Jeugdbeleid 2014-2017 een kubus vol kansen
I nleiding
Ontspanning & Vr ije T ijd I ntegr aal jeugdbele id
Gezondhe id & Opvoedin g Onder w ij s & Educatie
Par ticipat ie & Over last 1
Inhoud
Voorwoord
4
Inleiding
Waarom integraal jeugdbeleid ? Wettelijke taken Wat willen we bereiken ? Monitoring Leeswijzer
5 6 7 7 7
Thema 1: Gezondheid & Opvoeding Inleiding 8 Gezondheidszorg 9 Preventieve jeugdzorg 10 Centrum Jong 11 Digitaal Dossier JGZ en Verwijsindex 12 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 13 Transitie Jeugdzorg 14 Drugspreventie 15 Samenvatting Thema 1 16 Thema 2: Onderwijs & Educatie Inleiding 18 A. Voorschoolse educatie 18 1. Registratie, toezicht en handhaving 19 2. Nieuwe vestiging kindercentra 20 3. Ontwikkeling van Peuters en VVE 21 4. Zorgstructuur 24 B. Basisonderwijs 25 1. Basisscholen 25 2. Huisvesting en exploitatie BO 26 3. Onderwijsachterstanden 27 4. Brede school ontwikkeling 28 5. Zorgstructuur Passend Onderwijs 29 C. Voortgezet onderwijs 30
2
1. Deelname voortgezet onderwijs 30 2. Slagingspercentage VO 31 3. Slagingspercentage vervolgopleiding32 D. Educatieve zorgstructuren 32 1. Leerplicht en VSV 32 2. Jongerenloket 34 Samenvatting Thema 2 35
Thema 3: Ontspanning & vrije tijd Inleiding Openbare ruimte/ speelplekken Vrijetijdsbesteding Jongerenwerk (SCWO) Cultuureducatie De Bieb Samenvatting
38 38 39 41 42 42 43
Thema 4: Participatie & Overlast Inleiding Jongerenparticipatie Jeugd en Veiligheid Ambulant jongerenwerk Jeugdnetwerk Wormerland Samenvatting
46 47 50 50 52 53
Activiteitenplan 2013-2016 Bronnen
54 57
3
Voorwoord De afgelopen jaren is veel werk verzet om te komen tot een integrale aanpak van het jeugdbeleid in de gemeente. Voor u ligt de Nieuwe nota Integraal Jeugdbeleid 2014-2017 van de gemeente Wormerland. In deze nota wordt aan de hand van een 4-tal thema’s deze integrale benadering geschetst van alle aspecten van het jeugdbeleid. 1. Gezondheid en opvoeding 2. Onderwijs en educatie 3. Ontspanning en vrije tijd 4. Participatie en overlast We hebben gekozen voor de kubus als metafoor om aan te geven dat binnen het integraal jeugdbeleid alles met elkaar in verbinding staat en er veel dwarsverbanden te ontdekken zijn. Uitgangspunten voor het nieuwe jeugdbeleid zijn: • We streven naar goede basisvoorzieningen voor de jeugd op het gebied van de gezondheid, zorg, educatie en vrije tijd. • We werken met alle ketenpartners samen aan integraal jeugdbeleid om onze jeugd zich zoveel mogelijk binnen hun mogelijkheden te laten ontwikkelen. • We willen de cohesie in de samenleving bevorderen door een breed en divers aanbod van activiteiten en een bruisend verenigingsleven. Ontspannen, ontmoeten, ontdekken en ontwikkelen zijn daarbij sleutelbegrippen. • We bieden ruimte aan de jeugd om zelf initiatieven te ontwikkelen en zich te ontplooien. Hierbij gaan we uit van de betrokkenheid en eigen kracht van onze jeugd bij de samenleving. • Binnen onze gemeente richten we ons niet alleen op jongeren die problemen hebben maar willen we de aandacht vooral richten op preventie: tijdig signaleren, vergroten van kansen en mogelijkheden en voorkomen van problemen. Met de transitie van de jeugdzorg van de provincie naar de gemeenten staan we de komende jaren voor de grote uitdaging om, nog meer dan voorheen, samen met onze ketenpartners te zorgen voor een goede
4
zorgstructuur voor de jeugd onder het motto: lokaal wat kan, regionaal wat moet. Anna De Groot, Wethouder Jongerenbeleid
5
Inleiding Waarom integraal jeugdbeleid? Wettelijke taken Wat willen we bereiken? Monitoring Leeswijzer
In de gemeente Wormerland wonen 15.781 inwoners (peildatum 1 januari 2012). Hiervan is zo’n 29% jonger is dan 24 jaar. Het aantal jongeren is tussen 2000 en 2011 met 5,8% toegenomen en bedraagt nu 4.642 personen, waarvan 2.434 jongens en 2.208 meisjes. Deze toename is groter dan de stijging in GGD-Regio Zaanstreek/ Waterland , maar iets kleiner dan in Provincie Noord-Holland 1. In de tweejaarlijkse meting Kinderen in Tel 2 worden de Nederlandse gemeenten op grond van hun scores op diverse indicatoren gerangschikt van 1 tot 415. Hierbij staat plaats 1 voor de gemeente waar kinderen het slechtst opgroeien en plaats 415 voor de gemeente waar kinderen het beste uit zijn. De gemeente Wormerland scoort met een 305e plaats een ruime voldoende als kindvriendelijke gemeente (NB de minst kindervriendelijke gemeente staat op plaats 1!). Er zijn 304 van de 415 gemeente waar kinderen het slechter hebben en 110 gemeente waar kinderen het beter hebben (Zaanstad plaats 94). Op zich doen de kinderen van de gemeente Wormerland het dus helemaal niet zo slecht. Maar het kan natuurlijk altijd beter.
Waarom integraal jeugdbeleid? Integraal jeugdbeleid vertrekt vanuit de gedachte dat kinderen en jeugdigen om zich goed te ontwikkelen een stimu lerende leefomgeving nodig hebben3. Vanuit het perspectief van kinderen betekent dit onder meer dat er in de directe woon- en leefomgeving (gezin, buurt, kindercentra, scholen, etc.) in beginsel voldoende basisvoorzieningen aanwezig zijn om de ontwikkeling van jeugdigen (en de rol van ouders daarin) te ondersteunen. Voor kinderen die extra aandacht nodig hebben om te kunnen
1 2
3
Lokale Jeugdspiegel gemeente Wormerland , (www.jeugdmonitor.cbs.nl) Kinderen in Tel laat de ontwikkelingen zien, maar ook de verschillen tussen de leefsituaties van kinderen in de Nederlandse gemeenten. Het is een samenwerking tussen de verschillende organisaties, zie www.kinderenintel.nl Passend Jeugdbeleid, samenhangend opvoeden in alle leefmilieus, A. de Jong en P.M. Stam, (maart
2013)
6
participeren in de samenleving geldt daarnaast dat zij in een vroeg stadium een op hun behoefte afgestemd aanbod kunnen ontvangen. Integraal of passend jeugdbeleid richt zich op alle jeugdigen (en hun sociale context) en niet alleen op specifieke (kwetsbare) groepen. Het verankert op een duur zame wijze het beleid op het terrein van de ruimte lijke ordening (ruimte om te spelen), het onderwijs (ruimte om te leren), sport (ruimte om te bewegen en te presteren), welzijn/vrijwilligerswerk (ruimte om te ontplooien), arbeid (ruimte om te participeren), volkshuisvesting (ruimte om te wonen), zorg (ruimte voor ondersteuning) en veiligheid (ruimte om te experimenteren). Voor de opbouw en inrich ting van de ondersteuning van kinderen, ouders en primaire leefmilieus worden professionals die met kinderen werken aangesproken op en uitgedaagd tot het beschikbaar stellen van hun professionaliteit aan de primaire leer- en leefmilieus: ◊ gezin en omgeving (buurt, sportvereniging, etc.); ◊ kinderopvang en peuterspeelzalen; ◊ primair onderwijs; ◊ buitenschoolse opvang; ◊ voortgezet onderwijs en MBO; ◊ digitale leefomgeving. De gemeente speelt steeds vaker een regisserende rol bij de realisatie van samenhangend beleid voor de beleidsterreinen jeugd en onderwijs. Zij is hier niet meer alleen voor verantwoordelijk maar dient samen met diverse partijen hier vorm aan te geven. Het idee van de gemeente als regisseur van het jeugd- en onderwijsbeleid is halverwege de jaren negentig ontstaan tegen de achtergrond van een groeiend besef dat gemeenten steeds meer taken en verantwoordelijkheden toegedeeld gaan krijgen vanuit het rijk en provincie.
◊
◊ ◊
Gemeenten hebben hiervoor verschillende instrumenten: Wettelijke taken Subsidieverlening Voor de afstemming met scholen, die onder verantwoordelijkheid van schoolbesturen vallen, is de Lokaal educatieve agenda in het leven geroepen: een overleg waar gemeentebestuur en onderwijs op de belangrijkste aspecten hun beleid met elkaar bespreken en afstemmen. De regierol van gemeenten bestaat hiermee uit een ingewikkeld spel van sturen op resultaten, inspireren, subsidiëren, faciliteren, enthousiasmeren en verleiden. Jeugdbeleid is hiermee niet meer het primaat van een beleidsterrein maar een integraal onderdeel van alle beleidsterreinen.
Wettelijke taken: Binnen het lokaal jeugd-/onderwijsbeleid zijn verschillende organisaties actief binnen hun eigen wet en regelgeving. De gemeente heeft binnen de jeugdketen de regiefunctie om alle ketens op elkaar aan te laten sluiten. Dit gebeurt op zowel lokaal niveau als op regionaal niveau. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van diverse wettelijke taken op terrein van jeugd- en onderwijsbeleid. 7
Het gaat hierbij om: ◊ de uitvoering van de Wet Kinderopvang (WK); ◊ de uitvoering van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO), inclusief Huisvesting onderwijs en Leerlingenvervoer. ◊ de uitvoering van de Leerplichtwet en RMC en Kwalificatiewetgeving; ◊ uitvoering Wet Educatie en Beroepsonderwijs ◊ de Wet Werk en Bijstand (WWB); ◊ Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Door een koppeling te maken tussen het landelijk beleid met het provinciale en lokale beleid wordt de keten Jeugd- en Onderwijsbeleid verder versterkt. Om onze jeugd zo optimaal mogelijk te laten opgroeien, zijn veel inspanningen van verschillende partijen nodig. Ouders en/of verzorgers spelen daarin een belangrijke rol. Het onderwijsbeleid is erop gericht dat onze jeugd zich optimaal kan ontwikkelen, binnen de mogelijkheden van het kind. In de meeste gevallen gaat dit goed, soms is extra ondersteuning nodig. Ondersteuning die zo goed mogelijk aansluit op de mogelijkheden van de ouders. Samenwerking van organisaties op het gebied van zorg, opvang, onderwijs, cultuur, sport, etc. is hiervoor belangrijk.
Wat willen we bereiken? “We willen dat alle kinderen en jongeren in de gemeente Wormerland gezond zijn en een kans geven om een goede toekomst op te bouwen, maatschappelijk betrokken te zijn en te blijven, maatschappelijke uitval onder de jongeren tegen te gaan en overlast van jongeren te voorkomen”. “We willen ook dat kinderen waarbij de ontwikkeling even niet goed gaat op tijd worden geholpen. Liefst zoveel mogelijk preventief want dan profiteren meer kinderen en zijn we veel goedkoper uit dan wanneer er achteraf moeten worden ingrepen. In een tijd waar gemeenten steeds kritische moeten kijken naar hun uitgaven een belangrijk punt.”
Monitoring Om ervoor te zorgen dat het jongeren goed gaat en goed blijft gaan is het belangrijk dat we ook weten waar de jeugd nu staat. De GGD Zaanstreek/ Waterland voert regelmatig voor de aangesloten gemeenten metingen uit over gezondheid en welbevinden van de jeugd in de gemeente. ◊ Jeugdmonitor 0-12 jr 4: In het najaar van 2011 hebben bijna 7.600 ouders van kinderen tussen de 0 en de 12 jaar een vragenlijst ingevuld. Deze vragenlijst bevatte vragen over o.a. de gezondheid, leefstijl en de woonomgeving van hun kind. Deze monitor wordt periodiek herhaald. ◊ E-movo5: In het voorjaar van 2010 is door GGD Zaanstreek/ Waterland het project EMOVO (Elektronische Monitor en Voorlichting) uitgevoerd. Leerlingen uit klas 2 en klas 4 van het regulier voortgezet onderwijs, uit het praktijkonderwijs en uit het speciaal
4 5
Jeugdmonitor E-movo
www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/gemeenten/wormerland/kinderen-0-t-m-11-jaar www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/gemeenten/wormerland/jongeren-klas-2-en-
klas-4
8
onderwijs vulden hiervoor op school online een vragenlijst in over hun gezondheid en leefstijl. Deze monitor wordt periodiek herhaald. Naast bovenstaande regionale monitors worden ook op landelijk niveau de voortgang van de Jeugd bijgehouden door koppeling van landelijke databases : de lokale jeugdspiegel 6. De resultaten van deze monitors worden per hoofdstuk gebruik als uitgangspunt voor het te ontwikkelen of reeds ingezette beleid.
Leeswijzer Hoofdstuk 1: Gezondheid & Opvoeding geeft in zicht in de verschillende zorgstructuren die er voor moeten zorgen dat jongeren gezond kunnen opgroeien. Hoofdstuk 2: Onderwijs & Educatie laat zien welke partijen de jeugd en hun ouders helpen om zich binnen hun mogelijkheden optimaal te ontwikkelen. In Hoofdstuk 3: Ontspanning & Vrije tijd laten we zien welke voorzieningen er voor de jeugd zijn om zich te ontspannen. In Hoofdstuk 4: Participatie & Overlast gaan we in op de manieren waarop de jeugd steeds meer zijn eigen ruimte in gaat nemen in onze maatschappij.
6
http://lokalejeugdspiegel.databank.nl
9
Thema 1
Gezondheid & Opvoeding Inleiding Gezondheidszorg Preventieve jeugdzorg Jeugdgezondheidszorg Centrum Jong - Opvoedingsondersteuning - zorgcoördinatie Digitaal Dossier JGZ & Verwijsindex Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Veilige inzet vrijwilligers Transitie Jeugdzorg Drugspreventie
Inleiding De overheid heeft in het kader van de Wet collectieve preventie volksgezondheid de taak om voor hun burgers maatregelen te treffen in het kader van ziekte preventie en gezondheidsbevordering. Gemeenten hebben deze taak overgedragen aan de GGD. Naast de wettelijke preventieve taken ten aanzien van de gezondheid zijn de laatste tijd deze taken sterk uitgebreid op het gebied van opvoedingsondersteuning en bevorderen van een gezonde leefstijl. In dit hoofdstuk wordt het Zorgnetwerk rondom het kind beschreven van Wormerland. Bij de beschrijving gaan we van algemene naar specifieke voorzieningen die ervoor zorgen dat onze jeugd gezond is en zich kan ontwikkelen binnen zijn/haar mogelijkheden.
Gezondheidszorg De gemeente dient iedere 4 jaar een gezondheidsnota op te stellen. Hierin worden o.a. met de GGD afspraken gemaakt over prioriteiten en uit te voeren activiteiten omtrent de gezondheid van de burgers van Wormerland. In de Gezondheidsnota 2014-20177 worden voor de gemeente Wormerland de volgende prioriteiten benoemd: Terugdringen overgewicht bij de jeugd:
7
Gezondheidsnota gemeente Wormerland 2013-2016 (verschijnt 2e helft 2013)
10
In de afgelopen dertig jaar is het aandeel mensen met overgewicht in Nederland toegenomen, zowel bij volwassenen als bij 4- tot 20 jarigen. In 2009/2011 hebben zo’n 6,5 miljoen mensen in ons land matig of ernstig overgewicht. Dat komt neer op een op de 10 personen (41%). Dat is veel meer dan begin jaren tachtig, toen nog 27 % te zwaar was. Op grond van de jeugdmonitor en E-movo is het nog niet mogelijk om hierover uitspaken te doen. Overgewicht vormt een groot toekomstig probleem voor zowel de individuele burger als de maatschappij in zijn geheel. Mensen met overgewicht lopen groter risico op diabetes en daaraan gerelateerde ziekten of voortijdig te overlijden. Het landelijk beleid richt zich niet alleen op realisatie van feitelijke gewichtsafname maar ook op de neveneffecten als een gezonder voedingsgedrag, bewegingsstimulering en gezondheidswinst. Beweegstimulering Mensen zijn de afgelopen jaren steeds minder gaan bewegen. Er is een directe relatie tussen overgewicht en beweging. Jongeren worden vaker met de auto gehaald en gebracht waardoor ze onvoldoende lichaamsbeweging krijgen. Op grond van de jeugdmonitor cijfers is 85% van de kinderen in de leeftijd 8-12 jaar lid van een sportvereniging. (76% van de VO scholieren). En voldoet 76% van de VO scholieren aan de beweegnorm en gaat 82% met de fiets of lopend naar school. Er zijn echter nog behoorlijke verschillen; zo zijn i n Wormerland vmbo leerlingen minder actief dan havo/vwo leerlingen. Terugdringen van (schadelijk) alcoholgebruik bij jongeren Gezien de cijfers en de problemen die overmatig alcoholgebruik met zich meebrengen, is blijvende inzet op het alcoholgebruik onder jongeren van groot belang. De startleeftijd van alcoholgebruik moet omhoog en het overmatige gebruik van jongeren moet omlaag. Teveel alcohol is bewezen schadelijk voor de gezondheid en levert maatschappelijke problemen op (agressie, verkeersongelukken, ongewilde en onveilige seks). Op grond van de E-movo heeft bijna 50% van de scholieren de afgelopen maand regelmatig alcohol gedronken. Waarbij 1/3 e van de scholieren aangeeft aan binge drinking 8 te doen. Ook ten aanzien van alcohol gebruik scoort de groep VMBO leerlingen en vierdeklassers hoger dan de tweedeklassers. Wat willen we bereiken ? Terugdringen van overgewicht bij de jeugd: Door gerichte gezondheidsscreening door de jeugdgezondheidszorg gevolgd door gerichte advisering voor de jeugd en hun ouders willen we ouders bewust maken van de risico’s van overgewicht en aanwennen van een gezonde leefstijl. ◊ Bewegingsstimulering: De gemeente Wormerland voert d.m.v. subsidiëring van sportverenigingen een actief beweegstimuleringsbeleid. Ouders voor wie de contributie een financiële drempel is voor
8
Bingedrinking:, ook wel comazuipen wordt gebruikt voor overmatig drinken door jongeren. Comazuipen leidt frequent tot bewusteloosheid en ziekenhuisopnames en wordt gezien als een vorm van alcoholmisbruik.
