Jeugd in Gelderland Over jeugdbeleid en jeugdzorg
Verwijsindex Nazorg jeugddetentie Zeggenschap over hulp
Oktober 2011
4
12
18
21
Aandacht voor de aanpak kindermishandeling Van 2008 t/m 2010 is de Regionale Aanpak van Kindermishandeling uitgevoerd met als doel de ontwikkeling van een samenhangende en effectieve aanpak van kindermishandeling in Nederland. Ook de Gelderse provincie, gemeenten en organisaties hebben hier actief aan deelgenomen. Justine Theunissen, beleidsmedewerker Pro Persona: “Ouders en het netwerk rond het gezin zullen actief betrokken worden bij het opstellen van plannen om de veiligheid van kinderen te vergroten.”
Verwarring door sluiting inlooppunten CJG Net voor de zomer staan er onrustgevende berichten in de dagbladen. ‘Gemeenten sluiten hun inlooppunten van het Centrum voor Jeugd en Gezin’ omdat gezinnen er niet of nauwelijks gebruik van maken. De opzet was om eind 2011 een CJG in elke gemeente te realiseren. En net nu het bijna zover is, gaan de eerste inlooppunten blijkbaar al weer dicht omdat er te weinig vragen binnenkomen…
Verlaat de gevangenis zonder te betalen?! Boete of Kanskaart? Dit klinkt als een spelletje, maar niets is minder waar. Het project ‘Boete of Kanskaart’ (BOK) is gestart als pilot in de regio Achterhoek en heeft zich de afgelopen jaren uitgerold over Nederland. In Gelderland draait het project zelfs al in bijna alle regio’s. Rinske Janssen, Halt Gelderland: “Bij de start vinden zowel jongeren als ouders BOK vaak een zware straf. Achteraf zijn ze echter positief.”
Zwerfwerken, netwerken en een matrix Nederland heeft te maken met een groeiend aantal zwerfjongeren. Het is lastig met deze groep te werken want door eerdere teleurstellende ervaringen hebben zij vaak weinig vertrouwen in de hulpverlening. Hoe kun je deze jongeren toch bereiken? En hoe help je hen weer grip te krijgen op hun leven?
En verder … Ketenaanpak Jeugdprostitutie Gemeente- en buurtcijfers BJzG 18+ Contact Ouders op stap!
2
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Inhoud
Zeggenschap over hulp Tekst: Elise Roelofse
Elk Centrum voor Jeugd en Gezin wil effectief hulp bieden zodat ouders en jongeren zelf weer verder kunnen. Een goed uitgangspunt is om de regie over de hulp bij gezin of jongere (terug) te leggen en de eigen kracht en het eigen netwerk aan te boren. De provincie Gelderland stimuleert de regio’s hierbij met het project ‘Zeggenschap over hulp’ dat in 2010 startte met ondersteuning van Spectrum. We vroegen naar de stand van zaken in de regio’s Nijmegen en Rivierenland. De uitgangspunten zijn aansprekend: Uitgaan van de mogelijkheden van het kind en het gezin en de versterking van het netwerk. Niet de problemen staan centraal, maar de kracht van eigen initiatieven. “Deze werkwijze hoort in elk CJG”, vinden CJG-coördinatoren Trude Ariaans (CJG Nijmegen-Noord) en Weynand Rommens (CJG Wijchen). Zij waren al bekend met de werkwijze van de sociale netwerkstrategieën (in de uitvoering: FamilieNetwerkBeraden). De regio Nijmegen zet hier het geld van ‘Zeggenschap over hulp’ graag voor in. Trude Ariaans: “Je krijgt veel betere en langdurige resultaten. Het netwerk in de omgeving van een gezin kan zo veel bereiken.” Weynand Rommens: “Het leert de professionals een andere houding in het kijken naar gezinnen. Dat is het mooie.” Praktische training “Als professional wordt je je ervan bewust dat je een passant bent in het leven van een gezin”, zegt Trude. “Je bent ‘in dienst van’”, vult Weynand aan. Het kost tijd om de nodige omslag bij de professionals te bereiken. Op de vier visiebijeenkomsten kwamen steeds 45 tot 60 personen af, zowel professionals als hun managers. De training die
ouders door ouders’”, licht Noëlle Aijal-Deiman toe, “De manier waarop het gaat spreekt me aan; spelenderwijs geef je elkaar advies maar niet op een klungelige manier. Ik zou het leuk vinden om als vrijwilliger met een groep ouders te werken, omdat ik ervaring heb met coaching en vrolijk wordt van enthousiaste mensen.”
Weynand Rommens en Trude Ariaans
volgt is vooral praktisch. De deelnemers voeren in de trainingsperiode FamilieNetwerkBeraden uit. Naast lokale instellingen doen ook Bureau Jeugdzorg en instellingen voor gespecialiseerde zorg mee. Gerty Backhaus van NIM Maatschappelijk Werk Nijmegen is één van de deelnemers. “Hier wil ik echt heel graag mee aan de slag”, vertelt zij, “ik ben benieuwd hoe ver je kunt komen met inzet van het netwerk. Zal het een familie altijd lukken om ouders in hun eigen kracht te laten?“
Met jeugdzorg Om systeemgerichte werkwijzen te stimuleren konden gemeenten in regioverband in 2011 weer subsidie ‘Zeggenschap over hulp’ aanvragen bij de provincie Gelderland. Het verschil met 2010 is dat jeugdzorgaanbieders betrokken moeten zijn. Het eerste doel is de inzet van systeemgerichte werkwijzen, die de eigen kracht van gezin, jongere en hun omgeving versterken. Daarnaast worden een (betere) aansluiting tussen het gemeentelijke voorveld en aanbieders van jeugdzorg en vermindering van de instroom in de jeugdzorg beoogd.
Pioniers In Rivierenland is de subsidie van ‘Zeggenschap over hulp’ anders ingezet. In Culemborg heeft de Family Factory een groep van negen ouders gevormd die met Gezinsnetwerken, groepen ouders die samen activiteiten rond gezin-zijn en opvoeding opzetten, pionieren. Zij bedachten eerder al een oudercafé op school, een avond voor vaders en ouderontmoetingen zoals ‘Mijn gezin heeft talent!’. Ook in Tiel gaan gezinsnetwerken starten. “Het is ‘voor
Meer informatie Spectrum, Elise Roelofse, tel. (026) 384 63 12 e-mail:
[email protected] Provincie Gelderland, Esta Hellendoorn, tel. (026) 359 92 87 e-mail:
[email protected]
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
3
Van 2008 t/m 2010 is de Regionale aanpak van Kindermishandeling (RAAK-aanpak) uitgevoerd. Dit project beoogde de ontwikkeling van een samenhangende en effectieve aanpak van kindermishandeling in Nederland. Ook de Gelderse provincie, gemeenten en organisaties hebben hier actief aan deelgenomen. Spectrum blikt terug op de resultaten en kijkt vooruit naar het jaar 2012, waarin de wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in werking treedt.
