s
Jongeren en internet
Jongeren en internet
Juni 2008 Met de steun van de Europese Commissie
t
u
d
i
e
Agenda 1. 2. 3. 4. 5.
Doelstellingen Methodologie Toegang van de jongeren tot de media en het internet Spelletjes (soort, het spelen, duur, voorkeuren, financiering, oorsprong) Internet (aantal bezoeken, surfen, preadolescenten, downloaden, e-mail, chatten, forum, blog, handelingen, voorkeursites) 6. Risicobeheer (risicosites, veiligheid, risicobeheer, ouderlijk toezicht) 7. Conclusies 8. Aanbevelingen
2
Doelstellingen • De gewoonten van de jeugd beschrijven in verband met hun gebruik van het internet • Hun consumptiegedrag en hun houding tegenover het internet toelichten
3
Methodologie • Kwalitatieve benadering • Field : minidiscussiegroepen met 4 kinderen, gedurende 90 minuten en georganiseerd in Brussel (maart - april 2008). • De eerste groep is samengesteld uit 3 kinderen (1 meisje, 2 jongens, allemaal in het 6de leerjaar van de basisschool) die geregeld naar kinderprogramma’s op TV kijken en die het internet gebruiken om te spelen en te chatten. Preado’s • De tweede groep bestaat uit 5 kinderen (3 meisjes, 2 jongens; allemaal in het eerste jaar van het middelbaar) die geregeld TV kijken en die het internet gebruiken om te spelen en te chatten. Jonge ado’s • De derde groep bestaat uit 6 deelnemers van 15-16 jaar (3 meisjes, 3 jongens die ingeschreven zijn in scholen die socio-economisch niet bevoorrecht zijn). Ado’s + • De vierde groep bestaat uit 6 deelnemers van 15-16 jaar (3 meisjes, 3 jongens die ingeschreven zijn in scholen die socio-economisch bevoorrecht zijn en die befaamd zijn om het onderwijs dat ze verstrekken). Ado’s +
4
Methodologie • Kwantitatieve benadering • Field : 2.662 kwantitatieve interviews (van 40’-45’), persoonlijk in de klas afgenomen van 1.004 Franstalige en 1.332 Nederlandstalige leerlingen van het vijfde leerjaar basisonderwijs tot het laatste middelbaar, en 306 interviews in de klas met leerlingen van het eerste en tweede leerjaar basisonderwijs. • Field : oktober – december 2007. • Aselecte gelaagde gecorrigeerde steekproef. • De resultaten hebben de gepaste statistische bewerkingen (c2, Student en normale wet) ondergaan. • De maximale totale foutmarge op de steekproef bedraagt 2%. • Enkel de betekenisvolle resultaten worden voorgesteld. Elk gegeven werd echter geanalyseerd in functie van het geslacht, de locatie, de leeftijd, de sociale groep, het type onderwijs, de grootte van en het type gezin.
5
Toegang tot de media 99%
Een TV
46%
De jongeren leven in een mediawereld. Zo beschikken de 96%
Een radio
Een DVDspeler Een internetaansluiting Een spelconsole
¾ In …, heb je …
80% 92% 33% 89% 34%
meeste huizen waar de jongeren wonen vandaag over TV, radio en een internetaansluiting. In twee op de drie gevallen beschikken ze ook over een spelconsole. Meer verrassend is dat meer dan 1 op de 3 over mediauitrusting in zijn kamer beschikt, bijna 1 op de 2 jongeren beschikken over een TV en 8 op de 10 jongeren over een radio.
63% 37% In je kamer
In het huis
Basis: alle respondenten 6
Toegang tot de media ¾ Vergelijking volgens leeftijd. In je huis is er ... 100%
Het gehalte media-uitrusting van het gezin ligt hoog
80% 60%
40% 20%
0%
ongeacht de leeftijd en voor de klassieke media geldt dat er overal radio en televisie geïnstalleerd is. Het gehalte computeruitrusting met internetaansluiting benadert stilaan de hoge score die geldt voor de klassieke media. Het gehalte spelconsoles varieert naargelang de leeftijd (vooral succes rond de leeftijd van 8, 12 en 16 jaar).
7 j 8 j 9 j 10 j 11 j 12 j 13 j 14 j 15 j 16 j 17 j TV
PC met internet
DVD-speler
Spelconsole
Radio Basis: alle respondenten, 7-8 jaar: Franstaligen, 9 jaar: raming
7
Persoonlijke toegang ¾ Vergelijking volgens leeftijd. In je kamer is er ... 80%
Een radio maakt integraal deel uit van het
60% 40% 20%
0% 10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
TV
PC met internet
DVD-speler
Spelconsole
15 j
16 j
17 j
meubilair van de kamer voor eender welke leeftijd. Een TV maakt stilaan opgang en het internet kent een groeiend succes, net zoals de spelconsole en de DVD-speler. Het percentage computeruitrusting met internetaansluiting benadert beetje bij beetje het hoge peil van de klassieke media-instrumenten.
Radio Basis: alle respondenten 8
Verschillen volgens profiel • Sociale groepen De percentages media-uitrusting variëren naargelang de sociale groepen. Hoe lager de sociale groep waartoe jongeren behoren, hoe minder media-uitrusting ze hebben. De jongeren in bescheiden gezinnen hebben minder vaak in hun kamer een TV (-8%), een internetaansluiting (-5%), een spelconsole (-12%). • Het gezin Er is verschil zichtbaar naargelang het type gezin. In de gezinnen met één ouder (coouderschap of met één van beide ouders) beschikken de jongeren vaker in hun kamer over een TV (+18%), een DVD-speler (+20%), een internetaansluiting (+19%), een spelconsole (+20%). • De taalgroep De Franstalige jongeren beschikken vaker in hun kamer over een spelconsole (+5%), een DVD-speler (+7%), terwijl de Nederlandstaligen vaker over een internetaansluiting (+5%) beschikken.
9
Verschillen volgens profiel • Het geslacht Jongens beschikken vaker in hun kamer over een TV (+4%) of een spelconsole (+14%). • Het onderwijstype De jongeren in het algemeen en technisch onderwijs hebben thuis vaker een internetaansluiting (+5%) dan de jongeren in het beroepsonderwijs (-19%). De jongeren in het basisonderwijs hebben minder vaak een radio in hun kamer (-7%). De jongeren in het beroepsonderwijs beschikken in hun kamer vaker over een televisietoestel (+20%), een DVD-speler (+19%), een computer (+16%) maar dan zonder internetaansluiting.
10
Toegang op school ¾ Is er een computer beschikbaar op school? 96%
Nederlandstaligen
De onderwijsinstellingen die onder de Vlaamse
België
48%
Franstaligen
81%
Gemeenschap vallen, zijn merkelijk beter uitgerust dan die in de Franse Gemeenschap. Het echte verschil (in hoeveelheid, kwaliteit, toegankelijkheid, begeleiding) is echter ongetwijfeld veel groter dan louter de aanwezigheid van een pc. De meerderheid van de jongeren weet van het bestaan van minstens één stuk uitrusting in zijn/haar school, met uitzondering van bijna een vijfde van de Franstaligen! De Nederlandstalige basisscholen zijn de best uitgeruste doordat ICT-opvoeding daar al verplicht is.
