Jaarverantwoording 2007 Zorggroep Oude en Nieuwe Land
Emmeloord, 16 mei 2008
Inhoudsopgave Pagina Onderdeel A: Maatschappelijk verslag .......................................................................................... 4 1 Uitgangspunten van de verslaggeving ...................................................................................... 4 2 Profiel van de organisatie.......................................................................................................... 4 2.1 Algemene identificatiegegevens ...................................................................................... 4 2.2 Structuur van het concern................................................................................................ 4 2.3 Kerngegevens.................................................................................................................. 7 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering .................................................................... 7 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten ................................. 8 2.3.3 Werkgebieden..................................................................................................... 9 2.4 Belanghebbenden............................................................................................................ 9 2.5 Ondernemingsraad……………………………………………………………………………..10 3 Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering ........................................................................................ 12 3.1 Bestuur en toezicht ........................................................................................................ 12 3.1.1 Zorgbrede Governance Code ........................................................................... 12 3.1.2 Raad van Bestuur ............................................................................................. 12 3.1.3 Toezichthouders (Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen) .................. 12 3.2 Bedrijfsvoering. .............................................................................................................. 13 3.2.1 Procesbeheersing…………………………………………………………………….13 3.2.2 Bedrijfsvoering……………………………………………………………………..….14 3.3 Cliëntenraad ...............................................................................................................…15 4 Beleid, inspanningen en prestaties ......................................................................................... 16 4.1 Meerjarenbeleid ............................................................................................................. 16 4.2 Algemeen beleid ............................................................................................................ 16 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid ............................................................................................. 17 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten....................................................... 18 4.4.1 Kwaliteit van zorg.............................................................................................. 21 4.4.2 Klachten............................................................................................................ 28 4.4.3 Toegankelijkheid (alle sectoren behalve GGZ)................................................. 30 4.4.4 Veiligheid .......................................................................................................... 31 4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers ........................................................................ 34 4.5.1 Personeelsbeleid .............................................................................................. 34 4.5.2 Kwaliteit van het werk ....................................................................................... 35 4.6 Samenleving .................................................................................................................. 38 4.7 Financieel beleid............................................................................................................ 38 Onderdeel B: Jaarrekening (zie afzonderlijke inhoudsopgave) Onderdeel C: DigiMV: Voorlopig nog aan te vullen en nader te beoordelen gegevens (zie afzonderlijke inhoudsopgave)
2
Jaardocument 2007 Maatschappelijk verslag
3
Maatschappelijk verslag 1 Uitgangspunten van de verslaggeving Met deze jaarverantwoording legt Zorggroep Oude en Nieuwe Land haar jaarlijkse verantwoording af. Deze jaarverantwoording biedt Zorggroep Oude en Nieuwe Land de mogelijkheid om aan onze cliënten en stakeholders (zoals toezichthouders) verantwoording af te leggen over de wijze waarop wij de cyclus van beleid, inspanningen, prestaties en bijstelling van beleid vormgeven. Hiermee geven wij de buitenwereld een integraal beeld van onze organisatie. Het maatschappelijk verslag heeft betrekking op de Verpleging, Verzorging, Thuiszorg, Huishoudelijke zorg en Kraamzorg van het totale concern en is niet naar de organisatorische eenheden afzonderlijk gespecificeerd. Wel is soms een onderscheid gemaakt tussen de verschillende segmenten. Alleen daar waar sprake is van essentiële verschillen is een locatie of segment genoemd. In de jaarrekening zijn ook de Jeugdgezondheidszorg en Algemeen Maatschappelijk Werk opgenomen.
2 Profiel van de organisatie 2.1
Algemene identificatiegegevens
Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer(s) NZa Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
2.2
Stichting Zorggroep Oude en Nieuwe Land Postbus 79 8300 AB Emmeloord 0527 689430 650-8413 39084589
[email protected] www.zorggroep-onl.nl
Structuur van het concern
Stichting Zorggroep Oude en Nieuw Land wordt bestuurd door een eenhoofdige Raad van Bestuur, tevens algemeen directeur/voorzitter van de directie. Naast de voorzitter kent de directie een directeur Zorg en een directeur Beheer. Het zorg- en dienstenaanbod is georganiseerd volgens de principes van de resultaatverantwoordelijke eenheden en het integraal management. De ondersteunende afdelingen faciliteren de RVE-managers en worden aangestuurd vanuit drie, voor de gehele organisatie opererende, werkeenheden (clusters). Deze eenheden vormen gezamenlijk het Servicecentrum en worden aangestuurd door clustermanagers. Tot het Servicecentrum behoren de clusters Facilitaire Diensten, Financiën & Automatisering en Personeel & Organisatieontwikkeling. De clustermanagers zijn bevoegd tot en verantwoordelijk voor de vormgeving en uitvoering van het door de directie vastgestelde strategisch beleid op hun werkterrein en voor de aansturing van hun werkeenheid.
4
De directeur Beheer heeft een hiërarchische relatie met de clustermanagers, de directeur Zorg met de RVE-managers. De operationeel leidinggevenden binnen de resultaatverantwoordelijke eenheden sturen het werkproces aan ter realisatie van de zorg- en dienstverlening. Per 1 september 2007 is de structuur van de organisatie (verder) vereenvoudigd. De resultaatverantwoordelijke eenheden zijn vervangen door twee geografische gebieden, twee van de RVE managers zijn opgenomen in de directie: directeur Regio NOP/Urk stuurt de V&V intra(verzorgingshuizen) en extramuraal aan in de gemeenten Noordoostpolder en Urk, de directeur Regio Steenwijkerland doet dit in de gemeente Steenwijkerland. De directeur Zorg is vervangen door de directeur Innovatie die naast Jeugd en Gezin het verpleeghuis aanstuurt en de directeur Beheer die het Servicecentrum aanstuurt en de huishoudelijke zorg is hier ondergebracht. De eenhoofdige Raad van Bestuur is voorzitter van het directieteam dat naast hemzelf nu bestaat uit de vier directeuren. Door de huishoudelijke zorg per 1 september 2007 onder te brengen bij de directeur Beheer, verwachten wij de werkprocessen te kunnen optimaliseren en beter in te kunnen spelen op veranderingen en externe relaties. De overlegstructuur verloopt volgens het ‘linking pin model van Likert’. Dit betekent dat de voorzitter van een overleg deelneemt aan het naast hogere overleg en zo zorg draagt voor informatieuitwisseling tussen de verschillende organisatorische lagen. Wij kiezen voor dit model omdat wij daarmee willen realiseren dat er zowel topdown als bottum-up effectief als efficiënt wordt gecommuniceerd. Openheid, elkaar goed informeren en vertrouwen dat ieder het zijne zo goed mogelijk doet, zijn daarbij belangrijke voorwaarden.
5
01-09-2007
ORGANOGRAM RAAD VAN TOEZICHT
Extramurale zorg in de vorm van huishoudelijke zorg,
Ondernemingsraad
Centrale Cliëntenraad
thuisverzorging, thuisverpleging, gespecialiseerde (gezins)verzorging en alphahulp
BESTUURDER
DIRECTEUR BEHEER
SERVICECENTRUM > Cluster Facilitair Bedrijf > Cluster Personeel &
Organisatieontwikkeling > Cluster Financiën & Automatisering > Dienstverlening (o.a. huishoudelijke zorg > Bouw
REGIO DIRECTEUR NOP / Urk
DIRECTEUR INNOVATIE
Kwaliteit
REGIO DIRECTEUR NWO
Stafbureau Zorg
> Zorginnovaties > Jeuggezondheidszorg 0-4 jaar > Algemeen Maatschappelijk Werk > VerpleeghuisTalma Hof, Emmeloord Dependances > 't Kompas, Urk > De Schakel, Emmeloord > Kennis-, Expertise- en Behandelcentrum i.o.
Bestuursbureau > Bestuurssecretariaat > Bureau Marketing & Communicatie
Gemeente Noordoostpolder Gemeente Urk > > > >
Verzorgingshuis Wittesteijn, Emmeloord Verzorgingshuis Markehof, Marknesse Verzorgingshuis Golfslag, Emmeloord Woonzorgcentrum Hof van Smeden, Emmeloord > Zorg- en Welzijnscentrum Het Saalicon, Creil > Steunpunt voor ouderen Hofje van Ens, Ens
Gemeente Steenwijkerland > Woonzorgcentrum Nieuw Clarenberg, Vollenhove > BZO en secretariaat
2.3 2.3.1
Kerngegevens Kernactiviteiten en nadere typering
Concerntypering Onderdelen en verleende zorg door concern als geheel
Verpleging, Verzorging en Thuiszorg
Kraamzorg tot 22-5-2007
Jeugdgezondheidszorg
Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning): huishoudelijke hulp en maatschappelijke opvang/vrouwenopvang
Zorggroep Oude en Nieuwe Land gaat voor een breed en gevarieerd aanbod. In elke situatie, in elke fase van het leven bieden wij een passend arrangement. Inwoners van onze regio en hun verwijzers weten dat en rekenen daarop. Dat vraagt om investeren in communicatie met de inwoners van de regio, met patiënten en cliëntengroepen, met maatschappelijke en levensbeschouwelijke organisaties, met bestuurders en met verwijzers. De Federaties van Kruisverenigingen en Participanten zijn daarbij belangrijke partners. Dit betekent ook dat wij een grote variëteit aan financiers hebben, waarmee langdurige op continuïteit gerichte relaties worden onderhouden. Financiers die, evenals de drie gemeenten, eigen doelen hebben. Aan de realisering daarvan kan Zorggroep Oude en Nieuwe Land, niet alleen als gezondheids- en welzijnsorganisatie, maar ook als bijvoorbeeld grote regionale werkgever en opleider bijdragen. Partnership, gebaseerd op openheid en onderling vertrouwen, is in deze een belangrijk begrip. Private financiering en commercieel werken zijn daarbij reële opties.
2.3.2
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
8
Werkgebieden
2.3.3
Het werkgebied en de vestigingen Statutair is de Stichting Zorggroep Oud en Nieuwe Land gevestigd in Emmeloord en behoort tot het werkgebied van Zorgkantoor regio Flevoland. Zorggroep Oude en Nieuwe Land richt zich, zonder anderen op voorhand uit te sluiten, primair op de inwoners van de gemeenten Steenwijkerland, Noordoostpolder en Urk. Het werkgebied is te kenmerken als dun bevolkt, met naast drie grotere plaatsen en drie subkernen veel kleine kernen met de daarbij behorende problematiek van het verdwijnen van steeds meer voorzieningen uit die kernen. Leefbaarheid behouden en bevorderen is een belangrijk thema in de regio en dus ook voor Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Daarnaast is voor Urk de jeugdigheid van de bevolking zeer kenmerkend. In deze tijd van zorgen om de vergrijzing is het plezierig te kunnen melden dat op Urk ongeveer de helft van de bevolking onder de vijfentwintig jaar is. Het zal niet verbazen dat een dergelijk feit zijn eigen zorgen meebrengt, waarop Zorggroep Oude en Nieuwe Land met haar activiteiten probeert in te spelen. Met drie gemeenten als werkgebied heeft Zorggroep Oude en Nieuwe Land ervoor gekozen om te werken vanuit drie hoofdvestigingen. We beschikken in elk van de drie gemeenten over een opvallende, aantrekkelijk ogende en goed geëquipeerde vestiging. Belangrijke nevenvestigingen voor thuiszorg, uitleen van hulpmiddelen, jeugdgezondheidszorg, algemeen maatschappelijk werk en diverse adviesfuncties bevinden zich in Oldemarkt, Vollenhove, Marknesse, Ens en Creil. Daarnaast kent bijna elke kern wel een groter of kleiner steunpunt van Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Lokale verankering, een belangrijk kenmerk van onze organisatie moet zichtbaar zijn. Het verpleeghuis Talma Hof in Emmeloord met een dependance(De Schakel) voor revalidatie en reactivering bij het Dr. Jansenziekenhuis aldaar en een dependance, genaamd ‘t Kompas op Urk., maakt onderdeel uit van Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Daarnaast behoren de volgende verzorgingshuizen, vaak met aanleunwoningen en buurtfuncties tot Zorggroep Oude en Nieuwe Land: Golfslag, Wittesteijn en Hof van Smeden in Emmeloord, Markehof in Marknesse en Nieuw Clarenberg in Vollenhove. Zorggroep Oude en Nieuwe Land bereidt renovatie en nieuwbouw voor in Emmeloord, Vollenhove, Blokzijl en Steenwijkerwold. Het betreft o.a. de realisatie van verpleeghuisplaatsen in de vorm van kleinschalig groepswonen.
2.4
Belanghebbenden
Voor een organisatie als Zorggroep Oude en Nieuwe Land, die in haar missie zo nadrukkelijk de lokale verankering en het gericht zijn op de kwaliteit van het samenleven heeft staan, is samenwerken met anderen een must. Centraal daarbij staat de directe omgeving van onze cliënten. Hun partners, kinderen, vrienden, vriendinnen en buren. Soms in de rol van mantelzorger, soms niet. Daar omheen staan de huisarts, andere hulpverleners, vrijwilligers, kerken en lokale (patiënten)verenigingen. Goede zorg impliceert aandacht voor hen, hun rol en inbreng. Vaak gaat dat op individueel cliëntniveau, soms op een meer vertegenwoordigend organisatieniveau. Medewerkers van Zorggroep Oude en Nieuwe Land zijn zich bewust van het belang van deze contacten en investeren daar in. In 2007 heeft intensief overleg plaatsgevonden, eerst met IJsselheem, aanbieder van intra- en extramurale zorg in Kampen e.o. en vervolgens met Zorgcombinatie Noorderboog, aanbieder van intramurale zorg en ziekenhuiszorg in Noordwest Overijssel en Zuidwest Drenthe. Inzet was een onderzoek naar mogelijkheden tot fusie. In beide situaties is besloten niet tot fusie over te gaan. Op basis van het feit dat kansen volop benut worden als het gaat om de samenwerking met partners in de lokale infrastructuur investeert Zorggroep Oude en Nieuwe Land op dit moment liever in meer netwerkachtige vormen van samenwerking dan in fusie.
9
De oriëntatie op fusie met Zorgcombinatie Noorderboog heeft geleid tot betere mogelijkheden voor samenwerking. Samenwerking in plaats van concurrentie. Het gaat daarbij om het aanbieden van thuiszorg, het delen van kennis en expertise wat betreft behandeling en het gezamenlijk ontwikkelen van kleinschalig wonen gecombineerd met andere vormen van wonen, welzijn en zorg in een aantal kernen in Noordwest-Overijssel. Bij deze ontwikkeling zijn de beide woningcorporaties, de welzijnsorganisatie en de gemeente nauw betrokken. In Noordoostpolder begint de gezamenlijke inspanning van gemeente, corporatie, welzijnsorganisatie en Zorggroep Oude en Nieuwe Land concrete vruchten af te werpen. Een voorbeeld daarvan is het invullen van het woonservicegebied Ens e.o. Samen met Stichting Trajectum zijn plannen gemaakt voor de bouw van verpleeghuis Schokkerbrink in Emmeloord. Schokkerbrink zal plaats bieden aan mensen met een geestelijke handicap in combinatie met onbegrepen en risicovol gedrag. Het krijgt een landelijke functie. Ingewikkelder verloopt de samenwerking met onze financiers, het Zorgkantoor, de gemeenten en de ziektekostenverzekeraars. Enerzijds spannen we ons gezamenlijk in voor de gezondheid en het welzijn van de verzekerden c.q. de inwoners van de gemeenten, anderzijds zijn er vaak tegengestelde belangen. Partnership, samen voor goede zorg, kille aanbestedingsprocedures en weinig begripvolle controles wisselen elkaar af. Aan beide zijden geeft dit soms ongemak en moeite met het vinden van de juiste toon. In 2007 is daarom extra geïnvesteerd in de relatie met de gemeenten. Dit heeft geleid tot meer begrip en duidelijkheid wat de gezamenlijk uitgevoerde projecten ten goede komt. Heel veel komt tot stand met vrijwilligers. Zorggroep Oude en Nieuwe Land kan gelukkig, zowel intraals extramuraal op veel terreinen een beroep doen op vrijwilligers. Soms zijn deze vrijwilligers direct aan Zorggroep Oude en Nieuw Land verbonden, zoals de vrijwilligers in onze huizen. Soms is de band indirect, zoals bij Praktische Thuishulp en de Stichting Cliëntenvervoer Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Soms gaat het om samenwerken met andere organisaties zoals bij de stichtingen Terminale Thuishulp, bij vrijwillige hulpdiensten en bijvoorbeeld De Zonnebloem. Het zijn hoe dan ook voor ons ontzettend belangrijke samenwerkingspartners zonder wie heel veel gewoon niet zou kunnen. Dat geldt tot slot ook voor Kruisvereniging Oude en Nieuwe Land en de Federatie Participanten Oude en Nieuwe Land. Beiden houden ons, als oorspronkelijke oprichters van onze rechtsvoorgangers, verbonden met onze afkomst: kleinschalige lokale hulp gebaseerd op begaanheid met je naaste. Beiden helpen ons via hun leden en hun achterban goed in contact te blijven met de lokale samenleving en de ontwikkelingen daar. De samenwerking met de Kruisvereniging is in 2007 versterkt. Dit uit zich o.a. in de notitie ‘Samenwerking KV en ZONL vanaf 2007’, het gezamenlijk magazine LEEFtijd, en het gezamenlijk ontwikkelen van (nieuwe) services en diensten voor leden.
