15•04
Personeelsmagazine
rij K
Geen mens kan leven Zonder hoop
Hierbij nodig ik u van harte uit voor de jaarlijkse
Rabbijn Awraham Soetendorp weet je te raken met zijn woorden. Dat bleek weer eens op de Inspiratiedag van 26 oktober toen hij honderden H3O-ers met zijn toespraak van begin tot eind wist te boeien. De 72-Jarige geleerde gaf zich volledig, met soms een snik
NIEUWJAARSRECEPTIE op dinsdag 5 januari 2016 van 16.30-19.00 uur op het Insula College, Halmaheiraplein 5 in Dordrecht. Onder het genot van een drankje en een heerlijk buffet kunt u iedereen die bij H3O betrokken is alle goeds wensen.
van ontroering in zijn stem. Warm, sympathiek, iemand voor wie je valt. Hij verstaat als geen ander de kunst van de retorica. Emotie en rede versterken elkaar. Neem alleen al zijn openingszinnen: “Bondgenoten op de weg die gaat van tolerantie naar respect en van
Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld.
Jitze Ramaker College van Bestuur
respect naar liefde. Wij allen hebben gekozen voor het heilige beroep van onderwijzen. Elke ontmoeting met een kind is een kans. Kinderen die aan ons zijn toevertrouwd en die straks onze beste leraren worden.”
Inhoud Geen mens kan leven Zonder hoop
1
Benedictijnse wijsheid voor H3O-ers
3
Laat je door staat en markt niet in de tang nemen
5
Talent voor verhalen
6
Slimme techniek geeft Insula’s vmbo nieuw elan
8
Pas aan het werk: Joyce van der Steen
10
Supersnelle route van mavo naar hbo techniek
12
10 voor Rachel
14
Kwaliteitsimpuls voor de sector Kinderopvang
16
Hoe is het nu met Erik van Doorn
18
Annellies: Nieuw begin
20
“Stimuleren, bezielen, ontmoeten, bewondering wekken en inzichten verwerven.” Met deze woorden omschreef bestuursvoorzitter Jitze Ramaker het doel van de Inspiratiedag in Kunstmin en het Energiehuis op 26 oktober. “Het programma biedt voor elk wat wils. Hartelijk welkom allemaal. In het bijzonder onze eerste gastspreker rabbijn Soetendorp. In deze tijd 2
van tegenstrijdigheden heeft hij ons het een en ander mee te geven. De bestuursvoorzitter besloot zijn openingsspeech met het gedicht ‘Bang’. De vluchteling is bang voor de oorlog. Bang ook dat hij hier weg weer moet. Ik ben bang voor de vluchteling, bang dat hij de oorlog hier naartoe brengt. Laten wij er samen voor zorgen dat onze angsten ongegrond zijn.”
Respect voor de medemens en de natuur verhaal vol symboliek. “Abraham woonde Awraham Soetendorp werd geboren in in een tent die voor iedereen open stond. 1943. Als ‘hidden child’ op een onderIedereen was welkom en kreeg te eten. Het duikadres overleefde het joodse jongetje verhaal laat zien dat wanneer je mensen de oorlogsjaren. Pas na de oorlog werd gastvrijheid geeft, je alles terug krijgt. hij herenigd met zijn ouders. In 1948 Abraham zette een kleine ark in de tent, vertrok het gezin voor vijf jaar naar het nieuwe land Israël. Veertig jaar Soetendorp verstaat als geen ander lang (1968 – 2008) was hij rabbijn de kunst van de retorica. van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag. Soetendorp predikt de met twee engelenfiguren die elkaar aankijkracht van compassie (medeleven), zet ken. Wanneer je elkaar in de ogen ziet en zich in voor mensenrechten, vredesbeniet de rug toekeert, dan is dat het begin wegingen, behoud van de natuur. Zo is van vrede. In elkaars ogen weerspiegelt de ‘Dag van Respect’ een van zijn initiazich de onzichtbare God. De taak van de tieven. Soetendorp begeleidt regelmatig mens is licht brengen door het doen van studiereizen van Verus (voorheen goede daden, gastvrijheid tonen bijvoorBesturenraad) naar Israël en de beeld. Wie weldoet, werkt mee aan de Palestijnse gebieden. Messiaanse wereld van vrede en gerechtigheid.” Met compassie zijn bergen te verzetten Soetendorp speecht uit het hoofd. Hoop doet leven Tenach, Talmoed, joodse gebeden, uitSoetendorp kan zijn emoties amper de spraken van wijsgeren, alle