Federale Overheidsdienst Justitie
jaarverslag 2009
1
VOORWOORD Geachte lezer, Een jaarverslag van een organisatie als de FOD Justitie voorleggen, is
carrière in dienst van Justitie. Dat onze medewerkers zich goed zouden
geen routineklus. Dit jaarverslag is een jaarlijkse momentopname die
voelen in onze organisatie blijft een zeer belangrijk aandachtspunt. U zult in
wordt gepubliceerd, op papier en voornamelijk ook elektronisch, zodat
dit jaarverslag ook lezen over de initiatieven die op dat vlak zijn ontplooid.
alle betrokkenen en belangstellenden kennis kunnen nemen van de staat van onze organisatie. De doelstellingen die zijn vastgelegd in ons
Tot slot zou ik dit jaar uw aandacht willen vestigen op de Rechterlijke Orde
managementplan / operationeel plan 2008 – 2014 zijn in 2009 dichterbij
waar heel wat werd ondernomen. Speciaal te vernoemen valt het nieuwe
gekomen. De evolutie staat nooit stil, maar onze organisatie gaat erop
overlegmodel, met de creatie van een dienst met accountmanagers en
vooruit.
de uitwerking van een dienstencatalogus bestemd voor de leden van de Rechterlijke Orde, of ook nog de informatisering van de vredegerechten en de
Terwijl wij trachten de lijnen die uitgezet zijn door het managementplan goed
politierechtbanken.
te handhaven, mag nooit uit het oog worden verloren dat onze organisatie in dienst staat van de mensen, de medeburgers. Wij putten dagelijks motivatie
Doorheen dit verslag zult u bemerken dat bepaalde diensten over de
uit het besef dat alle medewerkers een nuttige bijdrage leveren voor hun
grenzen zijn gaan kijken, om een vergelijking te maken met collega’s uit het
medeburgers.
buitenland. Dit kan alleen maar leerrijk zijn en het zal u zeker boeien.
Onze organisatie is er niet enkel voor de mensen, ze wordt ook door mensen
Ik wens u veel leesgenot toe.
bemand. Ik besef dit maar al te goed als ik de eer heb nieuw aangeworven
2
medewerkers te mogen begroeten of wanneer ik medewerkers die met
Alain Bourlet
pensioen gaan een welverdiende rust mag toewensen, na soms een hele
Voorzitter van het directiecomité
inhOuD
FOD Justitie: organisatie en opdrachten ............................ 4 DG Rechterlijke Organisatie ................................................................. 7
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders ..................................................................................123
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden ..................................................................................................................... 15
Kansspelcommissie....................................................................................129
DG Penitentiaire Inrichtingen ........................................................ 35
Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties ..............................137
DG Justitiehuizen............................................................................................. 43 SD Budget, Beheerscontrole en Logistiek..................... 51 SD Personeel en Organisatie ........................................................... 59 SD ICT ............................................................................................................................... 71 Diensten van de Voorzitter ................................................................ 81 Belgisch Staatsblad....................................................................................... 91 Veiligheid van de Staat ............................................................................ 97 Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie...............................................................................................105 Dienst voor het Strafrechtelijk beleid ..............................115
Foto’s:
FOD Justite Regie der Gebouwen Frank Vos Image Source - Family emotions Image Source - Gambling icons Image Source - Learning Skills Corbis - Just flags Photo Alto - Professional Practices by Laurence Mouton Photo Alto - Business details by Alix Minde Photo Alto - Today crowds by Frédéric Cirou Goodshot - Business & Euro Image 100 - Money matters
3
de FOd Justitie Dag na dag bouwt de FOD Justitie aan een vertrouwensband met de burger. Door onze opdrachten met toewijding uit te voeren, willen wij bijdragen tot een rechtvaardigere samenleving. De FOD Justitie staat op het kruispunt van de drie grondwettelijke machten en heeft als opdrachten: › de voorbereiding en uitvoering van de wetgeving en de ondersteuning van de minister van Justitie binnen zijn competentiedomeinen; › de omkadering en operationele ondersteuning van de rechterlijke macht, waarbij coördinatie en organisatieontwikkeling voorop staan; › de effectieve uitvoering van rechterlijke en administratieve beslissingen, met behoud van rechtszekerheid en de gelijkheid van behandeling van alle betrokken partijen. De FOD Justitie voert zijn kernopdrachten uit rekening houdende met hun maatschappelijke en supranationale dimensie en draagt bij tot een toegankelijke, transparante, geloofwaardige en verantwoordelijke justitie die is aangepast aan de vereisten van onze tijd. Door deze waarden te integreren binnen zijn eigen werking, engageert de FOD Justitie zich tot een optimaal overleg met alle betrokken actoren binnen het justitiebeleid. De directoraten-generaal worden verticale diensten genoemd. Ze zijn zo georganiseerd dat ze onafhankelijk fungeren binnen het hart van de FOD Justitie. De stafdiensten noemen we dan weer horizontale diensten. Zij bepalen het beleid in hun specifieke domeinen en ondersteunen de andere diensten en directies met alles wat binnen hun competenties valt (logistiek, personeel, budgettaire en juridische ondersteuning, informatica, …).
4
FOd Justitie
at Veiligheid van de Staat NICC CC C
Minister
Commissies
Strafrechtelijk Beleid d
Auditcomité
Interne audit
C omm Commissie hulp aan sl lacht h slachtoffers van opzettelijke g gewe ewe gewelddaden en occasionele redders
Beleidsraad & Cel Beleidsvoorbereiding
Kansspelcommissie Kaansss Informatieen In nform m Adviescentrum inzake Ad dvie d ie e Schadelijke Sektarische Sc Schad Organisaties O
Voorzitter & Directiecomité
Stafdienst Budget, Beheerscontrole en Logistiek
Diensten van de Voorzitter
Stafdienst Personeel en Organisatie (P&O)
Belgisch Staatsblad
Stafdienst ICT
Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie
Directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen
Directoraat-generaal Justitiehuizen
fod justitie
5
Voorzitter en directiecomité De FOD Justitie wordt geleid door een voorzitter met een mandaat van zes jaar. Sinds 2002 bekleedt Alain Bourlet het voorzitterschap. Hij staat aan het hoofd van het directiecomité, waarin ook de directeurs-generaal van elk directoraat-generaal en de directeurs van elke stafdienst zetelen. Het directiecomité definieert de strategie van de
6
FOd Justitie
Federale Overheidsdienst en ziet toe op de uitvoering ervan. Concreet bestaan de taken van het comité uit: › voorstellen aanreiken om de werking van de FOD te verbeteren; › de begroting opmaken en de uitvoering ervan controleren; › het personeelsplan opstellen en toezien op de implementatie ervan;
› de werkzaamheden coördineren van de
verschillende diensten van de FOD; › het managementplan uitvoeren van de FOD
Justitie.
DG Rechterlijke Organisatie De missie van het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie wordt rond twee polen omschreven: ›› Doordat het DG RO ideeën en voorstellen
levert voor de modernisering van de rechterlijke orde, werkt het mee aan en ondersteunt het dit proces. Zo wordt het nieuwe gerechtelijke landschap gedefinieerd en ten uitvoer gelegd.
›› Het DG RO ondersteunt de werkzaamheden
van de rechterlijke orde op alle gebieden die noodzakelijk zijn voor de werking ervan: de organieke wetgeving betreffende de rechterlijke macht, personeel, ICT, informatica en telecommunicatie, gebouwen, materiaal, gerechtskosten en centraal strafregister.
DG Rechterlijke Organisatie
7
Directeur-generaal Rechterlijke Organisatie
Strategische ondersteuning en modernisering ernisering
Staf Sta St a en PMO
Dienst Account management mana
COM C CO OM Tass Force Ta Task Mo Modernisering en veranderingsbeheer
Directie Infrastructuur en ondersteuningsdiensten Cel Budget Cel Vereffeningen
Dienst Die Di D ie enst In e IInfrastructuur nfrastructuur f
Dienst Diie D enst Personeel e Pe
Cell Gebouwen C Ce
Cell RO I C Ce
Cell Materiaal C Ce
Cell RO II C Ce
Dienst Di D enstt Centraal Ce Cen ntra strafregister
8
Directie P&O
Cel Cel Selectie
Dienst D Di e Gerechtskosten
Dienst D Di e st Co enst en C Competentieontwikkeling om mp
Dienst Die e Modernisering
Dienst Die Modernisering en juridische ondersteuning
DG Rechterlijke Organisatie
Het jaar 2009 was een scharnierjaar voor het DG RO. Het kreeg een nieuw organogram waarbij de zuivere operationele diensten opgedeeld werden in twee zuilen: de directie Infrastructuur en ondersteunende diensten (omvat de dienst Infrastructuur, de dienst Centraal strafregister en de dienst Gerechtskosten) en de directie P&O Rechterlijke Orde (omvat de personeelsdiensten voor magistratuur en gerechtspersoneel, de cel Selectie RO, de dienst Competentieontwikkeling en de dienst Modernisering en juridische ondersteuning). Daarnaast kwamen er twee horizontale diensten ter ondersteuning van de directeur-generaal: de dienst Strategische ondersteuning en modernisering RO en de dienst Account management.
Dienst Account mAnAgement Het DG RO is de ondersteuningsdienst voor de hoven, rechtbanken en parketten. De dienst Account management werd in 2009 gecreëerd om die dienstverlening continu te verbeteren en het overleg tussen het DG RO en de rechterlijke organisatie te structureren. Zo werkt de dienst aan een moderne en klantvriendelijke dienstverlening vanwege het DG RO aan de rechterlijke organisatie.
Dienst strAtegische onDersteuning en moDernisering Ludexnet De dienst Strategische ondersteuning en modernisering heeft meegewerkt aan het project Ludexnet. Dit portaal is enkel toegankelijk voor de zittende magistratuur. Het doel is om de toegang tot de in elk gerechtelijk orgaan beschikbare ongestructureerde informatie te beheren en te vergemakkelijken. Het biedt de magistraten, griffiers en medewerkers van het orgaan niet enkel de mogelijkheid toegang te krijgen tot de documenten en tot informatie, maar ook die informatie te delen met andere organen. Er werd bijzondere aandacht geschonken aan een gerichte communicatie van de informatie. Daarvoor is Ludexnet uitgewerkt op basis van gebruikersgroepen en een hiërarchische communicatie van de informatie. De verbinding met Ludexnet verloopt via een beveiligde internettoegang. Het portaal is ontwikkeld in synergie met Omptranet, het portaal van het Openbaar Ministerie.
Verkennende reflectie over de gerechtelijke hervorming Tal van actoren treden op in het kader van de reflectie over de modernisering van de werking van de rechterlijke orde. De FOD Justitie heeft bijgedragen tot deze verkenning, naar aanleiding van gesprekken met de verschillende adviesorganen en de belangrijkste gerechtelijke actoren, zoals organisaties van de rechters, de korpschefs en het Openbaar Ministerie. Er werd ook aandacht besteed aan de specifieke situaties van Eupen, Brussel, het Hof van Cassatie en het federaal parket.
dG RechteRliJke ORGanisatie
9
Directie infrAstructuur en onDersteunenDe Diensten Dienst infrastructuur De dienst Infrastructuur kende twee grote projecten. › Enerzijds zorgde de dienst voor de nodige logistieke ondersteuning en materiële middelen in twee geruchtmakende processen y het assisenproces Habran; y het proces over de gasramp van Gellingen. › Anderzijds organiseerde de dienst de verhuis van de burgerlijke afdeling van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel. De burgerlijke rechtbank verhuisde van het justitiepaleis (Poelaertplein 1) naar het nagelnieuwe gebouw in de Quatre Brasstraat 13 (QB13). Om alle betrokken partijen toe te laten deel te nemen aan het proces, week het proces over de gasramp van Gellingen uit naar een voldoende grote accommodatie buiten de muren van het gerechtsgebouw van Doornik. Justitie huurde daarom de expositieruimte van ‘Tournai expo!’ voor de duur van het proces. Voor het proces Habran werd de assisenzaal van Luik omgebouwd om het aantal beklaagden en betrokken partijen te kunnen onderbrengen.
10
dG RechteRliJke ORGanisatie
Met de verhuis van de burgerlijke rechtbank van Brussel ruilden 227 mensen het justitiepaleis in voor het gerenoveerde gebouw QB13, goed voor een oppervlakte van ongeveer 8600m². In hetzelfde complex zijn ook de diensten van het federaal parket en het Centraal Orgaan voor Inbeslagname en Verbeurdverklaring (COIV) ondergebracht. Zij komen over van het gebouw op de Quatre Brasstraat 19. Dat gebouw wordt volledig ontmanteld en heropgebouwd. In de loop van 2011 zouden er opnieuw diensten van justitie in worden gehuisvest.
Dienst centraal strafregister uittreksels uit het strafregister afgegeven door de gemeenten In 2009 heeft het centraal strafregister het probleem opgelost van de opeenvolgende vernietigingen door de Raad van State van de circulaires waarin tot dan de afgifte werd geregeld van uittreksels uit het strafregister afgegeven door de gemeentebesturen. De wet van 31 juli 2009 heeft immers geleid tot de inwerkingtreding van de artikelen 595 en 596 van het Wetboek van Strafvordering, waarin de afgifte van uittreksels uit het strafregister aan burgers wordt geregeld. Voortaan bestaat er een wettelijke grondslag, die al jaren geëist wordt, om het beginsel van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer na te leven. onderlinge koppeling van de strafregisters in europa In 2009 heeft het centraal strafregister actief deelgenomen aan de concretisering van de onderlinge koppeling van de strafregisters in Europa. Hiervoor werden middelen uitgewerkt voor het verzamelen van informatie eigen aan ieder nationaal strafregister. Zo kan de werking van de internationale uitwisselingen verbeteren en kan gezorgd worden voor een betere wederzijdse rechtshulp in strafzaken.
Dienst gerechtskosten De dienst Gerechtskosten heeft een dubbele opdracht: › het uitbetalen van de gerechtelijke deskundigenonderzoeken uitgevoerd in het kader van een strafrechtelijke procedure, van de internationale rogatoire commissies, en van de telefoniekosten in het kader van een onderzoek; › de terbeschikkingstelling van provisies aan de griffies om uitgaven te regelen zoals de kosten van vertalingen, getuigen en gezworenen (aan de griffie betaalbare kosten). Om deze dubbele opdracht te verwezenlijken, controleert de dienst de overeenstemming met de geldende regelgeving zowel op het niveau van de betalingsprocedure en van de verantwoordingsstukken, als van de bedragen. In 2009 bedroegen de betalingen 94 389 076,43 euro. Wat de controlewerkzaamheden betreft, zijn er brieven inzake verminderingen opgesteld, wat een aanzienlijke besparing van 1 527 257,47 euro mogelijk heeft gemaakt. In 2009 waren de vijf grootste uitgaven de telefonie, de vertalers en tolken, de gerechtsdeurwaarders, de genetische analyse en het herstellen en stallen van voertuigen.
In overleg met de commissie voor de Modernisering van de rechterlijke orde, is het netwerk van referentiemagistraten voor de gerechtskosten gereactiveerd. Informatievergaderingen over de beheersing van de gerechtskosten in strafzaken zijn georganiseerd in ieder gerechtelijk arrondissement en worden verder georganiseerd in 2010.
De leden van deze comités werden aangesteld, en ook de vergaderingen werden opgestart. Hiermee begonnen de discussies over de belangen en rechten van deze personeelsgroep. Deze discussies zullen zeker verrijkend zijn in de verhouding tussen deze personeelsleden en de overheid.
Directie P&o rechterLijke orDe
selectiedienst voor personeel in griffies en parketten Binnen het DG RO werd een selectiedienst opgericht. Die bestaat enerzijds uit een centrale selectiedienst en anderzijds uit zes attachés human resources management. Deze personen staan in voor de selectie en de aanwerving van het lokaal personeel. Tegelijk bouwen ze ter plaatse aan een moderner personeelsbeleid zonder het contact met de centrale dienst die coördineert te verliezen. De inschakeling van de attachés HRM bij de selecties voor de rechterlijke orde verhoogt de transparantie en de objectiviteit en beoogt de professionalisering van het wervings-en bevorderingsproces. In 2009 focusten de activiteiten van de attachés HRM op de statutaire selecties van het niveau B, C en D. Er vonden voor 665 betrekkingen vergelijkende selecties plaats en er werden 387 personen benoemd.
Dienst Personeel ro syndicaal statuut voor de griffiers, referendarissen en parketjuristen De griffiers, de referendarissen bij het Hof van Cassatie en de refendarissen en parketjuristen bij de hoven en rechtbanken zijn niet onderworpen aan het klassieke syndicaal statuut. Er bestond dan ook geen formele structuur van sociaal overleg tussen deze leden van de rechterlijke orde en de overheid. Om die leemte op te vullen werd voor hen in 2009 een afzonderlijke personeelsvertegenwoordiging gecreëerd. Naast de gekende syndicale organisaties kunnen ook specifieke RO-organisaties als representatief worden erkend. Het koninklijk besluit dat de onderhandelings- en overlegcomités opricht voor de griffiers, de referendarissen en de parketjuristen, trad op 1 april 2009 in werking.
dG RechteRliJke ORGanisatie
11
uitwerking van een specifieke opleiding voor de leden van de griffies en de parketten Alle rijksambtenaren, alsook de personeelsleden van de rechterlijke orde, kunnen een gecertificeerde opleiding volgen die de mogelijkheid biedt nieuwe vaardigheden te verwerven. Na de opleiding wordt een certificatietest afgenomen. De opleiding ‘communicatie en dossierbeheer’ is ontwikkeld door het OFO, de dienst Competentieontwikkeling en leden van de rechterlijke orde. In deze opleiding ligt de focus o.a. op de organisatie en algemene bevoegdheden van de hoven en rechtbanken, het belang en de rol van de onthaalbeambte, de inhoud van een dossier, het beheer van het werk en de relationele processen. De eerste sessie van deze opleiding in 2009 wees uit dat de opleiding levendig en interactief is. 164 personeelsleden hebben het certificaat van deze opleiding al op zak.
12
dG RechteRliJke ORGanisatie
Dienst modernisering en juridische ondersteuning gerechtelijke opleiding De dienst Modernisering en juridische ondersteuning heeft toegezien op de goedkeuring van verschillende koninklijke besluiten over gerechtelijke opleidingen om de werking van het Instituut voor gerechtelijke opleiding mogelijk te maken. Het gaat om het KB ‘tot vaststelling van de rechten en plichten van het personeel van de griffies en parketten voor opleiding en tot oprichting van een begeleidingscomité over gerechtelijke opleiding’. Het gaat ook om het besluit ‘tot regeling van het taalexamen voor de directieleden van het Instituut voor gerechtelijke opleiding’, die wettelijk tweetalig moeten zijn. De dienst heeft ook de wettelijke bepaling gewijzigd waarin de begroting van het opleidingsinstituut wordt vastgesteld.
statuut van het personeel van de griffies en parketten Het koninklijk besluit betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het personeel van de griffies en parketten is aangepast. De loopbanen van het personeel van de griffies en parketsecretariaten zijn afgestemd op de loopbanen van de rijksambtenaren, meer bepaald wat de gecertificeerde opleidingen en de selectie- en mutatieprocedures betreft. Dit is van toepassing op het gerechtspersoneel van niveau A en op de griffiers en secretarissen van niveau B. De dienst heeft eveneens het bedrag aangepast van de tweetaligheidspremie, toegekend aan het personeel van de griffies en parketsecretariaten. Het koninklijk besluit tot regeling van het door Selor georganiseerde taalexamen, waarvoor de referendarissen bij het Hof van Cassatie moeten slagen, is goedgekeurd in 2009. hof van assisen De dienst heeft gezorgd voor de follow-up van de aanpassingen van de bepalingen met betrekking tot de hoven van assisen in verband met de rechterlijke organisatie, meer bepaald de bepalingen met betrekking tot de samenstelling van het hof en de samenstelling van de lijst van gezworenen.
Verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten van een advocaat De dienst heeft deelgenomen aan een in 2008 opgerichte werkgroep, die de wet van 21 april 2007 heeft onderzocht betreffende ‘de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat’, alsmede het uitvoeringsbesluit ervan (koninklijk besluit van 26 oktober 2007 ‘tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007’). Het doel van de werkgroep bestond erin oneerlijke situaties en gebreken van de wet te verhelpen. Zo is er op 7 december 2009 een wetsontwerp ingediend in de Kamer en op 12 januari 2010 is er een stemming gehouden in de Commissie voor de Justitie.
modernisering van de rechterijke orde, hervorming van het gerechtelijk landschap De dienst Modernisering en juridische ondersteuning speelt een actieve rol in de moderniseringsprojecten voor de rechterlijke organisatie. De dienst ondersteunt de minister van Justitie bij zijn hervormingsproject voor de hertekening van het gerechtelijk landschap. Samen met de beleidscel levert de dienst voorbereidend werk en advies, coördineerde ze bijdrages van het DG RO en zal ze desgevallend de wetgevende uitwerking mee voorbereiden. De dienst nam namens de FOD Justitie dan ook deel aan de werkzaamheden van de Atomiumwerkgroep in het parlement. Daarnaast vertegenwoordigt de dienst de FOD Justitie in het begeleidingscomité voor de ontwikkeling van het werklastmeetinstrument voor de zetel en het Openbaar Ministerie.
contact DG Rechterlijke Organisatie Waterloolaan 80 1000 Brussel Tel.: 02 552 26 03 Fax: 02 552 27 68 E-mail:
[email protected]
dG RechteRliJke ORGanisatie
13
FOCus Modernisering van het dG RO Het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie heeft in 2009 een belangrijk moderniseringsprogramma doorlopen. Doel van dit programma was een klantgerichtere en volledig transparante werking te realiseren. Binnen het directoraat-generaal werd een geheel van initiatieven opgestart, gebundeld in vier projecten die nauw met elkaar verbonden zijn: › een interne procesverbetering; › de realisatie van een dienstencatalogus; › de oprichting van een dienst Account management; › de opstart van een overlegmodel. Het nieuwe overlegmodel moet het mogelijk maken om de dienstverlening naar de rechtelijke orde blijvend te optimaliseren en de relatie tussen de hoven, rechtbanken en parketten en het directoraatgeneraal Rechterlijke Organisatie te structuren. Op strategisch niveau overleggen de strategische vertegenwoordigers van de rechtelijke orde en de directeur-generaal van het DG RO jaarlijks over de inhoud en de prioriteiten binnen de geleverde dienstverlening. Op basis van dit overleg legt het directoraat-generaal krijtlijnen en vernieuwingen vast voor de dienstverlening.
14
dG RechteRliJke ORGanisatie
Onder dit niveau overleggen de correspondenten van de rechtelijke orde en de accountmanagers van het DG RO voortdurend over de kwaliteit van de dienstverlening. De dagdagelijkse contacten tussen de leden van de rechtscolleges en de administratie bij de uitvoering van de diensten blijven gewoon bestaan. De introductie van dit model was het voorlopige eindpunt van een moderniseringsproces dat begon met de interne procesanalyse. Het DG RO onderzocht in het voorjaar van 2009 zijn taken en werkprocessen en formuleerde verbetervoorstellen op grond van die ervaring. De verbeterde dienstverlening vormde de basis voor de dienstencatalogus. Dit document biedt een inventaris van de diensten die de medewerkers van de hoven, rechtbanken en parketten mogen verwachten van het DG RO. Daarnaast staat ook te lezen hoe en onder welke voorwaarden de gebruikers een bepaalde dienst kunnen aanvragen. Doel van de dienstencatalogus is om iedereen een gelijke en kwaliteitsvolle dienstverlening aan te bieden en zo de dienstverlening te uniformiseren.
Over het opstellen van de dienstencatalogus waakt de dienst Account management. Deze dienst werd in het najaar opgericht en treedt op als relatiebeheerder van de rechtelijke orde binnen het directoraat-generaal. De accountmanagers verzekeren de continue actualisering van de catalogus en zoeken proactief naar verbeteringen van de geleverde dienstverlening. Daarvoor staan zij in contact met correspondenten in de hoven, rechtbanken en parketten. De centrale correspondent moet informatie, suggesties en klachten vanuit zijn netwerk doen doorstromen naar de accountmanager. De concrete uitbouw van dit correspondentennetwerk gebeurt in overleg met de rechterlijke orde. Op het einde van 2009 startte daarom een proefproject bij het Hof van Cassatie, het federaal parket en in de arrondissementen van Charleroi en van Gent.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden Het directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden (DG WL) adviseert de minister van Justitie inzake burgerlijk recht, strafrecht en rechten van de mens. Het DG WL is belast met: ›› de voorbereiding van de wetgeving op vlak van intern recht en de deelname aan internationale en Europese onderhandelingen: •• in burgerlijke zaken, daaronder begrepen burgerlijk recht, handelsrecht en gerechtelijk recht; •• inzake strafrecht en strafprocesrecht; •• inzake rechten van de mens;
La direction générale des Établissements pénitentiaires (EPI) est responsable de l’exécution et mesures privatives deburgerlijk liberté. Elle agit ›des › de peines toepassing in de praktijk van het dans strict respect la légalité, garantit la rechtle(o.a. naamsen de voornaamsverandering, sécurité de la internationale société, du personnel et des détenus nationaliteit, wederzijdse en respectant la dignité humaine et agit dans un rechtshulp in burgerlijke zaken, ontvoeringen esprit justice réparatrice. En s’appuyant sur son door de ouders, voogdij over niet-begeleide expertise, cette direction générale rend également minderjarige vreemdelingen, internationale des avis dans le het domaine pénitentiaire. adoptie, …) en strafrecht (o.a. uitleveringen, rogatoire commissies, overbrenging van personen, …); d’une Laveroordeelde direction générale EPIwapenwet, est composée centrale et extérieurs ›administration › de vertegenwoordiging vandedeservices Belgische staat comprenant l’ensemble des établissements bij de internationale controleorganen inzake de pénitentiaires. centrale rechten van deL’administration mens, de uitoefening van assure de rol notamment le autoriteit contrôle en et l’encadrement des van nationale verbindingsambtenaar services le traitement desvoorkoming dossiers voor hetextérieurs, Europees Comité inzake de
individuels des détenus et la gestion du personnel. Les prisons assurent l’exécution des peines et des mesures privatives de liberté. van folteringen (CPT), de coördinatie van de Leverslagen corps deover sécurité, qui est chargé transfert des de toepassing van dedu verdragen détenus, fait également cette direction inzake de rechten van departie mens de in België; ›générale. › de machtiging van giften en legaten aan rechtspersonen - wanneer vereist - en de erkenning van stichtingen van openbaar nut en internationale verenigingen; ›› de erkenning en het beheer van erediensten en vrijzinnigheid. Dit directoraat-generaal bestaat uit drie verticale directies die elk instaan voor een bepaald rechtsdomein en drie horizontale diensten die een coördinerende en een ondersteunende functie hebben.
DG Wetgeving en fundamentele rechten en vrijheden
15
Directeur-generaal
Operationele Steundienst
Coördinatiedienst Internationaal Recht
Dienst Kennis-, Processen- en Informatiemanagement
Directie II Fundamentele Rechten
Directie I Burgerlijk Recht
Dienst Dien D i n Familierecht en Burgerlijke Stand
D Dien i n Rechten van de Mens Dienst
Die Di n Beginselen van Strafrecht en Dienst Strafprocesrecht Stra a
Dien Di n Nationaliteitsrecht Dienst
D Dien i n Economische Rechten Dienst
Dien Di Die n Bijzondere Inbreuken en Procedures Dienst
Dien Di n Naams- en Voornaamsverandering Dienst
D Dien i Dienst Voogdij voor de Niet-begeleide M Mind Minderjarige Vreemdelingen
Die Di n Internationale Samenwerking in Dienst Stra a Strafzaken
Dien D n Internationale Adoptie Dienst
Dienst Dien D ien Erediensten en Vrijzinnigheid
Di Die n Europees Strafrecht Dienst
Dien Di n Burgerlijk Vermogensrecht Dienst
Di Die n Internationaal Humanitair Recht Dienst
Dienst D Dien n Internationale Samenwerking in Burgerlijke Zaken
FFederale Fed de d e Wapendienst
Dienst Dien D iien n Burgerlijk Procesrecht
16
Directie III Strafrecht
DG Wetgeving en fundamentele rechten en vrijheden
Directie i – BurgerLijk recht Dienst familierecht en Burgerlijke stand De voornaamste wetgevende activiteiten van deze dienst waren gewijd aan: › de wet van 12 juli 2009 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek voor wat de plaats van het huwelijk betreft: voornoemde wet, die op 24 augustus 2009 in het BS werd bekendgemaakt, machtigt de gemeenteraad om op het grondgebied van de gemeente andere openbare plaatsen met een neutraal karakter, waarvan de gemeente het uitsluitend gebruiksrecht heeft, aan te wijzen om huwelijken te voltrekken; › de wet van 30 december 2009 over diverse bepalingen betreffende Justitie. Deze wet (de artikelen 18 en 19 ervan) die op 15 januari 2010 in het BS werd bekendgemaakt, voegt een nieuwe overgangsbepaling in in de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan. Dit houdt verband met de homologatie van de erkenning door een gehuwde man (vroegere artikel 319bis van het Burgerlijk Wetboek); › de wet van 17 november 2009 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de kostenverdeling onder partijen bij een echtscheidingsprocedure. De wet werd op 22 januari 2010 in het BS bekendgemaakt.
Bovendien werkte de dienst mee aan het opstellen van het voorontwerp van wet dat de oprichting van een nieuwe afdeling Jeugd en Familie (JEFA) bij de rechtbank van eerste aanleg beoogt. Dit gebeurde in samenwerking met de dienst Burgerlijk Procesrecht en het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie. Ten slotte heeft de dienst meegewerkt aan het voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht en de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht ter bestrijding van schijnhuwelijken. De dienst heeft eveneens geparticipeerd aan het voorontwerp van wet over levenloos geboren kinderen tot wijziging van artikel 80bis van het Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van een artikel 80ter en een artikel 80quater in het Burgerlijk Wetboek.
Dienst nationaliteitsrecht Op wetgevend vlak heeft de dienst Nationaliteitsrecht de hervorming van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN) voortgezet. De doelstellingen van die hervorming zijn enerzijds gericht op de meer neutrale verwerving van nationaliteit met betrekking tot het migratiebeleid en anderzijds op het uitbreiden van de mogelijkheden tot vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit.
De dienst behandelde ongeveer 250 individuele dossiers i.v.m. de toekenning of het verlies van de Belgische nationaliteit. Opvallende vaststellingen daarbij zijn: › een toename van het aantal dossiers tot toekenning van de Belgische nationaliteit aan kinderen ten gevolge van de verkrijging van de Belgische nationaliteit door hun ouders (art. 12 WBN). Hierbij ontstaan problemen op het niveau van de vaststelling van de afstammingsband en bij de uitoefening van het ouderlijk gezag; › een daling van de dossiers tot toekenning van de Belgische nationaliteit aan staatloze minderjarigen (art. 10 WBN). Dit komt omdat hun ouders, die afkomstig zijn uit landen zoals Brazilië of Kosovo, niet meer zoals voorheen stelselmatig een aanvraag indienen. › aangezien de bepalingen van het Wetboek van internationaal privaatrecht worden toegepast, moet de dienst steeds vaker de buitenlandse wetgevingen over familie en nationaliteit onderzoeken en interpreteren. Hieruit blijkt de gebrekkige overeenstemming tussen de specifieke wetgevingen.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
17
Wat de Belgen in het buitenland betreft, dient te worden vermeld: › dat sommige Belgen die hun nationaliteit in het verleden hebben verloren, zich benadeeld voelen tegenover zij die van een dubbele nationaliteit genieten; › dat er nog heel wat landen zijn die de dubbele nationaliteit verbieden en die verplichten om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit of in een automatisch verlies ervan voorzien; › dat de dubbele nationaliteit problemen geeft bij de inschrijving in de bevolkingsregisters. Op internationaal vlak was de dienst betrokken bij de uitwerking van de aanbeveling 2009/13 van 9 december 2009 van de Raad van Europa inzake de nationaliteit van kinderen.
Dienst naams- en Voornaamsverandering 2009 kende een stijging met 7,6 % van het aantal ingediende aanvragen ten opzichte van 2008. Die stijging duurt al jaren, aangezien 1108 aanvragen werden ingediend in 2001, 1242 in 2005, 1543 in 2008 en 1670 in 2009.
AAntAL AAnVrAgen tot wijziging VAn De nAAm en/of VoornAAm 2008
enkeL fAmiLienAAm
enkeL VoornAAm
nAAm en VoornAAm
n
325
360
45
f
347
373
93
totAAL
672
733
138
Algemeen totaal in 2008: 1543 dossiers
AAntAL AAnVrAgen tot wijziging VAn De nAAm en/of VoornAAm 2009
enkeL fAmiLienAAm
enkeL VoornAAm
nAAm en VoornAAm
n
365
371
46
f
415
374
99
totAAL
780
745
145
Algemeen totaal in 2009: 1670 dossiers
18
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
Dienst internationale Adoptie op nationaal niveau In de loop van dit jaar ontving de dienst Internationale Adoptie 356 geschiktheidsvonnissen in het Nederlands, 304 in het Frans en 9 in het Duits. De dienst stuurde de vonnissen naar de respectievelijke bevoegde gemeenschappen. Er werden 481 adopties erkend of geregistreerd (412 door de gemeenschappen begeleide adopties en 69 niet-begeleide adopties). De meeste begeleide adopties gebeurden in Ethiopië (143), Kazachstan (85) en China (77). De dienst weigerde de erkenning van 94 (hoofdzakelijk niet-begeleide) adopties en stond in voor de follow-up van 15 nieuwe beroepen die in 2009 zijn ingediend tegen zijn beslissingen. Ten slotte heeft de dienst Internationale Adoptie 532 overschrijvingen van adopties of vonnissen tot omzetting van adopties ontvangen en toegezonden aan de gemeenschappen. Op wetgevend vlak heeft de dienst een wijziging van de wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (doc. 50 216/3) opgesteld. De nieuwe wetgeving stelt een procedure in tot verlenging van de geschiktheid om te adopteren en heft de bevoegdheid op van de dienst inzake de uitreiking van attesten die de geldigheidsduur van geschiktheidsvonnissen verlengen. Op 17 december 2009 werd de wet door het parlement goedgekeurd.
op internationaal niveau In het kader van een zending verbleef de dienst in Kazachstan om meer inzicht te krijgen in de problemen die verband houden met de dossiers inzake erkenningsaanvragen en om de ethiek na te gaan waarmee de adopties in dat land worden verwezenlijkt. De dienst heeft deelgenomen aan een werkgroep van de ICBS (Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand) in Straatsburg. Bedoeling was een certificaat op te stellen dat de erkenning van een adoptie in een lidstaat van de VCBS (Vaste Commissie van de Burgerlijke Stand) vergemakkelijkt wanneer een andere lidstaat die adoptie reeds heeft erkend. De dienst heeft eveneens deelgenomen aan een informele vergadering in Oslo tussen de centrale autoriteiten bevoegd voor adoptie. Daarnaast was er ook een conferentie over adoptie die in Straatsburg plaatsvond en die gezamenlijk door de Raad van Europa en de Europese Commissie werd georganiseerd.
