Jaarverslag
2013 2014
Voorwoord Hierbij bied ik u het jaarverslag 2013-2014 van Leerlingzaken Noord-Veluwe aan, waarin u wordt geïnformeerd over de activiteiten van Leerlingzaken in het schooljaar 2013-2014 en de ontwikkelingen die momenteel in het werkveld gaande zijn. Sinds november 2008 voert Leerlingzaken de taken uit, die de gemeenten in onze regio en Zeewolde hebben in het kader van de Leerplichtwet 1969, de kwalificatieplicht en de wet op de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). Alle jongeren in onze regio in de leeftijd van 5-23 jaar worden tijdens hun schoolloopbaan gevolgd tot zij in het bezit zijn van een startkwalificatie (diploma minimaal mbo-niveau 2, havo of vwo). Door de transitie Jeugdzorg, is het werkveld rondom de zorg voor jongeren in beweging. In onze regio stemmen de verschillende netwerkpartners de werkzaamheden met elkaar af om een aansluitend netwerk van ondersteuning en zorg te bieden. Hierbij wordt zo vroeg als mogelijk de nodige ondersteuning geboden aan de jongeren. In onze regio gaan handhaving en zorg samen. Leerlingzaken ziet strikt toe op naleving van de regels, zowel door ouders, jongeren als de school. Echter als schoolverzuim ontstaat door problemen op school of thuis zal de consulent leerplicht/RMC altijd eerst in overleg treden met school of naar zorg verwijzen om de jongere weer op weg te helpen. Een proces-verbaal wordt in die omstandigheden alleen in het uiterste geval ingezet. Ik nodig u van harte uit om dit jaarverslag met aandacht te lezen. S.W. (Willem) Krooneman, Portefeuillehouder Welzijn en Sociale Aangelegenheden in het dagelijks bestuur van Regio Noord-Veluwe
Leeswijzer In het eerste deel van dit jaarverslag gaat het over Leerlingzaken algemeen, waarna u via een interview in het leerplichtgedeelte komt. In het derde gedeelte komt RMC aan het woord over verzuim van 18+ jongeren. Verzuim kan een voorbode van voortijdig schoolverlaten zijn. Tot slot treft u achter in dit jaarverslag de cijfers van de regio aan.
2
3
Jaarverslag
1. Leerlingzaken Leerlingzaken Noord-Veluwe heeft als missie het waarborgen van het recht op onderwijs. Alle jongeren van 5 tot 23 jaar in onze regio moeten, binnen hun mogelijkheden, onderwijs kunnen volgen. Het uiteindelijke doel is dat leerlingen een startkwalificatie (of het maximaal haalbare) behalen en daardoor kansrijker zijn op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.
1.1 Algemeen Leerlingzaken voert leerplichttaken uit. Hierbij handhaaft zij de Leerplichtwet 1969 en verzorgt de leerplichtadministratie voor de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde. Ook is Leerlingzaken de uitvoerder van de kwalificatieplicht en de wet op de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). Jongeren van 16 en 17 jaar mogen het onderwijs alleen verlaten als zij in het bezit zijn van een startkwalificatie (minimaal mbo-niveau 2 havo of vwo). Jongeren die niet meer leerplichtig zijn (18+) en die het onderwijs dreigen te verlaten zonder een geschikt diploma, worden door RMC gevolgd en - als het nodig is - begeleid naar een opleiding en/of werk. De gemeentelijk coördinator Jeugd is bij Leerlingzaken de verbindende schakel tussen Veiligheidskamer Jeugd en Leerlingzaken.
2013 2014
Leerlingzaken Noord-Veluwe heeft daarom in 2013 een traject ingezet om de efficiëntie en effectiviteit van de taken tegen het licht te houden. Met name het beoordelen van de verzuimmeldingen en dit bespreken met de scholen staat hoog op de prioriteitenlijst van Leerlingzaken. Hier valt nog winst te behalen met betrekking tot het verminderen van verzuimmeldingen. In opdracht van het dagelijks bestuur van RNV is in 2013 de formatie en financiering van Leerlingzaken onderzocht. Uit het onderzoek kwam de aanbeveling om een multidisciplinaire regionale projectgroep te vormen, om afspraken te maken over formatie, taken, rollen, verantwoordelijkheden en financiën. Deze projectgroep heeft van het dagelijks bestuur een bestuursopdracht gekregen met als doel: n in 2015 is Leerlingzaken getransformeerd en pakt ze haar rol op binnen de transformatie jeugdzorg, passend onderwijs en de Participatiewet; n met ingang van 1 januari 2016 is de structurele financiering van Leerlingzaken door de gemeenten geregeld; n voor de overgangsperiode 2014 en 2015 zijn afspraken gemaakt tussen gemeenten en Leerlingzaken over de taken die Leerlingzaken (Leerplicht/RMC) uitvoert, de inzet van de reserve en de eventuele extra financiële middelen die gemeenten beschikbaar stellen. Afronding van dit onderzoek en besluitvorming is eind 2014 gepland. In de uitvoering van het project wordt aangehaakt bij de transitie jeugdzorg, zodat in de vormgeving van de jeugdzorg per 2015 een goede inbedding van de leerplichttaak en die van RMC (voor jong volwassenen) gerealiseerd is.
1.2 Ontwikkelingen Leerlingzaken Sinds november 2008 is de leerplicht en RMC-taak ondergebracht bij Regio Noord-Veluwe. In de afgelopen vijf jaar is er veel werk verzet om het contact met de scholen en netwerkpartners te versterken. Het gevolg hiervan is dat de scholen eerder verzuim melden en actief contact zoeken met Leerlingzaken.
Jubileumbijeenkomst
Het lustrum is bij het Christelijk VMBO Harderwijk, locatie Spectrum, gevierd. Bestuurders, netwerk organisaties en scholen werden hier feestelijk ontvangen. De leerlingen van Spectrum verzorgden het parkeren, de garderobe en de catering, de techniek en fotografie. Het thema was ‘passend onderwijs’: samen ervoor zorgen dat alle kinderen een plaatsje op school hebben en niemand tussen wal en schip valt. De heer Hoogendoorn, portefeuillehouder Welzijn en sociale aangelegenheden van Regio NoordVeluwe en burgemeester van Oldebroek, benadrukte de goede samenwerking in de regio.
Focus op jongeren 18+
Heroverweging van taken
Leerlingzaken heeft sinds de oprichting van het regionaal bureau 8,6 fte voor leerplicht en 1,7 fte voor RMC. De verzuimmeldingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs stabiliseren zich rond de 1100 meldingen. De verzuimmeldingen RMC (18+) stijgen nog altijd. Waren er in 2009-2010 111 meldingen, afgelopen schooljaar waren dit er 702. Een dergelijke toename van verzuimmeldingen in de loop van vijf jaar maakt een heroverweging van taken noodzakelijk.
4
Vóór het schooljaar 2009-2010 volgde RMC de 18+ jongere voornamelijk op afstand, waardoor de formatie fors lager lag dan de door Ingrado (brancheorganisatie leerplicht en RMC) opgestelde richtlijnen. De taak stelling vanuit het ministerie van OCW, om het aantal voortijdig schoolverlaters met 40% te verminderen, heeft ertoe geleid dat Leerlingzaken met ingang van het s chooljaar 2010-2011 haar focus ook meer heeft gericht op de oudere mbo-leerlingen. Voor de kalenderjaren 2013 en 2014 heeft het dagelijks bestuur 1,4 fte extra beschikbaar gesteld. Deze extra formatie is er om de jongere, die al afstand van school heeft genomen, terug te begeleiden naar school. Daarnaast kunnen meer verzuimmeldingen van 18+ jongeren worden opgepakt. Hierdoor kunnen potentiële voortijdig schoolverlaters (VSV’er) v oorkomen worden.
5
Jaarverslag 1.3 Toezicht op leerplicht en kwalificatieplicht De consulent leerplicht/RMC houdt toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969. Naast de consulent leerplicht/RMC hebben scholen, ouders en werkgevers een rol bij het toezicht op de leerplicht en kwalificatieplicht.
2013 2014
RMC
Het RMC richt zich op: n vermindering van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters; n maximale participatie van jongeren in de maatschappij, voornamelijk op de arbeidsmarkt, als gevolg van het verminderen van nieuwe VSV’ers. Dit bereiken we door aandacht te besteden aan de in het verleden uitgevallen jongeren zonder startkwalificatie; n optimale ontwikkeling/ontplooiing van jongeren door het volgen van de opleiding die bij hen past.
Rolverdeling:
Gemeenten
1.4 Scholing en training
Ouders/verzorgers
Er vindt regelmatig training en opleiding plaats van de medewerkers van Leerlingzaken. Er is een training geweest voor de consulenten voor de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Het hebben van een meldcode is verplicht gesteld door de overheid. Vier consulenten zijn in het schooljaar 2013-2014 begonnen met de nieuwe permanente bij- en herscholingstraining voor Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). Dit is noodzakelijk om de BOA-bevoegdheid te behouden, waarmee de legitimiteit voor het opmaken van processen-verbaal gewaarborgd is. Het is belangrijk dat er voldoende consulenten een BOA-bevoegdheid hebben om Haltverwijzingen en processen-verbaal op te maken. Tevens is er een leantraject opgestart, waarbij de medewerkers van Leerlingzaken getraind worden in het transparant en overzichtelijk maken van processen. Hierbij worden de processen onder de loep genomen en wordt gekeken waar er meer efficiency en effectiviteit behaald kan worden. Dit zijn stuk voor stuk intensieve trainingen die de kwaliteit van de medewerkers op peil houden.
