Federale Overheidsdienst Justitie
Jaarverslag 2008
1
voorwoord Beste lezer, Over het historische jaar 2008 is het laatste woord nog niet geschreven.
In het voorliggende jaarverslag zal u meer te weten komen over de diverse
Belangrijke, met justitie verband houdende, ontwikkelingen hebben de
projecten en operationele activiteiten waarvoor de vrouwen en mannen
publieke opinie sterk beroerd. Terwijl kondigde zich een economische crisis
die werken voor Justitie zich concreet hebben geëngageerd in 2008. Ik
aan die de komende jaren ongetwijfeld een budgettaire weerslag zal hebben
benadruk hierbij dat het gaat over reële individuele engagementen van elk
en die de overheidsdiensten tot steeds zorgvuldiger beheer zal dwingen.
personeelslid: de consequente invoering van de ontwikkelcirkels heeft tot het besef geleid dat elkeen zijn onmisbare bijdrage levert en daar ook individueel
Mag ik er aan herinneren dat de twee hoofdlijnen die werden geformuleerd
verantwoordelijk voor is.
in het onder mijn voorzitterschap door het directiecomité ontwikkelde managementplan voor de FOD Justitie meer dan geldig blijven en dit
Laat mij u veel leesgenot toewensen.
onder gelijk welke omstandigheden: om haar doelstellingen te bereiken dient onze organisatie onverminderd te streven naar verbetering (“Do
Alain Bourlet,
better things”) en terwijl ook, met blijvende inzet (“Do things better”), voor
Voorzitter van het directiecomité
continuïteit te zorgen. De hernieuwing van mijn mandaat als voorzitter van het directiecomité moet gezien worden als een bevestiging van de in het managementplan ontwikkelde strategie en als een oproep om die strategie op alerte wijze te handhaven.
2
inhoud
FOD Justitie: organisatie en opdrachten. ........................... 4 DG Rechterlijke Organisatie.................................................................. 7
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders...................................................................................105
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden. .................................................................................................................... 13
Kansspelcommissie....................................................................................111
DG Penitentiaire Inrichtingen. ....................................................... 31
Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties...............................119
DG Justitiehuizen............................................................................................. 37 SD Budget, Beheerscontrole en Logistiek..................... 43 SD Personeel en Organisatie............................................................ 51 SD ICT................................................................................................................................ 57 Diensten van de Voorzitter................................................................. 65 Belgisch Staatsblad....................................................................................... 75 Veiligheid van de Staat. ........................................................................... 81 Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.................................................................................................. 89 Dienst voor het Strafrechtelijk beleid. ................................ 97
Foto’s : Regie der Gebouwen Goodshot.com: Business and EURO by Ludovic di Orio Corbis - Just Flags_RFCD 142 Image 100: Money Matters Casino Imagesource: Family Emotions Photo Alto: Business Details by Alix Minde Crowds by Frédéric Cirou Today Crowds by Frédéric Cirou Social Issues by Laurent Hamels Professional Practices by Laurence Mouton Patrick Boudry, Luc Genneret, Alexandre Pérard, Mátyás Fuzfa, NICC en SD P&O
3
De FOD Justitie Dag na dag bouwt de FOD Justitie aan een vertrouwensband met de burger. Door onze opdrachten met toewijding uit te voeren, willen wij bijdragen tot een rechtvaardigere samenleving. Om te slagen in zijn missie, vervult de FOD Justitie vijf kernopdrachten:
1. zorgen voor een efficiënte en voor iedereen begrijpelijke wetgeving
De FOD Justitie streeft ernaar eenvoudige en eenduidige wetteksten te maken of te herwerken. Zo kan iedere burger recht halen/doen gelden met kennis van zaken.
2. zorgen voor logistieke ondersteuning van de rechterlijke macht
De FOD ondersteunt de rechterlijke macht door middel van efficiënte instrumenten en procedures. Daarnaast wil de FOD Justitie het gerechtelijk apparaat stimuleren zichzelf te moderniseren tot een toegankelijke en efficiënte organisatie.
3. zorgen voor de correcte tenuitvoerlegging van de gerechtelijke beslissingen
Het is de opzet bij de uitvoering van de gerechtelijke beslissingen en opdrachten op evenwichtige wijze rekening houden met de belangen van de samenleving, het slachtoffer en de dader van het misdrijf.
4. de sociale dimensie integreren bij justitie en bij de informatieverstrekking aan de justitiabelen
Via een optimale informatieverstrekking willen wij ervoor zorgen dat de burger inzicht heeft in de werking van justitie en keuzes kan maken met kennis van zaken.
5. rekening houden met de internationale dimensie in de uitvoering van zijn opdrachten
De FOD kent een belangrijke plaats toe aan de internationale dimensie, zowel op wetgevend, gerechtelijk als uitvoerend vlak. Wij willen met name meewerken aan de ontwikkeling en toepassing van Europese normen en bovendien leren van buitenlandse expertise.
De FOD Justitie streeft ernaar op korte termijn een centre of excellence te worden in zijn bevoegdheidsdomeinen, zowel op nationaal als op internationaal vlak.
4
fod justitie
De directoraten-generaal worden verticale diensten genoemd. Ze zijn zo georganiseerd dat ze onafhankelijk fungeren binnen het hart van de FOD Justitie.
De stafdiensten noemen we dan weer horizontale diensten. Zij bepalen het beleid in hun specifieke domeinen en ondersteunen de andere diensten en directies met alles wat binnen hun competenties valt (logistiek, personeel, budgettaire en juridische ondersteuning, informatica, …).
at Veiligheid van de Staat NICC CC C
Minister
Commissies
Strafrechtelijk Beleid id d
Auditcomité
Interne audit
C omm m Commissie Hulp aan Sl llach h Slachtoffers van Opzettelijke G Gewe e Gewelddaden en O Occasionele Redders
Beleidsraad & Cel Beleidsvoorbereiding
Kansspelcommissie Kaansss Informatieen In nform m Adviescentrum inzake Ad dvie e Schadelijke Sektarische Schad Sc chad Organisaties O
Voorzitter & Directiecomité
Stafdienst Budget, Beheerscontrole en Logistiek
Diensten van de Voorzitter
Stafdienst Personeel en Organisatie (P&O)
Belgisch Staatsblad
Stafdienst ICT
Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie
Directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen
Directoraat-generaal Justitiehuizen
fod justitie
5
Voorzitter en directiecomité De FOD Justitie wordt geleid door een voorzitter met een mandaat van 6 jaar. Sinds 2002 bekleedt Alain Bourlet het voorzitterschap. Hij staat aan het hoofd van het directiecomité, waarin ook de directeurs-generaal van elk directoraat-generaal en de directeurs van elke stafdienst zitting hebben.
6
fod justitie
Het directiecomité definieert de strategie van de Federale Overheidsdienst en ziet toe op de uitvoering ervan. In concreto: ›› formuleert het directiecomité voorstellen om de werking van de FOD te verbeteren; ›› stelt het directiecomité voor elke dienst de begroting op en controleert het de uitvoering ervan;
›› stelt het directiecomité het personeelsplan
voor en ziet het toe op de realisatie ervan.
DG Rechterlijke Organisatie Het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie verstrekt de hoven en rechtbanken de nodige logistieke en materiële middelen met het oog op de goede werking van de diensten van de rechterlijke orde. Het directoraat-generaal zorgt eveneens voor het personeelsbeheer van de magistratuur, griffies en parketsecretariaten. Daarnaast ziet dit directoraat-generaal toe op de controle en betaling van de gerechtskosten in strafzaken, zorgt het voor het beheer van het centraal strafregister en werkt het mee aan de uitwerking van de wet- en regelgeving met betrekking tot de rechterlijke organisatie.
DG rechterlijke organisatie
7
Directie irectie P& O RO
Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie
Coördinatie en steundienst
Directie LOG & ICTT RO
Directie Specifieke Specifie Expertisecentr Expertisecentra
Afd Af deliin deli ng gM Mag ag gistr istrat ate en en Afdeling Magistraten Dienst Die Dien Di D en nsst Personeel P erso o RO
Dienst D Die en ns Gebouwen
SSte eundi Sl h ff en R h h l Steundienst Slachtoffers Rechtshulp
Dienst Dien Di D ens Opleiding RO Ople O e
D Di ien ns Materieel Dienst
D Die en Centraal Strafregister Dienst
JJuridische urid d Die D en ns Dienst
Dienst D Die Di en Budget RO
Dienst D Die Di ens Gerechtskosten
A Af fde del eli Personeel Afdeling
Dienst D Die Di en ICT
8
DG rechterlijke organisatie
Directie Logistiek en ICT RO
Directie Personeel
Dienst Gebouwen De justitiehuizen van Brussel (NL en FR), die gehuisvest waren in het gebouw op het Dillensplein, hadden reeds geruime tijd te kampen met plaatsgebrek. Een nieuwe, ruimere locatie was dan ook aan de orde. Er deed zich een opportuniteit voor in het gebouw op de Regentschapstraat 61-63, waar destijds de verdiepingen 1 tot en met 5 waren vrijgekomen (voormalige lokalen van het politie- en jeugdparket en de jeugdrechtbank). In totaal werd circa 4800 m² heringericht en opgefrist. De eigenaar-verhuurder (Cofinimmo) voorzag een lichte renovatie, herschikkingen van de burelen waren mogelijk en de technische installaties werden geüpdated. Na een renovatie van ongeveer 8 maanden was het gebouw instapklaar in mei 2008. De officiële inhuldiging was op 21 november 2008.
Start taalexamens nieuwe stijl Griffiers en personeelsleden van rechtbanken en hoven konden in 2008 deelnemen aan taalexamens nieuwe stijl. Tegelijk was deze organisatie een primeur voor de samenwerking tussen het DGRO en Selor. De taalexamens zullen voortaan ook 2 keer per jaar worden georganiseerd.
Naast de huisvesting voor de justitiehuizen kwamen er ook lokalen ter beschikking van de balie van Brussel (juridische tweedelijnsbijstand).
Bepaalde griffiers en personeelsleden van rechtbanken en hoven moeten volgens de taalwetgeving in gerechtszaken de kennis van de tweede landstaal kunnen aantonen. Die taalregeling werd weliswaar grondig herbekeken en aangepast aan de noden van de diensten. De directie Personeel stemde de taalselecties voor assistenten, deskundigen en griffiers beter af op de taalvereisten van de functies, en annuleerde ook de tweetaligheidvoorwaarden voor de medewerkers.
Benoemingen via nieuwe procedure 410 personeelsleden RO zijn benoemd via nieuwe benoemingsprocedure. Met de wet van 10 juni 2006 en het koninklijk besluit van 10 november 2006 kende de benoemingsprocedure voor de personeelsleden van de rechterlijke orde (niveau B, C en D) een grondige hervorming. Bij de eerste benoemingsronde, die van start ging in december 2007, werden bij de diverse rechtsmachten meer dan 700 plaatsen van het niveau C en D vacant verklaard. Deze benoemingsronde eindigde in april 2008 met de benoeming van 410 personeelsleden. Het grootste deel van deze personen werd benoemd in de griffies van de rechtsmachten van Brussel waar vanaf 1 december 2006 de taalvoorwaarden voor het niveau D waren afgeschaft.
Er zijn voortaan 2 niveaus in de taalexamens. Enerzijds is er de ‘grondige kennis’ die nodig is voor griffiers waar onder meer gepeild wordt naar de passieve en actieve kennis van juridische woordenschat. Anderzijds is er de ‘voldoende kennis’, nodig voor assistenten en deskundigen. Van de 172 deelnemers aan het examen ‘voldoende kennis’ slaagden er 84. Voor het examen ‘grondige kennis’ slaagden 5 deelnemers.
DG rechterlijke organisatie
9
Juridische Dienst Uitbreiding van de strafuitvoeringsrechtbanken De wet van 17 mei 2006 houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken vereiste binnen de rechtbanken van eerste aanleg de oprichting van kamers gespecialiseerd in de strafuitvoering, die uitspraak doen over de straffen van meer dan 3 jaar en de ermee verband houdende regels. Het aantal kamers was aanvankelijk vastgesteld op 6. Gelet op de werklast van deze kamers moest het aantal ervan worden opgevoerd. In 2009 zal het aantal 10 bedragen. Zo is een bijkomende kamer opgericht in het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen. Vanuit de optiek van een behoorlijke rechtsbedeling werd de opdeling van de penitentiaire inrichtingen tussen de verschillende strafuitvoeringsrechtbanken gewijzigd met het oog op een billijke verdeling van de werklast tussen de rechtbanken. Bijgevolg werd het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 2008. De uitbreiding van het aantal kamers in het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen vereiste een aanpassing van de personeelsformatie
10
DG rechterlijke organisatie
van de effectieve en plaatsvervangende assessoren teneinde te voorzien in het aantal assessoren dat nodig is voor de werking van deze kamer. Ook moest het aantal plaatsvervangers in het algemeen worden uitgebreid opdat alle strafuitvoeringsrechtbanken over een voldoende aantal plaatsvervangers zouden kunnen beschikken, omdat uit de praktijk bleek dat hun aantal ontoereikend was om de onbeschikbare plaatsvervangende assessoren op te vangen. Bijgevolg werd het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tevens gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2008. Nieuwe omzendbrief voor organisatie assisenjury Op 9 januari 2009 werd in het Belgisch Staatsblad de ministeriële omzendbrief gepubliceerd van 24 december 2008 betreffende het opmaken van de lijsten van gezworenen. Deze omzendbrief helpt de gemeenten en de provincies bij hun wettelijke verplichting om de 4 jaar de lijsten van gezworenen voor de hoven van assisen opnieuw op te stellen. Hij bevat duidelijke richtlijnen hoe de gemeenten praktisch te werk moeten gaan bij de loting en bij het inwinnen van inlichtingen van hun burgers om zo na te gaan welke burgers aan de wettelijke vereisten beantwoorden.
Daarnaast helpt de omzendbrief de gemeenten bij de toepassing van de taalwetgeving en verduidelijkt hij de wettelijke bepalingen. Tot slot vinden de gemeenten in de omzendbrief een aantal voorbeeldbrieven die zij in hun communicatie naar de burger kunnen gebruiken. Versterking van hoven van beroep en parkettengeneraal verlengd tot 2010 De tijdelijks kaders van raadsheren in de hoven van beroep en van substituten-generaal werden in 2008 verlengd tot december 2010. De wet van 22 december 2008 tot wijziging van de wetgeving betreffende de tijdelijke personeelsformaties bij de hoven van beroep en van de parketten-generaal bepaalde dat diverse wetten die in de tijdelijk versterking voorzien, langer in werking blijven. Het gaat om 33 plaatsen die waren toegekend aan de hoven van beroep en parketten-generaal. De versterking van de tijdelijke kaders werpt zijn vruchten af, zoals blijkt uit de werkingsverslagen van de verschillende hoven van beroep. Maar er is nog gerechtelijke achterstand bij de hoven van beroep. Bijkomend voordeel is dat alle wetten op de tijdelijke kaders (waarvan de werking voor sommige in 2008 afliep) nu eenzelfde einddatum krijgen.
Directie Specifieke Expertisecentra Centraal strafregister In 2008 heeft de dienst Centraal Strafregister verdere inspanningen geleverd ter verbetering van de internationale samenwerking inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken. In het kader van het proefproject Network of Judicial Records heeft de dienst Centraal Strafregister de onderlinge koppeling met twee lidstaten van de Europese Unie, de Republiek Tsjechië en Luxemburg, tot stand gebracht. Hij heeft eveneens actief deelgenomen aan de besprekingen binnen de Raad van Europa met het oog op de uitwerking van een voorstel voor kaderbesluit betreffende een Europese regeling inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister.
Dienst Gerechtskosten Er zijn 2 soorten gerechtskosten: de kosten uitbetaald door de griffie en de kosten uitbetaald door de dienst Gerechtskosten. Deze laatste vertegenwoordigen de kosten die verband houden met de strafrechtelijke expertise - de zogenaamde niet-dringende gerechtskosten – en die € 47 576 409,26 bedroegen in 2008. De dienst Gerechtskosten controleert en betaalt eveneens de internationale rogatoire commissies en de telefonie (gesprekken, identificaties, ...) voor een bedrag van € 24 045 667,28. De overige kosten (vertalers, tolken, getuigen, gezworenen, ...) worden uitbetaald door de griffie (dringende kosten) middels een vaste provisie die geverifieerd wordt door de dienst Gerechtskosten. De griffiekosten bedroegen € 33 494 277,08 in 2008.
De expertises waarvan het bedrag betwist wordt door de dienst Gerechtskosten kunnen leiden tot weigering van uitbetaling of een verminderde factuur van de deskundige. De dienst heeft het bedrag van 320 expertises naar beneden herzien (i.e. een totale vermindering met € 383 104,62). De deskundige kan de beslissing van de administratie betwisten voor de commissie van de gerechtskosten, die samengesteld is uit 2 magistraten en een deskundige-verslaggever. 210 beroepen werden ingediend. De commissie speelt een cruciale rol bij de correcte toepassing van de regelgeving. In 2008 heeft de commissie 134 beslissingen gewezen die in de meeste gevallen een bevestiging vormden van de verminderingen die de dienst Gerechtskosten had vastgesteld. Op basis van deze met redenen omklede beslissingen kon € 341 604,62 worden bespaard op het budget voor de gerechtskosten.
Contact DG Rechterlijke Organisatie Waterloolaan 80 1000 Brussel Tel.: 02 552 26 03 Fax: 02 552 27 68 E-mail:
[email protected]
DG rechterlijke organisatie
11
FOCUS Logistieke organisatie van grote processen: het proces Gellingen en proces Habran De dienst Gebouwen heeft er ook in 2008 voor gezorgd dat een aantal grote en uitzonderlijke processen in optimale omstandigheden konden plaatsvinden. Zo bracht de verhuis van de rechtbank van eerste aanleg van Doornik naar TournaiExpo in de zaak Gellingen de oplossing voor het groot aantal betrokken partijen. De 22 verdachten, de 555 burgerlijke partijen en hun advocaten moesten immers achter gesloten deuren de raadkamer kunnen bijwonen. Daarom liet de dienst Gebouwen, in samenwerking met de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Doornik, een deel van de grote expohall omvormen tot een 1100 m² grote zittingzaal. Er werd onder andere gezorgd voor slachtofferonthaal, een aangepaste sfeer, een materiële en akoestische isolatie en vooral voor het gesloten karakter dat het goede verloop van zittingen kenmerkt.
12
DG rechterlijke organisatie
Voor de akoestische isolatie werd besloten gebruik te maken van een systeem van hoofdtelefoons op basis van infraroodtechniek. De verschillende sprekers gebruikten micro’s, en de inhoud van de debatten werd verzonden via antennes in de zittingzalen naar de individuele koptelefoons. Bij het proces Habran, koos de dienst LOG en ICT voor de bestaande zaal van het hof van assisen. Wel werd de zaal grondig herschikt. De nieuwe inrichting van de zaal kwam loodrecht te staan op de klassieke en er kwam een nieuw verhoog voor de beklaagdenbanken, de jurybox en het hof. De hele nieuwe inrichting genoot van nieuw meubilair.
Daarnaast werd extra geïnvesteerd in technische mogelijkheden en in veiligheidsuitrusting. Zo is er een speciaal perslokaal waar journalisten via 3 schermen het proces konden volgen. Voor het publiek, dat buiten de assisenzaal moest blijven, werden 3 grote schermen geïnstalleerd in de grote hal van het gerechtsgebouw. Drie camera’s in de zaal zorgden voor de beelden. Magistraten konden dan weer beschikken over draagbare computers met daarop het dossier. Om de veiligheid te verhogen, kwamen er 3 metaaldetectoren en een röntgenstraaltunnel.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden Het directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden adviseert de minister van Justitie inzake burgerlijk recht, strafrecht, rechten van de mens, erediensten en vrijzinnigheid. De voornaamste opdrachten van het directoraatgeneraal zijn: ›› voorbereiding van de nationale, internationale en Europese wetgeving: •• in burgerlijke zaken, daaronder begrepen burgerlijk recht, handelsrecht en gerechtelijk recht; •• inzake strafrecht en strafprocesrecht;
La direction générale des Établissements pénitentiaires (EPI) est responsable de l’exécution des peinesrechten et mesures de liberté. Elle agit •• inzake van privatives de mens, daardans le strict respectbio-ethiek de la légalité, onder begrepen en garantit la sécurité de la société, du personnel et des détenus gegevensbescherming; en la dignitéophumaine et agit dans un inzake politierecht gerechtelijk niveau; •• respectant de justice réparatrice. En s’appuyant ›esprit › praktische toepassing van het burgerlijk sur son expertise, cette en direction générale rend également recht (naamsvoornaamsverandering, des avis dans leinternationale domaine pénitentiaire. nationaliteit, wederzijdse rechtshulp in burgerlijke zaken, Lakinderontvoeringen, direction générale EPI est composée voogdij over niet-d’une administration centrale etvreemdelingen, de services extérieurs begeleide minderjarige comprenant l’ensemble des établissements erkenning van buitenlandse adopties, …) pénitentiaires. L’administration centrale assure en het strafrecht (onder meer uitleveringen, notamment le contrôle overbrenging et l’encadrement rogatoire commissies, vandes services extérieurs, le traitement des dossiers veroordeelde personen);
individuels des détenus et la gestion du personnel. Les prisons assurent l’exécution des peines et des privatives de liberté. en bilaterale onderhandelingen ›mesures › multilaterale Leover corps de sécurité, qui est chargé du transfert juridische teksten inzake burgerlijk recht, des détenus, faiten également partie de cette direction strafrecht rechten van de mens; ›générale. › vertegenwoordiging van de Belgische Staat bij de internationale controlemechanismen inzake de rechten van de mens, rol van nationale autoriteit en verbindingsambtenaar voor het Europees comité ter voorkoming van foltering, coördinatie van de verslagen over de toepassing van de verdragen inzake de rechten van de mens in België; ›› erkenning van de erediensten, machtiging van giften en legaten aan rechtspersonen, wanneer vereist, en erkenning van stichtingen van openbaar nut en internationale verenigingen.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
13
Secretariaat
Directeur-generaal
Managementondersteuning van het directoraat-generaal
Coördinatiedienst Internationaal Recht
Kennis-, Processen- en Informatiemanagement
Directie rectie I Personenrecht onenrecht
Dien Dienst D n Familierecht en Burgerlijke Stand e nB Dien Di n Nationaliteitsrecht Dienst Dien n Naams- en Voornaamsverandering Dienst Dienst Dien n Internationale Adoptie Dien n Voogdij voor Dienst de N Niet-begeleide Minderjarige V Vree Vreemdelingen Centt Centrale C Autoriteit Rechtshulp in Burgerlijke Zaken R Rech h
14
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
Directie II Contractenrecht, Handelsrecht en Burgerlijk Procesrecht, Erediensten en Vrijzinnigheid
Dien D n Handelsrecht en Dienst Re R ch h Rechtspersonenrecht D Dien i n Erediensten en Vrijzinnigheid Dienst Dien D iien n Burgerlijk Vermogensrecht Dienst
Directie III Strafrecht en Rechten van de Mens
Die Dienst Beginselen van Strafrecht en SStrafprocesrecht Die n Bijzondere Inbreuken Dienst en P Procedures C Cen Centrale n Autoriteit Internationale Samenwerking in Strafzaken Sam m Die Di n Rechten van de Mens Dienst
Dienst Burgerlijk Procesrecht Dien Die Internationaal Humanitair Recht Dienst Federale FFed d Wapendienst Dienst Europees Strafrecht
DIRECTIE I Dienst Familierecht en Burgerlijke Stand – WL 11 De belangrijkste wetgevende activiteiten van deze dienst waren gewijd aan: ›› afwezigheid Artikelen 71 en 72 van de wet van 8 juni 2008 over diverse bepalingen die bekend zijn gemaakt in het BS van 16 juni 2008, houden een wijziging in van de wet van 9 mei 2007. (De wet van 9 mei 2007 wijzigt diverse bepalingen betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden.) Deze wijziging heeft betrekking op de overgangsbepalingen van voornoemde wet. ›› transseksualiteit Een circulaire van 1 februari 2008, bekendgemaakt in het BS van 20 februari 2008, met betrekking tot de wet over de transseksualiteit, werd uitgevaardigd door de minister van Justitie om de ambtenaren van de burgerlijke stand te informeren over de draagwijdte van de bepalingen van de voornoemde wet die zij moeten toepassen bij de uitoefening van hun functie. ›› aangifte van geboorte Een circulaire van 3 november 2008, bekendgemaakt in het BS van 2 december 2008, over de aangifte van geboorte in de kraamkliniek, werd uitgevaardigd door de minister van Justitie om de ambtenaren van
de burgerlijke stand te informeren over de aangifte van geboorte in de kraamkliniek die zij moeten toepassen bij de uitoefening van hun functie.
Dienst Nationaliteitsrecht – WL12 Vanaf 24 april 2008 is de mogelijkheid voor een Belgisch onderdaan om de nationaliteit van een ander land te verkrijgen zonder de Belgische nationaliteit te verliezen op wetgevend vlak volledig verwezenlijkt. Dit op grond van het KB van 23 april 2008. Voorts heeft de dienst de minister een uitvoerig verslag overgemaakt over de problemen die opduiken bij de toepassing van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN). Op grond van dat verslag, en rekening houdend met de doelstellingen in het regeerakkoord van 18 maart 2008 over het verkrijgen van de nationaliteit op neutralere en objectievere basis, heeft de dienst een wetsontwerp uitgewerkt. Dit wetsontwerp betracht een grondige hervorming van het WBN, zowel wat de voorwaarden, de begrippen als de procedures betreft. In het kader van de individuele dossiers behandelde de dienst verschillende dossiers. De meest opvallende vaststellingen daarbij zijn: ›› tal van betwistingen hadden betrekking op de toepassing van artikel 12 van het WBN, dat de
voorwaarden bepaalt waardoor aan een kind de nationaliteit van zijn ouders kan worden toegekend als gezamenlijk gevolg; ›› net als de voorgaande jaren moest de dienst veel dossiers behandelen in verband met de toepassing van artikel 10 van het WBN, dat voorziet in de toekenning van de Belgische nationaliteit aan staatloze minderjarigen; ›› de dienst heeft ook richtlijnen opgesteld in bepaalde principedossiers, in het bijzonder de dossiers met betrekking tot Brazilië; ›› de dienst behandelde tal van Afrikadossiers; ›› de indiening van de documenten die vereist zijn in het kader van de procedures tot verkrijging van de nationaliteit blijft geregeld voor problemen zorgen; ›› doorgaans dient zich voor de meeste dossiers inzake de verkrijging van de nationaliteit een correcte toepassing van het vreemdelingenrecht op (behalve het wettelijk verblijf ) als onvermijdelijke voorwaarde om een oplossing te vinden. Op internationaal vlak ten slotte zorgde de dienst voor de follow-up van de werkzaamheden van het comité van deskundigen inzake de nationaliteit van de Raad van Europa met het oog op de uitwerking van een ‘ontwerp van aanbeveling over de nationaliteit van kinderen’.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
15
Dienst Naams- en voornaamsverandering – WL13 2008 kende een opmerkelijke stijging met 14,6 % van het aantal ingediende verzoeken ten opzichte van het voorgaande jaar. Aan Franstalige kant werd verzet aangetekend tegen een besluit tot naamsverandering. Er zijn ook 3 beroepen tot nietigverklaring tegen weigeringsbeslissingen inzake naamsverandering ingediend bij de Raad van State. Aan Nederlandstalige kant zijn 2 beroepen tot nietigverklaring ingediend bij de Raad van State.
Aantal aanvragen tot wijziging van de naam/voornaam 2007
Enkel familienaam
Enkel voornaam
Naam en voornaam
N
314
347
49
F
259
296
52
Totaal
573
643
101
Algemeen totaal in 2007: 1317 dossiers Aantal aanvragen tot wijziging van de naam/voornaam 2008
Enkel familienaam
Enkel voornaam
Naam en voornaam
N
325
360
45
F
347
373
93
Totaal
672
733
138
Algemeen totaal in 2008: 1543 dossiers
Dienst Internationale Adoptie – WL14 Op nationaal niveau In de loop van dit jaar ontving de dienst Internationale Adoptie 423 geschiktheidvonnissen in het Nederlands, 348 in het Frans en 4 in het Duits, die vervolgens toegezonden werden aan de respectievelijke bevoegde gemeenschappen. De dienst erkende en/of registreerde 450 adopties (361 door de gemeenschappen begeleide adopties en 89 niet-begeleide adopties). Het merendeel van de
16
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
begeleide adopties is gebeurd in Ethiopië (144), Kazachstan (62) en China (62). De dienst weigerde de erkenning van 102 adopties (hoofdzakelijk niet-begeleide adopties) en stond in voor de follow-up van 15 nieuwe beroepen die in 2008 zijn ingediend tegen zijn beslissingen. Ten slotte heeft de dienst 407 overschrijvingen van adopties of van vonnissen tot omzetting van adopties ontvangen en toegezonden aan de gemeenschappen.
De wet van 28 oktober 2008 geeft de dienst de opdracht de verlenging van de geschiktheidvonnissen te bekrachtigen na toetsing aan bepaalde wettelijke voorwaarden. Sinds de inwerkingtreding van deze wet (13 november 2008) heeft de dienst 23 verlengingsattesten afgeleverd in 2008.
Op internationaal niveau In het kader van een zending verbleef de dienst gedurende een week in Congo om meer inzicht te krijgen in de problemen die verband houden met de dossiers inzake erkenningsaanvragen. De Europese overeenkomst over adoptie van kinderen werd ondertekend op 1 december 2008. De adoptierubriek op de website van de FOD is uitgebreid en kan rechtstreeks geraadpleegd worden via www.just.fgov.be/adoptie. De statistieken van de dienst worden maandelijks bijgewerkt.
Dienst Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen – WL15 In 2008 heeft de dienst Voogdij gereageerd op 2826 meldingen, wat overeenstemt met 1884 personen die verklaarden minderjarige vreemdeling te zijn. Over een periode van 12 maanden zijn 406 medische tests tot vaststelling van de leeftijd uitgevoerd en 785 voogdijen toegekend. Eind 2008 waren er 1596 actieve voogdijen.
In de loop van dezelfde periode zijn vier voogden toegevoegd aan de voogdenlijst. Er zijn 193 actieve voogden en 200 niet-actieve voogden. Het aantal particuliere voogden bedraagt 176 voor 1206 lopende voogdijen. Het aantal werknemers-voogden bedraagt 17 voor 390 lopende voogdijen. Voor 2008 moet ook melding worden gemaakt van de volgende activiteiten: ›› de actieve voogden volgden een opleidingsprogramma van 5 dagen, gericht op de benadering van de minderjarige en op netwerking. Deze opleidingen werden georganiseerd in samenwerking met de vzw Solentra, gespecialiseerd in de psychologische opvang van minderjarige vreemdelingen; ›› naar aanleiding van de organisatie van een dag in het teken van de formele bepaling van het belang van het kind in 2007 werd de blauwdruk van het verslag van de voogden aangepast om een grote participatie van de minderjarige en de formele bepaling van zijn belang te garanderen; ›› voorts is de vertrouwelijkheidsplicht grondig geanalyseerd, wat in de nabije toekomst zou moeten leiden tot de publicatie van richtlijnen inzake deontologie.
Centrale Autoriteit Rechtshulp in Burgerlijke Zaken – WL16 Internationale kinderontvoeringen: Het federale aanspreekpunt Internationale Kinderontvoeringen (FAP, opgericht op 1 januari 2005) heeft in 2008 zijn werkzaamheden voortgezet in het kader van zijn opdracht: ›› Centralisatie en verspreiding van alle
eerstelijnsinformatie: In dit kader is het FAP: •• overgegaan tot een herziening van zijn informatiebrochure in samenwerking met zijn partners (gerechtelijke overheden, FOD Buitenlandse Zaken en Child Focus). Deze brochure verschijnt in de loop van het eerste trimester van 2009; •• gestart met de aanpassing van de website (www.just.fgov.be, rubriek ‘Justitie van A tot Z’, lemma ‘Internationale kinderontvoeringen’); •• overgegaan tot de herziening van de interne werking van zijn telefonische permanentie (7 dagen op 7, 24 uur op 24, inclusief weekends en feestdagen).
