezien en opgepakt; • uitwisseling van cliëntgegevens; • de inzet van een procesmanager die de uitvoering stimuleert en bewaakt . De taak van de procesmanager huiselijk geweld, die de regiogemeenten vanaf februari 2008 voor twee jaar hebben aangesteld, is de organisaties te stimuleren en ondersteunen bij de realisatie van de werkafspraken om op die manier te komen tot goede hulpverlening aan slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld. Verantwoordelijkheden lokaal en centrumgemeente Alle gemeenten (lokale OGGZ) Collectieve GGZ- preventie
Centrumgemeente (bovenlokale OGGZ) OGGZ- meldpunt
Signalering en vroeghulp (het signaleren Bemoeizorg en snel aanpakken van multiprobleemsituaties) Nazorg (ondersteunen van cliënten na een Centrale coördinatie en regie (bevordering intensief hulpverleningstraject, klinische van samenwerking tussen OGGZ- partners) behandeling of detentie) Monitoring van de OGGZ- doelgroep en OGGZ- trajecten (beleidssignalering en beleidsinformatie)
16
6.
Bestuurlijke organisatie Maatschappelijke Zorg
Ervaringen in het land hebben in 2007 geleid tot een verandering en verduidelijking van de OGGZ-organisatie in de Noord-Veluwe. Er is gekozen voor een duidelijke en herkenbare organisatie op drie niveau`s, te weten: • Cliëntniveau (werkgroepen, vangnetoverleg) • Ketenniveau (regiegroep OGGZ) • Beleidsniveau (stuurgroep OGGZ) Doelstellingen en verantwoordelijkheden zijn omschreven en ook de verwachtingen ten aanzien van de deelnemers zijn omschreven. Het geheel is vastgesteld door zowel de stuurgroepleden (in het toenmalige beleidsoverleg OGGZ) als de gemeenten (Portefeuillehoudersoverleg Welzijn) De nieuwe organisatie is per 1-1-2008 ingevoerd waarbij de gemeente Harderwijk de “trekker” en “spin-in-het-web” is. In bijlage 1 is de volledige en vastgestelde organisatieomschrijving te lezen.
17
7.
Uitgangspunten/visie beleid voor de periode 2009-2011
De uitgangspunten voor beleid betreffen drie terreinen: 1. Samenwerking gemeenten 2. Beleidsuitgangspunten 3. Zorginhoudelijk visiepunten
1. Samenwerking gemeenten De Noord-Veluwe gemeenten maken in hun samenwerking een verschil tussen regionale OGGZ basisproducten en regionale plus producten. Een aantal regionale producten wordt ingezet door alle gemeenten (basisproduct), andere zijn te gebruiken als ze ingekocht worden (plusproduct). De Noord-Veluwe gemeenten beschrijven tijdens de herijking van het Maatschappelijke Zorg-convenant met betrokken organisaties expliciet hun samenwerking op het gebied van de Maatschappelijke Zorg. In 2008 wordt het OGGZ-convenant tussen gemeenten en betrokken organisaties herijkt. Om beleidsmatige voortgang en veranderingen voldoende te borgen omschrijven de gemeenten hun samenwerking in dit convenant. Zij geven hiermee een duidelijk (voorbeeld)signaal af naar alle betrokkenen dat samenwerking in de Maatschappelijke Zorg noodzakelijk is om te komen tot succes. Ondertekening van dit convenant vindt plaats in het eerste kwartaal van 2009. De Noord-Veluwe gemeenten zien regionale ketensturing als hun verantwoordelijkheid. Overzicht over het geheel van Maatschappelijke Zorg en het vormen van een keten van zorg is nodig om mensen niet tussen wal en schip te laten vallen. De gemeenten nemen hierin een regierol op zich, waarbij de gemeente Harderwijk het aanspreekpunt voor alle betrokkenen is. 2. Beleidsuitgangspunten De Noord-Veluwe gemeenten willen al werkend verder ontwikkelen, waarbij duidelijkheid en herkenbaarheid voor betrokkenen aanwezig blijft. De Maatschappelijke Zorg-praktijk blijkt altijd weerbarstiger dan de theorie. Multiprobleemsituaties verlopen doorgaans anders dan de (wettelijke) werkelijkheid en vragen dan ook om voortdurende bijsturing. Dit gegeven maakt dat de Noord-Veluwe kiest voor het verder ontwikkelen van beleid, steeds weer gevoed door ervaringen (kansen en valkuilen) vanuit de praktijk. Er is een begrijpelijk onderscheid in lokale, regionale en bovenlokale taken/verantwoordelijkheden. De Maatschappelijke Zorg speelt zich hoofdzakelijk af op lokaal niveau. Inzetten op vroegtijdige signalering en