Jaarverslag 2011 Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN)
Samenwerken is de toekomst
www.snn.eu
Jaarverslag Jaarverslag 2011 2011 Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN)
Samenwerken is de toekomst
Van de voorzitter Algemene terugblik 1 Bestuurlijke activiteiten 2 Subsidies 3 Lobby en advies 4 Internationale samenwerking 5 Bedrijfsvoering
1
SNN Jaarverslag 2011
Van de voorzitter Twintig jaar SNN Twintig jaar samenwerking in Noord-Nederland heeft ons veel gebracht. Twee decennia geleden liep het Noorden in alles achter: werkgelegenheid, opleidingsniveau, inkomen per hoofd van de bevolking en arbeidsparticipatie. Die achterstand is grotendeels ingelopen. Op sommige indicatoren presteren Drenthe, Fryslân en Groningen zelfs beter dan de rest van Nederland. Het aantal nieuwe bedrijven bijvoorbeeld is hier procentueel hoger en het aantal faillissementen lager dan in de rest van het land. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland heeft sinds 1992 hard getrokken aan de economische ontwikkeling van het Noorden. Dankzij subsidies uit Europa, van het Rijk, provincies en gemeenten, heeft het SNN in de lopende Europese programmaperiode (2007-2013) € 370 miljoen aan subsidies verstrekt. Die subsidies hebben, mede dankzij cofinanciering van de drie noordelijke provincies, minstens het drievoudige aan investeringen uitgelokt in de vorm van hoogwaardige projecten en bedrijfsplannen. Een prestatie om trots op te zijn. Het regionale beleid van Noord-Nederland heeft ook gunstige effecten gehad op de werkgelegenheid. De absolute groei van de werkgelegenheid in Noord-Nederland komt overeen met de landelijke groei, ondanks de tamelijk ongunstige sectorstructuur in het Noorden, waarin landbouw en visserij oververtegenwoordigd zijn. Dat wil dus zeggen dat de rest van het bedrijfsleven bovengemiddeld goed presteert. Toch is het een spannende tijd, ook voor het SNN. Alle inspanningen zijn erop gericht om de komende programmaperiode (2014-2020) opnieuw zoveel mogelijk subsidies naar het Noorden te halen, met als doel innovatie en samenwerking te stimuleren. Dat lukt alleen als kabinet, Tweede Kamer, Europese Commissie en Europees Parlement weten wat er in het Noorden wordt gepresteerd, hoe de economie zich hier ontwikkelt en hoe belangrijk het is om de dynamiek erin te houden. 2012 wordt een cruciaal jaar. Het belangrijkste is dat provincies, gemeenten, kennisinstellingen, bedrijven en werkgevers- en werknemersorganisaties in het Noorden samen optrekken en een gezamenlijk doel nastreven. Het SNN speelt daarin een belangrijke rol. Het treedt nooit voor zichzelf op, maar heeft altijd het noordelijk belang op het oog. Het functioneert op zijn best als het kan faciliteren, samenbrengen en aanjagen. De kracht van het Noorden ligt in samenwerking. Want daardoor blijven we grenzen verleggen.
Jacques Tichelaar Voorzitter Samenwerkingsverband Noord-Nederland
3
SNN Jaarverslag 2011
Algemene terugblik Voor het SNN was 2011 een tussenfase. Allereerst in bestuurlijk opzicht. Het was het jaar van de Provinciale Statenverkiezingen en de nieuwe samenstelling van Provinciale en Gedeputeerde Staten. Het was ook het jaar waarin het voorzitterschap verhuisde van Groningen naar Assen. Het kost in zo’n jaar even tijd om de rollen opnieuw te verdelen en de taken weer op te pakken. Daarnaast zit het SNN ook in een financiële tussenfase. Het SNN is in belangrijke mate afhankelijk van subsidies uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en beweegt dus mee met de Europese begrotingsperioden. De huidige programmaperiode, 2007-2013, loopt naar het einde. Het beschikbare budget is nagenoeg uitgegeven. Naast de uitvoering van de projecten van de huidige periode richt alles zich nu op de komende periode: 2014-2020. In 2011 heeft het SNN zich ingespannen om samen met provincies, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties centrale doelen vast te stellen en de potentie van Noord-Nederland in Den Haag en Brussel voor het voetlicht te brengen. Ook door te laten zien dat het geld in Noord-Nederland goed wordt besteed en dat het noordelijk samenwerkingsverband een belangrijke bijdrage levert aan de versterking van de Noord-Nederlandse economie, als bestuurlijke organisatie, als managementautoriteit en als lobbyorganisatie.
SNN als bestuurlijke organisatie Na de Provinciale Statenverkiezingen is de samenstelling van het Dagelijks en Algemeen Bestuur van het SNN gewijzigd. Daarbij zijn ook nieuwe afspraken gemaakt over de samen-
Top-10 resultaten 2011 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Noord-Nederland is door het Rijk erkend als Energyport (Noord‑)Nederland. Het Noorden sluit met zijn vijf topclusters goed aan bij het nieuwe topsectorenbeleid. Het Government2Government-project in de agrarische sector met Leningrad Oblast is gestart. Er is in 2011 bijna € 14 miljoen aan subsidies verstrekt aan het midden- en kleinbedrijf voor innovatie. Het in 2011 afgesloten subsidieprogramma EZ Kompas heeft Noord-Nederland tot nu toe 12.000 fte aan banen opgeleverd en € 3,3 miljard aan investeringen. Dankzij de opbrengsten van de zogeheten packagedeal met het ministerie van EL&I heeft het SNN in 2011 twee tenders uitgeschreven van in totaal € 12,5 miljoen. Het Rijk en de regio hebben een Green Deal gesloten. De deal omvat bijna vijftig innovatieve en duurzame projecten en leidt tot een financiële impuls van € 14,1 miljoen. De jaarlijkse Europa Kijkdagen, begonnen in het Noorden, zijn inmiddels uitgegroeid tot een landelijk evenement. Met de uitvoering van het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn is stevige voortgang geboekt. Met het Rijk zijn afspraken gemaakt over belangrijke infrastructurele projecten voor Noord-Nederland (wegen, kanalen, spoor).
4
SNN Jaarverslag 2011
werking. Per 1 juli heeft Jacques Tichelaar, Commissaris van de Koningin in Drenthe, de voorzittershamer overgenomen van Max van den Berg, Commissaris van de Koningin in Groningen. Op initiatief van Tichelaar heeft het Dagelijks Bestuur ervoor gekozen nadrukkelijker in te zetten op samenwerking met ondernemers, werkgevers- en werknemersorganisaties, kennisinstellingen en kansrijke clusters. Voor het SNN ligt er met name een faciliterende en stimulerende rol.
SNN als managementautoriteit Dankzij een efficiënte, slimme bedrijfsvoering slaagt het SNN er als managementautoriteit al jaren in de beschikbare fondsen vanuit Europa en het Rijk volledig te benutten. De belangrijkste twee programma’s zijn het Operationeel Programma Noord, gefinancierd vanuit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), en het Rijksprogramma Koers Noord – Op weg naar pieken. In de periode van 2007-2013 ging het in totaal om € 370 miljoen. Het SNN zet de beschikbare subsidies uit bij kwalitatief hoogwaardige projecten en stimuleert hiermee innovatie en valorisatie van kennis. Gerichte monitoring en rapportages bewijzen dat het geld in Noord-Nederland uitstekend wordt besteed en dat er ook behoefte aan is. De interne organisatie en de bedrijfsprocessen van het SNN zijn goed georganiseerd. Controles van accountant PwC, de Algemene Rekenkamer en de Auditautoriteit van het ministerie van Financiën hebben dat in 2011 bevestigd.
SNN als lobbyorganisatie Noord-Nederland voert een permanente lobby in Den Haag en in Brussel om daar in beeld te blijven. In 2011 is het SNN erin geslaagd die lobbyactiviteiten te verbreden, door meer samen te werken met de vijf innovatieclusters in het Noorden, de kennisinstellingen en de SER Noord-
Leeswijzer Dit jaarverslag geeft een beeld van de activiteiten en resultaten van het SNN in het jaar 2011: • Hoofdstuk 1 gaat in op de bestuurlijke activiteiten van het SNN. • Hoofdstuk 2 beschrijft de activiteiten en resultaten voor de twee grote, op dit moment lopende programma’s: OP Noord en Koers Noord – Op weg naar pieken. Ook wordt aandacht besteed aan een aantal oudere subsidieprogramma’s die in de afrondingsfase zijn. • Hoofdstuk 3 gaat in op de activiteiten en resultaten in het kader van de lobby van het SNN. • Hoofdstuk 4 beschrijft de resultaten op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking. • Hoofdstuk 5 bevat de kerngegevens van de bedrijfsvoering. Aan de hand van ‘foto’s uit de oude doos’ wordt in dit jaarverslag teruggeblikt op 20 jaar noordelijke samenwerking. Op 1 juli 2012 viert het Samenwerkingsverband Noord-Nederland het twintigjarig bestaan.
5
SNN Jaarverslag 2011
Nederland. Doel daarvan is om in 2014 weer nieuwe Europese fondsen binnen te halen. Naast Brussel, is de lobby ook op Den Haag gericht. Het kabinet-Rutte heeft gekozen voor een nieuwe bedrijfslevenbeleid, gericht op topsectorenbeleid. Noord-Nederland sluit daar nauw bij aan met zijn vijf innovatieclusters op het gebied van watertechnologie, energie, sensortechnologie, agribusiness en healthy ageing.