2.5
Ondernemingsraad
De organisaties die zijn gefuseerd tot Zorggroep Oude en Nieuwe Land kenden ieder een ondernemingsraad en zijn in 2005 gaan samenwerken in een Interim-ondernemingsraad. Deze raad hield maart 2007 verkiezingen en zo ontstond april 2007 de eerste ondernemingsraad van Zorggroep Oude en Nieuwe Land. De 17 leden afkomstig uit de verschillende organisatorische eenheden zijn vervolgens met elkaar op cursus gegaan om over missie, doelen, kernwaarden en speerpunten van Zorggroep Oude en Nieuwe Land te discussiëren voor de komende zittingsperiode van drie jaar. Volgens de Wet op de ondernemingsraden is het instellen van een ondernemingsraad “in het belang van het goed functioneren van de organisatie in al haar doelstellingen”. De ondernemingsraad is van belang voor de sociale doelstellingen van de organisatie, zoals het verschaffen van werkgelegenheid en goede arbeidsomstandigheden. Ook houdt de ondernemingsraad zich bezig met de economische doelstelling van de organisatie, het voortbrengen van diensten. De ondernemingsraad doet dit door regelmatig te overleggen met de bestuurder, contacten te onderhouden met de achterban en zich te scholen. Om dit alles zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, werkt de ondernemingsraad van
10
Zorggroep Oude en Nieuwe Land met commissies. We kennen commissies voor Sociaal Beleid, Organisatieontwikkeling & Financiën, Achterban en Veiligheid Gezondheid Welzijn en Milieu. Veel beleidsonderwerpen zijn tijdens de overlegvergaderingen tussen ondernemingsraad en bestuurder en manager cluster Personeel & Organisatie het afgelopen jaar besproken. De volgende zaken kregen onder andere hun instemming: stagebeleid, Risico Inventarisatie & Evaluatie Nieuw Clarenberg, leaseauto’s, beleid functioneringsgesprekken, intentieverklaring arbeidsomstandigheden, rookbeleid. De OR heeft een positief advies gegeven over de nota ‘beter sturen, doelmatiger werken en sneller vernieuwen’ en de jaarrekening 2006. Vertegenwoordigers van de ondernemingsraad zijn aanwezig geweest bij verschillende overleggen, zoals het overleg met de bonden over het Sociaal Plan en het overleg met de arbeidsinspectie. De ondernemingsraad heeft bij al deze onderwerpen steeds het belang van zowel de medewerkers als de organisatie voor ogen. De ondernemingsraadsleden geven met argumenten onderbouwd hun mening en proberen de mening van de werkvloer door te laten klinken in het overleg met de bestuurder. De ondernemingsraad ervaart dat de Zorggroep in ontwikkeling blijft en dat dit nodig is om te kunnen anticiperen op de veranderingen in de zorg in onze maatschappij. De huidige OR creëerde in 2007 hiervoor een stevige basis waarop voortgebouwd kan worden aan medezeggenschap binnen Zorggroep Oude en Nieuwe Land.
11
3 Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1 3.1.1
Bestuur en toezicht Zorgbrede Governance Code
Teneinde op termijn aan de Zorgbrede Governance Code te blijven voldoen heeft een commissie bestaande uit leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur de statuten van de Stichting doorlopen en wijzigingen voorgesteld. In de loop van 2007 zijn op geleide daarvan de statuten gewijzigd. Daarbij is ondermeer in de statuten vastgelegd dat de stichting bij het realiseren van haar doelstellingen de algemeen gebruikelijke codes, zoals bijvoorbeeld de governance code, in het bijzonder die voor de zorg, in acht zal nemen. Tevens is het enquêterecht voor cliëntorganisaties in de statuten vastgelegd conform de Zorgbrede Governance Code. 3.1.2
Raad van Bestuur Conform de in juli 2006 vastgestelde notitie ‘Topstructuur Zorggroep Oude en Nieuwe Land’ wordt de stichting bestuurd door een eenhoofdige Raad van Bestuur. Samenstelling Raad van Bestuur Naam De heer B.J.M. Welling
Bestuursfunctie Bestuurder
In de relatie Raad van Toezicht met de bestuurder wordt het ‘Voorbeeld reglement Raad van Bestuur’ van de NVZD, gebaseerd op de gedragscode voor de goede bestuurder (NVZD maart 2005) aangehouden. Aanvullend daarop wordt een eigen ‘regeling informatievoorziening t.b.v. de Raad van Toezicht’ gehanteerd. De bestuurder ontvangt een honorering. Deze is door de Raad van Toezicht vastgesteld op basis van de adviesregeling van de NVZD. De bestuurder vervult geen gehonoreerde nevenfuncties.
3.1.3
Toezichthouders De Raad van Toezicht bestond in 2007 uit zeven personen (vijf mannen en twee vrouwen). Geen van de leden had een (neven)functie die strijdig zou kunnen zijn met de gewenste onafhankelijkheid voor leden van de Raad van Toezicht. De leden van de Raad informeren elkaar en de bestuurder over (wijziging van) (neven)functies. In de bezoldiging van de Raad van Toezicht is in 2007 geen wijziging aangebracht. Samenstelling Raad van Toezicht per 31-12-2007 Naam Bestuursfunctie De heer A.J. de Jong Voorzitter De heer G. ten Hoopen RA,FB Vice-voorzitter De heer Ir. P.R. Bos De heer J.W. Brusse Mevrouw Mr. S.E. Korthuis Mevrouw Drs. D. Nauta De heer Ir. J.J.M. Reijs Mevrouw Nauta en de heer Brusse waren ultimo 2007 conform het aftreedschema aftredend. Beiden stelden zich niet herkiesbaar. De Raad van Toezicht besloot gezien enerzijds haar
12
wens om tot een kleinere Raad te komen en anderzijds verkennende gesprekken met Zorgcombinatie Noorderboog, om de ontstane vacatures niet te vervullen. Ook in 2007 werkte de Raad van Toezicht met drie commissies. Middels deze commissies, zorginhoud, sociaal en financieel, was de Raad in staat zich op diverse terreinen wat meer in detail te verdiepen in actuele thema’s. Belangrijk hierbij waren de ontmoetingen met de Ondernemingsraad en het Platform Cliëntenraden. Daarnaast werden in 2007, in vervolg op de evaluatie van de werkwijze van de Raad, per commissie themabijeenkomsten gehouden. Onderwerpen daarvan waren o.a. mobiliteit, meting verantwoorde zorg en werken met de WMO. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht in 2007 zes keer plenair vergaderd. Belangrijke onderwerpen daarbij waren de invoering van de WMO en de problemen rond de contractering van voldoende AWBZ-zorgvolume. Met name dat laatste bleef het hele jaar door punt van aandacht, omdat dit het hart van Zorggroep Oude en Nieuwe Land raakt. Het tekort aan gecontracteerd volume leidde in de loop van 2007 tot een steeds hoger oplopend bedrag aan wel geleverde zorg, waar niet van vast staat of het ook betaald gaat worden. Op diverse momenten heeft de Raad van Toezicht de lijn die de bestuurder hierin volgde op de risico’s beoordeeld. Deze lijn hield in dat inwoners van het werkgebied die, met een geldige CIZ-indicatie, bij Zorggroep Oude en Nieuwe aanklopten om hulp ook geholpen werden en dat tegelijkertijd verschillende, ook juridische, acties werden ondernomen om alle verleende zorg ook gefinancierd te krijgen. Begin 2008 hadden deze acties nog niet tot succes geleid en werd duidelijk dat een instroombeperking van nieuwe cliënten niet meer te vermijden was. Intussen lopen nog procedures om voor € 2 miljoen verleende zorg alsnog gefinancierd te krijgen. Met de Raad van Bestuur vond daarnaast intensief overleg plaats over de versterking van de (strategische) positie van Zorggroep Oude en Nieuwe Land in een sterk veranderende omgeving. De fusie van de Kraamzorg met Naviva Kraamzorg bv, de samenwerking met Stichting Trajectum gericht op het oprichten van verpleeghuis voor bijzondere doelgroepen Schokkerbrink in Emmeloord en de verkenning van de mogelijkheid tot fusie met Zorgcombinatie Noorderboog waren hier elementen van. In augustus hielden de voorzitter en de vice-voorzitter het jaarlijkse functioneringsgesprek met de bestuurder. Voorafgaand bereidde de Raad dit gesprek plenair in eigen kring voor. De voorzitter van de Raad fungeert samen met de bestuurder als agendacommissie. Tussen twee vergaderingen spreken zij de verschillende ontwikkelingen door en maken zij de komende agenda op.
3.2
Bedrijfsvoering
In dit onderdeel van het jaarverslag wordt informatie gegeven over de wijze waarop Zorggroep Oude en Nieuwe Land haar interne bedrijfsvoering en de beheersing daarvan heeft ingericht. 3.2.1
Procesbeheersing Het belang van een goed beheersings- en controlesysteem wordt door Zorggroep Oude en Nieuwe Land erkend. Inzake de bedrijfsrisico’s is niet zo zeer sprake van een ‘’systeem‘’ doch de bedrijfsrisico’s komen wel degelijk met regelmaat in de daarvoor bestemde gremia aan de orde. Van oudsher zijn de hiervoor genoemde systemen met name gericht op de financiële kant van de bedrijfsvoering. Uiteraard is het zo dat een risico vanuit een primair proces zich kan vertalen naar een financieel risico. In deze paragraaf is ervoor gekozen om de financieel getinte zaken aan te snijden. Elders in dit jaarverslag zijn elementen van risicobeheersing op het primair proces vermeld. Belangrijk beheersingssysteem vormt de planning en control cyclus. Hierna volgt een verkorte weergave van de voor het jaar 2007 geldende cyclus
13
Wat
Wanneer april/mei ‘07
Jaarrekening 2006 e
3-maandsrapportage (1 voortgangsgesprek)
april/mei ‘07
Kaderbrief 2008 6-maandsrapportage (financiële rapportage tbv MT)
juli/augustus ‘07 aug/sept ‘07
Opstellen jaarplannen 2008
sept/okt ‘07
9-maandsrapportage (tbv MT + verantwoordingsgesprek) Begroting en investeringsplan 2008
okt/nov ‘07 sept/december ‘07
Bovenstaande cyclus is in 2007 uitgevoerd en in plaats van per kwartaal is er een maandelijkse financiële rapportage uitgebracht. Monitoring e.d. In 2007 is door cluster Financiën & Automatisering (F&A) nader gewerkt aan het vastleggen van procedures inzake een volledige verwerking van gegevens. Dit is dus evenzeer een financieel getint gebeuren. Wat betreft de registratie van productiegegevens (primair proces) zijn mede op basis van interne wensen en controles van de interne controlefunctionaris(ICF) (Regeling AO/IC) aanscherpingen gepleegd. Dit heeft voor 2007 wederom geleid tot een goedkeurende verklaring bij onze AWBZ productie. Monitoring van de zorgprocessen vindt met name plaats in het zorgdossier en met interne audits. In 2007 is ter zake het HKZ-certificaat behaald. Risicomanagement Zorggroep Oude en Nieuw Land kent zoals gezegd geen uitgewerkt systeem van risico management. In de diverse rapportages die intern worden gemaakt (bijvoorbeeld de rapportages van de ICF)worden risico ’s echter voldoende gedetecteerd om te kunnen stellen dat hier op een adequate wijze mee wordt omgegaan. Mogelijk zal in de toekomst hierop zwaarder ingezet dienen te worden. 3.2.2. Bedrijfsvoering In 2007 is de topstructuur gewijzigd. Er is gekozen voor 4 directeuren met ieder hun eigen verantwoordelijkheidsgebied. Deze organisatiewijziging is in april 2007 voorgesteld en doorgevoerd per 1 september. Verdere belangrijke onderwerpen in de bedrijfsvoering waren o.a. de continue aandacht voor bouwprojecten, het in gang zetten van een proces om tot een C1000-concept te komen. Dit laatste betreft het realiseren van kleinschalige locale zorgsteunpunten met een zo breed mogelijk aanbod van wonen, zorg en welzijn Daarnaast werden de eerste stappen gezet om het voedingsconcept aan te passen. Voorts werden eind 2007 de eerste resultaten van een geïmplementeerd kostprijssysteem zichtbaar. e
Voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning was 2007 een 1 jaar van implementeren en overleggen met de 3 gemeenten in ons werkgebied rondom de uitvoering van de huishoudelijke zorg. Elders in dit jaarverslag treft u meer informatie over een aantal genoemde onderwerpen.
14
3.3
Cliëntenraad
Uit alle cliëntenraden functionerend voor Zorggroep Oude en Nieuwe Land werd in 2005 een Platform Cliëntenraden Zorggroep Oude en Nieuwe Land gevormd. In dit platform hebben twee leden uit alle afzonderlijke cliëntenraden zitting. De hoofdtaak van het platform is het behartigen van de belangen van (groepen) cliënten, die zorg ontvangen van de zorggroep. Het platform bestaat uit veertien leden en een onafhankelijk voorzitter. Het platform heeft geen eigen budget. Eventueel gemaakte kosten kunnen gedeclareerd worden bij de Zorggroep. Het platform wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris, die in dienst is bij de Zorggroep.
In het verslagjaar 2007 is het Platform Cliëntenraden viermaal in vergadering bijeen geweest. Tijdens een van die bijeenkomsten was ook de commissie zorginhoud van de Raad van Toezicht aanwezig. Over onderstaande zaken is desgevraagd advies aan de directie uitgebracht: Voorstel implementatie Visie op Voeding Gewijzigde statuten Zorggroep Oude en Nieuwe Land Notitie “Beter sturen, doelmatiger werken, sneller vernieuwen”
Ter informatie werd van de directie ontvangen: MIC-beleid Notitie ‘Visie op Voeding’ Informatiedocument over de voorgenomen fusie van Kraamzorg Oude en Nieuwe Land met Naviva Kraamzorg BV Begroting 2007 Jaarrekening 2006 Het Platform heeft zich in juli 2007 schriftelijk tot de minister van VWS gewend met het verzoek tot een meer gecoördineerde aanpak van onderzoeken naar de kwaliteit van zorg- en dienstverlening te komen. In het verslagjaar is gewerkt aan de totstandkoming van een centrale cliëntenraad. Per 1 januari 2008 is de centrale cliëntenraad van Zorggroep Oude en Nieuwe Land van start gegaan. De specifiek op een locatie betrekking hebbende onderwerpen zijn besproken met en zo nodig ter advisering voorgelegd aan de huisgebonden cliëntenraad. De huisgebonden cliëntenraden zijn aangesloten bij de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC).
15
4 Beleid, inspanningen en prestaties 4.1
Meerjarenbeleid
Het voorgenomen beleid van ZONL is beschreven in de Beleidsvisie 2005 – 2008. ‘Zorggroep Oude en Nieuwe Land wil een maatschappelijke organisatie zijn, die vanuit een sterke verbondenheid met lokale gemeenschappen in Steenwijkerland, Noordoostpolder en Urk erop gericht is maatschappelijk actief te zijn en initiatieven te nemen op het terrein van gezondheid, welzijn, wonen en dienstverlening, in het bijzonder voor mensen die op grond van ziekte, handicap, leeftijd en/of sociale achterstand in de knel (dreigen te) komen. Deze activiteiten en initiatieven beogen gezondheid en welzijn zoveel mogelijk te bevorderen en tekorten zoveel mogelijk weg te nemen of op te vullen, om zo bij te dragen aan de kwaliteit van leven en samenleven in deze regio. Belangrijk uitgangspunt hierbij is het handhaven van zelfstandigheid en zelfbeschikking. Mensen een helpende hand bieden, betekent in de levenssfeer van een ander treden. Zorggroep Oude en Nieuwe Land wil dit integer en met respect doen. Er wordt gewerkt op een kundige, duidelijke en eerlijke manier. Transparant en dus toetsbaar. Aandacht voor een optimale kwaliteit van behandeling, zorg, hulpverlening en dienstverlening is hierbij vanzelfsprekend. Wij zullen, waar mogelijk, door samen te werken de samenhang van voorzieningen in de drie gemeenten Steenwijkerland, Noordoostpolder en Urk bevorderen en onderhouden door met andere aanbieders van zorg en diensten als keten te functioneren. Wij willen zo overal in ons werkgebied bijdragen aan een grotere variëteit aan mogelijkheden om mensen in staat te stellen zoveel mogelijk naar eigen voorkeur en behoefte gebruik te maken van de verschillende vormen van vrijwillige en professionele hulpverlening, zorg- en dienstverlening’.
