Jesaja 49:6 - De missionaire kerk Afsluitende preek van gemeenteproject ‘Feest van genade’: ‘de missionaire kerk’. Het feest van genade is te mooi om voor jezelf te houden. Het is altijd al Gods plan geweest dat het goede nieuws naar buiten ging. Wij mogen meedoen in dat plan. Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Gemeentekoor ‘Waar8ig’: ‘Met hart en ziel’ en ‘Tienduizend redenen’ Stil gebed Gemeentekoor ‘Waar8ig’: ‘Votum en groet’ Zingen: Psalm 117 Gebed Kinderen naar club Lezen: Jesaja 49 : 1 – 13 Zingen: GKB Gezang 52 : 1 en 2 Preek over Jesaja 49 : 6 Zingen: Psalm 67 : 2 en 3 Kinderen terug Wetslezing Gemeentekoor ‘Waar8ig’: ‘Ik ben’ (met gemeente) en ‘Machtig God, sterke Rots’ Belijdenis en doop Getuigenis Onderwijs Gebed Belijdenis: vragen en zegenbede Doop: vragen en doopbediening Oproep aan gemeente Zingen: Opwekking 710 Felicitaties Gebed Collecte Zingen: LvK Lied 21 : 3 en 7 Zegen
De missionaire kerk Inleiding dia 1 – zwart Ken je Herman al? Nee, ik bedoel niet iemand die ‘Herman’ heet.
En voor de mensen die mij een beetje kennen: ik bedoel ook niet mijn auto. Ik heb namelijk de merkwaardige gewoonte om auto’s namen te geven. Zo heeft iedereen zijn eigenaardigheden… Nee, ik bedoel Herman het vriendschapsbrood. Wie heeft dat wel eens gehad? dia 2 – deeg Herman Met Herman is iets geks aan de hand: je kunt het niet zelf maken, je moet het deeg van iemand anders krijgen. Ja, je kunt vals spelen en zelf het deeg maken. Maar het is natuurlijk veel leuker als je het deeg van iemand krijgt! Daarom heet het ook een ‘vriendschapsbrood’. dia 3 – brood Herman Herman is dus een cadeau. En het is een cadeau waar je voor moet zorgen. Want als je het deeg krijgt, kun je nog niet direct gaan bakken. Herman houdt je nog 10 dagen bezig. Soms moet je alleen even roeren, maar soms heeft Herman ook honger, dan moet je hem bloem, melk en suiker geven. Op de 10e dag kun je dan eindelijk Herman gaan bakken. En smullen maar! dia 4 – porties Maar dat is nog niet alles. Want van het deeg dat je hebt, kun je wel 4 Hermans maken! Dat is niet helemaal de bedoeling. Herman is een cadeau om verder te geven. 1 Portie is voor jezelf, en de andere 3 porties geef je weg aan bijvoorbeeld vrienden. Zij zorgen dan ook weer 10 dagen voor hun Herman, en kunnen dan ook weer 3 porties weggeven. Herman moet je niet voor jezelf houden, maar doorgeven. dia 5 – de missionaire kerk En dan komen we bij de boodschap van vanochtend. Vandaag is de laatste zondag van ons gemeenteproject ‘feest van genade’. Het onderwerp voor deze week is ‘de missionaire kerk’. Want genade is te mooi om voor jezelf te houden. Net als Herman is genade een cadeau om verder te geven. 1. Goed nieuws! dia 6 – goed nieuws! Daarover gaat het in Jesaja 49. Het is een profetie:
namens God mag Jesaja de Israëlieten goed nieuws brengen. En goed nieuws, dat kunnen de Israëlieten wel weer eens gebruiken. dia 7 – kaart Babylonië Als Jesaja deze woorden aan de Israëlieten overbrengt, zitten de Israëlieten gevangen in het land Babylonië. Het speelt zich af in de 6e eeuw voor Christus. In die tijd was Babylonië de grote wereldmacht. Het ene na het andere land werd door Babylonië veroverd. Ook Israël kon daar niet tegen op. Veel Israëlieten zijn meegenomen naar Babylonië, wat tegenwoordig Irak is. dia 8 – gevangen in Babylonië als straf van God Die Israëlieten zitten daar niet omdat ze pech hebben. In de bijbel wordt de ballingschap steeds een straf van God genoemd. God had namelijk grote plannen met Israël. Uit alle volken had God Israël uitgekozen: Israël was de dienaar van God. Het was de opdracht van Israël om aan de andere volken te laten zien wie God is. Maar dat is mislukt. In plaats van dat Israël een voorbeeld was voor de andere volken, dat andere volken door Israël onder de indruk kwamen van God, ging het andersom: Israël was onder de indruk van de goden van de andere volken. Israël is mislukt, en daarom zitten ze daar in Babylonië. dia 9 – goed nieuws: genade en bevrijding En dan komt Jesaja met fantastisch nieuws: er komt een einde aan de ballingschap. God denkt aan Israël en wil er verder mee gaan. God stuurt een nieuwe dienaar, die de Israëlieten uit Babylon terughaalt zodat ze weer kunnen wonen in hun eigen land. Dat is nog eens goed nieuws! Verderop in de bijbel, als Jezus geboren is, wordt die tekst op Jezus toegepast: Jezus is Gods dienaar die verlossing brengt. Jezus brengt goed nieuws: God houdt van je en heeft alles voor je over. Jezus brengt het feest van genade: hij wil je bevrijden van alles wat je van God weg houdt. Het gaat in je leven niet om wat jij allemaal voor elkaar gekregen hebt, om hoe anderen tegen jou aankijken, maar om dat God van je houdt. In de afgelopen weken hebben we het daar steeds over gehad: genade.
Genade is goed nieuws. En Jacob en Annemarie, als jullie zo belijdenis doen, getuigen jullie dat jullie die mooie ontdekking ook ontdekt hebben. God heeft goed nieuws voor je: hij houdt van je. dia 10 – dat is nog maar het begin ‘Én’, zegt God erbij, ‘dat is nog maar het begin!’ Dat Israël uit Babylon wordt bevrijd, is prachtig. Dat God van je houdt, is geweldig. Maar God is niet alleen met Israël bezig, ook niet alleen met Jacob en Annemarie of alleen met de kerk. Het is nog maar het begin! 2. Gods plan met alle mensen dia 11 – Gods plan met alle mensen Gods plan gaat verder dan Israël, verder dan de kerk, verder dan jou. Hij wil zijn liefde niet aan sommige mensen geven, hij wil dat het goede nieuws bij alle mensen bekend wordt! God heeft een plan met alle mensen. dia 12 – ongeacht wie ze zijn Natuurlijk vinden de Israëlieten het geweldig dat God hen gaat bevrijden, maar ik denk dat ze dat ook wel genoeg vinden. Die redding voor alle volken, waar Jesaja het over heeft, nou, nee, liever niet! Bevrijdt God je eindelijk van die ellendige Babyloniërs, en dan horen die Babyloniërs er nu opeens ook bij! Redding voor de Babyloniërs, dat is niet echt waar Israël op zit te wachten… Als Irakees zou je toch ook niet willen dat de soldaten van IS gered worden? Maar God heeft een plan met alle mensen. dia 13 – het goede nieuws moet verder Dat was altijd al de bedoeling. Het volk Israël moest ervoor zorgen dat anderen onder de indruk zouden komen van God. Maar het mislukte. Gelukkig heeft God het daar niet bij gelaten! Dan zou niemand in Europa ooit over God gehoord hebben. Dan zouden jullie, Jacob en Annemarie, vandaag nooit belijdenis doen en zouden Eva en Nora nooit gedoopt worden. Maar God liet het er niet bij zitten: het goede nieuws moest verder komen. dia 14 – Jezus is redder voor de wereld Daarom is Jezus gekomen.
Wat Israël niet is gelukt, doet Jezus wel: hij brengt het goede nieuws verder. Sterker nog: Jezus is de redding van de wereld in eigen persoon. In de NBV, de vertaling waar we uit gelezen hebben, hoor je dat niet zo terug. In het Hebreeuws en de vorige week verschenen BGT wel: “Ik heb je uitgekozen om een redder te zijn voor alle volken. Met jouw hulp zal ik alle mensen op aarde bevrijden.” Maar wat is er nu zo bijzonder aan Jezus? Het probleem met Israël was dat het God vergat en steeds meer ging lijken op alle andere volken op aarde. Israël leek niet op God, liet niets over God zien. Jezus wel: hij is echt anders, hij lijkt op God, hij ís zelfs God. Jezus is zo compleet anders dan wat wij normaal vinden. Mensen die niet meetellen, waar je liever niet mee gezien wilde worden, daar ging Jezus juist op de koffie of samen eten. Mensen die je te vriend moet houden, omdat ze macht hebben en dat voor jou kunnen gebruiken, die joeg Jezus juist steeds tegen zich in het harnas. Mensen die je onrecht aandoen, die je het liefst uit de weg zou willen ruimen, weten Jezus niet tot geweld te verleiden. Jezus is niet van de prestaties om trots op te zijn, niet van status, niet van ellebogenwerk. Jezus vecht niet met wapens, maar met liefde. Tot aan het kruis. Zo liet hij God zien, en dat valt op! Alle mensen mogen dat zien, want zo is Jezus de redder, niet voor sommige mensen maar voor de wereld. 3. Meedoen in Gods plan dia 15 – meedoen in Gods plan We hebben het nu gehad over Israël en over Jezus, maar hoe zit het nu met ons? En Jezus op aarde, dat ligt ook alweer 2000 jaar achter ons, dus wat zie je in de wereld nog van hem? dia 16 – Jezus’ taak is onze taak In de bijbel wordt het gedeelte uit Jesaja 49 nog een keer aangehaald, door Paulus in Handelingen 13. Dat is in de eerste jaren van de christelijke kerk. Paulus trekt van stad naar stad om over Jezus te vertellen. En dan begint hij bij de Joden.