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
17
›› Beheer van de individuele dossiers
Het aanspreekpunt behandelde 145 nieuwe individuele dossiers inzake internationale kinderontvoering, wat een gevoelige stijging betekent ten opzichte van de voorgaande jaren: Frankrijk (27 gevallen), Nederland (19), Italië (8), Spanje, Polen en Portugal (7), Duitsland (6), Verenigd Koninkrijk (5). Het sloot 98 dossiers “s-Gravenhage’ af op basis van dossiers die sinds 2005 geopend waren. Het stond 102 ouders bij met advies, via lijn 67 00 (102 telefoongesprekken), preventie (35 gesprekken), mailbox (12) en telefonische permanentie (30). Daarnaast stond het ook in 20 gevallen behoeftige ouders financieel bij in het kader van de terugkeer van het kind (7) of het omgangsrecht (13). ›› Psychologische steun aan families
De psycholoog is opgetreden in 48 nieuwe individuele dossiers: ondersteuning van de ouders-slachtoffers, gesprek met de juristen, follow-up van de terugkeer en daarna, voorbereiding van een ouder op de uitoefening van het omgangsrecht, deelname aan coördinatievergaderingen, deelname aan de organisatie van een internationale bemiddeling, doorverwijzing van ouders naar andere specifieke hulp, …
18
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
›› Financiële steun
In 2008 besteedde het fonds ongeveer € 15 600 aan de ondersteuning van bepaalde ouders bij de repatriëring van hun kind, de uitoefening van het omgangsrecht, … Voorts belegde het FAP 6 vergaderingen met zijn partners (gerechtelijke overheden, FOD Buitenlandse Zaken en Child Focus) om de coördinatie van de verschillende acties te verzekeren. In dat verband werd een groep statistiek opgericht die meer dan eens samenkwam om gezamenlijke criteria voor de verwerking van statistieken te bepalen.
Er kwamen maatregelen om deze in 2009 nog gerichter te maken. Op 28 april 2008 vond er opnieuw een ontmoeting plaats met een dertigtal ouders die slachtoffer zijn van kinderontvoeringen. Die ontmoetingen gebeuren op regelmatige basis.
Internationale wederzijdse rechtshulp in burgerlijke zaken Betekening en kennisgeving van burgerlijke akten
562 dossiers
Rogatoire commissie, verkrijging van bewijsmateriaal
67 tot 70 dossiers
Rechtshulp
47 dossiers
Inning van de onderhoudsverplichtingen
185 dossiers
DIRECTIE II Dienst Burgerlijk Vermogensrecht – WL21 Op internationaal vlak zorgde de dienst voor de follow-up van de recente werkzaamheden die geleid hebben tot de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I). De dienst volgde ook de werkzaamheden in verband met het ontwerp van wijziging van de verordening inzake de arbitrage van de UNCITRAL. Op nationaal vlak heeft de dienst bijgedragen tot de uitwerking van de volgende teksten: ›› 25 juli 2008: wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de rijkscomptabiliteit met het oog op het stuiten van de verjaring van de vordering tot schadevergoeding ten gevolge van een beroep tot vernietiging bij de Raad van State; ›› 18 juli 2008: wet tot wijziging van de wetgeving wat betreft de wijziging van het huwelijksvermogensstelsel zonder tussenkomst van de rechtbank en tot wijziging van artikel 9 van de wet van 16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt; ›› 18 juni 2008: wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft de procedure inzake bepaalde huurgeschillen; ›› 17 juni 2008: wet tot wijziging van artikel 1597 van het Burgerlijk Wetboek;
De dienst treedt op als centrale autoriteit voor België in het kader van de toepassing van richtlijn 93/7/EEG van de Raad betreffende de teruggave van de cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht. Daartoe heeft de dienst de contacten met de Belgische instellingen nieuw leven ingeblazen met het oog op een optimale follow-up van de Europese procedure ter zake.
›› 23 april 2008: wet tot wijziging van artikel 587
van het Burgerlijk Wetboek. De dienst leverde verder een bijdrage aan de analyse van tal van wetsvoorstellen. Meer bepaald via de opmaak van juridische nota’s en door aanwezig te zijn in de parlementaire commissie. De dienst zorgt voor de follow-up van de werkzaamheden van de parlementaire commissie, die een diepgaande hervorming van het recht betreffende de mede-eigendom moet bewerkstelligen.
Individuele dossiers: machtiging van schenkingen en legaten
Totaal
Nederlands
Frans
Aantal ontvangen dossiers in 2008
257
115 (45 %)
142 (55 %)
Aantal machtigingen in 2008
236
113 (48 %)
123 (52 %)
2007
2008
Tendens
Aantal ontvangen dossiers
223
257
stijging van 15 %
Aantal machtigingen
232
236
stijging van 2 %
Vergelijking 2007- 2008
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
19
Dienst Handelsrecht en Rechtspersonenrecht – WL22 De belangrijkste realisaties van de afdeling Wetgeving van deze dienst zijn: ›› omzetting van de tiende richtlijn vennootschapsrecht – grensoverschrijdende fusie; ›› omzetting van de gewijzigde tweede richtlijn vennootschapsrecht – beschermd kapitaal; ›› omzetting van de gewijzigde derde en zesde richtlijn vennootschapsrecht – nationale opsplitsing en fusie; ›› omzetting van de vierde en zevende richtlijn vennootschapsrecht – corporate governance en gouden parachute; ›› ontwerp van wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen (vernieuwd gerechtelijk akkoord); ›› verscheidene bijdragen tot wetten houdende diverse bepalingen (vzw, KBO enz.); ›› verschillende wijzigingen in het uitvoeringsbesluit van het Wetboek van Vennootschappen van 30 januari 2001 en in de boekhoudkundige koninklijke besluiten bij de wet van 20 juni 1921 betreffende de vzw’s.
20
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
Binnen de cel vzw – stichtingen van de dienst werd het volgende gedaan:
350
80
300
Oprichtingen ivzw's
250
Wijzigingen ivzw's
200
Totaal
70
Oprichtingen stichtingen
60
Wijzigingen stichtingen
50
Totaal
40 150
30
100
20
50 0
10 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
De terugval die voor 2006 voor de stichtingen was voorspeld, heeft zich dan toch doorgezet, hoewel de cijfers toch nog steeds op een aanzienlijk hoger niveau liggen dan voor de wetswijziging van 2005 (bijv. stichtingen oprichtingen 2004 ➝ 6, 2008 ➝ 27; ivzw oprichtingen 2004 ➝ 100, 2008 ➝ 123). Desalniettemin valt op dat de stichtingen zich op een zelfde hoger niveau als voor de wetswijziging gestabiliseerd hebben.Hetzelfde kan ook over de ivzw’s over de laatste jaren gezegd worden.
Dienst Burgerlijk Procesrecht – WL23 Op nationaal niveau was de dienst betrokken bij de uitwerking van de volgende in 2008 goedgekeurde teksten: ›› 24 juli 2008: wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het instellen van een immuniteit van tenuitvoerlegging ten overstaan van tegoeden van buitenlandse centrale banken en internationale monetaire autoriteiten; ›› 9 december 2008: wet tot invoeging van een artikel 1067bis in het Gerechtelijk Wetboek; ›› 1 juni 2008: wet tot wijziging van artikel 682 van het Gerechtelijk Wetboek; ›› 1 juni 2008: wet tot invoeging van een artikel 682bis in het Gerechtelijk Wetboek.
De dienst heeft deelgenomen aan de denkronde over de hervorming van het Beneluxgerechtshof en over het informatiseringsproject van Justitie. De dienst vertegenwoordigde de minister van Justitie binnen het bijzonder EBA-college. Dat moet beslissen over de beroepen die belastingplichtigen hebben ingesteld tegen de beslissingen van de kredietinstellingen en de verzekeringsondernemingen.
De dienst heeft meegewerkt aan verschillende voorontwerpen van wet, die momenteel worden aangenomen: ›› voorontwerp van wet tot instemming met het internationaal verdrag van 1996 inzake de aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in verband met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, gedaan te Londen op 3 mei 1996; ›› oprichting familierechtbank; ›› invoering collectieve rechtsvordering.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
21
Dienst Erediensten en Vrijzinnigheid – WL24 De dienst heeft naast zijn gebruikelijke opdrachten (sociaal secretariaat van de erediensten en de vrijzinnigheid voor meer dan 3300 bedienaars van de erediensten en afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad, wetgevende zaken van de dienst en financiële aspecten) in het bijzonder meegewerkt aan: ›› Follow-up van het dossier Executief van de Moslims van België (EMB) Het gaat om het vanuit federaal oogpunt bekeken beheer van de crisis waarin het EMB begin 2008 verviel en om de invoering van de voorwaarden voor de erkenning (koninklijk besluit van 9 mei 2008) van een nieuw executief als representatief orgaan van de islamitische eredienst. Nog meer dan in het verleden was het de bedoeling een deskundige inbreng te leveren zowel op het vlak van de erediensten, als op het budgettaire, financiële en administratieve vlak met het oog op de voortzetting van de rol van het Executief van de Moslims van België als representatief orgaan bij de overheid.
22
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
›› Boeddhisme
›› Oprichting van de hervormingscommissie
Op grond van de wet van 24 juli 2008 betreffende diverse bepalingen werd de samenwerking uitgebouwd met de Boeddhistische Unie van België. Bedoeling was een koninklijk besluit voor te bereiden tot toekenning van een eerste subsidie die bedoeld is voor de structurering van de vertegenwoordiging van het boeddhisme bij de Belgische overheid. Daarnaast was de samenwerking ook goed voor de verdere voorbereiding van de eventuele erkenning van deze niet-confessionele levensbeschouwing. ›› Parochieassistenten van de katholieke eredienst Binnen de katholieke eredienst werd in 2008 de bespreking inzake het vereiste aantal parochieassistenten voortgezet. Uiteindelijk werd besloten de uitdovende formatie met 40 eenheden uit te breiden. Vervolgens kwamen er verdere gesprekken met de katholieke eredienst over de noodzaak om het uitdovend karakter van deze formatie, in het licht van het slinkend aantal roepingen, af te schaffen, en om de functie van parochieassistent in te voegen in de wet van 1974 (houdende de nomenclaturen van de verschillende ambten ten laste van de schatkist). Deze laatste elementen konden gerealiseerd worden in het kader van de programmawet van 22 december 2008.
Aansluitend op de werkzaamheden van de commissie van wijzen heeft de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid een bijdrage geleverd aan de oprichting van een hervormingscommissie. Dit met het oog op de invoering van een eenvormige wetgeving inzake erkenning en financiering van de erkende erediensten en van de nietconfessionele gemeenschap van België, en met het oog op de opleiding van de bedienaars van erediensten en hun statuut. De dienst verzorgt eveneens het secretariaat van deze commissie. ›› Follow-up van het samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap De dienst verzorgt het secretariaat en het voorzitterschap van de Informatie- en Overlegcommissie die is opgericht in het kader van het samenwerkingsakkoord van 27 april 2004. De dienst ziet toe op het goede verloop van de geplande vergaderingen en op de voortzetting van efficiënt overleg tussen de verschillende beslissingsniveaus die bevoegd zijn inzake de temporaliën van de erediensten.
DIRECTIE III Dienst Beginselen van Strafrecht en Strafprocesrecht – WL 31 Op internationaal vlak heeft deze dienst de bekrachtiging voorbereid van het aanvullend Protocol 191 bij het verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie (Straatsburg 2003). De dienst heeft tegelijk via een lezing deelgenomen aan de 5th European forum for restorative justice conference. De dienst heeft meegewerkt aan het programma Twinning light Slovakia en deelgenomen aan de verdediging van het verslag voor het Committee Against Torture (november 2008). Wat de Greco (Groep van Staten tegen Corruptie, Raad van Europa) betreft, trad de dienst op als organisator van en deelnemer aan een evaluatiebezoek van de Greco in het licht van de derde cyclus (strafbaarstelling van corruptie en financiering van de politieke partijen en de verkiezingsuitgaven). Op nationaal vlak had de dienst een inbreng in de wetten betreffende diverse bepalingen van 8 juni 2008, en de uitwerking van verschillende KB’s tot uitvoering van de wet over de externe rechtspositie. Daarnaast heeft de dienst verscheidene teksten voorbereid in het kader van de wet over diverse bepalingen inzake justitie (verzet, voorlopige hechtenis, …).
Andere wetteksten waaraan wordt gewerkt, hebben betrekking op het Wetboek van sociaal strafrecht, de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen, de toegang tot een dossier, de hervorming van het hof van assisen, DNA, de minnelijke schikking, de wijziging van de wet betreffende de externe rechtspositie van de gedetineerde, de kamer van inbeschuldigingstelling die beslist over de zaak ten gronde, …
Dienst Bijzondere Inbreuken en Procedures – WL32 In 2008 was de dienst voornamelijk actief in het kader van: ›› drugs: de erkenning van de laboratoria inzake het rijden onder invloed; ›› expertisenetwerk van het college van procureurs-generaal: effectieve participatie aan de verschillende expertisenetwerken van het college van procureurs-generaal; ›› terrorisme: •• afronding van de dossiers inzake de bekrachtinging van de verdragen over het nucleaire terrorisme en de witwassing en de financiering van het terrorisme; verzending van deze dossiers naar Buitenlandse Zaken; •• een bijdrage tot de gezamenlijke EU-actie tegen piraterij op zee; ›› gedwongen verdwijningen: afronding van het dossier inzake de bekrachtiging van het verdrag over gedwongen verdwijningen;
›› corruptie: voorstelling van het
evaluatierapport in aansluiting op de aanbevelingen van de OESO in het kader van de evaluatie van België in 2005; ›› Prüm: integratie van het verdrag van Prüm binnen de EU en voorbereiding van de toepassing ervan in België (in het bijzonder de uitwisseling van gegevens, DNA); ›› jeugdbescherming: voorbereiding van een herziening van de basiswet ter zake, op basis van een wetgevingstechnische hervorming, en van oplossingen voor de problemen die zich voordoen; ›› mensenhandel: voltooiing van een wetsontwerp betreffende de opdrachtgevers; ›› kansspelen: deelname aan de EUwerkzaamheden met betrekking tot de controle op de kansspelen alsook de opmaak en bekendmaking van 3 technische koninklijke besluiten; ›› bijzondere opsporingstechnieken: opmaak van een ontwerp van herstelwet ingevolge de arresten van het Grondwettelijk Hof en oplossing van technische problemen bij de uitwerking ervan; ›› DNA: opmaak van een wetsontwerp tot herziening van de basiswetgeving ter zake; ›› aftappen van telecommunicatie: opmaak van een wetsontwerp en van 2 koninklijke besluiten betreffende het aftappen van telecommunicatie en de samenwerking van de operatoren.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
23
Centrale Autoriteit Rechtshulp in Strafzaken – WL 33 Op conceptueel vlak heeft de dienst het volgende gedaan: ›› Democratische Republiek Congo: ontwerpen van het verdrag betreffende rechtshulp en van het verdrag betreffende overbrenging, gedaan te Kinshasa op 15 mei 2008; ›› Dominicaanse Republiek: ontwerp van het verdrag betreffende overbrenging, gedaan te Santo Domingo op 9 oktober 2008.
Op operationeel vlak is er in 2008 een toename van het aantal behandelde dossiers, zoals blijkt uit onderstaande tabel: aard van de dossiers
2007
2008
130
100
3200
3667
80
171
6
13
63
104
Europese aanhoudingsbevelen
637
588
Betekening van akten
286
618
19 865
23 378
Overname van strafuitvoering
8
13
Overname van strafvervolging
128
108
3
6
Vrijwillige overbrengingen
133
165
Tijdelijke overbrengingen
10
13
24 549
28 944
Uitleveringen Ambtelijke opdachten Aanvragen om inlichtingen Verbeurdverklaringen Overbrengingen zonder akkoord
Verkeer
Bewaking
totaal
24
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
Dienst Rechten van de Mens – WL34 Op internationaal niveau In 2008 ontving de dienst Rechten van de Mens 33 nieuwe individuele verzoekschriften die tegen de Belgische staat zijn ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg. Er zijn meer verzoeken om dringende en voorlopige maatregelen, namelijk 9. In de loop van datzelfde jaar heeft het Hof 18 arresten en beslissingen tegen België gewezen. De dienst werd aangewezen als verbindingsambtenaar bij de Europese Commissie tegen racisme en onverdraagzaamheid (ECRO) die in september 2008 een bezoek bracht aan België. Er kwam een aanvullend verslag met aanpassingen aan het vorige verslag en als voorbereiding van het bezoek van de Commissie. De dienst nam ook deel aan verschillende werkgroepen. Zo nam hij op het niveau van de Raad van Europa deel aan de werkzaamheden rond de multiculturele samenleving, de bevordering en bescherming van mensenrechtenactivisten, de strijdkrachten, de procedure ter verbetering van de rechten van de mens voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens en de Stuurgroep Mensenrechten.
Op het niveau van de Europese Unie maakte hij deel uit van de multidisciplinaire groep rond de georganiseerde criminaliteit (kaderbesluit over de bescherming van de gegevens binnen de derde pijler), de ad-hocgroep Fundamentele Rechten, Working Party Europol en het Europees bureau voor de grondrechten. De dienst heeft veel geïnvesteerd in het kader van de rapportage. Nieuwe verslagen werden gecoördineerd en tal van verslagen werden voorgesteld aan de comités. In die context zijn de verslagen over het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en over het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind alvast vermeldenswaard. Voorts werden aanvullende verslagen gecoördineerd en voorgesteld aan de VN-comités: ›› verslag CEDAW (verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie jegens vrouwen) – oktober 2008; ›› verslag CAT (verdrag ter voorkoming van foltering) – november 2008; ›› verslag CERD (verdrag over de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie) – februari 2008.
Voorts stond de dienst in voor de voorbereiding van het bezoek van de Europese commissaris voor de rechten van de mens (december 2008) en van het bezoek van het Europees comité ter voorkoming van foltering (gepland in 2009). Op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens zijn verschillende dossiers hangende bij de Europese Unie: ›› een voorstel tot kaderbesluit van de Raad met betrekking tot de aanwending van de passagiersdossiers (Passenger Name Record – PNR) voor repressieve doeleinden ligt thans op de onderhandelingstafel binnen de multidisciplinaire groep (MDG) van de Raad, en dat in samenwerking met de dienst Coördinatie Internationaal Strafrecht; ›› een memorandum of understanding tussen België en het secretariaat van de Raad over de aanmaak van een expertisegegevensbank voor het civiele crisisbeheer verkeert thans in een onderhandelings- en opmaakfase, en gebeurt in samenwerking met de dienst Internationale Betrekkingen.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
25
Op nationaal niveau De dienst is opnieuw gestart met de uitwerking van het vierde jaarverslag van de regering aan het federale parlement over de toepassing van het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind. Er is gestart met een raadpleging betreffende de bekrachtiging van Protocol 12 bij het EVRM. Nadat België op 31 maart 2007 het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap had ondertekend, heeft de dienst Rechten van de Mens samen met Buitenlandse Zaken de ratificatieprocedure van dit instrument opgestart. Deze wordt eerstdaags bij het federale parlement ingediend.
Dienst Internationaal Humanitair Recht – WL35 Op internationaal normatief vlak is de dienst gestart met onderhandelingen over verschillende bilaterale akkoorden voor versterkte samenwerking met internationale strafgerechten en straftribunalen: ›› akkoord inzake de getuigenbescherming in Afrika, met het Internationaal Strafgerechtshof; ›› akkoord inzake de tenuitvoerlegging in België van veroordelingen uitgesproken door het Internationaal Strafgerechtshof; ›› akkoord inzake de getuigenbescherming met het Speciaal Tribunaal voor Sierra Leone; ›› akkoord inzake de tenuitvoerlegging in België van veroordelingen uitgesproken door het Speciaal Tribunaal voor Sierra Leone. Op nationaal normatief vlak is de dienst gestart of voortgegaan met de studie van wetswijzigingen. Meer bepaald met betrekking tot de bestraffing van het negationisme en van het oneigenlijk gebruik van beschermende emblemen in geval van gewapende conflicten; bepaalde aspecten van de samenwerking met de internationale straftribunalen; de regels voor de bescherming van bedreigde getuigen; de specialisatie van onderzoeksrechters in internationaal humanitair recht en de aanwijzing van Belgische kandidaten als rechter bij het Internationaal Strafgerechtshof.
26
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
De justitiële samenwerking met de internationale straftribunalen en strafgerechten van andere staten werd nog opgevoerd ten opzichte van voorgaande jaren. Zo kreeg de dienst in 2008 bijvoorbeeld 85 nieuwe verzoeken tot justitiële samenwerking vanwege internationale straftribunalen (tegenover 51 in 2007 en 46 in 2006). De dienst zorgde voor de administratieve follow-up van de Belgische gerechtelijke dossiers inzake internationaal humanitair recht (66 dossiers in 2008 in plaats van 35 in 2007). De dienst was nauw betrokken bij de voorbereiding van de dossiers die behandeld zijn door België in de hoedanigheid van voorzitter van de groep van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, belast met de uitwerking van de strategie ter beëindiging van het mandaat van het ICTY en van het ICTR. Voorts vertegenwoordigde de dienst België tijdens de herneming van de zesde en zevende zitting van de vergadering van staten die partij zijn bij het Internationaal Strafgerechtshof. Daarbij nam de dienst actief deel aan het debat over de omschrijving van de misdaad van agressie en de bevoegdheid ter zake van het Hof. Verder bleef de dienst betrokken bij de werkzaamheden van de interministeriële commissie voor humanitair recht.
Federale Wapendienst – WL36 Op normatief vlak zijn 4 koninklijke besluiten en 1 ministerieel besluit uitgewerkt en bekend-gemaakt. Voorts werkte de Federale Wapendienst in samenwerking met het Centraal Wapenregister een circulaire uit met daarin een taakomschrijving voor de politieagent die in zijn politiezone is aangesteld als wapenverantwoordelijke.
Wat de voorlichting betreft, heeft de Federale Wapendienst naar aanleiding van de wetswijzigingen in 2008 beslist een nieuwe versie van de brochure ‘De nieuwe wapenwet’ te publiceren. Deze brochure, die op grote schaal verspreid werd bij de provincie- en gemeentebesturen, geeft toelichting bij de stappen die ondernomen moeten worden om de wetsbepalingen na te leven.
In het kader van de dossierbehandeling behandelde de Federale Wapendienst 77 beroepen tegen beslissingen van gouverneurs of ontstentenis daarvan binnen de wettelijke termijn en 58 aanvragen tot machtiging van verkoop van wapens op beurzen. Wat de wetgeving inzake de internationale wapenhandel betreft, werden 17 dossiers m.b.t. voorafgaande vergunningen behandeld. Inzake overleg heeft de Federale Wapendienst de dialoog voortgezet met de ‘wapenvertegenwoordigers’ van de provincies en met de adviesraad voor wapens, alsook met politieke overheden en andere actoren in het veld.
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
27
Dienst Europees Strafrecht – WL37 De dienst Europees Strafrecht houdt zich bezig met de wetgevende werkzaamheden van de Europese Unie binnen de zogenaamde derde pijler (aangelegenheden bedoeld in Titel VI van het EU-verdrag in verband met politiële en justitiële samenwerking in strafzaken). In 2008 voerde de dienst onderhandelingen over tal van wetgevende instrumenten in de verschillende werkgroepen van de Raad van de Europese Unie. Meer bepaald ging het dan over de versterking van Eurojust en van het Europees justitieel netwerk, de tenuitvoerlegging van de verstekvonnissen, de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen inzake controle in het kader van procedures tijdens de onderzoeksfase, de onderlinge koppeling tussen de nationale strafregisters, de uitbreiding van de strafbaarstellingen m.b.t. terrorisme en de onderlinge aanpassing van de nationale strafwetgevingen betreffende milieubescherming en verontreiniging vanaf schepen. De dienst zorgde tegelijk voor de voorbereiding, coördinatie en follow-up van de activiteiten (vergaderingen, vragenlijsten, enz.) tijdens het voorzitterschap van Slovenië (eerste semester 2008) en Frankrijk (tweede semester 2008).
28
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
Dienst Internationale coördinatie – WL4
Dienst voor kennis-, processenen informatiebeheer - WL5
De dienst Internationale Coördinatie is in hoofdzaak een steundienst voor de andere diensten van het directoraat-generaal. In 2008 had de dienst een inbreng in de kennisdeling rond de internationale dossiers via informatiespreiding, de opmaak van nota’s en de organisatie van coördinatievergaderingen.
In afwachting van de oprichting van deze dienst in 2009 worden de taken ervan verricht door de dienst Managementondersteuning.
De dienst was ook belast met de gecoördineerde voorbereiding van verschillende Europese en internationale vergaderingen: raden van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese Unie, werkgroepen van de Raad van de Europese Unie, de raad voor algemene en politieke aangelegenheden van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, … De dienst vertegenwoordigde het departement op sommige van deze vergaderingen. Ten slotte vertegenwoordigde de dienst het departement in de groep Eurocoördinatie van de FOD Buitenlandse Zaken. De groep ziet toe op de omzetting van de Europese richtlijnen door België, de follow-up van prejudiciële vragen en de inbreukprocedures tegen België voor het Hof van Justitie.
MANAGEMENTONDERSTEUNING VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL – WL 6 Deze horizontale dienst, die rechtstreeks toegevoegd is aan de directeur-generaal, heeft zijn activiteiten op zijn belangrijkste bevoegdheidsdomeinen voortgezet, te weten: ›› het personeelsbeheer van het DGWL De dienst heeft meegewerkt aan de behandeling van wervingsaanvragen en aan diverse selecties van personeelsleden. Dit niet alleen om nieuwe behoeften in te vullen, maar vooral om het tijdelijk of definitief vertrek van ambtenaren op te vangen. Hierdoor konden 28 nieuwe ambtenaren bij verschillende diensten van het DGWL worden geworven. Eind 2008 telde het DGWL 160 ambtenaren (plus 5 personeelsleden die afwezig zijn voor lange duur en 15 personen van wie de wervingsprocedure loopt): •• 36 % man / 64 % vrouw •• 57 % niveau A, 14 % niveau B, 20 % niveau C, 9 % niveau D •• 60 % statutair / 40 % contractueel
›› management
De steundienst voerde verschillende transversale projecten van het managementplan uit, met name de ontwikkeling van de interne portaalsite, de permanente opleiding van de ambtenaren, de rationalisatie van het archief, de toepassing van de ontwikkelcirkels, de voorlichting van de ambtenaren over openstaande betrekkingen en mogelijke interne mobiliteit, enz. ›› communicatie De dienst was betrokken bij de uitwerking van verschillende nummers van Just News, evenals bij de publicatie van verschillende informatiebrochures en andere informatiedragers die betrekking hebben op het directoraat-generaal in zijn geheel of op bepaalde diensten in het bijzonder.
Contact DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 67 25 Fax: 02 538 83 75 E-mail:
[email protected]
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
29
FOCUS Kennisbeheer en het eLeg-project In 2008 heeft het DGWL zich toegelegd op de ontwikkeling van een nieuw systeem voor het digitaal beheer van dossiers met betrekking tot wet- of regelgeving, gebaseerd op bestaande software van de FOD Sociale Zekerheid. In 2009 zal het DGWL het gebruik van dit systeem, dat eLeg wordt genoemd, invoeren in alle wetgevingsdiensten. De behoefte aan een systeem zoals eLeg is ontstaan vanuit het besef dat het klassieke papieren dossier heel wat nadelen met zich meebrengt. Zo is het slechts door één persoon tegelijk consulteerbaar, moet het fysiek worden verplaatst om te worden ingekeken door alle betrokkenen, vraagt het ruimte voor archivering, … Het papieren dossier is dus een vrij onbetrouwbare en moeilijk te hanteren communicatievorm bij de behandeling van dossiers, wat zich in de eerste plaats vertaalt in nodeloos tijdsverlies bij de ontwikkeling van wet- en regelgeving. Daarnaast zorgt de moeilijke opzoekbaarheid en het risico op verlies voor een geleidelijke degradatie van de in het verleden door het departement opgebouwde knowhow.
30
DG Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden
De unieke voordelen van een digitaal systeem als eLeg bieden een oplossing voor deze problemen. Denken we maar aan de simultane consultatie van de dossiers door meerdere personen tegelijk, toegang via de pc van iedere betrokken ambtenaar waardoor fysieke verplaatsing van het dossier wordt vermeden, geen risico op verlies van documenten uit het dossier, een permanente toegang voor de ambtenaar tot de dossiers, een vlot overzicht van alle wet- en regelgevende dossiers en een realtime stand van zaken van elk dossier. Het gegeven dat het DGWL eLeg gebruikt, zal vooral de partners van het directoraat-generaal ten goede komen. Daarbij denken we in de eerste plaats aan de minister en zijn beleidscel, omdat het de administratie het juiste instrument biedt om op kortere termijn regelgevende teksten en juridische adviezen van een hoge kwaliteit af te leveren. Het systeem eLeg verzekert immers op elk moment en van op elke plaats de simultane toegang tot het dossier voor alle belanghebbenden, wat uiteraard voor een aantoonbare tijdswinst zal zorgen.
Daarnaast zorgt de via de zoekfuncties gegarandeerde onmiddellijke doorzoekbaarheid van vroegere dossiers voor een enorm kennisvoordeel. Dit kennisvoordeel zal zeker in situaties van tijdsdruk voor een opmerkelijke kwaliteitsverbetering zorgen.
DG Penitentiaire Inrichtingen Het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (EPI) is belast met de tenuitvoerlegging van de straffen en de vrijheidsberovende maatregelen. Daarbij leeft het wettelijkheid op strikte wijze na, waarborgt het de bescherming van de samenleving, het personeel en de gedetineerden met inachtneming van de menselijke waardigheid, en werkt het herstelgericht. Het directoraat-generaal verstrekt op grond van zijn deskundigheid advies op penitentiair vlak.
Het directoraat-generaal EPI bestaat uit een centraal bestuur en buitendiensten die alle penitentiaire inrichtigen omvatten. Het centraal bestuur staat inzonderheid in voor de controle op en de begeleiding van de individuele dossiers van de gedetineerden en het personeelsbeheer. De gevangenissen zijn belast met de tenuitvoerlegging van de vrijheidsberovende straffen en maatregelen. Het Veiligheidskorps, dat instaat voor de overbrenging van de gedetineerden, maakt ook deel uit van dit directoraat-generaal.
DG penitentiaire inrichtingen
31
Directeur-generaal
Secretariaat & Externe Relaties
P&O
Program Management
ICT
Inspectiedienst
Budget, Beheer & Logistiek
el Financieel Veiligheid id id er Administratief Detentiebeheer
Strategische Ondersteuning
Medisch & Psychosociaal
Regionale Directie Noord Juridisch & Conceptueel
Staf
Individuele Gevallen
Individuele Gevallen
Staf
CDRGA
DGZG
Juridish & Conceptueel
Admin Beheer
Admin Beheer
Veiligheidskorps
PSD
Conceptuele Ondersteuning
Opleiding & Vorming
Opleiding & Vorming
Centrale Garage
Antwerpen
Brugge
Andenne
Arlon
Dendermonde
Gent
Dinant
Forest
Hasselt
Hoogstraten
Huy
Ittre
Ieper
Leuven Centraal
Jamioulx
Lantin
Leuven Hulp
Mechelen
Marneffe
Mons
Merksplas
Oudenaarde
Namur
Nivelles
Ruiselede
St-Gillis
Paifve
St-Hubert
Turnhout
Wortel
Tournai
Verviers
Jur&Concept O&O
Everberg
32
Operationele Ondersteuning
Regionale Directie Zuid
DG penitentiaire inrichtingen
Florennes
Mobiele Equipe Elektronisch Toezicht
Oprichting van de dienst Ondersteuning, Veiligheid en Gebouwen De opvolging van infrastructuurprojecten, veiligheidsprocedures, enzovoort gebeurde bij het DG EPI onvoldoende gestructureerd. Bovendien was er te weinig personeel om dit adequaat op te volgen. Om hierop een antwoord te geven, werd binnen het DG de dienst Ondersteuning, Gebouwen en Veiligheid (OGV) uitgebreid en gereorganiseerd. De dienst ressorteert nu onder de stafdienst Financieel en Logistiek Beheer van het DG EPI. De reorganisatie zorgt ervoor dat deze dienst zich voortaan enerzijds buigt over de veiligheid in de Belgische gevangenissen, maar anderzijds ook, samen met de diensten van de Regie der Gebouwen, de voortgang opvolgt van de projecten uit het masterplan voor de gevangenissen.