De koers voor 2012 Het jaar 2012 wordt een cruciaal jaar. Bestuurders, ambtenaren en lobbyisten plegen maximale inzet om nieuw EFRO-geld naar Noord-Nederland te krijgen. Het Noorden moet er echter wel rekening mee houden dat het in de komende periode minder subsidies te verdelen krijgt. Ook vanuit het Rijk. De vraag is hoeveel werk er voor de uitvoeringsorganisatie van het SNN overblijft. Veel is onzeker, maar zeker is dat gezamenlijke beleidsvorming en lobby steeds belangrijker worden, juist als de geldstromen minder worden. Noord-Nederland moet zelf kansen creëren voor economische ontwikkeling. De vijf innovatieclusters spelen daarbij een belangrijke rol. Door de korte lijnen en de cross-overs kunnen de clusters elkaar versterken en tot innovaties komen. Healthy ageing gaat niet alleen over geneesmiddelen, maar ook over een gezonde leefstijl en innovatieve zorgsystemen. Watertechnologie heeft dwarsverbanden naar energie en sensortechnologie. Healthy Ageing omvat het hele leven: van vóór de conceptie tot aan het sterven. Het onderscheidend vermogen van Noord-Nederland zit in die totaalbenadering. Het SNN heeft de taak om die samenwerking zoveel mogelijk te faciliteren en te stimuleren. Want samenwerking heeft de toekomst.
6
Bezoek ministerpresident Balkenende
Een delegatie noordelijke bestuurders informeert minister-president Jan Peter Balkenende tijdens een werkontbijt over de ambities van Noord-Nederland en de uitdagingen waar het Noorden voor staat. In het gesprek komt de noodzaak om de noordelijke economie te versterken aan de orde. Er is benadrukt welke rol de Europese fondsen daarbij spelen en het belang van verdere ontwikkeling in de landbouw. Tevens is een noordelijk pleidooi gevoerd voor meer regie vanuit het Rijk op investeringen in de energiesector, waarbij oog was voor de synergie die in het Noorden op dit gebied is te bereiken met de opslag en distributie van gas.
Balkenende was zeer geïnteresseerd in de presentatie over de Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA), de noordelijke economische samenwerking met NoordoostEuropa. Vandaag de dag wordt de relatie met onze oosterburen, Nedersaksen, steeds intensiever en levert steeds vaker concrete samenwerkingsvormen op, bijvoorbeeld op het terrein van energie.
11 oktober 2006
SNN Jaarverslag 2011
1 Bestuurlijke activiteiten 1.1
Het Noorden maakt zich sterk Het SNN heeft als doel de economische positie van Noord-Nederland te versterken. Het samenwerkingsverband van Drenthe, Fryslân en Groningen is in 1992 opgericht. Sinds 2007 zijn ook de vier grote steden Groningen, Leeuwarden, Emmen en Assen nauw bij het SNN betrokken. Het SNN volgt drie sporen om dat doel te bereiken: • • •
1.2
Het SNN beheert en besteedt landelijke en Europese subsidies die als doel hebben de economie in het Noorden te versterken. In SNN-verband stemmen de drie provincies hun ruimtelijk en economisch beleid op elkaar af. Daarbij werkt het SNN ook samen met de noordelijke werkgevers- en werknemersorganisaties, kennisinstellingen, de NOM, innovatienetwerk Syntens en de Kamer van Koophandel Noord-Nederland. Het SNN bevordert gemeenschappelijk optreden in de richting van het Rijk en de Europese Unie, om de gezamenlijke belangen van het Noorden te behartigen.
Bestuurlijke organisatie Dagelijks en Algemeen Bestuur Het SNN heeft een Dagelijks Bestuur, bestaande uit de drie Commissarissen van de Koningin (CdK) van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, en zes gedeputeerden (twee per provincie). Het voorzitterschap van het Dagelijks Bestuur rouleert. Sinds 1 juli 2011 is de CdK van Drenthe, Jacques Tichelaar, voorzitter. Het Dagelijks Bestuur krijgt advies van de burgemeesters van de vier grote noordelijke steden en de directeur van het SNN. Het bestuur voert strategisch overleg, is aanspreekpunt voor Den Haag en Brussel, besluit over de invulling van programma’s en projecten en bewaakt de voortgang daarvan. Het Algemeen Bestuur (AB) bestaat uit het Dagelijks Bestuur, aangevuld met negen leden uit de Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen (drie per provincie). Het Algemeen Bestuur beslist onder meer over de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag van het SNN.
Bestuurscommissies en portefeuillehoudersoverleggen Het SNN gaat over een breed scala van onderwerpen en aandachtsgebieden, die worden besproken in twee bestuurscommissies: • Bestuurscommissie Economische Zaken (EZ) • Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit (SOM) In 2011 zijn één bestuurscommissie en twee portefeuillehoudersoverleggen opgeheven: • Bestuurscommissie Europa • Portefeuillehoudersoverleg Landelijk Gebied • Portefeuillehoudersoverleg Klimaat en Energie Deze onderwerpen zijn ondergebracht bij de bestuurscommissie EZ. De activiteiten van de bestuurscommissies en de portefeuillehoudersoverleggen worden hieronder toegelicht.
8
SNN Jaarverslag 2011
1.3
Programmaraad De Programmaraad is een nieuwe raad, die in 2012 van start gaat. De voorbereidende werkzaamheden zijn in 2011 begonnen. De Programmaraad bestaat uit het Dagelijks Bestuur van het SNN en vertegenwoordigers van kennisinstellingen, bedrijfsleven en clusterorganisaties, in totaal zo’n 35 personen, onder het voorzitterschap van voorzitter SNN, Tichelaar. De Programmaraad komt 2 á 3 keer per jaar bijeen. De Programmaraad wil alle partijen actief betrekken bij de economische ontwikkeling van Noord-Nederland en samen één lijn trekken naar het Rijk en naar Europa. De inzet is om voor de nieuwe begrotingsperiode hetzelfde bedrag aan subsidies binnen te halen als in de vorige periode (2007-2013). Mocht dat niet lukken, dan wordt de samenwerking binnen het Noorden nog belangrijker, omdat het Noorden het dan nog meer op eigen kracht moet doen. De Programmaraad heeft de taak om de in januari 2011 vastgestelde position paper met de strategische koers van Noord-Nederland te vertalen naar een uitvoeringsagenda. In januari en april 2011 zijn er twee werkconferenties geweest om hiervoor een aanzet te geven. De thema’s van de uitvoeringsagenda worden door werkgroepen, samengesteld uit leden van de Programmaraad, uitgewerkt tot concrete projectvoorstellen of gezamenlijke acties. Daarnaast heeft het SNN de SER Noord-Nederland gevraagd een advies uit te brengen over een smart specialisation strategy (S3). Deze strategie, met name gericht op innovatie en research, is voor de Europese Commissie voorwaarde voor toekenning van fondsen aan de regio. Het doel is om tot een concept-programma Europese fondsen te komen, dat de basis wordt voor de onderhandelingen met het Rijk en de Europese Commissie. Het programma moet voldoen aan de doelstellingen van de Europese 2020-strategie, gericht op slimme groei, groene groei en inclusieve groei. Dat laatste wil zeggen: inzetten op kennis en innovatie, efficiënt omgaan met natuurlijke hulpbronnen en versterking van de werkgelegenheid en de gemeenschapszin in de regio’s. Samen met de andere regio’s wordt intussen gewerkt aan een gezamenlijke reactie op de concept-verordeningen die de Europese Commissie in oktober heeft gepresenteerd. Het Rijk moet een partnerschapscontract opstellen waarin staat hoe departementen en regio’s met de Europese programma’s en elkaar omgaan. Een belangrijke vraag is of de Europese budgetten centraal of decentraal worden verdeeld. Cruciaal is ook hoe zwaar het kabinet eigenlijk wil inzetten op het binnenhalen van Europese budgetten. De regio’s, hoe actief ook, zijn daarin in eerste instantie afhankelijk van het Rijk.
1.4 I
Bestuurscommissies Bestuurscommissie Economische Zaken (EZ) Doel en werkwijze De Bestuurscommissie Economische Zaken (BC EZ) gaat over een breed scala van economische onderwerpen. De commissie beslist over projectaanvragen voor de subsidieprogramma’s Koers Noord en OP Noord. Daarnaast verricht de commissie veel voorbereidende werkzaamheden voor het Dagelijks Bestuur van het SNN, bijvoorbeeld rondom de lobby rijksdiensten, de verdeling van budgetten en de nieuwe insteek voor het regionaal economisch beleid.
9
SNN Jaarverslag 2011
Uitgesproken thema’s in 2011 Minder bestuurlijke drukte Tijdens de gezamenlijke GS-conferentie van de net aangetreden Gedeputeerde Staten van Groningen, Fryslân en Drenthe (juni 2011) is besloten de Bestuurscommissie Europa en de Portefeuillehoudersoverleggen Energie en Klimaat en Landelijk Gebied op te heffen. De betreffende onderwerpen worden nu behandeld binnen de BC EZ. Sinds september stonden daarom ook onderwerpen als de Green Deal (energie) en Europa (samenwerking Niedersachsen en voorbereidingen nieuwe EFRO-programma) op de commissie-agenda.
