1
Jaarstukken 2013
Inhoud: W. Weijers (College van Bestuur a.i.) D.d. 19 juni 2014
Correspondentieadres: Postbus 194, 7390 AD Twello Telefoon: 0571-261109 Bestuursnummer: 42616
INHOUDSOPGAVE
1.
Voorwoord College van Bestuur
Pagina 3
2.
Missie en visie
Pagina 4
3.
SKBG, de organisatie
Pagina 6
4.
SKBG, het onderwijs
Pagina 10
5.
SKBG, het personeel
Pagina 14
6.
Fusie
Pagina 19
7.
Financiën
Pagina 20
8.
Verslag Raad van Toezicht
Pagina 21
9.
Risico paragraaf
Pagina 22
10.
Continuïteitsparagraaf
Pagina 23
11.
Meerjaren begroting
Pagina 27
12.
Vooruitblik
Pagina 33
13.
Jaarrekening
Pagina 34
o o o o o o o o o
Financiële kengetallen Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Balans per 31 december 2013, vergelijkende cijfers per 31.12.2012 Staat van baten en lasten 2013, vergelijkende cijfers 2012 Kasstroomoverzicht, vergelijkende cijfers 2012 Toelichting op de te onderscheiden posten van de balans Toelichting op de te onderscheiden posten van de staat van baten en lasten Verbonden partijen Wet Normering bezoldiging top-functionarissen publieke en semi-publieke Sector o Niet uit de balans blijkende verplichtingen o Ondertekening bestuur
Pagina 35 Pagina 36 Pagina 39 Pagina 41 Pagina 42 Pagina 43 Pagina 48 Pagina 51 Pagina 52 Pagina 54 Pagina 55
Overige gegevens -
(Voorstel) bestemming van het resultaat Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring
Bijlagen - Gegevens over de rechtspersoon - Staat van baten en lasten per kostenplaats
Pagina 56 Pagina 56 Pagina 57
Pagina 59 Pagina 60
2
1.
Voorwoord College van Bestuur
Voor u ligt het Jaarverslag 2013 van de Stichting voor Katholiek Basisonderwijs Gelderland (SKBG onderwijs). SKBG onderwijs is een Stichting die met 246 personeelsleden in loondienst basisonderwijs verzorgt aan 3.100 leerlingen (leerlingenaantal per 1 oktober 2013) op 16 scholen in de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Lochem, Voorst, Winterswijk en Zutphen. SKBG onderwijs is in 2004 ontstaan uit een fusie van verschillende katholieke schoolbesturen en een oecumenische. De Stichting kende sindsdien de bestuursstructuur van een stichtingsbestuur als bevoegd gezag en een gemandateerde algemene directie. In dit bestuursmodel hebben in 2013 twee belangrijke veranderingen plaatsgevonden: - Al in 2011 zijn de voorbereidingen gestart voor de omslag naar een bestuursmodel met een College van Bestuur (CvB) en een interne toezichthouder, Raad van Toezicht (RvT), conform de Code Goed Bestuur van de PO Raad. Dit proces heeft vertraging opgelopen maar is op 20 december 2013 uiteindelijk gerealiseerd. Sinds die datum kent SKBG onderwijs een CvB en een RvT; - Begin 2012 ontstond vanwege pensionering een vacature in de algemene directie. Eind 2011 is besloten die vacature voorlopig niet te vervullen vanwege de mogelijke consequenties bij een fusie met GelderVeste. In 2013 is geconstateerd dat de bestuurlijke onderbezetting tot problemen ging leiden en, nadat de fusie definitief geen doorgang vond, is besloten om de vacature open te stellen en een wervingsprocedure te starten. De vacature wordt vervuld in juni 2014. Uitgangspunten voor het bestuur van SKBG onderwijs zijn: zo groot mogelijke transparantie in beleid (afwegingen, risico’s en besluiten) en een organisatie waar de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie zijn neergelegd. Op beide onderdelen is voortgang geboekt maar nog niet voldoende. Zowel in de systematiek en organisatie van de planning en control cyclus, als in de cultuur van overleg, informatieverschaffing en dialoog met de betrokken achterban, zal SKBG onderwijs verbeteringen laten zien in de komende jaren. Er is ook een aanscherping van het beleid op taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden nodig. Met name de administratieve druk die bij leerkrachten ligt, moet worden verminderd zodat zij zich meer op onze kerntaak kunnen richten: het geven van goed onderwijs. In 2012 en 2013 is veel energie en tijd gestoken in het onderzoek naar de haalbaarheid van drie fusieprocessen: twee op schoolniveau en een stichtingenfusie met GelderVeste. Alle drie zijn in het najaar van 2013 beëindigd. Geen van de fusies hebben doorgang gevonden. Het onderzoek van beide partijen was zorgvuldig geweest en de uitkomst realistisch. Gevolg was wel dat veel andere wezenlijke zaken tijdelijk onderbelicht bleven. SKBG onderwijs verlegt voor de komende jaren de aandacht weer volledig op de intensivering van de begeleiding van de scholen vanuit het CvB, op de onderwijskwaliteit en de begeleiding van de directeuren. J.W.Westerink College van Bestuur
3
2.
Missie en visie
De missie en visie van SKBG Onderwijs luidt als volgt:
Missie Alvorens aandacht te besteden aan de brede visie, willen we eerst stil staan bij de algehele kaders voor zover deze binnen SKBG onderwijs zijn vastgesteld, verwoord in de missie: ‘SKBG brengt talent tot bloei’. Iedereen heeft talenten. Aangeboren begaafdheden die maken dat ieder mens uniek is. Deze talenten zijn in aanleg aanwezig en het is niet altijd vanzelfsprekend dat talenten tot bloei komen. Wanneer het mensen wel lukt hun talenten tot bloei te laten komen, heeft dat voor de persoon zelf en de omgeving positieve effecten. Handelen vanuit talenten (doen waar je goed in bent) levert automatisch een gevoel van voldoening, blijmoedigheid en eigenwaarde op. De omgeving reageert hier positief op. Dit staat nog los van de waarde die de persoon voor de maatschappij heeft wanneer talenten worden benut. Werken vanuit talenten wordt ook gezien als ‘de juiste persoon op de juiste plek’. Het is de missie van SKBG onderwijs om talenten, van zowel haar leerlingen als haar medewerkers, tot bloei te brengen. Daarbij gaat het ons niet alleen om cognitieve talenten maar zeker ook om bijvoorbeeld sociale, maatschappelijke, creatieve en culturele talenten. Als het gaat om talenten respecteren wij verschillen, zowel waar het de talenten zelf betreffen als het niveau waarin deze tot uiting komen. Hiermee draagt SKBG onderwijs bij aan een positieve mensontwikkeling, die op haar beurt bijdraagt aan een duurzame, kwalitatieve en harmonieuze maatschappij waarin mensen doen waar ze goed in zijn en voor zichzelf en hun omgeving een optimale en positieve bijdrage leveren.
Visie Op basis van de missie hebben we onderstaande visie geformuleerd: De SKBG scholen verzorgen het onderwijs vanuit een Katholieke/Oecumenische levensovertuiging. Dit wordt gekenmerkt door aandacht voor authenticiteit, acceptatie, openheid, blijmoedigheid, respect, positivisme, tolerantie en samen vieren. Toekomstgerichtheid en de persoonlijke, maatschappelijke ontwikkelingsidealen worden hierbij nagestreefd.
Kernwaarden Binnen de Stichting worden de volgende vier kernwaarden gehanteerd bij de invulling van het onderwijs. Kindgericht Het kind staat centraal in het bieden van onderwijs. De persoonlijke mogelijkheden, ambities en idealen zijn uitgangspunt voor de leerkrachten. Daarbij spelen de ouders een belangrijke rol. Resultaatgericht We stellen doelen, stemmen ons handelen daarop af, meten de opbrengsten en stellen zo nodig bij (PDCA cyclus). Omgevingsgericht SKBG onderwijs is zich bewust van de omgeving waarin zij staan en waarop zij zich dienen te richten. Open communicatie met alle actoren in de relevante ‘buitenwereld’ is van invloed op de mate waarin de beoogde resultaten worden behaald.
4
Toekomstgericht SKBG onderwijs is zich bewust dat zij opleiden voor de toekomst. Het onderwijs dat zij biedt is een eerste stap in een reeks van vervolgopleidingen. Daarom is pro-actief aansluiten op nieuwe ontwikkelingen een must voor SKBG onderwijs.
Identiteit SKBG onderwijs heeft van oorsprong een katholieke grondslag. Deze identiteit zal ook blijvend gekoesterd worden, zonder de invloeden van andere grondslagen te negeren of uit te sluiten. De Oecumenische Basisschool in Brummen is een goed voorbeeld van de brede blik op de wereld maar staat daar niet alleen in. Alle scholen dragen ieder op hun eigen wijze deze brede blik uit. SKBG onderwijs selecteert dan ook niet aan de poort op grondslagen van leerlingen en ouders, maar verwacht wel dat de christelijke (i.c. katholieke) beginselen die in de scholen van toepassing zijn, worden geaccepteerd. Dat geldt ook voor leerkrachten en overige medewerkers.