Aandacht voor de aanpak kindermishandeling Tekst: Alexandra Borderwijk
4
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
“Een effectieve manier om structurele aandacht te creëren, is onder andere het aanstellen van een aandachtsfunctionaris binnen organisaties die met ouders en kinderen werken.” Monica Hensen
In elk van de 37 Nederlandse regio’s is bij de start van het RAAK-project eerst geïnventariseerd wat rond de preventie en aanpak kindermishandeling al goed geregeld was en wat nog niet. Vervolgens zijn in samenwerking met organisaties concrete actiepunten benoemd. De RAAK-regiocoördinatoren, die per regio speciaal voor dit project waren aangesteld, bewaakten de uitvoering van deze acties. Iedere regio kon zijn eigen prioriteiten stellen, maar landelijk was wel overeengekomen dat twee doelen in ieder geval gerealiseerd zouden worden, namelijk: • Iedereen werkt volgens regionale (samenwerkings) afspraken, vastgelegd in een regionaal handelingsprotocol Sluitende aanpak kindermishandeling. • Beroepskrachten die met ouders en/of kinderen werken hebben voldoende deskundigheid. Hiertoe stelt iedere regio een regionaal scholingsplan op. Resultaten Uit de evaluatie (NJi, 2011) blijkt dat de aandacht voor het fenomeen kindermishandeling duidelijk is toegenomen en er een breder draagvlak is bij gemeenten en organisaties voor een sluitende regionale aanpak. Verder is fors geïnvesteerd in het ontwikkelen en uitvoeren van scholing van professionals en is er beter zicht op het aanbod en lacunes in de opvoed- en opgroeiondersteuning in de regio’s. Dat geldt ook voor Gelderland (zie kader). Borging in de regio Het RAAK-project heeft geresulteerd in inspirerende werkwijzen, samenwerkingsafspraken en instrumenten die een blijvende plek en verdere verspreiding verdienen. Maar hoe zorgen de provincie en gemeenten voor de borging en doorontwikkeling van de opbrengst? Monica Hensen, regiocoördinator Gelderland-Zuid (regio Nijmegen en Rivierenland): “Een effectieve manier om structurele aandacht voor de preventie en aanpak van kindermishandeling te bereiken, is onder andere het aanstellen van een aandachtsfunctionaris binnen organisaties die met ouders en kinderen werken. Deze organisaties zijn vanaf 2012 wettelijk verplicht om over een Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling te beschikken. De aandachtsfunctionaris is dan dé aangewezen persoon die de invoering van de meldcode binnen de eigen organisatie begeleidt, vraagbaak is voor collega’s en management, deskundig-
heidsbevordering organiseert en het instellingsbeleid rond de aanpak van kindermishandeling mede vorm geeft en bewaakt. Om dit waar te kunnen maken, is het van cruciaal belang dat directies deze functie structureel in de organisatie inbedden en hiervoor tijd beschikbaar stellen. Ik hoor nu nog te vaak dat men het aandachtsfunctionarisschap ‘erbij’ moet doen.” Om instellingen te stimuleren de Meldcode in te voeren en een aandachtsfunctionaris aan te stellen, organiseert Monica Hensen dit najaar samen met het AMK Gelderland en Spectrum voorlichtingsbijeenkomsten in Gelderland-Zuid. Daarnaast coördineert ze de opstart van kenniskringen en een training voor aandachtsfunctionarissen. Borging in de provincie Naast de activiteiten in de Gelderse regio’s zet ook de provincie Gelderland zich in voor de borging en doorontwikkeling van de aanpak van kindermishandeling. Martine Wilmering, projectleider Jeugd provincie Gelderland: “Dit jaar hebben 32 partijen uit de jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, licht verstandelijk gehandicaptenzorg en de verslavingszorg met elkaar het convenant ‘Intersectorale Aanpak Kindermishandeling Gelderland’ ondertekend. Als provincie hebben we dit initiatief ondersteund en gestimuleerd. In het convenant is afgesproken dat alle partijen zich ervoor inspannen om passende zorg aan slachtoffers en hun gezin te bieden. En dat op basis van één gezin, één plan, één regie. Wie in het hulptraject voor wat verantwoordelijk is, spreken de partijen onderling af en leggen dit vast in het zorgplan.” Justine Theunissen, beleidsmedewerker Pro Persona (voorheen Gelderse Roos), is momenteel bezig om de zaken zoals beschreven in het convenant, verder uit te werken. “De veiligheid van kinderen gaat nu nog nadrukkelijker het uitgangspunt van ieders handelen vormen. Ouders en het netwerk rond het gezin zullen actief betrokken worden bij het opstellen van plannen om de veiligheid van kinderen te vergroten. Ook zal worden geïnvesteerd in deskundigheidsbevordering van beroepskrachten en het inzichtelijk maken van specifieke deskundigheid binnen instellingen. We willen zo meer van elkaars diensten en expertise gebruik gaan maken en uiteindelijk komen tot een intersectoraal zorgprogramma
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 5
“Ouders en het netwerk rond het gezin zullen actief betrokken worden bij het opstellen van plannen om de veiligheid van kinderen te vergroten.” Justine Theunissen
Aanpak Kindermishandeling. Verder hebben de organisaties afgesproken dat ze, als dat nog niet het geval is, een aandachtsfunctionaris Aanpak Kindermishandeling aanstellen, die een coördinerende rol bij hulp rond kindermishandeling heeft en aanspreekpunt is voor andere instellingen. Want net als Monica Hensen verwacht ik dat juist deze functionaris ervoor kan zorgen dat ieder zich blíjft inspannen voor de preventie en aanpak van kindermishandeling.”
Meer informatie Regio Gelderland-Zuid, Monica Hensen, tel. (06) 34 18 63 81 e-mail:
[email protected] Project Intersectorale aanpak kindermishandeling, Justine Theunissen, Monica Hensen en Martine Wilmering
Justine Theunissen, tel. (026) 312 43 27 e-mail:
[email protected] Provincie Gelderland, Martine Wilmering, tel. (026) 359 85 01 e-mail:
[email protected] www.aanpakkindermishandeling.nl
Voorbeelden Gelderse activiteiten ter preventie en aanpak kindermishandeling • In de regio’s Apeldoorn en Nijmegen is het vroegtijdig signaleren en handelen rond zwangerschap en geboorte actief opgepakt door verloskundigen, kraamzorg en consultatiebureaus. • De drie ambulancediensten van Gelderland hebben met Bureau Jeugdzorg en de Steunpunten Huiselijk Geweld afgesproken dat ambulancepersoneel direct bij deze instanties vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld meldt. Hiervoor is een protocol Kindermishandeling en Huiselijk geweld opgesteld. • In de Achterhoek heeft het Samenwerkingsverband WSNS een meerjarig trainingstraject voor personeel van de basisscholen opgezet, gericht op signaleren van kindermishandeling en communiceren met ouders. Ook in CJG-verband zijn (en worden) beroepskrachten getraind en afspraken rond signaleren en melden
6
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
digitaal geïntegreerd binnen de virtuele CJG’s in de Achterhoek. • In Arnhem is het regionaal handelingsprotocol Aanpak Kindermishandeling integraal onderdeel van bindende afspraken in regionaal CJG-verband. Daarnaast werken de backoffice van het CJG, het Veiligheidshuis en het Steunpunt Huiselijk Geweld samen onder één dak en in één casusoverleg. • De regio Ede heeft de regionale aanpak kindermishandeling vanaf de start van het RAAK-project ondergebracht bij het Steunpunt Huiselijk Geweld West-Veluwe Vallei. Dit heeft geresulteerd in structurele borging van de preventie en aanpak van kindermishandeling op regionaal niveau (minder afhankelijk van de prioriteiten bij individuele organisaties).
Privacytools voor professionals die werken met jeugdigen Tekst: Iris Harskamp
Belang van de jongere Zowel het handboek van het ministerie van VWS als de filmclips op www.verwijsindex.tv helpt professionals om systematisch af te wegen of gegevens uitwisselen en samenwerken met andere professionals in het belang is van de jongere. Het kan de professional ondersteunen om de vaardigheden en attitude te versterken en zodoende een bijdrage leveren aan minder handelingsverlegenheid bij professionals in de jeugdzorg.
Samenwerking en informatieuitwisseling tussen professionals in de jeugdketen is nodig om jongeren efficiënte en effectieve zorg te kunnen bieden. In heel Nederland kunnen professionals die werken met jeugdigen elkaar onder andere vinden door het gebruik van de Verwijsindex. De verwijsindex is een signaleringssysteem welke professionals helpt om samen te werken en af te stemmen als ze zich zorgen maken over hetzelfde kind. Vaak rijst de vraag welke privacyregels gelden bij gegevensuitwisseling in de keten. Onduidelijkheid over wat kan en mag binnen de privacyregelgeving staat dit soms in de weg. De provincie Gelderland zet zich al enige tijd en op diverse manieren in om professionals die werken met jeugdigen te helpen bij het beantwoorden van vragen over gegevensuitwisseling. Privacytool In opdracht van de Provincie Gelderland is samen met professionals en ambtenaren een privacytool ontwikkeld. Er zijn een drietal filmclips over privacy geregisseerd. De eerste gaat over ‘Privacy & samenwerken’. Hierin staat een casus centraal waarin twee professionals onderling overleggen over het wel of niet delen van informatie en de relevantie hiervan. Het tweede deel richt zicht op ‘Privacy & signaal’. Hierin krijgen twee professionals een signaal binnen. Hoe moet er omgegaan worden met de privacy-regels om verder te kunnen met het betreffende signaal? Het derde deel gaat over over ‘Privacy &
Meer informatie
match’. Hierin wordt gekeken of het betreffende traject valt binnen de CJG afspraken. Is dit het geval, dan wordt een gemeenschappelijk traject door de professionals ingezet.
Provincie Gelderland, Iris Harskamp e-mail:
[email protected] www.samenwerkenvoordejeugd.nl (voor het downloaden van het handboek ‘Samenwerken in de jeugdketen’)
MULTIsignaal De filmclips zijn gemaakt door MULTIsignaal. MULTIsignaal levert voor meer dan 300 gemeenten de Verwijsindex en ontwikkelde het platform www.verwijsindex.tv. Meldingsbevoegde professionals kunnen inloggen met hun gebruikersnaam van de Verwijsindex en hebben online filmclips tot hun beschikking. Er zijn meerdere filmclips gemaakt die onder andere gaan over het hoe en waarom van de Verwijsindex, de meldcriteria, het voeren van gesprekken met ouders en de werking van het systeem. Daarnaast heeft staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van het ministerie van VWS op 29 juni 2011 het handboek ‘Samenwerken in de jeugdketen, een instrument voor gegevensuitwisseling’, gelanceerd.
e-mail:
[email protected] (voor het opvragen van het handboek)
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
7
Ouders op stap! Tekst: Judith Bos, Mary-Lou Hardy
Er wordt wel eens gesuggereerd dat we in Nederland doorschieten als het gaat om de opvoeding van jeugd buiten het gezin. School en vrienden hebben misschien wel net zoveel, zo niet meer, invloed op jongeren dan hun ouders. Niet als het aan de ouders van de oudervereniging van het Candea College in Duiven ligt. Zij organiseerden met IrisZorg een heuse kroegentocht. Mede-organisator en moeder van een 18-jarige dochter en een 12-jarige zoon, Mary-Lou Hardy, geeft aan dat de oudervereniging eens ‘iets anders’ wilde organiseren. Met deze stapavond hoopt ze dat ouders meer zicht krijgen op de belevingswereld van het uitgaande kind. “Veel ongerustheid van ouders als hun kind gaat stappen zit vooral in het gegeven dat ze niet weten hoe het eraan toe gaat. Uitgaan is in eerste instantie leuk. En wie weet geeft deze avond stof om eens met je zoon of dochter erover door te praten.”
