Jaarverslag 2012
meer waarde
Marianne de Wolff Manager Personeel & Organisatie bij Mansveld Projecten & Services in Eindhoven
Christel Werkman Directeur bij Werkman Horseshoes in Groningen Ad van Delft Financieel directeur bij Van Delft Groep in Nieuwkuijk
Gerko Katgert Manager Mens en Organisatie ontwikkeling bij IJssel Technologie in Zwolle
JAARVERSLAG 2012
2
Hans Roodbergen Studie begeleider bij Heijmans Utiliteit in Apeldoorn
Laurens Rouvoet Docent Technical Company School bij Voestalpine Polynorm in Bunschoten
Voorwoord
Sterrenbeelden zoeken op een mooie en heldere avond. Weleens gedaan? Het is een kwestie van goed oriënteren en dan springt het beeld aan de donkere hemel eruit. Vaste lichtpunten vormen de sterrenbeelden die al in de klassieke oudheid werden beschreven. Bij technisch vakmanschap zie ik ook zo’n sterrenbeeld voor me. Schitterend, herkenbaar en met een lange historie.
De hectiek in 2012 heeft ons niet uit koers gebracht. Krachten zullen blijven trekken, maar we draaien mee vanuit onze eigen kracht. De meerwaarde van Kenteq ligt op de lange termijn. Er ligt een kennis infrastructuur die al jaar en dag wordt benut. Tientallen medewerkers van Kenteq maken in de regio de verbinding tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. Zodat zij en de (aankomende) vakmensen kunnen stralen.
In dat sterrenstelsel neemt Kenteq ook een plaats in. Naast branches, sociale partners, bedrijven, scholen en (aankomende) vakmensen. De laatste jaren is Kenteq bewust bezig om steeds vaster in zijn baan te komen. Niet om onszelf te profileren, maar om die andere sterren én het sterrenbeeld als geheel te laten stralen. Daarom werken we vanuit onze faciliterende rol graag samen met partners die ook technisch vakmanschap op een hoger plan willen brengen.
Ook anderen zijn overtuigd dat de infrastructuur behouden moet blijven. We zeggen tegen onze stakeholders: maak er gebruik van. En dat doen ze ook. Voor ons is dit een teken dat we in de juiste baan van het sterrenstelsel mee draaien, dat de samenwerking die we zoeken resultaat heeft. Door onze positie tussen de stakeholders kunnen we beter aansluiten op hun ambitie en complementair zijn. Wat is nu onze maatschappelijke meerwaarde? Dat illustreert dit jaarverslag over 2012. Met voorbeelden van vandaag, maar ook van morgen en overmorgen. Ik zie heel veel lichtpuntjes! Altijd gericht op samenwerking. Samen zijn we dat herkenbare sterren beeld dat nog krachtiger zijn licht kan laten schijnen over het technisch vakmanschap in Nederland.
Henk Grotenhuis Algemeen directeur Hilversum, mei 2013
JAARVERSLAG 2012
3
maatschappelij JAARVERSLAG 2012
4
Hoofdstuk 1
jke organisatie JAARVERSLAG 2012
5
Maatschappelijke organisatie In dit hoofdstuk licht Kenteq zijn visie toe en geeft daarvan voorbeelden
Kenteq is een maatschappelijk georiënteerde organisatie die publieke en private taken combineert. Op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs is Kenteq aangewezen als Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven voor de sectoren metaal-, elektro- en installatietechniek. Als hét kennis- en adviescentrum voor technisch vakmanschap ziet Kenteq het als zijn belangrijkste taak samen met zijn samenwerkingspartners een bijdrage te leveren aan hoogwaardig vakmanschap in de techniek. Kenteq doet dit door kennisoverdracht, begeleiding, training, scholing en advisering. Strategische partnerschappen en een faciliterende rol vormen de twee uitgangspunten van zijn activiteiten. In dit Jaarverslag geeft Kenteq voor beelden van concrete projecten en activiteiten uit 2012 die maatschappelijk relevant zijn en een meerwaarde bieden aan de technische sectoren.
JAARVERSLAG 2012
6
Visie en voorbeelden Kenteq is een moderne netwerk organisatie voor de technische sector, een samenwerkingspartner in een faciliterende rol. Hij is onmisbaar in zijn ondersteunende rol om in Nederland het vakmanschap in de techniek in stand te houden en verder te ontwikkelen. De ambitie van Kenteq is de techno logische industrie in Nederland te laten beschikken over voldoende gekwalifi ceerde technische vakmensen. Meer specifiek om bedrijven vakmensen te bieden die zijn opgeleid voor hun eigen praktijk. Vakmensen kunnen zich blijvend ontwikkelen in hun vak en daardoor van waarde blijven voor de toekomst. Kenteq helpt bovendien (jeugd) werklozen en mensen met achterstand op de arbeidsmarkt op weg naar een toekomst in de techniek. Startpunt is steeds de (aankomende) vakman die zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen en waardevol is voor de werkgever. Deze opdracht kan Kenteq alleen volbrengen door strategische partnerschappen te sluiten met de stakeholders in de sector en hen te faciliteren. Belangrijke samenwerkingspartners: Brancheorganisaties: FME-CWM Koninklijke Metaalunie UNETO-VNI Opleidingsfondsen: A+O Metalektro OOM OTIB Werknemersorganisaties FNV Bondgenoten CNV Vakmensen Onderwijsinstellingen MBO Raad ROC’s
Ad van Delft “We hebben behoefte aan monteurs die hun opleiding vooral op de werkvloer krijgen. Samen met Kenteq hebben we daarom met een aantal collega-installateurs de koppen bij elkaar gestoken. Zo is De Eigen Vakschool voor Installatietechniek ontstaan.” Financieel directeur Van Delft Groep Nieuwkuijk
www.vandelftgroep.nl
JAARVERSLAG 2012
7
De samenwerking versterkt de positie en de betekenis van deze partners voor de eigen achterban. Van bv naar stichting Bij het uitvoeren van zijn missie om samenwerkingspartners met producten en diensten te faciliteren en te ondersteunen, past het not-for-profit model. Winst is voor Kenteq geen doel op zichzelf. Maar een positief bedrijfsresultaat is wel een vereiste om de continuïteit van Kenteq op de langere termijn te waarborgen en de mogelijkheid blijvend te investeren in technisch vakmanschap te behouden. De inkomsten die Kenteq meer ontvangt dan de kostprijs van producten en diensten dienen louter dit belang. De financiële meerwaarde wordt door Kenteq aangewend om zijn stakeholders in de toekomst nog beter van dienst te kunnen zijn. Het not-for-profit model is de achterliggende reden dat Kenteq zich in 2012 voor zijn private activiteiten heeft omgevormd van een besloten vennoot schap naar een stichting. Daarmee is tegelijkertijd meer zichtbaar dat Kenteq een maatschappelijke rol speelt. Een voorbeeld van het niet beogen van winstmaximalisatie is het blijven aanbieden door Kenteq van eindterm gerichte examens ondanks de invoering in het mbo van competentiegericht beoordelen. Kenteq is niet verplicht door te gaan met eindtermgerichte examens. Maar ermee stoppen zou de studenten benadelen die aan een eindtermengericht studie zijn begonnen. Kenteq lijdt verlies op deze service, maar acht het in het maatschappelijk belang om zijn examenaanbod te handhaven.
Samenwerking technische kenniscentra Samenwerking is er ook steeds meer tussen de acht technische kenniscentra: Fundeon Innovam Kenteq PMLF/VAPRO Savantis SH&M SVGB VOC. De gesprekken die al in 2011 startten, mondden in 2012 uit in een besluit om samen op te trekken op de onderwerpen: kwalificatiestructuur, arbeidsmarkt informatie en beroepspraktijkvorming. Ook bij de ondersteunende diensten, zoals personeelszaken, communicatie en ICT hebben de acht technische kennis centra de handen in elkaar geslagen. Door krachten en expertise te bundelen, willen ze hogere kwaliteit bereiken en een grotere effectiviteit en doelmatigheid behalen. Maatschappelijke meerwaarde De Wet Educatie en Beroepsonderwijs uit 1996 geeft kenniscentra, zoals Kenteq, een sleutelrol om het mbo een kwaliteits impuls te geven. Dat moest via beter op de arbeidsmarktgerichte opleidings programma’s met twee gelijkwaardige leerwegen en een systeem van accreditatie van leerbedrijven. Kenteq vulde in de afgelopen vijftien jaar in samenwerking met bedrijven en scholen de verbetering van de opleidingen in voor de metaal en werktuigbouw, de elektro- en installatietechniek en de mechatronica.
