1 2 3 4
5 Kansen bieden, grenzen stellen Migratie is van alle tijden en alle werelddelen. De invloed van migratie is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Het is onze ambitie en opdracht om van migratie een succes te maken. Dit vergt inspanningen van iedereen binnen een duidelijk juridische kader, waarbij het federale beleid dat van de gewesten en gemeenschappen versterkt. Immers, migratie raakt tal van beleidsdomeinen op de verschillende bevoegdheidsniveaus. Op federaal niveau
gaat
dit
Maatschappelijke
op
de
eerste
plaats
Integratie,
Ontwikkelingssamenwerking,
over
maar
Binnenlandse
ook
Buitenlandse
Zaken,
Werk,
Zaken
en
Justitie,
Volksgezondheid,
Economie, Duurzame ontwikkeling. Op regionaal niveau is dat Werk en Onderwijs en in Vlaanderen Inburgering. Dit vraagt dan ook om afstemming. Wij leven in een open samenleving. Onze moeizaam opgebouwde welvarende democratische rechtstaat
is tolerant en solidair en verknocht aan de
fundamentele rechten en vrijheden die door iedereen moeten worden aanvaard en gerespecteerd. Precies door het sterk evenwicht tussen rechten en plichten en een correct evenwicht tussen algemene en individuele waarden, kan deze open samenleving sterk en solidair blijven. Dit is ook het uitgangspunt
van
het
migratie
–
en
nationaliteitsbeleid.
Wie
deze
fundamentele waarden respecteert, zich integreert en een van onze talen leert, kan via de Belgische nationaliteit volwaardig staatsburger worden. Uiteraard blijft België zijn internationale verplichtingen correct naleven: vluchtelingen zullen hier humaan worden behandeld en opgevangen. De plicht van de overheid om te bepalen wie, onder welke voorwaarden op het Belgische grondgebied kan verblijven en/of er zich vestigen, impliceert dat er mensen zijn die hierop geen aanspraak kunnen maken. Geen enkel land, ook het onze niet kan iedereen die op zoek is naar een meer comfortabel leven opvangen en/of integreren. Wie zich meldt moet zeer snel een gefundeerd antwoord krijgen over zijn/haar mogelijkheden om hier een toekomst uit te bouwen. Noodgedwongen gaat het migratie – en asielbeleid ook gepaard met een doelmatig doch menselijk uitwijzingsbeleid.
10 oktober 2007
5.1
Een coherent en humaan migratiebeleid
We realiseren een coherent, humaan, evenwichtig en kordaat migratiebeleid dat spoort met het Europese beleid ter zake. Zo realiseren we een evenwicht tussen het gerechtvaardigde streven van mensen om (naar België) te migreren, de noden resp. inzetbaarheid
van
inwijkelingen
maatschappelijk draagvlak. We
op
de
arbeidsmarkt
en
het
noodzakelijke
creëren de federale randvoorwaarden om van
samenleven in diversiteit een succes te maken.
5.1.1 Algemeen Eén zelfde minister zal instaan voor zowel het onthaal van asielzoekers, waarvoor het agentschap Fedasil bevoegd is, als voor de aspecten van het asiel- en migratiebeleid, waarvoor de Dienst Vreemdelingenzaken respectievelijk het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen bevoegd zijn. Die minister zal, als coördinator, ook bijdragen aan de samenhang van het gevoerde beleid door de verschillende diensten op het federale niveau en aan de samenhang met het beleid van de Gemeenschappen en Gewesten inzake migratie en integratie/inburgering, middels een versterkte werking van de Interministeriële Conferentie voor Migratie- en Integratiebeleid. Hij/zij maakt werk van een ondubbelzinnige dataverzameling en publiceert jaarlijks een verslag over migratie.
5.1.2 Arbeids – en economische migratie
We maken een evaluatie van de Belgische regelgeving die economische migratie van derdelanders mogelijk maakt, met name de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers en het KB van 9 juni 1999. We zetten stappen om de administratieve procedures te verlichten en om tot een zeer goede afstemming te komen tussen het toekennen van een arbeidsvergunning en het verlenen
van
verblijfsrecht.