Om vooral ook het ongedwongen karakter te benadrukken, worden de ouders in groepen verdeeld door middel van polsbandjes met 16+ en18+. De ‘peers’ en de ouders zijn erg enthousiast over de rondleiding over de Korenmarkt. Er wordt met belangstelling geluisterd naar wat de ‘peers’ te melden hebben. Ook voor de ‘peers’ zelf is het een bijzondere avond, het is de eerste keer dat zij in gesprek gaan met ouders en dit vinden ze heel bijzonder. Normaliter spreken zij eigenlijk alleen met leeftijdsgenoten.
Disco Na afloop van de workshops is er ter afsluiting nog anderhalf uur een disco voor de ouders. De sfeer is ontspannen en de ‘peers’ staan met open mond te kijken naar de danskunsten van de jaren ‘80 generatie. Marie-Lou Hardy is erg tevreden over het verloop en de opbrengst van de avond. “Ik kan er echter nog steeds niet over uit dat er maar honderd aanmeldingen zijn, als je bedenkt dat we 1.500 ouders Korenmarkt “Veel ongerustheid van ouders als hun kind hebben aangeschreven. De bijzondere informagaat stappen zit vooral in het niet weten Aan de andere kant, tieavond vindt plaats hoe het eraan toe gaat. Uitgaan is in eerste een informatie-avond op de Korenmarkt in die we als oudervereniArnhem, een geliefde instantie leuk.” ging hebben georgauitgaansplek in de niseerd over gezonde regio van het College. Mary-Lou Hardy voeding had slechts De kroegentocht start een opkomst van tien in Fifth Avenue. In ouders.” totaal krijgen bijna honderd ouders een kijkje in de keuken van deze uitgaansMeer informatie gelegenheid: Wat de huisregels zijn, hoe het deurbeleid werkt en wat er gedaan wordt om jongeren veilig uit te Oudervereniging Candea College, Mary-Lou Hardy laten gaan. Daarna wordt de Korenmarkt verder verkend tel. (06) 31 96 10 76 onder begeleiding van ‘peers’. Dit zijn jongeren (HBOIriszorg, Lars van Driel, tel. (026) 845 13 00 studenten), geen onbekenden op de Korenmarkt, die meedoen aan het ‘peer’-project IrisZ van IrisZorg. Vervolgens duiken de ouders de kroeg in voor twee workshops over alcohol, drugs en SOA’s (seksueel overdraagbare aandoeningen). Tijdens de workshops ontstaan levendige discussies. Met name bij de workshop over drugs is er veel interesse vanuit de ouders over het gebruik ervan, hoe drugsgebruik te herkennen, etc. Bruikbare tips over GHB, bijvoorbeeld dat het zout smaakt in je drankje, worden door de ouders erg gewaardeerd en in de thuissituatie ook gebruikt om erover in gesprek te gaan met hun kind.
8
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Professional: Ine Halkers Functie: Sociaal Verpleegkundige JGZ Waar: GGD Gelre-IJssel Apeldoorn De jeugdgezondheidszorg van de GGD Gelre-IJssel wil zorgen dat kinderen zich zo gezond mogelijk ontwikkelen. JGZ-medewerkers zien kinderen van 4 tot 19 jaar op een aantal reguliere contactmomenten tijdens het zogenaamde preventief gezondheidsonderzoek. Hierin is aandacht voor groei, leefstijl, gezondheid, etc. Door deze verschillende momenten volgen wij de ontwikkeling van alle kinderen. Door het inspelen op vragen van ouders en/of school of jeugdigen kunnen wij snel adviseren, een extra gesprek plannen en waar nodig doorverwijzen. Jouw werk? Als jeugdverpleegkundige zie ik de kinderen in groep 4 en 7 van de basisschool. Ook neem ik deel aan de zorgteams op basisscholen. Als er zorgen zijn om een kind, kunnen de school, het schoolmaatschappelijk werk en de JGZ elkaar middels dit overleg vinden. Ook het geven van voorlichting is een belangrijke taak. Binnen de GGD zijn er een aantal leuke projecten, onder andere op het gebied van sexualiteit en voeding & beweging. Daarnaast houd ik me als jeugdverpleegkundige bezig met de uitvoering van het rijksvaccinatieprogramma voor de jeugd.
jeugdverpleegkundige is laagdrempelig voor ouders. Als er problemen zijn en het loopt niet lekker in de opvoeding, kunnen tips en adviezen verbetering brengen. Als dat lukt, is het geweldig. Daar haal ik mijn energie uit. Maar ook als de problematiek dieper zit, kan ik als jeugdverpleegkundige een rol spelen in het toeleiden naar passende hulpverlening.
gezondheid, opgroeien en opvoeden terecht kunnen. In het CJG bieden medewerkers voorlichting, advies, ondersteuning en hulp op maat. Daarnaast wordt de zorg aan jeugdigen en/of hun ouders op elkaar afgestemd. Als jeugdverpleegkundige ken ik veel kinderen en ouders en weet ik wat er speelt op welke leeftijd. Het leukste is dat ik ouders kan informeren over wat normaal is op welke leeftijd en hoe andere ouders dit ervaren. Ook voel ik wanneer er soms nog een andere vraag speelt achter de vraag. Kortom, hier komen mijn kennis en mogelijkheden samen!
Sinds het CJG bestaat zijn de lijnen naar andere hulpverleners korter geworden en dit komt de samenwerking ten goede. Ook voor de ouders is het prettiger, één plek waar ze terecht kunnen met alle vragen over groeien en opvoeden!
Wat is jouw drive? Het allerleukste aan mijn werk vind ik het werken met kinderen. Kinderen zijn belangrijk, het zijn tenslotte de volwassenen van de toekomst! De
Een dag uit het leven van… Elke werkdag ziet er door de veelzijdigheid aan taken anders uit. Het is een boeiende en veelzijdige functie waar ik erg veel plezier in heb. In 2011 heeft iedere gemeente een CJG: een herkenbaar inlooppunt in de buurt waar ouders en jongeren elkaar kunnen ontmoeten, ervaringen uitwisselen en met vragen over
De professional
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
9
Even voorstellen: Annemieke Traag
Tekst: Irene Rouwenhorst
Even voorstellen: Annemieke Traag. Sinds april 2011 gedeputeerde bij de provincie Gelderland voor D66, waar ze al lange tijd bij aangesloten is. Ze heeft een brede portefeuille die varieert van cultuur/cultuurhistorie, innovatie en milieu, klimaat en energie tot jeugdzaken. Over dat laatste thema gaan wij met Annemieke Traag in gesprek. Annemieke Traag heeft zo’n tien jaar ervaring in leidinggevende functies binnen de overheid. Hiervoor was zij werkzaam als algemeen directeur bij de Regio Twente en daarvoor werkte ze bij de Regio Achterhoek. Ervaring als volksvertegenwoordiger heeft ze niet; ze is direct als bestuurder aan de slag gegaan.
in om het leven voor de kinderen en jongeren weer wat op orde te krijgen.” Daarom vindt ze het ook een eer om dit jaar jurylid te zijn bij de uitreiking van de Jeugdzorg Award: “Een hele goede manier om hulpverleners meer in het zonnetje te zetten!” Versterken contact Belangrijkste gespreksonderwerp in de regio’s is natuurlijk de decentralisatie van de jeugdzorg. Per 2014 wordt de jeugdzorg gefaseerd overgedragen van provincie naar de gemeenten. Laatstgenoemden worden dan ook verantwoordelijk voor de jeugd-GGZ, de LVG-zorg, gesloten jeugdzorg en de jeugdbescherming en -reclassering. De provincie bekijkt samen met gemeenten wat dat voor hen betekent. Daarbij zet Annemieke Traag in op kennisoverdracht en op het versterken van contact tussen gemeenten en zorgaanbieders. Bureau Jeugdzorg is op lokaal niveau al actief betrokken bij de CJG’s, ZAT’s en de experimenten ambulante hulp zonder indicatie. De andere zorgaanbieders zijn bij gemeenten veel minder in beeld.