Strategische beleidsdoelstellingen In feite hanteert SKBG onderwijs maar 1 beleidsdoelstelling: ‘Optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs’. In deze doelstelling is vervat dat bij SKBG onderwijs haar handelingen getoetst worden aan de vraag wat het bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. Ook wel in andere termen ‘wat schiet het kind er mee op’. Het antwoord op die vraag dient eenduidig positief te zijn .
5
3.
SKBG, de organisatie
In 2013 is op organisatorisch gebied veel veranderd binnen SKBG onderwijs. Eind 2013 is het nieuwe bestuursmodel conform de WPO gerealiseerd. Het Bestuur en de Algemene Directie is getransformeerd naar een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. Voor de gehele organisatie, maar vooral voor het Bestuur en de Algemene Directie, was dat een proces van voorbereiding en inleven in de nieuwe verhoudingen. Reeds vóór 2013 waren verhoudingen en verantwoordelijkheden deels in praktijk gebracht vooruitlopend op de formele invoering van het nieuwe model. Dat zorgde enerzijds voor verwarring over bevoegdheden en anderzijds voor een laagdrempelige overgang. Uiteindelijk heeft de transformatie naar het nieuwe model gezorgd voor duidelijkheid over scheiding tussen Toezicht en Bestuur met bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Governance code Met invoering van de nieuwe bestuurstructuur eind 2013, is expliciet bepaald en vastgelegd in de statuten dat Toezicht en Bestuur zullen plaatsvinden volgens de ‘Code Goed Bestuur in het primair onderwijs’ van de PO Raad. Vóór de invoering was de code reeds impliciet uitgangspunt bij het besturen van de Stichting zodat er geen bijzondere veranderingen ter zake noodzakelijk waren. Naast de statuten SKBG onderwijs van 20 december 2013, zijn tevens een reglement Raad van Toezicht, een profielschets lid Raad van Toezicht en een bestuursreglement vastgesteld.
Organogram
6
RAAD VAN TOEZICHT
COLLEGE VAN BESTUUR
BESTUURSBUREAU 1. Secretariaat 2. FA 3. HR/PO 4. Communicatie 5. Huisvesting/Facilitair
DIRECTEUREN
GMR
De Scheperstee, Warnsveld
De Vlier, Winterswijk
St. Antoniusschool, Vecht
Oecumenische BS, Brummen
Walter Gillijns, Zutphen
Willibrordusschool, Ruurlo
De Achtsprong, Zutphen
De Kopermolen, Klarenbeek
St. Jozef, Aalten
De Kleine Wereld, Twello
John F. Kennedy, Zutphen
De Vordering, Vorden
St. Martinus, Bussloo
St. Joseph, Lochem
St. Jozef, Winterswijk
Martinus, Twello MR per school
Raad van Toezicht Per 20 december 2013 is de Raad van Toezicht formeel van start gegaan. Volgens de statuten bestaat de Raad van Toezicht uit een oneven aantal van minimaal vijf personen, waarvan 1 lid voorgedragen wordt door de GMR. Per eind december bestond de Raad van Toezicht uit de volgende personen: - W.G.A.M. Weijers, voorzitter; - I.C.J.I.M. van Dorp, secretaris; - G. Akse; - J. van der Noordt; - T.W. Zwienenberg-Weernink. Daarbij was er nog geen invulling gegeven aan het lid voorgedragen door de GMR. In april 2014 is E. Kopmels toegetreden als lid, voorgedragen door de GMR met tegelijkertijd uittreding van T.W. Zwienenberg-Weernink. De Raad van Toezicht komt circa zes maal per jaar bijeen, waarbij het College van Bestuur aanwezig is (zonder stemrecht). Daarnaast heeft de Raad minimaal éénmaal per jaar een overleg met de GMR in het kader van de horizontale verantwoording. De onderwerpen betreffen met name het werkgeverschap voor het College van Bestuur, financiële verantwoording (jaarverslag/jaarrekening) en beleid in ruime zin, een en ander conform de omschrijving in de statuten.
College van Bestuur Eveneens per 20 december is het College van Bestuur als nieuw orgaan gestart. Het College van Bestuur bestaat volgens de statuten uit één of meer leden. Het College vormt het bestuur van de Stichting Katholiek Basisonderwijs Gelderland in de zin van de wet. De aanstelling van de leden van het College vindt plaats door de Raad van Toezicht. De aanstelling per 20 december 2013 van de zittende Algemeen Directeur als eerste lid College van Bestuur, is gebeurd onder voorwaarde dat het advies van de GMR (lopende adviesaanvraag) geen onoverkomelijke bezwaren voor het functioneren van het betreffende lid zal opleveren. Per eind december 2013 bestond het College van Bestuur uit één lid, zijnde J.W. Westerink. Eind 2013 is besloten dat het College van Bestuur uit twee leden zal bestaan, geheel conform de omvang van de Algemene Directie vóór de pensionering van één van beide directeuren in 2012. De tijdelijke eenmansbezetting van de Algemene Directie is vanaf medio 2012 voorlopig aangehouden, in afwachting van de uitkomst van het fusietraject met GelderVeste (zoals afgesproken tussen Bestuur en Algemeen Directeur). Onderdeel van die regeling was de afspraak dat mogelijke lacunes in de besturing op initiatief van de Algemeen Directeur tijdelijk worden ingevuld. Nadat bekend werd dat de fusie definitief niet door zou gaan, is een procedure opgestart om een nieuw lid College van Bestuur, tevens voorzitter, te werven. Eind februari 2014 is besloten de heer P. Appel aan te stellen per 1 juni 2014.
Medezeggenschap Naast een Medezeggenschapsraad (MR) op elke school, heeft SKBG onderwijs tevens een Gemeenschappelijke Medezeggenschap Raad. Een en ander geheel in overeenstemming met de Wet op de Medezeggenschap (WMS). De GMR, waarin zowel ouders als personeel van de onder de Stichting ressorterende scholen zitting hebben, adviseert en heeft instemmingsrecht over beleid en uitvoeringsregelingen op Stichtingsniveau. De GMR heeft ervoor gekozen het vertegenwoordigende model te hanteren waarbij van iedere MR leden in de GMR zijn vertegenwoordigd. Hoewel de omvang
7
van de GMR daardoor groot is, is om het werkbaar te houden, er voor gekozen om werkgroepen op de belangrijkste portefeuilles in te richten. Samenstelling GMR per eind december 2013: De Achtsprong De Kleine Wereld Martinus Bussloo en Antonius JF Kennedy St. Joseph, Lochem St Jozef, Winterswijk St. Jozef, Aalten De Kopermolen Martinus, Twello Oecumenische Basisschool De Scheperstee De Vlier De Vordering Walter Gillijns St. Willibrordus
: Jan Wiegers personeel; Hester Hoare ouder : Nienke van der Hoff en Leonie Berends personeel; : Marjelle Vegter ouder; : Lucie Janssen personeel, Coby Monch ouder; : Ronald van Kootwijk ouder; : Vera Meinen personeel, Saskia van Daalen ouder; : Anne Graven personeel, Jeroen Bluiminck, Dianne Heezen ouders; : Ilse Bakker personeel, M. Bosgoed ouder; : Annemieke Hurenkamp personeel, Clemens Groot-Koerkamp ouder: : Roel Pasman personeel, Shirley Houtman en Marcel Jansen ouders; : Heleen Langenkamp personeel, Wouter Brinkman ouder; : Willy Meulenkamp personeel, Monique Wolfs ouder; : Lenneke Teelen en Inge Wanders personeel, Marijn Bontje ouder : Pim Stegen ouder; : Hans Faas en Maaike Nijenhuis personeel, Harald Regts ouder.
De scholen, plaats en directeur De scholen van SKBG onderwijs zijn in hoge mate autonoom in de realisatie van de kwaliteitsdoelen en normen binnen de wettelijke en door SKBG onderwijs bepaalde kaders. Het afleggen van verantwoording aan alle betrokkenen over de inzet van middelen en resultaten is daarmee onlosmakelijk verbonden en draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De autonomie mag echter niet ten koste gaan van synergie en het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheid voor de Stichting als geheel. In 2013 is daarom een aanzet gegeven tot de vorming van clusters van scholen binnen een bepaalde regio. De clusters betreffen de regio Winterswijk, Berkelland, Zutphen en Voorst. De onder SKBG onderwijs ressorterende scholen per eind 2013 zijn:
Basisschool St. Joseph, Lochem, directie J. Hegeman; Basisschool Martinus, Twello, directie E. Kruisselbrink; Basisschool de Kopermolen, Klarenbeek, directie G. Meerbeek; Basisschool St. Martinus, Bussloo, directie J. Kraft-Rijs; Basisschool St. Jozef, Aalten, directie W. Breijer; Basisschool Willibrordus, Ruurlo, directie E. Meijer; Oecumenische Basisschool Brummen, directie G. Meerbeek; Basisschool de Vordering, Vorden, directie H. van Ballegoy; Basisschool de Kleine Wereld, Twello, directie J. Kraft-Rijs; Basisschool de Vlier, Winterswijk, directie H. van Velzen-van Soldt; Basisschool St. Jozef, Winterswijk, directie E. Meijer; Basisschool J.F. Kennedy, Zutphen, directie M.J.F. Westgeest; Basisschool Walter Gillijns, Zutphen, directie H. Veneman; Basisschool de Achtsprong, Zutphen, directie M. Schraven; Basisschool de Scheperstee, Warnsveld, directie H. van Ballegoy; Basisschool Antonius, De Vecht, directie W. Breijer.