Uitgangspunten van het gemeentelijk beleid zijn: n zorgdragen dat jongeren passend onderwijs kunnen volgen; n terugdringen van het ongeoorloofd schoolverzuim; n voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten.
Ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor: n het inschrijven van de leerling op een school; n het daadwerkelijk bezoeken van de school door de leerling; n het opvoeden en stimuleren van hun kind.
School
De school is verantwoordelijk voor het nemen van die maatregelen, die noodzakelijk zijn om ongeoorloofd schoolverzuim te voorkomen. Dit kan langs drie sporen: n door uitdagend onderwijs met goede studie-/beroepskeuzevoorlichting (met een aangesloten en gevarieerd rooster); n door het actief organiseren van binding met leerlingen en hun ouders; n door snel, eenduidig en alert optreden als zich ongeoorloofd verzuim voordoet (volgens de wettelijke verplichtingen). Los van elkaar leiden bovengenoemde sporen niet vanzelfsprekend tot het uiteindelijke doel: het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. De scholen, die succes hebben in het terugdringen van voortijdig schoolverlaters, hebben hun administratieve processen ingebed in een bredere en samenhangende pedagogische aanpak. Daarbij worden ook andere partijen preventief ingeschakeld, waaronder leerplicht en RMC.
Leerplicht
Op het moment dat de door school ondernomen stappen niet het gewenste effect hebben, wordt de consulent leerplicht/RMC ingeschakeld. Om verzuim te voorkomen moet preventief worden opgetreden. Dit is mogelijk als de scholen de consulenten op een zo vroeg mogelijk tijdstip in kennis stellen van dreigend schoolverzuim. De consulent kan op dat moment preventief een gesprek met de leerling en/of ouders aangaan. Mocht na dit gesprek het verzuim aanhouden kan de consulent dwingend optreden om te komen tot de noodzakelijke maatregelen voor de begeleiding van de leerling. De belangrijkste taken van de consulent leerplicht/RMC zijn: n het voeren van gesprekken met leerlingen en/of ouders; n het doorverwijzen van leerlingen en/of ouders richting zorg/hulpverlening; n controles op luxe verzuim rondom de vakanties; n deelname aan Zorg Advies Teams (ZAT’s) op scholen, wanneer er (risico op) verzuim is; n deelname aan overleggen met ketenpartners, bijvoorbeeld Basisteams CJG; n bemiddelen bij andere problematiek dan verzuim, bijvoorbeeld plaatsingsproblematiek op scholen; n in enkele gevallen vrijstelling van leerplicht verlenen; n bijdrage leveren aan het leerplichtbeleid en het verbeteren van de werkprocessen; n handhaven van de Leerplichtwet op het gebied van absoluut verzuim (het ontbreken van een schoolinschrijving); n handhaven van de Leerplichtwet op het gebied van relatief verzuim (spijbelgedrag en luxe verzuim). 6
1.5 Gemeentelijk Jeugdcoördinator De Gemeentelijk Jeugdcoördinator vertegenwoordigt de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Zij is een spin in het web waar het gaat om jongeren die op het foute pad zitten of dreigen te raken. Vaak zijn meerdere instanties betrokken bij deze jongeren. De Jeugdcoördinator zorgt ervoor dat alle instanties goed samenwerken. Het kan hierbij gaan om jongeren met problematiek van verschillende aard: n jongeren die een strafbaar feit hebben gepleegd; n risicojongeren die een verhoogde kans hebben om (weer) een strafbaar feit te plegen en minderjarige veelplegers; n probleemjongeren tot 12 jaar; n nazorg van criminele jongeren.
Lokale basisnetwerken Jeugdoverlast
De Jeugdcoördinator is deelnemer aan de lokale basisnetwerken Jeugdoverlast. Deze lokale overleggen hebben als doel om risicojongeren binnen hanggroepen in beeld te krijgen. Het gedrag van hinderlijke en overlastgevende groepen wordt besproken. Er is (via politie en jongerenwerk) goed zicht op risicojongeren die problemen hebben of ontwikkelen op het snijvlak van zorg en veiligheid. De Jeugdcoördinator bekijkt hoe individuen binnen deze groepen het beste in beeld kunnen worden gebracht en hoe hiervoor het beste een persoonsgericht plan van aanpak kan worden gemaakt.
Justitieel Overleg Risicojeugd (JOR)
In de Veiligheidskamer NW-Veluwe worden jongeren besproken tussen de 12 en 23 jaar (zowel met als zonder justitieel kader), waarbij sprake is van complexe problematiek en casusoverleg wenselijk en/of noodzakelijk is. Dit tweemaandelijkse overleg is uitgesplitst in het overleg Risicojongeren 18- en Risicojongeren 18+. In het JOR is de verbinding tussen de zorgketen, de strafrechtketen en de gemeente (via de Jeugdcoördinator) voorwaarde voor een succesvolle en duurzame aanpak van (potentieel) crimineel en overlastgevend gedrag. De Jeugdcoördinator is de verbindende schakel tussen de Veiligheidskamer en Leerlingzaken.
7
Jaarverslag Screeningsoverleg leerplicht en Veiligheidskamer
Raad voor de Vanaf januari 2014 is gestart met het screeningsoverleg leerplicht. Kinderbescherming Het screeningsoverleg is een overleg met de Raad voor de Kinderbescherming, BJZ, de Jeugdcoördinator en de consulent leerplicht/ RMC. Tijdens het screeningsoverleg kan de consulent leerplicht/RMC casuïstiek inbrengen rondom aanhoudend schoolverzuim waarbij vrijwillige hulpverlening niet afdoende is gebleken. Tijdens het screeningsoverleg wordt bekeken waar de jongere het meest bij gebaat is en/of het opmaken van een proces-verbaal leerplicht een meerwaarde heeft.
1.6 Samenwerking met netwerkpartners Om schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten te voorkomen, is het van groot belang om samen te werken met externe partijen en om deze samenwerking verder te intensiveren. Er zijn veel onderwijsinstellingen, instanties en personen betrokken bij het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. Onder andere de scholen geven aan dat een gezamenlijke aanpak van het terugdringen van het verzuim gewenst is en ook zeker een meerwaarde heeft. Het is van groot belang dat de school zich gesteund voelt als het gaat om het aanpakken van verzuim en het motiveren van leerlingen. Om schooluitval zo goed mogelijk tegen te gaan is samenwerking dus van groot belang. Leerlingzaken werkt met veel instanties en schakelt indien nodig dit netwerk in. De volgende instanties/personen zijn hier een voorbeeld van: n Basisteam CJG. Hierin werken de verschillende disciplines uit het zorgveld samen: o.a. Bureau Jeugdzorg (BJZ), Centrum Jeugd en Gezin (CJG), (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) GGD en Schoolmaatschappelijk werk (SMW) n Jeugdreclassering (JR) n Intern begeleiders van het basisonderwijs n Mentoren en coaches van het vo en het mbo n Openbaar Ministerie (OM) n Politie n Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) n Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
Tekst Pieneke Koops
“De oplossing voor thuiszitters ligt bij het bieden van maatwerk” Pieneke Koops houdt zich als beleidsmedewerker Samenlevingszaken bij de gemeente Ermelo voornamelijk bezig met jeugd en onderwijs. Ze maakte deel uit van de tijdelijke Werkgroep Thuiszitters. “Het rapport van Kinderombudsman Marc Dullaert over de landelijke problematiek van thuiszitters was de directe aanleiding voor het vormen van die werkgroep,” vertelt ze. In dat rapport stelt de Kinderombudsman vast dat er in Nederland duizenden kinderen niet naar school gaan. In de meeste gevallen gaat het om kinderen met specifieke onderwijsbehoeften en om kinderen die extra aandacht nodig hebben. De Kinderombudsman concludeert dat de invoering van passend onderwijs geen oplossing is voor het probleem van thuiszittende kinderen. “Zolang er geen maatwerk georganiseerd wordt, zal de zorgplicht van scholen geen verandering brengen,” aldus het rapport.
Diverse wetswijzigingen
“Het is een lastige materie die niet los gezien kan worden van diverse wetswijzigingen,” legt Pieneke Koops uit. “In de eerste plaats de wet Passend Onderwijs en daarnaast de nieuwe Jeugdwet waardoor gemeenten per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid krijgen voor de uitvoering van het gehele jeugdbeleid - en de veranderingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning. De gemeenten waren al verantwoordelijk voor de Leerplichtwet en het preventief jeugdbeleid. Dat blijft zo en dat vormt het fundament van kennis en ervaring. Alleen komt er nu bovenop dat fundament een heel bouwwerk met tal van verdiepingen, gevuld met nieuwe taken.
