Jaarverslag 2011-2012 Onderwijsopvangvoorzieningen Rotterdam
Rotterdam, 17 december 2012
Dit is een uitgave van: CVO, BOOR, LMC, Horizon, Stek Jeugdhulp, Samenwerkingsverband Koers VO en Expertise Centrum Speciaal Onderwijs. Tekst: Lydia Taihuttu, Koers VO
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
2
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................ 5 1
Onderwijsopvangvoorzieningen Rotterdam .......................................................................... 7 Accent Onderwijsopvang ..................................................................................................................... 7 Klik (Eenheid Zorg Noord).................................................................................................................... 7 Jonge Meiden Zelfstandig / Jonge Moeders Zelfstandig en De Schakel (Eenheid Zorg Zuid) ................ 8 Time Out ............................................................................................................................................. 8
2
Onderwijs en jeugdhulpverlening............................................................................................ 9 2.1 Onderwijsprogramma onderwijsopvangvoorzieningen .................................................................... 9 2.2 Hulpverlening en gedragstraining ................................................................................................. 10 2.3 Samenwerking met school van herkomst ..................................................................................... 12 2.4 Contact met ouders...................................................................................................................... 12
3
Nazorg bij terugkeer naar school .......................................................................................... 13
4
Educatief Centrum .................................................................................................................... 14 4.1 Onderwijsprogramma Educatief Centrum ..................................................................................... 14 4.2 Werkwijze .................................................................................................................................... 15 4.3 Multidimensionale familietherapie................................................................................................. 15 4.4 Uitstroom Educatief Centrum ....................................................................................................... 16
5
Evaluatie schooljaar 2011-2012.............................................................................................. 17 5.1 Toewijzingen centrale intakecommissie (CIC) .............................................................................. 17 5.2 Instroom onderwijsopvangvoorzieningen ...................................................................................... 18 5.3 Uitstroom onderwijsopvangvoorzieningen .................................................................................... 19 5.4 Successen onderwijsopvangvoorzieningen .................................................................................. 21 5.5 Succesnorm JOS en OOVR ........................................................................................................ 22 Overzichten per onderwijsopvangvoorziening – schooljaar 2011-2012 ........................................... 23
6
Conclusies.................................................................................................................................. 25
7
Aanbevelingen ........................................................................................................................... 27
8
Doelstellingen schooljaar 2012-2013 .................................................................................... 29
Bijlage: Deelnemer tevredenheid OOVR 2011-2012 ................................................................... 32
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
3
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
4
Inleiding Samenwerkingsverband Koers VO werkt met de scholen voor voortgezet onderwijs aan een passende plek voor elke leerling. Voor leerlingen met complexe gedragsproblemen heeft de reguliere vo-school niet altijd voldoende tijd en expertise om passende ondersteuning te geven. Het is dan beter voor de leerling om tijdelijk buiten de school te werken aan gedragsverbetering in een onderwijsopvangvoorziening Rotterdam (OOVR). Hier krijgt de leerling onderwijs en jeugdhulpverlening. Bureau Jeugdzorg zorgt voor een jeugdzorgindicatie. De school van herkomst blijft verantwoordelijk voor de leerling gedurende het tijdelijke verblijf in de OOVR. In de onderwijsopvangvoorziening wordt bekeken welke plek de leerling het beste toekomstperspectief biedt: de school van herkomst of een andere beter passende school. Organisatie De besturen BOOR, CVO en LMC organiseren in samenwerking met Stek Jeugdhulp vijf onderwijsopvangvoorzieningen in de regio van Koers VO: Accent Onderwijsopvang (CVO), Klik (LMC), Jonge Meiden Zelfstandig / Jonge Moeders Zelfstandig (LMC), De Schakel (LMC) en Time Out (BOOR). De centrale intakecommissie (CIC), onderdeel van Onderwijszorgloket Koers VO, zorgt voor de toewijzing van de leerling naar de best passende onderwijsopvangvoorziening. Leerlingen kunnen ook via de CIC verwezen worden naar de tijdelijke lesplaatsen van het Educatief Centrum, school van Horizon Jeugdzorg en Onderwijs. De bekostiging van de onderwijsopvangvoorzieningen is voor schooljaar 2011-2012 mogelijk gemaakt door: Samenwerkingsverband Koers VO (Rebound-middelen), Expertise Centrum Speciaal Onderwijs (Herstart- en Op de Rails-middelen), Gemeente Rotterdam (basissubsidie OOVR en Leerplichtzittingplaatsen), Ministerie van OCW/Rotterdams Offensief (regeling Plusvoorzieningen voor Overbelaste Jongeren) en de Stadsregio Rotterdam (inzet Stek Jeugdhulp in natura). Daarnaast betalen de aanleverende scholen een eigen bijdrage voor elke leerling die geplaatst wordt. Resultaat onderwijsopvangvoorzieningen Rotterdam De toekomst van de onderwijsopvangvoorzieningen is momenteel onzeker door de bezuinigingen. In 2013 is het tien jaar geleden dat de onderwijsopvangvoorzieningen in Rotterdam zijn gestart. Er ontstond in 2003 een unieke situatie in Rotterdam die elders in Nederland niet bestond: bovenschoolse tijdelijke lesplaatsen in combinatie met jeugdzorg, mogelijk gemaakt door cofinanciering. In tien jaar tijd hebben de onderwijsopvangvoorzieningen veel leerlingen tijdelijk kunnen opvangen, waardoor voorkomen wordt dat ze het onderwijs voortijdig verlaten. De onderwijsopvangvoorzieningen vervullen zo een essentiële rol in het terugdringen van het aantal thuiszitters in Rotterdam. Dit jaarverslag vormt een eerste aanzet om na te denken over de toekomst: waar staan we nu en waar willen we naar toe? Het jaarverslag is anders opgezet dan voorgaande jaren. Er wordt meer informatie gegeven over de werkwijze van de onderwijsopvangvoorzieningen. Dit past ook bij communicatiemiddelen, zoals de Informatiekaart van de Argumentenfabriek (2011) en de brochure ‘Elke leerling een nieuwe kans’ van Samenwerkingsverband Koers VO (2010). In maart 2013 wordt een documentaire gepresenteerd, waarin leerlingen zijn gevolgd die tijdelijk geplaatst zijn in een OOVR. Inhoud jaarverslag Dit jaarverslag is een inhoudelijke verantwoording van de vijf onderwijsopvangvoorzieningen. In het eerste hoofdstuk worden de onderwijsopvangvoorzieningen geïntroduceerd. Daarna wordt in hoofdstuk 2 uitgelegd hoe het onderwijsprogramma en de jeugdhulpverlening zijn vormgegeven, hoe samengewerkt wordt met de school van herkomst en hoe contact onderhouden wordt met ouders. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan de nazorg voor leerlingen die uitstromen.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
5
Het Educatief Centrum wordt in hoofdstuk 4 geïntroduceerd. Hoofdstuk 5 is een evaluatie van schooljaar 2011-2012. In hoofdstuk 6 worden een aantal conclusies benoemd en in hoofdstuk 7 de aanbevelingen. Tot slot in hoofdstuk 8 de doelstellingen voor schooljaar 2012-2013. Als bijlage is het tevredenheidsonderzoek OOVR toegevoegd. Dit jaarverslag is een evaluatie van het onderwijs binnen de OOVR. Voor een uitgebreide evaluatie van de jeugdhulpverlening wordt verwezen naar het jaarverslag van Stek Jeugdhulp.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
6
1
Onderwijsopvangvoorzieningen Rotterdam
De onderwijsopvangvoorzieningen zijn gevestigd in Rotterdam. In Rotterdam-Noord zijn Accent Onderwijsopvang en Klik te vinden. Jonge Meiden en Jonge Moeders Zelfstandig, De Schakel en Time Out zijn gevestigd in Rotterdam-Zuid.
Accent Onderwijsopvang ‘Leerlingen zitten in een moeilijke periode, ze hebben behoefte aan een adempauze. Accent biedt deze pauze. We nemen de leerling bij de hand.’ – Kenneth Tsang Accent Onderwijsopvang is gevestigd in een voormalig schippersinternaat in Schiebroek. Op de begane grond bevinden zich de praktijklokalen. Op de vierde, vijfde en zesde verdieping de theorielokalen, spreekkamers en de kantine. De leerlingen krijgen ’s ochtends ontbijt bij Accent. De inter-leerlingen (internaliserende problematiek) zitten apart van de Praktijkonderwijs-leerlingen. Alles op Accent is gericht op positieve gedragsverandering. Bij de inter-leerlingen wordt bijvoorbeeld in de pauze aandacht besteed aan sociale vaardigheden, zoals het contact maken met medeleerlingen en het maken van vrienden. Voor de Praktijkonderwijs-leerlingen betekent dit dat ze bijvoorbeeld leren om niet naar elkaar te schreeuwen en eerlijk te delen.
Dagelijkse capaciteit:
41 leerlingen
Doelgroepen: Vmbo basisberoepsgerichte leerweg t/m gymnasium Problematiek internaliserend: betrekken problemen op zichzelf, meestal stil, gesloten, last van angsten, psychosomatisch Max. groepsomvang: 2 x 12 leerlingen - Leerplichtzitting-leerlingen (internaliserend): door ongeoorloofd verzuim via kantonrechter op OOVR geplaatst. Max. aantal: 3 leerlingen Praktijkonderwijs: IQ 55-75/80, licht verstandelijk beperkt, beperkt inzicht. Max. groepsomvang: 2 x 7 leerlingen Teamleider: Docenten: Hulpverleners:
Kenneth Tsang 5 4
Dagelijkse capaciteit:
50 leerlingen
Klik (Eenheid Zorg Noord) ‘Elke leerling heeft een vaste combinatie van docent en hulpverlener. Zij stemmen constant met elkaar af. ART wordt ook gezamenlijk gegeven door de hulpverlener en docent’ – Wim van Starrenburg Klik bevindt zich in een schoolgebouw aan de Slaak in Kralingen-Crooswijk. De leerlingen ontbijten met de docenten en hulpverleners in de kantine. Zo kunnen de leerlingen goed aan het programma beginnen. Ook is dit een sociaal moment waarop de leerlingen tafelconversaties en tafelmanieren leren. Telefoons worden ingeleverd. De structuur is op deze manier duidelijk en in de hele voorziening hetzelfde; er is geen verwarring over wat wel of niet mag bij verschillende docenten. Verder doet Klik mee aan het project Gezonde School, waarin aandacht is voor de gezondheidssituatie van leerlingen en docenten. In de kantine wordt gezonde voeding aangeboden en leerlingen en docenten doen mee aan de marathon.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
Doelgroepen: Vmbo basisberoepsgerichte leerweg t/m gymnasium Problematiek externaliserend: concentratiestoornis, overbeweeglijkheid, agressie in woord en daad, autoriteitsproblemen. Max. groepsomvang: 2 x 13 leerlingen, 1 x 12 leerlingen Structuurgroep Problematiek cluster 4 Max. groepsomvang: 12 leerlingen Teamleider: Docenten: Hulpverleners:
Wim van Starrenburg 9 6
7
Jonge Meiden Zelfstandig / Jonge Moeders Zelfstandig en De Schakel (Eenheid Zorg Zuid) ‘Docent en hulpverlener gaan indien nodig samen op huisbezoek. Het is een dubbele investering maar ook een verrijking omdat je de context van de leerling beter kent.’ – Sohbet Külcü In deelgemeente Feijenoord staat het gebouw van De Schakel en Jonge Meiden Zelfstandig / Jonge Moeders Zelfstandig (JMZ). De begane grond is voor JMZ, de eerste verdieping voor De Schakel. Voordeel van deze onderwijsopvangvoorziening is dat zowel leerlingen met externaliserende als internaliserende en seksueel gerelateerde problemen worden opgevangen. Mocht in het proces blijken dat de problematiek van een leerling toch anders ligt, dan kan deze gemakkelijker in een andere groep worden geplaatst binnen de onderwijsopvangvoorziening.