Aansluiting bij topsectorenbeleid Een belangrijk thema in 2011 was het topsectorenbeleid van het kabinet. In het voorjaar kwam dat onderwerp voor het eerst op de agenda. Sindsdien zijn de vertegenwoordigers van de clusterorganisaties een aantal keer aangeschoven tijdens de vergaderingen van de BC EZ. In juli heeft het SNN per brief een eerste reactie gegeven op het gepresenteerde rijksbeleid. Het Noorden ziet goede kansen in het nieuwe topsectorenbeleid. Het inmiddels afgeronde Pieken in de Delta-programma richtte zich al op vijf noordelijke topclusters: energie, watertechnologie, sensortechnologie, Healthy Ageing en agribusiness. Deze clusters sluiten goed aan bij de gekozen topsectoren. De vraag is echter wel hoe het midden- en kleinbedrijf daarbij optimaal kan aansluiten. Hierover is samen met MKB Noord en VNO NCW een lobbypaper opgesteld voor de Tweede Kamer. De BC EZ heeft het Dagelijks Bestuur van het SNN geadviseerd om de SER Noord-Nederland hierover advies te vragen. In 2011 is er ook geregeld lobby-overleg geweest met de clusterorganisaties, met als doel de clusters in Den Haag blijvend onder de aandacht te brengen.
Tender voor packagedeal-middelen Het SNN heeft in 2011 besloten om voor de zogeheten packagedeal-middelen tenders uit te schrijven. Een koerswijziging, aangezien in de jaren daarvoor altijd het molenaarsprincipe gold: wie eerst komt, eerst maalt. De BC EZ heeft hiervoor een algemene tenderverordening en een set van ranking-criteria opgesteld. In 2011 zijn twee tenders gehouden. Voor de voorjaarstender zijn 33 projecten ingediend, dertien daarvan krijgen een subsidie. De resultaten van de najaarstender zijn pas later bekend. De BC EZ heeft in 2011 over in totaal 27 projecten een positief besluit genomen. Niet alleen over tenderprojecten, maar ook over de laatste EFRO-projecten (programma OP Noord 2007-2013). Bovendien is er met het ministerie van EL&I gesproken over projecten voor het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, ter compensatie van het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn. Dit gebeurt conform de afspraak dat deze projecten in samenspraak tussen regio en Rijk worden ingediend.
Voorbeeldprojecten Duurzame energie bestaande woningen Het project duurzame energie voor bestaande woningen heeft als doel de 7 miljoen bestaande woningen in Nederland qua energieverbruik op een rendabele manier te verduurzamen. De doelgroep bestaat met name uit woningbouwcorporaties, maar ook uit particulieren. Doelstelling is om het concept integraal en grootschalig te introduceren in bouwprojecten van
10
SNN Jaarverslag 2011
woningbouwcorporaties. Besloten is om voor dit project € 400.000 beschikbaar te stellen: een ton aan EFRO-middelen, de rest bestaat uit cofinanciering van het Rijk.
Centrum duurzaam ROC Friese Poort Het ROC Friese Poort te Leeuwarden wil een centrum realiseren voor instructie, informatie en innovatie op het gebied van duurzaamheid. Het ‘Centrum Duurzaam’ wordt gevestigd in een gebouw aan de Anne Wadmanwei in Leeuwarden. Het Centrum Duurzaam heeft vier focusgebieden, te weten: gebouwde omgeving, productietechnologie, duurzame mobiliteit en duurzame energie. Omdat het gebouw in zijn huidige vorm qua indeling, uitstraling en duurzaamheidsprestatie niet voldoet aan de ambities, is een verbouwing nodig. Besloten is om (onder bepaalde voorwaarden) voor dit project € 1,8 miljoen beschikbaar te stellen, waarvan € 500.000 uit EFRO-middelen en € 1,3 miljoen uit Rijkscofinancieringsmiddelen.
II
Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit (SOM) Doel en werkwijze De Bestuurscommissie Stedelijke Ontwikkeling en Mobiliteit gaat over de thema’s ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer. De bestuurscommissie geeft richting aan het mobiliteitsdeel van het Regiospecifiek Project Zuiderzeelijn (RSP). Het RSP is in 2008 tot stand gekomen ter compensatie van het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn. Het richt zich op versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Noord-Nederland en de verbetering van de bereikbaarheid van de regio, via openbaar vervoer en weg. De totale RSP-investering in NoordNederland bedraagt circa € 3,2 miljard (prijspeil 2011). Voor het regionaal Mobiliteitsfonds van het RSP treedt het SNN op als fondsbeheerder. Deze rol houdt in dat het SNN als kassier en administratiekantoor optreedt. De bestuurscommissie SOM voert twee keer per jaar bestuurlijk overleg met het kabinet in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT). Ook voert de commissie regelmatig overleg met NS, ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Milieu over infrastructurele maatregelen voor frequentieverhoging, snelheidsverhoging en betere overstapmogelijkheden in het treinvervoer.
Uitgesproken thema’s in 2011 In de halfjaarlijkse overleggen met het kabinet, zijn in 2011 belangrijke afspraken gemaakt over infrastructuurprojecten in Noord-Nederland. Deze afspraken betroffen onder meer: • Spoor: - Nieuw station Leeuwarden Werpsterhoek - Verbetering overwegveiligheid Zwolle – Leeuwarden - Boogaanpassing Hoogeveen - Viersporig maken baanvak Groningen – Groningen-Losplaats - Seinoptimalisatie baanvak Zwolle – Meppel - Infrastructuuraanpassingen voor extra sneltrein Groningen – Leeuwarden - Kwaliteitsverbetering grensoverschrijdende spoorverbinding Groningen – Bremen
11
SNN Jaarverslag 2011
• Weg: - Uitbouw/inpassing Zuidelijke Ringweg Groningen A7 - Aanleg klaverblad knooppunt Zuidbroek A7/N33 - Aquaduct Skarster Rien A6 • Water: - Beheer en onderhoud van de noordelijke vaarwegen Veel van bovengenoemde projecten worden geheel of voor een deel gefinancierd uit het Regiospecifiek Project Zuiderzeelijn (zie de 4e Voortgangsrapportage RSP.) In het najaar van 2010 kondigde het kabinet-Rutte een actualisatie van het ruimtelijk beleid aan. Deze actualisatie kreeg vorm in de zogeheten Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, die als concept in juni 2011 verscheen. In het kader van de inspraak heeft het SNN een zienswijze ingezonden. Kritiekpunten waren dat de Structuurvisie te weinig erkenning heeft voor Noord-Nederland als energyport en dat het Rijk geen verantwoordelijkheid neemt voor de internationale verbindingen door Noord-Nederland. Ter onderbouwing van deze kritiek heeft het SNN een brochure uitgebracht: Energyport (Noord‑)Nederland. Geruggensteund door de Tweede Kamer is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte door het kabinet op deze punten aangepast.
III
Bestuurscommissie Europa Doel en werkwijze De bestuurscommissie Europa hield zich bezig met Europa, lobby en internationale samenwerking (met name met Noordwest-Duitsland: Nedersaksen). Een ander onderwerp was de evaluatie van Nordconnect. Deze onderwerpen vielen vanaf de zomer van 2011 onder de Bestuurscommissie EZ. Indien nodig komen de portefeuillehouders Europa bijeen om de agenda voor de BC EZ of het bestuur van het Huis der Nederlandse Provinciën in Brussel voor te bereiden.
Uitgesproken thema’s in 2011 Europa 2020-strategie De voorbereiding op de nieuwe Europese programmaperiode (2014-2020) heeft in 2011 veel aandacht gevraagd. Begin 2011 heeft het SNN de Noord-Nederlandse 2020-agenda gepresenteerd met de Position Paper Noord-Nederland en Europa 2020. De inhoud van de agenda is breed gedeeld met de noordelijke kennisinstellingen, de clusterorganisaties, het bedrijfsleven en vertegenwoordigers hiervan. Noord-Nederland wil op basis van eigen kracht bijdragen aan de Europa 2020-doelstellingen; centrale doelstelling is de transitie naar een kenniseconomie. In twee werkconferenties is het commitment uitgesproken voor een gezamenlijke inzet richting de nieuwe Europese programma’s en de Europa 2020-agenda en is het voorstel gedaan voor het instellen van een Programmaraad Noord-Nederland. Deze Programmaraad wordt in 2012 operationeel. In 2011 hebben adviseurs Bernard Bot en Rudy Rabbinge adviezen uitgebracht over de te kiezen EU-strategie. Daarbij is de aandacht vooral uitgegaan naar het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De veranderingen in het voorgestelde GLB bieden kansen, maar ook
12
SNN Jaarverslag 2011
bedreigingen, voor Noord-Nederland in het bijzonder. Er is een position paper opgesteld, als antwoord op de eerste voorstellen van de Europese Commissie.
Samenwerking Noordwest-Duitsland De samenwerking met Noordwest-Duitsland (Nedersaksen) is in 2011 een nieuwe fase ingegaan. De Nieuwe Hanze Interregio (NHI) is opgeheven, maar de samenwerking wordt met kracht voortgezet. De standpunten ten opzichte van het nieuwe cohesiebeleid van de Europese Unie worden waar mogelijk onderling afgestemd; er zijn over en weer veel contacten. Zo nam staatssecretaris Josef Lange van Wetenschap en Cultuur actief deel aan de Noord-Nederlandse presentatie in Brussel in juni 2011. Eind oktober bracht minister Jörg Bode van Economische Zaken een bezoek aan Noord-Nederland in het kader van een handelsmissie.
IV
Portefeuillehoudersoverleg Energie en Klimaat Doel en werkwijze Noord-Nederland is op weg naar een energiehuishouding die grotendeels is gebaseerd op duurzame bronnen. Om focus en samenhang aan te brengen in de samenwerking in het Noorden (inclusief Noord-Holland) is begin 2011 de nota ‘De kracht van Nederland’ opgesteld. Hierin zijn vijf onderwerpen (het energievizier) benoemd waarin het Noorden (inter)nationaal een onderscheidende rol speelt: 1 2 3 4 5
Power Production & Balancing Decentrale energiesystemen (Groene) gasrotonde Biobased energy Onderwijs & onderzoek/Internationalisering
Het Dagelijks Bestuur van het SNN heeft deze punten in mei onderschreven. Deze focus sluit goed aan bij het topsectorenbeleid van het kabinet. Het Portefeuillehoudersoverleg Energie en klimaat is in juli opgeheven. Deze onderwerpen worden voortaan behandeld in de Bestuurscommissie EZ. Daarnaast is er minimaal twee maar per jaar een apart bestuurlijk overleg over een aantal beleidsintensieve dossiers, zoals de Green Deal Noord-Nederland en Energy Valley.