8
Klachtenregeling Voor de Klachtenregeling zijn wij aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie. De heer J. Stokvisch, Zernikeplein 8, 7242 JB Lochem is de vertrouwenspersoon voor SKBG onderwijs. In 2013 zijn zes klachten ontvangen die allen naar tevredenheid van betrokkenen zijn afgehandeld.
9
4.
SKBG, het onderwijs
Zoals hierboven gesteld, heeft SKBG onderwijs als kerndoelstelling: ‘Optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs’. Dat betekent voor SKBG onderwijs een set van concrete maatregelen die op de korte en lange termijn resulteren in een onderwijs aanbod dat voldoet aan alle te stellen eisen door Inspectie, ouders en maatschappij.
Investeren in onderwijskwaliteit SKBG scholen bieden aantoonbaar excellent onderwijs, beschikken over een duidelijk en voor leerlingen en ouders aantrekkelijk (zorg-) profiel, zijn de professionele partner van de ouders in het opvoeden van de leerlingen of zijn onderweg dit te realiseren. SKBG onderwijs investeert hiervoor in 2013 en verdere jaren in: a. b. c. d. e.
zo veel mogelijk handen voor de klas; professionalisering van de medewerker door na- en bijscholing en samenwerking; ontlasten van de leerkracht in administratieve taken en regeldruk; optimaal toepassen van mogelijkheden van ICT; huisvesting die een aangenaam onderwijsklimaat mogelijk maakt.
Ad a. Zo veel mogelijk handen voor de klas De complexiteit van het onderwijs is de laatste jaren steeds meer voelbaar geworden: de eisen die de maatschappij stelt, bijzondere onderwijsbehoeften van leerlingen en maatschappij, de invasie van ICT middelen in het onderwijsproces en tenslotte mondiger ouders. Dit alles legt druk op de school, in casu de IB’ers en leerkrachten. In dit kader is ‘meer handen voor de klas’ één van de veelgehoorde wensen. Voor SKBG onderwijs is dit in 2013, ondanks krimp en bezuinigingen, een belangrijk speerpunt geweest. Een overzichtelijke klassengrootte is voor de leerkracht een belangrijke voorwaarde om te kunnen voldoen aan de eisen die het onderwijs stelt. Voor SKBG onderwijs zal dit in de komende jaren een speerpunt blijven. Ontwikkeling klassendeler 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 volgens begroting
: 22,5 : 24,5 : 26,0 : 24,5 : 22,7.
Ad b. Professionalisering van de medewerkers De voorbereidingen voor het invoeren van passend onderwijs vonden voor het belangrijkste deel plaats in 2013. Deze invoering gaat gepaard met forse bezuinigingen en taakstellingen. Desondanks wordt in het veld goed en constructief meegewerkt aan het instellen van de benodigde bestuurlijke structuur. SKBG onderwijs participeert in twee regio’s: IJssel-Berkel en Breevoort. Op beide plekken is de structuur in werking en deels ook nog in wording. Er zijn ook zorgen: De effecten van de invoering van het passend onderwijs zullen voor een belangrijk deel ervaren worden in de bezuinigingen en taakstellingen die ermee gepaard gaan. Dit zal in de praktijk voelbaar worden tussen leerkracht, ouders en leerling; De druk op de leerkracht wordt groter. Niet alleen omdat er meer leerlingen de klas komen met een bijzondere onderwijsbehoefte, maar ook omdat het samenspel met de ouders belangrijker wordt. Dit vergt veel van de vaardigheden van leerkrachten;
10
De samenwerking is nog niet op het niveau dat wenselijk is. Hierin wordt de komende jaren geïnvesteerd.
SKBG onderwijs heeft in 2012 en 2013 de focus gelegd op het ondersteunen van de leerkracht door professionalisering en de samenwerking met de ouders. Dit blijft de komende jaren in stand. Om deze problemen te bestrijden heeft SKBG onderwijs ingezet op professionalisering in het algemeen. Er is daartoe geïnvesteerd in na- en bijscholing, maar vooral ook samenwerking tussen scholen, IB’ers en leerkrachten. Tenslotte kan niet alle expertise op iedere school aanwezig zijn. De scholen van SKBG werken mede daarom samen in clusters waarbinnen expertise wordt ontwikkeld en geborgd. Dit is ingezet in 2013 en zal de komende jaren op een hoger niveau worden getild. Doel is dat medewerkers met een bijzondere expertise naar behoefte, in eerste instantie binnen het cluster en uiteindelijk op alle scholen, inzetbaar zijn en dat verworven kennis en ervaring uitgerold kan worden naar andere scholen. Het onderwijskundig proces moet werken als een samenhangend systeem met als buitenste schil, de faciliteiten van passend onderwijs. Hierbij worden de uitgangspunten van HGD (handelingsgerichte diagnostiek) gehanteerd. Schoolbesturen ontvangen, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenaamde Prestatiebox. SKBG onderwijs heeft deze middelen in 2013 met name ingezet voor de nascholing van personeel. Voor het overige zijn deze middelen ingezet voor extra formatie in de klas. De ambitie is onder meer jaarlijks ten minste vijf Masteropleidingen mogelijk te maken, met name master special educational needs (SEN) en master learning en innovation (MLI). In 2013 hebben vier medewerkers de Masteropleiding succesvol afgerond. Ad c. Ontlasten leerkrachten De introductie van moderne ICT middelen kunnen bijdragen de leerkracht te ontlasten in de administratieve taken. Daartoe wordt administratieve ondersteuning geboden waar nodig en zinvol. Ook investeert SKBG onderwijs de komende jaren in ondersteunende platforms als ESIS en een Digitale Leer Werk Omgeving met optimale sturing en controlemiddelen voor de leerkracht. In 2013 is hiermee een begin gemaakt, waarvan de resultaten in 2014 en volgende jaren zichtbaar zullen zijn. Ad d. Optimaal toepassen van mogelijkheden van ICT In 2013 zijn verschillende initiatieven genomen met betrekking tot de inzet van ICT, in zowel het onderwijsproces als de kantooromgeving. ESIS: mei 2013 is besloten om op alle scholen van SKBG onderwijs met hetzelfde leerlingadministratiesysteem te gaan werken. Dit om uitwisseling van gegevens, samenwerking en transparantie van onderwijsresultaten te bevorderen. Een werkgroep van het Directeurenberaad heeft gekozen voor ESIS. Voor verschillende scholen betekende dit een tamelijk ingrijpende overstap om te gaan werken met een nieuw systeem. Om dit te ondersteunen is intern formatie vrijgemaakt en externe expertise ingehuurd. Implementatie van ESIS is gestart in september 2013 en zal in de zomer 2014 afgerond zijn; RAET: dit salaris- en personeelsysteem is aangeschaft in 2012. Hiervan zijn een beperkt aantal modules ingericht, in eerste instantie onder beheer van het administratiekantoor. In 2013 is begonnen met de voorbereiding voor een traject om deze en de overige modules in eigen gebruik te nemen, te beginnen met het personeelsdossier en bekwaamheidsdossier met het doel deze in te zetten bij de afsluiting in januari 2015; Electronische leeromgeving voor leerlingen en leerkrachten: er is vanaf 2012 gericht gezocht naar een ELO voor gebruik in de klas. Doelen daarbij zijn om leerlingen en leerkrachten te laten
11
werken op een digitaal platform dat direct als onderwijsmiddel kan worden ingezet en tegelijkertijd ondersteuning biedt voor de leerkracht met behulp van overzichtelijke en beheersbare tools. Dit platform moet tevens voorsorteren op de toekomst waarin kwalitatief goede onderwijsmethoden meer en meer in digitale vorm aangeboden zullen worden. In 2013 is een dergelijk platform gevonden en zijn de voorbereidingen gestart om een en ander te realiseren. Implementatie van deze DLWO omgeving wordt in de zomer 2014 uitgevoerd. Al deze onderdelen vergen forse investeringen, niet alleen in de software, maar ook in de infrastructuur en hardware. De investeringen in ICT waren in 2011 en 2012 beperkt gehouden met het oog op deze ontwikkelingen. Wat de infrastructuur betreft is er bij het forse aantal scholen dat we bouwen de komende jaren, rekening gehouden met de noodzakelijke kwaliteitsgraad van de ICT- infrastructuur in de nieuwe gebouwen. De financiële gevolgen van deze besluiten zullen voor het belangrijkste deel in de begroting 2014 te zien zijn. Ad e. Huisvesting die een aangenaam onderwijsklimaat mogelijk maakt Binnen onze Stichting waren in 2013 acht nieuwbouwprojecten in ontwikkeling: In Winterswijk is de bouw van de St. Jozefschool begonnen, oplevering voorjaar 2014; Winterswijk, De Vlier. Start van de bouw na de zomer 2014, oplevering met ingang van schooljaar 2015/2016; In Ruurlo de Willibrordus is de bouw gestart en voor enkele maanden onderbroken wegens vergunningswijziging. Oplevering eind 2014; Lochem, St. Joseph, wordt onderzocht of de school na verbouw in een bestaand gebouw gehuisvest kan worden. Realisatie wordt niet eerder verwacht dan 2016; Zutphen, J.F. Kennedy, is opgeleverd in december 2013; Zutphen, Walter Gillijns, na verhuizing in mei 2014 naar een tijdelijk onderkomen, kan de sloop van het oude gebouw en de nieuwbouw gestart worden in de zomer 2014; de oplevering wordt verwacht bij de start van het schooljaar 2015/2016; Twello, De Kleine Wereld, voorbereiding van vele jaren is in 2013 gestaakt wegens terugtrekken van de woningbouwvereniging; de voorbereidingen zijn weer opgestart met een andere investeerder. Start van de bouw zal niet eerder zijn dan eind 2014; oplevering tweede helft 2015; Brummen, Oecumenische Basisschool, voorbereiding heeft in 2013 vertraging opgelopen omdat de aanbestedingsprocedure door de gemeente opnieuw moest worden gedaan. Start bouw wordt verwacht na de zomer 2014; oplevering schooljaar 2015/2016. Alle nieuwe gebouwen zullen voldoen aan de nieuwste standaarden op het gebied van duurzaamheid, klimaatbeheersing, flexibel gebruik en ICT-infrastructuren. De bestaande gebouwen met een niet voorziene nieuwbouw zullen zoveel mogelijk up to date worden gebracht en gehouden. Met betrekking tot de ICT-infrastructuur zullen in 2014 de noodzakelijke investeringen plaatsvinden.
