Januari 2014 Evaluatie ingeleverde schoolbegeleidingsplannen (SBP) 2013-2014 De afgelopen maanden zijn 80% van de SBP binnengekomen. Deze ingeleverde SBP zijn allemaal doorgenomen en middels een inhoudelijke analyse zijn de ondersteuningsvragen van scholen aan AB-ers in kaart gebracht. Daarnaast zijn de SBP reeds meerdere keren benut t.b.v. gesprekken die aangegaan zijn met coördinatoren van diverse samenwerkingsvebanden (SWV), bestuurders en/of IB-ers&directies van verscheidene scholen. De SBP blijken zeer zinvolle informatie te bevatten die de ondersteuningsmogelijkheden en -behoeften van scholen, de gevraagde AB-inzet en daarmee de meerwaarde van AB-ers zichtbaar maken. Ook is de informatie uit de SBP benut om in gesprek te gaan over de inzet van AB-ers in de toekomst, na invoering van passend onderwijs in 2014. Conclusies n.a.v. de analyse SBP regio-doorbroken De ondersteuningsvragen van scholen aan de AB-ers zijn te categoriseren in kindgerichte-, groeps&leerkrachtgerichte- en systeemgerichte ondersteuningsvragen. Vanuit de indicatiefinanciering “leveren” de ambulant begeleiders specifieke expertise bij het ondersteunen van kindgerichte vragen ten behoeve van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. De ambulant begeleider draagt met haar/zijn kennis bij tot het bevorderen van een optimale schoolloopbaan en leerresultaten van leerlingen die door cognitieve, lichamelijke, medische, dan wel sociaal-emotionele problematiek, gedragsmoeilijkheden en/of psychiatrische stoornissen ernstige belemmeringen ondervinden in hun schoolloopbaan. De begeleiding vindt plaats in nauwe samenwerking met IB-er, leerkrachten, ouders, de leerling en indien van toepassing de zorgcoördinator/begeleider van een school waar de leerling naar verwezen wordt. De rol van de ambulant begeleider hierin is divers en kan bestaan uit gerichte observaties, het bieden van individuele begeleidingen (didactisch, dan wel pedagogisch of sociaal emotioneel), het voeren van (kind)gesprekken en het inschakelen van andere bij de AB-dienst betrokken disciplines (bijvoorbeeld ergotherapeut, GZ-psycholoog, Orthopedagoog, maatschappelijk deskundige). De ambulant begeleiders zorgen voor een heldere communicatie en de transfer van informatie tussen alle betrokkenen. Daarnaast worden de ambulant begeleiders gevraagd of zij bij de uitvoering van de plannen de leerkrachten willen ondersteunen, bijvoorbeeld middels co-teaching en/of (participerende) observaties binnen de groep. Welke vorm hier voor gekozen wordt, verschilt sterk per school en/of voorkeur van de leerkracht. Systeemgerichte vragen aan de ambulant begeleiders liggen met name op het vlak van het ondersteunen van de IB-er bij het schrijven van (individuele) handelingsplannen en/of ontwikkelingsperspectieven. Sommige scholen zijn zoekende naar formats en werkbare vormen, andere scholen hebben reeds eigen ontwikkelde formats en/of gebruiken aangereikte formats en vormen vanuit de AB-dienst. Ook worden de ambulant begeleiders regelmatig gevraagd om de kennis binnen schoolteams te vergroten op het gebied van kinderen met gedrags- en/of psychiatrische problemen, ziektebeelden en syndromen en/of cognitief beperkte kinderen. De meerwaarde om hier een ambulant begeleider voor te vragen die binnen de eigen school werkzaam is, is dat hij/zij de voorlichting kan concretiseren met voorbeelden/leerlingen van de school en waar mogelijk tijdens de voorlichting samen kan optrekken met betrokken leerkrachten.