11
deelname kunnen via de gemeente of basisscholen een aanvraag in dienen voor een financiële tegemoetkoming. Daarnaast biedt de inzet van combinatiefunctionarissen extra mogelijkheden om de beweegstimulering een meer structurele plek in de gemeente te geven.
◊
Terugdringen schadelijk alcoholgebruik bij jongeren: Vanuit de jeugdgezondheidszorg, het jeugd- en jongerenwerk en politie wordt actief aandacht besteed aan het voorkomen en verminderen van alcohol gebruik van jongeren en evt. overlast als gevolg van alcohol gebruik door de jeugd in de buitenruimte. (Zie ook het thema participatie & overlast).
Preventieve jeugdzorg In de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling is de burger zelf meer verantwoordelijk geworden voor het regelen van zijn dagelijkse levensbehoeften. De gemeente kan, als dit niet op een andere manier kan worden geregeld, aanvullend bijspringen met professionele hulp. Met andere woorden: de burger voorziet zelf (of in eigen kring) zoveel mogelijk in zijn zorgbehoefte en de gemeente springt in voor het deel waarbij dat niet mogelijk is. Het beleid van de gemeente Wormerland is opgenomen in de nota WMO 9 Prestatieveld 2 richt zich specifiek op ondersteuning van jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen bij het opvoeden. En heeft betrekking op de in de gemeente wonende jeugdigen en in voorkomende gevallen op hun ouders, bij wie sprake is van een ‘verhoogd risico’ als het gaat om ontwikkelingsachterstand of uitval. Hierbij wordt gewerkt van preventief (De nulde en eerstelijns zorg) naar een curatieve aanpak (tweedelijns). Met de decentralisatie van de jeugdzorg wordt de gemeente verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg (basisvoorziening, preventieve en geïndiceerde zorg) Preventieve jeugdzorg - Centrum Jong Op het gebied van preventie en vrij toegankelijke hulp aan jeugdigen en ouders met lichte problemen zijn landelijk vijf functies afgesproken waar preventief jeugdzorg op lokaal niveau minimaal aan moet voldoen. Daarnaast, om goede verbindingen te leggen met de geïndiceerde jeugdzorg, voor de kinderen die deze vorm van hulpverlening wel nodig hebben. Preventief jeugdzorg onderscheid de volgende vijf functies: ◊ Informatie en advies: Hier gaat het om gevraagde en om ongevraagde informatie over opvoeden en opgroeien (voorlichting), en het beantwoorden van specifieke vragen van ouders en jeugdigen. ◊ Signalering van problemen: Het vroegtijdig signaleren van problemen van jeugdigen en opvoeders, ook als de betrokkenen de problemen zelf mogelijk (nog) niet goed onderkennen. ◊ Toeleiding naar het hulpaanbod: Nadat een vraag of probleem is gesignaleerd, hetzij door een jeugdige of ouder, hetzij door anderen, moet zo snel mogelijk hulp worden geboden. ◊ Licht pedagogische hulp: Kortdurende advisering en lichte hulpverlening op momenten dat de opvoeding dreigt te stagneren. 9
WMO nota gemeente Wormerland 2013-2016
12
◊
Coördinatie van zorg: Hulp inzetten bij gezinnen met meervoudige problematiek, die geen greep meer hebben op hun eigen situatie. Lokaal dient er een sluitend netwerk te komen dat de problemen van het gezin of jeugdige bij de verschillende instanties bundelt. Er dienen vervolgens afspraken gemaakt te worden over afstemming van hulpverlening.
Deze vijf gemeentelijke functies van preventief jeugdzorg vormen samen met het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg uit de Wet collectieve preventie volksgezondheid de basis voor het model van het Centrum Jeugd en Gezin. Huidige stand van zaken Wormerland De gemeentelijke taken voor preventief jeugdbeleid worden uitgevoerd door de GGD Zaanstreek/ Waterland en zijn fysiek ondergebracht bij het Centrum Jong.
13
Centrum Jong Het Centrum Jong is een herkenbare en laagdrempelige voorziening voor informatie en advies bij opvoedvragen voor zowel ouders, kinderen en professionals. Daarnaast zorgt het Centrum Jong voor afstemming, betere samenwerking, informatie-uitwisseling en coördinatie van hulp en zorg door en tussen instanties. Het uitgangspunt hierbij is één kind, één gezin, één dossier, één organisatie en één financiering. Dit houdt in dat er één plan moet komen wanneer meerdere organisaties bij één gezin betrokken zijn. Hierin moet worden vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de coördinatie van zorg. Het CJG heeft tot taak om de versnippering en verkokering in het lokale jeugdbeleid tegen te gaan en meer samenhang te brengen tussen het lokale jeugd- en onderwijsbeleid, de integrale jeugdgezondheidszorg en de regionale jeugdzorg. Pedagogische civil society Ouders van opgroeiende kinderen hebben vaak veel vragen over de opvoeding van hun kinderen. Door nabije informatie & advies uit de eigen familie, kinderopvang,school of sportvereniging kunnen veel van deze vragen beantwoord worden. Deze gemeenschappelijke bemoeienis rondom het kind, wordt ook wel de pedagogische civil society genoemd. In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om met elkaar in de eigen sociale netwerk en in het publieke domein verantwoordelijkheden rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Ouders, jongeren en buurtbewoners, maar ook familieleden, leraren, sportcoaches, kortom: burgers, zijn op zo’n manier onderling betrokken dat het bevorderend is voor het opvoeden en opgroeien van kinderen en jeugdigen. De gemeente en het Centrum Jong spelen door hun centrale positie een belangrijke rol in het versterken van de pedagogische civil society. Huidige stand van zaken Centrum Jong In de gemeente Wormerland is één centrum voor jeugd en gezin: Centrum Jong Valkstraat 1 1531 CW Wormer Het Centrum Jong richt zich op ouders en kinderen in de leeftijd 0-19 jaar, waarbij de coördinatie belegd is bij de GGD Zaanstreek/ Waterland, en voert taken uit op het gebied van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (wcpv), Jeugdgezondheidszorg. Opvoedingsondersteuning en zorgcoördinatie. Kernpartners van het Centrum Jong zijn: GGD jeugdgezondheidszorg, Bureau Jeugdzorg, Maatschappelijke dienstverlening, MEE en Schoolmaatschappelijk werk. Daarnaast wordt samengewerkt met kraamzorg, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, basisonderwijs, jeugd- en jongerenwerk en politie van de gemeente. Wat willen we bereiken ? ◊ We willen dat het Centrum Jong een laagdrempelige voorziening is waar alle ouders en jongeren terecht kunnen met vragen over opgroeien en opvoeden. ◊ De coördinator van het Centrum Jong een stimulerende , signalerende rol speelt en sturing geeft aan de onderlinge samenwerking van de verschillende ketenpartners op het beleidsterrein Jeugd en Onderwijs.
14
◊
◊
Centrum Jong speelt een centrale rol binnen de zorgteams van de kinderopvang/peuterspeelzalen, zorgadviesteams van de basisscholen en het voortgezet onderwijs (procescoördinatie, casuïstiekoverleg en voortgangsbewaking dossiers). Er is extra aandacht voor de vragen en problematiek van jongeren in nauw overleg met de jongerenwerker (SCWO) van de gemeente.
15
Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg en Verwijsindex Het tijdig en integraal aanpakken van (beginnende) problemen begint met een goede signalering. Een voorwaarde hierbij is het gedegen uitwisselen en overdragen van informatie over het kind en gezin. Om dit te ondersteunen is de ontwikkeling van het Elektronisch Kind Dossier (EKD) in de jeugdgezondheidszorg en de ontwikkelingen in de Verwijsindex risicojongeren (VIR) essentieel. Het Digitaal dossier jeugdgezondheidszorg Het papieren dossier dat in de Jeugdgezondheidszorg wordt gebruikt voor het registreren van zorggegevens is gedigitaliseerd tot het digitaal dossier JGZ. Hiermee zal de signalering van risicokinderen en een integrale aanpak JGZ 0 – 19 kunnen worden verbeterd. Ook voor overheden komt met dit instrument nauwkeurige beleidsinformatie beschikbaar. Matchpoint / Verwijsindex Matchpoint 10 is een elektronische applicatie die risicosignalen over jongeren en informatie van betrokken hulpverleners in een vroeg stadium bij elkaar brengt. Matchpoint is bedoeld om instellingen die zich zorgen maken over een kind/gezin met elkaar in contact te brengen waardoor er snel en effectief gereageerd kan worden. Het systeem bevat alleen gegevens ‘dat’ er iets aan de hand is met een kind niet ‘wat’. De instellingen zijn bij een positieve match verplicht om contact met elkaar op te nemen en een gezamenlijke aanpak af te spreken. Als meer dan 2 instellingen een kind melden dat treedt de GGD of BJZ op als zorgcoördinator. Het systeem heeft tot doel dat instellingen niet meer langs elkaar kunnen werken en is een belangrijk instrument voor de ondersteuning van de werkzaamheden van hulpverleningsnetwerken. De proces coördinatie van het Digitaal Dossier JGZ en de Verwijs Index Risico jongeren wordt beheerd door de GGD Zaanstreek/ Waterland & Centrum Jong. Huidige stand van zaken Digitaal dossier jeugdgezondheidszorg is ingevoerd en operationeel. De komende jaren zal het DD-JGZ management informatie op wijkniveau kunnen genereren voor de aangesloten gemeenten waardoor gerichte aanpak mogelijk zal worden. Verwijsindex: De gemeente Wormerland is aangesloten bij de bovenregionale verwijsindex Matchpoint en aangesloten op de landelijke verwijsindex. Nog niet alle professionele organisaties die met kinderen werken zijn aangesloten bij de verwijsindex. Wat willen we bereiken ◊ Om goed in te kunnen spelen op veranderingen is het nodig dat de gemeente over goede management informatie over de gezondheidstoestand van de jeugd op wijkniveau beschikt. ◊ GGD Zaanstreek/ Waterland levert periodiek management informatie over de gezondheidstoestand van de jeugd op wijkniveau aan de gemeente.
◊ 10
We vinden het als gemeente belangrijk dat alle professionele instellingen die met kinderen en jeugdige werken aangesloten zijn bij de verwijsindex en in geval van Matchpoint
www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/home-matchpoint
16
◊
bezorgdheid melding doen in het systeem. Vanuit Centrum Jong wordt hierin een initiërende en stimulerende rol verwacht. In 2016 zijn alle instellingen die met jongeren werken aangemeld bij de Verwijsindex Matchpoint.
17
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling In december 2012 gaf 51 procent van de beroepskrachten in onderwijs, zorg, welzijn, jeugdzorg, kinderopvang en justitie aan iets gehoord, gelezen of gezien over de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Ruim 80 procent van de ondervraagden vindt de meldcode nodig om huiselijk geweld en kindermishandeling te verminderen. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van geweld 11. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten, volgens de wet ´Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling´ verplicht een meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. De verplichting tot het hebben van een meldcode geldt niet voor vrijwilligersorganisaties. Al wordt dit wel toegejuicht door het rijk. De meldcode beschrijft in 5 stappen wat bijvoorbeeld een huisarts, leerkracht, verpleegkundige, begeleider in de kinderopvang of hulpverlener moet doen bij vermoedens van geweld: Stap 1:In kaart brengen van signalen. Stap 2:Overleggen met een collega en eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) of een deskundige op het gebied van letselduiding. Stap 3:Gesprek met de cliënt/ouder. Stap 4:Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Bij twijfel altijd het AMK of SHG raadplegen. Stap 5:Beslissen: hulp organiseren of melden. Iedere organisatie of zelfstandige beroepsbeoefenaar maakt de meldcode specifiek voor de eigen praktijk. Bijvoorbeeld door te benoemen wie de stappen moet doorlopen. Zo kan een school afspreken dat de leerkracht de signaleren bespreekt met de vertrouwenspersoon. Volgens de wet ´Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling´ moeten organisaties die met ouders en kinderen werken, beschikken over iemand die je kunt consulteren over kindermishandeling. Deze fungeert als aanspreekpunt voor een ieder die kindermishandeling vermoedt of ermee geconfronteerd wordt. De aandachtsfunctionaris heeft een belangrijke rol bij de implementatie van de meldcode in de organisatie, bewaakt de interne procedure van de instelling met betrekking tot kindermishandeling en zorgt voor een kwalitatief goed verlopende procedure bij een vermoeden van kindermishandeling. Hoofdtaken van de aandachtsfunctionaris zijn: ◊ ondersteunen, motiveren en adviseren ◊ ontwikkelen, implementeren, onderhouden protocol ◊ profileren ◊ informeren, vertalen van beleid naar praktijk en visa versa ◊ organiseren van deskundigheidsbevordering ◊ registreren, documenteren en evalueren ◊ deelnemen aan regionaal overleg
Professionals die werken met een meldcode grijpen drie keer zo vaak in als collega´s die zo´n code niet gebruiken. Beroepskrachten moeten daarom beschikken over een meldcode voor het omgaan met signalen van geweld (www.rijksoverheid.nl). 11
18
VWS heeft een toolkit beschikbaar gesteld, gericht op het maken en gebruiken van de meldcode.
Huidige beleid Veel instellingen werken met eigen protocollen ten aanzien van het signaleren, melden en bespreken van vermoedens van kindermishandeling. Wat willen we bereiken? Als gemeente vinden we het belangrijk dat alle professionals bekend zijn met en werken volgens de richtlijnen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit betekent dat: ◊ wij actief met alle partijen in gesprek zullen gaan over de manier waarop zij de meldcode invoeren en benodigde ondersteuning hierbij; ◊ bij alle organisaties een aandachtsfunctionaris is aangesteld die toeziet op de implementatie van de meldcode in de organisatie, de interne procedure van de instelling met betrekking tot kindermishandeling bewaakt en zorgt voor een kwalitatief goed verlopende procedure bij een vermoeden van kindermishandeling.
Veilige inzet vrijwilligers Wij stellen hoge eisen aan alle instellingen en verenigingen. De negatieve berichten over kindermisbruik en onoorbaar gedrag door vrijwilligers dwingen ons om hier stelling te nemen. We vinden dat ouders en kinderen er vanuit moeten kunnen gaan dat de jeugdactiviteiten in Wormerland veilig zijn en de kans op onoorbaar gedrag door (jeugd)begeleiders minimaal is. Wat willen we bereiken ? We willen het komend jaar met de verenigingen in gesprek hoe we de veiligheid van kinderen kunnen vergroten. Hierbij valt te denken aan invoering van het vierogen principe, handelingsprotocol (jeugd)begeleiders, protocol melding onoorbaar gedrag, en/of VOG.
Transitie Jeugdzorg Vanaf 2015 worden de gemeenten naast de preventieve jeugdzorg ook verantwoordelijk voor de geïndiceerde jeugdzorg en hiermee voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders. Om dit te regelen komt er een nieuwe wet voor de Jeugdzorg. In deze wet worden taken en middelen gebundeld die nu nog vallen onder:
◊ ◊ ◊ ◊ ◊
het gemeentelijke preventieve jeugdbeleid (nulde en eerste lijns); de vrijwillige provinciale jeugdzorg; de jeugd-LVG (licht verstandelijke gehandicapten); de jeugd-GGZ (geestelijke gezondheidszorg); de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
De Eerste kamer moet de plannen nog goedkeuren. Het kabinet wil de wet in 2015 in werking laten treden.
19
De nieuwe Jeugdwet regelt niet alleen de decentralisatie van de jeudgzorg van provincie naar de gemeenten maar ook een inhoudelijke vernieuwing van en bezuiniging op de jeugdhulp. Deze hulp moet laagdrempelig zijn en de eigen kracht en het sociale netwerk van kinderen, jongeren en ouders beter benutten en versterken. Gemeenten krijgen een zgn. jeugdhulpplicht. Dit betekent dat ze in de toekomst moeten zorgen voor een toereikend aanbod voor jongeren en hun ouders. Alle jeugdhulptaken dienen binnen de gemeente aanwezig te zijn. Naast het preventieve jeugdzorgaanbod zal een zgn. Jeugdteam, bestaande uit generalistisch werkende professionals met een brede expertise, direct hulp kunnen bieden en/of organiseren rond een gezin.
Huidige stand van zaken De jeugdzorg wordt momenteel op provinciaal en boven stedelijk niveau geregeld. De komende jaren zullen in het teken staan van de transitie van de geïndiceerde jeugdzorg naar de gemeenten. Wat willen we bereiken ? We willen een stevig fundament leggen voor de totale jeugdzorg op lokaal niveau. Op dit fundament dient zowel de preventieve en geïndiceerde jeugdzorg te staan, als ook directe hulp en een vangnetfunctie. Daar waar deze zorg niet op lokaal niveau kan worden geboden moet traploos kunnen worden opgeschaald naar bovenlokale hulpverlening op velerlei terreinen.
Drugspreventie De Brijder Verslavingszorg ontwikkelt activiteiten en voert vooral op preventie gerichte projecten uit rondom alcoholgebruik, drugsgebruik en gokken bij de jeugd en jongeren. Dit is vaak in samenwerking met de GGD en/of andere organisaties. Deze projecten hebben een preventief karakter. Ook verzorgt de Brijder verslavingszorg begeleiding bij verslavingen en traint men professionals in het kader van deskundigheidsbevordering. De Brijder wordt voor een deel gefinancierd door de gemeente Zaanstad. Als centrumgemeente ontvangt Zaanstad hiervoor rijksmiddelen. Daarnaast ontvangt de Brijder Verslavingszorg middelen vanuit het zorgkantoor. Huidige stand van zaken? ◊ Op grond van de cijfers heeft 1 op de 5 jongeren uit Wormerland wel eens softdrugs, hasj of wiet gebruikt. Dit komt overeen met gebruikcijfers binnen de regio. ◊ Onrustwekkend is dat 5% van de scholieren uit Wormerland aangeeft ooit harddrugs (XTC, amfetamine, cocaïne) te hebben gebruikt (regio 4%) en dat 3% van de scholieren aangeeft de afgelopen maand harddrugs te hebben gebruikt (regio: 2%). Bovenstaande beeld ten aanzien van softdrugs gebruik wordt door de ambulant jongerenwerker bevestigd. Veel jongeren gebruiken recreatief softdrugs, een enkeling gebruikt continue. De jongerenwerker probeert met deze jongeren in gesprek te gaan over de risico’s en of door te geleiden naar gespecialiseerde hulpverlening. Wat willen we bereiken?