12
Diagram cito eindscores 2011
2011
Jozef Winterswijk Martinus Twello Oec. Brummen Antonius De Vecht Kopermolen Klarenbeek Vlier Winterswijk Vordering Vorden Scheperstee Warnsveld Joseph Lochem Martinus Bussloo Kleine Wereld Twello Achtsprong Zutphen JFK Zutphen Jozef Aalten Willibrordus Ruurlo
536,5 532,8 534,7 536,7 532,1 535,4 535,3 537,0 542,1 541,4 535,1 533,6 539,9 536,5 539,8
Gemiddeld SKBG Landelijk gemiddelde % Onder landelijke gem.
536,6 535,1 27%
100% 100% 100% 100% 100% 95% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
2012 536,4 535,5 540,6 537,4 535,7 535,7 535,3 537,4 544,6 537,9 534,3 532,9 538,5 536,8 529,1 536,5 535,1 13%
2012 97% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
2013 535,0 532,5 535,7 532,7 532,5 539,5 534,8 532,1 544,3 536,0 537,3 534,4 539,9 535,2 531,8
2013 100% 100% 100% 100% 100% 83% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
535,6 534,7 40%
*de Walter Gillijns werkt niet met de Cito-eindtoets maar met de zogenaamde drempeltest.
Kwaliteitsindicatoren SKBG AVI DMT TvK Woordenschat diagnostisch Begrijpend lezen Spelling RvK Rekenen
AB 65% 65% 50% 65% (groep 3-5) 60% (groep 6-8) 65% 65% 65%
90% beheersing AVI M of E toets (vanaf eind groep 3) ABC 85% (eind groep 3) 75% 75% 85% (groep 3-5) 80% (groep 6-8) 85% 85% 85%
13
5.
SKBG, het personeel
Kwaliteit en personeel SKBG onderwijs is overtuigd van het feit dat het behalen van de kerndoelstelling ‘Optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs’ alleen behaald kan worden met personeel dat goed gekwalificeerd en gemotiveerd is. Het is dan ook een absolute prioriteit om: a) de juiste medewerkers aan te trekken; b) de medewerkers goed gemotiveerd te houden; c) de medewerkers adequaat te scholen. Daartoe staan SKBG onderwijs verschillende middelen ter beschikking. In 2013 zijn deze als volgt toegepast. HRM De functie HRM wordt binnen SKBG onderwijs ingevuld door een deskundige en in het onderwijs ervaren functionaris. Zij wordt ondersteund door administratieve medewerkers binnen het Bestuursbureau en het administratiekantoor. Haar belangrijkste doelstelling is om de medewerkers optimaal gemotiveerd te houden. Daartoe heeft zij in overleg met de schooldirecteuren regelmatig gesprekken met medewerkers, zowel om tijdig in te spelen op gerezen problemen, maar ook om proactief te signaleren waar behoeften bestaan zodat problemen voorkomen kunnen worden. Zij voert overleg met directeuren en stemt haar bevindingen af met het College van Bestuur. Zij geeft gevraagd en ongevraagd advies over personele aangelegenheden. Vanuit haar positie en als persoon kan zij bogen op een groot draagvlak binnen de organisatie. Instroom/uitstroom SKBG onderwijs hanteert al meerdere jaren het beleid om zeer voorzichtig om te gaan met personeel in vaste dienst te nemen gezien de onzekerheden omtrent bekostiging. De plannen van de overheid aangaande Eigen Risico Dragerschap vergroten de noodzaak hiertoe. Dat heeft in het verleden en ook in 2013 geleid tot het opbouwen en aanhouden van een schil van medewerkers met een flexibel arbeidscontract, de zogenaamde Pay Roll. In 2013 bestond deze schil uit 12,4 FTE. Wat betreft de uitstroom is er sprake van een vrij constant aantal. Ook in 2013 is er geen duidelijke toeof afname te onderkennen. De verwachting is dat de aantallen de komende jaren zullen toenemen als gevolg van de vergrijzing. Dit ondanks de dempende werking van de hogere pensioenleeftijd. De vergrijzing alsmede de beloningssystematiek binnen het onderwijs, zorgen bij SKBG onderwijs voor een onevenredige verdeling van de medewerkers over leeftijdklassen en beloning. SKBG onderwijs zal de komende jaren trachten deze verdeling positief te beïnvloeden door het aanname beleid te richten op jonge leerkrachten. Overigens wordt als gevolg van het bovenstaande verwacht dat er de komende jaren geen sprake zal zijn van gedwongen ontslag van medewerkers in vaste formatie door bekostiging en krimp.
14
FTE naar functiecategorie Schaal
Man/Vrouw
Totale WTF man/vrouw Vrouw
0,9811
Subtotaal
0,9811
Man
3,7505
Vrouw Subtotaal
12,3130
Man
1,0000
Vrouw Subtotaal
0,6513
0010
Vrouw Subtotaal
1,0000
0011
Vrouw Subtotaal
0,2000
0014
Man
1,0000
Subtotaal
1,0000
Vrouw
3,5457
Subtotaal
3,5457
0001 0004
0007
AB
8,5625
1,6513 1,0000 0,2000
Man
5,6000
Vrouw Subtotaal
11,4492
DB
5,8492
Man
0,8000
Subtotaal
0,8000
Man
1,0000
Subtotaal
1,0000
DB15 DC
Man
12,6780
Vrouw
84,5279
Subtotaal
97,2059
LA
Man
6,8052
Vrouw Subtotaal
30,0875
LB
36,8927
Totaal
168,0394
FTE naar leeftijdscategorie Leeftijdscategorie
Vrouw
Man
Totaal
15 tot 25 jaar
5
2
7
25 tot 35 jaar
39
3
42
35 tot 45 jaar
48
4
52
45 tot 55 jaar
60
7
67
55 tot 64 jaar
60
20
80
65+ jaar Totaal
1
0
1
213
36
249
15
Beleid bekostiging De bekostiging vindt plaats volgens de geldende CAO PO. De ontwikkelingen aangaande eventuele prestatiebeloning worden met belangstelling gevolgd, maar SKBG onderwijs heeft nog geen plannen om daaraan op enig moment gevolg te geven. Functiemix Schaal
% WTF
LA
72,18
LB
27,82
Totaal
100,00
Scholing Onder het hoofd Onderwijs is melding gemaakt van het verder professionaliseren van medewerkers. Daartoe is in 2013 budget vrijgemaakt en daarin zal de komende jaren een stijgende lijn te onderkennen zijn. Overigens zal steeds meer gebruik gemaakt gaan worden van het train-de-trainer principe om de effectiviteit te verhogen en de kosten te drukken. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim is in 2013 gedaald van 8,98% naar 6,16%. De meldingsfrequentie is bijzonder laag met 0,58. De dalende lijn in beide cijfers die we voor 2013 verwachtten, hebben we daarmee waargemaakt. Dit is met name gelukt door een gerichte aanpak van het lang- en middellange verzuim door leidinggevenden en de HRM functionaris, samen met de Arbodienst. Deze dalende lijn zet zich in 2014 voort. Ziekteverzuim Kort 0-8 dgn. 0,34%
Kort/Middel 8-43 dgn. 0,71%
Lang/Middel 43-366 dgn. 2,72%
Lang >366 dgn. 2,39%
Totaal
Meldingsfrequentie
6,16%
0,58
Berekening volgens methode CBS (31 oktober 2005).