Bijzonderheden per regio Amsterdam West Aantal scholen: 49 Aantal SBP: 29 Uit de analyse van de SBP-en in West blijkt dat meerdere scholen bezocht worden door zowel ABers cluster 3 als AB-ers cluster 4. Er is zichtbaar gestreefd door de AB-ers die dezelfde school bezoeken om zoveel mogelijk gezamenlijk vanuit één SBP afspraken met de scholen vast te leggen. Een aantal keer zelfs wordt expliciet het samen optrekken met andere onderwijs- en/of zorgondersteuners binnen scholen in het SBP verwerkt (cluster 2, Bascule, GG&GD of lgf-begeleiders na gedeeltelijke overheveling gelden). De inzet van AB-ers lijkt verder heel divers en verschillende specifieke expertises van iedere AB-er zijn eruit af te leiden. Naast de specifieke individuele leerlingbegeleidingen (motorisch, sociaal emotioneel en didactisch) met name buiten de klas, wordt er door een aantal AB-ers ingezet op het versterken van leerkrachtvaardigheden middels bijvoorbeeld co-teaching of SVIB. Ook zijn enkele AB-ers binnen West actief bij het geven en organiseren van workshops en trainingen (bijvoorbeeld “social stories” en Mindfulkidstraining) en/of voorlichting (bijvoorbeeld aan ouders over Taakspel). Regelmatig worden de contacten met andere instellingen genoemd (zoals GGGD, VUMC, fysiotherapeuten) en/of de inzet van collega AB-ers met specifieke expertise (bijvoorbeeld voor sociale vaardigheden of consultatie ergotherapeut). Op een aantal scholen worden AB-ers vanuit SOz (orthopedagogen met diagnostiekaantekening) ingezet; zij worden bijvoorbeeld ook gevraagd om hun expertise in te zetten bij het opstellen van leerlingdossiers t.b.v. dyslexieonderzoek en/of dyslexiebegeleidingen. Een aantal scholen hebben de nodige ruimte in uren gereserveerd voor consultatieve vragen. In hoeverre door de scholen aan de AB-ers ondersteuning gevraagd is middels de consultatieve vragen en hoe zich dit verhoudt met PABvragen is weinig van te zeggen vanuit de ingeleverde SBP. Mogelijk wordt hier meer zicht op verkregen bij de evaluatie van het SBP in februari/maart. De SBP zijn binnen regio West ondermeer gebruikt om met andere deelnemers in het onderwijsveld te onderzoeken waar de raakvlakken liggen, bijvoorbeeld wat betreft initiatieven vanuit SO/SBO in West (gefinancierd vanuit de trekkingsgeldenpot in het kader van toekomstig passend onderwijs) en de inzet/werkzaamheden van AB-ers (gefinancierd vanuit indicaties). Het aanbod dat de SO en SBOscholen bieden, blijkt veel (of geheel) overlap te hebben met het aanbod dat vanuit de expertise vanuit de AB-dienst geboden kan worden. Tot september/oktober 2013 is er geen sprake van samenwerking/uitwisseling tussen experts van SO/SBO en de AB-dienst geweest. Opmerkelijk in de eerste gevoerde gesprekken was, dat ambulant begeleiders over het algemeen gezien werden als leerlingbegeleiders en hun kwaliteiten als leerkrachtbegeleider en systeembegeleider onderschat werden en/of onbekend bleken. Er lopen inmiddels trajecten/afspraken waarin AB-ers concreet samenwerken en optrekken met anderen binnen het onderwijsveld in West t.b.v. de voorbereiding op passend onderwijs op wijkniveau. Vervolg stappen: - Uitvoering van een bijzondere afspraak met een school waar de AB-er (tijdelijk i.v.m. ziektevervanging) ook een aantal IB-zorgtaken op haar neemt. - Ondersteunen van transfer van de kennis- en expertiseverrijking op wijkniveau naar het handelen in de groep en handelen met leerling met extra ondersteuningsbehoefte. Betrokken AB-ers laten aansluiten bij kennisoverdracht/scholing op wijkniveau. - Stimuleren dat scholen hun ondersteuningsvragen aan AB-ers op wijkniveau delen en AB-ers met betreffende expertise hierbij uitnodigen (bv. ZML). - Samenwerken in en ondersteunen van nieuwe trajecten die door SO/SBO worden uitgevoerd op wijkniveau.
