Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie
Jaarverslag 2010 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie
Uitgave: Mei 2011 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Gebouw Forum | Kalvermarkt 53 | 2511 CB Den Haag Telefoon 070 370 61 41 E-mail
[email protected] www.erkenningscommissie.nl
Jaarverslag 2010 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Inhoudsopgave Voorwoord
3
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
Inleiding Beoordelingen in 2010 Advisering Communicatie Aanbevelingen
4 6 10 12 14
Summary
16
Bijlagen 1. Instellingsbesluit 2. Overzicht namen en functies van voorzitter en leden in 2010 3. Kwaliteitscriteria 4. Organisaties die gedragsinterventies bij de Erkenningscommissie kunnen indienen 5. Overzicht van alle tot en met 31 december 2010 beoordeelde gedragsinterventies 6. Beschrijving van alle tot en met 31 december 2010 erkende gedragsinterventies
17 18 22 25 26 27 28
Mei 2011
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 1
27-06-2011 12:32:48
Colofon Uitgave Teksten Fotografie Vormgeving Druk
Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, mei 2011 Bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Ilco Kemmere, Amsterdam Richard Sluijs, Den Haag DeltaHage, Den Haag
Contact/meer informatie Bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Telefoon (070) 370 61 41 Email
[email protected] Website www.erkenningscommissie.nl U kunt zich aanmelden voor de digitale nieuwsbrief van de Erkenningscommissie via de website. 2
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 2
27-06-2011 12:32:48
V oorwoord Voor u ligt het zesde jaarverslag van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. In 2010 heeft de Erkenningscommissie zich - zoals gebruikelijk - beziggehouden met de beoordeling van gedragsinterventies. Daarnaast heeft zij een drietal adviezen opgesteld en heeft zij op verschillende manieren de contacten met haar directe omgeving geïntensiveerd. In dit jaarverslag wordt hier uitgebreid op ingegaan. De Erkenningscommissie beveelt aan om als aanvulling op de bestaande erkenningsprocedure, te voorzien in een structurele procedure voor een toets van innovatieve interventies en van interventies die indirect of niet gericht zijn op de aanpak van het delictgedrag, maar die wel van toegevoegde waarde in het zorgaanbod van justitiabelen worden beschouwd. Zij is bereid een rol te spelen bij de ontwikkeling van deze procedure. De Erkenningscommissie nam in 2010 afscheid van een tweetal leden van het eerste uur, namelijk de heren prof. dr. J. Hermanns en prof. dr. P. Prins. We zijn beide heren veel dank verschuldigd voor hun inbreng, zowel met betrekking tot het uitvoeren van het werk waarvoor de Erkenningscommissie is ingesteld, als voor de vormgeving van de werkwijzen en de positionering van de Erkenningscommissie gedurende de eerste jaren van haar bestaan. De Erkenningscommissie heeft zich versterkt met met vier nieuwe leden: mw. prof. dr. A. Huizink, mw. dr. M. van Nieuwenhuijzen, mw. dr. E. Vedel en dhr. dr. D. van Beek. De werving van deze leden vond plaats door middel van een openbare wervingsronde. In 2011 zal naast het beoordelen van ingediende gedragsinterventies, de beoordelingsprocedure voor interventies die het oordeel Erkend hebben gekregen en die vanaf 2012 opnieuw beoordeeld worden, verder worden uitgewerkt. Ook zullen de eisen aan effectonderzoek (criterium 10) nader worden ingevuld. Voorts zal aan de hand van de besluitvorming in het kader van het project ‘Forensische Zorg werkt!’ de Erkenningscommissie zich verder voorbereiden op haar toekomstige rol in het veld van de forensische zorg. Ook is de Erkenningscommissie gevraagd om in 2011 advies uit te brengen over de toetsing van screenings- en risicotaxatie-instrumenten en de uitvoerbaarheid van de kwaliteitscriteria. Ik dank de leden en de medewerkers van het bureau van de Erkenningscommissie hartelijk voor hun inzet en betrokkenheid gedurende het afgelopen jaar.
Prof. dr. Willem van Tilburg voorzitter
3
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 3
27-06-2011 12:32:49
1 . Inleidi ng
Leden en medewerkers van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (staand van links naar rechts): Dr. Erik Bulten Prof. dr. Peter van der Laan Prof. dr. Paul Emmelkamp Mw. prof. dr. Maja Deković Dr. Daan van Beek Mw. prof. dr. Anja Huizink Prof. dr. Robert Vermeiren Drs. Thijs van der Heijden MBA (secretaris, hoofd bureau Erkenningscommissie) (zittend van links naar rechts): Mw. drs. Nicole Mertens (senior beleidsmedewerker bureau Erkenningscommissie) Prof. dr. Guus van Heck Mw. drs. Mieke Kleiman (senior beleidsmedewerker bureau Erkenningscommissie) Mw. dr. Ellen Vedel Prof. dr. Willem van Tilburg (voorzitter) Mw. dr. Maroesjka van Nieuwenhuijzen (op de foto ontbreken): Mw. prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen Mw. Marianne Moene, beleidsondersteuner bureau Erkenningscommissie
4
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 4
27-06-2011 12:32:51
De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie beoordeelt de kwaliteit van gedragsinterventies voor jeugdigen en volwassenen. Onder een gedragsinterventie wordt verstaan een programmatisch en gestructureerd geheel van methodische handelingen gericht op het beïnvloeden van iemands gedrag of omstandigheden. Van goedgekeurde interventies mag worden verwacht dat zij recidive verminderen of voorkomen. Zo levert de Erkenningscommissie een bijdrage aan een veiliger Nederland. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft een aantal instellingen aangewezen die gedragsinterventies ter beoordeling aan de Erkenningscommissie kan indienen. Deze zijn in bijlage 4 opgenomen. De Erkenningscommissie heeft naast het beoordelen van gedragsinterventies nog twee taken: het adviseren over onderwerpen in relatie tot (het beoordelen van) de effectiviteit van gedragsinterventies aan de minister van Veiligheid en Justitie en het communiceren over de activiteiten van de commissie (zie bijlage 1, Instellingsbesluit). De commissie voert deze taken uit met een zo groot mogelijke zorgvuldigheid en deskundigheid. Zij neemt daarbij een onafhankelijke positie in: de commissie laat zich bij de beoordeling van gedragsinterventies slechts leiden door de haar gegeven kwaliteitscriteria die zijn vastgesteld door het ministerie van Veiligheid en Justitie (zie bijlage 3, Kwaliteitscriteria) en door wetenschappelijke inzichten. Inhoudelijke deskundigheid behoort tot de rolopvatting van de Erkenningscommissie. Met het oog hierop is in de Erkenningscommissie relevante wetenschappelijke kennis (bijvoorbeeld uit de criminologie, psychologie, pedagogiek en psychiatrie) samengebracht met kennis over de uitvoeringspraktijk. De leden van de Erkenningscommissie worden aangesteld door de minister van Veiligheid en Justitie. De voorzitter draagt kandidaat-leden voor benoeming voor. Werving en selectie van de kandidaat-leden vinden plaats door middel van een openbare wervingsronde. De voorzitter en leden participeren op persoonlijke titel. Hun relevante functies zijn in kaart gebracht en op de website voor iedereen inzichtelijk gemaakt (zie bijlage 2, Overzicht namen en functies van voorzitter en leden). Er is een verschoningsprocedure om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen. Een bureau ondersteunt de commissie bij het uitvoeren van haar taken en is penvoerder. Daarnaast ondersteunt dit bureau de indienende organisaties bij het indienen van gedragsinterventies en informeert zij de minister van Veiligheid en Justitie over de voortgang. De secretaris van de Erkenningscommissie is tevens hoofd van het bureau.
5
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 5
27-06-2011 12:32:51
2. Beoorde li n gen i n 2 0 1 0 2.1 Uitkomsten beoordelingen De Erkenningscommissie kwam in 2010 vijf keer bijeen om gedragsinterventies te beoordelen, namelijk op 9 maart, 30 maart, 8 juni, 12 oktober en 7 december. Zij heeft in totaal veertien keer een verzoek voor beoordeling ontvangen, waarvan twaalf gedragsinterventies voor jeugdigen en twee gedragsinterventies voor volwassenen. Alle veertien gedragsinterventies zijn in behandeling genomen. De behandeling van één gedragsinterventie (Vaktherapie in de gesloten setting) heeft niet geleid tot een oordeel (zie verder hieronder). Hieronder volgt een overzicht van de oordelen die de Erkenningscommissie heeft gegeven over de ingediende gedragsinterventies, te weten: Erkend, Voorlopig erkend, Niet erkend verdere uitwerking gewenst, en Niet erkend. Zes gedragsinterventies kregen het oordeel Erkend. Zie tabel 1. Tabel 1: Gedragsinterventies die het oordeel Erkend kregen in 2010 Interventies
Doelgroep
Multisysteem Therapie (MST)
Jeugdigen
Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (NPT-LVB)
Jeugdigen en volwassenen t/m 23 jaar
Brains4Use
Jeugdigen
Buitenprogramma Work-Wise
Jeugdigen
Multidimensional Treatment Foster Care (MTFC)
Jeugdigen
Washington State Agression Replacement Traning (WSART) Jeugdigen
Zie bijlage 6 voor een korte beschrijving van deze gedragsinterventies. Het oordeel Erkend is geldig voor een periode van vijf jaar. Binnen het verstrijken van deze periode kan de interventie opnieuw bij de Erkenningscommissie ter beoordeling worden ingediend. Bij deze beoordeling zal ook de gebleken effectiviteit in ogenschouw worden genomen. Vier gedragsinterventies kregen het oordeel Voorlopig erkend. Zie tabel 2. Tabel 2: Gedragsinterventies die het oordeel Voorlopig erkend kregen in 2010 Interventies
Doelgroep
Alcohol en Geweld
Volwassenen
Stay-a-Way
Jeugdigen
Con-tact
Jeugdigen
Out of the Circle
Jeugdigen
Een interventie krijgt het oordeel Voorlopig erkend als deze in onvoldoende mate aan de kwaliteitscriteria voldoet om het oordeel Erkend te krijgen. De Erkenningscommissie heeft er echter wel voldoende vertrouwen in dat een mogelijk effectieve interventie kan ontstaan, mits enkele noodzakelijke aanpassingen worden doorgevoerd. Het oordeel Voorlopig erkend is geldig voor een periode van twee jaar en is eenmalig. Afhankelijk van haar bevindingen bij herbeoordeling, kan de Erkenningscommissie het oordeel Erkend, Niet erkend verdere uitwerking gewenst of Niet erkend geven. Twee gedragsinterventies kregen het oordeel Niet erkend verdere uitwerking gewenst, en één het oordeel Niet erkend. Zie tabellen 3 en 4.
