JAARVERSLAG 2015 Wetenschappelijk onderzoek
1
Int
ro
GGZ Oost Brabant verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek. Dit betekent dat het onderzoek nauw verband houdt met vragen uit de dagelijkse praktijk. Wetenschappelijk onderzoek draagt hierdoor bij aan de kwaliteit van zorg die wij bieden.
Berry Penterman promoveerde in 2015 rsiteit aan de Radboud Unive
agressie in de ggz Uit zijn proefschrift ‘Over van het probleem crisisdienst: Inventarisatie cklist’ bleek dat en ontwikkeling van een che len bij het optreden van talloze factoren een rol spe h cifieke factoren, nl. klinisc agressief gedrag. Drie spe e iev ess agr aanwezigheid van oordeel, inschatting van g van betrokkene en personen in de omgevin or de patiënt zelf bleken aanmelding bij crises do hoogde kans van voorspellers van een ver ie in een het optreden van agress tie. psychiatrische crisissitua
2
Het onderzoek wordt grotendeels uitgevoerd door medewerkers die naast hulpverlener tevens onderzoeker zijn. Deze hechte verbinding tussen wetenschap en praktijk zorgde ervoor dat de onderzoeksresultaten makkelijker hun weg vinden naar de klinische praktijk. Er bestaat een nauwe samenwerking tussen onderzoek en de opleidingen tot klinisch (neuro)psycholoog, verpleegkundig specialist en psychiater. Studenten van universiteiten en hogescholen hebben de mogelijkheid hun afstudeeronderzoek bij ons te doen. In deze uitgave vindt u een overzicht van alle onderzoeksactiviteiten van 2015.
Onderzoekslijn K&J: onderzoek 5 naar internaliserende problemen De onderzoeker: Lieke Wijnhoven STORM-Project: Preventie van somberheidsklachten bij jongeren Overzicht onderzoeken Kind & Jeugd
Niet-Aangeboren Hersenletsel Huize Padua De onderzoeker: Climmy Pouwels Onderzoek effect van amantadine op gedragsproblemen na hersenletsel Overzicht onderzoeken niet-aangeboren hersenletsel
Ernstige Psychische Aandoeningen
6 7 8
9 11 12 13
15 De onderzoeker: Berry Penterman 16 The efficacy of Eye Movement... 17 Overzicht onderzoeken EPA 18
Overige onderzoeken
Overzicht overige onderzoeken De onderzoeker: Esther van Belkom
19 21
Publicaties 22 presentaties 24
elingen d n a h e b ’ e r a b g n a ‘In plaats van de ‘ghten, krijgen ze nu voor angstklac De bedoeling is dat pie. de game als thera ren hoe ze het beste ze via het spel le m kunnen gaan.’ o met hun angsten Lieke Wijnhoven
4
Depressie onder jongeren is een groot maatschappelijk probleem en één van de meest voorkomende stoornissen. Vaak komt een depressie gecombineerd voor met angstklachten of traumatisering. De onderzoekslijn richt zich op jongeren die last hebben van deze internaliserende problemen. Als jongeren internaliserende problemen hebben worden ze vaak niet gesignaleerd waardoor ze niet de juiste zorg krijgen. Daarnaast is het terugvalpercentage bij jongeren met deze problemen zeer hoog en hebben sommigen onvoldoende baat bij bestaande behandelvormen. Onderzoek naar preventie, vroegsignalering en nieuwe therapeutische mogelijkheden is daarom noodzakelijk. De onderzoekslijn werkt samen met vooraanstaande (inter)nationale kennispartners zoals het Trimbos-instituut en de Radboud Universiteit. De komende jaren streeft de onderzoekslijn ernaar om een regionaal center of excellence te vormen op het gebied van internaliserende problemen.
1
Introductie
Onderzoekslijn K&J: onderzoek naar internaliserende problemen
5
De onderzoeker in beeld
n e v o h n j i W e k e Li
Mindlight: gamen tegen angstklachten
Lees het uitgebreide interview met Lieke Wijnhoven op www.ggzoostbrabant.nl/ onderzoekers 6
Lieke Wijnhoven is orthopedagoog en onderzoekt of het spel Mindlight werkzaam is voor kinderen van 8 tot 16 jaar met autisme en angstklachten. “Voor kinderen met autisme is het normale behandelaanbod vaak te theoretisch en te complex. Ze vinden het lastig om hun gevoelens en gedachtes te verwoorden. Veel kinderen met autisme gamen. Ze zitten in een virtuele omgeving en hoeven dus niet zoveel te praten. Via het spel kunnen ze vaardigheden leren. Perfect voor deze doelgroep. In plaats van de ‘gangbare’ behandelingen voor angstklachten, krijgen ze nu de game als therapie. De bedoeling is dat ze via het spel leren hoe ze het beste met hun angsten om kunnen gaan. Door een EEG-metertje krijgen de kinderen neurofeedback in het spel. Ze merken dat als ze zich concentreren en ontspannen zijn, ze makkelijker verder komen in het spel. Op die manier leren ze beter met hun angst om te gaan. Het hoofdpersonage in de game is Artie. Hij heeft een pet op die licht kan geven. Hij is in het huis van zijn oma, zij is vervloekt en daardoor is het er heel donker. De bedoeling van het spel is dat Artie het huis weer licht maakt en dat oma weer de oude wordt. Na een paar gamesessies merken de kinderen dat hoe meer ontspannen ze de game spelen hoe meer licht de pet van Artie geeft. En dan komen ze makkelijker verder in de game. Kinderen pakken het makkelijk op. Ouders zeggen: ‘eindelijk iets waar mijn kind naartoe wil.’ En: ‘hij durft opeens alleen naar de wc te gaan of weer alleen in het donker te slapen.’ Het wordt ook goed ontvangen door de behandelaars. Bij veel kinderen is het stukje angst blijven liggen in de reguliere therapie. Dus de innovatieve behandeling en het onderzoek ernaar waren heel welkom.”