4.2
Algemeen beleid
Het centrale beleidsthema dat de directie voor 2007 gekozen heeft is: implementeren en nog eens implementeren. Dit vloeit voort uit de vele veranderingen die door dwingende omstandigheden in 2006 plaatsgevonden hebben en de daaraan gerelateerde hoeveelheid plannen. De belangrijkste documenten waarin de plannen zijn beschreven en uitgewerkt zijn de Stuurkaart ZONL 2007, het Masterplan Zorg voor Beheer, de (concept)Visie op Wonen, Zorg en Welzijn, het Visiedocument Kennis- Expertise- en Behandelcentrum, de (concept)Visie op voeding en de (concept)visie Naar een Vraaggestuurd Facilitair Bedrijf. Directie heeft voor 2007 enkele speerpunten benoemd op basis van de plannen. De keuze was gericht op stabilisering en consolidering, maar impliceerde tevens grote en ingrijpende veranderingen. Speerpunten waren: Verbetering van de stuurbaarheid van de organisatie Kwaliteit van zorg en van de organisatie van de zorg Financiële taakstellingen Ontwikkeling van kleinschalig wonen, zowel wat betreft visie als realisatie Realiseren gastvrijheidconcept op basis van Visie op Voeding Uit de directiebeoordeling (oktober 2007) blijkt dat de volgende resultaten zijn behaald: Het zorgdossier is organisatiebreed geactualiseerd, doelstellingen zijn behaald en worden cyclisch bewaakt. De visie op het Kennis-, expertise- en behandelcentrum is uitgewerkt in een plan van aanpak, producten zijn beschreven. Overlegvormen en communicatiestructuur zijn beschreven, uitgevoerd en worden geëvalueerd. Stuurinformatie is sterk verbeterd en blijft verbeterd worden.
16
Jaarplannen worden gemaakt en volgens plan besproken en bijgesteld. Er zijn actuele RIE’s en verbeterplannen. Het documentensysteem is vastgelegd. Structureel meten van prestaties voor cliënten- en medewerkerstevredenheid is gerealiseerd o.a. door deelname aan continue benchmark en (met goed gevolg afgelegde) certificeringstrajecten. De 0-meting verantwoorde zorg is organisatiebreed gerealiseerd, de uitkomsten worden in 2008 omgezet in een plan van aanpak. Visietraject ‘Kleinschalig wonen voor dementerenden’ heeft geleid tot de vaststelling van beleid op basis waarvan op diverse locaties ( 5) projecten in ontwikkeling zijn genomen Traject ‘Visie op voeding’ heeft geleid tot het invoeren van het gastvrijheidconcept in een van de verzorgingshuizen.
In het kader van de financiële taakstellingen is ingezet op het zoeken naar alternatieven voor behoud van dienstverlening in het werkgebied van kraamzorg en dieetadvisering buiten de organisatie. Al enkele jaren zorgden beide werksoorten voor tekorten in de exploitatie met name door tariefdalingen. In mei 2007 is de kraamzorg ondergebracht bij Naviva Kraamzorg BV. Naviva Kraamzorg BV is een samenwerkingsverband van Kraamzorg Twenthe, Carinova, Verian en Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Elk van de genoemde organisaties is naar evenredigheid aandeelhouder in de nieuwe kraamzorgorganisatie. Deze stap is met brede steun van de verschillende betrokkenen genomen op basis van de overtuiging dat met deze partners en in deze vorm kraamzorg zoals wij die graag willen verlenen in onze regio, onder goede condities gecontinueerd kan gaan worden. In februari 2008 zijn de diëtistes verdergegaan in zelfstandige praktijken. Eind 2006 werd duidelijk dat het masterplan ‘Zorg voor Beheer’, enerzijds niet voldoende slagvaardig werd uitgevoerd en anderzijds, gezien de externe ontwikkelingen – waaronder het niet betaald krijgen van een aanzienlijk deel van de zorgproductie - , niet ver genoeg ging. Door Giotto Management Consultants is, op verzoek van de directie, een inhoudelijke en economische analyse gemaakt. In een conferentie zijn de uitkomsten aan het management voorgelegd. De directie heeft vervolgens op 17 april 2007 in een conceptnotitie voorgenomen besluiten voorgelegd aan het managementteam. De voorgenomen besluiten en acties zijn positief ontvangen en op enkele punten aangescherpt. Na bespreking met de inspraakorganen is in de tweede helft van 2007 gestart met de uitvoering van het plan ‘Beter sturen, doelmatiger werken, sneller vernieuwen’, onder het motto ‘Repareer het dak als de zon schijnt’. De bouwstenen voor het verbeterprogramma zijn: opheffen hulpstructuur en topstructuur vereenvoudigen, hulp bij het huishouden apart van V&V organiseren, SSC-concept Servicecentrum invoeren, front-office ontwikkelen, C1000-concept uitwerken, Centrum voor Jeugd en Gezin ontwikkelen, doelmatigheidsdrive en managementinformatie verbeteren, geautomatiseerd plannen en registreren invoeren en competentieontwikkeling managers/directeuren. Het programma kent een looptijd van twee jaar. Eind december zijn van dit programma gerealiseerd: vereenvoudiging van de topstructuur – dit was mogelijk o.a. als gevolg van de aanstelling van operationeel managers op HBO-niveau en inzetplanners. apart organiseren van de hulp bij het huishouden – dit draagt bij aan het flexibel kunnen reageren op de veranderde vraag van de gemeenten. eerste fase van het invoeren van het SSC-concept. start van het project geautomatiseerd plannen en registreren.
4.3
Algemeen kwaliteitsbeleid
De speerpunten voor het kwaliteitsbeleid zijn gebaseerd op de kaderbrief. Voor 2007 zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: ‘De kwaliteit van de zorg en van de organisatie van de zorg zullen in 2007 veel aandacht blijven vragen. Goede afspraken maken over te leveren zorg en die dan ook in de afgesproken omvang, op afgesproken tijd met de afgesproken deskundigheid en met zo weinig mogelijk wisselende personen aanbieden. Dit blijft (vooralsnog vooral voor extramuraal) een essentiële succes- of faalfactor.
17
Intramuraal zal het verlenen van zorg volgens het kwaliteitskader Verantwoorde zorg de nodige aandacht moeten krijgen. Voor de verschillende organisatorische eenheden zal dit moeten resulteren in het behalen van de afgesproken certificeringen’. Om de doelstellingen te behalen zijn door het management meerdere werkgroepen geïnitieerd. Op basis van nulmetingen zijn verbeterplannen opgesteld en uitgevoerd. In enkele verzorgingshuizen is tussentijds een interne audit uitgevoerd. Alle acties hebben ertoe geleid dat Zorggroep Oude en Nieuwe Land in 2007 alle doelen met betrekking tot certificering heeft behaald. Bronzen Keurmerk De Stichting Perspekt verleent het Bronzen Keurmerk in de zorg aan instellingen voor verpleging en zorg. De beoordelingscriteria voor brons zijn gericht op de daadwerkelijk verleende zorg. De organisatie dient verder voldoende te scoren in een cliëntenonderzoek uitgevoerd door de Stichting Cliënt en Kwaliteit. Verzorgingshuis Markehof heeft in 2005 als eerste verzorgingshuis het Bronzen Keurmerk behaald. Verpleeghuis Talma Hof en de verzorgingshuizen Wittesteijn, Golfslag, Hof van Smeden en Nieuw Clarenberg hebben in het verslagjaar het Bronzen Keurmerk behaald. HKZ – Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Certificatie op basis van de HKZ-normen wordt alleen uitgevoerd door instellingen die geaccrediteerd zijn door de Raad voor Accreditatie en een overeenkomst hebben met Stichting HKZ. Het certificatieonderzoek is voor Zorggroep Oude en Nieuwe Land uitgevoerd door TNO Certification B.V. Op basis van het HKZ-Certificatieschema ‘Thuiszorgorganisaties, Verpleeghuizen en Verzorgingshuizen’, versie 2006 hebben wij in het verslagjaar het certificaat ontvangen voor: Thuiszorg: verpleging, verzorging, huishoudelijke zorg (H2) Uitleen van verpleegartikelen en hulpmiddelen.
4.4
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten
Centraal staat het uitgangspunt dat Zorggroep Oude en Nieuwe Land er is voor goede zorg- en dienstverlening, zeven dagen per week, dag en nacht, tot in alle uithoeken van haar uitgestrekte werkgebied, de gemeenten Steenwijkerland, Noordoostpolder en Urk. Dit uitgangspunt zet de inwoners van dit gebied centraal en dan met name die inwoners, die te kampen hebben met beperkingen en problemen als gevolg van ziekte en handicap. Direct daaromheen staan de naasten, de mantelzorgers van deze inwoners en de overige sociale omgeving. Dit is de kracht van een lokale organisatie met een breed aanbod aan behandeling, zorg- en dienstverlening waarbij Zorggroep Oude en Nieuwe Land zowel op de vraag van de individuele cliënt als op de sociale context kan richten. Kleinschalig groepswonen voor mensen met dementie Eind december is in het verslagjaar het beleid ‘Kleinschalig groepswonen voor mensen met dementie’ vastgesteld. Het doel is om het leven draaglijk en prettig te houden. Dit proberen we te bereiken door de cliënten een omgeving te bieden waar ze zich zo prettig mogelijk voelen: huiselijk, veilig en vertrouwd. In deze visie dient naast het wonen ook de (medische) zorg op een professionele manier geregeld en gewaarborgd te zijn. In 2008 zullen concrete acties worden genomen om het kleinschalig groepswonen te realiseren. Voeding, eten en drinken De visie op voeding is in 2006 als volgt geformuleerd: ‘Voeding maakt integraal deel uit van de organisatiebrede visie van Zorggroep Oude en Nieuwe Land die uitgaat van de wensen en behoeften van de cliënt. Daarbij wordt een centrale rol toegekend aan
18
optimale keuzevrijheid en behoud van eigen regie. Het aanbod van meerdere producten en diensten en de invulling van een eigen identiteit per locatie, dragen zorg voor een hoge mate van welbevinden’. Dit betekent onder andere dat de cliënt veel meer keuzemogelijkheden, ambiance en service geboden gaat wordt. De visie is begin 2007 vertaald in een functioneel plan van eisen en in Markehof geïmplementeerd. De maaltijden worden bij het verzorgingshuis koelvers aangeleverd. Op de locatie wordt de maaltijd klaar gemaakt om geserveerd te worden. In het restaurant wordt de maaltijd geportioneerd op wens van de cliënt. De cliënt kan dagelijks aan tafel kiezen uit drie componenten per gang (voor-, hoofd-, en nagerecht). Eind 2007 is de pilot geëvalueerd en in 2008 zal deze werkwijze intramuraal voor alle locaties worden ingevoerd. De medewerkers hebben een training gevolgd gericht op gastvrijheid, serveertechnieken en om op een juiste manier de maaltijden klaar te maken voor serveren. Voedingsproblemen Vele cliënten in verzorgingshuizen/woonzorgcentra en verpleeghuizen komen in aanraking met voedingsproblemen. De visie die we hierbij hanteren is voor de cliënten in de verzorgingshuizen / woonzorgcentra als volgt vastgesteld: ‘De cliënt van de woonzorgcentra en verzorgingshuizen van Zorggroep Oude en Nieuwe Land houdt zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid rondom eten en drinken en / of krijgt ondersteuning en begeleiding op maat. De ambiance rondom het eten en drinken zijn zoveel mogelijk afgestemd op de wensen en de behoeften van de cliënt, omdat dit nauw samenhangt met welzijn- en kwaliteitsbeleving’. In de basiszorg vormt de wens van de cliënt met betrekking tot de behoefte aan eten en drinken in soort, smaak, hoeveelheid, omgeving, tijd en wens van begeleiding / ondersteuning het uitgangspunt. De autonomie van de cliënten wordt daarbij ten volle gerespecteerd. In de basiszorg worden bij de cliënt de wensen en behoeften, volgens protocol vastgelegd. In de zorgverlening wordt iedere nieuwe cliënt binnen twee weken gewogen en vervolgens iedere drie maanden. Bij een gewichtsverlies van 3 kg of meer in een maand, wordt de diëtiste ingeschakeld. Het gewicht van iedere cliënt wordt vastgelegd in het cliëntdossier. Bij iedere cliënt wordt gedurende het verblijf het eten en drinken door de zorg geobserveerd en volgens een geprotocolleerde observatiekaart, bepaald of er een voedingsprobleem is. Wanneer er sprake is van een voedingsprobleem wordt de arts of diëtiste ingeschakeld. Voor de cliënt met een voedingsprobleem wordt, op basis van de resultaten van een ingevulde checklist, het beleid bepaald door de cliënt of vertegenwoordiger met de huisarts, verzorging en diëtiste. Dit beleid wordt uitgevoerd en geëvalueerd tot het voedingsprobleem opgelost is. In het verpleeghuis worden alle cliënten in de eerste twee weken na opname gescreend om duidelijk te krijgen of er op medische of sociale gronden sprake is van een vocht- en voedingsprobleem. De diëtist beoordeelt de gegevens, er zijn 3 scoremogelijkheden: 1. De situatie van de cliënt is niet goed, verwijzing naar de diëtist is geïndiceerd. 2. De voeding kent een aantal tekorten. Twee weken later wordt de screening herhaald. Na tweemaal score 2 vindt overleg tussen de diëtist en de voedingsassistent plaats. 3. De situatie van de cliënt is goed. Geen verdere actie. In het verslagjaar constateren we dat: 69 % van de cliënten bij opname een groter of kleiner voedingsprobleem heeft. In vergelijking met 2006 constateren we: 10% stijging van verwijzingen diëtetiek bij opname van de cliënt. 13% daling van score 2. Mogelijke verklaring is dat er vaker direct bij opname doorverwezen wordt naar de diëtist en dit een verdere verslechtering van de voedingstoestand, heeft voorkomen. 16% stijging tweemaal score 2 en daarmee overleg tussen diëtist en voedingsassistent. De wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) Het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen is in het verpleeghuis geregeld via de wet BOPZ. In het verzorgingshuis bestaat het wettelijke kader van de wet Bopz niet, behalve op speciaal daartoe aangemerkte afdelingen van het verzorgingshuis. Door Zorggroep Oude en Nieuwe Land is er tot nu toe niet voor gekozen afdelingen van het verzorgingshuis aan te merken als Bopz-afdeling. Er worden geen vrijheidsbeperkende maatregelen genomen omdat bepaald gedrag lastig is voor de organisatie of de individuele medewerker. Daar waar cliënten, medewerkers of familie gevaar of risico constateren
19
in het gedrag van een cliënt, zal er altijd goed gekeken worden waar dat gedrag vandaan komt en welke acties ondernomen moeten worden om dit gedrag te voorkómen. Bij voorkeur zijn dat geen vrijheidsbeperkende maatregelen. Soms kan bijvoorbeeld een andere dagindeling of het aanbieden van activiteiten al veel problemen oplossen. Alleen als er werkelijk gevaar is voor de betreffende cliënt of voor diens omgeving mag tot actie worden overgegaan. In het verpleeghuis is de registratie van de Bopz aangepast. In het cliëntdossier worden op twee afzonderlijke formulieren aantekeningen gemaakt van de getroffen maatregelen. Op een formulier wordt de maatregel omschreven, waarbij het probleem kort wordt benoemd, de afspraak wordt genoteerd en ook wordt vastgelegd of de cliënt/vertegenwoordiger akkoord is gegaan. De afdelingsarts parafeert de maatregel ter verantwoording van het besluitvormingsproces. Een tweede formulier, een zogenaamd toelichtingformulier, biedt ruimte voor het vastleggen van nadere overwegingen. Per afdeling worden alle getroffen maatregelen met evaluatiedata op een formulier geregistreerd. In het verslagjaar zijn in totaal vier cliënten in het verpleeghuis een gedeelte van het jaar onder rechterlijke machtiging opgenomen. Eind 2007 waren deze cliënten overgeplaatst of de rechterlijke machtiging was omgezet in een vrijwillige opname of artikel 60 Bopz-besluit. In het verslagjaar zijn geen meldingen aan de inspectie gedaan betreffende dwangbehandeling of meldingen van toepassen van middelen of maatregelen in noodsituaties. In afwachting van besluitvorming over de wetswijziging van de BOPZ wordt het beleid in 2008 geactualiseerd en intramuraal geharmoniseerd. Tevens zal hierbij specifiek aandacht worden besteed aan vrijheidsbeperkende maatregelen in de thuiszorg. Decubitus Begin 2006 heeft het management besloten tot invoeren van een continu proces van verzamelen en registreren van informatie over de prevalentie van decubitus. Het beleid en de metingen worden op basis van normen en indicatoren voor verantwoorde zorg uitgevoerd. In april en november zijn in het verslagjaar de metingen uitgevoerd. Alle locaties hebben een prevalentie van decubitus onder het landelijk gemiddelde. Het decubitusproject is in het verslagjaar in het verpleeghuis ingevoerd. Er zijn aandachtsvelders benoemd, de werkwijze is gedocumenteerd en geïmplementeerd en er is voor vier uur per week een wondverpleegkundige aangesteld. Ter afsluiting van de themaweek in het verpleeghuis is het symposium ‘verantwoorde zorg decubitus’ georganiseerd. Het project decubitus zal in 2008 worden afgerond. Als eindproduct zal een zorgprogramma decubitus worden geschreven. De meting wordt ondergebracht bij het kwaliteitskader Verantwoorde zorg. Geneesmiddelen In verpleeghuis Talma Hof functioneert een geneesmiddelencommissie. De commissie is samengesteld uit de ziekenhuisapotheker, de hoofdassistente van de ziekenhuisapotheek, een verpleeghuisarts en vertegenwoordigers van de verpleegafdelingen. Begin 2007 is de beleidsnota ‘Geneesmiddelvoorziening” vastgesteld. Deze nota is gebaseerd op de landelijke richtlijn ‘Farmaceutische zorg in verpleeghuizen’. De commissie heeft een concept reglement opgesteld, waarin de taken van de commissie zijn vastgelegd. Deze zijn gericht op het handhaven van een kwalitatief goed werkend distributiesysteem, het ontwikkelen van richtlijnen en procedures en een goede informatievoorziening. In 2008 zal het reglement worden vastgesteld. De commissie heeft in het verslagjaar aandacht besteed aan de logistiek van de medicatie en de toediening van geneesmiddelen aan de cliënt. Aandacht is besteed aan de door de MIC-commissie ontvangen meldingen van incidenten geneesmiddelen. Deze incidenten vinden over het algemeen plaats bij de interactie tussen verzorgende en cliënt. Het Farmacotherapeutisch Overleg (FTO), gestart verpleeghuisartsen en de ziekenhuisapotheker.