Dienst Burgerlijk Vermogensrecht op nationaal niveau De dienst was betrokken bij de uitwerking en goedkeuring van de volgende wetten: › wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie; › wet van 28 juni 2009 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek der successierechten wat betreft de bevrijdende betaling bij een erfenis en de terbeschikkingstelling van een bepaald bedrag aan de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende; › wet van 18 juni 2009 tot aanvulling van de woninghuurwet met betrekking tot de aanrekening van bemiddelingskosten van een derde aan de huurder; › wet van 15 mei 2009 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek voor wat betreft de openbare verkoop van onroerende goederen. Daarnaast heeft de dienst ook de activiteiten gevolgd van de parlementaire commissie over de grondige hervorming van het mede-eigendomsrecht.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
19
op internationaal niveau In 2009 stonden de volgende activiteiten op het programma: › de dienst heeft het voorzitterschap van de Belgische delegatie voor zijn rekening genomen tijdens de Diplomatic Conference to adopt a Convention on Substantive Rules regarding Intermediated Securities; › de dienst heeft meegewerkt aan het voorstel voor een verordening betreffende de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en authentieke akten inzake erfopvolging en de invoering van een Europees erfopvolgingscertificaat; › de dienst werd belast met de juridische analyse van door de FIFA ingediende verzoeken om juridische waarborgen in het kader van de Belgisch-Nederlandse kandidatuur voor de organisatie van de wereldbeker voetbal; › de dienst volgde de activiteiten m.b.t. de ontwerpwijziging van de UNCITRALarbitrageregels en de activiteiten m.b.t. een bijlage bij de wetgevingsrichtlijnen voor gegarandeerde operaties gewijd aan de zakelijke zekerheden op roerende goederen op het intellectuele eigendom;
20
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
› de dienst heeft deelgenomen aan diverse
vergaderingen over het verdrag van Kaapstad van 16 november 2001 inzake internationale zekerheden op mobiel materieel. Daarnaast nam de dienst deel aan het protocol van Luxemburg van 23 februari 2007 aangaande specifieke aangelegenheden voor rijdend
spoorwegmaterieel en aan het voorontwerp van protocol aangaande specifieke aangelegenheden voor ruimteobjecten; › de dienst heeft ook deelgenomen aan verschillende Europese vergaderingen inzake de bestrijding van handel in cultuurgoederen.
individuele dossiers: machtiging van schenkingen en legaten totAAL
neDerLAnDs
frAns
Aantal ontvangen dossiers in 2009
259
116 (45 %)
143 (55 %)
Aantal machtigingen in 2009
226
107 (47 %)
119 (53 %)
2008
2009
tenDens
Aantal ontvangen dossiers
257
259
Stagnatie
Aantal machtigingen
236
226
Daling van 4 %
Vergelijking 2008 - 2009
Dienst internationale samenwerking in Burgerlijke zaken internationale kinderontvoeringen Het federale aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen (hierna FAP genoemd) heeft in 2009 zijn werkzaamheden voortgezet in het kader van zijn opdracht: › Centralisatie en verspreiding van alle
eerstelijnsinformatie In dit kader is het FAP overgegaan tot de verspreiding van zijn informatiebrochure die in samenwerking met zijn partners (gerechtelijke overheden, FOD Buitenlandse Zaken en Child Focus) is herzien. Het FAP heeft ook zijn website aangepast: het plaatste specifieke links en documenten om te downloaden. Daarnaast heeft het ook met een telefonische permanentie geëxperimenteerd naar aanleiding van de herziening van de nieuwe werking (7 dagen op 7, 24 uur op 24, inclusief weekends en feestdagen). › Beheer van de individuele dossiers
Het aanspreekpunt behandelde 151 nieuwe individuele dossiers inzake internationale kinderontvoering en uitoefeningen van grensoverschrijdend omgangsrecht: Frankrijk (33 gevallen), Nederland (22), Duitsland
(15), Marokko (12), Spanje (10), het Verenigd Koninkrijk en Turkije (7). Dat betekent nogmaals een stijging in vergelijking met de voorgaande jaren. De dienst sloot 149 dossiers ‘’s-Gravenhage’ af op basis van dossiers die sinds 2001 geopend waren. Er werd ook aan 120 ouders advies verleend via de telefoonlijn 6700 (120 gesprekken), via preventie (43 gesprekken) of via mailbox (47). › Inhoudelijke werkzaamheden › Psychologische steun aan families
In verscheidene nieuwe individuele dossiers trad de psycholoog op. Dit gebeurde via ondersteuning van de oudersslachtoffers, follow-up van de terugkeer en daarna, voorbereiding van een ouder op de uitoefening van het omgangsrecht, deelname aan coördinatievergaderingen en aan de organisatie van een internationale bemiddeling, doorverwijzing van ouders naar andere specifieke hulp, … › Financiële steun
In 2009 zorgde het fonds weer voor financiële bijstand. Zo steunde het bepaalde ouders bij de repatriëring van hun kind, bij de uitoefening van hun omgangsrecht, enz.
Voorts belegde het FAP vergaderingen met zijn partners (gerechtelijke overheden, FOD Buitenlandse Zaken en Child Focus) met het oog op de coördinatie van de verschillende acties, waaronder het opstellen van statistieken. Op 28 april 2009 vond een nieuwe ontmoeting plaats met een dertigtal ouders die slachtoffer zijn van kinderontvoeringen. Zulke ontmoetingen zullen regelmatig plaatsvinden. Leden van het FAP hebben met de partners samengewerkt in het kader van verschillende studies: y een door Child Focus opgestart project met als doel een preventiegids op te stellen; y een project ‘internationale gezinsbemiddeling’ in het kader van internationale kinderontvoeringen, gecoördineerd door de FOD Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Gezinsbeleid.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
21
internationale wederzijdse rechtshulp in burgerlijke zaken Enkele statistische gegevens: › betekening en kennisgeving van burgerlijke akten: 593 dossiers; › burgerlijke rogatoire commissies: 92 dossiers; › rechtshulp: 94 dossiers; › inning van de onderhoudsverplichtingen: 209 dossiers; › samenwerking van centrale autoriteiten: 30; › plaatsing van kinderen in het buitenland: 5; › Europees justitieel netwerk: 7 vergaderingen bij de EU.
Dienst Burgerlijk Procesrecht op nationaal niveau De dienst heeft meegewerkt aan verschillende voorontwerpen van wet die momenteel worden aangenomen. Die voorontwerpen hebben betrekking op de volgende onderwerpen: › de instelling van de familierechtbank; › een collectieve rechtsvordering; › de hervorming van de wet betreffende de collectieve schuldenregeling; › de tenuitvoerlegging van het centraal en geïnformatiseerd bestand van berichten van beslag;
› de instemming met het aanvullend protocol
bij het verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Beneluxgerechtshof inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen), opgemaakt te Brussel op 24 oktober 2008. De dienst heeft een vademecum opgesteld waarin alle vragen en moeilijkheden worden gegroepeerd die verband houden met de toepassing van Europese verordeningen inzake kleine geschillen, met de Europese executoriale titel en met het betalingsbevel. Ook de antwoorden en oplossingen voor die moeilijkheden zijn erin opgenomen. op internationaal niveau De dienst heeft deelgenomen aan verschillende voorbereidende vergaderingen over de wijziging van de verordening Brussel betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Daarnaast nam hij deel aan het comité van het verdrag van Lugano en aan het Europees justitieel netwerk in burgerlijke zaken. De dienst heeft meegewerkt aan de Europese activiteiten tot oprichting van een Europees octrooigerecht. Tot slot tekende hij ook present voor de denkronde over de hervorming van het Beneluxgerechtshof.
22
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
Directie ii – funDAmenteLe rechten Dienst rechten van de mens op nationaal niveau Wat de verslaggeving betreft, heeft de dienst bij het federale parlement het vijfde jaarverslag van de regering over de toepassing van het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind neergelegd. Op wetgevend vlak heeft de dienst deelgenomen aan de bekrachtigingsprocedure van het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (1 augustus 2009). Het heeft ook het administratief dossier inzake de bekrachtiging van protocol 12 bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voltooid. Ook dossiers m.b.t. de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kwamen aan bod. Zo heeft de dienst deelgenomen aan het opstellen en goedkeuren van de wet van 30 november 2009. De wet behandelt het akkoord met de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers door luchtvaartmaatschappijen aan het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika. De dienst heeft ook het voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 44
van de wet op het politieambt opgemaakt. op internationaal niveau › Qua geschillen ontving de dienst Rechten van de Mens 48 nieuwe individuele verzoekschriften die voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens tegen de Belgische staat zijn ingediend (in 2008 waren dat er 33). Met 35 is er tegelijk sprake van een groter aantal verzoekschriften ‘dringende en voorlopige maatregelen’ (9 in 2008). In de loop van datzelfde jaar heeft het Hof overigens 18 vonnissen tegen België gewezen (zoals in 2008).
georganiseerde criminaliteit (kaderbesluit over de bescherming van de gegevens binnen de derde pijler), de ad hoc-groep Fundamentele Rechten, Working Party Europol en het Europees Bureau voor de Grondrechten; y op het niveau van de Verenigde Naties: werkgroep over de mogelijkheid om een facultatief protocol bij het verdrag inzake de rechten van het kind uit te werken, gesteund op de creatie van een communicatiemechanisme. › Vermeldenswaard in het kader van de
› De dienst heeft deelgenomen aan de
activiteiten van verschillende werkgroepen in verschillende fora: y op het niveau van de Raad van Europa: de stuurgroep Mensenrechten en de daaraan verbonden werkgroepen. De gesprekken gingen over seksuele discriminatie en gender orientation (LGBT: Lesbian, Gay, Bisexual and Transgendered people), de mensenrechten van leden van de krijgsmacht en de verbeteringsprocedure voor de bescherming van de rechten van de mens voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens; y op het niveau van de Europese Unie: multidisciplinaire groep rond de
verslaggeving is het vijfde periodieke rapport over het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Dit geldt ook voor het verslag over de follow-up van de geformuleerde aanbevelingen die het Comité tegen foltering (van de Verenigde Naties) heeft gemaakt naar aanleiding van de voorstelling van het tweede rapport van België in november 2008. Bovendien heeft de dienst het verslag van de Europese Commissie tegen racisme en onverdraagzaamheid (ECRI) over haar vierde bezoek aan België in september 2008 ontvangen en verspreid. Het verslag bevat onder andere aanbevelingen aan de staat over
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
23
zijn antidiscriminatie- en antiracismebeleid. › Op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens wordt binnen de Europese Unie aan diverse dossiers gewerkt: y het memorandum of understanding tussen België en het secretariaat van de Raad over de aanmaak van een expertisegegevensbank voor het civiele crisisbeheer; y de overeenkomst van 30 november 2009 tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika over de verwerking en doorgifte van gegevens betreffende het betalingsberichtenverkeer van de Europese Unie naar de Verenigde Staten, en dit ten behoeve van het traceringsprogramma van terrorismefinanciering (swift II); y de overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika over de aanpak/verwerking van de gegevensuitwisseling in het kader van het Terrorist screening assessment-programma; y het programma van de troijka van het beurtelingse voorzitterschap en het programma van Stockholm. › De andere voornaamste activiteiten van de
dienst in 2009 waren: y de organisatie en follow-up van het vijfde
bezoek van het Europees Comité ter voorkoming van foltering (CPT) aan België
24
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
in september-oktober 2009; y de organisatie van en deelname aan de selectieprocedure van Belgische kandidaatrechters voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Dienst economische rechten De afdeling wetgeving van de dienst pakt uit met de volgende belangrijke realisaties: › globale coördinatie van en bijdragen aan de wetten betreffende diverse bepalingen inzake Justitie I en II van 30 december 2009: y inzake aanpassingen van diverse wetgeving aan de wet van 16 januari 2003 betreffende de kruispuntbankondernemingen; y inzake de omzetting van de gewijzigde derde; en zesde vennootschapsrichtlijnen (fusie en splitsing van vennootschappen); y inzake wijzigingen aan de vzw-wet van 20 juni 1921; › verscheidene wijzigingen aan het
uitvoeringsbesluit van het Wetboek vennootschappen van 30 januari 2001 en aan de boekhoud-KB’s op de vzw-wet van 20 juni 1921;
› de wet over de invoering van de starters-BVBA;
› wijzigingen aan de bijlagen bij de
› de uitvoeringsbesluiten op de wet van
insolventieverordening nr. 1346/2000;
31 januari 2009 op de continuïteit van de ondernemingen met o.a. het KB betreffenden de erelonen van gerechtsmandatarissen;
› nota’s en onderhandelingen binnen het raam
van de ontwerpverordening betreffende de invoering van het statuut van de Europese besloten vennootschap.
Prestaties van de afdeling ivzw’s-stichtingen van de dienst:
80
Oprichtingen stichtingen
70
Wijzigingen stichtingen
60
Totaal
50
350
Oprichtingen ivzw
300
Wijzigingen ivzw Totaal
250 200
40
150
30 100
20
50
10 0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
De terugval die voor 2006 voor de stichtingen was voorspeld, zet zich nog steeds door. Toch liggen de cijfers nog op een hoger niveau dan voor de wetswijziging van 2005 (bv. aantal oprichtingen van stichtingen in 2004: 6, in 2008: 27, in 2009: 24; oprichtingen van ivzw’s in 2004: 100, in 2008: 123 en in 2009: 111). Desalniettemin valt op dat de stichtingen zich op een zelfde hoger niveau als voor de wetswijziging gestabiliseerd hebben. Hetzelfde kan ook over de de ivzw’ s worden gezegd.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
25
Dienst Voogdij voor de niet-begeleide minderjarige Vreemdelingen In 2009 heeft de dienst Voogdij 4094 meldingen geregistreerd. Dat cijfer komt overeen met 2855 onder de hoede genomen personen, waarvan er 2501 pas zijn aangekomen. Er werden 455 medische tests uitgevoerd om de leeftijd vast te stellen. Bij de Raad van State zijn 35 beroepen ingediend tegen de beslissingen over de leeftijd. Er werden 1093 voogdijen toegekend. Bij de dienst hadden 860 gesprekken plaats om de minderjarigen te informeren of om hun voogd te steunen. Op het einde van het jaar waren er 1825 actieve voogdijen. In de loop van dezelfde periode zijn 32 personen toegevoegd aan de voogdenlijst. 211 van de 416 erkende voogden kunnen als actieve voogden worden beschouwd. Na vijf jaar werking heeft de dienst een wetsvoorontwerp tot wijziging van de wet betreffende de voogdij over niet-begeleide minderjarigen uitgewerkt om de verschillende fases en de follow-up van de voogdij te verbeteren. De dienst heeft zijn samenwerking met verschillende partners versterkt: › Fedasil (federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers) betreffende het tekort aan opvangplaatsen;
› de Centrale dienst voor de bestrijding van
valsheden van de federale politie, de bevoegde diensten van de FOD Buitenlandse Zaken en het CEDOCA (documentatiecentrum voor asieldiensten) van het CGVS voor wat de authentificatie van buitenlandse akten van de burgerlijke stand betreft; › de Raad van Europa via deelname aan de in Rome georganiseerde workshops over de implementatie van een levensdoel voor de niet-begeleide minderjarige migranten; › het Europees netwerk van instellingen die de voogdij van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen organiseren (The European Network of Guardianship Institutions): de dienst heeft in die hoedanigheid deelgenomen aan de European Conference on guardianship for unaccompanied minors / Guardianship in Europe (Amsterdam, 26 en 27 november 2009); › de Internationale organisatie voor migratie, en dit via een seminarie (Praag, van 7 tot 9 december 2009) dat niet-begeleide minderjarige vreemdelingen bewust trachtte te maken van hun rechten door hen te betrekken bij de ontwikkeling van een informatiecampagne over de informatieuitwisseling en goede handelwijzen bij het onthaal, de bescherming en de behandeling van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
Dienst erediensten en Vrijzinnigheid De dienst heeft naast zijn gebruikelijke opdrachten* in het bijzonder meegewerkt aan: › de follow-up van het dossier Executief van de moslims van België (EMB): het ging om het vanuit federaal oogpunt bekeken beheer van de door het EMB geleverde inspanningen voor een hernieuwing van de structuren van een toekomstig nieuw executief als representatief orgaan van de islamitische eredienst; › het boeddhisme: op grond van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen, gaat het om de ontwikkeling van de samenwerking met de Boeddhistische Unie van België. Die beoogt het structureringswerk van de vertegenwoordigers van het boeddhisme in België bij de openbare overheden voort te zetten en de eventuele erkenning van die nietconfessionele levensbeschouwing verder voor te bereiden; › materie m.b.t. de parochieassistenten van de katho-lieke eredienst: praktische toepassing van de wetswijzigingen ter zake en een gesprek met de katholieke eredienst over de verschillende toepassingswijzen;
* erkenning van erediensten en niet-confessionele levensbeschouwingen, sociaal secretariaat van de erediensten en de vrijzinnigheid voor meer dan 3300 bedienaars van de erediensten en afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad, wetgevende zaken van de dienst en financiële aspecten
26
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
› de oprichting van een reflectiegroep met het
oog op een hervorming van de wetgeving: naar aanleiding van de werkzaamheden van de ‘commissie van wijzen’ heeft de dienst zijn hulp aangeboden bij de oprichting van een reflectiegroep. Die reflectiegroep streeft via een hervorming naar een homogene wetgeving inzake erkenning, financiering van de erkende erediensten en van de niet-confessionele gemeenschap in België en opleiding van de bedienaars van de eredienst en hun statuut. De dienst is belast met het secretariaat van die reflectiegroep; › de follow-up van het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid, het Vlaams Gewest, het Waalse Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. De dienst is belast met het secretariaat en het voorzitterschap van de informatie- en overlegcommissie die werd opgericht in het kader van het samenwerkingsakkoord van 27 april 2004.
Directie iii – strAfrecht Dienst Beginselen van strafrecht en strafprocesrecht op nationaal niveau De uitwerking, goedkeuring en bekendmaking van de volgende teksten verdienen aandacht: › de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie; › de hervorming van het hof van assisen (wet van 21 december 2009); › het Wetboek van sociaal strafrecht (in bespreking in het parlement). Bovendien heeft de dienst de volgende wetgevende werkzaamheden verricht: › het wetsontwerp tot wijziging van artikel 216bis Sv (schikking) en 216ter Sv; › het wetsontwerp betreffende de strijd tegen de uitbuiting door arbeid en tot invoering van een stelsel van hoofdelijke aansprakelijkheid tussen de opdrachtgever en de aannemer; › het wetsontwerp betreffende de mogelijkheid voor de raadkamer om als vonnisgerecht uitspraak te doen in niet-betwiste zaken; › het wetsontwerp tot wijziging van de DNAwet.
De dienst heeft ten slotte ook deelgenomen aan het coördinatieteam van diverse expertisenetwerken van het college van procureurs-generaal: REN-slachtoffers, REN-bemiddeling, REN-strafprocedure, samenwerking met de justitiehuizen en met andere werkgroepen, zoals ‘informatie aan de slachtoffers’ en ‘informatie omtrent bemiddeling’. op internationaal niveau De dienst heeft de werkzaamheden gevolgd betreffende de volgende dossiers: › het ontwerp van verdrag inzake de voorkoming en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Raad van Europa); › de onderhandeling over een protocol inzake de clandestiene handel in tabaksproducten (WHO); › de follow-up van de werkzaamheden van GRECO (Groep van Staten tegen Corruptie); › verscheidene dossiers op het niveau van de Europese Unie (recht op vertolking en vertaling in strafrechtelijke procedures, European protection order, procedurele rechten in strafzaken enz.); › partner van het CURE-project van de EU – Children in the Union – Rights and Empowerment.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
27
Dienst Bijzondere inbreuken en Procedures
› mensenhandel: voltooiing van een wets›
In 2009 was de dienst voornamelijk actief in het kader van: › het expertisenetwerk van het college van procureurs-generaal: effectieve participatie aan de verschillende expertisenetwerken van het college van procureurs-generaal (verdovende middelen, mensenhandel, jeugd, corruptie); › terrorisme: bekrachtiging van het verdrag van de Raad van Europa inzake de financiering van terrorisme; › piraterij op zee: opmaak, parlementaire werkzaamheden en stemming van de nieuwe wet; › gedwongen verdwijningen: bekrachtiging van het verdrag over gedwongen verdwijningen; › corruptie: opmaak van nieuwe aanbevelingen van de OESO; › jeugdbescherming: voorbereiding van een herziening van de basiswet ter zake op basis van een wetgevingstechnische hervorming en van oplossingen voor de problemen die zich voordoen. KB houdende de oprichting van gesloten federale centra;
28
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
›
› ›
›
ontwerp betreffende de opdrachtgevers; kansspelen: deelname aan de EU-werkzaamheden met betrekking tot de controle op de kansspelen. Opmaak en parlementaire follow-up van een wetsontwerp tot herziening van de basiswet ter zake; bijzondere opsporingstechnieken: opmaak van een ontwerp van herstelwet ingevolge de arresten van het Grondwettelijk Hof en oplossing van technische problemen bij de uitwerking ervan. Eveneens: parlementaire follow-up van het wetsontwerp betreffende de bijzondere opsporingstechnieken voor de inlichtingendiensten; DNA: opmaak van een wetsontwerp tot herziening van de basiswetgeving ter zake; aftappen van telecommunicatie: opmaak van een ontwerp van KB betreffende het aftappen van telecommunicatie en de samenwerking van de operatoren; informaticacriminaliteit: opmaak van een ontwerp van wet en een KB inzake de bewaring van gegevens door de operatoren en de voorwaarden en duur van bewaring.
Dienst internationale samenwerking in strafzaken Op conceptueel vlak waren de belangrijkste activiteiten van de dienst de volgende: › ondertekening te Tilburg op 31 oktober 2009 van het verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden over de terbeschikkingstelling van een penitentiaire inrichting in Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen; › bekrachtiging van de overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Speciale Administratieve Regio Hongkong van de Volksrepubliek China betreffende de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 8 november 2006; › bekrachtiging van het tweede aanvullend protocol bij het Europees verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken, opgemaakt te Straatsburg op 8 november 2001; › ondertekening te Brussel op 29 april 2009 van de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Democratische Republiek Congo inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken en van de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Democratische Republiek Congo betreffende de overbrenging van gevonniste personen;
› ondertekening te Santo Domingo op 5 mei 2009
van de overeenkomst tussen de Dominicaanse Republiek en het Koninkrijk België betreffende de overbrenging van gevonniste personen; › ondertekening te Brasilia op 7 mei 2009 van de overeenkomst tussen de Federatieve Republiek Brazilië en het Koninkrijk België inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken; › ondertekening te Brussel op 4 oktober 2009 van de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Federatieve Republiek Brazilië betreffende de overbrenging van gevonniste personen.
Op operationeel niveau neemt het aantal te behandelen dossiers in de basiscategorieën (rogatoire commissies, aangiften met het oog op vervolging, vrijwillige verzoeken tot overbrenging en uitleveringen) toe. De onderstaande tabel illustreert dit. AArD VAn De Dossiers
2007
2008
2009
130
100
112
3200
3667
4199
80
171
117
6
13
11
63
104
59
Europese aanhoudingsbevelen
637
588
565
Kennisgeving van stukken
286
618
330
19 865
23 378
20 404
8
13
10
128
108
147
3
6
14
Vrijwillige overbrengingen
133
165
180
Tijdelijke overbrengingen
10
13
6
Uitleveringen Rogatoire commissies Vragen om inlichtingen Verbeurdverklaringen Overbrengingen zonder instemming
Verkeer Overnames van strafuitvoering Meldingen met het oog op strafvervolging Bewaking
totAAL
24 549
28 944
26 154
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
29
Dienst europees strafrecht In de loop van 2009 heeft de dienst onderhandeld over tal van wetgevingsinstrumenten binnen de verschillende werkgroepen van de Raad van de Europese Unie, in het bijzonder inzake de volgende aangelegenheden: mensenhandel, seksuele uitbuiting van kinderen, het recht op vertolking en vertaling, jurisdictiegeschillen, overdracht van procedures, wederzijdse rechtshulp met Japan, het wetenschappelijk bewijs en de bestrijding van de financiering van het terrorisme. De dienst was eveneens belast met de voorbereiding, coördinatie en follow-up van de Europese werkzaamheden (vergaderingen, vragenlijsten enz.) tijdens de opeenvolgende voorzitterschappen van de Tsjechische Republiek (eerste semester 2009) en Zweden (tweede semester 2009). De dienst is ten slotte begonnen aan de voorbereiding van het toekomstige Belgische EU-voorzitterschap dat in het tweede semester van 2010 plaatsvindt.
› akkoord inzake de tenuitvoerlegging in België
van veroordelingen uitgesproken door het Internationaal Strafgerechtshof; › uitbreiding van het akkoord met de diensten van de aanklager van het ISG; › akkoord inzake de getuigenbescherming met het Speciaal Tribunaal voor Sierra Leone; › akkoord inzake de tenuitvoerlegging in België van veroordelingen uitgesproken door het Speciaal Tribunaal voor Sierra Leone. In het kader van de eerste conferentie tot herziening van het Statuut van Rome van het ISG heeft de dienst wijzigingen in de oorlogsmisdaden (die onder de bevoegdheid van het ISG vallen) opgesteld en besproken. België is als enige staat die partij is, erin geslaagd om de nationale wijzigingen over te zenden aan de eerste conferentie tot herziening die in juni 2010 zal plaatsvinden. België is een sleutelrol blijven spelen wat de wijziging in de misdaad van agressie betreft. Een speciale werkgroep van de vergadering van staten die partij zijn, heeft over dit onderwerp besprekingen gevoerd.
Dienst internationaal humanitair recht Op internationaal normatief vlak heeft de dienst met het Internationaal Strafgerechtshof (ISG) een bilateraal akkoord gesloten voor versterkte samenwerking inzake de getuigenbescherming in Afrika. De dienst heeft bovendien de onderhandeling over bilaterale akkoorden voor versterkte samenwerking met verscheidene internationale straftribunalen voortgezet:
30
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
Op nationaal normatief vlak heeft de dienst de studie van wetswijzigingen voortgezet of voltooid. Die wetswijzigingen hebben meer bepaald betrekking op de bestraffing van het negationisme (beëindigd project) en van het oneigenlijk gebruik van beschermende emblemen in geval van gewapende conflicten. Ze behandelen eveneens bepaalde aspecten van de samenwerking met de internationale straftribunalen, de regels voor de bescherming van bedreigde getuigen,
de specialisatie van onderzoeksrechters inzake internationaal humanitair recht of de aanwijzing van Belgische kandidaten als rechter bij het Internationaal Strafgerechtshof. De justitiële samenwerking met de internationale straftribunalen en de tussenstaatse rechtshulp wordt op een zeer hoog niveau in stand gehouden (45 nieuwe verzoeken tot justitiële samenwerking hadden bijvoorbeeld betrekking op rechtshulp met het Internationaal Strafgerechtshof, een cijfer dat sinds de oprichting van het Hof in 2002 nog nooit werd gehaald). De dienst zorgde voor de administratieve follow-up van de Belgische gerechtelijke dossiers inzake internationaal humanitair recht (71 dossiers in 2009 in plaats van 66 in 2008). Zo heeft de dienst in het bijzonder de opheffing van de immuniteit van verhoorde getuigen georganiseerd in het kader van het assisenproces tegen Ephrem Nkezabera. Dit proces hield verband met de bestraffing van de in 1994 in Rwanda gepleegde genocide en andere moordpartijen. De dienst heeft als co-agent België vertegenwoordigd voor het Internationaal Gerechtshof in het kader van de door België ingeleide zaak tegen Senegal betreffende de verplichting tot uitlevering of vervolging. Het hof heeft zich uitgesproken over de bewarende maatregelen die België had gevraagd. De zaak houdt rechtstreeks verband met het door België aan Senegal gerichte uitleveringsverzoek ten aanzien van de voormalige president van Tsjaad, Hissène Habré.
federale wapendienst Op normatief vlak werden twee koninklijke besluiten uitgewerkt en bekendgemaakt: › het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 april 1997 tot bepaling van de veiligheidsvoorwaarden waaraan het opslaan, het in bewaring geven en het verzamelen van vuurwapens of munitie zijn onderworpen (BS 24 april 2009); › het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 januari 2007 houdende de benoeming van de leden van de adviesraad voor wapens (BS 18 december 2009). Inzake overleg heeft deze dienst voornamelijk deelgenomen aan de volgende vergaderingen: › de werkgroep ‘omzettingen van de richtlijn wapens’, samengesteld uit de afgevaardigden van de Proefbank en het Centraal Wapenregister, de wapendiensten van de gewesten en de Federale Wapendienst. Het resultaat is een ontwerp van KB over de traceerbaarheid van vuurwapens; › de werkgroep ‘historische jachtwapens’, die bestaat uit technische deskundigen en mensen die in het veld werkzaam zijn. De groep moest nagaan in welke mate de lijst van vrij verkrijgbare wapens naar bepaalde jachtwapens zou kunnen worden uitgebreid. Op subsidiaire wijze heeft de groep zich als taak gesteld om de lijst van wapenrekken, bekendgemaakt in het BS op 2 augustus 2007, te corrigeren. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de werkzaamheden van de groep.
De dienst behandelde 187 dossiers. Vergunning tot het VoorhAnDen heBBen
erkenning
wAPenDrAcht
mAchtiging VAn VerkooP VAn wAPens oP Beurzen
VoorAfgAAnDe Vergunning
2008
69
6
2
38
24
2009
141
0
3
20
23
Wat de follow-up van de tenuitvoerlegging van de wet betreft, heeft de dienst in het kader van de toepassing van artikel 5 van de wapenwet en van het KB van 16 oktober 2008 tot regeling van het statuut van de wapenhandelaar de eerste examens inzake beroepsbekwaamheid voor het beroep van wapenhandelaar georganiseerd. VerontschuLDigD
uitgesLoten
3
2
1
2
1
1
1
9
5
3
2
ingeschreVen
gesLAAgD
NL
23
10
7
FR
19
13
totAAL
42
23
2009
niet gesLAAgD VrijgesteLD
De informatieverstrekking naar de burgers en naar de betrokken diensten werd versterkt. Zo antwoordde de dienst op een groot aantal vragen via e-mail, post, de contactpunten of via de verspreiding van brochures. In 2009 wordt de nadruk gelegd op twee informatiekanalen: › de publicatie van het activiteitenverslag van de dienst: in de loop van het eerste trimester heeft de Federale Wapendienst in zijn eerste verslag de balans van zijn activiteiten opgemaakt vanaf de oprichting in juni 2006 tot eind 2008; › de provincieronde: tijdens het eerste trimester van 2009 maakte de dienst een ronde langs alle provincies van het land om onder andere de gouverneurs en hun wapendiensten, de procureurs des Konings, de dienst Wapens van de federale politie, de korpschefs en hun inspecteurs die met de materie wapens zijn belast, te leren kennen. De ontmoetingen hadden tot doel hen te informeren over de belangrijke wetswijzigingen van 8 juni 2006 en over de praktische en dagelijkse toepassing van de wapenwet.
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
31
coörDinAtieDienst internAtionAAL recht Deze dienst organiseerde tal van vergaderingen om coherente en gecoördineerde standpunten te ontwikkelen met het oog op de verschillende internationale onderhandelingen. De dienst was in het bijzonder belast met de voorbereiding van werkgroepen van de Raad van de Europese Unie, de raden van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese Unie, de Raad Algemene Zaken en de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht. De coördinatiedienst vertegenwoordigde bovendien het departement in het kader van bepaalde voornoemde onderhandelingen. De dienst coördineerde de Belgische deelname aan bijeenkomsten van deskundigen en andere seminars en de antwoorden op de vragenlijst die werd verspreid door internationale fora. De coördinatiedienst vertegenwoordigde bovendien het departement in de groep ‘eurocoördinatie’ van de FOD Buitenlandse Zaken. Die groep ziet toe op de omzetting van de Europese richtlijnen door België, de follow-up van prejudiciële vragen en de inbreukprocedures tegen België voor het Hof van Justitie.
32
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
› de start van de follow-up van de performantie
Ten slotte is de dienst begonnen aan de voorbereiding van het toekomstige Belgische EU-voorzitterschap dat onvermijdelijk een belangrijke coördinatie inhoudt en de personeelsleden van de dienst in 2009 behoorlijk wat werk heeft bezorgd.
Dienst kennis-, Processen- en informAtiemAnAgement (kPi) De dienst KPI zag op 1 juli 2009 officieel het levenslicht. De dienst vervult niet enkel een ondersteunende rol inzake kennis, processen en informatie, maar verleent tevens managementsondersteuning aan de directeur-generaal. De belangrijkste projecten en opdrachten die in 2009 werden aangevat of voortgezet, zijn: › de follow-up van het managementplan. De dienst KPI is de programmamanager voor het DG Wetgeving. Gelet op de goede voortgang van het managementplan heeft de dienst het plan in 2009 bijgesteld en voor 2010 aanvullende projecten ingevoerd die beogen de vastgelegde doelstellingen sneller te bereiken;
op het niveau van het directoraat-generaal. Verschillende diensten van het directoraatgeneraal beschikten in 2009 al over een gegevensbank om hun individuele dossiers beter te kunnen volgen. De dienst KPI heeft zijn instrumenten opnieuw bekeken en in een uniek kader samengevoegd, zodat de medewerkers in 2010 maandelijks over de minimale performantie-indicatoren kunnen beschikken; › het beheer van het DG WL-portaal, E-Leg en DG WL-News. Overigens wordt het downloaden van informatie in het E-Legprogramma en op het portaal (intranet van het DG WL) voortgezet; › de bewustmaking omtrent het uitleggen en delen van kennis. Dat gebeurt via DG WL-News, het portaal, de gedeelde servers en de gegevensbank, door regelmatige overlegvergaderingen, senior-juniorprojecten, hulp bij archivering of door de ontwikkeling van procedures en vademecums.
oPerAtioneLe steunDienst Deze horizontale dienst, die rechtstreeks toegevoegd is aan de directeur-generaal, heeft zijn activiteiten voortgezet. Deze zijn: › het personeelsbeheer van het DG WL: de dienst heeft meegewerkt aan de behandeling van wervingsaanvragen en aan tal van selecties van personeelsleden. Dit niet alleen om nieuwe behoeften in te vullen, maar vooral om het tijdelijk of definitief vertrek van ambtenaren op te vangen. Daardoor konden 27 nieuwe ambtenaren bij verschillende diensten van het DG WL worden geworven. Eind 2009 telde het DG WL 174 ambtenaren: y 36 % mannen en 64 % vrouwen; y 61 % niveau A, 13 % niveau B, 18 % niveau C, 8 % niveau D; y 58 % statutairen en 42 % contractuelen. › het management: er werden verschillende
transversale projecten van het managementplan uitgevoerd, met name de permanente opleiding van de ambtenaren, de rationalisatie van het archief, de toepassing van de ontwikkelcirkels, de verhuizingen van diensten, de logistieke voorbereiding van het toekomstige Belgische EU-voorzitterschap enz.;
› de communicatie: de dienst was betrokken
bij de uitwerking van verschillende nummers van het bedrijfsblad Just News, evenals bij de publicatie van verschillende informatiebrochures en andere informatiedragers die betrekking hebben op het directoraat-generaal in zijn geheel of op bepaalde diensten in het bijzonder.
contact DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 67 25 Fax: 02 538 83 75 E-mail:
[email protected]
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
33
FOCus de verschillen qua bevoegdheden binnen de europese context Er bestaan aanzienlijke verschillen wat de bevoegdheden van de ministeries van Justitie in onze buurlanden betreft. In de eerste plaats kunnen de verschillen inzake de bevoegdheidsverdelingen tussen de ministeries worden aangehaald. In sommige landen bijvoorbeeld ressorteren de bevoegdheden inzake politie, vreemdelingenbeleid enz. onder het ministerie van Justitie, maar dat is niet overal zo. Een ander element is het verschil in structuur tussen de ministeries van Justitie. Ieder ministerie heeft een eigen organogram met een interne werking en een specifieke taakverdeling. Dat is zeker het geval in staten die geen uniform rechtsstelsel, maar meerdere rechtsstelsels en wetgevende stelsels hebben. In dat geval zijn die elk van toepassing op een deel van het gebied. In bepaalde gevallen is er binnen de ministeries ook geen onderscheid tussen de beleidscellen en de administratie.
34
dG WetGevinG en FundaMentele Rechten en vRiJheden
De internationale onderhandelingen vormen een concreet voorbeeld om de verschillen tussen de ministeries te bewijzen. De FOD Justitie neemt volgens zijn bevoegdheden deel aan Europese en internationale onderhandelingen. Binnen dat kader moet een gecoördineerd nationaal standpunt met de betrokken organen worden vastgesteld om een uniform standpunt te verdedigen. De staten kennen de eigen processen om hun standpunten te bepalen die zijn beïnvloed door de specifieke nationale situaties (bevoegde organen, manier en tijdstip waarop de zaken bij de parlementen terecht komen, procedures enz.).
Verschillende multilaterale internationale instrumenten hebben in de oprichting voorzien van centrale autoriteiten voor de coördinatie van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken en strafzaken. Dat geldt in het bijzonder voor internationale kinderontvoeringen via het verdrag van ‘s-Gravenhage van 25 oktober 1980. In de meeste verdragsluitende staten is die centrale autoriteit bij het ministerie van Justitie gevestigd. De twee Belgische (burgerlijke en strafrechtelijke) centrale autoriteiten die deel uitmaken van het DG Wetgeving, hebben daarom zeer regelmatig contact met hun tegenhangers bij de ministeries van Justitie van andere staten.
DG Penitentiaire Inrichtingen Het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (EPI) is belast met de tenuitvoerlegging van de straffen en de vrijheidsberovende maatregelen. Daarbij leeft het DG wettelijkheid op strikte wijze na, waarborgt het de bescherming van de samenleving, het personeel en de gedetineerden met oog voor de menselijke waardigheid en werkt het herstelgericht. Het directoraat-generaal verstrekt op grond van zijn deskundigheid advies op penitentiair vlak.
Het directoraat-generaal EPI bestaat uit een centraal bestuur en buitendiensten die alle penitentiaire inrichtingen omvatten. Het centraal bestuur staat in het bijzonder in voor de controle op en de begeleiding van de individuele dossiers van de gedetineerden en het personeelsbeheer.
Het Veiligheidskorps, dat instaat voor de overbrenging van de gedetineerden, maakt ook deel uit van dit directoraat-generaal.