interveniëren levert het meeste rendement op lange termijn. Regionale samenwerking is nodig om aanwezige complexe problematiek die om specialistische kennis en ervaring vraagt het hoofd te kunnen bieden. Hoe beter het lokale/regionale netwerk werkt, des te minder is er nodig m.b.t. opvangvoorzieningen bovenlokale (centrumgemeente) verantwoordelijkheid. Het beleid richt zich, in principe, op mensen uit de Noord-Veluwe. Er is een landelijke tendens gaande waarin (centrum)gemeenten steeds minder openstaan voor cliënten, die van buiten de eigen gemeentegrenzen komen. Lokaal beleid richt zich op eigen inwoners. Met de opvangvoorzieningen wordt gewerkt aan een beleid waarbij eerste opvang geboden wordt waar nodig, maar individuele trajecten (doorstroom) alleen met Noord-Veluwe cliënten ingezet worden. 18
De Noord-Veluwe gemeenten sturen met hun beleid aan op verbindingen met de doelstellingen van het Stedelijk Kompas Zwolle. Het Stedelijk Kompas richt zich op het voorkomen van dak- en thuisloosheid. De gemeente Zwolle gaat in 2008 hun beleid “uitrollen” over de regio`s. In de Noord-Veluwe zijn ondertussen eigen processen gaande die, ondersteund door Zwolle, helpend zijn om de gezamenlijk onderschreven doelstellingen te behalen. De Noord-Veluwe gemeenten sturen aan op het gebruik van een gezamenlijke zorgmonitor door betrokken organisaties in de Maatschappelijke Zorg. De provincie Gelderland heeft een zorgmonitor ontwikkeld die bij moet dragen aan het samenwerken in de Maatschappelijke Zorg. Door, via één registratiesysteem, betrokkenen aan elkaar te koppelen wordt gestimuleerd om met één trajectplan (samen) te werken. 3. Zorginhoudelijke visiepunten Een lokaal Maatschappelijke Zorg-netwerk is het hart van de lokale maatschappelijke zorg. Op cliëntniveau de samenwerking afstemmen wordt bij alle complexe doelgroepen (daken thuislozen, zorgmijders, zwerfjongeren, nazorg ex-gedetineerden, veelplegers) genoemd als één van de belangrijkste middelen. Gezien de omvang van deze problematische doelgroepen in de Noord-Veluwe is het niet efficiënt om voor elke doelgroep een eigen overleg te creëren. Eén lokaal Maatschappelijke Zorg-overleg van signaleerders en hulpverleners met een duidelijke verbinding naar de regionale hulpverlening creëert veel mogelijkheden en biedt de gemeenten zinvolle beleidsinformatie. Een compleet traject van praktische zorg (wonen, dagactivering/werk, financiën) is noodzakelijk voor mogelijk succes. Landelijke ervaringen en onderzoeken laten zien dat multi-probleemcliënten het meest baat hebben bij minder stress in hun leven. Belangrijkste stressfactoren ontstaan op het gebied van wonen en financiën en dagbesteding. Kansen en structurele ondersteuning bieden op deze gebieden leidt tot rust en duidelijkheid/veiligheid. In het verlengde daarvan ontstaan meer kansen op behandeling van onderliggende problematiek. Out-reachende hulpverlening is nodig om vroegtijdig te kunnen interveniëren en om ernstige probleemsituaties te kunnen beïnvloeden. Multi-probleem cliënten vragen zelf niet (meer) om hulp, maar worden door derden gesignaleerd. Deze signaleringen out-reachend oppakken is nodig om in contact te komen met als doel zorgtoeleiding naar regulieren zorg. Eén van de basisproblemen van multiprobleem cliënten is het aangaan en nakomen van afspraken. Out-reachend denken en werken kan dan ook blijvend nodig zijn. Doorstroombeleid is nodig om voor iedere maatschappelijke zorg cliënt een passende situatie te creëren. Opvangvoorzieningen zijn niet voor wonen bestemd. Dan ontstaat verstopping en is het gedifferentieerde opvangaanbod niet meer aanwezig. Het is belangrijk om opvang en wonen in het verlengde van elkaar te zien, zodat iedere multi-probleem cliënt uiteindelijk op een eigen niveau van zelfstandigheid kan leven. GGZ-preventie wordt, in principe, regiobreed vorm gegeven. Met goede onderlinge afstemming kunnen voorbereiding en keuzes met betrekking tot GGZ-preventie efficiënt worden vorm gegeven. Gezamenlijke inkoop met ruimte voor lokale keuzes en/of extra`s betekent voor zowel gemeenten als zorgaanbieders efficiëntie.