JAARVERSLAG 2012
8
Door binnen de technische sectoren bedrijfsleven en onderwijs te verbinden, ontwikkelde Kenteq zich tot een relevante partner in de keten van het technische beroepsonderwijs. De synergie tussen technische bedrijfstak en onderwijs zorgt voor een ijzersterke structuur onder het technische beroepsonderwijs. Het bestaan van de kennis en de infra structuur stimuleert de sector om extra te investeren in vakmanschap. In tijd wordt bijna de helft van het mbo-diploma gerealiseerd in de erkende leerbedrijven die Kenteq faciliteert en ondersteunt. De maatschappelijke meerwaarde van Kenteq bestaat uit de realisatie van vakmanschap in de techniek. De focus van Kenteq ligt enerzijds op het faciliteren van het aanleren van vakmanschap en anderzijds op het faciliteren van loopbaanontwikkeling. Kenteq is herkenbaar in het ‘binden’ van mbo-studenten en het ‘boeien’ van vakmensen door goede en praktijk gerichte producten en diensten aan te bieden die hen stimuleren en verder helpen. De maatschappelijke relevantie van Kenteq loopt als rode draad door dit Jaarverslag 2012.
Leeswijzer
Hoofdstuk 1 lDe visie van Kenteq als maatschappelijke organisatie. Hoofdstuk 2 gaat dieper in op de integrale dienstverlening. Hoofdstuk 3 geeft actuele voorbeelden van de bijdrage van Kenteq aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Hoofdstuk 4 werpt een blik op de toekomst van de technologie en het technische vakmanschap. Hoofdstuk 5 op weg naar 2040. Kenteq in (financiële) cijfers Vanaf pagina 38 t/m 41 staat een handzaam overzicht.
JAARVERSLAG 2012
9
integrale dien JAARVERSLAG 2012
10
Hoofdstuk 2
nstverlening JAARVERSLAG 2012
11
Integrale dienstverlening Dit hoofdstuk gaat dieper in op de integrale dienstverlening en beschrijft een aantal projecten om de kwaliteit van het vakmanschap in de techniek verder te verbeteren
Praktijkleren en loopbaanontwikkeling zijn de twee kernbegrippen in het integrale aanbod van producten en diensten van Kenteq. Een aanbod dat is gebaseerd op de denklijn van een loopbaan in de techniek en dat past in de overtuiging dat een mens zich zijn leven lang moet blijven ontwikkelen. In de praktijk betekent het dat Kenteq in het verlengde van zijn wettelijke taken toegevoegde waarde biedt aan bedrijven voor het verder opleiden van leerlingen en medewerkers die al in dienst zijn. Bij zijn integrale dienst verlening laat Kenteq zich leiden door de wensen van zijn klanten, de bedrijven en scholen.
en op maat ondersteuning voor een vast bedrag. Uitgangspunt van de specifieke vakopleiding is altijd de wens van het bedrijf om een leerling optimaal in te kunnen zetten. De uitkomst van de pilot is dat deze aanpak kansrijk is, zeker op het moment dat de economie weer aantrekt.
Kenteq heeft voor elke leerling en ook voor elke vakman op de vier niveaus van het technische mbo mogelijkheden het vakmanschap (verder) te ontwikkelen. Op elk moment in zijn loopbaan in de metaal en werktuigbouw, in de elektroen installatietechniek en in de mecha tronica, in het bedrijf of op school. Daarbij streeft Kenteq drie doelen na: leerlingen opleiden tot goede vakmensen, bijdragen aan het totale opleidingsbeleid van bedrijven en scholen zo goed mogelijk materiaal bieden dat aansluit op de praktijk. Kenteq heeft de infrastructuur en kent het werkveld van bedrijven, leerlingen en scholen. En is daarmee de ideale dienstverlener voor de technische sector en een betrouwbare partner om hoogwaardig vakmanschap in de techniek voor Nederland te borgen en te ontwikkelen. Vakopleiding op maat Met zijn integrale aanbod sluit Kenteq aan bij de wensen van zijn klanten, de bedrijven en de scholen. Kenteq startte in 2012 een pilot bij honderd bedrijven in de regio Randstad om via integrale dienst verlening een beginnend vakman te garanderen die toegesneden is op het leerbedrijf. Het gaat daarbij om flexibele
JAARVERSLAG 2012
12
De achterliggende gedachte bij de integrale dienstverlening van Kenteq is dat een bedrijf zijn klanten optimaal moet kunnen bedienen. Bedrijven kunnen hun ambities alleen waarmaken met vak mensen die zich blijvend ontwikkelen. Daarvoor is nodig dat bedrijven hun ambities vertalen naar opleidingsbeleid en bovendien dat (aankomende) vakmensen tijdens hun loopbaan aan hun ontwikkeling werken. Kenteq biedt daarbij zowel bedrijven als vakmensen ondersteuning. Kenteq faciliteert bedrijven en vakmensen met onder meer cursussen en modulaire trainingen, coaching en meten van competenties om leven lang ontwikkelen in praktijk te brengen. Een bedrijf kan met producten en diensten van Kenteq zijn medewerkers zodanig verder opleiden dat ze goed en efficiënt inzetbaar zijn. Kenteq levert maatwerk met bestaande producten en diensten. Het is de taak van de opleidingsadviseur om de ambities van een bedrijf boven water te krijgen en te vertalen naar de ontwikkeling van (aankomende) vakmensen. Samen met het bedrijf en de medewerker bekijkt de opleidingsadviseur welke uitdagingen er liggen en welke ondersteuning Kenteq kan bieden. In samenspraak wordt bepaald welke dienstverlening en welk traject het beste past om het bedrijf en de medewerker(s) duurzaam verder helpen.
Christel Werkman “Samen met Kenteq hebben we gekeken waar we over enkele jaren willen staan met onze vakkennis. Dat hebben we vertaald naar nieuwe functieprofielen. Nu ligt er een stevige basis voor de verdere scholing en ontwikkeling van onze mensen.” Directeur Werkman Horseshoes Groningen
www.vandelftgroep.nl www.werkman.nl
JAARVERSLAG 2012
13
Vernieuwde kwalificatiestructuur Kenteq is verantwoordelijk voor het inrichten en onderhouden van de kwalificatiestructuur voor technisch vakmanschap. De beroepscompetentie profielen (bcp) beschrijven het beroep van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar en vormen de basis van de kwalificaties. De branches leveren deze bcp’s aan. In 26 kwalificatiedossiers, met daarin opgenomen 85 kwalificaties, staan per beroep de eisen voor een beginnende beroepsbeoefenaar.
In 2012 heeft Kenteq veel tijd en energie gestoken in de herziening van de kwalificatiestructuur, die door de minister van OCW aan alle zeventien kenniscentra is opgelegd. De minister wil een vereen voudiging van de kwalificatiestructuur en minder kwalificatiedossiers. De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) leverde begin april het nieuwe, door de SBB ontwikkelde format op. Daarin staat een gemeen schappelijk basisdeel geformuleerd. Bovenop het basisdeel (ongeveer 50% van de opleidingstijd) komen profielen (ongeveer 35%) en keuzedelen (ongeveer 15%).
JAARVERSLAG 2012
14
Alle zeventien kenniscentra kregen van de SBB de opdracht de kwalificatiedossiers volgens dit nieuwe format op te leveren: 35 tot 50 procent van de dossiers voor 2012 en de rest in 2013. Kenteq heeft voor deze omvangrijke operatie een Regiegroep ingericht. Het idee van OCW achter de herziening van de kwalificatiestructuur is, dat het beroepsonderwijs daardoor beter uitvoerbaar wordt. En dat bedrijven en scholen gerichter goede beginnende beroepsbeoefenaars kunnen opleiden. Het nieuwe format maakt de kwalificatie dossiers flexibeler, transparanter, dunner en beter leesbaar.