Stemmingsklachten onder jongeren is een veelvoorkomend probleem dat nog te weinig aandacht krijgt. Geschat wordt dat ongeveer een derde van de jongeren last heeft van depressieve klachten. Depressies bij jongeren worden vaak niet herkend doordat stemmingsklachten toegeschreven worden aan de pubertijd of gemaskeerd worden door andere problemen zoals angst, spijbelgedrag, eetproblemen of lichamelijke klachten. Voorkomen van deze klachten is belangrijk omdat depressieve klachten een negatieve invloed hebben op verschillende gezondheidsgebieden waaronder middelenmisbruik, overgewicht, zelfbeschadiging, sociale problemen en problemen op school. Daarnaast is depressie de grootste risicofactor als het gaat om zelfdoding. Sinds 2010 is zelfdoding de belangrijkste doodsoorzaak onder jongeren. Gezien de grote impact van een zelfdoding op de omgeving is aandacht voor het voorkomen hiervan extra belangrijk. GGZ Oost Brabant is samen met verschillende ketenpartners (zoals GGD, Indigo, Aanzet) in de regio Oss/Uden/Veghel een project gestart om hier meer aandacht aan te besteden.
Binnen dit Storm-project (Strong Teens and Resilient Minds), worden jongeren in de tweede klas gescreend op stemmingsklachten als onderdeel van het gezondheidsonderzoek van de GGD. Jongeren die aangeven last te hebben van somberheidsklachten krijgen een kortdurend programma aangeboden. Dit zorgt ervoor dat klachten bij jongeren eerder herkend en behandeld worden. Eerder onderzoek laat zien dat dit een goede manier is om depressieve klachten bij jongeren sterk te verminderen. De focus van het STORMproject ligt op de samenwerking tussen de maatschappelijke partners in de regio waardoor de beste zorg op het juiste moment gegeven kan worden. Zowel het project als de ketensamenwerking is uniek in Nederland waardoor de regio Oss als voorbeeld fungeert voor het tijdig signaleren en behandelen van stemmingsklachten bij jongeren.
7
Onderzoek in de praktijk
STORM-Project: Preventie van somberheidsklachten bij jongeren
Onderzoeken Internaliserende problematiek bij kinderen & adolescenten 8
Titel
Doelstelling
Onderzoeker
Strong teens and resilient minds: School-based prevention of depression and suicide
Het primaire doel van de studie is het onderzoeken van de (kosten) effectiviteit van depressie en suïcidepreventie voor adolescenten die ernstige klachten van depressie hebben. Het secundaire doel is achterhalen welke factoren bijdragen aan de effectiviteit van het depressie preventie programma.
K. Heesen K. van Ettekoven
Mindlight: Een videogame voor de preventie en behandeling van angststoornissen bij kinderen met autisme
Doel is om de effectiviteit van Mindlight te onderzoeken op de subklinische (preventie) en klinische symptomen (behandeling) van angst bij kinderen.
L. Wijnhoven
Toddlers as their own therapists
Onderzoek naar de effectiviteit van de POPP (power of projection in play) methode bij peuters met posttraumatische stressklachten als gevolg van seksueel misbruik.
L. Kerssemakers
Prevention of Depression and Anxiety in Adolescents with a High Familial Risk
Onderzoek naar de effectiviteit van geïndiceerde preventie van angst en depressie bij adolescenten met een hoog familiair risico.
S. Rasing
Effectiviteit en modelgetrouwheid FACT Jeugd
Multicenter onderzoek met als doel het bestuderen van het verloop van de klachten en de mate van veranderingen in klachten in diverse subgroepen die behandeling krijgen volgens het FACT-model.
M. Broersen
Turning depression inside out. Life events, cognitive emotion regulation and treatment in adolescents
Het doel van het onderzoek is het evalueren van de effectiviteit van de behandeling van depressie bij adolescenten. Daarnaast wordt gekeken naar de rol van life events en cognitieve emotie regulatie.
Y. Stikkelbroek
Doorbraak project Vroege Psychose
Onderzoeken wat de effecten zijn van een programma voor cognitieve vaardigheidstraining (circuits), aangeboden in combinatie met Individual placement and Support (IPS), op het aantal uren gewerkt in reguliere arbeid of deelgenomen aan een reguliere opleiding bij mensen met een vroege psychose.
D. van Duin (Trimbos Instituut) L. Cloudt
De invloed van de interventie ‘Ik! Beweeg’ op de identiteit van de adolescent
Vaststellen van het effect op identiteitsversterking van PMT voor jongeren van 12 – 16 jaar met internaliserende, dan wel externaliserende problematiek.