›› als bevoorrecht gesprekspartner in
nauw contact staan met de Regie van de Gevangenisarbeid; ›› alle aanvragen voor infrastructuurwerken evalueren en afhandelen; ›› gevangenisdirecties ondersteunen bij het uitwerken van toegangsprocedures, perimeterdetectie en andere veiligheidsvoorzieningen binnen de gevangenissen; ›› een expertisecentrum voor penitentiaire gebouwen, veiligheidsprocedures en -technieken installeren; ›› nieuwe technologieën opvolgen en integreren; ›› onder andere metaaldetectietoestellen programmeren en afstellen; ›› audits in gevangenissen uitvoeren om te controleren of de veiligheidsprocedures correct worden toegepast.
Een nieuwe opleiding voor de directeurs In 2008 werd een nieuwe functie ingevoerd bij de buitendiensten, nl. de functie van ‘directeur junior’. Om de indiensttreding van deze nieuwe collega’s zo vlot mogelijk te laten verlopen, werd voor hen een bijzondere opleiding voorzien die 2 weken duurde. Tijdens deze opleiding kwamen een aantal kernmateries aan bod, zoals het wettelijk kader rond de interne en externe rechtspositie van de gedetineerde, veiligheid, leven in de gevangenis, personeelskwesties, enz. De deelnemers aan deze opleiding waren bijzonder tevreden met de resultaten.
De dienst OGV heeft volgende doelstellingen: ›› ondersteuning geven aan de gevangenissen voor alle nieuwbouwprojecten, infrastructuurwerken en verbouwingswerken; ›› een concept uitwerken voor nieuwe penitentiaire inrichtingen de constructie hiervan opvolgen; ›› als bevoorrecht gesprekspartner in nauw contact met de Regie der Gebouwen staan;
DG penitentiaire inrichtingen
33
Kledij personeel
Personeelsplan veiligheidskorps
In het verleden kampte het DG EPI met een achterstand wat betreft de levering van de reglementaire kledij van het personeel. Om dit op te lossen werd in 2007 met een grote inhaalbeweging gestart die in 2008 werd verder gezet. Op enkele artikelen na (wegens overmacht) kon dit probleem worden opgelost.
Het veiligheidskorps, dat sinds eind september 2003 bestaat, heeft op 1 december 2008 eindelijk de in het personeelsplan voorziene doelstelling bereikt. Sinds deze datum telt het veiligheidskorps immers 379 veiligheidsbeambten op een voorzien aantal van 380.
Tegelijk werd in samenwerking met de 2 centra voor basisopleiding voor het personeel PCBO Brugge en CFPP Marneffe beslist om alle startende personeelsleden tijdens de opleiding al hun basiskledij te bezorgen. Daarnaast troffen we ook voorbereidingen om vanaf begin 2009 ook voor al de nieuwe contractuele rekruten die niet eerst een basisopleiding volgen een basisuitzet te voorzien in de opleidingscentra. In dit kader zijn we eind 2008 begonnen met de overheveling van de kledijstocks van Lantin (voor mannelijk personeel) en Gent (voor vrouwelijk personeel) naar de centra voor basisopleiding.
Om dit te realiseren heeft het veiligheidskorps samen met Selor een pak sneller gewerkt dan dit voor de vorige Selor-examens het geval was. In het verleden gold min of meer een periode van 12 maanden of meer om personeel aan te werven. Nu is dit ongeveer gehalveerd. Einde maart 2008 vond het eerste gesprek met Selor plaats omtrent de organisatie van het Nederlandstalig examen, terwijl de 2 wervingssessies voorzien waren voor begin oktober en eind november. Gezien er nog een reserve bestond voor de Franstaligen, heeft het veiligheidskorps begin oktober ook hier nog een groep van een twintigtal veiligheidsbeambten kunnen werven. Op een periode van slechts een vijftal jaar is het veiligheidskorps gegroeid van een niet bestaand korps naar een korps met 379 veiligheidsbeambten.
34
DG penitentiaire inrichtingen
Betere informatie voor kandidaten penitentiair beambte De laatste jaren heeft het DG EPI nood gehad aan een groot aantal nieuwe medewerkers, waaronder veel penitentiair beambten. Om de kaders in te vullen doet de cel Selectie en Rekrutering van het DG een beroep op verschillende procedures: statutaire aanwervingen via Selor, aanwervingen van contractuelen via Selor of via spontane kandidaturen, enz. Bij deze procedures werd vaak opgemerkt dat de kandidaten penitentiair beambten een vertekend beeld hadden van de inhoud van de functie, en soms tijdens het individueel gesprek afhaakten wanneer ze geconfronteerd werden met vragen over de realiteit van de gevangenis. Hierdoor werd veel tijd en energie verspild. Om de kandidaten een beter zicht te bieden op de job als penitentiair beambte, werd een communicatieplan opgesteld in samenwerking met Selor, het DG EPI et de opleidingcentra. Hierbij is een document opgesteld die de functie van penitentiair beambte en de context waarin hij of zij moet werken, uitlegt. Daarnaast is er ook een video gemaakt met beelden uit het dagelijks leven van een penitentiair beambte.
Activiteitenverslag 2007
Drugsvrije afdeling in Verviers
Voor het eerst in 10 jaar tijd heeft het DG EPI een activiteitenverslag gepubliceerd. Toch is een dergelijk document een waardevolle bron van informatie voor de buitenwereld. Daarom kreeg het DG Penitentiaire Inrichtingen regelmatig kritiek over het ontbreken van een activiteitenverslag. Bovendien beschikte de organisatie niet over een referentie-instrument voor het grote publiek dat de organisatie beter wil leren kennen. Om deze leemte in te vullen werd besloten om een activiteitenverslag voor het jaar 2007 te publiceren.
In de gevangenis van Verviers is een drugsvrije afdeling geopend. Het gaat om een pilootprogramma in 2 delen: ›› 1 afdeling van 35 plaatsen voor therapie van drugsverslaafden; ›› 1 afdeling van 10 plaatsen waarbij gedetineerden die niet drugsverslaafd zijn, niet in contact komen met drugs.
Dit open en transparant opgesteld verslag is bedoeld voor degenen die geïnteresseerd zijn in het gevangenismilieu, en dat zijn uiteraard de personeelsleden, maar ook mensen uit de politiek, de media, of de universiteiten, en niet te vergeten de burger. De meest interessante activiteiten van het DG EPI die in 2007 zijn gerealiseerd of opgestart, in de administratie en in de gevangenissen, worden hierin op algemene wijze voorgesteld. Het verslag werd officieel voorgesteld op 12 juni in het opleidingcentrum van Marneffe.
De gedetineerden die in deze afdeling verblijven, nemen vrijwillig deel aan het programma. Zij worden omkaderd door speciaal opgeleide penitentiair beambten, opvoeders en andere interne en externe partners. Ook zij nemen vrijwillig deel aan het programma. De bedoeling is de gedetineerden een gestructureerd kader te bieden om hen de mogelijkheid te geven een einde te stellen aan hun problematisch gebruik, voldoende eigen vaardigheden te ontwikkelen en hun familiale en maatschappelijke rol terug op te nemen. Ook kunnen deze gedetineerden laten als aanspreekpunt voor andere gedetineerden optreden. Dit project vraagt eveneens een goede samenwerking tussen de gevangenis en de externe actoren.
Contact DG penitentiaire Inrichtingen Waterloolaan 76 1000 Brussel Tel.: 02 542 82 36 Fax: 02 542 82 85 E-mail:
[email protected]
DG penitentiaire inrichtingen
35
FOCUS De opening van de afdelingen hoge veiligheid in Brugge en Lantin In 2008 werden in het penitentiair complex te Brugge en in de strafinrichting van Lantin 2 afdelingen hoge veiligheid geopend. Er is plaats voor 10 gedetineerden in Brugge en voor 12 gedetineerden in Lantin. Deze afdelingen zijn bestemd voor gedetineerden die aanhoudende, extreme gedragsproblemen vertonen en die personeelsleden en/of medegedetineerden agresseren. De gevangenissen zijn altijd al geconfronteerd geweest met moeilijke gedetineerden. Het gaat om gedetineerden die gezag en discipline moeilijk kunnen aanvaarden, en die het normale leven binnen de gevangenis verstoren. Dit fenomeen heeft altijd bestaan maar is de laatste jaren verergerd. De gedetineerden volgen een geïndividualiseerd regime dat de basiswet voor het gevangeniswezen respecteert. Ook de rechtspositie van de gedetineerden en de principes van herstelgerichte detentie zijn gewaarborgd. De ambitie is het gedrag van de gedetineerde te stabiliseren en te normaliseren, zodat hij of zij terug kan naar een normaal
36
DG penitentiaire inrichtingen
gevangenisregime. Dankzij de AIBV zijn er minder transfers van gedetineerden tussen gevangenissen. Het samenleven in de gevangenissen blijft er leefbaar door. De maximale verblijfsduur in de AIBV beloopt 6 maanden, een periode die verlengbaar is. De beslissing om een gedetineerde naar de AIBV over te brengen wordt door de directeur-generaal genomen. De directeur-generaal neemt deze beslissing op basis van een gemotiveerd voorstel van de lokale directie en oordeelt dus per dossier. In de basiswet en de ministeriële omzendbrief nr. 1792 zijn tevens de toepassingsvoorwaarden en de procedure die gelden bepaald en wordt het uitzonderlijke karakter van een mogelijke plaatsing benadrukt. Er is een uitgebreid personeelskader dat speciaal is opgeleid voor deze bijzondere taak. In Brugge is het veiligheidskader vastgelegd op 35, in Lantin op 32. Het veiligheidspersoneel is samengesteld uit penitentiair beambten, kwartierchefs en penitentiair assistenten. Daarnaast is er ook een zorgteam met 1 halftijdse sociaal assistent, 1 opvoeder, 1 halftijdse psycholoog en een parttime psychiater.
Op de afdeling zijn effectief extra materiële voorzieningen die de interne en externe veiligheid ondersteunen (beveiligde cellen, verankerd materiaal, speciale dubbele celdeuren, helikopterbeveiliging, …). Het regime op de afdeling is in de eerste plaats heel strikt en sterk gestructureerd. De aanpak is zeer rechtlijnig en derhalve heel duidelijk, maar gaat uit van communicatie en contact met de gedetineerden. Net die betrokkenheid maakt het risico op agressief gedrag kleiner en is al even belangrijk als het trekken van grenzen en het aanbieden van structuur en duidelijkheid.
DG Justitiehuizen De opdrachten van de justitiehuizen zijn doorheen de tijd sterk geëvolueerd en uitgebreid. Daarenboven is het DG MJH ontstaan, net zoals het nieuwe DG EPI, uit het vroegere directoraatgeneraal Uitvoering van Straffen en Maatregelen. De opdrachten van de justitiehuizen dragen in belangrijke mate bij tot het verzekeren van een humane en toegankelijke justitie. De justitiehuizen staan in voor de uitvoering van specifieke mandaten en alternatieve straffen in het kader van justitiële begeleiding (van de voorwaardelijk in vrijheid gestelden, van geïnterneerden, van personen onder elektronisch
toezicht). Ook in het kader van strafbemiddeling hebben de justitiehuizen een taak te vervullen. Hierbij staat het voorkomen van recidive als aandachtspunt voorop. Tegenover slachtoffers spelen de justitiehuizen eveneens een belangrijke rol. In het bijzonder gaat het daarbij om de slachtoffers te behoeden voor secundaire victimisatie. Het eerstelijnsonthaal, binnen een open en respectvol kader, en de infrastructurele ondersteuning van de gratis door de balie verleende juridische bijstand, moet de toegankelijkheid van justitie verhogen.
Door enquêtes (bijvoorbeeld in het kader van probatie of penitentiaire verlof ) of burgerrechtelijke opdrachten (bijvoorbeeld in het kader van coouderschap) uit te voeren en door aansluitend de nodige informatie aan de gerechtelijke en administratieve overheden te verstrekken, beoogt het DG MJH bij te dragen tot een kwalitatieve rechtspleging. Tenslotte moet het DG MJH door gerichte sensibilisering en subsidiëring een coherent beleid ondersteunen, en dit zowel op het vlak van alternatieve wijzen van conflicthantering en sanctionering als op het vlak van de ondersteuning aan slachtoffers.
DG justitiehuizen
37
Directeur-generaal
Dienst P&O
Diensten van de Directeur-generaal
Groei Groe Gr G o i en Ontwikkeling
Secretariaat SSe ecr cre etar et e aria iaat at
P erso o Personeelsbeheer
Co C Com omm m Communicatie - PMO - Planning Lo Logi LLogistieke og s Middelen
Dienst Expertise Conceptuele Conc Co C c Aansturing en Beleidsondersteuning Be B eleiid d Operationele Ondersteuning Oper Op O perr Operationele Ondersteuning Monitoring ET O p r pe Overleg O Over Ov err en Samenwerking
Regionale Directie Noord
38
DG justitiehuizen
Regionale Directie Zuid
In 2008 liepen binnen het DG MJH voornamelijk projecten die hebben bijgedragen tot het verder op punt stellen van de structuur van het directoraatgeneraal, en dit omdat wij nog een jong DG zijn dat pas opgericht werd op 1 januari 2007.
Uitwerken van een structuur voor het DG MJH (missie, visie en organigram) Een DG belichaamt een volledige organisatie met een bepaalde missie, visie en organigram. Om tot een goed werkende organisatie te komen, is het noodzakelijk dat de organisatie- en projectdoelstellingen scherp geformuleerd zijn. Alleen zo kunnen de verschillende diensten deze doelstellingen realiseren. Hierboven vindt u het organigram zoals dit in 2008 van toepassing was. Eind 2008 heeft het DG MJH haar organigram aangepast in functie van de huidige situatie en rekening houdend met de toekomstvisie. In navolging van de nieuwe doelstellingen van de voorzitter, werden de strategische- en operationele doelstellingen bijgesteld. Het directiecomité bekrachtigde deze aanpassingen begin 2009. Om ervoor te zorgen dat deze theoretische organisatie ook in de praktijk werkt, zijn de juiste mensen onontbeerlijk, zowel in de centrale dienst in Brussel als in de lokale justitiehuizen.
Benoeming van de leidinggevende functies en de nieuwe golf medewerkers Om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen, moesten er functiebeschrijvingen niveau A worden uitgewerkt. Het standaardaanbod binnen de federale cartografie bleek ontoereikend omdat we op zoek waren naar specifieke profielen. Het was een werk dat heel wat voeten in de aarde had. In totaal weerhield de FOD P&O een tiental functiebeschrijvingen van de 20 die er werden opgemaakt. De aanwervingen konden van start gaan. De procedure tot bevordering van de leidinggevende functies werd in 2008 afgerond. Het gaat om de benoeming van 24 adviseurdirecteurs voor de justitiehuizen en 2 regionale directeurs. Na hun benoeming zijn zij begonnen aan een opleidingstraject dat zich toespitst op het principe van integraal management en coaching. In 2009 zullen zij zorgen voor de toepassing van de beheersinstrumenten (resourceplanning en boordtabel) en de ontwikkelcirkels. Eind 2008 waren zij nog bezig met het finaliseren van een eigen operationeel plan waarin de specifieke doelstellingen van hun justitiehuis nader omschreven worden. Die doelstellingen kaderen steeds binnen de hogere strategische doelstellingen van het DG MJH en van de voorzitter.
Naast de benoeming van leidinggevende functies zijn er eind 2008 heel wat nieuwe medewerkers gestart op het centraal bestuur en in de justitiehuizen. In totaal werden zo’n 15 nieuwe mensen aangeworven in functies gaande van jurist en IT’er over HR-deskundige of communicatiemedewerker tot administratief medewerker. Tegelijk zijn 13 gedetacheerde justitieassistenten gestart die ervoor moeten zorgen dat wat op beleidsniveau wordt uitgewerkt, aansluit bij de behoeften van het terrein. De justitieassistenten hebben al enkele jaren ervaring met de dagelijkse werking van een justitiehuis en kennen als geen ander de problemen en behoeften die zich voordoen op het lokale niveau. Hiermee willen we een betere relatie uitwerken tussen het centrale en decentrale niveau en dat in functie van een betere dienstverlening naar de klant. In de justitiehuizen zelf zijn 72 statutaire justitieassistenten gestart om het hoofd te kunnen bieden aan het groeiende takenpakket. Hetzelfde geldt voor een aantal administratieve krachten die de toenemende administratieve verwerking moeten opvolgen.
DG justitiehuizen
39
Kennisbeheer De nieuwe medewerkers van het DG MJH worden ingezet bij de opstart van verschillende werkgroepen om zo op relatief korte termijn een aantal belangrijke doelstellingen - zoals de uitwerking van vademecums - te bereiken. Op langere termijn zullen die werkgroepen overgaan in communities of practice voor elk kennisdomein. Binnen zo’n community of practice is het belangrijk om alle kennis op een gestructureerde manier door de organisatie te laten stromen. Zo betrachten we vooral expliciete kennis in plaats van de vaak aanwezige impliciete kennis die zich in de hoofden van mensen bevindt. Jammer genoeg is er veel verloop binnen de overheidssector.
Daarom is het belangrijk om via een gestructureerde manier in te staan voor de continuïteit van kennis en informatie. Binnen een community of practice zullen zowel medewerkers van de centrale administratie als justitieassistenten participeren om te allen tijde de link met het terrein te waarborgen. Onze medewerkers zullen tevens de opstart van innoverende projecten leiden met als doel ons directoraat-generaal verder te ontwikkelen tot een toekomstgerichte organisatie waar de klant centraal staat. De structurering binnen de organisatie heeft ons in de loop van 2008 ook de mogelijkheid gegeven om zachtjesaan de goede bestuurspraktijken toe te passen binnen ons DG.
Installatie van het besturingsmodel Het besturingsmodel bepaalt de relatie tussen de stafdiensten en de directoraten-generaal en berust op 5 basisprincipes: strategisch sturen, integraal management, algemene beleidsprincipes, responsabilisering en (de)concentratie. In 2008 zijn de correspondenten voor de verschillende diensten van ons DG aangeduid en gebeurt de informatie-uitwisseling met de stafdiensten op basis van het principe van integraal management. Ook op strategisch niveau proberen we op de verschillende niveaus (directeur-generaal, regionale directeurs, directeurs justitiehuizen en personeel) het idee van plannen, uitvoeren, evalueren en aanpassen toe te passen in de dagelijkse werking en in de projectwerking. In dat opzicht zijn een aantal beheersinstrumenten uitgewerkt waaronder de resourceplanning en de scorecard. De resourceplanning moet ervoor zorgen dat de personeelsplanning onderbouwd kan verlopen. Het is een instrument dat toelaat om de werkdruk (op basis van de conclusies van de BPR) te objectiveren, de werklast optimaal te verdelen en de behoeften aan het personeel te definiëren.
40
DG justitiehuizen
De scorecard levert indicatoren over de verwezenlijking van de strategische en operationele doelstellingen en over de kwaliteit van de geleverde diensten. Het doel is om aan de hand van de resultaten die de scorecard levert, de wijze van werken bij te sturen, indien dat nodig is. De oorzaak van een performantiegebrek kan ermee worden aangetoond waardoor erop kan worden ingewerkt. Het instrument dient geenszins om persoonlijke verantwoordelijkheid vast te stellen. In 2008 testten een zestal justitiehuizen deze beide tools uit om zo hiaten in de programma’s op te sporen en verder aan te passen aan de behoeften van de justitiehuizen. Begin 2009 wordt deze testfase afgerond. In de tweede helft van 2009 zal het gebruik ervan dan geïmplementeerd worden in alle justitiehuizen. Als kroon op het werk zijn alle diensten in 2008 ondergebracht in een nieuw gebouw.
Verhuis In afwachting van 1 gezamenlijke locatie, had het directoraat-generaal Justitiehuizen eind 2007 zijn intrek genomen in het Treurenberggebouw. Die nieuwe locatie werd dan gevonden op de Leuvenseweg 38, te Brussel. Zo mochten alle medewerkers eind november 2008 opnieuw hun verhuisschoenen aantrekken om zich nu definitief in dit gerenoveerd gebouw te vestigen. De verhuis heeft ons toegelaten om de centrale administratie van de justitiehuizen en het NCET (Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht) op 1 enkele plaats samen te brengen. Dit is niet alleen belangrijk voor de samenhang en de doeltreffendheid, maar ook voor de integratie van deze materie die ons sinds september 2007 werd toevertrouwd.
Contact DG Justitiehuizen Leuvenseweg 38 1000 Brussel Tel.: 02 557 51 33 Fax: 02 557 51 31 E-mail:
[email protected]
DG justitiehuizen
41
FOCUS Voltooiing van de BPR Justitiehuizen Er zijn 28 justitiehuizen in België, allemaal op een verschillend moment opgericht. Stapsgewijs kregen ze steeds meer taken toebedeeld wat ertoe leidde dat ze hun werk niet volgens dezelfde standaardprocedures uitoefenden. Zo hadden ze elk een bepaalde werkwijze ontwikkeld die voortvloeide uit lokale kenmerken of desiderata van de opdrachtgevers. Dit leidde er in sommige gevallen toe dat de burger niet in elk gerechtelijk arrondissement op dezelfde wijze werd behandeld. Om die diverse werkwijzen te standaardiseren en te komen tot duidelijke en samenhangende richtlijnen, werd in 2004 de BPR (business process reengineering) in het leven geroepen. Dit is een veelgebruikte managementtechniek en methodologie waarmee een organisatie zijn bedrijfsprocessen fundamenteel herstructureert. Op te merken hierbij is dat het DG MJH een volledige realisatie van haar BPR binnen de vooropgestelde planning heeft bereikt, waar over het algemeen slechts 15 tot 30 % van de opgestarte BPR’s wordt afgewerkt. Projectgroepen hebben gedurende tal van maanden seven kernprocessen van de justitiehui-
42
dg justitiehuizen
zen (enquête, begeleidingen, eerstelijnsonthaal, slachtofferonthaal, AWS, bemiddeling in strafzaken en burgerrechtelijke opdrachten) bestudeerd om de processen, de werkzaamheden en de taken te omschrijven. Dit verliep steeds in lijn met het wettelijk kader en de missies van de FOD Justitie en in het bijzonder met de missies van het directoraatgeneraal Justitiehuizen. In 2006 werden de eerste pilootprojecten gelanceerd om na te gaan of wat theoretisch ontwikkeld was ook in de praktijk zijn vruchten afwierp. Daarna werden nog verbeteringen aangebracht om dan in 2008 te komen tot de voltooiing van dit grootschalig project. Er is gedurende die 4 jaar heel wat werk verricht, waarvoor in het bijzonder dank aan de toenmalige afdeling PMO (Program Management Office) die een stuwende rol heeft gespeeld bij de invoering van de BPR. Zij waren onder andere belast met de inventarisatie van de vragen en voorstellen, met de bespreking van die vragen en met de nodige wijzigingen aan de werkdocumenten. Het resultaat mag gezien worden: 345 werkinstructies en 300 standaarddocumenten (brieven, formulieren) zijn ondertussen in alle justitiehuizen
geïmplementeerd en vormen een niet te onderschatten ondersteuning voor hun dagelijkse werking. De BPR justitiehuizen heeft tevens de mogelijkheid geboden om een besturingsmodel uit te werken dat in de lijn ligt van het besturingsmodel van de FOD. Daarbij worden de nieuw benoemde directeurs met managementtaken belast en krijgen ze ondersteuning van één of meer managers voor de kernprocessen. Het komt er nu op aan om, na 4 jaar hard werken, een blijvende dynamiek te waarborgen. Hier is een grote rol weggelegd voor de directie expertise die moet zorgen voor een continue evaluatie van de BPR-processen en de analyse van de verbeteringen. Het is de bedoeling om binnen hun dagelijkse werking en hun projectwerking, samen met het terrein, te komen tot een algemeen referentiekader met betrekking tot de specifieke missies van het DG en de uitwerking van vademecums, werkinstructies en visieteksten. Er staat een druk 2009 voor de deur met heel wat doelstellingen die we met onze versterkte ploeg graag willen realiseren.
SD Budget, Beheerscontrole & Logistiek De stafdienst Budget, Beheerscontrole en Logistiek verschaft de FOD Justitie het algemeen kader en de methodologische steun om: ›› de behoeften aan budgettaire en logistieke middelen optimaal uit te drukken en te verantwoorden; ›› de toegekende middelen zo goed mogelijk aan te wenden; ›› de aanwending van de middelen en de resultaten te verantwoorden; ›› de verwezenlijking van de doelstellingen op te volgen en zo nodig aan te passen.
Enerzijds is de dienst belast met de dagelijkse werking van de FOD op het gebied van de financiën, het budget en de beheerscontrole. Hij neemt dus het volledige beheer van het budget van het departement waar, vanaf de opstelling tot het toezicht op de uitvoering ervan, evenals het financieel beheer en het toezicht op de financiële stromen. Hij zorgt voor de follow-up van de financiële toestand door monitoring van de uitgavencyclus en onderzoekt of de aangewende financiële middelen beantwoorden aan het operationeel plan.
Bovendien ontwikkelt de dienst een interne controleomgeving en voorziet in procedures en tools voor interne controle en beheerscontrole. Anderzijds vervult de stafdienst ook een essentiële rol op logistiek vlak. De dienst Logistieke Ondersteuning beheert de gebouwen van de Centrale Administratie. De dienst Logistiek Beleid is belast met: ›› het uitstippelen van een coherent aankoopbeleid voor heel de FOD; ›› het uitwerken en implementeren van een beleid voor het beheer van de gebouwen.
Directeur
Directiesecretariaat Dir Beheersinformatie Be Secretariaat B & B Begroting B
Beheerscontrole en reglementering
Opmaak en opvolging begroting
Interne controle en beheerscontrole
Uitvoering begroting Vastleggen / Opvolging betalingen Vast Vereffeningen Vere Ordonnanceringen Ordo o Buitengewone rekenplichtigen Buite e
Geschillen, subsidies, reglementering
Logistiek
Logistiek beleid FOD Materieel Ma - Aankooppolitiek + onderhoudspolitiek (incl. forum overheidsopdrachten en secrt. Duurzame Ontwikkeling) - Behoeftebepaling - Standaard lastenboeken - Gemeenschappelijke contracten voor de FOD
Gewone rekenplichtigen Gew w Infra Inf - SLA Regie der Gebouwen - Politiek en Planning - Forum Infra
44
sd budget, beheerscontrole & logistiek
Logistieke ondersteuning Centrale Administratie Verwervingen Verw Gebouwenbeheer Geb Vereffening Vere e
Begroting Omdat de wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2008 slechts op 1 juni van dat jaar gestemd werd, waren de departementen verplicht om gedurende 6 maanden met voorlopige kredieten te werken. Dit leidde tot een toevloed aan werk en ernstige beheersproblemen voor de dienst Begroting, die te maken kreeg met vragen van de directoratengeneraal van de FOD. De dienst zag zich verplicht om tijdens 2 opeenvolgende trimesters kredieten ter beschikking te stellen die zijn beperkt tot drie twaalfden van de begroting voor 2007. De definitieve initiële begroting voor het jaar 2008 is opgetrokken tot € 1 608 678 000, een verhoging met 4,82 % (€ 73 978 000) in vergelijking met de aangepaste begroting van 2007. Bijna twee derden van deze verhoging (€ 44 298 000) is voor personeelsuitgaven bestemd. Ze werd in de eerste plaats aangewend als een broodnodige aanvulling om projecten voort te zetten of volledig uit te voeren die in 2007 slechts een kleine of zelfs marginale budgettaire impact hadden.
Op de eerste plaats kwam het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen, dat zijn personeelsbudget met € 20 775 000 of 6,3 % zag groeien. Met dit verhoogde budget kunnen de penitentiaire inrichtingen: ›› het kader uitbreiden om het hoofd te bieden aan de structurele overbevolking; ›› werken aan de noden inzake begeleiding en opleiding van de penitentiaire beambten; ›› antwoorden op de toename van de administratieve opdrachten en op de gestegen werklast als gevolg van de toepassing van de basiswet. De Penitentiaire Gezondheidsdienst wendt de verhoging van het budget aan om: ›› het zorgkader voor de geïnterneerden aan te passen; ›› gescheiden structuren te creëren enerzijds voor verzorging en anderzijds medische en psychiatrische expertise; ›› de coördinatie op centraal niveau te verbeteren. De verhoging van het budget van de rechtsmachten met € 16 893 000 vertoont slechts een toename met 3 %, wat hoofdzakelijk aan het volume-effect toe te schrijven valt.
De indienstneming van 24 extra gerechtelijke stagiairs heeft echter een weerslag op de kosten gehad en werd bij de 24 oorspronkelijk geplande wervingen gevoegd. Ten slotte werd € 8 987 000 extra uitgetrokken voor de Centrale Administratie om: ›› het personeelsbestand verder te versterken; ›› diensten zoals de Federale Wapendienst die in 2007 opgestart werden, verder uit te bouwen; ›› de structuur van de cel Duurzame Ontwikkeling uit te bouwen; ›› een cel Kennismanagement op te richten; ›› nieuwe hoogstnodige personeelsleden aan te werven voor de informatisering van de burgerlijke stand en de ondersteuning van informaticaprojecten; ›› de stafdiensten Personeel en Organisatie en Budget, Beheerscontrole en Logistiek hun personeelsformatie te laten uitbouwen om federale projecten over human ressources (eHR) of boekhouding (FEDCOM) te kunnen uitvoeren. Deze budgetverhogingen werden deels gecompenseerd door de vermindering van het personeelsbudget van het Staatsblad, voornamelijk door pensionering.
sd budget, beheerscontrole & logistiek
45
Meer dan een derde van de toename van de algemene begroting van de FOD (€ 21 528 000) wordt aangewend om duurzame roerende goederen of niet-duurzame roerende goederen en diensten aan te kopen. Er waren dus bijkomende budgetten nodig om de werkingskosten te dekken alsook voor de investeringen voortvloeiend uit nieuwe wervingen, voor de uitbreiding van gebouwen, voor de initiatieven waarvan de boekhoudkundige gevolgen slechts voor een deel op 2007 werden ingeschreven, voor de toepassing van wetsbepalingen en voor het herstel van structurele tekortkomingen: ›› € 798 000 voor de aankoop van voertuigen voor het Veiligheidskorps; ›› € 746 000 voor de werkingskosten van het Veiligheidskorps, als gevolg van de extra agenten alsook de integratie van de centrale garage en de mobiele eenheid van het elektronisch toezicht op gedetineerden met een enkelband; ›› € 2 587 000 voor de aankoop van roerende goederen voor de uitbreiding van de Rechterlijke Orde aan te schaffen, maar ook voor nieuwe initiatieven zoals Astrid;
46
sd budget, beheerscontrole & logistiek
›› € 809 000 en € 1 819 000 om respectievelijk
de maatregelen betreffende ouderstages en bemiddeling op niveau van het parket op jaarbasis te kunnen financieren; ›› € 418 000 voor de vaccinatie van de penitentiair beambten die risico lopen op hepatitis B; ›› € 225 000 voor de verhoging van de Belgische bijdrage aan de werkingskosten van de Europese politiedienst EUROPOL; ›› € 3 788 000 om de wet Dupont uit te voeren op het vlak van de scheiding tussen zorgen en deskundigheid en om een structurele tekortkoming op het vlak van medische en paramedische zorgen aan de gedetineerden weg te werken; ›› € 8 108 000 die deels volgt uit het volumeeffect eigen aan de begrotingen van de Rechterlijke Orde, maar ook voor het wegwerken van structurele tekorten (€ 3 400 000 voor rekeningen van 2006, € 2 600 000 voor juridische abonnementen); ›› € 5 281 000 voor de modernisering van de informatica van de Rechterlijke Orde. Deze verhogingen worden deels opgevangen door het inkrimpen van andere werkings- of investeringskredieten.