Hiertoe
moeten
samenwerkingsakkoorden
worden
gesloten tussen de Gewesten en de federale overheid. Wij heffen de beperkende overgangsbepalingen voor het vrij verkeer van werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten op.
2
10 oktober 2007
Wij bewaken de effecten van richtlijn 2003/109/EG, waardoor langdurig ingezeten onderdanen van derde landen in de EU na vijf jaar legaal en ononderbroken verblijf vrije toegang hebben tot de arbeidsmarkt in andere lidstaten.
Via een oordeelkundige verruiming van de economische migratie vangen we de spanningen op de arbeidsmarkt op, en dit zowel voor bezoldigde als voor zelfstandige beroepsactiviteiten. Zo vermijden we dat jobs elders gecreëerd worden wegens een gebrek aan geschikte arbeidskrachten in ons land. Zoals voorzien in hoofdstuk 1.2. werken we in overleg met de gewesten en de sociale partners tegen
1 oktober 2008 een regeling uit m.b.t. voorwaarden inzake
economische migratie voor derdelanders. We bepalen onder welke voorwaarden – eenmalig en uitzonderlijk- personen die sinds 1 januari 2006 duurzaam in ons land verblijven en een vaststaand werkaanbod hebben c.q. een statuut van zelfstandige verwerven in nader te bepalen categorieën van zelfstandige arbeid of dit binnen een termijn van 4 maanden kunnen bewijzen een tijdelijk arbeids- en verblijfrecht kunnen verwerven. We houden daarbij in eerste instantie rekening met het bestaande (nog) nietgeactiveerde arbeidspotentieel, en met de effecten van de versnelde opheffing van de beperkingen op het vrij verkeer van werknemers en zelfstandigen van de nieuwe EUlidstaten. Nieuwe economische arbeidsmigratie door derdelanders wordt mogelijk voorzover en in de mate geen arbeidskrachten kunnen worden gevonden voor de invulling van openstaande vacatures, in het bijzonder voor knelpuntberoepen. Na overleg met de gewesten en de sociale partners over voorwaarden en contouren kunnen niet in de EU verblijvende derdelanders met een solide arbeidsovereenkomst, in functie van de noden op de arbeidsmarkt, hier komen wonen en werken.
In overleg met de gewesten en de sociale partners realiseren we een systeem van blue cards om gecontroleerde arbeidsmigratie mogelijk te maken. Elke derdelander die niet verblijft op het grondgebied van één van de EU-lidstaten die aan een set van voorwaarden voldoet die te maken hebben met o.m. taalkennis, beschikken over competenties en kwalificaties nodig voor de invulling van knelpuntberoepen…kan meedingen naar een blue card. Een blue-card geeft recht op een tijdelijk arbeids- en verblijfrecht in België.
10 oktober 2007
3
Er komt een portaalsite met alle informatie over leven en werken in België waarlangs alle immigratieformaliteiten elektronisch worden vervuld. De wet op de arbeidskaarten en de daarbij horende middelen zullen aangepast worden om een betere opvolging van de buitenlandse zelfstandigen die op ons grondgebied actief zijn mogelijk te maken.
5.1.3 Gezinshereniging, gezinsvorming en aanpak schijnhuwelijken
De regering neemt de noodzakelijke maatregelen voor een zo éénvormig mogelijke toepassing van de wettelijke bepalingen inzake gezinshereniging resp. gezinsvorming. In verdere uitvoering van Europese Richtlijn van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging zal de regering de voorwaarden m.b.t. gezinshereniging en gezinsvorming harmoniseren, meer in het bijzonder inzake het bewijs van regelmatige en voldoende inkomsten. Om discriminatie te vermijden tussen derdelanders die naar België migreren in het raam van gezinshereniging evenals tussen Belgen en EU-burgers eist de regering dat eenieder die zich beroept op het recht op gezinshereniging op het moment van de aanvraag het bewijs levert van voldoende en regelmatige inkomsten uit arbeid of van inkomsten
bepaald
bij
een
in
ministerraad
overleg
Koninklijk
besluit.