JMZ Dagelijkse capaciteit:
De Schakel 21 leerlingen
Dagelijkse capaciteit:
27 leerlingen
Doelgroepen: Jonge meiden met (vermoedens van) seksueel gerelateerde problematiek Max. groepsomvang: 10 leerlingen
Doelgroepen: Praktijkonderwijs: IQ 55-75/80, licht verstandelijk beperkt, beperkt inzicht. Max. groepsomvang: 1 x 7 leerlingen
Jonge moeders of moeders in wording Problematiek externaliserend en/of internaliserend Max. groepsomvang: 11 leerlingen
Vmbo basisberoepsgerichte leerweg t/m theoretische leerweg Problematiek externaliserend: concentratiestoornis, overbeweeglijkheid, agressie in woord en daad, autoriteitsproblemen. Max. groepsomvang: 2 x 10 leerlingen
Teamleider: Docenten: Hulpverleners:
Sohbet Külcü 3 2
Teamleider: Docenten: Hulpverleners:
Sohbet Külcü 6 3
Time Out ‘Time Out is een plek waar je zo snel mogelijk weggestuurd moet worden’- Albert Verbij Time Out is gevestigd in Charlois. De regels op deze onderwijsopvangvoorziening zijn vergelijkbaar met de regels van school. Hierdoor kan de overgang van Time Out terug naar school soepel verlopen. Het is belangrijk dat leerlingen weer het idee krijgen dat school een leuke plek is, waar ze het naar hun zin hebben, waar ze zich veilig voelen, waar hun vrienden zijn. Leren is belangrijk, maar dat kan niet als de leerling het niet leuk vindt of zich niet veilig voelt op school. De docenten van Time Out benaderen de leerlingen positief, hebben interesse in hen. Ze proberen de leerlingen weer enthousiast te maken voor school.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
Dagelijkse capaciteit:
38 leerlingen
Doelgroepen: Vmbo basisberoepsgerichte leerweg t/m theoretische leerweg Problematiek externaliserend: acting out, agressief, grote mond, vaak aangeleerd gedrag Max. groepsomvang: 2 x 10 leerlingen (onderbouw), 10 leerlingen (bovenbouw/examen) Structuurklas Problematiek cluster 4 Max. groepsomvang: 8 leerlingen Teamleider: Docenten: Hulpverleners:
Albert Verbij 6 (en 2 klassenassistenten) 4
8
2
Onderwijs en jeugdhulpverlening
Het programma van de onderwijsopvangvoorzieningen bestaat uit onderwijs en jeugdhulpverlening voor vo-leerlingen van 12-18 jaar. De klassen bestaan uit 7 tot 13 leerlingen en zijn ingedeeld naar problematiek en onderwijsniveau. De leerlingen worden tijdelijk opgevangen en gaan daarna terug naar de school van herkomst of een andere school.
2.1 Onderwijsprogramma onderwijsopvangvoorzieningen Het onderwijsprogramma op de onderwijsopvangvoorzieningen bestaat uit studie- en praktijkvakken, drama, sport, creativiteit en andere vakken. Alle onderwijsopvangvoorzieningen bieden een vergelijkbaar programma aan, als een OOVR bijzonder aanbod heeft wordt dit apart genoemd. Studie- en praktijkvakken Voor leerlingen van vmbo, havo en vwo zijn 17-20 lesuren ingeroosterd voor studie. De school van herkomst levert het lesmateriaal aan voor deze studie-uren. De leerlingen werken individueel aan het lesmateriaal van hun vakkenpakket. Voor praktijkonderwijs-leerlingen zijn ongeveer 7 lesuren bestemd voor studie, daarnaast worden praktische vakken aangeboden zoals techniek, koken, facilitair, groenvoorziening en kantinedienst. Drama De leerlingen krijgen in de onderwijsopvangvoorzieningen ook dramalessen. Dit is een belangrijk onderdeel van het programma, waarin ze rollenspelen doen onder begeleiding van een dramadocent. Leerlingen spelen lastige situaties na en leren op een speelse manier hoe ze hiermee om moeten gaan. Ze hebben plezier met elkaar en worden wat losser. Het biedt ook een mogelijkheid om sociale vaardigheden te leren. Sport, creativiteit en andere vakken Net als op de reguliere vo-scholen wordt in de onderwijsopvangvoorzieningen gymnastiek en creativiteit aangeboden. Klik doet mee aan het project Gezonde School en gaat met leerlingen hardlopen. Bij Accent, JMZ en De Schakel wordt gewerkt met Action Learning: sportlessen waarbij gedragsverandering centraal staat. Het motto is ‘doen is leren’. De jonge moeders krijgen bij JMZ ook babymassage en babyzwemmen aangeboden. Werkwijze OOVR: onderwijs op maat Bovenstaand onderwijsprogramma is enigszins vergelijkbaar met dat van de school van herkomst. Toch is er verschil in de werkwijze binnen de OOVR. Leerlingen die instromen komen uit een moeilijke schoolsituatie. De problemen op de school van herkomst zorgen vaak voor een leerachterstand en hiaten in de basiskennis. Soms blijkt zelfs dat een leerling niet op het goede niveau zit. De OOVR biedt maatwerk en probeert de leerling zo goed mogelijk te ondersteunen: op het gebied van onderwijs en op het gebied van gedragsverbetering.
•
Inzet docenten De docenten van de onderwijsopvangvoorzieningen zijn allround en geven in verschillende vakken les. Daarnaast zorgen ze ook dat het op sociaal gebied goed gaat met de leerling. Het zijn docenten-plus die naast didactische vaardigheden, specialist zijn in pedagogische vaardigheden. Ze worden hier ook in bijgeschoold.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
9
Leerlingen krijgen de kans om even op adem te komen na een moeilijke periode op school. De docenten nemen hen bij de hand, zodat ze er weer bovenop komen. De leerlingen worden gezien, ze zijn welkom. De docenten geven hen veel persoonlijke aandacht. •
Duidelijk toekomstperspectief Leerlingen komen vaak op de OOVR met een leerachterstand. De schoolprestaties zijn door de problemen op school op de achtergrond geraakt. De leerachterstand kan variëren van een aantal maanden tot een paar jaar. Deze grote leerachterstand kan niet in een paar maanden op de onderwijsopvang worden weggewerkt. De OOVR start dan ook met het in kaart brengen van de onderwijsachterstand van de leerling. Aan de hand hiervan wordt bekeken wat het toekomstperspectief is van de leerling: wat kan er bereikt worden in de periode dat de leerling in de onderwijsopvang zit. Dit toekomstperspectief wordt met de leerling, ouders en de school vastgesteld. Er wordt ook een onderwijsovereenkomst met de school opgesteld. Het is van belang dat er onderling duidelijke afspraken worden gemaakt.
•
Basiskennis op peil brengen De docenten merken dat er soms hiaten zijn in de basiskennis van de leerlingen. Dit verklaart ook de leerachterstand die ze hebben opgelopen. De OOVR zorgt dan eerst dat dit probleem wordt aangepakt, zodat de leerling weer verder kan. Zo hebben leerlingen die afkomstig zijn uit het buitenland vaak een taalachterstand. De docenten gaan hier dan als eerste mee aan de slag.
•
Starten met belangrijkste vakken Soms blijkt na nader onderzoek op de onderwijsopvangvoorziening dat de leerling niet op het goede niveau zit. Als de school van herkomst dit lagere niveau niet aanbiedt, heeft de onderwijsopvangvoorziening een probleem met het aangeleverd krijgen van het lesmateriaal. Dit wordt opgelost door met deze leerlingen in ieder geval te starten met de belangrijkste basisvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Daarnaast wordt passend lesmateriaal bij andere scholen gezocht.
2.2 Hulpverlening en gedragstraining Hulpverlening Stek Jeugdhulp De hulpverleners van Stek Jeugdhulp begeleiden alle leerlingen individueel aan de hand van een plan van aanpak, een tijdsgebonden traject met SMART-doelen. Dit plan wordt opgesteld na een gesprek met alle betrokkenen waarin de kaders van de begeleiding zijn vastgesteld. Zo wordt bijvoorbeeld in een gesprek met de school van herkomst en ouders gevraagd welk concreet gedrag de leerling moet laten zien om weer terug te kunnen keren naar school. Als de leerling niet kan terugkeren naar de school van herkomst, wordt wel aan de school gevraagd om advies te geven over het gedrag waaraan de leerling moet werken. Daarnaast hebben de hulpverleners een coördinerende rol bij het opstarten van andere hulp of toegang tot hulp binnen het netwerk. De hulpverleners zijn ook veel bezig met het proces ‘om de leerling heen’. Hierbij moet gedacht worden aan gesprekken met ouders over weerstand, bijvoorbeeld de noodzaak tot het nemen van medicatie door hun kind, of het aanmelden van hun kind bij een cluster 4-school. Ook het op één lijn brengen van alle betrokken partijen is een taak van de hulpverleners. Dit gebeurt in overleg en afstemming met de docenten. Tijdens het proces kunnen de hulpverleners voor ondersteuning terecht bij de teamleider van de OOVR, de gedragswetenschapper en de teamleider van Stek Jeugdhulp. Jaarverslag 2011-2012 OOVR
10
Gedragstraining De hulpverleners van Stek Jeugdhulp bieden ook individuele gedragstrainingen en groepstrainingen. Bij Accent, JMZ, Schakel en Klik werken de hulpverleners en docenten in duo’s, ze geven samen de trainingen. Hieronder een overzicht van de verschillende gedragstrainingen. •
Agression Replacement Training Agression Replacement Training (ART) gaat ervan uit dat mensen met asociaal en agressief gedrag een aantal aan elkaar gerelateerde tekorten hebben. De training heeft drie belangrijke componenten: aanleren van nieuw sociaal gedrag (sociale vaardigheden), afleren van agressief gedrag (boosheidscontrole) en minder egocentrisch redeneren (moreel redeneren).
•
Equip Equip leert leerlingen om elkaar te helpen en aan elkaar positief gedrag te leren. Hun negatieve (straat)cultuur wordt omgebogen naar een positieve cultuur waarin ze rekening houden met elkaar en elkaar helpen. Ze wijzen elkaar op denkfouten en ze leren van elkaar welke invloed hun gedrag heeft op hun omgeving. Alle medewerkers van Time Out zijn hierin getraind en passen het ook toe in de omgang met leerlingen.