Grote betrokkenheid Sinds april 2011 heeft de nieuwe gedeputeerde in vrijwel alle regio’s in Gelderland bestuurlijk overleg met gemeenten en jeugdzorginstellingen gehad over jeugd, jeugdzorg en jeugdbeleid. Wat Annemieke Traag opvalt in de plezierige gesprekken, is de grote betrokkenheid van een ieder bij jeugd. “De provincie Gelderland zal blijven Er zijn ook veel initiatieven rondom jeugd investeren in vernieuwing van en jeugdproblematiek. de jeugdzorg.” Ze heeft grote bewondering voor de werkers Annemieke Traag in de jeugdzorg: “Zij zetten zich belangeloos
10
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Transformatie Het zal niet alleen gaan om een decentralisatie van jeugdzorg; gestreefd wordt naar een transformatie. Een keten van lichte
Toekomst
“Ik wil samen met gemeenten de transitie voorbereiden, op bestuurlijk en ambtelijk niveau.” Annemieke Traag
ondersteuning tot zware vormen van hulp, met meer nadruk op de eigen kracht van de jeugd en hun ouders. Daarom gaat het in die gesprekken met gemeenten ook over het CJG. Het valt onze geïnterviewde op dat de CJG’s in Gelderland sterk variëren in hun verschijningsvorm c.q. ontwikkelfase. Van enkel een virtueel loket tot een mooi gebouw met een bundeling van diensten in brede zin. Gemeenten vragen zich af wat een goede formule is voor de CJG’s en of jeugdzorg daar dan ook onderdeel van uitmaakt. Een goed jeugdbeleid met daarbinnen een goed werkend CJG is efficiënt voor ouders door de bundeling van expertise en hulpvormen. Het heeft een preventieve werking en draagt bij aan het doel om minder kinderen in de jeugdzorg te laten instromen. Er is enige vrees voor een hoge drempel voor het CJG wanneer de verbinding met de jeugdzorg wordt versterkt. Annemieke Traag ziet dat
Annemieke Traag
echter anders: “Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders doen hele goede zaken. Vaak zijn zij het brandpunt van een crisissituatie.” Dit hoeft niet stigmatiserend te zijn, het gaat er juist om de goede hulp te krijgen. Ideaalbeeld is het CJG aan het begin van de keten, met een preventieve insteek en daarna snel schakelen. Deze preventietaak van gemeenten hangt samen met de inzet vanuit de Wmo, waarin ook meer wordt uitgegaan van zelfredzaamheid van burgers. Het is de kern van de gemeentelijk aanpak. Transitie samen voorbereiden Deze complexiteit van preventie, lichte hulp en zware zorg, wil de provincie niet zomaar overdragen. Annemieke Traag: “Ik wil samen met gemeenten de transitie voorbereiden, op bestuurlijk en ambtelijk niveau.” Onlangs heeft het IPO (Interprovinciaal Overleg Orgaan) dan ook een brandbrief richting de minister gestuurd waarin wordt aangedrongen op voortgang. Hierin is benadrukt dat de overgang niet ten koste mag gaan van de hulp aan ouders en kinderen. Annemieke Traag: “De provincie Gelderland zal daarom blijven investeren in vernieuwing van de jeugdzorg.” Aandacht hiervoor komt in ieder geval in de Week van de Jeugdzorg, die plaatsvindt van 14 tot 18 november 2011. In de gesprekken wordt aan gemeenten gevraagd naar de behoefte aan ondersteuning. De mate waarin gemeenten weten wat ze nodig hebben, varieert. Het thema wordt ook in regionaal verband opgepakt. Op dit moment worden de Regionale Sociale Agenda’s herijkt en er worden concrete projecten voor de komende jaren voorbereid. Op het provinciehuis wordt echter niet uitgegaan van een financiële impuls voor de transitie. Immers, vanuit Den Haag komt er een transitiebudget per gemeente. Wel heeft de provincie per regio geld beschikbaar gesteld in het kader van Nazorg na Jeugdzorg. Samen met gemeenten Over vier jaar, aan het eind van Annemieke Traag’s officiële ambtsperiode, wil ze bereikt hebben dat de jeugdzorg goed is overgedragen: “Goed betekent dan dat ouders, kinderen en jongeren er geen last van hebben gehad. En dat het beter is geworden. Daarmee bedoel ik dat de dienstverlening inhoudelijk is verbeterd en ook dat er efficiency is gerealiseerd. Dat kan alleen samen met gemeenten en de zorginstellingen.” Dat is een grote klus, die in de komende vier jaar gerealiseerd kan worden. De gedeputeerde heeft daar alle vertrouwen in.
jeugdzorg
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 11
Verwarring door sluiting inlooppunten CJG Tekst: Annemiek Lieferink Net voor de zomer staan er onrustgevende berichten in de dagbladen. ‘Gemeenten sluiten hun inlooppunten van het Centrum voor Jeugd en Gezin’ omdat gezinnen er niet of nauwelijks gebruik van maken. De opzet was om eind 2011 een CJG in elke gemeente te realiseren. En net nu het bijna zover is, gaan de eerste inlooppunten blijkbaar al weer dicht omdat er te weinig vragen binnenkomen… Er is een hevige discussie losgebarsten. Is het CJG mislukt voor het goed en wel is begonnen? Of is er iets anders aan de hand? Zijn CJG’s dure fouten? Met deze vraag startte een recente discussie op Linkedin. Is dit de algemene tendens? Het CJG is geen waardevolle toevoeging, alleen maar een extra laag op alle andere. En bovendien, het CJG is absoluut niet toegankelijk voor ouders. Maar er klinken ook positieve geluiden. Er worden gemeenten genoemd waar het inlooppunt een succes is. Meerdere discussievoerders kunnen zich niet voorstellen dat ouders niet geïnteresseerd zijn in het CJG. Zo stelt Marion Goedhart, programmamanager Jeugd, Alphen aan den Rijn: “Laten we er nou toch gewoon iets van maken waar mensen zich gehoord en gesteund voelen. Ik zou nog steeds niet weten waarom dat niet zou kunnen.” Ook brengt de discussie veel goede ideeën naar boven die breed gedeeld worden, bijvoorbeeld een aparte jongereningang, een grotere inzet van PR en marketing, meerdere loketten of het verleggen van de focus naar het bij elkaar brengen van ouders. Of, zoals Bob Horjus, onderzoeker programma Allemaal Opvoeders, Universiteit Utrecht, oppert: “Ga er zelf op af!” Men is duidelijk bezig de juiste vorm te zoeken voor het CJG. Samenwerking is dé CJG-gedachte Ook in Westervoort was het aantal vragen dat bij het inlooppunt van het CJG binnenkwam niet erg hoog. Suzanne Molendijk, coördinator van het CJG Westervoort, legt uit hoe dat volgens haar komt: “Als je een spreekuur hebt, roept dat al een drempel op, dat hoor ik van ouders.” Wethouder Hans Breunissen vindt dat er teveel wordt gekeken naar de cijfertjes. “Dat scoort natuurlijk beter in de media! Maar het CJG is veel méér dan alleen een inlooppunt, namelijk een netwerkorganisatie waar al het aanbod voor 0 tot 23-jarigen en hun ouders samenkomt en verbonden wordt.” Bovendien zijn er bijna 3.000 bezoekers van de Westervoortse CJG-website geweest.
12
Volgens Ron Schoonwater, beleidsmedewerker Jeugd bij de gemeente Westervoort, verloopt de afstemming tussen de organisaties goed. Door de komst van het CJG is het bewustzijn van de noodzaak om samen te werken, vergroot. “Dat zijn ook dingen die het CJG bereikt heeft.” Deze attitudeverandering, het automatisme om elkaar op te zoeken, is volgens Suzanne Molendijk echt ‘dé CJG gedachte’. Dit is van belang voor afstemming van het laagdrempelige aanbod en voor de coördinatie van zorg rondom gezinnen met meervoudige problematiek. De gemeente Westervoort wil onderzoeken waar ouders nu echt behoefte aan hebben en wat er bij hen leeft, om daar met het aanbod bij aan te sluiten. Je kunt bijvoorbeeld klein beginnen met praktische zaken zoals kinderspullen ruilen. “In Westervoort zijn enthousiaste jonge alleenstaande ouders actief op zoek naar manieren om elkaar te ondersteunen, dit is een goede start,” vindt Suzanne Molendijk. Ook de wethouder kaart dit aan: “Het CJG is opgezet vanuit de zorgkant, maar eigenlijk gaat het met negentig procent van de jeugd in Nederland goed. De overige tien procent is er erg uitgelicht, terwijl we ons juist moeten richten op waar het goed gaat, meer op de praktische ondersteuning en het versterken van gezinnen.” Méér dan een inlooppunt Het is goed dat gemeenten experimenteren met de vormgeving van het CJG. Belangrijk is dat er een aanbod opvoedingsondersteuning is, met of zonder inlooppunt, dat aansluit bij de behoeften van ouders. Het landelijk basismodel (uit 2007)
Centrum voor
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Suzanne Molendijk, Hans Breunissen en Ron Schoonwater
Rommens van het CJG in Wijchen, “maar is weggezet bij de ‘vindplaatsen’ zoals de scholen. We maken vooral gebruik van bestaande structuren zoals het spreekuur bij de GGD en de goed bezochte themabijeenkomsten om ouders te bereiken.” Het CJG kan blijven doen waar het voor staat; zo laagdrempelig en effectief mogelijk ouders, kinderen en jongeren bereiken. Maar het CJG is méér dan een inlooppunt, zo blijkt ook in Nijmegen. Hier zijn de bezoekersaantallen van het CJG niet hoog, in het eerste jaar zo’n 400. Dat zijn de cijfers van twee inlooppunten, vijf themabijeenkomsten, de telefoon en de chatservice bij elkaar. Coördinator Trude Ariaans: “De inloop is maar een klein stukje van het CJG.” Volgens haar is de samenwerking achter de schermen de grootste opdracht van het CJG.
biedt uitdrukkelijk ruimte voor ‘lokaal maatwerk’. Het CJG is in ontwikkeling. Dat is positief, ook als dit tot gevolg heeft dat er inlooppunten worden gesloten. Of anders gezien: De deur gaat juist open voor de CJG- medewerkers om naar ouders en jongeren toe te gaan. Er komt ruimte voor ontmoeting op plaatsen waar ouders en kinderen zijn. “De inloop gaat niet weg bij ons”, illustreert Weynand
Wat doet Spectrum? Gemeenten en CJG’s kunnen bij Spectrum terecht voor advies over en procesbegeleiding bij CJG-ontwikkeling. Wij doen praktijkgericht onderzoek. Ook organiseert Spectrum samen met de provincie Gelderland netwerkbijeenkomsten voor CJGcoördinatoren. Twee keer per jaar komt er een CJG bericht uit met informatie en ervaringsverhalen uit de Gelderse CJG’s.