Maar veel Joden willen van niets weten. En dan gaat Paulus verder, naar andere volken, en dan zegt hij: ‘De Heer heeft ons het volgende opgedragen: “ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen, tot aan de uiteinden van de aarde.” Die taak van Jezus, daarvan zegt Paulus: het is nu ook onze taak. Jezus is zo mooi, dat kun je niet voor jezelf houden! Genade is niet alleen een feest voor jezelf. Als het echt een feest voor je is, dan gun je het aan iedereen! Niet omdat dat nu eenmaal van je geloof moet, christenen delen het goede nieuws niet omdat ze aan een of andere verplichting moeten voldoen, maar omdat het zo mooi is. dia 17 – IBC Een paar weken geleden ging de ice-bucket challenge rond. Opeens verschenen op facebook van iedereen filmpjes dat ze een emmer ijskoud water over zich heen lieten gooien. Op manier werd aandacht gevraagd voor de ziekte ALS. De bedoeling was natuurlijk om dan ook nog wat te doneren, én: als jij de uitdaging was aangegaan, mocht je ook een paar anderen uitdagen om zo’n filmpje te maken. Misschien had je nog nooit van ALS gehoord, en opeens werd je zelf een soort ambassadeur voor het ALS-fonds. dia 18 – christenen vertegenwoordigen Jezus Zo zijn christenen ambassadeurs van Jezus, ze vertegenwoordigen Jezus naar de mensen om hen heen. En bij die ice-bucket-challenge kwam er nog wel groepsdruk bij kijken, je kon het eigenlijk niet maken om ‘nee’ te zeggen, maar veel mensen vonden het ook gewoon echt mooi en belangrijk. Nou, als je Jezus echt mooi en belangrijk vindt, dan mag je hem vertegenwoordigen. En wat ik zo mooi vind: dan mag je meedoen in Gods plan. Het is niet zo dat wij het nu maar voor elkaar moeten krijgen. Nee, God wil alle mensen bereiken, en wij mogen met God meedoen. Het licht van Jezus, niet ons eigen licht, laten schijnen in de wereld. Net als Jezus kun je dan verschil maken, redding brengen. 4. Wees Gods spiegel dia 19 – wees Gods spiegel Maar hoe doe je dat dan? Hoe kun je Jezus, hoe kun je God laten zien?
Hoe kun je in deze wereld licht brengen? Dat kan door een spiegel te zijn. dia 20 – binnenspiegel In een auto heb je spiegels zodat je de weg achter je kunt zien. Maar soms heb je niets aan die spiegels. Als je auto zo volgepakt zit dat de achterruit niet meer vrij is, zit er iets tussen de weg achter je en de spiegel. Wiskundig gezegd: de zichtlijn is geblokkeerd. Dan is een spiegel nutteloos. En als je als bestuurder van de auto de spiegel niet kunt zien, bijvoorbeeld omdat er een zonneklep voor hangt, dan heb je ook niets aan de spiegel. Christenen zijn spiegels. Het is de bedoeling dat mensen in die spiegel kijken en God erin zien. En net als met de autospiegel kunnen de zichtlijnen geblokkeerd worden. Er kunnen dingen in de weg staan tussen jou als spiegel en God, en dingen tussen jou en mensen. dia 21 – zichtlijn naar God: kijk naar Gods liefde Om een spiegel van God te zijn, moet er een open zichtlijn zijn naar God en naar zijn liefde. Je kunt alleen een spiegel zijn als je steeds naar Gods liefde kijkt, als je daarvan onder de indruk bent, en daaruit wordt gemotiveerd. dia 22 – zichtlijn naar mensen: houd van mensen En er moet een open zichtlijn zijn naar de mensen om je heen. Als je niets met andere mensen te maken wilt hebben, kun je nooit een spiegel van God zijn. Je bent pas een spiegel als je van de mensen om je heen houdt, als je om hen geeft en hen die prachtige ontdekking van genade ook gunt. Kijk naar mensen zoals God naar mensen kijkt: als waardevolle mensen die hij heeft gemaakt. dia 23 – als spiegel lijk je op Jezus Wees een spiegel, dan zien mensen iets van Jezus in jou. Jezus was echt anders dan wat de wereld ooit had meegemaakt. Als spiegel lijk je op hem: je kiest niet voor je eigen belang, maar voor het belang van de ander. Liefde staat voorop. Als mensen dat in je zien, mogen ze zien wat Gods plan is met de wereld. Christenen zijn spiegels, de kerk is een spiegel.
En als je geen christen bent: kijk maar naar die spiegel, en als je dan iets ziet wat helemaal niet op Jezus lijkt: zeg het ons dan. Je mag ons er aan houden dat wij spiegels zijn. Dat God je verlost, dat is nog maar het begin. Je mag met God meedoen in zijn grotere plan. Ook jullie, Jacob en Annemarie. Wees een spiegel. Want Gods liefde is te mooi om voor jezelf te houden. Amen.
Exodus 17:8-16 - Geloven doe je samen! 5e Preek in het gemeenteproject ‘feest van genade’ bij het weekthema ‘verbondenheid’. De duivel wil je geloof graag aanvallen. Maar samen sta je sterk en kun je elkaar helpen te geloven. Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Deze preek is gehouden in een gezinsdienst: een dienst die is aangepast aan het niveau van kinderen. Liturgie Welkom Zingen: Kinderopwekking 17, Psalm 133 en GKB Gezang 167 Stil gebed Votum en groet Zingen: ‘Ik ben’ (Sela) Gebed Zingen: ELB 263 Lezen: Exodus 17 : 8 – 16 Sketch Preek (met bingo) Zingen: ELB 214, refrein ‘Lof, aanbidding’ (Sela) en ELB 344 Zingen: Apostolisch vermaan rond kerkzijn Gebed Zingen: ELB 455 Collecte Zingen: Kinderopwekking 185 Zegen
Geloven doe je samen! Inleiding dia 1 – zwart Ik heb even 2 lenige kinderen nodig. Wie durft? (2 of meer kinderen op podium) Goed, dan wil ik graag dat jullie op het podium gaan zitten. En dan komt nu de opdracht: sta weer op, maar: je mag met je handen en knieën de grond niet raken! Ik dacht dat jullie lenig waren… Nee, beetje flauw, het is een onmogelijke opdracht. Maar ik heb nog een opdracht. Ga maar weer zitten, maar nu met jullie ruggen tegen elkaar. En dan moeten jullie je armen in elkaar haken. Probeer het nu nog eens: sta op, zonder dat je handen en knieën de grond raken. Dat gaat al een heel stuk beter! Dank jullie wel, jullie mogen weer op je plek gaan zitten. Gek is dat, in je eentje is het gewoon onmogelijk, en met z’n tweeën is het heel makkelijk. Je hebt elkaar nodig. Nou, dat is het onderwerp van vandaag: je hebt elkaar nodig om te geloven. dia 2 – geloven doe je samen Probeer het thuis ook maar eens, opstaan zonder je handen en knieën te gebruiken. En bedenk er dan bij: met geloven is het ook zo: geloven doe je samen. 1. Een gevaarlijke reis dia 3 – Amalekieten ‘Alarm! We worden aangevallen!’ Overal om ons heen klinken harde toeters. Mensen komen uit hun tent, en kijken bang om zich heen. Wat is er aan de hand?! Iemand heeft een verrekijker en hij tuurt om zich heen. ‘Kijk, daar in de verte’, wijst hij, ‘daar zijn soldaten.’ ‘Wie zijn het, wie zijn het?’ schreeuwt iemand. ‘Ze hebben een vlag bij zich. O nee, het zijn de Amalekieten!’ Iedereen schrikt, de Amalekieten, daar hebben ze wel over gehoord. Een wreed volk is het, en nu hebben ze het op Israël voorzien.