‘Het mag niet zo zijn dat niemand zich erom bekommert als een kind thuiszit’ Uiteenlopende oorzaken
Er zijn leerlingen die te maken hebben of te maken gaan krijgen met al die wetswijzigingen. Dat geldt ongetwijfeld voor een deel van de groep thuiszitters. Maar hoe groot die groep in deze regio is, is moeilijk vast te stellen. De uitkomst is afhankelijk van de definitie die je hanteert. Er kunnen verschillende oorzaken voor thuiszitten zijn en het heeft niet zoveel zin om uiteenlopende situaties onder één noemer onder te brengen.
8
2013 2014
Flexibiliteit
Het uitgangspunt is dat het niet zo mag zijn dat niemand zich erom bekommert als een kind thuiszit en niemand zich eigenaar voelt van dat probleem. Uiteindelijk ligt de oplossing bij het bieden van maatwerk en eigenlijk bij een totaalpakket aan maatwerk voor het hele gezin. Waarbij we goed moeten beseffen dat het onmogelijk is om een protocol op te stellen waar elke leerling in past. Dat vereist in mijn ogen een grote mate van flexibiliteit. Tegelijkertijd moeten we ons als gemeenten aan onze juridische verplichtingen houden. Dat gaat natuurlijk spanning geven, maar we moeten voorkomen dat we in een kramp terechtkomen.
Missie
De tijdelijke werkgroep heeft de problematiek van de thuiszitters op de agenda gezet, binnen het kader van de diverse wetswijzigingen. In het besef dat zowel het onderwijs als de gemeenten nu in een fase verkeren van snuffelen, uitproberen en pionieren. Voordat alles binnen de nieuwe wetten, regels en verantwoordelijkheden goed in elkaar past, zijn we een aantal jaren verder. Ideaal zou zijn dat er dan dankzij een sluitend samenwerkingsnetwerk en het bieden van maatwerk - in een vroeg stadium voorkomen kan worden dat een kind een thuiszitter wordt. Dat klinkt misschien heel idealistisch, maar dat is wel de missie waar we nu voor staan.” 9
Jaarverslag
2. Leerplicht 2.1 Leerplichtwet 1969 en kwalificatieplicht Leerplicht geldt voor kinderen van 5 tot en met 16 jaar: vanaf de eerste dag van de maand nadat een kind 5 jaar wordt tot het einde van het schooljaar waarin het 16 jaar is geworden of aan het einde van het twaalfde schooljaar. Een groep overslaan telt ook mee als volledig schooljaar. De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Ze vallen dan nog niet onder de Leerplichtwet 1969, maar voor hen gelden wel de regels die de school voert over aanwezigheid en het volgen van het onderwijs. Deze schoolregels gelden ook voor leerlingen vanaf 18 jaar die niet meer leer- of kwalificatieplichtig zijn. Naast de leerplicht bestaat sinds 1 augustus 2007 de kwalificatieplicht. Dit houdt in dat jongeren tussen 16 en 18 jaar onderwijs moeten volgen tot zij een startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie is een havo-diploma, vwo-diploma of een mbo-diploma op niveau 2 of hoger. De kwalificatieplicht is één van de maatregelen die de Rijksoverheid heeft ingesteld om schooluitval van jongeren tegen te gaan en de kansen van startende jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten. De leerplichtwet verplicht gemeenten om te controleren of de in de gemeente wonende leerplichtigen staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Als een leerplichtige niet ingeschreven is, dan is er sprake van absoluut verzuim. Daarnaast schrijft de wet voor dat onderwijsinstellingen vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim moeten melden bij de gemeente. Er is afgesproken dat ook langdurig of zorgwekkend ziekteverzuim bij de gemeente wordt gemeld, zodat er beoordeeld kan worden (door inzet van de GGD) in hoeverre de jongere in staat is om (enkele) uren onderwijs te volgen. Daarnaast zijn er vormen van geoorloofd verzuim, nadat ze zijn toegekend door de directeur van een onderwijsinstelling of de consulent leerplicht/RMC, zoals extra verlof vanwege gewichtige omstandigheden, vakantieverlof en/of vrijstellingen. Taken
Werkzaamheden Leerplicht
Preventie
Onder preventie valt het geven van voorlichting en advies aan ouders, leerlingen en scholen. Daarnaast ook andere activiteiten die zijn gericht op het voorkomen van school verzuim, zoals het deelnemen aan het ZAT en ander netwerkoverleg.
Curatie
Er wordt een onderzoek ingesteld bij meldingen waar vermoeden is van absoluut en r elatief schoolverzuim en het bestrijden van geconstateerd schoolverzuim en voortijdig school verlaten. Een consulent leerplicht/RMC werkt curatief als zij verzuimende jongeren weer terug naar school leiden. Ook het signaleren van thuiszittende leerlingen en zo nodig bemiddelen en behandelen van aanvragen voor vrijstelling en verlof vallen hieronder.
Repressie
Repressief houdt in, dat de consulent leerplicht/RMC in geval van spijbelen of veelvuldig te laat komen zonder achterliggende problematiek, een Haltverwijzing of een proces-verbaal kan opmaken. Hiervoor is een BOA bevoegdheid noodzakelijk.
2.2 Schoolverzuim Het volgen van onderwijs is essentieel voor de individuele ontwikkeling van een kind en het verwerven van een eigen plaats in de maatschappij. Structureel verzuim blijkt vaak een signaal van onder andere ernstige (gedrags)problemen, niet zelden leidend tot criminaliteit. Daarom is er voor jongeren niet alleen een recht op onderwijs, maar ook een plicht om onderwijs te volgen. Om het doel ‘volgen van onderwijs’
10
2013 2014
voor zo veel mogelijk kinderen te realiseren, is een gecoördineerde en optimale inzet van alle betrokken partners (scholen, gemeenten, Raad voor de Kinderbescherming, politie, Bureau Jeugdzorg, Inspectie van het Onderwijs, Openbaar Ministerie en rechter) vereist. De consulent leerplicht/RMC vervult de schakelrol bij deze gezamenlijke a anpak van schoolverzuim en neemt het initiatief voor een adequaat vervolg op de verzuimmeldingen. Terugleiding naar school staat hierbij altijd centraal.
Halt
Wanneer een jongere na een waarschuwing blijft verzuimen, loopt hij het risico om een Halt-verwijzing of een proces-verbaal te krijgen. Halt staat voor Het Alternatief en is bedoeld om jongeren buiten de strafrechtelijke kaders te houden. Wanneer er rondom de leerling op meerdere gebieden zorgen zijn of het schoolverzuim boven de 60 uur komt, kan er geen Haltverwijzing worden gegeven. Er wordt in dit geval, mits er reeds lijnen zijn uitgezet richting zorg, direct proces-verbaal opgemaakt. Wanneer een Halt-afdoening niet correct door de jongere uitgevoerd wordt, adviseert bureau Halt de consulent leerplicht/RMC om het proces-verbaal door te sturen naar het Openbaar Ministerie. Halt levert een bijdrage aan de preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit. De jongere herstelt via Halt zoveel mogelijk wat fout is gegaan. Ouders krijgen in de Halt-afdoening een belangrijke rol en taak. Halt ondersteunt ouders in hun vaardigheden om strafbaar gedrag van hun kind in de toekomst te helpen voorkomen.
Proces-verbaal
Als een ouder en /of kind de verplichtingen van de leerplichtwet niet naleeft, kan de consulent leerplicht/RMC een proces-verbaal opmaken. Hiermee wordt een gerechtelijke procedure gestart. Voordat er wordt over gegaan tot het opmaken van proces-verbaal dient de consulent leerplicht/RMC eerst de mogelijkheid van een zorgtraject te hebben overwogen. Overtreding van de leerplichtwet kan leiden tot een geldboete en/of een leerstraf voor ouder(s) en/of een taak- of werkstraf voor de leerplichtige. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid dat er een maatregel hulp en steun wordt opgelegd door de rechter.
Vrijstellingen
Leerlingzaken is verantwoordelijk voor de behandeling van de aanvragen tot vrijstelling. Binnen Leerlingzaken is afgesproken dat alle aanvragen voor vrijstelling worden beoordeeld binnen het w ekelijkse casuïstiek overleg. Ouders kunnen bij Leerlingzaken een verzoek tot vrijstelling van inschrijving indienen. In de leerplichtwet zijn artikelen opgenomen die regelen op welke gronden de vrijstelling verleend mag worden. Gronden voor vrijstelling van inschrijving op grond van artikel 5, die kunnen worden afgegeven: n als een leerling op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om naar school te gaan; n als ouders tegen de richting van het onderwijs, op alle binnen redelijke afstanden van de woning gelegen scholen, overwegende bedenkingen hebben; n als een leerling onderwijs in het buitenland volgt; n als de ouders een trekkend bestaan leiden. Naast vrijstelling tot inschrijving kunnen ouders ook een verzoek indienen voor vervangende leerplicht (art. 3a en 3b), vrijstelling van geregeld schoolbezoek (art.11 onder g) of vrijstelling voor het volgen van ander onderwijs (art.15). De kwalificatieplicht geldt niet voor jongeren die voortgezet speciaal onderwijs in het uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht of het uitstroomprofiel dagbesteding hebben gevolgd. Ook voor jongeren die in het bezit zijn van een getuigschrift of een diploma van het praktijkonderwijs geldt de kwalificatieplicht niet (art 4a).