Amsterdam Oost 39 scholen 32 SBP’s In Oost wordt de ambulante begeleiding zoveel mogelijk vraaggericht en op maat ingezet. Op een aantal scholen is de AB-er één of meerdere dagdelen per week vast aanwezig. Op die manier maakt de AB-er structureel deel uit van het team en is hij/zij ook vraagbaak voor anderen in de school. Op een school wordt gewerkt met de Kleine klas. De AB-er is vooral consultatief en ondersteunend voor de leerkracht en IB-er. Verschillende methodieken worden ingezet als SVIB, co-teaching VO-module, Taakspel, etc. In Oost wordt ook gewerkt met schooladviseurs en de toewijzing van onderwijsarrangementen(TOOA). De samenwerking tussen schooladviseurs en AB-ers is nog beperkt. De schooladviseurs ondersteunen en adviseren scholen over de aanvraag van extra zorg/ondersteuning. Vervolg: De komende periode zal de samenwerking met de schooladviseurs meer aandacht moeten krijgen om de situatie voor de (nabije)toekomst te verhelderen en de positie van de AB-ers duidelijk te krijgen. In de regio is aandacht geweest voor het SBP middels een artikeltje in de nieuwsbrief van Oost. Daarnaast is het TOOA project geëvalueerd en ook daarin kan de AB waarschijnlijk een meer prominente rol gaan spelen. Amsterdam Zuid/Centrum 41 scholen 26 SBP In regio Zuid/Centrum blijkt dat de AB-ers bij het opstellen van het SBP goed hebben afgestemd met de scholen. In enkele SBP zijn ook de afspraken met andere onderwijs ondersteuners vastgelegd (cluster 2, onderwijs adviseurs uit het SWV). In veel SBP wordt in de beginsituatie helder beschreven wat de school al aan kennis en vaardigheden binnen de school als ondersteuning zelf te bieden heeft. Daarnaast zijn ook de ondersteuningsvragen aan de AB-ers helder geformuleerd. Hierdoor kan er met de inzet van de AB-ers goed worden aangesloten op wat er al goed gaat binnen de school aan kennis en vaardigheden. Binnen regio Zuid/Centrum vragen de bestuurders om een heldere verantwoording van ingezette uren door de AB en dit wordt in vrijwel alle SBP goed beschreven. Tijdens de evaluatie van de SBP in februari/maart kan de tijdsinvestering aan de inhoud/inzet (ondersteuningsvragen) gekoppeld worden om dit verder te concretiseren en hierover eventueel nieuwe afspraken tot aan augustus 2014 vast te leggen. De ondersteuningsvragen die beschreven staan in de SBP zijn divers en kunnen per school(bestuur) sterk verschillen. Door sommige scholen wordt er gevraagd om individuele leerlingondersteuning, maar uit de werkvorm blijkt dat dit steeds meer binnen de groep plaatsvindt en/of er een duidelijk transfer is naar/binnen de groep (bijvoorbeeld versterken van sociale vaardigheden en/of taakgerichtgedrag en/of werkhouding). Er wordt opvallend vaak ondersteuning gevraagd voor lgfleerlingen bij de overstap van PO naar VO. Een aantal AB-ers binnen Zuid/ Centrum wordt momenteel expliciet breed (systeem/groepsgericht) ingezet. Co-teaching wordt door diverse AB-ers gebruikt t.b.v. het verbeteren van vaardigheden van leerkrachten in de omgang van met leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Daarnaast zijn er momenteel verschillende AB-ers betrokken bij experimenten (zoals onderwijs adviseur). Een bijzondere vorm van de brede inzet van AB-ers, die in meerdere SBP terug te vinden is, is de betrokkenheid van AB-ers bij “De kleine klas” of “Opmaatgroep” . Daarnaast wordt er op verschillende manieren opgetrokken/afgestemd met andere onderwijsondersteuners binnen het veld (SOz, Semmi).