20
Wij willen samen met de jongerenwerker en de Brijder, door middel van themabijeenkomsten voor jongeren en hun ouders, een bewustwording campagne opzetten over het risico van (hard)drugsgebruik onder jongeren.
21
Samenvatting
•
Thema 1: Gezondheid & Opgroeien
Jeugdgezondheidszorg Gezondheidszorg activiteiten Speerpunten gezondheidsbeleid: 1. Terugdringen van overgewicht bij jeugd/ Beweegstimulering 2. Terugdringen schadelijk alcoholgebruik bij jongeren Doelgroep Jeugd doelstelling Bevordering van een gezonde leefstijl Beleidsvrijheid Uitvoering van wettelijke taken Gemeentelijk beleid Regionale afstemming uitvoering GGD Zaanstreek/ Waterland bekostiging GGD- budget (BS = Bestaand Structureel Beleid)
•
Centrum Jong Centrum Jong activiteiten
Doelgroep doelstelling
Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
•
Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg : Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg activiteiten Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
•
Preventieve jeugdzorg - Jeugdgezondheidszorg - Voorzorg - Informatie en advies - Signaleren van problemen - Toeleiding naar hulpaanbod - Licht pedagogische hulp - Zorgcoördinatie 0-19 jarigen, ouders en beroepskrachten educatieve veld Voorkomen en verminderen van problematiek bij opgroeien en opvoeden. Ondersteunen van beroepskrachten bij de realisatie van een goede zorgstructuur. Wettelijke taak GGD Zaanstreek/ Waterland & Centrum Jong Centrum Jong budget (BS)
Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg Gemeenten, beleidsambtenaren Management rapportage systeem Inzicht in problematiek op wijkniveau Wettelijke taak GGD Zaanstreek/ Waterland GGD budget (BS)
Verwijsindex/ Matchpoint
22
Verwijsindex/ Matchpoint activiteiten Signalering en registratie van problematiek op kind niveau door beroepsveld Doelgroep Kinderen doelstelling Alle integraal jeugdbeleid partners zijn aangesloten bij Matchpoint en registreren actief zorgleerlingen Beleidsvrijheid Wettelijke taak/ Regionale afspraken uitvoering beheersorganisatie Matchpoint bekostiging WMO-jeugd budget (BS)
•
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling activiteiten Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
•
Signaleren en voorkomen van kindermishandeling integraal jeugdbeleid partners Alle jeugd partners hanteren de meldcode en hebben een interne aandachtsfunctionaris aangesteld Wettelijke taak Justitie Regionale bekostiging (BS)
Veilige inzet vrijwilligers Veilige inzet vrijwilligers activiteiten Bespreekbaar maken van problematiek Doelgroep Instellingen en verenigingen doelstelling Tegengaan van onoorbaar gedrag door vrijwilligers, gemeentebrede benadering en aanpak Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Beleid en Regie Bekostiging Geen (BS)
•
Transitie Jeugdzorg Transitie jeugdzorg activiteiten Beleidsvorming Doelgroep 0-23 jr doelstelling sluitende aanpak Jeugdzorg Beleidsvrijheid Landelijke kaders; regionale samenwerking; gemeentelijk beleid uitvoering Beleid en regie bekostiging Rijksmiddelen transitie Jeugdzorg (BS)
•
Drugspreventie Bewustwordingscampagne risico van harddrugsgebruik door jongeren activiteiten Thematische voorlichting voor jongeren en hun ouders over middelen gebruik met name harddrugs Doelgroep Jongeren 16+ doelstelling Bewustwording, verandering van leefstijl Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Brijder/ jongerenwerk
23
bekostiging
bestaande middelen (ambulant) jongerenwerk (BS)
24
Thema 2:
Onderwijs & Educatie Inleiding A. Voorschoolse Educatie B. Basisonderwijs C. Voortgezet onderwijs D. Educatieve zorgstructuren Inleiding Om onze jeugd optimaal te laten opgroeien zijn veel inspanningen van verschillende partijen nodig. Ouders en verzorgers spelen daarin een belangrijke rol. Het onderwijsbeleid is erop gericht dat onze jeugd zich optimaal kan ontwikkelen binnen de mogelijkheden van het kind. In de meeste gevallen gaat dit goed, soms is extra ondersteuning nodig. Ondersteuning die aansluit op de mogelijkheden van de ouders. Samenwerking van organisaties op het gebied van zorg, opvang, onderwijs, cultuur, en sport is hiervoor essentieel. Binnen dit thema geven we een beeld van de voorzieningen en de ambities van de gemeente. Deze ambities kunnen niet alleen via subsidie worden gerealiseerd maar vraagt de gezamenlijke inspanning van alle betrokken partijen. De gemeente voert lokaal beleid waarbij geïnvesteerd wordt in het realiseren van een goed educatief voorzieningenaanbod.
A. Voorschoolse educatie: Kinderopvang & Peuterspelen Algemeen We kennen in de wetgeving verschillende vormen van kinderopvang: ◊ Kinderdagverblijf (KDV, met hele en halve dagopvang voor 0-4 jarigen) ◊ buitenschoolse opvang (BSO), ◊ gastouderbureaus, ◊ gastouders Vanaf 2012 is niet alleen de kinderopvang maar ook het peuterspeelzaalwerk wettelijk geregeld. Beide categorieën vallen sindsdien onder de ´Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk ´. Deze wet regelt kwaliteitseisen, centrale registratie, toezicht en handhaving. Daarbij vallen twee zaken op. Ten eerste zijn er nu wettelijke kwaliteitseisen voor peuterspelen die 25
nagenoeg gelijk zijn aan die voor de kinderopvang. Ten tweede is de definitie van kinderopvang (was: “opvang en verzorging”) gewijzigd in: verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Peuterspeelzaalwerk was al ontwikkelingsgericht en de definitie voor kinderopvang en peuterspelen is nu gelijkluidend in de wet genomen. Kinderopvang en peuterspelen groeien in de wet en in de praktijk naar elkaar toe. Genoemde wet regelt verder voor de kinderopvang ook de bekostiging. De regeling daarvoor gaat uit van een vraaggestuurde financiering van de kinderopvang. De ouders krijgen daarbij zelf de middelen in handen via de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Door rijksbezuiniging op de kinderopvang staat de kinderopvang onder druk, is er meer nadruk op de bedrijfseconomische aspecten (zoals kostenbeheersing) waarbij de kwaliteit in het gedrang kan komen. De bekostiging van het peuterspeelzaalwerk is een vrije zaak voor de gemeente.
1. Registratie, toezicht en handhaving Alle vestigingen van kinderopvang en peuterspeelzalen moeten geregistreerd zijn bij het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP). Dat is zo geregeld met het oog op het toezicht op de kwaliteit en de kinderopvangtoeslag. De gemeente is verantwoordelijk voor de registratie van alle vestigingen van kinderopvang en peuterspelen, het toezicht op de kwaliteit en de handhaving bij gebreken. De GGD inspecteert de kinderopvang en brengt daarvan inspectierapporten uit. Hierbij wordt gekeken naar zowel het beleid als de praktijk. Er wordt o.a. gekeken naar de pedagogische aanpak, de veiligheid en de hygiëne, hoe het beleid is opgesteld en hoe dit tot uitvoer wordt gebracht in de praktijk. Ook wordt er gekeken of de personele inzet juist is, of het aantal kinderen klopt met deze inzet en de beschikbare ruimte. Daarnaast kijkt de GGD bijvoorbeeld ook of voor ouders de medezeggenschap, de verstrekte informatie en de klachtenafhandeling goed geregeld is. De inspectierapporten staan in het LRKP. Het LRKP is openbaar en staat op het internet (www.landelijkregisterkinderopvang.nl ) Huidige situatie in Wormerland De registratietaak is de afgelopen jaren afdoende uitgevoerd. De gemeente heeft in 2011 en 2012 extra ingezet op toezicht en handhaving. Ook in 2012 werd het gemeentelijk handhavingsbeleid geactualiseerd in de notitie: “Handhavingsbeleid Kinderopvang Wormerland 2012”. Het effect is dat de gemeente van de rijksoverheid in 2012 de A-status kreeg. Dat wil zeggen dat de gemeente de uitvoering van haar taken goed op orde heeft. In 2010 was er een grote toeloop van gastouders die allemaal moesten worden geïnspecteerd. In 2013 kent Wormerland 20 registraties van vestigingen voor kinderopvang en 50 registraties van gastouders. Vanaf 2013 mogen gastouders steekproefsgewijs worden geïnspecteerd. Wormerland gaat uit van 5%. Ontwikkelingen Vanaf 2013 wordt bij het toezicht gewerkt met risicoprofielen van vestigingen, in risico oplopend van groen, geel, oranje tot rood. ◊ Groen: geen reden tot zorg voor nu en de toekomst
26
◊ ◊ ◊
Geel: geen zorg nu, lichte zorg over de nabije toekomst Oranje: lichte zorg over de actuele situatie, zorg over nabije toekomst Rood: zorg over actuele situatie, serieuze zorg over de nabije toekomst
Wormerland zet qua toezicht en handhaving in op het voorkomen van oranje en rood. Code rood duidt op dreigende sluiting van een vestiging. Wat willen we bereiken? ◊ Alle vestigingen voor kinderopvang en alle gastouders zijn in beeld. ◊ Geen enkele vestiging van kinderopvang raakt in risicoprofiel rood.
◊
◊ ◊
◊
Wat doen we ervoor? De sluitende aanpak in de registratie, toezicht en handhaving voor de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk wordt voortgezet. De periodiek inspectie van alle vestigingen voor kinderopvang wordt voortgezet. Voor de gastouders wordt steekproefsgewijs geïnspecteerd (5% van de gastouders). Het college handhaaft aan de hand van de inspectierapporten en de vastgestelde beleidsnotitie. Het college stelt jaarlijks een verslag op over de toezicht- en handhaving en biedt dat aan de gemeenteraad aan.
2. Vestiging van kindercentra/peuterspelen in Wormerland Schets De gemeente heeft geen aandeel in de daadwerkelijke uitvoering en realisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen. Wel kan de gemeente de kinderopvang helpen via een gunstig vestigingsbeleid, bijvoorbeeld door kinderopvang instellingen ruimte te bieden binnen multifunctionele accommodaties of brede scholen. Wormerland heeft een subsidieregeling voor peuterspelen voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Huidige situatie in Wormerland (2013) In Wormerland is anno 2013 nog maar één instelling voor kinderopvang in diverse dorpen actief: Kinderopvang Baloe BV. Baloe heeft acht opvanglocaties en biedt aan ± 600 kinderen opvang . Baloe werkt met ruim 600 kinderen: circa 335 in dagopvang en 270 in de BSO. Daarnaast zijn er in Wormerland 50 gastouders actief met in totaal ± 130 opvangplaatsen. Het is niet bekend hoeveel kinderen er buiten de gemeente in de kinderopvang zitten. We vinden anno 2013 in de verschillende dorpskernen de volgende vormen van kinderopvang van Baloe in of nabij de scholen: Dorpskern/school Baloe, hoofdvestiging De Eendragt
Vormen van kinderopvang KDV BSO Peuteropvang/peuterspelen
27
WormerWieken Weremere- Wormer
De Harpoen, Jisp Wijdewormer
WeremereOostknollendam
BSO Peuteropvang/peuterspelen BSO KDV Peuteropvang/peuterspelen BSO KDV Peuteropvang/peuterspelen BSO KDV Peuteropvang/peuterspelen BSO KDV Peuteropvang/peuterspelen BSO
Ontwikkelingen: Ten eerste staat in het regeerakkoord 2012 dat men wil komen tot een basisaanbod van twee dagdelen voor peuters dat door de rijksoverheid wordt betaald. Ten tweede wordt in het land gediscussieerd over de ontwikkeling van Integrale Kind Centra (IKC) voor twee- tot twaalfjarigen, waarbij de leeftijdsgroep 2- tot 4-jarigen onderdeel kan gaan vormen van de basisscholen. Om dit te realiseren is een principebesluit van de rijksoverheid nodig en wetgeving om de uitvoering handen en voeten te geven. Dit zal niet binnen enkele jaren zijn voltooid. Het praktijk in Wormerland loopt eigenlijk op deze ontwikkelingen vooruit met de keuze voor peuterspeelzaalwerk/peuteropvang in of nabij de basisscholen. De kinderopvang in Wormerland gaat in deze beweging mee. Ten derde heeft de gemeente vanaf 2015 bezuinigd op het budget voor peuterspelen. Wat willen we bereiken? ◊ Er zijn in elke dorpskern diverse vormen van kinderopvang en peuterspelen, in of nabij de basisscholen. Wat doen we daarvoor? ◊ Wormerland zet eigen accommodaties in via verhuur. ◊ De gemeente heeft afspraken met de schoolbesturen om leegstand in de scholen bij voorrang te benutten voor kinderopvang en peuterspelen.
3. Ontwikkeling van peuters en VVE Schets Kinderen moeten alle kansen krijgen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Ouders zijn de eerstverantwoordelijken maar de tendens is dat ouders steeds vaker moeite hebben bij hun verzorgende en opvoedende taken van de kinderen. Niet voor niets hebben zowel kinderopvang als peuterspelen per definitie een bijdrage in de verzorging, opvoeding en de
28
ontwikkeling van kinderen. Beide zijn een vind- en werkplaats voor ondersteuning van ouders en hun kinderen. Traditioneel is de peuterspeelzaal meer dan de kinderopvang ontwikkelingsgericht bezig en de kinderopvang krijgt in toenemende mate ook die rol. Beide instellingen zijn een prima plek voor kinderen om zich spelenderwijs te ontwikkelen. Dat gebeurt onder begeleiding van professionele, geschoolde pedagogisch medewerksters. Zij bieden kinderen een veilige, pedagogisch verantwoorde omgeving en ondersteunen ouders met jonge kinderen bij vragen rond de opvoeding en ontwikkelingsstimulering van hun kinderen. Daarnaast spelen de leidsters steeds vaker een rol in het signaleren van achterstanden op het gebied van de vijf ontwikkelingsdomeinen: cognitieve, motorische, sociale, emotionele en spraak/taal- ontwikkeling. Extra aandacht is nodig voor kinderen die in een achterstandspositie dreigen te raken. Het is vooral voor die kinderen goed als ze worden gezien door professionals voor het jonge kind en een ontwikkelingsgericht aanbod krijgen. Die professionals werken met een ontwikkelingsgericht educatief programma en zijn daarvoor geschoold. Dit gebeurt onder de noemer van VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) en dat speelt met name in gebieden waar veel risicokinderen wonen. De rijksoverheid biedt daarvoor een specifieke subsidie voor onderwijsachterstanden aan gemeenten waar een concentratie is van achterstandskinderen. Het risico op achterstanden wordt gemeten in de basisschoolperiode met de zogenaamde gewichtenregeling die kijkt naar de achtergrond van de kinderen (d.w.z.: het opleidingsniveau van hun ouders). Bij een laag opleidingsniveau krijgt een kind een extra gewicht bovenop het standaardgewicht van 1 en wel als volgt: • gewicht 0,3: een ouder met opleiding minder dan 2 jaar VO (mavo, havo, vwo, vmbo) • gewicht 1,2: een ouder met opleiding basisonderwijs of zmlk De subsidie kan worden benut voor bijvoorbeeld voorschoolse educatie, vroegschoolse educatie, schakelklassen, zomerscholen e.d. De regeling geldt voor de periode 2011/2014. Het rijk oriënteert zich erop hoe een regeling daarna voort te zetten. Volgens de Wet op het primair onderwijs moet de gemeente zorgen voor een aanbod van voorschoolse educatie en een goede toegang tot die educatie. Dit is in zijn algemeenheid geregeld. Dat wil zeggen dat de gemeente zelf bepaalt of er aanleiding is voor een aanbod voor voorschoolse educatie en daarvoor zelf de doelgroep definieert. Situatie in Wormerland Peuteropvang/peuterspelen in Wormerland werkt met een educatief programma. Wormerland ontvangt in de periode 2012/2014 een jaarlijkse bijdrage van circa € 30.000,voor de aanpak van onderwijsachterstanden. Wormerland zet dat primair in op een VVEaanbod van doelgroepkinderen in de voorschoolse periode. De doelgroep is in overleg met de kinderopvang/peuterspelen en de basisscholen tweeledig gedefinieerd: kinderen met een taalrisico en kinderen met een risico qua opgroeien/opvoeden. Voor die kinderen (in 2015 waren dat er circa 15) is het extra gewenst om deel te nemen aan peuteropvang/peuterspelen. Belangrijke eisen aan het VVE-aanbod voor doelgroepkinderen zijn: werken met een VVEprogramma, getrainde leidsters en minimaal 10 uur per week. Wormerland heeft de subsidie voor peuteropvang/peuterspelen zo geregeld dat het aanbod moet voldoen aan de VVE-eisen. Dat wil zeggen dat alle kinderen een aanbod krijgen van 29
voorschoolse educatie, met een extra aanbod voor doelgroepkinderen. Wormerland benut de rijksbijdrage om het aanbod voor de doelgroepkinderen te dekken. Vanaf 2012 is het gesubsidieerde aanbod als volgt: • Voor de reguliere peuters van 2 jaar: 6 uur per week • Voor de reguliere peuters van 3 jaar: 9 uur per week • Voor de doelgroeppeuters van 2 jaar: 10 uur per week • Voor de doelgroeppeuters van 3 jaar: 13 uur per week In 2013 subsidieerde de gemeente zo een aanbod voor ± 70 peuters, waarvan ± 15 doelgroepkinderen. De andere peuters maken gebruik van de kinderopvangtoeslag. Er zijn afspraken met het consultatiebureau over een sluitende toeleiding van alle peuters naar peuteropvang/peuterspelen. Er is regelmatig overleg tussen kinderopvang en het consultatiebureau over de samenwerking en individuele problematiek. Wormerland benut de rijksbijdrage zo nodig ook voor de kosten van vervoer van kinderen naar de Kernschool voor kinderen die in een jaar worden omgeschakeld naar d e Nederlandse taal. Ontwikkelingen Als er in de voorschoolse periode ontwikkelingsgericht met kinderen wordt gewerkt, is het logisch om aan te sluiten op wat er daarna in de basisscholen gebeurt. De Wet op het basisonderwijs zegt daarom dat de gemeente met de betrokkenen afspraken moet maken over de doorgaande leerlijn tussen voorschools en vroegschools, en over de resultaten van vroegschoolse educatie.