19
Er komt vervolgzorg voor ex-gedetineerden en ex-intramuralen met een zorgvraag. Dakloosheid t.g.v. een lang institutioneel verblijf mag niet gebeuren. Opvang met doorstroommogelijkheden kan dit voorkomen. Iedere gemeente heeft een aanpak voorkoming huisuitzetting. In samenwerking met woningcorporaties formuleert elke gemeente een plan van aanpak ter voorkoming van huisuitzettingen. Wanneer dit niet te voorkomen is kan er opvang geboden worden. Huisuitzetting mag niet leiden tot dakloosheid. Er is m.b.t. de maatschappelijke zorg sprake van interne regie bij gemeenten op de gebieden leefbaarheid, veiligheid, volkshuisvesting en gezondheid. De gemeenten zijn niet alleen regievoerder van de gehele keten maar ook ketenpartner op casuïstiekniveau. Middels afdelingen als sociale zaken en veiligheid zijn gemeenten ook partner in zorg op casuïstiekniveau. Interne afstemming van verschillende beleidsgebieden is nodig om maatschappelijke zorg casuïstiek een kans tot verbetering te bieden. Er komt een actief beleid om te komen tot regionale cliëntenparticipatie. Het is moeilijk om de vaak snel wisselende doelgroep actief te betrekken bij de beleidsvorming. Ook hiervoor geldt dat de reguliere weg niet werkt. De komende jaren zullen met behulp van landelijke ervaringen in deze en in samenwerking met de nieuwe opvangvoorzieningen initiatieven ontwikkeld worden om de ervaringen en beleidssuggesties van de doelgroep te gebruiken voor nieuw beleid. Er is een, voor iedereen, herkenbare keten van signalering en zorg voor gezinssystemen die te maken hebben met huiselijk geweld. Huiselijk geweld heeft veel aandacht gehad en heeft nog veel aandacht nodig om tot daadwerkelijke beïnvloeding van dit probleem te komen. Slachtoffer-, dader- en getuigenhulp, signalering, melding en monitoring zijn onderdelen die de komende jaren actief opgepakt worden.
20
8.
