s
t
u
Jongeren en vrijetijdsbesteding
Jongeren en vrijetijdsbesteding
OIVO, juli 2007
d
i
e
Agenda 1. Doelstellingen 2. Methodologie 3. De vrijetijdsbestedingen 1. Verschillen volgens leeftijd, sociale groep en onderwijstype 2. Verschillen volgens relationeel en houdingsprofiel
4. Vakanties 1. Verschillen volgens leeftijd en sociaaldemografisch profiel 2. Verschillen volgens relationeel en houdingsprofiel
5. Conclusies en aanbevelingen
2
Doelstellingen • Het doel van deze studie bestaat erin de gewoonten van de jongeren te kennen als het gaat om buitenschoolse activiteiten, vrijetijdsbestedingen, uitgaan en vakanties. • Deze studie maakt een analyse mogelijk van verschillende elementen: De vrijetijdsbestedingen, de buitenschoolse activiteiten (sport, jeugdbewegingen, videospelletjes, televisie, de pretparken, muziek, musea en tentoonstellingen) Het uitgaan (iets gaan drinken, naar de dancing, naar de discotheek) Vakanties (met het gezin, met vrienden)
• De betekenisvolle sociaaldemografische verschillen (geslacht, leeftijd, woonplaats, onderwijstype,...) zullen aangetoond worden in de beschrijving van de activiteiten die de jongeren al dan niet waarderen. • De opbouw van de relationele en houdingsprofielen heeft het mogelijk gemaakt om de verschillende resultaten te bestuderen vanuit een relationele hoek (gemakkelijkheid in de omgang, houding tegenover eenzaamheid) en een houdingsopzicht (houding tegenover het risico, de nieuwheid, de intense ervaringen, verbod). 3
Methodologie • 2.200 kwantitatieve interviews afgenomen met behulp van een schriftelijke vragenlijst bij jongeren van 9 à 18 jaar in België. • Field : februari 2007. • Aselecte gelaagde gecorrigeerde steekproef. • De resultaten hebben de gepaste statistische bewerkingen (χ2, foutmarge) ondergaan. • De maximale totale foutmarge op de steekproef bedraagt 2%. • Enkel de betekenisvolle resultaten worden voorgesteld. Elk gegeven werd echter geanalyseerd in functie van geslacht, locatie (provincie), leeftijd, sociale groep, taalgroep, opleidingstype, grootte van en type gezin, relationele en houdingscriteria.
4
De vrijetijdsbestedingen TV kijken
94%
Internet gebruiken
93%
Een sport beoefenen
74% 70%
Iets gaan drinken Pretpark bezoeken
65%
Videospellen spelen
64%
Uitgaan naar disco, bal
49% 40%
Musea, tentoonstellingen bezoeken Naar de jeugdbeweging gaan Muziekinstrument bespelen
35% 26%
¾ Welke activiteiten voer je uit?
TV kijken en Internet gebruikenzijn de activiteiten die
alle jongeren van 9 à 18 jaar uitvoeren. 3 op de 4 jongeren beoefenen een sport buiten de school. 7 op de 10 jongeren gaan op café iets drinken en meer dan 6 op de 10 jongeren bezoeken de pretparken en/of spelen videospelletjes. Uitgaan naar een bal, een discotheek geldt maar voor 1 op de 2 jongeren. 4 op de 10 jongeren bezoeken musea, tentoonstellingen. Slechts 1 op de 3 jongeren gaat naar een jeugdbeweging en maar 1 op de 4 bespeelt een muziekinstrument.
Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 5
De vrijetijdsbestedingen: verschillen volgens profiel Betekenisvol verschil
Hoger
Lager
TV kijken (94%)
Vlaanderen (96%) Gezin met 4 personen (96%)
Kunstonderwijs (83%) Wallonië (91%) Gezin met 2 personen (87%)
Internet gebruiken (93%)
Vlaanderen (96%) Secundair onderwijs (kunst) (97%)
Wallonië (88%) Basisonderwijs (85%)
Een sport beoefenen (74%) Basisonderwijs (84%) Gezin met 4 personen (79%) Hoge sociale groep (80%)
Iets gaan drinken (70%)
Technisch onderwijs (62%) Gezin met > 5 personen (69%) Eenoudergezin met moeder alleen (66%) Lage sociale groep (68%)
Nederlandstaligen (75%) Basisonderwijs (58%) Lage sociale groep (76%) Secundair onderwijs (beroeps en kunst) (82%) Technisch onderwijs (77%)
6
De vrijetijdsbestedingen: verschillen volgens profiel Betekenisvol verschil
Hoger
Lager
Pretpark bezoeken (65%)
Basisonderwijs (70%) Nederlandstaligen (69%) Gezin met 4 personen (69%)
Kunstonderwijs (40%) Beroepsonderwijs (44%) Franstaligen (58%) Gezin met 2 personen (53%)
Een videospel spelen (64%) Jongens (88%) Basisonderwijs (72%) Beroepsonderwijs (75%)
Meisjes (38%) Kunstonderwijs (55%) Gezin met 2 personen (42%)
Uitgaan naar disco, bal Secondair onderwijs (technisch, beroeps en Basisonderwijs (23%) kunst) (77%) Tweeoudersgezin (43%) (49%) Gezin met 2 personen (69%) Gezin met 3 personen (57%) Eenoudergezin met vader alleen (68%) Eenoudergezin met vader en moeder afwisselend (58%)
7
De vrijetijdsbestedingen: verschillen volgens profiel Betekenisvol verschil
Hoger
Musea, tentoonstellingen Franstaligen (47%) Hoge sociale groep (50%) bezoeken (40%) Basisonderwijs (53%) Kunstonderwijs (66%)
Lager Nederlandstaligen (35%) Lage sociale groep (30%) Technisch en beroepsonderwijs (22%)
Naar een jeugdbeweging Basisonderwijs (47%) Gezin met 5 personen (44%) gaan (35%)
Technisch onderwijs (24%) Beroepsonderwijs (21%) Gezin met 2 personen (20%) Gezin met 3 personen (29%) Lage sociale groep (30%) Eenoudergezin met moeder alleen (28%)
Muziekinstrument bespelen Kunstonderwijs (41%) Brussel (37%) (26%)
Beroepsonderwijs (10%) Technisch onderwijs (19%) Wallonië (21%) Lage sociale groep (17%)
Hoge sociale groep (33%)
8
Vrijetijdsbestedingen volgens leeftijd ¾ Evolutie van de activiteiten met de leeftijd
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Iets gaan drinken, cafés bezoeken en uitgaan naar de
9j
10 j 11 j 12 j 13 j 14 j 15 j 16 j 17 j 18 j
Iets gaan drinken Uitgaan Musea, tentoonstellingen
discotheek zijn activiteiten die almaar meer gedaan worden naarmate de jongere ouder wordt. Op de leeftijd van 17 gaan 9 op de 10 jongeren iets drinken. Vanaf de leeftijd van 16 jaar gaan 8 op de 10 jongeren uit naar bals/de disco. Musea en tentoonstellingen bezoeken komt meer voor bij de jongeren onder de 13. 1 op de 2 jongeren van 9 à 13 jaar neemt deel aan die activiteit. De interesse voor dit type activiteit neemt vervolgens af tussen de leeftijd van 13 en 16 jaar. Rond de leeftijd van 17-18 jaar zien we een opleving van de belangstelling voor bezoeken aan musea en tentoonstellingen.
Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 9
Vrijetijdsbestedingen volgens leeftijd ¾ Evolutie van de activiteiten met de leeftijd
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Een sport beoefenen neemt af met de leeftijd. Op de
9j
10 j 11 j 12 j 13 j 14 j 15 j 16 j 17 j 18 j
Sportactiviteiten Pretpark Jeugdbeweging
leeftijd van 9 jaar beoefenen 9 op de 10 jongeren een sport. Tussen 10 en 14 jaar doen 8 op de 10 jongeren dat nog en vanaf de leeftijd van 15 jaar neemt het percentage af tot 2 op de 3 jongeren. De pretparken trekken in het bijzonder de jongeren onder de 15 aan. Op die leeftijd bezoekt ongeveer 70% van de jongeren pretparken. Daarna neemt de interesse af naarmate de leeftijd stijgt, maar ze blijft groot. Meer dan de helft van de jongeren van 15 jaar en ouder gaan naar pretparken. De jeugdbewegingen hebben meer succes onder de jongste kinderen (9-13 jaar).
Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 10
Vrijetijdsbestedingen volgens leeftijd ¾ Evolutie van de activiteiten met de leeftijd
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
TV kijken en Internet gebreuiken doen bijna alle
9j
jongeren, ongeacht hun leeftijd. Videospelletjes hebben enig succes op elke leeftijd, maar in het bijzonder onder de jongeren van 11-12 jaar. 1 op de 4 jongeren bespeelt een muziekinstrument. Er zijn geen betekenisvolle verschillen volgens leeftijd.