Meer informatie Spectrum, Elise Roelofse, tel. (026) 384 63 12 Spectrum, Sigrid Mulder, tel. (026) 384 62 84
Status fysiek CJG op 1 augustus 2011 Volgens de opzet van het Programmaministerie Jeugd en Gezin zou vóór 1 januari 2012 elke gemeente een fysiek inlooppunt voor het CJG moeten hebben. Voor zover bekend hebben op 1 augustus 2011 40 gemeenten in Gelderland een inlooppunt. Dat is 71% van de Gelderse gemeenten. In 5 (9%) Gelderse gemeenten (Apeldoorn, Arnhem, Overbetuwe, Wijchen en Zaltbommel) zijn de CJG’s al in 2009 geopend. In 2010 is er in 22 (39%) gemeenten een fysiek CJG geopend. In het eerste half jaar is er in 12 (21%) gemeenten een CJG geopend, in 10 (18%) gemeenten is er het voornemen om het CJG nog te openen in 2011. Opvallend is wel dat in 2011 evenveel CJG’s zijn geopend als in 2010. Voor 89% van de Gelderse gemeenten is duidelijk dat zij op tijd voldoen aan de opdracht, een prachtige score.
Jeugd en Gezin
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 13
Nazorg jeugddetentie Tekst: Lise van Halm
Vóór 2007 bestond er voor jeugdigen uit detentie weinig tot geen nazorg. De jeugdige kreeg een tas met wat spulletjes mee, misschien nog een treinkaartje en voor de rest was het aan hem zijn leven in de maatschappij te verbeteren. Dit verliep uiteraard niet altijd goed, er was een groot percentage recidive. Vanaf 2007 is er een nieuw nazorgtraject opgestart voor jeugdigen uit een justitiële jeugdinrichting. In dit nieuwe nazorgtraject wordt gewerkt met netwerken trajectberaden en een overlegstructuur, waarbij ketenpartners (waaronder de gemeente, de Raad voor de Kinderbescherming, Bureau jeugdzorg/de jeugdreclassering, een intern trajectbegeleider van de Justitiële jeugdinrichting en eventueel een wijkagent) samen komen om te praten over het nazorgplan van de jeugdige. Hierdoor blijven de verschillende organisaties op de hoogte van elkaars werkzaamheden en werken zij aan één plan voor de jeugdige. Onderzoek nazorgbeleid Maar wat merkt de jeugdige nu zelf van deze overlegstructuur en wat is zijn aandeel hierin? In de periode van september 2010 tot en met juni 2011 is er vanuit Spectrum CMO Gelderland door Lise van Halm onderzoek gedaan naar het nazorgbeleid. Zij is in gesprek gegaan met jeugdigen (ex)-gedetineerden en de ketenpartners. 14
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Hoe ziet de begeleiding er in de praktijk uit? “Ik heb er wel eens van gehoord.” Zo luidde de reactie van een jeugdige gedetineerde toen werd uitgelegd wat de netwerk- en trajectberaden inhouden. Jeugdigen geven aan niet aanwezig te zijn bij de beraden, net zo min als de ouders, maar dat willen ze juist wel. Het belang voor hen is dat zij weten waar het over gaat, wat ze te doen staat en met wie: “Ik kan veel meer vertellen over mezelf dan een intern trajectbegeleider.” Jeugdigen hebben behoefte aan snelle terugkoppeling en duidelijkheid, zij zijn het immers die het weer moeten gaan maken in de maatschappij. Toch lijkt het erop dat er nog steeds liever óver de jeugdige dan mét de jeugdige gepraat wordt. Ketenpartners vragen zich af of een jeugdige in staat is om bij een dergelijk overleg aanwezig te zijn. Het is de taak van de reclasseerder of intern trajectbegeleider om de jeugdige op de hoogte te stellen van de vorderingen. Uit dit onderzoek blijkt dat de terugkoppeling wisselend verloopt. Niet alle jeugdigen zijn goed op de hoogte van het nazorgtraject en dat veroorzaakt demotivatie en stress.
De Stelling Tips van jeugdigen: • Betrek jeugdigen en ouders in de trajectberaden. • Geef snel duidelijkheid aan de jeugdige over zijn nazorgtraject door middel van een goede terugkoppeling na een trajectberaad. • Zoek de jeugdige op in de eigen omgeving. • Stel een vertrouwenspersoon aan. • Leg de nadruk op schooldiploma’s en niet direct op praktijkstudies.
“We kunnen niet volledig zonder indicatiestelling voor jeugdzorg.” Karina van Triest, Coördinator CJG Barneveld “Niet volledig, maar wel zo min mogelijk. In principe kan er gewerkt worden met een pedagogische doorverwijzing en is indicatiestelling alleen nodig voor de complexe zorgsituaties. “
Elli Elskamp, Regiomanager Lindenhout “Als je de zorg voor jouw kind of die van een ander nodig hebt omtrent de opvoeding, heb je als ouder /kind/ betrokkene geen indicatie nodig, maar goede juiste zorg! Als we jeugdzorg bespreken moeten we dat doen vanuit dit perspectief. Niet vanuit instellingen, stelsel en financieringen, maar zoals jij en ik het graag zelf ook hebben. Niet te veel gedoe. “
Paulien Harmelink, Teamleider Bureau Jeugdzorg Oost-Veluwe en Midden-IJssel “Ja, Indicatiestelling is niet nodig voor lichte vormen van ambu-
Sociale contacten Familie, begeleiders, iemand die je komt opzoeken… juist de sociale contacten zijn voor jeugdigen een motief om te stoppen met crimineel gedrag. Binnen de netwerk- en trajectberaden wordt er voornamelijk gewerkt aan het creëren van een goede leefomgeving. Denk aan school, huisvesting en werk, maar dit zijn allemaal middelen om vol te houden, niet om daadwerkelijk te stoppen. Juist die goede begeleider of de familie waar vaak veel schuldgevoelens naar uitgaan, zorgen ervoor dat ze harder gaan lopen en niet willen falen. Daarom geven jongeren ook aan contact niet via de mail te willen: “Ze moeten me opzoeken, zien hoe het met me gaat.”
lante hulpverlening. Deze kan ingezet worden vanuit de vindplaats van het kind, o.a. het CJG of de ZAT’s. Nee, als er sprake is van ernstige en complexe opvoed- en opgroeiproblemen bij kinderen en onveiligheid voor de kinderen. Dan is een grondige analyse nodig om tot een goed hulpaanbod te komen.”
De periode waarin een jeugdige terugkeert naar de maatschappij gaat gepaard met angst voor vrijheid en angst om te falen. Juist dan is het zo belangrijk te weten met wie je te maken hebt en wat je te wachten staat: “Dat je weet waar je aan toe bent, dat is het beste wat een jeugdige kan overkomen.” Meer informatie www.spectrum-gelderland.nl/publicaties (Nazorg Jeugddetentie)
Reageren? Stuur uw reactie naar
[email protected]
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 15
Jolanda Bergsma en Bianca Lubbers Tekst: Judith Bos
Jolanda Bergsma is consulent Seksualiteit bij MEE Veluwe en Bianca Lubbers is JIP-medewerker bij het JIP Apeldoorn, een onderdeel van IrisZorg. De dames geven samen met een derde partner vanuit GGD Gelre-IJssel invulling aan de preventie en voorlichting binnen de ketenaanpak jeugdprostitutie van Apeldoorn.
Waar kennen jullie elkaar van? Ze kennen elkaar ‘van de loverboys’. Op basis van een verontrustende analyse over de veelheid aan signalen over loverboyproblematiek in de gemeente, organiseerde Apeldoorn een bijeenkomst voor hulpverlenende organisaties. “Daar werd de vraag gesteld: wie doet hier al iets op? En toen
Dat het gaat om een nauwe samenwerking blijkt al bij aanvang van het gesprek. Beide dames spreken hetzelfde dialect en als Jolanda, na mij een hand te hebben gegeven, Bianca de hand schudt, klinkt het: “Wat, geef je mij een hand?! Doe niet zo raar! Daar zien we elkaar te veel voor, hoor!”