11
Jaarverslag 2.3 Thuiszitters
2.4 Controles luxe verzuim onderwijs
Wat is nu eigenlijk een thuiszitter? Welke leerlingen worden als thuiszitter geteld in de jaarlijkse opgave zoals bedoeld in artikel 25, lid 2 van de Leerplichtwet? Daarvoor wordt landelijk de volgende definitie gehanteerd: een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan vier weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs.
Vanuit Leerlingzaken worden de richtlijnen voor het toekennen en afwijzen van verlof naar de scholen gecommuniceerd. Bij twijfel over het toekennen of afwijzen van verlof werd het afgelopen schooljaar veel vuldig contact met Leerlingzaken opgenomen. Zo krijgen directeuren handvatten aangereikt en wordt het toepassen van de Leerplichtwet 1969 nagestreefd.
Extra controle op luxe verzuim
Leerlingen die thuiszitten worden door scholen niet consequent gemeld bij Leerlingzaken. Een oorzaak van een thuiszittende leerling kan zijn een onhoudbare situatie in de klas en/of omdat de leerling op een wachtlijst staat voor plaatsing op een school. Na de eerste melding van een thuiszitter wordt er door de consulent leerplicht/RMC eerst contact opgenomen met de school, leerling en/of ouders en eventueel de hulpverlening die in het gezin zit. Na constatering van het probleem wordt er gezamenlijk gekeken naar een oplossing. Is het niet met deze p artijen op te lossen dan is er de mogelijkheid om de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) in te s chakelen of een andere instantie die kan bemiddelen zoals onderwijsconsulenten (als het gaat om clusterleerlingen met een indicatie) of Gedragswerk. Wanneer er nog geen hulpverlening in het gezin is en dit wel nodig is, wordt via het Basisteam CJG de juiste hulpverlening ingeschakeld. Afhankelijk van de reden van het thuiszitten wordt er zo snel mogelijk een terugplaatsing op de huidige school geregeld, een andere school gezocht of een behandeling voor de leerling opgestart. In de tussentijd wordt er vaak ook gezocht naar een tijdelijke opvang voor de jongere zodat hij/zij wel een dagbesteding heeft.
De consulenten leerplicht/RMC hebben tot en met het schooljaar 2012-2013 vier jaar extra op luxe v erzuim gecontroleerd. In de Leerplichtwet 1969 staat dat een leerplichtig kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Wanneer een ouder het leerplichtige kind thuishoudt om bijvoorbeeld eerder op vakantie te kunnen gaan, is er sprake van luxe verzuim. De controles hadden als doel deze vorm van verzuim tegen te gaan. De controles waren vooraf in zowel de kranten als via social media aangekondigd. Hier is een preventieve werking van uitgegaan. Het aantal verzoeken om verlof bij de scholen neemt af. Ouders weten dat het aanvragen van vrije dagen in verband met vakanties niet of nauwelijks gehonoreerd wordt. Er zijn steeds meer scholen die een studiedag inplannen op de laatste schooldag voor de vakantie, zodat de kinderen geen les hebben. Hiermee spelen zij in op de tendens dat ouders eerder naar hun vakantieadres willen vertrekken.
Voor al deze acties is goedkeuring van ouders nodig, omdat zij in deze situaties verantwoordelijk zijn. Werken ouders niet mee, dan maakt de consulent leerplicht/RMC een proces-verbaal op om bijvoorbeeld hulpverlening op te leggen in het gedwongen kader.
Casus thuiszitter
12
2013 2014
Gerben van 15 jaar volgt sinds 2009 speciaal onderwijs. Er is een verleden met veel verzuim. Het gezin krijgt hulp vanuit BJZ en GGZ. Er zijn diverse MDO’s (Multi Disciplinair Overleg) geweest met alle betrokken partijen. Deze hebben niet tot het gewenste resultaat geleid.
Voor het schooljaar 2013-2014 is besloten een jaar geen extra controles op luxe verzuim te houden. De reden hiervan is dat zowel de directeuren als de ouders behoren te weten hoe om te gaan met het aanvragen en toekennen van verlof. Er werd dit jaar aanzienlijk minder gemeld voor de vakanties. Een aangekondigde controle houdt de scholen alert op het melden van het vermoeden van ongeoorloofd schoolverzuim rondom de schoolvakanties.
In de zomer van 2012 is Gerben, op verzoek van moeder, overgeplaatst naar een andere school. Sindsdien zijn de problemen alleen maar groter geworden. Gerben is slechts een paar dagen geweest. Hij heeft op het schoolplein een vechtpartij gezien en durft daardoor niet meer naar school. Sinds oktober 2012 gaat Gerben helemaal niet meer naar school. Er is sprake van grote angsten bij deze jongen die alleen maar sterker lijken te worden naarmate hij ouder wordt. Het gebrek aan structuur, dagritme en opvoed kundige kwaliteiten van moeder zijn hier mede debet aan. Gerben vult zijn dagen voornamelijk achter de computer. Moeder is niet bij machte om deze situatie te veranderen. Vanuit de hulpverlening is er thuisbegeleiding ingezet. Dit leidt ook niet tot een terugkeer naar school. Gerben heeft zoveel angsten dat hij niet aan school toekomt. Binnen de regio is er gezocht naar een tijdelijke opvang voor Gerben. Daarbij is er contact geweest met PCL, Gedragswerk en Accare (hulpverleningsinstantie). Na lang zoeken en intens overleg met de begeleider en moeder is er uiteindelijk een onderschoolse dagopvang voor Gerben gevonden in combinatie met speciaal onderwijs. Heel stapsgewijs is Gerben uiteindelijk toch weer in de schoolbanken terecht gekomen en volgt hij nu de hele week onderwijs. Dit traject heeft een jaar in beslag genomen.
2.5 Extra activiteiten Dag van de Leerplicht
Op donderdag 20 maart 2014 heeft de 10e landelijke Dag van de Leerplicht plaatsgevonden (zie www.dagvandeleerplicht.nl). Normaal besteedt Leerlingzaken ieder jaar op deze dag extra aandacht aan het recht op onderwijs. Dit jaar is ervoor gekozen om de activiteiten te beperken i.v.m. de Gemeenteraadsverkiezingen die op 19 maart 2014 hebben plaatsvonden. Alle scholen in onze regio hebben wel een digitale kennisquiz aangeboden gekregen die op deze dag tijdens een mentorles aan de leerlingen voorgelegd kon worden.
Actie VMBO-scholen
In de winter van het schooljaar 2013-2014 heeft Leerlingzaken alle vmbo-scholen in de regio bezocht. Hierbij kregen de examenkandidaten een gadget uitgereikt in de vorm van touch-gloves met daarbij informatie over het maken van keuzes met betrekking tot een vervolgopleiding.
13
Jaarverslag Actuele ontwikkelingen Transitie Jeugdzorg
Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle hulp aan minderjarigen. Het gaat dan onder andere om de geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor jongeren met een verstandelijke beperking, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, pleegzorg, de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Door de verschuiving van de jeugdzorg naar gemeenten, wil het kabinet ervoor zorgen dat het jeugdzorgstelsel eenvoudiger wordt. Dat maakt een snellere en effectievere inzet van ondersteuning of hulp mogelijk. De jeugdzorg kan zo beter aansluiten bij de eigen kracht en de sociale netwerken van jeugdigen en hun ouders of verzorgers. Ook wil men voorkomen dat ouders en jeugdigen verdwalen in het systeem. De nieuwe Jeugdwet kent vijf uitgangspunten: n preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk; n de-medicaliseren, ontzorgen en normaliseren door onder meer het opvoedkundig klimaat te versterken in gezinnen, wijken, scholen en in voorzieningen als kinderopvang en peuterspeelzalen; n eerder de juiste hulp op maat te bieden om jeugdigen en gezinnen zo snel mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo effectief mogelijk hulp te bieden met aandacht voor de (kosten)effectiviteit van de geboden hulp; n integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur; n meer ruimte voor professionals om de juiste hulp te bieden door vermindering van regeldruk.
Edwin Blok:
“De ontmoeting met leeftijdsgenoten is de belangrijkste drijfveer om naar school te gaan” De christelijke vmbo-school Spectrum in Harderwijk onderhoudt een speciale band met Leerlingzaken. Het jubileum van de regionale leerplichtorganisatie werd vorig jaar op die school gevierd. Edwin Blok is de directeur. “De mensen die bij Leerlingzaken werken staan dichtbij de mensen van het onderwijs,” zegt hij.