Uitgesproken thema’s 2011 Green Deal Noord-Nederland Kort voor de zomer van 2011 gaf het Rijk aan met Noord-Nederland een Green Deal te willen sluiten, met als doel duurzame projecten te versnellen, bijvoorbeeld door barrières en/of belemmerende wetgeving weg te nemen. In zeer korte tijd is vervolgens in SNN- en Energy Valley-verband een deal opgesteld. De Green Deal Noord-Nederland is op 3 oktober ondertekend door de vier noordelijke provincies, de vier grote noordelijke steden en de NoordHollandse gemeenten Den Helder en Alkmaar, Energy Valley, de SER Noord-Nederland en het Rijk. De Green Deal is opgebouwd rond de onderwerpen uit het noordelijk energievizier en omvat een financiële impuls van € 14,1 miljoen voor onder meer de Energy Academy Europe/ Energy College, Hansa Energy Corridor en het Handelsplatform Groen Gas. Daarnaast biedt het
13
SNN Jaarverslag 2011
een stevig kader voor de samenwerking met het Rijk, en ruimte voor belangrijke experimenten (met name op het gebied van alternatieve financieringsmodellen).
Energy Valley fase 4 De derde fase van de Stichting Energy Valley is op 31 december 2011 afgesloten. Gezien de rol die Energy Valley de afgelopen jaren op het energiedossier heeft gespeeld, in publiek-private samenwerking, conceptontwikkeling op het gebied van de energietransitie en als aanjager van de noordelijke energie-economie, was er bij overheden, bedrijfsleven en de kennisinstellingen grote behoefte aan continuering van de Stichting Energy Valley, en is fase 4 ingegaan.
V
Portefeuillehoudersoverleg Landelijk gebied Doel en werkwijze Het portefeuillehoudersoverleg Landelijk Gebied ging over landbouw en natuur, plattelandsontwikkeling en de vitaliteit van het platteland. Een vitaal platteland is een essentiële voorwaarde voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het Noorden. Het portefeuillehoudersoverleg droeg daaraan bij door samen te werken aan een gezamenlijke visie op natuur, landschap, land en tuinbouw, recreatie, toerisme en plattelandsontwikkeling. Het zette zich in voor een integraal natuurbeleid in de noordelijke provincies. Per 1 juni 2011 is het portefeuillehoudersoverleg opgegaan in het noordelijk Overleg Landelijk Gebied (NOLG), dat formeel buiten de SNN-structuur valt. Beslissingen omtrent het landelijk gebied en de landbouw worden in SNN-verband in de Bestuurscommissie Economische Zaken besproken.
Uitgesproken thema’s in 2011 Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Het jaar 2011 stond vooral in het teken van de herziening van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. In juni is een bezoek gebracht aan het Huis der Nederlandse Provinciën in Brussel. Het portefeuillehoudersoverleg is daar geïnformeerd over de richting die de Europese Commissie op wil met het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2013. Die informatie is van groot belang voor de Noord-Nederlandse lobbystrategie.
Noordelijk Landbouwberaad In de bestuurlijke overleggen tussen de gedeputeerden Landelijk Gebied is vastgesteld dat het Noordelijk Landbouwberaad een belangrijke functie kan vervullen in de lobby voor de agrisector. Inzet is een noordelijke agro-deal. De leden van het portefeuillehoudersoverleg hebben in oktober 2011, in het bijzijn van staatssecretaris Bleker, de vergadering van het noordelijk Landbouwberaad bijgewoond.
Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) Het portefeuillehoudersoverleg diende in 2011 als bestuurlijk platform voor de noordelijke inzet bij het ILG. Het overleg zit momenteel in een impasse, waardoor de provincies en de staatssecretaris niet tot een herziene bestuursovereenkomst zijn gekomen.
14
Start Koers Noord
Op 8 oktober 2007 ging het nieuwe economische stimuleringsprogramma voor Noord-Nederland van start; Koers Noord, op weg naar Pieken. Het is een gezwaluwstaart programma dat bestaat uit elementen uit het landelijke Pieken in de Delta-programma van het Ministerie van Economische Zaken en het Operationeel Programma ‘Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling’. Bij de aftrap in Hotel Tjaarda te Oranjewoud was ook de minister van Economische Zaken, Maria van der Hoeven aanwezig. Samen met minister Cramer van Ruimte en Milieu en de drie noordelijke Commissarissen van de Koningin, tekenden zij het convenant voor de samenwerking tussen Noord-Nederland, het Rijk en Brussel. Koers Noord is in de periode van 2007 tot en met 2010 uitgevoerd. Een programma dat zich richt op vier
sectoren die voor Noord-Nederland van nationaal belang zijn: agribusiness, sensortechnologie, watertechnologie en energie. Daarnaast richt het programma zich op het bewerkstelligen van een transitie naar een meer kennisintensief en innovatief bedrijfsleven in de regionale sectoren Life Science en Toerisme plus het stimuleren van het innoverende vermogen van het midden- en kleinbedrijf. Vanaf 2008 is een grote hoeveelheid aan projectinitiatieven bij het SNN ingediend. In 2010 was het budget ruim overvraagd. Het subsidieprogramma Koers Noord is een voedingsbodem geweest voor de vorming van de vijf economische clusters in Noord-Nederland.
8 oktober 2007
SNN Jaarverslag 2011
2 Subsidies 2.1
Inleiding Twee uitvoeringsafdelingen voor programma’s en regelingen Het SNN heeft twee afdelingen die de subsidieprogramma’s uitvoeren: de afdeling programma’s en de afdeling Regelingen. • De afdeling Programma’s (ca. 15 mensen) houdt zich bezig met grote projecten gericht op de vijf kennisclusters: energie, watertechnologie, sensortechnologie, agribusiness en healthy ageing. De afdeling behandelt zo’n 250 projecten over de gehele programma periode. • De afdeling Regelingen (ca. 20 mensen) gaat over de stimuleringsregelingen voor innovatie en human resource management, met name bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf. Deze stimuleringsregelingen worden grotendeels vanuit OP Noord gefinancierd. De afdeling voert daarnaast ook provinciale subsidieregelingen uit voor energiebesparende maatregelen en toerisme. Jaarlijks zijn er zo’n 1000 bedrijven die van de regelingen profiteren.
2.2
Programma’s Koers Noord en Operationeel Programma Noord Het SNN voert als managementautoriteit verschillende subsidieprogramma’s uit. Daar is het grootste deel van de organisatie mee bezig. De belangrijkste twee programma’s zijn: het Rijksprogramma Koers Noord – Op weg naar Pieken en het Europese Operationeel Programma Noord, dat wordt gefinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het nationale fonds Koers Noord – Op weg naar pieken, loopt van 2007-2011 en beschikt over een budget van € 120 miljoen (€ 80 miljoen Pieken in de Delta en € 40 miljoen Transitie). Het Europese programma OP Noord loopt van 2007-2013, en is goed voor € 169 miljoen, aangevuld met € 80 miljoen cofinanciering van het Rijk. Samen in totaal € 370 miljoen. Daarnaast loopt er nog een programma uit eerdere jaren; dit wordt in 2012 afgerekend. Het Europese Operationeel Programma Noord (OP Noord) richt zich op drie prioriteiten: innovatie, attractieve regio’s en attractieve steden. De Europese geldstroom wordt samen met het Koers Noord-programma in één pot gestopt. Subsidieaanvragen worden aan de criteria van beide fondsen getoetst. Dat noemt het SNN ‘zwaluwstaarten’. Dit betekent dat een subsidieaanvrager slechts één aanvraag hoeft in te dienen, die vervolgens aan de criteria van beide fondsen wordt getoetst. Voor beide fondsen geldt namelijk een co-financieringseis. Er wordt alleen subsidie verstrekt als Europa, een provincie, gemeente, semipublieke overheid of private partij meefinanciert.
Injectie voor Koers Noord Het Rijksprogramma Koers Noord heeft als doel innovatie. Het loket voor dit programma is in 2009 wegens uitputting van het budget gesloten. Het SNN en het ministerie van EL&I hebben in oktober 2010 een ‘packagedeal’ gesloten. Hierbij werd een aantal oude programma’s definitief afgesloten waarbij een deel van de niet uitgekeerde subsidies moest worden terugbetaald en dat het andere deel mocht worden toegevoegd aan de middelen voor Koers Noord. Dit ging om een bedrag van € 21,6 miljoen. Met dit geld kon het SNN in 2011 twee tenders uitschrijven. In het voorjaar een tender van € 7,5 miljoen (tweederde innovatie, een derde toerisme), en in december een tweede tender van € 5 miljoen voor innovatie. De belangstelling voor die tenders was groot.
16
SNN Jaarverslag 2011
De ingediende aanvragen worden allemaal beoordeeld, de beste worden met een subsidie beloond. De subsidie bedraagt maximaal 30 procent. Aanvragen waarbij de subsidie minder dan 25 procent van het projectvoorstel bedraagt, krijgen daarvoor in de beoordeling extra punten. Gesubsidieerde projecten hebben een gemiddelde looptijd van drie tot vijf jaar.
