Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014
Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam april 2015
Intern rapport: 615 Projectnummer: 1000.03
2
Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave Hoofdstuk
1
Verslag van de Raad van Toezicht
6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Algemene beschouwing Statutaire gegevens Doelstelling en context Organisatie en financiering Activiteiten en resultaten 2014 Begroting 2014 versus Realisatie 2014 Leeswijzer inhoudelijke verantwoording
9 10 10 11 11 12 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Unit Registraties Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten
14 15 16 18 19
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
Programma Opgroeien en Ouder worden Opgroeien Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten Ouder worden Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten
21 22 22 22 26 27 30 30 30 35 36
3
Jaarverslag 2014
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4
CGL Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten
36 36 36 38 38
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Programma Werk en Vrije tijd Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten
40 41 42 47 48
6 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.3
Generieke Thema’s Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Marketing & Communicatie Kennis, Informatie en Kwaliteit Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS
50 51 51 51 53 53
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Personeel en Organisatie Organisatieontwikkeling Personeel en organisatie Primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden Arbobeleid Opleidingsbeleid en loopbaanbegeleiding Ondernemingsraad
54 55 55 58 58 59 60
Bijlage 1
Financiële overzichten
61
Bijlage 2
Organogram per 1 januari 2014
66
4
Jaarverslag 2014
Bijlage 3
Afkortingen
67
5
Jaarverslag 2014
1
Verslag van de Raad van Toezicht
6
Jaarverslag 2014
De Raad is in 2014 drie maal ter vergadering bijeen gekomen (14 april, 25 september, 1 december). Belangrijk onderwerp in alle vergaderingen was de financiële stand van zaken, de strategische, inhoudelijke en organisatieontwikkelingen. De Raad heeft de volgende formele besluiten genomen. • Jaarverslag 2013 goedgekeurd • Jaarrekening 2013 vastgesteld in aanwezigheid van de accountant BDO • Vaststelling van Jaarplan en begroting 2015 • Aanvraag instellingssubsidie VWS 2015 goedgekeurd • Vaststelling van de Strategische notitie 2015-2018 • Vaststellen van het strategisch risicoprofiel • Benoeming van prof. dr ir. A. Burdorf en drs. C. van Eijk tot leden van de Raad van Toezicht per september 2014 • Benoeming van de Auditcommissie en Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie werd gevormd door de voorzitter de heer Van der Ploeg en mevrouw Passchier (lid). De beoordeling van de directie over het verslagjaar heeft plaatsgevonden op 3 februari 2014. De Auditcommissie bestaande uit de heer Van der Meulen (voorzitter auditcie.) en mevrouw Riem Vis (lid) heeft de opdracht om namens de Raad de financiële rapportages te bespreken met het bestuur en hun bevindingen te rapporteren in de daarop volgende Raad van Toezicht vergadering. Deze commissie is twee maal, voorafgaand aan de april- en septembervergadering van de Raad, bijeengeweest op resp. 7 april en 15 september. In de Auditcommissie zijn de jaarrekening 2013, het halfjaarverslag 2014 en de begroting 2015 besproken. Het jaarlijkse beraad in eigen kring, waarbij het functioneren van de Raad onderling wordt geëvalueerd werd voorbereid voorafgaand aan de december vergadering. Het onderling overleg zal voorafgaand aan de vergadering op 13 april 2015 plaatsvinden. De werving voor een nieuw lid is succesvol afgerond met de benoeming van de heren Burdorf en Van Eijk. De Raad bestaat thans uit 7 personen, wat conform de statuten het maximum is. Volgens het rooster van aftreden zullen zowel de voorzitter als een lid in 2015/2016 niet herbenoembaar zijn. Bij hun aftreden zal geen nieuwe wervingsprocedure in gang worden gezet, zodat de omvang van de Raad weer op het minimum aantal van 5 komt. De Raad werkt conform de uitgangspunten van good governance (zittingstermijn 4 jaar, maximaal 1 keer herbenoembaar, transparantie en onafhankelijkheid).
7
Jaarverslag 2014
Het jaarlijks overleg met de Ondernemingsraad vond plaats op 14 april 2014. Op deze plaats dankt de Raad van Toezicht ten slotte bestuur, medewerkers en samenwerkingspartners zeer hartelijk voor hun inzet ten behoeve van de activiteiten van VeiligheidNL in het afgelopen jaar.
8
Jaarverslag 2014
2
Algemene beschouwing
9
Jaarverslag 2014
2.1
Statutaire gegevens
De Stichting VeiligheidNL is statutair gevestigd te Amsterdam. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij het tweehoofdige bestuur / statutaire directie, die verantwoording aflegt aan de Raad van Toezicht.
Het bestuur bestond in 2014 uit: • Dr.ir. M.J.P. Brugmans (directeur) • Mw. drs. V.R.E. Verdegaal (directievoorzitter) De Raad van Toezicht bestond in 2014 uit: • Drs. C.J. van der Ploeg (voorzitter) • Drs. H.J.J. van Breemen • Mw. C. Riem Vis • Ing. J. van der Meulen MSc • Mw. R. Passchier • Prof. dr. Ir. A. Burdorf vanaf september 2014 Drs. C. van Eijk vanaf september 2014
2.2
Doelstelling en context
De Stichting heeft als doel het bevorderen van de veiligheid van de ingezetene van Nederland in diens privésfeer en voorts alles wat daarmee in de meest uitgebreide zin van het woord verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
De Stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door: 1 het doen van onderzoekingen en het verrichten van studies; 2 het geven van voorlichting in de meest ruime zin van het woord; 3 het verstrekken van adviezen; 4 alle andere wettige middelen welke tot beoogd doel kunnen leiden. De Stichting is opgericht in 1983 als Stichting Consument en Veiligheid. In mei 2012 is de naam statutair gewijzigd in Stichting VeiligheidNL. Sinds 2012 heeft de Stichting de ANBI-status als Algemeen Nut Beogende Instelling.
10
Jaarverslag 2014
2.3
Organisatie en financiering
Vanaf de oprichting in 1983 wordt VeiligheidNL hoofdzakelijk gefinancierd door het ministerie van VWS vanuit instellingssubsidies en diverse meerjarige programmasubsidies. De laatste jaren werd ook in toenemende mate financiering vanuit andere departementen aangetrokken, bijvoorbeeld SZW, I&M en rijksoverheidsorganisaties zoals de NVWA. In de afgelopen jaren is zowel op de instellingssubsidie als op de meerjarige programma’s sterk bezuinigd. Ook in 2014 werden wij geconfronteerd met een aankondiging van een forse bezuiniging op de instellingssubsidie voor Sport, ingaand van 2015 en 2016. Dit heeft tot gevolg dat de omvang van de publieke financiering sterk terugloopt.
In het Strategisch Plan is de doelstelling geformuleerd om meer markt- en gemengde financiering aan te trekken. De komende jaren blijft verbreding van financieringsbronnen een strategisch speerpunt. Deze doelstelling is niet alleen defensief om dekkingsverliezen op te vangen, maar is er ook op gericht om in te spelen op de kansen die de private markt ons biedt om onze maatschappelijke doelstelling nog beter en met meer impact te realiseren. In ons verdienmodel richten wij ons, naast de overheidssubsidies voor onze publieke opdracht, de komende jaren op de ontwikkeling van marktfinanciering (vooral b2b en zorgmarkt). Ook in 2014 is sterk ingezet op het acquireren van additionele opdrachten uit zowel de publieke als private sector. Met dit doel is o.a. door een grote groep medewerkers een training gevolgd op het gebied van acquisitievaardigheden. Wekelijks worden de lopende acquisities gemonitord in het Regieteam. Om flexibeler in te kunnen spelen op pieken en dalen in de inkomsten, is de zzp-pool verder uitgebreid, waaruit medewerkers voor tijdelijke projecten kunnen worden ingehuurd. De totale personeelsbezetting bleef in 2014 redelijk stabiel en bedroeg over het hele jaar rond de 50 medewerkers. Het aantal FTE nam licht toe van 40,5 naar 41,8 FTE (ultimo 2014). Bij de samenstelling van het personeelsbestand wordt nauwgezet gekeken of de vereiste deskundigheden nog voldoende aanwezig zijn binnen de vaste bezetting. De verhouding aantal medewerkers vast:tijdelijk:zzp bedroeg 67:19:14.
2.4
Activiteiten en resultaten 2014
Als nationaal expertisecentrum voor veiligheid en gedrag heeft VeiligheidNL de volgende inhoudelijke doelstellingen: • voorzien in een actuele kennisbasis die aansluit bij de behoeftes in de samenleving, met sterke focus op effectiviteit en toepasbaarheid;
11
Jaarverslag 2014
• •
voorzien in aantoonbaar effectieve gedragsinterventies in de praktijk, leidend tot meer (determinanten van) veilig gedrag en veiligheid (letselreductie); verankering van letselpreventie bij intermediairs zodat effectieve interventies geïmplementeerd en structureel geborgd zijn.
Om deze doelstellingen te realiseren heeft VeiligheidNL in 2014 een groot aantal activiteiten uitgevoerd binnen: • Unit Onderzoek/registratie; • Programma Opgroeien & Ouder worden; • Programma Werk & Vrije tijd. Binnen Generieke thema’s zijn tevens organisatie brede activiteiten uitgevoerd. In dit jaarverslag 2014 rapporteren wij over deze activiteiten en de behaalde resultaten. Het jaarverslag wordt ook gebruikt in de verantwoording naar VWS.
2.5
Begroting 2014 versus Realisatie 2014
Het gerealiseerde batige saldo in 2014 van € 40 k valt € 72 k lager uit dan was begroot . Dit heeft een aantal oorzaken die als volgt kunnen worden toegelicht. De omzet is € 356 k lager dan verwacht. In de begroting was een ambitieuze target nog te verwerven financiering derden opgenomen van € 850k, die niet geheel realiseerbaar is gebleken. Onder de overige opbrengsten overstegen de ontvangen gelden inzake de Risicomonitor € 199 k, een aanzienlijke overschrijding van de begroting van € 120 k. De opbrengsten repromaterialen vielen € 14 k lager uit. De kostprijs uitgevoerde projecten bedraagt € 6.073 k en is daarmee € 85 k lager dan begroot. Hoewel er voor € 287 k meer besteed is aan eigen projecturen zijn de materiaalkosten en uitbesteed werk € 372 lager uitgevallen. De overige kosten zijn € 225 k hoger dan begroot. De voornaamste oorzaak hiervoor is dat er € 265 besteed is aan ingehuurde krachten. In de begroting was rekening gehouden met € 37 k. Doordat er meer projecturen zijn gerealiseerd ( 42.136 directe uren tegenover 39.300 begroot) valt de dekking op de directe kosten € 287 k hoger uit.
12
Jaarverslag 2014
De financiële baten zijn € 71 k hoger dan begroot. Door een actief beleggingsbeleid conform de afgesproken uitgangspunten in het beleggingsststuut is een evenwichtige spreiding van de portefeuille bereikt waarbij geprofiteerd is van de gunstige koersontwikkelingen. Bij hoofdstuk 2.6 Analyse verschil begroting 2014 en exploitatie 2014 wordt verder ingegaan op de verschillen.
2.6
Leeswijzer inhoudelijke verantwoording
In de hierna volgende hoofdstukken 3 t/m 6 worden de in 2014 behaalde resultaten kort beschreven. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen activiteiten voor de instellingssubsidie en overige activiteiten, ten behoeve van de verantwoording aan het ministerie van VWS. Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van personeel en organisatie in 2014. Bijlage 1 bevat financiële verantwoordingsoverzichten, bijlage 2 het Organogram in 2014 en gebruikte afkortingen zijn uitgeschreven in bijlage 3.
13
Jaarverslag 2014
3
Unit Registraties
14
Jaarverslag 2014
3.1
Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners
De Unit Registraties zorgt voor continuïteit van de beschikbare registratiebestanden met letselinformatie. De verschillende registraties en gegevensverzamelingen worden optimaal op elkaar afgestemd, zodat een integraal beeld van de ongevalsproblematiek wordt verkregen. Deze letselinformatie levert de kennisbasis voor agendasetting, prioritering, onderbouwing en evaluatie van letselpreventie. En deze kennisbasis wordt zowel generiek als op maat ontsloten voor interne en externe klanten, met name professionals die direct of indirect werken aan letselpreventie. In 2014 is er, naast de standaard registratie-activiteiten en het onderhouden van de kennisbasis, op twee specifieke speerpunten ingezet, te weten: 1) het opzetten van registratie/screening en preventieve interventies op SEH-afdelingen en 2) het in kaart brengen van psychische gevolgen van letsels voor preventieve doelstellingen, waaraan een derde speerpunt gedurende het jaar is toegevoegd, namelijk: 3) sturingsinformatie t.b.v. letselpreventie ontsluiten voor lokale overheden.
Ten aanzien van het eerste punt is samengewerkt met het Trimbos Instituut. Daarbij is op verzoek van de staatssecretaris prioriteit gegeven aan het onderzoeken van de implementatievoorwaarden op de SEH van vroegsignalering van druggerelateerde problematiek en het voorkomen van recidive van een druggerelateerde incidenten. Aanvullend daarop worden de mogelijkheden voor eenzelfde aanpak voor alcoholproblematiek onderzocht. Ten aanzien van het tweede punt: om de aandacht te vestigen op de psychische gevolgen van letsel is door VeiligheidNL het white paper ‘De vergeten last na een letsel’ uitgebracht. Daar is aandacht aan gegeven door de Volkskrant op 1 oktober, met een voorpagina- en achtergrondartikel onder de titel ‘Psychische schade na ongeluk miskend. Verder is gewerkt aan het conceptueel model van het in kaart brengen van de psychische letsellast, wat in december is getoetst door middel van een expertmeeting. Met enkele aanpassingen is het conceptueel model vastgesteld. Tot slot is er gezamenlijk met het AMC en het Erasmus MC bij ZonMw een subsidie verkregen voor het ontwikkelen van een business case ‘Vroege opsporing en preventie van psychisch letsel’, de werkzaamheden daarvoor starten in 2015. Voor het realiseren van het derde punt is samengewerkt met het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) en het CGL. Op de website ‘waarstaatjegemeente.nl’ is informatie ontsloten die VeiligheidNL specifiek voor gemeenten heeft samengesteld en die inzicht geeft in de het totaal aantal ongevallen per gemeente en specifiek het aantal opnamen voor valongevallen bij ouderen. VeiligheidNL ondersteunt hiermee de handreiking Gezonde Gemeente, onderdeel
15
Jaarverslag 2014
letselpreventie, die in samenwerking tussen het RIVM Centrum Gezond Leven en VeiligheidNL is ontwikkeld. De belangrijkste samenwerkingspartners bij het behalen van de resultaten zijn: de 14 LISziekenhuizen en overige ziekenhuizen in de regio Amsterdam-Amstelland, het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, het Medisch Centrum Haaglanden in Den Haag, CBS, TNO, Mulier Instituut, ministeries van I&M en V&J, Landelijk Programma Politie Aanpak Geweld, Politie Amsterdam-Amstelland, Gemeente Amsterdam, NOS, Gemeente Winterswijk, Rijkswaterstaat/WVL, RIVM, NVWA, Trimbos Instituut, SWOV, ROV Friesland en Zeeland, Brandweer Nederland, DHD, LNAZ, de brancheorganisaties NFU en NVZ, de NVSHA en de NVSHV, Zorgverzekeraars Nederland, provincie Zeeland, KING en CGL.