dia 4 – tentenkamp We zijn in het tentenkamp van de Israëlieten in de woestijn. Een jaar geleden woonden ze nog in Egypte. Ze werden als slaven gebruikt en uitgescholden. Maar ze zijn ontsnapt uit Egypte. Weg van die ellendige Egyptenaren! God heeft hen door Mozes bevrijd. God heeft beloofd dat ze in een eigen land mogen wonen, aan de andere kant van de woestijn. En nu zijn de Israëlieten onderweg, door de woestijn. Het is veel te ver om in één keer te lopen. Soms lopen ze een dag, en dan bouwen ze een tentenkamp op en rusten een paar dagen uit. dia 5 – problemen Het leven in de woestijn is niet altijd makkelijk. De Israëlieten hebben al van alles meegemaakt. Een paar weken geleden was er bijna geen eten en drinken meer. Je kon zelfs geen droge boterham meer krijgen! De reis naar het beloofde land is zwaar. En nu de Amalekieten. Wat moeten ze? Hoe kunnen ze ooit van de Amalekieten winnen? Hun soldaten zijn zo sterk en zo gemeen. Zullen de Israëlieten dan allemaal sterven in de woestijn? Wat is de weg naar het beloofde land gevaarlijk! dia 6 – gebroken hart En weet je, wij zijn ook op reis naar een beloofd land. Nee, we wonen niet in een tentenkamp. Maar God heeft wel gezegd dat we bij hem horen en dat we bij hem mogen wonen. Maar de weg er naartoe is gevaarlijk, net als de woestijn. Onze vijand is niet Amalek, maar de duivel. Hij wil niet dat je van Jezus houdt. Onze reis is ook gevaarlijk. Soms gebeuren er hele moeilijke dingen. Bijvoorbeeld als je opa of oma dood gaat. Dan ben je heel verdrietig. En de duivel hoopt dat je God de schuld geeft. Hij wil ook graag dat je verkeerde dingen doet. Bijvoorbeeld als iemand uit jouw klas gepest wordt, dat jij dan mee gaat doen met pesten. Terwijl God dat niet wil.
2. Geloven doe je samen dia 7 – verzamelen We gaan terug naar het tentenkamp. Iedereen is in rep en roer. De schrik zit er goed in. Naast ons is een jongetje bij zijn moeder op schoot gekropen: ‘mama, ik ben bang, ik wil niet dood.’ Z’n moeder probeert hem te troosten, maar ze is zelf ook bang. ‘Iedereen verzamelen in het midden van het kamp!’ wordt er rondgeschreeuwd. Nou ja, dat doen we dan maar. Als we daar zijn, zien we Mozes staan. ‘Gelukkig’, zegt iemand, ‘Mozes weet vast wat we moeten doen.’ En inderdaad, Mozes spreekt de mensen toe: ‘er is geen tijd te verliezen. Jozua zal met onze soldaten tegen de Amalekieten vechten. De rest moet hier blijven, dicht bij elkaar. En vergeet niet: God zal ons helpen!’ dia 8 – leger Jozua We zien de soldaten achter Jozua aan lopen. Zij gaan vechten voor het volk. Gelukkig zijn er soldaten die ons beschermen. Zonder die soldaten zouden we nooit in het beloofde land komen. dia 9 – gevecht Het blijft een tijd stil. En dan opeens horen we in de verte toeters en trommels. Het gevecht is begonnen. Al snel worden de eerste gewonde soldaten naar ons toegebracht. Vrouwen doen verband over de wonden en kinderen brengen water naar de gewonden. Maar waar is Mozes eigenlijk gebleven? O, wacht, hij staat daar op de berg. Maar wat doet hij daar toch? Kom, laten we eens bij Mozes gaan kijken! dia 10 – armen omhoog We rennen de berg op en komen bij Mozes. In zijn hand heeft hij zijn staf en zijn armen houdt hij in de lucht. Hij kijkt omhoog, naar de hemel. Het is alsof hij met zijn lichaam zegt: ‘God, u moet ons helpen, want het lukt ons niet alleen.’ Vanaf hier kun je heel goed zien hoe het gevecht gaat.
Jozua en de soldaten uit het kamp zijn duidelijk de sterksten. Maar als Mozes zijn armen laat zakken, worden de Amalekieten opeens sterker. ‘Mozes, houd je armen omhoog’, schreeuwen we. dia 11 – hulp Gelukkig zijn er nog twee mannen bij Mozes, Aäron en Chur. Als het voor Mozes te zwaar wordt, helpen zij hem. Ze duwen zijn armen omhoog, zodat Mozes zijn armen naar God blijft uitstrekken. Ze helpen Mozes, zodat hij op God gericht blijft. En zo heeft iedereen een rol in de strijd tegen Amalek. Vechten doe je samen! dia 12 – kring Vechten tegen de duivel doe je ook samen. Jezus heeft ons aan elkaar gegeven, om elkaar te helpen op weg naar het beloofde land. Om te zorgen voor elkaars geloof. Bijvoorbeeld als iemand het moeilijk heeft, omdat zijn opa is overleden. Vraag dan gewoon hoe het gaat, en of hij misschien iets over zijn opa wil vertellen. En dan kun je luisteren en voor elkaar bidden. Je kunt elkaar ook helpen om bijvoorbeeld niet te pesten. Pesten begint vaak met een grapje, maar wordt steeds gemener. Help elkaar om dat niet te doen! Straks, als deze dienst bijna is afgelopen, gaan we een zegenlied zingen voor elkaar. Dan geven we elkaar de zegen van God. Daarmee zorg je ook voor elkaars geloof. En voor de grote mensen: zorgen voor elkaars geloof, dat gaat veel dieper dan iemand vragen hoe het gaat. Volgens mij zijn we daar helemaal niet zo goed in. Dat je aan iemand vraagt: hoe gaat het met je geloof? Of dat je zelfs elkaar je zonden belijdt. Maar dat is wel een opdracht van Jezus! De duivel wil maar al te graag dat je voor je eigen geloof zorgt, en wat vindt hij het fijn als jij de enige bent die van je zonde af weet. Dan maak je het hem wel erg makkelijk. Geloven doe je samen, en daarin mogen we, nee, moeten we veel verder gaan dan we gewend zijn. 3. Het is de moeite waard dia 13 – gewonnen Met de hulp van Aäron en Chur houdt Mozes zijn armen in de lucht.
En het werkt! Jozua en zijn mannen dringen de Amalekieten steeds verder terug. Aan het einde van de dag is duidelijk: Israël heeft gewonnen, hoera! En als de laatste Amalekiet verdwenen is, laat Mozes zijn armen zakken. Nu zijn we wel benieuwd, wat is er eigenlijk gebeurd? Zullen we het aan Mozes zelf vragen? We durven niet zo goed, maar Mozes heeft ons al gezien. Hij wenkt ons naar zich toe. ‘Begrijpen jullie waarom we gewonnen hebben?’ vraagt hij. ‘Het heeft met uw armen te maken, denken we.’ Mozes moet lachen. ‘Ja, dat heb je goed gezien, maar het ging niet om mijn armen. God heeft ervoor gezorgd dat we hebben gewonnen. Mijn armen wezen naar God, om te laten zien dat alleen God ons kon laten winnen. En dat vond ik soms moeilijk, ik zag het ook even niet meer zitten, maar deze mannen’, en Mozes wijst naar Aäron en Chur, ‘hebben me erbij geholpen.’ dia 14 – feest ‘Dus het ging erom dat we op God vertrouwden voor de overwinning?’ vragen we. ‘Precies,’ zegt Mozes, ‘God wil dat we op hem vertrouwen, en gelukkig werd ik daarbij geholpen. Kom, we gaan naar beneden, dan gaan we een feest vieren. En we bouwen een altaar, om God te bedanken.’ dia 15 – samen geloven Wij zijn op reis naar het beloofde land. Onderweg zijn allerlei gevaren. Jezus zelf vecht voor ons, zoals Jozua voor Israël vocht. Als je op hem vertrouwt, dan maakt dat alle verschil. Dan is de reis misschien wel zwaar, maar Jezus brengt je op je bestemming. Als we elkaar helpen om op Jezus te vertrouwen, dan komen we samen verder. Als we voor elkaars geloof zorgen, is dat echt de moeite waard. Komen we steeds dichter bij het beloofde land. Dus probeer niet alleen te geloven, wees niet zo dom, maar zorg goed voor elkaars geloof! Wees tot zegen voor elkaar, dan kunnen we de reis volhouden. Amen.