Klasgenoten
Voor tachtig tot negentig procent van de jongens en meisjes is de ontmoeting met hun leeftijdsgenoten de belangrijkste drijfveer om naar school te gaan. Ze komen echt niet bewust naar school om die dag slimmer te worden. Dat pleit ervoor om bij verzuim de aantrekkingskracht van de groep meer in te zetten. Dat gebeurt al spontaan wanneer een leerling ziek is; dan gaan de klasgenoten op bezoek. Het is een overweging waard om ook bij andere vormen van verzuim hierover na te denken. Bijvoorbeeld door klasgenoten te betrekken bij een verzuimgesprek. Dat levert waarschijnlijk andere antwoorden op.
Wet passend onderwijs
Vanaf 1 augustus 2014 is de wet Passend onderwijs van kracht. Doel van de nieuwe wet is dat alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning in de klas nodig hebben, een passende onderwijsplek krijgen. De essentie van het onderwijs blijft hetzelfde: iedere leerling uitdagen het beste uit zichzelf te halen. Uitgangspunt bij passend onderwijs is: ’Regulier als het kan, speciaal als het moet’. Het verschil is dat de scholen en b esturen in een regio gaan samenwerken. In elke regio is een samenwerkingsverband opgericht. Kinderen die extra ondersteuning en/of begeleiding nodig hebben, worden zoveel mogelijk opgevangen in het r eguliere onderwijs in plaats van dat een leerling direct binnen het speciaal onderwijs geplaatst wordt. Door samenwerking zijn er korte lijnen en is alles inzichtelijker. Er kan sneller gehandeld worden in het belang van het kind. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze en het is vervolgens aan de school om een passende onderwijsplek te bieden. Dit kan zijn op de school naar keuze of - als de leerling daar beter op zijn plaats is - op een andere school in het r egulier onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. De scholen stellen een ondersteuningsprofiel op. Dit profiel is bedoeld om aan te geven welke ondersteuning een school kan bieden. Wanneer een school leerlingen aanneemt die extra ondersteuning nodig hebben, dan ontvangt de school daarvoor geld van het samenwerkingsverband. Hierdoor vervallen de landelijke indicatiecriteria voor het (voortgezet) speciaal o nderwijs of een rugzak.
14
2013 2014
Ervaringen uitwisselen
“Het wel of niet op school verschijnen is een belangrijk signaal over hoe het gaat met een leerling. Daarom is het belangrijk om adequaat te reageren op verzuim. Dat doen we in goed overleg met leerplichtambtenaar Koos van Norden die bij Spectrum gestationeerd is. Dat functioneert prima, want hij kent de leerlingen en de docenten en zij kennen hem. Samen zorgen wij ervoor dat er minder leerlingen uitvallen. In vergelijking met een aantal jaren geleden is de uitval duidelijk gedaald.
Leerlingzaken kent de praktijk van alle scholen in de regio. Er is nog wel een verbeterslag te maken door via Leerlingzaken ervaringen uit te wisselen. Wij ontvangen graag advies en dat mag ook best scherp zijn als wij dingen laten liggen. Hetzelfde geldt voor informatie over bepaalde trends in verzuimgedrag of over fantastische oplossingen. De helikopterview van Leerlingzaken kan in dit opzicht nog beter benut worden.
‘In vergelijking met een aantal jaren geleden is de uitval duidelijk gedaald’
Actieve rol
Verzuim wordt het vaakst veroorzaakt door problemen in de thuissituatie. In een stabiele leefomgeving neemt de school een logische plek in en vraagt een leerling zich zelden af of hij wel of niet naar school zal gaan. Als een leefomgeving minder stabiel is, kan de twijfel toeslaan. De leerplicht ambtenaar speelt een actieve rol b innen het project voor leerlingen die extra a andacht nodig hebben. Daarnaast is hij aanwezig bij de besprekingen van het Zorg Advies Team. Met onze zorgcoördinator onderhoudt hij korte lijnen. Zij s preken elkaar wekelijks. Er zijn concrete voorbeelden van leerlingen die tussen wal en schip dreigden te raken en dankzij deze samenwerking toch hun diploma hebben gehaald.
Passend onderwijs
Op onze school was de uitval nooit erg zorgwekkend. Nu staan we zelfs nagenoeg op nul. Het passend onderwijs dat per 1 augustus is ingevoerd, kan een bedreiging gaan vormen voor dat cijfer. Daarmee hebben scholen een zorgplicht gekregen voor de leerlingen die zich aanmelden. Als wij een leerling zelf niet op kunnen vangen, dan moeten wij elders een plek voor hem of haar zoeken. Daarmee wordt de problematiek op sommige vlakken wat steviger. Hoe dat zal gaan in relatie tot verzuim, vind ik nog wel spannend.”
15
Jaarverslag Begeleiding van voortijdig schoolverlaters
3. Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC)
n
3.1 RMC voor voortijdig schoolverlaters
n
Gemeenten zijn op basis van de wet Regionale Meld- en Coördinatiefunctie verplicht om inspanningen te verrichten om het aantal voortijdige schoolverlaters (VSV‘ers) te verminderen. Een jongere heeft een start kwalificatie wanneer hij in het bezit is van een basisberoepsopleiding (mbo-niveau 2, beginnend beroeps beoefenaar), een havo- of een vwo-diploma. Een jongere tot 23 jaar die het onderwijs verlaat of wil verlaten zonder startkwalificatie, is een voortijdig schoolverlater. Scholen zijn verplicht de VSV’ers te melden bij de RMC. Bij Leerlingzaken worden deze VSV’ers v ervolgens geregistreerd. De consulent leerplicht/RMC neemt contact op met de jongere om deze te b emiddelen naar onderwijs en/of werk.
n
3.2 Verzuim 18+ Sinds 1 augustus 2009 zijn de scholen verplicht om de 18+ jongeren te melden bij het digitaal verzuimloket. Dit heeft de afgelopen jaren een explosieve stijging teweeggebracht en zal ook de komende jaren nog een verdere stijging laten zien, totdat alle scholen op tijd melden. De verwachting is dat het aantal meldingen daarna weer afneemt, omdat de scholen het verzuim binnen de scholen grotendeels op kunnen pakken en het verzuim zodoende binnen de afgesproken termijn blijft. Op verzoek van het ministerie van OCW heeft de Inspectie van het Onderwijs in 2011 onderzoek gedaan naar ‘melding van verzuim en voortijdig schoolverlaten in het mbo’. Alle bezochte mbo’s ondernemen eerder actie dan de wettelijke termijn naar verzuimende deelnemers. Zij geven aan dat de meldingen volgens de wettelijke termijnen (na een maand) weinig effect hebben op het bestrijden van het voortijdig schoolverlaten. Na een maand onafgebroken afwezigheid zijn deelnemers meestal ‘onvindbaar’ of voelen zij zich niet meer verbonden met de opleiding/onderwijsinstelling. Om deze ongewenste situaties te voorkomen hebben ook de grote mbo’s, waar onze regio mee te maken heeft, in het verzuimprotocol afgesproken dat deelnemers zonder startkwalificatie van onder en boven de 18 jaar volgens dezelfde termijnen moeten worden gemeld. Dit betekent dus dat ook deze leerlingen bij 16 uur afwezigheid in een periode van vier aaneengesloten weken gemeld moeten worden. Dit is in lijn met het voorstel vanuit OCW, mbo-raad en Ingrado om bij het verzuim van de 18-23 jarigen op dezelfde manier en met dezelfde termijnen te werken als bij de leerplichtigen. De consulenten leerplicht/RMC geven tijdens spreekuren op het mbo voorlichting, voeren gesprekken en geven advies aan jongeren, coaches en docenten. Deze acties verlagen de drempel om te melden.
16
n
n
n
indien de jongere nog op school ingeschreven staat, houdt de consulent preventieve verzuim gesprekken op locatie; indien de jongere van de opleiding is uitge schreven dan ontvangt de jongere een VSV-brief. Hierbij zit een inventarisatieformulier waarop de jongere kan aangeven hoe de dagbesteding is en of hij/zij belangstelling heeft in een gesprek met een RMC-consulent; indien de jongere belangstelling heeft voor een gesprek met een RMC-consulent dan wordt een afspraak gemaakt. In het gesprek wordt met de jongere de stand van zaken doorgenomen (werk, uitkering, wil (later) een opleiding); indien de jongere werkt, een uitkering ontvangt of later een opleiding wil volgen, volgt altijd een contactafspraak over een half jaar na gesprek; indien de jongere niet weet wat hij wil kan de Educatiemeter worden aangeboden. Na het afnemen van de test wordt uitvoerig een evaluatiegesprek gevoerd. Wanneer de jongere niet reageert op de brieven volgt er eventueel een huisbezoek.
Educatiemeter
Om jongeren die het onderwijs zonder startkwalificatie dreigen te verlaten, adequaat te kunnen begeleiden, is het belangrijk snel een goed beeld te hebben van hun mogelijkheden: wat is de potentie van de jongere om zelfstandig een startkwalificatie te halen en in hoeverre is hij/zij in staat zelfstandig aan de maatschappij en de arbeidsmarkt deel te nemen. De Educatiemeter is een gevalideerde test die zowel de jongere zelf als de consulent leerplicht/RMC inzicht geeft in de persoonlijke (leer)stijl en de ondersteuning die de jongere nodig heeft om zijn of haar schoolcarrière af te ronden. Naast de persoonlijkheid meet de Educatiemeter ook de beroepsinteresse van de jongere. Groot voordeel van de test is dat er direct een resultaat uitkomt, waarna een passend traject kan w orden aangeboden.