3.2
Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie • • •
•
• •
LIS databestand 2013, inclusief meerjarenbestand. Oplevering van LIS-bestand-verkeersongevallen 2013 aan Rijkswaterstaat/WVL. De dataset OBiN 2013 en het meerjarenbestand 2006-2013 is beschikbaar gesteld aan samenwerkingspartners binnen OBiN en binnen VeiligheidNL. De dataverzameling over 2014 is afgerond. Er is een bijeenkomst geweest van de Technische commissie en de Begeleidingscommissie van OBiN. VeiligheidNL heeft deelgenomen aan en een bijdrage geleverd aan bijeenkomsten van het Consortium Leefstijlmonitor (onder leiding van het RIVM) en de Werkgroep aanvullende module Bewegen en Ongevallen. De vragen over ongevallen voor de kernmodule 2015 zijn vastgesteld in overleg met CBS. Er is in 2014 een definitief vastgestelde aanvullende module ongevallen ontwikkeld voor dataverzameling in 2015 t.b.v. de Leefstijlmonitor. Oplevering actualisaties overige databestanden met letsels: LMR/LBZ (ziekenhuisopnamen), CBS (doden). Momenteel zijn er 14 LIS-ziekenhuizen. In 2014 is één LIS SEH-locatie gesloten, het OZG Delfzicht in Delfzijl, en is één LIS SEH-locatie aangesloten, namelijk het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft. Daarnaast is in 2014 een analyse uitgevoerd over de representativiteit van LIS. Deze analyse vormt de basis voor het werven van ziekenhuizen voor LIS, want niet het aantal records, maar de vertegenwoordiging van voldoende ziekenhuizen in een bepaalde categorie i.c.m. de verhouding in records zijn bepalend voor het aantal benodigde ziekenhuizen. Deze analyse heeft geleid tot de conclusie dat een stedelijk algemeen ziekenhuis met een lage specialisatie level bij voorkeur in een industrieel gebied nodig is om de representativiteit te versterken.
16
Jaarverslag 2014
•
• • •
•
• • •
•
•
Een voorstel is gemaakt voor het formaliseren van het stakeholder netwerk rondom LIS, zodat partners en stakeholders beter worden betrokken bij ontwikkelingen en toepassingen van LIS. Stakeholders en partners worden via de LIS-flits, die 3 maal is verschenen, geïnformeerd over de veranderingen en mogelijkheden van LIS. IDB-databestand 2014 dat voldoet aan de Eurostat-richtlijnen is opgeleverd aan de Europese Commissie. Actueel Letsellastmodel (LLM) 2013. Er zijn meerdere publicaties in wetenschappelijke tijdschriften verschenen over resultaten uit en methodieken van het LLM. Geactualiseerde ongevalscijfers intern in cijferfactsheets en extern via veiligheid.nl. Er zijn (binnen de basisfinanciering) bijna 100 analyses op aanvraag afgerond, waaronder voor nieuwsberichten en media. Oplevering van rapportages met beleidsindicatoren op gebied van letsels in 2014 aan VWS, waaronder SEH-behandelingen voor privé- en sportletsels (via factsheet Kerncijfers 2014) voor VWS/VGP. Er is een geactualiseerd PROLIS-bestand 2008-2012 opgeleverd aan de NVWA, inclusief geactualiseerde handleiding. Voor de NVWA zijn vijf rapportages over ongevalsgegevens opgeleverd, waaronder rapportages over liquid caps, spaakbeknellingen, zakaanstekers en attractietoestellen. Voor de NVWA is na onderzoek onder beheerders en stakeholders van indoor speelgelegenheden een brochure en een checklist ontwikkeld ter bevordering van de brandveiligheid in indoor-speelgelegenheden. De materialen zijn digitaal verspreid onder de doelgroep. Op het gebied van psychische gevolgen van letsels is gewerkt aan de basis van het psychotraumamodel. Er is literatuuronderzoek verricht en er is een eerste versie van een conceptueel model opgesteld en getoetst in een expertmeeting. Daarnaast zijn, zoals beschreven in de inleiding, het white paper en een artikel in de Volkskrant verschenen. De registratie van alcoholgebruik via de SEH is opgepakt binnen het samenwerkingsverband met Nico van der Lely (registratie kinderartsen) en NIVEL, waarbij de registratie van de kinderartsen zal worden geïntegreerd in LIS (deels additioneel gefinancierd). Zoals in de inleiding vermeld, is op verzoek van de staatssecretaris een start gemaakt met het verkennen van de mogelijkheden rondom screening van drugsproblematiek, waarbij tegelijkertijd ook wordt gekeken naar mogelijkheden rondom alcohol. De mogelijkheden voor screening van alcoholgebruik via de SEH (en een protocol daarvoor) zullen eerst worden getoetst binnen de doelgroep door middel van een symposium dat in 2015 zal plaatsvinden, voordat deze zal worden uitgerold.
17
Jaarverslag 2014
•
3.3
Om te komen tot een publicatie met DHD van de resultaten van het onderzoek naar de trend in SEH-behandelingen en ziekenhuisopnamen als indicator van letselincidentie heeft VeiligheidNL een voorzet gegeven aan DHD.
Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS
Inhoudelijk • Het aantal aan LIS deelnemende SEHs is niet uitgebreid van 14 naar 16, maar op 14 gebleven. Eén deelnemende (kleine) SEH is gesloten en daarvoor in de plaats is een grote SEH (Reinier de Graaf Groep) aangesloten op LIS. Hoewel diverse SEH-afdelingen hebben aangegeven interesse te hebben om mee te doen, wordt eerst een analyse gedaan aan welke criteria een nieuwe SEH zou moeten voldoen om de representativiteit van LIS te versterken. Financieel Er is een lichte over realisatie van uren, die is veroorzaakt door: • Meer inzet dan verwacht is gegaan naar de contacten met ziekenhuizen en leveranciers van Ziekenhuis Informatie Systemen om de beoogde en al gerealiseerde vernieuwingen van het Letsel Informatie Systeem (LIS) te borgen in de standaard werkwijze (afgestemd met VWS e na 1 halfjaar, zie Managementrapportage januari-juni 2014). • In opdracht van het ministerie van VWS is TNS-Nipo een onderzoek gestart naar de kwaliteit en toekomstbestendigheid van het LIS. Vanuit VeiligheidNL is richting TNS-Nipo geïnvesteerd in meedenken over de aanpak van het onderzoek, het aandragen van suggesties, inwerken in de wereld van de SEH’s, aanleveren van gegevens en het faciliteren van het werken met de databestanden van het LIS. De extra inspanning hiervoor was niet e voorzien voor 2014 (afgestemd met VWS na 1 halfjaar, zie Managementrapportage januarijuni 2014). • Voor het traject voor de Leefstijlmonitor is, naast ontwikkeling van de aanvullende module, inspanning geleverd op twee niet-voorziene activiteiten: o bijdrage aan de afweging of de aanvullende module een aanbesteding of inbesteding zou moeten worden; o aanpassing van de vragen over ongevallen in de kernmodule.
18
Jaarverslag 2014
3.4
Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten •
•
•
•
Fietshelmencampagne Zeeland In 2014 is dit meerjarenproject, gefinancierd door het ministerie van I&M, gecontinueerd. Dit jaar is een uitgebreide tussenrapportage i.s.m. de SWOV uitgebracht voor de opdrachtgever en de samenwerkingspartners. De jaarlijkse LIS-registratie in de twee Zeeuwse ziekenhuizen is gecontinueerd evenals de periodieke project overleg met het Ministerie, de SWOV, Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland en de provincie Zeeland. Pilot aanpak preventie geweld in Amsterdam Alle zeven ziekenhuizen nemen in 2014 deel aan de registratie van geweldsincidenten. De toelevering van informatie over geweldsincidenten aan VeiligheidNL door alle ziekenhuizen is gecontinueerd, en in 2014 is over ongeveer 1.700 geweldsincidenten informatie verzameld. VeiligheidNL heeft meerdere rapportages voor Politie, Gemeente en het ministerie van V&J gepresenteerd en voorgelegd aan de toetsingscommissie Pilot Geweld Registratie Amsterdam, en vervolgens na goedkeuring doorgeleverd aan eerder genoemde partijen. Regionalisering LIS In december 2014 is specifiek voor dit onderwerp een aparte verantwoording opgeleverd aan VWS. Kort samengevat zijn de gerapporteerde resultaten. o Het position paper is begin 2014 verschenen, onderschreven door NVSHA, NVSHV en DHD. o De nieuwe technische infrastructuur is getest en gereed. Ook het aanleveren via een beveiligde verbinding is nu mogelijk. o Daar waar de ICT en de prioritering van het ziekenhuis het toeliet, zijn ziekenhuizen overgesloten op de nieuwe systematiek. o Er is een aantal kansrijke initiatieven gestart voor regionale pilots. o Het plan om te komen tot standaardisatie van SEH registratie wordt ondersteund door LNAZ, NFU, DHD, NVSHA en NVSHV. Kennisontwikkeling, -ontsluiting en ondersteuning risicocommunicatie voor de NVWA In het kader van additionele ondersteuning van NVWA op gebied van productveiligheid is in 2014 een doelgroeponderzoek uitgevoerd onder consumenten en fabrikanten/importeurs voor de sub domeinen elektrotechnische apparatuur en machines. Daarnaast heeft VeiligheidNL analyses uitgevoerd en onderzoek gedaan met als doel om antwoord te geven op de volgende vraag van de NVWA: Welk totaalbeeld van Nederland komt uit de ongevalsgegevens, die gerelateerd zijn aan producten, naar voren als het gaat om bedreigingen en tot welke producten zijn deze bedreigingen terug te voeren?
19
Jaarverslag 2014
•
•
•
•
Het antwoord op deze vraag is verwerkt in een rapportage, aangevuld met een paragraaf over de rol van het product, van de omgeving en van het gedrag van de gebruiker bij het ontstaan van een ongeval. Als derde onderdeel binnen dit project is er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de mogelijkheden voor trendsignalering binnen de NVWA. Drugsinterventie op de SEH in samenwerking met Trimbos instituut In samenwerking met het Trimbos Instituut is in 2014 gestart met een verkennend onderzoek naar de mogelijkheden voor een drugsinterventie op de SEH. Met aanvullende financiering van VWS wordt aan de hand van literatuuronderzoek, interviews en observaties gekeken naar de mogelijkheden van een interventie op de SEH. In 2015 worden de onderzoeksresultaten opgeleverd. Monitoringinstrument voor ‘Geen nood bij Brand’ ontwikkelen voor de Brandweer In opdracht van Brandweer Nederland zal VeiligheidNL een instrument ontwikkelen waarmee zorginstellingen hun voortgang kunnen monitoren bij het implementeren van de interventie ‘Geen Noord bij Brand’ in hun eigen instelling. Eind 2014 is het project gestart, medio 2015 wordt het instrument opgeleverd. Vuurwerk voor I&M In opdracht van I&M is VeiligheidNL in samenwerking met de NVSHA en het NOG eind 2014 gestart met een onderzoek onder vuurwerkslachtoffers naar het voornaamste type vuurwerk dat letsel veroorzaakt bij consumenten. Begin 2015 worden de resultaten opgeleverd aan het Ministerie van I&M. Betaalde gegevensaanvragen Er zijn zes externe aanvragen voor cijfers opgeleverd voor verschillende (kennis)organisaties te weten: VUmc, de Nederlandse Brandwondenstichting, de gemeente Amsterdam, ministerie I&M, Vilans en Greenberry.
20
Jaarverslag 2014
4
Programma Opgroeien en Ouder worden
21
Jaarverslag 2014
4.1
Opgroeien
4.1.1
Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners 2014 stond voor Opgroeien in het teken van vernieuwing en samenwerking. Daarmee zijn meer en nieuwe groepen ouders en intermediairs bereikt. De belangrijkste resultaten zijn: • De proeftuin in 2 regio’s waar alle betrokken Verloskundigen, Kraamzorg- en JGZorganisaties samen de vernieuwde kinderveiligheidsvoorlichting hebben ingezet en geëvalueerd. • De lancering van het veiligheidsforum op het grootste baby- en zwangerschapsforum van NL http://www.zwangerschapspagina.nl i.s.m. de NVWA. • De geaccrediteerde e-learning module Veilig Slapen i.s.m. Stichting Wiegedood, Kenniscentrum Kraamzorg en TNO. • De Safety Deal rondom spaakbeknellingen vanuit de Task Force Kinderveiligheid o.a. i.s.m. het Verbond voor Verzekeraars en diverse fabrikanten en retailers. • Het themanummer ‘kinderveiligheid’ van het Tijdschrift JGZ dat eind 2014 uit is gekomen met bijdragen van diverse nationale als internationale partner organisaties. • Het tweede goedbezochte nationale congres Kinderveiligheid i.s.m. ErasmusMC en Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. • Een actieve samenwerking met Judobond Nederland voor verdere implementatie van Vallen is ook een Sport. • De toolkit JGZ 12-19 jaar met de LOT werkgroep Jeugd en het NCJ. • Veilig vallen tijdens Modderdag, voor kinderopvangorganisaties en scholen in het primair onderwijs, i.s.m. o.a. Veldwerk Nederland en Humanitas. In de resultaten worden alle belangrijke resultaten en partners daarbij toegelicht. Tot slot worden ook de additioneel gefinancierde projecten kort toegelicht met de belangrijkste resultaten.
4.1.2
Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Kinderveiligheid • Proeftuin Kinderveiligheid De vernieuwde kinderveiligheidsvoorlichting (folders + toolkit voor professionals) is uitgetest in 2 proeftuinen: 1 in de regio Den Haag en 1 in de regio Utrecht. In die regio’s hebben totaal 2 JGZ organisaties en 5 kraamzorgorganisaties deelgenomen aan een proeftuin van mei 2014 - november 2014. Via De Kandeel zijn alle verloskundigen in de proeftuinregio’s
22
Jaarverslag 2014
betrokken. De resultaten en aanbevelingen voor vervolg van de proeftuin zijn beschreven in een evaluatierapport. Uit de resultaten bleek dat medewerkers van de proeftuinorganisaties extra aandacht hebben gegeven aan veiligheidsvoorlichting en beter bekend zijn met de activiteiten van VeiligheidNL. De medewerkers zijn positief over de toon en uitstraling van de vernieuwde voorlichtingsmaterialen. De voor hen ontwikkelde toolkit bleek weinig gebruikt, er is een duidelijke voorkeur van medewerkers deze verder te verdiepen en in te passen in de website van VeiligheidNL. Uit het onderzoek onder ouders blijkt dat zes van de tien ouders zich herinneren voorlichtingsmateriaal over veiligheid te hebben ontvangen van de kraamzorg of JGZ. Ouders waarderen de folders en de helft van de moeders geeft aan naar aanleiding hiervan actie te hebben ondernomen. Met de resultaten en aanbevelingen worden de materialen begin 2015 aangescherpt en wordt de landelijke implementatie strategie verder vormgegeven. •
•
•
Reguliere kinderveiligheidsvoorlichting Naast de proeftuin liep de reguliere kinderveiligheidsvoorlichting parallel daaraan door. In 2014 zijn 229.740 kinderveiligheidsfolders besteld, de top50 adviespagina’s over kinderveiligheid zijn bij elkaar opgeteld 1,5 miljoen keer bekeken, de facebook pagina voor ouders is 1.079 keer geliked en daarbinnen zijn 93 berichten gedeeld en is de Veilig Groot Worden app inmiddels totaal 11.680 keer gedownload. Actuele en betrouwbare informatie De adviezen over kinderveiligheid op www.veiligheid.nl, de DCJG-websites (St. Opvoeden) zijn geactualiseerd. Op de website van Wij Special Media (www.WIJ.nl) is elke maand een ‘vraag van de maand’ beantwoord in de deskundigenrubriek en op de website http://www.babystuf.nl zijn vier blogs gepubliceerd in de deskundigenrubriek. Ook http://www.hoepakjijdataan.nl is gevuld met tips en bruikbare informatie voor ouders van pubers. In de Zwangerin App zit sinds 2014 een verwijzing naar relevante informatie over kinderveiligheid en de app Veilig Groot Worden. Aan professionals in het JGZ domein zijn in 2014 4 nieuwsbrieven verstuurd. Veilig slapen Het bestaande aanbod rondom veilig slapen is uitgebreid met een e-learning module ‘Adviseren over veilig slapen’ voor JGZ-professionals en kraamverzorgenden (in opleiding). De module is in 2014 getest in een pilot onder kraamverzorgenden (in opleiding) met een positief resultaat en op basis van het evaluatierapport aangepast en definitief gemaakt. Door het Kwaliteitsregister Kraamverzorgenden en door het Kwaliteitsregister V&VN is 1 accreditatiepunt toegekend aan de module. De module is beschikbaar via onze website en staat vermeld in diverse scholingsagenda’s.