10 j 11 j 12 j 13 j 14 j 15 j 16 j 17 j 18 j
Videospel spelen
Muziekinstrument bespelen
TV kijken
Internet gebruiken
Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 11
Sportactiviteiten en sociale groep ¾ Sportbeoefening en sociale groep
HSG
80%
De jongeren die behoren tot de hoge sociale groepen
Gemiddelde
74%
GSG
74%
LSG
beoefenen meer dan gemiddeld een sport. Een sport beoefenen geldt voor iets minder jongeren in de lage sociale groepen.
68% Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 12
Artistieke activiteiten (muziek) en sociale groep ¾ Een muziekinstrument bespelen en sociale groep
HSG
33%
Een derde van de jongeren die behoren tot de hoge
GSG
27%
Gemiddelde
26%
LSG
sociale groepen, bespelen een muziekinstrument. De jongeren die behoren tot de lage sociale groepen, bespelen met minder dan het gemiddelde een muziekinstrument.
17% Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 13
Culturele activiteiten en sociale groep ¾ Bezoeken aan musea/tentoonstellingen en sociale groep
HSG
50%
GSG
41%
Gemiddelde
LSG
De jongeren die behoren tot de hoge sociale
groepen, bezoeken met meer dan het gemiddelde musea en tentoonstellingen. De jongeren die behoren tot de lage sociale groepen, zijn minder talrijk (minder dan een derde) om aan zulke activiteiten mee te doen.
40%
30% Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 14
Culturele activiteiten en onderwijstype Kunstonderwijs
66%
53%
Basisonderwijs
40%
Gemiddelde
38%
Algemeen Technisch Beroeps
¾ Bezoeken aan musea/tentoonstellingen en onderwijstype
De jongeren van het basis- en secundair
kunstonderwijs doen talrijker mee aan culturele activiteiten. In het algemeen onderwijs bezoeken ongeveer 4 op de 10 jongeren musea en tentoonstellingen. In het technisch en het beroepsonderwijs doen maar 2 op de 10 jongeren mee aan dit type activiteit.
23% 21% Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 15
Uitgaan en onderwijstype 87% 83%
Kunstonderwijs
78% 81%
Beroeps
77%
Technisch
¾ Uitgaan en onderwijstype
In het kunst- en het beroepsonderwijs gaan 8 op de
67% 71%
Algemeen
52%
10 jongeren naar de dancing en/of iets drinken op café. In het technisch onderwijs gaan bijna 7 op de 10 jongeren uit en bijna 8 op de 10 jongeren bezoeken cafés. In het algemeen onderwijs gaat maar 1 op de 2 jongeren uit naar de dancing of discotheek, maar 7 op de 10 gaan wel iets drinken met vrienden.
58%
Gemiddelde
49% Uitgaan
Iets gaan drinken
Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 16
Relationele en houdingsprofielen • De enquête heeft het mogelijk gemaakt om bij de jongeren profielen aan te tonen die verschillen op het relationele en houdingsvlak. Het doel van deze actie bestaat erin de activiteiten naar voren te laten komen die de jongeren verkiezen naargelang hun profiel. • De relationele profielen werden uitgewerkt op basis van vragen die aan de jongeren werden gesteld over: hun verstandhouding met de jongeren van hun leeftijd, met hun broers en zussen, hun idee over het aantal vrienden, kameraden dat ze hebben (verstandhouding leeftijdgenoten +/verstandhouding leeftijdgenoten -), hun verstandhouding met hun ouders (verstandhouding ouders +/ verstandhouding ouders -) hun inschatting van de eenzaamheid (eenzaamheid +/ eenzaamheid -)
• De houdingsprofielen werden uitgewerkt op basis van vragen over: hun houding ten overstaan van risico (risico +/risico -), intense ervaringen (sensatie +/ sensatie -), nieuwheid (nieuwheid +/ nieuwheid -) en verboden (verbod +/ verbod -).
• Het bekeken profiel zal + of – zijn naargelang de jongeren positief of negatief hebben geantwoord op de vra(a)g(en) aan de hand waarvan dat profiel kon worden opgemaakt (bijv.: ik neem niet graag risico’s -> risico -).