De basisscholen in Wormerland tellen (2013) onder het totaal van ± 1.350 leerlingen de volgende aantallen gewichtenleerlingen: Gewicht 0,3 : 74 Gewicht 1,2 : 50 Totaal : 124 (9,3%) Een vuistregel is om 25 van dit aantal te nemen om het aantal achterstandspeuters te bepalen. Dat komt neer op 31 peuters. Op basis van deze cijfers kan worden gesteld dat Wormerland geen concentratie heeft van achterstandskinderen. Toch krijgt de gemeente in 2011/2014 een rijksbijdrage van circa € 30.000,- voor de aanpak van onderwijsachterstanden in de voor- en vroegschoolse periode. Wormerland zet die voornamelijk in op VVE in de voorschoolse periode. Als de verdeling van de middelen vanaf 2015 niet verandert, kan Wormerland opnieuw rekenen op een bijdrage. De scholen in Wormerland krijgen – de een meer dan de ander -- op grond van hun gewichtenleerlingen ook middelen voor achterstanden en zetten die in op de reguliere 30
personeelsformatie. Het is niet per se de bedoeling om voor alle scholen werk te maken van VVE. Het is een zaak van de scholen om hierin een eigen standpunt te bepalen. Alleen basisschool de Eendragt is bezig met de ontwikkeling van vroegschoolse educatie. In de andere scholen werkt men wel ontwikkelingsgericht vanuit de pedagogisch-didactische kwaliteit van het onderwijspersoneel maar er wordt niet gewerkt met een VVE-programma. Wel staan alle scholen er voor open om samen met de voorschool en de gemeente werk te maken van de doorontwikkeling van VVE en de aansluiting van voor- en vroegschool. Het gaat daarbij om: ◊ afstemming van het pedagogisch beleid; ◊ een doorlopende leerlijn; ◊ een goede overdracht van peuters naar de basisschool; ◊ samenwerking en afstemming tussen het personeel van voorschoolse voorziening en de school. De scholen hebben aan hun besturen gevraagd naar een standpunt over de ambities met VVE. Het is ook gewenst om inzicht te krijgen in de effecten van voor- en vroegschoolse educatie. Een eerste globale meting is 2011 leerde dat circa 50% van de doelgroepkinderen met een taalrisico een extra jaar deed over de kleuterklas (groep 1/2). Momenteel oriënteert het veld zich op zinvolle doelstellingen voor Wormerland. Wat willen we bereiken? ◊ Geen kind stroomt met een achterstand de basisschool in. ◊ Elke peuter krijgt de kans op een ontwikkelingsgericht aanbod van peuterspelen. ◊ Kinderen met een ontwikkelingsrisico krijgen extra aandacht. ◊ Voorschools aanbod en het basisonderwijs sluiten op elkaar aan. Wat doen we daarvoor? ◊ De gemeente subsidieert een basisaanbod peuteropvang/peuterspelen voor ouders die geen aanspraak maken op de kinderopvangtoeslag. ◊ Binnen dat aanbod wordt gewerkt met een erkend VVE-programma. ◊ De gemeente subsidieert een extra aanbod voor risicopeuters ◊ De gemeente heeft afspraken met de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) over de toeleiding van alle peuters en de Indicatiestelling voor de risico- peuters ◊ We maken afspraken tussen onderwijs, kinderopvang en de gemeente over de aansluiting tussen voorschoolse en schoolse periode.
4. Zorgstructuur Kinderopvang/Peuteropvang/ buitenschoolse opvang (BSO) De kinderopvang, peuterspeelzaal en BSO maken onderdeel uit van het lokale zorgnetwerk van Centrum Jong. De huidige zorgstructuur van Centrum Jong is van origine sterk gericht op de leeftijdsgroep 0-4 jarigen. Voor de leeftijdsgroep 4-12 jarigen wordt aangesloten bij de zorgteams op de verschillende basisscholen. Omdat de buitenschools opvang met veel verschillende organisaties te maken heeft, zou zij graag zien dat er een overleg komt voor 0-12 jarigen om ook binnen de huidige zorgstructuren een doorgaande lijn aan te kunnen brengen.
31
De BSO geeft aan dat zij binnen de huidige zorgstructuur onvoldoende haar zorgvragen kwijt kan en zou graag meer aandacht voor de oudere leeftijdsgroepen zien bv. door een interdisciplinair casuïstiek overleg 0-12 jaar. Alert4you: pilot jeugdzorg – kinderopvang: Het programma 'Alert4you' is een jeugdzorgvoorziening. Het heeft tot doel om kansen en problemen van kinderen in de kinderopvang beter te signaleren en daarop alert te reageren. De kinderopvang heeft steeds vaker te maken met kinderen met opvallend gedrag. Voegsignalering, goede ondersteuning en adequate doorverwijzing kunnen de kansen van die kinderen vergroten. Als dat goed gebeurt, kunnen kinderen later zonder oplopende problemen deelnemen aan het basisonderwijs. Het programma Alert4you is gericht op een betere samenwerking tussen ouders, kinderopvang en jeugdzorg (Spirit). Het uitgangspunt is dat een kind het beste kan worden geholpen in de eigen buurt waar het leeft en woont. Als dat goed gebeurt, kunnen kinderen later zonder oplopende problemen deelnemen aan het basisonderwijs. Door middel van coaching on the job door experts van Spirit worden de leidsters in de kinderopvang begeleid en opgeleid. Kinderen kunnen daarmee in de eigen (kinderopvang-)omgeving blijven zonder doorverwijzing naar andere instanties. Huidige stand van zaken. Kinderopvang Baloe is in 2012 gestart met de pilot VVE/Alert4you en werkt hierbij nauw samen met Spirit (jeugdzorg) en basisschool Weremere. Baloe investeert zelf ook in het project met de inzet van een eigen maatschappelijk werker en het pedagogisch personeel (de leidsters). De pilot bij Baloe is tot nu toe succesvol en wordt in de regio gezien als een goed voorbeeld. De pilot Alert4you is tot en met 2013 bekostigd door de Stadsregio Amsterdam. Voor 2014 heeft Spirit opnieuw een subsidie aan de Stadsregio Amsterdam gevraagd. Vanaf 2015 is de gemeente zelf verantwoordelijk voor de (bekostiging van) de jeugdzorg. Wat willen we bereiken ? Wegens bemoedigende resultaten en geloof in de werkwijze wil de gemeente per 2014 het project in cofinanciering opnemen in het preventief aanbod jeugdzorg. Bij gebleken resultaat zal de pilot per 2015 worden bekostigd vanuit de toegewezen jeugdmiddelen. Wat doen we daarvoor? We zetten in op voortzetting van Alert4You vanaf 2014, zo nodig met inzet van gemeentelijk budget.
32
B. Basisonderwijs 1. Basisscholen Schets Het basisonderwijs vormt een belangrijk onderdeel in het leven van 4 tot 12-jarigen. De kwaliteit van het onderwijs en de mogelijkheden tot ontplooiing vormen de basis voor de verdere schoolontwikkeling van kinderen. De basisscholen bieden veel extra ondersteuning voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften wegens bijvoorbeeld dyslexie, hoogbegaafdheid, en gedragsproblemen door ADHD, Autisme e.d. Als de reguliere basisschool echt onvoldoende kan bieden, worden kinderen verwezen naar een speciale school voor basisonderwijs (SBO) of een school voor speciaal onderwijs (SO). Situatie in Wormerland Het basisonderwijs in de gemeente wordt door twee schoolbesturen verzorgd: Stichting SPOOR (openbaar onderwijs) en Stichting Agora (interconfessioneel). Het openbaar onderwijs is in 2004 door de gemeente verzelfstandigd en ondergebracht bij Stichting SPOOR. Deze stichting wordt bestuurd door het college van bestuur en kent een raad van toezicht. De gemeente houdt op afstand een toezichthoudende rol met de volgende taken: ◊ Benoeming van de leden van de raad van toezicht ◊ Goedkeuring wijziging statuten ◊ Ingrijpen bij ernstige taakverwaarlozing ◊ Ontbinden stichting ◊ Ter informatie ontvangen van informatie zoals begroting, jaarrekening en jaarverslag ◊ Nemen van maatregelen als het bestuur niet op tijd de begroting vaststelt Wormerland voert deze taken samen met andere gemeenten in de regio uit in de zogenaamde SPOORraad. De individuele gemeenteraad blijft beslissen over eventuele opheffing van een openbare school in de eigen gemeente . Elke gemeenteraad wijst een bestuurslid aan voor het bestuur van de SPOOR- raad. Uitgangspunt is dat de portefeuillehouder voor onderwijszaken wordt aangewezen. Wormerland heeft alleen reguliere scholen voor basisonderwijs, geen scholen voor SBO of voor SO. Kinderen kunnen voor SBO terecht in Zaanstad en Purmerend. Voor SO kunnen kinderen beperkt terecht in Purmerend en Zaanstad en zij moeten dan verderop in d regio naar school . Waar nodig bekostigt de gemeente vervoer voor de kinderen. Alle scholen in de gemeente Wormerland bieden kwalitatief goed onderwijs dat voldoet aan de normen van de Inspectie voor het Onderwijs. Er zijn geen zwakke scholen. Het inhoudelijke schoolbeleid van het primair onderwijs is de verantwoordelijkheid van de scholen en de schoolbesturen. De school staat echter niet op een eiland maar heeft raakvlakken met haar directe omgeving, de dorpskern, de gemeente e.d. De gemeente Wormerland heeft een jaarlijks subsidiebudget beschikbar voor verrijking van het onderwijs en voor de ontwikkeling van brede scholen. 33
2. Huisvesting en exploitatie basisonderwijs Schets De gemeente moet zorgen voor bekostiging van nieuwbouw, uitbreiding, groot onderhoud aan de buitenkant en schadegevallen. De schoolbesturen zijn zelf verantwoordelijk voor de realisatie en de instandhouding van hun schoolgebouwen. Zij moeten die als een goed huisvader beheren en onderhouden. De schoolbesturen ontvangen hiervoor vergoeding van het rijk. Situatie Wormerland De bekostiging van de huisvesting van de basisscholen is geregeld in de Verordening onderwijshuisvesting 2010. Deze verordening is actueel. Wormerland zorgt tot nu toe (naast bekostiging) ook voor daadwerkelijke realisatie van nieuwbouw van de scholen. Basisschool WormerWieken is sinds 1998 in een nieuw schoolgebouw gevestigd. In de periode 2004/2013 liep de uitvoering van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP). Daarbij heeft de gemeente gezorgd voor nieuwbouw van de openbare basisscholen de Eendragt (2008), Weremere 2010) en Wijdewormer (2013). De Harpoen is in 2007 uitgebreid en gerenoveerd. Het gebouwenbestand is hiermee toekomstbestendig: voor de komende jaren wordt geen uitbreiding, nieuwbouw of groot onderhoud verwacht. Ontwikkelingen Overheveling buitenonderhoud Er ligt in 2013 een wetsontwerp bij de eerste kamer waarbij het buitenonderhoud wordt overgeheveld van gemeente naar schoolbestuur. De financiële implicatie (een korting op de algemene uitkering) valt buiten het bestek van deze nota. Als de wet definitief is, moet de gemeente de verordening onderwijshuisvesting aanpassen. Korting onderbesteding gemeente De rijksoverheid gaat de gemeente ook in de algemene uitkering korten omdat de Nederlandse gemeenten macro gezien minder aan huisvesting zouden besteden dan ze via de algemene uitkering ontvangen. In eerste indicatie van het bedrag van de korting voor Wormerland is circa € 125.000,-. De korting komt ten goede aan de schoolbesturen die dat vrij mogen besteden aan het onderwijs. Voor Wormerland is duidelijk dat deze acties als onrechtvaardig worden ervaren omdat de gemeente nu juist intensief in de huisvesting van scholen heeft geïnvesteerd. Wormerland geeft dan ook circa € 200.000,- meer uit dan dat ze via de algemene uitkering ontvangt. Dit stelt de financiële relatie met de schoolbesturen in een nieuw daglicht. Bij diverse scholen is extra ruimte gerealiseerd voor welzijnsactiviteiten of kinderopvang. Daarnaast is het zo dat de scholen krimpen door minder toeloop van leerlingen. Door die krimp ontstaat ruimte in de schoolgebouwen. Wormerland heeft uitgesproken dat die ruimte bij voorkeur wordt benut voor kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en activiteiten in het kader van de brede school. De gemeente heeft hierover afspraken gemaakt met de beide schoolbesturen in het “convenant verhuur van scholen en afdracht huur aan de gemeente”.
34
Sinds 2004 is het openbaar onderwijs ondergebracht bij stichting SPOOR. Voor de schaalgrootte van SPOOR is dat kleine scholen gemakkelijker in het grotere geheel kunnen worden in stand gehouden. Dat betekent dat in elke dorpskern in Wormerland een vestiging voor basisonderwijs kon worden behouden. Dat laatste staat sinds enkele jaren op de tocht door krimp van het aantal leerlingen en door krappe financiële toestand waar elk schoolbestuur mee te maken heeft gekregen. Met name de vestiging in Oostknollendam is hiermee onder druk komen te staan. In 2012 en 2013 heeft Wormerland met het oog op de leefbaarheid van het dorp een bijdrage van € 60.000,- resp. € 30.000,- gedaan om de school een kans te geven een overlevingsstrategie te bepalen. Intentie daarbij is dat de vestiging in Oostknollendam in elk geval financieel gezien tot en met 2015/2016 gegarandeerd is. Wat willen we bereiken? ◊ In elke dorpskern is een vestiging voor basisonderwijs ◊ De basisscholen beschikken over voldoende huisvesting ◊ Leegstand in basisscholen wordt bij voorkeur ingezet voor kinderopvang en brede schoolactiviteiten Wat doen we ervoor? ◊ Behouden van het bestand aan schoolgebouwen anno 2013 ◊ Toepassen van het “convenant verhuur van scholen en afdracht huur aan de gemeente”
3. Onderwijsachterstanden Schets Aan de hand van de achtergrond van de ouders (zoals hun opleidingsniveau) worden alle basisschoolkinderen in Nederland gewogen. Daarbij is een lage of zeer lage opleiding van de ouders de indicator voor achterstandsrisico. Een kind zonder risico telt voor 1,0 en heeft dus geen gewicht. Bij een lage opleiding (minder dan 2 jaar voortgezet onderwijs) is het gewicht 0,3. Bij een zeer lage opleiding (alleen basisonderwijs) is het gewicht 1,2. Scholen krijgen voor gewichtenkinderen extra rijksvergoeding. Komt het totaal aan gewichten in een gemeente boven een bepaalde drempel, dan is sprake van concentratie van achterstanden. In dat geval ontvangt ook een gemeente een rijksbijdrage om de situatie aan te pakken. De gemeente kan dat inzetten op bijvoorbeeld voor- en vroegschoolse educatie (VVE), het vormen van speciale klassen voor (extra) les aan achterstandkinderen of een programma in schoolvakanties. Situatie in Wormerland De basisscholen in Wormerland tellen onder het totaal van ± 1.350 leerlingen de volgende aantallen gewichtenleerlingen: Gewicht 0,3 Gewicht 1,2 Totaal:
74 50 124
In Wormerland kwam het leerlingengewicht in 2009 boven de drempel voor achterstanden. Dat kwam met name doordat één school (de Eendragt) een hoog gewicht had. De gemeente ontvangt hierdoor over de periode 2011/2014 een jaarlijks bedrag van circa € 30.000,-. De gemeente zet dit (in overleg met het veld van onderwijs, kinderopvang en Centrum Jong) primair in op de doelgroepkinderen in de peuterleeftijd. Zie hiervoor het hoofdstuk
35
Kinderopvang en peuterspeelzalen, § 3 ontwikkeling van peuters en VVE . Daarnaast zet de gemeente het in op de doorgaande lijn voorschools/naschools. Kinderen die direct vanuit het buitenland op een basisschool in Wormerland komen, volstrekt geen Nederlands kennen en dat niet zullen leren in de gewone basisschool, kunnen terecht op de Kernschool in Zaandam. Daar krijgen ze een jaar een intensief aanbod, gericht op net name taalverwerving. De gemeente bekostigt dat het vervoer naar de Kernschool. Ook die kosten dekt de gemeente zo mogelijk uit de middelen voor onderwijsachterstanden. Ontwikkelingen Er zijn de komende jaren geen nieuwe concrete ontwikkelingen (zoals toename van het aantal risicoleerlingen) voorzien waarom de gemeente beleid zou moeten formuleren. Wat willen we bereiken en wat doen we ervoor? We concentreren ons op de voorschoolse voorzieningen en de aansluiting op de basisschool. Zie hoofdstuk A kinderopvang/peuterspeelzaalwerk, § 3.