Basis: alle respondenten 11
Toegang tot het internet ¾ Waar gebruik je het internet ? 94%
Thuis 27%
Bij een vriend(in)
21%
Op school
17%
Bij familie In een cybercafé Elders
7%
Een meerderheid (55%) van alle jongeren zegt dat ze thuis
surfen, met een lichte daling rond de leeftijd van 11-12 jaar. Kinderen in de laatste jaren basisonderwijs (+13%) en meisjes zeggen dat ze meer op het internet gaan bij vrienden (+4%). Surfen bij vrienden wordt als tweede genoemd (met 12%) alsook bij familie (met 10%) voor de allerkleinsten. 12% van de jongeren zeggen dat ze surfen op school en daarbij vinden we meer Nederlandstaligen (+5%) en meer kinderen uit het basisonderwijs (+9%). Cybercafés bezoeken, wat eerder weinig gedaan wordt (4%), lijkt vooral een praktijk van de 15- tot 17-jarigen uit het technisch onderwijs (+4%).
5% Basis: alle respondenten die surfen 12
Online en offline schermspelen ¾ Speel je soms videospelletjes? (ja) 87%
Jongens
Op het internet, op spelconsole en op computer liggen
72%
België
Meisjes
57%
de jongens een lengte voor op de meisjes als het gaat om spelletjes spelen op het scherm. Die spelletjes variëren weinig naargelang het schooltype, de geografische locatie, de taalgroep of de sociale groep: de jongeren spelen massaal. De jongens zeggen dat ze gemiddeld tienmaal per week spelen tegenover maar viermaal per week voor de meisjes. Dat cijfer stijgt tot 17 maal rond de leeftijd van 12, de piekleeftijd, om daarna terug te vallen naar een gemiddelde van 7 maal per week rond de leeftijd van 16 voor alle types van spelletjes.
Basis: alle respondenten 13
Videospelletjes spelen ¾ Speel je soms videospelletjes ? 89%
90%
91% 82%
63%
65%
60%
42%
10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
Videospelletjes spelen op console, op het internet of op computer is een lievelingsactiviteit voor 90% van de jongeren tussen 10 en 12 jaar. Het is geen verrassing dat de overgang naar het middelbaar onderwijs en het intensere autonome sociale leven zorgt voor een relatieve terugval van die activiteit. 42% van de jongeren spelen nog altijd geregeld schermspelletjes wanneer ze de volwassen leeftijd bereiken en die praktijk stabiliseert zich op de lange termijn. Voor een groot segment van de adolescente bevolking is videospelletjes spelen een even dagelijkse bezigheid als luisteren/kijken naar de klassieke media (radio/televisie).
17 j Basis: alle respondenten 14
Speelduur ¾ Hoeveel minuten heb je gisteren gespeeld ? 115,5 103,9
92,8 80,6
75,6
73,2
59,7 47,7
10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
17 j
Hoewel de kleinere kinderen zeggen dat ze vaker videospelletjes spelen dan de grotere kinderen, is de tijd die aan een speelsessie besteed wordt omgekeerd evenredig met de leeftijd. De minimum speelduur voor alle spelers ligt rond het uur, maar enkel die boven de 17 jaar zeggen dat ze daarmee genoeg hebben. Tussen 10 en 12 jaar verminderen de kinderen hun gemiddelde speelduur van anderhalf uur naar een uur, om daarna weer meer te gaan spelen (tot gemiddeld 2 uren op de leeftijd van 16 jaar). De voorkeurspelletjes voor die leeftijd zijn immers veel complexer en vergen een langere minimumspeelduur per gestarte sessie. Basis: alle respondenten die videospelletjes spelen 15
Voorkeurspelen Sportspel
30% 27%
Actiespel Management
15%
Avontuur
14%
Rollenspel
14%
De jongeren spelen veel spelletjes graag: gemiddeld 1,2
10%
Strategisch spel Simulatie
7%
Constructie
6%
Klassieke spelen
1%
Educatief spel
1%
Andere
¾ Welke zijn je voorkeurspelletjes ?
37%
soorten spel per persoon. De voorkeurspelletjes zijn, in dalende volgorde: sport, actie, management, avontuur, rollenspel, strategisch spel, simulatie, constructiespel, de klassieke spelen, educatieve spelen. Er zijn ook nog andere spelletjes die succes kennen bij de jongeren.
Basis: alle respondenten die videospelletjes spelen 16
Voorkeurspelen • Voorbeelden van spelen die genoemd werden : • • • • • • • • • • •
Actiespelen (Call of Duty II, Counterstrike, Armageddon, Pac Man, Mario, Donkey Kong, ...) Avonturenspel (Myst, Harry Potter, Legend of Zelda, Monkey Island, ...) Strategisch spel (Age of Empires, Age of Mythology, Blizzard's Warcraft, Worms, Tiberian Down, ...) Rollenspel (Star Wars, World of Warcraft, ...) Managementspel (Second Life, Habbo Hotel, The Sims, ...) Constructiespel (Sims City, Caesar, ...) Sportspel (Fifa, EA sport's, Net Force Speed, ...) Simulatiespel (Grands Prix, Flight Simulation IVAO) Klassieke spelen (kaarten: solitaire, schaken, sudoku) Educatief spel (English training, Seriousgames, Food-Force.com) Andere (haatspel, GTA, party, retro: Tetris, ...)
17
Voorkeurspelen volgens speltype Strategisch Management
¾ Type voorkeurspel volgens soort
25% 75% 84% 16% 49% 51%
Ander Constructie Rollenspel Sport
De meisjes houden veel van constructie- en
80% 20%
23% 77% 18% 82% Jongens
Meisjes
managementspelen: de Sims en Sim’s city, Habbo Hotel, Second Life... Een kwart van hen speelt ook graag strategische spelletjes: Age of Empire, Age of Mythology e.a. Ze experimenteren zo op een virtuele manier met tal van facetten van hun toekomstig leven. De jongens spelen meer: races, rollenspelen, gevechtsspelen en strategische spelen laten hen toe om competitie aan te gaan en uitdagingen op te nemen, soms in groep of alleen. De allerkleinsten (<12 jaar) – jongens en meisjes – houden van de avonturenspelen (Harry Potter...).
Basis: respondenten die videospelletjes spelen 18
Internetspelen ¾ Speel je op het internet? Hoe vaak per week? Hoelang speelde je gisteren?
19%
4 op de 5 jongeren zeggen dat ze op het internet spelen
81% Ja
en het percentage jongens is daarbij 11% hoger. Die praktijk neemt toe bij de overgang naar het middelbaar onderwijs. De Nederlandstaligen antwoorden met 4% meer bevestigend dan de Franstaligen. De jongeren zeggen dat ze gemiddeld 5 à 6 maal per week spelen en dat ze iets meer dan een uur gespeeld hebben de avond voor het interview. Die cijfers sluiten aan bij die voor de videospelletjes in het algemeen, online of anders.
Nee Basis: alle respondenten of respondenten die spelen 19
Internetspelen 61%
moeder
¾ Wie geeft je het geld om op het internet te spelen?
60%
vader oudere broer/zus
16%
ander familielid
15%
andere bron
14%
jongere broer/zus
De jongeren, en vooral die onder 12 jaar, ontvangen voor het merendeel het nodige geld voor internetspelen van hun ouders: van de ene, van de andere of van beide. Oudere broers en zussen alsook verdere familie leveren sporadisch een bijdrage. Een kleine minderheid zegt dat mensen buiten de familie of zijzelf het geld leveren. De schermspelen blijven het geschenk bij uitstek voor de jongeren, onder andere voor de feesten. Het is dus traditioneel een investering van het gezin in het begin, met later een aanvulling van de jongere zelf (met eigen middelen).