De gevangenissen zijn belast met de tenuitvoerlegging van de vrijheidsberovende straffen en maatregelen.
DG penitentiaire inrichtingen
35
Directeur-generaal
Managementondersteuning
Directie P&O
PMO & Strategische Planning
Directie ICT
Coördinatie & Kwaliteitsbewaking
Directie BB&L
Regionale Directie Noord
Directie Strategische Ondersteuning
Regionale Directie Zuid
Financiële Ondersteuning
Logistieke Ondersteuning
BAB
DOGV
Directie Detentiebeheer
36
Juridische Ondersteuning g
Antwerpen
Brugge
A d Andenne
Arlon
Conceptuele g Voorbereiding
Dendermonde
Gent
Dinant
Forest
CDGRA
R&D + Documentatie
Hasselt
Hoogstraten
Huy
Ittre
Veiligheidskorps
DGZG
Ieper
Leuven Centraal
Jamioulx
Lantin
PSD
Leuven Hulp
Mechelen
Marneffe
Mons
Centrale Garage Ga age Mobiele Equipe NCET
Merksplas
Oudenaarde
Namur
Nivelles
Ruiselede
St-Gillis
Paifve
St-Hubert
Turnhout
Wortel
Tournai
Verviers
GJ Everberg
OCPP - Brugge
CFPP-Marneffe
GFC Tongeren
OCPP - Merksplas
DG penitentiaire inrichtingen
nieuwe loopbaan voor het bewakingsen technisch personeel Het bewakings- en technisch personeel van de gevangenissen is al geruime tijd vragende partij voor betere werkomstandigheden. Op 14 mei 2009 resulteerde overleg tussen de minister en de vakbonden in een akkoord dat voorziet in de invoering van een arbeidsreglement voor het DG EPI, een meer flexibele selectieprocedure én een nieuw loopbaantraject. Dit nieuwe loopbaantraject is een opmerkelijke nieuwigheid aangezien het de integratie van bewakings- en technisch personeel niveau D in het hogere niveau C inhoudt. Sinds 1 november 2009 volgen vele personeelsleden het loopbaanpad in niveau C. integratie van niveau D in niveau c De nieuwe regeling zorgt ervoor dat de medewerkers van niveau D in niveau C terecht komen, met bijhorend salaris. Statutaire personeelsleden met een graad van penitentiair beambte of bewaarder werden benoemd tot penitentiair bewakingsassistent. Statutaire personeelsleden met een graad van kwartierchef bewaking kregen de nieuwe benaming van penitentiair bewakingsassistent ploegchef en personeelsleden met een graad van technisch kwartierchef werden penitentiair technisch assistent ploegchef. Contractuele personeelsleden met een diploma niveau C zijn
automatisch geïntegreerd, terwijl contractuele personeelsleden zonder diploma niveau C dienen te beschikken over een ‘instapkaart’ afgeleverd door Selor en zich moeten inschrijven voor een vergelijkende selectie van penitentiair bewakingsassistent. Voor personeelsleden die genieten van verlof voorafgaand aan pensioen geldt deze integratie niet. Bevordering van niveau c naar niveau B Voor niveau B zijn twee nieuwe graden in het leven geroepen, nl. technisch deskundige bewaking en technisch deskundige logistiek. De bevordering van de personeelsleden niveau C naar niveau B gebeurt via een bevorderingsexamen. Dit examen zal plaatsvinden zodra de nieuwe functiebeschrijvingen op punt staan en de te meten competenties bepaald zijn. Wie nu al geslaagd is in het bevorderingsexamen van niveau B, is vrijgesteld van het algemeen gedeelte van het examen voor technisch deskundige.
dG penitentiaiRe inRichtinGen
37
PocorfAQ: de online referentie voor P&o-materies
splitsing zorg en expertise in de inrichtingen
Om de werking van de directie P&O en de lokale P&O-diensten te ondersteunen, lanceerde het DG EPI in 2009 de online P&O-dienst POCORFAQ. Het gaat om een online referentie voor P&O-materies waar personeelsleden o.a. concrete en gefundeerde antwoorden op vele vragen terugvinden. Kortom, een ‘FAQ’ voor P&O-medewerkers.
In 2009 hebben de centrale Psychosociale Dienst (PSD) en de Dienst Gezondheidszorg Gevangenissen (DGZG) bijkomende stappen gezet om de splitsing tussen zorg en expertise in de inrichtingen verder uit te bouwen. De basiswet van 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden legt de nadruk op de professionele onafhankelijkheid van de zorgverlener. Met dit doel voor ogen werd reeds in 2007 een ministeriële omzendbrief1 verspreid waarin de onverenigbaarheid van een functie als zorgverlener met een opdracht als expert in de gevangenis werd verduidelijkt.
Personeelsleden van het DG EPI kunnen zich met vragen nog steeds wenden tot de personeelsverantwoordelijken. POCORFAQ is een professioneel hulpmiddel ontworpen om de kennis van de P&O-medewerkers te ondersteunen en hen op een dynamische manier te helpen bij het beantwoorden van vragen. Meer dan een bron van informatie, zorgt POCORFAQ ook voor een proactieve communicatie tussen de verschillende P&O-actoren door een continue verbinding tussen de centrale en lokale diensten te voorzien.
1
38
Daarin werden o.a. de opdrachten van de betrokken diensten verder verduidelijkt, werd er een gemeenschappelijk informatiebundel voorgesteld en werd de wijze van communicatie tussen beide teams toegelicht. Deze bijlage maakte eind 2009 het voorwerp uit van besprekingen op de centrale administratie en in de inrichtingen. Aangezien het om een dynamisch proces gaat, zal ook in de toekomst de splitsing tussen de expertise- en zorgverleningopdracht verder opgevolgd en ondersteund worden.
Inmiddels werden de kaders voor zorgverlening verder opgevuld, hebben de aanwezige psychiaters gekozen voor een zorg- of expertiseopdracht en werd waar nodig het paramedisch personeel van de PSD naar de DGZG overgedragen. Een evaluatie van de splitsing tussen zorg- en expertiseactiviteiten in de gevangenissen was aan de orde. Op basis van opmerkingen van de betrokken actoren werd op 6 juni 2009 een bijlage bij de circulaire verspreid.
Ministeriële Omzendbrief nr. 1800 inzake zorgequipes in psychiatrische afdelingen van de gevangenissen, in afdelingen en inrichtingen tot bescherming van de maatschappij: doelstelling, samenstelling en werking
dG penitentiaiRe inRichtinGen
het gesloten federaal centrum in tongeren Het Gesloten Federaal Centrum (GFC) in Tongeren doet sinds november 2009 dienst als een centrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Toch heeft het centrum voordien andere bestemmingen gekend. In 1844 deed het gebouw immers dienst als eerste Belgische gevangenis. De gevangenis werd gesloten in 2005 en de gedetineerden werden overgeheveld naar de nieuwe penitentiaire inrichting in Hasselt. De gevangenis van Tongeren zelf werd ingericht als een gevangenismuseum. In november 2008 besliste toenmalig minister van Justitie, Jo Vandeurzen, de infrastructuur opnieuw in gebruik te nemen als federale inrichting. Dankzij de samenwerking tussen de beleidscel van de minister, een taskforce binnen het DG EPI en de Regie der Gebouwen, werd het GFC in Tongeren in 2009 geopend. Het centrum herbergt twee instellingen onder één dak en biedt plaats aan 34 jongeren. Enerzijds verblijven hier jongeren die strafbare feiten hebben gepleegd en voor wie de jeugdrechter acht dat het arsenaal aan beschermingsmaatregelen uitgeput is. Gezien hun persoonlijkheid en leefsituatie moeten zij voor hun daden berecht worden volgens dezelfde strafrechtelijke procedures als meerderjarigen.
Ook voor de strafuitvoering vallen zij onder toepassing van het volwassen strafrecht. Daarnaast worden in het GFC ook jongeren opgevangen die door de jeugdrechtbank worden toegewezen aan een centrum van voorlopige plaatsing (de ‘Everberg-wet’) maar enkel wanneer het centrum De Grubbe in Everberg volzet is op het ogenblik van plaatsing. De jongeren zijn minimum 16 jaar oud. De bevoegde jeugdrechtbank heeft zetel in het Nederlandstalig taalgebied of in het tweetalig gebied Brussel volgens Nederlandstalige procedure. Uit deze categorie kunnen ook maximum zes jongeren worden opgevangen. Het centrum functioneert conform internationale verdragen, jeugddecreten en federale wetgeving. De Vlaamse Gemeenschap (agentschap Jongerenwelzijn) biedt algemeen onderwijs aan de jongeren en begeleidt hen in hun sportieve en psychosociale activiteiten. Ten slotte kadert de oprichting van dit centrum binnen het maatschappelijk probleem van de jeugddelinquentie en het tekort aan onmiddellijk beschikbare gepaste opvangmogelijkheden voor delinquente jongeren.
een afdeling beveiligde zorg in de strafinrichting van merksplas Op vrijdag 5 juni 2009 werd in de strafinrichting van Merksplas de afdeling ‘De Haven’ officieel geopend. Dankzij een succesvolle samenwerking tussen de FOD Justitie, de Regie der Gebouwen en de Vlaamse Gemeenschap werd de afdeling op korte termijn gebouwd en werd er een aangepast leefklimaat uitgewerkt. Deze afdeling beveiligde zorg biedt plaats aan een 60-tal mentaal gehandicapte geïnterneerden die op aangepaste manier begeleid worden. Hun behoeften staan centraal zonder het veiligheidsaspect uit het oog te verliezen. Deze groep vraagt bijzondere aandacht omdat hun psychiatrisch toestandsbeeld specifieke eisen stelt aan een verblijf in een strafinrichting. ‘De Haven’ staat symbool voor de veiligheid, de verzorging en de rust van kwetsbare mensen en biedt hen een goede vertrekbasis voor hun verdere ontwikkeling. Binnen de afdeling werkt een zorgteam, de externe dienst ABAGG (Ambulante Begeleiding aan Geïnterneerden met een Verstandelijke Beperking in de Gevangenis) van de vzw ’t Zwart Goor en penitentiair personeel.
dG penitentiaiRe inRichtinGen
39
Voorbereidingen voor de ingebruikname van de penitentiaire inrichting in tilburg In afwachting van de bouw van nieuwe Belgische gevangenissen zoals voorzien in het Masterplan bis, zocht de minister van Justitie naar een meer onmiddellijke oplossing om de meest ernstige gevolgen van de overbevolking in de Belgische strafinrichtingen op te vangen. De keuze viel daarbij op het huren van detentieplaatsen in de penitentiaire inrichting Tilburg vlak over de grens in Nederland. De projectleiding was in handen van het DG EPI en verschillende diensten troffen in 2009 de nodige voorbereidingen om dit project te realiseren. Personeelsleden van de dienst Juridische Ondersteuning en Conceptuele Voorbereiding en van de dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid maakten deel uit van een door de minister opgerichte werkgroep om de budgettaire en juridische aspecten van dit project uit te werken. Resultaat was het ‘Verdrag over de terbeschikkingstelling van een penitentiaire inrichting in Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen’. Het verdrag werd ondertekend op 31 oktober 2009 en bij wet goedgekeurd op 30 december 2009.
40
dG penitentiaiRe inRichtinGen
Het verdrag legt vast dat de penitentiaire inrichting Tilburg een antenne is van de strafinrichting van Wortel en dat België hier gedurende de volgende drie jaar gedetineerden kan onderbrengen. De Belgische wetgeving en penitentiaire regelgeving zijn van toepassing.
Samen met de regionale directie Noord en Zuid analyseerde de directie Detentiebeheer, die de individuele detentiedossiers van gedetineerden behandelt, de dossiers van de gedetineerden en onderzocht het wie in aanmerking kwam om naar de Nederlandse site te worden overgebracht.
Om de opening van de Belgische detentieplaatsen in Tilburg te concretiseren en te coördineren werd een taskforce opgericht. De werkprocedures werden uitgeschreven en de praktische uitvoering van de overplaatsing van de gedetineerden naar Tilburg werd uitgewerkt.
Op 5 februari 2010 werd de penitentiaire inrichting van Tilburg officieel overgedragen aan de Belgische autoriteiten.
renovatiewerken in de gevangenissen Het opknappen van de gevangenissen was en is een prioriteit van het DG EPI om een humane detentie te verzekeren. In oktober en november 2009 werden enkele belangrijke werken afgerond. In het Penitentiair Schoolcentrum van Hoogstraten werden 11 nieuwe cellen ingehuldigd met volledig nieuw sanitair. De nodige veiligheidsmaatregelen werden voorzien en alle cellen kregen een nieuwe laag verf. De B-vleugel in de gevangenis van Doornik werd volledig gerenoveerd om de leef- en werkomstandigheden van de gebruikers van de gevangenis te verbeteren en niet zozeer om bijkomende capaciteit te voorzien. Het personeel kan zich nu vrijer en vlugger verplaatsen tussen de cellen. Bepaalde delen van de gevangenis kunnen dankzij nieuwe circulatieplatforms worden geïsoleerd. Bovendien laat deze verdeling ook toe dat er bijzondere leefregels worden uitgewerkt en dat de gevangenisstraffen zo goed mogelijk worden afgestemd op iedere gedetineerde. Daarnaast werden alle celdeuren vernieuwd en alle cellen voorzien van nieuw meubilair en nieuwe elektrische installaties.
In de Etablissement de Défense Sociale (EDS) in Paifve werd de wandeling gerenoveerd en beveiligd en werden alle verdiepingen van het centrum A en de celvleugel D vernieuwd. De EDS heeft sindsdien een nieuw dak en ook de bestaande cellen werden grondig aangepakt. Er werden nieuwe cellen voorzien, maar ook isolatiecellen en een lokaal waar gedetineerden opleiding kunnen volgen. Net zoals in Doornik werden ook hier circulatieplatforms voorzien. De opening van de C-vleugel in de Mechelse gevangenis draagt bij tot de uitvoering van het Masterplan 2008-2012 waarbij het onder meer de bedoeling is om verloren gevangeniscapaciteit maximaal te benutten. Er werden tien cellen opnieuw in gebruik genomen. De administratie werkt nu in een nieuw en modern gebouw. De nieuwe vleugel biedt aan de gedetineerden meer tewerkstellingsmogelijkheden en dus ook een aangepast regime.
contact DG Penitentiaire Inrichtingen Waterloolaan 76 1000 Brussel Tel.: 02 542 82 36 Fax: 02 542 82 85 E-mail:
[email protected]
dG penitentiaiRe inRichtinGen
41
FOCus Modernisering en informatisering van het dG epi Elke moderne organisatie investeert in modernisering en informatisering. In dat kader zette het DG EPI in 2009 belangrijke stappen op het vlak van informatica.
sidis-suite In 2009 heeft het DG EPI de directie Detentiebeheer (DDB), die de individuele dossiers van de gedetineerden behandelt en adviezen formuleert over de toekenning van strafuitvoeringsmodaliteiten, verder gemoderniseerd. Omdat een update zich opdrong, stond de verbetering van het Sidis-Griffieprogramma hierbij centraal. De Sidis-toepassing laat een digitaal beheer toe van de bewegingen (opsluitingen, vrijlatingen, transfers, ...) van de gedetineerden en hun detentiedossiers. Het is de belangrijkste informatiebron voor de DDB. In 2010 legt de directie ICT van het DG EPI zich toe op de ontwikkeling van Sidis-Suite, een gecentraliseerde en meer performante toepassing op basis van de bestaande databank. In tegenstelling tot Sidis-Griffie is Sidis-Suite één centrale applicatie die gegevensuitwisseling mogelijk maakt en lokaal toegankelijk is. Dankzij deze centralisatie verloopt het databeheer vlotter, (kosten-)efficiënter, gebruiksvriendelijker en stabieler. Verschillende instanties maken gebruik van de databank, waardoor dit project de hele dienstverlening van de FOD Justitie ten goede komt.
42
dG penitentiaiRe inRichtinGen
een efficiënte personeelsplanning dankzij sp expert De opmaak van een efficiënte personeelsplanning is voor vele inrichtingen een hele uitdaging. De softwaretoepassing SP Expert werd aangekocht om de planners te ondersteunen zodat zij de regelgeving uniform kunnen toepassen en zodat het planningsproces en de dienstlijsten kunnen worden geautomatiseerd. De implementatie van SP Expert ging reeds in 2004 van start met de gevangenis van Gent en Bergen als pilootsites. Verschillende problemen maakten echter dat het project in 2008 on hold werd gezet. Het project vond in 2009 een nieuwe adem toen het DG EPI de leiding in handen nam. In totaal maken nu 21 inrichtingen gebruik van deze toepassing. Er werd een helpdesk met een ticketing systeem opgericht waar de personeelsleden met vragen terecht kunnen. Het doel is om tegen 2011 alle inrichtingen met SP Expert te laten werken.
DG Justitiehuizen Het directoraat-generaal Justitiehuizen bestaat uit een centraal bestuur te Brussel en 28 justitiehuizen (één per gerechtelijk arrondissement). Het directoraat-generaal Justitiehuizen (DG MJH) staat in voor de justitiële begeleiding en het toezicht van daders in opdracht van de gerechtelijke en/of administratieve overheden, gericht op het voorkomen van recidive. Het verstrekt aan dezelfde overheden de informatie nodig voor het nemen van een beslissing. Op strafrechtelijk vlak gebeurt dit door middel van maatschappelijke enquêtes en beknopte voorlichtingsrapporten en op burgerrechtelijk vlak, op basis van burgerrechtelijke sociale studies. Het DG zorgt ook voor het onthaal, het informeren, de
bijstand en doorverwijzing van slachtoffers van strafrechtelijke misdrijven en het informeren en voorkomend doorverwijzen van personen die geconfronteerd worden met vragen of problemen die tot de bevoegdheid van de justitiehuizen behoren. Om zijn opdracht zo goed mogelijk uit te voeren, werkt het DG MJH aan de ontwikkeling van een duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde methodologie en deontologie. Het is de opzet van het DG MJH om actief bij te dragen aan een humane en toegankelijke justitie, waarin de responsabilisering van de justitiabele centraal staat. In dat opzicht wenst het DG
alternatieve oplossingen inzake conflicthantering en sanctionering te stimuleren en te ondersteunen. Door zijn ruime ervaring en expertise is het een bevoorrechte gesprekspartner van de minister en van de verschillende actoren in zijn bevoegdheidsdomein. Er wordt een krachtig beleid gevoerd van gestructureerde partnerschappen met alle andere betrokken partijen. Het directoraat-generaal MJH beoogt een vernieuwende, transparante en resultaatgerichte organisatie te zijn en wenst daartoe een beroep te doen op het professionalisme, de loyaliteit en het hoge niveau van deskundigheid van zijn medewerkers.
DG justitiehuizen
43
Directeur-generaal
Directie Managementondersteuning
Directie P&O
Dienst Dien Di D e s Groei en ontwikkeling
Dienst Di D ien e sst C Com Communicatie ommu muni nica cati tie e - PM PMO O
Di Dien D ie s Personeelsbeheer Dienst
Dien Di D e s Logistieke middelen Dienst Dien Di D e s Data-analyse en kwaliteit Dienst
Directie Expertise p Juridische sectie
Dienst Conceptuele aansturing en beleidsondersteuning
Dienst Operationele ondersteuning
Dienst Nationaal centrum elektronisch toezicht
Dienst Overleg en samenwerking
SSectie Se ect c ie e Opleidingscentrum Se ect c ie e Administratief beheer Sectie va an d van de gesubsidieerde projecten proje p roje
44
DG justitiehuizen
Regionale Directie Noord
Regionale Directie Zuid
Justitiehuizen NL
Justitiehuizen FR
Dienst Data-analyse en kwaliteit De dienst Data-analyse en kwaliteit werd eind december 2008 opgericht. Deze valt onder de directie Managementondersteuning. De belangrijkste taken van de dienst zijn: › Enerzijds, een permanente ondersteuning verzekeren aan alle gebruikers van de computerapplicaties voor de registratie en het beheer van mandaten (het computerprogramma SIPAR), en de statistische gegevens gebaseerd op deze registraties ter beschikking stellen; › Anderzijds, het ontwikkelen van instrumenten voor de analyse, het beheer en de ondersteuning van de besluitvorming (als ondersteuning voor het management, voor de uitwerking van het strafrechtelijk beleid ...), gebaseerd op gefundeerde, consistente en blijvend betrouwbare gegevens. De dienst heeft in 2009, in nauwe samenwerking met de stafdienst ICT, meegewerkt aan de ontwikkeling, de implementatie en de follow-up van de verschillende beheers- en statistische instrumenten.
De dienst heeft in het bijzonder gewerkt aan een instrument voor het ‘beheer van de achterstand’ van de opdrachten, dat de mogelijkheid biedt de evolutie van de dossiers die nog toegewezen moeten worden binnen een justitiehuis te volgen. Dit instrument is ter beschikking gesteld aan de leidinggevende functies in de justitiehuizen, om maand per maand, opdracht per opdracht, de evolutie van de basisindicatoren te kunnen controleren en anticiperend te kunnen corrigeren. Zo kunnen zij al te grote vertragingen bij de uitvoering van bepaalde taken voorkomen. De dienst Data-analyse en kwaliteit heeft ook gewerkt aan de invoering van een informaticaprogramma resource planning, gebaseerd op de gegevens van SIPAR. Hiermee moeten de directies van de justitiehuizen de werklast voor de justitieassistenten bij elke opdracht beter kunnen verdelen, en de plaatselijke personeelsbehoeften beter en objectiever omschrijven. Verder wordt er nog gewerkt aan een instrument dat de kwaliteit evalueert van de mandaten die opgenomen worden.
In 2009 werden twee belangrijke projecten opgestart: › de eerste stap naar een nieuw informaticasysteem voor het beheer van de mandaten (nieuw SIPAR-systeem). In deze context werd een functionele behoeftenanalyse gemaakt met de medewerking van een groot aantal personeelsleden van de justitiehuizen; › het tweede project bestaat uit de ontwikkeling van een statistische gegevensbank (datawarehouse) in samenwerking met de stafdienst ICT. Deze datawarehouse zou uiteindelijk alle statistische tools en beheersinstrumenten van het DG moeten voeden.
dG Justitiehuizen
45
Directie expertise juridische sectie De juridische sectie biedt juridische ondersteuning aan de verschillende diensten van de directie Expertise. Deze juridische ondersteuning heeft betrekking op de materies die behoren tot het bevoegdheidsdomein van de justitiehuizen en omvat verschillende aspecten, zoals bijvoorbeeld: › op de hoogte blijven van de wetgeving, reglementering en rechtspraak in domeinen die relevant zijn voor de justitiehuizen; › het opzoeken en analyseren van informatie uit de vakliteratuur en andere informatiebronnen om een volledig en gedocumenteerd advies te kunnen verlenen op een vraag of bij een probleem. Daarenboven verschaft de juridische afdeling, proactief of op verzoek, informatie van juridische en reglementaire aard aan interne medewerkers (collega’s, directie, …) of aan de justitiehuizen. Zij verstrekt juridisch advies aan de diensten van de directie Expertise op vragen die betrekking hebben op de bevoegdheden van de justitiehuizen. Zij biedt ook juridische ondersteuning door deel te nemen aan werkgroepen (bijvoorbeeld de werkgroep Deontologie) en aan opleidingen in samenwerking met de dienst Opleiding (bijvoorbeeld de nieuwe opdracht van de justitiehuizen in het kader van adoptie).
46
dG Justitiehuizen
Dienst conceptuele aansturing en beleidsondersteuning Door deel te nemen aan werkgroepen, projecten, studiedagen en opleidingen ontwikkelt de dienst Conceptuele aansturing en beleidsondersteuning een visie en een methodologie. In samenwerking met de dienst Opleiding, zorgt de dienst voor het aansturen en inhoudelijk invullen van vorming. De dienst maakt informatie over door middel van dienstorders, het beheer van de portaalsite MJH, antwoorden op vragen van de justitiehuizen, … Kennis en praktijken worden geëvalueerd en indien nodig door de dienst bijgestuurd. De dienst organiseert werkgroepen, zoals ‘visietekst daderbegeleiding’, ‘deontologie’, ‘adoptie’, … De dienst staat de minister bij in de uitwerking van zijn beleid (nota’s, antwoorden op parlementaire vragen, ...). Hij ondersteunt ook het college van procureursgeneraal bij de uitwerking van het strafrechtelijk beleid inzake slachtofferonthaal, bemiddeling in strafzaken en strafuitvoering (expertisenetwerken). Op vraag van de minister werd in 2009 een werkgroep ‘adoptie’ opgericht. De bedoeling was om een methodologie te ontwikkelen voor de justitiehuizen betreffende het opnemen van de grondige burgerrechtelijke sociale studies gebaseerd op artikel 348.11 van het Burgerlijk Wetboek (weigering van een ouder om zijn kind te laten adopteren).
Dienst operationele ondersteuning De dienst Operationele ondersteuning bestaat uit twee secties. Enerzijds is deze dienst belast met het administratieve en financiële beheer van de projecten gesubsidieerd door de FOD Justitie (globaal plan en nationale projecten) ter uitvoering van alternatieve straffen en maatregelen. Hij geeft advies aan de minister inzake nieuwe subsidieaanvragen, stelt de voorstellen tot overeenkomst op, zorgt voor een regelmatig toezicht en voert een jaarlijkse evaluatie uit. Hij informeert hen over wijzigingen in wetten en regelgevingen en antwoordt op gestelde vragen.
De opleiding ‘Psychopathologie’, die in 2008 gestart is, werd in 2009 voortgezet (vijf groepen van 15 deelnemers, elke deelnemer ontvangt acht dagen opleiding, vier dagen gesprekstechnieken met gebruik van video inbegrepen). Er werd bijzondere aandacht geschonken aan de opleiding 'Connaissance de ses propres limites en tant qu’intervenant', om een antwoord te bieden op de vele vragen over deze problematiek. De justitieassistenten kunnen zich bovendien inschrijven voor diverse opleidingen: ‘Omgaan met stress’, ‘Trauma’s’, ‘Interne of externe supervisie’, ...
De andere taken bestaan uit de opvolging van de akkoorden met andere openbare diensten inzake de uitvoering van werkstraffen en het antwoorden op parlementaire vragen. Daarnaast geven zij de praktische en organisatorische problemen die aangekaart worden door de coördinatoren en de gesubsidieerde diensten door aan de juiste personen en verstrekken ze kwantitatieve en kwalitatieve gegevens op vraag van het DG of de cel Beleidsvoorbereiding.
Dienst overleg en samenwerking De dienst bevordert de samenwerking en het overleg met de externe partners (andere DG’s of FOD’s, gewesten en gemeenschappen …), door de reeds bestaande partnerschappen en de behoeften van de justitiehuizen te inventariseren.
Anderzijds fungeert de dienst ook als opleidingscentrum. In 2009 heeft de dienst, samen met Selor, meegewerkt aan de uitwerking van de laatste aanwervingsronde voor justitieassistenten en heeft hij een basisopleiding georganiseerd vanaf hun indiensttreding.
1
Hij organiseert de overlegstructuren1 en zorgt voor het toezicht erop, zowel op federaal, regionaal als lokaal niveau, teneinde de uitvoering van de opdrachten van de justitiehuizen te uniformiseren en te harmoniseren. Dit gebeurt in overleg met de opdrachtgevende instanties. De dienst ondersteunt de directeur-generaal en het lijnmanagement bij hun opdracht om concreet vorm
te geven aan de op strategisch niveau genomen beslissingen en ontwikkelde samenwerkingsverbanden. In 2009 heeft de dienst twee vergaderingen georganiseerd voor de federale overlegstructuur over de volgende opdrachten: probatie, werkstraf, bemiddeling in strafzaken en vrijheid onder voorwaarden. In overeenstemming met de opdrachtgevende instanties werden werkthema’s bepaald en vervolgens behandeld. Deze thema’s zullen ook op regionaal en lokaal niveau uitgediept worden met de bedoeling dat iedere overlegstructuur inhoud aanbrengt aan de andere.
Koninklijk Besluit van 1 oktober 2008 houdende de samenstelling en werking van de overlegstructuren inzake de harmonisering van de uitvoeringsmodaliteiten van de opdrachten toevertrouwd aan het directoraat-generaal Justitiehuizen van de FOD Justitie, B.S. 17 oktober 2008.
dG Justitiehuizen
47
nationaal centrum voor elektronisch toezicht (ncet) Het NCET verzekert het administratieve beheer van de dossiers elektronisch toezicht. De dienst is eveneens verantwoordelijk voor de centralisatie en coördinatie van de informatie inzake elektronisch toezicht. De personeelsleden van de monitoring van het NCET ontvangen de door de justitieassistenten opgestelde uurroosters en voeren een administratieve controle door alvorens deze te coderen. Ze verwerken ook de aanpassingen van de uurroosters die gevraagd worden door de justitieassistenten of, buiten de kantooruren, door de justitiabelen onder elektronisch toezicht. Ten slotte maken ze de aanvragen voor penitentiair verlof over aan de bevoegde griffies. Zij staan bovendien in voor de opvolging van het technische beheer van de alarmsystemen: ze analyseren de ontvangen alarmen, nemen contact op met de justitiabele en maken alle inlichtingen over aan de justitieassistenten die verantwoordelijk zijn voor de begeleiding. Op basis van deze informatie besluit de directie van het NCET om adequaat te reageren op de niet-naleving van de uurroosters (informatiebrief, verwittiging, herberekening, melding).
48
dG Justitiehuizen
De uitvoering van het actieplan, met als doelstelling de vermindering van de wachtlijsten, heeft ertoe geleid dat sinds mei 2009 dagelijks 1000 justitiabelen onder elektronisch toezicht staan. Om dit aantal te bekomen en te behouden, coördineren het NCET en de justitiehuizen het beheer van de wachtlijsten. Het NCET maakt deze vervolgens over aan de mobiele equipe voor de planning en plaatsing van de enkelbanden en boxen.
regionale directies en buitendiensten Het jaar 2009 kenmerkt zich door de inwerkingtreding van het actieplan van de minister van Justitie om de aanzienlijke achterstand inzake de mandaten toevertrouwd aan de justitiehuizen weg te werken. In dit actieplan staan vier welomschreven opdrachten die voor de minister prioritair zijn: de werkstraffen, het elektronisch toezicht, de probatie en de burgerrechtelijke opdrachten.
In 2009 werd veel tijd besteed aan het opstellen van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met een materiaal- (servers, bewakingsboxen, enkelbanden) en softwareleverancier (alarmprogramma’s). Dit gebeurde op basis van een openbare aanbesteding. Bedoeling was de continuïteit van de dienst te garanderen aangezien het huidig contract op 31 maart 2010 afloopt.
De gehaalde resultaten zijn opmerkelijk. In het begin van het jaar stonden (alle sectoren samen) 5838 dossiers op de wachtlijst. Een jaar later waren er nog 3992, dit is een vermindering met 31,5 %.
Om de werkdruk van de personeelsleden van de monitoring op nauwkeurige wijze te meten, werd een werkgroep opgericht. In een eerste fase, gestart in het najaar van 2009, worden de administratieve werkprocessen geanalyseerd. Zodra deze omschreven zijn, zullen zij vertaald worden in werkinstructies van het DG MJH. De werklast van de administratieve personeelsleden van de monitoring zal dan gemeten kunnen worden.
Deze opvallende daling heeft zich vooral voorgedaan bij de werkstraffen (-50 %), de probatie (-41,5 %) en de burgerrechtelijke opdrachten (-34 %). De wachtlijst voor het elektronisch toezicht is stabiel gebleven. Tegelijkertijd werd, doorheen het jaar 2009, een globale stijging van de werkdruk voor de justitiehuizen vastgesteld. Begin 2010 waren er 44 996 dossiers in behandeling, tegenover 42 824 aan de start van 2009, wat neerkomt op een stijging van 5 %.
Deze stijging is het grootst bij het elektronisch toezicht (van 2892 nieuwe opdrachten in 2008 naar 3204 in 2009) en de probatie (van 6422 naar 6708 nieuwe opdrachten). In vergelijking met 2008 is het aantal nieuwe werkstraffen en burgerrechtelijke opdrachten in 2009 stabiel gebleven. Een belangrijke uitdaging voor de justitiehuizen was het verkleinen van de wachtlijst en tegelijk het hoofd bieden aan een grotere werklast. Dit gebeurde in 2009, dankzij een aanzienlijke inspanning van alle personeelsleden. In 2009 werd bovendien het personeelsbestand van de justitiehuizen niet uitgebreid tegenover het jaar voorheen, waardoor deze realisatie zeker de nodige aandacht verdient.
Deze inspanning komt vooral tot uiting in het groter aantal opdrachten dat in 2009 is afgewerkt, in vergelijking met de voorgaande jaren (+10 %). De beschikbare indicatoren geven op dezelfde wijze aan dat het aantal correct uitgevoerde opdrachten in 2009 hetzelfde gebleven is (bijvoorbeeld: 85 % van de werkstraffen is correct uitgevoerd). Dit is het resultaat van verschillende factoren. De inspanningen van het personeel werden al onderstreept, maar ook de ontwikkeling van nieuwe beheersinstrumenten en een betere algemene organisatie, zowel binnen de justitiehuizen als binnen het directoraat-generaal, hebben hiertoe bijgedragen. Bovendien oogsten de justitiehuizen de vruchten van de aanzienlijke inspanningen die sinds jaren geleverd worden op het vlak van opleiding aan al het personeel.
Het is ook essentieel eraan te herinneren dat de strijd tegen de achterstand in bepaalde justitiehuizen bijdraagt tot het nastreven van de algemene doelstelling van een humane en efficiënte justitie. Het is onaanvaardbaar dat de achterstand bij het uitvoeren van bepaalde opdrachten (bijvoorbeeld een achterstand van verschillende maanden voor burgerrechtelijke sociale studies bij moeilijke familiale situaties) catastrofale gevolgen zouden hebben voor de justitiabelen. De justitiehuizen wensen voort te werken volgens een eigen methodologie, gebaseerd op een emancipatorische visie op de mens, maar evenzo op een professioneel en strikt beheer van de opdrachten die de overheden hen toevertrouwen. Op dit elan willen ze in 2010 verderwerken.
contact DG Justitiehuizen Leuvenseweg 38 1000 Brussel Tel.: 02 557 51 42 Fax: 02 557 52 01 E-mail:
[email protected] Justitiehuis Huy
dG Justitiehuizen
49
FOCus colloquium ter ere van 10 jaar justitiehuizen In 2009 werd de 10de verjaardag van de justitiehuizen gevierd. Het is het uitgelezen moment om stil te staan bij de ontwikkelingen die tot op vandaag hebben plaatsgevonden en bij de uitdagingen die zich aandienen. In deze geest organiseerde het DG MJH op 2 en 3 december 2009 een colloquium. Voor de organisatie van een dergelijke gebeurtenis werd heel wat personeel van het DG ingezet. In een korte tijdspanne – de voorbereiding is in mei 2009 gestart – moest er heel wat gebeuren: de inhoud bepalen, zowel van de plenaire zittingen als van de vijf ateliers, de praktische en logistieke aspecten voorbereiden (de zoektocht naar een zaal voor 800 toehoorders en naar een traiteur, 44 sprekers aanduiden, de brochure en de documentatiemap voor de deelnemers opstellen en de inschrijvingen verwerken). Zowel op organisatorisch als op inhoudelijk vlak was het colloquium een voltreffer. Meer dan 750 deelnemers daagden op: justitieassistenten, directeurs van justitiehuizen, vertegenwoordigers van andere DG’s, externe partners en opdrachtgevende instanties.
50
dG Justitiehuizen
De eerste dag maakte Annie Devos, directeurgeneraal van het DG MJH, de balans op van de groei van het personeelsbestand, de toename van het aantal mandaten en de uitbreiding van de opdrachten, de infrastructuur, de invoering van werkprocessen en beheersinstrumenten, de samenwerking met de partners, en de methodologie. Tijdens de plenaire zitting en de verschillende ateliers hebben tal van actoren uit de academische wereld en de magistratuur, justitieassistenten en externe partners deze balans aan een kritisch onderzoek onderworpen. De voormiddag van de tweede dag werd gewijd aan de ontwikkeling van internationale perspectieven en de raakpunten tussen samenleving en strafrecht. Vervolgens zette Annie Devos haar visie op de toekomst van de justitiehuizen uiteen en onderstreepte ze het belang van een goed evenwicht tussen kwantiteit en kwaliteit. Sonja Snacken, gewoon hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel, besloot het colloquium met een synthese van de twee dagen. Ze onderstreepte dat het DG MJH, via de organisatie van dit colloquium, bewezen heeft open te staan voor de kritiek
op de werking van de justitiehuizen in de loop van de laatste 10 jaar. Deze twee dagen werden afgesloten met de overtuiging dat alle standpunten die door de verschillende sprekers werden geuit, de organisatie de kans zullen bieden om verder na te denken en zo haar specifieke eigenschappen te optimaliseren en haar professionalisme te vergroten.