P. van den Munckhof
Validatie onderzoek Children’s Depression Inventory 2
Het doel van het onderzoek is de validatie van de vragenlijst in gezonde en klinische samples van kinderen en adolescenten.
D. Bodden (Radboud Universiteit)
In Nederland krijgen jaarlijks naar schatting 160.000 (nieuwe) mensen te maken met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) (Hersenstichting, 2015). De gevolgen van NAH verschillen per individu, maar emotionele en gedragsmatige problemen, ook wel neuro psychiatrische problemen genoemd, komen vaak voor na NAH. Het onderzoek binnen het NAH-circuit is gericht op de effecten van medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelingen op deze problemen. Momenteel lopen er verschillende onderzoeken binnen ons NAH-circuit, waaronder het promotieonderzoek van psychiater Bert ter Mors, dat gericht is op het effect van amantadine op neuropsychiatrische problemen bij frontaal letsel en het onderzoek van GZ-psycholoog i.o. tot specialist Climmy Pouwels, dat gericht is op het effect van de ABC-methode, een gedragstherapeutische interventie voor verplegend personeel, op agressie en apathie
2 9
Introductie
Niet-aangeboren hersenletsel Huize Padua
r ‘Eerst snappen waa omt, k n a a d n a v e i ss e r g a ntie’ e v r e t n i n e e s a p n da Climmy Pouwels
10
De onderzoeker in beeld
s l e w u o P y m m i l C
GZ-psycholoog bij NAH (niet-aangeboren hersenletsel) Huize Padua. Sinds 2012 is ze in opleiding tot klinisch neuropsycholoog en rondt deze medio 2016 af. Ze doet onderzoek naar de effectiviteit van de ABC-methode in samenwerking met de universiteit Maastricht. “De ABC-methode is een gedragstherapeutische methode, die speciaal ontwikkeld is voor verzorgenden en verpleegkundigen. Met deze methode krijgen ze meer handvatten om systematisch met probleemgedrag aan de slag te gaan en te verminderen. ABC staat voor: Antecedent: wat gaat er aan probleemgedrag vooraf, Behavior: het probleemgedrag en Consequence: wat is de reactie van de persoon zelf of de omgeving op het probleemgedrag. Aan de hand van een aantal vragen brengt de verpleegkundige deze factoren in kaart. Hierdoor kunnen ze interventies gerichter inzetten en evalueren. Door het werken met deze methode worden verpleegkundigen zich ook meer bewust van het eigen handelen en hoe dat het gedrag van cliënten kan beïnvloeden. Mijn onderzoek is een vervolg op het onderzoek van Ieke Winkens, van de Universiteit van Maastricht, waar we als afdeling aan mee hebben gewerkt. We zijn nu bezig om de lange termijn effecten van de ABC-methode te bekijken. Binnen het huidige onderzoek willen we naast effect op probleemgedrag ook onderzoeken wat het effect van het werken met deze methode is op het verpleegkundig team (bijvoorbeeld ervaren controle over probleemgedrag). Verpleegkundigen zijn erg enthousiast en ze hebben met de ABC-methode meer houvast om zelf met het probleemgedrag aan de slag te gaan. We zijn volop bezig met de analyses van alle data en zien wel dat het heel moeilijk is om zo’n methode écht goed eigen te maken, wat de resultaten beïnvloedt. We zijn voorbereidingen aan het treffen voor vervolgonderzoek, waar we hier nog meer rekening mee zullen houden.”
Lees het uitgebreide interview met Climmy Pouwels op www.ggzoostbrabant.nl/ onderzoekers 11
Onderzoek in de praktijk
Onderzoek effect van amantadine op gedragsproblemen na hersenletsel Hersenletsel door verschillende oorzaken komt veel voor en heeft een grote invloed op het functioneren en de levenskwaliteit van patiënten. Frontale laesies leiden vaak tot cognitieve beperkingen maar ook tot gedragsproblemen, zoals apathie, agressie/agitatie en emotionele labiliteit. Amantadine kan effectief zijn in de behandeling van deze cognitieve en gedragsmatige gevolgen. Echter, dit effect is nog niet aangetoond met wetenschappelijk onderzoek. In dit promotieonderzoek gaan we na of amantadine al dan niet een effect heeft op de cognitieve en gedragsmatige gevolgen van NAH. Hiervoor maken we gebruik van een single case design. Dit houdt in dat het effect van amantadine per patiënt kan worden bekeken. Het voordeel hiervan is dat de patiënt ook te horen krijgt of amantadine bij hem/haar helpt. Dit is bijzonder, omdat dit door middel van groepsonderzoek (de gouden standaard) niet mogelijk is. Bij groepsonderzoek kunnen er namelijk alleen uitspraken gedaan kunnen worden over een groep en niet over een individu. We zijn erg benieuwd of dit onderzoek leidt tot uitspraken over herkenbare patiënten die dus direct toepasbaar zouden moeten zijn in de dagelijkse klinische praktijk. 12
Het jaar voorafgaand aan de start van dit onderzoek is besteed aan het schrijven van het onderzoeksprotocol en het samenstellen van het lijvige dossier voor het METC. Dit jaar is het protocol ingediend en na twee correctierondes geaccepteerd, waarna het draaiboek gemaakt werd en de apotheker de placebo’s en de daar niet van te onderscheiden capsules met amantadine heeft gemaakt, zodat we deze zomer konden beginnen met includeren (= proefpersonen selecteren). Inmiddels loopt het onderzoek en het bevindt zich nu in de fase dat het heel spannend is of het protocol bestand is tegen de weerbarstige realiteit van de klinische praktijk zowel op de NAH polikliniek als op de NAH opnameafdeling. We zijn zeer benieuwd naar de resultaten van het komende jaar.