Personeelsadministratie Met de invoering van het Raet personeelsysteem kan er tijdig betrouwbare en relevante informatie worden gegenereerd. Deze informatie zal het beleidsproces verbeteren en het mogelijk maken de resultaten te meten en bijsturing mogelijk te maken. De eerste resultaten worden verwacht in 2014. Beoordelingsbeleid De systematiek die SKBG onderwijs hanteert, is die van ‘Doelgericht Beoordelen’ (DGB). Daarnaast is de persoonlijke ontwikkeling (POP) van de medewerker geïntegreerd in de (gespreks-)cyclus. De persoonlijke ontwikkeling is gerelateerd aan de schoolontwikkeling. De doelstellingen wat betreft schoolontwikkeling komen voort uit de schoolondernemingsplannen van de scholen en de daaraan gerelateerde managementovereenkomsten (jaarplannen). De in te zetten scholingsbehoeften komen direct voort uit het schoolondernemingsplan, de managementovereenkomst en het persoonlijk ontwikkelplan van de medewerker. Het doel van het functionerings- en beoordelingsbeleid en het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken is om door het expliciet en bespreekbaar maken van het functioneren van
16
medewerkers en door adequate maatregelen ter zake te treffen, de kwaliteit van onze medewerkers - en daarmee de kwaliteit van ons onderwijs - te bevorderen. Het beleid is erop gericht het reguliere personeel dat goed functioneert zo lang mogelijk in dienst te houden. Binnen de hantering van actief DGB-beleid worden de directeuren ondersteund door de HRM functionaris. In 2013 is met meer dan 90% van de medewerkers de DGB gesprekken gevoerd. Mobiliteit Wanneer een school te maken heeft met een teruglopend leerlingenaantal, kan het betekenen dat een leerkracht naar een andere school van SKBG onderwijs moet mobiliseren. Daarvoor heeft SKBG onderwijs een uitgewerkt overplaatsingsbeleid.
In geval van vrijwillige mobiliteit kan er ook de behoefte van de medewerker zijn om buiten SKBG onderwijs aan het werk te gaan, of buiten het onderwijsveld. Dit komt meestal voort uit de behoefte van de werknemer om nieuwe ervaringen op te doen en andere ontwikkelingen mee te maken. SKBG onderwijs stimuleert dit en werkt hiertoe samen met andere instellingen, onder andere het mobiliteitscentrum PPOG, waarbij onderwijs (o.m. PON) en ook nietonderwijsorganisaties zijn aangesloten. In 2013 hebben vier medewerkers gebruik gemaakt van interne mobiliteit en 1 van externe mobiliteit. Vervangingspool SKBG onderwijs is lid van de vervangingspool van PON, maar was voornemens dat lidmaatschap te beëindigen per 1 augustus 2013, omdat PON qua diensten niet meer aansluit bij de behoeften van SKBG onderwijs en te hoge kosten met zich meebrengt. Met de GMR ontstond een discussie over de voor- en nadelen van uittreden uit PON. Die discussie kon niet tijdig worden afgerond en het uittreden is een jaar uitgesteld. De adviesaanvraag is in maart 2014 bij de GMR ingediend. Alternatief voor de vervangingen zal zijn dat SKBG onderwijs eigen medewerkers meer de gelegenheid geeft om collega’s te vervangen bij verlof, met een gedeelde regeling als invalpool en Pay Roll als vangnet. Werkgelegenheidsbeleid SKBG werkt conform CAO PO en hanteert als zodanig het werkgelegenheidsbeleid. Arbeidsmarktbeleid Dit is gestart door vier besturen met het doel de medewerkers van werk naar werk te kunnen begeleiden wanneer externe mobiliteit aan de orde is, maar ook om nieuwe medewerkers uit brede kring aan te kunnen trekken. Er is daartoe begonnen aan het bouwen van een netwerk van werkgevers uit verschillende werkvelden met het doel onderlinge mobiliteit te stimuleren.
17
Man-vrouw verhouding
18
6.
Fusie
Het jaar 2013 stond voor vooral de bestuurlijke organisatie van SKBG onderwijs in het teken van de fusie perikelen met GelderVeste. In 2012 werden de activiteiten gestart om te onderzoeken of de verwachte voordelen van een fusie realistisch waren. Eind 2013 werd geconstateerd dat er onvoldoende draagvlak was voor een fusie. Dat proces van bijna twee jaar heeft voor beide organisaties een grote impact gehad en door het eindresultaat veel frustraties veroorzaakt. Dat vraagt om een nadere analyse van de omstandigheden en oorzaken. Zoals vrijwel altijd in dergelijke complexe processen, is er sprake van een veelvoud van aspecten die van invloed zijn geweest op de duur en de uitkomsten. Zonder volledig te kunnen zijn, zijn de volgende zaken van groot belang geweest:
De uiteenlopende verwachtingen bij de start van het proces; werd bij GelderVeste het proces beschouwd als een ‘administratieve’ verplichting, bij SKBG onderwijs was er sprake van een behoefte aan ‘echte’ onderzoeken en afwachtendheid met betrekking tot de uitkomsten; Het geringe aantal contacten tussen de bestuurlijke organen van beide kanten, waardoor misverstanden niet (tijdig) werden gesignaleerd en besproken; De interpretaties van de voorgeschreven Fusie Effect Rapportages, waardoor voor met name SKBG onderwijs de uiteindelijke uitkomsten niet voldeden aan de verwachtingen; De omstandigheden die in de loop van de tijd ingrijpend wijzigden en de initiële balans tussen beide partijen verstoorden; hier speelde ook mee dat er onvoldoende over gecommuniceerd werd; De uiteenlopende bestuursculturen bij de partijen; wel bekend, maar onvoldoende uitgesproken.
Al met al een proces waaruit SKBG onderwijs lering heeft getrokken en die in ieder geval tot meer zorgvuldigheid en kortere doorlooptijd in eventuele volgende fusie processen zal leiden.
19
7.
Financiën
SKBG onderwijs kent twee verslaggevingsperioden. Het kalenderjaar volgens de regelgeving van de overheid en het schooljaar voor de interne aansturing en verantwoording. Op de laatste is dus ook de begroting en de managementinformatie geënt. De jaarrekening heeft betrekking op het kalenderjaar, in casu 2013. Dat houdt in dat het jaarverslag zich eveneens op die periode richt. Het jaar 2013 was voor SKBG onderwijs financieel vrij rustig en verliep beheerst. De uitgangsposities aan het begin van het jaar waren ruim voldoende (eigen vermogen, voorzieningen, solvabiliteit en liquiditeit). De risico’s aangaande bekostiging (bezuinigingsmaatregelen) en krimp van aantallen leerlingen bleken beperkt en ruim binnen de veiligheidsmarges die SKBG onderwijs aanhoudt. Tijdens het jaar waren er nauwelijks aangelegenheden van enige materiële importantie. Vermeldenswaard zijn de volgende zaken: De fusie heeft kosten veroorzaakt door due diligence onderzoeken en het opstellen van Fusie Effect Rapportages; de kosten zijn grotendeels gedeeld met GelderVeste zodat de kosten voor SKBG onderwijs uiteindelijk beperkt bleven. Daarnaast zijn uitkomsten van de rapportages zeer bruikbaar gebleken als input voor de strategische beleidsvorming voor de komende jaren; De voorbereiding voor de transformatie van de bestuursstructuur heeft, vanwege de vereiste zorgvuldigheid, kosten aan juridische bijstand veroorzaakt. Deze kosten zijn zoveel mogelijk beperkt gebleven en als eenmalig te kenmerken; De tijdelijke keuze voor een eenmans bezetting van het College van Bestuur heeft geleid tot extra kosten voor inleen van externe adviseurs. Ook is het middel van coaching door externen vrij ruim ingezet. Inmiddels zijn maatregelen getroffen om een en ander te beperken (tweede lid College van Bestuur, meer structuur, beperkte contracten, meer coaching door eigen mensen); De baten als gevolg van het Herfstakkoord zijn een onverwachte meevaller. Eind 2013 heeft SKBG onderwijs daardoor een bedrag van circa € 650.000 op haar rekening gestort gekregen. Belangrijke kengetallen. Current Ratio Solvabiliteit Aantal leerlingen per 1 oktober Aantal FTE Gemiddelde loonsom
2013 2,3 65,3% 3102 178,10 65.444
2012 1,6 56,4% 3141 196,78 61.322
De eerste drie kengetallen zijn sterk beïnvloed door de eenmalige bate van € 650.000 eind 2013. Het positieve resultaat 2013, exclusief de eenmalige bate uit het Herfstakkoord, week niet wezenlijk af van het resultaat 2012 (ca. € 400.000). Sterke schommelingen zijn waar te nemen in de samenstelling van de personele lasten. Enerzijds is het aantal fte sterk afgenomen door een restrictief beleid op vacature stellingen, terwijl er sprake was van een aantal uitstromers. Anderzijds zijn de kosten per werknemer sterk gestegen, vooral door verhoogde premies voor Vervangingsfonds en Participatiefonds. Per saldo zijn de personele lasten gedaald ten opzichte van 2012. Voor volgende jaren is er sprake van een sterke en stabiele financiële uitgangspositie waardoor het restrictieve beleid van de afgelopen jaren voor de komende jaren voorzichtig omgebogen zal worden naar meer investeringen in mensen en middelen.
20
8.