6
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 6
27-06-2011 12:32:51
Tabel 3: Gedragsinterventies die het oordeel Niet erkend verdere uitwerking gewenst kregen in 2010 Interventies
Doelgroep
Werken aan je Toekomst
Jeugdigen
Dialectische Gedragstherapie (DGT)
Jeugdigen
Tabel 4: Gedragsinterventie die het oordeel Niet erkend kreeg in 2010 Interventies
Doelgroep
Gedragsinterventie Partnergeweld (GIP)
Volwassenen
De Erkenningscommissie heeft besloten de ingediende interventie Vaktherapie in de gesloten setting, niet te beoordelen. Zij is van mening dat de beschrijving en het onderliggende theoretisch kader niet te beoordelen is met de haar gegeven tien kwaliteitscriteria, waarin terugdringen van het delictgedrag centraal staat. Het begrippenapparaat van de ingediende beschrijving en van deze kwalitetiscriteria sluiten onvoldoende op elkaar aan om tot een zinvolle beoordeling te komen. De Erkenningscommissie sluit echter niet uit dat de vaktherapie in het totale behandelaanbod binnen de Justitiële Jeugdinrichting van toegevoegde waarde zou kunnen zijn. Van de dertien beoordeelde interventies werden vier gedragsinterventies voor de eerste keer ter beoordeling aangeboden. Eén van deze vier kreeg het oordeel Erkend, twee het oordeel Voorlopig erkend en één het oordeel Niet erkend. Daarnaast werd Vaktherapie in de gesloten setting voor de eerste keer aangeboden. De overige negen beoordeelde gedragsinterventies betroffen herbeoordelingen: twee herbeoordeelde interventies kregen het oordeel Voorlopig erkend en vijf het oordeel Erkend. Twee van de herbeoordeelde gedragsinterventies kregen het oordeel Niet erkend verdere uitwerking gewenst. Tabel 5: Aantal eerste beoordelingen, herbeoordelingen en het oordeel van de Erkenningscommissie in 2010 Eerste beoordeling of herbeoordeling
Erkend
Voorlopig erkend
Niet erkend verdere uitwerking gewenst
Niet erkend
Totaal aantal
Eerste beoordeling
1
2
0
1
4
Herbeoordeling
5
2
2
0
9
In bijlage 5 staat een overzicht van alle tot en met 31 december 2010 beoordeelde gedragsinterventies. Bijlage 6 bevat een korte beschrijving van alle interventies die tot en met 31 december 2010 het oordeel Erkend hebben gekregen.
7
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 7
27-06-2011 12:32:51
2.2 Ontwikkelingen In deze paragraaf worden het aantal ingediende gedragsinterventies, het aantal beoordelingen en de scores van 2010 vergeleken met de voorafgaande jaren. Indieningen en beoordelingen De cijfers uit 2010 laten geen trendbreuk zien met de voorafgaande jaren. Zie grafiek 1. Grafiek 1: Aantal indieningen en beoordelingen in de periode van 2006 t/m 2010 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
2006
Aantal ingediend
2007
Aantal beoordeeld
2008
Eerste beoordelingen
2009
2010
Herbeoordelingen
Uit grafiek 1 komt naar voren dat het aantal ingediende gedragsinterventies (14) en het aantal beoordelingen (13) ongeveer even groot is geweest als in voorafgaande jaren. Uitzondering is het jaar 2008 dat met het aantal van 18 ingediende en beoordeelde gedragsinterventies een piekjaar genoemd mag worden. Uit deze grafiek komt tevens naar voren dat de trend van een afname van het aantal eerste beoordelingen is gestabiliseerd in 2010 en dat het aantal herbeoordelingen weer toeneemt. Kwaliteit beoordeelde gedragsinterventies Bij de beoordeling van een interventie kunnen per criterium 0, 1 of 2 punten worden behaald. Er zijn tien criteria. Dit betekent dat in totaal 20 punten kunnen worden behaald. De gemiddelde totaalscore over alle in 2010 beoordeelde gedragsinterventies is 14,6. Dat is een iets hogere score dan in 2009 (14,3). De stijgende lijn ten opzichte van de voorgaande jaren lijkt zich voort te zetten. Aangetekend moet worden dat in 2010 de toename in de gemiddelde totaalscore geringer is dan in de jaren daarvoor. Zie tabel 6. Tabel 6: Gemiddelde totaalscore in de periode 2006 t/m 2010 Jaar
Gemiddelde totaalscore
2006
11,3
2007
12,5
2008
13,1
2009
14,3
2010
14,6
Het jaar 2010 laat geen grote verandering zien voor wat betreft de gemiddelde totaalscores per criterium. Zie grafiek 2.
8
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 8
27-06-2011 12:32:51
Grafiek 2: Gemiddelde totaalscores per criterium in de periode 2006 t/m 2010 2,5
2
1,5
1
0,5
0
1 2006 (N=13)
2 2007 (N=15)
3
4 2008 (N=18)
5 2009 (N=12)
6
7
8
9
10
2010 (N=13)
In 2010 werden, net zoals in de meeste voorgaande jaren, de hoogste scores behaald op criterium 3 Dynamische criminogene factoren en protectieve factoren, criterium 5 Vaardigheden, criterium 7 Betrokkenheid en motivatie, criterium 8 Continuïteit en criterium 9 Interventie-integriteit. Op elk van deze criteria werd in 2010 gemiddeld meer dan 1,5 punten behaald. Op criterium 1 Theoretische onderbouwing, criterium 2 Selectie van justitiabelen en criterium 6 Fasering, intensiteit en duur, werden in 2010 een score behaald tussen de 1 en de 1,5 punten. Deze score is voor wat betreft criterium 1 vrijwel hetzelfde als in alle voorgaande jaren. Voor criterium 2 en 6 is deze score in 2010 vergelijkbaar of hoger dan in de jaren daarvoor. In 2010 behaalden de beoordeelde gedragsinterventies op criterium 4 Effectieve behandelmethoden en op criterium 10 Evaluatie gemiddeld de laagste scores. Dit was ook in voorgaande jaren het geval. Uitschieters zijn in 2010 de gemiddelde scores op criteria 5 Vaardigheden en 8 Continuïteit. Daarop werd respectievelijk 0,3 en 0,2 punten hoger gescoord dan in het jaar daarvoor (2009). De opwaartse trend vanaf 2008 is hiermee voortgezet. Op criterium 10 Evaluatie werd gemiddeld 0,2 punten lager gescoord dan in 2009. De neergaande lijn vanaf 2008 wordt daarmee gecontinueerd.
9
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 9
27-06-2011 12:32:51
3 . Adviseri ng Op verzoek van het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de Erkenningscommissie in 2010 drie adviezen uitgebracht. 3.1 Advies Toetsingskader Erkenningscommissie en de forensische zorg Aanleiding voor dit advies1 is de toekomstige rol van de Erkenningscommissie in de forensische zorg. De Erkenningscommissie is door het ministerie van Veiligheid en Justitie verzocht de vraag te beantwoorden of, en zo ja in hoeverre de huidige tien kwaliteitscriteria bruikbaar en toereikend zijn voor de beoordeling van de behandelmodules/-programma’s in de forensische zorg. Het advies is geformuleerd op grond van de uitkomsten van een speciaal voor dit advies georganiseerde pilot. Drie forensische zorgaanbieders waren bereid om bij wijze van proefindiening mee te werken aan deze pilot2. Zij hebben elk een onderdeel van hun behandelaanbod beschreven aan de hand waarvan de Erkenningscommissie de criteria heeft kunnen uitproberen. In haar advies geeft de Erkenningscommissie aan dat de huidige criteria bruikbaar en toereikend zijn voor de beoordeling van interventies die recidivevermindering tot doel hebben en die aangeboden worden in de forensische zorg. Voor de beoordeling van interventies op hun bijdrage aan recidivevermindering, blijkt de forensische zorg zich niet te onderscheiden van de andere sectoren die interventies ter beoordeling aanbieden, t.w. het Gevangeniswezen en de Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s). Wel vergt de operationalisatie van een aantal van de huidige criteria enige aanpassing en andere accenten als het gaat om de beoordeling van interventies in de forensische zorg. Onder bovengenoemde interventies wordt hier verstaan: - afgebakende, stand alone interventies en - een enkelvoudige module of een set van modules die onderdeel zijn van een groter geheel. De Erkenningscommissie heeft geen definitieve uitspraak kunnen doen over de geschiktheid van de criteria voor het beoordelen van forensische zorgprogramma’s. Deze zorgprogramma’s zijn bestemd voor een specifieke doelgroep en zijn meer omvattend dan eerder genoemde interventies. Zij acht het niet onwaarschijnlijk dat zorgprogramma’s kunnen worden beoordeeld aan de hand van de huidige criteria, mogelijk met enige aanpassing. Zij is bereid dit nader te bestuderen. 3.2 Advies Vijfjaarstermijn Het tweede advies3 betreft de naderende afloop van de vijfjaarstermijn van de eerste erkende gedragsinterventies. De erkenning is vijf jaar geldig, waarna moet worden aangetoond dat de interventie effectief is. Er waren vanuit indieners signalen dat deze termijn mogelijk niet zou worden gehaald. Voor de totstandkoming van het advies zijn o.a. veldorganisaties geraadpleegd door middel van individuele gesprekken. Daarnaast is er op 4 november 2010 een werkbijeenkomst georganiseerd waarvoor indieners, ontwikkelaars, beleidsmedewerkers en onderzoekers zijn uitgenodigd (zie ook 4.3). Mede op basis van hun inbreng adviseert de Erkenningscommissie een overgangsregeling in te stellen voor de interventies die in de periode 2007 t/m 2010 zijn erkend. De overgangsregeling houdt in dat, onder voorwaarde dat de interventie doeltreffend is gebleken én er een effectiviteitsonderzoek loopt, de erkenning met maximaal drie jaar wordt verlengd. De commissie stelt tevens voor de vijfjaarstermijn voor toekomstig te erkennen interventies - vanaf 2011 - te handhaven. Dit betekent dat de erkenning na vijf jaar vervalt, tenzij de effectiviteit van de interventie binnen deze termijn wordt aangetoond.