Omdat het aantal verzuimmeldingen in de afgelopen jaren explosief gestegen is, heeft het dagelijks bestuur van RNV eind 2012 besloten om voor het jaar 2013 en 2014 de formatie van RMC met 1,4 fte op te hogen. Met deze extra formatie kan Leerlingzaken meer jongeren begeleiden.
Drie consulenten van Leerlingzaken hebben een training gevolgd, waardoor ze bevoegd zijn de test bij jongeren af te nemen en zij de resultaten ervan goed kunnen interpreteren en uitleggen. De Educatiemeter wordt in principe gebruikt voor jongeren die in een eerder jaar schoolverlater zijn geworden (oud VSV‘ers).
3.3 Bestrijden voortijdig schoolverlaters Noord-Veluwe
Monitoren overstap van vo naar mbo
De eerste actie bij (beginnend) verzuim ligt, volgens afspraken in het verzuimprotocol, bij de scholen zelf. Wanneer de verzuimaanpak binnen school onvoldoende resultaat biedt, is er overleg met RMC. Er wordt in ieder geval bij 16 uur verzuim in vier weken gemeld bij DUO.
2013 2014
Eén van de momenten waarop leerlingen ongezien uit het onderwijs kunnen verdwijnen, is bij de overstap van vmbo naar mbo. Het gebruik van het registratiesysteem Intergrip is onderdeel van Maatregel 3 ‘Doorstroom vo-mbo’. In het registratiesysteem worden onder meer alle vmbo-examenkandidaten geplaatst, met hun vervolgkeuze. De ROC’s verwerken de aanmeldingen in deze lijst, waardoor duidelijk wordt welke jongere nog niet geplaatst is en geen startkwalificatie heeft. Leerlingzaken bewaakt samen met de scholen de overstap van het vo naar het mbo met behulp van het w ebbased softwarepakket. De probleem/risicoleerlingen kunnen in een vroeg stadium overgedragen worden aan Leerlingzaken. Tijdens de zomersluiting van de scholen neemt Leerlingzaken contact op met de leerlingen die nog geen definitieve vervolgschool hebben. Indien nodig volgt er een gesprek en/of een verwijzing naar een ROC voor loopbaanadvies.
17
Jaarverslag Actuele ontwikkelingen De volgende ontwikkelingen hebben directe invloed op de activiteiten van Leerlingzaken in het schooljaar 2014-2015: n de doelgroep van 18+ jongeren is veel meer onder de aandacht gekomen door de taakstelling vanuit het ministerie van OCW om het aantal voortijdig schoolverlaters landelijk terug te dringen tot 25.000 (ambitie voor 2015); n vanaf 1 januari 2012 moeten jongeren tot 27 jaar voordat ze een WWB-uitkering aanvragen eerst zelf vier weken actief op zoek naar werk. Vanaf 1 juli 2012 moeten ze in die vier weken ook onderzoeken of ze door scholing hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen vergroten; n deelname aan en samenwerking met het ToekomstTraject onderdeel van het regioprogramma VSV, voortvloeiend uit de nieuwe convenanten voor de schooljaren 2012-2015; n wet passend onderwijs; n invoering entreeopleiding, dit was voormalig mbo-niveau 1. De entreeopleiding is gericht op het behalen van een diploma die toegang biedt tot vervolgonderwijs maar ook kan leiden tot uitstroom richting de arbeidsmarkt. Studenten die zich aanmelden voor de entreeopleiding worden beter voorgesorteerd waardoor er een eenduidigere onderwijsaanpak ontstaat. Zo wordt het onderwijs echt op de doelgroep afgesteld.
2013 2014
Derko Slot:
“Verzuim is een voorbode voor uitval” “Het zal nooit helemaal uit te bannen zijn dat leerlingen hun school de rug toekeren voordat ze hun diploma h ebben behaald,” weet drs. Derko Slot. Hij is projectleider VSV (Voortijdig Schoolverlaten Noordwest-Veluwe). “Maar als we onze netwerken goed georganiseerd houden, preventief blijven werken, alert blijven op signalen en daar a dequaat op reageren, dan kunnen we de cijfers laag houden en nog verder laten dalen.” wijs, met als doel hen een weloverwogen en heldere beroepskeuze te laten maken voor het einde van hun vmbo-opleiding. Daardoor kunnen zij gerichter doorstromen naar het mbo. Hoe sterker een leerling gemotiveerd is door een keuze op basis van persoonlijke interesses, hoe kleiner het risico van uitval. Elke vmbo-school heeft deze werkwijze nu geïmplementeerd en daar plukken we de vruchten van als het gaat om minder uitval.
Barrières doorbreken
“Toen wij in deze regio in 2008 een begin m aakten met een georganiseerde aanpak van voortijdig schoolverlaten waren de cijfers in vergelijking met andere regio’s vrij laag. In de jaren daarna d aalden de cijfers in andere regio’s sneller dan op de Noordwest-Veluwe. De door ons gestarte projecten sorteerden pas op langere termijn effect. Dat bleek rond 2013 toen het aantal voortijdige schoolverlaters in onze regio verder daalde.
Voor jongeren die op meerdere leefgebieden een probleem hebben, is er het project ‘Overbelaste jongeren’. Wie zijn leven niet op de rit heeft - door welke omstandigheden ook - is een potentiële uitvaller. Het is geen hulpverleningstraject. Mentoren lopen een poosje mee met een leerling om zijn leven weer op de rails te krijgen. Ze voeren gesprekken thuis met de leerling en met de ouders en wijzen de weg naar instanties om eventuele barrières te doorbreken. Het gaat om ongeveer zestig leerlingen per jaar in de regio.
Alternatieven aanbieden
Daarnaast is er het project ‘Toekomsttraject’. Iedere leerling die zonder diploma de school wil verlaten krijgt daarmee te maken, Verantwoordelijkheid anders schrijft een d irecteur Bij de mbo-opleidingen moest ‘We missen je en willen hem of haar niet uit. De echt een slag gemaakt worden, leerling kan dan aangeven graag met je verder’ omdat het verzuim daar relatief waar hij of zij onvrede mee aan de hoge kant was. Verzuim heeft. Op basis d aarvan is immers een voorbode voor bekijken we wat de mogelijk uitval. Met een project hebben we dat verzuim aanheden zijn. Het gaat meestal om leerlingen die tot de gepakt. Essentieel daarbij was de rol van een mentor conclusie zijn gekomen dat ze iets anders willen. Wij die de leerling aansprak met de vraag waarom hij helpen ze om een verstandige keuze te maken door of zij niet aanwezig was. De verzuimmelding bleef het aanbieden van alternatieven. belangrijk, maar even belangrijk was de boodschap aan de leerling: ‘we missen je en we willen graag Mogelijke bedreigingen met je verder.’ De cultuur van het mbo hielden we Ondanks de dalende cijfers is het zoals gezegd een in het achterhoofd. De leerlingen hebben al een utopie om te verwachten dat het aantal v oortijdige beroep gekozen en zij voeren zelfstandig opdrachten schoolverlaters op nul uitkomt. In de nabije uit in een bedrijf. De verantwoordelijkheid om naar toekomst voorzie ik bovendien een aantal mogelijke school te komen, hoort bij die zelfstandigheid.” bedreigingen. Dat geldt voor de introductie van de entreeopleiding van het mbo voor jongeren zonder Heldere beroepskeuze geschikte vooropleiding en dat geldt eveneens voor Het project ‘Loopbaanoriëntatie en begeleiding’ was de toekomstige strengere reken- en taaltoetsen voor gericht op leerlingen van het voorbereidend onderhet mbo.” 18
19
Jaarverslag 4.3 Verzuimmeldingen leerplicht
4. Cijfers en tabellen
In totaal heeft Leerlingzaken 1.055 meldingen van vermoedelijk ongeoorloofd verzuim ontvangen. Het aantal verzuimmeldingen van het afgelopen schooljaar is afgenomen met 121 meldingen. Dit is een daling van 10,3%. Het vorige schooljaar was er nog sprake van een stijging van 138 meldingen ten opzichte van het schooljaar 2011-2012.
4.1 Algemeen Leerlingzaken onderhoudt een leerlingenregistratie van alle in de aangesloten g emeenten wonende jongeren van 4 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. In de leerlingenregistratie wordt de schoolloopbaan van de jongeren bijgehouden, totdat de start kwalificatie behaald is of de jongere niet meer binnen het werkgebied van Leerlingzaken woont. Het uitgangspunt voor de door Leerlingzaken te voeren leerlingenregistratie, is het c reëren van inzicht in de doorlopende leerlijn van jongeren van 4 tot 23 jaar. Bij Leerlingzaken ligt als enige in de regio een compleet beeld van alle informatie over de jeugd met zijn scholingsachtergrond en de mate waarin de jongeren gekwalificeerd zijn en welke dagbesteding de jongeren hebben (zonder startkwalificatie). Op basis van deze gegevens kan Leerlingzaken trends en ontwikkelingen s ignaleren. Leerlingzaken geeft gevraagd en ongevraagd advies over de wijze waarop onderwijs, overheden en zorginstanties de aanpak zo goed mogelijk kunnen organiseren.