Ordonnanceringskredieten (in miljoen euro) 2006 aangepast
1800
1457,0
1534,7
1608,7
DG Rechterlijke Organisatie (behalve de justitiehuizen)
818,1
806,5
846,5
Waarvan personeel, behalve de justitiehuizen
546,2
562,3
579,0
DG Strafinrichtingen (behalve elektronisch toezicht)
390,4
408,7
433,0
Waarvan personeel, behalve het elektronisch toezicht
312,2
331,8
351,8
Justitiehuizen (DG vanaf 2007)
49,8
59,6
58,6
Waarvan personeel Justitiehuizen
33,8
36,9
37,9
2,1
3,3
2,7
Waarvan personeel elektronisch toezicht
Evolutie van het budget van 2006 tot 2008
2008 initieel
Tegen het jaareinde kreeg de dienst Begroting opnieuw te maken met een gestegen werklast. De nieuwe wetsbepalingen schaffen het systeem van niet gesplitste kredieten af en leiden ertoe dat het overdragen van kredieten verdwijnt.
Andere DG’s
1600
Bedrag budget in miljoen euro
Algemene begroting van de FOD Justitie
2007 aangepast
1400
Justitiehuizen
1200
Andere uitgaven EPI (behalve ET)
1000
Personeel EPI (behalve ET)
800
Andere uitgaven RO (behalve JH)
600
Personeel RO (behalve JH)
400 200 0
2006 aangepast
2007 aangepast
2008 initieel
De stafdienst heeft dus zijn uiterste best gedaan om de schuldvorderingen van de vorige jaren in orde te brengen en een zo groot mogelijk aantal facturen voor het einde van het budgettair jaar betaalbaar te stellen, dit om te voorkomen dat de uitstaande vastleggingen van 2008 het budget van 2009 extra gaan belasten.
sd budget, beheerscontrole & logistiek
47
Beheersinformatie en monitoring van de begroting Het gebruik van Budgetsys, een systeem voor gedecentraliseerde gegevensinvoer, en van Budgetcontrol, een monitoringinstrument, is nog toegenomen. Het gaat om een noodzakelijke sprong voorwaarts in een meer proactief beheer, dat noodzakelijk is geworden door de veralgemening van de gesplitste kredieten.
48
sd budget, beheerscontrole & logistiek
Logistieke pijler De dienst Logistiek Beleid van de FOD, die in 2007 het levenslicht zag, werd in 2008 geleidelijk tot volle ontplooiing gebracht, met de indiensttreding van 5 attachés en 3 dossierbeheerders tussen juli en november. De cel Vereffening van de dienst Logistieke Ondersteuning van de Centrale Administratie is logisch samengesmolten met die van de dienst Begroting. Tegelijk werden 2 personeelsleden aan de personeelsformatie toegevoegd ter versterking van het secretariaat van de dienst en de coördinatie van de ploeg die belast is met de technische interventies.
2008 was voor veel diensten van de Centrale Administratie het jaar waarin zij hun intrek namen in nieuwe kantoren. In juli zijn het directoraatgeneraal Justitiehuizen en het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht verhuisd naar een gerenoveerd gebouw in de buurt van het Parlement en het Staatsblad, Leuvenseweg 38. In november kreeg het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie een fonkelnieuw gebouw op de hoek van het Jan Jacobsplein en de Waterloolaan toegewezen. Naast deze 2 omvangrijke verhuizingen vonden, in afwachting van een definitieve vestiging, het Vast Bureau Statistieken en Werklastmeting en bepaalde diensten van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen een plaats in het buffergebouw Treurenberg.
Vastlegging van kredieten Een vastlegging is een rechtshandeling die een verplichting schept ten laste van de begroting. Dit gaat gepaard met een boekhoudkundige vastlegging, d.w.z. de registratie van een bedrag waardoor een begrotingskrediet ten belope van het bedrag van de transactie wordt geblokkeerd.
Subsidies In 2008 heeft de stafdienst 11 koninklijke besluiten en een ministerieel besluit opgesteld over subsidies die in 2009 zullen worden gecontroleerd. De dienst heeft eveneens de verdeling van de subsidies over 2008 berekend en de subsidies gecontroleerd die in 2007 zijn toegekend aan de 28 commissies voor juridische bijstand die juridische eerstelijnsbijstand verlenen.
In 2008 waren er 2025 vastleggingen, waarvan 1452 specifieke en 573 provisionele vastleggingen. Rekening houdend met de wedden werd in 2008 een totaalbedrag van ongeveer € 1589,9 miljoen vastgelegd.
Overheidsopdrachten Het aantal overheidsopdrachten voor meer dan € 5500 is gestegen tot 947 waarvan 755 nieuwe opdrachten en 192 verlengingen van bestaande opdrachten.
De stafdienst in cijfers
Inkomstenfiches en btw-fiches Een exemplaar wordt aan de belastingplichtige bezorgd, een ander aan de bevoegde fiscale administratie. In 2008 werden 21 416 fiches opgesteld, waarvan 17 817 inkomstenfiches en 3599 btw-fiches. Het aantal fiscale fiches is met 20 % gedaald omdat de abonnementsgegevens door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven verwerkt worden.
Vereffeningen In 2008 werden in totaal 210 490 betalingen verricht (allerlei schuldvorderingen). Ordonnanceringen Een ordonnancering is het afgeven van het betalingsmandaat en het geven van de opdracht om de betaling uit te voeren. In 2008 werden 5304 betaalopdrachten uitgevoerd, voor een bedrag van € 1533,8 miljoen.
Contact SD Budget, Beheerscontrole & Logistiek Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 65 58 Fax: 02 542 68 58 E-mail:
[email protected]
sd budget, beheerscontrole & logistiek
49
FOCUS Uitzonderlijke rekruteringssessie voor nieuwe medewerkers De stafdienst heeft het zeer druk gehad door het uitzonderlijk groot aantal wervingen op korte tijd. Ze waren in de eerste plaats bestemd om natuurlijke afvloeiingen, mobiliteit of detacheringen op te vangen. Naast de vervangingen moest de stafdienst nog versterkt worden, in het bijzonder voor de oprichting van de dienst Logistiek Beleid van de FOD, alsook voor de structurele voorbereidingen op de implementatie van het nieuw federaal boekhoudkundig systeem FEDCOM.
50
sd budget, beheerscontrole & logistiek
Intensieve selectieronden vonden plaats van september tot november en zelfs tot in december werden nieuwe medewerkers aangeworven. Een 30-tal medewerkers kwamen zo in dienst, waarvan 8 op vacante betrekkingen. Sinds juli organiseerde de stafdienst P&O grootschalige aanwervingen op maat van de FOD. De personeelsleden van de stafdienst Budget, Beheerscontrole en Logistiek hebben aan deze uitdaging meegewerkt. Ze bereidden selectiedossiers voor en maakten deel uit van jury’s die bijna dagelijks van september tot november in de weer waren.
Het grootste deel van de nieuwe personeelsleden trad in november in dienst. Dit was een drukke periode voor de stafdienst, omdat op het einde van het jaar de schuldvorderingen uitbetaald worden. Toch werd er reikhalzend uitgekeken naar de komst van de nieuwe collega’s. Ze werden verwelkomd tijdens een algemene dienstvergadering waarop de visie en de missie volgens het nieuwe managementplan van de voorzitter en het nieuwe organogram van de stafdienst voorgesteld werden.
SD Personeel en Organisatie Het hart van het HR-beleid en de organisatieontwikkeling vind je bij de stafdienst Personeel en Organisatie (P&O). De stafdienst geeft nieuwe impulsen en zuurstof aan de strategische planning van de personeelsbehoefte voor de centrale diensten en selecteert juiste en vakbekwame personen. De stafdienst verzorgt bovendien het administratieve en financiële beheer van de personeelsdossiers van de centrale diensten. De stafdienst P&O stimuleert ook de levenskwaliteit op het werk via een degelijk competentie- en kennismanagement en een vernieuwende visie op welzijn en diversiteit. Dit alles verloopt in permanente dialoog met de sociale partners.
Naast de stafdienst P&O telt de FOD Justitie 4 P&O-diensten: ›› De dienst P&O van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen beheert het personeel van de penitentiaire inrichtingen en valt onder de directeur-generaal van de Penitentiaire Inrichtingen. ›› De dienst P&O van de centrale diensten staat onder leiding van de directeur van de stafdienst P&O. Hij neemt het beheer op zich van de medewerkers van de centrale diensten, de cel Beleidsvoorbereiding van de minister van Justitie, het Belgisch Staatsblad, het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, de buitendiensten van de
Veiligheid van de Staat, het Elektronisch Toezicht Monitoring Team en de onafhankelijke commissies ingesteld bij de Federale Overheidsdienst Justitie. ›› De dienst P&O van het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie is dan weer bevoegd voor de magistraten en het administratief personeel van de griffies en parketten. Deze dienst ressorteert onder de directeur-generaal Rechterlijke Organisatie. ›› De dienst P&O van het directoraatgeneraal Justitiehuizen is bevoegd voor het administratief personeel van de justitiehuizen en valt onder het directoraat-generaal Justitiehuizen.
SD Personeel en organisatie
51
Directeur
Directie Competentiemanagement en Kennismanagement
Directie Personeelsplanning, Selectie en Expertise
Secretariaat
Directie Organisatie en Kwaliteit
Cell P Ce C Personeelsplanning l l i
Dienst Die Di enst O Organisatieontwikkeling i i ikk li
Cell Competentiemanagement
Dienst Die enst Selectie
Cell Interne Communicatie P&O Ce
Cell Kennismanagement Ce
Cell Expertise en Harmonisatie Ce
Dienst Die enst Welzijn en Diversiteit
Cel Sociaal overleg Ce
Cel Ce el Collectieve welzijnsacties Ce el Individuele Cel en n sociale begeleiding Cel Ce el Diversiteit
52
SD Personeel en organisatie
Dienst P&O centrale diensten
Cel P Cel Ce Personeelsplanning l l van d de centrale l diensten en Financieel beheer die e C Ce Cel Administratief beheer va van carrière en competenties Cel Ce Expertise bijzondere statuten NICC/VS
Een heleboel aanwervingen, harmonisatie en nieuw licht Vers van de pers Net voor de zomer vond een infosessie plaats bij Defensie. Deze gaf de aanzet tot een grootse wervingscampagne. Maar liefst 89 militairen maakten de overstap van Defensie naar Justitie (meer hierover in de Focus). Bovendien organiseerde de dienst Selectie examens voor assessoren in strafuitvoeringsrechtzaken, zodat ook de strafuitvoeringsrechtbanken in 2009 opnieuw over het vereiste aantal assessoren kunnen beschikken.
Met enige fierheid kondigde de dienst daarenboven 2 nieuwe geboortes aan. In 2008 zagen immers 2 specifieke selectiediensten het licht, respectievelijk voor het directoraat-generaal Justitiehuizen en voor het directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie. Deze diensten worden in 2009 verder uitgebouwd. In 2008 ging de dienst Selectie ook verder op zoek naar nieuw talent. Het jaar nam alvast een vliegende start met de deelname aan verscheidene jobbeurzen. In 2007 was de weg van de jobbeurzen al goed afgetast en bewandeld. In 2008 werd dit eens te meer geëxploreerd.
De Federale Overheidsdienst Justitie was dan ook vertegenwoordigd op zowel streekgebonden jobbeurzen (zoals Kif Kif en TARL), als op deze verbonden aan diverse universiteiten (KULeuven, UGent, VUB, ULg). Harmonie in het P&O-domein De cel Expertise en Harmonisatie zorgt voor de invoering van een arbeidsreglement voor het NICC en onderhandelt verder over een ontwerp van arbeidsreglement voor het gevangenispersoneel. Om de toepassing en de interpretatie van de regelgeving door de verschillende P&O-diensten te harmoniseren, ontstond in 2006 een harmonisatieplatform. Dit platform krijgt steeds meer wortels. Ook in 2008 werd in dat kader zeer nuttig werk verricht. Zo werden interne richtlijnen opgesteld over onder andere personeelspublicaties in het Belgisch Staatsblad, ongewettigde afwezigheden, overgang naar het hogere niveau, … Ook werd rond harmonisatie gewerkt in het kader van het expertisenetwerk arbeidsongevallen, Medex/ziekte, …
SD Personeel en organisatie
53
Levenslang leren en kennis bijhouden De directie Competentiemanagement en Kennismanagement heeft een goed jaar achter de rug. De opleidingen, de opvang van de grote stroom aan nieuwelingen, de stages en de nieuwe projecten draaiden op volle toeren. Justitie op de schoolbanken De cel Competentiemanagement heeft onze medewerkers in 2008 heel wat kansen geboden om zich verder te ontwikkelen en dus hebben velen weer kunnen genieten van opleidingen en cursussen allerhande.
Projecten rond kennismanagement Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kennis en expertise in onze organisatie niet verloren gaan? Hoe kunnen we deze bewaren en doorgeven? Het project ‘kennismanagement’, van de stafdienst P&O zoekt sinds oktober 2007 een antwoord op die vragen. De eerste fase van het project werd in de loop van 2008 afgesloten. Hierin zijn de strategische en kritische kennisdomeinen van de FOD Justitie in kaart gebracht. Een kritisch kennisdomein is er een waarvan we op termijn riskeren specifieke kennis te verliezen door het vertrek van collega’s of waarover we gewoon onvoldoende kennis hebben. De tweede fase van het project zal in de loop van 2009 verdergezet worden. Een ander project is dat van ‘Seniors-Juniors’. Bedoeling is om de kennis van senioren te verzamelen en over te dragen aan juniors die het roer overnemen.
54
SD Personeel en organisatie
Organisatie en Kwaliteit: een directie in de overstijgende trap Het jaar 2008 is bijzonder vruchtbaar geweest voor de directie Organisatie en Kwaliteit die heel uiteenlopende materies onder haar vleugels neemt, zoals organisatieontwikkeling, diversiteit, welzijn, interne communicatie P&O en individuele en sociale begeleiding. Deze directie groeit zienderogen. Terwijl ze in januari 2008 nog 20 medewerkers huisde, waren dat er tegen het einde van het jaar al 32. eHR: gemakkelijker, doeltreffender en meer P&O eHR is het nieuwe elektronische systeem om human resource te beheren. De implementatie en het beheer van dit nieuwe project vroeg een pak extra werkkrachten. De voorbereidingen en de nodige aanpassingen voor de komst van e-HR en de conversie van data van het huidige naar het nieuwe systeem heeft immers heel wat energie van de teamspelers van dit project gevergd. Om hen te ondersteunen en te wapenen tegen de lancering van e-HR in het voorjaar van 2009, kwamen heel wat mensen een handje toesteken: coördinators, opleiders, ICT-experten, dossierbeheerders en een helpdeskploeg.
Diversiteit: een rijkdom en een meerwaarde Het was een bijzonder jaar voor de cel Diversiteit. Zo was er de officiële lancering van het diversiteitsbeleid van de FOD Justitie die plaatsvond tijdens een heus evenement rond dit thema. Toenmalig minister van Justitie Jo Vandeurzen ondertekende het diversiteitcharter van de federale overheid, samen met de leden van het directiecomité, de verantwoordelijken van de verschillende entiteiten van de FOD Justitie, de Rechterlijke Orde en de leden van de interne begeleidingscommissie Diversiteit. Daarnaast zat de cel Diversiteit zeker niet stil qua activiteiten. Zo was er bijvoorbeeld de concretisering van het actieplan voor diversiteit voor de FOD Justitie. Of het voorstel voor een diversiteitsopleiding voor de functionele chefs van de centrale administratie en de nieuwe sensibiliserings- en communicatiepolitiek die over dit thema werd opgesteld. Ook nieuwe initiatieven zoals de opvolging van het thema gender mainstreaming zagen het licht. Overtuigd van het succes van de deelname aan de interculturele jobbeurs die georganiseerd wordt door het platform Kif-Kif, heeft de cel Diversiteit er ook dit jaar haar stand opgesteld om onze Federale Overheidsdienst en carrièremogelijkheden voor te stellen.
Echoo8: dichter bij de verwachtingen van de medewerkers van Justitie In de zomer van 2008 peilden we bij de medewerkers van de centrale diensten en de justitiehuizen naar het gevoel dat ze hadden als werknemer. De tevredenheidsenquête Echoo8 bevatte zo’n 80 vragen omtrent functie, werkomgeving, motivatie, ...
De analyse van de meer gedetailleerde resultaten geeft ons bovendien de mogelijkheid om bepaalde actieplannen op te stellen, en dat zowel globaal als per entiteit. Wordt vast en zeker vervolgd. Binnenkort al bij de gedecentraliseerde diensten van het DG EPI.
Met een participatiegraad van 42 % werd meteen een eerste doelstelling bereikt: een deelnemingsgraad van 30 % halen die nodig is om waardevolle en representatieve conclusies te kunnen trekken uit het onderzoek. Uit de resultaten konden we bepaalde verwachtingen en behoeftes van de medewerkers extrapoleren. Om vertrouwelijkheid te kunnen garanderen, werden die overigens verzameld door een externe firma. Het gaf ons de kans de sterktes en zwaktes van onze organisatie in kaart te brengen. Zoals aangekondigd werden de eerste globale resultaten vervolgens gecommuniceerd aan het personeel.
Contact SD Personeel en Organisatie Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 69 05 Fax: 02 542 70 90 E-mail:
[email protected]
SD Personeel en organisatie
55
FOCUS Het jaar van de primeurs voor de diensten Selectie en Aanwervingen De P&O-diensten van de FOD Justitie zijn altijd in de weer, selecteren en aanwerven is immers een constant proces. In 2008 geraakte een en ander zelfs in een stroomversnelling zodat we 3 primeurs konden aankondigen.
En er is ook een historische primeur: voor het eerst werken er meer vrouwen bij de FOD Justitie dan mannen, daar waar er in 2006 nog 4 % meer mannen waren. Ook het aantal vrouwen in hogere functies stijgt gestaag.
Voor het eerst in de geschiedenis heerste er immers een grote selectie- en aanwervingsgolf. De Federale Overheidsdienst Justitie heeft zijn sterkste groei gekend sinds zijn oprichting in 1832! Nog nooit zijn zoveel nieuwe mensen bij de FOD Justitie in dienst getreden. Als we er een concreet cijfer opplakken dan komen we zelfs aan 2139 aanwervingen.
Tot slot was er nog de eerste grote aanwerving van militairen. Het ministerie van Defensie moest afgeslankt en de FOD Justitie had volgens de beleidsverklaring van 2008 extra personeel nodig. Beide federale overheidsdiensten sloten dan ook een protocolakkoord dat werd ondertekend door de betrokken ministers op 6 november 2008.
De rekrutering van deze extra medewerkers vroeg een grote inspanning van de selectiediensten en betrokkenen van andere diensten. Ook onze dienst Selectie profiteerde mee van deze grote campagne. Openstaande functies werden ook hier mooi ingevuld, de dienst beschikt nu over een stevige ploeg die klaar staat om de toekomstige uitdagingen aan te pakken.
56
SD Personeel en organisatie
Het project ging van start in juni en had jobbeurzen en infosessies voor de militairen in het vizier. Tijdens de zomermaanden vonden dan talrijke selecties plaats. De feitelijke aanwervingen concentreerden zich op het einde van het jaar. In totaal hebben al 89 militairen de overstap gemaakt naar de FOD Justitie, terwijl vele anderen nog op hun overstap zitten te wachten in de wervingsreserves.
SD ICT De stafdienst ICT ondersteunt de FOD Justitie en de Rechterlijke Organisatie (RO) door op hun vraag adequate en hoge prestaties leverende informatiesystemen en aangepaste hardware ter beschikking te stellen. De stafdienst ICT formuleert proactief verbeteringsvoorstellen op basis van zijn kennis van de kritische bedrijfsprocessen en van de onderliggende informatiestromen, en rekening houdend met de eigenheid van elk van zijn klanten. Zo wil de dienst de globale werking van de FOD Justitie en de Rechterlijke Organisatie verder optimaliseren en zijn klanten toelaten nieuwe diensten te ontwikkelen.
Daarenboven waakt de stafdienst ICT over de functionele en technologische samenhang van de diverse projecten en van de aangewende ICTinfrastructuur. Tegelijk doet de stafdienst voorstellen om een maximale kostenefficiëntie voor de aangeboden ICT-ondersteuning te bereiken en de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen.
stafdienst ict
57
Directeur
Program Management Office ICT (PMI) Architecture Standards & Methodology Strategy, IT Governance & Audit
Budget & Administratie
Customer Relation
Strategy & Methodology Management
Customer Support
Technologiebewaking & Overheidsopdrachten
Infrastructure astruc uctu ture Management nagement
58
stafdienst ICT
Application ppliccat atio ion Managementt FOD FO
Application on Ma Man Management nage Rechterlijke t lijk Orde Od
New Projec Projects FOD ects ts FO
New Projects w Proj oje ectss Rechterlijke t lijk Orde Od
Directie Infrastructuur Internet Acces Street Alle functionaliteiten voorzien in het lastenboek voor de realisatie van deze nieuwe infrastructuur werden dit jaar ingevoerd. Concreet betekent het dat alle internettrafiek verloopt over een ontdubbelde, hoge prestaties leverende en continu bewaakte netwerkinfrastructuur. Disaster Recovery Site Er werd verhuisd naar de computerzaal van Financiën met de redundante Bull- en IAS-machines. Daarenboven werd het WAN-netwerk centraal ontdubbeld over de Eversstraat en de site Financiën. Dit geldt evenzo voor de centrale internettoegang. Ook een performante en hoog beschikbare netwerk-link werd gerealiseerd tussen de twee computercentra. LAN-optimalisatie We zijn gestart met de redesigning van de verouderde lokale netwerken van de justitiehuizen (qua materiaal) en van de grote gebouwen van RO (materiaal, concept, bekabeling). De 20 belangrijkste en meest verouderde gebouwen kregen een bezoek en er werd een herbekabelings- en materiaalofferte gerealiseerd.
De belangrijkste gerealiseerde verhuis- en nieuwbouwprojecten qua netwerk (en IP-tel) zijn Regentschapsstraat, Leuvenseweg 38 en Jan Jacobs. Mailmigratie Verder werd binnen de diensten van RO ook voort gewerkt aan de mailmigratie naar Oracle Collaboration Suite. Op dit moment zitten er 10 000 gebruikers op dat mailsysteem. Er werd een studie ondernomen om een alternatieve configuratie voor de totaliteit van de gebruikers van Justitie te realiseren. Capaciteitsanalyse Er kwam een capaciteitsanalyse voor de Bull-infrastructuur zodat zowel de MACH-applicatie, de toekomstige internetportaaltoepassingen, als de reeds op Bull gehoste (en nog te hosten) toepassingen minstens tot eind 2009 performant beschikbaar zijn. Computerzaal Nieuwe investeringen zijn geïnitieerd ter vervanging van de klimatisatiepompen en de afleiding naar buiten van de aanvoerbuizen voor koelwater. Het onderhoud van de elektriciteitsvoorziening is verzekerd en een audit m.b.t. de batterijen van de Nobreak is gerealiseerd.
Directie Applicaties RO Hoven van beroep burgelijke en correctionele griffie In 2008 werden 3 nieuwe versies van de applicatie Justice geïnstalleerd, met als belangrijkste modules: een uitbreiding van de geïntegreerde agendafunctionaliteit en een speciale module voor het opvolgen van de beraadtermijnen. Arbeidshoven Eveneens in 2008 kwam de applicatie van de hoven van beroep ter beschikking van de arbeidshoven en het project kreeg de naam CTAH. Hiervoor werd een werkgroep opgericht met als eerste taak de uniformisering van de verschillende codes binnen de applicatie Justice. SIDIS (applicatie) Het SIDIS-systeem laat een elektronisch beheer toe van de bewegingen (opsluitingen, transfers, ...) van gedetineerden en hun detentiedossier. Behalve de penitentiaire instellingen en de administratie, consulteren ook talrijke andere diensten de gegevens (strafuitvoeringsrechtbanken, parketten, justitiehuizen, politie, ...). In 2008 werden verschillende belangrijke stappen gezet.
stafdienst ict
59
Enkele voorbeelden: ›› analyse van het toekomstige SIDIS-systeem; ›› analyse van de toekomstige uitwisseling van veiligheidsgegevens in verband met de transfers van gedetineerden; ›› ontwikkeling van een module voor de psychosociale diensten. Jeugdparketten De installatie van de nieuwe servers resulteerde voor veel parketten in een gevoelige verbetering van de performantie van de database én van de applicatie PJP zelf. In afwachting zorgde de migratie van de mail ervoor dat - waar de nood het hoogst was - de oudere servers bleven draaien. Jeugdgriffies Naast een aantal kleinere verbeteringen en aanpassingen aan de wet, zijn de eerste stappen om griffiedossiers te verbinden met een parketdossier eindelijk een feit. Verder zijn grote inspanningen geleverd om Dumbo (Dumbo is een software gemaakt voor de jeudgriffies die toelaat dossiers van jeugdige delinquenten te beheren tot hun 18 jaar) niet alleen documenten te laten genereren met OpenOffice via templates eigen aan de applicatie, maar ook om site-eigen frametemplates converteerbaar én onderhoudbaar te maken voor en door gebruikers.
60
stafdienst ICT
Los daarvan is de introductie van de nieuwe gerechtsbrieven goed verlopen.
2 proeflocaties (Luik en Antwerpen) zijn van start gegaan.
Parketten-generaal In 2008 werd aan de ontwikkeling van PaGe gewerkt om het in de loop van het eerste deel van 2009 in gebruik te kunnen nemen. Het werk inzake uniformering van de werking van de parketten-generaal ging verder. Om aan de verwachtingen van de parketten tegemoet te komen, werd de omschrijving van het toepassingsveld aangepast.
Epicurus Epicurus is een programma dat het mogelijk maakt om de medische dossiers van gedetineerden binnen de penitentiaire inrichtingen op afstand te raadplegen. Een herziening van de toepassing is aan de gang. Bedoeling is om de patiënten beter te kunnen volgen, om het even naar welke gevangenis ze worden overgebracht (gecentraliseerde agenda).
Mach ›› Vredegerechten De FOD en de minister van Justitie besloten in april 2007 om de Mammoet-toepassingen van de vredegerechten, politieparketten en -rechtbanken te moderniseren. Het project heet tegenwoordig Mach. Het nieuwe programma is geleidelijk ingevoerd: eerst in 2 vredegerechten als test (Torhout en Charleroi) en dan op 9 locaties (Charleroi 2, Geel, SintGillis, Luik 1, Sint-Niklaas, Leuven 3, Kortrijk 2, Ieper, Tubeke).
Modernisering van de infrastructuur van de rechtbanken van koophandel, en opleiding Linux en OpenOffice voor de gebruikers In 2008 kregen de rechtbanken van koophandel nieuwe pc’s die uitgerust zijn met het besturingssysteem Linux en met het softwareprogramma OpenOffice (vrije software met tekstverwerker, spreadsheets en een module om presentaties te maken).
›› Politieparketten en -rechtbanken
In 2008 werden, nog steeds binnen het project Mach, de nieuwe informaticaprogramma’s voor politieparketten en -rechtbanken herschreven en getest. De gelijktijdige tests op
Rechtbanken van koophandel De belangrijkste verwezenlijkingen voor de rechtbanken van koophandel waren de aanpassing van de applicaties conform de nieuwe wetten. De toepassing is ook aangepast aan het nieuwe gerechtsbriefformulier en algemeen ingevoerd.
Elektronische neerlegging van notariële vennootschapsakten (e-da1) In nauwe samenwerking met de dienst voor Administratieve Vereenvoudiging, de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, de FOD Economie die verantwoordelijk is voor de Kruispuntbank voor Ondernemingen, Fedict en het Belgisch Staatsblad dat belast is met de bekendmaking van de akten, werd het ambitieuze project, dat in 2007 begon, tot een goed einde gebracht. Zowel de neerlegging van de wijziging van de statuten, als de uitbreiding van de neerlegging van de stichtingsakten voor de Belgo-Foreign-vennootschappen werd mogelijk in 2008. Elektronische neerlegging van vennootschapsakten door burgers (e-da2) In 2008 werd de ontwikkeling van de webinterface voltooid. Die is toegankelijk voor burgers en griffiers, waardoor vennootschapsakten elektronisch neergelegd kunnen worden. De procedures voor elektronische handtekening met de elektronische identiteitskaart en voor onlinebetalingen worden momenteel getest. Rechtbanken van eerste aanleg (burgerlijk) Naar aanleiding van de wet omtrent de collectieve schuldenregeling werd op 1 september 2008 het tweede luik uitgevoerd. Meerbepaald gaat het over de gegevensoverdracht van de collectieve dossiers van rechtbanken van eerste aanleg naar arbeidsrechtbanken.
Beslagberichten De ambitie is om via werkvergaderingen een elektronisch toegankelijk centraal bestand van beslagberichten op te zetten. Dit kan door alle papieren beslagberichten te scannen en deze op te slaan op een centrale server. Er wordt ook rekening gehouden met de behoeften van de verschillende actoren. Samenwerkingsverband In 2008 stond een pilootproject op het programma voor samenwerking tussen arrondissementen in een zelfde gerechtelijk gebied. Het betrof o.a. een project in Ieper en Kortrijk waarbij elk parket zich specialiseerde in dossiers met een bepaalde preventiecode. Een belangrijke functionaliteit hierbij is de lokale afdruk van documenten met de correcte briefhoofden en contactinformatie, ook al wordt gewerkt op een applicatie van een ander arrondissement. Antecendentendatabank Tot op vandaag is het niet eenvoudig om vanuit een arrondissement de gegevens van een verdachte en zijn antecedenten in een arrondissement te raadplegen. Met de uitvoering van dit project wordt dit wel mogelijk gemaakt. In een eerste projectfase stellen we een centrale databank ter beschikking waarop de betrokkenen alle verdachten en hun antecedenten kunnen consulteren. Hiervoor zijn zoekmogelijkheden voorzien.
Flow van processen-verbaal met de politie Tot op heden worden pv’s zowel in de informatiesystemen van de politie als in deze van eerste aanleg manueel geregistreerd. Daarnaast bestaat er ook een groot risico van foutieve registratie van de gegevens. De ontwikkeling en ingebruikneming van het systeem om gegevens elektronisch via het Fluxsysteem op te nemen, resulteert in een betere kwaliteit en een verminderde workload. De pv-gegevens die van de federale politie komen, worden immers automatisch in de REA/TPI ingeladen, met o.a. creatie dossier, toevoeging verdachten, … In 2008 gebeurde de implementatie in twee derde van de arrondissementen. Arbeidsauditoraten De REA/TPI-toepassing staat als apart systeem ter beschikking zodat het arbeidsauditoraat hiermee zijn administratieve verwerking en opvolging kan ondersteunen. Vermits de griffie van eerste aanleg de activiteiten van de griffie correctioneel uitvoert, dienen de medewerkers van de griffie toegang te hebben tot beide toepassingen: de toepassing REA/ TPI en de toepassing Arbeidsauditoraat. In een eerste fase werd de toepassing REA/TPI ter beschikking gesteld van de arbeidsauditoraten in Antwerpen, Leuven, Huy en Nivelles.
stafdienst ict
61
Cheops Ter vervanging van de toepassing REA/TPI was er een lastenboek nodig met o.a. een volledige inventaris van de informatiebehoeften. Een eerste versie van dit lastenboek werd in 2008 uitgewerkt met daarin: ›› een uitgebreide omschrijving van het informatiedomein, met name de organisatie, processen en elementen van eerste aanleg correctioneel en de arbeidsauditoraten; ›› een inventaris van de behoeften van het parket en van de griffie; ›› een inventaris van de interfaces naar andere partijen en systemen; ›› de generatie en het beheer van de documenten; ›› een inventaris van algemene toepassingsprincipes en kwaliteitsvereisten.