1 2 3
Toetsingskader recidiveverminderende bijdrage forensische zorg, Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, 10 november 2010. De zorgaanbieders die hun medewerking hebben verleend aan de pilot zijn Trajectum/ Hoeve Boschoord, Het Dok/de Kijvelanden en De Waag Amsterdam. Vijfjaarstermijn erkende interventies en beoordeling effectiviteit, Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, 23 december 2010.
10
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 10
27-06-2011 12:32:51
3.3 Advies Criterium 10 Het derde en laatste advies4 heeft betrekking op criterium 10 van de kwaliteitscriteria. Dit criterium verwoordt de eisen die aan het uitvoeren van onderzoek naar de effectiviteit van gedragsinterventies worden gesteld. Aan de adviesaanvraag lag mede de vraag ten grondslag of het huidige criterium 10 in voldoende mate aansluit op de uitvoeringspraktijk. De ervaring van indieners en onderzoekers leert, dat er een aantal bezwaren kleeft aan het huidige criterium 10. Zo kan een onderzoeksdesign dat ten behoeve van een ex ante beoordeling van de gedragsinterventie is geschreven, gedateerd zijn op het moment van uitvoering van het effectiviteitonderzoek. Ook melden indieners dat het bij sommige interventies moeilijk is om volledig te voldoen aan de vereisten van effectiviteitsonderzoek zoals geformuleerd onder criterium 10. Dat het indienen van een onderzoeksdesign problemen geeft, wordt weerspiegeld in de scores die voor criterium 10 worden behaald bij de ex ante beoordeling van gedragsinterventies door de Erkenningscommissie. Er wordt verhoudingsgewijs laag gescoord op dit criterium. Zie grafiek 2, Hoofdstuk 2. In haar advies stelt de Erkenningscommissie dat het huidige criterium 10 inderdaad te weinig aansluit op de uitvoeringspraktijk. De commissie adviseert om de inhoud van criterium 10 zodanig te wijzigen dat er minimaal een structureel systeem van meten en hermeten wordt verlangd (Routine Outcome Monitoring). Routine Outcome Monitoring (ROM) is een methodiek die inzicht geeft in de justitiabelen, de behandeling en het resultaat van de behandeling. Daarvoor worden voor, tijdens en na de behandeling relevante uitkomstgegevens verzameld met behulp van valide en betrouwbare instrumenten. Hoewel - aldus het advies - de eisen ten aanzien van het effectiviteitsonderzoek strikt genomen pas aan de orde komen op het moment dat de effectiviteit moet worden aangetoond, is de Erkenningscommissie van mening dat een onderzoeksdesign onderdeel moet blijven van de ex ante beoordeling. Want het is wenselijk dat het uit te voeren onderzoek naar de effectiviteit van de gedragsinterventie van meet af aan aandacht krijgt. Wel zijn de gestelde eisen aan het onderzoeksdesign minder vergaand (minimaal een onderzoeksdesign met controleconditie) en weegt dit onderdeel minder zwaar op de totaalscore voor criterium 10 dan voorheen.
4 Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies, Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, 11 januari 2011.
11
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 11
27-06-2011 12:32:51
4 . Commu n icatie In 2009 is een procesevaluatie uitgevoerd naar het functioneren van het erkenningsproces van justitiële gedragsinterventies die gericht zijn op vermindering van recidive5. Eén van de aandachtspunten die uit dit evaluatieonderzoek naar voren is gekomen is de behoefte van indieners tot direct contact met leden van de Erkenningscommissie, voorafgaand aan en na beoordeling van de gedragsinterventie. De Erkenningscommissie onderkent deze behoefte. Zij is bereid de contacten met de indieners te intensiveren voor zover dat haar onafhankelijkheid als toetsend orgaan niet schaadt. De Erkenningscommissie is, gelet op haar onafhankelijkheid als beoordelend en adviserend orgaan, namelijk op enige afstand geplaatst van zowel de opdrachtgever als de veldorganisaties. In 2010 is een aantal activiteiten gerealiseerd die het directe contact tussen commissie(leden) en indieners verder tot stand brengt. 4.1 Werkbezoeken In 2010 heeft de Erkenningscommissie vier werkbezoeken afgelegd. Het doel van de werkbezoeken is dat de leden zicht krijgen op de uitvoerende praktijk waarbinnen de Erkenningscommissie functioneert en, omgekeerd, dat de medewerkers van de betrokken organisaties een beter beeld krijgen van het functioneren van de Erkenningscommissie. Justitiële Jeugdinrichting (JJI) De Hunnerberg Het eerste werkbezoek in 2010 vond plaats op 29 januari in JJI De Hunnerberg in Nijmegen. Tijdens de gesprekken met de directie, medewerkers en jongeren kwamen verschillende onderwerpen aan de orde en in het bijzonder de ervaringen met YOUTURN, de basismethodiek voor JJI’s. Het werkbezoek leverde veel kennis op over de wijze waarop met YOUTURN en steeds wisselende (externe) omstandigheden gewerkt wordt in een JJI. Landelijk Bureau Raad voor de Kinderbescherming Op 24 juni was een aantal leden van de Erkenningscommissie te gast bij het Landelijk Bureau van de Raad voor de Kinderbescherming in Utrecht. Aan de hand van een concrete casus en rollenspel werd gedemonstreerd hoe in een multidisciplinair overleg het advies in een strafzaak wordt voorbereid en welke vragen en aandachtspunten hierbij van belang zijn. Penitentiaire Inrichting (PI) De Geerhorst Het derde werkbezoek had betrekking op het terrein van volwassen justitiabelen. Op 15 oktober bracht een aantal leden van de Erkenningscommissie een werkbezoek aan PI De Geerhorst in Sittard. Aan de hand van een presentatie over het programma Modernisering Gevangeniswezen en een toelichting op de wijze waarop de uitvoering van gedragsinterventies wordt gepland en uitgevoerd binnen de PI, werd inzichtelijk gemaakt welke plaats een gedragsinterventie heeft binnen het regiem van een PI. Justitiële voorwaarden en pilot Optimalisering voorwaardelijke sancties Op 9 december is een delegatie van de Erkenningscommissie op werkbezoek ontvangen door de projectgroep Optimalisering voorwaardelijke sancties van het arrondissement Amsterdam. Dit werkbezoek heeft de Erkenningscommissie van dichtbij kennis laten maken met de juridische en bestuurlijke uitvoeringspraktijk waarin bijzondere voorwaarden - waarvan het opleggen van een gedragsinterventie er één is - worden aangeboden en uitgevoerd.
5 Procesevaluatie Erkenningscommissie Justitie, Significant, 9 november 2009, Barneveld, www.significant.nl/newsitems/292.
12
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 12
27-06-2011 12:32:51
4.2 Gesprekken leden Erkenningscommissie met indieners van gedragsinterventies Nieuw is ook het toelichtinggesprek na een beoordeling van een gedragsinterventie tussen de indiener en een commissie lid. De indiener heeft in een dergelijk gesprek de gelegenheid om toelichting te krijgen op de opmerkingen van de Erkenningscommissie in de beoordelingsbrief. De beoordelingsbrief is de formele reactie van de Erkenningscommissie aan de indiener, met vermelding van het commissieoordeel, de toegekende scores per criterium en de opmerkingen per criterium. In 2010 hebben vier indieners gebruik gemaakt van dit aanbod. Uit de reacties van de indieners kwam naar voren dat men de gesprekken als een nuttige aanvulling op de formele beoordelingsbrief beschouwt. 4.3 Werkbijeenkomst 4 november Ter voorbereiding op het uitbrengen van de adviezen ‘Vijfjaarstermijn erkende interventies en beoordeling effectiviteit’ en ‘Criterium 10 van de beoordelingscriteria effectiviteit gedragsinterventies’, heeft de Erkenningscommissie een werkbijeenkomst georganiseerd. Daarvoor werd een aantal indieners, beleidsmedewerkers, onderzoekers en ontwikkelaars uitgenodigd. Het doel van de bijeenkomst was om de mening te horen van de deelnemers over de richting van de adviezen. Tijdens de bijeenkomst vond tussen de aanwezigen, onder wie leden van de Erkenningscommissie, een waardevolle uitwisseling plaats van ervaringen en ideeën over genoemde twee onderwerpen. De werkbijeenkomst bleek te voorzien in een behoefte: de genodigden waardeerden de aangeboden mogelijkheid om hun vragen te stellen en mening te uiten, terwijl de Erkenningscommissie gebruik heeft kunnen maken van de inbreng van genodigden bij de totstandkoming van de definitieve adviezen. 4.4 Overig Presentaties Het bureau van de Erkenningscommissie verzorgt op verzoek presentaties voor organisaties of gremia die belangstelling hebben voor en veelal op enigerlei wijze betrokken zijn bij het werk van de Erkenningscommissie. In 2010 zijn presentaties verzorgd op het Festival Forensische Zorg (28 januari), voor het Landelijk Overleg Voorzitters Strafsectoren (2 juli), voor studenten bestuurskunde aan de Universiteit Tilburg (8 oktober) en voor het Haags Jeugdforensisch Platform (6 december). Overleggen Daarnaast geeft de Erkenningscommissie invulling aan haar communicatietaak door op eigen verzoek of gevraagd in overleg te treden met organisaties in haar omgeving. In 2010 is er overleg geweest met: - de Directeur-generaal Preventie, Jeugd en Sancties van het ministerie van Veiligheid en Justitie (28 januari en 9 september); - de Vaste Kamercommissie Justitie (9 februari); - het WODC (22 februari en 4 oktober); - experts tijdens een bijeenkomst in het kader van de monitoring uitvoering gedragsinterventies (27 mei); - de Erkenningscommissie Interventies (NJi/RIVM), deelcommissie Jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie (5 juli); - de drie reclasseringsorganisaties (14 september); - experts tijdens een bijeenkomst in het kader van het project ‘Forensische zorg werkt!’ (20 september); - de voorzitter van de begeleidingscommissie bij het project ‘Forensische zorg werkt!’ (24 november); - de staatssecretaris van het ministerie van Veiligheid en Justitie (13 december); - de directeur van de directie Forensische Zorg, DJI (13 december). Website De Erkenningscommissie beheert de website: www.erkenningscommissie.nl. Belangrijkste onderdeel van deze website is een overzicht van de interventies die door de Erkenningscommissie het oordeel Erkend hebben gekregen. Er wordt beknopte informatie verstrekt over deze interventies, evenals contactgegevens voor meer informatie. Ook informatie over de procedure van indiening van gedragsinterventies, de samenstelling van de Erkenningscommissie en relevante achtergrondinformatie is op de site te vinden. Nieuwsbrieven In 2010 zijn drie nieuwsbrieven uitgebracht. Daarin worden actuele onderwerpen kort besproken. De gedragsinterventies die recentelijk erkend en voorlopig erkend zijn worden in de nieuwsbrieven vermeld. 13
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 13
27-06-2011 12:32:51