Doelstelling
Onderzoeker
Agressie bij NAH patiënten met neuro psychiatrische problematiek
Agressie bij NAH patiënten met neuro psychiatrische problematiek: etiologie en behandeling.
C. Pouwels
Effect van electrical aversion therapy
Vaststellen van de effectiviteit van Electro Aversie Therapie bij patiënt met agressie.
B. ter Mors
Effecten van medicatie bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel
Onderzoek naar de effectiviteit van amantadine en methylfenidaat bij frontaal hersenletsel en modafinil bij vermoeidheid.
B. ter Mors
Efficacy of the ABC method in brain injured patients with behavioural problems
Vaststellen van het effect van de ABC-methode (korte followup), een gedragstherapeutische methode voor verplegenden en verzorgenden, bij patiënten met hersenletsel.
I. Winkens
Examine the effect of off-label medication on neurobehavioral disability and health-related quality of life in brain-injured patients.
P. Spauwen
Voorspellen van ziekte-inzicht bij NAH.
P. Spauwen
Effecten van medicatie bij patienten met niet-aangeboren hersenletsel (pilot)
Predictors of the level of self-awareness in patients with neuropsychiatric symptoms after acquired brain injury (ABI)
Onderzoeken niet-aangeboren hersenletsel
Titel
13
voor l e w o z s i e i ss e r g a ‘De schade van oot. r g t n ë li c e d r o o v de medewerker als komen r o o v t n u k t a d je Dus als d.’ dan is dat heel goe 14
Berry Penterman
In 2015 zijn de voorbereidingen getroffen voor de start van de onderzoekslijn Ernstige Psychiatrische Aandoeningen (EPA). EPA zit in de genen van onze organisatie. EPA boeit mensen en wetenschappelijk onderzoek op het gebied van EPA biedt professionals, in het bijzonder psychiaters, mogelijkheden om de deskundigheid / expertise te vergroten en de zorg voor EPA- patiënten te verbeteren. Binnen de onderzoekslijn EPA gaan we ons richten op twee hoofdthema’s: (1) Sociaal-emotionele ontwikkeling in relatie tot EPA en (2) Vroegdetectie en -signalering in relatie tot EPA en innovatie van het zorgaanbod. De onderzoekslijn EPA wordt uitgevoerd binnen zogeheten innovatieafdelingen. Het doel van deze afdeling is om onderzoek, patiëntenzorg en onderwijs te integreren, door op specifieke locaties binnen de organisatie innovatieve ‘proeftuinen’ in te richten. We werken samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en het Epidemiologisch Sociaal-Psychiatrisch Research instituut (ESPRi).
3 15
Introductie & overzicht onderzoeken
Ernstige Psychiatrische Aandoeningen
De onderzoeker in beeld
n a m r e t n e P y r r e B
werd als hulpverlener van de crisisdienst gegijzeld door een cliënt. Dat agressie blijkbaar onderdeel was van zijn werk, kon hij niet accepteren. Hij ging ermee aan de slag. Onlangs promoveerde hij op zijn onderzoek of agressie in de GGZ-crisisdienst te voorspellen is. Hij gaat vervolgonderzoek doen: of de persoonlijkheid van de behandelaar ook een rol speelt bij agressief gedrag van een cliënt. “De schade van agressie is zowel voor de medewerker als voor de cliënt groot. Dus als je dat kunt voorkomen dan is dat heel goed. Gebleken is dat de medewerkers van de GGZ en dan vooral van de crisisdienst concrete maatregelen kunnen nemen om agressie tegen hulpverleners te verminderen. We hebben gekeken waar dit agressieve gedrag vandaan komt, of het te voorspellen is en of de hulpverleners er zelf wat aan kunnen doen. Dit resulteerde in de CRC, ofwel de digitale Checklist Risico Crisisdienst. Voordat hulpverleners op pad gaan, schatten ze zelf van tevoren in of de cliënt agressief is, of er nog een agressieve persoon in de directe omgeving is en of de patiënt zelf hulp heeft ingeroepen of dat het een gedwongen bezoek is. Zo kunnen ze op basis van de eventuele agressie-dreiging maatregelen nemen. Bijvoorbeeld door een collega mee te vragen. We zijn deze werkwijze 10 jaar lang gaan volgen en wat bleek? Het aantal incidenten liep terug van 14 in 2005 naar 3,8 procent in 2012. Deze werkwijze staat ook in mijn proefschrift. In ongeveer driekwart van de gevallen zijn deze factoren goede agressie-voorspellers.