Financieel overzicht
De financiële onderbouwing van de huidige vormgegeven OGGZ-zorg is een onoverzichtelijke lappendeken. Met alle verschillende organisaties, zoals omschreven in hoofdstuk 4, is dit een gegeven. Aan meer samenhang en inzicht in financiering wordt hard gewerkt. Door het grote aantal “grijze verantwoordelijkheidsgebieden” tussen de verschillende organisaties en door het feit dat er landelijk veel bewegingen gaande zijn in de financiering van de zorg blijft het vooralsnog onduidelijk hoe de toekomst in deze eruit zal zien. In de Noord Veluwe kunnen de volgende overheidsorganisaties een rol spelen in de financiering van de Maatschappelijke Zorg: • Rijk • Provincie • Centrumgemeente Zwolle • RNV • Lokaal De verantwoordelijkheden voor de Maatschappelijke Zorg, inclusief de financiële middelen binnen de Wcpv, zijn met de overgang van de Maatschappelijke Zorg naar de Wmo mee gegaan. Een niet vastgestelde verdeelsleutel bepaalt het uiteindelijk beschikbare bedrag voor de centrumgemeenten. Huidige situatie Centrumgemeente Zwolle
Circa € 1.100.000,= 2
Algemene doeluitkering maatschappelijke zorg
Nachtopvang Crisisopvang Nunspeet EBC/EBW Zwerfjongeren Bemoeizorg Vrouwenopvang Verslavingszorg 3
Gemeente Harderwijk
€ 200.000,=
Vooralsnog stichting Ontmoeting
Regiogemeenten Noord Veluwe
Circa € 78.000,=
GGD (via inwonersbijdrage) Bemoeizorg (eenmalig 2008)
Totaal € 48.000,=
Er is een werkgroep structurele financiering 2009 en verder samengesteld die met adviezen moet komen om tot inzicht in en structurele financiering van het meldpunt en de daarbij behorende bemoeizorg moet komen. De groeiende samenwerking met centrumgemeente Zwolle heeft onder andere opgeleverd dat er overleg is over in te zetten centrumgemeente gelden. Het is reëel te verwachten dat er in de komende jaren middelen vrijgemaakt moeten gaan worden om de (centrum-)gemeentelijke verantwoordelijkheden op een goede manier te kunnen invullen. Voor (lokale) gemeenten gaat dit bijna altijd over niet geoormerkte gelden die in het gemeentefonds terecht komen. 2
Deze middelen worden in overleg verdeeld over de regiogemeenten. Deze functies subsidieert de centrumgemeente direct, uit de veel grotere post maatschappelijke zorg, ook wanneer de uitvoering elders in de regio plaatsvindt. 3
21
9.
Actiepunten voor de jaren 2009 - 2012
Er is volop beweging gaande in de Maatschappelijke Zorg, ook in de Noord-Veluwe. Het is dan ook moeilijk om allerlei verschillende acties die wel met elkaar te maken hebben goed te plannen. Versnellingen en vertragingen, kansen en teleurstellingen, planning en waan van de dag hebben alle invloed op de uiteindelijke gang van zaken. Onderstaande planning van actiepunten zijn desondanks een leidraad waarmee we onze ambities op dit terrein tot uiting willen laten komen. 2008 Huidige lopende processen zijn a. Aansluiting zoeken/bewerkstelligen bij de uitrol Stedelijk Kompas centrumgemeente Zwolle b. Herijking convenant OGGZ c. Start organisatie back office huiselijk geweld d. Voorbereiding tijdelijk huisverbod e. Herinrichting meldpunt en bemoeizorg en structurele financiering hiervan. f. Opstellen en vaststellen van het gezamenlijk werkplan 2009 (december 2008)
door
2009 a. Ondertekening convenant OGGZ periode 2009/2013 door betrokken organisaties en gemeenten (januari/februari) . b. Invoering tijdelijk huisverbod (per 1-1-2009) c. Afstemming met en vormgeving van doelstellingen Stedelijk Kompas in samenwerking met centrumgemeente Zwolle (hele jaar) d. Inhoud en omvang van meldpunt bijzondere zorg en Bemoeizorg vaststellen met daarbij een transparante en structurele basisfinanciering (juni 2009). e. In alle Noord-Veluwe gemeenten is een sociaal vangnetoverleg operationeel (juni 2009). f. De back-office van het huiselijk geweld functioneert als keten van zorg (oktober 2009). g. Door voorlichting en deskundigheidsbevordering komen tot meer signalering en meldingen van huiselijk geweld (juli 2009). h. Met de paraplunota Wmo prestatievelden 7,8 en 9 als basis zijn lokale Wmo vertalingen vastgesteld (september 2009). i. Start invoering RAAK (stimulering aanpak kindermishandeling) door procesmanager huiselijk geweld (najaar 2009) j. Opening 24 uurs maatschappelijke opvangvoorziening (eerste kwartaal 2009) en een doorstroomvisie/plan maatschappelijke opvang maken (november 2009) k. Onderzoek naar dag- c.q. sociale activiteiten voor de Maatschappelijke Zorg doelgroep. l. Opstellen gezamenlijk werkplan voor het jaar 2010 (december 2009) 2010 a. Afstemming met en vormgeving van doelstellingen Stedelijk Kompas in samenwerking met centrumgemeente Zwolle (hele jaar). b. Start met nieuw beleid GGZ preventie (januari 2010). c. Een keten van dag- c.q. sociale activiteiten voor Maatschappelijke Zorg cliënten is operationeel (juni 2010). d. Invoering provinciale zorgmonitor voor Maatschappelijke Zorg-doelgroepen (eerste half jaar 2010). e. Vaststelling en concretisering beleid met betrekking tot bijzondere Maatschappelijke Zorg-doelgroepen bv. ex-gedetineerden, veelplegers, zwerfjongeren (mei 2010). 22
f. Realisatie woon-werkvoorzieningen als uitstroommogelijkheid voor de maatschappelijke opvangvoorzieningen. g. Opstellen van een gezamenlijk werkplan Maatschappelijke Zorg voor het jaar 2011 2011 en 2012 Het zou van weinig realisme getuigen als we hier actiepunten zouden gaan omschrijven. De al dan niet gerealiseerde doelstellingen uit de voorgaande jaren in combinatie met de bewegende maatschappij, de nieuwe verkiezingen, de Maatschappelijke Zorg-bewegingen en de vaak niet voorspelbare cliëntengroep bepalen met elkaar wat er in de jaren 2011 en 2012 aan acties gevraagd wordt.