“We krijgen soms in de evaluatie terug dat de training positief werd ervaren door de chemie tussen de trainers.” Bianca Lubbers
16
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Partners
Bianca Lubbers en Jolanda Bergsma
staken wij onze hand op”, herinnert Bianca zich. JIP, MEE en GGD werden om tafel gezet met de opdracht om gezamenlijk tot een aanpak te komen voor de schakel ‘Preventie en voorlichting’ in een beoogde ketenaanpak jeugdprostitutie. Hoe werken jullie samen? “En zo komt het dat we nu samen trainingen geven”, zegt Jolanda, “aan intermediairs voor jeugd, bijvoorbeeld leerkrachten. Maar we geven ook gastlessen over loverboyproblematiek aan scholieren.” Ze bereiden zich daar niet meer op voor. Jolanda: “Inhoudelijk zitten we helemaal op één lijn en we vullen elkaar feilloos aan. En als het nodig is,kappen we de ander respectvol af.” Bianca vult aan: “We krijgen nog wel eens in de evaluatie terug dat de training onder meer positief werd ervaren door de chemie tussen de trainers.” Niet praten, maar doen! Beide dames zitten ook achter de nep-loverboy actie. “Het gaat om een unieke samenwerking tussen verschillende organisaties, zoals gemeente, politie, JIP, GGD, MD Veluwe en de studenten van verschillende Hbo-opleidingen”, vertelt Jolanda enthousiast. “Geïnstrueerde studenten benaderen meisjes met loverboy-technieken, om hun weerbaarheid te ‘testen’.” Jolanda en Bianca voeren – na de ontmaskering van de nep-loverboy – altijd een gesprek met ze. Bianca: “We zijn allebei gericht op de praktijk. Niet praten, maar doen! We krijgen ook echt dingen gedaan, zoals de realisatie van deze actie.”
“We gaan voor het aanpakken van de problematiek vanuit het maatschappelijke belang – niet vanuit organisatiebelangen!” Jolanda Bergsma
Waarom een goede partner? Jolanda: “Bianca is professioneel en gedreven.” Bianca op haar beurt geeft aan Jolanda erg deskundig en enthousiasmerend te vinden: “Ze denkt buiten de bestaande kaders, net als ik!” Het klikt dus. Maar wat maakt de samenwerking bijzonder? “We zijn dezelfde types: erg direct, weten waar we naartoe willen, altijd strevend naar meer kwaliteit en met een apart gevoel voor humor”, verlelt Bianca. “Daarnaast natuurlijk onze gemeenschappelijke deler: de slachtoffers en potentiële slachtoffers van loverboys”, vervolgt Jolanda. “Dáár doen we het voor. We beleven ons werk op eenzelfde manier, we gaan voor het aanpakken van de problematiek vanuit het maatschappelijke belang – niet vanuit organisatiebelangen!”
Meer informatie MEE Veluwe, Jolanda Bergsma e-mail:
[email protected] JIP Apeldoorn, Bianca Lubbers e-mail:
[email protected]
in het werk
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 17
Verlaat de gevangenis zonder te betalen?! Over het project Boete of Kanskaart Tekst: Annemiek Lieferink
Boete of Kanskaart? Dit klinkt als een spelletje, maar niets is minder waar. Het project ‘Boete of Kanskaart’ (BOK) is gestart als pilot in de regio Achterhoek en heeft zich de afgelopen jaren uitgerold over Nederland. In Gelderland draait het project zelfs al in bijna alle regio’s. Jongeren tussen de 12 en 18 jaar die zich onder invloed van alcohol schuldig maken aan vandalisme, overlast of openbaar dronkenschap, of alcohol nuttigen op plaatsen binnen een gemeente waar dit verboden is, krijgen van de politie een doorverwijzing naar Halt. Hoe ga jij om met alcohol? De jongere en zijn ouders worden door Halt opgeroepen voor een startgesprek en krijgen uitleg over het project en een verwijzing naar een regionale instelling voor verslavingszorg. Daar volgen jongeren een cursus, bestaande uit twee bijeenkomsten en een huiswerkopdracht. ‘Hoe ga jij om met alcohol?’ is de vraag die centraal staat. Jongeren worden bewust gemaakt van hun eigen alcoholgedrag en krijgen de kans dit gedrag te veranderen. Ouders krijgen een uitnodiging voor een ouderbijeenkomst waar zij ervaringen kunnen uitwisselen met andere ouders en bewust worden gemaakt van de invloed die zij (nog) hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Gedragsverandering Het uitgangspunt is dat een boete weinig indruk maakt op jongeren en niet aanzet tot nadenken over alcoholgebruik. “Een boete wordt toch vaak door ouders betaald”, stelt Rinske Janssen, werkzaam bij Halt Gelderland. “Dit is niet je doel, je wilt bereiken dat jongeren iets leren. De kans op gedragsverandering door BOK is groter dan door een boete, dat is de insteek.” Het is niet zo dat jongeren de keus hebben tussen een boete of het volgen van het traject. Schade vergoeden hoort er vaak wel bij. Net als je excuus maken aan eventuele gedupeerden. Ervaringen “We zien voornamelijk ‘first offenders’ tussen de 14 en 17 jaar oud die ofwel een licht of een wat zwaarder delict hebben gepleegd”, vertelt Rinske Janssen. Jongeren met meerdere delicten op hun naam of jongeren die bijvoorbeeld een zwaar geweldsdelict hebben gepleegd, kunnen niet bij Halt terecht.
dit door de term verslavingszorg.” Achteraf zijn ouders en jongeren echter positief. Ouders blijken meer invloed te hebben op het alcoholgebruik van hun kind dan ze in eerste instantie dachten. Onder jongeren is er weinig uitval. Het alternatief is dan ook minder aantrekkelijk; terug naar de politie, een boete en een strafblad. Samenwerking BOK is veelal een onderdeel van alcoholmatigingsprojecten van gemeenten. Verschillende partijen zoals politie, Halt, de verslavingszorg en de gemeente vormen een werkgroep en tekenen een handhavingarrangement. De kracht van de afdoening ligt in deze goede samenwerking en afstemming. Effectevaluatie Onderzoeksbureau Beke heeft in 2010 een procesevaluatie uitgevoerd. De uitkomst was positief, daarom is in 2011 een effectevaluatie gestart. Een aantal pilotregio’s wordt vergeleken met regio’s waarin deze afdoening niet wordt uitgevoerd. Het is nog niet bekend wanneer dit onderzoek wordt afgerond. Meer informatie
“Bij de start vinden zowel jongeren als ouders BOK vaak een zware straf, niet in verhouding tot het delict dat is gepleegd“, vertelt Rinske Janssen. “Waarschijnlijk komt 18
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Halt Gelderland, Rinske Janssen Tel. (026) 845 60 00 e-mail:
[email protected]
18+ Contact Tekst: Martijn ter Meer, Ambulant Jeugd Hulpverlener R75
Bureau Jeugdzorg Nijmegen, Entréa en R75 zijn in februari 2009 gestart met het samenwerkingsproject ‘Ondersteuning na Jeugdzorg’. Een project gericht op jongeren die de hulpverlening gaan verlaten en geen verdere hulp meer wensen of krijgen. Wanneer de jongere een risico loopt in de toekomst vast te lopen op één of meer gebieden (huisvesting, werk en scholing, financiën etc.) wordt voorgesteld een medewerker van 18+ Contact in te schakelen. Het aanbod van 18+ Contact is niet gericht op het verlenen van hulp, maar op het houden van contact met de jongere, zodat de weg naar hulpverlening kort gehouden wordt op het moment dat hij of zij dreigt vast te lopen. Verder heeft 18+ Contact een consulterende en adviserende functie, zowel naar hulpverleners als jongeren toe. Vragenlijst Om vast te stellen of een jongere risico loopt is een screeningslijst ontwikkeld. Deze korte vragenlijst wordt gebruikt door medewerkers van Bureau Jeugdzorg en Entréa. Inmiddels is deze vragenlijst gedigitaliseerd zodat per leefgebied wordt aangegeven of een jongere risico loopt. Het invullen van deze vragenlijst zal structureel worden ingebed binnen het werkproces van Bureau Jeugdzorg en Entréa. Daarnaast zal R75 het hulpaanbod uitbreiden met 18+ Contact. Geheel vrijwillig De kracht van 18+ Contact is de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en Entréa als verwijzende partijen en R75 als ontvangende partij. Door een warme overdracht en intensief contact kan snel aangesloten worden bij de jongere wanneer hij/zij een (hulp)vraag heeft. Het aanbod van 18+ Contact is geheel vrijwillig. Alleen als de jongere daar zelf om vraagt of toestemming voor geeft, wordt er hulp ingezet.