23
Jaarverslag 2014
In samenwerking met de NVWA heeft VeiligheidNL in maart 2014 een Veiligheidsforum gelanceerd op het grootste baby- en zwangerschapsforum van Nederland: www.zwangerschapspagina.nl. De best bezochte topics waren in 2014 ‘Met je kind op pad’, ‘Veilig slapen’ en ‘Meld onveilige producten en situaties’. Meer resultaten staan beschreven bij de additioneel gefinancierde projecten van Opgroeien. • In een netwerk gespreksronde langs de belangrijkste stakeholders in de JGZ is de strategie voor de landelijke uitrol van de nieuwe kinderveiligheidsvoorlichting besproken (NCJ, Nji, Actiz, GGD NL, AJN, V&VN, NVDA). De input wordt gebruikt voor het plan in 2015. • Diverse workshops en presentaties over kinderveiligheid zijn gegeven op congressen voor professionals: JGZ jaarcongres (25 november), AJN congres (14 november), Symposium e Landelijke Traumadag (31 augustus), 2 Nationale Congres Kinderveiligheid (12 juni), Dag van de Kraamzorg (9 september). • Task Force Kinderveiligheid: Erasmus MC heeft een observatieonderzoek uitgevoerd naar hoe ouders hun kinderen achter op de fiets vervoeren. De onderzoekers hebben hiervoor een train-de-trainer dag gehad verzorgd door VeiligheidNL. De Task Force Kinderveiligheid heeft met het Verbond van Verzekeraars op 17 juli een Safety Deal Spaakbeknelling gesloten. Fabrikanten en retailers hebben hierin aangegeven zich te willen inzetten voor de e preventie van dit type letsel. Het 2 Nationale Congres Kinderveiligheid heeft plaatsgevonden op 12 juni. Dit keer rondom het thema Veiligheid van kinderen in en om huis. • In november 2014 verscheen het Themanummer Veiligheid van het Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg, met VeiligheidNL als gastredacteur. Het tijdschrift geeft een mooi overzicht van nationale en internationale kennis, ervaring en resultaten op het gebied van kinderveiligheid. Hierin zijn diverse artikelen vanuit VeiligheidNL verschenen. • In juni 2014 werkten we mee aan Modderdag. Het doel van deze dag is kinderen te stimuleren om lekker buiten in de modder te spelen. Onze visie is dat kinderen door buitenspelen motorisch vaardiger worden en ze beter risico’s leren inschatten. 1.195 kinderopvangorganisaties en scholen organiseerden Modderdag. VeiligheidNL vulde de Modderwijzer – een handleiding voor deelnemende locaties – aan met tips om ongevallen te voorkomen én kinderen goed te leren vallen. Daarnaast organiseerde VeiligheidNL een valclinic op de persdag en maakten een videopersbericht over Modderdag. Er was ruimschoots aandacht in de pers; er verschenen 66 krantenartikelen en 2.753 berichten online (Nieuws, Twitter, Facebook etc). Scholen • Uit de inventarisatie onder schoolbestuurders naar hun behoefte rondom informatie, ondersteuning en interventies op het gebied van veiligheid, kwam duidelijk naar voren dat dit •
24
Jaarverslag 2014
•
•
zich met name concentreerde op het goed maken, vullen en actueel en actief houden van het schoolveiligheidsplan. Dat onderstreepte het belang voor VeiligheidNL om samenwerking te zoeken om tot een integraal schoolveiligheidsplan te komen (sociale en fysieke veiligheid samen). Er is samenwerking gezocht met Centrum School en Veiligheid (CSV). Gezamenlijk is gekeken naar goede ondersteuning bij scholen in het opstellen, uitvoeren en onderhouden van een schoolveiligheidsplan/veiligheidsbeleid (fysieke en sociale veiligheid gebundeld). VeiligheidNL heeft input geleverd op het model schoolveiligheidsplan van CSV. Tot een nadere samenwerking is het in 2014 niet gekomen, o.a. door verschillende belangen. VeiligheidNL heeft wel besloten niet verder te gaan met de Risicomonitor als instrument voor het Primair Onderwijs maar daarvoor te verwijzen naar de Kindmodule in de Arbomeester. VeiligheidNL heeft die kind module inhoudelijk vormgegeven, en die zich richt op dezelfde informatie als de Risicomonitor. In 2014 is de kind module 520 keer ingevuld door scholen. Vallen is ook een Sport: Om de implementatie van Vallen is ook een Sport te intensiveren is samenwerking gezocht met Judobond Nederland. 65 JBN-leerkrachten zijn door VeiligheidNL bijgeschoold om clinics en lessen van Vallen is ook een Sport te geven. 45% daarvan heeft inmiddels het certificaat behaald (niet iedereen heeft bijvoorbeeld al stage gelopen, dat nodig is om het certificaat te behalen). In 2015 zal ingezet worden op het verhogen van het aantal Vallen is ook een sport gecertificeerde JBN-leerkrachten. Er is een draaiboek opgesteld om JBN-leerkrachten te ondersteunen in het benaderen van scholen t.b.v. een valclinic ondersteund door diverse gezamenlijke communicatie uitingen. Inmiddels hebben JBN-leerkrachten al 31 valclinics op scholen) gegeven. Het lespakket is tevens inhoudelijk uitgebreid met een hoofdstuk over onverwachts vallen en uiterlijk in een nieuw jasje gestoken. De VO Veiligheidsmanager heeft een technische up date gehad en is beschikbaar voor de scholen.
Diversen • De samenwerking in de LOT-i werkgroep Jeugd heeft o.a. geleid tot een Toolkit Gezonde Leefstijl 12-19 jaar die geplaatst is op de website van het NCJ, het gezamenlijk adviseren bij de ontwikkeling van het nieuwe leerplankader Sport Bewegen en Gezonde Leefstijl door de SLO en het gezamenlijk optrekken rondom het thema sociaal emotionele ontwikkeling. • VeiligheidNL was aanwezig bij de jaarlijkse bijeenkomst van de Child Safety Working Group van ANEC in Brussel. Kennis op het gebied van standaardisatie van baby- en kinderproducten is uitgewisseld met experts uit andere Europese landen.
25
Jaarverslag 2014
•
•
•
•
4.1.3
In 2013 is onder leiding van European Child Safety Alliance gewerkt in het project TACTICS aan rapport over opzettelijk geweld tegen kinderen. VeiligheidNL heeft hiervoor input geleverd. In 2014 is een publicatie hierover verschenen. Het expert panel Kinderen en Jeugd is bijeengekomen op 4 juli en heeft daarna een voorstel uitgewerkt om in de regio Rijnmond een Ketenaanpak kinderveiligheid te onderzoeken. Daarbij wordt gekeken naar voorlichting aan ouders van jonge kinderen 0-4 jaar die in het ziekenhuis of op de eerste hulp zijn behandeld, en naar de overdracht van informatie daarna naar JGZ. Ketenaanpak Kinderveiligheid: Volgend op de expertmeeting is in het laatste kwartaal een verkennend onderzoek gedaan. De huidige situatie in de zorgketen wordt a.d.h.v. 8 cases van kinderen die een ongeval hebben gehad in kaart gebracht. Daarnaast zijn focusgroepgesprekken gevoerd met professionals in de regio. Actuele ongevalscijfers over de belangrijkste kinderveiligheidsonderwerpen gepubliceerd in factsheets op www.veiligheid.nl. In 2014 zijn de volgende factsheets afgerond waarvan een deel beschikbaar op de website: Ongevallen 0-18 jaar; Ongevallen 13-18 jaar; Ongevallen met huishoudchemicaliën, Vergiftiging 0-4 jaar (samenvatting op website, geen volledige factsheet); Zelfbeschadiging 12-24 jaar (niet op website), Valongevallen 0-12 jaar (in concept gereed eind 2014).
Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Inhoudelijk • De publieksactie Spaakbeknelling van de Task Force Kinderveiligheid is wegens ziekte van de onderzoekers van ErasmusMC verplaatst naar het voorjaar van 2015. Voor de publieksactie waren de resultaten van het onderzoek noodzakelijk en die kwamen later dan gepland. De actie zelf is zoveel als mogelijk voorbereid in 2014. • Er is in 2014 geen European Child Safety Alliance meeting georganiseerd. De financiering van ECSA is in de loop van 2014 stopgezet. De uren bestemd voor het bijwonen van de meetings zijn gegaan naar deskundigheidsbevordering op het gebied van vervoer van kinderen in de auto (congres Protection of children in cars, München 4 en 5 december). Financieel • Om de genoemde samenwerking rondom het schoolveiligheidsplan goed uit te werken en instrumenten op elkaar aan te laten sluiten zijn meer uren nodig geweest tegen wegvallende externe kosten (geen ondersteuningsaanbod). In het halfjaarverslag hebben we reeds aangegeven dat we hiervoor € 9.785 (corresponderend met 95 uur) omgezet hebben van
26
Jaarverslag 2014
•
4.1.4
externe kosten naar uren (geaccordeerd per e-mail door M. Nijstad aan M. Brugmans op 119-2014). Voor de over realisatie in uren en materiaalkosten is vooraf door VWS toestemming verleend (d.d. 4 september 2014). Toestemming is verleend voor een bedrag van €33.510 die is besteed aan de verkenning van de ketenaanpak kinderveiligheid.
Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten • Online Signalerings Platform I.o.v. de NVWA wordt via online platformen gekeken naar goede signalering van onveilige producten of situaties met producten en advies gegeven. Dit project wordt gefinancierd door de NVWA, aangevuld met financiering vanuit de instellingssubsidie. Eerder in dit verslag beschreven we de succesvolle lancering op www.zwangerschapspagina.nl. Per maand worden er gemiddeld tussen de 300 en 500 nieuwe berichten geplaatst door ouders op het sub forum die gaan over kinderveiligheid. Ouders adviseren elkaar ook. Per maand wordt tussen de 10 en 20 keer een expert van VeiligheidNL en of de NVWA ingeschakeld om advies te geven of vragen te beantwoorden. Naast dit forum is in 2014 een studie uitgevoerd naar verbredingsmogelijkheden va online signalering. Het lijkt het meest kansrijk te verbreden in andere zwangerschaps/jonge ouders fora. De subgroepen die er te vinden zijn, lijken onderscheidend aan elkaar. Dit voorstel is begin januari 2015 besproken met de NVWA en goedgekeurd. De vervolgjaren zullen hierop verder gaan. • Nieuwe Etiketten We hebben dit jaar de campagne Kinderen zien dingen anders opnieuw ingezet in november. Ouders gingen zelf aan de slag met het maken van een mini 3D poster. Via consultatiebureaus en kinderopvangorganisaties verspreiden we 20.000 bouwpakketjes. Ook werden 1.000 locaties uitgerust met de 3D poster op A2 formaat. Er was ruim media aandacht voor de campagne in de media, o.a. Hart van Nederland en AD. Daarmee zijn 2 miljoen mensen bereikt. Verder hebben we uitgebreid onderzoek gedaan of het mogelijk en wenselijk is de campagne te verbreden naar gevaren met chemische stoffen in huis. Denk bijvoorbeeld aan cosmetica, kleding en speelgoed. Het onderzoek was tweeledig: we onderzochten de risico’s en de informatiebehoefte bij Nederlanders. Hiervoor is desk research, focusgroepgesprekken en een landelijk vragenlijstonderzoek ingezet. Belangrijkste conclusie: er is behoefte aan informatie over gezondheidsrisico’s van chemische producten, maar veilig omgaan met chemische stoffen heeft een lage prioriteit. Men gaat ervan uit dat de producten die op de markt verkrijgbaar zijn veilig zijn en zoekt vooral informatie als er iets misgaat. Informatie wil men liefst op het etiket vinden in de vorm
27
Jaarverslag 2014
•
•
•
•
•
•
van begrijpelijke informatie. Bij een deel van de producten ontbreekt kennis over de aanwezigheid van chemicaliën of de giftigheid ervan. Opvallend was dat aandacht voor het milieu geen trigger blijkt voor het veranderen van het aankoop- of gebruiksgedrag. De input van het onderzoek wordt gebruikt voor een vervolg in 2015. Vallen is ook een sport Jeugdimpuls Met behulp van de financiering van de Jeugdimpuls heeft VeiligheidNL in de eerste helft van 2014 op 93 scholen een valclinic van een dagdeel kunnen verzorgen. Vrijwel alle leerkrachten waren positief over de valclinic en gaven aan het een zeer leuke en leerzame ervaring te vinden. Een eindrapportage aan de opdrachtverstrekker is eind november 2014 ingediend en door hen goedgekeurd. Gezonde Kinderopvang Een medewerker van VeiligheidNL was voor een periode van een half jaar gedetacheerd bij het RIVM/CGL om te werken aan een verkenning naar een Gezonde Kinderopvang. De werkzaamheden betroffen document onderzoek, interviews met kinderopvang organisaties, oudercommissies en stakeholders in de kinderopvangbranche. De verkenning is afgerond en op basis van de resultaten ervan werkt RIVM/CGL nu verder aan een aanpak voor de Gezonde Kinderopvang. Dit traject sluit nauw aan (en is onderscheidend aan) bij het Leerplankader van SLO en Een Gezonde Start. Er is reguliere onderlinge afstemming tussen de trajecten. (Zie hierna de toelichting op de andere projecten) Leerplankader SLO Het thema Fysieke Veiligheid voor het leerplankader Sport Bewegen en Gezonde Leefstijl is ingevuld. Tevens heeft VeiligheidNL input geleverd voor het leerplankader voor sociaal emotionele ontwikkeling. Een Gezonde start Samen met het Voedingscentrum, NISB, TNO, NJi en Pharos werkt VeiligheidNL aan de vernieuwde scholing Een Gezonde Start voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. In 2014 heeft VeiligheidNL de opzet voor de nieuwe module ‘Veilige omgeving en veilig gedrag’ ontwikkeld. Er hebben 3 partner overleggen en 1 werkconferentie plaatsgevonden. Er is een opzet gemaakt voor de pilot met gastouders die wordt uitgevoerd in 2015. Het project loopt door in 2015. Alles over spelen De website www.allesoverspelen.nl is in opdracht van de NVWA geactualiseerd. De content is aangepast aan de huidige wet- en regelgeving en er zijn op diverse pagina’s foto’s toegevoegd. Gifwijzer
28
Jaarverslag 2014
•
•
•
In 2014 is VeiligheidNL benaderd door Isatic Care om gezamenlijk de Gifwijzer als product uit te gaan geven. Voor VeiligheidNL is dit een eerste betaald consumentenproduct. In 2014 is de samenwerking ingegaan en in juni is een geheel geüpdatet en restylede gifwijzer verschenen (zowel papieren variant als de app). VeiligheidNL heeft de content geüpdatet i.s.m. een toxicoloog, Rode Kruis en Oranje Kruis en heeft de restyling begeleid. Isatis Care verzorgde het drukwerk en alle technische wijzingen en updates van de app. In 2014 zijn 4.999 gifwijzers verkocht via apotheken en de app is 1.514 keer gedownload. Risicomonitor In 2014 is de Risicomonitor verbeterd en is het aantal betalende accounts toegenomen. Het aantal betalende organisaties is in 2014 gestegen van 934 naar 1067. De RI Veiligheid is geüpdatet en er is een nieuwe RI ontwikkeld en toegevoegd; de RI Sociale veiligheid. Er is een demo ontwikkeld en uitgezet in de vorm van een e-learning module om gebruikers te ondersteunen. Er zijn 2 nieuwsbrieven verstuurd naar accounthouders van de Risicomonitor en er zijn 2 PR uitingen gedaan in de vorm van een advertorial via de Kinderopvangtotaal nieuwsbrief om nieuwe kinderopvangorganisaties te bereiken. Bij wijze van PR stunt is een ste taart uitgereikt aan de 2500 accounthouder en is deze geïnterviewd. VeiligheidNL heeft voor Dynamo een in-company traject verzorgd als vervolg op ondersteuningstraject van 2013 bestaande uit een vervolg training aan 4 groepen. Kinderopvang Impuls is door VeiligheidNL in-company ondersteunt in een ondersteuningstraject van een aantal maanden. PRIMA In 2014 heeft VeiligheidNL in opdracht van het Stichting Kinderpostzegels de doorontwikkeling van de Prima-aanpak afgerond. De website is aangepast aan de vernieuwde aanpak. Dit project heeft tot goede resultaten geleid. Tot 1 juni 2014 hebben maar liefst 1.974 scholen Prima besteld. 150.000 leerlingenboekjes zijn verspreid en de Pestmeter is door 12.078 leerlingen ingevuld. De PRIMA-aanpak is ook ingeschreven bij het valideringstraject van het NJI dat ze uitvoeren in opdracht van OCW. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft de Prima-aanpak de status ‘Voorlopig goedgekeurd’ heeft gegeven, Eind 2014 zijn er zes nieuwe professionals opgeleid als gecertificeerde regionale Prima-begeleiders. SYSM Eind 2014 heeft VeiligheidNL in opdracht van Stichting Kinderpostzegels het project Safe You, Safe Me afgerond. Het Safe Yo, Safe Me programma is doorontwikkeld en bestaat uit het Safe You, Safe Me meldcode+ pakket en aanvullende modules. Uiteindelijk hebben vierenvijftig scholen het meldcode+ pakket besteld dankzij subsidiemogelijkheden.