De conclusies die hieruit getrokken kunnen worden zijn: n consulent leerplicht/RMC is meer zichtbaar binnen school; n consulent leerplicht/RMC houdt een wekelijks spreekuur op vo- en mbo-scholen en heeft een intensief contact met verzuimcoördinator en opleidingscoaches; n consulent leerplicht/RMC heeft inzage in de verzuimregistratie van scholen, is hierin proactief en plant controlemomenten in; n scholen melden consequenter bij het verzuimloket; n scholen zien het nut van preventief ingrijpen bij verzuim en betrekken de consulent leerplicht/RMC eerder bij (licht) verzuim; n scholen hebben toegenomen aandacht voor zorgwekkend ziekteverzuim en melden dit eerder. Het schoolverzuim vindt voornamelijk bij het voortgezet onderwijs en middelbaar onderwijs plaats, waarbij de piek van verzuimmeldingen betrekking heeft op leer- en kwalificatieplichtigen in de leeftijd van 15 tot en met 17 jaar. Het afgelopen schooljaar valt op dat het basisonderwijs evenals vorig jaar een daling laat zien. Dit jaar van maar liefst 31,3%. Het voortgezet onderwijs daalt dit jaar weer met 17,1% na een stijging van 18% vorig jaar. Het mbo steeg in 2012-2013 met 18% en dit jaar met 10,1%. Er was maar één geval van absoluut verzuim. Dit is het resultaat van de preventieve administratieve c ontroles die tweewekelijks worden uitgevoerd. Het totaal aantal meldingen relatief luxe verzuim is met 34,1% gedaald. Dit valt te verklaren doordat de ouders weten dat er processen-verbaal gegeven worden. Daarnaast zijn er afgelopen jaar geen extra controles op luxe verzuim door de consulenten leerplicht/RMC bij de scholen gehouden. Dit kan ook betekenen dat scholen verzuimd hebben de (ziek)meldingen door te geven.
4.2 Aantal jongeren in de regio Totaal
Verzuim leerplichtigen naar schoolsoort:
Leerplichtigen 5 tot 18 jaar
2013-2014
Jongeren 18 tot 23
totaal leerplichtigen
Schooljaar
Totaal leerplicht aantal verzuimmeldingen
bo
vo
mbo
102 136 115 79
756 234 600 302 706 355 585 391
32.697 11.313 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal jongeren in de regio verdeeld naar leeftijdcategorie en gemeente: Gemeente
2013 2014
5 t/m 12 jaar
13 t/m 15 jaar
16-17 jaar
1.092 1.038 1.176 1.055
18 t/m 22 jaar
Elburg 3.955 2.386 987 582 Ermelo 4.089 2.264 1.055 770 Harderwijk 7.553 4.638 1.792 1.123 Nunspeet 4.665 2.811 1.145 709 Oldebroek 3.938 2.396 972 570 Putten 4.072 2.458 967 647 Zeewolde 4.425 2.585 1.140 700
Verzuim per gemeente afgezet tegen totaal aantal leerplichtigen eigen gemeente: 1.270 1.565 2.463 1.708 1.397 1.487 1.423
Totaal 32.697 19.538 8.058 5.101 11.313
Gemeente % totaal Relatief Relatief Totaal Totaal Totaal Totaal leerplichtigen signaal verzuim luxe verzuim 2013-2014 2012-2013 2011-2012 2010-2011 Elburg 3,1% 109 12 121 125 100 116 Ermelo 3,1% 123 5 128 138 130 120 Harderwijk 3,9% 271 23 294 353 316 279 Nunspeet 3,6% 134 32 166 162 149 194 Oldebroek 2,2% 80 8 88 117 119 97 Putten 2,9% 88 29 117 125 97 109 Zeewolde 3,1% 128 9 137 156 127 135 Verhuisd 3 3 42 Absoluut 1 1 verzuim Totaal 3,1% 937 118 1.055 1.176 1.038 1.092
20
21
Jaarverslag Verzuimresultaat
Van de 1.055 verzuimmeldingen zijn er 310 meldingen na contact met de consulent leerplicht/RMC afgedaan met een waarschuwing. Wanneer het verzuim niet stopt, loopt de leerling het risico een Halt-verwijzing of een proces-verbaal te krijgen. Van de 310 waarschuwingen zijn uiteindelijk 42 Halt-verwijzingen (13,5%) gegeven en 10 processen-verbaal signaal verzuim opgemaakt. Daarnaast zijn er 60 processen-verbaal luxe verzuim opgemaakt voor in totaal 70 kinderen. In een aantal gevallen is er dus 1 proces-verbaal afgegeven voor meerdere kinderen uit één gezin. In 311 gevallen (29,5%) van de verzuimmeldingen die Leerlingzaken heeft ontvangen, leidde het verzuim niet tot directe gevolgen voor de leerling vanuit Leerlingzaken. Na onderzoek van de consulenten leerplicht/ RMC bleek dat hierbij in 86 gevallen sprake was van geoorloofd verzuim. Bij het merendeel van deze meldingen was er sprake van verklaarbaar ziekteverzuim of fouten in de verzuimregistratie bij scholen. In 116 gevallen heeft de school het schoolverzuim zelf afgehandeld, na betrokkenheid van de consulent leerplicht/RMC. De overige verzuimmeldingen zijn door de consulenten leerplicht/RMC in behandeling genomen. De afdoening ‘geen directe gevolgen’ wil niet zeggen dat er geen interventies hebben plaatsgevonden. Bij een groot a antal leerlingen en/of oudercontacten was de insteek gericht op motivering. Hierbij werd de schijnwerper speciaal gericht op het behalen van het diploma. In een aantal gevallen heeft dit daadwerkelijk succes gehad en hebben de leerlingen uiteindelijk hun diploma behaald. Verzuimresultaat
2013-2014 2012-2013 2011-2012 2010-2011
Aantal leerlingen wat meerdere keren verzuimd
Aantal leerlingen
Totaal meldingen
1 verzuim 2 verzuimen 3 verzuimen 4 verzuimen 5 verzuimen 6 verzuimen 7 verzuimen 8 verzuimen 9 verzuimen 10 verzuimen
592 103 32 13 7 4 2 1 2 1
592 206 96 52 35 24 14 8 18 10
totaal
757
1.055
2013 2014
Halt
In het schooljaar 2013 -2014 zijn, evenals in het voorgaande jaar, 42 Halt-verwijzingen opgemaakt. Aanmelding/advies hulpverlening 84 60 65 49 Doorverwijzing GGD 34 48 34 46 Naar andere school 37 41 36 40 Geen directe gevolgen 311 371 321 355 School 116 Waarschuwing 310 407 439 464 Halt-verwijzing 42 42 26 22 Proces-verbaal * 70 120 57 72 RMC-traject 1 1 6 5 Vrijstelling 15 2 7 7 Verhuisd 8 4 6 32 Nog in behandeling 27 80 41 0 Totaal
1.055 1.176 1.038 1.092
* Hier worden alle kinderen geteld. Indien er bij luxe verzuim meerdere kinderen uit één gezin verzuimen, wordt er één proces-verbaal tegen de ouders opgemaakt.
Recidive
De 1.055 verzuimmeldingen betrof 757 leerplichtigen die één of meerdere keren gemeld werden (bij aanhoudend verzuim). De conclusie die uit de tabel hiernaast getrokken kan worden is dat de preventieve aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen. Bij 78,2% van de leerlingen is het verzuim na de eerste melding gestopt. Bij 13,6% was er een tweede melding nodig om het verzuim te stoppen. 21,8% van de leerplichtigen is meer dan een keer gemeld in verband met herhaling van verzuim. Slechts 8,2% van de verzuimende leerlingen wordt vaker dan twee keer gemeld.
Gemeente Totaal verzuim % van totaal 2012-2013
Totaal Halt Totaal Halt Totaal Halt 2013-2014 2012-2013 2011-2012
Elburg 121 2,5% 3 3 2 Ermelo 128 3,1% 4 8 3 Harderwijk 295 5,1% 15 8 11 Nunspeet 166 5,4% 9 10 3 Oldebroek 88 3,4% 3 4 3 Putten 117 3,4% 4 5 2 Zeewolde 137 2,9% 4 4 2 verhuisd 3 2 Totaal
1.055
gem. 3,7%
42
42
26
Proces-verbaal
De consulenten leerplicht/RMC verwijzen bij voorkeur naar zorg, alvorens een juridisch traject in te zetten. Het doel is een jongere op school te houden en zijn diploma te laten behalen. In de meeste gevallen sluit het doorverwijzen naar een zorgtraject beter aan bij de behoefte van een jongere, dan het opmaken van een proces-verbaal. Hierdoor is het aantal processen-verbaal signaalverzuim met 35,7% afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Afgelopen schooljaar zijn er geen extra controles luxe verzuim uitgevoerd. De luxe verzuimmeldingen werden wel meteen opgepakt door de consulenten leerplicht/rmc. Ook gedurende het schooljaar wordt er meer luxe verzuim gemeld. Bij luxe verzuim wordt lik-op-stuk beleid gevoerd. Aantal processen-verbaal naar verzuimsoort
2013-2014
Relatief verzuim - luxe verzuim* 60 Relatief verzuim - signaal verzuim 10 Absoluut verzuim 0 Totaal
2012-2013 67 28 0
2011-2012 23 21 0
70 95 44
* Bij meerdere kinderen in één gezin wordt bij luxe verzuim één proces-verbaal voor de ouders opgemaakt.