5 . Aa nbevel in gen Creëer een structurele procedure voor de beoordeling van innovatieve interventies en van bestaande interventies die indirect of niet gericht zijn op aanpak van het delictgedrag, maar die wel van toegevoegde waarde worden beschouwd. Gedragsinterventies die door de Erkenningscommissie het oordeel Erkend krijgen, zijn gericht op het terugdringen van recidive. Dit betekent dat de Erkenningscommissie op grond van wetenschappelijk onderzoek van mening is dat deze gedragsinterventies effectief (kunnen) zijn in het bereiken van dit doel, namelijk het terugdringen van recidive. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat een deel van het behandel- en zorgaanbod de toets aan de tien kwaliteitscriteria niet kan doorstaan, omdat de interventie en/of de bijdrage aan het terugdringen van recidive onvoldoende wetenschappelijk kan worden onderbouwd. Veel gedragsinterventies worden om die reden waarschijnlijk niet eens ter beoordeling aangeboden, omdat men bij voorbaat de inschatting maakt dat deze niet zullen worden erkend. Een ongewenst effect daarvan kan zijn, dat de ontwikkeling en toepassing van interventies die niet tot doel hebben een directe bijdrage te leveren aan het terugdringen van recidive, maar die in brede kring wel als een onmisbaar onderdeel van de zorg of van de strafrechtstoepassing worden beschouwd, afgeremd worden. Het gaat om interventies waarmee doelen worden bereikt in de voorwaardenscheppende sfeer en die de totale behandeling van de justitiabele ten goede kan komen. Hierdoor kunnen deze interventies wellicht indirect of op termijn bijdragen aan het terugdringen van het delictgedrag. Zo bezien kunnen sommige vaardigheden of opvattingen en attitudes worden beschouwd als intermediate goals of stepping stones. Een tweede gevolg kan zijn, dat potentieel waardevolle interventies die (vooralsnog) niet aan de tien kwaliteits criteria voldoen maar die in de toekomst dat wel zouden kunnen gaan doen, een stille dood sterven. Het is met het oog op de innovatie van het behandel- en zorgaanbod een onwenselijke ontwikkeling als zulke interventies buiten beeld raken. Het gaat hier bijvoorbeeld om interventies die op dit moment nog onvoldoende wetenschappelijk zijn onderbouwd om harde conclusies te trekken over de effectiviteit, maar die wel potentieel interessant zijn. Dergelijke beloftevolle interventies zouden vanuit het oogpunt van innovatie van het behandel- en zorgaanbod van justitiabelen gestimuleerd en onderzocht moeten worden. Een derde aandachtspunt betreft interventies die weliswaar niet bijdragen aan het tegengaan van recidive - en daar dus geen invloed op hebben -, maar waarvan de samenleving en in het verlengde daarvan de rechterlijke macht het belangrijk vinden dat zij wel worden toegepast omdat zij andere aan straf gerelateerde doelen dienen. Te denken valt aan het ontwikkelen van inzicht in en begrip hebben voor slachtofferschap. Ook zulke interventies zouden op hun kwaliteit en effectiviteit moeten worden beoordeeld. De Erkenningscommissie beveelt aan om, analoog aan de bestaande erkenningsprocedure, een structurele procedure te creëren waarmee: 1. in het kader van innovatie, potentieel interessante maar nader te onderzoeken en/of door te ontwikkelen interventies gericht op het terugdringen van recidive worden gesignaleerd; 2. interventies worden gesignaleerd die indirect of niet gericht zijn op recidivevermindering, maar waarvan mag worden verondersteld dat die wel van toegevoegde waarde zijn in het behandel- en zorgaanbod van justitiabelen of in de strafrechtstoepassing.
14
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 14
27-06-2011 12:32:51
De procedure zou kunnen bestaan uit een toets die antwoord geeft op de vraag of er inhoudelijk onderbouwde (op basis van theoretische overwegingen of wetenschappelijke inzichten) gronden zijn om de betreffende interventie in het kader van de innovatie van het behandel- en zorgaanbod verder te onderzoeken en te ontwikkelen, dan wel om te veronderstellen dat een interventie van toegevoegde waarde is voor de behandeling of zorg van justitiabelen. In het tweede geval kan gedacht worden aan een ex ante kwaliteits- en effectiviteitstoets met een andere uitkomstmaat dan recidive. Deze procedure kan bijdragen aan een verantwoorde allocatie van middelen ten behoeve van innovatie en van interventies die indirect of niet tot doel hebben een bijdrage te leveren aan het terugdringen van recidive, maar die in brede kring wel als een onmisbaar onderdeel van de zorg worden beschouwd. De procedure dient te worden beschouwd als aanvulling op de bestaande erkenningsprocedure die tot doel heeft het signaleren van mogelijk en bewezen effectieve gedragsinterventies die uitsluitend gericht zijn op het terugdringen van het delictgedrag. De Erkenningscommissie is bereid om een met partijen nader te bespreken rol te spelen bij de ontwikkeling van deze procedure indien de behoefte hieraan wordt herkend.
15
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 15
27-06-2011 12:32:51
S ummar y Please find enclosed the sixth annual report of the Offending Behaviour Programmes Accreditation Panel in the Netherlands. The Offending Behaviour Programmes Accreditation Panel, established in 2005 by the Ministry of Security and Justice, assesses the quality of behavioural interventions for juveniles and adults. It may be expected of approved interventions that they reduce or prevent recidivism. This is how the Panel contributes to increased safety in the Netherlands. In addition to the assessment of behavioural interventions, the Panel provides recommendations on the effectiveness of behavioural interventions to the Minister of Security and Justice and it communicates its activities. In the implementation of its duties, the Panel is guided by insights based on scientific research. Considerations of a political and policy-based nature and interests based on implementation issues play a subordinate role. In 2010 fourteen behavioural interventions were submitted to the Panel for its judgement. Six of these behavioural interventions were given the status of Accredited. In addition the Accreditation Panel delivered three opinions in 2010. In the first opinion the Panel discusses whether or not, and if so, to what extent, the current ten quality criteria are suitable and adequate for judging the treatment modules / programmes of forensic care. The Panel indicates that the current criteria are suitable and adequate for judging the stand-alone modules offered in forensic care, aimed at cutting back recidivism. The second opinion concerns the approaching end of the five-year time limit of the first accredited behavioural interventions. The accreditation is valid for five years, after which it must be proved that the intervention really is effective. There were signals that this time limit would not be reached. The Accreditation Panel recommends the implementation of a transitional scheme to the interventions that were accredited in the period 2007 up to and including 2010. The transitional scheme implies that the accreditation period is extended by not more than three years, provided that the treatment targets are reached and that the effectiveness is being assessed. The five-year time limit will be maintained for future interventions to be accredited from 2011. The third opinion concerns criterion 10 of the quality criteria. This criterion specifies the requirements set on conducting investigations into the effectiveness of behavioural interventions. The Panel recommends changing criterion 10 in such a way that a structural system of assessment and re-assessment is the minimum requirement (Routine Outcome Monitoring). The Panel is of the opinion that an investigation design must remain part of the ex ante assessment, but that the requirements set on the investigation design could be less demanding and should carry less weight in the total assessment of the intervention. In 2010 the Accreditation Panel developed several activities aimed at intensifying contacts between the members of the Accreditation Panel and persons working in the field covered by the Accreditation. In 2010 the Accreditation Panel took leave of three members. Four persons joined the Accreditation Panel in 2010. The Accreditation Panel recommends providing a structural procedure, in addition to the existing accreditation procedure, for testing innovative interventions and other interventions that are not or indirectly aimed at influencing delinquent behaviour, but that are considered of added value for the care available to sentenced persons.
16
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 16
27-06-2011 12:32:51
B IJ L A GE N
17
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 17
27-06-2011 12:32:52
B ijla ge 1 Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie, Staatscourant van 21 oktober 2005 De Minister van Justitie, Besluit: Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: de Minister: de Minister van Justitie; De Commissie: de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Artikel 2 Er is een Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Artikel 3 De Commissie heeft tot taak te beoordelen of gedragsinterventies kunnen leiden tot vermindering of het voor komen van recidive van de deelnemers, te adviseren aan de Minister over de effectiviteit van gedragsinterventies en te communiceren over haar activiteiten. Artikel 4 1. De Commissie heeft een voorzitter en ten hoogste elf overige leden. 2. De voorzitter en de overige leden worden door de commissie gehoord, door de Minister benoemd. 3. De benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste drie jaren. Herbenoeming kan eenmaal en voor ten hoogste drie jaren aansluitend plaatsvinden. Artikel 5 1. De leden van de Commissie worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de in artikel 3 genoemde taken. 2. Van de Commissie maken in ieder geval deel uit: a. deskundigen op het gebied van gedragswetenschappen; b. deskundigen op het gebied van de uitvoeringspraktijk; Artikel 6 Met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit worden als leden van de Commissie benoemd: a. Mw. dr. G.H.M.M. ten Horn (voorzitter) g. Prof. dr. P.M.G. Emmelkamp; b. Mw. prof. dr. C. Bijleveld; h. Prof. dr. G.L. van Heck; c. Mw. dr. L. Boendermaker; i. Prof. dr. J. Hermanns; d. Prof. dr. S. Bogaerts; j. Prof. dr. P.H. van der Laan; e. Prof. dr. R. Bullens; k. Drs. R.M. Poort; f. Dr. B.H. Bulten; l. Prof. dr. P.J.M. Prins. Artikel 7 1. De leden van de Commissie worden op eigen aanvraag door de Minister ontslagen. 2. De leden kunnen voorts door de Minister worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.
18
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 18
Artikel 8 1. De Commissie heeft een secretaris. 2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de Commissie. 3. Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd. 4. De secretaris en de andere medewerkers zijn geen lid van de Commissie. 5. De Minister benoemt, bevordert, schorst en ontslaat, na overleg met de voorzitter van de Commissie, de secretaris, en, na overleg met de secretaris, de andere medewerkers. 6. De Minister draagt, na overleg met de Commissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Commissie.