17
Relationele profielen en activiteiten, vrijetijdsbestedingen Profiel
Activiteit die meer wordt gedaan
Activiteit die minder wordt gedaan
Verstandhouding met leeftijdgenoten + Verstandhouding met leeftijdgenoten -
Bezoek aan tentoonstelling
Verstandhouding met ouders + Verstandhouding met ouders -
Uitgaan Uitgaan
Eenzaamheid +
Eenzaamheid -
musea, Jeugdbeweging TV kijken Een sport beoefenen Pretpark Videospelletjes
TV kijken Aan sport doen Pretpark Aan sport doen Pretpark 18
Houdingsprofielen en activiteiten, vrijetijdsbestedingen Profiel
Activiteit die meer wordt gedaan
Risico +
Uitgaan, iets gaan drinken Aan sport doen, Videospelletjes
Risico Sensaties +
Aan sport doen Pretpark, Videospelletjes
Sensaties Nieuwheid +
Aan sport doen, Pretpark Uitgaan Iets gaan drinken Videospelletjes
Nieuwheid Verbod +
Activiteit die minder wordt gedaan
TV kijken, Pretpark Uitgaan Iets gaan drinken, Uitgaan Videospelletjes
Bezoek aan musea, tentoonstellingen
Verbod 19
De vakanties ¾ Met wie ga je op vakantie?
De meerderheid van de jongeren van 9 à 18 jaar gaan
Vakantie met het gezin
Vakantie met vrienden
85%
op vakantie met hun ouders, met het gezin. Ongeveer 1 op de 2 jongeren gaat op vakantie met kameraden, vrienden.
54%
Basis : jongeren van 9 à 18 jaar – meerdere antwoorden mogelijk 20
De vakanties volgens leeftijd ¾ Type vakantie volgens leeftijd
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Een meerderheid van de jongeren (85%) gaat op
vakantie met het gezin. Rond de leeftijd van 15 jaar neemt dat percentage af en komen er meer vakanties met vrienden.
9j
10 j 11 j 12 j 13 j 14 j 15 j 16 j 17 j 18 j
Vakantie met het gezin
Vakantie met vrienden
Basis : jongeren van 9 à 18 jaar 21
De vakanties : verschillen volgens profiel Betekenisvol verschil
Hoger
Vakantie met het gezin Vlaams klein dorp (91%) Hoge sociale groep (89%) (85%) Basisonderwijs (93%)
Lager Wallonië (81%) Technisch onderwijs (78%) Kunstonderwijs (74%) Gezin met 2 personen (63%) Lage sociale groep (78%) Waals klein dorp (74%) Vlaamse landelijke gemeente (79%) Eenoudergezin met moeder alleen (69%)
Vakantie met vrienden Kunstonderwijs (80%) Brusselaars (68%) (54%) Gezin met 2 personen (64%) en met 3 personen (63%) Eenoudergezin met vader alleen (69%) 22
Relationele en houdingsprofielen en de vakanties Profiel
Activiteit die meer wordt gedaan
Activiteit die minder wordt gedaan
Verstandhouding met ouders Vakanties met ouders + Verstandhouding ouders Risico +
Vakanties met ouders Vakanties met vrienden
Risico Sensaties + Sensaties -
Vakanties met vrienden
Nieuwheid + Nieuwheid Verbod +
Vakanties met vrienden Vakanties met vrienden
Verbod 23
Conclusies • Vrijetijdsbestedingen: TV en Internet (nog) altijd bovenaan... TV kijken is een activiteit die alle jongeren doen, zonder onderscheid.
• Sport beoefenen neemt af naarmate de jongere ouder wordt... Veel jongeren beoefenen een sport, maar deze goede gewoonte gaat jammer genoeg teloor als ze ouder worden. Sporten is een sociale activiteit die minder gesmaakt wordt door de jongeren die graag alleen zijn en die niet altijd een goede verstandhouding hebben met de andere jongeren. Daar staat tegenover dat er meer aan sport wordt gedaan onder de jongeren die graag risico’s nemen, die van intense ervaringen houden, die graag doen wat verboden is.
• Uitgaan: een middel om te rebelleren? Uitgaan met vrienden, op café of naar de dancing hebben behoorlijk succes onder de jongeren, in het bijzonder vanaf de leeftijd van 15 jaar in het secundair beroeps- en kunstonderwijs. Hoe vaak wordt uitgegaan lijkt verband te houden met de relaties van de jongere met zijn/haar ouders. De jongeren die verklaren dat ze geen goede verstandhouding hebben met hun ouders, zijn talrijker om uit te gaan, ongetwijfeld vanuit een soort opstandigheid. Het uitgaan wordt meer gesmaakt door de jongeren die graag verboden dingen doen en graag risico’s nemen.
24
Conclusies • De pretparken: een vaste waarde... De pretparken worden geapprecieerd door de jongeren die snakken naar intense ervaringen en nieuwigheden (in het bijzonder onder de jongeren beneden de 15). Een pretpark bezoeken is een groepsactiviteit en wordt minder gesmaakt door de jongeren die graag alleen zijn en geen goede verstandhouding hebben met hun leeftijdgenoten.