De fondsen worden voor 100 procent benut Het SNN is zeer succesvol in het benutten van de beschikbare subsidies. De ervaring leert dat het aantal aanvragen voor subsidies altijd iets hoger is dan de gedeclareerde bedragen. Soms omdat projecten niet doorgaan, vaak omdat de kosten van een project of innovatietraject lager uitvallen dan begroot. Om ‘onderuitputting’ van de budgetten te voorkomen, besluit het bestuur om 10 tot 20 procent meer toe te zeggen dan er aan budget beschikbaar is. Door deze ‘overcommittering’ probeert het SNN zo dicht mogelijk bij 100 procent benutting van de fondsen uit te komen. Met controles op rechtmatigheid en doelmatigheid probeert het SNN te voorkomen dat subsidies later moeten worden terugbetaald. Het SNN scoort hoog als het gaat om interne controle en verantwoording. Zowel de accountant (PwC) als de Algemene Rekenkamer bevestigen in 2011 dat het SNN qua bedrijfsvoering uitstekend scoort. De Nationale Auditautoriteit van het ministerie van Financiën beoordeelde het SNN met een 2 (de op een na hoogste score op een schaal van 1 tot en met 4). Tot nu toe heeft geen enkele organisatie in Nederland een 1 gescoord, maar het SNN wil alles op alles zetten om in 2012 de hoogste score te behalen.
De toekomst van de fondsen is onzeker De toekomst van de twee uitvoeringsclusters van het SNN hangt af van de toewijzing van nieuwe Europese en/of nationale fondsen in de komende programmaperiode. In de afgelopen twee perioden ging het om budgetten van € 800 miljoen (2000-2006) en € 370 miljoen (2007-2013). Eind 2012, begin 2013 worden de beslissingen voor de komende periode (2014-2020) genomen. De uitdaging is om te laten zien dat de innovatieagenda’s van zowel Den Haag als Brussel zeer gebaat zijn bij de ontwikkeling en versterking van de noordelijke kennisclusters. Juist omdat deze kunnen bijdragen aan de oplossing van de grote maatschappelijke vraagstukken waar Europa voor staat.
Website 123subsidie.nl wijst ondernemers de weg Het paradepaardje van de afdeling Regelingen is de website www.123subsidie.nl, met zo’n 70 beschikbare subsidiemogelijkheden (dus niet alleen van het SNN) voor het midden- en kleinbedrijf. Door een eenvoudig vragenlijstje af te werken, komen aanvragers bij de voor hen meest geschikte subsidievorm uit en kunnen ze ook meteen de subsidieaanvraag regelen. De website trekt jaarlijks 15.000 bezoekers. Steeds meer overheden en instellingen verwijzen naar de website. In de volgende twee paragrafen worden de uitgevoerde programma’s en regelingen op hoofdlijnen en met kengetallen toegelicht.
17
SNN Jaarverslag 2011
Koers Noord – Op weg naar pieken en OP Noord [Tabel 1:] Indicatoren per prioriteit / opgave Plus toelichting
Kengetallen Koers Noord – Op weg naar pieken 2011 Financiering van innovatieprojecten onder meer op het gebied van energie, watertechnologie, sensortechnologie, agribusiness en healthy ageing Financieringsbron
Pieken in de Delta
Transitie
Tender
Totaal budget
€ 80.000.000
€ 40.000.000
€ 12.500.000
Totaal toegekend bedrag in 2011
€ 949.514
€ 0
€ 4.132.318
Gemiddeld toegekend bedrag in 2011
€ 949.514
€ 0
€ 516.540
Totaal toegekend bedrag cumulatief
€ 77.118.171
€ 43.406.696
€ 4.132.318
Kengetallen Operationeel Programma Noord 2011 financiering van projecten op het gebied van innovatie, attractieve regio’s en attractieve steden Financieringsbron
EFRO
Rijkscofinanciering
Totaal budget
€
169.400.000
€
80.031.000
Totaal toegekend bedrag in 2011
€
20.897.677
€
14.246.737
Gemiddeld toegekend bedrag in 2011
€
908.595
€
1.187.228
Totaal toegekend bedrag cumulatief
€
176.331.515
€
80.371.778
Kompas voor het Noorden Dit subsidieprogramma, dat liep van 2000 tot en met 2006, met een uitloop voor de uitvoering tot en met 2011, is gericht op verkleining van de achterstand die het Noorden had ten opzichte van de rest van Nederland. De economische groei moet hand in hand gaan met behoud en versterking van de natuurlijke en landschappelijke waarden en het milieu. De thematiek van het door het Rijk gefinancierde Kompas voor het Noorden was bijna gelijk aan het EFRO-programma 2000-2006. Daarom werden bepaalde projecten deels gesubsidieerd vanuit het Kompas en deels vanuit EFRO. Het Kompasprogramma is belangrijk geweest voor Noord-Nederland. De schatting is dat projecten in dit programma zal voldoen aan de oorspronkelijke doelstelling: 15.000 additionele arbeidsplaatsen. Eind 2010 waren 12.000 van de verwachte arbeidsplaatsen gerealiseerd. Hoewel een aantal grote projecten nog niet is afgerond en nog niet alle effecten zijn gerealiseerd, is nu al aan de belangrijkste doelstellingen voldaan.
18
SNN Jaarverslag 2011
Kengetallen EZ-Kompas ultimo 2011 (inclusief EFRO 2000-2006) Totaal budget
€ 389.280.100
Totaal aantal toekenningen
362
Totaal aantal eindafrekeningen
357
Totaal toegekend bedrag
€ 425.139.190
Gemiddeld toegekend bedrag
€ 1.174.418
Totaal vastgesteld en afgerekend
€ 357.053.735
UILN-N Het Uitvoeringsprogramma Innovatie Landbouw Noord-Nederland (UILN-N) komt voort uit een samenwerking met het (toenmalige) ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). De uitvoering van dat programma liep van 2001 tot 1 maart 2011. De doelstelling was: vernieuwing en versterking van een maatschappelijk verantwoorde, markt- en ketengerichte landbouw en voedselproductie in Noord-Nederland, met behoud of toename van de werkgelegenheid. Het budget is opgebouwd uit subsidiebeschikkingen van het ministerie van LNV aan het SNN. In 2011 is het UILNN-programma afgerekend. Er zijn in ruim negen jaar 115 projecten ondersteund. Dit heeft bijgedragen aan het behoud van ongeveer 1.800 arbeidsplaatsen in de noordelijke landbouwsector. Het programma heeft daarnaast bijgedragen aan de invoering van kwaliteitsnormen, ketenvorming, nieuwe productievormen en de verdere ontwikkeling van de biologische landbouw. In algemene zin heeft het UILN-N de agribusiness in Noord-Nederland versterkt en de basis gelegd voor de prominente rol van agribusiness in het programma Koers Noord: op weg naar Pieken. [Tabel 3:] Kengetallen UILN-N ultimo 2011 Totaal budget
€ 16.613.407
Totaal aantal toekenningen
115
Totaal aantal eindafrekeningen
115
Totaal toegekend bedrag
€ 17.727.320
Gemiddeld toegekend bedrag
€ 154.151
Totaal vastgesteld en afgerekend
€ 16.502.156 (= 99,3 % van het beschikbare bedrag)
19
SNN Jaarverslag 2011
2.3
Regelingen De afdeling Regelingen voert verschillende subsidieregelingen uit. Deze worden hieronder toegelicht.
Kompas-regelingen In de Kompas-periode (2000 – 2006) bestonden er vijf regelingen voor individuele bedrijven (voor investeren, innoveren, exporteren en human resource management): • • • • •
Noordelijke innovatie ondersteuningsfaciliteit (NIOF) Human resource management (HRM) Investeringsregeling (IPR) Kwaliteitsinvesteringen in de Toeristische Sector 2000 (KITS) Loonkostenpremieregeling Noord-Nederland 2002 (LPR)
Voor het EFRO-deel van de financiering is in juni 2010 de eindafrekening ingediend. Voor het EZ-Kompas-deel zijn, op een paar IPR-projecten na, alle projecten afgerond. De HRM en LPR zijn in 2011 definitief afgesloten. De NIOF, KITS en IPR (vestiging en uitbreiding) worden begin 2012 afgesloten. De gecommitteerde bedragen voor alle regelingen zijn nagenoeg volledig benut. In een periode van zeven jaar is een bedrag van ruim € 220 miljoen aan Europese gelden uitgekeerd aan bedrijven in Noord-Nederland; 90 procent daarvan ging naar het midden- en kleinbedrijf.
Koers Noord-regelingen In 2008 is begonnen met de Koers Noord-regelingen: IPR, NIOF en HRM. In 2011 voerde het SNN ook regelingen en werkzaamheden voor provincies en gemeenten uit, zoals toeristische en energiebesparende regelingen. • Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit (NIOF) De NIOF is al jaren een succesnummer, ook in 2011. Noord-Nederlandse bedrijven doen veel aan innovatie. In 2011 deden 980 bedrijven een aanvraag. In 2011 werd bijna € 14 miljoen aan subsidie betaald voor projecten die in 2008, 2009 en 2010 een toekenning hadden gekregen. Het succes en belang van de NIOF worden door het Dagelijks Bestuur van het SNN onderschreven. Door budgetten vanuit IPR en HRM over te hevelen (zie hieronder), is in ieder geval voor 2011 weer budget toegewezen voor de NIOF. • Investeringspremieregeling (IPR) Bij de IPR was het in 2011 niet meer mogelijk aanvragen in te dienen. Het grootste gedeelte van de aanvragen is in 2011 beoordeeld. Er zijn in totaal 55 projecten beschikt voor een bedrag van meer dan € 23 miljoen. In 2012 worden de laatste projecten beschikt. • Human Resource Management 2011 was het laatste jaar om aanvragen voor de HRM-regeling in te dienen. Dit leidde tot bijna een verdubbeling van het aantal aanvragen: 230 in 2011 ten opzichte van 124 in 2010. Het gehele budget is beschikt.