27-06-2011 12:32:52
Artikel 9 1. De Commissie stelt een reglement vast. Dit bevat in ieder geval regels over werkwijzen en procedures met het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van de in artikel 3 genoemde taken. 2. Het reglement alsmede elke wijziging daarvan wordt zo spoedig mogelijk gezonden aan de Minister en behoeft diens goedkeuring. Artikel 10 De Commissie kan zich op onderdelen van haar taak laten bijstaan door personen van zowel binnen als buiten de overheid, van wie de deskundige inbreng van belang kan zijn in verband met de zorgvuldige voorbereiding en totstandkoming van de beoordeling van gedragsinterventies. Artikel 11 De Commissie stelt jaarlijks voor 1 april een verslag op van de werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Het verslag wordt aan de Minister toegezonden en algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 12 Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Artikel 13 Dit besluit treedt met ingang van 1 september 2005 in werking. Dit besluit en de bijbehorende toelichting zullen worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant. Den Haag, 12 oktober 2005. De Minister van Justitie, J.P.H. Donner. Toelichting Justitie levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door onder andere vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen uit te voeren. Een van de doelen daarbij is om te voorkomen dat een dader na terugkeer in de samenleving terugvalt in crimineel gedrag. Bij minderjarigen geldt bovendien de eis dat de vrijheidsstraf en de vrijheidsbenemende maatregel dienen bij te dragen aan de opvoeding van de jeugdige. De recidive van gedetineerden is hoog. Gedragsinterventies moeten die recidive verminderen. Een (justitiële) gedragsinterventie is gericht op het beïnvloeden van iemands gedrag om ondermeer recidive te voorkomen. Gedragsinterventies kunnen worden aangeboden als voorwaarde of als onderdeel van de strafrechtelijke sanctie of maatregel. De interventies kunnen zowel binnen een instelling (intramuraal) of buiten een instelling (extramuraal) worden uitgevoerd. Om de kwaliteit van intramurale en extramurale gedragsinterventies te kunnen vaststellen, wordt de Erkennings commissie Gedragsinterventies Justitie ingesteld. Deze commissie heeft de opdracht te beoordelen of gedrags interventies (kunnen) leiden tot vermindering of het voorkomen van recidive van zowel meerderjarigen als minderjarigen. De taken van de Erkenningscommissiezijn omschreven in artikel 3 van deze regeling. Om te kunnen beoordelen of gedragsinterventies veelbelovend zijn, heeft het ministerie van Justitie kwaliteitscriteria opgesteld. De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie maakt gebruik van deze criteria bij het beoordelen van voorgelegde gedragsinterventies. De beoordelingen van de commissie zullen leiden tot een lijst van gedragsinterventies, waarvan verwacht mag worden dat de toepassing daarvan de recidive vermindert. De inhoudelijke en wetenschappelijke onderbouwing van die oordelen zal er toe bijdragen dat organisaties die zijn belast met de uitvoering van gedragsinterventies hun werk kunnen verbeteren. Bij de samenstelling van de commissie is rekening gehouden met de hiervoor noodzakelijke deskundigheid. De commissie is onafhankelijk. De leden worden op grond van hun wetenschappelijke kennis en/of kennis van de uitvoeringspraktijk op persoonlijke titel benoemd. De positief beoordeelde gedragsinterventies worden gepubliceerd in de jaarverslagen van de Erkenningscommissie. Daarnaast publiceert de commissie tussentijdse rapportages op een website. De commissie zal voorts de Minister kunnen adviseren over de uitvoerings- en toepassingsaspecten van de criteria. De Erkenningscommissie zal drie tot vier keer per jaar bijeenkomen.
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 19
19
27-06-2011 12:32:52
De commissie zal worden ondersteund door een Bureau Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Het hoofd van het Bureau treedt op als secretaris van de Erkenningscommissie en is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de algehele coördinatie van de indiening en behandeling van de aanvragen voor erkenning en de rapportages die daaruit voortvloeien. De Minister van Justitie, J.P.H. Donner. Wijziging instellingsbesluit 29 september 2009, Staatscourant 9 oktober 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 29 september 2009, nr. 5618520/09/CBJ, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie in verband met de wijziging van de samenstelling van de Erkenningscommissie De Staatssecretaris van Justitie, Besluit: Artikel I Het Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 4, eerste lid, wordt ‘elf overige leden’ vervangen door: dertien overige leden. 2. In artikel 4, tweede lid, wordt na ‘worden’ een komma ingevoegd en wordt ‘door de Commissie gehoord’ vervangen door: de Commissie gehoord. B Artikel 6 vervalt. Artikel II 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. 2. Artikel I, onderdeel A, onder 1, werkt terug tot en met 1 juni 2009. 3. Artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 september 2008. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 29 september 2009 De Staatssecretaris van Justitie, N. Albayrak. Toelichting Met dit besluit wordt het Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (hierna: Instellings besluit) van 12 oktober 2005 op een aantal onderdelen gewijzigd. In de eerste plaats wordt het maximaal aantal overige leden waaruit de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (hierna: Commissie) ingevolge artikel 4, eerste lid, van het Instellingsbesluit bestaat, uitgebreid van elf naar dertien leden. Deze uitbreiding is wenselijk in verband met de mogelijke verbreding van het aandachtsgebied van de Commissie naar de beoordeling van gedragsinterventies in het veld van de forensische zorg. Daarnaast komt artikel 6 van het Instellingsbesluit te vervallen. Aan dit artikel dat de samenstelling van de Commissie per 1 september 2005 regelt, komt namelijk thans geen zelfstandige betekenis meer toe. De voorzitter en de andere leden worden bij afzonderlijk besluit door de Minister van Justitie dan wel de Staatssecretaris van Justitie (her)benoemd. Verder is van de gelegenheid gebruikgemaakt om een taaltechnische onjuistheid in artikel 4, tweede lid, van het Instellingsbesluit te corrigeren. De Staatssecretaris van Justitie, N. Albayrak.
20
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 20
27-06-2011 12:32:52
(Her)benoemingsbesluit 29 september 2009, Staatscourant 9 oktober 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 29 september 2009, nr. 5618522/09/CBJ, houdende benoeming en herbenoeming van de leden van Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie De Staatssecretaris van Justitie, Gelet op artikel 4 van het Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie; Gehoord de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie; Besluit: Artikel 1 Met terugwerkende kracht per 12 juni 2007 als voorzitter en lid van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie voor een periode van drie jaar te benoemen: - de heer prof. dr. W. van Tilburg Artikel 2 Met terugwerkende kracht per 1 september 2008 als lid van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie voor een periode van drie jaar te benoemen: - de heer prof. dr. R.R.J.M. Vermeiren Artikel 3 Met terugwerkende kracht per 1 juni 2009 als lid van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie voor een periode van drie jaar te benoemen: - mevrouw prof. dr. M. Dekoviç - mevrouw prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen Artikel 4 Met terugwerkende kracht per 1 september 2008 als lid van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie voor een periode van zes maanden te herbenoemen: - de heer prof. dr. S. Bogaerts Artikel 5 Met terugwerkende kracht per 1 september 2008 als lid van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie voor een periode van één jaar te herbenoemen: - mevrouw dr. L. Boendermaker - de heer prof. dr. R. Bullens - de heer drs. R.M. Poort Artikel 6 Met terugwerkende kracht per 1 september 2008 als lid van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie voor een periode van drie jaar te herbenoemen: - de heer dr. B.H. Bulten - de heer prof. dr. P.M.G. Emmelkamp - de heer prof. dr. G.L. van Heck - de heer prof. dr. J. Hermanns - de heer prof. dr. P.H. van der Laan - de heer prof. dr. P.J.M. Prins Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 29 september 2009 De Staatssecretaris van Justitie, N. Albayrak.