Romeinen 5:6 - Feest van genade! Deel 3 van het gemeenteproject ‘Feest van Genade’. ‘Genade’ is voor christenen een bekend woord. Maar zitten er geen addertjes onder het gras? Durf je Gods genade wel te vertrouwen? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: Psalm 32 : 1 en 2 Stil gebed Votum en groet Zingen: ‘Ik ben’ (Sela) : 1, 2, 3 en 6 (refrein na 2, 3 en 6) Gebed Kinderen naar club Lezen: Romeinen 5 : 1 – 11 Zingen: GKB Gezang 140 : 2 en 3 Preek over Romeinen 5 : 6 Zingen: Psalm 103 : 1, 3 en 4 Kinderen terug Kinderlied Lezen wet Zingen: Opwekking 428 Gebed Collecte Zingen: Psalm 145 : 1 en 3 Zegen
Feest van genade! Inleiding dia 1 – adder Afgelopen week stond een zwaar onderwerp centraal: zonde. Gelukkig gaan we deze week verder met genade. Dat lijkt mij een verademing, of… Genade is iets prachtigs, dat je iets krijgt zonder dat je het verdient, maar meestal vertrouwen we het niet! ‘Er zal vast een addertje onder het gras zitten.’ Het is ook logisch dat wij zo denken,
dat krijgen we al heel jong aangeleerd. In onze wereld gaan we helemaal niet zo genadig met elkaar om. En daar kun je maar beter rekening mee houden. Als iets te mooi lijkt om waar te kunnen zijn, dan is dat het meestal ook… dia 2 – hotel Soms kun je ergens heel goedkoop een hotelovernachting boeken. Voor maar 10 euro per persoon kun je overnachten in een hotel met uitzicht op de zee. Dat is een koopje toch? En je krijgt er veel voor terug. Je bent even lekker weg van huis, hoeft eens niet te koken, kunt een heerlijke avondwandeling maken over het strand, en met een beetje geluk zie je zelfs de zon ondergaan. Míj lijkt dat in ieder geval wel wat! Totdat je geboekt hebt… Eerst blijkt dat je naast die 10 euro per persoon ook 20 euro administratiekosten moet betalen. Nou ja, toe maar, het blijft niet duur. O, en dan moet je ook nog betalen voor het bedlinnen, weer 5 euro per persoon. En houd die portemonnee nog maar even open, want voor het verplichte ontbijt mag je ook 10 euro betalen. En het diner natuurlijk: 30 euro. Hebben we het dan gehad? Nee, de toeristenbelasting wordt ook apart verrekend, en als je helemaal pech hebt moet je ook nog schoonmaakkosten betalen. Dat goedkope hotel heeft dus heel wat addertjes onder het gras. En als je dat één keer hebt meegemaakt, houd je er voortaan wel rekening mee. dia 3 – bloemen We vertrouwen het niet zo als iets te mooi lijkt. Als je op straat een bos bloemen in je handen krijgt gedrukt door iemand die zegt: ‘ik heb vandaag zin om bloemen weg te geven, alsjeblieft’, dan denk je al snel ‘wat zou die toch van me willen?’ Zelf doen we er ook aan mee. Als je iemand op een feestje uitnodigt, verwacht je dat je ook eens terug wordt uitgenodigd. En als iemand jou op je verjaardag een duur cadeau geeft, voel je je verplicht om ook een duur cadeau terug te geven. We zijn niet zo goed in genade… dia 4 – feest van genade Het klinkt mooi, dat God genade met mensen heeft,
maar wat zijn de addertjes onder het gras? Of… zou dat bij God toch anders zijn? Daarover schrijft Paulus in Romeinen 5. Over dat er bij God geen addertjes onder het gras zijn, dat genade echt genade is. En daarom is het met recht een feest van genade. 1. Hulpeloze mensen dia 5 – hulpeloze mensen Gods genade kunnen we goed gebruiken. Dat benadrukt Paulus in dit gedeelte keer op keer: ‘wij waren hulpeloos,’ ‘wij waren schuldig,’ ‘wij waren zondaars,’ ‘wij waren Gods vijanden.’ dia 6 – ik wil niet hulpeloos zijn Ik weet niet of je zo tegen jezelf aankijkt. Ik moet wel even slikken: ‘hulpeloos? Gods vijand?’ Ik denk liever wat positiever over mijzelf. Maar vorige week hebben we het al uitgebreid over ‘zonde’ gehad. Zonde is niet alleen het overtreden van een aantal regels, zonde is ook God op afstand houden en jezelf belangrijker maken dan hem. En dan snap ik Paulus wel. Toch is het moeilijk te accepteren. Ik wil niet hulpeloos zijn! Ik wil dat als God naar me kijkt, hij trots op mij kan zijn! Ik wil wat moois van mijn leven maken. Er is werk aan de winkel. dia 7 – proberen jezelf te verbeteren Als je hoort dat je iets niet goed doet, wil je het graag verbeteren. Ik heb een keer in de zomervakantie een baantje als krantenbezorger gehad. Om 5 uur m’n bed uit en met een slaperige kop kranten bezorgen… En als je de krant ergens vergeten was, kreeg je dat de volgende dag te horen. Dat is bij mij gelukkig maar een keer gebeurd, maar ik voelde me toen wel heel erg tekortschieten. De volgende weken heb ik er steeds extra goed op gelet dat ik bij dat huis wel een krant door de brievenbus deed. Van je fouten moet je leren. Met zonde willen we dat ook het liefst. Als je verslaafd bent aan computerspelletjes, en je weet dat het niet goed is, dan wil je er graag mee stoppen.
Als je van jezelf weet dat je anderen makkelijk beledigt omdat je zonder na te denken alles eruit floept, dan wil je graag jezelf wat meer inhouden. Als je baalt dat je leven met God een puinhoop is, omdat je gewoon niet aan hem toekomt, dan wil je het graag beter doen. dia 8 – ik kan het niet alleen Maar steeds loop je er tegenaan: het lukt niet! We kunnen wel beter ons best doen, maar sommige problemen zijn gewoon te groot. Wat maken we een puinhoop van ons leven, want zonde maakt alles kapot. We kunnen elkaar niet meer vertrouwen. En wat kun je soms boos zijn op jezelf: ‘waarom heb ik niet wat vriendelijker gedaan?’ Van buiten lijkt het alsof we heel wat zijn, maar wat zijn we hulpeloos en kwetsbaar. 2. Feest van genade dia 9 – feest van genade En dan zijn de woorden van Paulus echt een feest. Hij zegt dat Jezus voor zulke hulpeloze mensen gestorven is. God ziet hoe mislukt en hulpeloos wij zijn. Maar hij trekt zich niet van ons terug! Jezus komt om te doen wat wij zelf niet kunnen: het weer goed maken met God. En dat heeft Jezus gedaan: we waren hulpeloos en vijand van God, maar nu niet meer! Paulus zegt: we zijn al met God verzoend. dia 10 – Gods liefde hangt niet van jou af Wat een ruimte geeft dat! Ik hoef mijzelf voor God niet te bewijzen. Ik hoef niet mijn best te doen zodat God trots op mij kan zijn. Ik hoef voor God geen dingen te verzwijgen omdat ze lelijk zijn. God weet precies wie je bent. Weet precies hoe je hem probeert te ontlopen. En hij laat zich niet door jou tegenhouden. Gods liefde hangt niet van jou af. Je kunt Gods liefde niet op een of andere manier verdienen. Je kunt die liefde alleen maar ontvangen. dia 11 – voor God hoef je je niet te verstoppen Wat je ook doet, God zegt bij voorbaat al dat hij je wil vergeven. Daarom hoef je bij hem geen mooi weer te spelen, maar kun je al het lelijke en slechte in je leven bij hem neerleggen.
Bij de Amerikaanse schrijver Miroslav Volf kwam ik daarover een prachtig verhaal tegen dat ik graag met jullie wil delen. Het gaat over Esther. De moeder van Esther was verslaafd aan alcohol, en toen Esther 9 jaar was, heeft ze haar gezin in de steek gelaten. Als Esther ergens in de 20 is, besluit ze haar moeder op te zoeken. Ze vraagt haar moeder om vergeving, omdat ze nooit meer contact met haar moeder heeft opgenomen. En haar moeder vergeeft haar. Je zou verwachten dat de rollen nu ook omgedraaid worden: dat Esthers moeder om vergeving vraagt, dat ze er als moeder niet geweest is dat ze haar dochter in de steek heeft gelaten. Maar ze doet het niet. Het blijft een tijd stil. Tot Esther zegt: ‘mama, je hebt me in de steek gelaten, maar ik vergeef je.’ Pas toen ze dat gezegd had, durfde haar moeder haar schuld onder ogen zien. Pas toen durfde ze om vergeving te vragen. Esther laat iets over God zien. God zegt ook: ‘ik weet wat je gedaan hebt, je hebt me gekwetst, maar ik vergeef je, ik houd van je, en er staat niets meer tussen ons in.’ Wat een opluchting is dat: ik hoef niet bang te zijn voor God, ik hoef me niet voor hem te verstoppen. dia 12 – Jezus ruilt met je Dat betekent trouwens niet dat God zegt: ‘ach, weet je, het valt allemaal wel mee, zand erover.’ God neemt zonde serieus. Zo serieus dat Jezus ervoor is gestorven. Hij wil met je ruilen. Hij de dood, en wij het leven. Hij Gods toorn, en wij zijn liefde. Dat is pas een feest van genade! 3. Ook voor mij? dia 13 – ook voor mij? Maar wacht even, zitten hier geen addertjes onder het gras? Dit is toch te mooi om waar te zijn? Voor 10 euro krijg je geen compleet verzorgd arrangement in een hotel aan zee, zo makkelijk kan Gods liefde toch niet zijn? Wat staat er tegenover, wat wil hij nu van mij? En als ik nu steeds dezelfde fout blijf maken? Als ik God en mijzelf blijf teleurstellen? Is die genade wel voor mij?