2% Basis: online spelers, meerdere antwoorden mogelijk
20
Oorsprong van de spelletjes ¾ Hoe kom je aan die spelletjes?
Ik koop ze in de winkel
61%
Als geschenk gekregen
42% 36%
Ouders kopen ze Gratis downloaden Illegaal downloaden Downloaden tegen betaling
33%
12%
De niet-virtuele aankopen domineren nog altijd de markt van de jonge spelers: geschenken, winkels, ouders ... Voor de te downloaden spelletjes verkiest de meerderheid de gratis spelletjes, gevolgd door... illegale downloads! Slechts 8% van de jonge spelers online zeggen dat ze betalen voor hun downloads. De jongens zeggen iets talrijker dan de meisjes (+4%) dat ze betalen voor hun spelletjes en/of ze illegaal downloaden. De jongeren in de minder gegoede socio-economische groepen downloaden over het algemeen meer hun spelletjes (gratis 7% meer, illegaal 11% meer, betalend 9% meer).
8% Basis: spelers van videospelletjes, meerdere antwoorden mogelijk
21
Oorsprong van de spelletjes ¾ Hoe kom je aan die spelletjes ?
70% 60%
Vanaf de leeftijd van 15, wanneer de jongeren over het algemeen
50%
40% 30% 20%
10% 0% 10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
17 j
Gratis downloaden
Illegaal downloaden
Ouders kopen ze
Betalend downloaden
Ik koop ze in winkel
Cadeau gekregen
iets meer zelfstandig hun zakgeld mogen beginnen beheren, stijgt de curve van de aankopen met eigen middelen en in de winkel. De aankopen via downloaden lopen niet parallel met die evolutie: ze trekken jongere kinderen aan, met een piek van meer dan een vijfde op de leeftijd van 12 jaar, om daarna terug te vallen zonder dat de grotere autonomie bij het budgetbeheer voor de grotere kinderen nog een invloed heeft! Op de leeftijd van 15 jaar wordt juist het gratis en/of illegaal downloaden ontdekt terwijl het krijgen van geschenken afneemt en de investeringen van de ouders stagneren. De leeftijd van 11 is de piekperiode voor de kinderen: geschenken, persoonlijke aankopen en gratis downloaden... en dat alles in serieuze hoeveelheden!
Basis: respondenten die videospelletjes spelen, meerdere antwoorden mogelijk
22
Gehalte spelletjes in de online activiteiten 97%
¾ Wat doe je op het internet ? Spelletjes spelen.
98% 90%
Niet verrassend neemt het aandeel ludieke activiteiten
85% 67%
63% 57%
39%
10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
op het internet af met de leeftijd. Meer dan 90% van de jongeren van 10 à 12 jaar zeggen dat ze op het internet spelen. De facto vormen ze dus een doelgroep, zowel voor de investeerders (spelproducenten, product placement voor reclamedoeleinden, enz.) als voor informatie- en sensibiliseringscampagnes.
17 j Basis: alle respondenten 23
De minispelletjes online ¾ Ik speel graag minispelletjes online 62%
Jongens
53% van de jongeren zeggen dat ze graag kleine flash
53%
België
Meisjes
46%
spelletjes spelen online. Vooral de jongens zeggen dat talrijker dan de meisjes, waarmee ze hun algemene interesse in spelletjes bevestigen. Met 20% meer houden ze van dit soort spelletjes in het basisonderwijs: de kleine arcade- of flash-spelletjes zijn een initiatie om later, naarmate ze ouder worden, meer complexe spelen aan te pakken. Eenmaal de 15 voorbij keert de trend om en antwoordt bijna een kwart van de jongeren negatief.
Basis: alle respondenten 24
Aantal bezoeken op het net ¾ Surf je soms op het internet ?
12% De grote meerderheid van de geïnterviewde jongeren
surft op het internet. De meisjes zijn er iets meer aanwezig (>3%), alsook de Nederlandstaligen (>3%). Ze bezoeken het web gemiddeld 9,4 maal per week, d.i. meer dan eenmaal per dag.
88% Ja
Nee Basis: alle respondenten 25
Surfen op het internet ¾ Surf je soms op het internet ? 96%
93%
85%
88%
91%
94%
De globale gegevens over het aantal internetbezoeken
77%
72%
10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
zijn hoog. Het laagste percentage bezoeken, dat van de kinderen van 10 jaar, ligt toch nog op 72%. Op het internet gaan maakt deel uit van hun gewoonten. Na een afname tussen 12-13 jaar, die te maken heeft met de overgang naar het middelbaar en de veranderingen die daarbij horen, stijgt de curve daarna verder, zelfs tot de 10% bereikt wordt die traditioneel als uitgesloten van het internet wordt beschouwd. De jongeren zeggen dat ze gemiddeld 9,5 maal per week op het internet surfen, met de hoogste weekfrequentie bij de 16-jarigen (met 23 maal).
17 j Basis: alle respondenten 26
Verschillen volgens profiel Internetgebruik en frequentie
Hogere gebruiksfrequentie
Lagere gebruiksfrequentie
Gebruik De jongeren in het secundair kunstonderwijs (88% van de jongeren surfen op het (100%) internet) De jongeren in het secundair technisch onderwijs (95%) De jongeren die deel uitmaken van een gezin met 3 personen (95%) De jongeren die behoren tot de lage sociale groepen (92%)
De jongeren in het basisonderwijs (81%) De jongeren die deel uitmaken van een gezin met 2 personen (79%) De jongeren die behoren tot de gemiddelde sociale groepen (84%)
Weekfrequentie (gemiddeld 9,5 maal per week)
De jongeren in het secundair beroepsonderwijs (5.4) De jongeren in het secundair kunstonderwijs (6.0) De Franstalige jongeren (4.9) De meisjes (6.9) De jongeren die behoren tot de lage sociale groepen (5.4) 27
De Nederlandstalige jongeren (13.1) De jongeren in het secundair technisch onderwijs (25,4) De jongens (12,1)
Preadolescenten en het internet
Preado’s
• De kinderen die aan de discussiegroepen deelnemen, zeggen allemaal dat ze toegang hebben tot een computer met internetaansluiting en de meesten hebben helemaal geen hulp nodig om op het internet te gaan. • Ze gebruiken het internet om • • • • •
Tekenfilms of videoclips te bekijken Te spelen Te communiceren (MSN of e-mail) Muziek, spelletjes, video’s te downloaden Producten te kopen (met hun ouders)
28
Jonge adolescenten en het internet
Jonge ado’s
• De jonge adolescenten die aan de discussiegroep deelnemen, hebben toegang tot een pc en tot het internet en hebben geen hulp nodig om op het internet te gaan. • Ze gebruiken het internet om • • • • •
Zichzelf in de kijker te zetten met hun blog Te communiceren Muziek, spelletjes en video’s te downloaden (of te beluisteren, te spelen of te bekijken) Informatie op te zoeken, onder andere over producten die ze willen kopen (kleding) Maar ze kopen niets op het internet.