29
Jaarverslag 2014
4.2
Ouder worden
4.2.1
Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners In 2014 is sterk ingezet op de implementatie van een aantal effectieve interventies, samenwerking met diverse partijen daarbij en vergrootten van het (kennis)netwerk valpreventie. En met resultaat: • Er is veel belangstelling voor In Balans. Niet alleen vanuit het professionele netwerk maar ook van private partijen waaronder verzekeraars. Met Achmea en CZ is actief gewerkt aan het vergoed krijgen van In Balans in hun aanvullende pakketten. Evenals het publiceren van een overzicht van gecertificeerde In balans trainers op een kaartje van Nederland. • Het aantal bestellingen van de Valanalyse heeft in 2014 een vlucht genomen. Een verzesvoudiging van het aantal bestellers in 2013. Mede te danken aan de vele communicatie uitingen richting de professionele doelgroepen hiervoor i.s.m. V&VN, WDH Midden Nederland, Triaspect, Valnet etc. • De gestelde 10% uitbreiding van het valpreventie (kennis) netwerk is ruimschoots gehaald. Zo is bijvoorbeeld het aantal LinkedIn leden van het kennisnetwerk bijna verdubbeld. Een goede ontwikkeling aangezien er ook steeds meer en actievere discussies plaatsvinden. • Met behulp van social marketing zijn veel kwalitatieve inzichten verworven in de belevingswereld van ouderen die gebruikt kunnen worden in de communicatie en implementatiestrategie van diverse interventies in 2015. • Een verkenning voor een Taskforce Valpreventie Ouderen i.s.m. Vilans levert interessante gesprekken op en aanknopingspunten om te experimenteren met een Health Impact Bond als constructie voor financiering van preventie. Meer en uitgebreidere resultaten worden hieronder beschreven. Gevolgd door korte beschrijvingen van de resultaten van additioneel gefinancierde projecten in 2014.
4.2.2
Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Valanalyse • De Valanalyse (boekje) is op basis van de uitkomsten van een onderzoek uit 2013 op een aantal kleine punten herzien. N.a.v. van vragen uit het onderzoek is een digitaal invulformulier ontwikkeld van de Valanalyse en beschikbaar gesteld via de website en is de training op een aantal punten aangepast. Zo wordt er n.a.v. evaluaties van de training meer aandacht besteed aan de implementatie en financiële aspect van implementatie van de valanalyse. In 2015 wordt de Valanalyse in een nieuw jasje gestoken qua uiterlijk.
30
Jaarverslag 2014
•
•
•
•
In 2014 hebben 1.793 professionals de Valanalyse besteld (papier en digitaal samen), waarbij een deel van de bestellers van de hard copy versie meerdere exemplaren bestelde. Dit is bijna een verzesvoudiging van aantal bestellers t.o.v. 2013. Er hebben vier trainingen Starten met de Valanalyse plaatst gevonden waaraan in totaal 79 professionals (te weten praktijkondersteuners, fysiotherapeuten, ergotherapeuten en oefentherapeuten) deelnamen. Ze beoordeelden de training gemiddeld met een 7,7. De training is verzorgd in samenwerking met Valnet (een regionaal samenwerkingsverband van eerstelijns ergotherapeuten, oefentherapeuten en fysiotherapeuten). Er is een in-company training verzorgd voor een thuiszorgorganisatie De Friese Wouden waarin zowel aandachtsvelden zijn getraind en de organisatie is geadviseerd over de implementatie van de Valanalyse binnen de organisatie. De Valanalyse is op meerdere manieren onder de aandacht gebracht van de doelgroepen. Diverse PR uitingen etaleerden de Valanalyse, waaronder een nieuwsbericht om een subsidie regeling onder de aandacht te brengen, een presentatie op symposium van Caranscoop, presentatie over de Valanalyse tijdens een themabijeenkomst van het kennisnetwerk valpreventie, in diverse mailingen van het KNGF, in een mailing naar het netwerk van V&VN, Twitter berichten, en mailingen naar alle bestellers van de Valanalyse om de training onder de aandacht te brengen. Uit een uitgebreid doelgroep onderzoek uitgevoerd door Blauw bleek dat tussen de 11% en 17% van een professionele doelgroep gebruik maakt van de valanalyse (11% van de fysiotherapeuten, 11% van de verpleegkundigen, 17% van de praktijkondersteuners) en een groot deel van de professionals niet bekend zijn met de valanalyse (80% van de fysiotherapeuten, 81 van de verpleegkundige en 73% van de praktijkondersteuners). Hoewel het aantal bestellingen van de Valanalyse flink stijgt valt hier dus nog veel te winnen en zullen de werkzaamheden in 2015 hier een verdere impuls aan geven.
In Balans • In 2014, het eerste volledige jaar dat VeiligheidNL eigenaar is van In Balans, zijn 466 cursusboeken online of telefonisch besteld. • In samenwerking met het onderzoeksbureau TNS NIPO is een procesevaluatie uitgevoerd als het gaat om de materialen (o.a. de docentenhandleiding en het cursistenboek) en de scholing van In Balans. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met de hoofddocenten van In Balans (train-de-trainer netwerk), docenten van In Balans en met ouderen die de In Balans cursus volgen. Dit onderzoek heeft concrete verbeterpunten opgeleverd voor het optimaliseren van de bestaande materialen en de scholing. Als het gaat om de materialen is o.a. veel winst te halen in de actualisatie en de gebruiksvriendelijkheid. Als het gaat om de
31
Jaarverslag 2014
• •
•
•
•
•
scholing is het raadzaam om de training goed te laten afstemmen op het kennisniveau van de verschillende deelnemers en een module toe te voegen als het gaat om de ‘ver marketing’ van In Balans in de praktijk. Verlenging van accreditatie is aangevraagd en gehonoreerd bij zowel het KNGF (fysiotherapeuten) en bij ADAP (oefentherapeuten). Voor het goed onderhouden van onze relatie met het train-de-trainer netwerk, bestaande uit vijf hoofddocenten, hebben we in april en december een netwerkbijeenkomst georganiseerd. Deze bijeenkomsten gebruikt VeiligheidNL ook om elkaar te inspireren in de (nieuwe) ontwikkelingen van In Balans. Verschillende gesprekken zijn gevoerd met Achmea als het gaat om haar lopende In Balans pilot in twee regio’s. Naar aanleiding van de pilot zien zij de meerwaarde van In Balans en zullen in 2015 het vergoedingsbedrag in de aanvullende verzekering (Extra Vitaal pakket) verhogen naar € 150. Aangezien een aantal zorgverzekeraars (Achmea, CZ en De Friesland) In Balans via fysiotherapeuten vergoed vanuit de aanvullende verzekering, worden deze zorgprofessionals steeds belangrijkers voor het uitvoeren van In Balans. Vanuit het uitgebreide doelgroeponderzoek uitgevoerd door Blauw blijkt 20% van de fysiotherapeuten In Balans te kennen en 4% In Balans te gebruiken in de dagelijkse praktijk. Voor het breder wegzetten van In Balans zal onder deze belangrijke doelgroep in 2015 een impuls worden gegeven aan het vergroten van de bekendheid en gebruik van In Balans. In september is een drie daagse scholing gestart. 17 professionals hebben hieraan deelgenomen, bestaande uit fysiotherapeuten, oefentherapeuten en MBvO docenten. Ze beoordelen de training gemiddeld met een voldoende. De training is gegeven door één hoofdtrainer en een extra examinator op de derde dag. Dit zijn professionals met jarenlange ervaring in het geven van de In Balans cursus aan ouderen en het geven van de drie daagse scholing aan aanstaande In Balans docenten (train-de-trainer netwerk). Voor een helder overzicht van de gecertificeerde In Balans trainers heeft VeiligheidNL in 2014 gezorgd voor een overzicht daarvan op de website van VeiligheidNL. Dit geeft o.a. organisatoren, uitvoerders, externe financiers (zoals zorgverzekeraars, gemeenten en welzijnsorganisaties) en ouderen snel inzicht wie In Balans aanbiedt en waar In Balans wordt gegeven.
Blijf staan • Het handboek Blijf Staan is inhoudelijk geüpdatet. In 2015 worden nog een aantal verwijzingen aangepast en wordt het handboek opnieuw opgemaakt.
32
Jaarverslag 2014
• •
• •
Met Triaspect zijn afspraken gemaakt om naar elkaars aanbod verwijzen om zo een groter deel van de verpleeg- en verzorghuizen bekend te laten raken met Blijf Staan. Er is een notitie geschreven over de toepasbaarheid van Blijf Staan binnen GGZ instellingen. Op basis van dit verkennende onderzoek en de gesprekken met twee medewerkers van GGZ Centraal is de conclusie dat het implementeren van Blijf Staan binnen de GGZ op dit moment onvoldoende interessant is. Dit omdat de omvang van de doelgroep niet groot is en afneemt. Daarnaast worden patiënten steeds korter behandeld binnen instellingen en worden zij alleen behandeld voor de meest urgente problematieken. Er is daardoor geen ruimte voor valpreventie activiteiten. Er is 1 starttraining uitgevoerd van Blijf Staan (beoordeeld met een 7,6). De anderen hebben geen doorgang gevonden wegens te weinig aanmeldingen. Een grote groep (72%) zorgprofessionals, die gebruikmaken van de Blijf Staan methodiek, gaf in onderzoek in 2013 aan dat zij behoefte hebben aan meer informatie over de onderwerpen melden en effectief adviseren. Ook gaven zij aan dat zij graag ervaringen over het toepassen van valpreventie willen uitwisselen. Op basis dit onderzoek uit 2013 zijn in 2014 twee nieuwe bijeenkomsten ontwikkeld. I.s.m. Triaspect is de bijeenkomst ‘Valpreventie en Effectiever melden’ ontwikkeld. Daarnaast is de ‘Blijf Staan Uitwisselingsbijeenkomst Effectief adviseren’ ontwikkeld. Deze zijn aangeboden en gepromoot maar ook hiervoor waren onvoldoende aanmeldingen om het door te laten gaan.
Ondersteuning aan het netwerk van valpreventie professionals • De pagina’s binnen de website http://valpreventie.veiligheid.nl zijn in totaal 67.773 bekeken. • In 2014 zijn 4 nieuwsbrieven en 9 thematische nieuwsflitsen (waaronder de Valanalyse en de Valpreventiemaand) naar het (kennis)netwerk van valpreventie professionals gestuurd. Het aantal nieuwsbrief abonnees is gestegen van 1.344 eind 2013 naar 1.726 eind 2014. • Het aantal leden van de Linked In groep kennisnetwerk Valpreventie is gestegen van ruim 500 eind 2013 naar rond de 900 leden eind 2014. Bijna een verdubbeling van het aantal leden. • In 2014 zijn 2 succesvolle themabijeenkomsten georganiseerd. De thema’s waren; ‘screeningsinstrumenten’ (28 deelnemers) en ‘valpreventie bij kwetsbare ouderen’ (60 deelnemers). De deelnemersevaluaties van beide bijeenkomsten waren positief. Veilig en Gezond Wonen Met de insteek van ‘social marketing’ is een nadere verkenning rondom veilig en gezond wonen bij ouderen uitgevoerd. Dat houdt in dat wij in gesprek gingen met de doelgroep en daarbij ‘breed’ luisterden met een oprechte nieuwsgierigheid om er achter te komen wat hen drijft. Dit
33
Jaarverslag 2014
gebeurde door middel van 12 diepgaande gesprekken met ouderen in hun eigen woonomgeving. Uit het onderzoek bleek o.a. wat de zorgen en dromen van ouderen zijn voor de toekomst, welke dagelijkse activiteiten ze uitvoeren, wat hen motiveert, welke mensen zich rondom hen bevinden, welk beeld ze hebben bij bewegen en wat ze hierin wel of niet aantrekkelijk vinden. De inzichten van deze bevindingen zijn vertaald in een sociale marketing strategie. Deze strategie geeft aanknopingspunten voor hoe ouderen te bereiken of verleiden om iets met veiligheid te gaan doen in hun huis of in hun eigen gedrag. Specifiek heeft het onderzoek veel inzichten opgeleverd voor een aangescherpte wervingsstrategie en een optimalisatie van In Balans. Diversen • Actuele ongevalscijfers over de belangrijkste veiligheidsonderwerpen voor ouderen zijn gepubliceerd in factsheets op www.veiligheid.nl: valongevallen 65-plus; Ongevallen in verpleeg- of verzorgingshuizen. Deze is tevens uitgereikt bij het Landelijke valpreventie symposium aan bijna 200 professionals. En ten slotte ook een factsheet met informatie over ‘Valongevallen en hersenletsel 65+’. • Er zijn vier nieuwe inhoudelijke factsheets over belangrijke valpreventie onderwerpen gepubliceerd op www.veiligheid.nl: valrisico screening, voeding en vallen, alcohol en vallen en communiceren met ouderen over valpreventie. • Voorafgaand aan de publicatie over Valongevallen en Hersenletsel bij 65+’ ers heeft VeiligheidNL een Ronde Tafel georganiseerd. Hier werden de belangrijkste ontwikkelingen m.b.t. (dodelijke) valongevallen bij ouderen besproken en gezamenlijk gekeken naar verklaringen of oorzaken van veranderingen. Hieraan heeft een diverse organisaties en disciplines meegewerkt, evenals aan de daarop aansluitende publicatie daarover: VU, AMC, UMC Utrecht, ErasmusMC, UMC St. Radboud, Medisch Spectrum Twente, Instituut voor Verantwoord Medicijn gebruik en de Hersenstichting. Disciplines varieerden van epidemiologen, onderzoekers, klinisch geriaters, neuroloog, en expertise op het gebied van medicatie en hersenletsels. • Onderzoek onder professionals. Om de ondersteuning van VeiligheidNL ten aanzien van professionals op het gebied van valpreventie verder te kunnen aanscherpen is een landelijk behoefteonderzoek uitgevoerd onder fysiotherapeuten, huisartsen, praktijkondersteuners, en (wijk) verpleegkundigen. De online vragenlijst werd beantwoord door 908 respondenten. Uit het onderzoek bleek dat al deze zorgverleners valpreventie belangrijk vinden en zich daarmee in de praktijk bezighouden. Fysiotherapeuten het meeste, huisartsen het minst. De bekendheid met web uitingen, activiteiten en materialen van VeiligheidNL is nog beperkt. Eerder staat in dit
34
Jaarverslag 2014
•
•
4.2.3
jaarverslag al meer specifieke informatie over de bekendheid en het gebruik van de Valanalyse en de interventie In Balans. Overigens is er onder deze groepen een duidelijke behoefte aan betrouwbare informatie over effectieve interventies en voorlichtingsmateriaal. Gedurende het hele jaar hebben diverse gesprekken met partners en stakeholders plaats gevonden die hebben geleid tot nieuwe voorstellen, afspraken over verwijzingen en versterking in communicatie van diverse valpreventie producten en diensten. Een korte opsomming hiervan: Vilans, ActiZ, Zorginstelling Aafje, NVFG, VVVS, LifeLive, Judobond NL, Triaspect, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik, V&VN, WDH midden Nederland, GGD GHOR NL, Ergotherapie Nederland, Valnet, VU, CZ, Achmea, Blijf Veilig Mobiel, CROW, KNGF, Mirjam Pijnappels VU. Samenwerking met Nederlandse Vereniging Klinische Geriatrie en AMC bij de organisatie van het Landelijk Valsymposium. Taskforce Valpreventie Ouderen. In 2014 een start gemaakt met de Taskforce Valpreventie Ouderen. VeiligheidNL werkt hierin samen met Vilans aan het gezamenlijke doel om valpreventie-activiteiten op grotere schaal uit te kunnen voeren. Naast diverse gesprekken met VWS en ZonMw is een actorenkaart opgesteld, een praatplaat ontwikkeld en er zijn gesprekken gevoerd en/of voorbereid met een aantal belangrijke actoren en financiers.
Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Inhoudelijke afwijkingen: • Zoals hierboven beschreven is een aantal van 4 trainingen rondom Blijf Staan niet gehaald, wegens te weinig animo / aanmeldingen. VeiligheidNL heeft de inspanningen t.a.v. uit te voeren trainingen met succes geïntensiveerd bij de Valanalyse. Hier zijn meer trainingen uitgevoerd dan vooraf voorzien. • Bij In Balans heeft 1 scholing van nieuwe docenten plaatsgevonden in plaats van 2. Belangrijkste overweging om de tweede scholing niet door te laten gaan was de aankomende vernieuwing van de methodiek. De uren zijn besteed aan het verder voorbereiden van de vernieuwing van In Balans. Voor 2015 staan reeds 4 scholingen gepland voor In Balans. Financiële afwijkingen: • Voor de over realisatie in uren en materiaalkosten is vooraf door VWS toestemming verleend (d.d. 11 september 2014). Toestemming is verleend voor een bedrag van € 50.000 dat is besteed aan de activiteiten van de Taskforce Valpreventie Ouderen. Zie hierboven beschreven.
35
Jaarverslag 2014
4.2.4
Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten • Verrijking In Balans In Balans heeft vanuit Effectief Actief financiering gekregen om in een verrijkingstraject het in de markt zetten van de interventie te verbeteren. Binnen het verrijkingstraject is gezamenlijk met TNS NIPO een procesevaluatie uitgevoerd om de materialen en de scholing in 2015 te kunnen verbeteren. • Veiligheidsadviseur training: In 2014 is een nieuwe groep veiligheidsadviseurs getraind. In e totaal waren er 11 deelnemers aan de training die is uitgevoerd in de 2 helft van 2014. • VeiligheidNL participeert in Profound, (Prevention of Falls Network for Dissemination) een netwerk van 21 partners uit 12 EU landen dat zich richt op het implementeren van evidence based valpreventieprogramma’s, gebruik makend van internet en innovatieve ICT oplossingen. • In samenwerking met Nederlandse Vereniging Klinische Geriatrie en AMC heeft VeiligheidNL het tweede Landelijke Valsymposium in 2014 georganiseerd. 194 professionals zijn bijeen gekomen om de nieuwste wetenschappelijke inzichten uit het onderzoek en de kliniek te horen. De deelnemers waren tevreden over de inhoud van het congres, de organisatie en de netwerkmogelijkheden en beoordeelde het symposium gemiddeld met een 7,3.
4.3
CGL
4.3.1
Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners Als landelijk partner van het Centrum Gezond Leven (CGL) werkt VeiligheidNL samen met andere thema-instituten aan het versterken van professionele gezondheidsbevordering en – preventie op landelijk en lokaal niveau. Voor 2014 hebben VeiligheidNL en CGL afspraken gemaakt over personele inzet voor generieke taken (500 uur) en te leveren thema specifieke resultaten (ook 500 uur). De belangrijkste samenwerkingspartners naast CGL hierbij zijn: NISB, Pharos, Rutgers WPF, Soa Aids Nederland, Trimbos-instituut en Voedingscentrum.
4.3.2
Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Generieke taken:
36
Jaarverslag 2014
•
•
Onderzoek naar werkzame elementen voor kinderveiligheidsvoorlichting en mogelijkheden voor uitwerking, alsmede een notitie over do’s en dont’s bij het maken van een themadossier in samenwerking met CGL en Pharos. In samenwerking met het CGL en KING zijn op de site 'www.waarstaatjegemeente.nl' per gemeente twee type rapporten met indicatoren beschikbaar gesteld: het totaal aantal ziekenhuisopnamen ten gevolge van ongevallen en het totaal aantal ziekenhuisopnamen ten gevolge van een valongeval bij 65-plussers. Tevens is in afstemming met beide partijen de site ‘http://gemeente.veiligheid.nl' ontwikkeld, waarbij gemeenten achtergrondinformatie en advies krijgen over hoe op lokaal niveau gewerkt kan worden aan valpreventie. Ook wordt op beide websites gelinkt naar de handreiking gezonde gemeente van het CGL. De rapporten zijn inmiddels in totaal 1.250 keer opgevraagd. In de periode 4 tot en met 31 december 2014 is de website http://gemeente.veiligheid.nl in totaal 379 bekeken.
Specifieke taken: • Vijf interventies zijn beschreven en beoordeeld; ‘Risicomonitor’, ‘PRIMA’ en ‘Safe You Safe Me’ zijn erkend als Goed onderbouwd, ‘Gebruik je kop helm op (snowboarden en skiën) is erkend als Effectief (met een eerste aanwijzing voor effectiviteit). De VO veiligheidsmanager is niet erkend. • Er zijn drie externe interventies beoordeeld voor het niveau 'goed beschreven'. • Up-to-date beschrijving in de I-database van alle interventies waar VeiligheidNL eigenaar van is. • Actuele teksten, links en informatie op gebied van Veiligheid op loketgezondleven.nl. • Input voor de CGL kalender, waaronder aankondigingen van de lancering van interventies, campagnes, nieuwsbrieven, publieksevenementen en congressen van VeiligheidNL. • Bekendheid met en gebruik van het themadeel letsel van de Handreiking Gezonde Gemeente versterkt via www.veiligheid.nl en via de portal http://buurt.veiligheid.nl. • Deelname aan de projectgroep ‘Handreiking Gezonde Gemeente’. • Afspraken over bijdrage Handreiking Gezonde Kinderopvang, deze worden in 2015 uitgewerkt. • Actuele teksten thema Letselpreventie op www.gezondeschool.nl. en teksten voor opname in de regionale nieuwsbrief Gezonde School. • Bijdrage aan het gezamenlijk vormgeven van de communicatie richting scholen op gezondeschool.nl, via Twitter accounts en discussiegroepen. Maximale investering 4 uur per maand. • Up-to-date criteria van het vignet Gezonde School po en mbo.
37
Jaarverslag 2014
• •
• • •
4.3.3
Beoordeling van drie aanvragen voor het Vignet Gezonde School bij basisscholen voor het Themacertificaat Fysieke Veiligheid. Voor de Gezonde School is i.s.m. de Hoorstichting, RutgersWPF, Trimbos en de Hartstichting is een start gemaakt met een vignet Veiligheid voor VO. Het vignet werd later opgesplitst en i.s.m. Trimbos en Centrum School en Veiligheid is een vignet ‘Welbevinden en Sociale Veiligheid’ opgezet en inmiddels aan te vragen door VO scholen. I.o.m. de Hoorstichting en de Hartstichting wordt een vignet ‘Fysieke veiligheid’ in 2015 afgerond voor VO scholen. Er zijn voorbereidingen getroffen voor deelname aan de Nationale Onderwijstentoonstelling (jan 2015). VeiligheidNL coördineert de themadesk ‘Fysieke Veiligheid’ op de NOT. Deelname aan het kernteam social media en participatie in sociale media projecten op het eigen themagebied. De interventies Vallen Is Ook een Sport en PRIMA zijn opgenomen in de nieuwe ronde van de #Jeugdimpuls (Gezonde School Ondersteuningsaanbod) die aan scholen wordt aangeboden (voorjaar 2015). Hierdoor kunnen scholen interventies die opgenomen zijn in de I-database met (financiële) ondersteuning implementeren.
Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Inhoudelijk In 2015 was de werkgroep Gezond werk van het CGL niet meer actief; er is dus geen bijeenkomst geweest, en geen update van de thema-informatie op het loketgezondleven.nl en voor externe websites. De uren begroot voor dit onderdeel zijn besteed aan het indienen van 2 extra interventies voor erkenning. In het jaarplan waren 3 interventies beloofd en begroot en er zijn er 5 ingediend. Financieel Geen.
4.3.4
Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten • Op verzoek van RIVM/CGL heeft een senior onderzoeker van VeiligheidNL deelgenomen aan 5 vergaderingen van de erkenningscommissie en in totaal negen interventies beoordeeld voor erkenning (hier staat een beperkte kostenvergoeding tegenover).
38
Jaarverslag 2014
•
Op verzoek van het NISB hebben 2 onderzoekers van VeiligheidNL in totaal negen interventies beoordeeld voor de Menukaart Sportimpuls (effectief actief - hier staat een beperkte kostenvergoeding tegenover).
39
Jaarverslag 2014
5
Programma Werk en Vrije tijd
40
Jaarverslag 2014
5.1
Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners
De activiteiten van het Programma Werk en Vrije tijd zijn gericht op het voorkómen van ongevallen en letsels op het werk en tijdens vrijetijdsbesteding. Arbeidsveiligheid heeft de afgelopen jaren vorm gekregen door het meerjarenprogramma ‘Gedragscommunicatie versterking arbeidsveiligheid’, welke t/m 2013 werd gefinancierd door SZW. Daarbij is nauw samengewerkt met brancheverenigingen, sociale partnerorganisaties, koepelorganisaties, (hoofd)bedrijfschappen en MKB en grootbedrijven. Aansluitend hebben we in 2014 de verschillende campagnematerialen kunnen blijven aanbieden en hebben we via betaalde dienstverlening aan bedrijven veilig gedrag en cultuur in de werksetting verder kunnen bevorderen. Daarnaast hebben we aandacht kunnen geven aan goede BHV dankzij financiering van de ministeries SZW, V&J en BZK en van private partners hiervoor. Voorkómen van ongevallen en letsels tijdens vrijetijdsbesteding is met name gericht op sportblessurepreventie, hoofdzakelijk gefinancierd uit het deel van de VWS-instellingssubsidie afkomstig van de Directie Sport. De invulling hiervan is conform het officieuze meerjarenprogramma ‘Verantwoord en veilig sporten 2012-2016’, met bijstellingen volgens de nieuwste inzichten. De basis van het meerjarenplan is gestoeld op een viertal pijlers: • in stand houden van actuele, eenduidige kennis en de ontwikkelde netwerk- en infrastructuur; • borging en verdere implementatie van beschikbare effectieve interventies bij de primaire doelgroepen; • verbreden en uitbouwen van bestaande effectieve interventies naar andere sporttakken en doelgroepen; • nieuw aanbod ontwikkelen.
Voor 2014 wordt hieronder verslag gedaan van de behaalde resultaten. Daarbij is nauw samengewerkt met vele partijen, zoals de VSG, TNO, SCP, Mulier Instituut, NOC*NSF, VUmc/EMGO+, UMC Utrecht, Erasmus MC, Rijksuniversiteit Groningen, Maastricht University, Hersenstichting Nederland, Rode Kruis, Oranje Kruis, Atletiekunie, KNVB, KNHB, NeVoBo, NSKiV, KNKV, KNWU, KNSB, NTFU, KNLTB, KNHS, SVP, EFAA, NISB, KNGF, NVFS, NBB, NGS, ASM, Medicort, Bureau SportZorg, NHG, Richard Krajicek Foundation, Johan Cruyff Foundation, Disporta, Le Champion, Alpe d'HuZes, Shimano, Perry Sport, Runner’s World magazine/Weekbladpers en Run2Day. Naast sportblessurepreventie hebben we ook aandacht gehad op het gebied van veilig klussen. Dit is met name gedaan met private partijen, zoals RTL (Eigen Huis & Tuin) en Histor.