dia 14 – vrouwe justitia We zijn niet aan genade gewend. De genade die God geeft, is zo groot, die vind je nergens in deze wereld. Als een gevangene een bepaald deel van zijn straf heeft uitgezeten, wordt hij vaak vrijgelaten. Dat zou je als genade kunnen zien. Maar daar horen wel wat voorwaarden bij! Hij mag bijvoorbeeld niet in de buurt komen van de plaats waar hij zijn misdrijf heeft gepleegd. En wordt hij in zijn proeftijd weer opgepakt, dan krijgt hij een extra zware straf. dia 15 – genade als herkansing? Zo kijken we ook vaak tegen Gods genade aan. Ik betrap mijzelf daar in ieder geval wel op. Dat genade betekent dat je een nieuwe kans krijgt, maar dat je die kans niet moet verprutsen. Dat je moet bewijzen dat je ervan hebt geleerd. Want Gods genade moet wel grenzen hebben. dia 16 – voor God ben je al geen zondaar meer! Niet dus! Gods genade heeft geen grenzen. Bij God kun je niet te slecht zijn. Paulus zegt dat Jezus voor je is gestorven toen je nog zondaar was. Wat een wonder is dat! En Paulus maakt dat nog extra duidelijk door te zeggen dat maar weinig mensen bereid zijn voor een ander te sterven, maar dat Jezus zelfs voor zijn vijanden is gestorven. Zo ver is God gegaan, en daardoor zijn we al vrijgesproken, zijn we al met God verzoend. We waren zondaar, maar als God naar je kijkt, ziet hij geen zondaar meer, hij ziet Jezus. En Paulus gaat nog verder: ‘als God al zo ver is gegaan, als het goed is tussen hem en jou, dan is helemaal zeker dat God ook verder gaat. God maakt af waar hij mee begonnen is.’ Soms kan ik dat moeilijk geloven. Wat mij dan helpt, is de gedachte dat God een Vader is. Ik ben zelf ook vader, en ik houd van mijn kinderen. En wat ze ook allemaal zullen uitspoken, ik zal van ze blijven houden. Ze gaan vast kattekwaad uithalen waar ik stiekem om moet lachen. Ze zullen me misschien ook kwetsen.
Maar dat verandert niets aan dat ik van ze houd. Zo is het met Gods liefde ook: die is niet afhankelijk van wat jij doet. dia 17 – geloof: accepteer Gods genade Is er dan niets wat we voor Gods genade moeten doen? In ieder geval niet iets om het te verdienen. Paulus zegt nog wel: ‘op grond van ons geloof’. Is dat dan toch nog het addertje onder het gras? Paulus bedoelt niet dat je wel vroom genoeg moet zijn. Waar het om gaat, is dat je Gods liefde accepteert. Dat je zegt: ‘ja God, ik ben hulpeloos, ik heb uw genade nodig!’ En ik geloof dat God zelfs met dat geloof helpt. 4. Leef uit genade! dia 18 – leef uit genade Gods genade is prachtig. Prachtig om over te horen, prachtig om over te zingen, maar nog prachtiger om uit te leven. Want als je genade leert kennen, wordt je er ook een ander mens van. dia 19 – leven in een prestatiecultuur In onze wereld zijn prestaties heel belangrijk: we leven in een prestatiecultuur. Je hoort erbij, je bent iemand, als je wat gepresteerd hebt. Als je je opleiding met mooie cijfers haalt, als je je omhoog werkt in je bedrijf, als mensen je naam kennen uit het nieuws. Op school gebeurt het wel eens dat docenten voorlezen welke cijfers op een toets zijn gehaald. Je kunt jezelf dan vergelijken met anderen, en trots zijn met je cijfer, of juist niet. Sommige bedrijven houden scores bij van wat hun werknemers doen en publiceren dat op een informatiebord. Je ziet direct of je harder werkt dan je collega’s. Wie je bent, hang af van wat je doet. dia 20 – voor God hoef je jezelf niet te bewijzen Ik wordt daar heel moe van, altijd moeten presteren. En dan is genade prachtig! Voor God hoef je jezelf niet te bewijzen. God houdt al lang van je! Je hoeft je geen zorgen te maken over hoe God naar je kijkt. Je bent een vergeven zondaar, een geliefd kind. Je bent niet iemand om wat je doet, maar om Jezus. Paulus heeft het over Gods liefde in je hart:
dat geeft rust, vertrouwen en hoop. dia 21 – je doet ertoe omdat Jezus zijn leven gaf En dat maakt ook uit voor het ‘gewone’ leven. Ja, je moet soms hard werken, en soms komt er veel tegelijk op je af. Maar wat geeft het een ruimte als het daar niet meer vanaf hangt of jij iemand bent, of jij ertoe doet. Je doet ertoe omdat God van je houdt. Niet omdat je mooie cijfers haalt. Niet omdat je promotie kunt maken. Niet omdat je zo’n geweldige moeder bent. Niet omdat je tuin zo keurig verzorgd is. Niet omdat je zo vrijgevig bent. Maar omdat Jezus zijn leven voor je heeft gegeven. Genade maakt je vrij! In Romeinen 8 schrijft Paulus: ‘Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van on allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons. (…) Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen nog machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer. Genade is prachtig. Reden voor groot feest. Vier dat je vrij bent! Amen.
Matteüs 9:13 - Zonde, de grootste vijand Tweede preek in gemeenteproject ‘Feest van Genade’. We horen niet graag dat we zondig zijn. We denken van onszelf vaak dat het best meevalt. Is dat zo: zijn fatsoenlijke mensen niet zo zondig?
Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: LvK Lied 457 : 1, 3 en 4 Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 580 Lezen wet Zingen: GKB Gezang 155 : 1, 2 en 3 Gebed Kinderen naar club Lezen: Matteüs 9 : 9 – 13 en Hosea 6 : 4 – 11 Zingen: Psalm 130 : 1 en 2 Preek over Matteüs 9 : 13 Zingen: Psalm 51 : 1, 2 en 5 Kinderen terug Kinderlied Gebed Collecte Zingen: ‘Ik ben’ (Sela) : 3, 4 en 6 (na elk couplet het refrein) Zegen
Zonde, de grootste vijand Inleiding dia 1 – help mijn man is klusser Het gaat vanmorgen toch al over zonde, dus dan kan ik ook best met een schuldbelijdenis beginnen. Komt ‘ie: Hanneke en ik kijken regelmatig ‘help, mijn man is klusser.’ Eerst omdat het toevallig op de tv was, maar inmiddels hebben we ook ontdekt dat oude uitzendingen op internet te bekijken zijn. We genieten volop van andermans ellende. Zijn er nog meer mensen die zich hieraan schuldig maken? Een vinger opsteken is genoeg… dia 2 – bouwval Voor de mensen die het programma niet kennen: de naam van het programma dekt de inhoud niet helemaal. Ze hadden het beter ‘help, mijn man vergeet te klussen’ kunnen noemen. Elke aflevering bezoekt presentator John Williams een bouwval. De vrouw des huizes vertelt hoe manlief al jaren verbetering belooft, maar dat ze er nu echt klaar mee is en in een echt huis wil wonen. De kijker wordt meegenomen door het huis heen, en je verwondert je hoe mensen in zo’n huis kunnen wonen:
geen verwarming, kale betonnen vloeren, slapen op een bank in de garage, enzovoort. Vervolgens zoekt John Williams manlief op. En nu komt het: die is zich meestal van geen kwaad bewust! Vaak bezoekt John hem op zijn werk, en doet alsof hij iemand zoekt die hem kan helpen bij een klus. De man van wie het huis een puinhoop is, wil best helpen, hij zegt dat hij best aardig kan klussen. Als John vervolgens naar zijn eigen huis vraagt, zegt hij meestal dat er nog wel wat dingetjes moeten gebeuren, maar dat het echt wel meevalt. Er is heel wat voor nodig om hem ervan te overtuigen dat het zo niet langer kan. dia 3 – klusteam Thuis volgt dan de confrontatie tussen man en vrouw, en hij gaat er schoorvoetend mee akkoord dat hij een week lang gaat klussen onder begeleiding van drie professionals. Pas later in de week, na een stevig gesprek met John, komt hij erachter dat het niet ‘wel meevalt’. Vaak komt er dan uit dat hij te trots is om hulp te vragen, en dat zijn trots belangrijker is dan zijn vrouw die in een puinhoop moet leven. dia 4 – zonde, de grootste vijand Die neiging om te relativeren, om te zeggen dat het allemaal wel meevalt en dat we geen hulp nodig hebben, die neiging zit heel diep in ons. We praten onszelf graag goed. Dat maakt het onderwerp van deze week, zonde, zo ontzettend lastig. Want zonde, dat valt niet mee, dat is niet goed te praten, zonde is onze grootste vijand! 1. Het valt wel mee dia 5 – het valt wel mee ‘Het valt wel mee’, volgens mij denken we dat vaak over hoe zondig wij zijn. Natuurlijk ben je niet perfect, doe je ook heus wel eens wat verkeerd, maar door en door zondig?! Kom op zeg! Ik ben een fatsoenlijk persoon, probeer zo goed mogelijk volgens Gods regels te leven, laat wel eens een steekje vallen, maar al met al val ik best mee. dia 6 – Farizeeën nemen Gods regels serieus Ook in Matteüs 9 komen we mensen tegen die er zo over denken. Het zijn de Farizeeën. En voordat je denkt: ‘ho, wacht even, noem je mij nu een Farizeeër?!’