4. Brede school ontwikkeling Schets Het besef is gekomen dat kinderen zich niet alleen onder schooltijd ontwikkelen maar ook buiten schooltijd. Het gaat dan om vrije tijdsbesteding, talentontwikkeling, samen spelen en samen leren, en begeleiding, toezicht en opvoeding door volwassenen in bijvoorbeeld verenigingen. Diverse organisaties (zoals het verenigingsleven) houden zich zo bezig met de jeugd buiten schooltijd. Scholen (net als de kinderopvang) zien en kennen alle kinderen gedurende een groot deel van de dag. School en buitenschoolse organisaties raken elkaar en kunnen hun krachten bundelen in de brede school. Een belangrijke activiteit van de brede school is het verzorgen van een activiteitenprogramma, gericht op alle kinderen van vier tot twaalf jaar. Een gevarieerd programma van onderwijs, opvang, verrijkende en uitdagende naschoolse activiteiten en zorg. Zo komt de brede school ten goede aan de kinderen. Bovendien kan de brede school een bijdrage leveren aan de mogelijkheid voor ouders om zorg en arbeid goed te combineren (dagarrangement). De brede school vergt én leidt tot afstemming en samenwerking. Het kan ook nieuwe impulsen geven aan het onderwijs en het plaatselijk verenigingsleven Gemeenten kunnen de brede schoolontwikkeling stimuleren en ondersteunen met accommodaties, subsidies, personeel e.d. Situatie in Wormerland In Wormerland hebben de kernpartners van de brede school (de scholen, de kinderopvang en stichting Scwo) in 2013 een uitvoeringsplan gemaakt voor de periode 2013/2016. Dat plan voorziet in de inzet van 2,4 formatieplaatsen aan combinatiefunctionarissen die sinds de zomer van 2013 daadwerkelijk – samen met het verenigingsleven – een activiteitenprogramma moeten verzorgen. De inzet volgens dat plan is als volgt: Aantal formatieplaatsen
Functie
werkgever
36
0,3 0,7 0,4 0,25 0,1 0,4 0,25 2,4
brede schoolcoördinator Sport en spel Sport en spel Sport en spel sport cultuur cultuur
Scwo Scwo Baloe Tinteltuin De Kraaien Muziekschool FluXus
De gemeente subsidieert de combinatiefunctionarissen en benut daarvoor (naast de rijksbijdrage voor combinatiefuncties) bestaande subsidiestromen voor Scwo en scholen (ombuiging).Deelnemende organisaties dragen ook zelf een deel van de kosten. De combinatiefunctionarissen moeten zorgen voor een rijk en gevarieerd programma van buitenschoolse activiteiten. Een stuurgroep van de kernpartners houdt toezicht. Een coördinator is spin in het web voor het opstellen en uitvoeren van programma’s . Ontwikkelingen De invulling van combinatiefuncties staat in 2013 in de kinderschoenen en de uitwerking vergt veel inzet van alle partijen. Er worden daarom de komende jaren nog geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. Wat willen we bereiken? 1. we willen voor alle kinderen van vier tot twaalf jaar een gevarieerd programma geboden van onderwijs, opvang, verrijkende en uitdagende naschoolse activiteiten en zorg. 2. We willen afstemming en samenwerking tussen diverse maatschappelijke organisaties die een rol kunnen hebben in de brede school Wat doen we ervoor? 1. We subsidiëren combinatiefunctionarissen in de periode 2013/2016. 2. We maken afspraken met gesubsidieerde instellingen (zoals muziekschool en Scwo) over hun inzet voor de brede school. 3. We regisseren en monitoren door deelname in de stuurgroep brede school, samen met de kernpartners.
5. Zorgstructuur Passend Onderwijs De komende jaren zal de zorgstructuur in het basisonderwijs sterk veranderen. Momenteel zijn de samenwerkingsverbanden druk bezig met de uitwerking van de nieuwe wet Passend onderwijs. Met de komst van de wet Passend onderwijs worden gemeenten en schoolbesturen gezamenlijk verantwoordelijk voor de totale zorginfrastructuur rondom de jeugd. Gemeente
Gemeente is verantwoordelijk voor: leerplicht onderwijshuisvesting
Samenwerking Gemeente – Zorg Onderwijs Gemeente en schoolbesturen maken samen afspraken over: samenhangende onderwijs-, ondersteunings- en
Schoolbesturen
Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor: samenwerkingsverband PO en VO beschreven in
37
leerlingenvervoer onderwijsachterstanden aansluiting arbeidsmarkt preventief jeugdbeleid jeugdgezondheidszorg wmo-functies (o.a. decentralisatie begeleiding) Na decentralisatie jeugdzorg: Jeugdhulp toegang tot kinderbescherming en jeugdreclassering
hulpstructuur voor jeugd: preventie signalering beoordeling toewijzing ondersteuning/ hulpaanbod
overgang voorschools > po > vo > mbo consequenties Passend onderwijs voor leerlingenvervoer consequenties Passend onderwijs voor onderwijshuisvesting tegengaan voortijdig schoolverlaten en aanpak thuiszitters aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt V(S)O en MBO
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs dekkend aanbod van basisen extra ondersteuning verdeling, besteding en toewijzing van middelen voor ondersteuning procedure en criteria voor toelaatbaarheid (V)SO en sbao plaatsing en terugplaatsing beoogde en bereikte kwantitatieve en kwalitatieve resultaten informeren ouders ondersteuningsplannen PO en VO afstemmen
Huidige situatie Wormerland De schoolbesturen van de gemeente Wormerland zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Zaanstreek e.o. Momenteel zijn de aangesloten schoolbesturen met elkaar in gesprek over de invulling van het Passend onderwijs in het samenwerkingsverband en de zgn. interne zorgstructuur in de regio. De gemeente voert overleg met de samenwerkingsverbanden van het primair en voorgezet onderwijs over hun ondersteuningsplannen en de aansluiting op onderwerpen in bovenstaande middelste kolom. Dit gebeurt in het OOGO, het Op Overeenstemming Gericht Overleg .
C. Voortgezet Onderwijs Schets De meeste leerlingen uit Wormerland stromen na het basisonderwijs door naar het voortgezet onderwijs in Zaandijk en Krommenie 12. In onderstaande tabel is te zien dat het merendeel van de leerlingen doorstroomt naar het St. Michael College (26.3 %) in Zaandijk, het Trias college (17%) in Krommenie en het Saenredam college (14.4 %) in Zaandijk. Schooltype praktij Vmbo Vmbo k b k Pascal college Zaanlands lyceum Pascal Zuid Zuiderzee college Compaen vmbo Praktijkschool de Faam Saenredam college 12
Zaandam Zaandam Zaandam Zaandam Zaandam Zaandam Zaandijk
Schoolvensters VO
vmbo g/t
x x x
x x x
x x x
x
x
x
x
havo x x
vwo x x
Voedingsgebied Wormer Totaal land OVER 1,9% 19,7% 2,3% 14,6% 0% 13,6% 0% 12,8% 0,8% 2,9% 0% 14,4%
5,3% 14,8%
http://www.schoolvo.nl/
38
RK SGM St. Michaelcollege Bertrand Russel College Trias vmbo SG Antoni Gaudi Nelson Mandela Overig
Zaandijk Krommeni e Krommeni e Purmerend Purmerend -
x
x
x x x
x
x
26,3%
27%
x
x
10,2%
10,2%
17% 5,7% 2% 19,4%
17% 5,7% 2% 54,4%
1. Deelname voortgezet onderwijs De meeste jongeren starten in een algemeen leerjaar (44%, zie onderstaande tabel). Iets meer dan 20 % stroomt in op het vmbo. Zo’n 18% stroomt in op havo en 14% naar het vwo. De samenstelling van de leerlingen naar het type voortgezet onderwijs in. Gemeente Wormerland vertoont geen grote verschillen met de samenstelling in GGD-Regio Zaanstreek/ Waterland. In vergelijking met Provincie Noord-Holland volgen in zowel de Gemeente Wormerland en de regio Zaanstreek/ Waterland minder jongeren een vwo opleiding. Wel scoort Wormerland iets hoger voor de havo in vergelijking met de GGD regio en Provincie Noord-Holland Deelname voortgezet onderwijs naar type13
2. Slagingspercentage voortgezet onderwijs In 2009 slaagden 200 jongeren voor hun examen aan het voortgezet onderwijs. Van deze leerlingen behaalde 58% een vmbo diploma (120 jongeren), 25% een havo diploma (50 jongeren) en 17% ontving een vwo diploma. (30 jongeren).
13
Jeugdmonitor Wormerland
39
Slagingspercentage voortgezet onderwijs
In vergelijking met GGD-Regio Zaanstreek/ Waterland kent de gemeente naar verhouding minder leerlingen die een vmbo diploma hebben gehaald, even veel jongeren met een havo diploma en meer leerlingen die geslaagd zijn voor het vwo. Ten opzichte van Provincie Noord-Holland stromen de jongeren in de regio Zaanstreek/ Waterland en de gemeente op een lager niveau uit.
3. Slagingspercentage vervolgopleiding Naast de leerlingen die een diploma behaalden aan het voorgezet onderwijs, waren er in 2009 220 leerlingen die een diploma hebben behaald aan een vervolgopleiding. Van deze jongeren behaalde 75,6% een mbo diploma (met name jongens), 13,6% een hbo diploma (met name meisjes) en 10,9% rondde een universitaire opleiding af (vooral meisjes). In vergelijking met GGD-Regio Zaanstreek/ Waterland komt het slagingspercentage overeen met dat van de gemeente: naar verhouding hebben even veel leerlingen een mbo diploma gehaald, minder jongeren met een hbo diploma en meer leerlingen die zijn afgestudeerd aan de universiteit. Ook hier stromen de jongeren in de regio en de gemeente op een lager niveau uit ten opzichte van de slagingspercentages van de Provincie. Sla gingspercentage vervolgopleiding
40
D. Educatieve zorgstructuren 1. Leerplicht en voortijdig schoolverlaten (vsv) Schets De leerplichtwet is de vertaling van het recht van kinderen om naar school te gaan en zich voor te bereiden op een baan. Dit recht is tegelijkertijd een plicht. Elke gemeente heeft een aantal wettelijke leerplichttaken, te weten: ◊ Registeren welke kinderen op een school zijn ingeschreven, of juist niet. In het laatste geval is sprake van absoluut verzuim of thuiszitten. ◊ Registreren welke kinderen niet regelmatig naar school gaan (spijbelen). In dat geval is sprake van relatief verzuim. ◊ Aanpakken van verzuimsituaties De gemeenteraad krijgt jaarlijks een verslag van de uitvoering van de leerplichttaken (leerplichtverslag).
41
Voortijdig schoolverlaten voorkomen Als de leerplicht ophoudt (vanaf de 18-de verjaardag) is nog niet iedereen goed voorbereid op een zelfstandig, volwassen leven. De overheid streeft naar een zeker opleidingsniveau voor alle jeugdigen. Daarom blijft de overheid er voor verantwoordelijk dat jeugdigen niet voortijdig van school gaan maar dat ze een minimale startkwalificatie (tenminste een havoof mbo-diploma) behalen. Dit noemt men wel de kwalificatieplicht en die wordt regionaal verzorgd via het RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt). Voor de Zaanstreek is Zaanstad als verantwoordelijke centrumgemeente aangewezen om voortijdig schoolverlaten aan te pakken. De in- en uitschrijvingen van jeugdigen op een school en alle verzuimmeldingen gaan vanuit de scholen naar een landelijk register van de rijksoverheid. Leerplicht en RMC halen daar hun informatie vandaan over thuiszitters, spijbelaars en voortijdig schoolverlaters. Huidige situatie Wormerland heeft samen met Oostzaan de leerplichtaken uitbesteed aan bureau leerplicht van gemeente Zaanstad. Dit bureau voert voor de regio Zaanstreek ook de taken uit voor voortijdig schoolverlaten. Voor de scholen in Wormerland zijn twee vaste leerplichtambtenaren, die regelmatig contact met de scholen hebben. Richtlijnen voor het toekennen van verlof worden onder de aandacht gebracht zodat de basisscholen daarin uniform opereren. Er gelden richtlijnen voor het toekennen van verlof zodat de basisscholen in de hele regio daarin uniform opereren.
Zaanstad Oostzaan Wormerland Totaal leerlingen
Aantal leerlingen 2011/2012 22.972 1.551 2.637 25.811
Halverwege 2013 heeft bureau leerplicht het verlate leerplichtverslag 2011/2012 uitgebracht, in combinatie met het RMC- verslag. We verwachten het verslag 2012/2013 begin 2014 uit te brengen. uitstroom voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) 14 In 2005 waren er in Wormerland 57 jongeren die zonder diploma van school gingen, oftewel 4,5% van de jongeren tussen de 12 en 25 jaar oud waarvan het met name jongens betrof. In 2010-2011 is dat aantal 10 minder tot 3,3% van deze leeftijdsgroep (meer jongens dan meisjes). Dit komt overeen met de regio en ligt iets lager dan Zaanstad. Desondanks blijft het een zorg om voortijdig schoolverlaten in absolute zin tegen te gaan.
Zaandam 14
2005-20 06 leerlinge n 10.303
2005-20 06 aantal vsv 581
2005-20 06 aantal %vsv 5,6%
2010-20 11 leerlinge n 11.192
2010-20 11 aantal vsv 402
2010-20 11 aantal %vsv 3,6%
www.aanvalopschooluitval.nl en www.vsvverkenner.nl
42
Wormerland 1.258 57 4,5% 1.413 47 Ontwikkeling nieuwe vsv'ers per gemeente in aantal en percentage
3,3%
Wat willen we bereiken? ◊ Alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen zijn in beeld. ◊ Geen enkele jeugdige zit zonder school thuis. ◊ Spijbelen wordt aangepakt. ◊ Jeugdigen volgen en voltooien een zo hoog mogelijke opleiding. ◊ Voortijdig schoolverlaten wordt verder teruggebracht of omgebogen naar zinvolle invulling in een combinatie van werken en leren. ◊ Een sociale uitkering is het laatste vangnet. Wat doen we daarvoor? ◊ Uitvoering taken leerplicht en voortijdig schoolverlaten via bureau leerplicht/RMC, met reguliere uitvoering en gerichte acties. ◊ Jongeren die een beroep op een uitkering doen en nog geen startkwalificatie hebben, worden eerst verwezen naar het Jongerenloket. Zie daarvoor de volgende paragraaf.
2. Jongerenloket Het Jongerenloket Zaanstreek is een samenwerking van de gemeentelijke afdelingen Werk en Inkomen, UWV Werkbedrijf, het Regiocollege, Straathoekwerk, MEE en het RMC. Deze laatste zorgt voor coördinatie. Het Jongerenloket Zaanstreek biedt jongeren met vragen over opleiding en werk toegang tot informatie en relevante dienstverleners. Het loket is maandag- tot en met donderdagmiddag open en is zonder afspraak dus gemakkelijk en laagdrempelig toegankelijk. En het loket staat ook open voor vragen over geld, wonen en persoonlijke problemen. Uitgangspunt is om actief met jongeren mee te denken over hun toekomstmogelijkheden, het behalen van hun startkwalificatie en daar waar nodig te ondersteunen. Het doel is dat jongeren zelf verantwoordelijkheid nemen én dragen. Jongeren die nu bij het loket komen hebben vaak al veel (multidisciplinaire) problemen. Het Jongerenloket wil in de toekomst meer preventief gaan werken. In het loket wordt gewerkt met een in eigen beheer ontwikkelde integrale intakemethodiek. Het Jongerenloket heeft een eigen website (www.jongerenloket.nu ) en via een nieuwsbrief wordt een groot aantal netwerkpartners regelmatig geïnformeerd. Twee keer per jaar organiseert het Jongerenloket een themadag voor alle professionals uit de Zaanse sociale kaart die met jongeren werken. Gemiddeld bezoeken ± 1000 jongeren per jaar het Jongerenloket dat vier middagen per week geopend is. Bijna een kwart van de jongeren loopt spontaan binnen. De rest wordt verwezen door netwerkpartners, via de social media en door mond tot mond reclame. Vanuit Ingrado (de branchevereniging voor Leerplicht/RMC) is belangstelling voor het Jongerenloket Zaanstreek. Het wordt gezien als een goed voorbeeld van
43
integrale samenwerking, het bereiken van jongeren en het succesvol aansluiten op de doelgroep. U leest meer over het Jongerenloket in het jaarverslag Leerplicht/RMC.
44
Samenvatting
Thema 2: Onderwijs en Educatie
A. Kinderopvang & Peuterspeelzalen: voorschoolse educatie •
Registratie, toezicht en handhaving Landelijk register kinderopvang activiteiten De gemeente registreert van alle vestigingen van kinderopvang, het toezicht op de kwaliteit en de handhaving bij gebreken. Doelgroep Jeugd 0-12 jaar doelstelling Alle kindercentra voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang. De gemeente treedt indien nodig handhavend op. Beleidsvrijheid Landelijk beleid uitvoering GGD Zaanstreek/ Waterland bekostiging Bestaand budget (BS = Bestaand Structureel Beleid)
•
Nieuwe vestiging kinderopvang en peuterspeelzalen Nieuwe huisvesting Activiteiten Creëren van een positief vestigingsbeleid voor kinderopvang en peuterspeelzalen Doelgroep Kindercentra Doelstelling De gemeente probeert bij ontwikkeling van brede scholen/ multifunctionele accommodaties voor een gunstig vestigingsbeleid te creëren voor kinderopvang en peuterspeelzalen Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering gemeente bekostiging Geen. Inzet van bestaande voorzieningen (BS)
•
Ontwikkeling van peuters en VVE Voorschoolse educatie doelgroep peuters activiteiten Bieden van een gericht stimuleringsprogramma gericht op het voorkomen van een achterstand bij instroom in het basisonderwijs aan peuters met een spraak/taal achterstand of een sociaal-emotionele achterstand door een knellende thuis situatie Doelgroep Peuters 2-4 jaar doelstelling Voorkomen van achterstand bij peuters Beleidsvrijheid gemeentelijk beleid uitvoering GGD Zaanstreek/ Waterland, Baloe bekostiging Bestaande budgetten (met een bezuiniging op subsidie peuterspelen vanaf 2015) (BS)
•
Zorgstructuur Kinderopvang/Peuteropvang/ buitenschoolse opvang (BSO) . Alert4you activiteiten
Samenwerking en Kennisuitwisseling tussen Spirit (jeugdzorg en Baloe (kinderopvang) om kinderen met
45
Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
jeugdzorg-problematiek en hun ouders in de eigen omgeving te helpen Kinderen in Kinderopvang/Peuteropvang/ buitenschoolse opvang (BSO) Preventief aanbod jeugdzorg en kinderopvang Gemeentelijk beleid Spirit, Baloe Regionaal budget Jeugdzorg, bestaand gemeentelijk jeugdbudget (BS)
B. Basisonderwijs •
Onderwijs huisvesting PO Onderwijshuisvesting activiteiten Zorgen voor bekostiging van nieuwbouw, uitbreiding, groot onderhoud en schadegevallen Doelgroep Schoolbesturen doelstelling Zorgen voor adequate onderwijshuisvesting ism de schoolbesturen Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid/ uitvoering Gemeente bekostiging Bestaand budget. (BS)
•
Onderwijsachterstandenbeleid. Obs. De Eendragt activiteiten Gerichte stimulering van doelgroep leerlingen door aanbieden van een doorgaande leerlijn Sporen/Ko totaal gericht op spraak/ taal ontwikkeling Doelgroep Kinderen met een achterstand op het gebied van: - de spraaktaal ontwikkeling en/of - sociaal-emotionele ontwikkeling doelstelling Vermindering van onderwijsachterstanden bij doelgroep leerlingen Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid, wettelijke eisen VVE uitvoering Voorschools: Baloe Vroegschools: basisscholen bekostiging Rijksbijdrage onderwijsachterstanden en middelen van het basisonderwijs (BS)
•
Nieuwkomers. Kernschool activiteiten
Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
Intensief scholingsaanbod aan leerlingen uit het buitenland gericht op verwerving van de Nederlandse taal gedurende 1 jaar Nieuwe leerlingen uit het buitenland die geen Nederlands spreken Leerlingen kunnen instromen in het regulier onderwijs Gemeentelijk beleid Kernschool Zaandam Bestaand budget leerlingenvervoer en Rijksbijdrage
46
onderwijsachterstanden (BS)
•
Brede school ontwikkeling Combinatie functies activiteiten Binnen de brede school wordt aan alle kinderen van vier tot twaalf jaar een gevarieerd programma geboden van onderwijs, opvang, verrijkende en uitdagende naschoolse activiteiten en zorg. Doelgroep 4-12 jarigen doelstelling Vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen en bieden van sluitende dagarrangementen Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Schoolbesturen, kinderopvang en diverse organisaties bekostiging Bestaand budget en rijksbijdrage combinatiefuncties (BS)
D.