•
Rots en water Rots en water is een psychofysiek trainingsprogramma, vanuit een fysieke invalshoek worden mentale en sociale vaardigheden aangereikt en verworven. Actie (spel en zelfverdedigingsvormen) wordt afgewisseld met zelfreflectie en kringgesprekken. De leerling kan zich opstellen als ‘rots’ = sterk: nee durven zeggen, je eigen weg kiezen; maar ook: geen respect tonen, geen rekening houden met, aan verkeerde dingen meedoen en koppig zijn. Of een leerling is als ‘water’ = flexibel: communicatief, vriendschappelijk, respect tonen; maar ook: niet voor jezelf opkomen en over je heen laten lopen.
•
Systema De docent die Rots en water geeft bij Time Out heeft Systema voor de onderwijsopvangvoorziening ontwikkeld, een eigen training die meer aandacht besteed aan de houding van leerlingen: wat voel je als iemand in je zone zit en hoe geef je grenzen aan. Time Out is Systema gestart met de leerlingen van de structuurklas (cluster 4).
•
Sociale vaardigheidstraining Deze training helpt leerlingen hun gedrag te verbeteren in de omgang met anderen. Dit geldt zowel voor leerlingen die teruggetrokken zijn, als voor leerlingen die opvallend, bazig, intimiderend of pestend gedrag vertonen.
•
Vriendentraining Vriendentraining is een weerbaarheidstraining voor leerlingen die angstig of somber zijn. Ze leren dingen te doen die ze moeilijk vinden of liever vermijden. ART
Accent JMZ Schakel Klik Time Out
Equip
3 lesuren 3 lesuren 3 lesuren 3 lesuren
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
Rots en water 1 lesuur 1 lesuur 1 lesuur
Systema
2 lesuren
2 lesuren
Sociale vaardigheidstraining 1 lesuur
Vriendentraining 1 lesuur 1 lesuur 1 lesuur
11
2.3 Samenwerking met school van herkomst De school van herkomst blijft verantwoordelijk voor de leerling gedurende het verblijf in de onderwijsopvangvoorziening. De leerling blijft ingeschreven bij de school. De school en de OOVR werken met elkaar samen in het belang van de leerling. Zo zijn de docenten van de OOVR voor het onderwijsprogramma van een leerling, afhankelijk van het lesmateriaal dat door de scholen wordt aangeleverd. De zorgcoördinator van de school zorgt dat de verschillende vakdocenten het lesmateriaal geven dat nodig is voor de leerling. De onderwijsopvangvoorzieningen proberen de samenwerking met scholen zoveel mogelijk te optimaliseren. Hiervoor maken ze o.a. weekrapportages, waarin vermeld wordt hoe ver de leerling gevorderd is op het gebied van gedragsverbetering en schoolprestaties. Ook verzorgen de OOVR uitwisselingsbijeenkomsten en gaan ze langs bij de scholen. Hieronder een aantal voorbeelden: •
Uitwisselingsbijeenkomsten De onderwijsopvangvoorzieningen organiseren uitwisselingsbijeenkomsten om scholen een beter beeld te geven van hun werkwijze. Zo heeft Accent Onderwijsopvang op eigen initiatief of op verzoek van scholen, verschillende uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd. Accent Onderwijsopvang, Stek Jeugdhulp en de directie, zorgcoördinator en teamleiders van school bespraken met elkaar wat er verbeterd kan worden in de samenwerking tussen onderwijsopvangvoorziening en school. Klik heeft presentaties gegeven aan docententeams op een paar scholen. Er werd ook aandacht besteed aan hoe een leerling na een tijdelijk verblijf binnen Klik weer terugkomt op school. Wat kan een school verwachten? Klik heeft daarnaast ook expertise aangeboden om scholen hierbij te ondersteunen.
•
Rondje scholen Een aantal onderwijsopvangvoorzieningen gaat langs bij de scholen om elkaar beter te leren kennen. Zo gaan De Schakel en JMZ bij de scholen in Rotterdam-Zuid langs om hen te informeren over de mogelijkheden binnen hun onderwijsopvangvoorziening. Deze gesprekken hebben een informeel karakter waarbij het schoolteam kennismaakt met enkele teamleden van de onderwijsopvangvoorziening. De OOVR krijgt zo meer een gezicht bij de scholen.
•
Deelname aan zorg- en adviesteam Het kan voor een OOVR en een school belangrijk zijn om expertise uit te wisselen en elkaar te adviseren. Zo hebben medewerkers van De Schakel en JMZ ook deelgenomen aan het zorg- en adviesteam (ZAT) van scholen van bestuur LMC. Indien nodig zijn ze ook aanwezig geweest bij het ZAT van scholen van andere besturen.
2.4 Contact met ouders Het contact met ouders is een belangrijk aspect voor de onderwijsopvangvoorzieningen. Ouders krijgen net als de scholen elke week een evaluatierapportage. Ook hebben ze drie vaste gespreksmomenten: tijdens de plaatsing, tijdens het verblijf en bij terugkeer naar school. De OOVR heeft daarnaast regelmatig telefonisch contact met ouders die behoefte hebben aan ondersteuning in de opvoeding. De hulpverleners gaan op huisbezoek om het contact met ouders te versterken. Bij JMZ en De Schakel gaan docent en hulpverlener indien nodig samen op huisbezoek. Het kennen van de thuissituatie van de leerling, zorgt ervoor dat ze de leerling beter kunnen helpen in de klas en tijdens de gedragstrainingen. JMZ en De Schakel organiseren daarnaast laagdrempelige activiteiten voor ouders, zoals een Nieuwjaarsontbijt, een workshop ‘pittige pubers’ en een barbecue.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
12
Stek Jeugdhulp betrekt ouders zoveel mogelijk. De leerling maakt, naast een schoolsysteem, ook deel uit van een gezinssysteem. De gedragstrainingen zijn minder effectief wanneer het thuisfront van de leerling niet samenwerkt en op één lijn zit met de OOVR. Ouders kunnen ook meedoen aan Triple P voor tieners (Positief Pedagogisch Programma), een groepstraining voor ouders en tieners. Doel van Triple P is gedragsproblemen bij jongeren voorkomen of verminderen door het versterken van opvoedvaardigheden van de ouders.
3
Nazorg bij terugkeer naar school
Onderwijsopvangvoorzieningen vinden het belangrijk dat leerlingen weer goed terugkeren naar school. Twee jaar geleden zijn ze gestart met de inzet van schoolloopbaancoaches nazorg. Deze coaches zorgen ervoor dat de overgang van OOVR naar school zo soepel mogelijk verloopt. De schoolloopbaancoaches zijn medewerkers van de onderwijsopvangvoorziening, dus ze kennen de leerling. De coach zorgt dat de leerling goed voorbereid wordt op de nieuwe situatie. De schoolloopbaancoach helpt de leerling om wat geleerd is op de OOVR om te zetten naar de realiteit van de school. Daarnaast adviseert de coach de docenten van de school over een betere omgang met de leerling. De onderwijsopvangvoorzieningen merken dat de inzet van schoolloopbaancoaches helpt bij een succesvolle terugkeer naar school. De coach wordt voor de scholen een vast aanspreekpunt, als vertegenwoordiger van de OOVR. De functie schoolloopbaancoach wordt nog verder ontwikkeld door de onderwijsopvangvoorzieningen.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
13
4
Educatief Centrum
Het Educatief Centrum is een school van Horizon Jeugdzorg en Onderwijs, gevestigd in deelgemeente Delfshaven. Het Educatief Centrum biedt transitieonderwijs voor jongeren met het ontwikkelingsperspectief vervolgopleiding, werk of een combinatie van beiden. De jongeren (12 tot ongeveer 23 jaar) zijn afkomstig uit het regulier onderwijs, vso-onderwijs of gesloten jeugdzorg. Het Educatief Centrum heeft plek voor 95 leerlingen met een clusterbeschikking. Daarnaast zijn er 28 tijdelijke lesplaatsen voor leerlingen zonder een clusterbeschikking (13 Op de Rails en 15 Herstart). De centrale intakecommissie (CIC) kan jongeren verwijzen naar deze tijdelijke lesplaatsen van het Educatief Centrum. Dagelijkse capaciteit: 28 tijdelijke lesplaatsen voor jongeren die doorverwezen zijn via de CIC Doelgroepen: Herstart-klas: toeleiding voortgezet (speciaal) onderwijs Problematiek: divers; er moet tevens sprake zijn van minimaal 4 weken thuiszitten, ondersteund door een leerplichtverklaring. Leeftijd: 12 – 15 jaar, IQ: ondergrens 55 Leerwerktraject: toeleiding mbo of werk Problematiek: externaliserend Leeftijd: minimaal 15 jaar, IQ: ondergrens 55 Afdelingscoördinator: Multidisciplinair team:
Tiddo Braun 7 bedrijfsleiders, 2 assistent bedrijfsleiders, docent, trainer Experience, gedragswetenschapper, maatschappelijk werker/MDFT-therapeut (multidimensionale familietherapie), jobcoach, uitstroomcoördinator
4.1 Onderwijsprogramma Educatief Centrum Herstart-klas Het onderwijsprogramma voor de jongeren van 12-15 jaar in de Herstart-klas is vergelijkbaar met dat van de onderwijsopvangvoorzieningen. Leerplichtige jongeren die langdurig thuis hebben gezeten, worden geholpen om weer naar school te gaan. De jongere kan wennen aan het ritme en de regelmaat van het naar school gaan en er wordt gekeken welke vorm van onderwijs het beste aansluit bij de onderwijsbehoefte van de jongere. Na een traject van 16 weken stroomt de jongere uit naar een passende vorm van onderwijs. Leerwerktraject Jongeren van 15 tot ongeveer 23 jaar starten in Experience waarin ze middels een oriënterende fase kennis maken met de regels en afspraken die gelden binnen het Educatief Centrum en de leerwerkbedrijven. Bij de start in Experience wordt in de samenwerkingsovereenkomst duidelijk vastgelegd wat de geldende afspraken en overeengekomen doelen zijn. De talenten, mogelijkheden, wensen en de begeleidingsbehoefte van de jongere worden in kaart gebracht. Ze vormen met behulp van de jongerencoach van Experience een ontwikkelingsperspectief waarbij ook rekening gehouden wordt
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
14
met onderwijsbevorderende en –belemmerende factoren binnen de thuissituatie, op het gebied van gedrag, in de vrijetijdsbesteding, etc. Na de oriëntatiefase stromen jongeren door naar een van de leerwerkbedrijven: facilitaire dienstverlening, uiterlijke verzorging, reprobedrijf, houtwerkplaats, horecabedrijf, metaalbedrijf of sport- en fitnessbedrijf. Er wordt competentiegericht gewerkt waarbij de jongeren hun eigen portfolio opbouwen. De bedrijfsleiders werken met de jongeren aan basisvaardigheden, te denken valt aan: op tijd komen, dragen van bedrijfskleding, opdrachten aanvaarden en kwalitatief goed uitvoeren, op de juiste manier een hulpvraag kunnen formuleren, veilig omgaan met machines, respectvol omgaan met collega’s en medejongeren, etc. Het leerwerktraject leidt niet op tot diplomering, wel wordt middels een fasesysteem toegewerkt naar een positief uitstroomadvies richting mbo. Daarnaast is het mogelijk om branchegerichte 1 certificaten te behalen zoals VCA, digitaal rijbewijs, HACCP en IVIO’s. Arbeidstoeleidingstraject Wanneer onderwijs geen passend vervolgtraject blijkt te zijn, leidt het Educatief Centrum naar arbeid toe. Na een oriëntatiefase wordt de arbeidsgerichte fase gestart, waarin bedrijfsleiders volgens bovenbeschreven competenties de jongeren voorbereiden op deelname aan het arbeidsproces. Door middel van feedback en voorbeeldgedrag krijgen de jongeren ‘coaching on the job’. De jongeren lopen extern stage wanneer ze voldoen aan de daarvoor geldende voorwaarden. De vorderingen worden vastgelegd in hun portfolio.