62
stafdienst ICT
Opleidingen De opleidingsdienst ICT nam in 2008 deel aan verschillende opleidingsprojecten met externe cliënten. Toepassing strafuitvoeringsrechtbanken In februari 2007 zagen strafuitvoeringsrechtbanken het licht in Antwerpen, Brussel, Gent, Liège en Mons. In de loop van 2008 werd de applicatie SURTAP verder onderhouden en verbeterd. Tevens werd gestart met de analyse van een volledig nieuwe toepassing, SURTAP2. Deze toepassing, waarvan de installatie gepland is in 2009, heeft meer en gebruiksvriendelijke functionaliteiten en voorziet in een complete overname van alle ingebrachte dossiers.
Directie Applicaties FOD Strafregister In 2008 kwamen er heel wat verbeteringen en aanpassingen voor het strafregiser. Nieuwigheden die de uitbouw van het register moeten verbeteren, zijn o.m. de opslag van manuele gegevens, de weergave van gegevens zoals het rijksregisternummer door programma’s van de rechterlijke orde, enzovoort. SAS (tool met betrekking tot statistieken, logistiek, …) Dit jaar werd de ontwikkeling van de in 2007 gestarte business intelligence-projecten zoals het project met het bewakingspersoneel van de penitentiaire inrichtingen, voortgezet. Het project balanced scorecards (indicator), dat er kwam als onderdeel van het managementplan van de penitentiaire inrichtingen, kende een uitbreiding naar andere gevangenissen. Nieuwe projecten werden ingeleid: enerzijds bij de beroepshoven, anderzijds bij de arbeidsrechtbanken, waar ze de werkdruklast binnen de rechterlijke orde meten.
Penitentiaire inrichtingen ›› SP-EXPERT
In 2008 werd het plan voor de ingebruikname van de SP-EXPERT-software of van de software voor uurregeling van het bewakingspersoneel in volgende gevangenissen voortgezet: Paifve, Verviers, Ruiselede en Hoei. Het biedt hulp bij de planning voor het penitentiair personeel en bij het beheer van het administratieve aspect. Dankzij deze nieuwe omgeving kan SP-EXPERT in alle inrichtingen worden ingezet. ›› SIDIS/Griffies
Dankzij de SIDIS-software is een precieze follow-up van alle gegevens met betrekking tot een gedetineerde mogelijk. Er werd een analyse van de noden gemaakt om de ontwikkeling van een nieuw systeem voor te bereiden, naast het progressief onderhoud.
Andere taken voor de FOD Om diensten te kunnen leveren binnen het nieuwe e-HR-project (digitaal beheer van human ressources), bracht de ploeg ‘personeel’ een groot aantal wijzigingen in de programma’s en gegevens aan. ›› Portaal
De ontwikkeling van het portaal werd in 2008 voortgezet. De portaalsite biedt links aan naar diverse sites, zoals Omptranet (het systeem van het openbaar ministerie), de politierechtbanken, de arbeidsrechtbanken, het federale parket, de gerechtshuizen, de dienst Budget, Justscan, de interne dienst voor Bescherming en Preventie, de Adviesraad van de Magistratuur, enzovoort.
Justitiehuizen De significante uitbreiding van het personeel (in het centraal bestuur van het DG MJH en in de justitiehuizen zelf ), en de verhuis eind 2008 van het centraal bestuur Justitiehuizen van Treurenberg naar de Leuvenseweg, bracht heel wat werk met zich mee. Bovendien was een stevige uitbreiding van het aantal pc’s en de vervanging van minder performante pc’s en servers aan de orde. Ingevolge de afronding van de BPR justitiehuizen werden belangrijke nieuwe programma’s zoals Resource Planning en Scorecard ontwikkeld en werden alle documenten van sipardoc aangepast volgens de richlijnen van de BPR.
›› Applicatie begroting - boekhouding
Voor wat betreft de integratie van het Europese SEPA-project (project voor de vervanging van het bankrekeningnummer door BIC-IBAN) werd er progressief onderhoud uitgevoerd.
Contact SD ICT Waterloolaan115 1000 Brussel Tel.: 02 542 76 24 E-mail:
[email protected]
stafdienst ict
63
FOCUS ICT4U Klantvriendelijkheid is voor de stafdienst ICT geen loos begrip. Als eerste aanspreekpunt in geval van vragen en problemen rond IT spreekt het voor zich dat de relatie met klanten goed moet onderhouden worden. Op strategisch niveau werd hier hard aan gewerkt. Het managementteam van de stafdienst ICT werkt sinds de zomer van 2008 aan een ambitieus project dat als doel heeft onze interne ICT-diensten te reorganiseren. De nadruk ligt daarbij op een sterk op de interne klant gefocust organisatiemodel. Met dit matrixmodel wordt vanaf het eerste semester van 2009 en na goedkeuring door alle hogere overheden gekozen voor een organisatiemodel dat de interne klanten veel meer betrekt bij de planning en uitvoering van de ICT-dienstverlening. Zowel het directiecomité als de minister van Justitie moesten het model goedkeuren vooraleer het kon worden toegepast. De stafdienst ICT had bij het creëren van dit nieuwe organisatiemodel vooral oog voor het gebruik van algemene standaardisering.
64
stafdienst ict
Bij de interne klanten zal de stafdienst zoeken naar unieke aanspreekpunten (single points of contact) die gemachtigd zijn om te spreken voor de totaliteit van alle personen en diensten van de betrokken interne klant. Dit vereenvoudigt de interne communicatie bij klachten en zorgt er ook voor dat de stafdienst ICT meer toegankelijk wordt in geval van vragen of problemen. Zo zal een betere communicatie in 2 richtingen tot stand worden gebracht om zo een efficiëntere dienstverlening te realiseren. De herstructurering van de stafdienst ICT betreft dus een grondige denkoefening waaraan zowel top-down als bottom-up een uitgebreide analyse vooraf ging. Door te focussen op de interne klant beoogt de stafdienst een vlottere interne samenwerking en meer efficiënte dienstverlening. In december 2008 heeft de voorzitter van het directiecomité het nieuwe organogram van de stafdienst ICT officieel goedgekeurd. De nieuwe structuur laat een klantgerichte aanpak toe. In 2009 wordt dit nieuwe organogram uitgewerkt en toegepast binnen de stafdienst ICT.
Het streven is dat in de loop van 2009 het effect van deze herstructurering duidelijk voelbaar zal zijn voor de interne klant. Alle betrokken personen en diensten zouden gemakkelijker hun weg moeten vinden naar de juiste persoon of dienst. Dankzij gestandaardiseerde procedures en een structuur die uitgaat van de behoeften van de klant, wordt hier ook in 2009 hard aan verder gewerkt.
Diensten van de Voorzitter Meer dan 200 personeelsleden werken voor de Diensten van de Voorzitter. Daarbij worden volgende activiteiten ontwikkeld: ›› secretariaat van het directiecomité; ›› juridische ondersteuning inzake geschillen; ›› genadeverzoeken; ›› interne communicatie; ›› externe communicatie; ›› informatieverstrekking; ›› coördinatie van de transversale projecten; ›› coördinatie van de internationale betrekkingen; ›› duurzame ontwikkeling; ›› verlenen van facilitaire diensten; ›› coördinatie van de parlementaire vragen.
De IDPB (interne dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk), evenals de staf van de Diensten van de Voorzitter staan onder rechtstreeks gezag van de voorzitter van het directiecomité.
diensten van de voorzitter
65
Voorziter van het Directiecomité
Staf van de Voorzitter en Protocol
IDPB
Secretariaat van de Voorzitter Secr Directie Diensten van de Voorzitter
Cel H Hulp aan Slachtoffers van Rampen Cel D Duurzame Ontwikkeling Cel M Modernisering RO
Dienst Communicatie en Documentatie Cel C Communicatie Informatie aan d de Burger en In f Cel B Bibliotheek
Facilitaire diensten C ell Vert alingen l Cel Vertalingen Cel Legalisaties & Parl l Parlementaire vragen Cel Restaurant & Pers Personeelskantines Cel Security & Hui Huisbewaarders Cel Reprografie Cel Ontvangst & Tele Telefooncentrale Cel Zendingen en Verg Vergaderzalen Cel Expeditie
66
diensten van de voorzitter
Dienst PMO & Secretariaat van het Directiecomité
Dienst Juridische Zaken Cel Geschillen en JJuridische Adviezen Cel Genade
Dienst Internationale betrekkingen
IDPB
Dienst PMO
Dienst Communicatie en Informatie
In 2008 werd het team van de IDBP versterkt. Er kwamen nieuwe medewerkers bij voor de plaatselijke afdelingen van de Rechterlijke Organisatie, de psychosociale cel en de centrale cel. Op dit moment zetten meer dan 50 preventieadviseurs zich actief in voor de bevordering van het welzijn in de FOD. Via de ontwikkeling van tools zoals de portaalsite van de IDBP en de interne bibliotheek, waaraan in 2009 de laatste hand wordt gelegd, ging ook aandacht naar doeltreffendheid en professionalisme. De samenwerking met alle bij welzijn betrokken diensten, zoals omschreven in de wet van 4 augustus 1996, is opgevoerd. Er worden regelmatig nieuwe verbeterprojecten opgezet die de verwezenlijking van het managementplan van de FOD op doeltreffende wijze willen ondersteunen.
In 2008 heeft de dienst PMO meegewerkt aan het opstellen van een nieuw geïntegreerd operationeel managementplan. Dit liep samen met het tweede mandaat van de voorzitter van het directiecomité van de FOD Justitie. Het plan waarborgt de integratie van de grote beheersprincipes in alle entiteiten, zoals het besturingsmodel en de ontwikkelcirkels. Daarnaast kwam er een systeem dat 2 keer per jaar de realisatie van het plan volgt.
In 2008 werd de organisatie van de nieuw opgerichte dienst Communicatie en Documentatie verder uitgewerkt, vooral m.b.t. de cel Informatie aan de Burger en de cel Bibliotheek. In het voorjaar mochten wij een nieuwe informatieambtenaar verwelkomen. Ook de personeelsbezetting werd beter aangepast aan de concrete noden van deze cel. Deze reorganisatie biedt de mogelijkheid het ‘Handvest van de gebruiker’ volledig te implementeren (beschikbaarheid van het personeel gedurende de vooropgestelde uren, respecteren van de vooropgestelde termijn om te antwoorden op de vragen van de burgers, …). Ook de cel Bibliotheek, die eveneens gehouden is aan het ‘Handvest van de gebruiker’, kreeg versterking door de aanwerving van een attaché.
Sinds de lancering van ProjectSys (een informaticatool voor projectbeheer die PMO in samenwerking met een externe firma heeft ontwikkeld) een jaar geleden, kende het systeem al verschillende wijzigingen. Dit bleek belangrijk voor de creatie van een standaardversie, namelijk ProjectMaster. Deze splinternieuwe applicatie wordt in januari 2009 in productie gebracht.
Cel Communicatie zie Focus
diensten van de voorzitter
67
Cel Informatie aan de Burger De afdeling Informatie aan de Burger vormt het contactpunt van de burger met de FOD Justitie. Haar taak is de burger te helpen bij het vinden van antwoorden op zijn of haar vragen over zaken die verband houden met de FOD Justitie. Als het kan, geeft de dienst een inhoudelijk antwoord op de vraag. In de andere gevallen wordt de vraagsteller doorverwezen naar een dienst die mogelijk een antwoord kan formuleren. Het kan gaan om een dienst binnen de FOD Justitie zelf of een andere - federale of gewestelijke - overheidsdienst. Een doorverwijzing naar een instantie uit het maatschappelijk middenveld is evengoed mogelijk. Vanaf dit jaar kunnen de bezoekers van de website ook een FAQ-rubriek (Frequently Asked Questions) raadplegen waar de 15 meest gestelde vragen worden beantwoord. In 2008 werden om en bij de 7500 informatieverzoeken behandeld, waarvan de meeste in het Frans (4050) en het Nederlands (3050). Van de overige talen kwamen het Engels en Duits het meest voor. De afdeling Informatie aan de Burger beantwoordde de meeste informatieverzoeken per e-mail (4000) en per telefoon (3000).
68
diensten van de voorzitter
Cel Bibliotheek Om het ‘Handvest van de gebruiker’ maximaal te implementeren, werd het centraal oproepnummer van de cel Bibliotheek aangesloten op een antwoordapparaat. Op elk ogenblik buiten de openingsuren krijgt de gebruiker aldus onmiddellijk informatie in verband met de openingsuren van de bibliotheek. Deze openingsuren staan ook uitdrukkelijk vermeld op de homepage. Zoals elk jaar werd de bibliotheek van de FOD Justitie ook in 2008 veelvuldig geconsulteerd, en dit in hoofdzaak door het externe publiek (leden van de rechterlijke orde, advocaten, ambtenaren van diverse overheidsinstellingen, academisch personeel, studenten, kabinetsmedewerkers, bedrijfsjuristen, …). Naast deze dienstverlening ter plaatse, merken wij de jongste jaren een constante groei van het aantal documentaanvragen op afstand. Zo werden er het afgelopen jaar circa 2500 vragen i.v.m. documentleveringen behandeld als gevolg van vragen via het gemeenschappelijk mailadres
[email protected] , via telefonische oproepen of via fax.
Er kwam een nieuwe, geactualiseerde versie van de tijdschriftencatalogus. Bovendien verscheen het afgelopen jaar voor het eerst een catalogus met de elektronisch consulteerbare tijdschriften. In 2008 werd het handboekenbestand met 630 nieuwe aanwinsten uitgebreid, waarvan 579 aangekochte werken en 51 giften. Daarnaast werden meer dan 2000 bijdragen in tijdschriften en verzamelwerken ontsloten. Naar jaarlijkse gewoonte ten slotte werden er, op vraag van hogescholen en universiteiten, rondleidingen en opleidingssessies voor studenten (studenten vertalers-tolk Maria-Hapsinstituut, bachelorstudenten rechtsfaculteit VUB, …) georganiseerd.
Dienst Internationale betrekkingen Wanneer het departement geconfronteerd wordt met internationale dossiers, en die zijn talrijk, dan wordt de dienst Internationale Betrekkingen (DIB) ingeschakeld. De DIB werkt rechtstreeks samen met de FOD Buitenlandse Zaken, met de verschillende onderdelen van het departement (DGWL, DGRO, DG EPI, DSB, …) en met andere justitiespelers zoals de Hoge Raad voor Justitie.
Dienst Juridische Zaken Cel Genade De cel onderzoekt de genadeverzoeken van veroordeelden en legt de Vorst ook voorstellen voor tot toekenning of afwijzing van kwijtschelding van straffen die door rechters werden uitgesproken. In 2008 werden 1320 genadeverzoeken verstuurd naar de Koning. In de loop van hetzelfde jaar heeft de dienst Genade 1680 dossiers volledig afgewerkt.
Cel Geschillen en Juridische Adviezen De cel Geschillen en Juridische Adviezen heeft haar activiteiten in 2008 voortgezet: ›› behandelen van contentieuze dossiers (gewone hoven en rechtbanken, Raad van State) en precontentieuze dossiers; ›› opstellen van interne juridische adviezen; ›› behandelen van verzoekschriften ingediend in het kader van onwerkdadige voorlopige hechtenis; ›› verzoeken om rechtshulp en schade ten laste van medewerkers van de FOD; ›› centralisatie van het beroep bij het Grondwettelijk Hof; ›› klachten van burgers; ›› in de hoedanigheid van afgevaardigde van de minister adviezen opstellen in de dossiers die worden behandeld door de commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan Occasionele Redders; ›› beheer van de schadegevallen inzake de verkeersongevallen waarbij voertuigen van de FOD Justitie zijn betrokken; ›› teruginning bij de aansprakelijke derden van de aan ons personeel betaalde bedragen bij een ongeval.
Het aantal in 2008 aangelegde dossiers is gestabiliseerd. Het ziet er evenwel niet naar uit dat de trend tot juridisering zal worden omgekeerd. Er kan een lichte stijging worden waargenomen van het aantallen gevallen van administratief beroep bij de Raad van State en van dossiers bij het Gerechtelijk Hof. Toch moet worden onderstreept dat de dossiers rechtshulp voor personeelsleden, precontentieuze dossiers en verzoeken om advies met om en bij de 50 % zijn gestegen. Op het vlak van de dossiers inzake de commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan Occasionele Redders (1256 in 2008) heeft de aanzienlijke stijging van 2007 (50 %) zich niet doorgezet.
diensten van de voorzitter
69
Facilitaire diensten De facilitaire diensten, die uit de verschillende onderstaande afdelingen bestaan, leveren diverse horizontale prestaties voor de interne gebruikers of de burgers. Cel Expeditie Deze cel behandelt zowel de inkomende als de uitgaande post voor de gebouwen van de centrale diensten van de FOD. Er is een koerierdienst met eigen wagen voor het transport van de interne briefwisseling tussen deze gebouwen. Met betrekking tot buitenlandse poststukken doet de cel aanvragen voor vervoer met DHL of frankeert ze de stukken voor verzending via De Post. Ze staat ook in voor de administratieve afhandeling van de aangetekende zendingen.
70
diensten van de voorzitter
Cel Vertalingen De cel Vertalingen staat in voor de vertaling van regelgevende, wetgevende en administratieve teksten op vraag van de centrale diensten en is belast met de uitvoering van en controle op de raamovereenkomst externe vertalingen. Teksten die wegens de talencombinatie, de lengte ervan of de werklast van de cel Vertalingen worden bezorgd aan een extern vertaalbureau, worden immers uitbesteed in het kader van een overheidsopdracht.
Hoewel in 2007 werd besloten de testfase met DNS (Dragon Naturally Speaking), een systeem voor spraakherkenning, om diverse redenen uit te stellen naar 2008, is ook tijdens dat jaar niet de verhoopte vooruitgang geboekt. De redenen daartoe hebben vooral te maken met de hoge werklast en de krappe behuizing. DNS houdt in dat de vertaler praat, en dit kan storen als diverse medewerkers een kantoor delen. Bedoeling is hoe dan ook hier werk van te maken.
In 2007 werd met de medewerking van andere diensten intensief gewerkt aan een nieuwe overheidsopdracht voor extern vertaalwerk die loopt van 1 januari 2008 tot 31 december 2010. Aangezien de te vertalen hoeveelheid teksten altijd maar stijgt en het werk steeds meer talen omvat, is geopteerd voor een resoluut nieuwe werkwijze, namelijk een overheidsopdracht gebaseerd op een vertaalgeheugen (Trados), en een prijs per woord die fluctueert naar gelang van de taal. Er is tevens voorzien in een urgentietoeslag voor dringende teksten en in reducties voor repetities en voor reeds volledig of gedeeltelijk vertaalde segmenten (de prijsreductie varieert op grond van het overeenstemmingspercentage).
De papieren documentatie is verder uitgezuiverd en enkel de voor de cel dienstige documentatie is behouden. De overblijvende documentatie werd naar gelang van het geval gealigneerd in het vertaalgeheugen (Workbench) van Trados. Het is de bedoeling met de overblijvende papieren fiches terminologische fiches aan te maken in Multiterm, een ander onderdeel van Trados. Tijdens de testfase is evenwel gebleken dat onze versie van Multiterm niet de mogelijkheid biedt op een efficiënte wijze te werken. Daarom werd werk gemaakt van een nieuwe versie, die ook zal werken wanneer de FOD voor thuiswerk opteert. Zo kan efficiënter en nauwkeuriger worden gewerkt en kan overigens nuttig gebruik worden gemaakt van de kennis opgedaan tijdens de gecertificeerde opleidingen.
In 2008 zijn 2 nieuwe medewerkers geselecteerd: een contractuele Nederlandstalige vertalerrevisor (personeelsplan) en een Franstalige vertalerrevisor ter vervanging van een collega met loopbaanonderbreking. In 2008 is ook verder werk gemaakt van de samenwerking met de departementen voor Toegepaste Taalkunde (ex-tolkenscholen). Daarbij gaat het vooral over de Eramsushogeschool en de Lessius Hogeschool aan Nederlandstalige kant, en het Institut Libre Marie Haps en de Ecole d’Interprètes Internationaux aan Franstalige kant. De samenwerking betekent o.m. dat studenten een al dan niet verplichte stage lopen in de cel Vertalingen of dat de departementen studenten voorstellen die tijdens de zomervakantie als werkstudent aan de slag kunnen in de cel. In september 2008 heeft een Duitse studente, die studeert in Leipzig en in Mons een Erasmusstage had volbracht, een tweetal weken in de cel gewerkt. De samenwerking met het hoger onderwijs kan als een win-winsituatie worden beschouwd, want zowel de cel als het onderwijs leren eruit.
Cel Legalisaties & Parlementaire Vragen De cel is belast met de legalisatie van documenten voor de justitiabelen (totaal 26 790 in 2008) en de coördinatie van schriftelijke parlementaire vragen gericht aan de minister van Justitie (799, wat een verdubbeling is), alsook met het aanbrengen van ’s lands zegel op perkamenten (115) en met de bewaring van originele reglementaire teksten. De cel zorgt ook voor de verspreiding van informatieve dienstnota’s (29 in 2008), de organisatie van bloedinzamelingen en de inschrijvingen van ambtenaren op het nationaal feest. De voorbije 2 jaar werden zowel de benaming, als de samenstelling van het team en het takenpakket grondig herschikt. De vroegere cel Algemene Zaken kreeg een betere profilering rond haar tweeledige kerntaken: enerzijds front-office (omgang met bezoekers), anderzijds back-office (dossierbeheer). Er kwam een reservepool voor permanenties en een tool voor wachtrijbeheer.
Kennisoverdracht binnen en buiten de FOD Justitie nam een cruciale plaats in, onder meer via de initiatie van nieuwe medewerkers en het opstarten van de ontwikkelcirkels. In de loop van 2008 werden tevens de banden met sommige partners nauwer aangehaald. Zo bracht ons team een bezoek aan de collega’s van de FOD Buitenlandse Zaken en van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, om de samenwerking inzake legalisaties te bevorderen. Door de snel opeenvolgende regeringswisselingen ging de meeste aandacht naar de afhandeling van parlementaire vragen. Daarnaast werd de brochure over legalisaties volledig herwerkt en werd ook een FAQ met veelgestelde vragen over dat onderwerp opgesteld. De cel werd eveneens ingeschakeld bij expertiseopdrachten. Meer bepaald nam ze deel aan de task force Duitse vertalingen bij de FOD Binnenlandse Zaken en werden de behoeften inzake documentbeheer geanalyseerd voor de Diensten van de Voorzitter. Dit gebeurde in het kader van het transversaal project DMS.
diensten van de voorzitter
71
Cel Restaurant & Personeelskantines Deze cel verzorgt kwaliteitsmaaltijden voor de personeelsleden en voor geautoriseerde externe personen, evenals de catering voor de vergaderingen en evenementen georganiseerd door de centrale diensten. Cijfers 2008: ›› Aantal maaltijden in het restaurant : 126 168 klanten ›› Aantal externe maaltijden: 7 300 klanten ›› Aantal koffies voor vergaderingen: 193 342 kopjes ›› Aantal broodjes verkocht in de cafetaria’s: 27 546 broodjes ›› Aantal broodjes voor vergaderingen en recepties: 51 205 broodjes Cel Security & Huisbewaarders Staat in voor de toegangscontrole en de toezichtmaatregelen in de 7 hoofdgebouwen van het centrale bestuur.
72
diensten van de voorzitter
Cel Ontvangst & Telefooncentrale Ontvangt, informeert en verwijst de bezoekers door. Doet ook telefonisch onthaal en zorgt voor de doorschakeling van de gesprekken. Cel Reprografie Centrale dienst voor fotokopie en inbinden van documenten. Fotoreportages. Cel Zendingen & Vergaderzalen Deze cel verzekert het vervoer van personen in het kader van opdrachten. Verder beheert ze ook de dossiers van de aanvragen voor buitenlandse zendingen en biedt ze logistieke ondersteuning bij vergaderingen georganiseerd in de centrale diensten.
Cel Protocol De cel behartigt het protocol voor de centrale administratie van het departement en doet dit in samenwerking met de gerechtelijke diensten en het kabinet van de minister. In 2008 heeft de cel Protocol de logistieke organisatie van het colloquium voor de tiende verjaardag van het IACSSO verzorgd (150 personen). Ze stond ook gedurende het ganse jaar in voor de logistiek voor de centrale penitentiaire raad. Daarnaast is op de cel een beroep gedaan bij de inhuldiging van de nieuwe kantoren van het Nederlandstalige en Franstalige justitiehuis te Brussel, en dat in aanwezigheid van de ministers van Justitie en Financiën (160 personen). Voor wat betreft de buitenlandse delegaties heeft het protocol binnen het raam van samenwerking met het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden gezorgd voor de ontvangst van 116 buitenlandse magistraten, 64 gerechtelijke deskundigen, 39 hoge ambtenaren en vertegenwoordigers van politiediensten uit Egypte, Roemenië en Turkije.
Deze delegaties vertegenwoordigen de volgende landen: Jordanië, Egypte, Nederland, Israël, Frankrijk, Haïti, Kazachstan, Zuid-Korea, Algerije, Marokko, Noorwegen, Burundi, Roemenië, Turkije, Portugal, Monaco en Zuid-Afrika. De afvaardigingen hebben instellingen, hoven, rechtbanken en justitiehuizen bezocht. Daartoe is samengewerkt met het federaal parket, de Europese Unie, de federale politie, universiteiten, advocaten gespecialiseerd in zeerecht, recht inzake informatie- en communicatietechnologie, en met de Belgische Technische Coöperatie. De cel Protocol heeft diverse bijeenkomsten verzorgd: ›› Europese vergadering inzake de onderlinge koppeling van de strafregisters (30 personen); ›› bezoek van de ‘Association des médaillés’ van het Franse gevangeniswezen (40 personen); ›› samenwerking met het federaal parket in het kader van de gerechtelijke samenwerking met Roemenië (31 personen) en Nederland (11 personen); ›› samenwerking met de Raad van State op vlak van de relaties met diverse Belgische en buitenlandse magistraten (30 personen); ›› coördinatie van de invoering van het grafisch charter (150 personen);
›› coördinatie van de presentatie van het
diversiteitscharter (55 personen); ›› samenwerking inzake de inhuldiging van
het nieuwe vredegerecht te Edingen (100 personen). De cel wil alles in het werk stellen om optimaal te kunnen ingaan op de diverse bijstandsverzoeken ingediend bij de Diensten van de Voorzitter, en dit in samenwerking met de directies van de FOD, ambassades, hoven en rechtbanken, enzovoort.
Contact Diensten van de Voorzitter Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel.: 02 542 65 96 Fax: 02 542 65 80 E-mail :
[email protected]
diensten van de voorzitter
73
FOCUS 2008 is een druk jaar geweest voor de cel Communicatie Het project grafisch charter werd voltooid. Gedurende bijna 2 jaar heeft de cel nauw samengewerkt met het agentschap Megaluna om dit nieuwe charter in november 2008 aan de FOD Justitie voor te kunnen stellen. Onze FOD beschikt voortaan over een eigen stijl met de bedoeling alle documenten te professionaliseren: brieven, fax, powerpoint, visitekaartjes, folders, enzovoort. In 2008 zijn verschillende publicaties uit onze catalogus geëvalueerd, bijgewerkt en herdrukt. Denken we maar aan de folders ‘U bent gedagvaard’, ‘De gerechtsdeurwaarder’, ‘De huurwet’, … Andere titels zullen in 2009 herdrukt worden.
De cel heeft tevens haar communicatie-initiatief binnenshuis voortgezet met de verspreiding van informatiefolders, zoals een folder over het diversiteitscharter eind 2008. Verder werkte de cel nog aan de op til staande vernieuwing van de website van de FOD Justitie. Daartoe heeft de werkgroep regelmatig vergaderd, contacten gehad met bedrijven gespecialiseerd in webdesign en een bestek opgesteld. De cel heeft zowel de interne als externe behoeften onder de loep genomen. Het websiteproject zou eind 2009 moeten worden afgerond. De cel actualiseerde verder verschillende rubrieken van de huidige internetsite www.just.fgov.be.
74
diensten van de voorzitter
Belgisch Staatsblad Het Belgisch Staatsblad staat in voor de productie en verspreiding van een brede waaier officiële en overheidspublicaties, zowel via traditionele kanalen (papier) als elektronisch (internet). Voor de belangrijkste officiële publicaties gebeurt de distributie enkel via elektronische weg. Het Staatsblad biedt een aantal databanken aan waarvan het Belgisch Staatsblad zelf, de Bijlage van de Rechtspersonen, de openbare aanbestedingen en de Justel-databanken (geconsolideerde wetgeving en rechtspraak) de meest bekende zijn. Daarnaast geven de diensten van het Staatsblad in beperkte mate informatie over in de publicaties verschenen gegevens.
Het Staatsblad staat ook in voor de logistieke ondersteuning bij de distributie van een breed gamma informatiebrochures uitgegeven door de FOD Justitie en voor de aanmaak van traditioneel drukwerk (kaartjes, brochures, omslagen, ....) voor de diensten van justitie.
belgisch staatsblad
75
Met een vierde editie op 31 december waarin het koninklijk besluit tot benoeming van de nieuwe federale regering stond vermeld, sloot het Belgisch Staatsblad 2008 op een symbolische manier af. Deze vierde editie telde 69 358 bladzijden, waardoor de jaargang 2008 het derde hoogste aantal bladzijden ooit opleverde. Uiteraard was dit cijfer weer goed voor een aantal krantenkolommen waarin de termen inflatie van wetgeving en regeldrift niet konden ontbreken. In sommige artikels werd er echter terecht op gewezen dat in die enorme massa bladzijden ook een groot gedeelte niet-wetgeving zit, en dat het gedeelte regelgeving dan nog eens verdeeld moet worden onder de verschillende overheden. Daarenboven moet er ook rekening gehouden worden met de verschillende taalversies. Enkel het aantal bladzijden staatsblad vergelijken, volstaat met andere woorden niet om de verschillende overheden met de vinger te wijzen. Het is dus wachten op grondige inhoudelijke analyses om na te kunnen gaan of er echt sprake kan zijn van administratieve vereenvoudiging of van regeldrift die uit de hand loopt.
76
belgisch staatsblad
Voor de diensten van het Staatsblad maakt dit echter niets uit. Wat er ook in de teksten staat die wij bekendmaken, van wie ze ook afkomstig zijn en zelfs het volume is voor ons eerder bijkomstig. Het belangrijkste voor het Staatsblad is eigenlijk de spreiding van de publicatieopdrachten. En net hierop heeft het Staatsblad zelf geen enkele impact. Al te vaak worden de bekendmakingsformaliteiten pas gestart als de finale deadline met rasse schreden nadert, waardoor de opdrachtgever niet enkel het Staatsblad maar ook zichzelf vaak onnodige druk oplegt. Dit merken we bij elke deadline, bijvoorbeeld bij de omzetting van Europese richtlijnen of bij het begin van de zomervakantie en natuurlijk vooral in de laatste 2 weken van elk jaar.
Ook dit jaar weer werden er teksten ingediend die reeds lang gepubliceerd hadden kunnen zijn of waarvan wij niet konden uitmaken waarom zij prioritair waren. In de piekmomenten vormen dergelijke opdrachten een zeer zware belasting voor de diensten van het Staatsblad.
In die optiek is de Bijlage Rechtspersonen een eenvoudig product. Er is een verplichte publicatietermijn (maximum 15 dagen na neerlegging op de rechtbank van koophandel) en er zijn geen prioriteiten die de procedures in de war kunnen sturen (tenzij een tekst geannuleerd moet worden). In 2008 verscheen zo het absolute recordaantal van 195 636 akten van rechtspersonen en 345 118 mededelingen van jaarrekeningen. Nooit werd er meer vrijgegeven. Van die net geen 200 000 akten waren er bijna 5000 die volledig elektronisch neergelegd werden. Omdat de toepassing in 2009 zal uitbreiden, zal het aantal e-depot akten snel toenemen en dat heeft dan weer een gunstig gevolg voor de snelheid en de kwaliteit. Wat de consulteerbare akten betreft, kreeg de website in 2008 de akten gepubliceerd tussen 1998 en september 2002 toegevoegd waardoor meer dan 10 jaar economisch leven van rechtspersonen online staat.