teksten baas als hij de lange stoet vluchtelingen die schudt hij moeiteloos uit zijn mouw. door Europa trekt ter sprake brengt. En Oeroude verhalen, die wij kennen uit het daarbij tevens de onmacht van Europa ziet, Oude Testament, vormen de basis van op zoek naar haar ziel. het Jodendom. Beginnend met de schep“Er zijn 60 miljoen vluchtelingen in de pingswoorden van God ‘Er zij licht’ en wereld. Nooit zoveel als nu. Al hebben we ‘Laat ons mensen maken naar ons evendaar lange tijd weinig van gemerkt. We zijn beeld’. De kern is dat mensen zijn wereldburgers geworden, onze tent moet geschapen met een vrije wil. Mensen open. In de Talmoed staat maar liefst 36 kunnen fouten maken, maar ze kunnen keer: Vergeet niet dat je vreemdeling bent ook op hun fouten terugkomen. De vrije geweest in Egypte. Pas als wij de medewil is een zegen (maakt ontwikkeling mens een gelijkwaardige plaats in de mogelijk) en is tegelijk een bedreiging. In de mens leven ‘De taak van de mens is licht brengen twee krachten: verwoesten en door het doen van goede daden.’ helen, zoals water dood en leven kan brengen. Leren lopen gaat met vallen en opstaan. schepping geven, dan pas vormen we tezaAls de mens kiest voor chaos, heeft het men het evenbeeld van God. Sluit je niet af, leven weinig zin meer. Noach liet zien maar open de deur voor de wereld. Wij zijn dat het anders moest, dat er een nieuwe één menselijke familie, in wezen één start nodig was. God zelf maakte de opelichaam. Als je niet meer voelt dat een deel ning van de ark dicht. Soetendorp weet van je lichaam pijn lijdt, dan is je dood niet nog hoe zijn vader het uitlegde: “God ver meer. maakte de ark dicht met liefde en met Hoop doet leven, de oude wijsheid geldt ziel. Daarmee legde Hij een ziel in de nog steeds. Onlangs was Soetendorp bij de schepping. Compassie waarmee bergen heropening van een synagoge. Daar vertelte verzetten zijn. God heeft de wereld de iemand een bijzonder verhaal over een geschapen en opdracht gegeven de kerstviering in een concentratiekamp. Een wereld te maken naar Zijn bedoelingen, oude man had vet gespaard om als kaarsje een wereld vervuld van samenwerking, te laten branden. Zijn zoon wilde dat vet liefde en rechtvaardigheid.” opeten, omdat ze erge honger leden in het kamp. Maar de vader zei: een mens kan Open tentzeilen een tijd leven zonder eten, maar geen “Toen kwam Abraham, de vader van ogenblik zonder hoop. En ze staken het Isaak en Ismaël,” vervolgt de rabbijn zijn kleine kerstkaarsje aan.”
Benedictijnse wijsheid voor H3O-ers
Het was een grote overgang voor Wil Derkse toen hij vanuit de schone Achterhoek bij het Energiehuis aan de Dordtse Noordendijk arriveerde. Van de ruisende bossen rond Doetinchem naar de hectische industriële Randstad. Derkse kwam een lezing geven op de Inspiratiedag van H3O over ‘de Regel van Benedictus’. Een 1500 jaar oud boekje, dat de kloosterregels voor de Orde der Benedictijnen bevat. Heel wat geestelijke helden zijn in de loop der eeuwen van hun sokkel getrokken, maar niet St Benedictus van Nursia
Wil Derkse, als oblaat verbonden aan een Benedictijner abdij bij Doetinchem: “Gehoorzamen is gehoor geven.”
(480-547). Zijn kloosterorde is nog altijd springlevend, net als zijn Regel, waaruit door zijn volgelingen dagelijks wordt voorgelezen tijdens de avondmaaltijd. Ter inspiratie.
‘Het zal een rare aanblik hebben gegeven, toen in 1945 kort na de oorlog tien jonge kerels uit Oosterhout in lange zwarte gewaden het protestantse land rond Doetinchem binnen stapten,’ aldus een kroniekschrijver. Nadat de monniken zich gevestigd hadden in kasteel Slangenburg, begonnen ze anderhalve kilometer verderop de St Willibrordsabdij te bouwen. Met eigen handen en zonder enige kennis van bouwtechnieken. In 1953 was het klooster klaar en kon kasteel Slangenburg worden ingericht als gastenverblijf. Benedictijnen staan bekend om hun gastvrijheid.