Sinds februari 2009 is aan 47 jongeren de contact-functie aangeboden. In een aantal gevallen waren dit jongeren die ‘hulpverleningsmoe’ waren en aangaven het zelf te willen doen. Opvallend is dat alle jongeren hebben ingestemd om contact te houden. Sommigen vonden het geruststellend om altijd bij iemand aan te kunnen kloppen wanneer ze met vragen zouden zitten, juist omdat zij niemand in hun eigen netwerk hadden waarbij dit kon. Passende hulp Niet alle jongeren waarbij een risico werd gezien, doen een beroep op 18+ Contact of andere hulp, bijvoorbeeld omdat zij het zelf redden, soms met steun vanuit hun eigen netwerk. Een aantal jongeren hebben wel een beroep gedaan op 18+ Contact. Door snel aan te haken bij hun hulpvraag is het gelukt de jongere vanuit R75 passende ondersteuning te bieden of naar passende hulp te leiden, bijvoorbeeld naar het RIBW, Driestroom en Iriszorg. Spectrum adviseur Ellen Beltman heeft de eerste evaluatie van het project uitgevoerd. Het format dient ook voor de eindevaluatie die door studenten van de Hogeschool Arnhem Nijmegen wordt gedaan. Meer informatie R75, tel. (024) 360 23 45 e-mail:
[email protected]
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 19
Gemeente- en buurtcijfers Bureau Jeugdzorg Gelderland Tekst: Jaap Terpstra De nieuwe cijfers van Bureau Jeugdzorg Gelderland over 2010 zijn beschikbaar. Deze geven gemeenten inzicht in de vraag naar jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Gemeenten kunnen aan de hand van de cijfers op regio, gemeente- en buurtniveau zien hoeveel jongeren zich melden voor zorg bij Bureau Jeugdzorg. Zorgmeldingen Uit de wijze van aanmelden blijkt over het algemeen dat de jongere en/of ouders zichzelf melden bij Bureau Jeugdzorg, gevolgd door de aanmeldingen vanuit de voorliggende voorzieningen zoals het CJG, de jeugdgezondheidszorg, (school)maatschappelijk werk en de huisarts. Voor alle zorgmeldingen geldt dat verder onderzoek duidelijk moet maken welke hulpverlening nodig is en of de jeugdige/ouders daartoe gemotiveerd zijn. Vooral bij zorgmijdende situaties kost het tijd om in contact te komen met het gezin en hulp te starten. Wanneer een gezin veel problemen heeft werkt BJz nauw samen met alle relevante partners om zo te komen tot één gezin, één plan en één hulpverlener, oftewel coördinatie van zorg. Decentralisatie jeugdzorg Met het oog op de decentralisatie jeugdzorg bieden de cijfers hulp bij het ontwikkelen van een sterke basisinfrastructuur waarbij de pedagogische kwaliteit zich in de omgeving van de cliënt dient te ontwikkelen. Voor gemeenten ligt er de uitdaging om de hulp vanuit het perspectief van de cliënt te organiseren. Dit betekent een overzichtelijke en simpele samenwerking tussen de verschillende partijen waarbij de regie over de hulp in handen blijft van de cliënt. De cijfers over de aantallen jeugdbescherming en –reclassering bieden gemeenten en regio’s belangrijke informatie, deze geven namelijk inzicht in de ontwikkeling en veiligheid van kinderen in gezinssituaties. Alhoewel we niet kunnen zeggen dat het aantal maatregelen jeugdbescherming en jeugdreclassering in de regio’s toeneemt, valt op dat een aantal gemeenten relatief hoog scoort. Dit zijn niet altijd de centrumgemeenten. Omdat er landelijk wel sprake is geweest van een stijging, functioneert in de regio’s het ‘Casus Overleg Doorlopen’ met als doel een betere afstemming tussen BJz en de Raad voor de Kinderbescherming. In het casusoverleg wordt gezamenlijk onderzocht en besloten of een beschermingsmaatregel noodzakelijk is om de veiligheid van het kind te waarborgen. Pas als blijkt dat er geen andere mogelijkheid is, dient de Raad een aanvraag in bij de Kinderrechter.
20
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
Regionale netwerken In regionale netwerken biedt bureau Jeugdzorg consultatie en advies aan eerstelijns hulpverleners om zo problemen bij jeugdigen adequaat op te pakken en expertise beschikbaar te stellen aan eerstelijns hulpverleners. In de factsheets is inzichtelijk gemaakt met welke netwerken BJz aansluitingsafspraken gemaakt heeft, zodat indien nodig doorgeschakeld kan worden naar specialistische hulp. Meer informatie Voor meer informatie over de factsheets neem contact op met het BJz in uw regio. ww.spectrum-gelderland/publicaties (download factsheets met cijfers op gemeenteniveau) www.spectrum-gelderland.nl/sig (de cijfers in digitale vorm, met een verdieping tot op buurtniveau en de mogelijkheid voor een vergelijking tussen de jaren) Spectrum, Vera van Dam, tel. (026) 384 63 46 e-mail:
[email protected] Spectrum, Jaap Terpstra, tel. (026) 384 63 11 e-mail:
[email protected]
Zwerfwerken, netwerken en een matrix Eerste Kennisatelier Zwerfjongerenaanpak Spectrum
Tekst: Annemiek Lieferink Nederland heeft te maken met een groeiend aantal zwerfjongeren. Het is lastig met deze groep te werken want door eerdere teleurstellende ervaringen hebben zwerfjongeren vaak weinig vertrouwen in de hulpverlening. Hoe kun je deze jongeren toch bereiken? En hoe help je hen weer grip te krijgen op hun leven?
Spectrum heeft het initiatief genomen om mensen uit heel Gelderland die met zwerfjongeren werken bij elkaar te brengen. Op 24 mei 2011 vond daarom een eerste ‘Kennisatelier Zwerfjongerenaanpak’ plaats. Twee methodieken die als good practices kunnen worden aangemerkt, stonden hierin centraal, namelijk de Presentiebenadering en de Zelfredzaamheid-Matrix. De bijeenkomst was echter vooral bedoeld om nader kennis te maken met elkaar, ervaringen uit te wisselen en een netwerk op te bouwen. Presentiebenadering De bijeenkomst startte met een lunch, verzorgd door Voskookt uit Nijmegen, een leerbedrijf voor jongeren zonder vaste dagbesteding. Na een heerlijk broodje en een kopje soep volgde een presentatie van Karin Runia over een onderzoek van het Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie (LESI). Dit verscheen onlangs in ‘Zwerfwerken’, een publicatie over de werkingskracht van de Presentiebenadering bij de opvang en begeleiding van zwerfjongeren. Deze benadering van Andries Baart draait vooral om het opbouwen van een relatie als doel in plaats van het zoeken naar oplossingen voor problemen. Opvallend is de doelstelling. Stabilisatie, hechting en zelfvertrouwen zijn geen activiteiten, maar waarden. De onderzoeksresultaten zijn positief, de doorlopende begeleiding leidt tot stabilisatie van de jongeren. Zelfredzaamheid-Matrix Stef van de Weerd, werkzaam bij de GGD in Rotterdam, presenteerde vervolgens de Zelfredzaamheid-Matrix, een instrument waarmee je als jongere en professional een uitgebreid beeld van de zelfredzaamheid van een jongere kunt krijgen aan de hand van verschillende domeinen. Aansluitend bij de huidige zorgpraktijk kun je
met deze matrix eenvoudig de voortgang van een jongere bijhouden, groepen vergelijken en de mate waarin een interventie succesvol is, bepalen. Discussie Na en tussen de presentaties door gingen de deelnemers in drie groepen met elkaar aan de slag. De discussie werd ingezet met de vraag hoe je nu aan je subsidieverstrekker duidelijk maakt wat de waarde is van de presentiebenadering. Zonder duidelijk vastgestelde doelen is het immers lastig uit te dragen wat je met een jongere hebt bereikt en neig je toch al gauw naar meer gestructureerde trajectafspraken. De deelnemers zagen dit echter niet als een probleem en waren enthousiast over de Presentiebenadering: “Zo kun je tenminste écht bij de behoeften van jongeren aansluiten.” Wel zagen zij een valkuil in de mate van betrokkenheid wanneer je volgens de Presentiebenadering werkt, “Je moet de nabijheid zoeken maar wel opletten dat je professionaliteit behouden blijft.” Over de Zelfredzaamheid-Matrix ontstond meer discussie. Hoewel je met deze matrix eenvoudig en heel uitgebreid kunt aantonen waar iemand staat en wat je hebt bereikt, vraagt men zich af hoeveel weerstand een dergelijke vragenlijst oproept bij zwerfjongeren. Een aanwezige ex-zwerfjongere zag echter geen probleem: “Dit moeten we gaan gebruiken bij ons! Dan wordt het heel duidelijk waaraan gewerkt moet worden!” Meer informatie Monique Willems, tel. (26) 384 62 46 e-mail:
[email protected] www.spectrum-gelderland.nl, thema Veiligheid en Risicojongeren > implementatie aanpak dakloze jongeren
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 21
Ketenaanpak Jeugdprostitutie:
Logisch met heldere afspraken Tekst: Judith bos Om de ketenaanpak jeugdprostitutie in de gemeente Apeldoorn te bestempelen als een ‘succes’, gezien de aard van de problematiek, is wellicht niet geheel gepast. Feit is echter dat het Regionaal College Noord- en Oost-Gelderland opdracht heeft gegeven om de Apeldoornse ketenaanpak uit te rollen in de 22 gemeenten binnen deze politieregio, met aandacht voor de lokale situatie. Een gesprek met projectleider Gerwin den Besten, die vanuit het Managementbureau Apeldoorn opereert in opdracht van het NOGVeiligerhuis. “Een logische structuur en heldere verantwoordelijkheden”, zo kenmerkt Gerwin de ketenaanpak. “Vijf op elkaar volgende processtappen vormen de aanpak. Voor iedere stap is een procesregisseur benoemd. Helder dus wie in welke fase verantwoordelijk is. Alle deelnemende partijen worden ‘gedwongen’ om een stap verder te denken dan normaliter binnen hun eigen organisatie. Dat wordt door iedereen ervaren als een meerwaarde.”