in die tijd stonden Farizeeën goed bekend. Farizeeën zijn keurige mensen, op hen is weinig aan te merken. Ze houden zich aan Gods regels, en ze lopen de kantjes er niet vanaf. En er wordt wel eens gedacht dat Farizeeën alleen maar met zichzelf bezig waren, maar dat is heus niet zo. Ze hadden oog voor de armen in hun omgeving, precies zoals God het ook heeft opgedragen. Als je hun eeuwige gediscussieer voor lief neemt, zou ik me bij de Farizeeën best thuis kunnen voelen. dia 7 – zondaars, die doen dat toch juist niet? Vandaag zijn de Farizeeën kritisch op Jezus, en dat zijn ze wel vaker. Volgens hen neemt Jezus Gods geboden niet serieus. Jezus gaat eten met zondaars. Jezus zit aan een tafel met bijvoorbeeld tollenaars. Tollenaars staan niet goed bekend: ze zijn geldzuchtig, proberen iedereen af te persen, en trekken zich niets aan van Gods geboden over een eerlijke omgang met geld. De wetten voor de maaltijden, wanneer een maaltijd rein is enzo, die zullen die tollenaars en andere zondaars ook wel aan hun laars lappen. De maaltijd is dus onrein, en Jezus eet gewoon mee?! Dat is dus onbestaanbaar! De Farizeeën weten wel wie zondig zijn: de mensen die een loopje nemen met Gods wetten. Je weet wel, die mensen die zich tot diep in de nacht bezatten in het café, die mensen die met iedereen seks hebben en die mensen die anderen afzetten om rijk te worden. De Farizeeën hebben trouwens gelijk: dat zijn inderdaad zondaars. Maar van zichzelf vinden ze het wel meevallen. dia 8 – maar met mij valt het wel mee We horen niet graag dat we zondig zijn. Stel bijvoorbeeld dat je 5 minuten te laat op een afspraak bent. En degene met wie je de afspraak hebt, zegt tegen je: ‘ik vergeef het je’, wat denk je dan? Volgens mij denk je ‘vergeven, hoezo, ik ben maar 5 minuten te laat, zo erg is dat toch niet?’ Want je zult toch maar een zondaar zijn… En natuurlijk weet je altijd verzachtende omstandigheden: de brug stond open, het was druk op de weg, enzovoort. Zonde? Welnee, het valt wel mee. 2. Alleen zondaars hebben Jezus nodig dia 9 – alleen zondaars hebben Jezus nodig Jezus hoort het verhaal van de Farizeeën aan, en hij heeft hen door.
De Farizeeën voelen zich beter dan de zondaars. Jezus gaat daar niet rechtstreeks tegenin, hij gaat niet in discussie. Hij zet hen wel aan het denken: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, zieken wel. Ik ben niet gekomen voor rechtvaardigen, maar voor zondaars.’ Anders gezegd: alleen zondaars hebben Jezus nodig. dia 10 – Jezus kan niets doen voor mensen die zichzelf goed vinden Jezus bedoelt niet dat de Farizeeën gelijk hebben. Hij zegt niet: ‘zondaars hebben mij nodig, maar jullie, jullie redden het wel zonder mij.’ Jezus is niet voor een bepaalde groep slechte mensen gekomen, voor tollenaars, hoerenlopers, oplichters, enzovoort, nee, Jezus is voor iedereen gekomen, wil graag iedereen redden. Maar dan loopt hij aan tegen eigenwijze mensen die zichzelf zo goed en rechtvaardig voelen, dat ze niet geholpen willen worden. Mensen met zo’n groot vertrouwen in hun eigen goedheid, dat ze Jezus voorbij lopen, of zelfs kritiek op hem hebben omdat Jezus niet aan hun maatstaven voldoet. Voor zulke mensen kan Jezus niets doen. dia 11 – Jezus komt voor mensen die erkennen dat ze hem nodig hebben Denk je dat het met jou wel meevalt? Dat je er wel vanuit gaat dat iedereen zondig is, dat krijg je in de kerk namelijk erin gestampt, maar dat jij zelf het er best aardig vanaf brengt? Jezus gaat niet tegen je in. Hij zegt wel: ‘oke, dan heb je mij dus niet nodig, dan scheiden onze wegen.’ Als je vindt dat het met jou best meevalt, is de genade van Jezus niet voor jou. Als ik niet door en door zondig ben, dan heb ik Jezus helemaal niet nodig. Dan is het maar onzin dat Jezus voor mij aan het kruis is gestorven. En ik hoop dat je aanvoelt wat een grote belediging dat is aan het adres van Jezus. Je zegt dan: ‘Jezus, uw liefde is mooi, dat kruis is inspirerend, maar voor mij had u het niet hoeven doen hoor.’ Dan antwoordt Jezus: ‘ik heb het ook niet voor jou gedaan.’ Christenen zijn niet beter dan andere mensen. Christenen zijn mensen die zeggen: ‘Jezus, ik heb u nodig. Het doet mij pijn om het te zeggen, maar ik ben nog zondiger dan ik had gedacht. Wat hebt u een hoge prijs voor mij moeten betalen. Dank u wel!’ 3. Wat is mijn zonde dan? dia 12 – wat is mijn zonde dan?
Maakt Jezus zich er niet wat makkelijk vanaf? Want er is toch ook gewoon een verschil tussen Farizeeën en tollenaars? Als je je keurig aan Gods regels houdt, als je vriendelijk bent naar de mensen om je heen, als je regelmatig geld aan een goed doel geeft, wat ís mijn zonde dan? Kan Jezus dan niet gewoon vertellen waarom ik hem ook nodig heb? dia 13 – zonde is geen kwestie van regels maar van liefde Ja, dat kan Jezus. Hij doet het ook, al is het met een omweg. Hij geeft de Farizeeën huiswerk mee. Jezus zegt: jullie zouden eens moeten lezen in Hosea 6, overdenk de woorden maar eens goed: ‘barmhartigheid wil ik, geen offers.’ Want Jezus wil hen niet voorkauwen wat hun zonde is, hij wil dat ze het zelf ontdekken. Hosea schrijft: ‘met God vertrouwd zijn is meer waard dan enig offer.’ Daar zit het probleem van de Farizeeën. Volgens de Farizeeën is zonde een kwestie van de regels overtreden. Zij weten alles over Gods regels, bijvoorbeeld de regels over de offers, ze houden zich ook aan die regels, ‘en dus’, denken ze, ‘valt het met ons wel mee.’ Maar zonde is geen kwestie van wel of niet de regels houden! Zonde is God niet liefhebben boven alles. Zonde is geen hartstocht voor God hebben. Zonde is God op afstand houden, zoals de Farizeeën doen met hun regels. Zonde is persoonlijk. dia 14 – klok Neem bijvoorbeeld dat programma ‘help, mijn man is klusser.’ Dat het huis een bouwval is, dat is niet het echte probleem. Het echte probleem is persoonlijk. De man heeft het niet voor zijn vrouw over het huis af te maken, omdat hij het zelf niet zo belangrijk vindt, of omdat hij te trots is om hulp in te schakelen. Of dat andere voorbeeld dat ik noemde, dat je ergens 5 minuten te laat bent. Als je daar vanuit regels naar kijkt, dan valt het inderdaad best mee. Maar het probleem is ook hier persoonlijk. Ik vind mijn vrijheid zo belangrijk, dat anderen maar op mij moeten wachten. Mijn vrijheid is dan belangrijker dan God. dia 15 – zonde is als Gods liefde niet voorop staat En dat wil God niet, dat er dingen tussen jou en hem instaan.