• Videospelletjes spelen: een hoofdzakelijk mannelijke activiteit... In tegenstelling tot de meisjes spelen de meeste jongens videospelletjes. De aantrekkelijkheid van die spelletjes blijft groot, ongeacht de leeftijd. De jongeren waarderen in het bijzonder de intense ervaringen, het avontuur, de nieuwheid, het nemen van risico’s die deze spelletjes simuleren.
• Culturele bezoeken: uitgesproken verschillen Musea en tentoonstellingen bezoeken is een activiteit die niet veel jongeren doen, maar er zijn duidelijke sociaaldemografische verschillen zichtbaar: de kinderen in het basisonderwijs en de jongeren in het kunstonderwijs zijn talrijker om ze te bezoeken. De sociale groep is ook een verschilfactor: de jongeren uit de lage sociale groepen gaan minder musea bezoeken. 25
Conclusies • De scouts... Slechts 1 op de 3 jongeren is elke week « present ». De jeugdbewegingen worden meer bezocht door de jongeren van 9 tot 12 jaar. Na die leeftijd gaat het deelnemen aan die activiteiten gevoelig achteruit. De jongeren uit een groot gezin zijn vaker lid. De jongeren uit het technisch en het beroepsonderwijs alsook zij die beweren geen goede verstandhouding te hebben met de andere jongeren, zijn minder talrijk lid.
• Muziek spelen spreekt maar weinig jongeren aan... Slechts 1 op de 4 jongeren bespeelt een muziekinstrument. Voor die activiteit worden er sociaaldemografische verschillen zichtbaar: de jongeren die in Brussel wonen, in het kunstonderwijs zitten en behoren tot de hoge sociale groepen, zijn talrijker om zelf muziek te spelen. In het beroepsonderwijs zijn er zeer weinig jongeren die een muziekinstrument bespelen.
26
Conclusies • De vakanties De meerderheid van de jongeren gaat op vakantie met het gezin. Als ze eenmaal 15 zijn, zijn er meer jongeren die ook met vrienden op vakantie gaan. De jongeren in het kunstonderwijs zijn veel talrijker om te verklaren dat ze met vrienden op vakantie gaan. Hetzelfde geldt voor de Brusselaars, de enige kinderen en de kinderen in eenoudergezinnen (met vader alleen).
27
Aanbevelingen • De vrijetijdsbezigheden zijn een sleutelmoment voor de jongeren en de adolescenten als het gaat om deelname aan sportieve, culturele of ontspanningsactiviteiten. • Met de overstap naar de adolescentie genieten zowel de sportieve als de culturele georganiseerde activiteiten minder belangstelling bij de jongeren: het zou dus een goede zaak zijn als er mechanismen ontwikkeld werden om die activiteiten aan te moedigen. We denken daarbij aan de invoering van sportcheques (in het kader van het voedings-gezondheidsplan) of – extra – steun aan de sportfederaties. • Andere actieve vrijetijdsbestedingen (jeugdbewegingen, muziek spelen in groep, culturele bezoeken) kunnen interessante alternatieven vormen voor de activiteiten die voor de ouders zeer duur uitvallen, zoals het wekelijks gaan winkelen, uitgaan naar de dancing/disco of uitstappen maken naar een pretpark. Bovendien komt dat uitgaan met vrienden vaak neer op een gelegenheid om iets te gaan drinken, wat soms ertoe kan leiden dat de consumptie van alcohol als iets heel gewoon wordt ervaren. • Tot slot blijkt de sociale groep waartoe iemand behoort bepalend te zijn voor de keuze (of het gebrek aan de mogelijkheid tot het uitoefenen) van een activiteit. Daarom moet de overheid de actieve vrijetijdsbestedingen meer voor iedereen toegankelijk maken. • De tijd die wordt doorgebracht op het internet en voor de televisie vraagt om de oplossing van de problemen inzake de bescherming van minderjarigen. Het gaat om kwesties zoals de naleving van de privacy, de controle op reclamepraktijken, de verslaving aan spelletjes, het respecteren van het recht op informatie en het kopiëren voor privé gebruik. 28
Verantwoordelijke uitgever : Marc Vandercammen OIVO Stichting van openbaar nut – ON 417541646 Paapsemlaan 20 - 1070 BRUSSEL Tel. 02/547.06.11 - Fax. 02/547.06.01 www.oivo.be Uitgave 2007 Catalogusreferentie : 864-07 D 2007-2492-65 OIVO Prijs : 29 € Reproductie voor niet-commerciële doeleinden toegestaan mits bronvermelding
29