29
Adolescenten en het internet •
•
* *
Ado’s +
De jongeren van 15-16 jaar hebben toegang tot een pc en tot het internet. De meeste jongens en meisjes beschikken over een eigen pc. De meesten van hen zeggen dat ze geen persoonlijke blog maken. Blogs worden beschouwd als « iets voor kleine kinderen die zich willen tonen ». Ze gebruiken het internet om: • Te communiceren • Te communiceren over een specifiek onderwerp (discussieforums, meer bepaald met muzikale inhoud) • Muziek, spelletjes, video’s te downloaden • Informatie op te zoeken over muziek, cd’s, films, series, enz. (websites zoals You Tube, Dailymotion, radiosites en sites van TV-zenders, ...). Ze downloaden muziek of films van peer-to-peer websites, zonder ervoor te betalen. Verschillenden downloaden zelfs materiaal door gebruik te maken van de onbeveiligde Wi-Fi netwerken van buren, zonder dat die laatsten dat weten. De jongeren in het technisch en het beroepsonderwijs nemen niet deel aan discussieforums en zoeken meestal op een minder specifieke manier naar informatie. Ze hebben meer de neiging om een algemene zoekopdracht in te geven en zich te laten leiden door de volgorde van de websites die Google hen voorstelt.
30
Websites ¾ Bezoek je soms websites? 76%
Meisjes
71% van de jongeren, waaronder iets meer meisjes,
België
Jongens
71%
zeggen dat ze websites bezoeken. Bovendien spreken meisjes van gemiddeld 8 bezoeken per week tegenover 5 bij de jongens. Het type onderwijs dat gevolgd wordt, is ook een bepalend element: leerlingen van het algemeen secundair (10% meer) en van het technisch (8% meer) bezoeken talrijker websites dan de leerlingen in het basisonderwijs of in het secundair beroeps- of kunstonderwijs.
65% Basis: alle respondenten 31
Muziek downloaden van het internet ¾ Download je muziek van het internet ? 31%
Twee derden van de jongeren downloaden muziek van
69%
Ja
het internet, met een gemiddelde frequentie van 7,8 maal per week! Daar zijn iets meer meisjes dan jongens bij. Deze praktijk is zeer wijd verspreid en neemt toe met de leeftijd: 61% in het lager secundair zeggen dat ze muziek downloaden, 79% in het 3de-4de middelbaar en 81% in het hoger secundair. De hoogste frequenties (met 9% meer) vinden we in het beroepsonderwijs.
Nee Basis: alle respondenten die surfen 32
Films downloaden van het internet ¾ Download je films van het internet ? 32%
In tegenstelling tot muziek downloaden lijkt films
68%
Ja
Nee
downloaden maar een derde van de jongeren aan te spreken, met ditmaal iets meer jongens (+8%) dan meisjes. Op de leeftijd van 15 zegt 1 op de 2 jongeren dat hij films downloadt. Op de leeftijd van 10 echter zegt al een vijfde van de kinderen dat ze films downloaden. Eenmaal ouder dan 15 neemt het gemiddelde terug af tot een vierde van de 17- en 18-jarigen. De sociaaleconomische profielen wijzen vooral op stadsbewoners in eenoudergezinnen die zelf internet ter beschikking hebben op hun kamer.
Basis: alle respondenten die surfen 33
Beelden downloaden van het internet ¾ Download je beelden van het internet ?
Evenveel meisjes als jongens downloaden gemiddeld
37%
63%
Ja
iets meer beelden dan films, maar het gaat nog altijd om een minderheid. Het gemiddelde ligt op 6 per week, maar de jongens vertonen hogere frequenties dan de meisjes. Rond de leeftijd van 11 jaar piekt deze activiteit (48% ja tegenover 25% op de leeftijd van 10). Daarna neemt die activiteit geleidelijk af tot onder de 30% op 14jarige leeftijd, om terug te stijgen naar 45% bij de 15jarigen en daarna terug en nog meer te zakken!
Nee Basis: alle respondenten die surfen 34
E-mails zenden ¾ Zend je e-mails via het internet ? 83%
88%
74% 68% 57%
57%
Gemiddeld 73% van de jongeren zeggen dat ze e-mails
68%
57%
10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
versturen: 79% van de meisjes en 65% van de jongens. Bovendien beweren de meisjes dat ze frequenter mails sturen dan de jongens: 6,8 tegenover 3,6 mails per week. De verdeling volgens leeftijd onder de jongeren die mails versturen toont aan dat het een activiteit is die toeneemt met de leeftijd.
17 j Basis: alle respondenten die surfen 35
Chatten ¾ Chat je via het internet ?
18% Elke goede surfer is een « chatter »... of toch bijna! Of
82% Ja
Nee
nog beter een « chatster »: 88% van de surfsters chatten tegenover 77% van de surfers! Van bij de start is chatten een prioriteit: 74% van de leerlingen die nog in het basisonderwijs zitten, chatten al. Zodra de overgang naar het secundair gemaakt is, stijgt het percentage naar 84% en blijft het boven de 80% tot de volwassen leeftijd bereikt wordt. De gemiddelde frequentie bedraagt 9,6 maal per week: een chatsessie openen is voor de jongeren een dagelijkse gewoonte op het internet.
Basis: alle respondenten die surfen 36
Deelnemen aan discussieforums 15%
¾ Neem je deel aan discussieforums via het internet?
De discussieforums moeten behoorlijk leeg zijn als we
85%
Ja
de meerderheid van de leerlingen (85%) mogen geloven. Slechts de oudsten (8% van 17+’ers) nemen eraan deel, met een lichtjes grotere vertegenwoordiging van jongens (6% meer) ... De andere forums (sociale netwerken of forums voor uitwisselen van spelcodes...) waren niet in de vraag inbegrepen. Zonder twijfel zouden de frequenties daar hoger geweest zijn. De respondenten die op een forum discussiëren, doen dat gemiddeld 7,3 maal per week: één bezoek per dag.
Nee Basis: alle respondenten die surfen 37
Een eigen blog hebben ¾ Heb je een eigen blog ?
32%
Hoewel een derde van de jongeren « blogt », gaat het
68%
Ja
daarbij in de eerste plaats om meisjes (4% meer eigen blogs van meisjes). 8% meer positieve antwoorden in het basisonderwijs: de allerkleinsten maken graag één of meerdere blogs. De 10-jarigen hebben een gemiddelde bezoekfrequentie op blogs van wel 24,7 per week ! 41% van de jongeren van 11 jaar bevestigen dat ze persoonlijke blogs bezoeken.
Nee Basis: alle respondenten die surfen 38
Deelnemen aan blogs ¾ Ik neem deel aan blogs op het internet
Zowel voor het maken van een eigen blog als voor het
41%
36%
41%
39%
39%
32%
20%
12%
10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
bezoeken van de blog van anderen blijft het aantal geïnteresseerden stabiel als ze eenmaal de basisschool verlaten hebben. Er is een korte opleving rond 13-14 jaar, met een gemiddelde van 8,3 blogbezoeken per week: de blogs van vrienden eerst ! Maar voordat ze volwassen worden hebben vier vijfden van de jongeren het intensief « bloggen » uit hun jonge jaren al opgegeven. Het gebeurt gemiddeld maar driemaal per week meer.
17 j Basis: alle respondenten die surfen 39
Convergentie TV – Internet of GSM ¾ Keuzecriteria voor een TV-uitzending Je hebt al de website van een TV-zender geraadpleegd
45%
Informatie die via een website verstrekt wordt,
Ik kies een TV-programma op basis van een krant, een tijdschrift
36%
Ik kies een TV-programma op basis van de website van de zender
16%
Ik zou graag info over een uitzending die ik graag zie ontvangen per GSM
15%
interesseert momenteel maar 1 op de 2 jongeren. En dan nog dient de raadpleging van een site niet vaak voor het kiezen. Informatie per GSM interesseert 1 op de 7 jongeren. Die twee kanalen winnen echter jaar na jaar aan belang en de versmelting tussen TV, internet en GSM is steeds meer een feit.