22
23
Jaarverslag Verzuim 18+
Processen-verbaal uitgesplitst naar soort verzuim en gemeente: Gemeente
Totaal verzuim 2013-2014
Luxe % van totaal
Luxe verzuim 2013-2014
Signaal % van totaal
Signaal 2013-2014
Elburg 121 3,3% 4 0,8% 1 Ermelo 128 0% 0 0% 0 Harderwijk 295 3,1% 9 1,7% 5 Nunspeet 166 12,6% 21 2,4% 4 Oldebroek 88 4,5% 4 0% 0 Putten 117 16,2% 19 0% 0 Zeewolde 137 2,2% 3 0% 0 Totaal
1.052
gem. 6 %
60
gem. 0,7%
10
4.4 Vrijstellingen Aantal verleende vrijstellingen Andere gewichtige omstandigheden art. 11g Vervangende leerplicht art. 3a Vervangende leerplicht laatste schooljaar art. 3b Vrijstelling art. 5 onder a. (lichamelijke of psychische gronden) Vrijstelling art. 5 onder b. (richting bedenkingen) Vrijstelling art. 5 onder c. (onderwijs in het buitenland) Vrijstelling art. 15 (volgen ander onderwijs) Totaal
2013-2014
2012-2013
2011-2012
2010-2011
2 3 3
2 1 1
1 1 4
6 1 2
14
8
7
10
11
8
5
5
2 15
2 23
1 13
2 24
50 45 32 50
4.5 Verzuimmeldingen RMC Gemeente
Totaal aantal 18-23 jaar
% van totaal
Totaal Totaal Totaal 2013-2014 2012-2013 2011-2012
Elburg 1.270 6,2% 79 68 43 Ermelo 1.565 5,4% 84 71 74 Harderwijk 2.463 8,6% 211 183 141 Nunspeet 1.708 5,7% 98 71 56 Oldebroek 1.397 4,4% 61 59 38 Putten 1.487 5,2% 78 49 53 Zeewolde 1.423 6,4% 91 54 65 verhuisd Totaal
24
11.313
gem. 6,0%
2013 2014
702
555
In het afgelopen schooljaar is het aantal verzuimmeldingen van 18+ weer gestegen. In het afgelopen schooljaar waren dit 702 meldingen ten opzichte van 555 meldingen in vorig schooljaar. Hier laat zich een stijging van 26,5% zien. Doordat scholen meer aandacht hebben voor verzuimregistratie wordt er steeds beter gemeld. De consulent leerplicht/RMC houdt elke week spreekuur op school. Docenten, coaches en andere medewerkers kunnen de consulent direct benaderen voor advies en voor betere afstemming. Dankzij de inzet van de consulenten RMC is er veel aandacht voor jongeren die anders buiten de boot vallen. Periodiek wordt bijvoorbeeld contact opgenomen met school om de stand van zaken van een leerling te bespreken. Door tijdige signalering en het oppakken van deze signalen, zijn de meeste jongeren in beeld geweest en is ervoor gezorgd dat gezocht kon worden naar de meest acceptabele en wenselijke o plossing. De verzuim aanpak binnen de scholen is nog voor verbetering vatbaar, waardoor het aantal meldingen in de toekomst weer af kan nemen. Er valt de komende jaren nog wel een stijging te verwachten, omdat de cultuur binnen het mbo nog niet volledig ingesteld is op de huidige verzuimaanpak. Daarna is de verwachting dat het aantal verzuimmeldingen stabiliseert en af gaat nemen. De conclusies die getrokken kunnen worden zijn: n scholen melden steeds consequenter bij het verzuimloket; n RMC scholen melden 18+ hetzelfde als 18- jongeren, namelijk 16 uur verzuim in de vier weken conform verzoek van OCW en mbo-raad; n de naamsbekendheid van en het intensieve contact met de consulent leerplicht/RMC en Leerlingzaken wordt steeds groter. Verzuimresultaat RMC
2013-2014 2012-2013 2011-2012
Aanmelding en/of advies hulpverlening Doorverwijzing GGD Naar andere school Geen directe gevolgen Waarschuwing stop stufi/uitschrijving school Actie door school Terug naar eigen school Geen reactie school op verzoek om informatie RMC-traject Verhuisd Nog in behandeling
20 16 33 0 0 4 3 12 22 271 224 109 21 7 11 211 100 93 19 113 127 86 16 18 45 2 3 6 53 62 20
Totaal
702 555 470
In 270 gevallen is een of meerdere gesprekken met de jongere door de consulent leerplicht/RMC voldoende geweest om het verzuim te stoppen. In sommige gevallen bleek het om geoorloofd verzuim te gaan. Actie door school: in 170 gevallen behandelde de school het verzuim zelf na overleg met de consulent leerplicht/ RMC. In andere gevallen was er geen behoefte aan actie van Leerlingzaken, alleen een meldplicht. In 28 gevallen werd de leerling uitgeschreven door school en in 13 gevallen trok de school de verzuimmelding in. De jongere ging na tussenkomst van een consulent leerplicht/RMC in 19 gevallen, na een periode van verzuim, weer terug naar de eigen school. Bij het opmaken van dit verslag waren er nog 53 meldingen in behandeling, doordat sommige opleidingen in de laatste weken voor de vakantie de verzuimmeldingen doen. Deze jongeren worden na de zomervakantie alsnog uitgenodigd voor een gesprek.
470
25
Jaarverslag Voortijdige schoolverlaters
Duo heeft de voorlopige cijfers van het aantal voortijdig schoolverlaters van het schooljaar 2013-2014 nog niet gepresenteerd.
Nieuwe VSV’ers Gemeente VSV’ers Ambitie
2012-2013
2011-2012
2010-2011
2009-2010
2008-2009
312* 472 489 505 519 348 348 348 406 464
*De daling van het aantal VSV’ers in het schooljaar 2012-2013 is mede te danken aan het verwijderen van blinde vlekken in de telling zoals particulier onderwijs etc., door het ministerie.
Resultaten Educatiemeter
In het afgelopen schooljaar zijn er bij Leerlingzaken 26 jongeren getest door middel van de educatiemeter. Mede aan de hand hiervan hebben 11 jongeren (42%) het voornemen om weer een opleiding te volgen. Acht jongeren zijn werkzaam of werkzoekend, waarvan twee bij de werkgever cursussen kunnen gaan volgen. De andere zeven jongeren zitten in een zorgtraject, waarvan een aantal een WWB-uitkering hebben en daar een traject lopen via de Sociale Dienst. VSV’ers Totaal
school werk zorgtraject man vrouw 11 8 7 13 13
2013 2014
Nog in behandeling 9 Dagbesteding 10 Opvangvoorziening 16 Gehandicapt 6 Lichamelijk of psychisch 12 Medisch 13 Niet in behandeling, hoogst haalbare onderwijs bereikt 119 Uitkering 6 Re-integratietraject UWV 2 Wajong 29 Volgend schooljaar andere opleiding 18 Tijdelijk werk daarna andere opleiding 69 Tijdelijk werk via uzb 29 Werk 334 Werk vanuit Pro/Speciaal onderwijs 25 Werkzoekend 26 Wil geen bemiddeling 12 Zorg voor kind(eren) 4 Zorgtraject 14 Verblijft in het buitenland 2 Verhuisd naar andere regio 2 Vrijstelling 9 Nog in traject 1 Onbereikbaar en Onbemiddelbaar 66 Overig 14 Totaal 846
Oud-VSV’ers
Naast de nieuwe VSV’ers die afgelopen schooljaar zonder startkwalificatie voortijdig de school hebben verlaten, zijn er ook nog veel oud-VSV’ers die in eerdere jaren de school vaarwel hebben gezegd zonder startkwalificatie. Op pagina 27 is te zien dat RMC-regio Noordwest-Veluwe 846 oud-VSV’ers in haar bestand heeft. 119 jongeren hebben het hoogst haalbare onderwijs bereikt en zullen niet meer benaderd worden. 66 jongeren zijn onbereikbaar en dus onbemiddelbaar. Leerlingzaken schrijft jaarlijks die jongeren aan die bemiddelbaar zijn en nodigt hen uit voor een gesprek.
26
27
Regio Noord-Veluwe Leerlingzaken
Postbus 271 3840 AG Harderwijk T 0341 47 44 80 E
[email protected] I leerlingzaken.regionoordveluwe.nl @leerlingzaken
September 2014