De SBP zijn gebruikt om in gesprek te gaan met de SWV-coordinator en directies/IB-ers en bestuurders om helder te krijgen waar de raakvlakken liggen tussen AB-ers en andere ondersteuners werkzaam binnen het onderwijsveld in Zuid/Centrum. Hiermee kunnen de SBP meer indirect ook een belangrijke bijdrage leveren bij het schetsen/vastleggen van contouren wat betreft de inzet/meerwaarde van de AB-ers in de periode na augustus 2014: van indiceren naar arrangeren. Vervolg stappen: - Middels SBP en HGO inzichtelijk maken welke rol AB-ers kunnen spelen na augustus 2014. - Bijvoorbeeld middels HGO de (extra) ondersteuningsbehoefte van leerlingen op een handelingsgerichte werkwijze in kaart brengen en daarmee passende (extra) ondersteuning kunnen arrangeren. - Bijvoorbeeld vanuit (onderdelen van) SBP meedenken voor de periode na augustus 2014 bij de ontwikkeling van formats voor het vastleggen van arrangementen/extra ondersteuning (in samenwerking met de onderwijsadviseurs) - Aansluiten bij intervisiegroep Kleine Klas/Opmaatgroep ZON: Amsterdam Zuidoost/Noord 47 scholen 43 SBP De regio ZON bestaat uit regio Zuidoost en Noord. Voor deze samenvoeging is in het verleden gekozen omdat het beiden kleine regio’s betreffen, gezien het aantal lgf-leerlingen en doordat deze door dezelfde SWV-coordinator vertegenwoordigd worden. De leerling-populatie en onderwijsomgeving is echter zeer verschillend. In de SBP zijn deze verschillen echter nauwelijks zichtbaar. De ondersteuningsvragen aan AB-ers op het gebied van cluster 3 en cluster 4 in Zuidoost lijken sterk overeen te komen met de ondersteuningsvragen aan AB-ers van scholen in Noord. Wel zijn er duidelijk verschillen tussen de AB-ers wat betreft hun inzet in de totale regio (ZON). De ene AB-er binnen deze regio wordt meer gevraagd haar/zijn expertise in te zetten t.b.v. individuele ondersteuning (al dan niet in een klein groepje) buiten de groep. Voorbeelden hiervan zijn de overstap PO-VO, RT (didactisch, motorisch), SEO-trainingen of computer/typtrainingen. Andere ABers worden gevraagd dit in samenwerking met de leerkracht binnen een hele groep te doen (bijvoorbeeld middels co-teaching). Er zijn ook AB-ers die met name worden ingezet voor het organiseren van hulp(middelen), het vergroten van expertise van leerkrachten/teams op specifieke gebieden (cl3 of cl4) en/of het verzorgen van de communicatie en afstemming tussen alle betrokkenen (bijvoorbeeld bij medische ondersteuningsvragen). De analyse van de ondersteuningsvragen is in samenwerking met de AB-regiocoordinator schematisch weergegeven, met daaraan de inzet (en meerwaarde) van AB-ers gekoppeld. Met deze informatie is het goed mogelijk om in gesprek te gaan met andere onderwijsbetrokkenen in het veld en wordt de meerwaarde van de inzet (inhoud en kwaliteit) van AB-ers ook buiten de scholen waar de ambulant begeleiders komen beter zichtbaar/bekend. In gesprek met de onderwijs consulent Zuidoost is het mogelijk geweest om vanuit de analyse, concreet de raakvlakken met scholingsaanbod voor leerkrachten in Zuidoost (in het kader van passend onderwijs na augustus 2014) te benoemen. Er lopen inmiddels afspraken over de betrokkenheid van ambulant begeleiders bij de gezamenlijke scholingsactiviteiten voor leerkrachten in Zuidoost. Vervolg stappen: - Ondersteunen van leerkrachten bij de transfer, toepassing en borging van wat er binnen de workshops tijdens de scholingsdagen in Zuidoost aan leerkrachten wordt aangereikt en dat
-
het geleerde concreet ingezet kan worden t.b.v. leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften (iig de nu nog geïndiceerde leerlingen cluster 3 en cluster 4). Gesprek leidinggevende ondersteuningsteam (psychologen/orthopedagogen en coaches) van AMOS in het kader van meer samen optrekken binnen scholen in Noord Betrokkenheid van de AB-ers bij het organiseren van de workshops (SOz)