Verslag Raad van Toezicht
Voor de Raad van Toezicht heeft 2013 in het teken gestaan van vele veranderingen en activiteiten. Het grootste deel van het jaar is er nog sprake geweest van een Bestuur in de klassieke bestuursstructuur. Hoewel de transformatie naar de nieuwe verplichte bestuursstructuur, conform de WPO, reeds vanaf 2011 in planning is geweest, heeft deze eerst eind 2013 haar beslag gekregen. De oorzaken daarvoor zijn velerlei maar hebben uiteindelijk geresulteerd in een gebrek aan aandacht voor dit dossier. Hoewel deze lange duur geen directe schade heeft opgeleverd, heeft het wel misverstanden veroorzaakt in de horizontale en verticale verantwoording. Met name in de verstandhouding naar de GMR is de relatie daardoor enige tijd verstoord geweest. Ook de communicatie naar derden (bijvoorbeeld GelderVeste als mogelijke fusie partner) is hierdoor beïnvloed geweest. Wat betreft de relatie met de GMR heeft het Bestuur samen met de Algemene Directie in 2012 gemeend de relatie over te dragen aan de Algemene Directie, vooruitlopend op de transformatie naar het nieuwe bestuursmodel. Helaas zag het Bestuur zich in 2013 genoodzaakt deze overdracht terug te draaien als gevolg van de verslechtering van de relatie. Vanaf het voorjaar 2013 heeft het Bestuur de relatie met de GMR weer onder haar directe verantwoording genomen en dit in overleg met de GMR (tijdelijk) voortgezet na de transformatie naar Raad van Toezicht tot het moment waarop het nieuwe lid College van Bestuur zal aantreden (1 juni 2014). De relatie is inmiddels duidelijk verbeterd en geeft weer een goede basis voor onderling vertrouwen. Ook de fusie heeft van het Bestuur in 2013 veel aandacht gevergd. Onder het hoofd Fusie is uiteengezet welke oorzaken hieraan ten grondslag hebben gelegen. Tot slot heeft de coaching en bijstand van de Algemene Directie het Bestuur beduidend meer tijd gekost dan in voorgaande jaren. De consistentie van beleid en de resultaten daarvan vergen veel aandacht. Al met al is 2013 voor het Bestuur respectievelijk de Raad van Toezicht een druk jaar geweest.
21
9.
Risico paragraaf
Krimp leerlingen aantallen De verwachtingen aangaande de krimp van aantallen leerlingen in de komende jaren, zullen leiden tot een verdere daling in de bekostiging. Daartegenover staan (eenmalige) bijdragen zoals uit het Nationaal Onderwijs Akkoord die dit weer deels of geheel kunnen compenseren. De omvang van de bedragen die hiermee gemoeid zullen zijn, is nog niet bekend. Aantal leerlingen per 1 oktober Totaal SKBG
2014
2015
2016
2017
2018
3045
2990
2935
2881
2826
Personele lasten De komende jaren moet rekening gehouden worden met sterk stijgende lasten als gevolg van de premies vervangingsfonds en participatiefonds. Daarnaast laten ook andere premies een stijgende tendens zien. Tezamen met de krimp effecten treedt daardoor een multiplier effect op dat een bedreiging vormt voor de financierbaarheid van kwalitatief adequaat onderwijs. Passend Onderwijs De invoering van Passend Onderwijs gaat gepaard met bezuinigingen. Waar en hoe dat zal plaatsvinden is nog grotendeels in nevelen gehuld. Onduidelijk is dus in hoeverre dat van invloed zal zijn op SKBG onderwijs. Overige Baten SKBG onderwijs hanteert de stelregel dat uit overige baten alleen werknemers met een flexibel arbeidscontract gefinancierd mogen worden. Daarmee worden de onzekerheden die kleven aan deze groep Baten zoveel mogelijk afgedekt. In de praktijk blijkt dat een deel van de baten (circa 40%) aangewend wordt voor de afdekking van de financiering van de medewerkers in vaste formatie. Dat betekent dat circa 6 fte betaald wordt uit in principe onzekere inkomsten. Gezien de mate van onzekerheid (een deel van de overige baten bestaat al vele jaren) en de ruime omvang van het eigen vermogen, levert dit voor de komende jaren geen problemen op. Eigen Risico Dragerschap (ERD) Duidelijk is dat het eigen risicodragerschap bij ziektewet en ziekteverzuim grote risico’s oplevert voor de financiering van het Onderwijs. Een berucht voorbeeld is de vervanging: indien een vervangende leerkracht uit een vervangingspool binnen de vervanging (van veelal enkele dagen) ziek wordt, draagt de Stichting het risico voor loondoorbetaling voor 18 maanden. Dat betekent dat er beleid ontwikkeld moet worden, gericht op beheersing van het ziekteverzuim en vermijding van inzet personeel buiten vaste formatie en flexcontracten (als Pay Roll). Daarnaast kan het ERD ook beschouwd worden als een kans. Indien een stevig beleid gerealiseerd kan worden, kunnen de stevige, stijgende premielasten vermeden worden. Doordecentralisatie onderhoud gebouwen De doordecentralisatie van het onderhoud van de gebouwen, van de gemeente naar het bestuur, zal in 2015 van start gaan. De gevolgen daarvan zijn niet bekend. SKBG onderwijs houdt haar beleid aan om de jaarlijkse dotatie aan de onderhoudsvoorziening op peil te houden. Met de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur komt tevens expertise op dit terrein beschikbaar.
22
10.
Continuïteitsparagraaf
De continuïteitsparagraaf is gebaseerd op de kalenderjaren 2013, 2014, 2015 en 2016 A1. Kengetal (stand 31/12)
2013
2014
2015
2016
168,04
173,75
163,06
158,95
6,16
6,48
6,48
6,48
127,47
136,85
127,74
125,60
- overige medewerkers
34,41
30,42
28,83
26,86
Leerlingaantallen (1-10/t-1)
3.141
3.102
3.045
2.990
Personele bezetting in FTE - management/directie (ex bapo) - onderwijzend personeel (ex bapo)
A2. Balans
2013
2014
2015
2016
ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
-
-
-
-
3.150.317
4.107.000
3.636.000
3.177.000
-
-
-
-
TOTAAL VASTE ACTIVA
3.150.317
4.107.000
3.636.000
3.177.000
VLOTTENDE ACTIVA
4.028.120
2.490.000
2.741.000
2.987.000
TOTAAL ACTIVA
7.178.437
6.597.000
6.377.000
6.164.000
3.767.628
3.685.000
3.494.000
3.321.000
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat
698.854
702.000
706.000
710.000
Bestemmingsfonds publiek
-
-
-
-
Bestemmingsfonds privaat
-
-
-
-
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
4.466.482
4.387.000
4.200.000
4.031.000
23
VOORZIENINGEN
944.201
LANGLOPENDE SCHULDEN
944.000
-
944.000
-
944.000
-
-
KORTLOPENDE SCHULDEN
1.767.754
1.266.000
1.233.000
1.189.000
TOTAAL PASSIVA
7.178.437
6.597.000
6.377.000
6.164.000
A3. Staat/raming van baten en lasten
2013
2014
2015
2016
BATEN Rijksbijdrage
15.239.761
14.002.000
13.624.000
13.199.000
Overige overheidsbijdragen en subsidies
150.041
78.000
71.000
62.000
Overige baten
224.487
213.000
371.000
320.000
15.614.289
14.293.000
14.066.000
13.581.000
11.655.692
12.097.000
12.145.000
11.666.000
Afschrijvingen
393.732
425.000
471.000
459.000
Huisvestingslasten
844.490
525.000
535.000
540.000
1.674.132
1.348.000
1.128.000
1.110.000
14.568.046
14.395.000
14.279.000
13.775.000
1.046.243
-102.000
-213.000
-194.000
31.367
23.000
26.000
25.000
1.077.610
-79.000
-187.000
-169.000
TOTAAL BATEN
24
LASTEN Personeelslasten
Overige lasten
TOTAAL LASTEN
SALDO BATEN EN LASTEN
SALDO FINANCIËLE BEDRIJFSVOERING
SALDO BUITENGEWONE BATEN EN LASTEN
TOTAAL RESULTAAT
Toelichting meerjarencijfers SKBG Personele bezetting De personele bezetting daalt met meer dan 10%, voornamelijk als gevolg van natuurlijk verloop. In deze cijfers is geen rekening gehouden met de inzet van flexibele medewerkers in de vorm van pay roll contracten. Deze inzet wordt jaarlijks opnieuw bepaald aan de hand van de benodigde inzet ten opzichte van de beschikbare formatie. Leerlingaantallen De leerlingaantallen krimpen geleidelijk in de komende jaren. De verdeling over de scholen is niet gelijkmatig. Dientengevolge worden de consequenties per school in kaart gebracht. Balans - Materiele vaste activa stijgen sterk in 2014 vanwege grote investeringen in ICT en inventaris. Dit heeft een directe relatie met de afschrijvingen. - De vlottende activa zijn eind 2013 van een ongebruikelijk hoog niveau, voornamelijk als gevolg van de ontvangen gelden inzake het Herfstakkoord eind 2013. Staat van Baten en Lasten - Baten: de overige baten stijgen in 2015 als gevolg van de verschuiving van LGF financiering (opgenomen onder Rijksbijdrage) naar overige baten samenwerkingsverbanden als gevolg van wijziging Passend Onderwijs. De Prestatiebox Primair Onderwijs vervalt per 1 augustus 2015 (opgenomen onder overige subsidies OCW). Hiermee is de daling van de overige subsidies OCW verklaard - De personeelslasten stijgen vanaf 2014 ondanks de dalende inzet. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de verantwoording van inleen schoonmaakpersoneel en conciërges met ingang van 2014 onder personele lasten plaats vindt in plaats van onder de huisvestingslasten. - De overige lasten dalen de komende jaren als gevolg van dalende reproductiekosten en lagere advieskosten. - Het negatieve resultaat in de jaren 2014 tot en met 2016 wordt met name veroorzaakt door de beslissing om de komende jaren € 220.000 jaarlijks extra te investeren in jonge leerkrachten.