in 2006, is een overleg Het overleg heeft tot
tussen de doel het
20
medicatievoorschrijfgedrag van de artsen in overeenstemming te brengen met de landelijke standaarden en te anticiperen op nieuwe richtlijnen en ontwikkelingen in de farmacie. In dit overleg is in het verslagjaar de samenstelling van de noodvoorraad geneesmiddelen geactualiseerd. Bij de samenstelling van deze voorraad wordt een afweging gemaakt welke geneesmiddelen noodzakelijk aanwezig dienen te zijn op de verschillende locaties van het verpleeghuis. In 2006 is het geneesmiddelenbeleid voor de verzorgingshuizen geëvalueerd en bijgesteld. Per verzorgingshuis is een overeenkomst met de leverende apotheek en de huisartsen afgesloten. Minimaal eenmaal per jaar vindt er overleg plaats tussen de apotheek, huisartsen en manager RVE en/of manager V&V. In dit overleg worden de gemaakte afspraken geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Eind 2007 is in Nieuw Clarenberg een verbeterteam Medicatieveiligheid gestart. Nieuw Clarenberg wil binnen één jaar haar medicatie-incidenten met 30% verlagen. Het projectteam wordt hierbij ondersteund door de landelijke organisatie Zorg voor Beter, verbetertraject Medicatieveiligheid, een initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Naast een interne projectleider bestaat het team uit de manager V&V, twee verzorgende, een verzorgende die lid is van de MIC commissie, een huisarts en de kwaliteitsfunctionaris. 4.4.1 4.4.1.1
Kwaliteit van zorg Kwaliteit van zorg VVT: Verantwoorde zorg De werkwijze voor het implementeren en borgen van het kwaliteitskader Verantwoorde zorg is aan het eind van het verslagjaar door het management vastgesteld. Cliëntgebonden indicatoren De cliënttevredenheidsmeting VVT gebeurt vanaf november 2007 op basis van de landelijke norm de Consumer Quality (CQ)-index. De CQ-index is een gestandaardiseerde systematiek voor het meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. Er wordt eenmaal per twee jaar gemeten door een extern bureau dat voldoet aan de landelijk vastgestelde kwaliteitseisen. De resultaten van de meting worden door het externe bureau gepresenteerd aan de centrale cliëntenraad en het management. Na elke meting wordt door de manager(s) V&V per organisatieonderdeel in samenspraak met de lokale cliëntenraad een verbeterplan opgesteld. Vanaf 1 mei 2008 is verantwoorde zorg een vast agendapunt op de vergadering met de cliëntenraad en worden vorderingen vastgelegd in de notulen van deze vergadering. Naar aanleiding van gehouden raadpleging onder cliënten VVT zijn per organisatorische eenheid in samenspraak met de cliëntenraden, verbeterplannen opgesteld. Verpleeghuis Talma Hof Het verbeterplan in Talma Hof is opgesteld na de meting eind 2006 en is gericht op de thema’s informatie, inspraak cliënt (door de somatische cliënten) en inspraak organisatie (door de contactpersonen van de psychogeriatrische cliënten). De informatie die voorafgaand aan opname aan de cliënt en familie verstrekt wordt is in het verslagjaar verbeterd. Sinds begin april zijn de zorgleveringsovereenkomsten ingevoerd. In het opnamebeleid is vastgelegd welke informatie aan de cliënt verstrekt dient te worden. We hebben een checklist ontwikkeld en ingevoerd waarop bijgehouden wordt welke informatie bij de start van de zorgverlening aan de cliënt is verstrekt. Door de manager van het verpleeghuis wordt gestuurd op een cultuurbijstelling die gericht is op de verdere omslag naar vraaggerichte zorg- en dienstverlening. Alle zorgteams hebben in 2007 teamdagen gehad waarin dit veranderingsproces het thema is geweest. Daarnaast wordt door de invoering van het vernieuwde cliëntdossier de inspraak van de cliënt verbeterd. Om de inspraak in de organisatie te verbeteren heeft de Cliëntenraad zich op de lente- en herfstmarkt gepresenteerd en heeft zij in het najaar een familieavond georganiseerd.
21
Uitkomsten laatste raadpleging: Cliënten somatische afdelingen Wat is uw totaaloordeel over het verpleeghuis Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
Score 7,7 7,8
Contactpersonen cliënten psychogeriatrische afdelingen Wat is uw totaaloordeel over het verpleeghuis Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
7,7 7,9
In DigiMV zijn de volledige uitkomsten van de cliëntenraadpleging vermeld. Verzorgingshuis Markehof Vanwege de hoge mate van tevredenheid bij de meting van het onderzoek in 2003, is geen verbeterplan opgesteld. Uitkomsten laatste raadpleging: Wat is uw totaaloordeel over het verzorgingshuis Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
Score 8,5 8,5
In DigiMV zijn de volledige uitkomsten van de cliëntenraadpleging vermeld. Verzorgingshuis Wittesteijn Op basis van de meting eind 2006/begin 2007 zijn onderstaande verbeteringen doorgevoerd. In de zorgteams is onder de aandacht gebracht dat cliënten in de eerste dagen na opname, het moeilijk vinden in het restaurant plaats te nemen. De cliënten stellen zich naar nieuwe bewoners vaak niet flexibel op. Tijdens het koffiedrinken worden nieuwe bewoners voorgesteld en wordt, eventueel met ondersteuning van de medewerkers, een plaats gezocht. Tijdens het koffiedrinken wordt tevens regelmatig aandacht geschonken aan het wel en wee van bepaalde bewoners om zodoende meer begrip voor elkaar te krijgen. Bewoners onderling zijn niet altijd erg verdraagzaam naar elkaar. Medewerkers zullen zich alerter opstellen naar wensen van cliënten. Zo bleek dat sommige bewoners liever niet zien dat hun bed direct in de ochtend wordt opgemaakt. Cliënten hebben soms behoefte aan een praatje terwijl de zorg daar niet altijd tijd voor heeft. De medewerkers van de huishoudelijke dienst zullen meer ingaan op de persoonlijke wensen van de cliënt. Het team activiteiten is uitgebreid en heeft het programma bijgesteld aan de wensen van de cliënten. Het programma is o.a. uitgebreid met wandelen voor cliënten die hieraan behoefte hebben. Cliënten die geen behoefte hebben aan deelname aan activiteiten, worden regelmatig bezocht voor een praatje. Uitkomsten laatste raadpleging: Wat is uw totaaloordeel over het verzorgingshuis Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
Score 8,2 8,3
In DigiMV zijn de volledige uitkomsten van de cliëntenraadpleging vermeld. Woonzorgcentrum Nieuw Clarenberg Na de meting eind 2004 zijn verbeteringen doorgevoerd in combinatie met een verbetertraject voor medewerkers onder het motto ‘Op weg naar nog beter’. Naast het verbeteren van o.a. de deskundigheid van medewerkers was een belangrijk doel om de zorgverlening aan de cliënt te verbeteren. Zorg die afgestemd is op de indicatie en zorgvraag van de cliënt. Gegevens die vastgelegd worden in het dossier. Alle cliënten hebben een eerstverantwoordelijke verzorgende toegewezen. Uitkomsten laatste raadpleging: Wat is uw totaaloordeel over het verzorgingshuis
Score 8,2
22
Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
8,4
In DigiMV zijn de volledige uitkomsten van de cliëntenraadpleging vermeld. Verzorgingshuis Golfslag Op basis van de meting in 2006 zijn onderstaande verbeteringen doorgevoerd: De werkwijze bij de inhuizing van cliënten is aangepast. De eerste kennismaking en de eerste indrukken met de nieuwe woonomgeving zijn van cruciaal belang voor de cliënt. Het accent ligt op gastvrijheid. De medewerkers hebben een uitnodigende houding en stellen open vragen, waarbij de cliënt de regie heeft. Een aantal praktische zaken is bijgesteld zoals het duidelijker spreken door de intercom, de informatie herhalen en de kabelkrant instellen voor de cliënten. Tijdens het koffie drinken worden bewoners regelmatig geïnformeerd over de nieuwbouwplannen, over uitkomsten van de overleggroep voeding, over de handelswijze bij brand en andere ontwikkelingen. Deze informatie wordt opgenomen in de maandkrant. In het activiteitenprogramma is vaker wandelen / winkelen opgenomen. Uitkomsten laatste raadpleging: Wat is uw totaaloordeel over het verzorgingshuis Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
Score 8,5 8,6
In DigiMV zijn de volledige uitkomsten van de cliëntenraadpleging vermeld. Woonzorgcentrum Hof van Smeden Op basis van de meting medio 2005 zijn verbeteringen doorgevoerd. In oktober en november van dit verslagjaar is in vijf bijeenkomsten met verschillende groepen bewoners geëvalueerd of dit geleid heeft tot verbeteringen. Over het algemeen wordt het wonen als prima ervaren, er worden voldoende activiteiten georganiseerd en het koffieschenken op zon- en feestdagen door de leden van Odd Fellows is een succes. Uitkomsten laatste raadpleging: Wat is uw totaaloordeel over het verzorgingshuis Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
Score 8,1 8,1
In DigiMV zijn de volledige uitkomsten van de cliëntenraadpleging vermeld. Thuiszorg Regio Noordoostpolder/Urk Uitkomsten laatste raadpleging: Wat is uw totaaloordeel over de zorginstelling Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
Score 8,5 8,6
Regio Steenwijkerland Uitkomsten laatste raadpleging: Wat is uw totaaloordeel over de zorginstelling Wat is uw totaaloordeel over de verzorgenden en verpleegkundigen
Score 8,7 8,8
In DigiMV zijn de volledige uitkomsten van de cliëntenraadpleging vermeld.
23
Zorginhoudelijke indicatoren Jaarlijks worden de zorginhoudelijke indicatoren gemeten. Het meten gebeurt volgens de landelijke richtlijnen, waarbij in de thuiszorg een steekproef gedaan wordt en intramuraal bij alle cliënten de indicatoren gemeten worden. De medewerkers in deze organisatieonderdelen worden betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de jaarlijkse zorginhoudelijke meting door de managers V&V. De resultaten van de meting en het verbeterplan worden besproken met de cliëntenraad. De cliëntenraad heeft adviesrecht m.b.t. het verbeterplan, het stellen van prioriteiten en de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen die binnen de organisatie doorgevoerd worden. Voor de uitkomsten van de meting verwijzen wij naar DigiMV. Resultaten en verbeterpunten verantwoorde zorg Thema’s verantwoorde zorg 1. Zorg- en leefplan/behandelplan
Beleid, inspanningen, resultaten en verbeterpunten De directie heeft een stuurgroep ingesteld om het cliëntdossier te vernieuwen waarin de landelijke richtlijnen van het zorgleefplan geïntegreerd zijn. De stuurgroep heeft een beleidsnota geschreven. Na vaststelling door het management zijn door de stuurgroep de cliëntdossiers geharmoniseerd en vernieuwd. De organisatie heeft gekozen voor de term ‘cliëntdossier’ omdat het over meer gaat dan alleen zorg. De vier levensdomeinen Woon- en leefomstandigheden, Participatie, Mentaal welbevinden en Lichamelijk welbevinden/autonomie zijn geïntegreerd in het vernieuwde zorgleefplan. De cliënt wordt actief betrokken bij het opstellen, evalueren en bijstellen van het zorgleefplan. Het zorgleefplan dient aan te sluiten op het indicatiebesluit en wordt door de cliënt ondertekend. Daar waar mogelijk ligt het cliëntdossier thuis bij de cliënt. Begin 2008 wordt het vernieuwde cliëntdossier geïmplementeerd. De stuurgroep, ondersteund door drie werkgroepen, begeleidt de implementatie. In 2007 hebben in Talma Hof de eerstverantwoordelijke verzorgende een training on the job gevolgd. Zij zijn op inhoud ondersteund bij de bespreking van het zorgleefplan tijdens het multidisciplinair overleg. Eind 2007 is de scholing voor de medewerkers gestart, volgens het principe van train de trainer. In Talma Hof zijn in het 2de kwartaal van het verslagjaar de zorgleveringsovereenkomsten, die in samenspraak met de Cliëntenraad zijn opgesteld, ingevoerd. Hiermee wordt iedere cliënt in de VVT bij de start van de zorgverlening een zorgleveringsovereenkomst aangeboden. In deze overeenkomst zijn de rechten en plichten van de cliënt en de zorgorganisatie vastgelegd. Binnen de thuiszorg is de overeenkomst geactualiseerd.
2. Communicatie en informatie
In het verslagjaar is beleid ontwikkeld om ervoor te zorgen dat cliënten bij de start van de zorgverlening actuele informatie ontvangen en dat zij duidelijke en begrijpelijke informatie ontvangen over de zorgverlening, huisregels, inspraak via de Cliëntenraad, klachten en de kosten. Voor de verzorgingshuizen zijn in het verslagjaar de informatieboekjes voor de cliënten geactualiseerd. Ook de werkwijze bij inhuizing van de cliënt in het verzorgingshuis is bijgesteld. De inhuizing en introductie van de cliënt gebeurt volgens een vastgelegde werkwijze. We realiseren ons dat de verhuizing voor de cliënt en diens familie een grote stap is. Emoties van diverse aard spelen daarin een rol. Niet de regels maar de gemoedstoestand van de cliënt en/of familie staan in de begeleiding bij
24
opname, centraal. De medewerkers hebben een uitnodigende houding en stellen open vragen, waarbij de cliënt de regie heeft. In ieder verzorgingshuis wordt (maandelijks) een huiskrant uitgegeven met informatie voor cliënten, mantelzorgers en medewerkers. Deze informatie wordt minimaal eenmaal per maand mondeling besproken met de bewoners tijdens een koffiepraatje. In de thuiszorg en verzorgingshuizen zijn de medewerkers zorg geschoold in beroepshouding en communicatie. In het verpleeghuis zal dit in 2008 plaatsvinden.