Kasteel en klooster ademen rust. Jaarlijks komen hier duizenden mensen mediteren of in alle rust werken aan een boek, een scriptie of een referaat. Ook komen groepen leidinggevenden naar het groepsverblijf voor cursus over leiderschap. De rust binnen en de slow nature buiten werken heilzaam. Na een paar dagen zie je niemand meer op zijn mobieltje
in het tempo van de trekschuit, wel eentje met veel diepgang. De broeders doen één ding tegelijk en dat met volle aandacht. De kloosterregels - door niemand als ballast ervaren - worden tot op de komma nageleefd. In twee weken zingen de kloosterlingen alle 150 psalmen, bidden vijf keer per dag en houden elke dag een eucharistieviering
‘Dienen doe je niet door jezelf klein te maken, maar door de ander hoog te achten.’ kijken. Niets mooier dan de stilte te laten spreken. Ook Wil Derkse is hier vaak te vinden. Hij ontvangt groepen, verzorgt rondleidingen, geeft lezingen. Als geassocieerd oblaat heeft hij de belofte afgelegd zich te houden aan de regels van St Benedictus, terwijl hij daarnaast met beide benen in het maatschappelijk leven staat. Aan multi-tasken doen Benedictijnen niet. Haast kennen ze niet. Alles gaat
en dagsluiting. Het is een volstrekt andere wereld waarin zij leven. Zo op het oog lijkt het heel eentonig en routineus, maar niets is minder waar. Gebed, gezang en meditatie worden steeds opnieuw intens beleefd. Het gaat er juist om de gewijde dingen steeds beter te doen. Voortreffelijk worden in bijvoorbeeld ‘voorlezen’ is zo’n deugd om te oefenen. Het contrast met de drukke samenleving buiten de abdij kan haast niet groter. Wil Derkse illustreert het ver-
3
schil door een rijtje H-woorden tegenover een rijtje G-woorden te zetten. “Kenmerken van onze tijd zijn: Haast, Hectiek, Hypes (dan weer dit, dan weer dat, modes), Hardheid (afrekencultuur), Hyperindividueel, Hebzucht (dingen naar je toetrekken, willen controleren), Herrie, Hechten (veel te veel spullen willen). Daartegenover plaatst Derkse kenmerkende G-woorden van de Benedictijnen: “Geduld, Gunnen (ook iemand tijd gunnen, tempoverschillen accepteren), Geheugen (traditie), Genegenheid (mild, fouten accepteren), Gemeenschap, Generositeit (delen, uit handen kunnen geven), Gezang (geen herrie). In het neo-liberale denken van nu draait het om de vrije markt, innovatiesnelheid, populariteit, imago, macht en financieel gewin, niet om waardevolle common goods.” De Regels van Benedictus waren toen hij ze opstelde al zeer tegendraads met de tijdgeest van de zesde eeuw. Zo wordt de leidinggevende bij Benedictijnen gekozen, heel anders dan keizers, koningen en andere leiders. De abt doet overal gewoon aan mee: hij wast af, schenkt de soep op of dweilt een deel van de gang.
4
Iedereen heeft een gelijke stem, of je nou van boeren- of adellijke afkomst bent. Het hoogste gezag is de gemeenschap. Broeders zijn gehoorzaamheid verschuldigd aan elkaar. “Gehoorzamen is gehoor geven,” verduidelijkt Derkse. “Telkens als er iets belangrijks aan de orde is (met gevolgen voor iedereen) worden alle broeders erbij betrokken. In onze samen-
dacht als je met haar of hem praat. Geef je les, zoek dan echt contact met de leerling. De tweede belofte betreft verandering van levensstijl. Elke dag streef je naar een kleine kwaliteitsverbetering. Wil Derkse: “Er is altijd wel wat rommel op te ruimen in je leven. Ga de weg van trash naar treasure.” De derde belofte is de deugd van
Niets mooier dan de stilte te laten spreken. leving is dat vaak precies andersom: Over onbelangrijke dingen mag iedereen meepraten, maar de echt belangrijke besluiten worden meestal genomen door de top.” Benedictus houdt ons eveneens een spiegel voor met de beloften die een monnik moet afleggen. We noemen er drie, daar gaan we. De belofte van stabiliteit betreft je mentaliteit. Je hebt iets beloofd en daar loop je niet van weg. Je blijft betrokken. Dat geldt ook in kleine dingen. Geef een persoon echt aan-
deemoed, “Dit is het moeilijkste,” aldus Derkse die het weten kan als oblaat. “Het is een houding. ‘Dee’ komt van dienen. Deemoed is dus de moed om te dienen. Dienen doe je niet door jezelf klein te maken, maar door de ander hoog te achten. Ook mensen die je lastig of niet leuk vindt. Dienstbaar zijn en blijven, dat is levenskunst.” Dank u wel Benedictus en Wil Derkse voor deze wijze woorden.