Deze
bestaansmiddelen moeten minstens gelijk zijn aan 125% van het leefloon. Dit vereiste geldt niet voor gezinshereniging met minderjarige kinderen. De procedures voor gezinshereniging en gezinsvorming, gestart vanuit binnen- of buitenland, worden geëvalueerd met het oog op meer transparantie. Nu schijnhuwelijken strafbaar zijn, moeten de parketten ook echt vervolgen. Daartoe komen er duidelijke richtlijnen en vormingsinitiatieven voor de lokale besturen en parketten, zodat het opsporen en bestrijden op een uniforme manier kan gebeuren. We richten een meldpunt voor slachtoffers van schijnhuwelijken op. De weigering of
4
10 oktober 2007
de vernietiging van een schijnhuwelijk wordt als wettelijke informatie opgenomen in het Rijksregister. De regering ziet erop toe dat de preventieve onderzoeken naar schijnhuwelijken transparant
verlopen
en
dat
duidelijke
regels
in
acht
worden
genomen
ter
bescherming van paren die te goeder trouw zijn. We breiden de volle rechtsmacht van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen uit voor geschillen over gezinshereniging. 5.1.4 Asiel en de opvang van asielzoekers We verzekeren dat de hoge ambities van de nieuwe asielwetgeving effectief worden gerealiseerd. We voorkomen dat procedures nodeloos worden gerekt en zorgen ervoor dat beslissingen correct worden uitgevoerd. We monitoren de effecten, resultaten en correcte toepassing van de wet. Wij nemen de passende maatregelen indien, vóór de formele, globale evaluatie van de nieuwe asielwet zou blijken dat sommige formele ontvankelijkheidscriteria voor een asielaanvraag moeten worden geschrapt en/of de filterprocedure bij de Raad van State niet het beoogde doel bereikt. De regering evalueert de opvangwet om de coherentie met de nieuwe asielwet na te gaan. Ze verifieert of de kandidaat-vluchtelingen voor zover zij niet werden opgevangen in een open centrum of lokaal opvanginitiatief, effectief gespreid worden over het ganse grondgebied, om de verplichting te concretiseren tot vestiging van de kandidaten in de gemeenten waaraan ze zijn toegewezen. De regering geeft asielzoekers uiterlijk 6 maanden na de start van de asielprocedure toegang tot de arbeidsmarkt. In het raam van de aanbevelingen van de Europese Commissie neemt België deel aan programma’s voor de hervestiging in Europa van vluchtelingen uit gebieden met een groot aantal vluchtelingen. Het beleid richt zich op mensen die massaal gevlucht zijn uit eigen land en die in de regio van hun herkomstland verblijven (bijvoorbeeld in een vluchtelingenkamp) zonder perspectief op terugkeer of integratie in hun gastland. Ter plaatse wordt nagegaan of deze mensen voldoen aan de criteria van de Conventie van Genève of aan het statuut van de subsidiaire bescherming.
10 oktober 2007
5
De regering zal de filterprocedure bij de Raad van State verstrengen. 5.1.5 Niet begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) De rondzendbrief van 15 september 2005 over de verblijfssituatie van NBMV wordt opgenomen in de Vreemdelingenwet. Daarnaast komen er via een samenwerkingsakkoord afspraken tussen de federale staat en de Gemeenschappen en Gewesten over de opvang van NBMV, onafhankelijk van het statuut van de betrokkenen. Een gecentraliseerde databank die alle diensten kunnen raadplegen moet meer zicht geven op de NBMV die zich op het grondgebied bevinden. De regering verbetert de methoden voor de leeftijdsbepaling van de betrokkenen, alsook de voogdijregeling. 5.1.6 Staatlozen De regering voorziet in een procedure tot toekenning van het statuut voor staatloze door het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. De erkenning als staatloze heeft in principe een (tijdelijk) verblijfsrecht tot gevolg.