Risico management De onzekerheden zoals genoemd in de risico paragraaf nopen tot extra voorzichtigheid bij het aangaan van verplichtingen. Daarbij is zowel de hoogte van de verplichting als de duur van de verplichting van belang voor de risico inschatting. SKBG hanteert een systeem van risico management gericht op de volgende elementen. 1. Vaststelling van het risico, waarbij in principe een grensbedrag wordt aangehouden van 0,3 % van de begrotingsopbrengsten, in totaal of over meerdere jaren. Er kunnen echter ook andere overwegingen een rol spelen bij de risico inschatting (bijv. risico voor instroom/behoud leerlingen, risico voor imago SKBG, aard van de verplichting in relatie tot de onderwijstaak, risico voor vermenging van/met persoonlijke belangen e.d.). 2. Analyse vooraf van het risico, waarbij zowel materiële als immateriële aspecten aan bod komen. De analyse wordt altijd gedaan door meerdere personen waarbij volledigheid, juistheid en relevantie van de gegevens wordt nagestreefd. Zo nodig wordt externe deskundigheid ingeroepen. De analyse wordt altijd vastgelegd.
25
3. Vaststellen beperkende maatregelen in relatie tot de omvang van het risico. 4. Beslissing omtrent de mate waarin en de wijze waarop het risico wordt aangegaan. Deze beslissing wordt in principe genomen door het College van Bestuur met onderbouwing vanuit de analyse en met raadpleging van meerdere betrokkenen. Ook deze overwegingen worden vastgelegd. 5. Bij verplichtingen van een bepaalde aard en/of die een bepaald bedrag te boven gaan (een en ander zoals vastgelegd in de statuten en reglementen) dient de Raad van Toezicht expliciet haar akkoord te geven. Ook dit akkoord wordt slechts gegeven na een gedegen en schriftelijk onderbouwde afweging. De in de Risico paragraaf genoemde punten zijn of worden alle conform bovengenoemd systeem beoordeeld.
26
11.
Meerjarenbegroting
De Meerjarenbegroting is opgesteld per schooljaar, lopende van augustus tot en met juli. St. v. Katholiek Basisonderwijs Gelderland Twello
Meerjarenbegroting vanaf 2014/2015
Materiële instandhouding Personele bekostiging regulier Personeel & Arbeidsmarktbeleid Rijksbijdrage OCW Loonkostensubsidie ondersteunend personeel Regeling impulsgebieden Bekostiging aanwezigheid zigeunerkinderen Prestatiebox Primair Onderwijs Overige subsidies OCW LOB gelden Pyramidegelden Opleiden in School Overige gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Verhuur Detachering personeel (AOB) Samenwerkingsverbanden Overige baten
BATEN Beschikkingen zijn gebaseerd op het Aantal leerlingen 1/10/t-1
Begroting 2014/2015
Begroting 2015/2016
Begroting 2016/2017
Begroting 2017/2018
2.022.006 10.109.901 1.236.913 13.368.820
1.985.000 9.924.000 1.214.000 13.123.000
1.949.000 9.745.000 1.192.000 12.886.000
1.913.000 9.566.000 1.170.000 12.649.000
95.000 59.045 40.000 294.710 488.755
90.000 55.000 30.000 0 175.000
90.000 55.000 30.000 0 175.000
90.000 0 30.000 0 120.000
11.851 26.000 38.200 0 76.051
7.500 25.000 30.000 0 62.500
7.000 25.000 30.000 0 62.000
6.500 25.000 30.000 0 61.500
39.000 22.500 338.692 400.192
30.000 0 300.000 330.000
30.000 0 275.000 305.000
30.000 0 250.000 280.000
14.333.819
13.690.500
13.428.000
13.110.500
3.102
3.045
2.990
2.935
253.477 318.159 940.080 578.524 7.835.128 75.000 220.000 410.354 511.794 11.142.516 120.102
253.500 318.200 940.100 507.400 7.826.400 75.000 220.000 410.400 0 10.551.000 123.100
253.500 318.200 826.200 491.200 7.707.800 75.000 220.000 397.600 0 10.289.500 120.000
253.500 318.200 777.300 490.400 7.519.000 75.000 0 354.300 0 9.787.700 114.200
27
PERSONELE LASTEN College van Bestuur Bestuursbureau Schooldirecteuren Ondersteunend Onderwijs Personeel Leraren Inzet 1,6 fte loonkosten LA jonge leerkrachten Tijdelijke uitbreiding formatie BAPO Ruimte voor inzet leraren/payroll Salariskosten volgens loonadm. Opslag 2% over salariskosten (CAO,
verwachting aanpassing premie) Ouderschapsverlof, kosten vervanging Inleen concierges via Delta Inleen schoonmaakpersoneel via Delta Inleen administratiekantoor Inleen leerkrachten (payroll) Totaal inleen personeel Schoolbegeleiding Scholing Totaal scholing/opleiding Dienstreizen Kosten Arbozorg Kosten Risico-inventarisatie Kosten deelname vervangingspool Additionele personeelskosten (l&l/kerstp./pers.dag) Arbeidsmarktbeleid Overige kosten Totaal overige personeelskosten
90.000 129.000 271.000 70.000 0 470.000 50.000 249.000 299.000 60.000 75.000 16.000 69.000
90.000 130.300 273.700 70.700 0 474.700 50.000 175.700 225.700 60.000 75.800 16.200 69.700
90.000 131.600 276.400 71.400 0 479.400 50.000 177.500 227.500 60.000 76.600 16.400 70.400
90.000 132.900 279.200 72.100 0 484.200 50.000 179.300 229.300 60.000 77.400 16.600 71.100
41.500 30.000 3.000 294.500
26.900 50.000 3.000 301.600
42.200 50.000 3.000 318.600
27.600 50.000 3.000 305.700
12.416.119
11.766.100
11.525.000
11.011.100
56.000 152.000 89.000 12.000 56.000 113.500 478.500
56.000 140.000 82.000 12.000 56.000 113.500 459.500
56.000 140.000 82.000 12.000 56.000 113.500 459.500
56.000 140.000 82.000 12.000 56.000 113.500 459.500
Huur Dagelijks onderhoud Dotatie voorziening onderhoud Totaal onderhoud Water en energie Schoonmaakkosten Afvalverwerking Totaal schoonmaakkosten Heffingen Kosten beveiliging Kosten tuinonderhoud Beveiliging alarminstallatie Beveiliging brandbeveiligingsinst. Overige huisvestingskosten Totaal overige huisvestingskosten
43.000 55.000 60.000 115.000 280.000 5.000 31.000 36.000 17.000 8.000 4.000 18.000 12.000 500 42.500
43.400 55.600 60.000 115.600 282.800 5.100 31.300 36.400 17.200 8.100 4.000 18.200 12.100 500 42.900
43.800 56.200 60.000 116.200 285.600 5.200 31.600 36.800 17.400 8.200 4.000 18.400 12.200 500 43.300
44.200 56.800 60.000 116.800 288.500 5.300 31.900 37.200 17.600 8.300 4.000 18.600 12.300 500 43.700
HUISVESTINGSKOSTEN
533.500
538.300
543.100
548.000
PERSONELE LASTEN
AFSCHRIJVINGEN MATERIËLE VASTE ACTIVA Gebouwen Inventaris en apparatuur Onderwijsleerpakket Te plegen investeringen Investeringen 2014/2015 (scholen) Investeringen 2014/2015 (ICT) AFSCHRIJVINGEN MATERIËLE VASTE ACTIVA
28
HUISVESTINGSKOSTEN
OVERIGE LASTEN Reproductiekosten Drukwerk/reprorechtvergoedingen Kantoorkosten Advieskosten m.b.t. personeel Advieskosten m.b.t. huisvesting Advieskosten m.b.t. organisatie-ontwikkeling Advieskosten m.b.t. kwaliteitsonderzoek Telefoonkosten Wervingskosten personeel/leerlingen Kosten Raad van Toezicht Kosten accountantskantoor Kosten externe controle jaarrekening Totaal administrate- en beheerslasten Licenties (APS/Rovict) Eenmalige implementatiekosten ICT vernieuwingen Kosten beheer De Klas.nu (v.h. Daxis) Kosten beheer Dashboard Kosten beheer Raet Leasecontracten (CHG) Overige ICT kosten Totaal ICT Onderwijsleerpakket Verbruik Totaal leermiddelen Kosten cultuureducatie Jenaplan OLP gehandicapte leerling Abonnementen/contributies Verzekeringen Kosten medezeggenschap Kosten jubileum/feest school Kosten kabelexploitant Huishoudelijke uitgaven Representatiekosten Kosten schoolbus/auto/gymvervoer Overige algemene kosten Totaal overige
100.000 7.500 41.500 50.000 15.000 20.000 0 28.400 2.400 12.000 75.000 15.000 366.800 47.500
101.000 7.600 41.900 50.500 15.200 20.200 20.000 28.700 2.400 12.100 75.800 15.200 390.600 48.000
102.000 7.700 42.300 31.000 15.400 20.400 0 29.000 2.400 12.200 76.600 15.400 354.400 48.500
103.000 7.800 42.700 51.300 15.600 20.600 20.000 29.300 2.400 12.300 77.400 15.600 398.000 49.000
130.000 62.500 0 30.000 60.000 34.000 364.000 275.700 275.700 30.600 2.000 26.000 53.000 11.500 22.400 3.000 5.500 48.000 8.000 3.000 1.000 214.000
0 63.100 35.000 30.300 60.600 34.300 271.300 274.100 274.100 30.500 2.000 26.300 53.500 11.600 22.600 3.000 5.600 48.500 8.100 3.000 1.000 215.700
0 63.700 0 30.600 61.200 34.600 238.600 269.100 269.100 29.900 2.000 26.600 54.000 11.700 22.800 3.000 5.700 49.000 8.200 3.000 1.000 216.900
0 64.300 0 30.900 61.800 34.900 240.900 264.200 264.200 29.400 2.000 26.900 54.500 11.800 23.000 3.000 5.800 49.500 8.300 3.000 1.000 218.200
1.220.500
1.151.700
1.079.000
1.121.300
Rentebaten c.q. lasten
27.000
25.000
25.000
25.000
Financiële baten en lasten
27.000
25.000
25.000
25.000
-287.800
-200.100
-153.600
-4.400
450.000
220.000
220.000
0
OVERIGE LASTEN
29
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
RESULTAAT Bijdrage uit algemene middelen
Toelichting De meerjarenbegroting is gebaseerd op het werkelijke leerlingenaantal van 1 oktober 2013 en de geprognosticeerde leerlingenaantallen van 1 oktober 2014/2015, 2015/2016, 2016/2017 en 2017/2018. a.