Gerwin den Besten
Keten in beeld De eerste processtap bestaat uit preventie en signalering, om loverboyproblematiek en jeugdprostitutie zoveel mogelijk te voorkómen (zie ook: Partners in het werk). De volgende stap wordt gevormd door een meldpunt, ondergebracht bij MD Veluwe, waar iedereen signalen kan melden en een dossier wordt opgemaakt rondom een mogelijke casus. Dan volgt de schakel ‘weging en kwalificatie’, waar gekeken wordt naar de verdere aanpak van een casus op hoofdlijnen. “De politie is procesregisseur en werkt samen met Bureau Jeugdzorg en MEE. Die laatste is procesregisseur op het inzetten van de hulpverlening, in de volgende stap”, legt Gerwin uit. Binnen de vierde processtap zorgt een zorgcoördinator van MEE, MD Veluwe, BJz, GGD of Hera Vrouwenopvang voor toeleiding naar de juiste hulp. Tenslotte wordt de casus geëvalueerd, onder verantwoordelijkheid van de gemeente als regisseur van de
keten. De procesregisseurs vormen het ketenregieteam, verantwoordelijk voor goede werking van de keten als geheel.” Het werkt! De keten werkt voor Apeldoorn en aan Gerwin de taak om de keten ook te laten werken voor de 21 andere gemeenten in de politieregio. “Het idee is eenvoudig. Gemeenten en dan bedoel ik ook gemeentelijke organisaties, weten nu veelal niet wat ze met signalen van loverboys of jeugdprostitutie aanmoeten. Ze krijgen binnen dit project, dat mede gefinancierd wordt door de provincie Gelderland, de mogelijkheid om de werking van een meldpunt te ervaren; ze kunnen er in eerste instantie kosteloos gebruik van maken. De hele achterliggende keten wordt vervolgens in werking gesteld, als dat nodig is.” Wordt de processtap preventie en voorlichting overgeslagen? “Ik wil graag eerst per district van de gemeenten horen wat zij zouden willen op dit vlak. We kunnen daar wel een blauwdruk voor neerleggen, maar de activiteiten moeten zoveel mogelijk aansluiten bij wat gemeenten willen en al doen.” Couleur locale De gemeenten kunnen ook ‘couleur locale’ aanbrengen in de overige processtappen. Per district wordt een projectgroep gevormd. “Denk dan aan het onderbrengen van het meldpunt. MD Veluwe kan dat op zich nemen voor district Apeldoorn, Noord-Veluwe en IJsselstreek, maar de Achterhoek staat letterlijk en figuurlijk te ver van ze af. Daar wordt het meldpunt ondergebracht bij Hera Vrouwenopvang, die ook het meldpunt Huiselijk Geweld realiseert.” Gerwin schetst dat het ook mogelijk is om een ‘lokale’ zorgcoördinator in te zetten. “Al is er reeds een zekere expertise opgebouwd binnen de vijf organisaties die het nu op zich nemen.” Gerwin streeft ernaar in maart 2012 de uitrol te hebben voltooid. Meer informatie Gerwin den Besten, tel. (06) 288 38 497
22
Jeugd in Gelderland • oktober 2011
e-mail:
[email protected]
Agenda
Kort Gelderse Week van de Jeugdzorg 2011
Pak ‘t samen op! Huis der Provincie, Arnhem 11 november 2011, 12.00 – 17.30 uur Met de decentralisatie van de jeugdzorg verschuift de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg van de provincie naar gemeenten. Dit is een ingewikkeld proces, waarbij veel partijen betrokken zijn. In het kader van de Week van de Jeugdzorg organiseert de provincie Gelderland dit jaar weer de conferentie ‘Pak ’t samen op’. Tijdens deze conferentie, die bedoeld is voor bestuurders, staat de decentralisatie centraal. Aan gesprekstafels, op podia en in debat gaan de bestuurders met elkaar in gesprek over verschillende aspecten.
Duizenden Gelderse kinderen en ouders doen jaarlijks een beroep op ondersteuning. Zij waarderen de geboden hulp en zorg als positief. Ook nu er veel gaat veranderen in de jeugdzorg, wil de provincie Gelderland samen met haar partners zichtbaar maken hoe belangrijk het werk in de jeugdzorg is. Daarom is er ook dit jaar een Gelderse Week van de Jeugdzorg. In een bustour langs middelbare scholen vertellen jongeren hun verhaal aan leeftijdgenoten, statenleden en wethouders. Andere bestuurders ‘lopen stage’ en delen daarna hun ervaringen. Bij de verkiezing van de ‘Jeugdzorgheld’ wordt duidelijk wat hulpverleners kunnen betekenen voor ouders en kinderen die het zelf even niet redden. De Gelderse Week van de Jeugdzorg vindt plaats van 12 tot en met 20 november. Meer informatie: www.weekvandejeugdzorggelderland.nl
Kijk voor meer bijeenkomsten op: www.spectrum-gelderland.nl/kalender
In het volgende nummer...
?
Jeugd i Gelder n land
Over jeu gd
beleid
en jeu
gdzorg
Een speciale editie over de transitie jeugdzorg: • Stappenplan: Hoe vang ik een transitie aan? • De cliënt centraal • Positionering Bureau Jeugdzorg
Dossier Begeleiding en Ondersteuning na Jeugdzorg online! Voor jongeren die uit de jeugdzorg komen is het niet altijd eenvoudig om een nieuw bestaan op te bouwen. Soms is er ondersteuning nodig, bijvoorbeeld bij de terugkeer naar school of werk of bij het vinden van een veilige plek om te wonen. Gemeenten en zorginstellingen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor deze ondersteuning. Om alle kennis en informatie over dit onderwerp in de provincie Gelderland te bundelen, is een webdossier samengesteld. In dit webdossier vindt u informatie over het programma en de projecten, nieuws, een agenda en informatie vanuit de verschillende regio’s. Ook is er een kennisbank met daarin relevante publicaties. Meer informatie: www.zorgnajeugdzorg.nl
Minder ingrijpende hulp in de jeugdzorg in 2010 Jeugdzorgorganisaties hebben in 2010 vaker hulp geboden, maar die hulp was minder ingrijpend dan in 2009, zo blijkt uit de Brancherapportage Jeugdzorg van Jeugdzorg Nederland, die op 27 september is gepubliceerd. De ambulante jeugdhulp steeg met bijna 15 procent ten opzichte van 2009. Doordat de hulp voornamelijk in en rond het gezin is geboden, zijn minder kinderen uit huis geplaatst. De kinderen die toch uit huis zijn geplaatst, kwamen vaker in pleeggezinnen en minder in jeugdzorginstellingen. De hulp in een gedwongen kader, op basis van een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel, is in 2010 gestabiliseerd.
Jeugd in Gelderland • oktober 2011 23
CJG bericht 4: De krachten bundelen Tekst: Elise Roelofse
Dat sociale steun een grote positieve rol speelt bij opgroeien en opvoeden is bekend. Jongeren geven bijvoorbeeld zelf aan dat ze een betrokken sociale omgeving waarderen. Ook voor ouders is een sociaal netwerk onontbeerlijk. Kortom, ouders en jongeren hebben duidelijk behoefte aan informele steun. Het CJG kan initiatieven hiertoe stimuleren en een plek geven in het aanbod.
In nummer 4 van de serie CJGberichten daarom aandacht voor het bundelen van krachten binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Deze uitgave van Spectrum maakt onderdeel uit van de serie CJG-berichten: Nieuws over het CJG in de Gelderse gemeenten. Ouders bij elkaar brengen Informele steun verloopt in principe vanzelf, maar kan gestimuleerd worden door mensen bij elkaar te brengen. Voorbeelden hiervan zijn de ‘Ouderkamer’ in Presikhaaf (Arnhem)
en het oudernetwerk ‘Mamma weet alles’. Deelnemers bepalen zelf de vorm en inhoud van activiteiten, de professional houdt zich op de achtergrond en helpt bijvoorbeeld alleen bij de opstart van een activiteit. Voor en door jongeren Ook jongeren kunnen baat hebben bij sociale steun. Bij projecten als ‘Mate4you’ en ‘Coach4me’ bieden vrijwilligers hulp en steun door een maatje voor een jongere te zijn. Er is vaak meer uit vrijwilligers te halen dan je denkt, zij komen makkelijker
binnen bij gezinnen en hebben meer tijd en mogelijkheden om een band op te bouwen met bijvoorbeeld een jongere. Meer informatie www.spectrum-gelderland.nl/publicaties (voor het downloaden van het CJG bericht 4)
Colofon Redactieadres Jeugd in Gelderland
Spectrum CMO Gelderland
Over jeugdbeleid en jeugdzorg
Arnhemsestraatweg 19
Nummer 3, oktober 2011
Postbus 8007, 6880 CA Velp
ISSN 1879-5641
tel. (026) 384 62 00
[email protected]
Verschijnt vijf maal per jaar
www.spectrum-gelderland.nl
Oplage: 1.300 exemplaren Vormgeving Jeugd in Gelderland is een uitgave van
Gerard Wagemans, BNO, Beekbergen
Spectrum CMO Gelderland en biedt informatie over regionale, provinciale en
Fotografie
landelijke ontwikkelingen rond jeugdbe-
Seen Images, Novy Print, Per Sonare
leid en jeugdzorg. De nieuwsbrief wordt gratis toegezonden aan gemeenten en
Drukwerk
organisaties actief op de terreinen jeugd-
Advadi, Westervoort
zorg en jeugdbeleid in Gelderland. Het overnemen van artikelen is Redactie
toegestaan na overleg met de redactie.
Judith Bos, Jorike Smeitink
Deze nieuwsbrief komt tot stand in opdracht van de provincie Gelderland.
Eindredactie Marcia Veenhuis