Lees het uitgebreide interview met Berry Penterman op www.ggzoostbrabant.nl/ onderzoekers 16
Veel (internationaal)onderzoek naar het voorspellen van agressie wijst uit dat je driekwart van de agressiegevallen toe kunt schrijven aan de cliënt, maar het overige kwart niet. Reden om te gaan onderzoeken in hoeverre het aan onszelf ligt, want ook persoonlijkheid, eigenschappen en gedrag van de hulpverlener spelen mee. Sommige hulpverleners melden relatief vaak agressief gedrag en anderen zelden of nooit. Graag zou ik zien dat de GGZ in zijn aanname- en opleidingsbeleid meer aandacht besteedt aan de persoonlijkheid van de hulpverlener.”
Doelstelling
The efficacy of EMDR on Post Traumatic Stress Disorder symptoms in persons with mild to borderline intellectual disability: A multiple baseline study
Het primaire doel van de studie is het bepalen van de effectiviteit van EMDR behandeling op klachten van PTSS bij patiënten met een licht verstandelijke beperking.
I. Verhagen
Trauma en intelligentie FACT populatie
Het onderzoek beoogt helder te krijgen wat de relatie is tussen patiënten met een licht verstandelijke beperking en het hebben van een verhoogd risico op een posttraumatische stressstoornis.
B. Penterman
Seclusion in professional context
Studies on the Methodical Management of Intensive Psychiatric Care.
C. Boumans
Interpersoonlijke Sociaal Psychiatrische Begeleiding in de langdurende zorg
Vaststellen van de (kosten-)effectiviteit van Interpersoonlijke Sociaal Psychiatrische Begeleiding (ISPB) aan mensen met langdurige niet-psychotische psychiatrische stoornissen vergeleken met de gebruikelijke zorg.
M. van Veen
High Intensive Care binnen de langdurende zorg
Inventariseren wat de bevorderende en belemmerende factoren zijn bij de invoering van High Intensive Care binnen de langdurende zorg en nagaan hoe belemmeringen weggenomen kunnen worden.
L. Verbruggen C. Arets
Samenwerking tussen cliënt, formele zorg en het informele steunsysteem
Kennis en inzicht verkrijgen in de werkzame elementen die de samenwerking tussen cliënt, formele zorg en steunsysteem succesvol maken, dan wel belemmeren/bevorderen.
A.M. Lens van Rijn Perquin
CGT bij LVB-P patiënten: een praktisch en creatief werkmodel bij mensen met een verstandelijke beperking
Onderzoek naar het verloop van depressiesymptomen bij patiënten met een licht verstandelijke beperking na het volgen van cognitieve gedragstherapie.
T. Gofers, M. van der Ligt, F. Constant
FACT in Veghel en Boxmeer: monitoren van aantal en duur van de opnames
Onderzoek naar het aantal opnames en de opnameduur voor en na de invoering van FACT.
A. Klein Entink (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen)
Inschatten van agressie tijdens de crisisdienst
Onderzoeken of de checklist risico crisisdienst gebruikt kan worden om agressie tijdens de crisisdienst te voorspellen of in te schatten.
B. Penterman
The effect of treatment of posttraumatic stress disorder in people with a lifetime psychotic disorder: a multi-site rct
Onderzoek naar effect van behandeling van patiënten met zowel een posttraumatische stress-stoornis als psychotische klachten.
P. de Bont
Onderzoeker
Onderzoeken ernsige psychiatrische aandoeningen
Titel
Onderzoek in de praktijk
The efficacy of Eye Movement Desensitization and Reprocessing on Post Traumatic Stress Disorder symptoms in persons with mild to borderline intellectual disability: A multiple baseline study Personen met een licht verstandelijke beperking hebben een grotere kans op het ervaren van traumatische ervaringen en lijken een groter risico te lopen op het ontwikkelen van een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS). Een niet (goed) behandelde PTSS kan leiden tot ernstige problemen op somatisch, psychiatrisch en sociaal vlak. We zijn ons er steeds meer van bewust dat prevalentiecijfers van personen met een licht verstandelijke beperking hoog zijn in de gespecialiseerde GGZ, waardoor er nu extra aandacht voor deze doelgroep komt, zodat zij ook de juiste behandeling krijgen. Interventie onderzoeken voor de behandeling van een PTTS met EMDR zijn er bijna niet. De gevonden onderzoeken gebruikte een case serie design en vonden dat EMDR een veel-` belovende behandeling is. Meer gecontroleerd onderzoek zal nu moeten worden uitgevoerd om te kijken naar de effecten. Voor dit onderzoek is er gekozen voor een multiple baseline across subject design. Tien participanten in de leeftijd van 18- 65 jaar, met een IQ tussen de 60 en 85, die voldoen aan 18
de criteria van PTSS zullen at random worden toegewezen aan verschillende baseline fases. Na de base line fase ontvangen de deelnemers twaalf sessies EMDR. Er zullen 24 metingen worden gedaan verspreid over baseline fases, de behandeling, de nametingen en na 3 maanden follow up. Het primaire doel van dit onderzoek is kijken naar de effecten van EMDR op PTSS symptomen bij personen met een licht verstandelijke beperking. Tevens willen we bijdragen aan de ontwikkeling van goede behandelmogelijkheden en richtlijnen voor PTSS bij personen met een licht verstandelijke beperking ook praktische adviezen geven voor de clinicus in de praktijk. Waarbij het allerhoogste doel is dat zij de meest passende behandeling krijgen.