SD Budget, Beheerscontrole & Logistiek De taak van de stafdienst Budget, Beheerscontrole en Logistiek bestaat erin de FOD Justitie het algemeen kader en de methodologische steun te verschaffen om: ›› de behoeften aan budgettaire en logistieke middelen optimaal uit te drukken en te verantwoorden; ›› de toegekende middelen zo goed mogelijk aan te wenden; ›› de aanwending van de middelen en de resultaten te verantwoorden; ›› de verwezenlijking van de doelstellingen te volgen en de doelstellingen zo nodig aan te passen.
Enerzijds is de stafdienst belast met de dagelijkse werking van de FOD op het gebied van de financiën, het budget en de beheerscontrole. Hij neemt dus het volledige beheer van het budget van het departement waar, vanaf de opstelling tot het toezicht op de uitvoering ervan, evenals het financieel beheer en het toezicht op de financiële stromen. Door monitoring van de uitgavencyclus houdt hij toezicht op de financiële toestand en onderzoekt of de aangewende financiële middelen beantwoorden aan het operationeel plan. Bovendien ontwikkelt de dienst een interne controleomgeving en voorziet in procedures en tools voor interne controle en beheerscontrole.
Anderzijds vervult de stafdienst ook een essentiële rol op logistiek vlak. De dienst Logistieke Ondersteuning beheert alle dossiers van logistieke slag van het centrale bestuur en de justitiehuizen, en stelt dus de nodige logistieke en materiële middelen ter beschikking voor hun goede werking. De dienst Logistiek Beleid van de FOD is belast met: ›› het uitstippelen van een gemeenschappelijk en coherent aankoopbeleid voor heel de FOD; ›› het uitwerken en implementeren van een beleid voor het beheer van de gebouwen.
Directeur
Directiesecretariaat Dir Beheersinformatie Be Secretariaat Begroting B
Beheerscontrole en reglementering
Opmaak en opvolging begroting
Interne controle en beheerscontrole
Uitvoering begroting Vastleggen / Opvolging betalingen Vast Vereffeningen Vere e Ordonnanceringen Ordo o Buitengewone rekenplichtigen Buite e
Geschillen, subsidies, reglementering
Logistiek
Logistiek beleid FOD Materieel Ma > Aankooppolitiek + onderhoudspolitiek (incl. forum overheidsopdrachten en secrt. Duurzame Ontwikkeling) > Behoeftebepaling > Standaard lastenboeken > Gemeenschappelijke contracten voor de FOD
Gewone rekenplichtigen Gew w Infra Inf > SLA Regie der Gebouwen > Politiek en Planning > Forum Infra
52
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
Logistieke ondersteuning centrale administratie Verwervingen Verw Gebouwenbeheer Geb Vereffening Vere e
Begroting Het definitieve initiële budget in vereffeningkredieten voor het jaar 2009 bedraagt 1 702 711 000 euro, een toename met 5,7 % (92 153 000 euro) in vergelijking met de aangepaste begroting van 2008. De verhoging is vooral merkbaar in de personeelsbudgetten, die op hun eentje 74 702 000 euro extra opslorpen, hetzij 81 % van de totale verhoging. Dit is in de eerste plaats het resultaat van de inflatie en de baremaverhogingen. Dit effect is in 2009 nog versterkt door een derde indexering die niet opgenomen was in de aangepaste begroting. Ook de indiensttreding van nieuwe medewerkers, aangeworven in 2008 om de natuurlijke afvloeiingen op te vangen, de personeelsformatie in te vullen of tegemoet te komen aan de initiatieven in het personeelsplan, leidde tot deze toename.
De rechtscolleges slorpen zowat 40 % van de verhoging van de personeelsbudgetten op. De verhoging met 25 333 000 euro valt vooral toe te schrijven aan het volume-effect, maar de aanbreng van bijkomende middelen is ook bestemd voor: › de hervorming van de loopbanen niveau A; › de uitbreiding van het kader van parketjuristen- en referendarissen; › de oprichting van een steundienst van het Openbaar Ministerie. Het DG EPI slorpt een derde van de bijkomende personeelsmiddelen op. Het budget is met 7,1 % of 25 100 000 euro gestegen. Deze stijging is voornamelijk het resultaat van de impact van de initiatieven die in 2008 genomen zijn om garant te staan voor de strafuitvoering, rekening houdend met de geplande uitbreiding van de detentiecapaciteit. De bijkomende budgetten dienen ook voor: › de uitbreiding van het personeelsbestand van de gevangenissen van Sint-Hubert en Tongeren voor de ingebruikname van centra voor minderjarige delinquenten; › de verbetering van de zorgen voor de gedetineerden en de strijd tegen drugs in de gevangenissen; › de toepassing van de basiswet.
Het budget van het centrale bestuur stijgt met 9 159 000 euro. In dit bedrag zit de 2 677 349 euro van de gedeeltelijke overdracht van de loonmassa van het personeel van de buitendiensten van het DG EPI naar het centrale bestuur. Ook worden nieuwe initiatieven gedekt zoals: › de uitbreiding van het kader van het DG MJH; › de verhoging van het aantal personeelsleden van de stafdienst P&O om de tenuitvoerlegging van het federale e-HR-project voor te bereiden, dat de ingebruikname van een nieuw elektronisch systeem voor het beheer van de human resources beoogt.
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
53
Het DG MJH heeft 7 096 000 euro extra gekregen, bestemd voor nieuwe initiatieven zoals: › de verhoging van het aantal administratief assistenten; › de aanwerving van attachés en justitieel technische deskundigen. De toename met 11 829 000 euro bestemd voor de aanschaf van al dan niet duurzame roerende goederen en van diensten verklaart slechts 13 % van de totale stijging, waar de personeelskost 81 % van de totale budgettaire toename voor zijn rekening neemt. De overige 6 % betreft diverse budgetten, voornamelijk voor het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding, gerechtskosten, schadeloosstellingen voor slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, en het onderhoud en de medische kosten voor gedetineerden en minderjarige delinquenten.
54
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
De bijkomende kredieten in de werkingsmiddelen vloeien voort uit de werkings-en investeringskosten verbonden aan de rekrutering van nieuw personeel alsmede voor de uitbreiding van gebouwen. Ze dienden ook voor: › het voortzetten van initiatieven uit 2008; › het toepassen van wettelijke bepalingen zoals de wet-Dupont; › het dekken van de toenemende vraag naar bijstandsuitkeringen ten bate van gedetineerden onder elektronisch toezicht (stijging met 519 000 euro); › het op peil houden van de waarde van het punt voor berekening van de terugbetaling van advocaten die instaan voor de juridische bijstand (vermeerdering met 977 000 euro).
Ook konden nieuwe initiatieven geconcretiseerd worden, in hoofdzaak: › de toelage voor het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (5 220 000 euro); › de werkingskosten voor de centra voor minderjarige delinquenten (705 780 euro); › de bekostiging van de eerste fasen in het kader van de afdelingen noord en zuid van het gerechtsgebouw te Luik (430 000 euro); › de verbetering van het opleidingsaanbod van het DG EPI (271 500 euro); › de uitbreiding van het centrale drugspreventieproject tot alle penitentiaire inrichtingen van het land (207 000 euro); › de modernisering van de informatica van het DG MJH (258 540 euro); › de voorbereiding van de uitvoering van het e-HR-project (communicatie- en opleidingskosten 138 000 euro); › de ontwikkeling en omzetting van preventieve maatregelen ter beperking van het risico op virale infecties (67 500 euro). De uiteindelijke aangepaste begroting voor 2009 bedraagt 1 730 496 727 euro.
orDonnAnceringskreDieten (in miLjoen euro) 2007 (AAngePAst) 2008 (AAngePAst) Algemene begroting van de FOD Justitie DG Rechterlijke Organisatie Waarvan personeel DG Penitentiaire Inrichtingen Waarvan personeel Justitiehuizen Waarvan personeel
2009 (initieeL)
1534,0
1610,6
1702,7
806,5
847,8
886,6
579,0
580,3
594,5
408,7
432,9
460,1
351,8
351,6
376,7
58,6
59,1
68,0
39,6
41,1
48,2
evolutie van het budget van 2007 tot 2009 1800 1600 1400 Totaal andere DG’s
1200
Totaal Justitiehuizen
1000
Andere uitgaven EPI
800
Personeel EPI
600
Andere uitgaven RO
400
Personeel RO
200 0
2007 aangepast
2008 aangepast
2009 initieel
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
55
informatie inzake begrotingssynthese en -monitoring De nieuwe toepassing voor het computergestuurde schuldvorderingenbeheer (CGAB), die reeds twee jaar in de centrale diensten wordt gebruikt, is nu ook in de buitendiensten van het departement ingevoerd. CGAB werd in het begin van het jaar in gebruik genomen in proefprojecten in drie penitentiaire inrichtingen en twee rechtbanken. Na een gunstige evaluatie zijn de gebruikers in dichte drommen naar Brussel afgezakt om in augustus en september 2009 opleidingen te volgen. Sinds oktober voeren de rechtscolleges en de penitentiaire inrichtingen met succes hun facturen in het systeem in, die dan vereffend en betaald worden door het centrale bestuur. In december werden de eerste stappen voor de justitiehuizen voorbereid.
56
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
Logistieke pijler De dienst Logistiek beleid van de FOD geeft advies en maakt analyses inzake aankopen en overheidsopdrachten. De dienst Logistieke ondersteuning is gereorganiseerd om de logistiek van de justitiehuizen te beheren en de nodige steun te bieden aan het DG MJH. Wat het centrale bestuur betreft: › er zijn aanpassingswerken verricht aan het heringerichte gebouw Bordet A (Waterloolaan 115); › de technische problemen met de informaticazaal van ICT zijn aangepakt, en er zal blijvend aan gewerkt worden om deze ruimte in orde te krijgen; › de problemen met de werkruimtes van het DG EPI werden bestudeerd; › er werd een centraal technisch beheer ingevoerd om het personeel van het Jan Jacobsgebouw middels aangepaste technologie een beter arbeidscomfort te bezorgen; › in alle gebouwen van het centrale bestuur werden kitchenettes geïnstalleerd; › er werd werk gemaakt van de verhuizingen naar aanleiding van de reorganisatie van diensten.
Met het oog op de bekommernissen van zijn klanten stelde de dienst het gevraagde materieel en adequate werkruimtes ter beschikking. Hij neemt het dagelijks beheer van de gebouwen en technische interventies voor zijn rekening, alsook de controle van de onderhoudscontracten. Ook het afsluiten van nieuwe, noodzakelijke contracten gebeurde door de dienst.
De stafdienst in cijfers Vastlegging van kredieten Een vastlegging is een rechtshandeling die een verplichting schept ten laste van de begroting. Dit veronderstelt een boekhoudkundige vastlegging, de registratie van een bedrag waardoor een begrotingskrediet ten belope van het bedrag van de transactie wordt geblokkeerd. In 2009 werden 1960 vastleggingen van kredieten uitgevoerd, waarvan 1327 specifieke en 633 provisionele vastleggingen. Rekening houdend met de wedden werd in 2009 een totaalbedrag van ongeveer 1 688 410 470 euro vastgelegd. Vereffeningen In 2009 werden 193 585 betalingen (allerlei schuldvorderingen) uitgevoerd. ordonnanceringen Een ordonnancering is het afgeven van het betalingsmandaat en het geven van de opdracht om de betaling uit te voeren. In 2009 werden 5022 betalingsopdrachten uitgevoerd voor een totaalbedrag van 1 664 727 557 euro.
subsidies In 2009 heeft de stafdienst 12 koninklijke besluiten en drie ministeriële besluiten opgesteld over subsidies die in 2010 zullen worden gecontroleerd. De dienst heeft eveneens de verdeling van de subsidies over 2009 berekend en de subsidies gecontroleerd die in 2008 zijn toegekend aan de 28 commissies voor juridische bijstand die eerstelijnsbijstand verlenen. overheidsopdrachten 746 overheidsopdrachten werden administratief en budgettair gecontroleerd, waarvan 609 nieuwe en 137 bestaande opdrachten. inkomstenfiches en btw-fiches Vanaf 2009 zullen de fiches rechtstreeks via het elektronische BELCOTAX-systeem verwerkt worden, via de FOD.
contact SD Budget, Beheerscontrole en Logistiek Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 65 58 Fax: 02 542 68 58 E-mail:
[email protected]
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
57
FOCus een nieuwe federale boekhouding met het FeDCOM-project De stafdienst Budget, Beheerscontrole en Logistiek houdt zich bezig met het budget, de beheerscontrole en de logistiek. In andere Europese landen gebeurt dit door een directoraat-generaal of door het secretariaat-generaal van het ministerie van Justitie, met eigen accenten in de bevoegdheidsverdelingen. In het Duitse federale ministerie van Justitie zijn begroting en logistiek enkele van de ongeveer 12 taken die het directoraat-generaal Administratie voor zijn rekening neemt. Het departement Rechterlijke Organisatie, Onroerende Goederen en Diensten van het Italiaanse ministerie, verdeelt de bevoegdheden over twee van de zeven directoraten-generaal: het directoraat-generaal Materiële Middelen, Goederen en Diensten, en het directoraat-generaal Balans en Boekhouding. In Nederland hangt het operationeel beheer af van de adjunct secretaris-generaal, maar het zijn verschillende directoraten die de financiële en economische zaken of de zaken met betrekking tot gebouwen en materieel afhandelen.
58
sd BudGet, BeheeRscOntROle & lOGistiek
In Frankrijk vertolkt het secretariaat-generaal een transversale rol van budgettaire planning en controle, en verstrekt het logistieke steun aan het ministerie. Drie van de vijf diensten van het secretariaat-generaal zijn betrokken: de dienst van het centrale bestuur, via het departement Budgettaire Programmatie, Aankopen en Boekhouding; de dienst Synthese, Strategie en Prestaties, via het subdirectoraat Budget- en Boekhoudsynthese; de dienst Ondersteuning en Middelen van het ministerie via het subdirectoraat Onroerend Goed. Met de nieuwe federale boekhouding die vanaf 2010 met het FEDCOM-project zal ingevoerd worden, zal de FOD Justitie van een klassieke kasboekhouding overschakelen op een transactieboekhouding, met een algemene boekhouding in vastgestelde rechten. Een kasboekhouding is een boekhoudkundig systeem dat transacties registreert volgens inningen en uitgaven. Het maakt dus geen onderscheid tussen de betaling van een rekening en de verwerving van een investeringsgoed daar beide transacties als uitgaven worden beschouwd. De transactieboekhouding daarentegen is gestoeld op de kennisname van het daartoe aanleiding gevende feit.
Dat zorgt voor een volledig overzicht van het patrimonium. Betere financiële informatie verhoogt de transparantie en kan aangewend worden om het beheer te verbeteren. Volgens de OESO wordt een transactieboekhouding reeds toegepast in Europese landen zoals Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Griekenland, Finland, en in de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland.
SD Personeel en Organisatie Het hart van het HR-beleid en de organisatieontwikkeling vindt u bij de stafdienst Personeel en Organisatie (P&O). Van daaruit stroomt het bloed dat nieuwe impulsen en zuurstof geeft aan de strategische planning van de personeelsbehoefte voor de centrale diensten. De stafdienst selecteert en werft de juiste en vakbekwame personen. Hij verzorgt bovendien het administratieve en financiële beheer van de personeelsdossiers van de centrale diensten. Daarnaast treedt de stafdienst op als interne consultant van de organisatie. Door de begeleiding van verbeterprojecten, coaching en adviesverlening aan projectteams en -leiders draagt hij zijn steentje bij aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen.
Via verscheidene bouwstenen verhogen de medewerkers de effectiviteit van de werking van de organisatie en zijn ze een prima bewaker van de kwaliteit. De stafdienst P&O stimuleert ook de persoonlijke levenskwaliteit op het werk via een degelijk competentie- en kennismanagement en een grensverleggende visie op welzijn en diversiteit. Dit alles verloopt in permanente dialoog met de sociale partners. Bij de stafdienst P&O neemt de directie P&O van de centrale diensten het beheer op zich van de medewerkers van de centrale diensten, de cel Beleidsvoorbereiding van de minister van Justitie,
het Belgisch Staatsblad, het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, het Elektronisch Toezicht Monitoring Team en de onafhankelijke commissies ingesteld bij de Federale Overheidsdienst Justitie. Naast deze directie telt de FOD Justitie nog drie andere P&O diensten. Zij zijn bevoegd voor het personeel van de buitendiensten van de directoraten-generaal Penitentiaire Inrichtingen, Rechterlijke Organisatie en Justitiehuizen en vallen onder de verantwoordelijkheid van hun directoraat-generaal.
SD Personeel en organisatie
59
Staff P&O
Directeur P&O Assistent-manager P&O
Dienst Klantenbeheer
Dienst Managementondersteuning
Acc Accountmanager stafdienst P&O
Ce Cel Interne communicatie P&O
Accountmanager P&O centrale diensten Acc
PMO PM Secretariaat Sec c
Directie Competentieen Kennismanagement
Directie HRharmonisatie en Personeelsbewegingen
Directie Organisatie en Kwaliteit Dienst eHR Die
Die Competentiemanagement Dienst Cel Strategisch competentiemanagement Ce Cel Personeelsontwikkeling en stages Ce Dienst D Die enst Stra Strategisch kennismanagement
Cel Strategische HR-planning Ce Dienst Selectie en Personeelsbewegingen Die
Cel Methodologische ondersteuning Cel Selectie centrale diensten en Personeelsbewegingen Per Cel Sociaal overleg Cell HR-harmonisatie Ce
60
SD Personeel en organisatie
Cel Implementatie eHR Dienst D ie Organisatieontwikkeling en Kwaliteitszorg K Kw Dienst Diversiteitsbeleid Die Dienst Welzijnsbeleid Die Dienst Die e Individuele en sociale begeleiding Dienst Datawarehouse P&O Die
Directie P&O centrale diensten
C lP Cel Ce Personeelsplanning l l van d de centrale l d diensten en Financieel beheer Cel Administratief beheer van carrière en competenties Ce C Cel Ce e Expertise bijzondere statuten NICC/VS
Directie orgAnisAtie en kwALiteit
op weg naar een kwaliteitsvolle organisatie
ehr – een kind in volle groei De dienst eHR is in 2009 tot volle ontwikkeling gekomen. Enkele nieuwe mensen hebben het team versterkt en hebben mee hun schouders gezet onder de verdere uitbouw van het nieuwe personeelsbeheerssysteem. eHR moet tegelijkertijd voor en vàn de gebruikers zijn. Daarom lag het afgelopen jaar vooral de nadruk op de nauwe samenwerking met de verschillende personeelsdiensten voor de ontwikkeling en evaluatie van het systeem. Daarnaast zijn ook de helpdesk-tools verder uitgebouwd voor een gestructureerde gebruikersondersteuning. In 2010 hoopt de dienst op deze manier verder te werken om eHR letterlijk en figuurlijk dichter bij de mensen te brengen.
Het afgelopen jaar heeft de dienst Organisatieontwikkeling en Kwaliteitszorg met succes een allereerste werklastmeting uitgevoerd bij de cel Materieel van het DG Rechterlijke organisatie. Alle processen werden beschreven en de resultaten gaven de kans om de organisatie te optimaliseren. De lijn wordt stilaan doorgetrokken, want binnenkort vinden op vraag van de voorzitter twee bijkomende metingen plaats bij de dienst Gerechtskosten en het centraal strafregister.
wel-zijn bij justitie De dienst Welzijnsbeleid heeft ook dit jaar zijn specifieke acties voor de medewerkers verdergezet. In het bijzonder springen twee acties in het oog: de organisatie van de deelname van de FOD Justitie aan de ‘20 kilometer door Brussel’ en deze van informatiesessies over de tool ‘Tax-on-web’ voor de centrale administratie. Deze acties vielen heel erg in de smaak. Daarnaast is het project rond telewerk geëvolueerd. In 2010 zal men op basis van een pilootgroep een eerste evaluatie maken.
Ook in het kader van de grieppandemie was het nodig een business continuity plan op te stellen om de continuïteit van onze dienstverlening in geval van crisis te kunnen garanderen. In dit alles werden de kritische processen beschreven volgens de nieuwste methode van procesnotering BPM/BPMN. Deze manier van procesnotatie zal in de toekomst een prominente plaats innemen binnen onze FOD. Daarom zijn hier ook al enkele opleidingen in gegeven. Uiteindelijk wil men met de ganse FOD evolueren naar een procesgerichte organisatie. Nog veel uitdagingen voor de boeg dus.
sd peRsOneel en ORGanisatie
61
Aanvragen per afdeling
een sociale en menselijke foD De dienst Individuele en sociale begeleiding had de wind in de zeilen. Voortaan zitten ze immers met een complete en actieve bezetting, volle kracht vooruit! Omdat niet iedereen de psychologen van deze dienst kende, werd er dit jaar heel wat gecommuniceerd over wat ze concreet voor medewerkers kunnen betekenen. De communicatieactie was een succes, de respons was opmerkelijk. Het nut van de psychologen is zeker bewezen. Tal van medewerkers hebben al beroep gedaan op hun ondersteuning. De bezoekers van de psychologen zijn zeer divers. Ze behoren tot uiteenlopende directies, niveaus en functies van Justitie van over heel het land. In 2009 heeft de dienst 142 personen ontmoet die zich op onderstaande manier verdelen tussen de directies en de verschillende niveaus.
50
50 47
40
39
30
Centrale diensten RO (buitendiensten)
20
EPI (buitendiensten) MJH (buitendiensten)
10
NICC 2
1
0
3
Veiligheid van de Staat (binnendiensten)
Aanvragen per niveau 50 42
40 30
35
33
32
Niveau A Niveau B
20
Niveau C Niveau D
10 0
62
sd peRsOneel en ORGanisatie
goochelen met cijfers De nieuwe dienst Datawarehouse P&O heeft als missie correcte informatie te leveren over het personeelsbeheer en stelt geregeld boordtabellen op van het personeel voor heel de FOD Justitie. Tijdens het jaar 2009 hebben de activiteiten van de dienst zich vooral gericht op het absenteïsme en de follow-up voor de crisiscel ‘griep’, op basis van o.a. statistieken van Medex, de evolutie van de jaarlijkse effectieven sinds 1995, de evolutie van de dagelijkse effectieven en de leeftijdspiramiden. De dienst is ook actief in de ontwikkeling van ambitieuze projecten die P&O de kans geven om kwaliteitsvolle informatie te beheren, via een gebruiksvriendelijke en interactieve interface die al de HR-informatie integreert.
entiteit
Directie/Dienst
totAAL
centrALe Diensten Commissies
69
Centraal bestuur
1374
Belgisch Staatsblad
155
Dienst voor Veiligheid inzake Kernenergie
5
Dienst voor het Strafrechtelijke beleid
54
NICC
156 totaal centrale diensten
1813
PenitentiAire insteLLingen Penitentiaire instellingen
9307
Veiligheidskorps
361
totaal Penitentiaire instellingen
9668
rechterLijke orDe Hierna vindt u enkele tabellen die ontwikkeld zijn door de dienst Datawarehouse P&O. Deze tonen ons interessante cijfers over het personeel (1 ) dat beheerd wordt door de vier P&O-diensten, de arbeidsduur en de niveauverdeling van het personeel binnen de FOD Justitie.
Rechterlijke Orde 1
2580
Rechterlijke Orde 2
9375
Justitiehuizen
1172
justitiehuizen
totAAL effectieVen 2009[2] foD justitie
1
De gebruikte cijfers dateren van 1 december 2009. Het gaat om personeelseffectieven en niet om voltijdse equivalenten. Daardoor tonen deze een ‘optimistische versie’ van de reële aantallen. Over het algemeen is het verschil tussen de evolutie in voltijdse equivalenten en personeelseffectieven niet significant verschillend.
2
Excl. Veiligheid van de Staat (binnen- en buitendiensten)
24 608
sd peRsOneel en ORGanisatie
63
FOD Justitie - Niveau - 2009 Totaal FOD -
[email protected]
18,83 %
27,63 %
Niveau A
Deze tabel geeft een globaal overzicht van de niveauverdeling bij de FOD Justitie. Bij niveau A horen ook de referendarissen, stagiaires, griffies en zetels. In vergelijking met 2008 zijn er een groot aantal niveaus C bijgekomen. Dit heeft vooral te maken met de vele overschakelingen van niveau D naar C bij EPI (een 7000-tal medewerkers).
Niveau B 15,56 %
Niveau C Niveau D
37,98 %
FOD Justitie - Arbeidsduur - 2009 Totaal FOD -
[email protected]
,94
,00
55
%
36
0 3,0 0%
<5
64
sd peRsOneel en ORGanisatie
6%
4,8
%
1%
0,2 9%
% 50
-5
9%
% 60
-7
9%
% 80
-9
0%
10
%
Heel wat medewerkers van niveau C en D werken bij EPI onder een regime van 36 uur, wat niet gelijk staat met 100 % van de 38 uur die doorgaans gepresteerd worden. Vandaar het grote aantal medewerkers in de tube 80-99 %.
Directie comPetentie- en kennismAnAgement Dienst competentiemanagement De dienst Competentiemanagement heeft de medewerkers van onze FOD heel wat kansen geboden in 2009 om hun kennis bij te schaven via allerlei opleidingen. Enkele daarvan zetten we even in de spotlights: opleidingen in het kader van organisatieontwikkeling, ter voorbereiding van de overgangsexamens niveau D naar C en in het kader van overheidsopdrachten.
Deze processen zullen door de diverse directoraten-generaal en stafdiensten beschreven en geoptimaliseerd worden. Ze worden hierin ondersteund door de diensten Kennismanagement, Organisatie en Kwaliteit, ICT en PMO. Wij hopen dat de deelnemers na afloop van de opleiding methoden van BPM/BPR kunnen toepassen, bruikbare procesbeschrijvingen kunnen maken en overtuigd zijn van de noodzaak van harmonisatie, standaardisatie en een eenvormige aanpak. › Opleiding ‘Kwaliteitsmanagement’
een organisatie in volle ontwikkeling Drie opleidingen vormden een belangrijke ondersteuning bij de organisatieontwikkeling. › BPM/BPMN
Het afgelopen jaar is er heel veel bewogen rond processen en procesnotaties. In het kader van deze activiteiten kregen een 50tal medewerkers een vierdaagse inleidende opleiding in BPM/BPMN (Business Process Management / Business Process Management Notation). Ook in het kader van de ‘Kritische Kennisdomeinen’ (KKD) nemen processen de meest markante plaats in.
Het CAF (Common Assessment Framework) is een gemeenschappelijk Europees kwaliteitskader dat in heel de publieke sector kan toegepast worden als een instrument om een organisatorische zelfevaluatie uit te voeren. Tijdens de opleiding ‘Inleiding tot kwaliteitsmanagement’ werd dit uitgebreid uit de doeken gedaan. De 144 cursisten kregen ook de kans om dit in te oefenen. Deze opleiding vond plaats in maart, mei en september 2009 en werd gegeven door het Instituut voor de Overheid in samenwerking met EIPA Maastricht.
› Opleiding ‘Projectmanagement’
In 2009 kwam projectmanagement in volle vaart. De testfase van het programma ‘ProjectMaster’ was definitief voorbij. Omdat het toch een andere manier van werken is dan we gewoon zijn en om de medewerkers het programma beter te leren kennen, was er de opleiding ’Projectmanagement’. Deze bestond uit twee verschillende trajecten: een basisopleiding van twee dagen of een verkorte opleiding van een dag voor ervaren projectmedewerkers/-leiders die vooral rond ‘ProjectMaster’ zelf meer uitleg kregen. In totaal hebben in mei, juni, oktober en december 58 Nederlandstaligen en 39 Franstaligen deelgenomen. Van D naar c met onze hulp De dienst Competentiemanagement zette een opleiding ter voorbereiding van het overgangsexamen van niveau D naar C op poten. In het totaal namen 1694 medewerkers van onze FOD hieraan deel. Deze blended-learning opleiding (twee dagen klassikaal met daartussen drie maanden zelfstudie) werd georganiseerd in samenwerking met OFO.
sd peRsOneel en ORGanisatie
65
overheidsopdrachten onder de loep De FOD Justitie wil het aankoopbeleid harmoniseren. Om dit te begeleiden werd een opleidingstraject met acht modules rond specifieke thema’s ontworpen in samenwerking met de dienst CPA-ABA van de FOD P&O. In totaal konden 27 Franstalige en 36 Nederlandstalige medewerkers uit verschillende aankoopdiensten deze zevendaagse opleiding volgen. Het was bovendien een uitstekende kans om kennis te maken met andere spelers in het domein en netwerken te smeden. groeien binnenshuis De dienst Competentiemanagement organiseert ook heel wat opleidingen binnenshuis. In 2009 werden 31 verschillende opleidingen intern georganiseerd. In totaal waren er 4306 deelnemers verspreid over 324 groepen. De tabel hiernaast biedt een overzicht van het aantal interne opleidingen, georganiseerd door de dienst Competentiemanagement (31 verschillende opleidingen voor 4306 deelnemers).
66
sd peRsOneel en ORGanisatie
AAntAL oPLeiDingen
AAntAL DeeLnemers
AAntAL groePen
Ontwikkelacties ter ondersteuning van prioritaire doelstellingen
15
1327
98
Ontwikkelacties ter ondersteuning van specifieke competenties
12
1210
129
Ontwikkelacties ter ondersteuning van generieke competenties
4
1769
97
Dienst strategisch kennismanagement een feestelijke start Op 26 maart 2009 lanceerde de dienst Strategisch kennismanagement officieel zijn activiteiten tijdens een feestelijke bijeenkomst in het auditorium in Brussel. 90 vertegenwoordigers van heel de FOD waren aanwezig om kennis te maken met de strategie die de FOD Justitie zal volgen op vlak van kennisbeheer en welke prioritaire projecten daaruit voortkomen.
kmkern: een nieuw netwerk Om de acties rond kennisbeheer in elk directoraatgeneraal of elke stafdienst te ondersteunen, werd in januari een formeel netwerk van KMverantwoordelijken in het leven geroepen, de KMKern. Dit netwerk bestaat uit 15 personen en komt regelmatig samen om ervaringen en good practices uit te wisselen. Tijdens een zevental bijeenkomsten konden de KM-verantwoordelijken hun kennis bijschaven en in samenspraak met de dienst Strategisch kennismanagement de koers naar de toekomst bepalen. 2010 wordt dus een druk jaar voor KMKern.
kennis in handen houden Eén van de prioritaire projecten van de dienst Strategisch kennismanagement is dat van ‘Senior Junior’, dat waakt over kennisoverdracht binnen de FOD Justitie. Wanneer een medewerker onze organisatie verlaat, mag ook zijn of haar waardevolle kennis immers niet verdwijnen. De eerste acties rond dit project zagen in 2009 het licht. Zo hebben medewerkers van EPI en ICT al de kans gehad om begeleid te worden in een succesvol overdrachttraject ‘Senior Junior’. De bovenste tabel geeft een globale verdeling van de verschillende leeftijdscategorieën weer per entiteit. Globaal is er een goede verdeling. De meeste departementen zijn vrij jong. In enkele specifieke entiteiten merken we wel een vergrijzing op, waar specifieke acties moeten worden voorzien, zoals het project ‘Senior Junior’. Bij de magistratuur bijvoorbeeld is ongeveer de helft van de medewerkers ouder dan 50. Ook de griffies en parketten en de centrale diensten kampen met vergrijzing en dus een mogelijk verlies aan kennis en ervaring.
FOD Justitie - Leeftijdscategorieën - 2009
[email protected] Centrale diensten DSB Commissies Gevangenissen Magistratuur Griffies en parketten NICC Jusitiehuizen Totaal 0%
20 %
40 %
60 %
80 %
100 %
<25
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55+
55+
[email protected] 15,75 %
Centrale diensten 7,55 %
DSB
8,70 %
Commissies
10,99 %
Gevangenissen
32,70 %
Magistratuur 17,65 %
Griffies en parketten NICC Jusitiehuizen
7,14 % 5,53 % 15,81 %
Totaal 0%
7%
14 %
21 %
28 %
35 %
sd peRsOneel en ORGanisatie
67
Directie hr-harmonisatie en Personeelsbewegingen harmonie in het P&o-domein De cel HR-harmonisatie zorgt o.a. voor de actualisatie en opvolging van de verschillende arbeidsreglementen. Om de toepassing en de interpretatie van de regelgeving door de verschillende P&O-diensten te harmoniseren, ontstond in 2006 een harmonisatieplatform. Dit platform krijgt steeds meer wortels. Ook in 2009 werd in dat kader zeer nuttig werk verricht op vlak van verloven en afwezigheden, arbeidsongevallen, Medex/ziekte en verscheidene ad hoc-materies.
68
sd peRsOneel en ORGanisatie
sociaal overleg 2009 was een productief en kwaliteitsvol jaar in termen van sociaal overleg en contacten met de vakbonden. Er vonden enerzijds 14 formele overlegvergaderingen plaats in het Sectorcomité en Hoog Overlegcomité en anderzijds heel wat informele of ad hoc-overlegmomenten. In totaal werden 18 protocollen afgesloten met vakorganisaties over de meest diverse materies. Het protocol van 14 mei 2009 over het globaal eisendossier 2007-2011 voor de penitentiaire inrichtingen springt het meest in het oog. De carrière bij EPI wordt opgewaardeerd, alles wordt klantvriendelijker, flexibeler en eenvormiger voor de medewerkers. In 2009 werd eveneens Sypol aanvaard als erkende vakorganisatie voor het personeel van de penitentiaire inrichtingen en voor het veiligheidskorps.
nieuw talent in zicht Er waaide een vruchtbare wind door de dienst Selectie en Personeelsbewegingen. In tijden van crisis zoals in 2009 lijkt de overheid een zeer populaire werkgever. Mensen komen nu meer dan ooit af op de stabiliteit, het gewaarborgd inkomen en de werkzekerheid die een job bij de overheid biedt. De website van Selor ontving meer bezoekers en de dienst Selectie kreeg ook meer spontane sollicitaties in de bus. Daarnaast was tijdens de selectieprocedure de respons op voorstellen groter en reageerden vaak hogere profielen voor een job bij Justitie. Kandidaten hebben bovendien minder tijd nodig om te beslissen of ze de functie al dan niet aanvaarden. Een selectieprocedure had het voorbije jaar sneller resultaat dan anders, zelfs voor bepaalde knelpuntberoepen zoals dat van boekhouder. ICT-profielen blijven echter moeilijk in te vullen. Niet alleen de crisis, ook het Europees voorzitterschap zorgt ervoor dat de FOD Justitie een magneet is geweest voor vers talent.
De 11 jobbeurzen waar de FOD Justitie in 2009 aan deelgenomen heeft, waren dan ook zeer populair. De respons was hoog en de reacties positief. Het is bovendien niet alleen de bedoeling om met de deelname aan deze jobbeurzen nieuw talent aan te trekken en vacatures in te vullen. Justitie wil zich ook positioneren binnen het overheidslandschap, haar bekendheid vergroten, zich profileren als een interessante werkgever en misvattingen uit de wereld helpen. Elk jaar neemt Justitie meer en meer deel aan jobbeurzen en telkens leren we bij. De dienst Selectie is een draaiboek aan het opstellen om dit meer op punt te stellen en onze deelname kwalitatiever en professioneler te maken.
contact SD Personeel en Organisatie Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 69 05 Fax: 02 542 70 90 E-mail:
[email protected]
sd peRsOneel en ORGanisatie
69
FOCus diversiteit op de werkvloer
70
sd peRsOneel en ORGanisatie
diversiteitsverantwoordelijken met vragen en klachten. Stilaan begint de dienst aan bekendheid te winnen. Het is leuk om te bouwen aan een betere wereld voor elk van ons, elke dag opnieuw. En dat begint bij uzelf en hoe u de anderen ziet. FOD Justitie - Geslacht - 2009
[email protected] 100 80 60 40
Al deze acties hebben geleid tot een grotere kenbaarheid van de dienst. Steeds meer medewerkers contacteren de
20
Vrouwen Mannen
en
st en Co D m SB Ge m va iss ng ies en iss M Gr iffi agis en er t s & ratu u Pa rk r et te n Ju NI st CC iti eh ui ze n To ta al
0 di
Binnen het actieplan diversiteit ging er ook veel aandacht uit naar sensibilisering van en communicatie naar medewerkers. Het is een uitdaging om hen bewust te maken dat de verschillen tussen mensen net gewaardeerd moeten worden, en dat men zo ieders eigenheid kan aanvaarden.
le
Ondertussen hebben ze bij de dienst allesbehalve stil gezeten. Ze willen immers niet blijven steken in het uitschrijven van een beleid, zoals maar al te vaak gebeurt. Mensen moeten het ook kunnen voelen en ervaren op de werkvloer. Daarom werden er de afgelopen jaren heel wat acties uitgewerkt. Zo kan een heel divers publiek van functionele chefs tot veiligheidsbeambten opleidingen volgen met als thema diversiteit. Via deze opleidingen wil de dienst Diversiteitsbeleid een cultuur creëren waarin diversiteit kenbaar en bespreekbaar is.