20
SNN Jaarverslag 2011
• Toeristische regelingen De afdeling Regelingen voert voor de provincies afzonderlijke toeristische investeringsregelingen uit , zoals de Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân/Groningen/Drenthe (STINAF/STINAG/STINAT). De investeringsdrang is met name in Fryslân en Drenthe groot. Bij beide regelingen is het budget uitgeput. Binnen de STINAG is nog wel budgetruimte. • Energiebesparingsregelingen (SEBB en SIEBB en gemeente De Wolden): De noordelijke provincies kennen alle drie een Subsidieregeling energiebesparing bestaande bouw (SEBB). De budgetten waren in 2010 al overtekend. In totaal is er zo’n € 2,7 miljoen aan subsidies toegekend aan ongeveer 2000 woningbezitters. De totale investering, inclusief de eigen bijdragen van deze particulieren, bedraagt zeker € 13,5 miljoen. In 2011 is het grootste gedeelte van de projecten vastgesteld. In 2012 wordt de SEBB afgerond. De SIEBB-regeling subsidieert innovatie, energiebesparende maatregelen voor clusters van woningen. Twaalf corporaties hebben daar gebruik van gemaakt, waardoor zo’n duizend woningen energiezuiniger worden. Sinds half november 2010 voert SNN voor de gemeente De Wolden een energiebesparingsmaatregel uit. Vanwege het succes van de regeling wordt in de toekomst nieuw budget beschikbaar gesteld; zowel in 2012 als 2013 € 50.000. Kengetallen subsidieregelingen SNN 2011 Regeling
Aanvragen
Verleningen
Vaststellingen
HRM+2009/2010
230
98
40
NIOF 2008/2010
980
621
463
0
14
3
SEBB Drenthe
0
0
65
SEBB Groningen
0
2
133
SEBB Friesland
0
4
259
STINAF
74
33
14
STINAG
28
23
3
STINAT
0
36
24
SIEBB Groningen
7
2
0
SIEBB Friesland
7
0
0
SIEBB Drenthe
6
2
0
SEG De Wolden
16
23
34
IPR2008/2009 Kengetallen subsidieregelingen 2011 die SNN uitvoert voor derden
21
Hier trekken we de lijn
De drie toenmalige Commissarissen van de Koningin, Hans Alders (Groningen), wijlen Relus ter Beek (Drenthe) en Ed Nijpels (Fryslân) schouder aan schouder op het Plein in Den Haag. Met de campagne ‘Hier trekken we de lijn’ verzette het Noorden zich tegen het kabinetsvoornemen om geen (snelle) openbaar vervoer verbinding aan te leggen tussen Noord-Nederland en de Randstad, de Zuiderzeelijn. Met bussen en treinen trok NoordNederland samen met de provincie Flevoland naar Den
Haag om de Tweede Kamer een petitie aan te bieden. In 2007 valt het besluit dat de Zuiderzeelijn niet doorgaat. Als compensatie krijgt Noord-Nederland € 2,16 miljard. Dit bedrag is bestemd voor de ontwikkeling van de economie en de bereikbaarheid van het Noorden. Projecten die met dit geld worden gefinancierd staan op www.rsp-projecten.nl. 23 mei 2006
SNN Jaarverslag 2011
3 Lobby en advies 3.1
Haagse en Brusselse lobby Het SNN voert een permanente lobby in Brussel en Den Haag. Het SNN heeft drie vaste lobbyisten: één in Den Haag en twee in Brussel. De Europese lobby wordt sinds 2010 ondersteund door Bernard Bot, oud-minister van Buitenlandse Zaken en oud-Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de Europese Unie. De lobbyisten dragen de kracht en de mogelijkheden van Noord-Nederland uit en laten zien wat er in Noord-Nederland met de subsidies gebeurt. De Brusselse lobbyisten leggen ook contacten met buitenlandse overheden en bedrijven om deuren te openen voor bedrijven uit Noord-Nederland. De lobbyisten signaleren ontwikkelingen die van belang zijn voor Noord-Nederland en oefenen daar waar mogelijk en zo nodig invloed op uit.
Brussel De Europese lobby richt zich met name op het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) en op het Regionaal beleid, met de Europese Fondsen ESF en EFRO, ESV en Interreg. Het eerste fonds is gericht op sociale innovatie en werkgelegenheid, het tweede op regionale ontwikkeling, het derde op visserij en het vierde op grensoverschrijdende samenwerking. De landbouwbegroting en de structuurfondsen omvatten samen twee derde van de Europese begroting. De lobbyisten houden de voorstellen, consultatierondes en commissievergaderingen rond het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de Structuurfondsen scherp in de gaten. Zo nodig komen zij in actie, met position papers, inbreng in consultaties en persoonlijke contacten. Ook seinen zij bestuurders en ambtenaren in om waar mogelijk hun inbreng te leveren. Een van de hoogtepunten in 2011 was het zomerevent in Brussel, op 21 juni. Doel was de Europese relaties te laten zien op welke wijze Noord-Nederland kan bijdragen aan de Europese centers of excellence: energie, watertechnologie, sensortechnologie, agribusiness en healthy ageing, juist ook door de interactie tussen deze clusters. De bijeenkomst is drukbezocht door Europarlementariërs, medewerkers van de Europese Commissie en de Europese Raad, en vertegenwoordigers van brancheorganisaties en sociale partners.
De concurrentie is groot Het Europese geld wordt opgebracht door en verdeeld over 27 lidstaten. Omdat de concurrentie groot is, is het van cruciaal belang om als Rijk en regio’s een eensgezind verhaal te presenteren. Dat is een lastige opgave. Vanwege voorgestelde bezuinigingen in het Regeerakkoord ziet het kabinet de eigen bijdrage aan Europa liever omlaag gaan. Daarnaast speelt er een discussie of de Europese Fondsen voor de regio’s niet centraal zouden moeten worden beheerd. Voor Noord-Nederland komt het er daarom op aan om zijn belangen zelf actief onder de aandacht te brengen van de Tweede Kamer, het Europarlement en de Europese Commissie. Daar is het SNN in 2011 dan ook druk mee bezig, samen met provinciale bestuurders, ambtenaren en lobbyisten en met de vijf innovatieclusters watertechnologie, energie, sensortechnologie, agribusiness en healthy ageing. Het SNN werkt waar mogelijk ook samen met de andere Nederlandse regio’s. De regio’s zijn gezamenlijk gehuisvest in het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel. De samenwerking is intensief, omdat de regio’s in de aanloop naar de nieuwe begrotingsperiode het gemeenschappelijk belang hebben om zoveel mogelijk Europese middelen naar Nederland te halen.
23
SNN Jaarverslag 2010
Den Haag Een krachtige profilering van Noord-Nederland in Den Haag is van groot belang; zowel met het oog op mogelijke beleidsbeïnvloeding als om financiële mogelijkheden te creëren. De inzet is er op gericht de mogelijkheden van het Rijksbeleid proactief te benutten. Daarbij is het van belang dat de vijf noordelijke innovatieclusters nauw aansluiten op het topsectorenbeleid van het kabinet. De lobbyisten hebben regelmatig contact met Kamerleden en met bewindslieden. De lobby wordt per onderwerp ondersteund met factsheets en position papers. In 2011 waren onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: • • • • • • • • • • • • • •
regionaal economische beleid met specifieke aandacht voor noordelijke topsectoren; toerisme en recreatie (internationale promotie watersport); bevolkingsdaling /- krimp; Waddenfonds (waaronder decentralisatie Waddenfonds); Waterwet en Waterschapswet; Hoogwaterbescherming (de Deltawet, Bestuursakkoord Water en de Afsluitdijk); Mijnbouwwet (zoutwinning); afslanking bij Rijksdiensten en ZBO’s; infrastructuur, OV (waaronder concessie hoofdrailnet) en gebiedsontwikkeling; zeehavens (waaronder energie Eemshaven en het loodswezen); natuurbeleid (waaronder decentralisatie natuurbeleid, PAS en Natura 2000) gemeentelijke herindelingen (waaronder het beleidskader); de actualisering van het ruimtelijk beleid en de erkenning van het Rijk van Noord-Nederland als nationale energieregio (Energyport); Noord-Nederland als proeftuin voor decentralisatie rijksdiensten.
Een deel van deze onderwerpen wordt ook periodiek besproken met het Convent van Noordelijke Tweede Kamerleden. Dit convent heeft enkele keren per jaar bestuurlijk overleg in Den Haag of in Noord-Nederland, in combinatie met werkbezoeken. In 2011 zijn er ook twee werkbezoeken geweest voor de leden van de vaste Tweede Kamercommissies EL&I en I&M. Daarbij stonden het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de ontwikkelingen rond het IJsselmeer, de Afsluitdijk en de Waddeneilanden centraal. In 2011 is de noordelijke lobby verder geprofessionaliseerd. Een bestuurlijke commissie onder leiding van John Jorritsma, CdK van Fryslân, heeft een aantal suggesties gedaan om de lobby namens Noord-Nederland verder te professionaliseren. Er is een taakverdeling gemaakt onder de verschillende bestuurders en er is focus aangebracht in de gezamenlijke thema’s. Dit zijn: • • •
behoud van rijksdiensten in Noord-Nederland; cohesiebeleid en gemeenschappelijk landbouwbeleid, zowel nationaal als Europees (topsectoren, Energyport); ruimtelijke en economische structuur.
In december heeft het DB besloten de noordelijke lobbycapaciteit uit te breiden. Er is voor twee jaar een extra lobbyist in Den Haag aangesteld. Daarnaast komt er een stafmedewerker die de vier lobbyisten gaat ondersteunen bij hun werkzaamheden.