Voor de techniek neemt bijvoorbeeld één Entreedossier niveau 1 de plaats in van acht huidige dossiers Assistent in de techniek. Bij de herziening werkt Kenteq intensief samen met de zeven andere technische kenniscentra. De bundeling van expertise moet resulteren in een heldere kwalifi catiestructuur voor de techniek met eenduidige kwalificatiedossiers. De nieuwe constellatie met de SBB betekent dat het beroepsonderwijs en bedrijfsleven veel meer leidend zijn, en Kenteq meer in een uitvoerende rol is geplaatst. Daarom koos Kenteq ervoor de dossiers in een intensieve samenwerking met vertegenwoordigers uit bedrijfsleven en onderwijs te ontwikkelen. Vanuit de Paritaire commissie zijn achterbanraadplegingen georganiseerd en is alle input vanuit Kenteq minutieus doorlopen, nader onderzocht en, waar nodig, aangepast. De Paritaire commissie bestaat uit vertegenwoordigers uit het onderwijs en bedrijfsleven en heeft een centrale rol in het proces van hervorming van de Kenteq kwalificatiestructuur. Intern bij Kenteq is onder meer de afdeling Realisatie (van leermiddelen en examens) nauw betrokken bij het project. De enorme operatie moet begin december 2013 klaar zijn. Zodat in het voorjaar van 2014 een breed palet aan op elkaar afgestemde producten beschikbaar kan zijn voor de bedrijven en scholen.
Ervaring zichtbaar maken Kenteq heeft in de afgelopen jaren een infrastructuur neergezet om loopbaan ontwikkeling duurzamer te kunnen uitvoeren. Er is een portfoliostructuur ontwikkeld om ervaring van mensen zichtbaar te maken. Onder meer door gebruik te maken van het instrument EVC, Erkenning van Verworven Competenties. Het resultaat van EVC is een overzicht van alle ervaring gespiegeld aan niet alleen de beroepskwalificatie, maar ook aan de branchekwalificatie en de functie. In een persoonlijk ePortfolio kunnen steeds de ontwikkelingen worden bijgehouden. EVC is gerelateerd aan de ambities van een bedrijf. Alleen als het bedrijfs perspectief naar de toekomst toe duidelijk is, kan een bedrijf de ontwikkeling van medewerkers sturen. Op basis van de uitkomsten van EVC is het mogelijk om voor de individuele medewerker een persoonlijk ontwikkelplan (POP ) op te stellen. Deze individuele plannen kunnen de basis zijn van een bedrijf breed ontwikkelplan (het bedrijfsontwikkel plan). Met dit plan kan het bedrijf stuur houden op de ontwikkeling, de kosten en
tijdinvestering en de eigen bedrijfs doelstelling. EVC geeft voor de individuele medewerker ook aan welke stap nodig is om de loopbaan in de techniek naar tevredenheid voort te zetten. Bedrijven worstelen ook met het beheren van kennis. Hoe borg je kennis van medewerkers? En, hoe kun je kennis laten delen? Dit is te ondervangen door de resultaten van EVC vast te leggen in individuele e-portfolio’s en vervolgens de portfolio’s van alle medewerkers te koppelen aan een online ePlatform. Een bedrijf krijgt daarmee een totaal portfoliosysteem met een toekomst bestendig beheersinstrument voor loopbaanontwikkeling en tegelijkertijd is het inzicht in kennis geborgd. Deze activiteit van Kenteq dient het arbeidsmarktbelang in de technische sector. Het in kaart brengen van ervaring en helpen bij de loopbaanontwikkeling zijn een blijk van waardering voor mensen die werken in de techniek. Het bieden van een ontwikkelperspectief in de technische sector draagt bij aan het behoud van technische vakmensen.
JAARVERSLAG 2012
15
Praktijkopleidersoffiensief OOM en Offensief OTIB In de zomer van 2012 startte OOM een zogenoemd praktijkopleidersoffensief, dat zich richtte op zowel praktijkopleiders, als praktijkbeoordelaars. In samenspraak met Kenteq bood OOM haar praktijk opleiders twee basiscursussen aan voor beginnende praktijkopleiders en een training Kwalificerend beoordelen voor aankomende praktijkbeoordelaars. Ook OTIB nam de training Kwalificerend beoordelen op in haar aanbod en voegde daar de training Ontwikkelingsgericht begeleiden en beoordelen aan toe. Bovendien konden meer ervaren praktijkopleiders twee bijscholings cursussen volgen. De ene, Ze Zappen, chatten, gamen én leren, biedt praktijk opleiders een kijkje in de leefwereld van jongeren die ze dagelijks onder hun hoede hebben. OOM en OTIB boden beide deze cursus aan. De tweede cursus, Wegwijs in het nieuwe beroepsonderwijs, geeft een overzicht van recente ontwikkelingen in het middelbaar beroepsonderwijs waar de praktijk steeds belangrijker wordt en dus andere eisen stelt aan de leermogelijk heden, de begeleiding en de beoordeling in het leerbedrijf. Professionalisering praktijkopleiders Praktijkopleiders bepalen voor een groot deel het succes van de opleiding van leerlingen in leerbedrijven. Ze staan aan de wieg van ontluikend technisch vakmanschap. Ze vormen de spil voor opleiden binnen een bedrijf en zijn het aanspreekpunt voor de leerling. Praktijkopleiders stimuleren de ontwikke ling en kwaliteit van vakmensen die relevant zijn voor de technische sector. Voor elk bedrijf is zowel deskundigheids bevordering, als ondersteuning van praktijkopleiders onderdeel van de integrale dienstverlening van Kenteq.
Kenteq heeft een aantal producten en diensten om praktijkopleiders deskundiger te maken en te helpen bij het opleiden, begeleiden en beoordelen van leerlingen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om cursussen voor praktijkopleiders, praktijkleermiddelen en om coaching en ondersteuning met de dienst MentorPLUS. Omdat praktijkopleiders een belangrijkere rol hebben gekregen in de beoordeling van leerlingen, ontwikkelde Kenteq in 2012 twee nieuwe trainingen op het gebied van beoordelen, zodat praktijk opleiders zich beter op hun taak als beoordelaar kunnen voorbereiden.
JAARVERSLAG 2012
16
OOM en OTIB vergoedden de kosten voor deelname aan de door Kenteq ontwikkelde cursussen voor 100 procent aan de aangesloten bedrijven.
Beste Praktijkopleider 2012 Met de jaarlijkse verkiezing van Beste Praktijkopleider en Beste Leerbedrijf in de techniek wil Kenteq andere bedrijven laten zien wat de voordelen zijn van een goed opleidingsbeleid. Opleiding verweven in de bedrijfsvoering leidt tot meer en betere vakmensen, een grotere instroom in de bedrijven en het onderwijs, en een grotere kans op het behoud van vakmensen die al in dienst zijn. Opleidingsmogelijkheden bieden, draagt bij aan een positief imago van een bedrijf. Eric Dekkers werkzaam bij VDL ETG Eindhoven b.v. in Eindhoven sleepte de eretitel Beste Praktijkopleider 2012 in de wacht. Dekkers is door Kenteq genomineerd voor de landelijke verkiezing van drie beste praktijkopleiders in Nederland door het ministerie van OCW.
Specifieke MentorPLUS - pakketten Evenals in andere sectoren kent de sector techniek leerlingen met bijzondere kenmerken. Kenteq biedt leerbedrijven en praktijkopleiders die deze groep leerlingen willen opleiden ondersteuning met de pakketten MentorPLUS, AKA en MentorPLUS ADHD/ASS. In deze dienst worden praktijkopleiders die een mboleerling Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent (AKA) op niveau 1 of een mboleerling met ADHD of een autisme stoornis willen opleiden, extra geholpen en gecoacht. Het is het derde achtereen volgende jaar dat Kenteq deze vouchers beschikbaar stelt.