Basis: alle respondenten, meerdere antwoorden mogelijk 40
Acties op het internet 82%
Chatten
¾ Wat doe je op het internet ?
Spelen
73%
Chatten scoort het hoogst: 82% van de geïnterviewde
E-mails versturen
73%
Websites raadplegen
71%
Muziek downloaden
69%
jongeren zeggen dat ze chatten op het net. Daarna volgt, voor 70% onder hen, websites raadplegen, spelen, e-mails versturen en muziek downloaden als tweede stap, na het opstarten van de computer en het openen van een chatsessie. Verder zijn de activiteiten gediversifieerd: films en beelden downloaden, deelnemen aan blogs en een blog maken. Deelnemen aan discussieforums komt laatst, met maar 15% geïnteresseerde jonge surfers.
37%
Beelden downloaden Deelnemen aan blogs
33%
Films downloaden
32%
Een blog hebben
32%
Deelnemen aan discussieforums
15%
Basis: alle respondenten, meerdere antwoorden mogelijk 41
Voorkeursites 35%
Speelsites (Casino, jeuxvideo.com, ...) Gedeelde sites (Fotolog, Sherazade, Itunes, YouTube, ThePirateBay, ...) Sociale netwerksites (blogs, skyblog, redbox, myspace, secondlife, ...)
27% 26%
10%
Commerciële sites (e-Bay e.a.) Vrijetijdsites (reizen, sport, ...)
8%
Chatsites, messenger, forums (MSN, Yahoo, Gmail, ...)
8% 6%
Technologische sites (Firefox, Microsoft, FSecure, ...)
2%
Sites voor volwassenen (Meetics, XX, ...)
2%
Andere
Elke jongere vernoemt gemiddeld 1,5 websites. 1 op de 10 jongeren vernoemt spontaan een
14%
Informatiesites (Google, Wikipedia, ...)
Mediasites (radio1, le soir online, ...)
¾ Welke zijn je voorkeursites ?
8%
commerciële website waar hij koopt, verkoopt, ruilt, aan een veiling deelneemt of informatie zoekt over prijzen. Merk op dat de twee meest bezochte types websites – nl. voor spelen en sharing sites (voor muziek, video’s) – soms bepaalde financiële handelingen vereisen. De sociale netwerksites (blog, myspace,...) worden meer bezocht door de meisjes (+8%). De jongens zeggen dat ze liever websites bezoeken die speciaal voor hen ontworpen zijn (+18%).
Basis: respondenten die internet gebruiken, meerdere antwoorden mogelijk
42
Voorkeursites volgens taalgroep Gedeelde sites (Fotolog, Sherazade, Itune, Youtube, ThePirateBay, ...) Sociale netwerksites (blogs, skyblog, redbox, myspace, secondlife,...)
21% 20%
Speelsites (Casino, jeuxvideo.com,...) Ccommerciële sites (e-Bay, ...) Informatiesites (Google,Wikipedia, ....) Vrijetijdsites (voyages, sport ..) Mediasites (radio1, le soir en ligne, ...) Chatsites, messenger, forums (MSN, Yahoo, Gmail....) Technologische sites ( Firefox, Microsoft, FSecure...) Sites voor volwassenen ( Meetics, XX, ...) Andere Franstalig
34%
¾ Welke zijn je voorkeursites ?
33% 30%
39%
De Franstalige jongeren verkiezen in de eerste plaats de
6%
14% 17% 11% 8% 8% 6% 7% 9% 6% 2% 2% 2% 1% 12% 3% Nederlandstalig
gedeelde sites, de sociale netwerksites en de speelsites. De Nederlandstalige jongeren verkiezen de speelsites, de gedeelde sites en de sociale netwerksites. 1 op de 7 Franstaligen noemt spontaan een commerciële website waarop hij koopt, verkoopt, ruilt, aan een veiling deelneemt of informatie over prijzen zoekt; dat aantal is maar half zo groot bij de Nederlandstaligen.
Basis: respondenten die internet gebruiken, meerdere antwoorden mogelijk
43
Voorkeursites ¾ Welke zijn je voorkeursites ?
70%
De populariteit van de spelsites neemt sterk toe tussen 10 en
60% 50%
40% 30%
20% 10%
0% 10 j Chat
11 j
12 j
13 j
Sociaal netwerk
14 j
15 j Commercieel
16 j
12 jaar, om daarna geleidelijk af te nemen en rond de leeftijd van 17 terug te keren naar het startpeil. De sociale netwerksites komen op rond de leeftijd van 11 jaar en gaan constant vooruit tot de leeftijd van 15. Uiteindelijk stabiliseert het peil zich op hetzelfde niveau als dat van de gedeelde websites, die een gelijklopende evolutie doormaken. De populariteit van de chatsites is nogal laag en piekt op de leeftijd van 16 jaar: dan chatten 81% van de jongeren elke dag! De commerciële websites kennen twee populariteitspieken: tussen 12 en 13 en later rond 16 jaar.
17 j Spelen
Basis: respondenten die internet gebruiken, meerdere antwoorden mogelijk
44
Voorkeursites ¾ Welke zijn je voorkeursites ?
70% 60%
De gedeelde sites hebben echt succes vanaf 14+. De informatiesites hebben twee pieken: één rond de
50% 40%
30% 20%
10% 0% 10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
leeftijd van 10 jaar en opnieuw rond 13-15 jaar. Zou die interesse verband houden met de schoolpraktijk? De vrijetijdsites hebben maar verdeeld succes, zelfs bij de 15+’ers. De populariteit van de mediasites krijgt maar een boost vanaf 16+. De voorkeur voor de « volwassen » websites blijft beperkt voor de leeftijd van 16 en de interesse voor de technologische sites blijft zeer beperkt.
17 j
Gedeelde sites
Informatie
Vrije tijd
Media
Volwassenen
Technologie
Basis: respondenten die internet gebruiken, meerdere antwoorden mogelijk
45
Voorkeursites ¾ Welke zijn je voorkeursites ?
70%
Als bevestiging van de verdeling volgens leeftijd van de
60% 50% 40%
30%
20% 10%
0% 10 j
11 j
12 j
13 j
14 j
15 j
16 j
17 j
Gedeelde sites
Informatie
Vrije tijd
Media
Volwassenen
Technologie
voorkeuren die de leerlingen noemen, komt de goede bekendheid met de speelsites en de commerciële sites al zeer vroeg tot stand: bij de kinderen in het basisonderwijs, dus jonger dan 12. Ook al in de basisschool scoren de gedeelde websites het best. De meer gerichte of specifieke sites, zoals sociale netwerksites of technologische sites, zijn beter gekend en meer gewaardeerd door de leerlingen van het algemeen secundair onderwijs. Zoeken naar meer complexe informatie is meer iets voor de leerlingen in het algemeen secundair, terwijl de mediasites vooral de beroepsafdeling interesseren.
Basis: respondenten die internet gebruiken, meerdere antwoorden mogelijk
46
Voorkeursites ¾ Welke zijn je voorkeursites ?
70% 60%
Als bevestiging van de verdeling volgens leeftijd van de
50% 40% 30%
20%
10% 0% Basisond. Chatsites
Algemeen sec. Sociaal netwerk
Technisch sec.