En dan mogen we nog het Bulletin der aanbestedingen (BDA) niet vergeten. Op nauwelijks 5 jaar tijd verdrievoudigde het aantal bladzijden van deze publicatie. Nog steeds krijgt het Staatsblad ongeveer 10 % van de teksten voor het BDA via de post of via fax terwijl er online toepassingen bestaan. Dit cijfer is nagenoeg stabiel, ongeacht het feit dat de online publicaties gratis zijn en er voor alle andere verzendingsvormen betaald moet worden. Om ook die laatste 10 % te overtuigen te kiezen voor online verzending, werd het tarief 2009 voor het BDA verdrievoudigd. Vooralsnog blijkt dit echter weinig impact te hebben.
De databank Justel (geconsolideerde wetgeving) werd intern volledig gemoderniseerd wat niet enkel resulteert in verbeteringen voor de gebruikers van de databank maar ook in eenvoudigere procedures voor de gegevensbeheerders op het niveau van het Staatsblad. Dit alles samen zorgde voor een financieel erg gunstig 2008. De diensten van het Belgisch Staatsblad stortten € 45 174 044,65 in de Schatkist. Daarbovenop kwam nog eens 21 % BTW waardoor de globale inkomsten voor het Staatsblad € 54 660 594,03 bedroegen. Per personeelslid komt dit neer op € 343 777, wat geen slecht resultaat is.
Ook de drukkerijactiviteit van het Staatsblad kende een goed jaar. Verwacht wordt echter dat de invoering van het grafisch charter in 2009 voor een extra boom zal zorgen.
belgisch staatsblad
77
Statistieken Aantal gepubliceerde pagina’s B.S.
H.V.
MED.
VZW
Aanb.
Totaal
1996
33 485
64 348
11 424
15 296
3444
127 998
1997
40 003
62 200
10 440
11 392
5831
129 866
1998
44 968
63 072
12 417
11 840
9316
141 613
1999
55 864
72 440
9704
10 416
10 340
158 764
2000
49 136
73 488
16 608
15 232
9896
164 360
2001
49 804
94 496
13 472
13 152
10 504
181 428
2002
63 464
*
*
13 696
11 416
88 756
2003
62 830
*
*
*
12 888
75 718
2004
87 430
*
*
*
16 644
104 074
2005
57 756
*
*
*
19 688
77 444
2006
76 470
*
*
*
25 082
101 552
2007
66 290
*
*
*
28 104
94 394
2008
69 358
*
*
*
33 654
103 012
* = pagina's niet meer genummerd B.S.: Belgisch Staatsblad H.V.: Handelsvennootschappen
78
belgisch staatsblad
Med.: Mededelingen jaarrekeningen Aanb.: Bulletin der aanbestedingen
Aantal gepubliceerde akten rechtspersonen
Inkomsten (zonder BTW) 1999
€ 30 630 741,75
2000
€ 32 171 154,49
2001
€ 36 257 987,67
208 719
2002
€ 37 009 304,05
248 719
2003
€ 34 439.690,80 € 40 107 435,79
Aantal akten rechtspersonen*
aantal medelingen jaarrekeningen
1996
119 469
218 800
1997
119 546
1998
120 575
Aantal akten vzw**
1999
134 708
194 149
2004
2000
135 481
309 120
2005
€ 44 227 935,90
2001
160 194
240 640
2006
€ 42 905 353,86
2002
155 803
324 800
2007
€ 43 122 741,65
2003
133 962
296 000
2008
€ 45 174 044,65
2004
184 781
311 342
2005
192 718
319 950
2006
191 852
320 983
2007
188 356
332 480
2008
195 636
345 118
21 562
* tot 30 juni 2003 enkel ondernemingen - vanaf 1 juli 2003 zowel ondernemingen als verenigingen (vzw's) samen. ** vanaf 1 juli 2003 samen met akten rechtspersonen.
Contact Belgisch Staatsblad Leuvenseweg 40 - 42 1000 Brussel Tel.: 0800 98 809 E-mail:
[email protected]
belgisch staatsblad
79
FOCUS De verspreiding van informatiebrochures Sinds 2003 beheert het bestuur van het Belgisch Staatsblad ook het logistieke gedeelte van de verspreiding van de gratis brochures die de FOD Justitie ter beschikking stelt van de burger. In 2008 kreeg het Staatsblad meer dan 10 000 aanvragen voor brochures waarvan we er een goede 8200 onmiddellijk positief konden beantwoorden. In de resterende gevallen kreeg de aanvrager een berichtje via mail, fax, telefoon of brief waarin gemeld werd dat de stock voor de gevraagde brochure uitgeput was. De 8200 uitgevoerde aanvragen resulteerden in een totaal aantal van 327 940 verzonden brochures. Zo werden 30 000 exemplaren van de brochure 'De Huurwet' verspreid in 2008, een echte bestseller! Ook andere titels zoals 'Slachtofferonthaal' (20 000 exemplaren) kenden een zeer groot succes bij de burger. Scholen en openbare instellingen vroegen de brochure 'Justitie in België' (29 000) massaal aan. Het Belgisch Staatsblad staat ook in voor de verzending van brochures met nieuwe thema’s zoals 'De wapenwet' (45 400 exemplaren), die wijd verspreid moeten worden bij een breed publiek.
80
belgisch staatsblad
Dit zijn opmerkelijke cijfers want de meeste brochures zijn ook in een elektronisch PDF-formaat beschikbaar op de website van de FOD Justitie. Veel geïnteresseren verkiezen nog altijd een afgewerkt papieren product boven een digitaal bestand.
Veiligheid van de Staat De Veiligheid van de Staat, de enige burgerlijke inlichtingen- en veiligheidsdienst van het land, heeft vier hoofdtaken: ›› de fundamentele waarden en belangen van de staat beschermen: de inwendige en uitwendige veiligheid van de staat, het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde en de bescherming van het wetenschappelijk en economisch potentieel; ›› veiligheidsonderzoeken uitvoeren over personen die wegens hun ambt in het bezit moeten zijn van een veiligheidsmachtiging om toegang te hebben tot geheime of vertrouwelijke informatie;
›› beschermingsopdrachten uitvoeren
(bijvoorbeeld ten behoeve van buitenlandse staatshoofden); ›› opdrachten uitvoeren toevertrouwd door of krachtens de wet, bijvoorbeeld de verwerking van aanvragen voor het dragen van een vuurwapen door personen die geen verblijfplaats in België hebben. De werking van de Veiligheid van de Staat wordt bepaald door de wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst van 30 november 1998 (BS van 18 december 1998).
veiligheid van de staat
81
Minister van Justitie
Directie-generaal joiAdministrateur-generaal adnt
Adjunct Administrateur-generaal
Ondersteuningscel steuningsc
Operaties
Analyse
Persoonsbescherming
Inlichtingen
Inlichtingen
Veiligheid
Veiligheid
82
Cel Informatie Communicatie ie en Comm
veiligheid van de staat
Diensten van algemeen belang
Inlichtingenopdracht De taken van de Veiligheid van de Staat bestaan voor een groot deel uit het inwinnen, analyseren en verwerken van informatie. Daarbij moet worden opgemerkt dat ‘informatie’ geen synoniem is van ‘inlichtingen’. Hoe meer ‘informatie’ bevestigd wordt door verschillende bronnen, des te formeler kan men bevestigen dat het om een ‘inlichting’ gaat. Het mag dan niet altijd vanzelfsprekend zijn om gegevens door verschillende bronnen te laten bevestigen, toch zal er getracht worden zoveel mogelijk informatie te verzamelen om een context te creëren waarin de verwerking ervan tot inlichtingen kan leiden. De Veiligheid van de Staat wint informatie in over activiteiten van personen of groeperingen die de fundamentele waarden en belangen van het land bedreigen of zouden kunnen bedreigen. De wet maakt een onderscheid tussen de waarden die dienen beschermd te worden: a) De inwendige veiligheid van de staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde De Belgische instellingen moeten in een veilig klimaat kunnen functioneren opdat hun voortbestaan verzekerd zou worden.
In de praktijk betekent dit onder meer dat de Veiligheid van de Staat inlichtingen inwint over eventuele dreigingen tegen overheidsinstanties, maar ook dat er fysieke bescherming wordt geboden aan Belgische regeringsleden en buitenlandse gezagsdragers wanneer zij in België zijn voor officiële activiteiten. De democratische en grondwettelijke orde moet niet alleen naar de elementaire beginselen die eigen zijn aan een rechtsstaat verwijzen, maar ook naar de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. De inwendige veiligheid van de staat gaat niet alleen de Belgische instellingen aan, maar ook de inwoners van de Belgische staat. De Veiligheid van de Staat waarborgt dus ook de veiligheid van personen en eigendommen..
b) De uitwendige veiligheid van de staat en de internationale betrekkingen De Veiligheid van de Staat is ervoor verantwoordelijk dat het nationaal erfgoed ongeschonden blijft en dat de staat soeverein en onafhankelijk kan functioneren. Daarenboven moet ze ook over het goede verloop waken van de betrekkingen die België met vreemde staten, instellingen en internationale autoriteiten onderhoudt. c) Het wetenschappelijk en economisch potentieel Spitstechnologie geeft België een economisch voordeel ten opzichte van andere landen. De Veiligheid van de Staat heeft als taak de Belgische industrie en wetenschappelijke centra bewust te maken van eventuele buitenlandse pogingen tot namaak van deze technologie. Deze opdeling geeft een beter idee van de waarden die de Veiligheid van de Staat moet beschermen, maar laat nog steeds interpretatieruimte over het type dreiging dat moet worden gevolgd.
veiligheid van de staat
83
Daarom geeft de wet een opsomming van een aantal dreigingen die moeten worden gevolgd, met definitie: ›› spionage: het verkrijgen of het verstrekken van inlichtingen die voor het publiek niet toegankelijk zijn en het onderhouden van geheime verstandhoudingen die deze handelingen kunnen voorbereiden of vergemakkelijken; ›› terrorisme: het gebruik van geweld tegen personen of materiële belangen om ideologische of politieke redenen met het doel zijn doelstellingen door middel van terreur, intimidatie of bedreigingen te bereiken; ›› extremisme: racistische, xenofobe, anarchistische, nationalistische, autoritaire of totalitaire opvattingen of bedoelingen, ongeacht of ze van politieke, ideologische, confessionele of filosofische aard zijn, die theoretisch of in de praktijk strijdig zijn met de beginselen van de democratie of de mensenrechten, of met de goede werking van de democratische instellingen of andere grondslagen van de rechtsstaat; ›› proliferatie: de handel in of de transacties betreffende materialen, producten, goederen of knowhow die kunnen bijdragen tot de productie of de ontwikkeling van nucleaire, chemische en biologische wapenprogramma's, de daaraan verbonden transmissiesystemen, alsook de personen, structuren of landen die daarbij betrokken zijn;
84
veiligheid van de staat
›› schadelijke sektarische organisatie: elke
groep met filosofische of religieuze inslag, of die voorwendt dat te zijn, die qua organisatie of in haar praktijk schadelijke, onwettige activiteiten uitoefent, individuen of de maatschappij nadeel berokkent of de menselijke waardigheid schendt; ›› criminele organisatie: iedere gestructureerde vereniging van meer dan 2 personen die duurt in de tijd, met als oogmerk het in onderling overleg plegen van misdaden en wanbedrijven, om direct of indirect vermogensvoordelen te verkrijgen, waarbij gebruik wordt gemaakt van intimidatie, bedreiging, geweld, listige kunstgrepen of corruptie, of waarbij commerciële of andere structuren worden aangewend om het plegen van misdrijven te verbergen of te vergemakkelijken. In dit kader worden bedoeld de vormen en structuren van de criminele organisaties die wezenlijk betrekking hebben op spionage, terrorisme, extremisme, proliferatie, schadelijke sektarische organisaties en inmenging, of die destabiliserende gevolgen kunnen hebben op het politieke of sociaaleconomische vlak; ›› inmenging: de poging om met ongeoorloofde, bedrieglijke of clandestiene middelen beslissingprocessen te beïnvloeden.
De Veiligheid van de Staat heeft binnen de context van deze inlichtingenopdracht ongeveer 2900 nota's bestemd voor Belgische overheden (ministers, administraties, parketten, enz.) en meer dan 1700 bestemd voor buitenlandse inlichtingendiensten opgesteld. Er moet worden onderstreept dat het hier om het aantal geregistreerde originele documenten gaat. Bepaalde nota’s zijn tegelijkertijd naar verscheidene geadresseerden gezonden, deze cijfers houden hier geen rekening mee.
Veiligheidsonderzoeken In 2008 hebben diverse diensten vragen gesteld over veiligheidsonderzoeken aan de Veiligheid van de Staat: ›› de Nationale Veiligheidsoverheid (NVO); ›› het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle; ›› de NVO -afgevaardigden in de 5 nationale luchthavens; ›› de federale politie; ›› de Kamer van volksvertegenwoordigers, de gemeentebesturen, de verschillende parketten binnen de context van aanvragen tot naturalisatie; ›› de FOD Binnenlandse Zaken.
Vragende dienst
Veiligheidsonderzoeken uitgevoerd door de Veiligheid van de Staat in 2008
Nationale Veiligheidsoverheid (NVO): Europese topbijeenkomsten
4015
Nationale Veiligheidsoverheid (NVO): Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen
194
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle NVO in luchthavens
9837 18 696
Federale politie
496
Naturalisaties (Kamer van volksvertegenwoordigers en parketten)
33 788
FOD Binnenlandse Zaken: erkenningen privédetectives
94
FOD Binnenlandse Zaken: personeel van veiligheids-en bewakingsfirma’s
905
TOTAAL
68 025*
* Bij deze aantallen moeten nog de veiligheidsonderzoeken geteld worden die uitgevoerd zijn in het kader van naturalisatieaanvragen waarin een advies is gegeven.
veiligheid van de staat
85
Het Veiligheidsbureau
›› het eerbiedigen, binnen de dienst, van de
De hoofdopdracht van het Veiligheidsbureau is de centralisatie van dossiers over veiligheidsmachtigingen van het personeel van de Veiligheid van de Staat en de toepassing van de veiligheidsmaatregelen bedoeld in de wet van 11 december 2008. In 2008 heeft het Bureau de volgende taken verricht: ›› het beheer van de dossiers over de toekenning of verlenging van de veiligheidsmachtigingen van de leden van de Veiligheid van de Staat, in nauwe samenwerking met de dienst Veiligheidsonderzoek, en het formuleren van adviezen voor de directeur-generaal aangaande de aanvragen;
Aanvragen in 2008
Afgeleverde veiligheidsmachtigingen in 2008
216
168
›› het behandelen van veiligheidsonderzoeken
van personeel van externe firma’s die werken in ruimten van de Veiligheid van de Staat hebben uitgevoerd en andere eenmalige bezoekers: 535 dossiers;
86
veiligheid van de staat
veiligheidsregels van toepassing op geclassificeerde documenten van de NAVO en de Europese Unie, conform de regelgeving binnen deze organisaties, en de bewaring van deze oorspronkelijke documenten; ›› het beheer van formele aspecten van stukken die geclassificeerd zijn als ‘geheim’ en ‘zeer geheim’, zoals hun inschrijving (ongeveer 2000 verschillende documenten in een of meer kopieën), en het proces-verbaal van de vernietiging van geclassificeerde stukken; ›› het bewaren van als ‘zeer geheim’ geclassificeerde stukken (in samenwerking met de persoon verantwoordelijk voor het archief); ›› het geven van veiligheidsbriefings geven aan alle nieuwe leden van de dienst en aan andere diensten; ›› nauwe samenwerking met de adviseur belast met de beveiliging van informatica en met de verantwoordelijke van het transmissiecentrum, in overeenstemming met de bepalingen voorzien in artikel 18 van de wet van 11 december 2008; ›› het nemen van initiatieven voor een betere fysieke beveiliging van de gebouwen van de dienst en een betere aanpassing van de richtlijnen van het ministerieel comité voor de Inlichting en de Veiligheid met betrekking tot de wet van 11 december 2008.
Opdrachten toevertrouwd door of krachtens de wet Er kunnen ook krachtens specifieke wetten opdrachten worden toevertrouwd aan de Veiligheid van de Staat. Zo wordt de dienst geconsulteerd wanneer een persoon die niet in België verblijft een wapenvergunning aanvraagt. In deze context heeft de Veiligheid van de Staat 2214 vergunningen afgeleverd in 2008: ›› 26 vergunningen voor wapenbezit; ›› 8 vergunningen voor wapendracht; ›› 2180 tijdelijke wapenvergunningen (voor lijfwachten van bezoekende VIP’s). De Veiligheid van de Staat heeft op vraag van de Federale Wapendienst 32 veiligheidsonderzoeken uitgevoerd met als oogmerk het eventueel verlenen van een speciale uitvoervergunning of een vergunning voor de doorvoer van wapens of militair materieel door de minister van Justitie (wet van 5 augustus 1991, KB 16 mei 2003).
Opdrachten tot bescherming van personen Op vraag van de minister van Binnenlandse Zaken kan de Veiligheid van de Staat bescherming bieden aan: ›› buitenlandse staatshoofden; ›› buitenlandse regeringsleiders; ›› familieleden van de buitenlandse staatshoofden en regeringsleiders; ›› Belgische en buitenlandse regeringsleden; ›› bepaalde belangrijke personen die worden bedreigd. De bescherming van personen gebeurt door een afdeling van de operationele diensten. Bij het uitoefenen van deze beschermingsopdracht beschikken zij over beperkte en specifieke bevoegdheden van administratieve politie. Dit biedt hen de mogelijkheid in te grijpen wanneer het leven of de fysieke integriteit van een te beschermen persoon wordt bedreigd. Zij kunnen bijvoorbeeld identiteitscontroles, veiligheidsfouilles, administratieve inbeslagnemingen en maatregelen van vrijheidsbeneming uitvoeren. In welbepaalde wettelijke gevallen kunnen zij ook geweld gebruiken, zoals in het geval van wettige zelfverdediging.
Opdrachten
Aantal in 2008 uitgevoerde opdrachten
Staatshoofden
30
Eerste ministers
46
Ministers van Buitenlandse Zaken
7
Andere (regeringsleden, leden van instellingen, ambassadeurs, VIP’s, enz.)
86
TOTAAL Opdrachten
169 Aantal gepresteerde uren in 2008
VIP (staatshoofden en ministers, vertegenwoordigers van instellingen, enz.)
18 907
Doorlopende opdrachten (ambassadeurs, enz.)
44 962
TOTAAL
63 869
Contact Veiligheid van de Staat Koning Albert II-laan 6, bus 2 1000 Brussel Tel.: 02 205 62 11 Fax: 02 201 57 72
veiligheid van de staat
87
FOCUS Personeelsbeleid Werving De Veiligheid van de Staat heeft 105 wervingen gedaan in 2008. 48 personen vervoegden de binnendiensten, 57 personen werden in de buitendiensten aangenomen.
Opleiding De opleidings- en vormingsdienst die door het nieuwe statuut van de buitendiensten in het leven is geroepen, beoogt ervoor te zorgen dat de personeelsleden van de Veiligheid van de Staat op het gewenste tijdstip over de gepaste professionele deskundigheid beschikken om op optimale wijze de toevertrouwde taken te kunnen uitvoeren, waarbij hen de mogelijkheid wordt geboden hun loopbaantraject te ontwikkelen. Tevens is het de bedoeling de expertise van de dienst uit te bouwen als specifiek referentiepunt op het vlak van nationale inlichtingen, en een partner in de internationale gemeenschap te worden.
88
veiligheid van de staat
De verdeling van de wervingen voor de binnendiensten ziet er per graad en geslacht als volgt uit: VROUWEN
hEREN
totAal
Niveau A
1
15
16
Niveau B
0
6
6
Niveau C
5
14
19
Niveau D
2
5
7
TOTAAL
8
40
48
De opleidings- en vormingsdienst wordt ondersteund door een wetenschappelijke en een operationele raad, die helpt de richting van het vormingsbeleid van de dienst te concretiseren door basisopleidingsprogramma's en aangepaste voortgezette opleidingen.
De Veiligheid van de Staat heeft sinds maart 2007 meer dan 100 stagiairs, inspecteurs en beschermingsassistenten in de buitendiensten geïntegreerd die een basisopleiding volgen waardoor ze op geleidelijke en gepaste wijze het functioneren van de dienst kunnen aanleren.
De opleidingsdienst verzekert de basisopleiding van de nieuwe personeelsleden en de verdere opleiding die verschillende facetten beslaat (baremieke vorming en functionele opleiding). De dienst waakt er ook over de knowhow van het personeel te bewaren door de kennisoverdracht te waarborgen.
Daarna volgen de leden van de buitendiensten opleidingen toegespitst op hoge deskundigheid die zijn gericht op de noden van de dienst.
Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) is een federale wetenschappelijke instelling, rechtstreeks afhankelijk van de minister van Justitie en met afzonderlijk beheer. Dé centrale instantie worden van forensisch onderzoek in België, is wat nagestreefd wordt. Dit door het uitvoeren van deskundige wetenschappelijke onderzoeken op vraag van de justitiële partners. In de operationele directie Criminalistiek past men natuurwetenschappen toe om de daders van strafbare feiten en hun modus operandi te identificeren.
Hun opdrachten zijn: ›› het uitvoeren van wetenschappelijke deskundigenonderzoeken, op verzoek van de bevoegde gerechtelijke overheden; ›› het aanleggen en onderhouden van forensische gegevensbanken (genetische profielen (DNA), sporen op kogels en hulzen, autolakken, verdovende middelen en precursoren, …); ›› het meewerken aan de wetenschappelijke coördinatie van de Laboratoria voor Technische en Wetenschappelijke Politie (Federale Politie); ›› het verzorgen van de opleiding van de gerechtelijke actoren; ›› het verrichten van criminalistisch
wetenschappelijk onderzoek. In de operationele directie Criminologie wordt voor een breed gamma aan opdrachtgevers wetenschappelijke studie en onderzoek gedaan naar diverse criminele verschijnselen en de antwoorden erop. De operationele directie verricht onderzoeken die rechtstreeks nuttig en nodig zijn voor het strafrechtelijk beleid. Het betreft zowel het preventief als repressief beleid, het beleid voor de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen en het slachtofferbeleid. Kort samengevat dus, studies die betrekking hebben op de verschillende niveaus waarop het strafrechtelijk systeem functioneert.
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
89
Minister van Justitie
Directeur-generaal NICC
Ondersteuning Directeur-generaal
Dienst Preventie
Coördinatie Onderzoek
Kw Kwaliteitszorg K wal alit litei eit itszo tszorg rg
Directie Ondersteunende ndersteu diensten ensten
Operationele Directie Criminalistiek
Operationele onele Directie Dire Criminologie minologie
P&O P& P O
K t Management Ki M Kit
Vi V ctti Victiminologie & Herstelrecht
Informatica In nfor
Coördinatie Co örr Deskundigenonderzoek
JJeugdbescherming eug g
Zakenbeheer & Onthaal Z ake e
Afdelingen Drugs & Toxicologie Afde Af de e
P oliit Politioneel & Gerechtelijk Onderzoek
Budget B udg & Beheerscontrole
LLa bo Drugs b Labo
V ervv Vervolgingsbeleid & Sentencing
Technische dienst Te Tech h
LLabo ab bo Toxicologie
JJustitiehuizen ustt
Bibliotheek B iblii
Af Afd de ngen Alge de e Afdelingen Algemene Analystische Scheikunde
G Gevangeniswezen evv
LLa bo Verf, Glas en Veiligheidsinkten Labo
SStrafuitvoeringsrechtbanken tra raaf
LLabo abo bo Brand en Vluchtige Componenten
Datawarehouse Strafrechtbedeling D ata taa
LLabo abo Vezels en Textiel LLabo abo Kruitsporen Af Afd de ngen B allis Afdelingen Ballistiek en Digitale Informatie LLa bo Mechanische en Nationale Ballistische Gegevensbank b Labo LLabo ab bo Digitale Informatie Af Afd de ng Bio de iologi Afdeling Biologie LLa b Genetische Identificatie Labo LLabo abo Microsporen Na Nat tio onale D NA-d d Nationale DNA-databanken
90
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
Operationele directie Criminalistiek Het QA systeem De deskundigheid van de expert vaststellen en controleren of de onderzoeken lopen volgens geijkte procedures beheerd door een kwaliteitssysteem, dat is de taak van BELAC (de Belgische accreditatieorganisatie van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie). BELAC verifieerde via een externe audit in 2008 de goede toepassing van het ISO 17025 kwaliteitsysteem op het NICC. De reikwijdte van deze accreditatie werd uitgebreid naar een aantal onderzoeken in het laboratorium voor Mechanische Ballistiek. Ook menig andere laboratoria hebben hun inspanningen op QA gebied verhoogd zodat een verdere uitbreiding van de accreditatie wordt voorzien in de komende jaren. Binnen het vakgebied van de DNA-analyses werd een intense samenwerking met het Institut de Recherche Criminelle van de Franse Gendarmerie opgezet op het gebied van kwaliteitsborging en het uitvoeren van ringtesten. Een dynamisch personeels- en organisatiebeleid 2008 gaat de geschiedenis in als het jaar dat het nieuw wetenschappelijk statuut van kracht ging. Nieuwe structuren werden ingesteld, zo werden departementen hervormd tot operationele directies, werd er binnen de operationele directie
Criminalistiek voor elk van de 5 afdelingen een verantwoordelijke aangesteld en werd een nieuwe jury samengesteld. Deze jury werd in het leven geroepen voor de selectie van nieuwe wetenschappelijke medewerkers. Ze schreef 15 statutaire vacatures uit die resulteerden in de aanwervingen van onderzoekers bij de operationele directie Criminologie en van gerechtelijk deskundigen bij de operationele directie Criminalistiek. Helaas, het aantrekken van competente nieuwe Nederlandstalige medewerkers verliep niet zo snel en vlot, waardoor de laboratoria niet optimaal werkten. Dit had als gevolg dat de achterstand in de gerechtelijke expertises op het gebied van DNA en brandversnellers sterk opliep.
›› een Grimm 3 toestel (een toestel waarmee de
brekingsindex van glasfragmenten kan worden bepaald); ›› een Ramanspectrometer (een toestel waarmee een bepaalde stof kan worden geïdentificeerd aan de hand van zijn vibratiespectrum, gebruikt in het vezelonderzoek en nuttig voor allerlei materiaalsporen, verf, drugs, …); ›› een UPLC toestel (een toestel waarmee de toxicologische analysetijd wordt ingekort en hogere gevoeligheden kunnen worden behaald); ›› een geautomatiseerd werkstation voor de DNA analyses.
De professionele infrastructuur Om verouderde toestellen te kunnen vervangen door nieuwe up-to-date analysetoestellen, werd in 2008 de dotatie verhoogd. Zo werden aangekocht: ›› een elektronenmicroscoop (een toestel waarmee de elementaire samenstelling van zeer kleine partikels kan worden bepaald, met de belangrijkste toepassing in het onderzoek naar kruitsporen); ›› een densitospectrometer (een toestel om de kleur te meten van de verschillende componenten die door dunne laag chromatografie werden gescheiden, gebruikt in het onderzoek van veiligheidsinkten);
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
91
De centrale rol van het NICC binnen de internationale gemeenschap Het kennisniveau van het NICC blijft op de internationale frontlinie van het forensisch onderzoek. Vrijwel alle deskundigen zijn lid van internationale werkgroepen van ENFSI (European Network of Forensic Science Institutes). Meerdere laboratoria werken nauw samen met de universiteit van Lausanne. Zo heeft een van hun doctoraatstudenten een stage van 3 maanden volbracht bij het laboratorium Vezels & Textiel en werd gezamenlijk een instructieve video gerealiseerd over de 1:1 taping-methode (een techniek om vezelsporen van de dader, bij de feiten naar het slachtoffer overgedragen, zo goed mogelijk te documenteren en te exploiteren). Verscheidene onderzoeksprojecten ›› Een onderzoeksproject rond entomotoxicologie werd opgestart. Dit onderzoek laat toe om bij afwezigheid van post mortem weefsel toch toxicologische analyses uit te voeren. ›› Een innovatieve analysetechniek voor veiligheidsinkten met een internationaal erkende en gebruikte methode heeft geleid tot een nauwe samenwerking met de Nationale Bank van België en het Bundeskriminalamt in Duitsland.
92
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
›› Toepassingen van 3D profilometrie in de
criminalistiek werden verder uitgebouwd. In 2008 kwamen in het bijzonder de studie van spoorvorming op de hulsbodems en het vergelijken van gebroken breekmesjes aan bod. ›› Een studie naar algoritme en computertechnieken voor het semi-automatisch aan elkaar puzzelen van verscheurde en versnipperde documenten werd opgestart. ›› Het labo Drugs heeft zich geëngageerd voor het Europese DIRA-project dat via geavanceerde infrarood microscopie het opsporen van drugs op het terrein mogelijk zal maken. ›› Het Europese AGIS project dat databanken voor kruitsporen ontwikkelde, werd afgewerkt. In een nieuw project zal het labo Kruitsporen meewerken aan de uitbouw van de bestaande SLICE databank met een module voor kruitsporen. ›› Een onderzoeksproject rond het opzetten van een databank met mitochondriaal DNA van honden ging van start.
Wetenschappelijke uitgaven Zeven wetenschappelijke publicaties in internationale gerefereerde forensische tijdschriften zagen het licht. Drie publicaties situeerden zich op het gebied van digitale dataverwerking van werktuigsporen en ballistische gegevens, terwijl de andere 4 handelden over biologische onderwerpen, meer bepaald over het onderzoek van DNA in haren en beenderen. Bovendien gaven medewerkers van de operationele directie Criminalistiek talloze presentaties tijdens hun medewerking aan congressen. Vele van deze bijdragen zijn nadien gepubliceerd in de proceedings van deze bijeenkomsten.
Databanken en hun beheer ›› De Nationale DNA-databank Enkele feiten en cijfers: op 31 december 2008 waren er 31 983 DNA-profielen opgeslagen in de nationale DNA-gegevensbanken. De gegevensbank ‘criminalistiek’ bevatte 16 364 DNA-profielen opgesteld op basis van sporenmateriaal afkomstig van misdrijven (een verhoging van 3269 profielen, vergeleken met 2007), terwijl de gegevensbank van de veroordeelden 15 619 registraties telt (een verhoging van 3151 profielen in vergelijking met 2007). In termen van resultaten laten de DNAgegevensbanken toe om steeds meer overeenkomsten vast te stellen. Eind december 2008 werden er 1357 verbanden tussen minstens 2 onderscheiden dossiers gerapporteerd (417 meer vergeleken met 2007), waarvan 663 geïdentificeerd werden aan referentieprofielen opgeslagen in de gegevensbank ‘veroordeelden’ en 202 geïdentificeerd aan referentieprofielen van verdachten. Meer dan 10 % van de opgeslagen DNA-profielen kunnen dankzij de DNAgegevensbanken gelinkt worden aan andere dossiers. Kortom, de gegevensbanken zijn een machtig instrument en hun efficiëntie zal binnenkort kunnen groeien dankzij de internationale uitwisseling van DNA-gegevens.
Hoog kwalitatieve opleidingen Het NICC heeft een sterk geapprecieerde en uitgebreide bijdrage gegeven in de opleiding ‘Bewijs in Strafzaken’, georganiseerd door de Hoge Raad van Justitie voor eerstejaars gerechtelijke stagiairs en magistraten. Tevens heeft het labo Brand & Vluchtige Componenten, in samenwerking met de parketten van Gent, Leuven en Antwerpen, procedures op punt gesteld bij de respons op branden.