24
SNN Jaarverslag 2011
3.2
SER Noord-Nederland geeft advies De Sociaal-Economische Raad Noord-Nederland (SER Noord-Nederland) is in 2007 door het SNN opgericht als platform en adviesorgaan over sociaaleconomische aangelegenheden. De SER Noord-Nederland bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties en deskundigen op de beleidsterreinen regionale economie, ruimtelijke ordening, innovaties, arbeidsmarkt & scholing en mondialisering van de economie. De SER NoordNederland heeft een onafhankelijk voorzitter en wordt door een klein secretariaat ondersteund. 2011 heeft voor de SER Noord-Nederland in het teken gestaan van een aantal organisatorische veranderingen, zoals de aanstelling van een nieuwe secretaris en de instelling van vijf vaste adviescommissies onder voorzitterschap van vijf deskundigen.
Adviezen 2011 Mede als gevolg van deze organisatorische veranderingen is er in 2011 slechts één advies uitgebracht: een (ongevraagd) advies over een mogelijk tweede Energieakkoord NoordNederland (EANN II). Het advies riep op te investeren in de versterking van de energiesector in Noord-Nederland, door onder meer in te zetten op kennisontwikkeling (Energy Academy), een biobased economy, elektriciteitshub Noord-Nederland, en het 100.000 woningen & 100.000 voertuigenplan. Het EANN II kreeg een vertaling in het meerjarenbeleidsplan van de drie noordelijke provincies (Kracht van Nederland) en was onderdeel van de noordelijke inzet bij de onderhandelingen over de Green Deal Noord-Nederland, waarvan de SER Noord-Nederland medeondertekenaar was. Daarnaast heeft de SER Noord-Nederland schriftelijk input geleverd voor het advies van de landelijke SER over de toekomst van het post-initiële onderwijs in Nederland. De SER NoordNederland vroeg aandacht voor de grote regionale verschillen in de beschikbaarheid van postinitieel onderwijs, en vindt dat er in de koppeling tussen initieel en post-initieel onderwijs ook een taak ligt voor de overheid. Via een briefadvies heeft de SER Noord-Nederland aandacht gevraagd voor de topsector creatieve industrie, als voorbeeld voor andere sectoren in de vertaling van kennis naar concrete producten en diensten.
25
Bezoek eurocommissaris Hübner
Eurocommissaris Danuta Hübner voor regionaal beleid brengt een werkbezoek aan de drie noordelijke provincies om een indruk te krijgen van de manier waarop de Europese middelen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in de regio worden besteed. Ze bezoekt projecten als Wetsus (watertechnologie), Energy Valley (duurzame energie), LOFAR (sensortechnologie) en het UMCG. Eurocommissaris Hübner toont zich onder de indruk van wat er al in het Noorden is gepresteerd, vooral het feit dat geen enkel sleutelgebied op zichzelf staat, maar altijd een connectie heeft met een ander gebied. Ook de mate van betrokkenheid van het bedrijfsleven in de projecten maakt indruk bij haar.
De SNN-bestuurders gaven de eurocommissaris een goed overzicht van de Noord-Nederlandse ambities voor de periode 2007-2013 en de manier waarop het daarbij gebruik denkt te maken van de Europese programma’s. De eurocommissaris is tevreden met de invulling die het Noorden aan dit programma heeft gegeven. Ze is van mening dat deze invulling past in het cohesiebeleid van de EU voor de periode 2007-2013. In juli 2012 brengt eurocommissaris Johannes Hahn een werkbezoek aan Noord-Nederland.
1 december 2006
SNN Jaarverslag 2011
4 Internationale samenwerking Noord-Nederland is al vele jaren internationaal actief. Internationale samenwerking is niet alleen van belang om Europa te versterken, maar is ook een belangrijke aanjager voor het innovatief vermogen van de regionale economie en dus van economische groei.
Interreg-programma’s De grensoverschrijdende samenwerking in Noord-Nederland wordt gestimuleerd met middelen uit de Interreg-programma’s; voor de periode 2007-2013 is dat het Interreg IVprogramma. Interreg is een Europees subsidieprogramma voor partners uit twee of meer landen die samenwerken in projecten voor regionale economische ontwikkeling. Interregprojecten worden voor 45 tot 85 procent gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en voor de rest vanuit cofinanciering door deelnemende projectpartners. De samenwerking met de grensregio in Duitsland wordt vormgegeven via het Interreg Aprogramma; provincies coördineren dit programma en het programma wordt uitgevoerd door de Eems Dollard Regio (EDR). De samenwerking rondom de Noordzee wordt gestimuleerd door middel van het Interreg B-programma. De inzet van Noord-Nederland wordt gecoördineerd en begeleid door het SNN en de provincies. Het Interreg C-programma stimuleert de samenwerking met de overige EU-regio’s.
Interreg B Doel van het Interreg B-programma is de kwaliteit van het Noordzeegebied te verhogen door innovaties te stimuleren, de kwaliteit van het milieu en de toegankelijkheid van de regio te verbeteren en aantrekkelijke steden en regio’s te creëren. Voor de uitvoering van het programma in Noord-Nederland zijn vier coördinatoren aangesteld. Elke provincie heeft een coördinator die initiatieven ontwikkelt en begeleidt. Daarnaast is er een SNN-coördinator die samen met de provinciale coördinatoren bovenprovinciaal, nationaal en internationaal werkt. Deze coördinator is actief binnen het projectbureau Nordconnect, en houdt zich onder meer bezig met het bevorderen en afstemmen van projecten die worden ingediend binnen het Interreg-programma Noordzee en de begeleiding van projectinitiatieven voor het Baltische Zee-programma. In 2011 is groen licht gegeven aan 60 Interreg B-projecten, ter waarde van circa € 25 miljoen. In 2011 is ook begonnen met het algemeen beleidsvoorbereidend werk voor het nieuwe Interreg V-programma (2014-2020).
Nordconnect Naast de deelname in Interreg-programma’s zet Noord-Nederland extra in op de samenwerking met Nedersaksen en Noordoost-Europa: de Scandinavische en Baltische landen, Noord-Duitsland, Polen en delen van Rusland. Sinds 2006 is binnen het SNN de projectorganisatie Nordconnect actief om de contacten tussen Noord-Nederland en deze regio’s aan te jagen en de netwerken tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen te versterken. Het projectbureau Nordconnect organiseert bestuurlijke missies en events, en participeert in diverse activiteiten en projecten van derden. Het Dagelijks Bestuur van SNN heeft in juni 2011 het besluit genomen dat het project Nordconnect blijft bestaan tot en met 31 december 2013. Het accent van de internationale samenwerking ligt op Noord-Duitsland en op het ondersteunen en promoten van de vijf economische clusters. In 2013 wordt Nordconnect afgebouwd en ingebed in de bestaande ambtelijke en
27
SNN Jaarverslag 2011
bestuurlijke organisatie, waarbij het internationale netwerk behouden blijft. Dit gebeurt in afstemming met de bestuurscommissie Economische Zaken. De samenwerkingsbijeenkomst met de Leningrad Oblast, die loopt tot en met 2013, wordt nageleefd. Nordconnect richt zich daarnaast op het efficiënter organiseren van de internationale activiteiten in NoordNederland door samenwerking in het platform internationalisering (SPINN).
Bijzondere activiteiten Nordconnect 2011 • • • • • • • •
uitgaande missie naar Litouwen, januari; uitgaande missie naar Estland/Letland, februari; ambassadeursdagen voor Nederlandse ambassadeurs in Noordoost-Europa, maart; uitgaande missie naar de Hannover Messe, april; ambassadeursdagen voor ambassadeurs en honorair consuls van Noordoost-Europa, april; inkomende Watertechnologie-missie uit de Leningrad Oblast, april; start van een Government2Government-project in de agrarische sector met de Leningrad Oblast, ondertekening van het contract in aanwezigheid van premier Rutte, oktober; bezoek (handels)delegatie (30 personen) onder leiding van minister Jörg Bode van Nedersaksen, oktober.
28
Eigen kantoor
De drie noordelijke gedeputeerden van Economische Zaken bevestigen een naambord als het SNN voor het eerst intrekt in een ‘eigen’ kantoor. Het ophangen van het bord bij het toegangspad naar het kantoor is tevens de officiële start van de uitvoering van de Investeringspremieregeling (IPR) door het SNN. Daarvoor werd deze regeling uitgevoerd door de economische afdelingen van de drie provincies. Het SNN-personeel bestond in die
tijd uit negen mensen. In hetzelfde kantoorgebouw, aan de Damsport in Groningen, was de NOM destijds ook gehuisvest. Later, op 11 december 2000, verhuist het SNN naar het huidige kantoor aan de Laan Corpus den Hoorn in Groningen waar we samen met onze bovenburen Seatrade uitkijken op de A28. Mei 1993
SNN Jaarverslag 2011
5 Bedrijfsvoering 5.1
Organisatie SNN wordt ondersteund door de stafafdelingen Bestuurszaken en Interne Zaken, P&O, Juridische Zaken en Financiën. De bedrijfsvoering is een kritische succesfactor voor realisatie van de doelstellingen van het SNN en komt daarom in dit jaarverslag aan de orde. In dit hoofdstuk wordt apart aandacht besteed aan klachten en bezwaren.