3. Lichamelijk welbevinden
Alle locaties en de thuiszorg zijn zeven dagen per week, gedurende 24 uur per dag telefonisch bereikbaar. In het vernieuwde beleid van het cliëntdossier is in levensdomein 4 Lichamelijk welbevinden en Gezondheid, vastgelegd dat de cliënt mag rekenen op adequate gezondheidsbescherming en –bevordering, een schoon en verzorgd lichaam en smakelijke voeding. Intramuraal wordt aandacht besteed aan smakelijke maaltijden, hapjes en drankjes. De werkwijze met betrekking tot incontinentie is afgestemd op de landelijke normen en geprotocolleerd.
4. Zorginhoudelijke veiligheid
5. Woon- en leefomstandigheden
In het verslagjaar zijn specifieke bijeenkomsten over de regelgeving, uitvoering en vernieuwde registratie BOPZ voor de medewerkers in het verpleeghuis georganiseerd. Alle locaties hebben een prevalentie van decubitus onder het landelijk gemiddelde. De griepvaccinatiegraad bij cliënten in het verpleeghuis is meer dan 95%. Medewerkers in het verpleeghuis krijgen de vaccinatie aangeboden; hiervan hebben 20 medewerkers gebruik gemaakt. Markehof heeft in het verslagjaar 15 verzorgingshuisplaatsen in gebruik genomen. De nieuwgebouwde appartementen voldoen aan de landelijke normen. In Wittesteijn en Golfslag zijn de appartementen klein en verouderd, bouwaanpassingen staan op het programma. Voor Talma Hof zijn plannen gemaakt om voor 72 cliënten psychogeriatrie nieuwbouw te laten plaatsvinden. Dit is een eerste fase in het totale vernieuwingsplan voor Talma Hof. In het verslagjaar is de inrichting van Talma Hof op verschillende verpleegafdelingen ‘opgeleukt’. Nieuwe vloerbedekking, nieuw geverfde gangen, een lichte kleur en een opknapbeurt van de recreatieruimte hebben plaats gevonden. Het is in de verzorgingshuizen toegestaan een huisdier te houden, waarbij we ervan uitgaan dat de cliënt in staat is zelf het huisdier te verzorgen en het huisdier geen overlast bezorgt of schade veroorzaakt. In het verpleeghuis mogen cliënten in overleg met de zorg, kleine huisdieren houden.
6. Participatie en dagstructurering
Intramuraal kan de cliënt rekenen op aantrekkelijke mogelijkheden voor dagbesteding waarmee invulling kan worden gegeven aan persoonlijke interesses, hobby’s en een sociaal leven. Met ondersteuning van vrijwilligers worden diverse activiteiten, kerkdiensten, themabijeenkomsten en gespreksgroepen georganiseerd. Het aanbod en de mogelijkheden worden kenbaar gemaakt via flyers, de huiskabelkrant, de huiskrant en mondeling tijdens het gezamenlijk koffiedrinken.
25
Cliënten kunnen gebruik maken van het cliëntenvervoer van ZONL. De bus is bedoeld voor het vervoer van cliënten uit het werkgebied van Zorggroep Oude en Nieuwe Land (al dan niet onder begeleiding van een beroepskracht of een contactpersoon) ten behoeve van de deelname aan sociale, culturele en educatieve activiteiten. 7. Mentaal welbevinden
8. Veiligheid wonen en verblijf
Veel intramurale cliënten zijn afkomstig uit de omgeving en blijven lid van de eigen gemeente. Naast de relatie met vertegenwoordigers van de eigen kerk, bieden we de mogelijkheid aandacht te schenken aan eventuele behoefte van geestelijke ondersteuning. Dit gebeurt door de geestelijke verzorger in de vorm van persoonlijke gesprekken, bijbeluur, gespreksgroepen en het organiseren van bijzondere diensten met de feestdagen. Binnen alle locaties worden (oecumenische) kerkdiensten gehouden. De meeste verzorgingshuizen hebben de mogelijkheid om voor een aantal uren per week, een geestelijk verzorger in te zetten. In bijna alle verzorgingshuizen en in het verpleeghuis worden regelmatig herdenkingsbijeenkomsten georganiseerd. In deze bijeenkomsten worden de cliënten die in de afgelopen periode overleden zijn, herdacht. Naast cliënten, verwanten en medewerkers worden de verwanten van de overleden cliënten hiervoor uitgenodigd. Het verpleeghuis en een verzorgingshuis hebben de beschikking over een stiltecentrum. Twee studenten van de HBO-Verpleegkunde hebben in 2006 onderzoek gedaan naar de manier waarop verpleegkundigen in de thuiszorg met de levensbeschouwing van hun cliënten omgaan. Het onderzoek is in opdracht van de directie en in samenwerking met de Federatie Participanten van Zorggroep Oude en Nieuwe Land uitgevoerd. In het rapport komt naar voren dat cliënten het belangrijk vinden dat hun verpleegkundige aandacht heeft voor levensbeschouwing, zingeving en/of religie. Cliënten die zelf religieus zijn zouden het prettig vinden om een verpleegkundige te hebben die ook religieus is. Binnen de thuiszorg zijn voorbereidingen getroffen om een project van twee jaar te starten naar levensbeschouwing en zingeving binnen ons werkgebied. Daartoe is een projectleider aangesteld die in kaart gaat brengen welke activiteiten er zijn binnen de kerkelijke en maatschappelijke structuren. De mantelzorgers worden getraind om signalen op dit terrein op te vangen zodat ze geestelijke verzorging kunnen inschakelen. ZONL levert de opvolging bij personenalarmering aan alle inwoners van haar werkgebied die daarom vragen. In de afgelopen jaren zijn er verschillende samenwerkingsvormen met leveranciers geweest. In het najaar is ons beleid met betrekking tot professionele opvolging bij personenalarmering, aangepast. ZONL gaat geen financiële en bindende overeenkomsten aan met leveranciers van de apparatuur, maar alleen inhoudelijke overeenkomsten. De inwoner is voor ZONL niet gebonden aan één leverancier van de apparatuur of meldkamer. In de thuiszorg komt het zeer regelmatig voor dat zorg verleend wordt bij cliënten thuis terwijl de cliënt niet in staat is de deur te openen. Met de cliënt worden dan afspraken gemaakt en vastgelegd hoe de medewerker van de thuiszorg binnenkomt. Naast cliënten moeten ook medewerkers beschermd worden. Er zijn verschillende manieren waarbij het gebruik van een sleutelkastje dringend geadviseerd wordt. In het verslagjaar hebben we een regeling ‘sleutelbeleid’ vastgelegd en ingevoerd. In het verslagjaar is de werkwijze vastgelegd hoe te handelen bij schade aan goederen van cliënten in de thuiszorg.
26
Intramuraal functioneert een adequaat systeem van alarmering en alarmopvolging en heeft de veiligheid in en om het gebouw continue aandacht. In elk appartement in het verzorgingshuis hangt instructie hoe de cliënt moet handelen bij brand, daarnaast worden cliënten hierover minimaal eenmaal per jaar mondeling geïnstrueerd. Minimaal eenmaal per jaar vindt op elke locatie een brandoefening plaats.
9. Voldoende en bekwaam personeel
Elke organisatorische eenheid heeft een sleutelplan waarin de uitgifte en het beheer van sleutels is vastgelegd. Binnen ZONL werken we met centrale planners die zorgen voor het plannen van voldoende en deskundige medewerkers. In het verslagjaar is een stuurgroep geïnitieerd om het plannen in de thuiszorg te automatiseren. De stuurgroep heeft na een werkbezoek bij een collega-instelling, een programma van eisen opgesteld. Het voorstel voor een digitaal planningsinstrument is gemaakt en begin 2008 start een pilot. De Algemene Bereikbare Dienst, de Bereikbare Dienst Zorg en de pieperdienst Verpleging zorgen in de thuiszorg tussen 17.00 en 8.00 uur, in het weekend en tijdens feestdagen voor de ongeplande zorg, dienstverlening (o.a. uitleen) en opvang van calamiteiten bij medewerkers. De werkwijze voor de planning van de zorg is in het verslagjaar vastgelegd. ZONL garandeert te werken met bekwaam personeel. Binnen de teams zorgt de manager V&V ervoor dat er 24-uur per dag voldoende deskundigheid aanwezig is voor veel voorkomende handelingen. Ieder zorgteam in de thuiszorg heeft een praktijkinstructeur die erop toeziet dat de zorg volgens protocol verleend wordt. De functie van Praktijkinstructeur is voor de verzorgingshuizen in voorbereiding en zal in 2008 gerealiseerd worden. Het verpleeghuis kent de functie van BIG-verpleegkundige. Voor minder frequent voorkomende handelingen kan een beroep gedaan worden op medewerkers van het team Medisch Technisch Handelen (MTH). In alle verzorgingshuizen is een verpleegkundige minimaal eenmaal per week aanwezig om zorgproblemen met de verzorgenden te bespreken en behandelplannen op te stellen (wondverzorging). Daarnaast voeren zij ook handelingen uit als de zorgvraag op het terrein van de verpleegkundige ligt. Medewerkers maken voor de uitvoering van de zorgverlening gebruik van protocollen en andere documenten van ZONL die via intranet beschikbaar zijn. ZONL vraagt van haar medewerkers dat ze hun handelen regelmatig (eens per vier jaar) toetsen en hierbij gebruik maken van de ‘checklist bekwaamheid medewerker’. Wanneer de medewerker zich niet voldoende bekwaam voelt, schakelt zij de praktijkinstructeur of een bekwaam teamlid in. Zij vraagt hen een toets of een instructie te verzorgen. Jaarlijks worden een aantal scholingen aangeboden, die gezien kunnen worden als een opfriscursus. Tijdens deze bijscholing kunnen de medewerkers hun handelingen toetsen. De toetsingen worden geregistreerd; de managers V&V en planners hebben een overzicht welke medewerkers in het team bevoegd en bekwaam zijn. In het verpleeghuis is 24 uur per dag een verpleegkundige aanwezig; deze verpleegkundige is tevens beschikbaar voor de dependance De Schakel. De verpleeghuisartsen zijn 24 uur per dag beschikbaar voor de zorgverlening in het verpleeghuis. Vanuit de ethische commissie is in het verpleeghuis gestart met moreelberaad voor medewerkers op de verpleegafdeling. Twee leden van de ethische commissie hebben hiervoor een externe training gevolgd. Tijdens
27
10. Ketenzorg
dit beraad wordt aan de hand van een casus attitude en benadering met de medewerkers zorg belicht. In het verslagjaar heeft een pilot op een verpleegafdeling plaatsgevonden. Per januari 2008 wordt moreelberaad 1x per kwartaal op alle verpleegafdelingen ingevoerd. Binnen De Schakel, de revalidatieafdeling, zijn met de medewerkers van de afdeling de landelijke richtlijnen voor cva-zorg in de eerste acht weken na ziekenhuisopname getoetst aan de praktijk. De huidige werkwijze is bijgesteld en vanaf begin januari 2008 wordt gewerkt volgens de landelijke richtlijnen in combinatie met zorgzwaartepakket 9. Onder regie van Medisch Coördinatie Centrum (MCC) Flevoland is een zorgprogramma dementie voor Flevoland geschreven. Dit zorgprogramma is een resultaat van het project Dementie van het MCC-Flevoland. Het beschrijft het streefbeeld voor optimale dementiezorg dat betrokken zorgorganisaties met elkaar willen realiseren. Kern van dit streefbeeld is dat de zorg en begeleiding is gericht op zowel de persoon met dementie als de mantelzorgers. Signalering en diagnostiek in een vroeg stadium wordt nagestreefd. Betrokkenen moeten zo vroeg mogelijk begeleiding krijgen van een zorgcoördinator. Deze wordt door de huisarts aangewezen. Dit streefbeeld is verder uitgewerkt in de onderdelen signalering, diagnostiek en zorgcoördinatie. Hierin staat aangegeven hoe het zorgproces er uitziet, wie wat doet en welke richtlijnen van toepassing zijn. In een verwijsrichtlijn is aangegeven naar wie door huisartsen verwezen kan worden voor o.a. ziekte- en zorgdiagnostiek, zorgcoördinatie, mantelzorgondersteuning en dagactiviteiten. De voorlopige afspraken zijn geformuleerd om het zorgprogramma te borgen en te ontwikkelen. Netwerkbijeenkomsten, met name voor zorgcoördinatoren, vormen hierin een belangrijk speerpunt. LESA-dementie is gestart in Emmeloord, groendorpen Noordoostpolder, Vollenhove, Blokzijl en Sint Jansklooster. Ter introductie zijn symposia georganiseerd voor professionals en mantelzorgers. Voor 2008 zal een project- en implementatieplan voor Steenwijkerland worden geschreven. Bij de zorgcoördinatoren zal de scholingsbehoefte geïnventariseerd worden. In de ziekenhuisregio Zwolle is het Medisch Coördinatie Centrum Klik in 1998 gestart met het project Transmurale Diabeteszorg. Dit project had als doel de diabeteszorg te verbeteren en te kunnen beantwoorden aan de groeiende zorgvraag. Het Zwolse project heeft geleid tot een structurele samenwerking tussen de eerste en tweede lijn. Als gevolg van deze transmurale samenwerking zijn er zichtbaar verbeteringen in de zorg geconstateerd. Op basis van deze goede resultaten is in 2006 gestart met de uitrol van de Zwolse werkwijze over Noordoost-Nederland onder de projectnaam DiabeteszorgBeter. Onder regie van MCC-Flevoland is DiabeteszorgBeter geïmplementeerd in de regio Noordoostpolder/Urk en Steenwijkerland.
. 4.4.2
Klachten Zorggroep Oude en Nieuwe Land heeft een klachtenregeling die gebaseerd is op de landelijke klachtenregeling van Actiz. De regeling is van toepassing op klachten van of namens cliënten aan wie zorg en/of diensten worden verleend onder verantwoordelijkheid van Zorggroep Oude en Nieuwe Land. De Cliëntenraad en de Ondernemingsraad worden betrokken bij de vaststelling en bijstelling van het klachtenreglement. De directie heeft, na advies van de Cliëntenraad, de klachtencommissie benoemd. De commissie bestaat uit vijf leden. Een voorzitter, niet zijnde een bestuurslid of werknemer van de Zorggroep, twee leden op voordracht van de Ondernemingsraad en twee leden op voordracht van de Cliëntenraad.