De St Willibordsabdij werd rond 1950 eigenhandig gebouwd door een tiental monniken in de bossen bij kasteel Slangenburg in de Achterhoek.
Laat je door staat en markt niet in de tang nemen
Dr. Cil Wigmans is een som-
seerde samenleving, mee willen bouwen aan de toekomst.”
bermans als het gaat over de vrijheid van onderwijs in ons land. Het wordt steeds moeilijker de eigen vormingsidealen te realiseren in een schoolconcept. Tijdens zijn lezing op de Inspiratiedag van H3O richtte Wigmans zijn kritische pijlen op de grote invloed van overheid en markt op het onderwijs. ‘Het onderwijs is vrij behoudens het toezicht door de overheid’ staat in de grondwet.
Veel H3O-ers stapten op 26 oktober Ketel 2 van het Energiehuis binnen om te luisteren naar de boeiende toespraak van Dr. Cil Wigmans.
Maar de van bovenaf opgelegde eisen en normen worden steeds stringenter. Eeuwenlang hadden allerlei maatschappelijke groeperingen de spirit om eigen scholen in stand te houden. Maar de laatste decennia vallen er steeds meer gaten in de dijk van trouw en traditie.
maatschappelijke middenveld verdwijnt. Velen weten niet meer waar ze bijhoren. Veel kinderen groeien op zonder binding met als gevolg dat ze gericht zijn op eigen doelen, op genot bijvoorbeeld. Ze denken dat ze er alleen voor zichzelf zijn, voelen zich als prinsjes en prinsesjes om wie alles moet draaien. Onze scholen zijn geworteld in een rijke traditie en gestoeld
In veel landen bepaalt de staat de inhoud van het onderwijs, zoals in Frankrijk. Ook in ons land probeert de overheid steeds meer grip te krijgen op wat de school moet doen. ‘Stimuleren’ is vaak Haags jargon voor dwingen. We moeten meer en meer voldoen aan de eisen van anderen, aan de eisen van de inspectie bijvoorbeeld. Leerlingen en leraren gaan van toets naar toets. Vaak zijn kinderen elkaars concurrenten in een gigantisch selectieproces. Wigmans constateert dat scholen veelal gebruikt worden voor selectie en allocatie (toewijzing). Vaak beschreven als ‘talentontwikkeling’ of andere fraaie termen. Staat en markt hebben een pact gesloten: onderwijs moet economische groei bewerkstelligen en ons land tot een sterke concurrent maken. “Scholen moeten oppassen dat ze geen instrument van de overheid worden,” waarschuwt Wigmans. Hij schreef het boek ‘Je kan me nog meer vertellen’. Die titel kan ons goed van pas komen als een inspecteur iets wil wat niet strookt met onze visie op
“Een risicovolle ontwikkeling,” stelt Wigmans, “want zonder traditie is er geen toekomst.”
“Scholen moeten oppassen dat ze geen instrument van de overheid worden” op een waardevolle visie. Dat alles moeten we niet uit handen geven, we moeten onze verhalen blijven vertellen.”