Met als doel jongeren met ADHD of ASS een stevigere plaats te geven op de arbeidsmarkt. Arbeidskrachten die maar al te hard nodig zijn voor de techniek. In 2012 maakten bijna tweehonderd praktijk opleiders en leerbedrijven gebruik van deze mogelijkheid.
Beste Leerbedrijven 2012 In 2012 zijn in elk van de drie Kenteq-districten de beste leerbedrijven verkozen in twee categorieën: meer dan 25 medewerkers en tot en met 25 medewerkers. De prijswinnaars: Noord-Nederland: y Leertouwer B.V. Barneveld (> 25) y Installatiebedrijf Klok B.V. Diever (≤ 25). Randstad: y Van Dorp Installatietechniek Amersfoort Amersfoort (> 25) y C. Bitter b.v. Almere (≤ 25) Zuid-Nederland: y Burgers Ergon bv installatietechniek Eindhoven (> 25) y VSS Machinebouw B.V. Heinkenszand (≤ 25). Kenteq droeg Leertouwer voor de landelijke verkiezing van drie beste leerbedrijven in Nederland door het ministerie van OCW.
JAARVERSLAG 2012
17
meerwaarde JAARVERSLAG 2012
18
Hoofdstuk 3
e van morgen JAARVERSLAG 2012
19
Meerwaarde bestaat ook morgen Dit hoofdstuk geeft voorbeelden uit de praktijk van alledag die mede het fundament vormen voor de maatschappelijke relevantie van de activiteiten van Kenteq in de toekomst
De maatschappelijke relevantie van Kenteq is niet alleen van gisteren en vandaag. Die meerwaarde bestaat ook morgen en daarna nog. Alleen al het netwerk dat Kenteq heeft opgebouwd, zal in de toekomst toegevoegde waarde generen. Ook de uitgebreide schaal waarop Kenteq bijdraagt aan de opleiding van hoogwaardige vaklieden biedt toekomstperspectief. Kenteq kan zijn partners helpen met oplossingen voor allerlei maat schappelijke vraagstukken. Daarbovenop is de opleidingsinfra structuur waarin bedrijfsleven en onderwijs met elkaar verbonden zijn, duurzaam gebleken. En ook de borging van het praktijkleren, op een onaf hankelijke manier is niet alleen voor vandaag. Het blijvend ontwikkelen van technisch vakmanschap is bovendien relevant voor het behoud ervan in Nederland en daarmee voor de welvaartsontwikkeling in de komende decennia.
Kenteq was in 2012 opnieuw een veel gevraagde partner voor nieuwe initiatieven vanuit overheid en sociale partners. Vaak waren het regionale initiatieven waar Kenteq met zijn kennis van bedrijven en onderwijs in de regio een waardevolle rol kan spelen. De aantrekkelijkheid van Kenteq is vooral terug te voeren op zijn samenhangende aanbod van producten en diensten, gecombineerd met de unieke infra structuur van bedrijfscontacten door betrokken en vaktechnisch onderlegde opleidingsadviseurs én van sociale en economische netwerken. Kenteq neemt ook zelf initiatief voor projecten en gaat daarvoor op zoek naar samen werkingspartners. Jongerenbanen in de techniek Als kennis- en adviescentrum draagt Kenteq eraan bij (jonge) werkzoekenden naar de technische arbeidsmarkt te leiden. Het project Jongerenbanen in de techniek, in 2010 gestart in de Achterhoek, is daarvan een voorbeeld. Het is een vorm van bemiddeling naar werk, gekoppeld aan een passende opleiding. Kenteq zorgt, samen met kenniscentra Innovam (mobiliteitsbranche) en Fundeon (bouw en infra), op de eerste plaats voor het zichtbaar maken van de structurele technische vacatures in de regio. Vervolgens vindt, samen met de gemeenten, de selectie van kandidaten plaats. Sinds 2012 komen niet alleen jongeren tot 27 jaar in aanmerking, maar ook oudere werkzoekenden uit onder meer de bouw en de grafische industrie die als zij-instromer een vacature in de techniek kunnen vervullen. Potentieel geschikte kandidaten voor vacatures worden na intakegesprekken en een test bekend gemaakt aan werkgevers in de regio.
JAARVERSLAG 2012
20
Het zijn erkende leerbedrijven waar mensen aan de slag kunnen in een opleidingstraject. Kern van het traject is de begeleiding door Kenteq dat garant staat voor de borging van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming. Een opleidings adviseur coacht medewerker en werk gever in de eerste maanden. Bedrijven moeten zelf ook investeren in hun eigen mensen om de beginnende instromer goed te kunnen begeleiden. Het mes snijdt op die manier aan twee kanten: de (leer)deskundigheid bij het bedrijf neemt toe en de beginnend vakman krijgt een goede begeleiding. In samenwerking met ROC’s levert Kenteq maatwerk in het geschikt maken van een nieuwe medewerker voor de functie die een bedrijf vacant heeft. De (aanvullende) opleiding bij het ROC duurt drie maanden tot een jaar. Deze aanpak slaat aan, zowel bij bedrijven als bij provincie en gemeenten. De kracht van dit soort projecten waarvan er in Noord-Nederland een aantal lopen, is dat Kenteq partijen samen weet te brengen die samen een plan van aanpak formuleren om geschikte kandidaten te vinden voor daadwerkelijke vacatures bij bedrijven in de regio. De oplossing, het geschikt maken van een kandidaat voor de invulling van een specifieke vacature, is duurzaam gebleken. Door het project zijn inmiddels 146 werkzoekenden geplaatst. Jongerenbanen in de techniek zorgt er niet alleen voor dat leerlingen niet tussen de wal en het schip terechtkomen, maar helpt ook de technische arbeidsmarkt aan gekwalificeerd personeel dat gemotiveerd duurzaam in de techniek wil werken.
Hans Roodbergen “Een intensievere begeleiding van leerlingen vraagt meer van onze praktijkopleiders. Kenteq heeft daarom een op maat gemaakte cursus ontwikkeld over de verschillende beoordelings methodes en documenten. Precies wat ze nodig hadden.” Studiebegeleider Heijmans Utiliteit Apeldoorn
www.heijmans.nl
JAARVERSLAG 2012
21
’Ga voor techniek’ Speciaal om de jeugdwerkloosheid aan te pakken en als onderdeel van Jongeren banen in de techniek, ging in de regio Twente in 2010 het project ‘Ga voor techniek’ van start. Schoolverlaters die geen werk hebben, worden geworven voor de techniek. Kenteq en het kennis- en opleidings centrum voor de mobiliteitsbranche Innovam proberen met dit initiatief ruim tweehonderd jongeren tot 27 jaar in de regio (Twente-Apeldoorn-Zwolle) te helpen aan een baan, leerplaats en/of opleiding in de techniek. Zowel voor de metaal, als voor de elektro- en installatie techniek. Kenteq speelt vooral een bemiddelende rol tussen bedrijven die op zoek zijn naar medewerkers en jonge werkzoekende. Als een bedrijf een vacature heeft, stelt Kenteq een kandidaat-profiel op, adviseert over subsidies en middelen om jongeren in dienst te nemen of op te leiden. Kenteq helpt bij het werven en selecteren van leerlingen en mede werkers, maar zoekt ook naar passende trainingen of opleidingen (bbl). Kenteq biedt ook de jongeren een helpende hand om een geschikte leer- of werkplek te vinden. Ze krijgen begeleiding bij het solliciteren en ondersteuning als zij een plaats hebben gevonden. Daarnaast biedt Kenteq de mogelijkheid om praktijkopleiders te trainen, zodat bedrijven hun leerlingen goed kunnen opleiden. 24 jongeren vonden via Kenteq een plaats. In ‘Ga voor techniek’ werken verder onder meer samen: de provincie Overijssel, Metalektro, servicepunt techniek en opleidingsfondsen OTIB, OOM en A+O Metalektro.