Personeel In 2011 is het aantal medewerkers van SNN gedaald van 72 fte in 2010 naar 66 fte in 2011. In de meeste gevallen zijn aflopende contracten van tijdelijke medewerkers niet vervangen, als gevolg van de teruglopende werkvoorraad en de herverdeling van werkzaamheden. Van alle medewerkers is 60 procent in vaste dienst. De gemiddelde leeftijd bedroeg in 2011 37 jaar. Het ziekteverzuim is ten opzichte van 2010 licht gedaald. Het gemiddelde verzuimcijfer komt uit op 4,2 procent. Kleine organisaties als het SNN zijn gevoelig voor langdurige ziekte. Bij het SNN zijn deze ziektegevallen niet werkgerelateerd. Het SNN besteedt veel aandacht aan scholing en opleiding. Alle medewerkers hebben in 2011 meegedaan aan de training projectmatig werken en een opfris-workshop voor Officepakketten. 77 procent van de medewerkers heeft deelgenomen aan een training of teamontwikkeltraject.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Het SNN hecht veel belang aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dat blijkt ook uit de keuze voor duurzame inkoop. De nieuw aangeschafte multifunctionals (printer, scanner en kopieerapparaat ineen) zijn energiezuiniger en milieuvriendelijker. Alle PC’s zijn vervangen door zogeheten thin cliënts, die minder stroom verbruiken. Ook is een aantal tablets aangeschaft, waardoor het papiergebruik is verminderd. Voorbeelden zijn ook het schoonmaakbedrijf dat met biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen werkt, en het restaurant dat een aantal biologische en/of fairtrade producten aanbiedt. In het kader van MVO helpen medewerkers van het SNN mee bij een activiteit voor de bewoners van het naburige verzorgings- en verpleeghuis Maartenshof.
5.2
Communicatie Publicaties Het SNN geeft vier keer per jaar een extern magazine uit: Noord NL. Dit besteedt onder meer aandacht aan beleidszaken, Europa, subsidie-informatie en samenwerkingsorganisaties. De nieuwsbrief In alle Staten houdt de Statenleden van de drie noordelijke provincies op de hoogte van de noordelijke samenwerking, nieuwe regelingen, verstrekte subsidies, de voortgang van de programma’s Koers Noord en OP Noord en de lobby in Den Haag en Brussel.
Nieuwe website SNN In 2011 is een begin gemaakt met de vernieuwing van de SNN-website. De nieuwe website wordt gebruiksvriendelijker, biedt meer ruimte voor (sociale) media en sluit qua vormgeving beter aan bij de huisstijl van het SNN. De website wordt ter beoordeling voorgelegd aan een klantenpanel, onder meer om de gebruiksvriendelijkheid te meten. De site gaat in het voorjaar van 2012 online.
30
SNN Jaarverslag 2011
Evenementen Het SNN organiseerde in 2011 diverse evenementen, zoals de Europa Kijkdagen en het noordelijk lobbyevent in Brussel.
De ‘Europa om de hoek’-kijkdagen De Europese kijkdagen zijn in twee jaar uitgegroeid tot een landelijk evenement met een groot aantal deelnemers: EFRO-programma’s, ministeries van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) en Infrastructuur & Milieu (I&M), de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland en het Europe Direct netwerk. Tijdens dit evenement zetten gesubsidieerde projecten hun deuren open om te laten zien hoe de Europese Unie samen met de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen werkt aan de versterking van de economie. De kijkdagen trokken ruim 11.500 bezoekers.
Lobby-event Brussel Noord-Nederland presenteerde zich in juni met een lobbyevent in Brussel. De noordelijke delegatie liet zien wat er in Noord-Nederland bereikt is met Europees geld en hoe NoordNederland bijdraagt aan de Europese innovatieagenda en de maatschappelijke uitdagingen in Europa.
Beurzen Het SNN deed in 2011 ook mee aan diverse beurzen en congressen, zoals het Ondernemerscongres Noord-Nederland, promotiedagen Noord-Nederland en de Zakenvloer Emmen. Op het Ondernemerscongres Noord-Nederland was het SNN aanwezig met een stand. Het SNN organiseerde met de samenwerkende kennisclusters een diner, en samen met MKB-Noord een informeel ontbijt, waarbij werd kennisgemaakt met Hans Biesheuvel, de nieuwe voorzitter van MKB-Nederland. Voor de Promotiedagen Noord-Nederland heeft het SNN samen met de Kamer van Koophandel Noord-Nederland, Syntens en Agentschap NL een nieuw beursconcept opgezet. De partijen presenteerden zich voor het eerst gezamenlijk onder het motto: ‘‘t Noorden onderneemt onder 1 noemer.’ De promotiedagen boden een gevarieerd programma voor elk type ondernemer: workshops, speeddatesessies tot en met gesprekken met adviseurs. Het SNN deed ook mee aan de Zakenvloer Emmen. Iedere vloerhouder krijgt een gepersonaliseerd vloerkleed met daarop het bedrijfslogo, een passende uitspraak of een productfoto van de onderneming, en een stoel. Zo’n 250 bezoekers bezochten deze beurs.
Werkbezoeken en handelsmissies Het SNN houdt regelmatig werkbezoeken en handelsmissies om de samenwerking te stimuleren en kennis/ervaringen te delen. In 2011 waren er verschillende bezoeken over en weer:
31
SNN Jaarverslag 2011
5.3
Onderwerp
Wanneer
Noord-Nederland bezoekt Litouwen
26 - 28 januari
Noord-Nederlandse Handelsmissie Estland/Letland
Half februari
Nederlandse ambassadeurs in Noordoost- Europa bezoeken Noord-Nederland
16 - 18 maart
Ambassadeurs en honorair consuls van Noordoost-Europa bezoeken Noord-Nederland
7 – 8 april
Ondertekening verklaring gezamenlijk landbouwproject tussen Noord-Nederland en Noordwest Rusland
21 oktober
Bezwaar en beroep Voor de afdeling Juridische Zaken was 2011 een druk jaar op het gebied van bezwaar- en beroepszaken. In 2011 kwamen er 111 bezwaarschriften binnen; dat ligt rond het gemiddelde van de afgelopen zes jaar. Het aantal beroepen dat bij de rechtbank is ingediend, lag echter veel hoger dan de voorgaande jaren. Het waren er 24, waarvan er 21 vanaf juni 2011 zijn ingediend. Bezwaren en beroepen 2006 - 2011 Jaar
Bezwaren
Beroepen
2006
138
23
2007
119
21
2008
104
4
2009
63
6
2010
133
5
2011
111
24
32
SNN Jaarverslag 2011
Bezwaarschriften De stafafdeling Juridische Zaken begon 2011 met een achterstand van 69 bezwaren die nog niet waren afgehandeld: 16 bezwaren uit 2009 en 53 uit 2010. Daarnaast kwamen er in 2011 111 nieuwe bezwaren binnen. Ruim 73 procent van de in 2011 ingediende bezwaren heeft betrekking op NIOF-regelingen (Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit). Bezwaarschriften 2011 NIOF
82
NEA
3
KTS / KITS
8
Ambtenarenbezwaren
5
IPR
4
HRM/HRM 2010
2/1
KOMPAS UILN
1
OP Noord
2
SEBB Drenthe
1
Tender
1
WOB
1
Afhandeling van bezwaren In totaal zijn er in 2011 120 bezwaren afgehandeld. Daarmee is de achterstand enigszins ingelopen. Begin 2012 waren er nog 60 bezwaren uit 2010 en 2011 in behandeling. Net als in 2010 is een substantieel deel van de zaken buiten zitting afgehandeld. Van de in 2011 afgehandelde zaken die waren binnengekomen in 2010 en 2011 (104 zaken) zijn er 46 ambtshalve herzien dan wel ingetrokken; dit is bijna 45 procent van het aantal bezwaren.
(Hoger) beroepszaken Het aantal binnengekomen beroepen is in 2011 enorm gestegen ten opzichte van de drie daaraan voorafgaande jaren. Van de 24 in 2011 ingediende beroepen zijn er 21 vanaf juni binnengekomen. De stijging lijkt een gevolg te zijn van een aantal samenhangende zaken waarin tegelijkertijd bezwaar is gemaakt en vervolgens beroep is ingesteld. Verder valt op dat enkele adviseurs die eerder geen beroep instelden, dit in 2011 regelmatig wel deden. Van de in 2011 ingediende beroepen zijn er in 2011 al twaalf afgehandeld door de rechtbank. In acht zaken is het beroep ongegrond verklaard. In vier zaken is het beroep ingetrokken, in één zaak na een schikking. Ook in drie zaken waarin in 2010 beroep was ingesteld, heeft de rechtbank uitspraak gedaan. Het SNN is ook in deze zaken in het gelijk gesteld. Deze positieve
33
SNN Jaarverslag 2011
uitkomsten zijn een indicatie dat de besluitvorming in bezwaar inhoudelijk goed verloopt. In 2011 is in één zaak hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Van de in 2010 ingediende hoger beroepen is in 2011 één hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en één hoger beroep ongegrond verklaard.
WOB-verzoeken In 2011 zijn er drie verzoeken ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). Twee van die verzoeken zijn in 2011 afgehandeld, waarna tegen één van die besluiten bezwaar is gemaakt. Dit bezwaar is nog in behandeling. Het derde WOB-verzoek is begin 2012 afgehandeld.
Klachten In 2011 zijn in totaal drie klachten binnengekomen en ambtelijk afgehandeld.
34
Colofon Uitgave
Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Tekst
Corien Lambregtse en communicatie SNN Concept en grafisch ontwerp
studio Tineke Wieringa Fotografie
Studio voor fotografie en AV Producties W.J. Kleppe, Assen Jur Bosboom (p 29) SNN Laan Corpus den Hoorn 200 Postbus 779 9700 AT Groningen T 050 522 49 00 F 050 527 60 91 E
[email protected] www.snn.eu
Jaarverslag 2011 Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN)
Samenwerken is de toekomst
www.snn.eu