Beroeps
Commerciële sites
Kunstond. Speelsites
voorkeuren die de leerlingen noemen, komt de goede bekendheid met de speelsites en de commerciële sites al zeer vroeg tot stand: bij de kinderen in het basisonderwijs, dus jonger dan 12. Ook al in de basisschool scoren de gedeelde websites het best. De meer gerichte of specifieke sites, zoals sociale netwerksites of technologische sites, zijn beter gekend en meer gewaardeerd door de leerlingen van het algemeen secundair onderwijs.
Basis: respondenten die internet gebruiken, meerdere antwoorden mogelijk
47
Voorkeursites ¾ Welke zijn je voorkeursites ? 70%
Als bevestiging van de verdeling volgens leeftijd van de
60% 50% 40%
30%
20% 10%
0% Basisond.
Algemeen sec.
Technisch sec.
Beroeps
Kunstond.
Gedeelde sites
Informatie
Vrije tijd
Mediasites
Volwassenensites
Technologische sites
voorkeuren die de leerlingen noemen, komt de goede bekendheid met de speelsites en de commerciële sites al zeer vroeg tot stand: bij de kinderen in het basisonderwijs, dus jonger dan 12. Ook al in de basisschool scoren de gedeelde websites het best. De meer gerichte of specifieke sites, zoals sociale netwerksites of technologische sites, zijn beter gekend en meer gewaardeerd door de leerlingen van het algemeen secundair onderwijs. Zoeken naar meer complexe informatie is meer iets voor de leerlingen in het algemeen secundair, terwijl de mediasites vooral de beroepsafdeling interesseren.
Basis: respondenten die internet gebruiken, meerdere antwoorden mogelijk
48
Risicosites • Een beperkt aantal Op het totaal van 357 Franstalige en 343 Nederlandstalige websites die genoemd worden, is er maar een klein aantal dat onmiskenbare risico’s voor de minderjarigen meebrengt.
• Reële gevaren Veel websites vereisen echter wel een beheer van mogelijke, gevarieerde en sterk evoluerende risico’s: • Het spel GTA, bijvoorbeeld, bevat veel geweld maar is toch al gekend bij jongeren onder 12 jaar! • Commerciële manipulaties komen voor op de overgrote meerderheid van de speelsites die de geïnterviewden bezoeken. flibus.com bijvoorbeeld biedt gratis spelletjes aan waarbij de volgende advertentie verschijnt:
“GUARANTEED WINNER, congratulations, you won! You are the 6.325.148.125th visitor to see this lucky banner. Click here to claim.” De codes moeten gekocht worden, de bonussen moeten onderhandeld worden, valse demo’s misleiden. • De websites xxx.com, royalsex, pornstars e.a., die pornografie voor volwassenen aanbieden, zijn ook goed gekend bij veel minderjarigen. De website 123fetiche.com, bijvoorbeeld, draagt het label van ICRA maar wordt bezocht door minderjarigen. Die websites openen tal van ongewenste vensters (chatounix.com, e.a.).
49
Risicosites • Er zijn websites die inspelen op angst, parano.be bijvoorbeeld. • Andere websites teren op sensatie: bagarres.com/categories/agression_sexuelle. • Sommige twijfelachtige websites houden zich bezig met gerechtelijke onderzoeken die niet opgelost werden. • Er zijn ook websites die op schandaal mikken of op het randje zijn, zoals rotten.com. Ze tonen vensters om te chatten waarvoor te betalen programma’s gedownload moeten worden of gebruiken andere phishing-technieken. • De jongeren wijzen ook op enkele manipulerende websites met een politiek karakter of die pure desinformatie zijn. • Chatsites of platforms (zoals 3jam.com, facebook) beheren de private en persoonlijke gegevens van de jongeren op verschillende manieren, op het randje van de legaliteit/legitimiteit.
50
Risicosites •
Enkele sites die opgenoemd werden door de Nederlandstalige jongeren • www.spele.nl/www.spele.be : dit is de meest populaire spelsite onder de 8- tot 12-jarigen. Klikken op bepaalde spellen leidt direct naar reclames die niet geschikt zijn voor deze leeftijdsgroep. Er verschijnt bijvoorbeeld een banner met een wedstrijd waarbij het spel 'Grand Theft Auto IV' kan worden gewonnen, een spel dat door het PEGI-systeem echter gelabeld is als 18+, dus bestemd voor volwassenen. Er zijn ook reclames voor beltonen in het kader van spelletjes/wedstrijden (mobile marketing), die wel door algemene voorwaarden omkaderd zijn (onder andere betreffende de GOF, het GSM Operator Forum) en met uitnodigingen voor de minderjarigen om hun ouders om toelating te vragen, maar toch uitgesproken aanwezig zijn op deze kindersite. De kleine spelletjes op deze site worden veelvuldig gebruikt om jongeren op een bedrieglijke manier te strikken voor gedwongen ringtone-abonnementen. Er zijn ook andere soorten misleidende reclames voor gsm-producten. De doelgroep van deze site is niet in staat om de voortdurende reclame-integratie in de site te begrijpen. Ook de risico’s op commercieel misbruik en het misbruik van hun privé-gegevens kunnen ze niet inschatten. • Adverteerders zijn steeds meer aanwezig in sociale netwerken en online games. Bvb. in het spel www.habbo.be vinden we veel product placement/sluikreclame, zoals, bijvoorbeeld, de aanwezigheid van ING of reclame voor snoep. Andere voorbeelden van websites die vermeld worden en waar zich hetzelfde probleem stelt zjin Neopets, Runescape, GoSupermodel, Digidier, Taatu, ...
51
Risicosites • • • •
www.jjmovies.com, toont bij ‘teens’ beelden die op het randje zijn en waarover ernstige vragen kunnen gesteld worden: kinderpornografische beelden of niet? Toch werd de site in de enquête meermaals bij naam genoemd door jongeren onder de 18, die deze beelden dus ook bekijken en/of ermee geconfronteerd worden. 2girls1cup/www.brownlove.com: wansmakelijke filmjes, scatologische beelden, ... www.barafranca.com: een meerdere keren genoemd gangsterspel met de mogelijkheid om te gokken en waarin gokgedrag wordt gebanaliseerd. Roulette, 'kras en win', wedkantoren, loterijen, ... - worden voorgesteld als amusant, ongevaarlijk en uitdagend. Affiliate marketing: kinderen en jongeren worden met reclame geconfronteerd die niet altijd voor hen bedoeld lijkt. Bvb. op de website van 'nickelodeon' (reclame voor een vakantie in Oostenrijk), op runescape.be (reclame voor Mazda). Maar vaak zijn ze natuurlijk toch de doelgroep van deze reclames. Doel: hen beïnvloeden in hun rol als voorschrijver van het koopgedrag van volwassen consumenten (zoals hun ouders).
52
Risicobeheer en veiligheidsgevoel ¾ Ik voel mij veilig op het internet ¾ Ik heb er enkel contact met mensen die ik ken
33%
Jongens 64%
56% van de geïnterviewde meisjes zeggen dat ze zich
40%
België 56%
46%
Meisjes 47%
Ik voel mij veilig op het internet
Ik heb er enkel contact met mensen die ik ken
veilig voelen op het internet tegenover 64% van de jongens. Dat veilig gevoel geldt dus voor een kleine meerderheid van het totaal. Rechtstreeks voortvloeiend uit dat gevoel beperken de meisjes zich meer (+8%) dan de jongens tot contacten met bekenden tijdens hun virtuele activiteiten. Het onderscheid volgens geslacht lijkt relatief sterk mee te spelen in het gevoel van onveiligheid en het beheer ervan online.