›› De Nationale Ballistische Gegevensbank
De voorbereiding van de uitbreiding van deze databank naar Antwerpen en andere arrondissementen in het Franstalige landsgedeelde is volop aan de gang. ›› De Europese Profiling Gegevensbank Sinds 2008 voldoet het labo Drugs aan de strenge voorwaarden om profilinganalyses van amfetamine uit te voeren die gebruikt worden om de Europese profiling gegevensbank te voeden. Beleidsondersteuning Het laboratorium Toxicologie heeft actief meegewerkt aan een werkgroep die een wetswijziging voorbereidt met betrekking tot de wet van 1999 inzake rijden onder invloed van drugs. Nieuwe technologieën maken dat de huidige wet kan worden vereenvoudigd. De expertise van het labo Toxicologie op het gebied van het opsporen van drugs in speeksel wordt gebruikt om de wetenschappelijke criteria vast te leggen. Het labo Toxicologie is onder andere belast met het nagaan van de betrouwbaarheid van de huidige speekseltesten.
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
93
Forensisch deskundigenonderzoek in cijfers Gemiddelde factuur per dossier
Aantal gerealiseerde dossiers 2004
2005
2006
2007
2008
2005
2006
2007
2008
Mechanische ballistiek
337
343
274
257
230
339
350
418
418
Brand onderzoek
85
95
100
102
92
1483
1399
1643
1923
Kruitspooranalyse
68
55
51
67
89
1787
2061
1637
1099
DNA gegevensbanken
871
1152
993
940
1357
221 *
226 *
230*
234*
Biologie
675
1063
1315
952
1138
983
802
776
961
Drugs onderzoek
515
377
521
535
602
813
620
643
679
Materialen onderzoek
42
94
55
48
47
598
490
741
688
Microsporen onderzoek
140
102
85
73
46
775
1421
1163
847
Textiel onderzoek
47
33
24
34
34
3107
11 678
5000
1765
Toxicologie
2857
2666
2790
2690
2808
285
260
370
462
* Voor de DNA-gegevensbanken dient opgemerkt dat slechts de dossiers met een positief vergelijkingsresultaat worden gefactureerd.
94
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
Contact NICC Directie Operationele Criminalistiek Vilvoordsesteenweg 100 1120 Brussel Tel.: 02 240 04 88 E-mail:
[email protected]
Operationele directie criminologie Op de verschillende sectoren binnen de strafbedeling werd er zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Een viertal onderzoeksprojecten maakten op een wetenschappelijke manier gebruik van de in dit kader opgezette databanken. ›› ‘De productie en exploitatie van statistische gegevens aangaande jeugddelinquentie en jeugdbescherming’ In 2008 werd gestart met de analyse van de parketbeslissingen voor het jaar 2007. Een werkgroep van betrokken actoren werkte ook verder aan een aanpassing van de registratie op de jeugdgriffies om ook op dat niveau tot uniforme en betrouwbare cijfergegevens te komen. Eind 2008 werd een boek gepubliceerd over de nieuwe statistieken in verband met de instroom van zaken op de jeugdparketten (jaar 2005). ›› ‘Wetenschappelijke exploitatie van de penitentiaire gegevensbanken’ Op conceptueel vlak zijn 4 modules ontwikkeld voor de datawarehouse-toepassing (opsluitingen, populatie, invrijheidstellingen, ontvluchtingen). ›› ‘De toepassing van de nieuwe wetgeving inzake de externe rechtspositie van veroordeelden tot vrijheidsstraf en de strafuitvoeringsrechtbanken’ Begin 2008 werd een exploratieve analyse verricht op data uit de gegevensbank SURTAP. Mede op basis van deze analyse die verschillende knelpunten aan het licht bracht,
werd binnen de FOD Justitie een stuurgroep SURTAP opgericht die onder meer als doel heeft de gegevensregistratie te uniformeren en te optimaliseren. ›› ‘De analyse van de gegevens in SIPAR (databank van de justitiehuizen)’ Er werden een onderzoeksrapport en verschillende publicaties verspreid over de exploitatie van gegevens van het jaar 2006. Bovendien werd ook een meer kwalitatieve onderzoeksbenadering ontwikkeld via observaties van het gebruik van SIPAR door justitieassistenten en door middel van interviews. Het nagestreefde objectief daarvan is het maatschappelijk medewerkers binnen justitie te bevragen op een ogenblik waarop zij worden geconfronteerd met organisationele veranderingen en met de invoering van beheersinstrumenten. ›› ‘De evaluatie van voorzieningen ten behoeve van slachtoffers van inbreuken’ Na een eerste verkennende kwalitatieve onderzoeksfase, is men in 2008 van start gegaan met een meer kwantitatieve onderzoeksfase. De komende jaren zal de aandacht uitgaan naar nader onderzoek van de strategieën, ervaringen en tevredenheid van slachtoffers tegenover het slachtofferbeleid enerzijds, en naar de effectiviteit, belangen en kwaliteit van dat slachtofferbeleid anderzijds. ›› ‘Het gebruik van het gesloten federaal centrum De Grubbe’ In 2008 werden de data uit een
steekproef van dossiers zowel kwantitatief als kwalitatief geanalyseerd. De resterende stappen van het onderzoek, zoals die in 2007 werden geoperationaliseerd, zijn in 2008 uitgevoerd, en momenteel zijn alle elementen aangeleverd om te starten met de rapportage. ›› ‘De classificatie van en de vraag naar regimes binnen de strafinrichtingen’ In 2008 verdedigden onderzoekers van het departement twee doctoraatsproefschriften in de criminologie. Een eerste doctoraatsproefschrift (‘Van gevangenisstraf naar vrijheidsstraf’) behandelt de historische evolutie van de juridische normering van het Belgisch penitentiair regime. Het andere proefschrift heeft betrekking op de relatie tussen wetenschap en strafrechtstoepassing in het kader van het DNAdeskundigenonderzoek in strafzaken (‘Ce que l’ADN fait faire à la justice’).
Contact NICC Operationele directie Criminlogie WTC III, Simon Bolivarlaan 30 1000 Brussel Tel.: 02 208 40 53 E-mail:
[email protected]
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
95
FOCUS De rol van het NICC in de procesvoering van zware criminaliteit 5012 is het aantal aanvragen tot deskundig onderzoek dat de operationele directie Criminalistiek van het NICC in 2008 ontvangen heeft. 6448 is het aantal aanvragen voor vergelijking met de DNA databank, eveneens ontvangen in 2008. De aanvragen tot onderzoek kunnen zich beperken tot de analyse van één enkel bewijsstuk. Het kunnen echter ook multidisciplinaire expertise en tijdsintensieve onderzoeken zijn, van tientallen grote en kleine bewijsstukken. Heel wat van deze onderzoeken leverden een substantiële bijdrage tot strafrechtelijk onderzoeken. Het geheim van het onderzoek en het beroepsgeheim van de expert weerhouden het NICC om met de resultaten van deze onderzoeken in het daglicht te treden. Echter, de getuigenissen van de deskundigen voor het Hof van Assisen geven de jury en het publiek, via de berichtgeving in de media, een idee van de mogelijkheden van het forensisch onderzoek waartoe het NICC in staat is. In 2008 namen een aantal van onze experts plaats in de getuigenbank, om gemaakte analyses toe te lichten.
96
Tot de meest opmerkelijke processen behoren het dossier Habran en het dossier Stacy & Nathalie. Bij wijze van eerste voorbeeld, in het dossier van groot banditisme Habran, Hof van Assisen te Luik, werden er in totaal 30 wapens, 458 hulzen, 236 kogels en 246 patronen geanalyseerd. Het onderzoek van al deze bewijsstukken was een fulltime job voor 2 van onze experten, en dit voor een periode van maar liefst 3 maanden. Op het proces van Ait Oud werd voor de eerste keer uitgebreid in de media aandacht gegeven aan de resultaten van materiële bewijslast. Uitzonderlijk inderdaad dat tijdens een assisenproces dagenlang gepraat werd over vezels en planten, de sterkste aanwijzingen tegen de beschuldigde. De door het NICC uitgevoerde vezelanalyses, analyses van plantendelen, mitochondriaal DNA en morfologisch haaronderzoek werden ‘haarfijn’ voor de jury toegelicht. Deze wetenschappelijke onderzoeken en meer specifiek de aangetoonde transfers van vezels leverden in dit dossier een zeer groot aandeel tot de uiteindelijke bewijslast.
nationaal instituut voor criminalistiek en criminologie
Het laboratorium Textiel & Vezelonderzoek onderzocht in dit dossier maar liefst 150 bewijsstukken, meer dan 500 kleefstroken waarop er méér dan 6000 vezels gevonden werden. Voor de analyse hiervan werden 3000 spectroscopische analyses verricht. Een onderzoek dat in totaal 4000 manuren vergde, met een bijhorend prijskaartje van € 300 000.
Dienst voor het Strafrechtelijk beleid De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (DSB) is een autonome beleidsdienst die onder het rechtstreekse gezag van de minister van Justitie staat om hem of haar bij te staan bij de uitwerking van het strafrechtelijk beleid, waarvoor hij of zij verantwoordelijk is op basis van het artikel 151 van de Grondwet.
Deze informeert de minister over de evolutie van de criminaliteit en formuleert voorstellen om bepaalde oriëntaties aan het strafrechtelijk beleid te geven. De dienst lanceert ook voorstellen voor een efficiënter opsporings- en vervolgingsbeleid en om de preventie, repressie en het strafuitvoeringsbeleid op elkaar af te stemmen.
De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid werd opgericht bij het koninklijk besluit van 14 januari 1994 en wordt geleid door de adviseur-generaal voor het strafrechtelijk beleid.
De DSB heeft verder als kerntaak de werkzaamheden van de verschillende actoren binnen de veiligheidsketen (politie, Openbaar Ministerie, zetelende magistratuur, justitiehuizen en penitentiaire instellingen) op elkaar af te stemmen.
Om tenslotte het opsporings- en vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie beter te structureren, geeft de DSB sinds verschillende jaren een wetenschappelijke ondersteuning aan de uitwerking van een kwalitatieve parketorganisatie. Deze activiteiten zijn terug te vinden in talrijke publicaties van de DSB.
dienst voor het strafrechtelijk beleid
97
Adviseur-generaal voor het Strafrechtelijk Beleid Adjunct-adviseur-generaal voor het Strafrechtelijk Beleid
Secretariaat & Communicatie
Personeel, Logistiek en Begroting Documentatiecentrum - Vertaling
Research & Development & Statistiek Research & Development
Beleidsontwikkeling & Implementatie
Statistiek
Fenomeenbeheersing
Intern onderzoek Int
Veroordelingen Ve
Zware en georganiseerde Zw criminaliteit cri
Opsporing & Op p vvervolging err
Onderzoekscoördinatie On een n programmering
Monitoring M Mo
Misdrijven tegen Mi personen/goederen pe
Victimologie & Vic Vi c penologie pe n
Witteboordencriminaliteit Wi
Strafprocedure & Str St r rechtsvraagstukken rec c
Jeu Jeugdproblematiek
98
Ketenbeheer
dienst voor het strafrechtelijk beleid
Evaluatie van de wetten van 1995 en 2000 betreffende zeden en enkele verwante juridische instrumenten Reeds in de kadernota integrale veiligheid van 30-31 maart 2004 nam de federale regering het engagement om de regelgeving over zedenmisdrijven te evalueren. Het betreft de wetten van 13 april 1995 inzake seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen en de wet van 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen, alsook andere juridische instrumenten met betrekking tot deze materie. De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid voerde deze evaluatie uit in de periode van 2005 tot begin 2008. De dienst werd bijgestaan door een begeleidingsgroep voor de opvolging van het verloop van de evaluatie en de formulering van aanbevelingen en standpunten met betrekking tot de gedetecteerde problemen. De evaluatie is voornamelijk kwalitatief van aard, maar is ook deels gebaseerd op kwantitatieve (statistische) gegevens. Ze heeft onder andere betrekking op de verschillende aspecten van de procedure, op bepaalde specifieke misdrijven (bijvoorbeeld ontucht of prostitutie van een minderjarige), op de opvolging van de daders (bijvoorbeeld behandeling) en op de samenwerking met de leveranciers van internetdiensten.
De begeleidingsgroep keurde de resultaten van de evaluatie goed in 2007. Ze tonen aan dat er zich heel wat problemen voordoen. Zo worden er onder andere knelpunten vastgesteld met betrekking tot de productie van statistieken, de wetenschappelijke kennis van recidive, de begeleiding en behandeling van daders en het audiovisuele verhoor van minderjarigen die slachtoffer of getuige zijn van dergelijke misdrijven. De evaluatie brengt niet alleen de knelpunten in beeld, maar formuleert ook beleidsaanbevelingen voor de federale regering. Deze aanbevelingen kunnen als uitgangspunt dienen voor acties die de federale regering kan ondernemen op het vlak van preventie, repressie en opvolging. De evaluatie is sinds mei 2008 beschikbaar op de website van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid (www.strafrechtelijkbeleid.be).
De gerechtelijke afhandeling door de politieparketten van verkeersongevallen met zwaargewonde en/of dodelijke slachtoffers Jaarlijks eist het Belgische wegennet meer dan 1000 dodelijke en 8000 zwaargewonde slachtoffers. Dat een kwaliteitsvolle opvang van verkeersslachtoffers en/of hun na(ast)bestaanden maatschappelijk heel belangrijk is en verbeterd kan worden, blijkt onder andere uit de tweede federale Staten-Generaal voor Verkeersveiligheid in 2007. De federale regering heeft zich toen geëngageerd om initiatieven te ondersteunen die de hulp aan verkeersslachtoffers willen optimaliseren. De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid heeft toen besloten om de gerechtelijke afhandeling van verkeersongevallen vanuit justitiële invalshoek nader te onderzoeken om zo concrete voorstellen tot verbetering te kunnen formuleren. Om dit te realiseren heeft de dienst in de loop van 2007-2008 alle politieparketten geïnterviewd over de gerechtelijke afhandeling van verkeersongevallen met zwaargewonde en dodelijke slachtoffers en over de aandacht die hierbij gaat naar slachtoffers en na(ast)bestaanden. Deze bevraging liet toe om de bestaande praktijken, ervaren knelpunten en mogelijke oplossingen te bundelen.
dienst voor het strafrechtelijk beleid
99
De resultaten uit deze bevraging zijn verwerkt in een beleidsrapport dat de (geïntegreerde) strafrechtelijke afhandeling van verkeersongevallen met zwaargewonde en/of dodelijke slachtoffers in kaart brengt. Het beleidsrapport zal verder concrete aanbevelingen en verbetervoorstellen formuleren teneinde de verantwoordelijkheden en de inspanningen tijdens de gerechtelijke afhandeling optimaal op elkaar te kunnen afstemmen.
Evaluatie omzendbrief over het strafrechtelijk beleid inzake intrafamiliaal geweld De activiteiten van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid betreffende intrafamiliaal geweld en partnergeweld zijn, net zoals het probleem zelf, meerzijdig. Zo is de dienst actief in de werkgroep intrafamiliaal geweld die is opgericht in de schoot van het college van procureurs-generaal. De werkzaamheden van deze werkgroep hebben geleid tot 2 omzendbrieven (COL 3/2006 en 4/2006) die in 2008 werden geëvalueerd. Het evaluatiewerk van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid wordt nu gesynthetiseerd en in verband gebracht met de conclusies en bevindingen van andere diensten en organisaties. De resultaten van deze evaluatie werden overigens al gepresenteerd tijdens een studiedag op 9 juni 2008. Op 30 april 2009 staat er een nieuwe studiedag op het programma waar we op een meer interactieve wijze rond deze materie zullen werken. Deze studiedagen vinden plaats in samenwerking met het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid. De dienst helpt ook het luik justitie van het nationaal actieplan partnergeweld te implementeren op het terrein. Dit actieplan is geen doel op zich, maar een middel om tot een meer integraal
100
dienst voor het strafrechtelijk beleid
en geïntegreerd beleid te komen. De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid heeft in 2008 dit actieplan opgevolgd en deelgenomen aan evaluerende conferenties, hetgeen de dienst zal verderzetten in 2009. Daarnaast is de DSB blijvend actief in een aantal bijzondere fenomenen, zoals het eergerelateerde geweld en ouderenmis(be)handeling. Familiaal geweld ten gevolge van ‘geschonden eer’ is een internationale problematiek die moeilijk in kaart te brengen is. De dienst neemt deel aan de internationale studies rond deze fenomenen en draagt zijn steentje bij tot het ontwerpen van good practices bij de aanpak ervan. In het kader van ouderenmishandeling is sinds 2003 op Vlaams niveau het initiatief genomen om een centraal Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling op te richten. Voor Wallonië en het Franstalige deel van Brussel kreeg dit meldpunt een broertje genaamd CAPAM (Centre d’aide aux personnes âgées maltraitées). De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid ondersteunt deze initiatieven met onderzoek en advies omtrent de definiëring.
Aandacht voor kwaliteit binnen het parket: evaluatieonderzoek van een kwaliteitsmeting binnen het parket Het parket leverde de laatste jaren steeds meer inspanningen om efficiënt en transparant te werken volgens de principes van modern management. Een verscherpte aandacht voor de kwaliteit van werken binnen het parket, zowel op beheers- als op beleidsmatig vlak, gaat met deze evolutie gepaard. De afdeling Research & Development (R&D) van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid verrichtte in de periode januari 2006 tot november 2007 een wetenschappelijk onderzoek. De bedoeling van dit onderzoek bestond erin meer te weten te komen over kwaliteit en kwaliteitsvolle werking op parketniveau en zo te komen tot een kwaliteitsmodel op maat van de parketten. In dit onderzoek werd de kennis en de perceptie van de notie kwaliteit gemeten aan de hand van 48 interviews in 5 pilootparketten, met name de parketten van Charleroi, Dendermonde, Hoei en Mechelen en het parket-generaal van Brussel. De interviews hebben de respondenten ertoe aangezet grondig na te denken over wat kwaliteit voor hen betekent en hoe dit kan worden bereikt binnen de parketorganisatie.
Voorafgaand aan dit onderzoek besteedde de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid een onderzoek uit aan het Instituut voor de Overheid en de Solvay Business School. Dit gebeurde met het oog op de uitwerking van een kwaliteitsmodel voor het parket. Het resultaat van dit model was echter vooral theoretisch, waardoor het belangrijk was de praktische bruikbaarheid van dit model te testen. Zowel de procesmatige elementen van het model als de opbouw van en uitleg bij de organisatorische criteria en organisatieontwikkelingsniveaus, werden in de pilootparketten getoetst. Op basis van de resultaten van deze toetsing, literatuur en de eigen onderzoeksexpertise werd door de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid een hernieuwd kwaliteitsmodel voor het parket ontwikkeld in de beide landstalen. Dit model wordt momenteel reeds in heel wat parketten toegepast. Zowel dit nieuwe kwaliteitsmodel als het volledige verslag van het onderzoek zijn in de publicatiereeks van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid verschenen.
Evaluatie nationale implementatie proefzorg Het pilootproject proefzorg is in augustus 2005 opgestart binnen het gerechtelijk arrondissement Gent. Het doel van dit project is om delinquenten op het niveau van de opsporing en vervolging door de parketmagistraat snel door te verwijzen naar de hulpverlening met tussenkomst van een proefzorgmanager. Het is gericht op delinquenten die de feiten bekennen en bij wie aan de grondslag van de feiten een verslavingsproblematiek of ziekte ligt. Proefzorg situeert zich momenteel binnen de praetoriaanse probatie wat niet wettelijk is geregeld. De evaluatie van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid en de Universiteit Gent kwam in 2007 tot de bevinding dat proefzorg een meerwaarde genereert ten aanzien van andere alternatieve maatregelen. Ook andere Europese landen opteren in het geval van middelengebruikers voor een alternatieve afhandeling op het niveau van het Openbaar Ministerie. Alternatieve afhandelingen worden bovendien vooropgesteld in het EU-actieplan inzake drugs van 2005-2008. Bijgevolg wenst de minister van Justitie te komen tot een nationale implementatie van dit pilootproject.
dienst voor het strafrechtelijk beleid
101
De minister van Justitie heeft daarom de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid gevraagd om beleidsvoorstellen te formuleren betreffende een wettelijke en veralgemeende implementatie van het pilootproject in de Belgische strafprocedure en de justitiële organisatie. Beleidsvoorstellen worden gevraagd omtrent: een wettelijke basis voor proefzorg, het statuut en de bevoegdheden van de proefzorgmanager en de financieringsmodaliteiten. Een eerste tussentijds rapport, dat is afgerond eind 2008, schuift een aantal opties naar voren omtrent een wettelijke basis voor proefzorg.
Evaluatie omzendbrief betreffende mensenhandel In 1999 werd door de toenmalige minister van Justitie en het expertisenetwerk mensensmokkel en mensenhandel een basisinstrument ontwikkeld voor het strafrechtelijk beleid en opsporing en vervolging van de mensenhandel. Meer bepaald gaat het over de ministeriële richtlijn inzake het opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel, de Col 12/99. Deze richtlijn beoogt de coördinatie van het opsporings- en vervolgingsbeleid inzake mensenhandel in zijn geheel. De richtlijn voorziet daarvoor een coördinatiestructuur waartoe alle Belgische vervolgingsinstanties behoren en ze zorgt voor de organisatie van de opsporingen waarbij aandacht wordt besteed aan de manier waarop een volledig beeld van het fenomeen van mensenhandel kan worden bekomen, en dit zowel op lokaal als op nationaal niveau. De richtlijn heeft ook aandacht voor de belangen van de slachtoffers. In de richtlijn wordt ook gesteld dat het college van procureurs-generaal deze jaarlijks moet evalueren voor de minister van Justitie. De Dienst voor het Strafrechtelijk beleid staat in voor die evaluatie.
102
dienst voor het strafrechtelijk beleid
Deze evaluatie heeft twee doelstellingen: enerzijds de effectiviteit, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de richtlijn nagaan, anderzijds de richtlijn wijzigen op grond van de resultaten van de evaluatie. De evaluatie bevat onder meer vragen over het toepassingsgebied, de organisatie van coördinatievergaderingen, de controleoperaties, het beeld van het fenomeen, de opvang van de slachtoffers, de relaties met het federaal parket of de beschikbare middelen binnen elk gerechtelijk arrondissement om de mensenhandel te bestrijden. Een eerste evaluatie werd in 2001 beëindigd. Deze bracht een aantal lacunes en problemen aan het licht omtrent de inhoud en praktische toepassing van bovenvermelde richtlijn. Dit heeft geleid tot een nieuwe COL 10/04. De COL 01/07 trad in werking na de aanpassing van de richtlijn aan de wetswijzigingen die werden ingevoerd door de wet van 10 augustus 2005. De belangrijkste resultaten worden aan de referentiemagistraten mensenhandel voorgesteld tijdens een plenaire vergadering van het expertisenetwerk mensenhandel en mensensmokkel.
Evaluatie protocols Child Focus Het is op initiatief van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid dat de evaluatie van zowel het protocol tot regeling van de samenwerking tussen Child Focus en de gerechtelijke en politiële instanties inzake vermissing en seksuele uitbuiting van kinderen heeft plaatsgevonden. Hetzelfde geldt voor het protocol tot regeling van de samenwerking tussen het burgerlijk meldpunt van Child Focus (Childfocus-net-alert) en de politiële en gerechtelijke instanties inzake kinderpornografie op het internet. Voor deze evaluatie werd een werkgroep samengesteld met vertegenwoordigers van de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, Child Focus, het parket-generaal, de cel Vermiste Personen en de cel Mensenhandel van de federale politie. Voor het protocol inzake kinderpornografie op het internet kwam daar nog de Federal Computer Crime Unit bij. Deze werkgroep heeft zich over beide protocols gebogen om na te gaan welke bepalingen praktische problemen doen rijzen en bijgevolg gewijzigd dienen te worden. De werkzaamheden resulteerden in een aanpassing van de protocols.
Contact Dienst voor het Strafrechelijk beleid Hallepoortlaan 5-8 1060 Brussel Tel.: 02 542 74 65 Fax: 02 542 74 44 E-mail:
[email protected]
dienst voor het strafrechtelijk beleid
103
FOCUS Beter beleid door evaluatie Vanuit een visie op een integraal veiligheidsbeleid heeft de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid zich de voorbije jaren toegelegd op alle aspecten van de beleidscyclus.
De beleidsevaluatie heeft echter zijn plaats in alle fasen van de beleidscyclus: ex ante, ad interim en ex post. ›› Ex ante, waarbij de oefening erin bestaat
Daartoe behoort in eerste instantie de beleidsvoorbereiding om de beleidsmakers toe te laten een consistent pakket van beleidsoriëntaties en maatregelen vast te leggen. De vruchten hiervan worden idealiter omgezet in degelijke en onderbouwde beleidsnota’s zoals bijvoorbeeld de kadernota integrale veiligheid en de beleidsnota’s van de minister. Daarnaast bestaat echter ook een belangrijk deel van het beleidswerk uit de begeleiding en ondersteuning van de implementatie en uitvoering van het ‘nieuwe’ beleid en de beleidsevaluatie. Nog al te vaak wordt het belang van degelijke beleidsevaluatie onderschat en ten onrechte alleen aan het eind van de cyclus gesitueerd of als een theoretische oefening beschouwd.
104
dienst voor het strafrechtelijk beleid
eventuele effecten van gepland beleid op voorhand in te schatten en de noodzakelijke voorwaarden voor succes af te bakenen. ›› Ad interim, of tijdens het implementatieproces, waarbij de wijze waarop de maatregel in de praktijk wordt omgezet, wordt geëvalueerd (procesevaluatie) met het oog op eventuele bijsturing. ›› Ex post, om efficiëntie (procesevaluatie) en effectiviteit (productevaluatie of impactmeting) van het gevoerde beleid te meten, wat kan leiden tot hernieuwde beleidsvragen en noden. Net als financiële controlesystemen ent de beleidsevaluatiecyclus zich idealiter op de globale beleidscyclus van planning – uitvoering – controle – bijsturing (plan-do-check-act), en brengt hij kostenefficiëntie, efficiëntie en effectiviteit aan het licht van de genomen maatregelen.
De fase van de beleidscyclus waarbinnen het evaluatieonderzoek wordt doorgevoerd, bepaalt de uitgangspunten, de doelstellingen en de daarbij horende methoden.
Commissie voor Financiële Hulp
aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders De commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders onderzoekt de aanvragen voor financiële bijstand van slachtoffers van een opzettelijke gewelddaad of hun naasten. Daarnaast behandelt ze ook de aanvragen voor financiële bijstand van personen die vrijwillig hulp bieden aan slachtoffers of in geval van overlijden, hun rechthebbenden. Deze personen deden dat noch in het kader van de uitoefening van een beroepsactiviteit in verband met de veiligheid, noch in het
kader van een deelname aan enige gestructureerde vereniging om hulp en bijstand te verlenen aan derden. De commissie oordeelt zowel over de opportuniteit van de toekenning van een hulp als over het bedrag ervan.
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
105
De commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders heeft in 2008 haar taak verder uitgevoerd.
Verzoekschriften
Beslissingen
Sommen *
Beroepen
2000
740
732
6,31
5
2001
645
541
5,17
4
2002
804
762
7,77
4
2003
900
994
10,58
14
2004
1298
1095
10,94
5
2005
1191
1176
10,60
17
2006
1312
1262
10,56
12
2007
1202
1520
12,57
8
2008
1237
1343
10,30
10
* in miljoenen euro
Ontwikkelingen op wetgevend en reglementair vlak Bij koninklijk besluit van 10 maart 2008 (BS, 19 maart 2008) werd L. Oldenhove de Guertechin aangewezen voor een vernieuwbaar mandaat van 6 jaar tot voorzitter van de commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders.
106
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
Belangrijke ontwikkelingen op jurisprudentieel vlak 1. Nabestaanden van een slachtoffer dat overlijdt terwijl het zelf geweld pleegt arresten n° 179 900 d.d. 20 februari 2008 en 181 372 d.d. 19 maart 2008 van de Raad van State In 2008 bevestigde de Raad van State de kentering in haar rechtspraak, waarop reeds gewezen werd in het jaarverslag 2007. De Raad van State wees op de tekst van artikel 33, § 1, tweede lid, van de wet van 1 augustus 1985 en stelde dat aan de verzoekers / nabestaanden geen laakbaar gedrag verweten kon worden. “[…] De commissie kan onder meer rekening houden met: het gedrag van de verzoeker indien deze rechtstreeks of onrechtstreeks heeft bijgedragen tot het ontstaan van de schade of de toename ervan; […]”, zo oordeelt de Raad van State. 2. Opzettelijke gewelddaad en het strafrechtelijk gezag van gewijsde – arrest n° 187.201 d.d. 20 oktober 2008 van de Raad van State
3. Ontvankelijkheidsvoorwaarden - bijzondere omstandigheden - strikte interpretatie en het gelijkheidsbeginsel - prejudiciële vraag arrest nr. 186 995 d.d. 13 oktober 2008 van de Raad van State “[…] In het licht van die uitnodiging van de wetgever rijst de vraag of het overlijden van de dader ook geen aanleiding moet geven tot een ‘ruime’ interpretatie van artikel 31bis, § 1, 4°. Die interpretatie hoeft trouwens niet zo ruim te zijn als door de verzoeker wordt voorgesteld. Denkbaar zou bijvoorbeeld zijn dat een aanvraag bij de commissie kan worden ingediend binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf het ogenblik waarop het slachtoffer kennis krijgt van het overlijden van de dader en de verwerping van diens nalatenschap door zijn erfgenamen.
In wezen voert de verzoeker immers aan dat hij zich in een bijzondere situatie bevindt, te onderscheiden van de situatie die zich in het algemeen voordoet, en dat hij op grond daarvan niet behandeld mag worden op dezelfde manier als de slachtoffers die te maken hebben met een dader die nog wel veroordeeld kan worden tot betaling van een schadevergoeding, of althans met erfgenamen van een dader die daartoe veroordeeld kunnen worden. Aldus rijst in de voorliggende zaak een vraag met betrekking tot de verenigbaarheid van de genoemde wetsbepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, […]”, zo oordeelt de Raad van State.
Een reden om artikel 31bis, § 1, 4°, in een zodanige zin te interpreteren, zou kunnen zijn dat een strikte interpretatie aanleiding geeft tot een verschil in behandeling dat strijdig is met de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, gehuldigd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Het strafrechtelijk gezag van gewijsde geldt ‘erga omnes’ en is dus ook bindend voor de commissie. Wanneer een dader veroordeeld wordt voor onopzettelijke slagen en verwondingen, kan zijn slachtoffer zich niet tot de commissie wenden.
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
107
4. De commissie en de slachtoffers van geweld in het buitenland In de jaarverslagen van 2006 en 2007 werd reeds verwezen naar de wet van 13 januari 2006 tot omzetting van de richtlijn 2004/80/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven (Belgisch Staatsblad, 31 januari 2007). Ten gevolge van deze wet werden de artikelen 40 tot 40quater ingevoegd, met uitwerking vanaf 1 januari 2006. Naar aanleiding van deze wetswijziging werden er in de loop van 2008 nog enkele verzoekschriften ingediend. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de volgende 2 hypotheses: (1) de commissie heeft een assisterende functie (2) de commissie heeft een beslissende functie.
108
> Assisterende functie (artikel 40 van de wet) Een Belg of een persoon die in België woont, wendt zich tot de Belgische commissie om bijgestaan te worden bij het indienen van een verzoek bij een daartoe bevoegde buitenlandse instantie. Er zijn in dit verband geen dossiers ingediend in 2008.
In 2008 werden er 13 dossiers aangelegd, waarvan er reeds 1 afgesloten werd. Verder nam de commissie in 2008 7 beslissingen (6 over dossiers ingediend in 2007 en 1 over een dossier ingediend in 2008). Van deze 7 beslissingen werd er slechts 1 positief gehonoreerd: een hulp van € 750 werd toegekend. Vijf dossiers kwamen uit Nederland, 2 uit het Verenigd Koninkrijk.