41
Jaarverslag 2014
5.2
Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie •
•
•
•
•
•
•
•
Actuele en eenduidige factsheets met sportblessuregegevens naar sporttak en type blessure zijn beschikbaar op www.veiligheid.nl/sportblessures. Afgelopen jaar hebben de volgende factsheets een update ondergaan: o algemene factsheet; o enkelblessures; o geleidelijk ontstaan letsel. Voor elk van de platformen Monitoren Sportblessures en Sportblessurepreventie zijn twee bijeenkomsten geweest. Verder zijn er diverse nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan met betrekking tot kennis sport en is actief geparticipeerd in KTS-groepen. Diverse malen is beleidsmatige ondersteuning geweest richting bonden, VWS/Sport en andere partners uit het veld. Ook hebben we vele vragen over sportblessures en -preventie beantwoord binnen het netwerk. Vijf artikelen zijn geaccepteerd bij wetenschappelijke tijdschriften (o.a. BJSM, JSAMS en SJMSS) en er is een artikel ingediend. Verder zijn er diverse artikelen geplaatst in populaire bladen/sites, zoals: Sport Knowhow XL, Sportmassage, EHBO.nl (magazine) en Runner’s World magazine, Run2Day magazine en Wielersport. Daarnaast is de nodige publiciteit gegenereerd voor sportblessurepreventie in de media via televisie, radio en schrijvende pers. Ook hebben er presentaties plaatsgevonden tijdens het NGS congres, IOC World Conference on Prevention of Injury & Illness in sport, Verkeersveiligheids Congres, FysioCongres, Congress of the European College of Sport Science en het VSG congres. De online interventie Voorkomblessures.nl is op basis van het gebruikersonderzoek (2013) herzien en tekstueel aangepast. Tevens zijn er nieuwe (aanvullende) filmpjes gemaakt ter ondersteuning van de content op de site en het you tube kanaal van Voorkomblessures.nl. De afspeellijsten op you tube zijn een nieuwe manier om sportblessurepreventie toe te passen, en met succes: In 2014 hebben alle filmpjes bij elkaar 207.662 views opgeleverd. Vanaf de zomer is de vernieuwde site online. De site had in 2014 in totaal 500.000 unieke bezoekers. Dit is ten opzichte van 2013 een stijging van 35%. Van alle sporters die op zoek zijn naar informatie over blessures, gebruikt 20% Voorkomblessures.nl. Via social media en online nieuwsbrieven, met input vanuit de samenwerkingspartners en haar verenigingen, is gezorgd voor extra bereik van de (ongeorganiseerde) sporters. In het vierde kwartaal van 2014 heeft er een gebruikersonderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van de vernieuwde website Voorkomblessures.nl. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt om Voorkomblessures.nl in 2015 verder te optimaliseren. Aan de hand focusgroep-interviews en een peiling tijdens het FysioCongres hebben we geconcludeerd dat fysiotherapeuten graag geïnformeerd willen worden over de
42
Jaarverslag 2014
•
•
mogelijkheden voor sportblessurepreventie en dat zij deze informatie ook beschikbaar willen stellen aan hun patiënten. In samenwerking met de NVFS hebben we daarom een interventie gestart in de vorm van de ontwikkeling en verspreiding van een flyer waarmee bekendheid kan worden gegenereerd over de bestaande interventies van VeiligheidNL om blessures te voorkomen. Eind 2014 is deze flyer samen met de algemene flyer van Voorkomblessures.nl naar alle fysiotherapiepraktijken gestuurd die zijn aangesloten bij de KNGF, met als doel dat fysiotherapeuten bij VeiligheidNL de algemene flyer bestellen en verspreiden onder hun patiënten. In 2014 hebben een drietal Publiek Private Samenwerkingen (PPS-en) plaatsgevonden in relatie tot Voorkomblessures.nl: o Met Perry Sport heeft in maart en eind oktober/begin november de campagne ‘Be Brave Be Safe’ plaatsgevonden (landelijke zichtbaarheid in 68 winkels en in huis-aanhuis brochure). Uit onderzoek kan geconcludeerd worden dat de boodschap van de campagne redelijk goed overkomt en dat de sporters het vooral goed vinden dat er aandacht is voor beschermingsmaterialen. o In het voorjaar en eind oktober/begin november is een campagne gedaan in samenwerking met in eerste instantie Run2Day en later ook met het sportmerk Mizuno e (2 campagne). Dit heeft een landelijke zichtbaarheid gehad in 25 winkels, op LosseVeter.nl, in Losse Veter Magazine, in Runner’s World Magazine en nieuwsbrief, Runnersweb.nl, in Run2Day magazine en in de Telegraaf. Uit onderzoek blijkt dat de campagne de boodschap duidelijk heeft overgebracht. Na de eerste campagne bleek er een gat te zijn tussen de kennis over deze blessures en het daadwerkelijk nemen van preventieve maatregelen. Daarom hebben we tijdens de tweede campagne de informatie meer toepasbaar gemaakt. o In september is gestart met een samenwerking met Runner’s World Magazine/Runnersweb.nl (uit ad hoc gelden). Van september t/m december was VeiligheidNL maandelijks zichtbaar in het magazine en is dit online door vertaald naar Runnersweb.nl. maandelijks hadden we op deze manier een bereik van meer dan een kwart miljoen hardlopers. In 2014 zijn sport-specifieke trainingsprogramma’s beschikbaar gesteld (voetbal, volleybal, korfbal en basketbal) en generieke voorlichtingsmaterialen ten behoeve van enkelblessurepreventie. Voor voetbal en volleybal is dit gedaan via de opleidingen van de KNVB en NeVoBo en zijn respectievelijk 900 voetbaltrainers en ruim 250 volleybaltrainers opgeleid in het onderwerp enkelblessurepreventie. Dit resulteert in een indirect bereik van ongeveer 2.300 volleyballers en 12.000 voetballers. Daarnaast is de informatie voor
43
Jaarverslag 2014
•
•
•
•
•
•
• •
voetbaltrainers ook beschikbaar in het onderdeel Voetbal Blessure Vrij via de speciale KNVB voetbaltrainerswebsite trainers.voetbal.nl. Bij korfbal is de pilot van het trainingsprogramma gericht op enkelblessurepreventie medio 2014 afgerond met een evaluatierapportage. In september is in samenwerking met de KNKV via de opleiding en via de fysiotherapeuten gelieerd aan club of regio een landelijke uitrol gerealiseerd (bereik van 150 trainers en 28 fysiotherapeuten en indirect bereik van 1.500 korfballers). Als nieuwe sport binnen enkelblessurepreventie is gekozen voor basketbal, er heeft in samenwerking met de NBB een gebruikersonderzoek plaatsgevonden om een pilot te kunnen ontwikkelen. Deze pilot is in oktober gestart en loopt door tot juni 2015. In oktober 2014 is een eerste evaluatie gedaan, waarna de pilotmaterialen definitief zijn bepaald. Voor zowel volleybal als korfbal zijn de trainerssets ten behoeve van enkelblessurepreventie herzien. Samen met de pilot trainersset voor basketbal zijn deze materialen in de nieuwe look en feel opgemaakt. De ‘Versterk je enkel’ App is in 2014 ruim 20.000 keer gedownload, gemiddeld 56 keer per dag. De uitvouwkaarten ‘ Versterk je enkel’ zijn totaal 9.000 keer afgenomen door huisartsen, fysiotherapeuten en trainers. In april heeft een partnerbijeenkomst van experts plaatsgevonden om de koers te bepalen van een interventie ten behoeve van blessurepreventieve bij kinderen en jeugd. Conclusie was oefeningen te integreren in een warming-up programma. Om sportblessures bij kinderen en jongeren terug te dringen is een pilot interventie ontwikkeld in de vorm van een oefenprogramma voor buurtsportcoaches welke als warming-up kan worden ingezet. Het oefenprogramma is ge-pretest op 6 ‘playgrounds’, verdeeld over de steden Haarlem, Den Haag en Amsterdam. Dit is gedaan in samenwerking met lokale sportservice organisaties en de Johan Cruijff Foundation. Het oefenprogramma is na de pretest geoptimaliseerd opgenomen in een speciale warming-up app en website. Er is een netwerk en bijeenkomst gerealiseerd van partners met betrekking tot knieblessurepreventie. In februari is een expertmeeting ‘preventie knieblessurepreventie’ georganiseerd met de KNVB, KNHB, Atletiekunie en EFAA (vertegenwoordigers van de vier sporten waar de meeste knieblessures tijdens sport bij voorkomen), NVFS, VSG, ErasmusMC en VeiligheidNL. Belangrijkste uitkomsten van deze expertmeeting waren: o richt je op pivoterende sporten, zoals hockey en voetbal; o richt je op primaire preventie; o maak een oefenprogramma in de vorm van een warming up;
44
Jaarverslag 2014
breng op een zo jong mogelijke leeftijd (vanaf 8 jaar) de kinderen in aanraking met de warming-up. Naar aanleiding van de expertmeeting is in samenwerking met experts van Medicort, Athletic Skills Model Bureau SportZorg en KNHB een warming-up programma ontwikkeld voor hockey vanaf 8 jaar. Binnen deze interventie ligt de focus op de onderste extremiteiten. Aan de hand van de pilotmaterialen heeft er een pre-test plaatsgevonden bij 3 verenigingen met in totaal 8 teams in 4 verschillende leeftijdsgroepen. Naar aanleiding van het evaluatieonderzoek is de interventie geoptimaliseerd in een warming-up programma voor de 4 leeftijdscategorieën (8-9,10-11, 12-15 en 16+/senioren) en sekse specifiek. In deze warming-up zijn drie fasen: voorbereiden, motorische vaardigheden en hockeyvaardigheden met elk weer verschillende thema’s zoals techniek, snelheid, flexibiliteit en stabiliteit. De interventiematerialen voor de landelijke uitrol bij hockey waaronder een app en website met filmmateriaal van alle warming-up oefeningen zijn in 2014 ontwikkeld en zullen in 2015 samen met de KNHB geïmplementeerd worden. In 2014 hebben 3 bijscholingen ‘Fit&Veilig’ plaatsgevonden (ruim 60 cursisten), dit is een train de trainer methodiek om paard rijinstructeurs te scholen in fitheid en valvaardigheden welke zij kunnen overbrengen op hun ruiters. Na elke bijscholing heeft een evaluatie plaatsgevonden, waarvan de resultaten zijn verwerkt in een intern rapport. Belangrijkste conclusie uit de evaluaties is dat de bijscholingsdagen gemiddeld werden beoordeeld met een 8,4. De bijscholingsdagen werden positief beoordeeld om zijn duidelijke uitleg en opbouw, en werd als toepasbaar beschouwd. Ook de terugkomdagen werden gemiddeld hoog beoordeeld (8,3). Het herhalen van de stof en met name het onderling uitwisselen van ervaringen en ideeën werden als zeer positief ervaren door de ondervraagde. Middels oriënterende gesprekken is nagegaan of er bij schaatsen, skiën/snowboarden en wielrennen/mountainbiken behoefte was aan een interventie gericht op valvaardigheden. De KNSB heeft aangegeven hier behoefte aan te hebben en dit te willen combineren met een interventie gericht op voorkomen van hoofdletsel. De KNWU en NTFU waren ook enthousiast en binnen de ad hoc gelden hebben we invulling kunnen geven aan de ontwikkeling van een rij- en valvaardigheidstraining. Behoeftepeiling onder indoor skibanen wees uit dat in deze branche de behoefte nog niet aanwezig is. Om geleidelijk ontstane blessures in de hardloopsport terug te dringen is na het aanpassen van het Start to Run handboek (bereik van 450 Start to Run trainers) een nascholing ontwikkeld voor trainers en als pilot georganiseerd. Deze nascholing is na de pilot in november landelijk aangeboden aan alle Start to Run trainers in samenwerking met de Atletiekunie. Hier hebben uiteindelijk bijna 160 trainers aan deelgenomen. De belangrijkste conclusies uit de evaluatie zijn: o
•
•
•
•
45
Jaarverslag 2014
de bijscholing over blessurepreventie is zeer goed beoordeeld door de trainers: gemiddelde rapportcijfer van 8,2; o bijna alle Start to Run trainers zouden de bijscholing over blessurepreventie aan anderen aanraden; o de inhoud van de bijscholing over blessurepreventie sluit aan bij de behoeften van de meeste Start to Run trainers; o de Start to Run trainers vinden dat de bijscholing over blessurepreventie goed worden gedoceerd en zijn tevreden over de opleiders. Er is een evaluatierapport opgesteld van de interventie ‘deskundigheidsbevordering hardlooptrainers’ op basis van de enquête welke jaarlijks onder de Start to Run trainers e wordt uitgezet aan het eind van de 2 cyclus. Belangrijkste conclusie uit deze evaluatie is dat alle trainers blessurepreventie als een belangrijk element van Start to Run te zien. Actueel voorlichtingsmateriaal voor de hoofdletselpreventie in de wieler- en wintersport is grootschalig verspreid. Dit is in combinatie gedaan met de inzet van de Kop van Jut bij skiindoor-hallen en grote wieler-events. Uiteindelijk zijn ongeveer 100.000 bezoekers bereikt via de Kop van Jut. o In 2014 hebben 800 fiets- en wielerverenigingen en 1.500 Shimano verkooppunten campagnepakketten ontvangen ten behoeve van de ‘Gebruik je kop, helm op’ campagne. Vergelijkbare materialen zijn uitgedeeld onder 30.000 evenementen fietsers. In totaal zijn er binnen de wielersport 250.000 flyers verspreid, 2.500 posters en 4.000 spandoeken. o In 2014 was de ‘Gebruik je kop, helm op’ interventie ook onderdeel van de NSkiV campagne ‘Wintersport begint in Nederland’ met een bereik van 100.000 bezoekers in de maand oktober. Met de Kop van Jut, de nieuwste blessurecijfers, de campagnewebsite www.gebruik je kop.nl, informatie via wintersportmagazine en de promoteams van NSKiV is er veel aandacht geweest tijdens en na de campagnemaand ‘Wintersport begint in Nederland’. Ten behoeve van de interventie ‘Gebruik je Kop, helm op’ zijn voor het sportseizoen 2014/2015 adoptieafspraken gemaakt met de wielersport- en wintersportorganisaties. o Voor de wielersport zijn deze afspraken met KNWU, NTFU en Shimano gemaakt. Zij zullen de komende jaren de interventie ‘Gebruik je kop, helm op’ zelfstandig doorzetten. o Met betrekking tot de wintersport zijn afspraken gemaakt met NSkiV om hoofdletselpreventie zelfstandig voort te zetten; mogelijk kan dit in de toekomst met PPS-partner Perry Sport. o
•
•
•
46
Jaarverslag 2014
•
•
•
•
5.3
Met betrekking tot de schaatssport is een rapportage beschikbaar ten aanzien van een verkenning onder de achterban van de KNSB voor een interventie bij schaatsen met betrekking tot hoofdletselpreventie. De KNSB wil graag aan de slag naar aanleiding van deze eerste verkenning, echter gezien de bezuinigingen binnen sportblessurepreventie kan in 2015 geen vervolg gegeven worden aan de verkenning. In het voorjaar is de Hoofdletsel Sport App onder veel media-aandacht gelanceerd. In het najaar is er extra aandacht aan de app besteed tijdens Bike Motion en via bannering in diverse sport apps en mobiele sport gerelateerde websites. In het kader van Veilig Sport Klimaat zijn praktische handvatten voor sportverenigingen ontwikkeld in samenwerking met de KNVB en Halt in de vorm van een handreiking voor voetbalverenigingen om veiligheidsbeleid op te stellen en in de praktijk uit te zetten. Onderdeel van dit beleid is de inzet van een draaiboek welke is ontwikkeld om te weten hoe te handelen bij incidenten. In samenwerking met de KNSB is deze interventie bij voetbalverenigingen getoetst en klaar gemaakt voor landelijke implementatie. De budgetruimte van ‘ad hoc’ is in afstemming met VWS als volgt ingevuld: o PPS met Runner’s World Magazine (zie boven); o lespakket en bijscholing ontwikkeld ten behoeve van de rij- en valvaardigheid bij wielrenners; o onderzoek met betrekking tot App gebruik door hardlopers. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt in de benadering van hardlopers in 2015; o onderzoek naar het bereik van de verschillende campagnes en interventies; tijdens dit onderzoek is ook gevraagd naar de waardering onder de gebruikers van de campagnes en interventies. De resultaten worden gebruikt om campagnes en interventies te optimaliseren en als vergelijkingsmateriaal voor 2015.
Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Inhoudelijk • Indiening van de interventie ‘Versterk je Enkel’ App bij CGL voor certificering is in 2014 niet haalbaar gebleken in verband met de planning van het effectiviteitsonderzoek daarnaar (Onderzoeksprogramma Sport – ZonMw, Technologiestichting STW, NWO). Resultaten uit dit onderzoek moeten worden gebruikt voor de onderbouwing van de effectiviteit van de App. Deze afwijking is afgestemd met VWS/Sport (zie verslag overleg VWS/SportVeiligheidNL 28 oktober 2014), het resultaat is in overleg doorgeschoven naar 2015. • Advies voor verdere samenwerking/afstemming tussen Voorkomblessures.nl en andere websites is in overleg met VWS opgeschort in afwachting van de nieuwe kennisportal. In
47
Jaarverslag 2014
•
•
plaats hiervan heeft met NISB afstemming plaatsgevonden ter voorbereiding op het traject kennisportal. In overleg met VWS (zie Managementrapportage januari-juni 2014) zijn er geen praktische handvatten ontwikkeld om fair play te bevorderen en blessures door opzettelijke overtredingen en agressie in de sport te voorkomen. Ook heeft er geen ‘advies preventie’ plaatsgevonden op basis van analyses van incidentenmeldingen van de alarmlijn KNVB. In plaats daarvan is de focus gelegd op de ontwikkeling van een handreiking veiligheidsbeleid en een draaiboek incidenten. Dit is gebeurd, net als een vervolgrapportage van onderzoeksgegevens over geweld in de sport, op basis van NSO cijfers uit 2013. In afstemming met VWS (zie Managementrapportage januari-juni 2014) is het evaluatierapport van de pilot enkelblessurepreventie bij korfbal in 2014 afgerond en wordt de interventie in 2014 landelijk geïmplementeerd. De nieuwe sport met betrekking tot enkelblessurepreventie is basketbal. De landelijke pilot voor basketbal kende in de voorbereiding een pre-test van materialen onder de basketbal-doelgroep (inclusief rapportage beschikbaar). Deze voorbereiding incl. pre-test kostte meer tijd dan voorzien. Ivm de de seizoensplanning is de uiteindelijke pilot gestart in het eerste deel van seizoen 2014/2015, het evaluatierapport daarvan zal gereedkomen in de eerste helft van 2015.
Financieel Er heeft een over-realisatie van 3,8% plaatsgevonden ten aanzien van het programma sportblessurepreventie. Deze over realisatie is tijdens het reguliere overleg met VWS/Sport op 28 oktober 2014 afgestemd (zie gespreksverslag). De reden van de over-realisatie is dat de herziening van Voorkomblessures.nl een veel grotere tijdsinvestering vergde en ook hebben we een aanzienlijk grotere investering moeten doen ten aanzien van de inhuur van experts om alle filmpjes op een logische en onderbouwde manier te presenteren.