4.2 Werkwijze Het Educatief Centrum streeft ernaar dat jongeren zelfstandig genoeg worden om zich te kunnen redden in de maatschappij. Het ervaren van succes is belangrijk voor het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en om inzicht te krijgen in eigen competenties. Het Educatief Centrum hanteert zoals eerder vermeld een belonings-/fasesysteem. De jongeren behalen binnen dit systeem punten per getrainde vaardigheid en zijn hierdoor mede verantwoordelijk voor het behalen van hun uitstroomperspectief. Het betrekken van het netwerk van de jongeren wordt als een belangrijke voorwaarde gezien voor een succesvol traject. Onder netwerk wordt verstaan: ouder(s)/verzorger(s), jeugdzorg, reclassering, etc. In het kader van ouderparticipatie worden op structurele basis workshops voor ouders / verzorgers aangeboden. Deze workshops zijn o.a. gericht op het verrijken van de Nederlandse taal, het gebruik van internet, etc. Strenger beleid bij verzuim Jongeren worden gestimuleerd om zich aan afspraken te houden. Dit betekent dat sterk gecontroleerd wordt op verzuim. Het Educatief Centrum hanteert een lik-op-stuk beleid. Tweewekelijks vindt er met leerplicht een overleg plaats over de actuele verzuimgevallen en de te nemen acties. Dit kan inhouden dat leerplicht aansluit bij een gesprek op het Educatief Centrum met de jongere en het netwerk. Het is belangrijk dat alle betrokkenen op één lijn zitten.
4.3 Multidimensionale familietherapie Voor de jongere en het gezin wordt, wanneer dit noodzakelijk wordt geacht, multidimensionale familietherapie (MDFT) aangeboden. Dit gebeurt op vrijwillige basis. De therapie vindt plaats binnen het Educatief Centrum door een MDFT-therapeute van Horizon Jeugdzorg en Onderwijs.
1
VCA:Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) Checklist Aannemers, veiligheidscertificaat Digitaal rijbewijs: bewijs van vaardigheid in het omgaan met de computer HACCP: Hazard Analysis and Critical Control Points, een risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen IVIO: Instituut Voortgezet Individueel Onderwijs
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
15
4.4 Uitstroom Educatief Centrum 2
Het Educatief Centrum hanteert de uitstroomprofielen ‘vervolgonderwijs’ en ‘arbeid’ (SLO, 2009) . De uitstroomcoördinator onderhoudt het contact met scholen, stageplaatsen, intermediairs en bedrijven. De uitstroomcoördinator zoekt in samenspraak met de jongere naar geschikte stageplaatsen, begeleidt de jongere naar een functie op de arbeidsmarkt en realiseert, in samenwerking met de ambulante dienst van Horizon, de overstap naar vervolgonderwijs.
2
SLO: Stichting leerplanontwikkeling
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
16
5
Evaluatie schooljaar 2011-2012
De evaluatie van schooljaar 2011-2012 bestaat uit een overzicht van de toewijzingen van de centrale intakecommissie (CIC), de instroom en uitstroom van de onderwijsopvangvoorzieningen en de hoofdconclusies van de succesnorm van JOS en de OOVR. Daarnaast hebben de teamleiders van de OOVR een aantal successen benoemd.
5.1 Toewijzingen centrale intakecommissie (CIC) De centrale intakecommissie (CIC) van de onderwijsopvangvoorzieningen is onderdeel van het Onderwijszorgloket Koers VO en bestaat uit: -
directeuren van Accent (CVO), BOOR Expertise en Eenheid Zorg (LMC) intakers van Accent Onderwijsondersteuning (CVO), BOOR Expertise, Eenheid Zorg (LMC) medewerkers van Bureau Jeugdzorg vertegenwoordiger van Leerplicht Rotterdam vertegenwoordiger van REC cluster 4 vertegenwoordiger van Onderwijszorgloket Koers VO secretariaat van de CIC
De CIC vergadert tijdens schoolweken elke donderdagmiddag; in schooljaar 2011-2012 was dat 39 keer. De vergaderingen worden afwisselend voorgezeten door de directeuren van Accent, BOOR Expertise en Eenheid Zorg. Tijdens deze vergaderingen worden aangemelde leerlingen ter bespreking ingebracht en worden verlengingsaanvragen besproken van leerlingen die reeds in de onderwijsopvangvoorzieningen zitten. Ook komen overige zaken aan bod, zoals opmerkingen of vragen van de teamleiders van de OOVR over geplaatste leerlingen. Naar aanleiding van de genomen besluiten in de CIC-vergadering wordt er een indicatiebesluit opgemaakt, waarbij voor de OOVR een onderwijsindicatie en een jeugdzorgindicatie wordt afgegeven. Deze indicaties worden getekend door de voorzitter van de CIC (voor de onderwijsindicatie) en Bureau Jeugdzorg (voor de jeugdzorgindicatie). Hieronder een overzicht van de besproken leerlingen en de toewijzingen. In schooljaar 2011-2012 zijn 35 Op de Rails- en 30 Herstart-plaatsen aan de CIC toebedeeld. Schooljaar Besproken leerlingen Toewijzing OOVR Rebound Herstart toegewezen, maar extra geplaatst Rebound Herstart Op de Rails Plus Totaal Toewijzing Educatief Centrum Herstart Op de Rails Totaal Leerlingen in OOVR Reeds toegewezen vorig schooljaar Ingestroomd Totaal
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
20112012
20102011
20092010
20082009
339
315
292
319
115 19 30 68 49 281
120 14 30 114 20 298
254
268
21 11 32
15 17 32
10 15 25
14 18 32
77 301 378
99 279 378
66 265 331
274
17
5.2 Instroom onderwijsopvangvoorzieningen In schooljaar 2011-2012 zijn 301 leerlingen ingestroomd. Aan het begin van schooljaar 2011-2012 verbleven nog 77 leerlingen in de onderwijsopvangvoorzieningen, deze waren toegewezen in het schooljaar daarvoor (= start). Hieronder een tabel met het verloop van de instroom, het totaal aantal leerlingen in de OOVR (= start + instroom) en het percentage jaarbezetting cumulatief. Tabel 5.1 Instroom 2011-2012 Accent – int. Accent - PrO Klik – ext. JMeiZ JMoeZ Schakel – ext. Schakel – PrO Time Out – ext. Totaal Bezetting 2011-2012
aug
sep
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
1 0 5 0 0 2 0 4 12
9 3 8 4 2 8 2 8 44
3 2 9 1 1 3 2 11 32
4 1 6 1 2 7 2 0 23
2 1 7 2 1 0 1 2 16
5 4 10 0 1 4 1 10 35
5 1 9 3 1 3 1 6 29
4 5 8 5 1 7 6 9 45
3 1 13 2 1 4 1 10 35
5 1 7 0 0 0 0 3 16
1 0 8 0 0 2 0 3 14
Totaal instroom 42 19 90 18 10 40 16 66 301
start 14 7 17 4 5 9 2 19 77
Totaal OOVR 56 26 107 22 15 49 18 85 378
Dagelijkse capaciteit
Gem. aant lln Totaal Percentage op jaarbasis OOVR jaarbezetting 2,2* cumulatief Accent – int. 27 59 56 94% Accent - PrO 14 31 26 84% Klik – ext. 50 110 107 97% JMeiZ 10 24 22 91% JMoeZ 11 22 15 68% Schakel – ext. 20 44 49 111% Schakel – PrO 7 15 18 117% Time Out – ext. 38 84 85 102% Totaal 177 389 378 97% * Gemiddeld aantal leerlingen op jaarbasis 2,2 = dagelijkse capaciteit x 2,2
Wachtlijsten In 2011-2012 zijn van maart tot eind juni 2012 wachtlijsten geweest voor de onderwijsopvangvoorzieningen Accent Onderwijsopvang (Praktijkonderwijs), Klik, Time Out en De Schakel (Praktijkonderwijs en externaliserend). In schooljaar 2010-2011 waren er wachtlijsten van december 2010 tot begin januari 2011 voor alle onderwijsopvangvoorzieningen voor leerlingen met externaliserende problematiek. Voor leerlingen met internaliserende problematiek waren er wachtlijsten van december 2010 tot 15 mei 2011. Vanaf dat moment waren namelijk 10 extra plaatsen internaliserend gerealiseerd, waardoor deze wachtlijst verdween. Voor praktijkonderwijs was er een wachtlijst van februari tot april 2010 voor Accent; voor De Schakel bleven 1 á 2 leerlingen op de wachtlijst staan van februari tot juni 2011. Kwaliteitsdossier cluster 4 Van leerlingen waarvan tijdens het verblijf in de OOVR duidelijk wordt dat zij beter passen op een school voor cluster 4, wordt door de OOVR, in samenwerking met school een kwaliteitsdossier opgemaakt. Dit kwaliteitsdossier wordt tijdens de vergadering aangeboden aan de vertegenwoordiger van het REC. Na controle worden de dossiers naar het REC verstuurd waar zij als kwaliteitsdossier voorrang krijgen bij de plaatsing. Hieronder een tabel met een overzicht van de kwaliteitsdossiers die zijn ingediend en wanneer de clusterbeschikking ontvangen is. Jaarverslag 2011-2012 OOVR
18
Tabel 5.2
Kwaliteitsdossier cluster 4 ingediend Accent Onderwijsopvang - internaliserend Accent Onderwijsopvang - Praktijkonderwijs Klik Jonge Meiden Zelfstandig Schakel – externaliserend Schakel – Praktijkonderwijs Time Out Totaal
2011-2012 6 1 9 2 9 1 17 45
Clusterbeschikking ontvangen Beschikking ontvangen tijdens verblijf in OOVR 2011-2012 Beschikking ontvangen in schooljaar 2012-2013 of na uitstroom OOVR Totaal
2010-2011 2 1 3 3 7 1 3 20
Aantal 15 30 45
5.3 Uitstroom onderwijsopvangvoorzieningen In totaal zijn 290 leerlingen van de onderwijsopvangvoorzieningen uitgestroomd. Hieronder een overzicht van de uitstroombestemmingen na de OOVR. Tabel 5.3
Uitstroom 2011-2012 Regulier onderwijs Terugkeer school herkomst 3 School binnen SWV 4 School buiten SWV MBO Tot. regulier onderwijs Speciaal onderwijs REC cluster 4-school Tot. speciaal onderwijs 5 (Jeugd)zorginstelling Jeugdzorg/residentiële voorziening Opname Erasmus MC Totaal (jeugd)zorginst. ander traject verhuisd andere OOVR Educatief Centrum JOS / Thuis Totaal uitstroom
3 4 5
Totaal
%
79
Acc. int.