Metal@Work Het project Metal@Work speelt zich af in Zuid-Limburg. Kandidaten worden in zes maanden klaargestoomd voor werk in de metaaltechniek, met de toezegging dat ze na het opleidingstraject een baan hebben. De oorsprong van het project ligt bij zes bedrijven die dezelfde soort vacatures hadden. Ze zaten vooral verlegen om pijpenbewerkers en constructiebankwerkers. Projectbureau ProLabor dat de organisatie van het project doet en een opleidingsadviseur van Kenteq hebben die bedrijven in 2008 met elkaar verbonden en vervolgens met de gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard en het UWV het project uitgevoerd. Inmiddels nemen vijftien bedrijven deel in het project. De doelgroep bestaat in de praktijk uit mensen tussen de 20 en 45 jaar die hun school niet hebben afgemaakt. Gemeenten, UWV en ProLabor selecteren potentiële kandidaten. Belangrijkste criterium is: gemotiveerd zijn. Na een extra selectieronde door de deelnemende bedrijven zelf, krijgen degenen die zijn overgebleven de opleiding plaatbewerker/ constructeur, niveau 2, aangeboden. Elke keer start een groep van acht tot tien mensen de opleiding. Uitgangspunt is steeds het bedrijf dat een vacature wil vervullen, waarvoor dan iemand wordt opgeleid. In principe levert elk deelnemend bedrijf een bijdrage. De afhankelijkheid van beschikbare subsidies is zoveel mogelijk beperkt .In totaal heeft 84 procent van de kandidaten via de formule Metal@Work een passende baan gekregen. De verbindende rol van Kenteq is essentieel voor het welslagen van Metal@ Work, want Kenteq is een van de weinige organisaties die overzicht heeft over het gehele arbeidsveld. Daarnaast zorgt Kenteq voor de verbinding met bedrijven, de inrichting van de praktijkopleiding en de begeleiding van de leerling.
JAARVERSLAG 2012
22
’Geslaagd in het vak’ Onder het motto ‘Geslaagd in het Vak’ hebben onderwijs, ondernemers en overheden in Haaglanden gezamenlijk een actieplan opgesteld om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren. Een van de speerpunten is jongeren te helpen met een goede loopbaanstart. Kenteq bood in 2012 de cursus Kwalificerend beoordelen voor praktijkopleiders aan. Dit in het verlengde van de wens van de gemeente Den Haag om meer leerbedrijven in te schakelen bij het opleiden van jongeren. Een belangrijke (neven)doelstelling van de Kenteq-cursus is het Nederlandse taalniveau te verbeteren. In de cursus is veel aandacht voor taal, omdat de kern van kwalificerend beoordelen ligt in communicatie tussen praktijkopleider en leerling. Het leren beoordelen kunnen de deelnemers tijdens de cursus in praktijk brengen door leerlingen van ROC Mondriaan in Den Haag te begeleiden bij het uitvoeren van een praktijkopdracht en deze vervolgens te beoordelen. Kenteq faciliteert met de cursus de gemeente Den Haag en het technische bedrijfsleven. Inmiddels hebben ongeveer tachtig praktijkopleiders de cursus gevolgd. Kenteq zal in 2013 voor hetzelfde actieplan meewerken om knelpunten bij reguliere stages en leerbanen aan te pakken door leerbedrijven te reactiveren en nieuwe stageplaatsen bij leerbedrijven te zoeken. Het doel van voldoende stageplaatsen vinden, is onder meer jongeren voor de techniek en de arbeidsmarkt te behouden en uitval te voorkomen.
Trends op de arbeidsmarkt in 2012 Kenteq doet structureel onderzoek naar vraag en aanbod op de technische arbeidsmarkt. Daardoor beschikt Kenteq over sectorale kennis, regionale netwerken én informatie om ROC’s te voeden met informatie over de kans op werk en de kans op stage op de arbeids markt. Voor 2012 laten de metaal-, elektro- en installatietechniek een forse toename zien van de jeugdwerkloosheid. Eind 2012 lag de werkloosheid onder jongeren in al deze beroepsgebieden 60 procent hoger dan in december een jaar eerder. De sterke toename doet zich voor sinds mei. Overigens neemt het aantal jonge werkloze mbo-ers toe dat op zoek is naar een baan in de metaal-, elektro- en installatietechniek. Dit gebeurt vanaf het vierde kwartaal van 2011 met 31 procent. Sinds mei 2012 is een bijzonder sterke stijging te zien. Veiligheid in de metaal Op een aantal districtskantoren van Kenteq heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) presentaties gegeven over veilig werken binnen leerbedrijven, vooral in de metaal. Daarbij kwam aan de orde de rol die Kenteq zou kunnen spelen bij het verbeteren van de veiligheid voor leerlingen op de werk vloer. Kenteq heeft vanuit zijn taak en maatschappelijke verantwoordelijkheid ook belang bij een veilige leerplaats. De presentaties voor in totaal zestig opleidingsadviseurs brachten discussies te weeg en gaven de vertegenwoordigers van Kenteq inzicht in de huidige veiligheidssituatie bij de leerbedrijven. De Inspectie en Kenteq zullen in 2013 mogelijkheden tot samenwerking op dit vlak verkennen.
Vanaf september 2011 is het aantal bedrijven in de metaal- en elektro technische industrie dat voor het komende kwartaal een vermindering van het personeelsbestand verwacht, groter dan het aantal dat een toename van personeel voorziet. Dit wijst op dalende werk gelegenheid. In de eerste negen maanden van 2012 veranderden de verwachtingen niet veel, maar sinds het vierde kwartaal zijn de prognoses ongunstiger. In december verwachtte meer dan 25 procent van de bedrijven een krimp van het personeelsbestand in het komende kwartaal, tegenover ruim 6 procent dat een toename voorzag.
Ontwikkeling onderwijsdeelname Het aantal mbo-studenten in Kenteqkwalificaties is sinds 2005 met 10 procent teruggelopen. Het mbo als geheel is in deze periode juist met 6 procent gegroeid. De afname in de Kenteq-kwalificaties doet zich voor sinds 2008, voornamelijk in de bbl. In 2012 is het aantal mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties in vergelijking met 2011 ongeveer gelijk gebleven. Tegenover de afname van het aantal bbl’ers (-3,3%) stond de lichte toename van het aantal bol-studenten. Ook de dalende trend aan de instroomkant is doorbroken. Binnen de elektro-, installatie- en metaaltechniek is het aantal nieuwkomers in het mbo ten opzichte van het vorige schooljaar aanzienlijk toegenomen. Het aantal mbo-studenten in de elektrotechniek verminderde met 5 procent. In de installatietechniek was de daling iets minder. Het aantal studenten metaaltechniek steeg licht (+2,7%). Het aantal vmbo-leerlingen laat al bijna tien jaar een dalende trend zien. In de metaal, elektro en installatie vond nog een veel sterkere daling plaats, van ruim 20.000 naar nog geen 9.000 leerlingen Deze afname deed zich overal in Nederland voor. De afname was het sterkst in de elektrotechniek. De intra-sectorale programma’s doen het relatief nog het beste. Het intra-sectorale programma instalektro is de afgelopen twee jaar zelfs gegroeid. Het aantal plaatsen waar vmbo-opleidingen metaal, elektro en installatie worden gevolgd, is de afgelopen jaren sterk afgenomen, van 219 plaatsen in 2004 naar 161 in 2012.
JAARVERSLAG 2012
23
ontwikkelen vo JAARVERSLAG 2012
24
Hoofdstuk 4
oor de toekomst JAARVERSLAG 2012
25
Ontwikkelen voor de toekomst In dit hoofdstuk geeft Kenteq een kijkje in de toekomst voor het technisch vakmanschap en de ontwikkeling van modern lesmateriaal om de opleiding tot vakmensen te ondersteunen
Ontwikkelen digitaal lesmateriaal Kenteq ziet zichzelf als maatschappelijke partner voor het bevorderen van vakman schap in de techniek. Daarvoor wil Kenteq lesmateriaal aanbieden, niet alleen aan het onderwijs maar ook aan bedrijven voor de doorontwikkeling van hun vakmensen. Gezien de maatschappelijke ontwikke lingen is het logisch om lesmateriaal te ontwikkelen dat digitaal beschikbaar is. E-learning, ook wel ‘online opleiden’ genoemd, is een effectieve en efficiënte manier van leren die voor bedrijven onder meer leidt tot minder verlet en minder reiskosten.