Dat er dingen zijn waarvan jij zegt: ‘God, dat vind ik even belangrijker dan u, maar dat vindt u niet erg toch?’ Nou ja, zo zeg je het natuurlijk niet, maar zo doen we het wel. Zonde is niet perse dat je verkeerde dingen doet, het is ook dat je goede dingen belangrijker maakt dan God. Dat het niet genoeg voor je is dat God van je houdt, en je pas gelukkig kunt zijn als ook je vrienden je waarderen. Zonde is dat je jezelf belangrijker maakt dan God. dia 16 – zonde is overspel En dat valt niet mee. God gebruikt daar een heel ander woord voor: overspel. Zonde is vreemdgaan van God. En dat is heel zwart/wit: je kunt het er niet ‘wel aardig’ vanaf brengen. God staat helemaal bovenaan, God is alles voor je, of je gaat vreemd. De Farizeeën gaan vreemd: als we ons nou netjes aan alle regels houden, kunnen we tevreden zijn met onszelf, en hebben we Gods liefde helemaal niet meer nodig. Alles wat je doet waardoor God zijn liefde niet aan je kwijt kan, is zonde. 4. Wees een zondaar! dia 17 – wees een zondaar Jezus is niet gekomen voor mensen die denken dat ze het er best aardig vanaf brengen, Jezus is gekomen voor zondaars. Alleen aan hen kan hij zijn liefde kwijt. Dus wees een zondaar! Dat klinkt natuurlijk een beetje vreemd, helemaal in de kerk, ‘wees een zondaar…’ Ik zeg het expres op deze manier. Volgens Jezus kun je bij twee groepen horen: de rechtvaardigen en de zondaars. De rechtvaardigen vinden dat het met hun zonde wel meevalt. Jezus zegt: je bent een zondaar, zie jezelf dan ook als een zondaar. Want hoe je jezelf ziet is belangrijk. Als je Jezus op afstand houdt, omdat je vindt dat je hem niet nodig hebt, dan kun je de liefde van Jezus niet ontvangen. Dus wees een zondaar. dia 18 – leer je zonde kennen Dat begint met dat je je eigen zonde herkent. Leer je zonde kennen. Er wordt wel eens gedacht dat je dan eerst heel diep in jezelf moet graven, dat je jezelf heel schuldig moet gaan voelen om je zonde, maar dat er gelukkig een oplossing is: Jezus wil je vergeven. Eerst moet je een hekel aan jezelf krijgen, pas dan kan God van je houden. En als mensen tot geloof willen komen, moet je ze eerst het probleem aanpraten, en daarna kun je over Jezus vertellen.
De waarheid is anders. God houdt van je, zoveel dat hij alles voor je over heeft. Jezus geeft zelfs zijn leven uit liefde voor jou. Jij bent alles voor hem. Hoe meer je daar achter komt, hoe meer je er ook achter komt dat hij niet alles voor jou is. Dat je op allerlei manieren probeert om God niet nodig te hebben. dia 19 – relativeer zonde niet En relativeer je zonde dan niet. Om een of andere reden doen we dat zelfs in de kerk. Dat we van alles zeggen ‘dat is toch logisch’, of ‘dat is toch niet zo erg’. Waarom proberen we onszelf en elkaar aan te praten dat we geen zondaar zijn? Als je bijvoorbeeld geprikkeld reageert, noem dat dan gewoon zonde. We maken het onszelf zo moeilijk als we elke concrete zonde weg relativeren. Waarom heb je Jezus dan nog nodig? dia 20 – verbeter jezelf niet En misschien nog iets schokkends: probeer niet direct jezelf te verbeteren als je weet wat je zonde is. Als het je lukt, kun je er trots op zijn, en daar heb je direct de volgende zonde. Als je een zondaar bent, weet je dat je niets hebt waar God trots op kan zijn. Dat je jezelf niet kunt veranderen. Dat je misschien best wat verder kunt komen in het houden van Gods regels, maar dat je daardoor nog niet meer van God gaat houden. Alleen God zelf kan dat doen, maar dat is het onderwerp voor over twee weken. Voor vandaag: wees een zondaar: weet dat Jezus zijn leven ook voor jou heeft gegeven, accepteer dat dat echt nodig was. Jezus is gekomen om zondaars te roepen. Hij roept jou ook. Mag hij je vergeven? Amen.
Psalm 42:3 - Hartstocht voor God Eerste themapreek bij het Feest van Genade. ‘Hartstocht voor God’, dat klinkt als iets voor mensen
die op de toppen van hun geloof leven, niet voor gewone mensen als jij en ik. Kun je als je weinig van God merkt, toch hartstochtelijk naar hem verlangen? De dichter van Psalm 42 wel: God is voor hem ver weg, en dat maakt een diep verlangen naar God bij hem wakker. Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: Opwekking 462 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 148 : 1 en 2 Gebed Kinderen naar club Lezen: Psalm 42 : 1 – 12 Zingen: Psalm 43 : 3, 4 en 5 Preek over Psalm 42 : 3 Zingen: ‘Ik ben’ (Sela), coupletten 1, 2, 3 en 6, refrein na 2 en 6 Kinderen terug Lezen wet Zingen: LvK Lied 360 : 1 en 2 Avondmaal Lezen formulier 3 Viering Zingen: Psalm 148 : 4 en 5 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 70 : 1, 2 en 3 Zegen
Hartstocht voor God Inleiding dia 1 – slingers Het is feest, kijk maar naar de slingers. Feest omdat God van ons houdt. Die slingers zouden er altijd mogen hangen, maar dan zijn ze niet meer bijzonder. Vanaf vandaag willen we 6 weken feest vieren, het feest van genade. Vieren dat God alles voor ons is. Niet omdat dat alleen deze weken zo is, maar om er opnieuw van onder de indruk te komen. Om onze hartstocht voor God te laten groeien. Hartstocht, dat is het thema voor vanmorgen.
Maar wat is dat? dia 2 – riool Stel je voor, je bent Jean Valjean uit de film ‘les miserables,’ die sommigen hier gisteren hebben gekeken. Je bent in het riool van Parijs beland met een zwaargewonde jongen op je rug. Door alle smerigheid van het riool heen zoek je een weg naar buiten. Als je dan eindelijk buiten bent, waar verlang je dan naar? Nou, iemand? Het lijkt mij niet zo heel moeilijk: je verlangt naar een warme douche. Je voelt je zo smerig, dat je de hele dag onder de douche wilt blijven staan. Je hebt ladingen douchegel nodig om je weer schoon te voelen. Dat is hartstocht: ergens heel sterk naar verlangen. dia 3 – Irak Je bent kind en je woont in Irak. Je bent op de vlucht voor het geweld. Overdag hoor je in de verte de geweren, ’s nachts kun je niet slapen. Je loopt de hele dag, je hebt overal blaren. Waar verlang je dan naar? Ik zou verlangen naar veiligheid, naar een bed. dia 4 – regen Je gaat op de fiets naar school of naar je werk. Vanochtend was het nog lekker weer, maar nu je terugfietst, zit alles tegen. Je hebt harde tegenwind, en het regent aan een stuk door. En dan heb je ook nog geen regenpak bij je. Je komt helemaal verregend thuis. Waar verlang je dan naar? Ik kan wel wat bedenken: een handdoek, droge kleren en een open haard. O, en ook nog een mok warme chocolademelk. dia 5 – hartstocht voor God Verlangen is heel gewoon, er is zo veel om naar te verlangen, iedereen kan verlangen. Verlangen naar eten, naar gezelligheid, naar je bed, enzovoort. Maar kun je zo ook verlangen naar God? Dat is hartstocht voor God. 1. Gebrek aan God dia 6 – wat merk je van God? We gaan naar Psalm 42. Het staat daar vol van hartstocht, van een sterk verlangen naar God.