Acc. PrO
27.24
6
6
59 3 35 176
20.34 1.03 12.07 60.69
8 8 22
7
16 16
5.52 5.52
4 4
9
3.10
2
2 11 3 2 12 4 66 290
0.68 3.79 1.03 0.68 4.13 1.37 22.76 100
2 4
Klik
JMoeZ
Schakel – ext.
Schakel – PrO
2
3
10
4
15
20
1
16
8 12
8 1 4 23
1
4 57
5 1 2 10
1 6
8 39
4 4
2 2
1 1
1 1
2 2
0
2 2
1
3
2
1 1
3
2 2
1 1 5 20
4 1 11 78
1 16
1
0
0
0 13
2 1 8 36
0
1 2 5
1 7 14
School binnen SWV: school die aangesloten is bij Samenwerkingsverband Koers VO School buiten SWV: school die niet aangesloten is bij Samenwerkingsverband Koers VO (Jeugd)zorginstelling: psychiatrische opvang, jeugdzorginstelling, jeugdinrichting, crisisopvang
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
Time Out
33
1
16 46
JMeiZ
19
18 67
Stand van zaken 6 november 2012: leerlingen die na verblijf OOVR niet direct ergens geplaatst konden worden In tabel 5.3 is aangegeven dat 66 leerlingen na verblijf in de onderwijsopvangvoorziening niet direct ergens geplaatst konden worden (JOS/Thuis). Hiervoor is uitgezocht waar deze leerlingen uiteindelijk terecht zijn gekomen. In tabel 5.4 de stand van zaken op 6 november 2012. Tabel 5.4
Stand van zaken – 6 november 2012 Regulier onderwijs Voortgezet onderwijs MBO Totaal Speciaal onderwijs Cluster 4-school (Jeugd)zorginstelling Gesloten jeugdzorginstelling Ander traject Educatief Centrum Onbekend Thuiszitters (geen andere oplossing voor gevonden) Totaal
Aantal leerlingen 2 6 8 20 4 3 3 21 7 66
Dit betekent voor de totale uitstroom op 6 november 2012: Tabel 5.5
Stand van zaken – 6 november 2012 Regulier onderwijs Speciaal onderwijs (Jeugd)zorginstelling Ander traject Verhuisd Andere OOVR Educatief Centrum Onbekend Thuiszitters Totaal
Totale uitstroom OOVR 184 36 17 6 2 12 7 21 7 290
Leerlingen niet kunnen plaatsen op nevenvestiging zorg Een nevenvestiging zorg is een vmbo-school met leerwegondersteuning, waar expertise is voor extra individuele onderwijsondersteuning: een zogenaamde vmbo met lwoo+. De onderwijsopvangvoorzieningen gaven aan dat voor 45 leerlingen een nevenvestiging zorg de beste plek is. Er konden 4 leerlingen geplaatst worden op Calvijn Meerpaal. De overige 41 leerlingen konden niet geplaatst worden op een nevenvestiging zorg. Hier moest een andere oplossing voor gezocht worden. Voor 21 van deze leerlingen is uiteindelijk een cluster 4-beschikking aangevraagd. De overige 20 leerlingen zijn in het regulier onderwijs geplaatst of kwamen thuis te zitten. Tabel 5.6
OOVR Accent Onderwijsopvang Klik JMZ en Schakel Time Out Totaal
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
Leerlingen niet uitgestroomd naar nevenvestiging zorg 7 8 16 10 41
20
5.4 Successen onderwijsopvangvoorzieningen De onderwijsopvangvoorzieningen hebben een aantal successen benoemd van schooljaar 2011-2012. De meeste successen gelden voor alle onderwijsopvangvoorzieningen, een aantal is specifiek genoemd bij een bepaalde voorziening. •
Leerlingen en docenten De onderwijsopvangvoorzieningen zijn trots op hun leerlingen die onder zeer moeilijke omstandigheden rechtop blijven staan. De docenten benaderen de leerlingen positief en duidelijk. De OOVR is een veilige plek waar leerlingen rust vinden. De docenten doen alles wat nodig is om de leerling verder te helpen. Ze blijven doorgaan ook als het niet direct lukt met een leerling.
•
Samenwerking docenten en hulpverleners De onderwijsopvangvoorzieningen zijn tevreden over de samenwerking tussen docenten en hulpverleners. Er wordt goed gekeken naar kennis en affiniteit van de docent en hulpverlener om te bepalen bij welke doelgroep hij/zij het beste past. Belangrijk hierin is ruimte voor flexibiliteit.
•
Pedagogisch klimaat Het beschrijven, doorontwikkelen en implementeren van het pedagogisch klimaat per OOVR is een traject geweest van meerdere jaren. Afgelopen schooljaar is dit traject afgerond met een interne audit. De audit is uitgevoerd door de vier teamleiders onderwijs en een (geschoolde interne) auditor van Stek Jeugdhulp. In verschillende samenstellingen is iedere OOVR bezocht door een teamleider onderwijs en de auditor van Stek. Er zijn per OOVR gesprekken gevoerd met vier functionarissen (hulpverleners, docenten, conciërges, secretariaat medewerkers) en met een leerling. Er werden vragen gesteld over de verschillende kanten van het pedagogisch klimaat en hoe de desbetreffende functionaris dat aanpakt of hoe de leerling dat ervaart. De conclusie van de audit was positief: er kan gesteld worden dat de integriteit van het hulpaanbod binnen de OOVR geborgd is.
•
Samenwerking met scholen van herkomst JMZ en Schakel zijn positief over de samenwerking met scholen van herkomst. Aan het begin worden goede afspraken gemaakt. School, ouders en leerling zijn probleemeigenaar. Als tijdens de observatieperiode blijkt dat een leerling het beste kan uitstromen naar cluster 4 –onderwijs, wordt de aanvraagprocedure zo snel mogelijk gestart. De school van herkomst wordt gevraagd om gegevens aan te leveren, zodat de leerling een clusterbeschikking heeft voordat hij/zij de OOVR verlaat. Accent is positief over de bijeenkomsten voor een aantal scholen van het CVO-bestuur. De medewerkers van de onderwijsopvangvoorzieningen en het schoolteam hebben nader kennisgemaakt en ervaringen uitgewisseld, zodat de samenwerking verbeterd kan worden.
•
Gedragstraining ART Agression Replacement Training (ART) is binnen De Schakel, JMZ en Klik goed ingevoerd. Leerlingen, ouders en scholen zien hiervan de positieve resultaten. Leerlingen hebben het gevoel dat ze moeilijke situaties beter aankunnen. Ze komen trots vertellen hoe ze de verschillende stappen van ART toepassen in de praktijk.
•
Gedragstraining Systema Systema is binnen Time Out een succes voor leerlingen met (al of niet onderkende) traumatische ervaringen. Tijdens de training wordt zichtbaar of er sprake is van een trauma en hoe de leerling hiermee om kan gaan.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
21
5.5 Succesnorm JOS en OOVR De succesnorm volgens JOS en OOVR is vermeld in onderstaande tabel. • •
De succesnorm volgens JOS = aantal leerlingen dat minder dan 6 maanden in de OOVR zat en naar regulier onderwijs is uitgestroomd (dus geen cluster 4). De succesnorm volgens OOVR = totaal aantal leerlingen dat opgevangen is in de OOVR – aantal leerlingen dat thuiszit.