Als innovatieve dienstverlener wil Kenteq de toekomst dichtbij halen en de technologische branche ondersteunen met moderne leermiddelen. Met het toegepast aanbod kunnen bedrijven en scholen anticiperen op wat komen gaat. Kenteq weet de uitdagingen van de technische sector voor de lange termijn (2020 - 2025) te verbinden aan kansen voor het technisch vakmanschap in de komende drie tot vijf jaar. Daarbij gaat het zowel om technologische ontwikkelingen op de lange termijn als om de kansen voor het technisch vakmanschap in de komende vijf jaar. Binnen het werkterrein van Kenteq vormen de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt ook een aspect van toekomstgericht denken. Een belangrijk onderwerp daarbij is de aansluiting van het onderwijs op de toekomstige arbeidsmarkt.
Kenteq ziet onder meer een grote toekomst in e-learning en serious gaming oftewel kennis en vaardigheden in digitale vorm overdragen, en in het gebruik van sociale media. Het expertisecentrum voor technisch vakmanschap in de toekomst Hiteq, dat in 2005 door Kenteq is geïnitieerd, doet onderzoek naar toekomstige ontwikkelingen en brengt deze in beeld. Breinwetenschappers vergaren meer kennis over de manier waarop onze hersenen werken. Daaruit volgen nieuwe inzichten in de manier waarop mensen leren. Ook is meer bekend over ervaringskennis bij oudere werknemers. Om deskundig te zijn in een beroep is bijvoorbeeld zo’n 10.000 uur ervaring vereist.
JAARVERSLAG 2012
26
Kenteq streeft ernaar samen met zijn stakeholders een kennisbank te realiseren met lesmateriaal voor de circa honderd veertig technische beroepen binnen zijn bereik. In 2012 zijn hierover als eerste gesprekken gestart met opleidingsfonds A+O Metalektro. Een digitale kennisbank die bestaat uit lescomponenten is ideaal bij e-learning. Kenteq faciliteert met de kennisbank bedrijfsleven en onderwijs met maatwerktrajecten, want bedrijven en scholen kunnen zelf naar gelang hun behoefte cursussen op maat samenstellen. De toegevoegde waarde van Kenteq is drieledig: kennis beschikbaar maken; e-learningcomponenten ontwikkelen en leertrajecten op maat aanbieden. Dit kan ook in de vorm van een combinatie van digitaal en foliomateriaal, het zogenoemde blended learning. De kennis die Kenteq heeft opgebouwd kan uitstekend dienen als basis voor de kennisbank. Gezien zijn deskundigheid ligt het voor de hand dat Kenteq de kennisbank samenstelt en beheert.
Gerko Katgert “Kennis delen is een speerpunt van onze bedrijfsstrategie. De IJT Academy, waarin we alle kennis en ervaring van onze medewerkers vastleggen en waar nodig aanvullen, was er niet geweest zonder de inbreng van Kenteq.” Manager Mens en Organisatieontwikkeling IJsselTechnologie Zwolle
www.ijsseltechnologie.nl
JAARVERSLAG 2012
27
Serious game CRAFT Kenteq presenteerde in 2012 met serious game CRAFT een demo die op een unieke manier simulatie, gaming en praktijk combineert. Bij CRAFT wordt game technologie ingezet om theoretische achtergrondkennis op te nemen en toe te passen in de praktijk. De leerling werkt binnen de context van het beroep aan betekenisvolle, authentieke opdrachten. Deze opdrachten zijn serieuze, complexe problemen die vakmensen dagelijks tegenkomen. Kenteq is niet alleen initiatiefnemer van CRAFT, maar levert ook de vak inhoudelijke kennis. De serious game bestaat uit een virtuele werkplaats, waarin leerlingen machines kunnen bedienen om opdrachten uit te voeren. Deze oefeningen keren terug in de praktijk, zodat ze ook ‘op de werkvloer’ werkstukken kunnen maken.
JAARVERSLAG 2012
28
De credits die de leerlingen met het uitvoeren van alle opdrachten verdienen, kunnen ze gebruiken om hun eigen virtuele bobslee-achtbaan te bouwen. In deze fase helpt CRAFT bbl-leerlingen Mechatronica bij het leren draaien en frezen. Uiteindelijk moet de computer game tweejarige opleidingen volledig ondersteunen. Niet alleen de combinatie van simulatie, gaming en praktijk is uniek voor de game. CRAFT geeft opleiders een didactische onderlegger die hen helpt om een vak aan te leren én om de inhoud te toetsen. CRAFT dat wordt gebouwd door gamecompany Little Chicken is nog in ontwikkeling. Acht ROC’s hebben in de eerste helft van 2012 de game getest. Uit onderzoek van Kenteq met de TU Delft blijkt dat de verbinding tussen theorie en praktijk ook binnen een serious game als CRAFT blijkt te werken. Na het spelen van CRAFT hebben leerlingen meer kennis en vaardigheden dan ervoor. De onderzoeksresultaten tonen aan dat gaming een meerwaarde heeft in het leren. Er is volgens Kenteq voldoende basis om het format van CRAFT verder uit te werken tot een volledig via gaming ondersteunde tweejarige opleiding.
App Techniek in cijfers Kenteq ontwikkelde in 2012 de applicatie Techniek in cijfers, in samenwerking met webbureau Yellowmind. De app geeft antwoorden op vragen, zoals welke opleidingen bieden in een bepaalde regio uitzicht op werk? en hoe presteert een ROC in vergelijking met zijn collega? Kenteq zorgt er met de app voor dat beleidsmakers en andere betrokkenen die elkaar vinden in werkgroepen of anders zins elkaar tegenkomen aan vergadertafels in een handomdraai cijfers paraat hebben. Met de app kan op elk gewenst moment een eigen specifieke keuze worden gemaakt uit cijfers die Kenteq beschikbaar heeft over het beroepsonderwijs in de metaal-, elektro- en installatietechniek. Iedereen kan uit de gegevens zelf tabellen en/of grafieken samenstellen en per e-mail delen met anderen. De app kent vooralsnog vier thema’s: mbo-studenten; mbo-gediplomeerden; erkende leerbedrijven; vmbo-leerlingen. Later kan de app eventueel worden uitgebreid met andere thema’s.
BuildUpSkills Kenteq sloot zich in 2012 aan bij een consortium van partijen uit de bouw- en installatiesector dat werkt aan verbeteringen van de kwalificaties en vaardigheden van vakmensen die betrokken zijn bij energiebesparing in de gebouwde omgeving. Het consortium BuildUpSkills moet ervoor zorgen dat Nederland aan de Europese normen voor het gebruik van herwinbare energie in de gebouwde omgeving kan voldoen. Dat betekent in 2020 16 procent duurzaam energieverbruik en 20 procent vermindering van CO2-uitstoot. Deze nationale doelstellingen zijn alleen haalbaar met de toepassing van een scala aan nu nog innovatieve technieken. En bovendien is bijscholing nodig voor honderdvijftig- tot tweehonderdduizend vakmensen in de bouw-, elektro- en installatiesector. Daarnaast moet nieuwe instroom van gekwalificeerde school verlaters uit het initiële onderwijs worden geschoold in kritische competenties op het gebied van duurzaamheid. Op het vlak van elektrotechniek valt te
denken aan specialisaties duurzaam licht, zonne-energie en domotica. De instal latiebranche heeft vakmensen nodig met kennis en vaardigheden voor de steeds complexere installaties. Ook ontwikke lingen op het gebied van warmtepompen, lage temperatuurverwarming en ventilatie vergen nieuwe vaardigheden van monteurs. Met het project BuildUpSkills, dat onderdeel is van het programma Intelligent Energy Europe, ondersteunt Europa de lidstaten bij het op peil brengen van de competenties van medewerkers in de bouw-, afbouw, hout- en installatie bedrijven. Kenteq participeert in BuildUpSkills om de kloof tussen bestaande beroeps profielen en noodzakelijke competenties in kaart te brengen. En bovendien om de hiaten in specialismen te beschrijven. Op basis daarvan worden ook de beroeps profielen en kwalificatiedossiers up-todate gebracht, zodat bedrijven weer over voldoende gekwalificeerd personeel kunnen beschikken. Partners in BuildUpSkills zijn OTIB, ISSO, SBR, Fundeon, Hibin, MBO-Diensten en Kenteq.