Buiten de onderzoekslijnen worden er bij GGZ Oost Brabant verschillende studies uitgevoerd met diverse thema’s.
Titel
Doelstelling
Acromegalie
Herkenning van acromegalie door ggz hulpverleners vergroten door het psychisch en somatisch symptoombeeld onder de aandacht te brengen.
T. de Kort
Beeldende therapie en eetstoornissen
Het doel van de studie is om het gebruik van beeldende therapie bij de behandeling van eetstoornissen te onderbouwen op basis van (1) de effectiviteit en (2) het cliënten- en hulpverlenersperspectief.
K. van Dooren (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen)
Effectiviteit van animal assisted interventions (AAI) bij volwassenen met een autismespectrumstoornis
Bepalen van de effectiviteit van animal assisted interventions (AAI) bij volwassenen met een autisme spectrum stoornis.
C. Wijker
Autisme spectrum stoornissen bij ouderen: een Delphi onderzoek naar specifieke leeftijd gerelateerde diagnostische en therapeutische factoren
Vaststellen van leeftijdsspecifieke factoren diagnose en behandeling oudere psychiatrische patiënt.
B. Hitzert
Group Schema Therapy for Borderline Personality Disorder
Onderzoek naar de (kosten-)effectiviteit van schema therapie bij patiënten met borderline problematiek.
A. Arntz (Universiteit Maastricht)
Systematische review naar de behandeling van katatonie: een advies behandelprotocol
Het doel van deze literatuurstudie is bepalen wat de evidence based behandeling is voor katatonie bij volwassenen.
E. den Boer en A. Pelzer
Onderzoeker
19
Overige onderzoeken
4
Overige onderzoeken
‘We willen betern in de inzicht krijge tstoornissen.’ e e n a v g n i r la k r e v van Belkom Esther
De onderzoeker in beeld
m o k l e B n a v r e h t Es is GZ-psycholoog en bezig met de opleiding tot klinisch psycholoog: “Voor de opleiding ga ik onderzoek doen bij het Specialistisch Centrum voor Eetstoornissen in Helmond naar de werking van schema’s bij patiënten met eetstoornis. Schema’s zijn patronen die bepalen hoe je kijkt naar jezelf, naar anderen en naar de wereld om je heen. Ik wil kijken of er verschillen zitten in deze schema’s tussen groepen cliënten met verschillende soorten eetproblemen. We willen in kaart brengen hoe het eetgedrag samenhangt met de verschillende schema’s en gemoedstoestanden, hoe mensen met een eetstoornis omgaan met hun schema’s en emoties. En we willen onderzoeken of dit eetgedrag mogelijk ook per groep een andere functie heeft. Hierdoor proberen we eetstoornissen beter te verklaren om uiteindelijk ook betere behandelingen aan te kunnen bieden. Het onderzoek naar schematherapie bij eetstoornissen staat nog in de kinderschoenen, omdat daar wel mijn affiniteit ligt, is dit voor mij een heel interessant onderzoek. Doel van het onderzoek is om beter inzicht te krijgen in de verklaring van eetstoornissen. Daar is al veel onderzoek naar gedaan, maar er blijft nog steeds een stuk onverklaard en ook een relatief grote groep die niet of onvoldoende profiteert van behandeling, dus daar valt nog wel winst te behalen. Deze therapie is een behandelmethode die heel effectief blijkt te zijn bij groepen waarvan we in het verleden dachten dat er geen behandeling voor was (bijvoorbeeld mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis). De verwachting is dat ook mensen met een eetstoornis kunnen profiteren van schematherapie. Als je ‘Eetstoornissen’ vergelijkt met andere psychiatrische aandoeningen overlijden hieraan de meeste mensen. Dus in die zin is alles wat bij kan dragen aan beter inzicht meegenomen.”