28
Voor onvrijwillig opgenomen cliënten in het verpleeghuis voorziet de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (Bopz) in een klachtenregeling. Het verpleeghuis heeft samen met Stichting Coloriet en IJsselmeerziekenhuizen hiervoor een regionale klachtencommissie ingesteld. De laatste jaren ontvangt de commissie geen klachten. Naast de mogelijkheden voor behandeling van de klacht door de klachtencommissies worden cliënten / familie uitgenodigd hun klacht in eerste instantie te bespreken met de betreffende medewerker of zijn/haar leidinggevende. Zodra de klacht bij de manager terecht komt, wordt deze door de manager in behandeling genomen. Sinds juli 2007 worden de informele klachten geregistreerd. Hiervoor is een interne procedure opgesteld en vastgelegd. De door de managers ingevulde formulieren worden aangeleverd bij de afdeling Kwaliteit die de klachten verwerkt in een jaarrapportage aan de directie. In totaal zijn 12 formulieren met 15 onderwerpen ontvangen. Onderwerp / aard van de klacht
Communicatie/informatievoorziening Bejegening Medicatie/materiaal (bestelling en fouten) Inzet/deskundigheid medewerker Bedorven etenswaar/drank Zorg te laat Gebrek aan begeleiding, niet herkennen van klachten Wisselende medewerkers op wisselende tijden Verzoek vernietiging dossier – geweigerd Totaal
Gegevens klager/relatie Cliënt 3 1 1 1
Familie/mantelzorg 3 1 1 1
1 1 1 8
7
Op basis van de klachten heeft de manager de situatie beoordeeld en waar nodig de klacht behandeld en maatregelen genomen. In verpleeghuis Talma Hof kan voor bemiddeling of advies een beroep gedaan worden op de interne klachtenfunctionaris. Haar taak is om te bemiddelen bij individuele klachten en cliënt/ familie te ondersteunen bij het bespreken/indienen van een klacht. In 2007 zijn bij de klachtenfunctionaris twee suggesties ingediend en 17 klachten geuit. Een lichte stijging sinds de afgelopen jaren. Eén klacht is via de Klachtencommissie Zorggroep Oude en Nieuwe Land bij de klachtenfunctionaris terecht gekomen. Om de drempel voor het melden van op- en aanmerkingen zo laag mogelijk te houden kennen we de methode ‘Zegt u het ons?’. Ieder die vanuit het contact met onze organisatie een irritatie, compliment of suggestie wil melden kan ons op de hoogte stellen door het invullen van een formulier. Indien de melder dit wenst ontvangt zij een reactie. In totaal zijn 34 meldingen ontvangen, dit zijn ongeveer evenveel meldingen als voorgaande jaren. De op- en aanmerkingen zijn divers van aard en laten geen tendensen zien. Op een enkele uitzondering na, worden alle reacties binnen de afgesproken termijn van vier weken naar tevredenheid van de indieners afgehandeld. Op verzoek van de gemeente Noordoostpolder worden klachten met betrekking tot huishoudelijke zorg geregistreerd. Alle 39 ontvangen klachten zijn binnen vier weken door de teammanager HHZ afgehandeld. In november 2007 ontstond een piek van 26 meldingen die alle betrekking hadden op het bericht dat cliënten van de gemeente hadden ontvangen over de voortzetting van de zorg. Informatie over de klachtenregeling is verwerkt in het informatiepakket dat cliënten bij opname of start van de zorg- en dienstverlening ontvangen. Daarnaast liggen op diverse locaties folders over de klachtenregeling, wordt mondeling op diverse bijeenkomsten de aandacht gevestigd op de verschillende mogelijkheden en is informatie over klachten te vinden op onze website.
29
Klachtencommissie Zorggroep Oude en Nieuwe Land In het verslagjaar 2007 hebben in de commissie de volgende personen zitting gehad: Onafhankelijk voorzitter: Op voordracht van de cliëntenraden: Op voordracht van de ondernemingsraad:
De heer mr. A. de Ruijter Mevrouw drs. G. Abrahamse-van den Bosch Mevrouw Z.L. de Heij-ten Brinke Mevrouw A.A. van den Berg-Rook Mevrouw P. Crielaard-Veldhuis
De klachtencommissie heeft voor haar taak de beschikking over de Klachtenregeling Zorggroep Oude en Nieuw Land/Handboek Regelingen & Procedures, nummer REG 002. Zorggroep Oude en Nieuwe Land informeert haar cliënten schriftelijk bij de start van de zorgverlening over de klachtenregeling en de wijze waarop een klacht ingediend kan worden. In 2007 heeft de Klachtencommissie een klacht ontvangen en behandeld in een hoorzitting. De klacht betrof de voorgenomen overplaatsing van een bewoner van verzorgingshuis Golfslag naar verpleeghuis Talma Hof. De familie van deze bewoner ging hiermee niet akkoord en heeft hierover een officiële klacht bij de klachtencommissie ingediend. Na een zitting van hoor en wederhoor heeft de Klachtencommissie de directie als volgt geadviseerd: - de klacht gericht tegen het plaatsen in een verpleeghuis wegens intrekking als niet gedaan te beschouwen; - de klachten tegen de zorgverlening deels gegrond en deels ongegrond te verklaren en voor wat betreft de gegronde aspecten geen maatregelen te treffen omdat die al getroffen zijn. De directie heeft het advies van de Klachtencommissie overgenomen. Uit verzorgingshuis Wittesteijn in Emmeloord, verzorgingshuis Markehof in Marknesse, woonzorgcentrum Hof van Smeden in Emmeloord, woonzorgcentrum Nieuw Clarenberg in Vollenhove, Verpleeghuis Talma Hof in Emmeloord, Thuiszorg Noordwest-Overijssel en Thuiszorg Noordoostpolder/Urk kwamen geen klachten bij de Klachtencommissie binnen. 4.4.3
Toegankelijkheid Over het algemeen constateren we geen grote verschuivingen in de wachtlijst in vergelijking met 2006. Kraam en thuiszorg hebben in 2007 geen wachtlijst gehad. Wanneer de indicatie van de cliënt voor de thuiszorg beschikbaar is, wordt gelijk zorg ingezet. Verzorgingshuizen Golfslag Hof van Smeden Markehof Nieuw Clarenberg Wittesteijn
Gemiddelde wachttijd halfjaar tussen 1,5 en 2 jaar tussen 1,5 en 2 jaar 1 jaar halfjaar
Wachtlijst 1 à 2 cliënten ca. 24 cliënten ca. 16 cliënten ca. 10 cliënten nihil
Wanneer het CIZ de indicatie heeft gesteld bezoekt onze woonzorgconsulent de toekomstige cliënt. Hof van Smeden, Markehof en Nieuw Clarenberg zijn nieuwe gebouwen die voldoen aan de huidige eisen en genieten daardoor meestal de voorkeur van toekomstige cliënten. Wanneer de wachttijd voor de cliënt te lang duurt wordt er een keuze gemaakt voor Wittesteijn of Golfslag. Verpleeghuis Voor opname op de psychogeriatrische afdelingen is geen wachtlijst. Er zijn in het verslagjaar regelmatig plaatsen vrij geweest. Hierdoor konden cliënten snel opgenomen worden. Daarnaast zijn
30
meerdere cliënten van buiten de regio (met spoed) opgenomen. We constateren dat de buitenregionaal opgenomen cliënten, graag zo spoedig mogelijk overgeplaatst willen worden naar de eigen regio. De wachttijden voor opname op een somatische verpleegafdeling en de reactivering zijn nihil. In het verslagjaar is de wachttijd voor de somatische verpleegafdeling maximaal anderhalve maand geweest; de verblijfplaats van de wachtende cliënten was het ziekenhuis of verzorgingshuis. Tijdens de wachttijd onderhoudt de maatschappelijk werker van het verpleeghuis het contact met de cliënt evt. verzorger en neemt eventueel passende maatregelen ter overbrugging. 4.4.4
Veiligheid Hygiëne en Infectiepreventie De landelijke richtlijnen voor hygiëne en infectiepreventie zijn verwerkt in onze documenten die voor de medewerkers beschikbaar zijn. Medewerkers weten waar ze de documenten kunnen vinden. De managers zijn geschoold volgens het principe ‘train de trainer’ en informeren en instrueren hun eigen medewerkers. De training van de medewerkers van Talma Hof staat voor 2008 nog op het programma. De keukens van Wittesteijn, Golfslag, Hof van Smeden en Markehof zijn in het verslagjaar tweemaal bezocht door de GGD Amsterdam afdeling Hygiënepreventie; Nieuw Clarenberg en Talma Hof zijn eenmaal bezocht. In maart scoorde Hof van Smeden prima en stond eerste in de top 5 van meest hygiënische keuken de met een score van 98,2%, Golfslag 2 met 97,5% en Markehof 97,2%. In december 2007 behaalde Hof van Smeden wederom een mooie score van 98,7%. Meldingen Incidenten Cliënten (MIC) Binnen de organisatorische eenheden is het MIC-beleid en de uitvoering van de registratie in het verslagjaar geharmoniseerd. Het registratiesysteem is afgeleid van een door Arcares uitgewerkte vorm van de registratie zoals deze is ontwikkeld door Consument & Veiligheid en TNO-PG. De MIC procedure wordt algemeen gezien als een integraal onderdeel van het kwaliteitssysteem van de organisatie en is een belangrijk instrument ter bewaking van de kwaliteit van de zorgverlening. Per RVE en verpleeghuis is een MIC-commissie geïnstalleerd. De MIC-commissie is een adviescommissie van de directie (binnen ZONL gedelegeerd aan de managers RVE) en houdt zich bezig met gemelde incidenten. De commissies hebben in 2007 alle meldingen geïnventariseerd. Elk kwartaal zijn de meldingen door de MIC-commissie geanalyseerd. De kwartaalrapportage is voorzien van conclusie en advies. Het rapport is toegestuurd aan de manager van de organisatorische eenheid. De managers sturen op de resultaten van de MIC-rapportages en nemen passende maatregelen. Veel aandacht is bij de medewerkers in het verslagjaar besteed aan de bekendheid van het melden van de incidenten. In het teamoverleg is MIC binnen verschillende teams een vast agendapunt. Naast het melden aan de MIC-commissie worden incidenten gemeld via de lijn, bij de leidinggevende die de situatie beoordeelt en waarnodig passende maatregelen neemt. Thuiszorg Overzicht meldingen Aspecten 2007 Medicatie 252 Planning en communicatie bij overdracht Valincidenten en transfers 97 Agressief gedrag 3 Hulpmiddelen Medisch Technisch Handelen Ondeskundig handelen Diversen 87 Totaal 439
2006 108 56 16
2005 70 36 2
2004 41 17 10
9 4
12 8 6 11 145
6 5 6 85
15 208
31
Verzorgingshuizen Overzicht meldingen Aspecten Valincidenten Medicatie incidenten Gevaarlijke situatie Agressie Vermissing bewoner Diverse / anders Totaal
Wittesteijn 2007 161 135 9 2 11 318
2006 102 56 1 3 2 10 174
Markehof 2007 59 59
118
2006 32 34 7
73
Hof van Smeden 2007 2006 127 130 326 86 2 8 1 17 5 471 231
Golfslag
Nieuw Clarenberg 2007 2006 72 80 174 103
2007 142 188
2006 133 193
2 7 12 351
2
3
1
11 339
4 253
5 189
In de verzorgingshuizen en de thuiszorg is in het verslagjaar extra voorlichting en uitleg gegeven aan de medewerkers over het melden van incidenten. Dit verklaart de toename van het aantal gemelde incidenten. Verpleeghuis Overzicht meldingen 2007 2006 Vallen 527 579 Medicatie 128 183 Agressie 49 106 Vermissing cliënt 15 44 Diversen 57 83 776 995 Totaal Genomen maatregelen. Wanneer de cliënt regelmatig vergeet de medicijnen in te nemen of een andere medicijnfout maakt, wordt overlegd of het nog verantwoord is dat de cliënt zelf hiervoor zorgt of dat de taak overgenomen wordt. In de verzorgingshuizen worden de medicijnfouten maandelijks in de zorgteams besproken. In de thuiszorg is in samenwerking met de plaatselijke apotheken een project- en implementatieplan geschreven voor een pilot ‘baxtersysteem en medicatiekaart’ in Emmeloord. Bij het baxtersysteem worden de geneesmiddelen door een robot per persoon per tijdstip in een zakje gedaan. De pilot is in september gestart en leverde aanvankelijk, in tegenstelling tot de verwachting, een stijging van het aantal medicijnincidenten op. Medewerkers en cliënten moesten wennen aan het nieuwe systeem. De pilot is succesvol verlopen en actie wordt ondernomen om de werkwijze in ons gehele werkgebied in te voeren. In de verzorgingshuizen in de Noordoostpolder, in de thuiszorg Steenwijkerland en in het verpleeghuis wordt al langer met het baxtersysteem gewerkt. Eind 2007 is in Nieuw Clarenberg, ondersteund door het landelijk project ‘Zorg voor beter’, een verbeterteam Medicatieveiligheid gestart. Nieuw Clarenberg wil binnen één jaar haar medicatieincidenten met 30% verlagen. Ook de lokale apotheekhoudende huisartsen nemen deel in het project. Medewerkers zorg Golfslag hebben een folder ‘Wijs met medicijnen’ gekregen hier stonden nuttige tips in. De apotheek heeft voorlichting gegeven over de medicatie voor Parkinson en de verschillende soorten pufjes. In Markehof heeft de manager aandacht besteed aan het adequaat verwerken van de trombosekaarten en het eventueel aanpassen van de medicijnlijsten. In de verzorgingshuizen wordt jaarlijks een week van de valpreventie georganiseerd. Hierbij wordt door een fysiotherapeut voorlichting gegeven over valpreventie. Cliënten kunnen hun hulpmiddelen laten controleren en afstellen.
32
Tijdens de bewegingsactiviteiten die verspreid in het jaar plaatsvinden, worden oefeningen gedaan gericht op het behouden van het evenwicht. Ter voorkoming van valincidenten zijn in Hof van Smeden bordjes “pas op gedweilde vloer”, aangeschaft. Bedrijfshulpverlening Intramuraal zijn inspanningen gericht op de grootte, deskundigheid en op de (24uurs)bezetting van de BHV. Alle medewerkers die als BHV’er ingezet worden, volgen eerst de basiscursus. Daarnaast krijgen alle BHV’ers jaarlijks een herhalingscursus. Gepland en ongepland worden oefeningen gehouden. Per organisatorische eenheid is de BHV verschillend georganiseerd en worden verschillende termen gehanteerd. In 2008 zal het beleid en de uitvoering geharmoniseerd worden. In overleg met collega-instelling Talma Haven op Urk is een BHV-organisatie opgezet voor Het Dok, Centrum voor Gezondheid en Wonen. Medewerkers van de drie grote huurders (Talma Haven, Zorggroep Oude en Nieuwe Land en Urker Huisartsenmaatschappij), zijn opgeleid en vormen samen het BHV-team. Eind 2006 is overleg gevoerd met IJsselmeerziekenhuizen over het opzetten van een gezamenlijke BHV-organisatie voor de verpleeghuislocatie De Schakel/ziekenhuis. In het verslagjaar zijn acties uitgevoerd met als resultaat een gezamenlijk BHV-team. Legionella Op de diverse locaties worden tweemaal per jaar monsters genomen door een externe deskundige (C-Mark). Er wordt wekelijks gespoeld aan de hand van de risicoanalyselijst. De metingen leverden in het verslagjaar geen afwijkingen op. Voor Talma Hof, Wittesteijn en Golfslag is in het verslagjaar door een externe firma een nieuw beheersplan opgesteld. Dit is gebeurd naar aanleiding van de controle van het Waterleidingbedrijf in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). De noodzakelijke aanpassingen zijn in het verslagjaar uitgevoerd. Hierbij ging het met name om het plaatsen van terugslagkleppen. Gegevensbeveiliging Informatie(verwerking) is voor Zorggroep Oude en Nieuwe Land van cruciaal belang: alle zorg- en ondersteunende processen gebruiken persoonsgegevens en informatie. Een betrouwbare en veilige informatieverwerking is daarom geboden. Om voor een ongestoorde informatieverwerking te kunnen zorg dragen, is informatiebeveiliging noodzakelijk. Op het niveau van het Ministerie van VWS is een informatiebeveiliging geformuleerd. Op basis van deze norm (NEN 7510) is in het verslagjaar een beleidsdocument vastgesteld. Het informatiebeveiligingsbeleid heeft tot doel het waarborgen van het voorkomen en verminderen van onnodige risico’s verbonden aan het gebruik en verwerken van informatie. Vooral voor het ongestoord laten plaatsvinden van de verwerkingsprocessen, het beschermen van vertrouwelijke informatie (data) en het zeker stellen van de integriteit ervan worden maatregelen getroffen. Als vervolgstap op deze beleidsnota zal het komend jaar een nulmeting worden uitgevoerd en een plan van aanpak worden opgesteld. Melding Incidenten Arbeidsomstandigheden In 2007 is er nieuw MIA-beleid opgesteld en geïmplementeerd. In 2007 zijn er 89 MIA-meldingen binnen gekomen bij cluster P&O. In 2006 waren dit 111 meldingen. De meeste meldingen betroffen agressie (36 meldingen) en prikaccidenten (24 meldingen). De volgende acties zijn afgesproken: Er worden klinische lessen m.b.t. werken met dementerende ouderen voor medewerkers van de locatie Talma Hof georganiseerd. Voor medewerkers uit de extramurale zorg de cursus omgaan met complex gedrag voortzetten: actie: leidinggevende.