Een andere actie was het opstellen van een gelijkekansenplan. De dienst Diversiteitsbeleid vindt het belangrijk dat medewerkers zelf inspraak hebben. Daarom werd er in 2009 een werkgroep opgericht met meer dan 70 deelnemers. Samen zochten ze naar acties die bestaande ongelijkheden tussen mannelijke en vrouwelijke medewerkers kunnen wegwerken. Het resultaat mag er zijn, want op een 20-tal velden worden concrete acties ondernomen om deze verschillen beter te kunnen wegwerken.
Ce nt ra
De dienst Diversiteitsbeleid zag het levenslicht in 2007. Deze tekende een beleid uit dat de diversiteit onder het personeel erkent en het bovendien ook inzet op de werkvloer, wat zorgt voor een optimalisering van de resultaten. Een diversiteitsbeleid is steeds maatwerk, daarom was vertrekken vanuit een vaststaand model geen optie. In 2007 werd dan een diversiteitsnota met een actieplan opgesteld, eigen aan de noden van onze organisatie.
Sinds 2008 telt Justitie een meerderheid aan vrouwen. In 2009 is dit percentage nog gegroeid, maar de verdeling over de entiteiten is wat ongelijk. Wat opvalt, is dat in de justitiehuizen vooral nog steeds vrouwen werken, terwijl de diversiteitsobjectieven in de gevangenissen wel zijn gehaald.
SD ICT De stafdienst ICT ondersteunt de FOD Justitie en de Rechterlijke Organisatie door op hun vraag adequate en hoge prestaties leverende informatiesystemen en aangepaste hardware ter beschikking te stellen. De stafdienst ICT formuleert proactief verbeteringsvoorstellen op basis van zijn kennis van de kritische bedrijfsprocessen en van de onderliggende informatiestromen, rekening houdend met de eigenheid van elk van zijn klanten. Zo wil de dienst de globale werking van de FOD Justitie en de rechterlijke organisatie verder optimaliseren en zijn klanten toelaten nieuwe diensten te ontwikkelen.
Daarenboven waakt de stafdienst ICT over de functionele en technologische samenhang van de diverse projecten en van de aangewende ICTinfrastructuur. Tegelijk doet de stafdienst voorstellen om een maximale kostenefficiëntie voor de aangeboden ICT-ondersteuning te bereiken en de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen.
sD ict
71
Directeur ICT
Directie Informatieveiligheid
Dienst Managementondersteuning
Dienst PMI
Dienst Personeel, Interne Vorming en Communicatie
Dienst Budget, Contracten en Logistiek
Directie Klantenbeheer
Directie Dienstenbeheer
Directie Applicaties
72
SD ICT
Directie Shared Services
Directie Infrastructuur
Directie informatieveiligheid De directie Informatieveiligheid werd met de reorganisatie van januari 2009 in het leven geroepen als autonome entiteit die direct rapporteert aan de directeur van stafdienst ICT. strategisch › Risk Assessment Na een kennismaking met de methode van risk assessment bij Fedict, is de stafdienst zelf een 25-tal toepassingen gaan onderzoeken. De interviews met syteem- en applicatieverantwoordelijken hebben geleid tot een baselining van de risico’s van onze actuele toepassingen.
infrastructuur (bv. Mach) beschikbaar blijven op de site Financiën indien de computerzaal Eversstraat uitvalt. › Stuurcomité beveiliging
Er werd een werkgroep opgestart die de arbitrage doet inzake prioritisering van securityprojecten met impact op de productiedirecties.
› Back-up en archiveringsarchitectuur
Uit de eerste twee projecten kwamen de risico’s naar voor die in het kader van een studie, omtrent de back-up en archiveringsarchitectuur, absoluut prioritair aangepakt moeten worden. De krijtlijnen van de toekomstige centrale netwerkdiensten (mail, file- en printservices, LDAP ...) moeten wel gekend zijn alvorens deze studie voldoende impact heeft.
› Computerzaal
Het principieel fiat om een redesignstudie te initiëren werd verleend. Het lastenboek voor het uitschrijven van een masterplan over datacenter design kan geïnitieerd worden, nu de stafdienst documentatie bezit van verschillende hoofdrolspelers (zowel IT-constructeurs als grote IT-eindklanten).
› Computerzaalinfrastructuur
Nu er een overeenkomst is met FOD Financiën over het gebruik van hun computerzaal, is het mogelijk om een basis te leggen voor overleg over wederzijds gebruik van IT-resources en diensten.
› Business Continuity
Volgend op het eerste project is een tweede opgestart om de continuïteit van de huidige toepassingen te optimaliseren, tegen de achtergrond van een aantal catastrofescenario’s. Voor één toepassing werden alle risico’s al in kaart gebracht, alsook de verbeteringsprojecten. › Disaster Recovery Site
› Beveiligingsbeleid
Een informatieronde bij zowel de grote auditbedrijven als bij overheden die al actief zijn op dit vlak (BRIB, KPMG, Fedict) laat toe om een beleid uit te stippelen en met de ISOnorm 27001-27005 in het achterhoofd een information security beheerssysteem in het leven te roepen. Het ontwerp van het lastenboek is in voorbereiding.
In 2009 werd meermaals globaal uitgetest of de internetfunctionaliteiten en een aantal high available toepassingen op de Bull-
sd ict
73
tactisch › Gedragscode Er werd intensief meegewerkt aan de redactie van de gedragscode voor mail en internet. In overleg met de andere IT-directies werd een concrete internetpolicy, paswoordpolicy en richtlijn bestandsbeheer voor eindgebruikers uitgeschreven. Er is een ontwerptekst beschikbaar van een gedragscode voor ITbeheerders. › Computerzaal
Er is een reglement uitgewerkt voor beperkte toegang tot de machinezaal (en aanliggende ruimtes) en er is een nota gemaakt m.b.t. de opslag van materiaal in de omringende ruimtes. Ten slotte zijn een programma en reglement uitgewerkt voor correcte opvolging van leveringen. › Nieuwe LDAP
Er is een voorstel gedaan om de bestaande bronbestanden van de actuele personeelstoepassingen te remediëren in functie van een voorlopige nieuwe centrale en algemene userdatabase LDAP (Lightweight Directory Access Protocol), die ons zou toelaten de internetpolicy globaal te implementeren.
74
sd ict
operationeel › Antiviruspolicy Na een massale virusbesmetting werd opnieuw een gestructureerde opvolging van antivirusincidenten en daaraan gekoppelde problemen geactiveerd. Een zo compleet mogelijke rapportering en beheer van de antivirusproductsuite is het resultaat. Verschillende audits hebben bijgedragen aan verbeteringen van de efficiëntie van eerder ingezette maatregelen. De basis is gelegd voor de upgrade naar de nieuwe versie van het beheersysteem.
› Vernietiging van gegevens
De FOD Justitie beschikt sinds 2009 over een procedure om de gegevens op afgedankt IT-materiaal op een gegarandeerde manier te wissen, dit zowel voor het DG RO als voor de centrale administratie. › Paswoorden
Een nieuw programma voor de quasi geautomatiseerde aanmaak van internetpaswoorden werd in productie genomen. › Security
› Nieuwe computerzaaltechnieken
Er is in overleg met de directie Logistiek heel wat gerealiseerd in 2009. Zo zijn de klimatisatiepompen vernieuwd, is er een audit doorgevoerd van de computervloer, is de branddetectiecentrale vernieuwd en worden de onderhoudscontracten van de technieken verlengd en beter opgevolgd. › Centrale serverback-up
Een studie tot optimalisatie van de centrale serverback-upinfrastructuur leidde in 2009 tot een eerste optimalisatieproject, onder de verantwoordelijkheid van de directie Infrastructuur.
Een aantal incidenten in verband met beveiliging werden bij de directie van ICT gemeld. Daarbij leverde een auditing n.a.v. een concreet incident belangrijke conclusies op m.b.t. securitypolicy en –implementatie.
Directie infrastructuur
Directie Applicaties
De vernieuwing van onze basisinfrastructuur werd gestart om tegen 2011 te kunnen beschikken over robuuste, performante en toekomstgerichte IT-fundamenten. De twee belangrijkste initiatieven en projecten binnen dit kader met potentieel de grootste zichtbaarheid zijn: › de aanzienlijke upgrade van de WAN (Wide Area Network) en haar verbindingen in combinatie met een substantiële vernieuwing van de lokale netwerken (bekabeling en netwerkactief ) op een groot aantal locaties binnen de FOD en de rechterlijke orde. Ook in 2010 worden deze acties verdergezet; › de opstart van het ‘standaardiseringsproject van de desktops’ met als doel het creëren van een centraal beheerbare en beheersbare gebruikersomgeving. Dit kadert ook in de algemene overstap naar een gestandaardiseerde Microsoft-omgeving.
hoven van beroep burgelijke en correctionele griffie Voor de dienst Vast Bureau Statistiek en Werklastmeting werd in 2009 verdergewerkt aan de module voor correctionele statistieken. Deze module zal toelaten om de input en output van zaken en de gegevens van de akten van de rechter te beheren, wat belangrijk is voor de werklastmeting. Gezien de werklast door de opstart van de module voor de arbeidshoven, is er voor de hoven van beroep naast de dagelijkse ondersteuning weinig extra uitgevoerd. Arbeidshoven In 2009 werd de nieuwe applicatie CTAH (gebaseerd op de applicatie van de hoven van beroep) ter beschikking gesteld van de arbeidshoven. Deze ICT-applicatie CTAH automatiseert het administratieve werk van de griffie en heeft tot doel de productiviteit en de kwaliteit van de gerechtelijke diensten te verbeteren. De pilootsite Gent gebruikt de applicatie CTAH in productieversie vanaf mei 2009 en gaf groen licht voor de verdere rollout vanaf eind juni 2009. Na het zomerverlof werd voorzien om de rest van de inwerkingtreding in goede banen te leiden in samenwerking met de dienst Opleiding. De stafdienst ICT heeft een gecentraliseerd codificatiesysteem ingevoerd ten behoeve van deze jurisdictie (met bv. het beheer van de gegevens van advocaten).
sidis (applicatie) Het Sidis-systeem laat een elektronisch beheer toe van de bewegingen van gedetineerden (opsluitingen, transfers, ...) en hun detentiedossier. Het is ontplooid in alle penitentiaire instellingen. Buiten de penitentiaire instellingen en administratie worden de gegevens geconsulteerd door talrijke andere diensten zoals strafuitvoeringsrechtbanken, parketten, justitiehuizen en politie. In 2009 werden verschillende belangrijke stappen gezet: › Afronding van het lastenboek van het toekomstig Sidis-systeem. › Realisatie van de module ‘Sidisveiligheidsfiche’, welke zal toelaten gedetailleerde veiligheidsgegevens i.v.m. gedetineerden uit te wisselen met de politie. › Verdere ontwikkeling van een module voor de psychosociale diensten, welke zal toelaten de psychologische testen en bijhorende resultaten elektronisch te beheren. Op basis hiervan zal een aanzienlijke tijdswinst worden gerealiseerd en kan datamining gebruikt worden.
sd ict
75
jeugdparketten Door herhaaldelijke onbeschikbaarheid van de database en door het vervangen van de infrastructuur was de applicatie JeCC (Jeugd Centrale Consultatie) dringend toe aan hernieuwing. De eindgebruikers beschikken dus nu over een gebruiksvriendelijke applicatie die de laatste gegevens van parketten en griffies in de verschillende arrondissementen weergeeft. De applicatie PJP wordt, naast verbeteringen voor o.a. de uithandengeving en fixaties, gekenmerkt door de invoering van een documentgenerator voor de automatische aanmaak van OpenOffice documenten als vervanging van Framemaker.
76
sd ict
jeugdgriffies 2009 was voor een aantal griffies het jaar waarin de tekstverwerker OpenOffice werd geïntroduceerd. De cursussen voor het gebruik van de template generator lieten de gebruikers toe hun eigen specifieke sjablonen op een relatief vlotte manier om te zetten of te herwerken. De introductie van de nieuwe servers biedt vanaf nu ook Dumbo (business applicatie voor het beheer van jeugddossiers) aan voor de griffies die hierover nog niet beschikten, zijnde Marche-en-Famenne, Huy, Neufchâteau en Veurne. Op de achtergrond werd er - in samenwerking met het NICC, de stuurgroep en andere partners - onderzocht op welke manier Dumbo moet worden aangepast om betekenisvolle statistieken uit de ingevoerde gegevens te kunnen genereren. Dit gebeurde zonder de werklast op de griffiers en de bedienden nutteloos te verhogen.
Parketten-generaal Het jaar 2009 betekende een keerpunt voor de applicatie PaGe, die ontwikkeld is voor de parketten-generaal. De applicatie PaGe heeft voldoende maturiteit verworven bij het in productie brengen, dankzij o.a. de toevoeging van: › een module voor het beheer van de strafuitvoeringen; › een module voor de opvolging van de uitgaande documenten; › een flexibel proces voor het genereren van documenten. De eerste versies die in productie werden gebracht aan het einde van het eerste semester 2009, werden bij de parketten-generaal van Mons en Gent met succes geïnstalleerd. Het parket-generaal van Antwerpen volgde in november 2009 en dat van Brussel begin februari 2010. Elke inproductiestelling werd vergezeld van een overname van de beschikbare data van de parketten-generaal. De medewerkers hebben een voorafgaandelijke opleiding gekregen. Het gebruik van een gemeenschappelijke applicatie maakt dat alle toekomstige functies, die de verwerking van dossiers versnellen, gemakkelijker kunnen ingebracht worden.
Vredegerechten In april 2007 hebben de minister en de FOD Justitie beslist om de applicatie Mammouth voor de vredegerechten, de politieparketten en de politierechtbanken te moderniseren en te centraliseren. Het project heet MaCH (Mammouth at Central hosting). In 2009 werd deze modernisatie verdergezet en 196 van de 228 vredegerechten zijn met deze nieuwe software uitgerust. Deze invoering werd begeleid met een uitgebreide opleiding door opleiders van de rechterlijke orde. Gedurende 2009 heeft de stafdienst ICT vooral gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van deze software en aan de verhoging van de prestaties. Parketten en politierechtbanken In 2009 werd de MaCH-applicatie voor de politieparketten en politierechtbanken verder ontwikkeld. De twee acceptatiesites Antwerpen en Luik hebben de applicatie uitvoerig getest. De testen zijn echter nog niet afgerond. De oude gegevens van de zes andere pilootsites (Brugge, Dendermonde, Turnhout, Tongeren, Neufchâteau en Nivelles) zijn in 2009 omgezet naar het nieuwe systeem Mammouth zodat de sites hun gegevens kunnen blijven gebruiken. Alle politierechtbanken en politieparketten hebben in 2009 nieuwe pc’s gekregen.
epicure Epicure is een applicatie binnen de gevangenissen die een gedecentraliseerde toegang tot de medische dossiers van de gevangenen toelaat. Tijdens 2009 werd de applicatie geherstructureerd met in het bijzonder de integratie van een centrale medische agenda die een betere opvolging van de patiënten toelaat bij de overbrenging van de ene gevangenis naar een andere. Deze nieuwe versie werd geïnstalleerd op de centrale server en op de pilootsites Nivelles en Gent. Zij omvat een module voor het gecentraliseerd beheer van het verzorgend personeel dat behoefte heeft aan aanpassingen op het vlak van tarifering van de medische prestaties. Deze applicatie werkt parallel met de oude versie. Gelijklopend met deze ontwikkeling werd een werkgroep opgericht van geneesheren die actief zijn in de gevangenissen. Zij hebben de verwachtingen in het kader van het centraal medisch dossier in kaart gebracht.
rechtbanken van koophandel De belangrijkste realisaties voor de rechtbanken van koophandel bestaan in de aanpassing van de applicaties aan nieuwe wetten: › er werd een nieuwe module ontwikkeld ten behoeve van de griffies van de rechtbanken van koophandel, in het verlengde van de wet met betrekking tot de expertises; › er vond een herziening plaats van de applicaties die het beheer van de neerlegging doen (bvba, …), om dubbele codering te vermijden. Een opleiding werd voorzien ter gelegenheid van de installatie van deze applicatie; › in april 2009 vervangt de wet op de continuïteit van de ondernemingen de wet op de concordaten. De module ‘concordaten’ werd herwerkt om de codering van gegevens op de nieuwe fiches voor akkoord voor regeling in der minne, en deze voor gerechtelijke reorganisatie toe te laten; › de invoering van een Europese procedure voor het gerechtelijke bevel tot betaling heeft ertoe geleid dat aanpassingen aan de applicatie voor het beheer van het dossier door de rechtbank van koophandel zich opdrongen.
sd ict
77
elektronische neerlegging van notariële akten van vennootschappen (e-da1) In 2009 werd de applicatie, die het neerleggen van vennootschapsakten op elektronische wijze ondersteunt, gewijzigd op het vlak van de architectuur om conform te zijn met de eisen van het communicatieplatform UME3, dat door Fedict op punt is gesteld ter vervanging van UME2. Er werd ook gewerkt aan de verbetering van de middelen voor monitoring om de uitzonderingen en de fouten beter te kunnen beheren. De raadplegingsinterface werd herwerkt en ter beschikking gesteld van de griffies. Een automatische verwittiging wordt verzonden naar de bevoegde griffie in geval een papieren dossier dient te worden behandeld. elektronische neerlegging van vennootschapsakten door burgers (e-da2) In 2009 werd de ontwikkeling van de webinterface verdergezet. Die is toegankelijk voor burgers en griffiers en laat toe elektronische dossiers van vennootschapsakten en bvba’s te raadplegen. De procedures voor elektronische handtekeningen werden verbeterd.
78
sd ict
rechtbanken van eerste aanleg (burgerlijk) De burgerlijke griffies van eerste aanleg werden voorzien van een upgrade van de infrastructuur, zowel op het niveau van de servers als van de computers om standaarden te kunnen invoeren en een optimale beschikbaarheid te verkrijgen. Op het vlak van de applicatie BGC met betrekking tot het beheer van de dossiers werden volgende aanpassingen gerealiseerd in 2009: › De ontwikkeling voor het verzenden van de fiscale fiches naar de FOD Financiën (project Belcotax) met betrekking tot de dringende kosten. › Aanpassing van de module voor aflevering van gegevens in verband met de publicatie op het internet van de rol van de zittingsdagen (Juridat). De lijsten van de Kamer aan wie het dossier toegewezen wordt en van advocaten die op de vastgelegde data tussenkomen in het dossier, werden beschikbaar voor consultatie.
Arbeidsrechtbanken De stafdienst ICT heeft voor de arbeidsrechtbanken een aantal aanpassingen gedaan aan de applicatie voor het dossierbeheer ARTT (ArbeidsRechtbanken Tribunaux du Travail). Net zoals bij de rechtbanken van eerste aanleg werd programmatie ontwikkeld ten behoeve van de verzending van de fiscale fiches naar de FOD Financiën (project Belcotax) met betrekking tot de dringende gerechtskosten. Ook de module voor extractie van data werd aangepast met betrekking tot de publicatie op internet van de rol van zittingen (Juridat). Ten slotte werd, in samenwerking met de Post, bij de arbeidsrechtbank in Brussel een pilootproject opgestart in het kader van de gecentraliseerde printing (click & post). sipar en randapplicaties In de applicatie Sipar (de applicatie die het elektronisch dossier omvat van de justitiabelen) werd een belangrijk aantal problemen opgelost. Dit heeft tot gevolg dat de applicatie nu een hogere beschikbaarheid kent en de gegevensinput correcter verloopt. Met het oog op de vernieuwing van de applicatie werd alvast gestart met het op orde stellen van de achterliggende gegevens.
justscan In 2009 werd Justscan effectief opgestart op vijf pilootsites en werd de applicatie vooral zeer intensief in Mons en Brussel gebruikt. In Mons werden alle dossiers van het hof van assisen gescand waardoor het mogelijk werd het elektronisch dossier tijdens de zittingen te gebruiken, evenals de politiek-financiële dossiers van Charleroi en het dossier Ghislenghien. In Brussel wordt de applicatie Justscan gebruikt door zeven kabinetten van de onderzoeksrechters en omvat de gegevensbank bijna 800 dossiers. In Antwerpen, Luik en Brugge is het gebruik minder groot. Er zal in die sites echter een communicatieactie ondernomen worden. Er werden ook aanpassingen doorgevoerd om het de gebruikers van Justscan gemakkelijker te maken door bijvoorbeeld de creatie van een automatische inventaris. Er werd ook een gecentraliseerde back-up geïnstalleerd. De pilootfase eindigt in 2010. Ondertussen wordt het systeem verder verspreid.
Dienst managementondersteuning De dienst Managementondersteuning werd begin 2009 gevormd uit het algemeen secretariaat en de dienst Budget en Logistiek. Het doel was de synergie tussen beide diensten te vergroten. In 2009 realiseerde de dienst Managementondersteuning activiteiten zoals het beheer en de opvolging van het budget, het ontwerp van een informaticatool voor budgetbeheer, de opstart van een procedure voor en het ontwerp van een programma voor afwezigheidsbeheer, en de optimalisatie en het ontwerp van een programma voor het beheer van dienstvoertuigen. Daarnaast werkte de dienst aan een procedure en aanpassing van het programma voor het maken van dienstverplaatsingen met trein, tram of eigen voertuig, het ontwerp van een programma voor het beheer en de opvolging van het kilometercontingent en de centralisatie en het beschikbaar stellen van nota’s en aanvraagformulieren op de shared drive.
contact SD ICT Waterloolaan115 1000 Brussel Tel.: 02 542 76 24 E-mail:
[email protected]
sd ict
79
FOCus internationale standaard als maatstaf De stafdienst ICT legt in zijn dienstverlening de nadruk op het gebruik van algemene standaarden. Sinds begin 2009 gaat er veel aandacht uit naar meer standaardisering in lijn met de internationale norm op het vlak van informatica. De stafdienst kiest voor een eenvormig internationaal erkend en gewaardeerd informaticaplatform, nl. Microsoft. Deze uniformisering laat toe om gebruik te maken van schaalmeeropbrengsten ten gevolge van een eenvormigheid die in de toekomst haar nut zal bewijzen.
80
sd ict
Tot op heden werd het informaticalandschap binnen de FOD Justitie teveel gehinderd door het naast elkaar leven van diverse informaticaplatformen die elk hun voordelen hebben, maar die ook heel veel specifieke eisen hebben wat betreft onderhoud. Dit vergt nog altijd teveel human resources die niet altijd te vinden zijn in een markt van schaarste op het vlak van competente profielen.
Diensten van de Voorzitter Meer dan 200 personeelsleden werken voor de Diensten van de Voorzitter. Daarbij worden volgende activiteiten ontwikkeld: ›› secretariaat van het directiecomité; ›› juridische ondersteuning inzake geschillen; ›› genadeverzoeken; ›› interne communicatie; ›› externe communicatie; ›› informatieverstrekking; ›› strategische ondersteuning voor de operationele entiteiten; ›› coördinatie van de internationale betrekkingen;
›› duurzame ontwikkeling; ›› facilitaire diensten; ›› coördinatie van de parlementaire vragen.
diensten van de voorzitter
81
Voorziter van het Directiecomité
Staf van de Voorzitter en Protocol
IDPB
Secretariaat van de Voorzitter Secr Directie Diensten van de Voorzitter
Cel H Hulp aan Slachtoffers van Rampen Cel D Duurzame Ontwikkeling Cel M Modernisering RO
Dienst Communicatie en Documentatie Cel C Communicatie Informatie aan d de Burger en In f Cel B Bibliotheek
Facilitaire Diensten C ell Vert alingen l Cel Vertalingen Cel Legalisaties & Parl l Parlementaire vragen Cel Restaurant & Pers Personeelskantines Cel Security & Hui Huisbewaarders Cel Reprografie Cel Ontvangst & Tele Telefooncentrale Cel Zendingen en Verg Vergaderzalen Cel Expeditie
82
diensten van de voorzitter
Dienst PMO & Secretariaat van het Directiecomité
Dienst Juridische Zaken Cel Geschillen en JJuridische Adviezen Cel Genade
Dienst Internationale Betrekkingen
interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk (iDPB) Dankzij de portaalsite van de IDPB is er sinds 2009 een doeltreffend beheersinstrument voor alle preventieadviseurs van de FOD. Hierdoor kunnen preventie en bescherming op het werk daadwerkelijk dynamisch worden beheerd. Tegelijk werd de samenwerking met de interne gemeenschappelijke dienst (empreva) versterkt, voornamelijk op het vlak van het toezicht op de gezondheid van de werknemers. In 2009 werd er tevens een interne cel opgericht voor de preventie van brand. Interne regels zijn in dit verband al opgesteld of worden opgesteld. In 2010 zal de portaalsite zich tot een communicatieen informatie-instrument ontpoppen, en dit voor alle personeelsleden van de FOD.
Dienst Pmo
Dienst communicatie en Documentatie
De continue hoofdopdracht bestaat erin strategische ondersteuning te bieden aan het directiecomité. Deze opdracht kwam in de loop van 2009 in verschillende activiteiten tot uiting: › maandelijks verslag over de evolutie van de transversale projecten; › halfjaarlijkse stand van zaken m.b.t. de uitvoering van het managementplan; › naleving van de invoering van het besturingsmodel en begeleiding van de veranderingen binnen het DG RO.
cel communicatie en informatie aan de Burger › Afdeling Communicatie In 2009 begeleidde de afdeling Communicatie de invoering van het grafisch charter van de FOD Justitie. Later op het jaar werd die introductie ook geëvalueerd. Op die manier konden verbeteringen worden aangebracht die zo goed mogelijk aansloten op de wensen van de gebruikers.
Door maandelijks een PMO-platform te houden, nam de dienst ook actief deel aan deze opdracht. Dit platform bestaat uit de program managers van de acht entiteiten van de FOD. Het bood ook op dynamische en participerende wijze strategische ondersteuning aan alle medewerkers. De dienst PMO levert eveneens methodologische steun aan het projectwerk via het ProjectMasterprogramma, waar het de beheerder van is.
Daarnaast startte de afdeling Communicatie met een gloednieuw project: de nieuwe internetsite voor de FOD Justitie. Op dit moment werkt de afdeling samen met Fedict en Internet Architects volop aan de website met de bedoeling die in de loop van 2010 te kunnen lanceren. De cel Communicatie en Informatie aan de Burger heeft daarenboven ook voorbereidingen getroffen voor een nieuw intranet. Om de mening van de gebruikers van dat intranet te achterhalen, heeft de cel een vragenlijst laten rondgaan onder het personeel van Justitie. Deze vragenlijst werd ingevuld door 1335 personen.
diensten van de vOORzitteR
83
De afdeling Communicatie ging eveneens van start met de lancering van een reeks vademecums voor alle diensten van de FOD Justitie. Een eerste deel van deze reeks ging over het aanmaken van elektronische nieuwsbrieven. Tegelijk hield de afdeling gidsen en brochures up-to-date: bepaalde werken werden aangepast en de meest populaire werden herdrukt. Ten slotte bleef de dienst Communicatie en Documentatie verschillende communicatieinitiatieven steunen van de dienst Duurzame Ontwikkeling, de Kansspelcommissie, de Kanselarij van de Eerste Minister, enz. › Afdeling Informatie aan de Burger
De afdeling Informatie aan de Burger heeft weer talloze antwoorden geformuleerd op vragen van burgers over zaken die verband houden met de FOD Justitie. De vraagstellers krijgen ofwel een direct inhoudelijk antwoord, ofwel worden ze doorverwezen. Er kwamen in 2009 meer dan 8000 vragen bij de afdeling terecht. Dit is een stijging van 10 %. De cel beantwoordde de meeste aanvragen per e-mail (4606) en per telefoon (3135).
84
diensten van de vOORzitteR
Een aanzienlijk aantal burgers (433) neemt contact op met de afdeling Informatie aan de Burger in de hoop een juridisch advies te krijgen dat is toegespitst op hun persoonlijke situatie. Door het principe van de scheiding der machten kan de dienst niet beantwoorden aan deze verwachting. Daarom werd in samenwerking met het DG Justitiehuizen en het DG Rechterlijke Organisatie de brochure ‘Een betere toegang tot justitie’ opgesteld. Tot slot behandelde de cel ook de verdwaalde post. Bijna 1000 stukken kwamen zo na onderzoek bij de juiste dienst of persoon terecht. cel Bibliotheek 2009 stond in het teken van het grootse project ‘modernisering van de website en uitbreiding van de databank’. Ter voorbereiding werd een uitgebreide benchmarking gedaan bij een groot aantal binnen- en buitenlandse universitaire rechtsbibliotheken. Op basis van een vergelijking van al deze websites, aangevuld met onze eigen ervaring en rekening houdend met de specificiteit van de bibliotheek, werd een ontwerp van ontvangstpagina opgemaakt. Daarbij stond de gebruiksvriendelijkheid voorop.
Naast de toevoeging van een aantal nieuwe rubrieken, kreeg ook de lay-out van de ontvangstpagina een opfrisbeurt. Dit gebeurde in samenwerking met de cel Communicatie. Met medewerking van de cel Duurzame Ontwikkeling kwam er ook een bereikbaarheidsplannetje. Het tweede luik van het project bestond erin een nieuwe databank te creëren en de 100 000 gegevens van de oude databank te transfereren naar de nieuwe. Ook voor de opmaak van de nieuwe zoekpagina, de invoeringspagina en de resultatenpagina deed de cel Bibliotheek een voorafgaande uitgebreide studie in de genoemde universitaire rechtsbibliotheken. Er werd getracht zoveel mogelijk aan te sluiten bij het reeds voor de rechtbanken ontworpen programma, zonder evenwel af te wijken van wat de cel specifiek voor ogen had. Zo laat de nieuwe databank toe om opzoekingen te doen in één of meer bepaalde tijdschriften, te zoeken op verschillende auteurs, of op editor enz. Voortaan wordt eveneens het ISBN-nummer van de handboeken opgenomen. Voor dit luik werkte de cel Bibliotheek samen met de stafdienst ICT. Het proces verliep door het grote aantal gegevens zeer moeilijk. Momenteel zit het project in een testfase. Begin 2010 kan het publiek er dan mee kennismaken.
Zoals elk jaar werd de bibliotheek van de FOD Justitie ook in 2009 veelvuldig geconsulteerd, en dit in hoofdzaak door een extern publiek (leden van de rechterlijke orde, ambtenaren van diverse overheidsinstellingen, academisch personeel, studenten, kabinetsmedewerkers, …). Zoals ook vorig jaar gesignaleerd werd, zet de trend tot documentlevering op afstand zich verder door. Zo behandelde de cel het afgelopen jaar circa 1800 vragen i.v.m. documentleveringen. De vragen bereikten de cel Bibliotheek via het gemeenschappelijk mailadres biblio.fod-spf@just. fgov.be, of via telefoon of fax. Tot slot breidde de collectie ook opnieuw uit: een aanwinst van 507 handboeken (451 aangekochte werken en 56 giften) en 1700 bijdragen in tijdschriften en verzamelwerken. Er vonden ook verschillende rondleidingen en opleidingssessies plaats voor studenten.
Dienst internationale Betrekkingen (DiB) In 2009 veranderde er veel in positieve zin voor de dienst Internationale Betrekkingen (DIB). Het team werd uitgebreid en kreeg steeds meer en diverse dossiers toegeschoven. Binnen de context van bilaterale dossiers nam de DIB deel aan de tenuitvoerlegging van het actieplan voor nauwere Belgisch-Marokkaanse samenwerking. In het kader van de juridische opleidingen mocht de dienst ook talrijke buitenlandse delegaties ontvangen. Vermeldenswaard is ook de deelname aan een Europees ‘twinning light’-project, dat de uitbouw van de probation and mediation service in de Slowaakse republiek beoogt. Tegelijk tekende de dienst voor veel voorbereidend werk aan dossiers over versterkte samenwerking. De dienst ziet nauwlettend toe op de dossiers i.v.m. de uitbreiding van de EU en de integratie van het acquis communautaire van de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten, in het bijzonder op het vlak van justitie.
De DIB werkte mee aan de ontplooiing van EULEX in Kosovo onder de paraplu van het veiligheids- en defensiebeleid van de EU, en zond er door hen geselecteerde magistraten heen. Samen met de FOD Buitenlandse Zaken bepaalde de DIB ook de nationale strategie voor de volgende jaren. Zo is de dienst sinds 2009 bezig met de voorbereidingen van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie. In samenwerking met andere departementen zoals Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken worden concepten ontwikkeld in verband met de rechtstaat. De dienst levert ook een bijdrage aan het omvangrijke EUROMED JUSTICE II-project van de EU. Daarbij wordt met 10 landen uit het Middellandse Zeebekken samengewerkt. Zo zag de dienst, net zoals in 2007, nog van nabij toe op EUJUST-LEX, een project dat de opleiding van politiemensen en magistraten in Irak beoogt. Ten slotte werkt de dienst ook mee aan een groot interdepartementeel project voor een gegevensbank voor het burgerlijk beheer van crises. Dit verloopt onder de hoede van de EU.
diensten van de vOORzitteR
85
Dienst juridische zaken cel genade De cel onderzoekt de genadeverzoeken van veroordeelden en legt de Vorst ook voorstellen voor tot toekenning of afwijzing van kwijtschelding van straffen die door de rechters werden uitgesproken. In 2009 werden 1320 genadeverzoeken verstuurd naar de Vorst; in de loop van ditzelfde jaar heeft de genadedienst 1680 dossiers volledig afgewerkt. cel geschillen en juridische Adviezen De cel Geschillen en Juridische Adviezen houdt zich met de volgende opdrachten bezig: › behandelen van geschillen (gewone rechtscolleges en hoven, Raad van State) en precontentieuze vragen; › opstellen van intern juridisch advies; › behandelen van klachten over onwerkzame voorlopige hechtenis; › opvolgen van vragen om juridische bijstand en vergoedingen voor schade aan de goederen van de ambtenaren van de FOD; › centraliseren van het beroep ingesteld bij het Grondwettelijk Hof; › opvolgen van klachten van burgers; › als afgevaardigde van de minister advies verstrekken in de dossiers beheerd door de Commissie voor financiële hulp aan
86
diensten van de vOORzitteR
slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders; › afhandelen van schadegevallen in verband met verkeersongevallen waarbij voertuigen van de FOD Justitie betrokken zijn; › teruginnen bij derden die verantwoordelijk zijn voor bedragen die aan onze ambtenaren betaald moeten worden naar aanleiding van een ongeval, al dan niet in dienst. Enkele cijfers: › in 2009 zijn 215 nieuwe dossiers gerechtelijke geschillen geopend. Momenteel zijn er meer dan 1000 dossiers in behandeling. Er werden ook 47 precontentieuze dossiers geopend; › in verband met dossiers van onwerkzame voorlopige hechtenis werden 103 verzoekschriften ingediend; › er zijn 150 nieuwe dossiers Raad van State. Meer dan 400 dossiers worden behandeld; › het Grondwettelijk Hof opende 58 nieuwe dossiers; › er werden 42 dossiers inzake adviezen of studies geopend; › 75 aanvragen voor gerechtelijke bijstand werden ingediend; › het aantal dossiers goederenschade bedraagt 43;
› er werden 1115 adviezen verstrekt inzake de
dossiers van de Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders; › de cel telde 74 nieuwe dossiers verkeersongevallen; › de kaap van 20 000 klachten van burgers werd gerond. Het aantal dossiers blijft toenemen en ook de juridisering stijgt gestaag verder. Evenmin zijn het aantal kortgedingen (gewone rechtscolleges) en/of opschortingen (Raad van State) aan het afnemen.
facilitaire Diensten cel expeditie De cel Expeditie verwerkt zowel de inkomende als uitgaande post van de centrale diensten van de FOD. De dienst Verzendingen, die over een eigen voertuig beschikt, zorgt voor de interne correspondentie tussen deze diensten, postzendingen naar het buitenland, vragen voor vervoer door DHL, en het frankeren van stukken voor verzending door De Post. De cel staat ook in voor de administratieve afhandeling van de aangetekende zendingen.
cel Vertalingen De cel Vertalingen zorgt voor de vertaling van regelgevende, wetgevende en administratieve teksten op vraag van de centrale diensten en is belast met de uitvoering van en controle op de raamovereenkomst externe vertalingen. In 2009 werd veel en ook dringend werk verricht voor de beleidscel van de minister van Justitie. Intussen steeg de output van de vertalingen met meer vertalingen Frans en Nederlands. Er waren ook korte vertalingen uit en naar het Duits, Engels, Spaans en sporadisch ook het Italiaans. Daarnaast zat het aantal teksten uitgegeven aan het vertaalbureau ferm in de lift. Steeds vaker worden vertalingen gevraagd uit en naar niet alledaagse talen, wat de prijs en dus de uitgaven opdrijft. De verhuis naar de tiende verdieping van het Jan Jacobsgebouw verliep vlekkeloos. Dankzij de verdere statutarisering van het personeel wordt ook meer ervaring, expertise en kennis van het gerechtelijk apparaat in huis gehouden. In 2009 zijn natuurlijk ook weer een aantal projecten ontwikkeld en voortgezet. Aangezien het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek gedeeltelijk via de kredieten van de FOD Justitie wordt gefinancierd, is besloten dat alle externe vertalingen zullen gebeuren via de cel Vertalingen.