Basis: respondenten die het internet gebruiken
53
Risicobeheer en onveiligheidsgevoel ¾ Ik voel mij veilig op het internet ¾ Ik heb er enkel contact met mensen die ik ken
100%
Net als in het « echte » leven is risico’s nemen online
80%
60% 40% 20%
0% 10 j
11 j 12 j 13 j 14 j 15 j 16 j ik heb soms contact met onbekenden ik heb enkel contact met bekenden onveilig gevoel
17 j
duidelijk iets voor de leeftijdgroep tussen 12 en 15. In die periode zetten de jongeren hun gevoel van onveiligheid op « stand-by » en doorlopen ze een fase van experimenteren, ook met contacten met onbekenden op het internet. Maar later draait dat gedrag weer bij en ontwikkelen ze een beter risicobeheer en een onderling gedeeld onveiligheidsbesef. Van 10 tot 12 jaar verliezen de kinderen beetje bij beetje hun vertrouwen, met een kleine meerderheid van deze groep die online contact met onbekenden toegeven.
Basis: respondenten die het internet gebruiken
54
Risicobeheer in de contacten online ¾ Online hou ik van....
100% 80%
52% van alle geïnterviewde jongeren zeggen dat ze
60%
40%
20%
0% 10 ans 11 ans 12 ans 13 ans 14 ans 15 ans 16 ans 17 ans chatten met vrienden, enkel met mensen die ik ken chatten met een webcam-microfoon-oortje spelen met andere spelers
houden van online spelen met andere spelers. Daarbij zijn meer jongens (14%) alsook kinderen van 11 (+18%) en 12 jaar (+14%). Wanneer ze online spelen, gebruiken maar 15% (waarvan 6% meer jongens) een webcam, een microfoon of een koptelefoon/oortje. 73% van de respondenten geven de voorkeur aan chatten met kennissen, met in het algemeen de meisjes op kop (+4%), alsook de leerling van het beroepsonderwijs (=14%). 62% van de respondenten, meisjes en jongens, chatten niet met accessoires voor visuele of geluidscontrole.
Basis: respondenten die het internet gebruiken
55
Ouderlijk toezicht ¾ Leggen je ouders je regels op voor het gebruiken van het internet ?
35%
Meer dan 1 op de 3 jongeren zegt dat zijn/haar ouders
65%
Ja
Nee
regels opleggen voor het gebruiken van het internet. De 10- tot 11-jarigen (>20%) zeggen dat talrijker, net als de jongeren in het basisonderwijs (45%). Die cijfers zijn lager dan de cijfers met betrekking tot TV kijken! De grotere kinderen (>15) zeggen dat ze niet meer gecontroleerd worden. Ze zijn ook voor het merendeel persoonlijk goed van materiaal voorzien (met computer, TV en radio in hun kamer) en surfen uit het zicht van hun ouders.
Basis: respondenten die het internet gebruiken
56
Ouderlijk toezicht ¾ Opgelegde regels voor het gebruiken van het internet. Tijdsduur wordt beperkt (uren per dag)
Jongere mag niet zomaar doen wat hij/zij wil
Ouders controleren de websites die bezocht worden
47%
De ouderlijke controle komt meestal neer op een
46%
beperking van het aantal uren surfen per dag (voor meer dan 4 op de 10 jongeren een beperking tot gemiddeld 1,7 uren per dag) en het controleren van de bezochte websites. 2 op de 5 jongeren zeggen dat hun online activiteiten globaal gecontroleerd worden. Voor de leeftijd van 12-13 jaar heeft het ouderlijk toezicht betrekking op de inhoud en de tijd, maar later beperkt de controle zich louter tot de tijd die aan het surfen besteed wordt.
38% Basis: respondenten die internet en opgelegde regels hebben
57
Ouderlijk toezicht ¾ Opgelegde regels voor het gebruiken van het internet.
47% 53% 48%
Beperkte tijdsduur
75%
In vergelijking met andere activiteiten die jongeren
19% 46% 34% 50%
Inhoudcontrole
22% 67%
38% Integrale controle
Films downloaden
23% 22% 24% 29% Computer (spelen)
TV
Radio
Internet
uitvoeren, is er een ruimere integrale controle van het internet dan enkel het downloaden van films, beltonen, spelletjes op computer, TV of radio. Het lijkt alsof het medium wantrouwen wekt bij de ouders. Qua tijdsduur wordt het internetgebruik bij quasi 1 op de 2 jongeren gecontroleerd net zoals de meeste andere activiteiten (met uitzondering van downloaden, dat weinig gecontroleerd wordt, en spelen op pc, dat sterk gecontroleerd wordt). De inhoudcontrole benadert het peil van de controle van de inhoud op TV.
Basis: respondenten die regels opgelegd krijgen
58
Conclusies • Internet, het jonge medium bij uitstek • In 2007 surfen jongeren dagelijks op het internet. Er zijn meer surfers en ze beginnen op steeds jongere leeftijd. De verschillen volgens gewest, die in 2003 nog zichtbaar waren, zijn gevoelig kleiner geworden. De Franstalige jongeren maken op bepaalde punten hun achterstand goed. • Met de leeftijd neemt het aantal bezoeken op het internet toe. Vanaf de leeftijd van 11 jaar surfen de jongeren elke dag en vanaf 15 jaar zelfs meerdere malen per dag. • Doordat de aanwezigheid van computers in de gezinnen aanzienlijk toegenomen is, surfen de jongeren vandaag hoofdzakelijk thuis. Dit gezegd zijnde is het gebruik van internet op school ook meer frequent geworden, maar de Vlaamse kinderen in het basisonderwijs hebben op dat vlak nog een serieuze voorsprong ... • Vandaag is de zogenaamde « digitale kloof van de eerste graad » verkleind: de toegang tot het internet is praktisch algemeen. Het probleem van de bescherming van de minderjarigen op het internet klinkt nu meer en meer in termen van de « digitale kloof van de tweede graad ». De jonge surfers zijn immers niet gelijk op het vlak van het beheer van de risico’s online.
59
Conclusies • Internet, het commerciële medium bij uitstek • Internet is tegelijk gegroeid en gediversifieerd. Tal van merken aarzelen vandaag niet om inhoud voor te stellen aan vaak zeer jonge minderjarigen, terwijl deze groep onvoldoende kritisch inzicht heeft om er gepast op te reageren: de jongeren van slechts 13 jaar oud kunnen het grootste aantal verschillende commerciële websites opnoemen! Net de leeftijd waarop de meeste risico’s genomen worden! • Het is geen toeval dat de kwetsbaarheid van deze jongeren merken ertoe aanzet om commerciële technieken of marketing te gebruiken die hen optimaal in de kijker zet bij deze doelgroep. Door een bezoek aan de website “leert” de jongere dat het merk zijn vriend is. Vervolgens zal het merk de jongere bewijzen dat het zijn behoeften kent en eraan beantwoordt. • Het internet brengt producten, diensten en de consumenten met elkaar in interactie en is zo bezig om de verhouding tot het merk te veranderen. De communicatie met de jongeren gebeurt via alle mogelijke vormen online. • De steeds verder gaande integratie en convergentie van de media TV/GSM/WEB vergroot nog de risico’s op misbruiken die de minderjarigen op steeds jongere leeftijd moeten leren beheren.