Tabel 5.7
Schooljaar 2011-2012 OOVR
totaal aantal leerlingen
norm JOS
norm OOVR
Accent – internaliserend
56
16
28.57%
40
71.43%
Accent - Praktijkonderwijs
26
8
30.77%
21
80.77%
Klik
107
58
54.21%
96
89.72%
Jonge Meiden Zelfstandig
22
7
31.82 %
21
95.45 %
Jonge Moeders Zelfstandig
15
7
46.67%
15
100.00%
Schakel - externaliserend
49
24
48.98%
41
83.67%
Schakel - Praktijkonderwijs
18
7
38.89%
11
61.11 %
Time Out
85
39
45.88%
67
78.82%
Totaal
378
166
43,92%
312
82,54%
De cijfers zoals die zijn aangeleverd door de CIC en vastgesteld door de accountant, zijn te vinden op de volgende twee pagina’s.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
22
Overzichten per onderwijsopvangvoorziening – schooljaar 2011-2012 Accent Onderwijsopvang
Internaliserend
Praktijkonderwijs
totaal aantal leerlingen
56
26
107
aantal ll vertrokken na verblijf:
46
20
78
aantal ll dat nog verblijft in de OOVR: aantal ll verblijf < 6 maanden en naar regulier onderwijs aantal ll verblijf > 6 maanden en naar regulier onderwijs aantal ll naar speciale opvang aantal leerlingen thuis
10 16 6 8 16
28.57 10.71 14.29 28.57
% % % %
6 8 1 6 5
30.77 3.85 23.08 19.23
% % % %
29 58 4 5 11
54.21 3.74 4.67 10.28
% % % %
aantal ll verblijf < 6 maanden nog in de OOVR
10
17.86
%
6
23.08
%
27
25.23
%
0
0.00 100.00 19.06
% % weken
0
0.00 100.00 19.53
2
1.87 100.00 16.36
16
28.57
8
30.77
58
54.21
succes volgens norm OOVR
40
71.43
% %
21
80.77
96
89.72
% %
JMZ
Meiden
Moeders
totaal aantal leerlingen
22
15
85
aantal ll vertrokken na verblijf:
67 45.88 5.88 5.88 21.18 21.18
% % % % %
aantal ll verblijf > 6 maanden en nog in de OOVR gemiddeld verblijf in de OOVR: succes volgens norm JOS
2 3
16
13
aantal ll dat nog verblijft in de OOVR:
6
2
aantal ll verblijf < 6 maanden en naar regulier onderwijs aantal ll verblijf > 6 maanden en naar regulier onderwijs aantal ll naar speciale opvang aantal leerlingen thuis aantal ll verblijf < 6 maanden nog in de OOVR
7 3 5 1 6
aantal ll verblijf > 6 maanden en nog in de OOVR
0
2 3
succes volgens norm OOVR
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
0.00 100.00 18.81
gemiddeld verblijf in de OOVR: succes volgens norm JOS
31.82 13.64 22.73 4.55 27.27
7
31.82
21
95.45
% % % % %
7 5 1 0 2
%
0
% weken % %
% % weken % %
Klik
% % weken
Time Out
18 46.67 33.33 6.67 0.00 13.33 0.00 100.00 23.92
7
46.67
15
100.00
23
% % % % %
39 5 5 18 18
%
0
% weken % %
0.00 100.00 18.27
39
45.88
67
78.82
% % weken % %
Schakel
Externaliserend
totaal aantal leerlingen
49
18
aantal ll vertrokken na verblijf:
36
14
aantal ll dat nog verblijft in de OOVR: aantal ll verblijf < 6 maanden en naar regulier onderwijs
13 24
48.98
%
4 7
38.89
%
aantal ll verblijf > 6 maanden en naar regulier onderwijs aantal ll naar speciale opvang aantal leerlingen thuis aantal ll verblijf < 6 maanden nog in de OOVR
2 2 8 13
4.08 4.08 16.33 26.53
% % % %
0 0 7 4
0.00 0.00 38.89 22.22
% % % %
0
0.00
%
0
0.00
%
aantal ll verblijf > 6 maanden en nog in de OOVR
100.00 17.98
gemiddeld verblijf in de OOVR: 6
succes volgens norm JOS
7
succes volgens norm OOVR
6
aantal ll verblijf < 6 maanden en naar regulier onderwijs
7
totaal aantal leerlingen – aantal leerlingen thuis
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
24
48.98
41
83.67
Praktijkonderwijs
% weken % %
100.00 12.07 7
38.89
11
61.11
24
% weken % %
6
Conclusies
De evaluatie van schooljaar 2011-2012 laat verschillende ontwikkelingen zien. Hieronder worden de belangrijkste conclusies uit deze rapportage benoemd. Verbeterde kwaliteit In de afgelopen jaren is de kwaliteit van de onderwijsopvangvoorzieningen verbeterd. Zo was de conclusie van de interne audit ‘pedagogisch klimaat’ van 2011-2012 positief. Er kan gesteld worden dat de integriteit van het hulpaanbod binnen de onderwijsopvangvoorzieningen geborgd is. Behoefte aan meer capaciteit In schooljaar 2010-2011 stonden eind mei 2011 nagenoeg geen leerlingen meer op de wachtlijst. Dit in tegenstelling tot schooljaar 2011-2012 waar van maart tot eind juni 2012 wachtlijsten zijn geweest voor leerlingen van praktijkonderwijs en leerlingen met externaliserende problematiek. Deze ontwikkeling toont aan dat er nog steeds behoefte is aan extra plekken op de onderwijsopvangvoorzieningen, ondanks de 20 extra Plus-plaatsen die zijn toegekend aan Time Out (10 extra plekken externaliserend) en Accent (10 extra plekken internaliserend). Resultaat: 82,54% van de leerlingen is met succes opgevangen Van de 378 leerlingen die in de OOVR zijn opgevangen in het schooljaar 2011-2012 zijn er 312 uitgestroomd naar een passende vervolgbestemming in het regulier of speciaal onderwijs, naar een andere passende bestemming of verblijven nog in de OOVR. Dat is 82,54 %. Er zijn 166 leerlingen binnen 6 maanden verblijf in de OOVR uitgestroomd naar het regulier onderwijs. Dat is 43,92%. Uitstroom van leerlingen in beeld De centrale intakecommissie (CIC) kan de uitstroom van de leerlingen steeds beter in beeld brengen. In schooljaar 2011-2012 zijn 387 leerlingen opgevangen in de onderwijsopvangvoorzieningen (tabel 5.1). Er zijn 290 leerlingen uitgestroomd, waarvan 184 naar regulier onderwijs, 36 naar speciaal onderwijs, 17 naar een (jeugd)zorginstelling, 12 naar een andere OOVR, 7 naar een tijdelijke lesplaats van het Educatief Centrum, 6 naar een ander traject, 2 zijn verhuisd en 7 leerlingen kwamen uiteindelijk thuis te zitten (tabel 5.5). Van 21 leerlingen was tijdens het opstellen van het jaarverslag nog onbekend waar die uiteindelijk terecht zijn gekomen. Leerlingen kunnen niet altijd uitstromen naar een passende plek De onderwijsopvangvoorzieningen streven ernaar om de leerlingen direct te laten uitstromen naar een passende plek. In de huidige organisatie van het netwerk is dit echter niet altijd mogelijk. Zo konden 66 leerlingen na verblijf in de OOVR niet direct geplaatst worden op een passende plek. Zij kwamen hierdoor tijdelijk thuis te zitten (tabel 5.4). Daarnaast gaven de onderwijsopvangvoorzieningen aan dat voor 45 leerlingen een nevenvestiging zorg de best passende plek is. Dit is een school voor vmbo met leerwegondersteuning, waar expertise is voor extra individuele onderwijsondersteuning: een zogenaamde vmbo met lwoo+. Voor 41 leerlingen was uiteindelijk geen plek op een nevenvestiging zorg (tabel 5.6). Voor 21 van deze leerlingen heeft de OOVR een second best oplossing gevonden door een cluster 4-beschikking aan te vragen. Dit lijkt voor deze specifieke groep leerlingen niet de meest optimale oplossing, tevens is het niet de meest goedkope oplossing. Stijging in aanmeldingen cluster 4-leerlingen De onderwijsopvangvoorzieningen krijgen steeds meer aanmeldingen van leerlingen die thuishoren in cluster 4-onderwijs. In schooljaar 2010-2011 zijn er 20 kwaliteitsdossiers ingediend, in schooljaar 2011-2012 is dit aantal gestegen naar 45 (tabel 5.2). Ook zijn 20 leerlingen die tijdelijk thuiszaten na hun verblijf in de OOVR, uiteindelijk geplaatst op een cluster 4-school (tabel 5.4). In totaal zaten dus 65 cluster 4-leerlingen op de OOVR. Een stijging van het aantal clusterleerlingen heeft consequenties voor het personeel en expertise van Jaarverslag 2011-2012 OOVR
25
de onderwijsopvangvoorziening. Een aantal onderwijsopvangvoorzieningen heeft hier een structuurklas voor ingericht of gaat dit inrichten. De onderwijsopvangvoorzieningen zijn in principe niet bedoeld voor de opvang van deze leerlingen, maar zorgen wel dat ze niet thuis komen te zitten. Onduidelijkheid over aanvraag- en aanmeldprocedure cluster 4 Als de onderwijsopvangvoorziening beoordeelt dat de leerling het beste uit kan stromen naar een cluster 4-school, zorgt deze dat de aanvraagprocedure in gang wordt gezet. Er zijn twee manieren om een clusterbeschikking te krijgen: een DSM IV classificatie als resultaat van een persoonlijkheidsonderzoek of 6 maanden geïndiceerde hulpverlening. Als aan een van deze voorwaarden is voldaan wordt een aanvraag ingediend bij bureau instroom van cluster 4. De clusterbeschikking wordt afgegeven aan de ouders. Daarna kunnen de ouders hun kind aanmelden bij cluster 4. Het plaatsingsoverleg van cluster 4, dat één keer in de maand plaatsvindt, neemt deze aanmelding in behandeling. De leerling kan na dit overleg uiteindelijk geplaatst worden. Er zijn knelpunten in de aanvraag- en aanmeldprocedure die ervoor zorgen dat dit proces vaak langer duurt. Zo moeten diverse gegevens verzameld worden om het kwaliteitsdossier compleet te maken voor de aanvraag. De OOVR heeft tijd nodig om van verschillende partijen de benodigde gegevens te krijgen. Daarnaast is voor ouders vaak onduidelijk hoe de procedure werkt. Ze zijn niet altijd goed op de hoogte van het feit dat zij na ontvangst van de beschikking zelf hun kind moeten aanmelden voor een cluster 4-school. Hierdoor duurt het langer voordat een leerling daadwerkelijk geplaatst is op een cluster 4 –school en zit de leerling dus langer op de OOVR. Leerlingen zitten niet altijd op het goede niveau Op de onderwijsopvangvoorziening blijkt dat sommige leerlingen niet op het goede niveau zitten. Het is voor deze leerlingen beter om op een lager niveau onderwijs te volgen. Vraag is dan hoe het komt dat dit niet eerder geconstateerd is op de school van herkomst. Dit kan namelijk mede de oorzaak zijn van het gedragsprobleem van de leerling. Behoefte aan ondersteuning voor specifieke vakkennis De docenten van de onderwijsopvangvoorzieningen hebben voldoende basiskennis om leerlingen bij verschillende vakken te ondersteunen. Maar kunnen vanzelfsprekend niet alles. Bepaalde vakken van bijvoorbeeld havo/vwo-leerlingen vragen om specifieke vakkennis die de docenten niet bezitten.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
26
7
Aanbevelingen
De ontwikkelingen die bij de conclusies benoemd zijn, kunnen worden opgelost door samenwerking van verschillende partijen. 1. Kwaliteit op peil houden De onderwijsopvangvoorzieningen willen ook de komende jaren de kwaliteit verbeteren. De bezuinigingen op de onderwijsopvangvoorzieningen zorgen echter dat de kwaliteit in het geding komt. De onderwijsopvangvoorzieningen zullen gezamenlijk moeten bekijken hoe ze deze kwaliteit kunnen blijven waarborgen. 2. Definiëren van positie en toekomstperspectief onderwijsopvangvoorzieningen Het is duidelijk dat de onderwijsopvangvoorzieningen een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in de regio Rotterdam. Ze hebben een maatschappelijke meerwaarde en zorgen voor nauwe samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening. De behoefte aan onderwijsopvangvoorzieningen is nog steeds aanwezig. Nu er bezuinigd wordt, zal opnieuw nagedacht moeten worden over de positie van de OOVR in de regio Rotterdam en hun toekomst (o.a. de tijdelijke opvang van cluster 4-leerlingen). Dit vraagstuk zal besproken moeten worden met verschillende partners: BOOR, CVO, LMC, Horizon, Stek Jeugdhulp, Samenwerkingsverband Koers VO, Expertise Centrum Speciaal Onderwijs en de gemeente Rotterdam. 3. Dekkend netwerk creëren in de regio Rotterdam De v(s)o-schoolbesturen die aangesloten zijn bij Samenwerkingsverband Koers VO en Expertise Centrum Speciaal Onderwijs hebben het voornemen om samen verder te werken aan een dekkend netwerk in de regio Rotterdam. De stuurgroep OOVR zal met de schoolbesturen gezamenlijk moeten onderzoeken hoe een passende plek gecreëerd kan worden voor de groep leerlingen die nu geplaatst worden op een second best plek. Ook is onderzoek gewenst naar de mogelijkheden voor tussentijdse instroom. 4. Monitoren van leerlingen die zijn uitgestroomd De uitstroom van leerlingen wordt steeds beter gemonitord, ook van de leerlingen die eerst tijdelijk thuis komen te zitten. Voor de komende jaren zullen de leerlingen nog beter gevolgd moeten worden, zodat een completer beeld ontstaat over de uitstroom van leerlingen. Het Onderwijszorgloket Koers VO kan vanuit het netwerk deze gegevens verzamelen en hiervan een overzicht geven. Daarnaast kan het Onderwijszorgloket helpen bij het vinden van een passende plek voor leerlingen. 5. Betere communicatie over aanvraag- en aanmeldprocedure cluster 4 De communicatie over de aanvraag- en aanmeldprocedure cluster 4 is in ontwikkeling. Verschillende partijen zijn hierbij betrokken en zullen elkaar op de hoogte moeten houden over het proces, zodat de leerling zo snel mogelijk geplaatst kan worden op een cluster 4-school. Tijdens de wekelijkse vergadering van de centrale intakecommissie (CIC) communiceert de vertegenwoordiger van REC over de afgifte van cluster 4-beschikkingen van Horizon. Zo is helder welke leerlingen van de OOVR een beschikking hebben ontvangen van Horizon. Er moet nog gewerkt worden aan een overzicht waarin ook de gegevens van BOOR en Yulius zijn weergegeven. Daarnaast zal de OOVR contact moeten houden met de ouders voor de aanvraag- en aanmeldprocedure. Het is belangrijk dat de OOVR de ouders hierbij ondersteunt. 6. Investeren in betere intake en onderwijsondersteuning op scholen In het kader van zorgplicht zullen scholen hun intakeprocedure goed op orde moeten hebben. Zo kan voorkomen worden dat scholen leerlingen aannemen die niet het juiste niveau hebben. Koers VO ontwikkelt met de scholen een richtlijn voor de intakeprocedure, zodat de scholen van het samenwerkingsverband weten aan welke eisen hun intakeprocedure moet voldoen.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
27
Wanneer een school toch een verkeerde inschatting heeft gemaakt bij het aannemen van een leerling, zal dit tijdig gesignaleerd moeten worden bij de onderwijsondersteuning van de leerling. Dit betekent dat scholen moeten blijven investeren in de kwaliteit van hun onderwijsondersteuning. Zo kunnen ze tijdig een leerling verwijzen naar een passende onderwijsplek op bijvoorbeeld een ander niveau of in cluster 4. Koers VO gaat aan de slag met een concept voor onderwijsondersteuningsroutes, waardoor scholen de kwaliteit van hun onderwijsondersteuning op peil kunnen houden. 7. Stimuleren van online lessen Bepaalde vakken vragen om specifieke vakkennis die de docenten van de OOVR niet altijd bezitten. Een aantal onderwijsopvangvoorzieningen gaat in schooljaar 2012-2013 experimenteren met ‘distant learning’: een leerling volgt online les van een vakdocent van de school van herkomst. Als dit experiment haalbaar en succesvol is, zal dit mogelijk moeten worden gemaakt voor alle onderwijsopvangvoorzieningen. De OOVR kan zo in samenwerking met de school van herkomst ervoor zorgen dat de leerling goed onderwijs krijgt.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
28
8
Doelstellingen schooljaar 2012-2013
Een overzicht van de doelstellingen van Stek Jeugdhulp en de onderwijsopvangvoorzieningen voor schooljaar 2012-2013.