Om zo correct en accuraat mogelijk te vertalen, zijn de wetgeving inzake bio-ethiek, de verslagen en adviezen van het comité en andere dienstige teksten gealigneerd in het vertaalgeheugen van Trados. Dat werk heeft om en bij een maand in beslag genomen. De cel raakte ook betrokken bij een IOF (Industrieel Onderzoeksfonds)-project, goedgekeurd en gefinancierd door de Vlaamse overheid en ingediend door de Lessius Hogeschool en de KUL (departement taalkunde). Het project omhelst een grondig onderzoek over een periode van vier jaar naar juridisch taalgebruik tot distillatie van een eenduidige juridische terminologie. De cel werkte eveneens mee aan de ontwikkeling van taalkundige software over bestaande overheidsterminologie. Dit gebeurt in het kader van het Steunpunt voor Nederlandstalige Terminologie. Tot slot werd ook de samenwerking opgevoerd met de departementen voor toegepaste taalkunde (ex-tolkenscholen), de Lessius Hogeschool aan Nederlandstalige kant, en het Institut Libre Marie Haps aan Franstalige kant. Die samenwerking vertaalde zich in stagemogelijkheden en tewerkstelling van jobstudenten.
diensten van de vOORzitteR
87
cel Legalisaties & Parlementaire vragen › Legalisatiedossiers Zie focus › Coördinatie van parlementaire vragen y De cel ontving 870 nieuw ingediende,
schriftelijke vragen (totaal van Kamer en Senaat). Dit betekent opnieuw een lichte stijging met 9 % ten opzichte van 2008. y De meest bevraagde entiteiten waren: DG WL (23 %), DSB (20 %), DG EPI (16 %), DG RO en het College PG (allebei 9 %). y Een bijkomend, Nederlandstalig dossierbehandelaar vervoegde het team en er werd een project opgezet om in de loop van 2010 digitale hulpmiddelen te ontwikkelen. Verder bracht de cel in opdracht van de minister van Justitie in 2009 ‘s lands zegel aan op 179 perkamenten met de originele tekst van wetten en op 155 geloofsbrieven van Belgische diplomaten aangesteld in het buitenland. Wat de archivering betreft, werden 316 nieuwe, originele (koninklijke) besluiten aangeleverd. Naar aanleiding van 27 aanvragen om inzage in het centrale archief werden 59 afschriften bezorgd.
88
diensten van de vOORzitteR
cel restaurant & Personeelskantines De cel Restaurant en Personeelskantines zorgt voor kwaliteitsmaaltijden voor het personeel en toegelaten externe personen en voor de catering tijdens allerhande vergaderingen georganiseerd door de centrale diensten. cel security & huisbewaarders De cel Security en Huisbewaarders controleert en bewaakt de toegang van de zeven hoofdgebouwen van het centrale bestuur. cel ontvangst & telefooncentrale De cel Ontvangst en Telefooncentrale ontvangt, informeert en wijst de bezoekers door. Ze is ook belast met het telefonisch onthaal en de doorschakeling van de oproepen.
cel reprografie De cel Reprografie is de centrale dienst voor het fotokopiëren en het inbinden van documenten. Ze houdt zich tegelijk bezig met fotoreportages. cel zendingen & Vergaderzalen De cel Zendingen en Vergaderzalen zorgt voor het vervoer van personen in het kader van opdrachten. Ze beheert de dossiers van de aanvragen voor buitenlandse zendingen. Ook biedt ze logistieke ondersteuning bij vergaderingen die georganiseerd worden in de centrale diensten.
cel Protocol Deze cel neemt de protocollaire formaliteiten van de centrale diensten van het departement voor haar rekening. Ze doet dit in samenwerking met de gerechtelijke diensten en met de beleidscel van de minister. De cel Protocol heeft volgende gebeurtenissen in goede banen geleid: › de officiële bezoeken van de Congolese minister van Justitie, de Turkse vicestaatssecretaris van Justitie, en een delegatie van 25 Indonesische parlementsleden aan het directoraat-generaal Rechterlijke Orde; › de bijeenkomst van de Europese afgevaardigden van de erediensten; › de internationale vergadering van specialisten van vezelonderzoekslaboratoria (15 personen); › de nationale vergadering over de wapenproblematiek (25 personen); › het bezoek van de Chinese gevangenisdirecteurs in het kader van het gevangeniswezen; › het tweedaagse colloquium ’10 jaar justitiehuizen in België’ met buitenlandse sprekers (750 personen);
› gebeurtenissen waarbij de werking van
het federaal parket betrokken werd op de rechterlijke samenwerking met Roemenië, Servië, Albanië, Slowakije en Nederland. Dit gebeurde in samenwerking met bepaalde diensten van de federale politie; › de organisatie van het federaal parket in het kader van de opleiding van Burundese magistraten inzake anticorruptie; › de raadgevende commissies (Marokko en Tunesië) in samenwerking met het DG Wetgeving; › het onthaal van delegaties uit Nederland, Frankrijk, Algerije, Marokko, Noorwegen, Burundi, Roemenië, Turkije, Portugal, Finland, Litouwen, Slowakije, Zweden, Denemarken, Luxemburg, Estland, Boerkina Faso, Congo, China, Equatoriaal Guinee, Indonesië, en verscheidene Europese en internationale afgevaardigden.
contact Diensten van de Voorzitter Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 65 96 Fax: 02 542 65 80 E-mail :
[email protected]
diensten van de vOORzitteR
89
FOCus de dienst legalisaties ontvangt de wereld Wie graag wat internationale sfeer opsnuift, moet niet noodzakelijk naar de luchthaven of naar een internationaal spoorwegstation. Wie even een tijdje wacht in de hal van het hoofdgebouw van de FOD Justitie op de Waterloolaan 115 zal opmerken dat de hele dag lang een stoet van buitenlandse bezoekers langskomt. De meeste van die buitenlandse bezoekers komen zich aanmelden voor de dienst Legalisaties, wiens lokalen zich ook dicht bij de hal bevinden. Onder legalisatie wordt verstaan de procedure waarbij een ambtenaar de echtheid van een handtekening op een document bevestigt. Door handtekeningen te legaliseren, wordt aan Belgische of vreemde documenten de nodige bewijskracht verleend voor gebruik, hetzij in België hetzij in het buitenland. Over deze problematiek heeft de dienst Legalisaties in 2009 een boeiende brochure samengesteld die kan gedownload worden via de website van de FOD Justitie (www.just.fgov.be).
90
diensten van de vOORzitteR
Vorig jaar werden door de dienst Legalisaties 8711 externe bezoekers begroet wat staat voor gemiddeld 35 bezoekers en 105 dossiers per dag, met pieken in de vakantieperiode juni-juli en tijdens de regularisatieronde van september tot november. In 2009 werden over het hele jaar in totaal 26 027 legalisatiedossiers behandeld (wat neerkomt op een status quo t.o.v. vorig jaar). Het gros daarvan (25 008) werd voorgelegd door externe bezoekers. Daarnaast werden ook 831 dossiers voorgelegd door interne diensten en verder waren er 188 schriftelijke aanvragen.
Belgisch Staatsblad Het Belgisch Staatsblad (BS) staat in voor de productie en verspreiding van een brede waaier officiële en overheidspublicaties, zowel via traditionele (papier) als elektronische (internet) kanalen. Voor de belangrijkste officiële publicaties gebeurt de distributie enkel via elektronische weg. Het BS biedt een aantal databanken aan waarvan het Belgisch Staatsblad zelf, de Bijlage van de Rechtspersonen, de openbare aanbestedingen en de Justel-databanken (geconsolideerde wetgeving en rechtspraak) de meest bekende zijn. Daarnaast geven de diensten van het BS in beperkte mate informatie over in de publicaties verschenen gegevens.
Het BS staat ook in voor de logistieke ondersteuning bij de distributie van een breed gamma informatiebrochures uitgegeven door de FOD Justitie en voor de aanmaak van traditioneel drukwerk (kaartjes, brochures, omslagen, ....) voor de diensten van Justitie.
belgisch staatsblad
91
Op 31 december 2009 sloot het Belgisch Staatsblad het jaar af met een derde editie die eindigde met het paginanummer 83 000. Als we naar het aantal bladzijden kijken, finisht deze jaargang op een tweede plaats. In 2004 werden immers wel 87 430 bladzijden gepubliceerd, maar hierin zaten ook 14 000 blz. toetredingsverdragen van de nieuwe Europese lidstaten. Wat nationale wetgeving betreft, was 2009 dus een absoluut topjaar. Dit record werd even overschaduwd door commotie rond de nieuwe rookwetgeving voor de horeca. Door een verkeerde taalcode verscheen er een stukje Franse tekst in de Nederlandse tekst wat volgens sommigen volstond om van een ongeldige wetgeving te spreken. Gelukkig kon een eenvoudig verbeteringsbericht de scheve situatie terug rechttrekken. Dit incidentje toonde echter nog eens aan hoe arbeidsintensief het correct publiceren van wetgeving is. Tevens was het een waarschuwing aan diegenen die van oordeel zijn dat automatisering de controle door mensen helemaal kan vervangen. Door het stijgende volume, de steeds kortere verwerkingstermijnen, het verwerkingsproces zelf en het groot aantal wisselende actoren is het absoluut noodzakelijk om voldoende tijd uit te kunnen trekken voor voldoende controles. Daarbij moet elk niveau zijn verantwoordelijkheden opnemen.
92
BelGisch staatsBlad
Ook het bulletin der aanbestedingen piekte in 2009 tot 37 342 bladzijden. Dit is een stijging met 10 %. Dit werd echter overschaduwd door de beslissing van de federale overheid om het bulletin der aanbestedingen vanaf 1 januari 2011 over te hevelen naar de Federale Overheidsdienst P&O, waar zich reeds een belangrijke afdeling overheidsopdrachten bevindt. Met pijn in het hart zal het Staatsblad dus afscheid moeten nemen van alweer een publicatie met een rijke geschiedenis. Het aantal akten van rechtspersonen zakte met 10 000 wat zonder enige twijfel te verklaren is door de moeilijke economische omstandigheden. Een striktere opvolging van de neerleggingen voor jaarrekeningen zorgde hier echter voor een stijging met 14 000 publicaties waardoor het eindsaldo voor de rechtspersonen toch positief werd. Dit vertaalde zich dan weer in een stijging van de inkomsten van het Staatsblad met bijna 2,7 miljoen euro. De diensten van het Staatsblad stortten daardoor net geen 58 000 000 euro (BTW inbegrepen) door aan de federale Schatkist.
Ook de diensten van het Staatsblad die uitsluitend voor de FOD Justitie werken deden het goed. Het aantal bestellingen voor drukwerken allerhande verdriedubbelde zodat er in een aantal gevallen langere wachttijden waren voor leveringen. Hierbij viel vooral op dat het Staatsblad meer bestellingen kreeg voor kleinere oplagen die dan om de zoveel tijd hernieuwd werden. Schijnbaar hebben de diensten beslist om met minder eigen stocks te werken, maar voor het Staatsblad betekent dit dat de productie duurder wordt en minder efficiënt verloopt. In samenwerking met het Hof van Cassatie werd ook een belangrijke inspanning geleverd om de achterstand in de publicatie van de Nederlandstalige arresten van het Hof in te halen.
De vernieuwde toepassingen van Justel (geconsolideerde wetgeving) zijn nu volledig operationeel waardoor het mogelijk wordt om sneller te actualiseren en om een aantal fouten uit het verleden op te sporen en te verbeteren. De regering besliste in 2009 ook om de diensten van het Staatsblad in de loop van 2010 te verhuizen naar de WTC-3 toren in de Noordwijk. Hier zullen de 14e, 15e en 16e verdieping en een deel van de sokkel op het gelijkvloers ingenomen worden. Voor het eerst sinds de Belgische Revolutie zal het Staatsblad zich hierdoor niet meer in de onmiddellijke nabijheid van het politieke centrum van het land bevinden.
Wat betreft de opdracht om voor de Diensten van de Voorzitter in te staan voor de logistieke ondersteuning van het communicatiebeleid van de FOD Justitie, werden er in 2009 net geen 315 000 gratis brochures verstuurd naar geïnteresseerden.
BelGisch staatsBlad
93
statistieken Aantal gepubliceerde pagina’s Bs
h.V.
meD.
Vzw
AAnB.
BS+HV+VZW +MED BUL
Verklaring
totAAL BS+VZW+BUL
BS+BUL
1996
33 485
64 348
11 424
15 296
3444
127 998
52 226
1997
40 003
62 200
10 440
11 392
5831
129 866
57 226
1998
44 968
63 072
12 417
11 840
9316
141 613
66 124
1999
55 864
72 440
9704
10 416
10 340
158 764
76 620
2000
49 136
73 488
16 608
15 232
9896
164 360
74 264
2001
49 804
94 496
13 472
13 152
10 504
181 428
73 460
2002
63 464
*
*
13 696
11 416
2003
62 830
*
*
*
12 888
75 718
2004
87 430
*
*
*
16 644
104 074
2005
57 756
*
*
*
19 688
77 444
2006
76 470
*
*
*
25 082
101 552
2007
66 290
*
*
*
28 104
94 394
2008
69 358
*
*
*
33 654
103 012
2009
83 000
*
*
*
37 342
120 342
* = pagina's niet meer genummerd BS: Belgisch Staatsblad H.V.: Handelsvennootschappen
94
totAAL
BelGisch staatsBlad
Med.: Mededelingen jaarrekeningen Aanb.: Bulletin der aanbestedingen
88 756
Aantal gepubliceerde akten rechtspersonen
inkomsten (zonder Btw) 1999
€ 30 630 741,75
2000
€ 32 171 154,49
2001
€ 36 257 987,67
208 719
2002
€ 37 009 304,05
248 719
2003
€ 34 439 690,80 € 40 107 435,79
AAntAL Akten rechtsPersonen*
AAntAL meDeDeLingen jAArrekeningen
1996
119 469
218 800
1997
119 546
1998
120 575
AAntAL Akten Vzw**
1999
134 708
194 149
2004
2000
135 481
309 120
2005
€ 44 227 935,90
2001
160 194
240 640
2006
€ 42 905 353,86
2002
155 803
324 800
2007
€ 43 122 741,65
2003
133 962
296 000
2008
€ 45 174 044,65
2004
184 781
311 342
2009
€ 47 856 331,06
2005
192 718
319 950
2006
191 852
320 983
2007
188 356
332 480
2008
195 636
345 118
2009
185 651
359 182
21 562
* tot 30 juni 2003 enkel ondernemingen - vanaf 1 juli 2003 zowel ondernemingen als verenigingen (vzw's) samen. ** vanaf 1 juli 2003 samen met akten rechtspersonen.
contact Belgisch Staatsblad Leuvenseweg 40 - 42 1000 Brussel Tel.: 0800 98 809 E-mail:
[email protected]
BelGisch staatsBlad
95
FOCus Belgisch staatsblad ook actief in internationale context Het Belgisch Staatsblad is ook beperkt actief in een internationale context. Zo maakt het deel uit van het Forum van uitgevers van officiële publicaties. Deze vereniging, die logistiek ondersteund wordt door de Europese Unie, brengt instellingen die belast zijn met officiële bekendmakingen samen om ervaringen uit te wisselen. Om dit voor te bereiden zijn er een aantal werkgroepen actief, onder andere met betrekking tot archivering, gestructureerde gegevensuitwisseling, authentificatie van stukken en het ontwikkelen van een gemeenschappelijke thesaurus. De focus is hierbij echter niet beperkt tot wetgeving. Ook andere officiële bekendmakingen zoals openbare aanbestedingen, of akten van rechtspersonen (commerciële en non-profit organisaties) komen hierbij aan bod.
96
BelGisch staatsBlad
Daarnaast is het Staatsblad actief in de Europese werkgroep juridische informatica, binnen de raad van ministers van de Europese Unie. Daarin wordt op Europees vlak actief gezocht naar oplossingen voor het verkleinen van de kloof tussen de burger en de wetgeving en de rechtspraak. Hier is het uiteindelijk de bedoeling om de nationale databanken ook op een eenvoudige wijze te ontsluiten voor inwoners van andere lidstaten, zonder dat ze hiervoor de plaatselijke nationale taal moeten beheersen. Dit kan via een gemeenschappelijke en uniforme interface of door informatie in andere talen dan de nationale aan te bieden.
Veiligheid van de Staat De Veiligheid van de Staat, de burgerlijke inlichtingen- en veiligheidsdienst van België, heeft vier hoofdtaken: ›› de fundamentele waarden en belangen van de staat beschermen, meerbepaald de inwendige en uitwendige veiligheid van de staat, het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde en de bescherming van het wetenschappelijk en economisch potentieel; ›› veiligheidsonderzoeken uitvoeren over personen die wegens hun ambt in het bezit moeten zijn van een veiligheidsmachtiging om toegang te hebben tot geheime of vertrouwelijke informatie;
›› beschermingsopdrachten uitvoeren (bv. ten
behoeve van buitenlandse staatshoofden); ›› de door de wet toevertrouwde opdrachten uitvoeren, bv. de verwerking van aanvragen voor het dragen van een vuurwapen door personen die geen verblijfplaats in België hebben. De werking van de Veiligheid van de Staat wordt bepaald door de wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van 30 november 1998 (BS 18 december 1998).
VEILIGHEID VAN DE STAAT
97
Minister van Justitie
Directie-generaal joiAdministrateur-generaal adnt
Adjunct Administrateur-generaal
Ondersteuningscel steuningsc
Operaties
Analyse
Persoonsbescherming
Inlichtingen
Inlichtingen
Veiligheid
Veiligheid
98
Cel Informatie Communicatie ie en Comm
VEILIGHEID VAN DE STAAT
Diensten van algemeen belang
inlichtingenopdracht De taken van de Veiligheid van de Staat bestaan hoofdzakelijk uit het inwinnen, analyseren en verwerken van informatie. Daarbij moet worden opgemerkt dat ‘informatie’ geen synoniem is van ‘inlichtingen’. Naarmate bepaalde informatie wordt bevestigd door verschillende bronnen, kan met meer zekerheid worden gezegd dat het om inlichtingen gaat. Het is echter niet altijd vanzelfsprekend om gegevens te bevestigen door verschillende bronnen. Toch wordt ernaar gestreefd om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en zo een context te creëren waarin ze verwerkt kan worden tot inlichtingen. De Veiligheid van de Staat wint informatie in over activiteiten van personen of groeperingen die de fundamentele waarden en belangen van het land bedreigen of zouden kunnen bedreigen. De wet
maakt een onderscheid in de waarden die beschermd moeten worden: a) De inwendige veiligheid van de staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde De Belgische instellingen moeten in een veilig klimaat kunnen functioneren opdat hun voortbestaan gegarandeerd zou zijn. In de praktijk betekent dit onder meer dat de Veiligheid van de Staat inlichtingen inwint over gebeurlijke dreigingen tegen overheidsinstanties, maar ook dat er fysieke bescherming wordt geboden aan Belgische regeringsleden en buitenlandse gezagsdragers wanneer zij in België zijn voor officiële activiteiten. De democratische en grondwettelijke orde moet naar de elementaire beginselen verwijzen die eigen zijn aan een rechtsstaat, maar ook naar de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.
De inwendige veiligheid van de staat beoogt niet alleen de Belgische instellingen maar ook de inwoners van de Belgische staat. De Veiligheid van de Staat waarborgt dus ook de veiligheid van personen en goederen. b) De uitwendige veiligheid van de staat en de internationale betrekkingen Dit betekent dat de Veiligheid van de Staat ervoor verantwoordelijk is dat het nationaal erfgoed ongeschonden blijft, en dat de staat soeverein en onafhankelijk kan functioneren. Daarenboven waakt ze over een goed verloop van de relaties die België met vreemde mogendheden, instellingen en internationale autoriteiten onderhoudt.
veiliGheid van de staat
99
c) het wetenschappelijk en economisch potentieel De Veiligheid van de Staat heeft de taak om de Belgische industrie en wetenschappelijke centra in te lichten over eventuele pogingen uit het buitenland om hoogstaande technologie te kopiëren, die België een economisch voordeel verleent tegenover andere landen. Deze opdeling geeft een beter idee van de waarden die de Veiligheid van de Staat moet beschermen, maar laat nog steeds interpretatieruimte over het type dreiging waarop moet worden toegezien. Daarom heeft de wet een aantal in het oog te houden dreigingen opgesomd: › spionage: het verkrijgen of het verstrekken van inlichtingen die voor het publiek niet toegankelijk zijn, en het onderhouden van geheime verstandhoudingen die deze handelingen kunnen voorbereiden of vergemakkelijken. › terrorisme: het gebruik van geweld tegen personen of materiële belangen om ideologische of politieke redenen met het doel de doelstellingen door middel van terreur, intimidatie of bedreigingen te bereiken. › extremisme: racistische, xenofobe, anarchistische, nationalistische, autoritaire of totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, ideologische,
100
veiliGheid van de staat
confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch of in de praktijk strijdig zijn met de beginselen van de democratie of de mensenrechten, of met de goede werking van de democratische instellingen of andere grondvesten van de rechtsstaat. › proliferatie: de handel of de transacties betreffende materialen, producten, goederen of knowhow die kunnen bijdragen tot de productie of ontwikkeling van nucleaire, chemische en biologische wapensystemen, de daaraan verbonden transmissiesystemen, alsook de personen, structuren of landen die daarbij betrokken zijn. › schadelijke sektarische organisatie: elke groep met filosofische of religieuze missie, of die voorwendt dat te zijn, die qua organisatie of in de praktijk schadelijke, onwettige activiteiten uitoefent, individuen of de maatschappij nadeel berokkent of de menselijke waardigheid schendt. › criminele organisatie: iedere gestructureerde vereniging van meer dan twee personen die duurt in de tijd, met als oogmerk het in onderling overleg plegen van misdaden en wanbedrijven, om direct of indirect vermogensvoordelen te verkrijgen, waarbij gebruik wordt gemaakt van intimidatie, bedreiging, geweld, listige kunstgrepen of corruptie, of waarbij commerciële of
andere structuren worden aangewend om het plegen van misdrijven te verbergen of te vergemakkelijken. In dit kader worden de vormen en structuren van de criminele organisaties bedoeld die wezenlijk betrekking hebben op spionage, terrorisme, extremisme, proliferatie, schadelijke sektarische organisaties en inmenging, of die destabiliserende gevolgen kunnen hebben op het politieke of sociaaleconomische vlak. › inmenging: de poging om met ongeoorloofde, bedrieglijke of heimelijke middelen beslissingprocessen te beïnvloeden. Binnen de context van deze inlichtingenopdracht heeft de Veiligheid van de Staat 2806 nota’s opgesteld voor de Belgische overheden (ministers, administraties, parketten, enz.) en meer dan 1965 nota’s voor buitenlandse inlichtingendiensten. Deze cijfers omvatten het aantal geregistreerde oorspronkelijke documenten. Bepaalde nota’s zijn tegelijkertijd naar verscheidene geadresseerden gezonden. Deze cijfers houden dus geen rekening met de kopieën.
Veiligheidsverificaties Verschillende diensten hebben in 2009 een aanvraag ingediend bij de Veiligheid van de Staat: › de Nationale Veiligheidsoverheid (NVO); › het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle; › de NVO-afgevaardigden in de vijf voornaamste luchthavens; › de federale politie; › de Kamer van volksvertegenwoordigers, de gemeentebesturen, de verschillende parketten in de context van de aanvragen tot naturalisatie; › de FOD Binnenlandse Zaken.
AAnVrAgenDe Dienst
VeiLigheiDsVerificAties Door De VeiLigheiD VAn De stAAt in 2009
Nationale Veiligheidsoverheid (NVO): Europese topbijeenkomsten
4518
Nationale Veiligheidsoverheid (NVO): andere (CGVS, parketten …)
162
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle NVO in de luchthavens Federale politie
9386 15 505 823
Naturalisaties (Kamer van volksvertegenwoordigers en parketten) FOD Binnenlandse Zaken: erkenningen privédetectives FOD Binnenlandse Zaken: personeel van bewakings- en beveiligingsondernemingen totAAL
37 143 55 180 67 772
veiliGheid van de staat
101
› de naleving binnen de dienst van de
het Veiligheidsbureau De hoofdopdracht van het Veiligheidsbureau is de centralisatie van dossiers over veiligheidsmachtigingen van het personeel van de Veiligheid van de Staat en de toepassing van de veiligheidsvoorschriften bedoeld in de wet van 11 december 1998. In 2009 heeft het Veiligheidsbureau de volgende taken verricht: › het beheer van dossiers inzake de toekenning of verlenging van veiligheidsmachtigingen voor leden van de Veiligheid van de Staat, in nauwe samenwerking met de dienst Veiligheidsonderzoek, en het verlenen van advies aan de administrateur-generaal over de aanvragen:
AAnVrAgen in 2009
AfgeLeVerDe VeiLigheiDsmAchtigingen in 2009*
93
97
› het beheer van veiligheidsonderzoeken voor het
›
›
› ›
›
veiligheidsvoorschriften omtrent geclassificeerde documenten van de NAVO en de Europese Unie, in overeenstemming met de regelgeving van deze organisaties, en de bewaring van deze originele documenten; het beheer van de formele aspecten van de stukken geclassificeerd als ‘geheim’ en ‘zeer geheim’, zoals de inschrijving (ongeveer 2000 verschillende documenten in een of meer exemplaren) en het proces-verbaal van de vernietiging van de geclassificeerde stukken; de bewaring van stukken geclassificeerd als ‘zeer geheim’ (in samenwerking met de archiefverantwoordelijke); veiligheidsbriefings geven aan alle nieuwe leden van de dienst, alsook aan andere diensten; een nauwe samenwerking met de adviseur belast met de informaticabeveiliging en de verantwoordelijke van het transmissiecentrum in overeenstemming met de bepalingen van artikel 18 van de wet van 11 december 1998; initiatieven nemen ter verbetering van de fysieke beveiliging van de gebouwen van de dienst en een betere aanpassing van de richtlijnen van het ministerieel comité voor Inlichting en Veiligheid van de wet van 11 december 1998.
personeel van externe bedrijven die in de ruimten van de Veiligheid van de Staat werken en andere occasionele bezoekers (771 dossiers);
*
102
In dit cijfer zitten ook de machtigingen die in 2009 afgeleverd zijn op basis van een aanvraag ingediend in 2008.
veiliGheid van de staat
opdrachten toevertrouwd door of krachtens de wet Er kunnen ook volgens specifieke wetten opdrachten worden toevertrouwd aan de Veiligheid van de Staat. Zo wordt de dienst geraadpleegd wanneer een persoon die niet in België verblijft, een wapenvergunning aanvraagt. In deze context heeft de Veiligheid van de Staat 2504 vergunningen toegekend in 2009, namelijk: › 83 wapenvergunningen; › 2 vergunningen tot het dragen van wapens; › 2419 tijdelijke vergunningen tot het dragen van wapens (lijfwachten van belangrijke bezoekende personen). Op vraag van de Federale Wapendienst heeft de Veiligheid van de Staat 33 veiligheidsonderzoeken uitgevoerd voor de gebeurlijke toekenning van een bijzondere uitvoer- of doorvoervergunning voor wapens of militair materieel door het ministerie van Justitie (wet van 5 augustus 1991, KB van 16 mei 2003).
opdrachten tot bescherming van personen Op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken biedt de Veiligheid van de Staat bescherming aan: › buitenlandse staatshoofden; › buitenlandse regeringsleiders; › familieleden van buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders; › Belgische en buitenlandse regeringsleden; › bepaalde belangrijke personen die worden bedreigd. De bescherming van personen gebeurt door een afdeling van de operationele diensten. Bij het uitoefenen van deze beschermingsopdracht beschikken zij over beperkte en specifieke bevoegdheden van administratieve politie. Dit biedt hen de mogelijkheid in te grijpen wanneer het leven of de fysieke integriteit van een te beschermen persoon wordt bedreigd. Zij kunnen bijvoorbeeld identiteitscontroles, veiligheidsfouilles, administratieve inbeslagnemingen en maatregelen van vrijheidsbeneming uitvoeren. In welbepaalde wettelijke gevallen kunnen zij ook geweld gebruiken, zoals bij de wettige zelfverdediging.
missies
AAntAL uitgeVoerDe oPDrAchten in 2009
Staatshoofden
41
Eerste ministers
63
Ministers van Buitenlandse Zaken
16
Andere (regeringsleden of leden van instellingen, ambassadeurs, VIP’s, …)
39
totAAL
159
oPDrAchten
AAntAL gePresteerDe uren in 2009
Belangrijke personen (staatshoofden en ministers, vertegenwoordigers van instellingen, …)
21 792
Doorlopende opdrachten (ambassadeurs, … )
46 050
totAAL
67 842
contact Veiligheid van de Staat Koning Albert II-laan 6, bus 2 1000 Brussel Tel. : 02 205 62 11 Fax : 02 201 57 72
veiliGheid van de staat
103
FOCus BiM-wet: nieuwe inlichtingmethodes De eerste wet houdende regeling van de Veiligheid van de Staat dateert van 30 november 1998. In deze wet wordt reeds aandacht geschonken aan enkele methodes voor het vergaren van inlichtingen in de openbare sector, de privésector maar ook in logiesverstrekkende inrichtingen en bij menselijke bronnen. Dit biedt bescherming voor de interne en externe veiligheid van de staat, het wetenschappelijk of economisch potentieel of elk ander fundamenteel belang van het land tegen dreigingen die voortkomen uit spionage, inmenging, terrorisme, extremisme, proliferatie, schadelijke sektarische organisaties en criminele organisaties. De wet reikt echter geen voldoende juridisch raamwerk aan voor een groot aantal methodes die de inlichtingendiensten regelmatig gebruiken op het vlak van hun preventieve rol. Het was ondenkbaar geworden dat bij gebrek aan betere technische middelen – waar de buitenlandse collega’s van de Veiligheid van de Staat al lang over beschikten – de Veiligheid haar opdrachten ter bescherming van de fundamentele belangen van de staat nog op doeltreffende wijze zou kunnen uitvoeren. Het is daarom dat in 2009 werd begonnen met de redactie van een wetsontwerp betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingenen veiligheidsdiensten. Deze tekst introduceert, naast de huidige methodes die als ‘gewone methodes’ worden
104
veiliGheid van de staat
omschreven, twee nieuwe soorten methodes van gegevensvergaring: › specifieke methodes: y de observatie - met behulp van technische middelen - in publieke plaatsen en in private plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek, ofwel de observatie - al dan niet met behulp van technische middelen - van private plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek; y de doorzoeking - met behulp van technische middelen - van publieke plaatsen, van private plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek en van de gesloten voorwerpen die zich op deze plaatsen bevinden; y de identificatie van postgegevens en telefoonnummers; y het opsporen van de oproepgegevens van elektronische communicatiemiddelen en de lokalisatie van de oorsprong of de bestemming van elektronische communicatie. › uitzonderlijke methodes: y de observatie - al dan niet met behulp van technische middelen - in private plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek, in woningen of in een lokaal aangewend voor beroepsdoeleinden of als woonplaats door een advocaat, een arts of een journalist;
y de doorzoeking - al dan niet met technische
y
y
y y y
middelen - van deze zelfde plaatsen en de gesloten voorwerpen die er zich bevinden; de oprichting of het gebruik van een rechtspersoon ter ondersteuning van operationele activiteiten en het gebruik van agenten van de dienst, onder de dekmantel van een fictieve identiteit of hoedanigheid; het openmaken en het kennisnemen van de al dan niet aan een postoperator toevertrouwde post; het verzamelen van gegevens betreffende bankrekeningen en bankverrichtingen; het binnendringen in een informaticasysteem, al dan niet met behulp van technische middelen; het afluisteren.
Het verschil tussen de categorieën zit in de mate waarin ze ingrijpen in het privéleven van de burger, wat gevolgen heeft voor de te volgen procedure voor de uitvoering van deze methodes en voor het uitgeoefend toezicht. Drie beroepscategorieën worden bij de toepassing van deze methodes verhoogd beschermd: advocaten, geneesheren en journalisten. Enerzijds krijgt de Veiligheid van de Staat met deze wet dezelfde armslag als buitenlandse inlichtingendiensten, anderzijds zal de implementatie van deze methodes een grote uitdaging vorrmen voor de dienst.
Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) is een federale wetenschappelijke instelling, rechtstreeks afhankelijk van de minister van Justitie en met afzonderlijk beheer. Het doel is de centrale instantie van forensisch onderzoek te worden in België. Dit door het uitvoeren van deskundige en wetenschappelijke onderzoeken op vraag van de justitiële partners. In de operationele directie Criminalistiek worden natuurwetenschappen toegepast om de daders van strafbare feiten en hun modus operandi te identificeren. De opdrachten zijn:
›› het uitvoeren van wetenschappelijke
deskundigenonderzoeken, op verzoek van de bevoegde gerechtelijke overheden; ›› het aanleggen en onderhouden van forensische gegevensbanken (genetische profielen (DNA), kogels en hulzen, autolakken, verdovende middelen en precursoren, …); ›› het meewerken aan de wetenschappelijke coördinatie van de laboratoria voor technische en wetenschappelijke politie (federale politie); ›› het verzorgen van de opleiding van de gerechtelijke actoren; ›› het verrichten van criminalistisch wetenschappelijk onderzoek.
In de operationele directie Criminologie worden voor een brede waaier aan opdrachtgevers wetenschappelijke studies en onderzoeken gedaan naar diverse criminele verschijnselen en de antwoorden erop. De operationele directie verricht onderzoeken die nuttig en nodig zijn voor het strafrechtelijk beleid. Het betreft zowel het preventief beleid als het strafbeleid, het beleid met betrekking tot de uitvoering van straffen en maatregelen en het slachtofferbeleid. Samengevat verricht zij dus studies die betrekking hebben op de verschillende niveaus waarop het strafrechtelijk systeem functioneert.
Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie
105
Minister van Justitie
Directeur-generaal NICC
Ondersteuning Directeur-generaal
Dienst Preventie
Coördinatie Onderzoek
Kwaliteitszorg Kwal Kw alit al itei it eits ei tszo ts zorg zo rg
Directie Ondersteunende ndersteu diensten ensten
Operationele Directie Criminalistiek
Operationele Directie onele Dire Criminologie minologie
P&O P& P O
K t Management Ki M Kit
Opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek
Informatica In nfor
Coördinatie Coör Co r Deskundigenonderzoek
Vervolgingsbeleid
Zakenbeheer & Onthaal Z ake e
Afde Af de e Afdeling Drugs & Toxicologie
Opleggen en uitvoeren van straffen en maatregelen
Budget B udg & Beheerscontrole
LLa bo Drugs b Labo
Beleid inzake jeugdbescherming en jeugddelinquentie
Technische dienst Te Tech h
LLabo ab bo Toxicologie
Slachtofferbeleid
Bibliotheek B iblii
Af Afd de ng Alg de lgeme Analytische Scheikunde Afdeling Algemene LLabo La bo Verf, Glas en Veiligheidsinkten
Herstelrecht Justitie en management
LLabo abo bo o Brand en Vluchtige Componenten LLabo abo o Vezels en Textiel LLabo abo o Kruitsporen Af Afd de ng Ba B aallllistie e en Digitale Informatie Afdeling Ballistiek LLa bo Mechanische en Nationale Ballistische Gegevensbank b Labo LLabo ab bo Digitale Informatie Afdeling Biologie Af Afd de ng Bio de iologi Labo LLa b Genetische Identificatie LLabo abo Microsporen Nationale DNA-databanken Na Nat tio onale D NA-d d
106
Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie
operationele directie criminalistiek op het niveau van het personeel en van de organisatie heeft die operationele directie Criminalistiek haar dynamisch organisatiebeleid voortgezet. Een nieuwe cel Coördinatie deskundigenonderzoek is opgericht. De belangrijkste opdracht van de eenheid bestaat uit de coördinatie van de multidisciplinaire dossiers. Zij is het bevoorrechte contactpunt voor alle vragen over deskundigenonderzoeken. De eenheid ondersteunt de deskundigen tijdens de volledige duur van hun onderzoeken (afstapping, pre-evaluatie, interpretatie, presentatie, …). Gelet op de belangrijke onderzoeken die worden uitgevoerd in de verschillende afdelingen van het instituut, is er een ‘onderzoekscoördinator’ aangewezen om de onderzoeksactiviteiten in het NICC te vergemakkelijken. Hij faciliteert en superviseert de samenwerking tot stand tussen de onderzoekers en de interne, en eventueel externe wetenschappelijke laboratoria. Deze directie heeft ook een ‘Handboek forensisch onderzoek’ gepubliceerd, een primeur in België! Deze publicatie wil een referentie zijn in de forensische wereld.