5.4
Behaalde resultaten extern gefinancierde projecten •
Vanaf juli 2013 is in samenwerking met VUmc en een consortium van VSG, KNGF, NVFS, NHG en Disporta een driejarig effectevaluatieonderzoek van de Versterk-je-enkel App gestart. Dit project is gefinancierd vanuit het Onderzoeksprogramma Sport (ZonMw, NWO, Technologiestichting STW). In 2014 is inclusie van sporters afgerond en zijn de eerste analyses van de onderzoeksdata gestart, wat heeft geleid tot enkele publicaties. De korte termijn effecten van het trainingsprogramma na 8 weken follow-up (voorlopige resultaten) zijn gerapporteerd aan VeiligheidNL en de partners. Tevens zijn de mogelijkheden voor kennisverspreiding besproken. Het evaluatierapport betreft een wetenschappelijke publicatie
48
Jaarverslag 2014
• • •
•
• •
door VUmc met VeiligheidNL als medeauteur (openbaar na acceptatie artikel in 2015). Overige resultaten voor 2014 zijn: o gewenste aantal deelnemers is geïncludeerd binnen de gestelde termijn (april 2014), werving mede via communicatiekanalen VeiligheidNL en partners; o twee gerealiseerde bijeenkomsten met de consortiumpartners, onderzoekers en ZonMw; o partners en externe opdrachtgever (ZonMw) zijn geïnformeerd over de voortgang van het onderzoek via updates per mail en berichten ten behoeve van de achterban; o in 2014 zijn 2 wetenschappelijke artikelen door VUmc en VeiligheidNL gepubliceerd: ‘The implementation effectiveness of the ‘Strengthen your ankle’ smartphone application for the prevention of ankle sprains: design of a randomized controlled trial’ en ‘Implementation of an App-based neuromuscular training programme to prevent ankle sprains: a process evaluation using the RE-AIM Framework’; o concept review-artikel ‘Compliance in sport injury prevention studies’. Vanuit de campagne ‘Versterking Gedragscommunicatie Arbeidsveiligheid’ zijn nog steeds interventies beschikbaar tegen kostprijs. Via betaalde dienstverlening hebben we diverse bedrijven geholpen met leer-, ontwikkel- en adviestrajecten op het gebied van arbeidsveiligheid (gericht op gedrag en cultuur). In opdracht van SZW is een vervolg gegeven aan het project Goede BHV praktijken door een extra druk van het boekje ‘Goede BHV praktijken, zo organiseer je interne noodhulpverlening’ welke verspreid zijn via beurzen, opleidingsinstituten en te bestellen zijn via de website www.goede-BHV-praktijken.nl. Daarnaast is er vanaf vierde kwartaal 2014 een start gemaakt met de ontwikkeling van een BHV platform. De ministeries van V&J en BZK financieren dit project samen met de private partijen Falck, Niveo, Ese-International en NIBHV. Samen met deze 4 private partners en de samenwerkingspartners Octaaf Groep en TNO wordt het platform verder ontwikkeld. In opdracht van Histor zijn we eind 2014 gestart met de ontwikkeling van een campagne gericht op veilig schilderen. Gedurende het jaar hebben we content verzorgd voor de website van het RTLtelevisieprogramma ‘Eigen Huis & Tuin’.
49
Jaarverslag 2014
6
Generieke Thema’s
50
Jaarverslag 2014
6.1
Doelstelling en belangrijkste samenwerkingspartners
Binnen Generieke Thema's is een aantal organisatie brede activiteiten/projecten ondergebracht, die niet specifiek behoren tot één van de andere beschreven units. Organisatorisch zijn deze activiteiten ondergebracht in de stafafdelingen Marketing & Communicatie en KIK (Kennis, Informatie en Kwaliteit).
In dit hoofdstuk wordt de realisatie van de generieke thema’s verantwoord voor de volgende onderdelen: • Marketing & Communicatie: heldere en zichtbare informatieverstrekking aan burgers, professionals en media vanuit onze rol als expertisecentrum voor veiligheid en gedrag; verkennen van publiek private partnerships, fondsenwerving/sponsorships. Vanwege het wegvallen van ZonMw leefstijlcampagnes met bijbehorende communicatiemiddelen per 2012, is dit een belangrijke activiteit binnen de instellingssubsidie. Daarbij wordt de website www.veiligheid.nl geoptimaliseerd en gepromoot, in combinatie met een versterking van social marketing en inzet van social media. • Kennis, Informatie en Kwaliteit (KIK): onderhouden, delen en borgen van kennis over veiligheid en gedrag, kwaliteitsmonitoring, programma overstijgende ICT ondersteuning (waaronder e-learning) ten behoeve van letselpreventie-activiteiten.
6.2 6.2.1
Behaalde resultaten VWS instellingssubsidie Marketing & Communicatie • Met de in 2013 ontwikkelde merkmonitor is in 2014 een nulmeting uitgevoerd. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit dit onderzoek hebben als basis gediend voor activiteiten op het gebied van PR en branding. De corporate story is definitief gemaakt en verspreid, de mono-branding is verder doorgevoerd en in de PR wordt steeds meer de nadruk gelegd op de verbinding met andere partijen. Vanaf mei zijn er zeven blogs geschreven en gepubliceerd door medewerkers van VeiligheidNL en een blog door een gastblogger. In 2014 is ook de slag gemaakt naar meer visuele communicatie. Infographics en video’s hebben veel bereik en worden vaker gedeeld. Deze worden daarom steeds regelmatiger ingezet. Deze lijn wordt verder voortgezet in 2015. • De corporate website www.veiligheid.nl is het hele jaar door geactualiseerd en gepromoot via PR, social media, SEA, SEO en linkbuilding. Daarnaast zijn partnerships onderhouden
51
Jaarverslag 2014
•
•
•
• •
•
• • •
met o.a. Bol.com, zwangerschapspagina.nl, WIJ, de Kandeel en het Ouderenfonds om content te delen en meer bezoekers naar de site te trekken. In 2014 waren er gemiddeld ruim 50.000 unieke bezoekers per maand op de site. De bezoekersstatistieken zijn het hele jaar wekelijks gemonitord en er zijn maandelijkse rapportages gemaakt. Indien nodig is de content op de site aangepast. In het kader van mono-branding en betere informatievoorziening naar de verschillende doelgroepen, is een start gemaakt met de bouw van een nieuwe website. Deze site zal medio 2015 worden opgeleverd. Op het gebied van fondsenwerving zijn de verschillende mogelijkheden verkend. Een aantal projectvoorstellen is bij fondsen ingediend. Ook is een project genomineerd geweest voor de Grote Gift van het 3M Fonds. De technische mogelijkheden zijn gerealiseerd om crowdfunding in de toekomst mogelijk te maken. Er is een social media & content strategie ontwikkeld en er zijn dagelijks actief berichten geplaatst op Twitter, Facebook en LinkedIN. Eind 2014 hadden we op Twitter 3.150 volgers, op Facebook VeiligheidNL 685 likes en op de LinkedIN company page 298 volgers. Het social media beleid is uitgewerkt aan de hand van diverse pilots binnen de units en er is een traject voorbereid om de inzet uit te breiden naar alle units, hiervoor worden training- en werksessies georganiseerd. De presentatie/ beursmaterialen/giveaways zijn aangevuld (t-shirts, banieren, pennen). Free publicity: In 2014 zijn er 70 nieuwsberichten (inclusief persberichten) op de website gepubliceerd. Er zijn in totaal 1.287 berichten verschenen in kranten en weekbladen met een totale mediawaarde van € 3.864.221. Op regelmatige basis wordt VeiligheidNL benaderd door de media om cijfers toe te lichten rond actuele thema’s. Diverse optredens in nieuws- en actualiteitenrubrieken op radio en tv waren hier het resultaat van. De doelstelling om 1 keer per maand gemiddeld in een toonaangevend medium aanwezig te zijn, is ruimschoots behaald. Opvallend is dat social media als kanaal voor de verspreiding van onze berichtgeving een steeds belangrijker plaats inneemt naast de verstuurde persberichten. In 2014 is er periodiek deelgenomen aan bijeenkomsten van de werkplaats Publiekscommunicatie. De teksten over veiligheid zijn bijgehouden op de website op www.hoepakjijdataan.nl. Via de eigen (social) media is bekendheid gegeven aan het themadeel letsel van de handreiking Gezonde Gemeente. Bijdragen zijn geleverd aan de ontwikkeling en verspreiding van communicatiemiddelen en input voor netwerkbijeenkomsten. Het netwerk is goed onderhouden en uitgebreid in lijn met de strategie. In 2014 zijn er 918 adviesaanvragen van professionals (intermediairs) beantwoord via het corporate account.
52
Jaarverslag 2014
6.2.2
Kennis, Informatie en Kwaliteit • Het meerjarenbeleidsplan ICT is geactualiseerd, inclusief investerings/kostenbudgetten. • IBM Lotus Notes Connections, is actief ingezet om kennis op verschillende gebieden binnen de organisatie –hetzij als geheel, hetzij voor bepaalde doelgroepen – te delen. Er is ook actief gewerkt aan verdere uitbreiding en verbetering van de functionaliteit en toegankelijkheid voor wat betreft mobiele communicatiemiddelen. • Er is een sterk verbeterde versie van de operationele en financiële software geïmplementeerd, waardoor het inzicht in de project- en overige resultaten aanzienlijk is vergroot. Dit biedt ook verdere ondersteuning aan het projectmatig werken. • Borging kwaliteit projectmatig werken: projectleiders zijn ondersteund, procedures en formats voor het standaardprojectplan en de faseringstabel voor projectplanning zijn waar nodig aangepast. • Markt- en behoeftegerichtheid van producten en diensten zijn versterkt door uitvoering van klantenevaluaties, evaluaties van trainingen en evaluaties met samenwerkingspartners. • Klantgerichtheid en kwaliteit van dienstverlening is versterkt door invoering van een vernieuwde klachtenprocedure. • Goed functionerend kwaliteitssysteem (monitoring, performance-indicatoren, interne audits, projectevaluaties en -verbeterplannen). • Up-to-date tools voor projectmatig werken en planmatige interventieontwikkeling zijn beschikbaar en worden gebruikt. • Deskundigheidsbevordering van medewerkers door een incompany workshop Sociale Marketing, gevolgd door begeleiding on the job door een externe deskundige. • Kennisdeling op dit terrein met andere thema-instituten via overleggen in LOT-verband • De drie in 2013 ontwikkelde e-learning modules zijn gepretest door een aantal gebruikers en op basis van deze resultaten verfijnd. Aansluitend is gestart met promotie en implementatie van de modules. • Relevant netwerk van samenwerkingspartners, ontwikkeling en innovatie van nieuwe projecten (en PPS) en een adequate verantwoording naar de financiers.
6.3
Toelichting afwijkingen instellingssubsidie VWS Inhoudelijk Geen. Financieel Geen.
53
Jaarverslag 2014
7
Personeel en Organisatie
54
Jaarverslag 2014
7.1
Organisatieontwikkeling
Qua competentie-ontwikkeling stond 2014 in het teken van versterking van marktgericht werken: klantvragen ophalen, behoeftegericht ontwikkelen, (social) marketing, acquisitie- en innovatiekracht ontwikkelen. Om de voortgang van acquisities/offertetrajecten te monitoren is een regieteam ingesteld, dat wordt ondersteund door een actieteam. Hierdoor zijn ruim 20 medewerkers actief betrokken bij acquisitie en marktverkenning. Deze groep heeft tevens een acquisitietraining doorlopen en verschillende teamsessies gehouden om in de eigen unit de marktkansen te verkennen. Dit heeft zeker resultaten opgeleverd, hoewel ook duidelijk is dat een dergelijke omslag in het denken een langere doorlooptijd heeft en permanent aandacht zal blijven vragen. Door een uitgevoerde cultuurscan werd bevestigd dat de medewerkers de voorkeur geven aan behoud van de familiecultuur en innovatie boven een markt- en resultaatgerichte cultuur. Dit vormt een belemmering voor de realisatie van beleidsdoelstellingen om minder afhankelijk te worden van subsidies. De herstructurering van de sportkennisinfrastructuur van VWS en de daaruit voortvloeiende aangekondigde kortingen op de instellingssubsidie voor 2015/2016 zijn aanleiding geweest om kritisch stil te staan bij een verdere kanteling naar de markt en meer zelfsturing. Dit vraagt tevens een cultuuromslag naar meer externe gerichtheid. In januari 2015 starten we in dit kader een organisatiebreed traject Winning Teams @ Work. Parallel aan het branding traject hebben we met de medewerkers drie kernwaarden vastgesteld: Verbonden, Vernieuwend en Vakkundig. Deze kernwaarden vormen de basis voor het in 2014 aangescherpte proces van de functioneringsbegeleiding en werving & selectie. In 2015 zal de strategie van VNL en een vergelijking tussen het huidige en gewenste competentieniveau als basis dienen voor een plan voor strategische personeelsplanning. Het herhuisvestingstraject heeft geresulteerd in een programma van eisen een aantal opties is verkend. Het lopende (10-jarig) huurcontract is eind 2014 opgezegd, per maart 2016. Vooruitlopend op deze verhuizing is de bibliotheek omgebouwd tot cursusruimte en zijn medewerkers intern verhuisd om de vierde etage beschikbaar te maken voor mogelijke onderhuurders.
7.2
Personeel en organisatie
In 2014 is het vaste personeelsbestand stabiel gebleven rond de 50 medewerkers waarvan gemiddeld 78% parttime werkt. Op1 januari 2014 heeft meer dan 75% van de medewerkers in dienst van VNL een contract voor onbepaalde tijd en bedraagt de gemiddelde diensttijd 10,5
55
Jaarverslag 2014
jaren. De gemiddelde BBRA salarisinschaling is in januari schaal 10.4; het aantal medewerkers dat zich aan het eind van de schaal bevindt bedraagt 34. In 2014 is nog scherper gestuurd op de capaciteitsplanning, zodat tijdig is ingespeeld op overen onderbezetting. Om pieken en dalen in de werkbelasting beter op te kunnen vangen is de flexibilisering van het personeelsbestand in 2014 voortgezet, door inzet van de pool van zelfstandigen en stagiaires. Medio 2014 is de salarisadministratie in eigen beheer genomen door een medewerker van de afdeling Financiële administratie, waardoor een kostenbesparing van ruim €20.000 op jaarbasis is gerealiseerd. Daarnaast is eind 2014 een aantal HR tools in de nieuwe versie van Allsolutions opgenomen waardoor vanaf 2015 efficiency verbeteringen kunnen worden gerealiseerd in zowel de verzuim- en verlofdagenadministratie als in de administratie rondom de werkkostenregeling. Bezetting De personeelsbezetting bedroeg op 1 januari 2014 40,5 fte en 50 medewerkers. Op 31 december bedroeg dit aantal 41,8 fte en 51 medewerkers waarmee het aantal medewerkers in dienst van VNL nagenoeg gelijk is gebleven. In 2014 zijn zeven medewerkers ingestroomd en zes medewerkers uitgestroomd. Op een gemiddelde bezetting van 50 medewerkers betekent dit een afname in het personeelsverloop (uitstroom/ gemiddelde bezetting) van 11,96 % in 2014 ten opzichte van 29,8% in 2013. Werving & selectie In 2014 zijn ter vervanging een Unitmanager, twee Consultants, twee Adviseurs Marketing & Communicatie en twee Secretaresses geworven en aangesteld. Alle vacatures zijn ingevuld door middel van arbeidscontracten voor bepaalde tijd. De werving van nieuwe medewerkers is in 2014 wederom relatief eenvoudig gebleken als gevolg van het huidige arbeidsklimaat en door de inzet van het netwerk en social media. In 2014 zijn maandelijks gemiddeld 8 flexibele krachten op tijdelijke basis ingehuurd. Uitstroom Een zestal medewerkers heeft de organisatie verlaten als gevolg van natuurlijk verloop (het niet verlengen van contracten, pensionering of wegens persoonlijke redenen).