60
Conclusies • Internet, het interactieve en manipulerende medium bij uitstek • Dit medium, dat ook een middel voor participatieve reclame is, brengt jongeren ertoe om grote geloofwaardigheid toe te dichten aan informatiebronnen die dicht bij hen staan, zoals blogs of emails (virale marketing), ook omdat daar gespeeld wordt met codes die jongeren sterk waarderen, zoals humor of respect voor onderscheid. • In dat opzicht beperkt het risico op commerciële misbruiken zich niet tot de zogenaamde “commerciële” websites, maar geldt het voor het hele leven van de jongeren online. • Het internet wordt gebruikt om een merk, product of dienst te promoten bij jongeren en beantwoordt daarbij perfect aan de waarden van die jongeren, zoals verwantschap (voelen) en de gehechtheid aan “alternatieve” informatiebronnen. Merken bieden jongeren zelfs aan om hun beslissingen te “begeleiden” door hun mening te geven over bepaalde aspecten van hun consumptie, door nieuwigheden op een website voor te stellen, enz. • De merken gebruiken ook forums en chatsessies om nieuws te verspreiden: wat de jongeren moeten weten om “in” te zijn, info over de nieuwe muziekproducten, mode en kleding of over andere producten die bestemd zijn voor de “jongeren die niet op de hoogte zijn”. • Maar het ultieme doel blijft toch om de jongere aan te zetten tot consumptie, in het voordeel van het merk.
61
Conclusies • Gevaarlijke en dure websites • Bij tal van websites die door jongeren bezocht worden, is er een commercieel risico : ze lopen over van de commerciële verleidingen, de handelingen online leiden tot tal van uitgaven, de toegang is betalend: het internet, kortom, betekent geld! • Het probleem van het niet respecteren van de privacy van de jongeren is reëel, want tal van websites gebruiken de databases met het profiel van de jongeren ten voordele van de merken. Geld ontfutselen zal met de komst van de web2.0-tools kinderspel worden! • De convergentie van de nieuwe technologieën speelt een versterkende rol op dit vlak. Voorbeeld: tchatche.com bevat een link naar de website labetedesjeux.com, die spelletjes tegen betaling bevat: om die spelletjes te kunnen spelen, moet de geïnteresseerde een superduur telefoontje plegen of een superdure SMS sturen! • Royalty’s betalen? Misschien, maar dan toch minder en minder aan de auteurs: gigistudio.overblog.com, bijvoorbeeld, biedt de mogelijkheid om piraatvideo’s te bekijken van series en films en geeft links naar andere websites, waar tegen betaling toegang wordt verschaft tot andere video’s in allerlei genres.
62
Aanbevelingen • Internet: ontoereikende wetgeving want het internet gebruiken is niet zonder risico. • Hoewel de digitale kloof kleiner geworden is, moet de overheid het gebruik van de informatie- en communicatietechnologieën op openbare plaatsen en in de leef- en onderwijsruimten blijven stimuleren en de ontwikkeling van aangepaste publieke inhoud, vrij van kosten en geschikt voor gebruik door de jongeren, vergemakkelijken. • Problemen op het gebied van de bescherming van de minderjarigen moeten opgelost worden waar het gaat om: • Eerbied voor de handelspraktijken, onder ander op het gebied van consumentenbedrog, aankopen, overfacturatie, spam, aansprakelijkheid van de tussenpersonen (onder andere op ontmoetingssites), garantie ten overstaan van de derde vertrouwenspersonen, bescherming van de online aankopen en betaalwijzen. • Eerbied voor de privacy, onder andere op het gebied van de voorafgaande toestemming, het systematisch verzamelen en gebruiken van de adressen die zonder vrije, specifieke en geïnformeerde instemming van de bestemmelingen op het internet verzameld werden. • Reclamepraktijken, onder andere de nieuwe praktijken zoals de virale marketing. • Eerbied voor het recht op informatie en op kopieën voor privégebruik. • Speelverslaving.
63
Aanbevelingen •
•
•
Van alle risico's online worden jongeren het meest geconfronteerd met vormen van commerciële beïnvloeding en consumentenbedrog. Commerciële misbruiken en verlokkingen zijn soms meer aanwezig op “niet commerciële” websites dan op e-commerce- of merkenwebsites. Daarom moet er, vooral in gezinsverband, specifieke aandacht besteed worden aan de problematiek van de jonge consument online: e-commerce, reclame online, bescherming van persoonlijke gegevens online, auteursrecht, ... De toenemende commercialisering van de online werelden van kinderen en jongeren (sociale netwerken, online games, virtuele werelden, ....) moet verder in kaart gebracht worden. Er moeten ook initiatieven ontwikkeld worden om het gebrek aan regelgeving en zelfregulering op het vlak van de vele nieuwe vormen van digitale reclame en commerciële beïnvloeding te corrigeren. Die misleidende en ondoorzichtige vormen van reclame, gericht op kinderen en jongeren, nemen immers toe en zijn vandaag al overal aanwezig. Reclame en commerciële uitingen online moeten gemakkelijk kunnen herkend worden als reclame (voor kinderen en jongeren maar bij uitbreiding voor iedereen), bijvoorbeeld door gebruik van het woord 'advertentie'. Er moet ook aandacht zijn voor het verkleinen van de digitale kloof van de tweede graad. Er bestaat vandaag immers een grote groep jongeren die niet in aanraking komt met de boodschap van veilig internet en risicobeperking. Ook via hun opvoeders gebeurt dat nauwelijks. Deze jongeren zijn ook als consument online extra kwetsbaar.
64
Aanbevelingen • Voor de ouders en opvoeders geldt deze nieuwe breuklijn dus ook: velen onder hen zijn niet (meer) op de hoogte van de risico's waarmee jonge consumenten online te maken krijgen. De activiteiten van kinderen en jongeren in digitale omgevingen ontsnappen grotendeels aan hun oog. Maar dat betekent niet dat de opvoeders met de vinger moeten gewezen worden. De misbruiken die vandaag bestaan zijn in de eerste plaats mogelijk doordat de wet- en regelgeving nog in de kinderschoenen staan. Oplossingen moeten daarom uitgewerkt worden door alle stakeholders samen: ouders, industrie, scholen, overheid, ... • Het blijft tegelijk belangrijk om zowel de jonge consumenten als hun opvoeders weerbaarder te maken. Ouders moeten ook aangespoord worden om actie te ondernemen als ze zaken zien die niet deugen. Op die manier ontstaat er meer jurisprudentie. In de scholen moet meer aandacht gaan naar de opvoeding van jonge consumenten tot kritische verbruikers online. • In de Europese Safer Internet Awareness campagne moeten de risico’s waarmee jonge consumenten online te maken krijgen meer aandacht krijgen. In het internationale onderzoek en de gezaghebbende literatuur over veilig internet gebeurt dat trouwens steeds meer. Sensibilisering op dit vlak moet aangemoedigd worden.
65
Verantwoordelijke uitgever : Marc Vandercammen OIVO Stichting van openbaar nut - ON 417541646 Paapsemlaan 20 - 1070 BRUSSEL Tel. 02/547.06.11 - Fax. 02/547.06.01 www.oivo.be Uitgave 2008 Catalogusreferentie 917-08 D 2008-2492-66 ©OIVO Prijs : 66 € Gerealiseerd met de steun van de Europese Commissie De communicaties en publicaties die verspreid worden in het kader van dit project, ongeacht de vorm of het medium, inclusief het internet, vertolken in geen enkel opzicht de mening van de Europese Commissie. De Europese Commissie is niet verantwoordelijk voor het gebruik dat verder van de informatie gemaakt wordt. Reproductie voor niet-commerciële doeleinden toegestaan mits bronvermelding
66