21
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 21
27-06-2011 12:32:52
B ijla ge 2 Overzicht namen en functies van voorzitter en leden van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie (december 2010) Doel van dit overzicht is om inzicht te geven in de functies die voorzitter en leden bekleden en die in relatie tot het lidmaatschap van de Erkenningscommissie relevant zijn. Voorzitter Prof. dr.W. (Willem) van Tilburg - Emeritus hoogleraar klinische psychiatrie (VU medisch centrum te Amsterdam) - Werkzaam als psychiater en psychotherapeut op de polikliniek Amsterdam van het Leo Kannerhuis en als zelfstandig gevestigde - Voorzitter visitatiecommissie Stichting Topklinische Zorg - Lid van de Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim en GGZ in Geest - Lid van de RZO (Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek) van het ministerie van Defensie Voorzitter/lid Erkenningscommissie vanaf 12 juni 2007 Leden Dr. B.H. (Erik) Bulten - GZ-psycholoog, hoofd diagnostiek, onderzoek en opleidingen van de Pompestichting - Senior onderzoeker aan het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen (ACSW) van de Radboud Universiteit Nijmegen - Lid van de subcommissie Systeeminterventies ZonMW Lid Erkenningscommissie vanaf 1 september 2005 Dr. D. J. (Daan) van Beek - Klinisch psycholoog/psychotherapeut - Hoofd afdeling Psychodiagnostiek en Psychotherapie in de klinische locaties van de Van de Hoeven Stichting te Utrecht en Amersfoort - Lid van het adviescollege verloftoetsing tbs (AVT) - Lid van begeleidingscommissie onderzoek naar ‘Betekenis van geweld in zedenzaken’, Politieacademie, Apeldoorn - Lid van begeleidingscommissie onderzoek ‘TBS-behandeling geprofileerd: een gestructureerde casussen analyse’, WODC, Den Haag - Lid en supervisor/leertherapeut van VGCt - Lid van de ATSA (Association of the Treatment of Sexual Abusers) - Lid van de IATSO (International Association for the Treatment of Sexual Offenders) Lid Erkenningscommissie vanaf 1 december 2010 Prof. dr. M. (Maja) Deković - Expert op het gebied van opvoedings- en ontwikkelingsproblemen en gezinsgerichte interventies - Hoogleraar orthopedagogiek aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Utrecht - Lid van Erkenningscommissie Interventies Nji/RIVM (deelcommissie 1: Jeugdzorg en psychosociale/ pedagogische preventie) Lid Erkenningscommissie vanaf 1 juni 2009 Prof. dr. P. M.G. (Paul) Emmelkamp - Klinisch psycholoog/psychotherapeut. Uitgebreide kennis over de effectiviteit van cognitieve en sociale vaardigheidstrainingen, expertise op het gebied van de forensische psychologie - Academiehoogleraar (KNAW) faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam - Senior consultant bij De Waag - Lid wetenschappelijke adviesraad Kenniscentrum Zorg Nederland (KZN) - Lid werkgroep richtlijnontwikkeling multidisciplinaire richtlijn angststoornissen en depressie Lid Erkenningscommissie vanaf 1 september 2005 22
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 22
27-06-2011 12:32:52
Prof. dr. G. L. (Guus) van Heck - Expert op het gebied van ontwikkeling en evaluatie van diagnostische instrumenten alsmede ontwikkeling en toepassing van gedragsinterventies, onder meer in de verslavingszorg - Hoogleraar klinische gezondheidspsychologie aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg - Lid Toetsingscommissie Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen - Vice-voorzitter programmacommissie Risicogedrag en Afhankelijkheid ZonMw - Voorzitter begeleidingscommissie Succesfactoren PIJ-maatregel (WODC- Min. van V&J) - Lid NWO Veni-commissie Gedrag en Onderwijs 2-2011 - Lid Medisch-Ethische Toetsingscommissie Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Lid Erkenningscommissie vanaf 1 september 2005 Prof. dr. J. (Jo) Hermanns - Betrokken bij vele innovaties en implementatie daarvan in jeugdbeleid, jeugdzorg, en jeugdbescherming - Deeltijdhoogleraar Algemene Opvoedkunde aan de Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) - Bijzonder hoogleraar Kohnstamm-leerstoel (UvA) - Lector ‘Hulpverlening in een gedwongen kader’ aan de Hogeschool Utrecht - Lid Raad van Advies inzake de Inspectie van het onderwijs - Lid Klankbordgroep Stichting SO&T – kwaliteit in opvoeden & opgroeien - Lid Visitatiepanel van The Netherlands Quality Agency en de Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie voor diverse academische en HBO-opleidingen - Lid begeleidingscommissie onderzoek Voorzorg Lid Erkenningscommissie tot oktober 2010 Prof. Dr. A.C. (Anja) Huizink - Bijzonder hoogleraar bij het Behavioral Science Institute, Orthopedagogiek, Gezin en Gedrag, Radboud Universiteit Nijmegen op de leerstoel Biologische-Psychologisch onderzoek naar verslaving bij jeugdigen - Universitair hoofddocent Research Institute for Child Development and Education, Universiteit van Amsterdam - Lid Adviescommissie Jeugd en problematisch middelengebruik/verslaving - Lid International Committee College on Problems of Drug Dependence, USA - Lid begeleidingscommissie Wiet-Check (Trimbos instituut) Lid Erkenningscommissie vanaf 1 oktober 2010 Prof. dr. P. H. (Peter) van der Laan - Bijzonder hoogleraar Sociaal Pegagogische Hulpverlening aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedrags wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam - Bijzonder hoogleraar Reclassering aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit, Amsterdam - Senior onderzoeker aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), Leiden - Lid van Steering Committee van de Campbell Crime and Justice Group - Lid NWO Programmacommissie Jeugd en Gezin - Lid Wetenschappelijke Adviesraad Reclassering Lid Erkenningscommissie vanaf 1 september 2005 Prof. dr. Ch. (Chijs) van Nieuwenhuizen - Psycholoog/psychotherapeut, expertise op het terrein van de forensische psychiatrie, volwassenen en jeugd/ klinische- en onderzoekservaring - Bijzonder hoogleraar Forensische Geestelijke Gezondheidszorg aan de Universiteit van Tilburg & GGzE, centrum kinder- en jeugdpsychiatrie - Voorzitter Toetsingscommissie Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen - Voorzitter Programmaraad Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) - Lid Programmacommissie Jeugd subcommissie Interventies Zon Mw - Lid Programmacommissie Risicogedrag & Afhankelijkheid Zon Mw/NWO - Lid adviescommissie Gezondheidsraad ‘Migrantenjeugd & Jeugd-ggz’ - Betrokken bij onderzoek ‘TBS-behandeling geprofileerd: een gestructureerde casussenanalyse’(projectleider) Lid Erkenningscommissie vanaf 1 juni 2009 23
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 23
27-06-2011 12:32:52
Dr. M. (Maroesjka) van Nieuwenhuijzen - Expertise op het gebied van sociale informatieverwerking en cognitieve gedragstherapie bij jongeren met een lichte verstandelijke beperking. - Lector Gehandicaptenzorg en Jeugdzorg aan Hogeschool Leiden, cluster Social Work en Toegepaste Psychologie i.s.m. William Schrikker Groep - Senior onderzoeker bij Orthopedagogiek aan de faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit Amsterdam. Lid Erkenningscommissie vanaf 1 oktober 2010 Prof. dr. P.J.M. (Pier) Prins - Gespecialiseerd in gedragsverandering & interventies op het gebied van gedragsstoornissen en emotionele stoornissen bij kinderen en jongeren - Hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychologie aan de Programmagroep Ontwikkelingspsychologie van de faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Universiteit van Amsterdam - Lid van het bestuur van de Frentrop Stichting (tot 1 maart 2010) - Lid Raad van Toezicht Teylingereind (tot 1 juni 2010) Lid Erkenningscommissie tot 1 januari 2011 Dr. E. (Ellen) Vedel - GZ-psycholoog. Expertise op het gebied van de behandeling van stoornissen in het gebruik van een middel (verslaving) - Clustermanager behandelzaken Gooi & Vechtstreek Arkin - Lid werkgroep richtlijnontwikkeling Multidiciplinaire Richtlijn Heroïneafhankelijkheid - Secretaris sectie Verslaving van de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie (VGCt) - Betrokken bij onderzoek naar de behandeling van verslaving en huiselijk geweld Lid Erkenningscommissie vanaf 1 oktober 2010 Prof. dr. R.R..J.M. (Robert) Vermeiren - Expertise op het terrein van forensische kinderpsychiatrische diagnostiek en ontwikkelingspsychopathologie van gedragsproblemen bij adolescenten - Hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie LUMC - Medisch directeur stichting Curium-LUMC - Hoogleraar forensische kinder- en jeugdpsychiatrie VUMC - Bestuurslid afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie - Betrokken bij onderzoek en ontwikkeling MultiDimensionale Familie Therapie (MDFT) - Lid stuurgroep Academische Werkplaats JJI (Rentray, Teylingereind, VUMC/de Bascule, Curium-LUMC) Lid Erkenningscommissie vanaf 1 september 2008 Bureau van de Erkenningscommissie Drs. Th.P. (Thijs) van der Heijden MBA, secretaris/hoofd van het bureau Erkenningscommissie Drs. W.M. (Mieke) Kleiman, senior beleidsmedewerker Drs. N.M. (Nicole) Mertens, senior beleidsmedewerker Mw. M.H. (Marianne) Moene, beleidsondersteuner
24
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 24
27-06-2011 12:32:52
B ijl age 3 Kwaliteitscriteria 1. Theoretische onderbouwing: de gedragsinterventie is gebaseerd op een analyse van het delictgedrag en een expliciet veranderingsmodel waarvan de werking wetenschappelijk is aangetoond. 2. Selectie van justitiabelen: het type justitiabele waarop de gedragsinterventie zich richt wordt duidelijk gespecificeerd en geselecteerd. 3. Dynamische criminogene factoren en protectieve factoren: de gedragsinterventie is gericht op het beïnvloeden van veranderbare risicofactoren en op protectieve factoren die samenhangen met het criminele gedrag. 4. Effectieve (behandel)methoden: er worden (behandel)methoden toegepast die aantoonbaar effectief of veelbelovend zijn. 5. Vaardigheden: de aanpak is mede gericht op het leren van praktische, sociale en probleemoplossende vaardigheden. 6. Fasering, intensiteit en duur: de intensiteit en duur van de gedragsinterventie sluiten aan bij de problematiek van de deelnemer. 7. Betrokkenheid en motivatie: betrokkenheid van de deelnemer bij de gedragsinterventie en motivatie voor deelname moeten worden bevorderd en gestimuleerd. 8. Continuïteit: er moeten duidelijke verbindingen zijn tussen de gedragsinterventie en de totale begeleiding van de justitiabele. 9. Interventie-integriteit: de gedragsinterventie wordt uitgevoerd, zoals is bedoeld. 10. Evaluatie: een doorlopende evaluatie geeft inzicht in de effectiviteit van de gedragsinterventie.
25
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 25
27-06-2011 12:32:52
B ijla ge 4 Organisaties die gedragsinterventies bij de Erkenningscommissie kunnen indienen Een beperkte groep van organisaties* kan interventies ter beoordeling aan de Erkenningscommissie voorleggen. Het gaat om de volgende organisaties: De indieners van gedragsinterventies voor volwassenen: - de directie van Reclassering Nederland - de directie van het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering - de directie van de Stichting Verslavingsreclassering GGZ-Nederland, namens de organisaties vallend onder deze stichting - de sectordirectie Gevangeniswezen van de Dienst Justitiële Inrichtingen, namens penitentiaire inrichtingen - de directie Sanctie- en Preventiebeleid, ministerie van Veiligheid en Justitie. De indieners van gedragsinterventies voor minderjarigen: - de Bureaus Jeugdzorg - MOgroep - de directie van het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering - Halt Nederland, namens de Halt-bureaus - het Landelijk Bureau van de Raad voor de Kinderbescherming - de sectordirectie Justitiële Jeugdinrichtingen van de Dienst Justitiële Inrichtingen, namens de rijks- en particuliere justitiële jeugdinrichtingen - de directie Justitieel Jeugdbeleid, ministerie van Veiligheid en Justitie.
* Organisaties die niet rechtstreeks interventies bij de commissie ter beoordeling kunnen indienen, kunnen dit doen door tussenkomst van de organisaties die hier wel voor zijn aangewezen.