Educatieve zorgstructuren
Leerplicht activiteiten Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
•
RMC/Voortijdig schoolverlaten (VSV) activiteiten Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
•
Uitvoering leerplichtwet 4- 23 jr Voorkomen van ongeoorloofd schoolverzuim Landelijk beleid Leerplicht Zaanstad Bestaand budget (BS)
Zorgen dat leerlingen met een startkwalificatie de school verlaten of een werk/leertraject volgen 12-23 jarigen Verminderen van het aantal leerlingen dat zonder diploma de school verlaat Landelijk beleid RMC Zaanstad Rijksbijdrage RMC (aan Zaanstad) (BS)
Jongerenloket. activiteiten Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
Informatie, advies en begeleiden van jongeren naar scholing en/of werk/leer plaatsen of werk. 12-23 jarigen Begeleiding van jongeren naar school of een werk/leertraject Landelijk beleid RMC Zaanstad Rijksbijdrage RMC (aan Zaanstad) (BS)
47
Thema 3:
Ontspanning & Vrije tijd
Inleiding Openbare ruimte/ speelplekken Vrije tijdsbesteding Jeugd & jongerenwerk Cultuureducatie De Bieb
Inleiding Naast het bieden van een gezonde basis en voldoende mogelijkheid om binnen je capaciteiten te leren, is het ook belangrijk dat jongeren zich in hun vrije tijd kunnen ontplooien door middel van sport, kunst en cultuur en vrije tijdsbesteding. Hierdoor kunnen jongeren experimenteren met hun uiteindelijke rol in de maatschappij. Door eigen inzet en vrijwilligerswerk kan de samenhang in de samenleving verder worden versterkt.
Openbare ruimte /speelplekken Kinderen en jongeren stellen andere eisen aan hun directe leefomgeving dan volwassen. Allereerst moet deze omgeving veilig zijn om te spelen maar ook uitnodigen voor spel en ontmoeting met andere kinderen. Het gebruik voor en door kinderen en jongeren stelt dan ook andere eisen aan de inrichting van de openbare ruimte dan die voor volwassenen. Dit leidt soms tot spanningen en/of conflicten met de andere gebruikers zoals mede weggebruikers, bewoners, winkeliers ed. Naarmate de leeftijd van kinderen toeneemt zullen zij zich verder van het eigen huis gaan bewegen en steeds meer hun eigen stempel willen zetten op deze leefomgeving. Jongeren in de leeftijdscategorie 12 t/m 23 jaar maken hierbij een extra ontwikkeling door van kind naar lichamelijke en geestelijke volwassenheid. In deze periode worden met name sociale en relationele vaardigheden ontwikkeld. Ook worden er voorkeuren gevormd op maatschappelijk, cultureel en recreatief gebied. 48
Welke eisen stellen jongeren zelf aan hun directe leefomgeving 15? Zoals reeds eerder was aangegeven verschilt dit per leeftijdsgroep: Leeftijd tot 12 jaar Van alle kinderen tot 12 jaar speelt 78 % regelmatig een halfuur buiten. Veel ouders geven aan tevreden te zijn over de mogelijkheden voor hun kind om alleen buiten te spelen. Daarnaast zijn ouders ook over andere voorzieningen in de buurt positief: activiteiten in de buurt voor mijn kind (70% tevreden); Speeltuintjes (73% tevreden); Parkof groenvoorziening (73% tevreden) en Stoepen (74% tevreden) Leeftijd 12-16 jaar Van de oudere jeugd geeft 32% aan dat er in de buurt voldoende leuke dingen voor jongeren georganiseerd worden (58% vindt van niet en 10% weet het niet). Deze cijfers zijn vergelijkbaar met de regio. Op de vraag welke dingen zij in hun eigen buurt missen geeft ruim een derde van de scholieren (35%) aan niets te missen, maar 65% mist een plek om samen te kunnen zijn met anderen. Meest genoemd gemiste voorzieningen zijn: een hangplek, een jeugdhonk, een pleintje /voetbalveld. Leeftijd 16+ Oudere jongeren (16+) kiezen steeds meer hun eigen weg en zijn steeds minder afhankelijk van hun ouders. In deze levensfase worden naast onderwijs vooral sport, kunst en cultuur, jeugd- en jongerenwerk, participatie en ontmoeting belangrijk gevonden. Huidige situatie Wormerland In de gemeente Wormerland is een actueel speelplekkenplan en zijn in diverse wijken voor verschillende leeftijdsgroepen speelvoorzieningen aangebracht of gerenoveerd. Jongerenontmoetingsplekken Uit de E-movo enquête komt met name naar voren dat er behoefte is aan speel- en ontmoetingsvoorzieningen voor de jeugd. Het afgelopen jaar is samen met de gemeente en de jongerenwerker gezocht naar geschikte locaties voor een JOP. Wat gaan we ervoor doen? Continuering van bestaand speelplekken beleid. In de komende beleidsperiode zal de besluitvorming omtrent de locaties worden afrond en plaatsing van de JOP verder ter hand worden genomen.
Vrije tijdsbesteding Vrije tijd is een breed begrip. Er kan een onderscheid gemaakt worden in georganiseerde en ongeorganiseerde vrijetijdsbesteding. Onder de eerste categorie kan het spelen in verenigingsverband geschaard worden. Te denken valt aan sportverenigingen, maar ook culturele activiteiten als muziek, dans en knutselen. Onder de tweede categorie vallen openbare speelgelegenheden, uitgaan en ontmoetingsplaatsen voor jongeren.
15
Jeugdmonitor en E-movo, GGD Zaanstreek Waterland.
49
Om het contact tussen jongeren onderling en tussen jongeren en de gemeente te verbeteren is het noodzakelijk om gemeentebrede activiteiten met een sportief en recreatief karakter te organiseren voor jongeren in verschillende leeftijdscategorieën. Hebben jongeren het naar hun zin dan zijn zij eerder geneigd zich in te zetten voor activiteiten in hun eigen omgeving. De achterliggende gedachte hierbij is, dat preventie gerealiseerd kan worden door het bieden van een uitdagende leefomgeving en voldoende activiteiten. Basisonderwijs 85% van de kinderen lid van een sportvereniging, 24% is lid van een zang-, muziek of toneelvereniging 9% een Natuur & Milieu organisatie. 8% is niet aangesloten bij een organisatie/vereniging .
Voorgezet onderwijs Ruim drie van de vier scholieren (76%) is lid van een sportclub. Vmbo-leerlingen zijn vaker geen lid van een sportclub dan havo/vwo-leerlingen.
Bron: jeugdmonitor GGD Zaanstreek/ Waterland – gemeente Wormerland
Huidige situatie Wormerland Voor georganiseerde vrije tijdsbesteding moeten we het vooral hebben van het verenigingsleven. De gemeente heeft een goede sociaal-culturele infrastructuur en subsidieert verschillende organisaties. Het verenigingsleven voor de jeugd in Wormerland ligt met name op het vlak van sport en spel en recreatie, en veel minder op het culturele vlak. Vanuit de brede schoolprogramma’s die vanaf 2013 worden gemaakt, willen we niet alleen zorgen voor een aanbod voor de kinderen maar ook een impuls geven aan het verenigingsleven. Hierbij wordt aangesloten bij de speerpunten van andere beleidsterreinen. Sport: Speerpunt in het gemeentelijke gezondheidsbeleid is het tegengaan van overgewicht bij de jeugd. Door sport- en bewegingsstimulering kan bewegingsarmoede en overgewicht worden voorkomen of verminderd. Ook speelt sport een belangrijke rol bij de sociaalemotionele ontwikkeling van de jeugd omdat je doelen moet stellen, doorzetten en samenwerken. Cultureel: Via de Brede school realiseren we een gevarieerd aanbod van naschoolse activiteiten voor de basisschoolkinderen op het vlak van sport en spel, en kunst en cultuur Wat willen we ervoor gaan doen? ◊ We willen dat alle kinderen kunnen deelnemen aan een vorm van vrijetijdsbesteding bv. sport of kunst & cultuurbeoefening. De gemeente heeft een vangnet om minder draagkrachtige gezinnen hierin te ondersteunen in de vorm van het Kinderparticipatiefonds en Jeugd Sportfonds Zaanstad. ◊ We zorgen voor programma’s van brede schoolactiviteiten die open staan voor alle basisschoolkinderen. ◊ We zetten bestaande subsidie voor de muziekschool en het kinderwerk van Scwo gericht in op de brede schoolontwikkeling. ◊ We zoeken via de brede school verbinding met het verenigingsleven.
50
◊
We behouden de subsidieregelingen voor het verenigingsleven op het vlak van sport, recreatie en ontmoeting en cultuur, ook al is daar een bescheiden bezuiniging van 10% op de budgetten onvermijdelijk.
51
Jongerenwerk (SCWO) Niet alleen de buitenruimte is belangrijk. Ook het bieden van stimulerende en laagdrempelige activiteiten voor de jeugd is belangrijk om zich te ontwikkelen. Het professionele jongerenwerk kent twee vormen: ◊ Regulier preventief jongerenwerk : hierbij probeert de jongerenwerker jongeren te activeren om gebruik te maken van het bestaande activiteitenaanbod, nieuwe initiatieven en projecten op te zetten en samen met de andere organisaties activiteiten te organiseren. ◊ Ambulant jongerenwerk : De ambulant jongerenwerker zoekt jongeren die zich op straat ophouden op, de zgn. hangjongeren, en probeert overlast te voorkomen door ze naar het regulier jeugd en jongerenwerk toe te leiden. De ambulant jongerenwerker speelt hierbij een intermediaire rol tussen de jeugd, de gemeente en de politie . Afhankelijk van de gesignaleerde problematiek worden vervolg acties opgezet en kunnen thema avonden georganiseerd worden. Huidige stand van zaken SCWO voert in Wormerland het kinderwerk en jongerenwerk uit. De organisatie richt zich op jongeren van 10 tot 23 in heel Wormerland. Bijzondere aandachtsgroepen hierbij zijn: ◊ Jongeren in de overgang van de relatief veilige basisschool naar het voortgezet onderwijs. ◊ Jongeren die zich (hinderlijk) ophouden op straat. Het SCWO biedt kinderwerk (16 uur gelieerd aan de Brede school) en ambulant jeugdwerk (14 uur). Het SCWO streeft naar flexibele inzet van de jongerenwerker qua werktijden in de loop van het jaar. De jongerenwerker is tenminste 80% van de werktijd actief bezig is met de doelgroep zelf. Daarnaast is tijd beschikbaar voor afstemming en structureel overleg met de gemeente, politie en andere instellingen. Naast regulier jeugd en jongerenwerk - binnen de eigen accommodatie, richt het SCWO zich ook op de ontwikkeling van activiteiten buiten het buurthuis in samenwerking met het ambulant jongerenwerk. Zo houdt de jongerenwerker o.a. toezicht bij het buurthuis (‘TiZ SO) tijdens de inloopavonden voor de jeugd en probeert hij outreachend met de jongeren (op straat) en daar waar anders mogelijk activiteiten te organiseren. Het SCWO rapporteert via maandelijkse rapportages en een jaarverslag aan de gemeente. Tussentijdse bijstelling van aandachtsgroepen en beleid vind in nauw overleg tussen de gemeente en het SCWO plaats. In het hoofdstuk Participatie en overlast zal verder worden in gegaan op de werkzaamheden van het ambulant jongerenwerk en het georganiseerd veiligheidsoverleg tussen gemeente Jeugd en OOV, BOA, politie en jongerenwerker. Huidige stand van zaken De gemeente verleent een structurele subsidie aan het Scwo voor organiseren van sociaal cultureel werk in de gemeente Wormerland.
52
Het programma voor de jeugd bestaat uit activiteiten voor verschillende leeftijdsgroepen: jeugdwerk (10-12 jaar), Tienerwerk (13-16 jaar) en Jongerenwerk 18-23 jaar. Daarnaast verzorgt het Swco het ambulante jongerenwerk. Voor een overzicht van activiteiten wordt verwezen naar de website www.scwo.nl
Wat willen we bereiken? ◊ Continuering van huidig subsidiebeleid. In het vorige hoofdstuk hebben we aangegeven dat we de samenwerking tussen de verschillende partners die werken met de jeugd willen versterken en komen tot een attractief vrije tijds aanbod voor de jeugd. Het Scwo is gevraagd om hierin als projectcoördinator Brede school/ combinatie functies een organiserende en stimulerende rol te vervullen.
Cultuureducatie Wormerland heeft een groot aantal actieve verenigingen, die tal van sociaal-culturele en recreatieve activiteiten organiseren. Ook beschikt de gemeente over diverse podia voor muziek en theaterproducties. Naast het bestaande aanbod vind er weinig uitwisseling tussen verenigingen plaats en zijn er weinig nieuwe initiatieven. Cultuureducatie is belangrijk omdat het de creativiteit en daarmee het vrije denken van het kind stimuleert en mede een basis legt voor de ontwikkeling tot mondige en zelfstandige, buiten de gebaande kaders denkende volwassene. Daarnaast speelt de omgeving waar je vandaan komt een belangrijke rol bij de persoonlijke identiteitsontwikkeling . Huidige situatie Wormerland Elke basisschool heeft een leerkracht aangewezen als cultuurcoördinator/ -contactfunctionaris die moet zorgen voor een stimulerende culturele leeromgeving In samenwerking met Fluxus zijn cultuurmenu’s ontwikkeld waarbij de leerlingen kennis kunnen maken met verschillende kunst- en cultuuruitingen. De Muziekschool verzorgt daarnaast muziekonderwijs op alle scholen. Binnen de brede school wordt ook extra aandacht besteed aan erfgoededucatie. Wat willen we ervoor gaan doen ? We willen de samenhang tussen culturele instellingen versterken en ruimte bieden voor vernieuwing van het aanbod gericht op betrekken van de jeugd bij het huidige verenigingsleven. We benutten daarvoor de subsidieregeling voor cultuureducatie met Kwaliteit, in combinatie met de combinatiefunctionarissen voor de brede school.
De Bieb De bibliotheek Wormerland is gevestigd op de Mercuriusweg in Wormer en maakt onderdeel uit van De Bieb voor de Zaanstreek. De Bieb heeft ruim 3700 leden. Jeugdleden tot 18 jaar zijn gratis lid, 57% van de leden zijn jeugdleden. Naast een uitnodigende boekencollectie biedt De Bieb ook ondersteuning aan het onderwijs en kinderopvang in de vorm van een biebbus bij de basisscholen in Jisp en Neck, klassenbezoek aan de Bieb, leesprogramma’s, vertelplaten, educatief speelmateriaal. 53
Daarnaast biedt De Bieb ouders taalstimuleringsprogramma’s zoals Boekstart (vanaf 3mnd), Leesvoer voor kleuters (vanaf 4 jr), Ik lees al! (vanaf groep 3). Voor de oudere jeugd faciliteert De Bieb het jongerenliteratuurplein. Wat willen we bereiken. ◊ We willen dat het aantal jeugdlidmaatschappen vanaf heel vroege leeftijd toeneemt door nauwe samenwerking met Centrum Jong (via consultatiebureau). ◊ We willen dat de bibliotheek een aanbod voor spraak/taal ontwikkeling behoudt. ◊ Daarnaast zouden we graag een nauwere samenwerking zien tussen het aanbod van de Bieb en het jeugd- en jongerenwerk van het SCWO bv. in de vorm van rapbattles/ gedichtencontest ed.