Haarlemmermeer 42 scholen 40 SBP Uit de analyse van de SPB’s blijkt dat de ambulante begeleiding in de Haarlemmermeer vooral leerkrachtgericht wordt ingezet vanuit de specifieke, clustergebonden expertise van de begeleiders. Zo coacht, ondersteunt en begeleidt de AB-er leerkrachten en IB-ers bij vragen rondom werkhouding, klassenmanagement, didactische aanpak, pedagogische(sociaal emotionele) aanpak(vooral) van de LGF leerlingen. Daarnaast ondersteunt de AB-er bij het opstellen van het OPP en initiëren zij trajecten op schoolniveau als PBS, Taakspel e.d. In een groot aantal scholen wordt psycho-educatie aan leerlingen verzorgd en worden voorlichtingen gegeven over ADHD en ASS. Een belangrijke meerwaarde in de Haarlemmermeer wordt ervaren uit de KOO(kortdurende onderwijskundige ondersteuning) trajecten. Op veel scholen met LGF leerlingen is er expliciet tijd gereserveerd om dergelijke trajecten vorm te kunnen geven. Daarmee is bovendien de AB meer flexibel inzetbaar geworden en kunnen scholen los van een LGF indicatie de hulp inroepen van de ambulant begeleiders. Dat er aan deze vorm van ondersteuning veel behoefte is blijkt uit de recente evaluatie en de toename van aanvragen dit jaar. Dit schooljaar(2013-2014) zijn er tot januari al 24 KOO trajecten aangevraagd. Een deel van die trajecten kan bekostigd worden uit de PAB, een ander deel komt uit de gereserveerde tijd uit de rugzakken. Het gaat dan om 420 uur. Vervolg: In de Haarlemmermeer wordt nagedacht over opting out en de meerwaarde die ambulant begeleiders zouden kunnen bieden binnen het samenwerkingsverband. De rol die KOO nu speelt wordt algemeen als zeer welkom ervaren. Op die wijze de expertise inzetten zal zeker ook in de toekomst benut blijven, zo lijkt het nu. Daarnaast stimuleert men het handelingsgericht werken in de scholen en start er een gezamenlijke HGO cursus met intern begeleiders uit de regio. Amstelronde 32 scholen 27 SBP Bijzonder binnen Amstelronde is de cluster-doorbroken inzet van AB-ers. Scholen met zowel lgfcluster 3 leerlingen als lgf-cluster 4 leerlingen worden grotendeels ondersteund door één AB-er. Dit vraagt om een investering in kennisverbreding van de AB-ers binnen deze regio en dit wordt gezamenlijk vormgegeven/gedragen. Door gebrek aan cluster-3-AB-ers binnen deze regio, wordt bijvoorbeeld door de cluster 4-AB-ers flink ingezet op het zich eigen maken van syndromen en ziektes en het leggen van nieuwe contacten (bijvoorbeeld medisch). Uit de SBP blijkt dat de AB-ers naast de brede inzet, ieder ook meer specifieke expertises inzetten om aan de ondersteuningsbehoeften tegemoet te komen. Bijvoorbeeld het inzetten van specifieke SOVA-methodes (Mission Possible, Ikboek), het beantwoorden van coachingsvragen en/of op het gebied van scholing (expertiseoverdracht). In de SBP van Amstelronde is gekozen om de aandachtsgebieden op te delen in Basisbegeleiding (de dossieranalyse, klassenconsultaties, verslaglegging en gesprekken), Leerlingbegeleiding (didactisch, motorisch, medisch, sociaal emotioneel, gedrag), Systeembegeleiding (leerlijnen, OPP, voorlichting (ASS), workshops(ADHD/ODD), themamiddag rekenen/buitenspelen) en Consultatieve vragen (op afroep). Dit maakt de SBP goed leesbaar en representatief. Binnen Amstelronde lijkt er weinig/geen sprake van experimenten en/of het samen
optrekken met andere onderwijs ondersteuners binnen de regio. Er lijkt binnen Amstelronde relatief veel behoefte aan expertise van AB-ers voor individuele leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften (nu nog cluster 3 en cluster 4). Vervolg: Door SWV Amstelronde is aangegeven dat zij waarschijnlijk niet aan opting out, zoals beschreven in de Tripartiete Overeenkomst, zullen meedoen; in tegenstelling tot o.a. Amsterdam. Er wordt momenteel flink nagedacht en gesproken met de SO-bestuurders over welke afspraken er gemaakt kunnen worden om gebruik te kunnen blijven maken van de meerwaarde van de expertises van ABers binnen dit samenwerkingsverband. De Ab-ers van regio Amstelronde waren door het SWV gevraagd om hun expertises in kaart te brengen. Zij hebben inmiddels hun gezamenlijke en meer individuele expertises voor de coördinatoren van het SWV Amstelronde