56
Jaarverslag 2014
Tabel 7.1
Formatie, instroom en uitstroom in medewerkers en FTE
Jaar
2012
2013
Medewerkers 1 januari
fte
65,0
Medewerkers
52,6
2014 fte
59,0
Medewerkers
fte
47,7
50,0
40,5
In dienst getreden
6,0
4,9
7,0
5,3
7,0
5,9
Uitdienst getreden
12,0
10,0
15,0
11,4
6,0
4,6
31 december
59,0
47,7
51,0
41,6
51,0
41,8
Tabel 7.2
Personeelsverloop* 2012
2013
2014
19% 29% *Uitstroom in personen gedeeld door de gemiddelde bezetting in personen in het betreffende jaar
Tabel 7.3 Jaar
12%
Leeftijdsopbouw 31 december 2012
%
2013
%
2014
%
15-30
6
10
5
10
3
6
31-40
20
34
17
33
16
31
41-50
20
34
19
37
20
39
51-65
13
22
10
20
12
24
59
100
51
100
51
100
57
Jaarverslag 2014
Tabel 7.4
Personeelsopbouw
Jaar
2012
2013
2014
Man
Vrouw
Man
Vrouw
1 januari
27%
73%
23,7%
76,3%
31%
69%
31 december
29%
71%
33,3%
66,7%
31%
69%
7.3
Man
Vrouw
Primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden
Als gevolg van de verplichte introductie van de werkkostenregeling per 1 januari 2015 is in de tweede helft van 2014 een aantal wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden, alsmede een aantal tekstuele wijzigingen in het ACEV vastgesteld, na overleg met en instemming van de Ondernemingsraad. De overeengekomen wijzigingen worden per 1 maart 2015 geïmplementeerd. De belangrijkste wijzigingen betreffen: • het fietsplan; • de vergoeding woon-werkverkeer; • de vergoeding dienstreizen binnenland; • de vergoeding verblijfskosten; • de regeling bijzonder verlof. Het vitaliteitsbeleid, gericht op duurzame inzetbaarheid en employability, is in 2014 definitief geïmplementeerd. Op basis van de wensen van de medewerkers t.a.v. loopbaan en vitaliteit is een achttal structurele en incidentele initiatieven georganiseerd, waaraan 64% van de medewerkers heeft deelgenomen (cursussen t.a.v. persoonlijke effectiviteit, loopbaanontwikkeling, stressvermindering, gezamenlijk sporten en bijdragen aan gezonde voeding enz.). Medio 2014 zijn de inspanningen door een beknopt onderzoek geëvalueerd en waar wenselijk bijgesteld. Het vitaliteitsprogramma is met de ondernemingsraad positief geëvalueerd en in 2015 zal een nieuw activiteitenplan worden geformuleerd.
7.4
Arbobeleid
Er zijn in 2014 geen aanpassingen geweest in het Arbobeleid. De BHV-plannen en de RI&E zullen eerst in 2016 worden aangepast, nadat wij verhuisd zijn naar een nieuwe locatie.
58
Jaarverslag 2014
Het contact met de Bedrijfsarts is positief geëvalueerd en is ongewijzigd gecontinueerd. Het aantal consultaties van de bedrijfsarts– op instigatie van de werkgever dan wel op eigen initiatief –was 19 keer in 2014, dat is een daling van meer dan 20% ten opzichte van 2013. Ziekteverzuim In 2014 is het verzuim gedaald van 3,4% in 2013 naar 2,4% in 2014, ruim onder de doelstelling van 3,5%. De afname ten opzichte van 2013 wordt veroorzaakt door een sterke afname in zowel het kortdurend als langdurig verzuim. Het uitblijven van een nationale griepgolf heeft mede positief bijgedragen aan het positieve resultaat. De meldingsfrequentie is hierdoor nog verder gedaald van 1,0 naar 0,9 meldingen per medewerker; deze blijft hiermee onder de doelstelling van 1,5. Tabel 7.5
Verzuim*
Jaar
2012
2013
2014
Ziekteverzuim
2,7%
3,4%
2,4%
Meldingsfrequentie 1,3 1,0 * Berekening ziekteverzuimcijfer is inclusief langdurig verzuim en excl. zwangerschap.
0,9
7.5
Opleidingsbeleid en loopbaanbegeleiding
In 2014 zijn de individuele en collectieve investeringen op het gebied van training en ontwikkeling afgestemd op de organisatiedoelstellingen en op de resultaten op het gebied van talentontwikkeling en competentie-management, waarbij de focus op marktgericht werken en acquisitie ligt. Daarnaast is binnen de afdelingen/teams aandacht geweest aan het bevorderen van samenwerking en openheid. Hierin is bij een groot aantal medewerkers een DISC persoonlijkheidstest afgenomen met als doel de effectiviteit van de samenwerking en het overleg structureel te ondersteunen. Dit programma is eind 2014 afgerond. Individuele medewerkers worden gestimuleerd door zich door middel van opleiding, training of coaching te ontwikkelen. Zo is er een promotietraject gehonoreerd en is een aantal individuele aanvragen voor het bijwonen van conferenties, het volgen van opleidingen op het gebied van bijv. leiderschap, opleidingskunde en salarisadministratie gefaciliteerd. Een aantal opleidingsactiviteiten ten aanzien van de persoonlijke effectiviteit en loopbaanontwikkeling is ondergebracht in het vitaliteitsbeleid, zoals individuele coaching of training op het gebied van time management, mindfulness en loopbaanontwikkeling.
59
Jaarverslag 2014
7.6
Ondernemingsraad
In 2014 zijn er verkiezingen gehouden i.v.m. het einde van de termijn van een van de leden. Er is een nieuw lid benoemd en het voorzitterschap is bij één van de zittende leden belegd. Daarnaast is een belangrijk advies/instemmingstraject i.v.m. noodzakelijke wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden a.g.v.de werkkostenregeling succesvol afgerond. Voorts heeft de Ondernemingsraad gesignaleerd dat de aangekondigde bezuinigingen op de instellingssubsidie veel onrust veroorzaken onder de medewerkers. Men vreest verdere reorganisaties en dat heeft een negatieve invloed op het vertrouwen en veiligheidsgevoel. In overleg met de Ondernemingsraad zal bekeken worden hoe onnodige onrust zoveel mogelijk kan worden vermeden.
60
Jaarverslag 2014
Bijlage 1
Financiële overzichten Achtereenvolgens de volgende financiële overzichten: 1. Verantwoording hoofdactiviteiten instellingssubsidie 2014; 2. Verantwoording door derden gefinancierde activiteiten (inclusief co-financiering instellingssubsidie) 2014. 3. Staat van baten en lasten 2014, gesplitst in aandeel VWS basisfinanciering en overige financiering.
61
Jaarverslag 2014
35
Tabel 1 Verantwoording hoofdactiviteiten gevraagde instellingssubsidie 2014 Begroting 2014 VWS Uren
Realisatie aandeel VWS
Uren x tarief
Mat. kosten
Tot. gevr. Tot. toegek. subs. subsidie Incl.OVA*
€
€
€
€
Uren
Uren x Materiaal Overige baten tarief kosten
Totaal
Afwijking t.o.v. de toegekende subsidie
€
€
€
€
€
%
Unit Onderzoek
9.600
988.800
164.660
1.153.460
1.172.620
10.427
1.074.007
146.223
1.627
1.218.603
45.983
4%
Progr. O&Ow
8.855
912.065
276.000
1.188.065
1.205.784
9.978
1.027.760
274.084
20.655
1.281.189
75.405
6%
Opgroeien
4.400
453.200
189.000
642.200
651.059
5.069
522.081
178.593
11.117
689.558
38.499
6%
Ouder worden
3.470
357.410
86.000
443.410
450.312
3.877
399.280
94.399
7.833
485.846
35.534
8%
985
101.455
1.000
102.455
104.413
1.033
106.399
1.092
1.705
105.785
1.372
1%
Progr. W&Vt
5.361
552.167
360.000
912.167
922.881
5.866
602.576
355.862
7.584
950.853
27.972
3%
Sport
5.361
552.167
360.000
912.167
922.881
5.866
602.576
355.862
7.584
950.854
27.973
3%
Corporate Thema’s
7.168
738.328
80.507
818.835
833.154
7.514
773.880
86.057
859.937
26.783
3%
30.984
3.191.360
881.167
4.072.527
4.134.439
33.785
3.478.222
862.226
4.310.582
176.143
4%
CGL
Totaal
*Ova-bijdrage 2014 € 61.912
29.866
Jaarverslag 2014
Tabel 2
Verantwoording door derden gefinancierde activiteiten 2014 Begroting 2014 Uren Uren x tarief
Unit Onderzoek
34
3.775
403.075
Cofinanciering I&M
Realisatie 2014 Materiaal kosten
Totale kosten
477.980
881.055
92.230
92.230
Uren Uren x tarief
3.356
393.976
Materiaal kosten
Totaal
242.346
636.322
88.171
88.171
Projecten VWS
1.338
142.875
186.100
328.975
1.623
195.156
133.064
328.221
Overige projecten
2.437
260.200
199.650
459.850
1.733
198.820
21.110
219.930
Prog. Opgroeien & Ouder worden
3.103
331.289
543.700
874.989
4.096
435.939
567.143
1.003.081
Opgroeien
1.803
192.489
387.500
579.989
1.710
193.628
370.727
564.356
27
3.000
10.122
13.121
Ouder worden Overige projecten
1.300
138.800
156.200
295.000
2.359
239.311
186.294
425.605
Programma Werk & Vrije tijd
1.437
153.465
136.775
290.240
900
94.840
55.313
150.154
283
30.240
30.240
228
19.786
73
7.519
17.191
24.710
Cofinanciering ZonMw Overige sport
19.786
Werk 358
39.826
33.820
73.646
Overige projecten
1.154
123.225
136.775
260.000
241
27.710
4.303
32.012
Totaal
8.316
887.829
1.158.455
2.046.284
8.351
924.755
864.802
1.789.558
Jaarverslag 2014
34
Tabel 3 Staat van baten en lasten 2014 gesplitst in aandeel VWS basisfinanciering en overige financiering Exploitatie
Aandeel VWS
Overig
basissubsidie 2014
2014
2014
€
€
€
5.762.591
4.134.439
1.628.152
100%
71,7%
28,3%
268.193
29.866
238.327
95.930
68.826
27.104
Totale baten
6.126.714
4.233.131
1.893.583
Materialen en uitbesteed werk
1.737.820
862.226
875.594
Uren tegen tarief
4.406.519
3.478.222
928.297
Omzet Omzetverhouding
Overige opbrengsten Financiële baten
Af: opslag derden financiering Totale kostprijs projecten
-71.738
-71.738
6.072.601
4.340.448
1.732.153
100%
71,5%
28,5%
54.113
-107.317
161.430
3.531.340
2.533.602
997.738
776.325
556.984
219.342
39.060
28.024
11.036
4.346.726
3.118.610
1.228.116
kostprijs uitgevoerde projecten
4.334.781
3.098.325
1.236.456
Resultaat op overige kosten
-11.945
-20.285
8.340
42.168
-127.602
169.770
kostprijsverhouding projecten
Brutomarge Personeelskosten Overige bedrijfskosten Afschrijvingen Totale overige kosten Doorberekende kosten in
Bedrijfsresultaat
Jaarverslag 2014
Financiële lasten Batig saldo
34
2.195
1.575
620
39.973
-129.176
169.150
Toelichting uitsplitsing staat van baten en lasten De posten die niet rechtstreeks gealloceerd kunnen worden zijn verdeeld op basis van omzetverhouding Een uitzondering hierop vormt de post 'doorberekende kosten in kostprijs uitgevoerde projecten': deze post is verdeeld op basis van de kostprijsverhouding projecten. De overige opbrengsten bestaan onder meer uit doorberekende repro opdrachten en portikosten, en opbrengsten van diverse voorlichtingsmaterialen. Deze opbrengsten zijn verdeeld conform de omzetverhouding. De overige hierin begrepen posten, zijnde opbrengsten risicomonitor (€ 198.566) en doorberekende loonkosten (€ 28.000) voor detachering van personeel voor extern gefinancierde activiteiten, zijn volledig meegenomen onder de kolom Overig.
Jaarverslag 2014
Bijlage 2
Organogram per 1 januari 2014
34
Jaarverslag 2014
Bijlage 3
Afkortingen ActiZ
Brancheorganisatie voor Zorgondernemers
AJN
Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland
AMC
Academisch Medisch Centrum
ANEC ADAP
European Association for the Coördination of Consumer Representation in Standardisation Accreditatie Deskundigheidsbevorderende Activiteiten Paramedici
ASM
Athletic Skills Model
BHV
BedrijfsHulpVerlening
BJSM
British Journal of Sports Medicine
BZK
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CGL
CSV
Centrum Gezond Leven Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek Centrum School en Veiligheid
CZ
Collectieve Zorgverzekering
DHD
Dutch Hospital Data
ECSA
European Child Safety Alliance
EFAA
European Fitness and Aerobics Association
FTE
Full Time Equivalent
GBI
Gezondheids Bevorderende Instelling Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst / Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Infrastructuur en Milieu
CROW
GGD GHOR I&M ICT
Informatie- en CommunicatieTechnologie
IDB
Injury Database
JBN
Judobond Nederland
JGZ
JeugdGezondheidsZorg
34
Jaarverslag 2014
JSAMS
Journal of Science and Medicine in Sport
KING
Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten
KNGF
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
KNHB
Koninklijke Nederlandsche Hockey Bond
KNHS
Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie
KNKV
Koninklijke Nederlandse Korfbal Bond
KNLTB
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond
KNSB
Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond
KNVB
Koninklijke Nederlandsche Voetbal Bond
KNWU
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
KTS
Kennis Transfer Sportgezondheidszorg
LIS
Letsel Informatiesysteem
LISG
Letsel Informatiesysteem Geweld
LLM
Letsellastmodel
LMR/LBZ
Landelijke Medische Registratie/ Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg
LNAZ
Landelijk Netwerk Acute Zorg
LOT
Landelijk Overleg Thema-instituten
MBvO
Meer Bewegen voor Ouderen
MKB
Midden en Kleinbedrijf
NBB
Nederlandse Basketball bond
NCJ
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid
NeVoBo
Nederlandse Volleybal Bond
NFU
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
NGS
Nederlands Genootschap voor Sportmassage
NHG
Nederlands Huisartsen Genootschap
NIBHV
Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening
NISB
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
NIVEL
Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg
NJI
Nederlands Jeugdinstituut
NOC*NSF
Nederlands Olympisch Comité* Nederlandse Sport Federatie
34
Jaarverslag 2014
NOG
Nederlands Oogheelkundig Gezelschap
NOT
Nationale Onderwijstentoonstelling
NSKiV
Nederlandse Skivereniging
NSO
Nederlandse School voor Onderwijsmanagement
NTFU
Nederlandse Toer Fiets Unie
NVDA
Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten
NVFS
Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg
NVSHA
Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen
NVSHV
Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen
NVWA
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
NVZ
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
NWO
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
OBiN
Ongevallen en Bewegen in Nederland
OCW
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OMG
Ommelander Ziekenhuis Groningen
P&O
Personeel & Organisatie
PRIMA
Proefimplementatie Antipestbeleid in het basisonderwijs
ProFound
Prevention of Falls Network for Dissemination
RIVM
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
RIVMVTV/PZO
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Volksgezondheid
ROV
Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid
Rutgers WPF
Rutgers World Population Foundation
RWS
Rijkswaterstaat
RWS/WVL
Rijkswaterstaat / Water, Verkeer en Leefomgeving
SCP
Sociaal en Cultureel Planbureau
SEH
Spoedeisende Hulpafdeling
SJMSS
Scandinavian Journal of Medicine and Science in Sports
SLO
Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling
SVP
Stichting Veilige Paardensport
SWOV
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
34
Jaarverslag 2014
SYSM
Safe You Safe Me
SZW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TACTICS
Tools to Address Childhood Trauma Injury and Children's Safety
TNO
Nederlandse Organisatie voor toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
UMC
Universitair Medisch Centrum
V&J
Veiligheid en Justitie
V&VN
Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland
VI's
Volksgezondheidsindicatoren
VSG
Vereniging Sport en Gemeenten
VU Amsterdam
Vrije Universiteit Amsterdam
VU/EMGO
Vrije Universiteit /Extra MuraalGeneeskundig Onderzoek
NVWA
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
VWS
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
VGP
Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie
VWS/CZ
Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Curatieve Zorg
WVL
Water, Verkeer en Leefomgeving
ZonMW
Samenwerkingsverband van Zorgonderzoek Nederland
ZZP
Zelfstandige Zonder Personeel
34