Lees het uitgebreide interview met Esther van Belkom op www.ggzoostbrabant.nl/ onderzoekers 21
Publicaties
publicaties • Boumans C.E., Postulart, D. & Van Os, J. (2015). Risicotaxatie: meten is niet altijd weten. Tijdschrift voor Psychiatrie, 57, 535-538. • Boumans, C.E., Walvoort, S.J., Egger, J.I., & Hutschemaekers, G.J. (2015). The methodical work approach and the reduction in the use of seclusion: How did it work? Psychiatric Quarterly, 86, 1-17. • Boumans, C. E., Egger, J. I., Bouts, R. A., & Hutschemaekers, G. J. (2015). Seclusion and the importance of contextual factors: An innovation project revisited. International journal of law and psychiatry, 1-11. • De Bont, P. A., Van den Berg, D. P., Van der Vleugel, B. M., De Roos, C., De Jongh, A., Van der Gaag, M., & Van Minnen, A. (2015). Predictive validity of the Trauma Screening Questionnaire in detecting post-traumatic stress disorder in patients with psychotic disorders. The British Journal of Psychiatry, 206(5), 408-416. • Creemers, D.H.M., Wijnhoven, L.A.M.W., Stikkelbroek, Y.A.J., Buitelaar, J.K. (2015). Depressie en suïcide. In Nijhof, K.S., Engels, R.C.M.E. (Eds.), Meisjes in zorg: signalering, preventie en behandeling. Amsterdam: SWP. • Den Boer, E. & Pelzer, A.C.M. (2015). Systematische review naar de behandeling van katatonie: een advies behandelprotocol. Tijdschrift voor neuropsychiatrie en gedragsneurologie, 3, 78-87. • Ebert, D. D., Zarski, A., Christensen, H., Stikkelbroek, Y., Cuijpers, P., Berking, M., Riper, H. (2015). Computer-based cognitive behavioral therapy for anxiety and depression in youth: A meta-analysis of randomized controlled outcome trials. PLoS ONE, 10(3), e0119895. • Hermens, M. L. M., Oud, M., Sinnema, H., Nauta, M. H., Stikkelbroek, Y., van Duin, D., & Wensing, M. (2015). The multidisciplinary depression guideline for children and adolescents: An implementation study. European Child and Adolescent Psychiatry, 24(10), 1207-1218. • Nyklíček, I., Schalken, P., Meertens, S. (2015). The role of emotional intelligence in symptom reduction after psychotherapy in a heterogeneous psychiatric sample. Comprehensive Psychiatry, 57, 65–72. 22
23
Publicaties
• Penterman, E. J. M. (2015). Over agressie in de ggz-crisisdienst: inventarisatie van het probleem en ontwikkeling van een checklist (dissertatie). • Rasing, S.P.A., Creemers, D.H.M, Janssens, J.M.A.M., & Scholte, R.H.J. (2015). The Association between Perceived Maternal and Paternal Psychopathology and Depression and Anxiety Symptoms in Adolescent Girls. Frontiers in Psychology, 6. • Stikkelbroek, Y., Bodden, D. H. M., Reitz, E., Vollebergh, W. A. M., van Baar, A. L. (2015). Mental health of adolescents before and after the death of a parent or sibling. European Child and Adolescent Psychiatry, 25(1), Article published online on 19 March 2015. • Van den Berg, D. P., De Bont, P. A., Van der Vleugel, B. M., De Roos, C., De Jongh, A., Van Minnen, A., & Van der Gaag, M. (2015). Prolonged Exposure vs Eye Movement Desensitization and Reprocessing vs Waiting List for Posttraumatic Stress Disorder in Patients With a Psychotic Disorder A Randomized Clinical Trial. JAMA psychiatry, 72, 259-267. • Wijnhoven, L.A.M.W., Creemers, D.H.M., Engels, R.C.M.E. & Granic, I. (2015). The effect of the game Mindlight on anxiety symptoms of children with an Autism Spectrum Disorder: study protocol for a randomized controlled trial. BMC Psychiatry, 15, 138. • Wolters Gregorio, G., Ponds, R.W.H.M., Smeets, S.M.J., Jonker, F., Pouwels, C.G.J.G., Verhey, F.R., Heugten, van C.M. (2015). Associations between executive functioning, coping, and psychosocial functioning after acquired brain injury British Journal of Clinical Psychology, 3, 291-306. • Wolters Gregorio, G., Ponds, R.W.H.M., Smeets, S.M.J., Jonker, F., Pouwels, C.G.J.G., Heugten, van C.M.(2015). How stable is coping in patients with neuropsychiatric symptoms after acquired brain injury? Changes in coping styles and their predictors in the chronic phase. Journal of Neurotrauma. Article published online on 23 September 2015. • Klein Entink, A., Rooijmans, P., Perquin, A., Koekkoek, B. (2015). Intensivering en extensivering van zorg binnen FACT. Sociale Psychiatrie, 34 (113).
Presentaties
presentaties • Creemers, D., Tak, Y., Kindt, K., Wijnhoven, L., & Engels, R. (2015). Depressie Preventie bij Adolescenten: Wat is de beste Weg? Presentatie tijdens het 43ste voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart-2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Creemers, D.H.M., Engels, R.C.M.E., Wiers, R.W. & Scholte, R.H.J. (2015). The Effect of CognitiveBehavior Therapy on Implicit and Explicit Self-Schemas Among Adolescent Girls With Depressive Symptoms. Poster presented during the ADAA 35th Annual Conference, 9-12 April 2015, Miami, US. • Creemers, D.H.M, (2015). Een Preventieve Aanpak van Depressieve en Ongelukkige Leerlingen. Presentatie gegeven tijdens de FACTA studiedag Depressieve en kwetsbare leerlingen, 16 april 2015, Utrecht, Nederland. • Creemers, D.H.M. (2015). Depression and suicide prevention in the community. Presented during International Expert meeting on depression prevention for youth: Shaping the research agenda, 25-26 November, Utrecht, The Netherlands. • Creemers, D.H.M, (2015). Depressie Preventie bij Adolescenten: hoe gaan we dit organiseren? Presentatie gegeven tijdens studiedag