54
Samenvatting Thema 3: Ontspanning en Vrije tijd •
Continuering Speelplekkenbeleid Continuering Speelplekkenbeleid Activiteiten Aanwezigheid van voldoende buiten speelobjecten in de gemeente voor verschillende leeftijdsgroepen. Doelgroep Jeugd 0-23 jr Doelstelling Bieden van spel en ontmoetingsmogelijkheden in de openbare ruimte Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Gemeente bekostiging Budget speelplekken (BS = Bestaand Structureel Beleid)
Jongerenontmoetingsplekken activiteiten Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
•
In samenwerking met de jongerenwerker en jeugd inrichten van 2 locaties als JOP. 16+ Bieden van een ontmoetingsmogelijkheid in de openbare ruimte voor de oudere jeugd. Gemeentelijk beleid Gemeente, SCWO – ambulant jongerenwerk Budget jeugdbeleid (BI = Bestaand Incidenteel Beleid)
Vrije tijdsbesteding Jeugd Sportfonds en kinderparticipatiefonds activiteiten Bieden van financiële ondersteuning aan minder draagkrachtige gezinnen voor het jeugdlidmaatschap van een sportvereniging of via het Kinderparticipatiefonds deelname aan sportieve en culturele activiteiten (in de toekomst mogelijk vergoeding in natura) Doelgroep Gezinnen met kinderen met minimuminkomen doelstelling Maatschappelijke participatie Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Gemeente, Jeugd Sportfonds bekostiging Budget armoedebeleid (BS)
•
Jeugd en jongerenwerk Jeugd en jongerenwerk activiteiten Uitvoering regulier jeugd & jongerenbeleid en ambulant jongerenwerk door SCWO Doelgroep 10-18 jr doelstelling Bieden van regulier jeugd-, tiener- en jongerenwerk, informatie en advies en ambulant jongerenwerk Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering SCWO bekostiging Budget Club- en buurthuiswerk (BS)
55
•
Brede school – project coördinatie SCWO – brede school projectcoördinatie Activiteiten Project coördinatie Brede school Doelgroep 0-12 jr Doelstelling Ontwikkeling en coördinatie van verrijkingsaanbod Brede school/ combinatie functies Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid Uitvoering SCWO , basisscholen, kindercentra Bekostiging Budget: Brede school (BS)
•
Cultuureducatie Cultuur en erfgoed educatie PO Activiteiten Aanbod van verschillende culturele activiteiten binnen- en buitenschools: - cultuurmenu basisonderwijs - muziekonderwijs basisonderwijs Doelgroep 8-12 jaar doelstelling Culturele, muzikale en kunstzinnige vorming en erfgoed educatie Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering SCWO, Fluxus en de Muziekschool bekostiging Onderdeel Brede school (BS) Versterking culturele infrastructuur Activiteiten Ontwikkelen en versterken van uitwisseling en samenwerking culturele verenigingsleven gericht op deelname door de jeugd. Doelgroep 12-/12+ doelstelling Vernieuwing en versterken samenwerking verenigingsleven gericht op jeugd Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Gemeente, Culturele Commissie Wormerland bekostiging Onderdeel Brede school (BS)
•
Bibliotheek Jeugdlidmaatschap Activiteiten Bevordering van het gebruik van de bibliotheek door de jeugd door verstrekken van gratis lidmaatschap voor 0-18 jarigen Doelgroep Jeugd doelstelling Leesstimulering, informatievoorziening Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Bibliotheek bekostiging Budgetsubsidie Openbaar Bibliotheekwerk (BS) Behoud aanbod spraak/ taalontwikkeling Activiteiten Gericht ondersteuningsaanbod voor gezinnen gericht op de spraak/taal ontwikkeling van hun kind - Boekenstart ( vanaf 3 maanden)
-
Leesvoer voor kleuters (vanaf 4 jaar)
56
Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
- Ik lees al (vanaf groep 3) Gezinnen met jonge kinderen Bevordering spraak/taal ontwikkeling; doorgaande lijn Gemeentelijk beleid Bibliotheek Budgetsubsidie Openbaar Bibliotheekwerk (BS)
Taal/lees stimulering jeugd Activiteiten Gewenst: in samenwerking met jongerenwerk ontwikkelen van aanbod taal/ leesstimulering jeugd - rapbattles / gedichtencontest Doelgroep Jongeren 12+ doelstelling Taal lees stimulering; doorgaande lijn Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Bibliotheek i.s.m. jongerenwerk Scwo en scholen bekostiging Budgetsubsidie Openbaar Bibliotheekwerk / Scwo (BS)
57
Thema 4:
Participatie & Overlast Inleiding Jongerenparticipatie Jeugd en Veiligheid Ambulant Jongerenwerk Jeugdnetwerk Wormerland
Inleiding De invloed die ouders hebben op de ontwikkeling van hun kinderen wordt vaak overschat. Blijvende effecten van gezinsopvoeding op de persoonlijkheid en ontwikkeling van kinderen blijken beperkt. Niet de inbreng van ouders is cruciaal in de ontwikkeling naar volwassenheid maar met name de buitenwereld en dan vooral de peer 58n58up – de groep leeftijdgenoten in de buurt en op school – zorgt voor cultuur- overdracht en aanpassing aan de omgeving. In haar Inaugurele rede als lector Leefwerelden van de Jeugd aan hogeschool INHOLLAND geeft dr. Pauline Naber aan dat de afgrenzing tussen jeugd en volwassenheid steeds minder scherp is geworden, en de scheidslijnen tussen jongeren en volwassenen zijn vager geworden 16. Zoals volwassenen hun leven lang blijven leren en een aantal vrijheden behouden die voorheen alleen aan jongeren waren voorbehouden, zo vervullen jongeren nu taken die vroeger bij volwassenheid hoorden. Ze zijn niet alleen scholier of student, maar ook werknemer, consument, seksuele partner, maatschappelijk en politiek actief burger. Hun totale school- en werkweek omvat doorgaans meer dan veertig uur. Dit vergt planning en onderhandeling op verschillende fronten om alles op elkaar af te stemmen, om zowel de vereiste cijfers en studiepunten te halen als een verantwoordelijke werknemer te zijn. Daarbij hebben jongeren een actief en druk sociaal leven. Ze zijn kritische consumenten die openstaan voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van mode, uitgaan, vakanties, reizen, telefoonverkeer en internetgebruik, zoekend naar de culturele stijl en attributen die bij hen 16
Inaugurele rede dr. P. Naber: Vriendschap en sociale cohesie. De rol van leeftijdgenoten in de opvoeding van jeugd. (http://www.kenniskringjeugd.nl/Producten/inauguratiebrochurePaulineNaber.pdf)
58
passen, bij wie ze willen zijn. De grootste klacht van jongeren over hun vrije tijd is dat ze over te weinig uren beschikken om te kunnen doen wat ze allemaal willen.
Steeds meer jongeren zetten zich vrijwillig in voor de samenleving. Uit onderzoek van het SCP (2011) blijkt dat ruim 40% van de jongeren tussen de 18 en 24 jaar vrijwilligerswerk doet. Deze maatschappelijk actieve jongeren zetten zich in binnen eigen projecten, netwerken en organisaties. Ze doen boodschappen voor een oude buurvrouw of helpen een gezin dat tijdelijk hulp nodig heeft. Ook door het doen van een maatschappelijke stage doen jongeren, tijdens hun schooltijd, ervaring op in het vrijwilligerswerk en leveren op die manier een onbetaalde bijdrage aan de maatschappij. Zelfsturing en autonomie Jongeren moeten om kunnen gaan met de verwachtingen en eisen van een voortdurend veranderende maatschappij. Informatie zoeken en verwerken; uitdagingen aangaan en risico’s hanteren; maken van keuzes 59n keuzemogelijkheden openhouden. Verwacht wordt dat ze een eigen identiteit ontwikkelen en tegelijkertijd flexibel en inzetbaar blijven in een wereld die in snel tempo verandert. Niet alle jongeren zijn in staat om aan deze verwachtingen te voldoen, om de wedloop naar succes op school en werk aan te kunnen. Het afbreukrisico is groot. Met name jongeren uit lagere sociale milieus, waaronder veel kinderen van migrantenouders, struikelen, vallen, haken af. Leren van en met elkaar Jongeren van nu leren in belangrijke mate van elkaar om contacten aan te gaan. Via peer groups maken jongeren deel uit van een jeugdcultuur die met een grotere schare jongeren wordt gedeeld. De meeste jongeren oriënteren zich op de mainstream jeugdcultuur (Top 40 muziek en actuele mode), een minderheid rekent zichzelf tot specifieke jeugdsubculturen. Voor jongeren van nu zijn jeugdstijlen vooral belangrijk om zich persoonlijk te ontwikkelen, onderling te communiceren, zich met leeftijdgenoten te verbinden en herkenbaar te zijn. Hierbij heeft de commercie steeds meer invloed gekregen op jeugdcultuur, worden jongeren ingezet als coolhunters en trendwatchers, en ontwikkelen ook jongeren zelf commerciële activiteiten zoals het organiseren van party’s, opzetten van platenlabels en dergelijke. Jeugdcultuur verschaft jongeren een collectieve, sociale identiteit, een onderstreping waar ze buiten het gezin bij (willen) horen en hoe ze hun vrije tijd willen invullen. Jongeren hebben dus ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Dit betekent echter ook dat ze de grenzen van deze ruimte zullen verkennen.
Jongerenparticipatie Het doel van jongerenparticipatie is om de actieve betrokkenheid en binding van jeugd met de gemeente waarin zij wonen te bevorderen. Het is hierbij van groot belang dat jongeren de mogelijkheid wordt geboden om invloed uit te oefenen op zaken die hen rechtstreeks aangaan en dat zij ook gebruik maken van die mogelijkheden.
59
Vrijwilligerswerk is een vorm van participatie maar ook je inzetten voor een politieke partij of schoolraad. Door jeugdparticipatie en vrijwilligerswerk wordt de betrokkenheid met de samenleving versterkt. Het rijke verenigingsleven in Wormerland draait veelal op de inzet van vele vrijwilligers. Vrijwilligerswerk en jongerenparticipatie wordt gezien als een middel tegen de maatschappelijke desinteresse bij de jeugd. Deze desinteresse wordt gezien als medeveroorzaker van de jongerenproblematiek in onze gemeente. Uitgangspunt bij jongerenparticipatie is het creëren van een gevoel van verantwoordelijkheid en binding met de eigen samenleving. Als jongeren betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van een voorziening, zullen zij er ook zuiniger op zijn.
Onze maatschappij stelt hoge eisen aan jongeren. Ze moeten vaardigheden aanleren om, als ze volwassen zijn, zelfstandig deel te kunnen nemen aan de samenleving. Niet alleen leren ze deze vaardigheden in het gezin of op school, maar ook in de vrije tijd – door zich actief in te zetten binnen het jeugd- en jongerenwerk, bij de organisatie van sporttoernooien ed. Jongeren die actief deelnemen aan activiteiten leren omgaan met verantwoordelijkheden, samen te werken, keuzes te maken en te onderhandelen. Ook bouwen ze een sociaal netwerk op, werken ze aan hun zelfvertrouwen en leren ze nieuwe mens kennen. Er zijn verschillende vormen van jongerenparticipatie te onderscheiden: ◊ Jongeren betrekken bij het inrichten van de woonomgeving (speelplekken, ontmoetingsplekken); ◊ Actief deelnemen aan jeugd- en jongerenwerk of sportvereniging; ◊ Als vrijwilliger om anderen te helpen; ◊ Actief je stem laten horen door bijvoorbeeld een brief te schrijven aan de gemeente omdat je een bepaalde voorziening in de gemeente mist; ◊ Durven uit te komen voor je mening en bereid zijn om je hier voor in te zetten.
◊
Betrokkenheid kan worden bevorderd door:
◊
Jongeren gelegenheid te geven om elkaar te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen o.a. in het jeugd- en jongerenwerk, in de openbare ruimte, tijdens het sporten of uitgaan; Jongeren te informeren over activiteiten en onderwerpen die hun direct aangaan bv. Via een jongerenrubriek op de gemeentepagina of –website; Jongeren te betrekken bij het opzetten en uitvoeren van het jeugdbeleid; Jongeren actief te betrekken bij de gemeentelijk besluitvorming door bv. Schoolprojecten, instellen van een jeugdgemeenteraad, aanstellen van jongerenambassadeurs, instellen van een jongerenbudget, etc.
◊ ◊ ◊
Huidige situatie Wormerland De afgelopen jaren zijn er verschillende projecten waarbij jongeren hebben geparticipeerd in raad en daad. Er is echter nog niet sprake van een structurele vorm van jeugdparticipatie in Wormerland.
60
Ervaringen uit andere gemeenten o.a. Zaanstad en Medemblik hebben aangetoond dat de vorming van een jeugdraad geen garantie biedt voor structurele jeugdparticipatie. Jongeren willen zich best graag inzetten voor een project maar dit moet wel concreet zijn en eindig. Een jeugdraad sluit hier minder goed bij aan. Wat willen we er voor gaan doen ? We willen bereiken dat jongeren gaan meedenken over de gemeente. Vanwege de diversiteit van de groep 10 tot 23 jarigen willen we binnen de gemeente gebruik maken van verschillende participatie instrumenten. Activiteiten die bij leerlingen van het basisonderwijs aanspreken zijn voor voortgezet onderwijs leerlingen al snel kinderachtig. Het betrekken van jongeren is vaak het meest succesvol via een persoonlijke benadering bv door onderwijskrachten en/of jongerenwerker . 3. Kindergemeenteraad Met deze methodiek kunnen kinderen al op vroege leeftijd ( 10-12 jaar) kennismaken met het principe van democratische besluitvorming door hen bv. Mee te laten denken over de inrichting van hun eigen speel en leefomgeving. De voorbereidingen voor de kindergemeenteraad vinden plaats op school en worden afgesloten met een projectmiddag en een echte gemeenteraadsvergadering op het gemeentehuis. In overleg met de schoolbesturen wordt gekeken of de kindergemeenteraad opgenomen kan worden in het lespakket. Op deze manier kan de gemeente samen met de scholen invulling geven aan kinderparticipatie en het verlagen van de drempel van het gemeentebestuur en het gemeentehuis. Voor de scholen is dit een bijzondere manier om bezig te zijn met democratie (een speciale vorm van besluitvorming). Huidige situatie Wormerland De gemeente biedt jaarlijks de basisschoolleerlingen de mogelijkheid om kennis te maken met de gemeente en politieke besluitvorming. De bezoeken zijn incidenteel en sterk afhankelijk van de eigen docent. Wat gaan we er voor doen? We willen de middelen voor de huidige kennismaking met de gemeente op een andere manier inzetten dan nu het geval is. Door jaarlijks een prijsvraag uitschrijven rondom een actueel thema voor alle groepen 8 willen we alle basisscholen uitnodigen om een idee in te zenden die tijdens een interactieve raadsvergadering zal worden gepresenteerd en beoordeeld door de politiek op haalbaarheid. Geprobeerd wordt om het beste idee daadwerkelijk uit te voeren. 4. Jeugdparticipatie in de brede zin van het woord betekent jongeren zoveel mogelijk betrekken bij alle onderdelen van het jongerenbeleid. Dit kan bv. Door middel van de inzet van social media en/of organisatie van speciale activiteiten. Afhankelijk van de behoefte van de jeugd kan de jongerenwerker jaarlijks kijken welke activiteiten geschikt zijn om de jongerenparticipatie te bevorderen dit kan gaan om het organiseren van een panna toernooi voor en door de jeugd, organisatie van een muziek of cultuurevent bv. Rapbattle, buurtschoonmaakactie of
61
inrichten van een ontmoetingsplek. Kenmerkend voor de activiteit moet zijn dat deze een positieve uitstraling heeft en de zichtbaarheid van de jeugd in de gemeente vergroot. Huidige situatie Wormerland Het ambulant jongerenwerk in de gemeente Wormerland wordt verzorgt door het SCWO. De jongerenwerker heeft met name een signalerende en activerende functie. Hij zoekt actief jongeren op straat op en gaat met hen en de buurtbewoners in gesprek om eventueel overlast te voorkomen/verminderen. Daarnaast stimuleert hij jongeren om deel te nemen aan het reguliere jongerenwerk van het SCWO en de inloopavonden van ‘TisZo’. Het SCWO ontvangt jaarlijks een subsidie van de gemeente voor ambulant jongerenwerk. Wat gaan we er voor doen? We willen jeugdparticipatie een positief en herkenbaar gezicht geven in de gemeente. De jongerenwerker werkt in nauwe samenwerking met de jongeren jaarlijks een positief ideeën uit tot een concrete actie en/of activiteit gericht op bevordering van de leefbaarheid. Rondom een idee kan een denktank worden geformeerd met actieve jongeren die het idee uitwerken tot een plan van aanpak of uitwerkingsplan. Door budgetten te combineren bv. Vanuit wijkgericht werken kunnen Jaarlijks stelt de gemeente een budget voor jongenparticipatie beschikbaar. Hiermee kan de jongerenwerker in overleg activiteiten in het kader van wijkgericht werken/ leefbaarheid uitvoeren (max. 1.000-5.000)
62
Jeugd en Veiligheid Uit de E-movo enquête onder scholieren in het voortgezet onderwijs komt naar voren dat 37% van de leerlingen zich wel eens onveilig voelt (regio 38%). Meisjes voelen zich vaker onveilig dan jongens. De meest genoemde plekken waar men zich wel eens onveilig voelt, zijn: ‘op het station’ (12%), ‘op straat buiten mijn eigen woonbuurt’ (11%) en ‘tijdens het uitgaan’ (7%). Het blijft niet alleen bij een onveilig gevoel want jongeren geven aan ook vaak slachtoffer te zijn geworden van een strafbaar feit. Ruim 32 % van de scholieren geeft aan slachtoffer te zijn geworden van een strafbaar feit. Dit getal ligt iets hoger dan de regio (30%). Van 21% is iets gestolen (een fiets, bromfiets, scooter, geld of andere spullen), van 12% zijn spullen vernield, 7% van de scholieren is bedreigd, 3% is in elkaar geslagen en 3% is of wordt gechanteerd. Voorwaarde om veilig op te groeien is een veilige leefomgeving voor jongeren, met ruimte om te experimenteren. Randvoorwaarden voor een veilige leefomgeving zijn: ◊ Minder negatief gedrag in de openbare ruimte, minder overlast. ◊ Meer sociale controle en betrokkenheid bij de eigen omgeving. ◊ Meer jongeren actief als vrijwilliger (in sport of jongerenwerk). ◊ Creëren van een gezond en veilig uitgaansklimaat voor de jeugd door nadere afspraken te maken met de horeca, politie en gemeente (convenant veilig uitgaan). ◊ Voorkomen en verminderen van de jeugdcriminaliteit door een gezamenlijke aanpak van politie, gemeente, leerplicht en jongerenwerkers.
Ambulant jongerenwerk Het ambulant jongerenwerk heeft met name een preventieve functie bij het benaderen van groepjes jongeren en te inventariseren van vraag en aanbod van het jeugd en jongerenwerk. Daarnaast heeft het ook een signalerende en verwijzende functie gericht op het voorkomen dat jongeren in problemen raken en/of afglijden naar de criminaliteit. Het werk van de ambulant jongerenwerker is erop gericht om jongeren te stimuleren en begeleiden bij het maken van eigen keuzes. Huidige situatie Wormerland De gemeente subsidieert het SCWO voor uitvoering van het cultureel maatschappelijk werk de gemeente Wormerland, waaronder het jeugd- en jongerenwerk en ambulant jongerenwerk. De ambulant jongerenwerker richt zich met name op jongeren die op straat verblijven, vaak bij speelvoorzieningen. Hij richt zich hierbij niet op jongeren die thuis zitten. Wat gaan we er voor doen? ◊ Continueren huidig beleid ambulant jongerenwerk Jongerenproblematiek is niet iets statisch – het komt en gaat. Zaak is om er continue op te zitten: jongeren de ruimte te geven om te experimenteren maar ook duidelijk regels te en grenzen te stellen. Jongeren moeten weten dat ze gezien zijn en
63
worden door de jongerenwerker en wijkagent en dat ze niet in de anonimiteit kunnen verdwijnen.