23
Bijlage 1: Bestuurlijke organisatie Maatschappelijke Zorg De organisatie zoals hieronder beschreven functioneert sinds 1-1-2008. Qua deelnemers is het niet statisch. Onderstaande invulling met organisaties kan derhalve al weer anders zijn.
Januari 2008
Bestuurlijke organisatie OGGZ Regio Noord Veluwe
Provincie Gelderland
Samenwerkende gemeenten: trekker Harderwijk
Centrumgemeente Zwolle
Stuurgroep OGGZ Voorzitter: wethouder Harderwijk Secretariaat: RNV Beleidsambtenaar Zwolle facultatief Deelnemers: BJZ/AMK, CWS, GGD Nood-Veluwe, GGZ Meerkanten, Icare, Iriszorg, Kairos, Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe, MEE Veluwe, Politie, Slachtofferhulp, Stichting Ontmoeting, Tactus groep, Vrouwenopvang Overijssel,
Portefeuilleoverleg wethouders Noord-Veluwe Voorzitter: RNV Secretariaat: RNV Deelenemers: Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Putten, Oldebroek Frequentie onderwerp OGGZ 3 x per jaar
Frequentie 3-4 keer per jaar
Beleidsregisseur OGGZ Harderwijk
Regiegroep OGGZ Voorzitter: Beleidsregisseur OGGZ Harderwijk Notulen: ambtenaar regiogemeenten per toerbeurt Deelnemers: GGD Noord Veluwe, GGZ Meerkanten, Iriszorg, Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe, Stichting Ontmoeting, Politie, Vrouwenopvang Overijssel Andere deelnemers op uitnodiging/ eigen initiatief
Ambtenarenoverleg Regio Noord-Veluwe Voorzitter: Harderwijk Notulen: ambtenaar regiogemeenten per toerbeurt Deelnemers: Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Putten, Oldebroek Frequentie: 4-5 x per jaar
Frequentie: 5-6 keer per jaar
Regionale voorzieningen
Werkgroep thema gericht Trekker: leidinggevende regieplatform
24
Werkgroep thema gericht Trekker: leidinggevende regieplatform
Bijlage 2: Regionale gegevens m.b.t. doelgroep Maatschappelijke Zorg Doelgroep Dak- en thuislozen
Bron 1 Nachtopvang Harderwijk
Bron 2 Crisisopvang Nunspeet Aantal aanmeldingen In 2007 een 2007: 349 (ook bezettingspercentage kinderen), totaal 81 van ruim 90% personen opgenomen waarvan uit regio NW Veluwe: 11% Zwerfen Project outreachende risicojongeren hulpverlening. daken thuisloze jongeren 45 jongeren, waarvan RNV regio: 48% Ex-gedetineerden 140 (gemiddelde afgelopen 3 jaar) Veelplegers Schatting is dat van bovenvermelde categorie 40% veelpleger is. Slachtoffers, daders en getuigen Huiselijk Geweld (Ex)- verslaafden (Ex)-psychiatrische patiënten Multiprobleem Project integrale Meldpunt Bijzondere gezinnen schuldhulpverlening Zorg: 2007 71% meldingen 41 situaties met betreft meerdere problemen multiprobleem(37% van het aantal situaties. meldingen) Zorgwekkende Nieuwe meldingen . zorgmijders bemoeizorg 2007: 101. Een deel is zorgwekkende zorgmijder
25
Bron 3 Dagopvang de Ontmoeting Aantal daklozen dat opgevangen wordt: 28, totaal aantal bezoekers 85
Bijlage 3: Lokale gegevens m.b.t. Maatschappelijke Zorg doelgroep Doelgroep Daken thuislozen Zwerfen risicojongeren Zorgwekkende zorgmijders Nieuwe meldingen 2007, project. bemoeizorg Multiprobleem gezinnen Exgedetineerden Veelplegers Sociaal kwetsbaren Slachtoffers huiselijk geweld Bron politie
Harderwijk Ermelo
Nunspeet
Putten
Oldebroek Elburg
11
7
1
1
1
36
19
14
17
4
11
64
25
16
16
11
14
Schatting dat 40% van bovenstaande rij tot groep veelplegers behoort.