> Beslissende functie (artikel 40bis van de wet) Een persoon die niet in België woont, wordt het slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad in België en dient een verzoek in met behulp van een daartoe aangewezen instantie van het land waar hij woont. “[…] Wanneer een opzettelijke gewelddaad is gepleegd op het grondgebied van België en de verzoeker zijn gewone verblijfplaats in een andere lidstaat van de Europese Unie heeft, kan de verzoeker zijn verzoekschrift, met de vraag om financiële hulp, noodhulp of aanvullende hulp, aan de commissie richten via de instantie die door de betrokken lidstaat specifiek is belast om het slachtoffer bij te staan in zijn aanvraag bij de bevoegde instantie, en dit door middel van een standaardformulier opgesteld door de Europese Commissie, […]”.
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
Contact Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders Hallepoortlaan 5-8 1060 Brussel Tel.: 02 542 64 11 Fax: 02 542 72 40 E-mail:
[email protected]
FOCUS Betalingen in 2008 Van de in 2008 uitgesproken beslissingen dienden er 7,9 % op een geblokkeerde rekening gestort te worden. Ongeveer een kwart van de beslissingen (23,6 %) werd uitgekeerd op de derden-rekening van een advocaat, 3 % werd uitbetaald aan derden (schuldbemiddelaar, OCMW, …), terwijl de overige 73,4 % rechtstreeks naar de slachtoffers ging.
Tabel A. Datum beslissing – dag waarop het rekeningnummer ontvangen wordt
In 91,6 % van de in 2008 genomen beslissingen ontving de commissie reeds in 2008 het rekeningnummer. Op 1 februari 2009 was dit cijfer gestegen tot 95,6 %. 86,7 % van de in 2008 genomen beslissingen werd nog in 2008 uitbetaald. Op 1 februari 2009 was dit cijfer al gestegen tot 91,6 %.
Tabel B. Dag waarop het rekeningnummer ontvangen wordt – dag waarop het bedrag afgeboekt is
Verder blijkt uit de cijfers dat wat de in 2008 genomen beslissingen betreft het gemiddeld 28 dagen duurt vooraleer de commissie het rekeningnummer ontvangt waarop het toegekend bedrag mag gestort worden. Daarna duurt het gemiddeld 23 dagen vooraleer het bedrag ook effectief afgeboekt is.
gemiddelde
mediaan
tot 7 dagen
8 – 31 dagen
meer dan 1 maand
28
16
18,6 %
54,4 %
27 %
gemiddelde
mediaan
tot 7 dagen
8 – 31 dagen
meer dan 1 maand
23
20
9,1 %
64,1 %
26,8 %
Er zijn verschillende redenen waarom een betaling op zich kan laten wachten, zoals o.m.: ›› er moet nagegaan worden of de rekening ook effectief geblokkeerd is, hiertoe is een attest van de financiële instelling vereist; ›› indien de vereiste volmacht ontbreekt, moet hierop gewacht worden; ›› er moet nagegaan worden of een beslag al dan niet gelicht werd; ›› de werkingsmiddelen van de commissie worden om begrotingstechnische redenen niet in 1 keer gestort: zo wordt de maximale som die zich op elk ogenblik op de rekening van de commissie kan bevinden beperkt tot € 2,5 miljoen. Het gevolg daarvan is dat de commissie eerst moet wachten tot haar middelen quasi uitgeput zijn vooraleer een nieuwe som kan aangevraagd worden, wat ervoor kan zorgen dat er tijdelijk tekorten zijn.
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
109
FOCUS Tabel C. Stortingen op de rekening van de commissie in 2008 (bedragen in miljoenen euro) februari
maart
mei
juli
augustus
november
0,99
2,30
2,00
1,90
1,80
1,81
Tabel D. Verrichtingen door de rekenplichtige van de commissie in 2008, in casu het verzenden van gezamenlijke overschrijvingen (bedragen in miljoenen euro) maand
01-03
04-06
07-09
10-12
bedrag
3,47
2,62
2,83
2,54
aantal verrichtingen
20
17
21
16
Het verschil tussen het totaal van tabel C (10,8) en van tabel D (11,46) is te verklaren omdat er eind 2007 nog een saldo van € 0,70 miljoen was overgebleven op de rekening van de commissie. Immers, op 31 december 2007 was een overschrijving ter waarde van € 620 945,90 nog niet afgeboekt.
110
Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders
Voor meer uitgebreide informatie over de commissie en haar rechtspraak kunt u terecht op de website van de FOD Justitie: www.just. fgov.be. Voor een samenvatting van een groot aantal beslissingen (meer dan 4000) kunt u terecht op www.juridat.be. Deze site kunt u ook via de website van Justitie bereiken.
Kansspelcommissie De Kansspelcommissie is opgericht bij de wet van 7 mei 1999. De taak van de commissie is drieledig. Ten eerste verstrekt ze advies aan de regering en het parlement. Daarnaast is haar voornaamste taak te beslissen over het toekennen van vergunningen voor casino’s, speelautomatenhallen, drankgelegenheden, leveranciers, spelen en personeel. Tenslotte treedt de Kansspelcommissie ook op als controle- en tuchtorgaan. De kern van de kansspelwet bestaat erin dat kansspelen verboden zijn, behalve voor uitzonderingen die in de wet vervat liggen. Deze uitzonderingen worden geregeld via een systeem van vergunningen. In geval van overtreding van de kansspelwet van 7 mei 1999 kan men strafrechtelijk worden
vervolgd. De commissie is bevoegd om een gepaste sanctie op te leggen. Sancties kunnen gaan van een waarschuwing, over de schorsing van de exploitatie van enkele machines, tot het intrekken van de vergunning. De Kansspelcommissie wordt voorgezeten door een magistraat, Étienne Marique. De voorzitter zit samen met vertegenwoordigers van 6 ministers.
kansspelcommissie
111
Secre Se e e Secretaris van de voorzitter
Voorzitter
Politi Po o Politie experten Re R elatt CE internationaal Relaties EEx xterr communicatie Externe
Griffie
Secretariaat cretariaat
Administrateur inistrate
Receptie R Rece Re
Beleidscellen idscellen
Vergadering V gaa Verga
P&O P& P &O
JJuridische Ju urid d cel
B&CG B&CG B& G ICT ICT IC
Vergunningen A
112
Vergunningen B
kansspelcommissie
Vergunningen C
Vergunningen D
Vergunningen E
Dossiers X
Inbelspelletjes
Controle
Spelen in het vizier Internet In 2008 nam net zoals de voorgaande jaren het aanbod van kansspelen via het internet exponentieel toe. Deze tendens biedt echter geen enkele garantie voor de eerlijkheid van het spel, de omkadering van het soort spelen, de controle van de financiële stromen en de bescherming van de speler en de persoonlijke gegevens. Operatoren van online kansspelen zijn momenteel aangewezen op zelfregulering, zoals het verwijzen naar de verplichte minimumleeftijd voor spelers. Dit systeem biedt echter onvoldoende bescherming voor de spelers. Een aanvullende vergunning die wel in deze bescherming kan voorzien, bestaat nog niet. In de loop van 2009 komt hier echter verandering in.
Weddenschappen In 2008 zorgde ook de sector van de weddenschappen omwille van de verscheidenheid in reglementering voor de nodige problemen. Als gevolg van operatie Betex I (op 22 mei 2007) vonden afgelopen jaar operaties Betex II (op 24 juni 2008) en Betex III (op 17 december 2008) plaats. Het betrof een samenwerking van de Kansspelcommissie met de beleidscel van staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding Carl Devlies, de bevoegde procureur-generaal Visart de Bocarmé, de diensten van de FOD Financiën en de politiediensten. De Betex-operaties beoogden zowel het sluiten van weddenschapskantoren als het verbod opleggen om inzetten of weddenschappen aan te nemen in krantenwinkels en cafés waar er gewed wordt op sportuitslagen tegen vaste notering. Om weddenschappen op sportuitslagen tegen vaste notering te mogen aannemen, moet de uitbater 48 uur op voorhand aangifte doen bij de betrokken Ontvanger der Belastingen met een aangiftekaart 714B en onder meer voorzien in het afleveren van tickets en betaling van belastingen. Wedkantoren zullen echter veelal niet of slechts gedeeltelijk voldoen aan deze eisen.
Artikel 3.3 Midden 2008 werden door de kansspelsector nieuwe toestellen voorgesteld. Het ging over automatisch ontspanningstoestellen, vallende onder artikel 3.3 van de wet van 7 mei 1999. Concreet betrof het automatische (voornamelijk kaart-) spelen die buiten kansspelinrichtingen klasse I en II vallen. Ze vereisen een zeer beperkte inzet en kunnen maar een gering materieel voordeel opleveren aan de speler of gokker. De Kansspelcommissie is zich bewust van het mogelijke sociale gevaar van deze spelen, aangezien ze overal kunnen worden geplaatst (in warenhuizen, wasserettes, stations, ...). Ze heeft hierover dan ook een uitgesponnen debat gevoerd. In 2009 wordt hieraan gevolg gegeven in een nota van de commissie en een protocol metrologie om mogelijke uitwassen van deze toestellen tegen te gaan. Zo zijn beperkingen ingesteld op het uurverlies, het aantal en de plaats van opstelling van deze toestellen.
kansspelcommissie
113
Casino’s In 2008 heeft de vennootschap Barrière, die het casino van Dinant uitbaatte, wegens voortdurende verliezen haar activiteiten stopgezet. Er werd met de stad Dinant onderhandeld om de concessie te beëindigen. De stad heeft een bestek opgesteld en bekendgemaakt. Na een debat in de gemeenteraad werd de concessie aan de groep Partouche toegewezen. Vergunning A65721 werd aan de groep NV Casino de Dinant toegekend, waarvan de vennootschap Belcasino de grootste aandeelhouder is. De solvabiliteit en het professionalisme van de groep Partouche werden onderzocht. De Franse groep Partouche heeft de operatie financieel ondersteund.
114
kansspelcommissie
De sector vreest een aanzienlijke daling van het zakencijfer als er een algemeen rookverbod in de casino’s van kracht zou worden. De Raad van State heeft een gunstig arrest gewezen over de mogelijkheid tot roken. Dit jaar heeft de commissie bijzondere aandacht besteed aan het eerbiedigen door de casino's van de computerprotocollen. Er werd een gebrek aan professionalisme en nauwkeurigheid in het online verzenden van gegevens geconstateerd. Samen met de dienst Metrologie heeft de commissie er sterk op aangedrongen dat de CPU-schakelaars van de machines aan de bepalingen van de protocollen aangepast zouden worden. De verzonden gegevens worden opnieuw geanalyseerd zodra de aanpassingen doorgevoerd zijn. De casinoverantwoordelijken zullen op basis hiervan gehoord worden. Zo nodig zal er een sanctieprocedure gestart worden. De commissie werkt met name aan een toepassing waardoor het mogelijk moet worden de verzonden bestanden automatisch en elektronisch te verwerken.
Speelzalen In 2008 werd slechts 1 vergunning klasse B toegekend. Het betrof het dossier dat zich op plaats 1 van de wachtlijst bevond. Gedurende het volledige jaar 2008 werd geen enkele vergunning klasse B ingediend. In de loop van het jaar werden ook 6 nieuwe dossiers toegevoegd aan de wachtlijst. Eind 2008 bedroeg het totaal aantal dossiers op deze wachtlijst 31. In de zitting van oktober 2008 keurde de Kansspelcommissie een nieuwe nota inzake de verhuis van kansspelinrichtingen klasse B toe. Voorheen waren alle vergunningen die werden toegekend om een kansspelinrichting uit te baten zowel persoons- als locatiegebonden. Vandaag is de Kansspelcommissie echter de mening toegedaan dat dit voor de vergunning klasse B voor het uitbaten van een speelautomatenhal niet langer vereist is. Voor deze vergunning wordt niet langer vastgehouden aan de locatie. Hier zijn echter twee voorwaarden aan verbonden. Zo moet deze nieuwe locatie voldoen aan de voorwaarden gesteld in de kansspelwet en haar uitvoeringsbesluiten over de nabijheid van inrichtingen die door kwetsbare personen worden bezocht. Daarnaast moet een convenant zijn toegekend door de gemeente waar de vergunninghouder zijn nieuwe kansspelinrichtingen klasse II wenst te vestigen. Een verhuis heeft geen invloed op de duur van een vergunning.
Drankgelegenheden
Vergunning D
Een belangrijke nieuwigheid voor het spelen op bingo’s was de invoering van het gebruik van de elektronische identiteitskaart. Voor men op een bingo kan spelen dient men de elektronische identiteitskaart in de machine te steken. Wanneer de speler jonger dan 18 jaar blijkt te zijn, zal de machine niet in werking treden. Uitbaters van drankgelegenheden zullen daarnaast beschikken over een zogenaamde uitbaterskaart. Ze kunnen deze gebruiken wanneer een speler niet over een elektronische identiteitskaart beschikt, wat bijvoorbeeld het geval is voor buitenlanders. De Kansspelcommissie ziet er echter op toe dat er geen misbruik wordt gemaakt van deze kaart. Zo mag ze in geen geval permanent in de bingo blijven zitten. Door de invoering van dit nieuwe systeem is de Kansspelcommissie er opnieuw in geslaagd de speler beter tegen zichzelf en een mogelijke gokverslaving te beschermen. Ook dit jaar kende het loket een groot succes. Om een vergunning klasse C te verkrijgen, volstaat het om een aanvraag in te dienen en de waarborg te storten. Deze aanvraag moet vergezeld zijn van een document van de Kruispuntbank van Ondernemingen waaruit blijkt dat de inrichting ingeschreven is als een drankgelegenheid.
Een vergunning D is vereist om tijdens de openingsuren in de speelautomatenhallen of in de casino’s te werken. Met dergelijke vergunningen wordt gemikt op het personeel dat houder is van vergunningen klasse A en B. Op 31 december 2008 waren er in totaal 4512 vergunningen toegekend, waarvan 409 in datzelfde jaar. De eerste opleidingen voor personeel van inrichtingen van klasse I en II vonden plaats in 2003. De wet schrijft voor dat na 5 jaar een nieuwe opleiding moet worden gevolgd. Na noodzakelijke voorbereidingen zullen deze opleidingen in de loop van het eerste semester van 2009 starten.
kansspelcommissie
115
116
Bescherming van de speler
Herstellers en installateurs van spelen
De Kansspelcommissie kreeg de bevoegdheid om spelers de toegang te ontzeggen tot alle speelautomatenhallen en casino’s van het land. Zonder twijfel is dit het meest slagkrachtige instrument in de strijd tegen de gokverslaving. Eind 2008 behandelde de commissie samen meer dan 10 000 dossiers waarvan er 9730 resulteerden in een effectieve vrijwillige uitsluiting. Ook op vlak van informatieverstrekking naar de burger toe werden initiatieven genomen. Zo werd in de loop van 2008 de vernieuwde folder rond gokverslaving afgewerkt en verspreid. De bestaande items werden min of meer behouden maar werden in een logischere volgorde geplaatst. Ook de schrijfstijl werd aangepast waardoor de tekst nu nog toegankelijker is. Hoewel de Kansspelcommissie niet bevoegd is voor hulpverlening op zich, onderhoudt zij nauwe contacten met verscheidene organisaties die hierin wel actief zijn. Een goede samenwerking en uitwisseling van ideeën is de basis voor een gefundeerd en coherent beleid. Daarnaast verleende de commissie ook in 2008 haar medewerking aan initiatieven waarbij de bescherming van de speler belicht werd.
Eind 2008 waren 189 vergunningen E actief, waarvan 8 vergunningen toegekend aan buitenlandse ondernemingen. Vijf nieuwe vergunningen E werden toegekend in de loop van het jaar 2008. In datzelfde jaar werden 9 vergunningen E stopgezet. Twee aanvragen voor vergunningen werden geannuleerd voordat de vergunning effectief werd toegekend. 2008 was voor de vergunninghouders E het jaar van de certificering.
kansspelcommissie
Alle leveranciers van kansspeltoestellen werden verplicht om dagelijks de financiële gegevens van de kansspeltoestellen in de kansspelinrichtingen klasse III over te maken aan de Kansspelcommissie. Dit moest gebeuren volgens de normen voorzien in het informaticaprotocol klasse III.
Controles Deze controletaak van de Kansspelcommissie werd, zoals in voorbijgaande jaren, ook in 2008 ingevuld door een aantal gedetacheerde leden van de federale gerechtelijke politie, attachés en financieel deskundigen. Er werden 205 controledossiers opgesteld waarvan 6 met betrekking tot loterijen, 4 omwille van illegale automaten, 9 met betrekking tot internet, 10 aangaande informatie van politiediensten, 9 met betrekking tot illegale gokhuizen, 62 dossiers over vergunningen C, 53 dossiers rond de vergunningen B, 24 dossiers voor vergunningen A, 1 dossier met betrekking tot een D vergunninghouder, 2 dossiers met betrekking tot dossiers aangaande vrijwillige uitsluitingen en ten slotte 25 dossiers omwille van diverse redenen. Deze controledossiers werden in 216 rapporten gegoten en er werden 171 processen-verbaal overgemaakt aan het parket.
Samenwerking met andere diensten De Kansspelcommissie werkt voor het volbrengen van haar taken op regelmatige basis samen met andere diensten. Zo is er de samenwerking met de Dienst Strafrechtelijk beleid, parket en politiediensten. Dankzij de hervorming van de controledienst, de affectatie van extra personeel en duidelijke richtlijnen werd 2008 een waar
scharnierjaar. Er werden vormingen gegeven in Luik en Antwerpen die ook effectief uitmondden in concrete acties. Er werd in nauw samenwerkingsverband opgetreden in de controle en beteugeling van illegale automatische toestellen of toestellen die opgesteld waren zonder geldige vergunning. Vooral op het gebied van poker werd in 2008 dermate geïnvesteerd, veelal preventief door informatie, maar ook actief op het terrein. Daarnaast is er ook de samenwerking met de cel voor Financiële Informatieverwerking inzake de werking in de casino’s. Met betrekking tot witwassen dient opgemerkt dat de Kansspelcommissie een toezichthoudende functie heeft voor toepassing van de witwaswet van 11 januari 1993. Bij controles in casino’s werd er verscherpte aandacht aan dit onderwerp gegeven. Gezien het grote belang van techniek binnen het domein van de kansspelen, is de samenwerking met de FOD Economie, afdeling Metrologie quasi dagelijks te noemen. Zowel op het gebied van advisering als controle werden in 2008 diverse acties gehouden. In 2008 werd ook geïnvesteerd in de samenwerking met diverse geledingen van de FOD Financiën en dat op verscheidene domeinen.
Secretariaat Het secretariaat, dat de Kansspelcommissie administratief ondersteunt, kende het afgelopen jaar een forse uitbreiding. Met een team van 35 werknemers tracht de commissie het delicate evenwicht tussen de bescherming van de speler en de belangen van de sector in goede banen te leiden.
Contact Kansspelcommissie Kantersteen 47 1000 Brussel Tel.: 02 504 00 54 Fax: 02 504 00 66 E-mail:
[email protected]
kansspelcommissie
117
FOCUS Vier seminaries over kansspelen In 2008 heeft de Kansspelcommissie in nauwe samenwerking met de KUL meer dan ooit werk gemaakt van een goede informatiestroom naar haar omgeving door het op touw zetten van een reeks van 4 seminaries over kansspelen. Op deze manier trachtte de commissie een goede aansluiting te vinden met zowel de kansspelsector, de academische en politieke wereld als de pers. Er werd geopteerd voor 4 seminaries met elk een belangrijk thema rond kansspelen als onderwerp. Twee van deze seminaries vonden plaats in 2008. De volgende 2 worden voorzien in de loop van 2009. De seminaries zijn het resultaat van de positieve samenwerking tussen de K.U.Leuven en de Kansspelcommissie. De wetenschappelijke inbreng en sturing van de universiteit verhoogde de meerwaarde van de verschillende debatten aanzienlijk.
118
kansspelcommissie
De huidige Kansspelwet dateert al van 7 mei 1999. Gezien de vele evoluties op vlak van kansspelen over de jaren heen, onder meer door de komst van internetspelen en belspelletjes op televisie, alsook door de hype die momenteel heerst rond poker, dringt een wetswijziging zich almaar meer op. In het eerste seminarie dat werd georganiseerd op 30 juni 2008 stond de mogelijke wijziging van de kansspelwet centraal. Op het seminarie met als titel 'Waarheen met kansspelen in België?' werd een juridische analyse gemaakt van de toekomst van het Belgische kansspelbeleid. De Kansspelcommissie probeert voortdurend te evolueren naar een betere informatieverstrekking en een efficiëntere preventie. In het kader van preventie vond in Leuven op vrijdag 28 november 2008 het tweede seminarie rond kansspelen plaats. Thema van dit seminarie was 'De bescherming van de speler'.
Op 20 april 2009 komen fiscale en financiële aspecten van kansspelen aan bod tijdens het derde seminarie. Vooral de praktijk van fraude en witwassing via kansspelen zal centraal staan. Dit seminarie vindt plaats in het Provinciehuis te Leuven. Het afsluitende vierde seminarie, dat wordt voorzien in het najaar van 2009, wordt een internationaal congres met de nadruk op Europa, in samenwerking met de universiteit van Tilburg. Hierop zullen diverse buitenlandse sprekers het kansspelbeleid in hun jurisdictie toelichten, maar ook het Belgisch-Nederlands kansspelmodel wordt er gewikt en gewogen.
Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties Het Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties (IACSSO) is een onafhankelijk centrum dat behoort tot de FOD Justitie. Bij de wet van 2 juni 1998, gewijzigd bij de wet van 12 april 2004, werd het belast met het onderzoeken van het verschijnsel van schadelijke sektarische organisaties in België en hun internationale bindingen.
Dit onderzoek dient als basis voor de uitvoering van de andere opdrachten: ›› burgers en autoriteiten informeren; ›› adviezen en aanbevelingen formuleren voor de autoriteiten; ›› een documentatiecentrum ter beschikking stellen van het publiek; ›› het publiek ontvangen; ›› iedere persoon informeren die inlichtingen vraagt over zijn rechten en plichten en over de middelen om zijn rechten te doen gelden.
Voor het vervullen van zijn opdrachten is het centrum ertoe gemachtigd om: ›› alle beschikbare informatie te verzamelen; ›› alle studies of wetenschappelijke onderzoeken uit te voeren die noodzakelijk zijn om de opdrachten concreet te kunnen uitvoeren; ›› alle archief- of documentatiefondsen over te nemen waarvan het onderwerp overeenstemt met één van de opdrachten; ›› steun en leiding te geven aan instellingen, organisaties en juridische hulpverstrekkers; ›› vakbekwame verenigingen en personen te raadplegen of uit te nodigen op een bijeenkomst .
Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties
119
In 2008 is het centrum begonnen met een grondig onderzoek naar de sektarische risico’s die minderjarigen kunnen treffen. Het is de bedoeling deze risico’s waarmee minderjarigen kunnen te maken krijgen, algemeen voor te stellen. Dit onderzoek is bestemd voor de betrokken autoriteiten en de mensen die beroepshalve met opvoeding en kinderen bezig zijn. Er staat een uitgebreide bibliotheek ter beschikking van het publiek over dit onderwerp. In de bibliotheek moet de geïnteresseerde alle informatie kunnen vinden om hieromtrent een mening te vormen. Iedereen kan zich hier verdiepen in de wereld van religieuze groeperingen a.h.v. literatuur over wetgeving en sociologie, sociologie van de godsdienst, verslagen en geschriften door en over de bewegingen en universitaire werkstukken. De bibliotheek en het documentatiecentrum zijn open voor het publiek op afspraak elke dinsdag, woensdag en donderdag van 9 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur, indien nodig ook op andere dagen en uren. Zij spelen een centrale rol bij de informatieopdracht van het centrum.
120
Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties
Het IACSSO helpt het publiek bij opzoekingen en informeert het over rechten en plichten en manieren om die rechten te doen gelden, zowel in het Nederlands als in Frans, Engels of Duits. Voor de uitvoering van de dagelijkse opdrachten, beschikt het IACSSO over een dienst van 8 personen, onder leiding van een directeur. De dienst, die in de wet van 2 juni 1998 secretariaat wordt genoemd, voert de hoofdopdrachten van het centrum uit, nl. informatieverstrekking en het publiek ontvangen. De minister van Justitie stelt de medewerkers van de dienst ter beschikking, na vooraf het advies van het centrum te hebben ingewonnen. Dat selectieproces versterkt de onafhankelijkheid van het centrum. De 16 leden van de raad van bestuur (zittende leden en plaatsvervangers) oefenen voornamelijk de advies- en aanbevelingsbevoegdheid uit. Zij zijn aangewezen door de Kamer van volksvertegenwoordigers die uit haar leden de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter heeft gekozen.
Wie zijn de informatieaanvragers in 2008? In 2008 ontving het centrum honderden vragen van organisaties van het maatschappelijk middenveld, de autoriteiten, de pers en vooral van burgers. Het aantal rechtstreekse aanvragers bleef constant. Het aantal bezoekers van de website van het IACSSO daarentegen stijgt elk jaar. Het aantal bezoekers dat zich tot het centrum wendt om documenten en werken te raadplegen of om inlichtingen in te winnen over juridische aspecten, zoals hun rechten en plichten, neemt sterk toe. Een tweede jurist zal de studiedienst en de juridische dienst in 2009 versterken. 75,42 % van de antwoorden zijn voor het brede publiek bestemd (59,03 % voor privépersonen, 6,02 % via de pers en 10,37 % voor studenten). Tot dit ‘breed publiek’ behoren ook verantwoordelijken en leden van bewegingen, advocaten, vennootschappen uit de burgerlijke samenleving, leerkrachten en leden van verenigingen ter bescherming van slachtoffers. 24,58 % van de antwoorden is bestemd voor de autoriteiten: 45,58 % politie, 10,88 % justitie, 10,88 % gemeenten en OCMW, 8,84 % parlementsleden en 23,81 % anderen.
Het aantal vragen van de verschillende federale of gedecentraliseerde staatsorganen stijgt voortdurend: 11,7 % in 2003 - 2004, 18,8 % in 2005 2006, 22,75 % in 2007 en 24,58 % in 2008. Het belang dat de overheid aan het verschijnsel van sekten en aan de dienstverlening van het centrum hecht, blijkt uit de praktijk. Een deel van de aanvragen van de politiediensten komt eigenlijk van kantschriften van magistraten en zijn bedoeld voor het IACSSO.
rechten van de mens en aanbeveling 1412 (1999) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa in verband met de illegale activiteiten van sekten. In datzelfde kader organiseerde het IACSSO in juni 2007 een nieuwe Europese bijeenkomst waarvan het thema betrekking had op de organisaties van het maatschappelijk middenveld die de slachtoffers van sektarische wantoestanden helpen en de relatie van deze organisaties met de overheid.
Het IACSSO en het buitenland
De ambassadeurs in België stellen (van hun kant) vragen over welbepaalde groepen, maar ook over het Belgische ‘model’ om het verschijnsel aan te pakken.
Het onderzoek naar de schadelijke sektarische organisaties beperkt zich niet tot de situatie in België, maar reikt verder tot de banden die deze bewegingen hebben met het buitenland. Naast e-mail, briefwisseling en regelmatig bezoek aan het centrum, nemen leden van het centrum deel aan conferenties en internationale colloquia om het contact met het buitenland te onderhouden. In april 2003 heeft het centrum een Europees colloquium georganiseerd, waaraan vertegenwoordigers van verenigingen inzake preventie tegen schadelijke sektarische organisaties uit verschillende landen van de Unie deelnamen. Die vergaderingen hebben tot doel het beginsel van Europese samenwerking op dit vlak actueel te houden, met inachtneming van de fundamentele
Contact Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties Hoogstraat 139 1000 Brussel Tel.: 02 504 91 68 Fax: 02 513 83 94 e-mail:
[email protected] [email protected]
Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties
121
FOCUS Het IACSSO organiseert een colloquium voor zijn tiende verjaardag Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van zijn oprichting organiseerde het IACSSO op 6 juni 2008 een colloquium in de gebouwen van het federale parlement met als thema de religiositeit binnen de Afrikaanse neo-pinksterbeweging. Het uitgangspunt van dit gebeuren was een reflectie over het sektarische landschap in België en van daaruit de veranderingen die sinds 1998 plaatsvonden. Tegelijk wou men de interpretaties en principiële stellingnames rond het onderwerp die bij gebrek aan een degelijk openbaar debat gemeengoed geworden zijn, overstijgen. Het colloquium was vooral een ontmoetingsplaats voor ideeënuitwisseling over deze vorm van religie tussen de voornaamste actoren uit de politieke, bestuurlijke, academische en culturele wereld en het verenigingsleven, die vanwege hun beroep interesse zouden kunnen hebben in deze thematiek. Naast de gespecialiseerde staatsdiensten en universiteiten die op dat vlak actief zijn, wou het IACSSO er ook vertegenwoordigers van verenigingen bij betrekken die zich in de praktijk bezighouden met bijvoorbeeld de kwestie van de asielzoekers, gelijke kansen, discriminatie of gezondheidszorg in kinderdagverblijven.
122
De filosofie achter de bijeenkomst bestond erin verschillende milieus en actoren bijeen te brengen, wat de complexiteit van het onderwerp opnieuw benadrukte. Vanuit deze nieuwe invalshoek werd de houding tegenover geld, macht, het anders zijn en de volksgezondheid opnieuw ter discussie gesteld, dit ook wanneer onze actoren vanuit een klinische ervaring bijvoorbeeld de handelwijzen van de pinksterbeweging kunnen verzoenen met de instemming met behandeling van ziekte.
Het was de bedoeling na te gaan hoe in dit bijzondere geval praktijken, die voortvloeien uit een bepaald religieus geloof (uitdrijvingssessies), beschouwd zouden kunnen worden als verschoning of oorzaak van mishandeling of als negatief voor de rechten en het welzijn van het kind. Ook de rol die een religieuze beweging kan spelen in de integratie van een migrantengemeenschap in België zou in beschouwing kunnen worden genomen.
Ook aan bod kwamen de betekenis van de erkenning van erediensten in België, de impact van erkenningstechnieken op sektarische aangelegenheden en de rol van de leidende organen van de eredienst op de coördinatie van godsdienst.
Het colloquium gaf een impuls aan de start van nieuwe samenwerkingsprogramma’s die als doel hebben de kwaliteit te verhogen van de informatie aan het publiek. Het IACSSO blijft zich duidelijk inzetten voor de regelmatige organisatie van dergelijke bijeenkomsten over verschillende onderwerpen die een zelfde socio-politiek belang hebben.
De problematiek van de bescherming en het statuut van het kind is een belangrijk thema voor het IACSSO. Met verwijzing naar het internationaal verdrag inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties (artikel 14 en 19), werd er aandacht geschonken aan het thema van het ‘heksenkind’.
Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties
Verdere inlichtingen: Voor meer informatie zal onze informatieambtenaar u graag te woord staan: Tel.: 02 542 69 10 E-mail:
[email protected] U kunt ook de website van de FOD Justitie raadplegen op: www.just.fgov.be. Daar vindt u meer informatie over onze FOD en de werking ervan. U kunt er ook onze publicaties online raadplegen.
123
Hebben meegewerkt aan dit verslag: Tinneke Albrecht, Simon Albuixech Y Gomez, Sharon Beavis, Annelies Boffé, Eric Brasseur, Inge Buys, Martine Cacheux, Roland Carlier, Evy De Bleeckere, Adriaan De Boeck, Blanche De Borle, Jan De Kinder, Marjolein De Paepe, Dietger Geeraert, Jan Heuker, Françoise Jottard, Laurence Lavry, Philippe Liévin, Claudine Lombart, Nicolas Nennen, Bart Nys, Anneleen Osselaer, Martine Perpet en de voltallige dienst Vertalingen, Laurent Sempot, Nika Spriet, Ludovic Surdiacourt, Johan Van De Winkel, André Van Hauwaert, Virginie Vanholme, Frederik Vercaempst, Stéphane Xaborov, Wilfried Verrezen.
124
NOTA’s ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
125
NOTA’s ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
126
NOTA’s ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
127
D/2009/7951/NL/695 Waterloolaan 115 -1000 Brussel
verantwoordelijke uitgever : A. Bourlet
Dienst Communicatie et Documentatie Waterloolaan 115 1000 Brussel Tel. : 02 542 65 11 www.just.fgov.be