De wetenschappelijke research naar materiële bewijzen speelt een belangrijke rol bij het politioneel en wetenschappelijk onderzoek. Denk maar aan de recente misdrijven die werden opgehelderd aan de hand van vezelonderzoek, DNA-vergelijking en ballistisch onderzoek. Voor de redactie van dit handboek heeft het NICC samengewerkt met de federale politie, de academische wereld en de magistratuur. Welgeteld 38 deskundigen hebben elk voor hun vakgebied een overzicht gegeven van de huidige wetenschappelijke mogelijkheden. Het boek telt 574 bladzijden.
Voor het laboratorium Microsporen bedraagt het aantal in 2009 uitgevoerde deskundigenonderzoeken 75. Dat vertegenwoordigt ongeveer 128 overtuigingsstukken en 2338 hoofdharen en/of lichaamsharen geanalyseerd met fluorescentie (DAPI-techniek). Voor het deel entomologie van het laboratorium Microsporen zijn er 8736 insecten verzameld, geïdentificeerd en gecollectioneerd. › Kwaliteit en technische vooruitgang
Enkele belangrijke cijfers: › in 2009 heeft de operationele directie 129 presentaties en opleidingen gegeven voor een (inter)nationaal publiek; › de deskundigen ervan maken deel uit van 27 (inter)nationale commissies en werkgroepen; › er zijn negen publicaties verschenen in peerreviewed journals. Afdeling Biologie › Aantal deskundigenonderzoeken In 2009 heeft het laboratorium Genetische Identificatie 836 dossiers en 120 aanvullingen op reeds geopende of behandelde dossiers ontvangen. Het laboratorium onderzocht 2582 stalen van deskundigenonderzoeken.
Het laboratorium Genetische Identificatie pakt uit met een nieuwe extractiemethode. Het gaat om een techniek van gelijktijdige kwantificatie van het menselijke autosomale DNA en Y-DNA (PlexorY) en om de verdere uitwerking van een nieuwe methode van DNA-extractie. Het laboratorium kreeg in 2009 ook verschillende nieuwe gerobotiseerde uitrustingen. Verschillende laboratoriumtechnieken zijn uitgewerkt en/ of gevalideerd of opnieuw gevalideerd in de loop van het voorbije jaar. De invoering van de kwaliteit met het oog op de toekomstige accreditatie van de DAPI-techniek heeft voor het laboratorium Microsporen geleid tot het opstellen van verschillende methodes en procedures. Het laboratorium is in 2009 uitgerust met een fluorescentiestereomicroscoop.
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
107
› Onderzoeken
Op het niveau van het laboratorium Genetische Identificatie zijn er in 2009 verschillende onderzoeken verricht: y de oprichting van een gegevensbank van mitochondriaal profiel van honden; y het onderzoek naar de bewaring van het DNA op kamertemperatuur; y het onderzoek naar de aantasting van het DNA. Ook het laboratorium Microsporen heeft onderzoeken verricht: y de validatie van de DAPI-techniek; y de voorstudie met het oog op de bepaling van de microscopische kleur van de haren; y de bepaling van het ADD van de Muscina prolapsa; y de testen inzake intraspecifieke competitie voor Liopygia argyrostoma (Sarcophagidae); y de uitwerking van een systeem voor geautomatiseerde berekening van het post mortem interval; y de studie van de diversiteit van de aasetende soorten op het wild in het Zoniënwoud.
108
Afdeling Algemene Analytische scheikunde › Aantal deskundigenonderzoeken Het laboratorium Vezels en Textiel heeft in 2009 40 dossiers behandeld, wat overeenkomt met de behandeling van 2097 vezels. Het laboratorium Brand en Vluchtige Componenten heeft 115 deskundigenonderzoeken uitgevoerd, en dat komt neer op 446 behandelde overtuigingsstukken. Het laboratorium Kruitsporen heeft 105 deskundigenonderzoeken uitgevoerd, wat gelijk staat met ongeveer 250 onderzochte overtuigingsstukken. Het laboratorium Verf, Glas en Veiligheidsinkt ten slotte heeft aan 35 dossiers gewerkt, wat overeenkomt met de behandeling van 264 overtuigingsstukken.
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
› Kwaliteit en technische vooruitgang
Tal van QA-procedures en -methodes zijn verbeterd in verschillende laboratoria. Sommige oude toestellen zijn vervangen door nieuwe moderne analysetoestellen (een rasterelektronenmicroscoop, een vergelijkingsmicroscoop, een Ramanspectrometer en een scanner voor TLCplaten). Bovendien zijn verschillende gegevensbanken aangepast (Fibre Reference Collection) en geïnstalleerd (gegevensbanken van rode
werktuigen). Ten slotte heeft het laboratorium Textiel de ‘Mike Grieve award’ (beste presentatie) ontvangen op de 17de EFG-meeting te Berlijn. › Onderzoeken
Bij de laboratoria zijn niet minder dan acht stages/onderzoeksprojecten aan de gang: y een studie van de Ramanscopie op gekleurd katoen; y een project ‘fleece’; y een project ‘dichroïsme’; y een studie van de aard van deeltjes geproduceerd door een nagelpistool; y een validatie van de ‘chromofoormethode’; y het project ‘slice’; y de wetenschappelijke begeleiding inzake de veiligheidsinktanalyse door de verschillende technieken. Afdeling Ballistiek › Aantal deskundigenonderzoeken Het laboratorium Ballistiek heeft in 2009 251 dossiers behandeld. Dit betekent een lichte stijging in vergelijking met het vorige jaar, wat overeenkomt met de behandeling van 2535 overtuigingsstukken. In de meeste van deze dossiers is de nationale ballistische gegevensbank geraadpleegd.
› Kwaliteit en technische vooruitgang
Het laboratorium Ballistiek heeft de accreditatiescope uitgebreid tot de norm ISO 17025 met het oog op zijn accreditatie. › Onderzoeken
Het laboratorium Digitale Informatie boekt veel vooruitgang in de ontwikkeling van de software voor de reconstructie van verscheurde en versnipperde documenten. Een testfase is begonnen. Als de resultaten meevallen, zal de dienstencatalogus van het NICC binnenkort worden aangevuld met dit soort deskundigenonderzoek.
Afdeling Drugs en toxicologie › Aantal deskundigenonderzoeken Het laboratorium Toxicologie heeft in 2009 2800 dossiers ontvangen. Het laboratorium Drugs heeft 529 dossiers ontvangen, wat overeenkomt met de behandeling van 2217 overtuigingsstukken. › Kwaliteit en technische vooruitgang
In 2009 werd de reeks geaccrediteerde technieken uitgebreid met een analysetechniek om op routineuze wijze urinestalen te testen op drugs. Bovendien werd een nieuw systeem om de temperatuur te controleren geïnstalleerd en geauditeerd tijdens de externe audit. Het laboratorium Toxicologie nam succesvol deel aan acht verschillende tests van externe kwaliteitscontrole.
› Onderzoeken
Het laboratorium Drugs voerde een onderzoek naar sporen van peperspray (capsaïcine) verkregen op lichaamsprelevement. De afdeling is ook partner in twee Europese projecten: y Portable system for rapid detection of illicit Drugs and key precursors by InfraRed Absorption spectroscopy and gas Chromatography (DIRAC); y European Drugs Profiling System (EDPS). Afdeling nationale DnA-gegevensbanken › Aantal deskundigenonderzoeken In 2009 zijn er 6233 nieuwe dossiers gecreëerd, en 3429 vorderingen ontvangen. De magistratuur doet steeds meer een beroep op de gegevensbanken. Er werden in totaal ook 4352 brieven opgesteld. › Kwaliteit en technische vooruitgang
Er is een statistische module gecreëerd waarmee de verkregen resultaten beter kunnen worden geanalyseerd en CODIS is bijgewerkt.
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
109
forensisch deskundigenonderzoek in cijfers
AAntAL BehAnDeLDe Dossiers 2004
2005
2006
2007
2008
2009
Mechanische ballistiek
337
343
274
257
230
251
Brand
85
95
100
102
92
115
Kruitsporen
68
55
51
67
89
105
DNAgegevensbanken
3091
3662
5397
6080
6448
6233
Biologie
675
1063
1315
952
1138
956
Drugs
515
377
521
535
602
529
Materialen
42
94
55
48
47
71
Microsporen
140
102
85
73
46
75
Textiel
47
33
24
34
34
40
Toxicologie
2857
2666
2790
2690
2808
2800
contact NICC Operationele directie Criminalistiek Vilvoordsesteenweg 100 1120 Brussel Tel.: 02 240 05 00 E-mail:
[email protected]
110
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
operationele directie criminologie De permanente onderzoeksprogramma’s die al jaren worden ontwikkeld en de onderzoeksprojecten van bepaalde duur zijn op succesvolle wijze voortgezet in 2009. Zij hebben geleid tot verslagen en publicaties in boeken en tijdschriften en tot tal van mededelingen tijdens colloquia, opleidingen of studiedagen.
Permanente onderzoeken In het onderzoek met betrekking tot ‘de productie en wetenschappelijke exploitatie van statistische gegevens inzake jeugddelinquentie en jeugdbescherming’, is er aanzienlijke vooruitgang geboekt op drie vlakken: › de analyse van de instroom van meldingen op de jeugdparketten van 2005 tot 2008; › de analyse van de beslissingen genomen op het niveau van de parketten; › de aanpassing van de registratie op het niveau van de griffies van de jeugdrechtbanken.
Het onderzoek met betrekking tot ‘de wetenschappelijke exploitatie van de penitentiaire gegevensbanken’ heeft in 2009 geleid tot een belangrijke controle van de gegevens geproduceerd in het kader van de toepassing datawarehouse, zoals eerder ontwikkeld in de vorm van vier modules (opsluitingen, populatie, invrijheidstellingen en ontvluchtingen).
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
111
Het onderzoek met betrekking tot ‘de exploitatie van gegevens betreffende de toepassing van de wet houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken en de wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden’ heeft actief bijgedragen tot de conceptuele ontwikkeling van de nieuwe versie van de computertoepassing SURTAP (ingebruikname gepland in 2010). Dit werk is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de daartoe opgerichte werkgroep en op basis van de voorstellen die zijn geformuleerd. In het onderzoek met betrekking tot ‘de wetenschappelijke exploitatie van de gegevensbanken in de justitiehuizen (SIPAR)’ zijn er analyses gemaakt van de profielen van personen die van een alternatieve maatregel voor de voorlopige hechtenis genieten. Bovendien is er een verkennende studie uitgevoerd m.b.t. het optreden van de justitieassistenten bij de begeleiding en de behandeling van daders van seksueel misbruik. Een nieuw deel met betrekking tot de bemiddeling in strafzaken is eveneens opgestart.
112
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
Na een eerste kwalitatieve fase is in 2009 het onderzoek met betrekking tot ‘de evaluatie van de voorzieningen voor slachtoffers van inbreuken’ begonnen aan een meer kwantitatieve fase. Het is de bedoeling op termijn over kwantitatieve evaluatie-elementen te beschikken, dit zowel voor de tevredenheid van de slachtoffers, als voor de doeltreffendheid en de kwaliteit van de bestaande voorzieningen. onderzoeken van bepaalde duur Het in 2007 gestarte onderzoek betreffende ‘de evaluatie van de plaatsing in het centrum ‘De Grubbe’ te Everberg’ is afgerond. Het eindverslag van dit onderzoek is beschikbaar op de site van het NICC.
In het onderzoek inzake ‘de vraag naar de classificatie van gedetineerden en regimes binnen de strafinrichtingen’ is de fase van het onderzoek van de bestaande kwantitatieve gegevens van start gegaan. Dit volgt na een eerste fase van kwalitatieve gesprekken. Er is een kortlopend onderzoek uitgevoerd met betrekking tot ‘de toepassingsmogelijkheden van het elektronisch toezicht in het kader van de voorlopige hechtenis’. Dit onderzoek omvat een analyse van de literatuur, een kwalitatieve bevraging bij verschillende sleutelactoren, een screening van dossiers en een kwantitatieve analyse van het gebruik van de voorlopige hechtenis in 2008.
Ook het onderzoek met betrekking tot ‘de haalbaarheidsvoorwaarden van een koppeling van de statistische gegevensbanken in de vorm van een datawarehouse ging van start. Eerst werd een stand van zaken gepresenteerd van de beschikbare statistieken en van de problemen die de ontwikkeling van een datawarehouse op het gebied van het strafrecht kunnen belemmeren. Dit leidde vervolgens tot de medeorganisatie van een internationaal colloquium over de opmaak en de verspreiding van strafrechtelijke statistieken.
contact NICC Operationele directie Criminologie WTC III, Simon Bolivarlaan 30 1000 Brussel Tel.: 02 208 40 53 E-mail:
[email protected]
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
113
FOCus de werking van het nicc vergeleken met die van andere landen Het NICC heeft als huidige voorzitter van het Europees Netwerk van Forensische Instituten (www. enfsi.eu) een goede kijk op het forensisch gebeuren in Europa. Niet alleen hebben de zusterlaboratoria een breed gamma aan structuren, statuten en relaties tot de gerechtelijke en politionele wereld, het forensisch onderzoek op zich is op zeer diverse manieren georganiseerd. Als federale wetenschappelijke instelling werft het NICC hoog gekwalificeerde medewerkers aan. Dit heeft tot gevolg dat de dienstverlening wetenschappelijk sterk is onderbouwd. De voorbije jaren werden er belangrijke investeringen gedaan om de wetenschappelijke apparatuur te vernieuwen en werd er gestaag gewerkt aan updates en verfijning van procedures en werkwijzen. Dit maakt dat het NICC sterk gewapend is om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan, vooral op het vlak van de statistische interpretatie van de forensische analyseresultaten. Onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe technieken zijn onlosmakelijk verbonden met het goed functioneren van het instituut. Dit in tegenstelling tot onze buurlanden, waar dit inzicht pas tijdens de laatste jaren is gekomen.
114
Staan we dan sterker dan de ons omringende landen? Neen, het NICC beschikt over veel beperktere middelen dan de laboratoria in onze buurlanden. Zo moeten we het met minder personeel doen en is het aantal domeinen binnen de forensische wetenschappen waarin we actief zijn, gelimiteerd. Het maakt onze slagkracht en onze dienstverlening beperkter. Meer nog, binnen het forensische gebeuren zijn er heel wat private bedrijven en universiteitslaboratoria die dergelijke dienstverlening aanbieden. Vandaag de dag ligt de focus van het NICC op de additionele waarde die het als openbare dienst kan verlenen. Kijken en leren van onze buren zou in België tot een nuttige herdefinitie van processen kunnen leiden. Ook op het gebied van huisvesting staan we zeer ver van de hypermoderne criminalistische laboratoria opgericht in onze buurlanden. Zowel het Duitse BKA, het Nederlandse NFI, het Engelse FSS als het Zweedse SKL openden de voorbije jaren nieuwe laboratoria die beantwoorden aan de hedendaagse noden op het gebied van laboratoriumomgeving, toegangsbeveiliging en het zoeken naar zeer kleine sporen. Het NICC hoopt dat deze essentiële wissel op de toekomst ook binnenkort in België wordt genomen.
natiOnaal instituut vOOR cRiMinalistiek en cRiMinOlOGie
Op criminologisch vlak geldt een gelijkaardige situatie. Het WODC in Nederland voert als onderzoeksinstelling binnen het ministerie van Justitie niet enkel gelijkaardige activiteiten uit, maar levert ook beleidsvoorbereidend onderzoek. Het onderzoeksgebied en de beschikbare middelen zijn meerdere malen groter dan deze van het NICC. Kortom, wanneer we kijken naar de buurlanden zien we zowel gelijkenissen als verschillen, positieve elementen en werkpunten. En als voorzitter van het ENFSI zitten we in de ideale positie om kennisdeling en -verspreiding te stimuleren en te bevorderen.
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (DSB) is de beleidsondersteunende en beleidscoördinerende dienst van de minister van Justitie, die politiek verantwoordelijk is voor het strafrechtelijk beleid in België. Het is de intentie van de DSB om samen met de kernpartners een coherenter, efficiënter en effectiever strafrechtelijk beleid te ontwikkelen en te voeren door het implementeren van een wetenschappelijk onderbouwde beleidscyclus doorheen de gehele strafrechtsketen. Deze doelstelling is gebaseerd op een integrale en geïntegreerde visie op het veiligheidsbeleid.
De DSB heeft de ambitie om de motor, de facilitator en de bewaker van dit beleidscyclisch proces te zijn, in al zijn onderscheiden fasen en onderdelen: ›› de beleidsvoorbereiding en -ontwikkeling, waarin de actuele criminele veiligheidssituatie wordt gescand en geanalyseerd en waarin beleidsplannen worden voorbereid en ontwikkeld; ›› de beleidsbepaling, waarbij de minister binnen de federale regering en in overleg met de regionale regeringen het beleid planmatig consolideert; ›› de beleidsimplementatie en -uitvoering; ›› de monitoring en evaluatie van het gevoerde beleid.
De tweeledige structuur van de dienst, met enerzijds een wetenschappelijke afdeling en anderzijds een beleidsmatige afdeling, moet het mogelijk maken om deze visie te realiseren.
dienst voor het strafrechtelijk beleid
115
Algemene directie Adviseur-generaal voor het Strafrechtelijk beleid Adjunct adviseur-generaal voor het Strafrechtelijk beleid
Directie Managementondersteuning en Strategische planning
Dienst Managementondersteuning ementon
Sectie Sec c Secretariaat Administratieve sectie Ad d SSectie Communicatie en Documentatie Se Sectie Se c Vertaling
Directie Research & Development & Statistiek
Directie Beleidsontwikkeling, -vertaling, -uitvoering voering en e -evaluatie
Dienst Research & Development Dienst Statistiek
116
dienst voor het strafrechtelijk beleid
Dienst Fenomenen: zware en georganiseerde criminaliteit g
Dienst Fenomenen: jeugdproblematiek
Dienst Fenomenen: misdrijven tegen personen en goederen
Dienst Fenomenen: integrale werking en ketenbeheeer integ
Sectie Sec c Georganiseerde Criminaliteit
SSectie Se c Opsporing en Vervolging
SSectie Sec c Witteboordencriminaliteit
Sectie Secc Victimologie en Penologie
SSectie Mensenhandel en Mensensmokkel Se
Sectie S c Strafprocedure en Rechtsvraagstukken Se Sec
Adviezen en evaluaties rapport over de justitiële afhandeling van verkeersongevallen Het rapport bevat de resultaten van een kwalitatief en exploratief onderzoek dat in 2007 door de DSB werd opgestart over de justitiële afhandeling van verkeersongevallen met zwaargewonde en/of dodelijke verkeersslachtoffers en de aandacht die hierbij wordt besteed aan de behandeling van de slachtoffers en hun na(ast)bestaanden. De opzet van het onderzoek was om de afhandelingspraktijken van het openbaar ministerie in deze materie in kaart te brengen en hun professionele ervaringen aan bod te laten komen. Een uitgebreide literatuurstudie en gesprekken met verenigingen die verkeersslachtoffers en hun na(ast)bestaanden vertegenwoordigen, brachten knelpunten inzake de justitiële afhandeling aan het licht. De DSB ging na of die knelpunten ook zo ervaren worden door de bevraagde actoren. Dit rapport zal na valorisatie op de website van de DSB verschijnen. onderzoek nationale implementatie proefzorg De DSB heeft, op vraag van de minister van Justitie, in 2008-2009 de mogelijkheden onderzocht voor een nationale implementatie van het pilootproject proefzorg. In 2009 zijn interviews verricht met verschillende actoren omtrent het statuut en de
bevoegdheden van de proefzorgmanager en de financieringsmodaliteiten. Dit resulteerde in een stappenplan waarin de verschillende opties zijn opgelijst. evaluatie van de samenwerkingsakkoorden inzake begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik In opdracht van de minister van Justitie is de DSB in november 2009 gestart met de evaluatie van de samenwerkingsakkoorden inzake de begeleiding en de behandeling van daders van seksueel misbruik. De evaluatie heeft tot doel om mogelijke knelpunten in de opzet en de toepassing van de samenwerkingsakkoorden te identificeren. In een eerste fase wordt een literatuurstudie uitgevoerd. nota bijstand advocaat Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft in 2008 Turkije veroordeeld wegens het ontbreken van de mogelijkheid om een advocaat te raadplegen vanaf het moment van de eerste ondervraging van een verdachte door de politie. De DSB heeft een nota opgesteld die de Straatsburgse rechtspraak analyseert en nagaat of de Belgische regeling moet worden aangepast in functie van de internationale eisen.
omzendbrief nr. coL 04/06 betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld De COL 04/06 betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld voorziet in een evaluatie door het College van Procureurs-Generaal met ondersteuning van de DSB. In 2009 werd in het kader van deze evaluatie veel verwezenlijkt. De DSB rondde de analyse betreffende de bevraging van alle kernactoren uit de COL af en er werd een extra bevraging betreffende de werkingsmiddelen ter uitvoering van de COL 04/06 gerealiseerd. De analyse werd verrijkt met conclusies uit (deel)evaluaties van andere diensten. De resultaten werden neergeschreven in een syntheseverslag, waarin de voornaamste knelpunten i.v.m. de COL 04/06 worden geschetst en een aantal beleidsaanbevelingen worden aangereikt. Alle rapporten zullen binnenkort op de website van de DSB kunnen worden geraadpleegd. Op basis van deze evaluatie zal de werkgroep intrafamiliaal geweld van het College van Procureurs-Generaal mogelijke concrete aanpassingen van de COL 04/06 voorstellen. De DSB zal, als lid van deze werkgroep, hierin blijvend bijdragen.
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid
117
omzendbrief nr. coL 01/07 inzake de opsporing en vervolging van mensenhandel De COL 01/07 inzake de opsporing en vervolging van mensenhandel stelt dat de omzendbrief elk jaar geëvalueerd moet worden. Op 30 oktober 2009 werden de resultaten van de eerste evaluatie van de COL 01/07 voorgesteld op de tweejaarlijkse studiedag van het expertisenetwerk mensenhandel en mensensmokkel van het College van ProcureursGeneraal, georganiseerd door de DSB en het expertisenetwerk.
coördinatie en ondersteuning goedkeuringsprocedure zonale veiligheidsplannen De nieuwe politionele beleidscyclus resulteerde in de zonale veiligheidsplannen 2009-2012. Deze plannen werden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie. De DSB heeft de minister van Justitie voor wat betreft het gerechtelijk luik ondersteund bij deze goedkeuring. Na afronding van de goedkeuringsprocedure werd een evaluatie ervan verricht. nationaal overlegplatform telecommunicatie (not) en Permanent overlegplatform Bedrijfsbeveiliging (PoB) De DSB zit zowel het NOT als het POB voor. Beide platformen maken periodiek overleg mogelijk tussen de publieke en private actoren, wat als één van de kritieke succesfactoren wordt beschouwd om tot het beoogde integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid te komen. In maart 2009 werd in de schoot van het POB overgegaan tot de officiële ondertekening van het protocol Early Warning System.
Ondertekening van het protocol Early Warning System
118
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid
interdepartementale coördinatiecel mensenhandel en mensensmokkel Daarnaast is de DSB ook voorzitter van het bureau van de interdepartementale coördinatiecel Mensenhandel en Mensensmokkel. In 2009 werd verder uitvoering gegeven aan het Nationaal Actieplan Mensenhandel. In het kader hiervan werd overleg gepleegd over o.a. preventie, financiering en erkenning van de gespecialiseerde onthaalcentra. schengen-evaluatie inzake mensenhandel Op internationaal vlak heeft de DSB in 2009 meegewerkt aan de thematische Schengenevaluatie inzake mensenhandel van de Europese Commissie. werkgroep rond schijnhuwelijken In opdracht van het College van ProcureursGeneraal heeft de DSB het voorzitterschap van de werkgroep rond schijnhuwelijken waargenomen. Op 15 oktober 2009 traden twee documenten inzake deze materie in werking, namelijk de omzendbrief COL 10/09 inzake schijnhuwelijken en het draaiboek schijnhuwelijken.
interdepartementale werkgroep rond corruptie De DSB zit eveneens de interdepartementale werkgroep rond corruptie voor, die instaat voor de opvolging van de aanbevelingen van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), de GRECO (Group of States against Corruption) en de VN inzake corruptie. In deze werkgroep komen de belangrijkste partners in het Belgische anti-corruptiebeleid samen. Actieplan van het college voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude 2008-2009 (verlengd in het plan 2009-2010) Het Actieplan 2008-2009 betreffende de strijd tegen de fiscale en sociale fraude voorziet in een nauwe samenwerking tussen de FOD Financiën, de FOD Justitie, de FOD Binnenlandse Zaken, de FOD Werkgelegenheid, de FOD Economie en het kabinet van de staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fiscale en Sociale Fraudebestrijding. Dit actieplan werd verlengd voor de periode 2009-2010.
Momenteel wordt binnen een beperkte studiegroep (DSB, DG Wetgeving en FOD Financiën) gezocht naar een definitie van de slapende vennootschap. Deze definitie zal niet alleen rekening houden met het geheel aan indicatoren die door de werkgroep werden bepaald, maar ook met de verschillende misbruikmechanismen van slapende vennootschappen. Er wordt gestreefd naar het opstellen van een tekst waarmee alle administraties op de hoogte kunnen worden gebracht over de waakstand of reactivering van een slapende vennootschap. Dit om elke wederrechtelijke handeling te voorkomen.
het expertisenetwerk inzake sociaal strafrecht Tijdens de vergadering van 3 november 2009 kreeg de DSB als opdracht om een werkgroep met verschillende magistraten samen te stellen die moet kijken of het mogelijk is een omzendbrief inzake strafrechtelijk beleid voor het hele grondgebied uit te werken.
Bovendien heeft de DSB in 2009 een samenwerking opgestart met de diensten van de belastingsinspectie om punt 39 van het actieplan (met betrekking tot de studie van de frauderisico’s in de sector van de afvalverwerking) tot een goed einde te brengen.
Aansprakelijkheid van rechtspersonen De studie van de rechtspraak is weer opgenomen en dit met de bedoeling om een statistische analyse uit te voeren van de vonnissen en arresten uitgesproken van 2005 tot eind 2009.
het expertisenetwerk inzake milieu De DSB werkt, samen met de FOD Economie en het Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan het omzetten van de richtlijn 2008/99/EG inzake de bescherming van het milieu.
Naar aanleiding van een verzoek van de staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fiscale en Sociale Fraudebestrijding Carl Devlies, werd de DSB als projecthoofd aangesteld voor de verwezenlijking van punt 26 van het actieplan (misbruik van vennootschapsstructuren voor frauduleuze doeleinden, waaronder slapende vennootschappen).
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid
119
wetenschappelijk onderzoek en statistiek wetenschappelijk onderzoek De DSB is verantwoordelijk voor de uitvoering van intern wetenschappelijk onderzoek en de opvolging en coördinatie van extern wetenschappelijk onderzoek. In het kader van intern wetenschappelijk onderzoek startte de DSB een literatuurstudie naar de positie van de onderzoeksrechter in de strafrechtsketen en werd er gewerkt aan het kwantitatieve luik van het pilootproject drugbehandelingskamer aan de rechtbank van eerste aanleg te Gent. uitbouw eigen publicatiereeks In 2009 werden volgende publicaties gerealiseerd binnen de eigen publicatiereeks: › Devroe E., De Keulenaer S., Thomaes S. en Reynders D., 'Beleidsinstrumenten voor het openbaar ministerie', Brugge, Vanden Broele, 2009, 146 p. › Depré R., Vervaet C., Hondeghem A. en Bouckaert G., 'Managementconcepten voor een kwaliteitsvol openbaar ministerie', Brussel, Politeia, 2009, 184 p.
onderzoeksplatform justitie, Veiligheid en samenleving (oPjVs) In het kader van het OPJVS werd door de DSB voorzien in een overzicht en analyse van al het wetenschappelijk onderzoek dat in de periode 1995 - 2009 werd gefinancierd door de FOD Justitie, de FOD Binnenlandse Zaken, de federale politie en de POD Wetenschapsbeleid. Dit werk werd gerealiseerd met het oog op de publicatie van een nieuw vademecum ‘Criminologisch onderzoek in kaart’.
organiseren van congressen congres jeugddelinquentie 'op zoek naar passende antwoorden' – 23 en 24 maart 2009 Het doel van dit congres bestond erin het fenomeen jeugddelinquentie in kaart te brengen en een dialoog tot stand te brengen tussen de verschillende actoren (magistraten, academici en het praktijkveld) om zo op zoek te gaan naar mogelijke verbeteringen aan het bestaande systeem.
statistiek De DSB staat in voor de productie van veroordelings-, opschortings- en interneringsstatistieken op basis van gegevens afkomstig van het centraal strafregister. Deze gegevens maken het mogelijk om allerhande statistische vragen te beantwoorden. Ook werd de doorstroming in de gerechtelijke keten in kaart gebracht en een overzicht gemaakt van alle bestaande statistieken binnen de FOD Justitie.
Congres jeugddelinquentie
120
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid
Het eerste deel van het congres was een meer algemeen luik, waarin onder meer het profiel van de jongere, de impact van jeugddelinquentie op de maatschappij en een aantal cijfergegevens aan bod kwamen. In het praktisch gedeelte van het congres werden in verschillende workshops enkele actuele thema’s onder de loep genomen, zoals veelplegers, jongeren die zware geweldsdelicten plegen en jeugdige plegers met ernstige psychiatrische stoornissen. De focus lag echter niet alleen op de jongere zelf. Er was ook een workshop voorzien die de vraag stelde naar de gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid in de aanpak van jeugddelinquentie.
Dit tweedaagse congres heeft vooral aangetoond dat, hoe groot de inspanningen van de verschillende partners ook mogen zijn, alleen een geïntegreerde aanpak een adequaat antwoord op jeugddelinquentie kan geven.
congres strafrechtelijk beleid 'Beleidsvoering: evoluties en uitdagingen' – 27 november 2009 Tijdens dit congres, naar aanleiding van het 15-jarig bestaan van de DSB, stond de dienst samen met de 200 genodigden stil bij de belangrijkste evoluties en uitdagingen op het vlak van beleidsvoering in de strafrechtsketen. Eerst kwamen de verschillende actoren zoals de federale politie, het openbaar ministerie, de zetel, de FOD Justitie, het DG Justitiehuizen, het DG Penitentiaire Inrichtingen en uiteraard de DSB aan het woord. Deze stipten een aantal uitdagingen aan voor de beleidsvoering. Daarna werd in de workshops verder stil gestaan bij drie belangrijke uitdagingen: evidence-based beleidsvoering, afstemming van de beleidsplanning en een participatief strafrechtelijk beleid.
contact Dienst voor het Strafrechelijk beleid Hallepoortlaan 5-8 1060 Brussel Tel.: 02 542 74 65 Fax: 02 542 74 44 E-mail:
[email protected] Congres Strafrechtelijk beleid
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid
121
FOCus de dsB kijkt over de landsgrenzen heen De DSB streeft naar een integrale en geïntegreerde aanpak van de veiligheidsproblematiek, alsook naar een evidence based en knowledge based benadering van het strafrechtelijk beleid. Zo ondersteunt en stimuleert de DSB de beleidsplanning bij de verschillende justitiële actoren en wordt gestreefd naar een afstemming met de initiatieven van actoren in het veiligheidsbeleid over verschillende bestuursniveaus en diensten heen (zowel federaal, regionaal als lokaal). Daarom organiseert, coördineert of participeert de DSB aan overlegstructuren en -fora van de partners van het strafrechtelijk en veiligheidsbeleid. De DSB helpt ook het strafrechtelijk beleid wetenschappelijk en statistisch mee te onderbouwen. Daarnaast verstrekt de DSB beleidsadviezen over de mogelijkheden van nieuwe maatregelen, begeleidt hij beleidsimplementatie van besliste maatregelen en verricht hij beleidsevaluaties over de effectiviteit van uitgevoerde maatregelen. Vanuit deze kerntaken is het inspirerend om buitenlandse praktijken, beleidsmaatregelen en wetenschappelijk onderzoek op te volgen.
122
dienst vOOR het stRaFRechteliJk Beleid
Zo gaat de DSB in de behandelde dossiers regelmatig na welke nieuwe initiatieven en beleidslijnen in het buitenland worden ontwikkeld in het strafrechtelijk en in het veiligheidsbeleid. Daarom kunnen rechtstreekse uitwisselingen met buitenlandse beleidsdiensten plaatsvinden, zoals met het Nederlandse ministerie van Justitie, de Office for Criminal Justice Reform van het Verenigd Koninkrijk (een interdepartementale dienst van de Ministry of Justice, de Home Office en de Office of the Attorney General) en het ministerie van Binnenlandse Zaken van Finland. De DSB neemt ook deel aan allerlei overlegfora en werkgroepen van internationale instanties en organisaties, zoals de Europese Unie, de Raad van Europa of de Verenigde Naties. De DSB volgt deze internationale fora op om enerzijds permanent het eigen gezichtsveld te verruimen en anderzijds bij te dragen tot een uitwisseling betreffende het Belgische beleid. Vele goede praktijken, aanbevelingen of beleidsrichtlijnen vinden hun oorsprong in deze fora. Steeds meer is het beleid van de Europese Unie ook richtinggevend voor het Belgische beleid.
Bovendien kunnen buitenlandse evaluaties en buitenlands onderzoek nuttige pistes opleveren voor het Belgische beleid. De DSB volgt vooral het wetenschappelijk beleidsrelevant onderzoek op van onderzoeksinstanties uit onze buurlanden, zoals het Nederlandse Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en het Franse Centre de Recherches Sociologiques sur le Droit et les Institutions Pénales.
Commissie voor financiële hulp
aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders De Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders onderzoekt de aanvragen voor financiële bijstand van slachtoffers van een opzettelijke gewelddaad of hun naasten. Daarnaast behandelt ze ook de aanvragen voor financiële bijstand van personen die vrijwillig hulp bieden aan slachtoffers of in geval van overlijden, hun rechthebbenden.
Voorwaarde is dat deze personen dat noch deden voor een professionele activiteit in verband met de veiligheid, noch in het kader van een deelname aan een gestructureerde vereniging die hulp en bijstand verleent aan derden. De commissie oordeelt zowel over de opportuniteit van de toekenning van een hulp als over het bedrag ervan.
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
123
De Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders heeft in 2009 haar taken verder uitgevoerd.
Verzoekschriften
BesLissingen
sommen *
2001
645
541
5,17
4
Saldo 31/12/2008
2002
804
762
7,77
4
Terugstortingen
2003
900
994
10,58
14
BeroePen
inkomsten 2009 Ontvangen budget
€ 11 589 749,57 € 11 000 000,00 € 508 763,70 € 80 985,87
uitgAVen 2009
€ 9 605 977,25
2004
1298
1095
10,94
5
2005
1191
1176
10,60
17
2006
1312
1262
10,56
12
sALDo oP 31/12/2009
2007
1202
1520
12,57
8
2008
1237
1343
10,30
10
Nog te betalen beslissingen 2009
€ 936 618,16
2009
1235
1164
9,38
3
Nog te betalen beslissingen 2008 en ouder
€ 122 088,46
Betalingen Stortingen aan schatkist
€ 9 605 904,14 € 73,11 € 1 983 772,32
* bedragen in miljoen euro
1500 1200
Verzoeken
600 300
124
15
1500
12
1000
9
500
6
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 3
Beslissingen
900
0
2000
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs
Beslissingen Bedragen
ontwikkelingen op wetgevend en reglementair vlak
Belangrijke ontwikkelingen op jurisprudentieel vlak
In het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2010 verscheen de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II).
De termijn voor het indienen van een verzoek begint op de dag van de uitspraak en niet op de dag waarop deze uitspraak definitief geworden is Raad van State, beschikkingen nr. 3713 tot 3715 van 6 januari 2009, arrest nr. 192 858 d.d. 30 april 2009.
De artikelen 9 tot 12 van deze wet houden volgende wijzigingen in: › vrije keuze voor het slachtoffer tussen een
› ›
›
›
burgerlijke procedure voor de strafrechtbank en een burgerlijke procedure gevoerd voor de burgerlijke rechtbank, zoals gewenst door het Grondwettelijk Hof in 2006; een gelijkschakeling van de categorieën van onrechtstreekse slachtoffers; de mogelijkheid om rekening te houden met het (laakbaar) gedrag van overleden slachtoffers; de mogelijkheid voor personen die illegaal op het grondgebied verblijven om beroep te doen op het stelsel van financiële hulp; de vereenvoudiging van de voorwaarden waaraan de ouders van minderjarige kinderen moeten voldoen.