26
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 26
27-06-2011 12:32:52
B ijl age 5 Overzicht van alle tot en met 31 december 2010 beoordeelde gedragsinterventies
Gedragsinterventies
Indieners
Jaar van beoordeling
Uitkomst laatste
beoordeling
Arbeidsvaardigheden (ArVa) - voorheen Arbeid
Reclassering Nederland
2006, 2008
Erkend
Training Budgetten
Reclassering Nederland
2009
Voorlopig erkend
Cognitieve Vaardigheden (CoVa)
Reclassering Nederland
2005, 2007
Erkend
ART Wiltshire
Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering
2006, 2008, 2009
Erkend
Cognitieve Vaardigheden plus (CoVa+)
Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering
2006, 2008
Erkend
Gedragsinterventie Partnergeweld
Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering
2010
Niet erkend
Huisvesting en Wonen
Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering
2006, 2009
Voorlopig erkend
Multidimensional Treatment Foster Care (MTFC)
Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering
2008, 2010
Erkend
Alcohol en geweld
Stichting Verslavingsreclassering GGZ
2009, 2010
Voorlopig erkend
Leefstijltraining voor Justitiabelen
Stichting Verslavingsreclassering GGZ
2006, 2007, 2008, 2009
Erkend
Korte Leefstijltraining
Stichting Verslavingsreclassering GGZ
2006, 2007, 2008, 2009
Erkend
MultiDimensionale Familie Therapie (MDFT)
Stichting Verslavingsreclassering GGZ
2008, 2009
Voorlopig erkend
Con-tact
Stichting Verslavingsreclassering GGZ
2010
Voorlopig erkend
Stay-a-Way
Stichting Verslavingsreclassering GGZ
2010
Voorlopig erkend
EQUIP Ambulant
Raad voor de Kinderbescherming
2009
Niet erkend
Slachtoffer in Beeld
Raad voor de Kinderbescherming
2005
Niet erkend
Tools4U / voorheen Co&SoVa-training
Raad voor de Kinderbescherming
2007*
Erkend
Washington State Agression Replacement Training
Raad voor de Kinderbescherming
2008, 2010
Erkend
Multisysteem therapie (MST)
Raad voor de Kinderbescherming
2007, 2010
Erkend
IKJIJWIJ
DJI/GW
2008
Niet erkend
Agressieregulatie op Maat
DJI/JJI
2007*
Erkend
Agressieregulatie op Maat Ambulant
DJI/JJI
2009
Erkend
Dialectische gedragstherapie (DGT)
DJI/JJI
2007, 2008, 2010
Niet erkend**
Boosheid de Baas
DJI/JJI
2007
Niet erkend
Brains4Use
DJI/JJI
2007, 2008, 2010
Erkend
In Control!
DJI/JJI
2008, 2009
Erkend
Functional Family Therapy (FFT)
DJI/JJI
2008, 2009
Erkend
Leren van Delict
DJI/JJI
2008, 2009
Erkend
Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer (NPT)
DJI/JJI
2007, 2008
Erkend
Out of the Circle
DJI/JJI
2008, 2010
Voorlopig erkend
Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer LVB (NPT-LVB)
DJI/JJI
2010
Erkend
Sociale Vaardigheden op Maat
DJI/JJI
2006, 2008
Erkend
Herstelopvoeding
DJI/JJI
2007
Niet erkend
Werken aan je Toekomst
DJI/JJI
2007, 2008, 2010
Niet erkend**
Buitenprogramma Work-Wise
DJI/JJI
2007, 2010
Erkend
Equip
DJI/JJI
2006
Niet erkend**
Vaktherapie in de gesloten setting
DJI/JJI
2010
Niet erkend
Solide basis voor de toekomst
DJI/JJI
2006, 2007
Niet erkend**
Competentievergroting in het leven van alledag
DJI/JJI
2006
Niet erkend
Handboek methode jeugdreclassering
MOgroep
2006
Niet beoordeeld
Youth at Risk
BJZ Limburg
2006
Niet erkend
(voorheen terugvalpreventie middelen)
(WSART)
* In het betreffende jaar twee keer beoordeeld ** Niet erkend, verdere uitwerking gewenst
27
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 27
27-06-2011 12:32:52
B ijla ge 6 Beschrijving van alle tot en met 31 december 2010 erkende gedragsinterventies
Agressieregulatie op Maat Beschrijving Agressieregulatie op Maat is een intramurale training voor jongens en meisjes van 16 tot 21 jaar met een forse agressieproblematiek die reactieve en/of proactieve agressie vertonen. Het primaire doel van de training is het verbeteren van de zelfregulatie. De interventie maakt gebruik van een cognitief gedragsmatige aanpak met dramatherapeutische technieken, waarbij continu aandacht is voor het motiveren. Er wordt maatwerk geleverd door intensiteit en inhoud van de interventie af te stemmen op de hulpvraag van de jongere. Via modules wordt er gewerkt aan o.a. stressreductie, beheersingsvaardigheden, impulscontrole, conflicthantering, het veranderen van disfunctionele cognities en het ombuigen van negatieve interactiecirkels met verzorger(s). De training wordt zowel individueel als groepsgericht aangeboden. De individuele training vindt wekelijks plaats, de groepstraining bestaat uit 12 sessies van 1,5 uur en wordt om de week aangeboden. Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichtingen Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen en meerderjarigen Intra- en/of extramuraal Intramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Oktober 2007 Status geldig tot Oktober 2012
Arbeidsvaardigheden (ArVa) - voorheen Arbeid Beschrijving Het doel van de gedragsinterventie Arbeidsvaardigheden is om justitiabelen inzicht te geven en vaardigheden te leren waardoor ze (beter) in staat zijn werk te krijgen en te houden. De training bestaat uit drie modules die in totaal 22 sessies van twee uur omvatten. De eerste module ‘Kiezen voor werk’ is gericht op arbeidsmotivatie en het krijgen van een realistisch beeld over de arbeidsmarkt. In de tweede module ‘Kunnen werken’ worden vaardigheden aangeleerd voor het krijgen en behouden van werk. In de derde module ‘Werk zoeken’ wordt informatie gegeven over instanties en wordt geoefend met het gebruiken van zoekkanalen. Indienende organisatie Reclassering Nederland Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Meerderjarigen Intra- en/of extramuraal Intramuraal en extramuraal. Datum beoordeling Erkenningscommissie Juni 2008 Status geldig tot Juni 2013
Agressieregulatie op Maat Ambulant Beschrijving Deze interventie is bedoeld voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 24 jaar met een forse agressieproblematiek. De interventie maakt gebruik van een cognitief gedragsmatige aanpak, in groepstrainingen en individueel, met dramatherapeutische technieken en mindfulness om de jongeren (jongvolwassenen) te leren hun agressieve gevoelens en gedrag te reguleren. Agressieregulatie op Maat Ambulant is een langdurige behandeling van zes maanden tot twee jaar.
ART Wiltshire-Nederland Beschrijving De algemene doelstelling van de ART Wiltshire-NL is het bereiken van een substantiële afname van het risico op recidive van geweldsdelicten bij volwassen justitiabelen (mannen en vrouwen) met een patroon van reactieve, interpersoonlijke agressieve delicten. De ART Wiltshire-NL beoogt hiervoor de tekorten op de dynamische criminogene factoren, die aan agressief gedrag ten grondslag liggen, aan te passen. De interventie bestaat uit 18 groepsbijeenkomsten, voorafgegaan en afgesloten door een individuele bijeenkomst.
Indienende organisatie GGZ Noord-Holland Noord Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen en meerderjarigen tot 24 jaar Intra- of extramuraal Extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie December 2009 Status geldig tot December 2014
Indienende organisatie Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Meerderjarigen Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Oktober 2009 Status geldig tot Oktober 2014
28
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 28
27-06-2011 12:32:52
Brains4Use Beschrijving Brains4Use is een gedragsinterventie voor jongeren die zijn opgenomen in een justitiële jeugdinrichting en beoogt de kans op recidive te verminderen door het terugdringen van drugs- en alcoholgebruik. Daarnaast vermindert Brains4Use de kans op uitval op school of werk als gevolg van middelengebruik en voorkomt het schadelijke gevolgen voor het sociaal-emotioneel welbevinden en de gezondheid van de jongeren. Gebruik wordt gemaakt van cognitief gedragstherapeutische principes en van het transtheoretische model van Prochaska en DiClemente. Het individuele programma bestaat uit 12 wekelijkse gesprekken, met een mogelijke uitloop voor bijzondere doelgroepen. Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichtingen Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen Intra- en/of extramuraal Intramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Maart 2010 Status geldig tot Maart 2015
Buitenprogramma Work-Wise Beschrijving Het Buitenprogramma Work-Wise is een integraal onderdeel van de Work-Wisemethode en is gericht op het begeleiden van jongeren voor, tijdens en na hun terugkeer in de maatschappij vanuit een (justitiële) jeugdinrichting. Het programma start ruim voordat de jongeren naar buiten mogen. Het doel van Buitenprogramma Work-Wise is het behouden van een passende opleiding, stage of werkplek. Het programma richt zich ook op wonen, sociaal netwerk en vrijetijdsbesteding. Het is bestemd voor jongeren van 15 tot 23 jaar die voor minimaal 3 maanden in een (justitiële) jeugdinrichting geplaatst zijn. Het Buitenprogramma duurt 1 tot 1,5 jaar, afhankelijk van de begeleidingsnoodzaak (recidivekans) en de motivatie van de jongere. Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichtingen Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen en meerderjarigen tot 23 jaar Intra- en/of extramuraal Start intramuraal, vervolg extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Maart 2010 Status geldig tot Maart 2015
Cognitieve Vaardigheden (CoVa) Beschrijving Denken is de basis van gedrag. En juist daar gaat het bij een grote groep delictplegers structureel mis. Het ontbreekt hen vaak aan goede vaardigheden, waardoor ze eerst handelen en dan pas gaan nadenken. De CoVa leert nieuwe denkvaardigheden aan. De training bestaat uit 22 sessies van 2,5 uur, die tweemaal per week plaatsvinden, en neemt daarmee circa drie maanden in beslag. Indienende organisatie Reclassering Nederland Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Meerderjarigen Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie December 2007 Geldig tot December 2012
Cognitieve Vaardigheden plus (CoVa+) Beschrijving De CoVa+ is gericht op het aanpassen van cognitieve disfuncties bij justitiabelen met een intelligentieniveau tussen een IQ van 70 en 90. Kern in de aanpak is de sociale probleemoplossing, aangevuld met elementen van angermanagement, cognitieve herwaardering, assertiviteitstraining en emotieherkenning. De training bestaat uit 36 groepsbijeenkomsten van 1,5 uur. Indienende organisatie Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Meerderjarigen Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie December 2008 Geldig tot December 2013
29
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 29
27-06-2011 12:32:52
Functional Family Therapy (FFT) Beschrijving Functional Family Therapy is een relationele gezinstherapie gericht op het positief beïnvloeden van onderlinge gezinsrelaties en het verminderen van gedragsproblemen van de jongere. FFT is bedoeld voor jongens en meisjes (IQ > 55) die in de leeftijd van 12 tot 17 jaar een of meerdere delicten gepleegd hebben. FFT bestaat uit 16 a 24 sessies binnen een periode van 3 tot 6 maanden.
Korte leefstijltraining voor verslaafde justitiabelen Beschrijving De korte leefstijltraining is gericht op het terugdringen van criminele recidive door verandering van het problematisch middelengebruik en/of gokgedrag, waarbij de nadruk ligt op het leren kennen van eigen vaardigheden voor zelfreflectie, deze uitbouwen en ermee oefenen. De training bestaat uit 10 wekelijkse sessies van 2,5 uur en 5 boostersessies.
Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichtingen / Raad voor de Kinderbescherming Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen Intra- of extramuraal Intramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Juni 2009 Geldig tot December 2014
Indienende organisatie Stichting Verslavingsreclassering GGZ Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Meerderjarigen Intra- of extramuraal Intramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Juni 2009 Geldig tot December 2014
In Control! Beschrijving In Control! is bedoeld voor jongens van 12 t/m 16 en 17 t/m 21 jaar (VIQ en TIQ > 70), die agressieve delicten hebben gepleegd. De interventie is gestoeld op agressieregulatie- en ontspanningstechnieken, sociale vaardigheidstraining en cognitieve gedragstherapie. De nadruk ligt op “doen en ervaren” in plaats van “praten over”. Na twee individuele oriënterende gesprekken vinden 21 bijeenkomsten plaats, waarvan 18 groepsbijeenkomsten (6 deelnemers) en 3 individuele bijeenkomsten.
Leefstijltraining voor verslaafde justitiabelen Beschrijving Deze interventie is gericht op het terugdringen van criminele recidive door verandering van het problematisch middelengebruik en/of gokgedrag. De nadruk ligt op het voorkomen van terugval in middelengebruik en delictgedrag. De training bestaat uit 16 wekelijkse sessies van 2,5 uur en 5 boostersessies.
Indienende organisatie DJI, Sector Justitiele Jeugdinrichtingen JI Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen Intra- of extramuraal Intramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Juni 2009 Geldig tot December 2014
Indienende organisatie Stichting Verslavingsreclassering GGZ Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Meerderjarigen Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Juni 2009 Geldig tot December 2014
30
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 30
27-06-2011 12:32:52
Leren van delict Beschrijving Dit is een cognitief-gedragsmatige interventie voor jongeren / jongvolwassenen (14 tot 23 jaar oud) die een gewelddadig delict hebben gepleegd en hiervoor in een justitiële jeugdinrichting zijn geplaatst. Leren van Delict heeft als doel jongeren (1) inzicht in eigen delictketen te laten krijgen, (2) minder irrationele gedachten, vijandige attitudes en cognitieve vertekeningen te laten hebben, (3) verantwoordelijkheid voor eigen gedrag en gevolgen hiervan te laten nemen en (4) een uitgebreider repertoire van gedrags- en sociaal cognitieve vaardigheden te laten gebruiken. Fase 1 (delictanalyse) en fase 2 (gedragsverandering) nemen 20 weken in beslag en zijn intramuraal, fase 3 betreft opfrissessies bij verandering van leefsituatie (naar open inrichting of naar huis). Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichtingen Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen en meerderjarigen tot 23 jaar Intra- of extramuraal Intramuraal en extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie December 2009 Geldig tot December 2014
Multidimensional Treatment Foster Care (MTFC) Beschrijving Dit is een intensieve gedragsinterventie voor jongens en meisjes van 12 tot 18 jaar die te kampen hebben met ernstige gedrags problemen, inclusief delinquent gedrag. Het programma richt zich op jongeren met een IQ vanaf 80 en wordt aangeboden aan jongeren in plaats van een gesloten plaatsing of jeugddetentie. Tijdens het programma wordt de jongere geplaatst in een speciaal getraind opvoedgezin. De interventie richt zich op zowel de jongere als op de ouders. Voor zowel de jongere als voor de ouders zijn aparte trainers beschikbaar. MTFC duurt 6 tot 12 maanden en wordt voornamelijk uitgevoerd in het strafrechtelijk kader (gedragsbeïnvloedende maatregel, schorsing voorlopige hechtenis, voorwaardelijke jeugddetentie of een voorwaardelijke PIJ). Indienende organisatie Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen Intra- of extramuraal Extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Maart 2010 Geldig tot Maart 2015
Multisysteem Therapie (MST) Beschrijving Dit is een intensieve, ambulante behandelingsmethode gericht op jongeren met ernstig antisociaal en delinquent gedrag, die op het punt staan om uit huis geplaatst te worden. MST richt zich op alle risicofactoren die samenhangen met dit probleemgedrag. Door het sociale systeem rond een jongere te versterken in probleemoplossende en opvoedkundige vaardigheden wordt de jongere gestimuleerd zijn/haar gedrag te veranderen. De interventies die binnen MST worden ingezet richten zich vooral op ouders en andere sleutelfiguren uit de omgeving van de jongere, maar meestal wordt ook gewerkt aan het vergroten van vaardigheden van de jongere zelf, het functioneren op school en de omgang met prosociale leeftijdsgenoten. De behandelduur is gemiddeld 3 tot 5 maanden. Indienende organisatie Raad voor de Kinderbescherming Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen Intra- of extramuraal Extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Juni 2010 Geldig tot Juni 2015
Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer (NPT) Beschrijving Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer biedt hulp voor jongeren na vrijheidsbeneming. Het werkt op vrijwillige óf gedwongen basis met jongeren van 16 t/m 23 jaar van wie het delictgedrag samenhangt met antisociale denkpatronen, gedragsproblemen en vaardigheidstekorten. De terugkeer van de jongere uit een justitiële jeugdinrichting wordt door de interventiewerker intensief begeleid. Hij zet gedragsinterventies in de eigen context van de jongere in. De werkrelatie met de jongere is intensief, direct én doortastend. Het programma begint al als de jongere nog vastzit en duurt minimaal 9 maanden. Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichtingen Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen en meerderjarigen t/m 23 jaar Intra- en/of extramuraal Start intramuraal, vervolg extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Maart 2008 Status geldig tot Maart 2013
31
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 31
27-06-2011 12:32:52
Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (NPT-LVB) Beschrijving Uit onderzoek blijkt dat een laag IQ een belangrijke risicofactor is voor delinquentie. Daarom is op basis van wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen een voor de LVBdoelgroep eigen nazorgmethode ontwikkeld: NPT-LVB. De doelgroep bestaat uit jongeren van 16 t/m 23 jaar met een gemiddeld tot hoog recidiverisico en met gemiddelde tot ernstige en delictgerelateerde problemen op het gebied van vaardigheden, denkpatronen en gedrag. Bij de jongeren is sprake van een functioneren op het niveau van een licht verstandelijke beperking (LVB) in combinatie met een beperkt sociaal aanpassingsvermogen. NPT-LVB tracht recidive terug te dringen door gedurende een periode van 12 maanden de jongere en zijn netwerk intensief te begeleiden en op die manier zoveel mogelijk factoren en kenmerken die het risico op delinquent gedrag vergroten, aan te pakken. De intensieve begeleiding vindt plaats in een algemene voorbereidende fase, drie uitvoeringsfasen en een follow-up fase. Reeds binnen de methode NPT-LVB is expliciet aandacht voor continuïteit in de zorg na NPTLVB. Er wordt nadrukkelijk gezocht naar samenwerking in het eigen sociaal en het professionele netwerk van de jongere. Deze samenwerking wordt reeds tijdens NPT-LVB tot stand gebracht. Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële jeugdinrichtingen Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen en meerderjarigen t/m 23 jaar Intra- of extramuraal Start intramuraal, vervolg extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Maart 2010 Geldig tot Maart 2015
Tools4U / (voorheen Co&SoVa-training) Beschrijving Tools4U is bedoeld voor normaal begaafde jongens en meisjes (IQ > 85) in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar, die één of meerdere delicten hebben gepleegd. Jongeren leren cognitieve en sociale vaardigheden om voor hen risicovolle situaties op een pro-sociale wijze op te lossen. In de plus-variant (Tools4U+) worden enkele opvoedingsvaardigheden van de ouders versterkt. Het aantal bijeenkomsten van de training is afhankelijk van het aantal te trainen vaardigheden en het niveau van de jongere: minimaal 8 tot maximaal 16 (plus-variant). Tools4U kan worden opgelegd door de officier van justitie of de kinderrechter en wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Raad voor de Kinderbescherming. Tools4U is voortgekomen uit de ‘sociale vaardigheidstraining als taakstraf voor minderjarigen’. Indienende organisatie Raad voor de Kinderbescherming Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen Intra- of extramuraal Extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Oktober 2007 Geldig tot Oktober 2012
Sociale Vaardigheidstraining op Maat Beschrijving De interventie is een training voor jongens en meisjes in de leeftijd van 14 tot 21 jaar met probleemgedrag dat voor een deel voortkomt uit onvermogen tot zelfstandig en adequaat hanteren van lastige sociale situaties. De interventie biedt de mogelijkheid om, afhankelijk van de problematiek en het recidiverisico van de jongere, een algemene sociale vaardigheidstraining aan te bieden en/of een training gericht op conflicthantering en/of het vergroten van de assertiviteit. Er wordt gebruik gemaakt van een cognitief gedragstherapeutische aanpak, waarbij extra aandacht is voor het motiveren en het vergroten van het geloof in eigen kunnen. De trainingen bestaan uit 12-20 bijeenkomsten van 1,5 uur (voor groepen, 1 uur voor individuele training).
Washington State Agression Replacement Training (WSART) Beschrijving Deze training is voor jongeren van 12 tot 18 jaar die één of meerdere delicten gepleegd hebben waarin agressie een rol speelt. De intensieve groepstraining is gericht op het leren van sociale vaardigheden en cognitieve controle bij gevoelens van boosheid en het wijzigen van cognitieve vervormingen (‘denkfouten’) en morele regels. De WSART heeft drie onderdelen: Sociale Vaardigheden, Boosheidscontrole en Moreel redeneren. Elk onderdeel bestaat uit tien trainingsbijeenkomsten van één uur; wekelijks vinden drie bijeenkomsten plaats, van elk onderdeel één. De WSART kan worden opgelegd door de officier van justitie of de kinderrechter en wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Raad voor de Kinderbescherming.
Indienende organisatie DJI, Sector Justitiële Jeugdinrichting Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen en meerderjarigen tot 21 jaar Intra- of extramuraal Intramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Oktober 2008 Geldig tot Oktober 2013
Indienende organisatie Raad voor de Kinderbescherming Doelgroep Meerderjarigen/minderjarigen Minderjarigen Intra- en/of extramuraal Intramuraal en extramuraal Datum beoordeling Erkenningscommissie Maart 2010 Status geldig tot Maart 2015
32
ErkComm-JV10-binnenDEF.indd 32
27-06-2011 12:32:52
Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie
Jaarverslag 2010 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie
Uitgave: Mei 2011 Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie Gebouw Forum | Kalvermarkt 53 | 2511 CB Den Haag Telefoon 070 370 61 41 E-mail
[email protected] www.erkenningscommissie.nl