Zo sterk als een hert verlangt naar stromend water, zo sterk verlangt de dichter naar God. Ik moet bekennen: ik vind dat wel eens moeilijk. Ik ben niet altijd enthousiast voor God. Er gaan dagen voorbij dat ik helemaal niets van hem merk, en het helemaal niets uit lijkt te maken dat God er is. Dagen dat ik bid omdat het een goede gewoonte is, maar niet omdat ik voel: ‘ja, ik wil graag tijd met God’. dia 7 – dieptepunt in relatie met God En daarom ben ik blij dat Psalm 42 langer is dan de eerste zinnen over een diep verlangen naar God. Want als je verder leest, zie je dat de dichter van die Psalm ook zijn problemen heeft. Ja, hij schrijft over zijn verlangen naar God, maar niet omdat hij zo dicht bij God leeft! Hartstocht is niet pas voor als het helemaal goed zit tussen jou en God, je je bij God helemaal op je gemak voelt en je op een hoogtepunt van je geloofsleven zit. In Psalm 42 is het juist andersom: de relatie met God lijkt eerder op een dieptepunt te zitten. Wie Psalm 42 geschreven heeft, daarover weten we bijna niets, behalve dat hij een Korachiet was, een tempelzanger. Zingen voor God, dat was zijn lust en zijn leven. Met heimwee denkt hij eraan terug. Wat is het lang geleden dat hij in een grote menigte meeliep, op weg naar Jeruzalem, dat ze zongen en juichten. Dat waren nog eens tijden! Maar nu is hij ver weg van Jeruzalem. Hij voelt zich eenzaam. Er zijn wel mensen om hem heen, maar ze vragen hem alleen maar: ‘jij gelooft toch in God, nou, waar is die God dan?’ En om eerlijk te zijn: hij vraagt het zichzelf ook af. Hij merkt helemaal niets meer van God. Heeft God hem soms in de steek gelaten? dia 8 – juist in dieptepunt verlangen Psalm 42 is dus geen makkelijke psalm. Niet van: ‘ik ben zo blij met God, hij is echt alles voor mij!’ Het is niet het lied van iemand die God overal in ervaart. Het is het lied van iemand die dorst heeft, iemand die uitdroogt. Het lied van gebrek aan God. Een schreeuw naar boven: ‘Heer, ik sta droog, ik heb u nodig. Heer, ik voel me zo rusteloos. Ik voel me opgejaagd door het leven, ik moet nog zo veel doen,
ik maak me zorgen over van alles. Had ik u maar dichtbij om mij rust te geven.’ 2. Hartstocht voor God dia 9 – hartstocht voor God Hartstocht voor God is niet voor supergelovigen. Juist als je doornat bent, verlang je naar droge kleren. Vaak is het zo dat je ergens naar gaat verlangen als je een tijdje zonder moet doen. Verlangen naar een wasmachine, dat doe je niet zo snel, maar als je een maand zonder wasmachine hebt gedaan, dan weet je weer hoe handig een wasmachine is. Met God is dat ook zo: weinig van God merken kan je juist hartstocht geven voor God. Dat gebeurt in deze psalm. Het bevalt de zanger niets, zonder God. Hij voelt zich bedroefd, onrustig, en hij weet wel waar het aan ligt: hij merkt zo weinig van God. Hij mist God, en dat wakkert zijn verlangen aan. Hij verlangt hartstochtelijk naar God, om dichter bij God te zijn. Zonder God kan hij niet, dat is zijn ontdekking, net zoals een hert niet zonder water kan. dia 10 – gemaakt om met God te leven En dat is niet zomaar. We zijn gemaakt om met God te leven. In het paradijs was dat zo: er stond niets tussen God en mensen in. God, Adam en Eva waren vrienden. Totdat Adam en Eva de vrucht aten, afstand namen van God. Toen begon de ellende. De schaamte, de onrust, de pijn. Zonder God zijn we opgejaagd, want er mist iets. Het leven wordt zwoegen, voor eten en nageslacht. Zonder God zijn we bezig met overleven, het liefst zo aangenaam mogelijk, maar blijft dat onrustig gevoel van binnen. God wil het anders, hij is de levende God. Hij is niet een of andere macht die je leven wat makkelijker kan maken. Hij leeft: hij is een Iemand. Iemand om dichtbij te komen, om, met de woorden van Psalm 42 ‘zijn gelaat te aanschouwen’. Dat betekent dat je God in de ogen kijkt. Prachtige woorden voor een relatie met God. dia 11 – genieten van God: het mooiste dat er is Ik kan me niet voorstellen hoe dat is.
God zelf zien, dat moet het meest indrukwekkende zijn dat bestaat. Je kunt al zo onder de indruk zijn van wat hij gemaakt heeft. De zon die knalrood ondergaat, of de lach van een baby. Als God dat gemaakt heeft, hoe prachtig moet hij zelf dan niet zijn? Hartstocht voor God, dat is verlangen om God te zien, om hem groot te maken en te genieten van wie hij is. Dat is het mooiste wat je kan gebeuren. Het einde van alle onrust binnenin je: dan is alles goed. 3. Waarom bij God? dia 12 – waarom bij God? Ik zei net: ‘weinig merken van God kan je hartstocht voor God geven’. ‘Kan’… dat betekent dat het ook anders kan. Het is niet automatisch zo dat als je weinig van God merkt, je hartstocht voor God krijgt. Als je onrustig en opgejaagd bent, en op zoek bent naar geluk en rust, kun je dat ook ergens anders zoeken. Waarom zou je hartstocht juist voor God hebben? dia 13 – God is mooier dan aardse dingen… Voor de dichter van Psalm 42 is dat helemaal geen vraag, hij weet gewoon dat hij bij God moet zijn. En wat hij er over zegt, dat is zo mooi, dat vind je nergens anders. C.S. Lewis heeft ergens opgeschreven: ‘het probleem is niet dat wij geluk nastreven. Het probleem is dat wij veel te snel tevreden zijn gesteld: met drugs, alcohol, seks, macht. En dat terwijl God ons zoveel meer, zoveel diepers biedt.’ De afgelopen weken zijn we met Prediker bezig geweest, hebben we ook gekeken naar allerlei aardse dingen, en de conclusie was steeds dat ze niet echt gelukkig maken. Het is zo kwetsbaar, en vaak maken ze alleen maar ontevreden. Genieten van God is veel mooier. dia 14 – …en andere godsdiensten Zo mooi vindt je het ook in andere godsdiensten niet. Allah is geen god om van te genieten, maar een god om te gehoorzamen. In oosterse godsdiensten is het hoogste doel opgaan in een eeuwig niets. Rust zul je dan vast hebben, maar je bent geen mens meer. Bij God is dat anders: God laat je mens zijn, hij wil een relatie met je, dat jullie elkaar in de ogen kijken. dia 15 – door verlangen kun je al genieten Nu is het in Psalm 42 natuurlijk wel zo dat de dichter hier wel naar verlangt, maar het niet heeft. Hij is juist ver weg van God, merkt weinig van God.
Je krijgt niet altijd wat je wilt. Je kunt wel willen dat je elke dag een prachtig boeket bloemen van je man krijgt, maar ik denk dat je maar beter realistisch kunt zijn… Is de rust die God geeft meer dan iets wat we graag willen? Met verlangen naar God is iets geks aan de hand: hoe meer je verlangt naar God, hoe dichter je ook bij God komt. Als je echt verlangt naar God, wordt God vanzelf steeds belangrijker voor je, komt God steeds meer in het middelpunt. Alleen al tegen jezelf zeggen dat het om God gaat, kan je helpen om rust te vinden. dia 16 – Jezus: Gods hartstocht voor jou Maar er is meer. Wij hoeven niet alleen naar God te verlangen, hij heeft ook hartstocht voor ons. De grote, prachtige, indrukwekkende God, wil genieten van ons, hij houdt van je. Zo veel, dat Jezus aan het kruis dorst heeft, hij heeft een droge keel, maar ook dorst naar God. God verliet hem, zodat wij nooit door hem verlaten zouden worden. Dat wonder van Gods hartstocht voor ons, vieren we zo aan tafel. Jezus zelf heeft het ook over dorst. In Johannes 4 zegt hij: ‘wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen.’ Als je gelooft in Jezus, als je zijn woorden indrinkt, als je Jezus ziet in zijn volgelingen, dan kun je vandaag al genieten van God. En mag je vertrouwen dat het alleen maar mooier wordt. 4. Richt je op God dia 17 – richt je op God Ik denk dat iedereen het probleem wel kent dat je zo weinig van God merkt. De grote vraag is: wat doe je ermee? Houdt het je bij God vandaan, of geeft het je juist hartstocht voor God? dia 18 – hartstocht is een keuze Hartstocht klinkt een beetje alsof het je moet overkomen. Zoals verliefdheid je overkomt. Je kunt hard proberen verliefd op iemand te worden, maar het lukt niet. Of andersom: je wilt niet verliefd worden, en het gebeurt wel. Bij hartstocht voor God werkt dat anders. Ook als je niet veel van God merkt, kun je ervoor kiezen.
De dichter van Psalm 42 doet dat ook: hij roept zichzelf steeds op ‘vestig je hoop op God’. De vraag is of je gelukkig wilt worden en rust wilt vinden in God of in andere dingen. Dat is een keuze. Ik merk dat als ik me opgejaagd en onrustig voel, ik meestal ook weinig met God bezig ben. Dan zijn er heel veel dingen die mijn aandacht vragen, die belangrijk zijn, en daar wordt ik alleen maar gestrest van. Ik vergeet dan wat echt belangrijk is: God. En dan probeer ik stil te staan, weer te ontdekken dat God hartstocht voor mij heeft, onder de indruk te komen van zijn liefde, die veel belangrijker is dan de onbenullige dingen waar ik me druk om maak. Natuurlijk lukt dat de ene keer beter dan de ander, maar ik merk wel: je op God richten geeft rust. dia 19 – voed je hartstocht Nee, hartstocht voor God kun je niet afdwingen. Maar je kunt het wel voeden. Het gemeenteproject ‘feest van genade’ is zo’n manier van voeden. Ik hoop dat je er in mee wilt doen, om samen weer onder de indruk te komen van God. En vandaag in het bijzonder kun je hartstocht voor God ook voeden door aan de tafel van de Heer te eten en te drinken. God wil je honger en dorst vervullen. Amen.