Het aanvaarden van de betaling van de door de commissie toegekende som houdt geen berusting in en verhindert niet dat alsnog een cassatieberoep bij de Raad van State ingesteld wordt – Raad van State (F.), arrest nr. 189 843 d.d. 27 januari 2009. Artikel 6 van het e.V.r.m. is niet van toepassing in de procedure voor de commissie – Raad van State (F.), arrest nr. 193 340 d.d. 15 mei 2009. Er is geen inherente tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van artikel 31bis, § 1, 4°en 5°. Er zijn noch juridische noch praktische gronden die een slachtoffer zouden beletten om een verzoekschrift neer te leggen vooraleer er uitsluitsel is over de vergoeding van zijn schade via een andere weg – Raad van State, beschikking nr. 4435 d.d. 15 mei 2009.
In het Belgisch Staatsblad van 28 oktober 2009 werd het arrest nr. 137/2009 van het grondwettelijk hof van 17 september 2009 gepubliceerd. Daarin zegt het Hof voor recht dat artikel 31bis, § 1, 4°, van de wet van 1 augustus 1985 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het artikel het slachtoffer van opzettelijke gewelddaden niet toelaat een verzoek om financiële hulp in te dienen binnen een termijn van drie jaar vanaf het ogenblik dat het kennis heeft van het overlijden van de dader en van de verwerping van diens nalatenschap door zijn erfgenamen. En dat terwijl definitief uitspraak is gedaan over de strafvordering en een provisionele schadevergoeding op burgerlijk vlak is toegekend en terwijl later geen uitspraak is gedaan over de burgerlijke belangen. Voor meer uitgebreide informatie over de commissie en haar rechtspraak kunt u terecht op de website van de FOD Justitie. Voor een samenvatting van een groot aantal beslissingen (meer dan 4000) kunt u terecht op www.juridat.be. Deze pagina’s kunt u ook via de website van de FOD Justitie bereiken.
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs
125
Dossiers met een grensoverschrijdend karakter In de vorige jaarverslagen verwezen we reeds naar de artikelen 40 tot 40quater van de wet van 1 augustus 1985 genomen ter uitvoering van de richtlijn 2004/80/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de volgende twee hypotheses: (1) de commissie heeft een assisterende functie, (2) de commissie heeft een beslissende functie. Assisterende functie (artikel 40 van de wet) Een Belg of een persoon die in België woont, maar die het slachtoffer werd van feiten gepleegd in het buitenland, vraagt de Belgische commissie te helpen bij het indienen van een verzoek bij een daartoe bevoegde buitenlandse instantie. Er zijn in dat verband in 2009 geen dossiers ingediend.
126
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs
Beslissende functie (artikel 40bis van de wet) Een persoon die niet in België woont, wordt het slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad in België en dient een verzoek in met behulp van een daartoe aangewezen instantie van het land waar hij woont. Wanneer een opzettelijke gewelddaad is gepleegd op het grondgebied van België en de verzoeker zijn gewone verblijfplaats in een andere lidstaat van de Europese Unie heeft, kan de verzoeker zijn verzoekschrift, met de vraag om financiële hulp, noodhulp of aanvullende hulp, aan de commissie richten. Dit gebeurt via de instantie die door de betrokken lidstaat specifiek is belast om het slachtoffer bij te staan in zijn aanvraag bij de bevoegde instantie. Dit kan door middel van een standaardformulier opgesteld door de Europese Commissie.
In 2009 werden 15 dossiers geopend. Twee daarvan zijn al afgesloten. De dossiers kwamen uit volgende landen: Bulgarije (1), Duitsland (1), Finland (1), het Verenigd Koninkrijk (1), Letland (1), Nederland (7) en Polen (3). Verder nam de commissie in 2009 13 beslissingen (twee over dossiers ingediend in 2007, acht over dossiers ingediend in 2008 en drie over dossiers ingediend in 2009). Van deze 13 beslissingen werden er vijf positief gehonoreerd: in totaal werd 18 710 euro toegekend.
De commissie hielp ook bij het opstellen van het ‘Verslag van de (Europese) Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van de Richtlijn 2004/80/EG van de Raad betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven’. Tot slot nam de commissie op 16 september 2009 in Brussel deel aan de tweede bijeenkomst van de in artikel 16 van de Richtlijn voorziene centrale contactpunten. Er werd van gedachten gewisseld over het in vorig punt vermelde verslag en onderzocht hoe de samenwerking kon worden verbeterd.
BesLissingen VAn De commissie in 2009 oVer Dossiers ingeDienD in: LAnD VAn herkomst
2007
2008
Duitsland
2009
1
Het Verenigd Koninkrijk Nederland
4 2
4
2
Bestemming VAn De toegekenDe huLP in 2009 DuitsLAnD
het VerenigD koninkrijk
neDerLAnD
€ 3000
€ 12 000
€ 3710
contact Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders Hallepoortlaan 5-8 1060 Brussel Tel.: 02 542 65 11 Fax: 02 542 72 40 E-mail:
[email protected]
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs
127
FOCus de nederlandse en Franse evenknie onder de loep Dankzij het Europees verdrag inzake de schadeloosstelling van slachtoffers van geweldmisdrijven (Straatsburg, 24 november 1983) en de Richtlijn 2004/80/EG (29 april 2004) van de Raad betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven ontstond binnen Europa harmonisatie aangaande financiële hulp van de staat aan slachtoffers van geweldmisdrijven. Toch bestaan in de praktijk nog aardig wat verschillen. Dankzij de toepassing van de artikelen 40 en 40bis van de wet van 1 augustus 1985 verkreeg de commissie een beter inzicht in de werkwijze van haar buitenlandse evenknieën. In Nederland bijvoorbeeld worden de aanvragen voor financiële hulp behandeld door het Schadefonds Geweldsmisdrijven dat een onderdeel is van het ministerie van Justitie. Dit wordt in tegenstelling tot België gefinancierd uit de algemene middelen. In vergelijking met België worden er jaarlijks meer dossiers ingeleid en beslissingen genomen, maar de totaal uitbetaalde som per jaar is niet veel groter dan hetgeen in België wordt uitgekeerd. Het bureau dat het Schadefonds bijstaat, telt in tegenstelling tot het secretariaat van de commissie 59 medewerkers (dit zijn VTE, het aantal effectieven bedraagt 53).
128
BeLgië 2007
neDerLAnD 2008
2007
2008
Aanvragen
1197
1237
6877
7059
Beslissingen
1525
1343
7776
7170
Som
12,5
10,3
In Frankrijk werd het Fonds de Garantie des victimes d'actes de Terrorisme et d'autres Infractions (FGTI) opgericht. Slachtoffers van terrorisme en van andere misdrijven kunnen beroep doen op dit orgaan. In tegenstelling tot België en Nederland werd er niet geopteerd voor een centraal orgaan, maar kunnen de slachtoffers zich wenden tot Commissies voor de schadevergoeding van slachtoffers van misdrijven (Commission d’Indemnisation des Victimes d’Infractions) die werden opgericht bij elk Tribunal de Grande Instance. Nog in tegenstelling tot België en Nederland kunnen zowel slachtoffers van opzettelijke misdrijven als van onopzettelijke misdrijven aanspraak maken op financiële hulp.
cOMMissie vOOR Financiële hulp aan slachtOFFeRs van OpzetteliJke GeWelddaden en aan de OccasiOnele ReddeRs
13,1
12,5
Daarenboven komt het FGTI ook tussen voor feiten die op Franse onderdanen gepleegd werden in het buitenland. Het FGTI wordt gevoed door een heffing van 3,30 euro op verzekeringsovereenkomsten van goederen (cijfer 2005).
Kansspelcommissie De Kansspelcommissie is opgericht bij de wet van 7 mei 1999. De taak van de commissie is drieledig. Ten eerste verstrekt ze advies aan de regering en het parlement. Daarnaast is haar voornaamste taak te beslissen over het toekennen van vergunningen voor casino’s, speelautomatenhallen, drankgelegenheden, leveranciers, spelen en personeel. Ten slotte treedt de Kansspelcommissie ook op als controle- en tuchtorgaan.
De kern van de kansspelwet bestaat erin dat kansspelen verboden zijn, behalve voor uitzonderingen die in de wet vervat liggen. Deze uitzonderingen worden geregeld via een systeem van vergunningen. In geval van overtreding van de kansspelwet van 7 mei 1999 kan men strafrechterlijk worden vervolgd. De commissie is bevoegd om een gepaste sanctie op te leggen. Sancties kunnen gaan van een waarschuwing, over de schorsing van de exploitatie van enkele machines, tot het intrekken van de vergunning.
De Kansspelcommissie wordt voorgezeten door een magistraat, Etienne Marique. De voorzitter zit samen met vertegenwoordigers van zes ministers.
kansspelcommissie
129
KANSSPELCOMMISSIE_NL.pdf
1
14/07/10
15:59
Kansspelcommissie
Voorzitter van de KSC
Secretaris van de voorzitter Politie-experten
12 leden
Relaties CE internationaal
12 vervangende leden
Externe communicatie
Griffie
Secretariaat
Administrateur
P&O
Vergunningen A
130
Vergunningen B
kansspelcOMMissie
Vergunningen C
Receptie
B&CG
Vergadering
ICT
Juridische cel
Vergunningen D
Vergunningen E
Dossiers X
Inbelspelletjes
Controle
wetswijziging De kansspelwet van 7 mei 1999 werd in december 2009 herzien om beter aan te sluiten op de technologische evolutie die de voorbije jaren plaatsvond. Zo drong een betere controle van de weddenschappen in wedkantoren zich op. Daarnaast was er de opmars van kansspelen via het internet. Er was ook nood aan een goede regulering van de mediaspelen. Door de wetswijziging kan de Kansspelcommissie naast administratieve sancties ook geldboetes opleggen wanneer het parket beslist om niet te vervolgen. Hierdoor kunnen niet langer enkel de vergunninghouders maar ook de spelers op het matje worden geroepen. De geldboetes geven aan de commissie heel wat meer slagkracht, wat leidt tot een efficiënter toezicht. De wijziging van de kansspelwet werd gestemd in de plenaire zitting van het parlement op 4 december 2009. De vernieuwde kansspelwet treedt in werking op 1 januari 2011.
weddenschappen Er was nood aan een vergunningssysteem voor de wedkantoren. Onder de nieuwe kansspelwet is voor de organisatie van weddenschappen een vergunning F1 van de Kansspelcommissie vereist. Vaste of mobiele weddenschapskantoren worden beschouwd als kansspelinrichtingen klasse IV. Voor het aannemen van weddenschappen heeft men een vergunning F2 nodig. Dit vergunningssysteem kan de wildgroei aan malafide wedkantoren stopzetten. Door de nieuwe wet neemt de Kansspelcommissie zowel de weddenschappen op sportuitslagen, paardenrennen, evenementen als de verboden weddenschappen onder haar hoede. De nood aan een duidelijke reglementering van de weddenschapskantoren drong zich reeds geruime tijd op. Bij gebrek aan een wettelijke controle door de Kansspelcommissie maakten weddenschapskantoren zich maar al te vaak schuldig aan fiscale inbreuken en werd de bescherming van de spelers verwaarloosd.
informatiemaatschappij-instrumenten De nieuwe kansspelwet regelt deze spelen en plaatst ze onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie. Concreet werden de aanvullende vergunningen A+, B+ en F1+ in het leven geroepen die vergunninghouders klasse A, B en F1 toelaten de reële kansspelen ook uit te baten via het internet. mediaspelen Ondanks het nieuwe KB van 12 mei 2009 leek het opportuun om deze spelen op te nemen in de kansspelwet om zo een efficiënte controle te garanderen. Voor de uitbating van kansspelen in televisieprogramma’s (die een totaalprogramma inhouden) die verlopen via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, is een vergunning G1 nodig. Voor de uitbating van andere kansspelen via de media, is een vergunning G2 nodig.
kansspelcOMMissie
131
casino’s Op 31 december 2009 werden er in de negen Belgische casino’s 1238 automaten uitgebaat, wat een stijging betekent van 106 automaten in vergelijking met 31 december 2008. Het casino van Namen biedt sedert mei 2009 het spel Mini Punto Banco aan. Het is na Brussel het tweede casino dat dit spel aanbiedt. Een aanvraag om ook Backgammon uit te baten, werd aanvaard. De koninklijke besluiten moeten bijgevolg worden aangepast. Artikel 59 van de wet van 7 mei 1999 bepaalt dat aan de kansspelen enkel mag worden deelgenomen met muntstukken of met contant betaalde speelpenningen en -fiches, die eigen zijn aan de spelinrichting en uitsluitend binnen haar muren en door haar personeel worden uitgereikt. Het gebruik van cheques wordt niet aanvaard door de Kansspelcommissie omdat dit een vorm van kredietlening betreft.
132
kansspelcOMMissie
Op het vlak van controle werd zoals gewoonlijk bijzondere aandacht geschonken aan de volgende elementen: de inschrijving van de klanten in het register, de controle ervan op grond van de EPIS-gegevens en de procedure wanneer de verbinding met EPIS tijdelijk zou zijn verbroken. Ook de ontvangst van de ftps-bestanden vormde weer onderwerp van controle. Die worden soms met vertraging overgezonden of stemmen qua vorm niet overeen met de bepalingen vermeld in het protocol. De nota waarin om bijdragen wordt gevraagd, is bijgewerkt. De jaarlijkse bijdrage tot de oprichtings-, personeels- en werkingskosten van de Kansspelcommissie, verschuldigd door de houders van een vergunning klasse A, wordt berekend op grond van de sokkels van de automaten.
speelzalen
Drankgelegenheden
In 2009 heeft de Kansspelcommissie geen vergunning klasse B toegekend aangezien het wettelijke maximum van 180 speelautomatenhallen bereikt werd. In december 2009 zette ze wel één vergunning klasse B stop, waardoor ze in 2010 opnieuw een vergunning zal toekennen. In de loop van 2009 werd er één nieuw dossier toegevoegd aan de wachtlijst. Omwille van de hieronder besproken nieuwe verhuisregeling werden er echter ook vijf dossiers van de wachtlijst geschrapt, zodat deze wachtlijst 2009 beëindigt met een totaal van 27 dossiers. Vanaf 1 januari 2009 trad de gewijzigde verhuisregeling in werking, waardoor vergunninghouders B, mits goedkeuring door de Kansspelcommissie, voortaan ook kunnen verhuizen naar een plaats buiten de gemeente waar de vergunde kansspelinrichting gelegen is. De goedkeuring tot verhuis staat in geen geval gelijk aan de toekenning van een nieuwe vergunning, maar betreft louter een wijziging van één van de modaliteiten van de vergunning, met name de plaats van uitbating. In de loop van 2009 keurde de Kansspelcommissie in totaal 12 verhuisaanvragen goed. In vijf gevallen verhuisde men naar een plaats van een vergunningsaanvraag op de wachtlijst. Zo verdwenen er vijf dossiers van de wachtlijst.
De behandeling van de dossiers C in 2009 verliep heel vlot. Het secretariaat behandelde alle nieuwe aanvragen voor vergunningen binnen een redelijke termijn. Aanvragen die per post werden ontvangen en meteen aan alle voorwaarden voldeden, werden de eerstvolgende commissievergadering goedgekeurd. Bij onvolledige aanvragen contacteerde het secretariaat de aanvrager van de kansspelen om het dossier zo snel mogelijk te vervolledigen. Ook de procedure via het loket was in 2009 opnieuw een groot succes. Eind 2008 werd deze procedure geëvalueerd en werden een aantal zaken aangepast. In 2009 is gebleken dat deze aanpassingen succesvol zijn. Sinds 2009 kunnen ook heropeningen van dossiers C via de procedure van het loket worden afgehandeld. Voor elk dossier dat werd ingediend via het loket moesten de documenten vooraf aan de commissie overgemaakt worden. Sinds 2009 kan dit ook via specifiek daartoe gecreëerde e-mailadressen, waar voorheen enkel de fax ter beschikking stond. Vanaf september 2009 worden alle aanvragen vooraf via het internet ingevoerd. Dit versnelt de behandeling van de dossiers voor het secretariaat aanzienlijk. Het is sindsdien ook niet langer nodig het bewijs van goed gedrag en zeden van de aanvrager of van de zaakvoerders/bestuurders bij te voegen.
Het secretariaat kan deze documenten immers zelf aanvragen, behalve voor personen die in het buitenland gedomicilieerd zijn. Deze maatregel sluit aan bij de tendens naar administratieve vereenvoudiging bij de overheid.
Vergunning D Een vergunning D is vereist om te werken tijdens de openingsuren in de speelautomatenhallen of in de casino’s. Ook in 2009 kreeg de Kansspelcommissie veel aanvragen voor een vergunning D. Aanvragers moeten eerst een opleiding volgen waarin zij ondermeer gewezen worden op de vereisten van de functie. Op 31 december 2009 waren er in totaal 4913 vergunningen toegekend, waarvan 401 in datzelfde jaar.
kansspelcOMMissie
133
134
Bescherming van de speler
herstellers en installateurs van spelen
controles
De Kansspelcommissie kreeg de bevoegdheid om spelers de toegang te ontzeggen tot alle speelautomatenhallen en casino’s van het land. Zonder twijfel is dit het meest slagkrachtige instrument in de strijd tegen de gokverslaving. Het secretariaat telde eind december 3340 nieuwe uitsluitingen die het voorbije jaar werden aangevraagd. Eind 2009 bleek dat sinds de invoering van EPIS in 2004 maar liefst 9650 mensen vrijwillig een uitsluiting aanvroegen bij de commissie. Ook op vlak van informatieverstrekking naar de burger nam de commissie initiatieven. Zo werd in de loop van 2009 werk gemaakt van een grote preventiecampagne rond gokverslaving. De doelgroep bestaat uit jongeren van 14 tot 18 jaar. De filmpremière vindt plaats in 2010. Hoewel de Kansspelcommissie niet bevoegd is voor hulpverlening op zich, onderhoudt zij nauwe contacten met verscheidene organisaties die hierin wel actief zijn. Een goede samenwerking en uitwisseling van ideeën is de basis voor een gefundeerd en coherent beleid. Daarnaast verleende de commissie ook in 2009 haar medewerking aan initiatieven waarbij de bescherming van de speler voorop staat.
Eind 2009 waren 188 vergunningen klasse E actief. Hiervan waren negen vergunningen toegekend aan buitenlandse ondernemingen. Uit een vergelijking met de situatie eind 2008 blijkt dat vijf nieuwe vergunningen E werden toegekend, waarvan drie vergunningen voor fabrikanten van kansspelen. Zes vergunningen klasse E werden stopgezet, waaronder drie fabrikanten. Eén vergunninghouder veranderde in de loop van 2009 zijn activiteiten door niet langer diensten te leveren die betrekking hebben op de fabricatie van kansspelen, maar wel op de terbeschikkingstelling van kansspelen. Eén aanvraag voor een vergunning E is nog in behandeling. Eén leverancier van kansspelen veranderde zijn onderneming van een eenmanszaak in een vennootschap.
Deze controletaak van de Kansspelcommissie werd net als in de voorbijgaande jaren ook in 2009 weer ingevuld door een aantal gedetacheerde leden van de federale gerechtelijke en lokale politie, door attaché’s en door financieel deskundigen. Er werden 301 controledossiers opgesteld, waarvan vijf met betrekking tot loterijen, 18 omwille van illegale automaten, vijf met betrekking tot internet, 80 aangaande informatie van politiediensten en 37 met betrekking tot illegale gokhuizen. Er waren ook 56 dossiers over vergunningen C, 47 over vergunningen B, 13 over vergunningen A, 11 dossier met betrekking tot een D vergunninghouder, één met betrekking tot dossiers aangaande vrijwillige uitsluitingen en tenslotte één dossier omwille van diverse redenen. Deze controledossiers werden in 339 rapporten gegoten en er werden 487 processen-verbaal overgemaakt aan het parket.
kansspelcOMMissie
samenwerking met andere diensten De Kansspelcommissie werkt regelmatig samen met andere diensten. Zo is er de samenwerking met de dienst Strafrechtelijk beleid, met het parket en de politiediensten, onder andere in de controle en beteugeling van illegale automatische toestellen of toestellen die opgesteld waren zonder geldige vergunning. Door de blijvende pokerhype investeerde de Kansspelcommissie ook in 2009 veel in preventie, maar ze was ook actief op het terrein. Daarnaast is er ook de samenwerking met de cel voor Financiële Informatieverwerking inzake de werking in de casino’s. Met betrekking tot witwassen dient opgemerkt dat de Kansspelcommissie een toezichthoudende functie heeft voor de toepassing van de witwaswet van 11 januari 1993. Bij controles in casino’s kreeg dit onderwerp verscherpte aandacht. Gezien het grote belang van techniek binnen het domein van de kansspelen werkt de commissie quasi dagelijks samen met de FOD Economie, afdeling Metrologie. Zowel op het gebied van advisering als controle werden in 2009 diverse acties gehouden. In 2009 werd ook geïnvesteerd in de samenwerking met diverse geledingen van de FOD Financiën en dat op verscheidene domeinen.
secretariaat Het secretariaat, dat de Kansspelcommissie administratief ondersteunt, kende het afgelopen jaar een forse uitbreiding. Met een team van 35 werknemers tracht de commissie het delicate evenwicht tussen de bescherming van de speler en de belangen van de sector in goede banen te leiden.
contact Kansspelcommissie Kantersteen 47 1000 Brussel Tel.: 02 504 00 54 Fax: 02 504 00 66 E-mail:
[email protected]
kansspelcOMMissie
135
FOCus kansspelen in een europese context In 2009 vonden de twee laatste seminaries plaats in een reeks van ‘Vier seminaries over kansspelen’. De eerste twee stonden in 2008 geprogrammeerd. Beide seminaries vonden plaats in het Provinciehuis te Leuven. Het laatste seminarie was een internationale samenwerking tussen de Kansspelcommissie en de universiteiten van Leuven en Tilburg. Onder de aanwezigen waren dan ook vertegenwoordigers van tal van Europese landen, zoals Bulgarije, Frankrijk, Denemarken, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Malta, Slovenië, Estland, Portugal, Zwitserland en Ierland. De grote interesse vanuit Europa onderstreept het groeiende belang dat overheden hechten aan de regulering van kansspelen. Ook onder de sprekers bevonden zich mensen van verschillende nationaliteiten om het kansspelbeleid in hun jurisdictie te verduidelijken. De studiedag werd geopend door de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding Carl Devlies die zijn visie op de toekomst van het Belgische kansspelbeleid toelichtte.
136
kansspelcOMMissie
Daarna lag de focus op Europa waarbij een overzicht werd gegeven van de recente ontwikkelingen op het gebied van kansspelbeleid in de EU. Daarnaast kwamen de visies op de regulering van kansspelen van verschillende Europese Lidstaten aan bod, ondermeer het perspectief van Zweden dat momenteel voorzitter is van de Europese Unie. Onder de sprekers waren ook vertegenwoordigers van de buurlanden van België. Zo gaven Groot-Brittannië en Nederland hun kijk op de regulering van kansspelen in hun land en werden de recente ontwikkelingen op het vlak van de Duitse en Franse kansspelwetgeving besproken. De slotrede werd gehouden door de voorzitter van de Kansspelcommissie. De organisatoren kunnen alvast terugblikken op een geslaagde reeks van seminaries.
Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties Het Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties (IACSSO) is een onafhankelijk centrum dat behoort tot de FOD Justitie. Bij wet van 2 juni 1998, gewijzigd bij wet van 12 april 2004, werd het belast met het onderzoeken van het verschijnsel van schadelijke sektarische organisaties in België en hun internationale bindingen.
Dit onderzoek dient als basis voor de uitvoering van de andere opdrachten: ›› burgers en autoriteiten informeren; ›› adviezen en aanbevelingen formuleren voor de autoriteiten; ›› een documentatiecentrum ter beschikking stellen van het publiek; ›› het publiek ontvangen; ›› iedere persoon informeren die inlichtingen vraagt over zijn rechten en plichten en over de middelen om zijn rechten te doen gelden.
Voor het vervullen van zijn opdrachten is het centrum gemachtigd om: ›› alle beschikbare informatie te verzamelen; ›› alle studies of wetenschappelijke onderzoeken uit te voeren die noodzakelijk zijn om zijn opdrachten concreet te kunnen uitvoeren; ›› elk archief- of documentatiefonds over te nemen waarvan het onderwerp overeenstemt met één van zijn opdrachten; ›› steun en begeleiding te geven aan instellingen, organisaties en juridische hulpverstrekkers; ›› vakbekwame verenigingen en personen te raadplegen of uit te nodigen op een bijeenkomst.
Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties
137
Het leidt geen twijfel dat het noodzakelijk is de evolutie van het sektarische fenomeen te observeren. Dit is meteen één van de bestaansredenen van het centrum. Sinds zijn oprichting kent het centrum toenemend succes bij publiek, pers en bij de instellingen. De wet die aan de basis van het ontstaan van het centrum lag, werd, door de waardering voor het gedane werk, meer dan eens aangehaald als voorbeeld voor de landen die nog niet over een openbaar informatieorgaan voor sektarische ontsporingen beschikten. Het observeren van een controversieel fenomeen binnen een wettelijk kader dat onafhankelijke, objectieve en onpartijdige vereisten kent, kan niet op unanieme goedkeuring rekenen. De kritiek mag niet gesust worden door een toegeeflijke houding die zou botsen met de plicht tot onpartijdigheid. Zij mag ook niet genegeerd worden op het gevaar af niet meer objectief te zijn. In zijn bijna tienjarig bestaan heeft het centrum op zijn niveau en met zijn middelen, mee ertoe bijgedragen dat de fundamentele vrijheden niet ingeperkt werden door misbruiken begaan in hun naam.
138
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
Dit houdt de tegenstanders van een onafhankelijk federaal centrum voor de burger evenwel niet tegen zijn bestaan ter discussie te stellen. Sommige tegenstanders gebruiken de mythe van ‘de zwarte lijst van gevaarlijke sekten’ om het idee te verspreiden dat levensbeschouwelijke of religieuze minderheden gediscrimineerd zouden worden door het bestaan van de wet zelf. Er moet worden onderstreept dat er geen officiële lijst van sekten in België bestaat of bestaan heeft. Het document dat om de haverklap en ten onrechte als een lijst van sekten wordt beschouwd, is in feite de synoptische tabel van het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie uit 1997. Om deze synoptische tabel in zijn context te plaatsen, wordt er verwezen naar de tekst van de presentatie. Die tekst vindt u in het kader hiernaast.
“Deze tabel werd opgesteld op basis van de informatie die de commissie gedurende het hele verloop van haar werkzaamheden heeft ingezameld. De namen die erin voorkomen werden onder uitsluitend eigen verantwoordelijkheid verstrekt door ofwel officiële instanties (rijkswacht, gerechtelijke politie, Veiligheid van de Staat, Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid, parketten) die daaromtrent werden ondervraagd, ofwel door directe of indirecte getuigen die onder ede werden gehoord.
Na lezing van deze inleiding blijkt duidelijk dat deze synoptische tabel geen ‘lijst van sekten’ is, en a fortiori evenmin een ‘lijst van gevaarlijke sekten’. Deze tabel zit zoals een boekindex in elkaar: een alfabetische lijst van alle groeperingen of bewegingen die tijdens de activiteiten van de commissie vermeld zijn, wat ook de inhoud van de discussie moge geweest zijn.
Zoals de tabel aangeeft, kon de commissie niet alle ingewonnen informatie natrekken, noch nagaan of die correct is.
Het centrum stelt een bibliotheek open met diverse universitaire, juridische en sociologische werken, stukken over de sociologie van de religies, kritische werken, monografieën over de bewegingen, publicaties ervan, enz. Het is de bedoeling het publiek te helpen in de zoektocht naar kennis over de bewegingen waarin het zich wenst te verdiepen, en in het vormen van een eigen mening over deze bewegingen. Op dit ogenblik bevat de bibliotheek 6250 werken, zonder de enkele honderden boeken mee te tellen die van de bewegingen zelf komen.
Aangezien de lijst niet exhaustief is, houdt het feit er niet te zijn in opgenomen dus evenmin een oordeel in over de onschadelijkheid van een beweging.
Indien het dat wil kan het publiek hulp krijgen wanneer het zoekt naar informatie over zijn rechten en plichten, en de middelen om ze te doen gelden.
Die opsomming kan dus hoegenaamd geen standpunt, noch een waardeoordeel van de commissie inhouden. Zo betekent het feit dat een bepaalde beweging op die lijst voorkomt, ook al is dat op initiatief van een officiële instantie, niet dat de commissie ervan uitgaat dat het om een sekte gaat en a fortiori dat ze gevaarlijk is.
Het onderzoek naar deze bewegingen moet grondig worden uitgediept en de tabel moet permanent worden bijgewerkt. Wat de analyse van bijgaande tabel betreft, verwijzen wij de lezer naar het deel van het verslag dat gewijd is aan de definities, evenals naar de elementen van de getuigenissen die in openbare vergaderingen of tijdens vergaderingen met gesloten deuren werden ingewonnen.”
Voor de uitvoering van de dagelijkse opdrachten van het IACSSO heeft de wet voor het centrum acht personen voorzien, met aan het hoofd een directeur. De leden van de dienst worden ter beschikking gesteld door de minister van Justitie, die vooraf advies inwint bij het centrum. Dat selectieproces versterkt de onafhankelijkheid van het centrum zoals bedoeld in de wet. De dienst regelt de ontvangst en informatieverstrekking. De leden (van de raad van bestuur) oefenen voornamelijk de adviesbevoegdheid uit. De raad van bestuur van het centrum telt 16 leden (vaste en plaatsvervangende). Zij zijn aangewezen door de Kamer van volksvertegenwoordigers die uit haar leden een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter heeft gekozen.
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
139
Om een duidelijker inzicht te krijgen in de werkwijze van het IACSSO, is het belangrijk te weten dat het centrum zich uitsluitend baseert op informatie uit open bronnen die op dat moment beschikbaar zijn. Onder open bronnen vallen publicaties over en van de beweging, literatuur, persberichten, parlementaire verslagen, internetsites, … Personen die een vraag stellen over een groepering van religieuze of levensbeschouwelijke aard (of zich zo voordoet), krijgen ofwel kopieën toegezonden van de beschikbare documenten, ofwel een zo objectief mogelijke synthese van de beschikbare informatie. Daarbij is een inhoudelijke mening over de groepering niet aan de orde.
140
Na deze samenvatting volgt een bronnenlijst en een lijst met bijzondere aandachtspunten (of de folder ‘Is het een sekte?’ die op de internetsite beschikbaar is) die de belangstellenden kunnen helpen bepalen of er gegronde redenen tot ongerustheid bestaan. Deze documenten zullen hen ook helpen bij het vormen van een eigen kritische mening over het onderwerp. Het centrum is binnen zijn informatieopdracht niet gemachtigd om een groepering als ‘sekte’ of als ‘schadelijke sekte’ te bestempelen. Psychologische bijstand wordt niet verstrekt.
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
Aan de andere kant zijn de adviezen van het centrum, naast zijn informatieopdracht en zoals bepaald in de wet, voorbehouden voor de openbare overheden.
wie zijn de informatieaanvragers in 2009? In 2009 ontving het centrum weer vragen van organisaties van het maatschappelijk middenveld, van overheden, de pers en vooral van burgers. Het aantal bezoekers die zich naar het centrum begeven om er werken en documenten te raadplegen, of om dossierverantwoordelijken te ontmoeten, blijft stijgen. Onder hen ook personen die inlichtingen verzamelen over juridische aspecten, zoals hun rechten en plichten. 79,6 % van de antwoorden zijn bestemd voor het grote publiek (73 % publiek, 10 % pers en 17 % studenten). De noemer ‘publiek’ dekt leden en leiders van bewegingen, advocaten, verenigingen uit het maatschappelijk middenveld, leerkrachten en leden van verenigingen voor slachtofferhulp.
20,4 % van de antwoorden gaan naar de overheden (43,64 % politie, 13,64 % justitie, 42,72 % plaatselijke, gewestelijke en andere overheden). Het belang dat de overheid aan het verschijnsel van schadelijke sektarische organisaties en aan de dienstverlening van het centrum hecht, blijkt uit de praktijk. Een deel van de aanvragen van de politiediensten komt eigenlijk van kantschriften van magistraten die bedoeld zijn voor het IACSSO. Het aantal websitebezoekers blijft constant (83 924).
contact Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties Hoogstraat 139 1000 Brussel Tel.: 02 504 91 68 Fax: 02 513 83 94 E-mail:
[email protected]
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
141
FOCus studie van de sekten op europees niveau In Europa zijn er weinig landen waar de openbare dienst over een dergelijk orgaan beschikt (veiligheids- en inlichtingendiensten buiten beschouwing gelaten). In België is er dus het IACSSO, Frankrijk heeft de MIVILUDES, en ook Oostenrijk (Bundesstelle für Sektenfragen) en Duitsland hebben dergelijke diensten. Zwitserland richtte het CIC op (Centre Intercantonal d’Information sur les Croyances), maar dat omvat slechts enkele kantons. De MIVILUDES (Mission interministérielle de vigilance et de lutte contre les dérives sectaires) is een interministeriële opdracht verbonden aan de eerste minister (presidentieel decreet van 28 november 2002). De organisatie observeert en analyseert het verschijnsel en doet dit op basis van die handelingen die de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in het gedrang brengen en via andere strafbare feiten. De organisatie coördineert preventieve en repressieve acties van de openbare overheden tegen de ontsporingen en neemt deel aan de opleiding van openbare ambtenaren. Zij verstrekt inlichtingen over risico’s en gevaren en vergemakkelijkt de hulp aan de slachtoffers. Het IACSSO onderhoudt ononderbroken contact met deze dienst.
142
Het CIC is een informatiedienst over religie, spiritualiteit en esoterie ten dienste van de bevolking, de overheid, scholen, private organisaties en media. De dienst stelt documentatie ter beschikking van het publiek. De geleverde inlichtingen zijn van preventieve aard wanneer er twijfel bestaat over de handelingen van een groep of organisatie. Ze vergemakkelijken de dialoog tussen de persoon die zich in zo’n groep engageert en diens verwanten. De dienst is niet bevoegd voor psychologische opvang. Het IACSSO onderhoudt doorlopend contact met deze dienst. In Duitsland is voornamelijk het ministerie van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Hamburg actief (Behörde für Inneres, Oberste Landesjugendbehorde für den Jugendschutz bzgl. neuer religiöser und ideologischer Gemeinschaften und Psychogruppen). Het IACSSO onderhoudt voortdurend contact met deze dienst en wil ook contacten aanknopen met de bevoegde federale overheid in Duitsland.
inFORMatie- en adviescentRuM inzake de schadeliJke sektaRische ORGanisaties
In 1998 werd bij wet het Oostenrijkse Bundesstelle für Sektenfragen opgericht (Bundgesetz über die Einrichtung einer Bundestelle für Sektenfragen, BGBl I 150/1998, par. 4). Hun taak bestaat erin documentatie en inlichtingen te presenteren over gevaren die kunnen verbonden zijn aan ideologieën of activiteiten van sekten. Zij worden door de Oostenrijkse autoriteiten omschreven als gemeenschappen die stoelen op religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen die het leven, de gezondheid, de bezittingen enz. van personen in gevaar kunnen brengen. Het IACSSO heeft heel frequent contact met deze dienst.
verdere inlichtingen Voor meer informatie zal onze informatieambtenaar u graag te woord staan: Tel.: 02 542 65 11 E-mail:
[email protected] U kunt ook de website van de FOD Justitie raadplegen op: www.just.fgov.be Daar vindt u meer informatie over onze FOD en de werking ervan. U kunt er ook onze publicaties raadplegen.
143
hebben meegewerkt aan dit verslag: Tinneke Albrecht, Simon Albuixech, Sharon Beavis, Eric Brasseur, Fabienne Bultot, Inge Buys, Martine Cacheux, Roland Carlier, Evy De Bleeckere, Adriaan De Boeck, Marjolein De Paepe, Dietger Geeraert, Nathalie Gerits, Jan Heuker, Olivier Hullaert, Philippe Liévin, Wendy Matarasso, Inge Nagels, Martine Perpet en de voltallige dienst Vertalingen, Koen Peumans, Nika Spriet, Johan Van De Winkel, Cedric Vangottom, Virginie Vanholme, Frederik Vercaempst, Philip Verhoeven, Wilfried Verrezen
144
NOTA’s ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
145
NOTA’S ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
146
NOTA’s ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
147
WATERLOOLAAN 115 -1000 BruSSEL
VERANTWOORDELIJK UITGEVER: A. Bourlet
Dienst Communicatie Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 65 11 www.just.fgov.be D/2010/7951/NL/806