Kenteq kan via de app laten zien wat hij aan arbeidsmarktgegevens in huis heeft, niet alleen landelijk, maar ook per regio of per ROC uitgesplitst. De app past bij de taak van Kenteq om arbeidsmarkt gegevens ter beschikking te stellen.
JAARVERSLAG 2012
29
Vakmanschap in de toekomst Met Hiteq heeft Kenteq in 2005 een expertisecentrum in het leven geroepen voor technisch vakmanschap in de toekomst. Het doel van Hiteq is een bijdrage te leveren aan een betere afstemming van vraag en aanbod op de technische arbeidsmarkt. Dit geldt zowel voor de aantallen als voor het type vakmensen waar het bedrijfsleven om verlegen zit. Deze strategische kennis is voor Kenteq van belang bij de ontwikkeling van producten en diensten.
Een voorbeeld van de activiteiten van Hiteq is het nader specificeren van arbeidsmarktonderzoek. Een aantal bronnen meldt een tekort aan technische vakmensen van ca. 155.000 in 2016, waarvan ca. 58.000 op mbo-niveau. Zij baseren zich op de publicatie De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016 van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Hiteq onderzoekt de schaarste om daarmee een genuanceerd beeld te schetsen van dit tekort. Aanbevelingen van Hiteq zijn onder meer: y Een sterkere regionale samenwerking tussen bedrijven en onderwijs, zodat vakmensen worden opgeleid waar bedrijven en samenleving behoefte aan hebben.
JAARVERSLAG 2012
30
y Voor de opleiding van goed gekwalificeerde vakmensen moeten bedrijven in de regio investeren in de onderwijsinfrastructuur, zoals dure geavanceerde machines. y Bevorderen van de uitwisseling van docenten en praktijkopleiders in de vorm van stages en gastdocentschap. y Goede voorlichting geven over functies in de techniek en het werk realistisch te communiceren. y Techniek steviger implementeren in het basisonderwijs. y Professionaliseren van de blijvende ontwikkeling van menselijk kapitaal. y Overleg tussen scholen en bedrijven zou moeten leiden tot voldoende stage- en werkplekken/banen in de regio.
Voor het vakmanschap van de toekomst is ook de nieuwe film Leven Lang Leren uitgebracht. De film geeft een impressie van de veranderingen die zich voordoen in de samenleving en de techniek, en van wat hiervan de gevolgen zijn. Het doel is betrokkenen bij de opleiding van vakmensen voor te bereiden op deze veranderingen, zodat tijdig kan worden geanticipeerd op toekomstige ontwikkelingen. Vmbo Hiteq besprak in 2012 in drie bijeen komsten met docenten de eerste resultaten van zijn advies aan de Stichting Platforms Vmbo (SPV) over de kern- en keuzeprogramma’s voor de sector Techniek in het toekomstige vmbo. De reflectie met het veld van docenten leidde mede tot draagvlak voor deze vernieuwing. Tevens heeft Hiteq input geleverd aan de adviesvraag van de Branche Adviescommissie (BACO) over profielkeuzes voor de vernieuwing in het vmbo. Technologie De Hiteq-publicatie over elektrische mobiliteit verscheen in een geactualiseerde vorm onder de titel Batterij(d)en 2. Aanleiding voor een nieuwe uitgave zijn de snelle verander ingen/verbeteringen in de opslagtechniek van elektrische energie, de aandrijf systemen zoals wielnaafmotoren en range extenders, en de verdere ontwikkeling van waterstof als brandstof. In een herziene uitgave van de publicatie Een beroep op energie zijn belangrijke ontwikkelingen verwerkt op het vlak van de energievoorziening van de toekomst.
Het gaat daarbij om afspraken die op wereldniveau zijn gemaakt op de klimaatconferenties, Europese wet- en regelgeving, de herziening van de energiemix door de Energieraad die regering en parlement adviseert en de prijsontwikkeling van fossiele energie. Breinleren Onderzoek van breinwetenschappers levert een steeds gedetailleerder zicht op het functioneren van onze hersenen. Dit inzicht wordt toegepast op hoe mensen leren. Kenteq gebruikt de inzichten onder meer bij het ontwikkelen van moderne leermiddelen. De interesse van bedrijven in kennis van breinontwikkeling richt zich vooral op onderwerpen, zoals teamontwikkeling, motivatie,arbeidsproductiviteit en talentontwikkeling. Dat vloeit voort uit de idee dat een organisatie medewerkers optimaal kan inzetten als ze meer kennis heeft over de beweegredenen van mensen voor hun handelen. In 2012 voerde Hiteq een vervolgopdracht uit voor een bedrijf dat een jaar eerder deelnam aan een pilot over toepassing van kennis van het brein op het functioneren van medewerkers. Via workshops en coachingsgesprekken leerden deelnemers onder meer dat het brein een heel leven lang leert. Voor een bedrijf is dat van belang voor zijn ontwikkelplannen en om steeds de juiste mensen tijdens hun loopbaan op juiste functies te kunnen plaatsen. Voor de medewerkers moet het eigen ontwikkelperspectief duidelijk zijn. Meer leren over het menselijke brein past in de professionalisering van human resources development, oftewel de ontwikkeling van menselijk kapitaal. Het is een vorm van sociale innovatie.
JAARVERSLAG 2012
31
op weg n JAARVERSLAG 2012
32
Hoofdstuk 5
naar 2040 JAARVERSLAG 2012
33
Op weg naar 2040
De kennis en kunde die Kenteq heeft opgebouwd om technisch vakmanschap in Nederland te bevorderen, is uniek. Andere organisaties kunnen de producten en diensten die Kenteq aanbiedt niet leveren. Misschien wel afzonderlijk, maar nooit zoals Kenteq in samenhang met elkaar. De maat schappelijke meerwaarde van Kenteq vloeit vooral voort uit de opgebouwde infrastructuur en netwerken, de onafhankelijke borging van kwaliteit en de jarenlang opgebouwde kennis van zowel bedrijfsleven als onderwijs. Daarbovenop komt het samenhangende aanbod van producten en diensten. Dit alles is ook voor de toekomst relevant. Het Centraal Planbureau heeft voor de Nederlandse economie vier verschillende toekomstscenario’s gemaakt. Ze geven antwoord op de vraag: Waarmee verdient Nederland in 2040 zijn brood? In alle scenario’s is technologie de drijvende kracht achter de welvaart van Nederland. Voor producten die worden (door)ontwikkeld, zal vaak veel technologische kennis nodig zijn.
Investeren in technische opleidingen op alle niveaus is dan ook een eerste vereiste voor een leefbare samenleving in de toekomst en voor het op peil houden van de welvaart. Het gaat niet alleen om het opleiden van universitair geschoolde technici. Ook in 2040 zal er een grote behoefte zijn aan technische vakmensen met een mbo-opleiding. Vakmensen zijn niet alleen nodig voor het maken van machines en producten, maar ook voor de technische dienstverlening. En als voldoende gekwalificeerde vakmensen beschikbaar zijn, kan deze dienstverlening én de maakindustrie voor Nederland behouden blijven. Maatschappelijke vraagstukken die om een oplossing vragen, vormen een aanjager voor de behoefte aan technische vakmensen. Dat toont alleen al het onderwerp vergrijzing. Ouderen willen en kunnen steeds langer thuis blijven wonen. Voortschrijdende ontwikkelingen in de techniek maken dat mogelijk, ook al worden oude mensen zorgbehoevend. Domotica, technologie in huis, is sterk in opkomst. Denk bijvoorbeeld aan computers die licht, verwarming en geluid met een knop regelen; telediensten, zoals boodschappendienst; beveiliging en inbraakpreventie; alarmering van hulp diensten en aanpassing van de woning. Om antwoord te kunnen geven op vraag stukken, zoals vergrijzing, energie voorziening en gezondheidszorg vraagt de maatschappij van de toekomst ook om flexibiliteit van bestaande instituties. Eén van de te verwachten ontwikkelingen is dat de grenzen tussen sectoren vervagen. Straks zal bijvoorbeeld slechts sprake zijn van één technisch domein en niet meer van metaal-, elektro- en installatietechniek. In die situatie zal een domoticaspecialist ook inzetbaar zijn in de automobielindustrie, omdat in auto’s veel elektronica is ingebouwd.