Stek Jeugdhulp Stek zal haar hulp steeds meer richten op zowel de leerling binnen de onderwijsopvangvoorziening als op opvoedondersteuning in het gezin. De school en de thuissituatie zijn belangrijke systemen waarin de jongere functioneert. De hulp zal zich op beiden moeten richten. In schooljaar 2012-2013 is het streven zo veel mogelijk ouders te motiveren mee te doen aan de training Triple P voor tieners. Daarnaast zullen hulpverleners, in nauwe samenwerking met de docenten, het hulpaanbod zo blijven ontwikkelen dat die optimaal aansluit bij de doelen van de leerling en zijn/haar ouders.
Accent Onderwijsopvang Onderwijs • Rebound- en structuurgroepen verder uitwerken in het pedagogisch klimaat en didactisch. Gedragstrainingen • Docenten trainen voor Vriendentraining. • Triple P-cursus aanbieden voor docenten en hulpverleners. Nazorg De pilot schoolloopbaancoach Stichting MEE continueren en onderzoeken of dit structureel ingezet kan worden. Organisatie • Docenten en hulpverleners in vaste duo’s laten werken. • Docenten en hulpverleners stimuleren om onderling meer kennis en vaardigheden uit te wisselen. • Collegiale feedback invoeren en elkaars talenten meer inzetten. • Nieuwe stijl van leerlingenbespreking invoeren. • Risico-Inventarisatie en –Evaluatie uitvoeren. Samenwerking met scholen • Voorlichting geven aan scholen over de onderwijsopvangvoorziening. • Bijeenkomsten organiseren om de samenwerking met scholen te evalueren en verbeteren. Contact met ouders Triple P-cursus aanbieden aan meer ouders. Onderzoeken of dit een vast onderdeel van het traject kan worden voor alle ouders.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
29
De Schakel, JMZ en Klik Onderwijs • Het aantal leerlingen terugbrengen dat de onderwijsopvangvoorziening verlaat zonder onderwijsplaats. Elke leerling heeft perspectief op vervolgonderwijs en stroomt uit naar de meest passende vorm van onderwijs. • De algemene onderwijskwaliteit verhogen, met name op het gebied van Nederlandse taal en studievaardigheid • Starten met pilot ‘distant learning’ Gedragstrainingen De effectiviteit van Agression Replacement Training (ART) beter in beeld krijgen door mee te werken aan een TOA-onderzoek van het Radboud Universitair Medisch Centrum. Nazorg De functie schoolloopbaancoach verder ontwikkelen. Organisatie Het pedagogische en didactische vakmanschap van de medewerkers onderhouden en verdiepen. Samenwerking met scholen Sluitende afspraken maken met scholen van herkomst over schoolloopbaanperspectief, passend vervolgonderwijs en zorg. Evalueren en bijstellen van gezamenlijke procedure voor schoolwerk en vervolgonderwijs. Contact met ouders Ouders blijven betrekken bij planning en uitvoering van het onderwijs- en zorgprogramma.
Time Out Onderwijs • Leerachterstanden wegwerken door aanbieden van individuele programma’s. • Observatieklas inzetten om te screenen of leerlingen terug kunnen keren naar het regulier onderwijs. In deze klas wordt klassikaal les gegeven zoals in het regulier voortgezet onderwijs. • Onderwijsversie van de Equip-methode ontwikkelen: herstelgericht werken. Deze methode doet een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de leerling. Doel is de leerling te stimuleren zelf actie te ondernemen om iets op te lossen. Voorbeeld: als een leerling een probleem in de klas heeft veroorzaakt, krijgt hij een week de tijd om dit op te lossen met de docent. Als hij niet binnen een week een gesprek heeft gehad met de docent, krijgt de leerling straf en zal hij moeten nablijven. De leerling bepaalt dus zelf het moment waarop hij het probleem al dan niet oplost. Gedragstrainingen • Maatwerk blijven leveren met een hogere caseload (in verband met bezuinigingen). • Verder verdiepen van oplossingsgerichte benadering Signs of Safety. • Verder verdiepen van methode Remweg: een trainingsprogramma voor impulsieve, drukke kinderen met aandachtsproblemen. • Groepstraining Equip drie keer per week aanbieden.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
30
Nazorg • De schoolloopbaancoach gaat zoveel mogelijk de leerlingbesprekingen en eindgesprekken bijwonen om de nazorg beter vorm te kunnen geven. • De schoolloopbaancoach is de ingang bij de scholen. De coach kan de weg voorbereiden om de expertise van de onderwijsopvangvoorziening over te brengen aan het voortgezet onderwijs. Samenwerking met scholen Scholen worden scherper gehouden aan hun aanleverplicht van lesmateriaal: • Een leerling kan niet starten in de OOVR, als het schoolwerk niet aanwezig is bij het kennismakingsgesprek. • Als de OOVR na drie keer vragen aan de school van herkomst geen lesmateriaal aangeleverd krijgt voor een leerling op de OOVR, zal de OOVR de leerling naar huis sturen. School en leerplicht worden hiervan op de hoogte gesteld. Contact met ouders • Er wordt onderzocht hoe de OOVR ouders kennis kan laten maken met de gedragstraining Equip.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
31
Bijlage: Deelnemer tevredenheid OOVR 2011-2012 De onderwijsopvangvoorzieningen hebben gezamenlijk een instrument voor tevredenheidsonderzoek opgesteld. Stek Jeugdhulp heeft de gegevens van deze tevredenheidmeting verwerkt voor schooljaar 2011-2012. De vragenlijst is in vergelijking met het vorige schooljaar aanzienlijk gewijzigd. Hierdoor zijn resultaten van vorige jaren niet zomaar te gebruiken als referentie voor resultaten van deze meting. De tevredenheidmeting is afgenomen bij leerlingen, ouders en scholen die leerlingen hebben verwezen naar de OOVR. De nieuwe vragenlijsten zijn in de periode september 2011 tot juli 2012 verspreid onder deelnemers 8 van de OOVR rondom het tijdstip waarop de OOVR-hulp werd afgesloten . Iedere leerling en telkens één van de opvoeders, kregen de enquête voorgelegd of toegestuurd. De schoolvragenlijst is voorgelegd aan de contactpersoon van de verantwoordelijke onderwijsinstelling van de leerling.
1
Respons Totalen
in
uit
respons
Totaal jongeren
142
205
69%
Totaal ouders
145
205
71%
Totaal scholen
88
205
43%
(De totalen uit zijn gebaseerd op de cliëntregistratie van Stek over de periode sept.’11 – aug.’12. Betekenis begrippen: in=aantal geretourneerde vragenlijsten; uit=aantal deelnemers die unit OOVR hebben verlaten)
Tabel 1a - Respons Leerlingen Jongeren
in
uit
Accent
38
45
84%
JMZ
16
22
73%
Klik
37
53
70%
Schakel
20
37
54%
Time-out
31
48
65%
Ouders
in
uit
Accent
37
45
82%
JMZ
16
22
73%
Klik
42
53
79%
Schakel
18
37
49%
Time-out
32
48
67%
Scholen
in
uit
Accent
12
45
27%
JMZ
6
22
27%
Klik
38
53
72%
Schakel
7
37
19%
Time-out
25
48
52%
Tabel 1b - Respons Ouders
Tabel 1c - Respons Scholen
8
Bij Accent is de oude lijst nog enige maanden in gebruik gehouden; halverwege het schooljaar is ook daar de nieuwe lijst ingevoerd.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
32
2
Rapportcijfer
Het gemiddelde rapportcijfer van het totaal of van een deelgroep, is een handzame maat voor tevredenheid. Het leent zich voor onderlinge vergelijking en –op den duur- voor vergelijking over de jaren. Het rapportcijfer is een weergave van het algemene oordeel van de cliënt over het totale pakket van de OOVR. In tabel 2a en 2b is de gemiddelde rapportscore van de onderwijsopvangvoorzieningen weergegeven uitgesplitst naar leerlingen en ouders. Tabel 2.1.a – gemiddeld rapportcijfer door leerlingen gemiddeld 9 Accent 8,4 JMZ 8,7 Klik 8,2 Schakel 8,9 Time-out 7,9 Eindtotaal 8,3
aantal 33 15 32 16 28 124
Tabel 2.1.b – gemiddeld rapportcijfer door ouders gemiddeld Accent 8,7 JMZ 8,3 Klik 8,4 Schakel 8,4 Time-out 8,6 Eindtotaal 8,5
aantal 33 10 36 16 30 125
Over het geheel genomen hoge tot zeer hoge score
Door de verwijzende scholen is 82 maal een rapportcijfer gegeven: een gemiddelde van 7,7 (zie tabel 2.1.c). Tabel 2.1.c – verdeling rapportcijfers door vertegenwoordigers van de scholen gemiddeld aantal Accent 7,5 10 JMZ 8,5 6 Klik 7,8 36 Schakel 7,6 7 Time-out 7,3 23 Eindtotaal 7,7 82 Over de gehele linie wordt hoog gescoord: een gemiddeld rapportcijfer bij of boven de 8 is goed te 10 noemen . Er zijn verschillen tussen de groepen onderling. 1 van de 249 leerlingen en ouders geeft een onvoldoende. 6 van de 82 schoolvertegenwoordigers beoordelen de OOVR bij een bepaald hulptraject als onvoldoende. Het gegeven ‘geen cijfer’ is bij het bepalen van het percentage niet meegenomen.