33
4.5 4.5.1
Advies in het werkoverleg aandacht te besteden aan hoe om te gaan met agressieve cliënten en organiseer scholing hoe om te gaan met agressieve klanten voor de extramurale zorg-en dienstverlening: actie leidinggevende. Ga in de verzorgingshuizen na of men voldoende bekend is met het beleid MIA: actie leidinggevende. Ga op de locatie Talma Hof na wat de redenen is van de opvallende hoeveelheid meldingen agressie van de afdelingen Hooiveld en Vlasakker actie leidinggevende. Ga op de locatie Talma Hof na of men wel voldoende bekend is met de hygiëne richtlijnen/ protocollen van verschillende uitvoerende handelingen van de Zorggroep in het kader van voorkomen van een prikaccident. (Zie hiervoor ook het beleid hepatitis B): actie leidinggevende. Ga ook op de locatie Talma Hof na wat de reden is waarom er 5 incidenten in het kader van vallen zijn voorgekomen. Moeten er veranderingen plaatsen vinden in werkvolgorde, waarschuwingsmaterialen, etc. actie: leidinggevende. Besteed aandacht aan de verschillen tussen de protocollen MIA en MIC middels de Nieuwsbrief: actie P&O . Besteed organisatiebreed aandacht aan het hanteren van het juiste formulier: actie leidinggevende
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers Personeelsbeleid
Zorggroep Oude en Nieuwe Land investeert op verschillende manieren in de kwaliteit en het beschikbaar houden van personeel. Belangrijke instrumenten daarbij zijn diverse scholingsprogramma’s voor verzorgenden en verplegenden en enkele meetinstrumenten waaronder deelname aan medewerkerstevredenheidsmetingen met daaraan gekoppeld verbeterplannen. Uitgevoerd scholingsplan 2007 Huishoudelijke zorg / zorg / verpleging Reguliere scholingen voor nieuwe medewerkers en jaarlijkse herhalingen (thuiszorg) Scholing instructeurs en specialisten Doorstroomtraject
De module Regie en Coaching t.b.v. verpleging thuiszorg start Wittesteijn Nieuw Clarenberg
De reguliere scholingen en jaarlijkse herhalingen hebben in overleg met de managers en afgestemd op de instroom van nieuwe medewerkers plaatsgevonden. De instructeurs en specialisten hebben de afgesproken bijscholingen gevolgd. 10 medewerkers huishoudelijke zorg zijn aangenomen voor het doorstroomtraject naar zorg. Zij volgen daartoe de training BIV. Er is gestart met een opleidingstraject in het kader van het instroomtraject huishoudelijke zorg / facilitair in samenwerking met gemeente Noordoostpolder Er is een opleidingstraject in het kader van het instroomtraject niveau 3 gestart. In Talma Hof hebben de reguliere scholingen / toetsingen in het kader van de BIG plaatsgevonden. Aan twee groepen verpleegkundigen (thuiszorg) is de module Regie en Coaching gegeven. Scholing voor verzorgenden op het gebied van verpleegtechnisch handelen. De facilitaire medewerkers hebben een communicatietraining gevolgd.
Stagebureau Werkbegeleiders
De (nieuwe) werkbegeleiders zijn (bij)geschoold.
Instroomtraject huishoudelijke zorg Instroomtraject niveau 3 Reguliere scholingen BIG
34
Overig Nog beter vergaderen Train de trainer Projectstage BHV
ICT trainingen Training functioneringsgesprekken 4.5.2
In 2007 heeft één training “nog beter vergaderen” plaatsgevonden voor managers. In 2007 is één training 'train de trainer' gegeven. Ontwikkelen leerteam in de thuiszorg, door 2 HBOV studenten. Reguliere herhalingen uitgevoerd. Extra nieuwe medewerkers BHV basisscholing. Er zijn drie ploegleiders opgeleid. Start computercursussen, d.m.v. samenwerking ICT/P&O. Er heeft een training functioneringsgesprekken plaatsgevonden voor nieuwe managers.
Kwaliteit van het werk Waardering kwaliteit van het werk door de medewerker 1. Heeft u in het verslagjaar een medewerkerraadpleging uitgevoerd waarin is gevraagd naar de waardering van de kwaliteit van het werk?
ja
2. Hanteert u of uw sector een norm voor het oordeel van medewerkers over de kwaliteit van het werk?
ja
Gebruikte meetmethode
Continue Benchmark VVT
Omschrijving van de gehanteerde norm
VVT sector klasse A
Uitkomst van de raadpleging op basis van normering sector
ZONL score 6,9 Score sector: 6,7 Score organisaties van gelijke omvang: 6,6
Uitkomst van de raadpleging Als sterke punten kwamen naar voren: - kwaliteit van zorgverlening - mogelijkheden combinatie werk/privé - ervaren werkdruk
Maatregelen naar aanleiding van de uitkomst: -
Directieleden en clustermanagers bezoeken 2 x per jaar de afdeling of het team van operationeel managers om visie, doelen en ontwikkelingen te bespreken.
-
Medewerkers zullen betrokken worden bij de nieuwe meerjarenbeleidsvisie.
-
Met leidinggevenden en medewerkers wordt gecommuniceerd over de resultaten.
-
De integraal manager stellen m.b.t. het welzijnsaspect een plan van aanpak op voor hun eigen onderdeel
35
Onderstaand de resultaten uit de Continue Benchmark VVT-2007: Bouwsteen personeel
Eigen score
Score VVT-sector
Kwaliteit van de organisatie
5,8
6,1
Kwaliteit van het werk
7,4
7,1
Loopbaan en arbeidsvoorwaarden
5,8
5,9
Stressfactoren
7,0
6,6
Kwaliteit van de zorgverlening
7,1
6,9
Indicatoren
Eigen score
Score VVT-sector
Kwaliteit van het werk
7,4
7,1
Leiderschap
7,0
6,7
Zelfstandigheid
7,0
6,8
Welzijn
7,0
6,8
Cultuur
7,2
6,9
Planning
7,1
7,0
Communicatie/Informatie/kennisdelen
7,7
7,5
Inhoud van het werk
7,8
7,6
Sfeer en plezier op het werk
8,0
7,8
Voorgenomen maatregelen en adviezen: Klachten medewerkers Zorggroep Oude en Nieuwe Land 2007 Zorggroep ONL heeft haar beleid klachtenprocedure medewerkers sinds december 2006 vastgelegd. In 2007 zijn 2 formele klachten gemeld bij de manager P&O. Het betreft het volgende: - één van een medewerker uit Talma Hof die het inhoudelijk niet eens was met een besluit en uiteindelijk niet tevreden was over de procedure die hierbij gehanteerd werd. - De andere klacht betrof een klacht van een medewerker huishoudelijke zorg aansluitend op het niet verlengen van haar arbeidsovereenkomst. Met deze medewerker waren er misverstanden over de afspraken in welk gebied zij ingepland kon worden en zij had een klacht over het aantal fouten in de planning. Met beide medewerkers is een gesprek geweest tussen de direct leidinggevende en de naast hoger leidinggevende. In de gesprekken zijn misverstanden uitgepraat en voor zover van toepassing besluiten genomen over de voortgang. Gezien de beperkte hoeveelheid formele klachten gaat het te ver om een analyse over de klachten te geven. De indruk is dat medewerkers over het algemeen goed terecht kunnen bij hun leidinggevende en er veel in de informele sfeer wordt opgelost. Op basis van informele klachten voorgenomen maatregelen 2008: - Wanneer er signalen van onvrede zijn dan werkt mailen vaak slecht. Afspraak: maak een afspraak, aandacht en serieus nemen levert vaak al veel op.
36
-
Veel medewerkers ervaren een grote afstand naar naast hoger leidinggevenden. Advies: nodig bij klachten waar jezelf partij in bent, je naast hoger leidinggevende, in overleg met de andere partij, eens uit.
Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) 2007 Extramuraal en Servicecentrum In 2006 is een RI&E uitgevoerd en een plan van aanpak opgesteld. Met alle Integraal Managers is het plan eind 2007 begin 2008 doorgenomen en aangepast aan behaalde resultaten.
37
Resultaten tot nu toe: - Beleid is ontwikkeld voor ongewenste omgangsvormen, opvang na traumatische ervaringen, MIA, etc. - Voor elke leidinggevende is het voeren van functioneringsgesprekken een aandachtspunt, het organiseren van arbo-intake en aanscherpen van de leveringsvoorwaarden. - Zorginhoudelijke protocollen met een arboaspect zoals m.b.t. het onderwerp cytostatica waren niet meer goed bekend bij medewerkers. In het najaar is gestart met een training voor alle operationeel managers m.b.t. de nieuwe hygiëne- en infectie- preventierichtlijnen. Deze training is inmiddels deels uitgevoerd. In locatie Nieuw Clarenberg is in 2007 een RI&E uitgevoerd. Het plan van aanpak is in voorjaar 2007 e vastgesteld. Voorjaar 2008 zal de 1 evaluatie plaatsvinden.
Verpleeghuis Talma Hof en dependances De Schakel en ’t Kompas. Er is een RI&E in 2007 voor alle drie de locaties vastgesteld. Het plan van aanpak is gericht op: BHV-organisatie en uitvoering van het beleid hieromtrent. Keuring elektrische installaties vastleggen in plan en uitvoeren (NEN 3140). Omgaan met agressie en geweld. Beleid Ongewenste omgangsvormen medio 2007 geïntroduceerd. Fysieke belasting van de diverse disciplines.
4.6
Samenleving
Centraal in de missie van Zorggroep Oude en Nieuwe Land staat dat wij ons richten op mensen met tekorten op gebied van gezondheid en welzijn om zo bij te dragen aan kwaliteit van leven en samenleven in de regio. Zorg- en dienstverlening staan dus ook in relatie tot de samenleving als geheel in onze regio. Bij de wijze van organiseren van het aanbod aan zorg en dienstverlening houdt Zorggroep Oude en Nieuwe Land daar gedegen rekening mee. Er is gekozen voor een sterke oriëntatie op de lokale schaal. Daarbij wordt gewerkt in de richting van lokale zorg-/welzijnssteunpunten met een breed integraal aanbod aan woon, zorg en welzijnsdiensten. Nadrukkelijk wordt met de gemeentelijke overheden overleg gevoerd over de rol die deze steunpunten hebben in een bredere gemeentelijke visie op de leefbaarheid van kernen en wijken. In 2007 zijn in de drie gemeenten van ons werkgebied, vooral ook in het kader van de WMO, belangrijke stappen gezet om gemeenten en kernactoren op terrein van wonen, zorg en welzijn in niet vrijblijvende verbanden te laten werken aan de realiseringen van gezamenlijke visies. Zorggroep Oude en Nieuwe Land participeert zeer nadrukkelijk in die trajecten, is bereid verantwoordelijkheden op zich te nemen en is ook voor partijen nadrukkelijk daarop aanspreekbaar.
4.7
Financieel beleid
4.7.1. Financieel beleid en wijze van verslaglegging 2007 (2006) 4.7.1.1. Beleid De financiële sturing van Zorggroep Oude en Nieuwe Land vindt plaats via de planning en controlcyclus, die in paragraaf 3.2 inzichtelijk is gemaakt. In 2006 is een meerjarenperspectief nota (Masterplan Zorg voor Beheer) uitgeschreven die de leidraad vormt voor de beslissingen op het gebied van financiën. Eind 2007, mede in relatie tot het geven van een extra duw aan een aantal zaken, is de notitie “Goed beheer als basis voor goede zorg‘’ verschenen als actualisatie van het een en ander. De belangrijkste doelstellingen van de notities zijn dat deze er toe moeten leiden dat Zorggroep Oude en Nieuwe Land structureel ‘’zwarte cijfers‘’ haalt.
38
4.7.1.2. Verslaglegging aan de stakeholders De wijze van verslaglegging over 2007 is vorm gegeven in aansluiting op hetgeen verplicht is gesteld. De bovenliggende regelgeving is opgenomen in de WTzi daar sluit de Regeling verslaglegging WTzi op aan. Vanuit dat gegeven is de specifieke richtlijn voor de jaarverslaggeving voor Zorginstellingen (Richtlijn 655) aan de orde. Het jaardocument sluit tevens aan op de overige relevante landelijke wet- en regelgeving. Omdat in 2006 al een voorschot is genomen op de gewijzigde verslaglegging in verband met de regels van de WTZi, maar over dat jaar nog niet het jaardocument is gevolgd, zijn de gevolgen voor het invoeren van de nieuwe verslagleggingmethode niet al te ingrijpend voor Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Dit geldt wel voor de Digi Mv., waarbij zich de vraag aandient of hiermee de administratieve lasten worden teruggedrongen. Vooralsnog lijkt het antwoord dat er meer informatie verstrekt dient te worden, hetgeen haaks op de doelstelling staat. De in het jaardocument opgenomen gegevens over Verantwoorde Zorg moeten in dit verband eveneens worden genoemd. Naast het transparant maken van het primaire proces leidt dit tot een verzwaring van de administratieve lasten.
4.7.2. Financiële resultaten (exploitatie blijkend uit de resultatenrekening) 4.7.2.1. Algemeen Het geconsolideerde jaarresultaat van ZONL is over 2007 € 132.366 batig. Over 2006 werd een batig saldo van € 1.120.983 gehaald. Het resultaat van de Stichting Zorggroep Oude en Nieuwe Land is gewijzigd van een batig saldo van € 1.229.295 in 2006 naar een tekort over 2007 van € 125.134. Hierna wordt in eerste instantie een nader toelichting/analyse van het enkelvoudige resultaat weergegeven. Vervolgens wordt in onderdeel 4.7.4. nader ingegaan op de resultaten van de ‘’bijbehorende‘’ Stichtingen en BV’s. 4.7.2.2. Resultatenrekening Zorggroep Oude en Nieuwe Land 4.7.2.2.1 Toelichting op de resultaten 2007 ten opzichte van 2006 In algemene zin zijn de resultaten ‘’onder de streep‘’ van 2007 niet vergelijkbaar met die 2006. In beide jaren is er namelijk sprake van exploitatieposten met een bijzonder karakter. In het jaarverslag van 2006 zijn de bijzondere posten van dat jaar toegelicht; de samenvatting daarvan is: Toevoeging aan voorzieningen € 2.100.000 Diverse eenmalige baten: overdracht vermogen kruisverenigingen, afrekening budgetten UWV oude jaren en diverse kleinere bedragen - 1.200.000 ----------------Per saldo (last) € 900.000 ========= In 2007 zijn de belangrijkste bijzondere posten de per saldo toevoeging aan de voorzieningen met een bedrag van rond € 1.400.000. Per saldo 2007 ten opzichte van 2006 een verschil van € 500.000 dit gevoegd bij de hogere kosten bedrijfsvoering, zie hierna, verklaart in grote lijnen de daling van het resultaat.
39
Baten Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (AWBZ) Het AWBZ- budget is met € 5.892.000 afgenomen. Deze afname wordt grotendeels veroorzaakt doordat het budget inzake de dienstverlening voor huishoudelijke zorg (WMO) in 2007 wordt verantwoord onder niet gebudgetteerde zorgprestaties. Na eliminatie van dit WMO-bedrag van € 7.760.000 resteert een toename van € 1.868.000. In de hiernavolgende tabel is nader de oorzaak van de toename aangegeven. Verklaring mutatie in budget (afgeronde bedragen) Indexering (loon en materieel deel) Uitbreiding erkenning gebonden componenten Incidentele middelen (op ZZP basis toegekend) Kapitaalslasten onderhevig aan nacalculatie Uitbreiding productie Af: Overige mutaties / vervallen producten
Bedrag € 510.000 € 160.000 € 140.000 € 20.000 € 1.185.000 € - 130.000
De stijging als gevolg van productie komt voor € 980.000 voort uit volumetoename van de extramurale zorg. De uitbreiding normatieve (erkenning gebonden) componenten wordt grotendeels veroorzaakt door een toename van het aantal plaatsen (15) in verzorgingshuis Markehof. Niet gebudgetteerde zorgprestaties De zogenoemde niet gebudgetteerde zorgprestaties zijn met € 6.982.000 toegenomen. Deze stijging wordt grotendeels verklaard door verschuiving van het budget voor huishoudelijke zorg (2007 € 7.640.000). Verder is voor € 292.000 productie geleverd ten behoeve van andere zorginstellingen. Daartegenover staat een daling van de omzet, doordat de Kraamzorg vanaf mei 2007 niet meer door Zorggroep Oude en Nieuwe Land wordt uitgevoerd(€ 920.000). Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten zijn met € 138.000 gestegen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door toename van de overige dienstverlening met € 139.000 (o.a.maaltijden). Verder is sprake van diverse posten die per saldo nagenoeg tegen elkaar wegvallen. Onder de overige opbrengsten is tevens opgenomen een bedrag van € 60.000 wegens frictiekostenuitkering Naviva Kraamzorg BV.