Beeld van toekomstige ontwikkelingen
Hieronder volgt een opsomming van ontwikkelingen waar SKBG onderwijs in de toekomst rekening mee moet houden:
Lasten van ziekte, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid komen steeds meer bij de werkgever te liggen. Dit kan risico’s met zich meebrengen die tot hogere kosten leiden en dus tot bezuinigingen. Dat is in niemands belang. SKBG onderwijs streeft ernaar de hieraan verbonden risico’s vroegtijdig in beeld te hebben en gepaste maatregelen te nemen met het doel optimale autonomie van College van Bestuur de laagst mogelijke kosten te realiseren. Dit streven moet hand in hand gaan met maximale zorg voor de belangen van werknemers. Maatregelen worden aan deze balans getoetst.
Verwachte verdwijning van het Vervangingsfonds waardoor eigen regie op personeelsbeleid nodig is wat betreft arbeidsmobiliteit en mobiliteit. Hiervoor is een brede coalitie en samenwerking nodig, binnen en buiten het onderwijsveld.
Krimp bevolkingsgebied: het leerlingenaantal zal de komende jaren verder dalen, al laten de prognoses waarover SKBG onderwijs beschikt een rooskleuriger beeld zien dan de inschatting van de directeuren en de cijfers van het CBS. De verschillende bronnen spreken elkaar hierin tegen. Op de lange termijn (2020) verwachten we een forse krimp. Voor de termijn van de komende vier jaren, houden we rekening met een beperkte krimp.
De Impulsgebiedenregeling is een voortzetting van de Regeling Vaststelling impulsgebieden 2009-2013 en geldt voor de periode 2013-2017. Twee jaar voor het einde van deze periode zal de minister nagaan of de indeling van de impulsgebieden de juiste is geweest en eventueel nieuwe impulsgebieden vaststellen. Het is dus mogelijk dat scholen die nu wel in een impulsgebied vallen dat in de toekomst niet meer doen.
Leerlinggebonden financiering: Per 1-8-2014 gaan de gelden naar de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. De besturen van die samenwerkingsverbanden stellen soms een overgangsregeling in, in afbouw in 3 jaar.
Onduidelijk is wanneer de kleine scholentoeslag vanuit het Ministerie wordt beëindigd.
De Onderwijsraad heeft het advies gegeven om scholen < 100 leerlingen te sluiten. Hierover is zeker nog geen besluit genomen, wel neemt de druk op kleine scholen steeds meer toe en moet ook SKBG onderwijs beleid maken op het wel of niet in stand houden van de kleine scholen.
Bezuinigingen (semi)overheden . Alleen de gemeenten Voorst en Winterswijk zorgen nog voor incidentele inkomsten. De verwachting is dat ook deze gemeenten in hun uitgaven gaan snijden en dat de scholen op termijn geen gelden meer zullen ontvangen.
De regeling Prestatiebox stopt in 2015.
In het voedingsgebied van SKBG onderwijs zijn meerdere schoolbesturen zich aan het herbezinnen op samenwerking om de continuïteit van het (kwalitatief goede) onderwijs met elkaar in stand te houden. Diverse schoolbesturen fuseren en/of creëren
30
samenwerkingsverbanden om de kosten op zowel materieel als personeel zo laag mogelijk te houden. b.
Prognose leerlingenaantallen
Als gevolg van demografische ontwikkelingen neemt het aantal leerlingen in het basisonderwijs de komende jaren sterk af. Dit blijkt uit een analyse van het sectorbestuur Onderwijsmarkt (SBO). Landelijk ligt de verwachte gemiddelde krimp op ongeveer 7%. De helft van het aantal basisscholen heeft al te maken met krimp. In het voedingsgebied van SKBG hebben de gemeenten waarin de scholen gehuisvest zijn over het algemeen te maken met een krimp van 15 tot 25% (zie illustratie). De leerlingenprognoses voor SKBG onderwijs in de periode tot en met 2018, geven aan dat de daling van het leerlingenaantal relatief mee zal vallen (7,2%). Waarschijnlijk zal de daling na 2017 lager uitvallen voor SKBG onderwijs. In de komende jaren moeten wij hierop onze maatregelen nemen.
31 c.
Personeel
Voor het kunnen bepalen van de toekomstige formatietekorten of overschotten is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de personele verplichtingen, zowel de huidige als toekomstige verplichtingen. Door natuurlijk verloop, vrijwillige werktijdvermindering en de opname van BAPO, kan de omvang van de personele verplichtingen teruglopen. Om te komen tot juiste keuzes ten aanzien van de toekomstige noodzakelijke in-en uitstroom van personeel, wordt aandacht besteed aan het verwachte verloop als gevolg van pensionering.
Jaar per 1 augustus
Wtf (incl bapo)
loonkosten (€)
2015
1
51.990,72
2016
2,5242
139.779,74
2017
6,1334
368.193,43
2018
0,8951
54.289,04
Totaal
10,5527
614251,00
32
12.
Vooruitblik
Het komende jaar wordt met vertrouwen tegemoet gezien. De financiële positie van SKBG onderwijs is zondermeer goed te noemen. Het beleid gericht op de kerndoelstelling (‘Optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs’) begint langzaam steeds meer vorm te krijgen. In 2014 is een Kaderbrief opgesteld dat de uitgangspunten voor dit beleid in de komende jaren eenduidig schetst. De uitwerkingen in de vorm van Strategische beleidsplannen en onderliggende beleidsplannen Onderwijs, Personeel en Middelen zullen de komende maanden onder leiding van de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur ingevuld gaan worden. Belangrijke issues de komende jaren:
Nog meer aandacht dan voorheen zal uitgaan naar professionalisering van de onderwijsgevenden als belangrijkste succesfactor voor het bereiken van de kerndoelstelling; De organisatie SKBG zal zich steeds meer gaan richten op onderlinge samenwerking en bijstand; de Stichting is een organisch geheel waarbinnen de verantwoordelijkheid niet ophoudt bij de grenzen van de eigen school; Risico management zal steeds meer geïntegreerd onderdeel uitmaken van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering; Instroom van nieuwe leerkrachten zal plaatsvinden door inzet van jonge, vers opgeleide leerkrachten; uit kosten overwegingen, om nieuwe methoden te introduceren, om de balans in de leeftijdsopbouw te herstellen en om flexibiliteit te verhogen; Passend Onderwijs zal ingebed worden in de organisatie van SKBG onderwijs als geheel ten dienste van alle scholen; ICT zal meer en meer integraal onderdeel uitmaken van het onderwijs proces. De eerste stappen worden gezet in 2014; Horizontale en verticale verantwoording zal verbeteren. De relatie wordt constructief (‘samen de schouders er onder”’).
Gelukkig zijn de middelen aanwezig en is er sprake van een stevige Financial control, zodat de realisatie van het bovenstaande eerder een kwestie van tijd is geworden. De focus voor de komende jaren verschuift van kwantiteit naar kwaliteit.
33