depressiepreventie, 27 november, Oss, Nederland. • De Bont, P.A.J.M. (2015). Secundaire effecten van PTSS behandeling bij mensen met psychotische stoornissen. Presentatie tijdens het 43ste voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart-2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Den Boer, E., Pelzer, A.C.M. & Van der Heijden, F.M.M.A. (2015). Systematische review naar de behandeling van katatonie: een advies behandelprotocol. Poster gepresenteerd tijdens het 43ste voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart - 2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Heesen, K. W. J. & Van Ettekoven, K. M. (2015). Strong Teens & Resilient Minds. Depressiepreventie op het voortgezet onderwijs. Presentatie tijdens het 4e Logacom kenniscongres stoornissen, 8 december, Ede, Nederland. 24
25
Presentaties
• Jansen, E. & Heesen, K.W.J. (2015) Autisme en depressie. Workshop gegeven tijdens studiedag depressiepreventie, 27 november, Oss, Nederland. • Krebs, R., Ewalds, A.L., Heijden, P.T. van der, Penterman, E.J.M., Grootens, K.P. (2015). AIOS psychiatrie: betrokken, trots en vervuld! Poster gepresenteerd tijdens het 43ste voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart-2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Rasing, S.P.A., Creemers, D.H.M, Janssens, J.M.A.M., & Scholte, R.H.J. (2015). Preventie van depressie en angst voor hoog-risico adolescente meiden: voorlopige resultaten van een RCT. Poster gepresenteerd tijdens het 43ste voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart-2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Rasing, S.P.A., Creemers, D.H.M., Janssens, J.M.A.M., & Scholte, R.H.J. (2015). Preventing Depression and Anxiety in Adolescent Girls of Parents with Mental Illness: a Randomized Controlled Trial. Poster presented during the inaugural International Convention of Psychological Science (ICPS), 12-14 March 2015, Amsterdam, The Netherlands. • Rasing, S.P.A., Creemers, D.H.M, Janssens, J.M.A.M., & Scholte, R.H.J. (2015). School-based Depression and Anxiety Prevention in Adolescent Girls with Parents with a Mental Illness. Presentation during the ADAA 35th Annual Conference, 9-12 April 2015, Miami, US. • Rasing, S.P.A., Creemers, D.H.M, Janssens, J.M.A.M., & Scholte, R.H.J. (2015). Depression and Anxiety Prevention for At-risk Adolescents: A Meta-analytic Review. Poster presented during the ADAA 35th Annual Conference, 9-12 April 2015, Miami, US. • Rasing, S.P.A. & Tak, Y. (2015). Op Volle Kracht en Een Sprong Vooruit: depressiepreventie voor adolescenten. Workshop gegeven tijdens studiedag depressiepreventie, 27 november, Oss, Nederland. • Stikkelbroek, Y. (2015). Effectiveness of Cognitive Behavioural Therapy (CBT), the “D(o)epression course”, in clinically depressed adolescents; individual CBT versus Treatment As Usual (TAU). Presentation during the 16th international ESCAP congress, 20-24 June 2015, Madrid, Spain. • Stikkelbroek, Y. (2015). Depressie, doen we wat we weten? Presentatie tijdens studiedag depressiepreventie, 27 november, Oss, Nederland.
Presentaties
presentaties • Stikkelbroek, Y. & Bodden, D. (2015, november). D(o)epressie. Workshop tijdens studiedag depressiepreventie, 27 november, Oss, Nederland. • Stikkelbroek, Y. & Bodden, D. (2015, november). Praten? Effectiviteit van Cognitieve Gedrags Therapie (CGT) bij depressieve adolescenten; individuele CGT versus reguliere behandeling. Presentation at the congress. Presentatie tijdens lezingencyclus door NJI, 12 november 2015, Utrecht, Nederland. • Stikkelbroek, Y. & Bodden, D. (2015). Effectiviteit van de behandeling van depressieve adolescenten. Presentatie tijdens GGZ kennisdag, 22 sepetember 2015, Amersfoort, Nederland. • Stikkelbroek, Y. (2015, april). Multidisciplinaire richtlijn Depressie in de Jeugd GGZ, diagnostiek en behandeling in de praktijk versus de multidisciplinaire richtlijn. Presentatie tijdens het 43ste voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart-2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Tijssen, K., Rasing, S.P.A. & Kerssemakers, E.M. (2015). FACT Jeugd: De resultaten van zorg voor langdurig zorgafhankelijke jeugdigen met psychiatrische problematiek. Poster gepresenteerd tijdens het 43ste voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart - 2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Wijnhoven, L.A.M.W., Creemers, D.H.M., Engels, R.C.M.E. & Granic, I. (2015). Het effect van de game Mindlight op angstklachten bij kinderen met een autisme spectrum stoornis. Poster gepresenteerd tijdens het voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 31 maart - 2 april 2015, Maastricht, Nederland. • Wijnhoven, L.A.M.W., Creemers, D.H.M., Engels, R.C.M.E. & Granic, I. Het effect van de game Mindlight op angstklachten bij kinderen met autisme. Workshop gegeven tijdens e-health event van GGZ Eindhoven en Mondriaan. 15 oktober 2015, Valkenswaard, Nederland.
26
CO L O F O N Samenstelling: Sanne Rasing, Anouk Suurs, Martine Koopman Ontwerp: planC.nl ‘s-Hertogenbosch Fotografie: Wim Hollemans Druk: drukkerij DeKkersVanGerwen Uitgave: GGZ Oost Brabant - maart 2016
27
CONTACT Kluisstraat 2, 5427 EM Boekel Postbus 3, 5427 ZG Boekel T 0492 – 84 60 00 wetenschappelijkonderzoekaggzoostbrabant.nl www.ggzoostbrabant.nl/onderzoek
28
13570/1603
Uitgave van GGZ Oost Brabant, Opleidingen & Onderzoek