5.2
Een correcte handhaving en uitvoering
We waken over een correcte handhaving en uitvoering van het migratiebeleid en de rechtsregels terzake
We waken erover dat de nieuwe asielwet zeer correct en rigide wordt toegepast zodat mensen binnen een zeer korte termijn een gefundeerd antwoord krijgen op hun asielaanvraag en negatieve beslissingen correct worden uitgevoerd. Op die manier voorkomen we maximaal het ontstaan van steeds weer nieuwe illegale migratie naar of illegaal verblijf in België. De Federale regering voert een effectief terugkeer- en verwijderingsbeleid. Elke vreemdeling krijgt de kans een procedure op te starten waarover de overheid binnen een redelijke termijn een uitspraak moet doen zodat de vreemdeling snel zekerheid
6
10 oktober 2007
heeft over zijn/haar rechtstoestand. Wanneer men evenwel geen verblijfsrecht krijgt, moet men de consequenties aanvaarden en het land verlaten. De voorkeur gaat naar vrijwillige en zelfstandige terugkeer. Elke vreemdeling die het grondgebied moet te verlaten wordt uitgenodigd zich in te schrijven in een vrijwillig terugkeerprogramma dat maximaal gericht is op de re-integratie in het land van herkomst. Wie deze vorm van terugkeer weigert, wordt gedwongen doch humaan uitgewezen. De regering sluit met zogenaamde emigratielanden overeenkomsten af met betrekking tot de terugname van hun uitgeprocedeerde of illegaal verblijvende onderdanen. Eén
centraal
aanspreekpunt
terugkeerbeleid
en
als
moet
begeleider
optreden van
als
kenniscentrum
terugkeerprojecten
van
voor
het
verwijderde
vreemdelingen. Bij hun terugkeer en de re-integratie in hun land van herkomst dienen deze
laatste
beter
te
worden
begeleid.
Daarvoor
is
samenwerking
met
de
Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en andere partners aangewezen. De situatie van de betrokkenen in het land van herkomst wordt zo mogelijk nog een tijd opgevolgd. Voor haar verwijderingsbeleid rekent de regering op de medewerking van de lokale politiezones, waarmee ze een protocolakkoord sluit. Ze past desgevallend de wet op het politieambt aan. De regering investeert in de nodige capaciteit en kwaliteit van de gesloten centra. De regering zet alternatieven op voor het opsluiten van gezinnen met minderjarige kinderen in gesloten centra. Hoogzwangere vrouwen worden, zoals thans het geval is, niet opgesloten in gesloten centra. Wanneer gezinnen met kinderen
toch moeten
worden opgevangen in gesloten centra bijvoorbeeld kort voor de repatriëring of bij manifeste onwil, dient dit te gebeuren voor de kortst mogelijke duur en in de best mogelijke omkadering. De regering investeert in specifieke opvangmogelijkheden met een zekere beperking van de bewegingsvrijheid voor gezinnen met kinderen die wachten op hun uitwijzing. In de mate van het mogelijke kunnen deze kinderen onderwijs
genieten
op
een
school.
De
ouders
blijven
onderhevig
aan
de
vrijheidsbeperkende maatregelen. Gezinnen en mensen die niet verwijderbaar zijn, worden niet opgesloten. Zij verzekert in de praktische organisatie van het uitwijzingsbeleid de opvolging van de adviezen van de commissie-Vermeersch. Het comité P kan, hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de regering controle uitoefenen op de effectieve en correcte naleving van de adviezen van deze commissie.
10 oktober 2007
7
5.3
Niet-legale verblijvers en/of verblijvers met een precair statuut.
We verduidelijken en verfijnen bepaalde voorwaarden waaronder de minister of diens gemachtigde in buitengewone omstandigheden een machtiging tot verblijf kan afgeven. We versterken de controle op de wijze waarop ze worden toegepast. We waarborgen noodzakelijke medische zorg voor illegale verblijvers.
De regering opteert voor een regularisatiebeleid op individuele basis.
De regering zal de regularisatiecriteria m.b.t. de buitengewone omstandigheden verduidelijken in een rondzendbrief (langdurige procedure, prangende humanitaire situatie of ziekte). Het criterium m.b.t. de langdurige procedure zoals tot nog toe toegepast hield enkel rekening met een asielprocedure van 3 jaar (met kinderen) of 4 jaar (zonder kinderen). Dit breiden we uit naar 4 of 5 jaar in procedure waarbij de Raad van State en/of art. 9,3 oude vreemdelingenwet volgend op een asielprocedure wordt meegerekend. In dit laatste geval wordt nagegaan of de betrokkene duurzame bindingen heeft met het land. Zo wordt onderzocht of de betrokkene voldoende geïntegreerd is (kennis van één van de landstalen, schoolloopbaan en inburgering van de kinderen, werkverleden en werkbereidheid, beschikken over de kwalificaties of competenties afgestemd op het arbeidsaanbod, o.m. inzake knelpuntberoepen, uitzicht
hebben
op
werk
en/of
de
mogelijkheid
hebben
om
in
het
eigen
levensonderhoud te voorzien) en bovendien in elk van voormelde gevallen geen gevaar betekenen voor de veiligheid en openbare orde.