64
Hangjongeren Hangjongeren zijn veel al jongeren in de leeftijd 12-18 jaar die zich in groepjes in de openbare ruimte ophouden. Het op straat ontmoeten van leeftijdsgenoten en experimenteren en uitproberen van grenzen is een onderdeel van het ‘normale’ ontwikkelingsgedrag bij jongeren in deze leeftijd. Dit wil echter niet zeggen dat we het vertoonde gedrag altijd moeten accepteren. Waar nodig moet grensoverschrijdend gedrag door de ouders, de school, de jongerenwerker, politie etc. gecorrigeerd worden. De aanwezigheid van groepjes jongeren wordt door de directe omgeving snel als dreigend ervaren. Er zijn vier typen hanggroepen te onderscheiden 17: 1. Aanvaardbare hanggroepen Dit gaat om jongeren die zich weliswaar in groepen ophouden, maar die zich gedragen binnen de normen en waarden die de sociale omgeving stelt. Zij veroorzaken verder geen/nauwelijks hinder of overlast. Deze groep noemen we de ‘aanvaardbare’ jeugdgroep. 2. Hinderlijke hanggroepen Deze groep hangt rond in de buurt, is af en toe luidruchtig en trekt zich niet zoveel aan van de omgeving. Soms loopt het uit de hand, maar de schermutselingen zijn snel in de kiem te smoren en vaak meer toeval dan gepland. Incidenteel maken deze jongeren zich schuldig aan vernielingen. Over het algemeen is het een groep die nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ is en aangesproken kan worden op hun gedrag. 3. Overlast gevende hanggroepen Deze groep is meer nadrukkelijk aanwezig. Ze kunnen af en toe provocerend optreden, vallen soms omstanders lastig (uitschelden of intimideren), vernielen regelmatig allerlei zaken en laten zich veel minder gelegen liggen aan andere mensen. Ze zijn ook minder goed te corrigeren. Ook de ‘lichtere’ vormen van criminaliteit worden doelbewuster gepleegd. De groep is in toenemende mate bezig om te zorgen dat ze niet worden gepakt. 4. Criminele hanggroepen Deze groep bestaat (gedeeltelijk) uit jongeren die op het criminele pad zijn geraakt. Ze zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. Kenmerkend voor dergelijke groepen is dat ze meer en meer criminaliteit plegen. De feiten zijn ook ‘ernstiger’. Ze schrikken ook niet terug voor het gebruik van geweld. De eerste twee groepen: aanvaardbare en hinderlijke hanggroepen vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. In samenwerking met de ambulant jongerenwerker, politie en gemeente wordt geprobeerd de overlast van deze groepen zo snel mogelijk te verminderen en escalatie te voorkomen. De laatste twee groepen: overlastgevende en criminele hanggroepen worden door de politie aangepakt. Deze jongeren worden uit de anonimiteit gehaald en aangesproken op hun gedrag. Indien nodig samen met de ouders van de jongeren. Hoewel er altijd een mate van overlast blijft bestaan, is het de doelstelling die overlast voor onze inwoners te minimaliseren. Crimineel gedrag wordt altijd zo snel mogelijk aangepakt en vernielingen zo snel mogelijk gerepareerd. 17
Bedeke Classificeren volgens Politie Noord-Holland Noord.
65
66
Huidige situatie Wormerland In Wormerland zijn verschillende groepen jongeren die zich in de openbare ruimte ophouden. Meestal is dit oponthoud onschuldig van aard en zijn er geen problemen. Alle groepen vallen onder de noemer Aanvaardbare Hanggroep. De ambulant jongerenwerker bezoekt regelmatig alle bekende locaties, maakt met hen een praatje en probeert. Soms botsen de belangen van de jongeren met die van de omwonenden. Soms ontstaan er spanningen met de omgeving of buurtbewoners wanneer de groep zich luidruchtig gedraagt en hun aanwezigheid kenbaar maken. Door in dialoog te blijven met elkaar – jeugd, jongerenwerker, politie en buurt – kan echter veelal escalatie worden voorkomen
Jeugdnetwerk Wormerland De aanpak jeugdoverlast als onderdeel van het veiligheidsbeleid is niet langer een exclusieve taak van de politie. Een van de voornaamste kenmerken hierbij is een gezamenlijke ketenaanpak tussen gemeente, jongerenwerk en politie. Bij overlast veroorzaakt door aanvaardbare en/of hinderlijke hanggroepen ligt de verantwoordelijkheid in de eerste plaats bij de gemeente. De gemeente heeft de regierol in het initiëren of toeleiden naar preventieve jongerenprojecten. De politie heeft hierbij een ondersteunende rol door signalering en doorverwijzing. Bij overschrijding van wettelijke normen door overlast gevende hanggroepen en/of criminele hanggroepen vervult de politie een trekkersrol. Doelstellingen voor het overleg zijn: ◊ door middel van integrale samenwerking en duidelijke afspraken realiseren van een sluitende aanpak op het gebied van jeugd en veiligheid; ◊ inventarisatie en analyse van de verschillende vormen van jeugdoverlast in de gemeente in samenwerking met de wijkcoördinator Politie. Huidige situatie Wormerland Het Jeugdnetwerk Wormerland bespreekt op incidentele basis de problematiek rondom met name overlastgevende jeugdgroepen in de gemeente. Het jeugdnetwerk bestaat uit de Wijkagent, BOA, jongerenwerker en beleidsambtenaren jeugd en OOV. Samen en soms met ouders en/of betrokken buurt(bewoners) zoeken zij naar oplossingen om de overlast van jongeren onder controle te houden en indien nodig te verminderen. Het overleg heeft tot doel om ◊ Te komen tot een voor alle inwoners van de wijk(en) aanvaardbare (woon/leef)situatie. Een situatie waarbij bewoners zich veilig voelen en de jeugd zich een plek kan veroveren zonder weggestuurd te worden of achterna gezeten te voelen door allerlei instanties. ◊ Te komen tot een eenduidige aanpak van de jeugdoverlast in de gemeente Wormerland in onderlinge samenwerking met de gemeente, jongerenwerk, politie. Wat willen we ervoor gaan doen? Uit gesprekken komt naar voren dat het Jeugdnetwerk Wormerland in vergelijk tot hetzelfde overleg in Oostzaan nog niet optimaal functioneert. Doordat het overleg nu veelal op ad hoc basis bijeenkomt wordt (nog) niet optimaal gebruik gemaakt van de kennis en kunde van de verschillende partners van het netwerk.
67
Voor wordt gesteld om de het overleg structureel om de 6 weken bijeen te laten komen en de beleidsmedewerker Jeugd als secretaris aan te wijzen. Door deze wijziging kan het overleg veel meer als preventief instrument binnen het jeugd beleid worden ingezet door het hebben van korte lijnen tussen de deelnemers van het overleg. We willen graag in overleg met de deelnemers van het overleg kijken in hoeverre de High5 methodiek kan worden ingevoerd als preventief signaleringsinstrument binnen de justitiële jeugdketen.
Samenvatting Thema 4: Participatie en Overlast •
Jongerenparticipatie Kindergemeenteraad Activiteiten Basisschool leerlingen kennis laten maken met gemeente, jongerenparticipatie en democratische besluitvorming Doelgroep 10-12 jaar doelstelling Participatie en politieke besluitvorming Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering Pro Demos/ gemeente bekostiging WENS/NIEUW € 4.000,- Nieuw Incidenteel Beleid Jeugdparticipatie Activiteiten Organiseren van een event/activiteit voor en door jongeren gericht op bevorderen van de eigen leefomgeving Doelgroep 12+ doelstelling Jongeren betrekken bij hun directe leefomgeving, Beleidsvrijheid Gemeentelijk beleid uitvoering SCWO bekostiging WENS/NIEUW € 2.000-5.000* (*bij co-financiering) Nieuw Incidenteel Beleid
•
Ambulant jongerenwerk Activiteiten Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
•
Signaleren, aanspreken en monitoren van jongeren die zich in de openbare ruimte ophouden Hangjongeren/ 12+ Ruimte bieden en voorkomen van overlast door jongeren en bieden van een zinvol alternatief Gemeentelijk beleid Ambulant jongerenwerk Subsidiering SCWO/ Ambulant jongerenwerk (BS) = Bestaand Structureel Beleid
Jeugdnetwerk Wormerland Activiteiten
Overleg tussen gemeente, politie en jongerenwerk gericht op het voorkomen van mogelijke overlast door de jeugd
68
Doelgroep doelstelling Beleidsvrijheid uitvoering bekostiging
Hangjongeren/ 12+ Signalering en verminderen van overlast voor omwonenden Gemeentelijk beleid Gemeente, BOA, politie, ambulant jongerenwerk Eigen budget organisaties (BS)
69
Activiteitenplan 2014-2017 In onderstaand activiteitenplan wordt onderscheid gemaakt tussen Bestaand Structureel beleid (BS) , Bestaand Incidenteel beleid (BI) en Nieuw Incidenteel (NIEUW- I) . Er zijn géén nieuwe structurele activiteiten. Alle activiteiten uit het activiteitenplan die vallen onder (BS) en (BI) worden vanuit bestaand budget georganiseerd. Alleen de twee nieuwe activiteiten beschreven in Thema 4 Participatie & Overlast: Kindergemeenteraad & Jeugdparticipatie vallen onder nieuw incidenteel beleid (NIEUW- I) . Hiervoor wordt nieuw budget gevraagd.
2016
2017
Preventief jeugdbeleid
2015
Gezondheidszorg
2014
THEMA 1 - Gezondheid & opgroeien
Terugdringen van overgewicht bij de jeugd
Bewegingsstimulering
Terugdringen schadelijk alcoholgebruik bij jongeren
- Verzorgen van Trainingen voor ouders - Zorgcoördinatie - Bieden van opvoedingsondersteuning aan ouders (o.a. opvoedspreekuur) - Signaleren en stimuleren van de spraak-/ taalontwikkeling bij kinderen Uitvoering basistaken Jeugdgezondheidszorg
Digitaal dossier / Jeugdmonitor
Halt (voorlichting)
Centrum Jong
Kosten / Beleidsvorm (BS, BI of Nieuw- I) binnen GGD-budget / (BS) binnen GGD-budget / (BS) binnen GGD-budget / (BS) € 74.000 / (BS)
€ 399.877 / (BS) binnen GGD-budget / (BS) € 5.676 / (BS)
70
- Invoering Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
- bespreking verhogen van veiligheid jeugd tijdens activiteiten verenigingen ed. Komen tot een sluitende zorgstructuur Jeugdzorg op lokaal en regionaal niveau
Coördinatie Verwijsindex Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Veilige inzet vrijwilligers Transitie geïndiceerde Jeugdzorg
Drugspreventie
Bewustwordingscampagne over risico’s van (hard)drugsgebruik onder jongeren
€ 10.568 / (BS) binnen GGD-budget / (BS) geen / (BS) € 2.923.913 (Meicirculaire 2013) / (BS) binnen budget Volksgezondheid / (BS)
2015
2016
2017
Kosten / Beleidsvorm (BS, BI of Nieuw- I) € 11.000 / (BS) geen / (BS)
2014
THEMA 2 - Onderwijs en Educatie
Registratie, toezicht en handhaving kindercentra
Alle kindercentra voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang.
Nieuwe vestiging kinderopvang en peuterspeelzalen
De gemeente probeert bij ontwikkeling van brede scholen/ multifunctionele accommodaties voor een gunstig vestigingsbeleid te creëren voor kinderopvang en peuterspeelzalen Ontwikkelingsricht aanbod voor alle peuters,gericht op het voorkomen van een achterstand bij instroom in het basisonderwijs. Extra aanbod voor peuters met een spraak/taal achterstand of een sociaal-emotionele achterstand door een knellende thuissituatie Ondersteuning van professionals in de kinderopvang/peuterspelen bij signaleren en aanpakken van ontwikkelingsproblematiek (Alert4you)
€ 124.000 (BS)
/
€ 15.000 (BS)
/
Ontwikkeling van peuters en VVE
Zorgstructuur kinderopvang/ peuteropvang/ buitenschoolse opvang (BSO).
71
Onderwijshuisvesting
Zorgen voor adequate onderwijshuisvesting i.s.m. de schoolbesturen
Onderwijsachterstandenbeleid
Vermindering van onderwijsachterstanden bij doelgroep leerlingen
Kernklas
Brede school ontwikkeling Leerplicht
Voortijdig schoolverlaten
Jongerenloket
Bieden van een intensief scholingsaanbod aan leerlingen uit het buitenland gericht op verwerving van de Nederlandse taal gedurende 1 jaar Vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen en bieden van sluitende dagarrangementen Uitvoering van de leerplichtwet
Verminderen van het aantal leerlingen dat zonder diploma de school verlaat
Begeleiding van jongeren naar school of een werk/leertraject
€ 960.000 / (BS) Eigen middelen scholen/ (BS) wisselend (BS) € 89.000 (BS) € 32.000 (BS)
/
/ /
Uit Rijksbijdrage Zaanstad / (BS) Uit Rijksbijdrage Zaanstad / (BS)
72
2014
2015
2016
2017
THEMA 3 - Ontspanning & vrije tijd Speelplekkenbeleid
Bieden spel en ontmoetingsmogelijkheden in de openbare ruimte (OR)
Jongerenontmoetingsplekken
Bieden van een ontmoetingsmogelijkheid in de OR voor de oudere jeugd. Bieden van een financiële ondersteuning aan minder draagkrachtige gezinnen voor deelname aan sport- en culturele activiteiten
Ontwikkelen van stimulerende activiteiten op het gebied van sport en cultuur om jongeren die naar het VO gaan betrokken te houden het verenigingsleven in Wormerland Bieden van regulier jeugd-, tiener- en jongerenwerk, informatie en advies en ambulant jongerenwerk Ontwikkeling en coördinatie van verrijkingsaanbod Brede school/ combinatie functies Stimuleren van culturele, muzikale en kunstzinnige vorming en erfgoed educatie voor de jeugd binnen de brede school
Versterking culturele infrastructuur
Vernieuwing en versterken samenwerking verenigingsleven gericht op jeugd
De Bieb - Jeugdlidmaatschap
Bevordering van het gebruik van de bibliotheek door de jeugd door verstrekken van gratis lidmaatschap voor 0-18 jarigen
De Bieb – Behoud aanbod spraak/ taalontwikkeling
Gericht ondersteuningsaanbod voor gezinnen gericht op de spraak/taal ontwikkeling van hun kind
De Bieb - Aanbod spraak/ taalontwikkeling jeugd
Gewenst: ism jongerenwerk ontwikkelen van aanbod taal/ leesstimulering oudere jeugd
Jeugd Sportfonds Zaanstad en Kinderparticipatiefonds Stimulering oudere jeugd bij Sport en Cultuur Jeugd en jongerenwerk Brede school – project coördinatie SCWO Cultuureducatie
Kosten / Beleidsvorm (BS, BI of Nieuw- I) Binnenbudget OR / (BS) € 30.000 / (BI) binnen budget armoedebeleid / (BS) Binnen budget overig (BS) sociaal en cultureel werk Binnen budget Scwo / (BS) Binnen budget Scwo / (BS) Binnen budget overig (BS) sociaal en cultureel werk Binnen budget overig (BS) sociaal en cultureel werk binnen budget bibliotheekwerk / (BS) binnen budget bibliotheekwerk / (BS) binnen budget bibliotheekwerk / (BS)
73
Jeugdnetwerk Wormerland
2017
Ambulant jongerenwerk
2016
Jeugdparticipatie
Basisschool leerlingen kennis laten maken met gemeente, jongerenparticipatie en democratische besluitvorming Organiseren van een event/activiteit voor en door jongeren gericht op bevorderen van de eigen leefomgeving Ruimte bieden en voorkomen van overlast door jongeren en bieden van een zinvol alternatief Overleg tussen gemeente, politie en jongerenwerk gericht op het voorkomen van mogelijke overlast door de jeugd
2015
Kindergemeente raad
2014
THEMA 4 - Participatie & Overlast
Kosten / Beleidsvorm (BS, BI of Nieuw- I) € 4.000 / NIEUW- I € 2.000 - 5.000 / NIEUW- I € 10.000 / (BS) binnen ambtelijke uren / (BS)
74
Bronnen Algemeen • Gemeente Wormerland; Demografische gegevens Wormerland, 1-6-2012 • Gemeente Wormerland; Integraal jeugdbeleid 2009-2012, • CBS; Lokale Jeugdspiegel gemeente Wormerland, • Verwey-Jonker Instituut; Kinderen in Tel (www.kindintel.nl) • A. de Jong en P.M. Stam, (2013) Passend Jeugdbeleid, samenhangend opvoeden in alle leefmilieus, • GGD Zaanstreek/ Waterland; Jeugdmonitor 0-12 jaar / E-movo, gemeente Wormerland, (http://www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/gemeenten/wormerland ) Thema 1 Gezondheid & opgroeien Gemeente Wormerland (2012) Gezondheidsnota 2013-2016 Factsheet gemeente Wormerland (www.voordejeugd.nl) Landelijke Jeugdspiegel, Wormerland • GGD Zaanstreek/ Waterland; Jeugdmonitor 0-12 jaar / E-movo, gemeente Wormerland, (http://www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/gemeenten/wormerland ) Gemeente Amsterdam; Matchpoint, NJI/ Ministerie VWS (2011): De rol van de Centra voor Jeugd en Gezin bij versterking van de pedagogische civil society – handreiking voor gemeenten, Thema 2: Onderwijs & Educatie Landelijk register kinderopvang (www.landelijkregisterkinderopvang.nl). Gemeente Wormerland; Protocol voor VVE-indicaties en de toeleiding van peuters naar peuteropvang/ peuterspelen Wormerland Gemeente Wormerland (2013) Nota brede schoolontwikkeling School vensters online (http://www.schoolvo.nl) GGD Zaanstreek/ Waterland; jeugdmonitor 0-12 jaar / E-movo, gemeente Wormerland, (http://www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/gemeenten/wormerland ) Gemeente Zaanstad; jaarverslag leerplicht RMC agglomeratie Amsterdam (www.aanvalopuitval.nl) (www.vsverkenner.nl) Jongerenloket (www.jongerenloket.nu) Kinderen in het speciaal onderwijs (www.passendonderwijs.nl ) Thema 3 : Ontspanning & Vrije tijd A. de Jong en P.M. Stam, (2013) Passend Jeugdbeleid, samenhangend opvoeden in alle leefmilieus, Activiteiten overzicht SCWO (www.scwo.nl) Cultuurnota Wormerland (2013): Gemeente Wormerland Landelijke Jeugdspiegel Wormerland Thema 4 : Participatie & Overlast
P. Naber (2013): Vriendschap en sociale cohesie. De rol van leeftijdgenoten in de opvoeding van jeugd. (http://www.kenniskringjeugd.nl/Producten/inauguratiebrochurePaulineNaber.pdf)
75
(www.socialbrokers.nl)
Jeugdmonitor 0-12 jaar / E-movo, gemeente Wormerland , GGD Zaanstreek/ Waterland (http://www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/gemeenten/wormerland )
Classificering Hangjongeren volgens Politie Noord-Holland Noord
76