JAARVERSLAG 2012
34
Het oprukken van elektronica in alle delen van de samenleving maakt bepaalde arbeid plaats- en tijdonafhankelijk. Een onderhoudsmonteur in Nederland kan via een computer een mankement in een machine in Spanje opsporen en eventueel zelfs op afstand verhelpen. Kenteq is in een positie om dit soort ontwikkelingen en trends in kaart te brengen en met zijn stakeholders te bespreken. Zodat Kenteq oplossingen kan aandragen voor de onvermijdelijke intrasectorale mobiliteit. Op een belangrijk thema als duurzaamheid zullen vak mensen uit verschillende domeinen werkzaam zijn. Bijvoorbeeld techniek, milieu en groen. Kenteq kan duurzaam heid mede vormgeven in het technisch vakmanschap. Ook voor de toekomst is Kenteq in staat bedrijven, vakmensen, de branche, de maakindustrie verder te helpen. Enerzijds door onderzoek naar en analyse van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. En anderzijds door vakmensen hun hele loopbaan te begeleiden, zodat ze hun vakkennis kunnen blijven vernieuwen. Het is bewezen dat oudere medewerkers met hun kennis en ervaring van onschatbare waarde zijn voor de continuïteit van een bedrijf. De taak voor de toekomst is vakmensen op te leiden die passen in de flexibiliteit die de maatschappij richting 2040 vraagt, en die steeds complexere systemen kunnen bouwen en onderhouden. Het uitvoeren van de taak om op die manier het technisch vakmanschap in 2040 te waarborgen, is Kenteq, in samen werking met zijn partners, op het lijf geschreven.
Marianne de Wolf “In de praktijk merken we dat onze monteurs minimaal niveau 3 moeten hebben. EVC-techniek van Kenteq is dan een goed instrument om het niveau van iedere mede werker te bepalen. Medewerkers zien het als een enorme erkenning dat hun praktijkervaring gewaardeerd en erkend wordt.” P&O Manager Mansveld Projecten & Services Eindhoven
www.mansveld.nl
JAARVERSLAG 2012
35
Kenteq in (fina JAARVERSLAG 2012
36
Hoofdstuk 6
anciële) cijfers JAARVERSLAG 2012
37
Kenteq in (financiële) cijfers
Kenteq 1 hoofdkantoor 3 districtskantoren 76 adviseurs 255 medewerkers totaal Kwalificaties 25 kwalificatiedossiers 85 kwalificaties Beroepspraktijkvorming 18.500 erkende leerbedrijven 21.300 praktijkopleiders 37.300 leerlingen Begeleiding op maat 1.200 leerbedrijven 2.100 leerlingen
Domein
Leerbedrijven
Leerlingen BBL*
Leerlingen BOL*
Installatie
4.100
5.100
600
Elektro
7.300
7.300
2.100
Metaal
9.000
6.900
3.600
Algemeen
13.500
1.500
10.300
Loopbaanontwikkeling > 390 bedrijven met EVC > 560 EVC-kandidaten Cursussen 85 verschillende cursussen Leermiddelen 530 verschillende titels Beoordeling 60 cursusexamens > 800 WEB-examens, eindtermgericht en beroepsgericht Uitvoering 110 Docenten 50 Assessoren 4 Onderwijsdeskundigen 114 Auteurs 285 Examinatoren
JAARVERSLAG 2012
38
Laurens Rouvoet “Ik merkte dat de leerlingen tijdens hun stage betere begeleiding nodig hadden. Kenteq kwam met een passende oplossing: een op maat gemaakte cursus werkplekbeoordelaar. Geen theoretisch verhaal, maar een cursus waar onze mensen mee uit de voeten konden in de praktijk.” Docent Technical Company School Voestalpine Polynorm Bunschoten
www.voestalpine.com/polynorm/nl
JAARVERSLAG 2012
39
Overheidsbekostigde dienstverlening (x € 1.000,-)
2012
2011
14.726
14.559
Projectsubsidies
1.268
1.935
Overige baten
1.285
1.419
Totale baten
17.279
17.913
Personele lasten
13.207
13.342
Afschrijvingen
537
524
Huisvestingslasten
834
960
3.846
4.224
Rijksbijdrage OCW
Overige bedrijfskosten Totaal lasten
18.424 19.050
Bedrijfsresultaat
-1.145
-1.137
Financiële baten en lasten
2.769
2.219
Netto resultaat
1.624
1.082
Resultaat 2012 Het resultaat over het boekjaar 2012 bedraagt € 1.624.000 positief (2011: positief resultaat van € 1.082.000). In dit resultaat zijn de kosten voor revitalisering en herpositionering Kenteq (inclusief kosten Hiteq) van € 1.531.000 opgenomen (2011: € 1.078.000). Verder ook nog € 124.000 afname van de bestemmingsreserve BAPO-rechten. De rijksbijdrage van OCW is in 2012 toegenomen met € 167.000. Tevens is voor € 667.000 minder dan in 2011 aan projecten uitgevoerd, waarvoor projectsubsidies beschikbaar waren. De uitvoeringskosten van deze projecten verklaren de daling van de lasten. Voor 2012 was een resultaat begroot van € 996.000 negatief. Het resultaat is hoger uitgekomen dan begroot. Dit komt onder andere doordat het rendement op de obligatieportefeuille 8,89 % bedroeg en daarmee fors hoger was dan begroot. De beleggingsportefeuille bestaat louter uit triple A obligaties.
JAARVERSLAG 2012
40
Private dienstverlening (x € 1.000,-)
2012
2011
10.308
13.155
Omzetkosten
3.550
5.216
Brutomarge
6.758
7.939
Personele lasten
5.516
5.344
235
227
Huisvestingslasten
1.293
1.516
Overige bedrijfskosten
1.882
2.559
Totaal operationele kosten
8.926
9.646
Bedrijfsresultaat
-2.168
-1.707
571
505
-1.597
-1.202
0
817
-1.597
-2.019
Netto omzet
Afschrijvingen
Financiële baten en lasten Resultaat voor belastingen Bijzondere lasten Netto resultaat
Resultaat 2012 Over 2012 is een verlies geleden van € 1.597.000 (2011: verlies van € 2.019.000), waaronder in 2011 een éénmalige afboeking van € 817.000 op de actieve vennootschaps-belastinglatentie. In dit resultaat zijn de kosten voor revitalisering van de Kenteq-producten van € 662.000 opgenomen (2011: € 1.338.000). De netto omzet is in 2012 afgenomen met ca. € 2.847.000 en de brutomarge met ca. € 1.181.000 ten opzichte van 2011. De operationele kosten zijn afgenomen met ca. € 720.000. Het bedrijfsresultaat bedraagt € 2.168.000 negatief, wat een verslechtering inhoudt ten opzichte van 2011 van ca. € 461.000. Voor 2012 was een resultaat begroot van € 617.000 negatief. Het resultaat is fors lager uitgekomen dan begroot.
JAARVERSLAG 2012
41
meer JAARVERSLAG 2012
42
Colofon
Uitgave Kenteq Olympia 6-8 1213 NP Hilversum www.kenteq.nl Tekst Kenteq, Hilversum VanderHeijden Communications, Loon op Zand Fotografie Henk Merjenburgh, Harderwijk Ontwerp ditwerkt Baarn
waarde
Kenteq Serviceteam T 088 - 444 99 00 E
[email protected] © 2013 Kenteq Alle rechten voorbehouden.
JAARVERSLAG 2012
43
G70.0562