Lasten Personeelskosten De personeelskosten zijn met € 1.100.000 toegenomen. De stijging is vooral zichtbaar in de cliënt en bewonersgebonden functies (€ 500.000) en zorggebonden functies (€ 100.000). Hier ligt een nadrukkelijke relatie met het hogere extramurale AWBZ volume minus het niet meer het gehele jaar leveren van kraamzorg. In relatie tot de gestegen loonsom is tevens de onregelmatigheidstoeslag met € 120.000 toegenomen. In ruimere mate dan in 2006 is de zorgproductie geleverd door personeel niet in loondienst. Deze lasten zijn dan ook ruim € 200.000 hoger. Afschrijvingen en dotaties De afschrijvingskosten zijn gestegen met € 80.000. Deze stijging wordt veroorzaakt door toename van de dotatie aan de egalisatierekening afschrijving instandhouding investeringen (€ 96.000) als gevolg van meer normvergoedingen in het AWBZ-budget. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten zijn met € 1.322.000 toegenomen. Deze stijging is uit de volgende tabel te herleiden (bedragen maal € 1.000). Omschrijving kosten Voeding en hotelmatige Algemene kosten
A B
2007 € 3.456 - 2.801
2006 € 3.239 - 2.320
Mutatie € 217 - 481
% mutatie 7% 21%
40
Patiënt- bewonergebonden Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Overige baten en lasten Totaal
C D E F
- 576 - 1.757 - 1.355 - 1.372 € 11.317
- 506 - 1.810 - 1.247 - 873 € 9.995
- 70 - - 53 - 108 - 499 € 1.322
14% -3% 9% 57% 13%
A. Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten De kostenstijging van voedingsmiddelen (€ 218.000), mede door capaciteitsuitbreiding van 15 plaatsen in Markehof, wordt deels gecompenseerd door stijging van de inkomsten (zie overige opbrengsten). De overige kostenstijging is het gevolg van indexering door leveranciers. B. Algemene kosten De algemene kosten nemen met name toe door hogere kosten voor advies (€ 415.000), telefonie (€ 50.000), accountant (€ 57.000), PR (€ 13.000) en uitleen (€ 85.000). De algemene kosten zijn deels lager door een andere wijze van verwerking oninbare vorderingen € 40.000, belasting en verzekeringen € 20.000 en lagere overige algemene kosten. De toegenomen lasten uitleen worden aan de inkomstenkant gecompenseerd door een toename van het AWBZ-budget met € 77.000. De advieskosten in 2007 hebben deels een éénmalig karakter. Voor een niet onbelangrijk deel hebben deze betrekking op ‘’kwaliteitsimpulsen‘’ en voor een deel zijn het zogenaamde ‘’kosten die voor de baat‘’ gaan. Hierna volgt een opsomming van de diverse zaken die in 2007 aan de orde zijn geweest. Juridisch advies (onder andere oprichting van bv’s) Advieskosten samenwerking Noordenboog Cliënt en Kwaliteit (Bronzen Keurmerk) certificering en audits Organisatiestructuur en Shared Service Center Visie op voeding Deelname aan de continue benchmark VVT Kostprijsmodel en implementatie daarvan De accountantskosten nemen toe door nagekomen kosten 2006 en het uitgevoerde duediligenceonderzoek in kader van samenwerking met Zorgcombinatie Noorderboog. C. Cliënt- en bewonergebonden kosten Deze kosten nemen toe door inhalen van achterstallig onderhoud aan voor cliënten bestemde apparatuur (€ 17.000). De overige kostenstijging wordt grotendeels verklaard door toename van de uitgaven aan ontspanning voor bewoners (totaal € 20.000). D. Onderhouds- en energiekosten De onderhoudsuitgaven zijn met € 90.000 gestegen. Doordat de dotatie onderhoudsvoorziening over 2007 € 190.000 lager is vastgesteld dan in 2006 dalen de onderhoudslasten per saldo met rond € 100.000. De energiekosten stijgen met € 40.000, deels doordat Het Dok in geheel 2007 in gebruik is (2006 vanaf juni) en deels door autonome prijsstijging van de geleverde energie. E. Huur en leasing De kosten voor huur en leasing zijn met € 108.000 toegenomen. Deze stijging wordt geheel veroorzaakt door de extra huurlasten als gevolg van uitbreiding Markehof. F. Overige baten en lasten De overige baten en lasten bedragen € 500.000 meer dan in 2006. De overige baten en lasten bestaan uit overige lasten, incidentele baten en incidentele lasten, beide voorgaande boekjaren.
41
De overige lasten nemen af doordat de dotatie aan voorziening financieringsrisico’s per saldo afneemt van € 2.100.000 naar € 1.450.000. De incidentele baten voorgaande boekjaren, per jaar niet vergelijkbaar, nemen af met een bedrag van rond € 1.200.000. In 2006 bevatte deze post nacalculatieresultaten (€ 314.000), vrijval gelden kruisverenigingen (€ 510.000), correctie in verband met sociale lasten over de vakantietoeslag (€ 138.000) en nabetalingen UWV (€ 198.000) en overig (€ 192.000). In 2007 vallen geen incidentele baten voorgaande boekjaren groter dan € 100.000. Het totaal aan incidentele baten voorgaande boekjaar bedraagt € 165.000. De incidentele lasten voorgaande boekjaren zijn uiteraard per jaar evenmin vergelijkbaar en liggen € 50.000 lager dan in 2006. Voornaamste oorzaak is de afboeking van een lening u/g ter waarde van € 60.000 in 2006. Financiële baten en lasten Het saldo van de financiële baten en lasten valt € 80.000 lager uit. De rentelasten zijn per saldo met rond € 60.000 toegenomen. De lasten zijn gestegen door renteherzieningen in 2007 waarbij de rente na renteherziening hoger is dan het oude rentepercentage (€ 35.000) en een nagekomen rentelast 2006 van € 85.000. Daartegenover staat een daling van de rentelast als gevolg van (reguliere en vervroegde) aflossing van leningen (€ 60.000). De rentebaten zijn lager door een gedaalde gemiddelde liquiditeitspositie ten opzichte van 2006: de rentebaten zijn rond € 20.000 lager.
4.7.3. Begrote resultatenrekening en de werkelijke uitkomst Een belangrijk fenomeen in het jaar 2007 was wederom, doch voor een omvangrijker bedrag, de onzekerheid betreffende het wel of niet honoreren van de AWBZ-productie boven de afspraak die met het Zorgkantoor is gemaakt. Elders in dit verslag en jaarrekening is daarover meer aangeven. Om het risico van alsnog niet honorering af te dekken is besloten om daarvoor een bedrag in de ter zake aanwezige voorzieningen te storten. Per saldo is de invloed van de mutatie van de voorzieningen rond € 1.400.000. Het werkelijke resultaat over 2007 is minus € 125.663 (begroot was een tekort van precies € 1.000.000. Bij de navolgende analyse dient te worden opgemerkt dat de begrotingscijfers en de daarbij behorende realisatie anders zijn gerubriceerd dan in de jaarrekening. De productie gerelateerde budgetten AWBZ en WMO zijn per saldo rond € 3.600.000 hoger dan geraamd. Een en ander is voor een deel terug te leiden naar de keuze in de begroting om het per maart 2006 afgesproken volume te hanteren. Uiteraard werkt die keuze tevens door in de hierna opgenomen analyse van met name de loonkosten. Extramuraal is er meer geproduceerd dan geraamd. De producten kortdurend verblijf en aanvullende zorg zijn qua hoeveelheden 10% hoger uitgevallen De genormeerde budgetten voor loonkosten en materiële kosten (intramuraal) zijn iets hoger door met name definitieve prijsindex Incidentele middelen verpleeghuiszorg Af: lagere kapitaallasten welke deels verband houden met daar tegen over staande lagere kosten
€ 3.700.000 -
200.000
-
100.000 150.000
- 400.000 -----------------
42
Per saldo AWBZ Lagere opbrengst WMO Per saldo totaal
€ 3.750.000 - 125.000 ----------------€ 3.625.000 ==========
De baten Kraamzorg werden geraamd voor een vol jaar. De activiteiten werden in mei 2007 overgedragen aan Naviva Kraamzorg BV. De jaarraming was rond € 1.200.000. Bruto lonen en toeslagen, als vakantiegeld en onregelmatigheidstoeslag, kosten personeel niet in loondienst en de overige personeelslasten stegen met rond € 1.000.000, hetgeen uiteraard gerelateerd dient te worden aan de meerproductie extramuraal en de lagere loonkosten kraamzorg. Sociale lasten zijn ruim € 60.000 lager dan geraamd, in relatie tot de fors hogere loonsom betekent dit derhalve een behoorlijke meevaller. De kosten van voeding zijn € 50.000 hoger dan voorzien door pilot “Visie op Voeding” en overige aanpassingen (met name index) De hotelmatige kosten zijn € 140.000 hoger dan begroot, de stijgingen doen zich over de gehele linie voor. De kosten bedrijfsvoering zijn aanzienlijk hoger dan geraamd. Dit blijkt uit de volgende posten: a. Advieskosten, hoger € 200.000; totaal advieskosten is rond € 500.000. b. De accountantskosten nemen toe door na-ijlende kosten 2006 en het uitgevoerde duediligenceonderzoek; € 100.000 hoger dan geraamd. c. De kosten van uitleen waren fors hoger (€ 140.000), deze waren onjuist begroot.
De cliëntgebonden lasten zijn € 75.000. De energiekosten zijn aanzienlijk lager (€ 200.000); hier tegenover staat echter dat de ter zake begrote doorberekeningen eveneens aanzienlijk lager zijn. In de begroting is voor de post huur uitgegaan van voorlopige bedragen; in de realisatie zijn de definitieve bedragen opgenomen, de lasten zijn ruim € 200.000 lager. De rentelasten zijn bijna € 200.000 lager dan begroot, dit onder andere door een lager investeringsniveau. 4.7.4. Resultaten van meegeconsolideerde rechtspersonen In de consolidatie zijn opgenomen: Huisartsenpraktijk Marknesse BV Schokkerbrink BV Stichting Vastgoed Verzorgingshuizen Stichting Bouw en Beheer. De twee eerstgenoemde rechtspersonen zijn eind 2007 opgericht. De Huisartsenpraktijk Marknesse kent tot dusverre een slapend bestaan. In de jaarrekening van Schokkerbrink BV zijn grondaankopen en aanloopkosten opgenomen De Stichting Vastgoed Verzorginghuizen had een exploitatieoverschot van € 245.704. Het jaar 2006 sloot met een tekort van € 108.312. Het resultaat van dat jaar werd sterk beïnvloed door de vorming van voorzieningen en afboeking op activa (€ 280.000). De Stichting Bouw en Beheer sloot af met een batig saldo van € 11.796. Het resultaat over 2006 was nihil. Doordat in 2007 dividend (over 2006) werd verantwoord van de deelneming in CuliCareCatering BV was het mogelijk om een positief resultaat in de boeken op te nemen.
43
4.7.5. Investeringen financiering en kasstromen (op geconsolideerd niveau vermeld) en overige informatie. 4.7.5.1. Investeringen In het verslag jaar zijn door de Stichting Zorggroep Oude en Nieuwe Land de volgende investeringen gedaan, dit in aansluiting op pagina 37 (toelichting op de enkelvoudige balans). ICT hardware (volgens schema) en thuiswerken Golfslag: vervanging plafonds Markehof: inventaris als gevolg van nieuwbouw Markehof: Verkorte procedure diverse installaties Kantoor (Steenwijk): noodstroom Nieuw Clarenberg: diversen Talma Hof: diverse investeringen (verpleging) Huisartsenpraktijk (verbouw Markehof) Kopieerapparatuur Overige (per onderdeel < € 25.000) Totaal
€ 90.000 75.000 - 130.000 - 110.000 60.000 25.000 - 260.000 85.000 40.000 - 120.000 --------------€ 995.000
De investeringen in de Stichting Vastgoed Verzorgingshuizen beliepen € 1.100.000 en betreffen het paviljoen Smedenpoort en Markehof. Naast deze investeringen in ‘’tastbare‘’ vaste activa is ruim € 500.000 uitgetrokken voor investeringen in kapitaaldeelname in zorg BV’s. 4.7.5.2. Financiering (leningportefeuille) In verband met de liquiditeitspositie op dat moment is één lening vervroegd afgelost. Verder vond in 2007 renteconversie van de leningen voor de Hof van Smeden plaats. In 2007 is een verbeterslag gemaakt ten aanzien van het liquiditeitsbeheer. De verdere optimalisatie van de leningenportefeuille zal samenhangen met de invoering van NHC’s of vergelijkbare methodiek en in relatie tot de bouwplannen vorm krijgen. 4.7.5.3. Kasstromen Op bladzijde 3 van de jaarrekening is het kasstroomoverzicht weergegeven. Er is sprake van een afname van de liquiditeit met rond € 2.500.000. De banktegoeden ultimo 2007 belopen een bedrag van ruim € 1.300.000. De (nog) niet gefinancierde overproductie speelt uiteraard een rol in deze. 4.7.5.5. Personeelsbezetting De personeelsbezetting over 2007 was gemiddeld 1.137,10 fte. Over 2006 was dit gemiddeld 1121,22 fte, waarbij de opmerking ten aanzien van het slechts gedurende een deel van het jaar 2007 uitvoeren van de kraamzorg. Ten opzichte van de begroting geeft de formatie het volgende beeld in fte’s: Onderdeel Werkelijk 1. Extramurale zorg 546 2. Verzorgingshuizen 142 3. Verpleeghuis 198 4. Clusters, AMW/JGZ, kraamzorg, stafbureau, e.d. 251 Totaal 1.137
Begroot 492 137 188 260 1.077
Toelichting: 1. Hogere formatie extramurale zorg door meer volume. 2 en 3. De hogere formatie werkelijk bij verzorgingshuizen en verpleeghuis moet worden gerelateerd aan de ter zake ontvangen vangnetuitkeringen (veel als zwangerschapsgelden) respectievelijk € 92.000 en € 139.000. 4. Na aftrek van 17 fte kraamzorg resteert een bruto overschrijding van 8 fte.
44
Meer informatie over de personele formatie is opgenomen in onderdeel 4.5.1. 4.7.5.6. Ontwikkelingen van de opbrengsten In het werkgebied is de behoefte aan (geïndiceerde extramurale) zorg nog steeds stijgend. Een en ander blijkt uit het toegenomen AWBZ volume in 2007. De totale opbrengsten zijn steeds meer afhankelijk van de prijs en kwaliteitsstelling. Daarnaast is er vanuit VWS het streven om de AWBZ verder aan te passen. Dit betekent naar verwachting een pakket verkleining van de AWBZ. De eerste tekenen hiervoor zijn waar te nemen in het product ondersteunende begeleiding, dat naar verwachting qua tarief zal worden aangepast en daarnaast lijkt voor dat product een overheveling (ingaande 2009) naar de gemeenten waarschijnlijk. Wat betreft de WMO-markt is in 2007 gebleken dat er enige verschuiving binnen het volume is, maar dat het totaal volume niet een essentiële wijziging heeft ondergaan. Op de AWBZ-markt wordt steeds duidelijker dat in het werkgebied meerdere aanbieders een rol zullen gaan spelen; dit wordt door het Zorgkantoor gestimuleerd. In de toekomstige (financiële) beleidsvorming wordt met deze aspecten rekening gehouden. 4.7.5.7. Kerngetallen Resultaat ratio Resultaat ratio Resultaat ratio: AWBZ gefinancierde resultaten Resultaat ratio : niet AWBZ gefinancierde resultaten
2007 € 225.804 -/93.438
2006 € 1.370.983 -/- 150.000
2007 € € 1.294.747 0,60
2006 € € 3.832.419 0,57
Liquiditeit Liquiditeit Diverse saldi Current ratio (vlottende activa / vlottende passiva)
Binnen de branche is dit verhoudingsgetal over 2006 0,48 voor V&V instellingen en rond 1 voor thuiszorginstellingen. De current ratio geeft aan in welke mate Zorggroep Oude en Nieuwe Land in staat is om aan onze kortlopende verplichtingen te voldoen. Hoe hoger het percentage, hoe vlotter aan de kortlopende verplichtingen kan worden voldaan. Solvabiliteit Solvabiliteit Solvabiliteit (Totaal eigen vermogen / balanstotaal) Solvabiliteit (eigen vermogen / totaal opbrengsten)
2007 16,2 12,1
€
2006 15,6 12,1
€
e
Binnen de branche is het 2 verhoudingsgetal over 2006 ruim 11% (V&V en thuiszorg) Binnen onze Zorggroep is de afspraak dat het eigen vermogen minstens 10% van de opbrengsten is; werkelijk is dit percentage dus 12,1.
45