9
De scores op de oude en nieuwe lijst zijn hier samen genomen.
10
In vergelijkingen met soortgelijke programma’s binnen de jeugdzorg.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
33
Tabel 2.1.d – verdeling rapportcijfers leerlingen (aantal en percentages) Rapportcijfer leerling ouder school Goed – 8 tot10 95 77% 105 84% 53 65% Zeven – 7 22 18% 15 12% 20 24% Zes – 6 6 5% 5 4% 3 4% Vijf – 5 0 0% 0 0% 2 2% Slecht – 4 tot 1 1 1% 0 0% 4 5% Totaal 124 100% 125 100% 82 100%
3
totaal 253 57 14 2 5 331
76% 17% 4% 1% 2% 100%
Gemiddelde score11
De gemiddelde score op alle 18, dan wel 15 vragen samen is, net als het rapportcijfer, een maat voor (algemene) tevredenheid. Ouders en leerlingen Er zijn ouders en leerlingen 18 gesloten vragen voorgelegd, de vertegenwoordigers van de scholen 15 vragen. Elke vraag biedt telkens de keuzemogelijkheid: 1-2-3-4, waarbij 1 en 2 als ‘sterk onvoldoende’, resp. ‘onvoldoende’ gelden en een score van 3 en 4 als ‘voldoende’ resp. ‘goed’ gelden. Tabel 2.2.a – gemiddelde score op alle vragen Gemiddelde score op alle vragen Ouders
3,46
Leerlingen
3,39
Ouders en Leerlingen
3,43
Vertegenwoordigers scholen
3,36
Gemiddelde score en de verdeling van de scores op alle vragen Wanneer we de gehele groep bekijken, geeft de verdeling van de scores het volgende beeld Tabel 2.2.b – verdeling scores 1-4 van ouders, leerlingen en vertegenwoordigers van de scholen Verdeling van de scores 1-4 Door ouders wordt in 5% van de gevallen een aspect van de OOVR als onvoldoende gescoord; bij leerlingen is dat in 6% van de gevallen. Door de scholen wordt in 4% van de gevallen een onvoldoende gescoord.
scores
4
3
2
1
ouders
52%
43%
4%
1%
leerlingen
47%
47%
5%
1%
scholen
41%
54%
3%
1%
4 = meest positief 1 = meest negatief
4
Resultaten open vragen
Met het afnemen van de vragenlijst wordt gelegenheid geboden om in eigen woorden aan te geven waarover men tevreden en ontevreden is.
4.1
Leerlingen en ouders
De vragenlijst is geretourneerd door 197 leerlingen en ouders samen; in meer dan de helft van de gevallen maakte men gebruik van de mogelijkheid om een aanvullende reactie te geven. Er zijn bij de 11
De hier gepresenteerde resultaten zijn gebaseerd op alleen de nieuwe lijst. Het aantal oude lijsten is bij deze meting te klein voor een parallelle weergave.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
34
verwerking van de open vragen 421 opmerkingen van ouders en leerlingen geregistreerd. Leerlingen en ouders nemen dus vaak de moeite om nog extra feedback toe te voegen aan de enquête! Figuur 6.1.a verdeling van antwoorden in het Positieve, negatieve, resp. suggestie vak van de openvragen Aantal reacties positief suggestie negatief totaal
leerling 124 43 59 226
ouder 117 42 36 195
totaal 241 85 95 421
Veel opmerkingen zijn positief, de negatieve opmerkingen hebben iets vaker een specifieke inhoud. Soms zijn ‘negatieve’ opmerkingen eigenlijk verpakte positieve opmerkingen. Bijv. in het vakje ‘waar ben je minder tevreden over?’ is weergegeven: 12 ▪ ‘Dat ik er nu weg ben’ (werd hier geïnterpreteerd als verkapt positief en weggelaten) ▪ ‘Niks’ (werd hier weggelaten) ▪ Enz. Jongeren en ouders maken ongeveer even vaak gebruik van de mogelijkheid om een reactie te geven. Hieronder wordt de inhoud van de cliëntfeedback op hoofdlijnen gegeven. Onderwerpen die tevredenheid oproepen De gebieden die het meest worden genoemd zijn: •
Effect (46 maal genoemd) De terugkeer naar de ‘gewone’ school als positief resultaat wordt vanzelfsprekend veel genoemd. Maar ook worden effecten als: -persoonlijke groei, -ingezette verandering, etc. genoemd.
•
Methode (40 maal genoemd) De deelnemer noemt de inhoudelijke aanpak. Voorbeelden zijn: het hele traject, alles waarmee ik geholpen ben, de hulp.
•
Werkwijze (38 maal genoemd) De professionele manier waarop de hulpverlening wordt geboden. Ter onderscheiding van ‘methode’ legt de respondent nadruk op de professionaliteit van de uitvoering.
•
Houding (31 maal genoemd) Voorbeelden die de deelnemers hier noemen zijn: het geduld, de positieve persoonsgerichte benadering, het gevoel serieus genomen te worden.
•
Training (30 maal genoemd) Opvallend vaak werd door met name de leerlingen de kwaliteit van de training genoemd (28 maal genoemd door de leerlingen!). In veruit de meeste gevallen werd de ART-training genoemd.
Onderwerpen die ontevredenheid oproepen De gebieden die het meest worden genoemd zijn:
12
•
Lesprogramma (16 maal genoemd) Hier zijn verschillende aspecten van lessen genoemd. Bijv. geen ‘echte’ les, te veel van één bepaald vak, maar ook ‘te weinig’. Kortom vrij diffuus.
•
Regels (7 maal genoemd) en Rooster (7 maal genoemd) Beide onderwerpen vrijwel alleen door leerlingen genoemd. Bijv. te streng, te veel, of over het rooster: te vroeg, te lang, etc.
In bijlage 4 wordt zo’n verpakte positieve opmerking wel in de ‘kritische’ tabel weergegeven.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
35
4.2
Scholen
De vragenlijst is geretourneerd door 88 vertegenwoordigers; bijna altijd maakte men gebruik van de mogelijkheid om een aanvullende reactie te geven. Er zijn bij de verwerking van de open vragen 133 13 opmerkingen geregistreerd . De onderwerpen zijn: • Waarover bent u tevreden? • Waarover bent u ontevreden? Aspecten die aanleiding zijn voor tevredenheid of ontevredenheid Er zijn duidelijk meer positieve dan negatieve reacties opgetekend. Verder valt op de er anders dan bij leerlingen en ouders, dezelfde onderwerpen ‘hoog’ scoren in beide kolommen. Met andere woorden: de scholen lijken (als groep) aan te geven welke onderwerpen ze van groot belang achten voor een goed verlopend hulptraject. De onderwerpen die eruit springen zijn: • • •
Samenwerking Effect Methode/ werkwijze
Het enige onderwerp dat uitsluitend in een negatief verband, maar gelukkig relatief weinig genoemd wordt, is lesprogramma (6 maal genoemd).
5
Conclusie •
Het is inhoudelijk een goed resultaat: bij de rapportcijfers vrijwel geen onvoldoendes, een gemiddeld rapportcijfer van 7,9 (scholen) en hoger (ouders, leerlingen) voor de OOVR als geheel.
•
Er zijn verschillen tussen de OOVR-locaties onderling.
•
De ‘hoogte’ van de respons vertoont een wisselend beeld: - De leerling en ouder-respons is gemiddeld op een goed niveau. - De schoolrespons is teruggezakt in vergelijking met de eerdere meting en lijkt nogal laag. - Verder zijn er verschillen tussen de voorzieningen onderling.
13
Bij de open vragen voor de school wordt anders dan bij de leerling of ouder niet gevraagd naar een suggestie. In plaats daarvan wordt de vraag gesteld naar de nazorg. De opmerkingen worden in dit hoofdstuk niet gebruikt. Wel worden de antwoorden letterlijk weergegeven in bijlage 4.
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
36
Dit is een uitgave van: CVO, BOOR, LMC, Horizon, Stek Jeugdhulp, Samenwerkingsverband Koers VO en Expertise Centrum Speciaal Onderwijs. Tekst: Lydia Taihuttu
- communicatiemedewerker bureau Koers VO
Met dank aan: Kenneth Tsang Wim van Starrenburg Sohbet Külcü Albert Verbij Tiddo Braun Sanne Ponte Jet van Roosmalen Christina Karydaki Annemarie Rodenburg
- teamleider Accent Onderwijsopvang (CVO) - teamleider Klik (LMC) - teamleider JMZ en De Schakel (LMC) - teamleider Time Out (BOOR) - afdelingscoördinator Educatief Centrum - teamleider Stek Jeugdhulp - schoolloopbaancoach Eenheid Zorg Zuid - gedragswetenschapper Educatief Centrum - beleidsmedewerker bureau Koers VO
Werkgroep OOVR: Marielle Agussalim Koert Sauer Irma Visser Jacqueline Roelse Arend Veldkamp Janneke Rietkerk
- secretariaat CIC - beleidsmedewerker bureau Koers VO - sectormanager Stek Jeugdhulp - sectordirecteur Educatief Centrum - sectormanager Schreuder College - projectcoördinator Herstart/Op de Rails, Expertise Centrum Speciaal Onderwijs
In opdracht van stuurgroep OOVR: Wim Littooij (voorzitter) - voorzitter Raad van Bestuur, CVO Jan Rath - lid College van Bestuur, BOOR Marcel van der Knaap - voorzitter College van Bestuur, LMC Hans du Prie - voorzitter directieraad Horizon Thea Roelofs - directeur Stek Jeugdhulp Jaap van der Have - verenigingsdirecteur Samenwerkingsverband Koers VO Marieke Dekkers - directeur Expertise Centrum Speciaal Onderwijs Arie Kooyman - directeur Accent (CVO) Cas Smulders - directeur BOOR Expertise Robert Roks - directeur Eenheid Zorg (LMC) Caroline Barnhard (secretaris) - senior beleidsadviseur, CVO Gebruikte bronnen: - Deelnemertevredenheid OOVR Meting schooljaar 2011-2012, Stek Jeugdhulp, oktober 2012 - Schoolgids 2012-2013 Educatief Centrum Rotterdam
Jaarverslag 2011-2012 OOVR
37