De Raad van advies voor vreemdelingen voorzien in art. 31 Vreemdelingenwet krijgt de bevoegdheid om op basis van steekproeven na te gaan of de minister richtlijnen
ter
concretisering
van
de
“buitengewone
omstandigheden”
op
de een
eenvormige en correcte manier toepast. De Raad maakt hierover een rapport op tegen 1 januari 2009. Daarna volgen halfjaarlijkse opvolgingsrapporten.
Deze rapporten
worden overgemaakt aan het Parlement. Op basis van deze rapporten kan de regering beslissen dat de minister bevoegd voor migratie de regularisatie-aanvragen op basis van prangende humanitaire redenen voor advies moet voorleggen aan de commissie van advies voor vreemdelingenzaken, voorzien in art. 32 Vreemdelingenwet. De
8
10 oktober 2007
samenstelling van de Raad van advies voor Vreemdelingen wordt aangepast in die zin dat ook vertegenwoordigers van het middenveld zullen worden opgenomen in de raad.
Mensen zonder papieren hebben recht op dringende medische hulp (art. 57§2 van de OCMW-wet en het KB Dringende Medische Hulp van 12 december 1996). Aangezien het begrip dringende medische hulp door zorgverstrekkers verschillend wordt geïnterpreteerd, moet het KB verduidelijkt worden. Dringendheid van een behandeling betreft de noodzakelijkheid ervan; de beslissing daarover ligt bij de arts. Die heeft wel de
plicht
het
bevoegde
OCMW
in
te
lichten
over
behandelingen
die
niet
terugbetaalbaar zijn. De terugbetaling van de dringende medische hulp zal binnen een redelijke termijn gebeuren. De regering maakt de administratieve procedures tussen OCMW’s en federale overheidsdiensten, alsook tussen OCMW’s en zorgverstrekkers helder en transparant, onder meer door het gebruik van de medische kaart.
5.4
Nationaliteit en volwaardig burgerschap
De regering maakt de verwerving van de Belgische nationaliteit via naturalisatie o.m. afhankelijk van de volgende voorwaarden: een verblijfsrecht van onbepaalde duur op het moment van de aanvraag; een voorafgaandelijk ononderbroken wettelijk verblijf van 5 jaar én een bewijs van integratie. Deze integratie wordt beoordeeld aan onder meer een voldoende kennis van een van de drie landstalen. Deze voorwaarden worden ingeschreven
in
de
nationaliteitswet.
De
federale
overheid
sluit
een
samenwerkingsovereenkomst af met de gemeenschappen m.b.t. de manier waarop het bewijs van taalkennis c.q. integratie kan worden geleverd. De nationaliteitswetgeving wordt migratieneutraal. Het mag niet makkelijker zijn de nationaliteit te verwerven dan een verblijfsvergunning te krijgen. Daarom wordt artikel 12 bis § 1, 2° van de vreemdelingenwet, dat bepaalt dat meerderjarige kinderen die in het buitenland geboren zijn en van wie een van de ouders of adoptant Belg is geworden, op het moment van de nationaliteitsverklaring de Belgische nationaliteit verkrijgen, opgeheven.
10 oktober 2007
9
De nationaliteitsverwerving wordt geojectiveerd. De huidige gunstprocedure van de naturalisaties moet het uitzonderingsstelsel worden, met een gedegen ambtelijke voorbereiding binnen het kader van objectieve criteria waaraan elke aanvraag nauwkeurig wordt getoetst. De regering hoopt dat het parlement zal waken over een goede toepassing van de beginselen van behoorlijk bestuur bij de behandeling van naturalisatie-aanvragen.
10
10 oktober 2007