inzichtelijk gemaakt. Waterland Aantal scholen: 34 Aantal SBP: 24 Op grond van de SBP’s zou je kunnen aannemen dat er een groot verschil bestaat in de aanpak van de begeleiding op de verschillende scholen in deze regio. Op een aantal scholen wordt vooral basisbegeleiding aangeboden en is de AB-er eens in de 3 tot 6 weken aanwezig. Daarnaast wordt ruimte gehouden voor het beantwoorden van individuele vragen en consultatie maar is de invulling daarvan niet in alle gevallen even duidelijk omschreven in het begeleidingsplan. Op een andere groep scholen wordt daarentegen heel goed op schoolniveau geanalyseerd wat er nodig is op 3 niveau’s: school- leerkracht/klas en leerling niveau, steeds vanuit de speciale onderwijsbehoeften van de betreffende LGF leerlingen. Op die scholen wordt grotendeels ingestoken op leerkrachtniveau in de in van consultatie, observatie, begeleidingsgesprekken en modulen als rugzak vol competenties, psycho-educatie, sociale vaardigheidstraining, ondersteuning bij het GHP en het OPP. In enkele gevallen richt de ondersteuning zich op het gehele team in de vorm van voorlichting. Daarnaast heeft de AB in meerder gevallen een rol gespeeld in het verzorgen en arrangeren van diagnostische trajecten en onderzoek. Soms in samenwerking met SoZ. Vervolg: In Waterland onderzoekt men inmiddels de mogelijkheden van opting out. In de aanloop daarop ligt de focus sterk op de kwaliteit van de inzet van AB en de meerwaarde van de expertise. Professionalisering van eigen mensen staat hoog in het vaandel maar men ziet ook dat voor specifieke expertise cluster 3 en 4 ambulant begeleiders een meerwaarde kunnen betekenen. Het aanbod in de vorm van modulen is onder de aandacht gebracht van de scholen. Met name het aanbod ‘Vroeg in Beeld’ ziet men als mogelijke aanvulling op de inzet van AB. Meer algemene( lees: generalistische), modulen neemt het samenwerkingsverband af van de schoolbegeleidingsdienst waterland. Dit geeft onder meer aan dat men de ambulante begeleiding vooral ziet als leveranciers van specialistische ondersteuning en houders van cluster 3 en 4 expertise. Zaanstad Aantal scholen: 37 Aantal SBP’s: 25 In de Zaanstreek zijn meerdere scholen met meer dan 1 LGF leerling en AB-ers vanuit 2 AB diensten. Cluster 3 vanuit Heliomare en cluster 4 vanuit REC Bovenamstel. In één SBP is gezamenlijk opgetrokken in het maken van de plannen. Mogelijk was dit op meer scholen het geval maar dat is niet zichtbaar in het SBP. In alle gevallen wordt basisbegeleiding aangeboden. Deze wordt aangevuld met consultatie van de leerkracht of de IB-er, begeleiding van leerlingen naar het VO, handelingsadviezen en voorlichting over adhd, ass etc. Taakspel wordt op enkele scholen ingezet
evenals handelingsgericht Observeren. Dit zijn voorbeelden waarin de begeleiding van de AB-er ook op schoolniveau wordt ingezet. Op meerdere scholen werkt de AB-er direct met de leerling. Dit kan gaan om zowel didactische ondersteuning als sociaal emotionele ondersteuning. De AB-er is op veel scholen op vaste dagen/dagdelen in een week aanwezig. Het principe van ‘meer handen in de klas’ wordt op die manier vormgegeven. Er worden per school een aantal uren voor crisisinterventie ingezet. In het verleden werd PAB aangevraagd, maar als er een vaste AB-er op een school aanwezig is, vult AB-er vanuit gereserveerde uren uit andere rugzakken, de uren in. Hier wordt regelmatig gebruik van gemaakt. In geval er geen vaste AB-er op een school aanwezig is, of het niet mogelijk is vanuit crisisuren, wordt er gebruik gemaakt van een PAB aanvraag. Vervolg: Het is belangrijk te focussen op tevredenheid van de scholen met AB en het ‘zichtbaar’ zijn in de regio. In de Zaanstreek wordt gewerkt aan de centralisatie van speciale zorg rond de drie (in de toekomst mogelijk twee) bestaande SBO scholen. In de komende weken/maanden gaan we onderzoeken hoe we daar zo goed mogelijk bij aan kunnen sluiten en wat de wensen van het samenwerkingsverband of de twee grote besturen zijn met betrekking tot de toekomstige rol van de AB.