Incidenten 121 Aangiftes 60
Aanmeldingen 58 project integrale schuldsanering 2007
Incidenten 51 Aangiftes 35
Incidenten 54 Aangiftes 28
Incidenten 45 Aangiftes 29
Incidenten 28 Aangiftes 17
10
23
17
Geen 3 deelname, doet mee in regio Zwolle
26
Incidenten 39 Aangiftes 22
Bijlage 4: Maatschappelijke zorg, huidige situatie per prestatieveld. Prestatieveld 7: Maatschappelijke Opvang: Subprestatieveld Crisisopvang
Daklozenopvang
Doelgroep Voorzieningenaanbod Inwoners in Crisisopvang Nunspeet maatschappelijke en/of psychosociale crisissituaties Diverse vormen van Begeleid Wonen in de regio Feitelijke daklozen, Dagopvang/dienstencentrum residentieel daklozen en semi-residentieel daklozen Nachtopvang (Harderwijk) 24-uursopvang (Harderwijk) Begeleid wonen (diverse vormen in de regio) Dagbesteding
Aanpak Huiselijk Geweld
Slachtoffers, plegers, omstanders, getuigen van Huiselijk Geweld. Vrouwen, kinderen, ouderen en allochtonen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld vormen specifieke groepen binnen de aanpak
Adviesen Steunpunt Huiselijk Geweld Ketenprogramma office) Invoeren Huisverbod
(back-
Tijdelijk
Sluitende aanpak zwerf- en Multiprobleem jongeren tot Outreachende Hulpverlening risico jongeren 25 jaar, die geen vaste woonof verblijfplaats Straathoekwerk hebben, dreigend dakloos Prestatieveld 8: OGGZ Subprestatieveld Doelgroep Lokaal & wijkgerichte Sociaal kwetsbare inwoners OGGZ in ernstige multiprobleemsituaties Bovenlokale OGGZ Sociaal kwetsbare inwoners in zeer ernstige multiprobleemsituaties, waarbij sprake is van zorgmijding of tijdelijke onbereikbaarheid van zorg
Voorzieningenaanbod Lokale sociale vangnet overleg Meldpunt Bijzondere Zorg Project Huurschulden Zwerf- en risicojongeren Spreekuur thuislozen
Dak-
Woningvervuiling
27
en
Prestatieveld 9: Verslavingsbeleid Subprestatieveld Preventie
Doelgroep Risicogroepen, kwetsbare jongeren
Voorzieningenaanbod vooral Preventie activiteiten (lokaal) Straathoekwerk
Interventie/behandeling
Lokale zorgnetwerken Inwoners die verslaafd zijn Dagopvang aan alcohol, drugs, gokken Ambulante + klinische of medicijnen behandeling
28
Bijlage 5: Begrippenlijst ASHG AWBZ EBC EBW GGD GGZ OGGZ RNV VWS Wcpv Wmo
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Evangelisch Begeleidingscentrum Evangelisch Begeleid Wonen Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Regio Noord-Veluwe Ministerie Volksgezondheid Welzijn en Sport Wet collectieve preventie volksgezondheid Wet maatschappelijke ondersteuning
29