Wat is er aan de hand in de samenleving anno nu? Vanuit zijn brede helikopterview analyseert Cil Wigmans de situatie. “Altijd zijn er drie krachten aan het werk die elkaar in evenwicht houden: overheid, markt en de gemeenschap, de civil society. De overheid maakt regelingen, incasseert en verdeelt het geld. De markt zorgt voor werk en inkomen. De civil society is drager van normen en waarden, van geschiedenis en tradities, van ideologieën en grote verhalen. Het grote hedendaagse probleem is dat de gemeenschap erodeert, het
Waar de gemeenschap afhaakt staan overheid en markt klaar om het over te nemen. Volgens Wigmans zijn we op een gevaarlijk kantelpunt terechtgekomen. De overheid gaat meestal uit van een veel te positief mensbeeld. Als de school haar leerlingen maar laat weten hoe ze zich moeten gedragen in de samenleving, dan doen ze dat ook. Een paar lesbrieven of een nieuw hoofdstukje curriculum en klaar is kees. “Een grote vergissing,” zegt Wigmans in ronde taal. “Weten alleen is niet genoeg. In het onderwijs beseffen we dat, maar de overheid snapt dat niet. Weten en geweten gaan helaas niet gelijk op. Geweten betekent ten diepste mee-weten, consciëntia, samen met anderen weten, ergens bijhoren. Je moet verantwoordelijkheid willen dragen in de sterke geïndividuali-
opvoeden en onderwijs. “In je eentje bereik je weinig, maar door de krachten te bundelen binnen een stichting als H3O bijvoorbeeld lukt dat wel.” Cil Wigmans: “Een goed verhaal is goud waard. In Bijbelse verhalen gaat het over het eindeloze gevecht tegen de chaos. ‘Laten wij mensen maken,’ zo staat er. Ook scholen moeten mensen maken. Schoolteams moeten samen de essentiële zaken benoemen, dingen die echt onmisbaar zijn bij de vorming van kinderen – menselijkheid bevorderen is er zo eentje – praktisch uitwerken en uitvoeren. Kinderen leren participeren in een community of practice. Het zou een ramp zijn als we bijvoorbeeld het bevorderen van menselijkheid op zijn beloop laten. Selectie en allocatie mogen niet het hoogste doel van de school zijn, anders verpatsen we onze zaak aan staat en markt.”
5
Talent voor verhalen
Vertellen blijft belangrijk in Verhalenverteller Guido de Bruin op zijn website (www.guidodebruin.net/over-mij): ‘Ik vertel graag in de ik-vorm. Als je een verhaal hoort uit de mond van een van de personages en het ziet door zijn of haar ogen, komt het heel dichtbij.’
het onderwijs, alle digitalisering ten spijt. Geen spoortje twijfel daarover bij Guido de Bruin, die op de Inspiratiedag een workshop presenteerde over verhalen vertellen. De Bruin werkt bij Verus (vereniging voor Christelijk onderwijs). Regelmatig adviseert hij scholen op het gebied van identiteit. Bijbelverhalen geven in belangrijke mate kleur aan de identiteit van onze scholen. “Weinig beklijft zo goed als een met hart en ziel verteld verhaal. Belangrijk is dat het verhaal betekenis heeft voor de verteller zelf. Een goed verteller laat altijd iets van zichzelf zien.”
Een bijbelverhaal vertellen begint met goed lezen “Wat staat er precies en in welke context wordt het verteld? Het zijn oude verhalen waarvan de oorspronkelijke
6
bedoeling in de loop van de eeuwen enigszins veranderd kan zijn.” Guido de Bruin neemt de gelijkenis van de talenten als voorbeeld. In de bijbel, waar het woord ‘talent’ oorspronkelijk vandaan komt, is talent een bepaald gewicht aan goud of zilver. Voor ons is het een bijzondere aanleg, een gave, iets wat iemand heel
Ook op het zonnige terras bij het Energiehuis werd volop nagepraat over de workshops.
goed kan. Die kwaliteiten moet je goed gebruiken, anders loopt het slecht met je af, zo luidt de gangbare uitleg van de gelijkenis. Je wordt gewaarschuwd te woekeren met je talenten, de schouders eronder dus. “De gelijkenis is ook uit zijn context gerukt,” meent de spreker. “In Mattheus staat de gelijkenis bij andere
Lunch en discussie in het Energiehuis
verhalen over ‘het koninkrijk der hemelen’, ook vaak aangeduid als ‘het koninkrijk Gods’. De gelijkenis laat iets zien van Gods nieuwe wereld, die een duidelijk contrast vormt met de wereld
geen windeieren: ze weten het bedrag voor hun heer te verdubbelen. De heer overlaadt hen met complimenten. Deze goede en trouwe dienaren krijgen de leiding over grote en belangrij-
‘Weinig beklijft zo goed als een met hart en ziel verteld verhaal.’ van aardse koningen en machten.” Een kijkje in de wereld die God voor ogen staat Een man gaat op reis. Drie dienaren mogen voor zijn geld zorgen. De eerste dienaar krijgt een miljoen, de tweede een half miljoen en de derde een ton. De heer vertelt er niet bij wat hij van zijn dienaren verwacht. De talenten leggen de eerste en tweede knecht bepaald
ke zaken. De derde dienaar doet niets met het geldbedrag dat hij kreeg. Hij stopt het veilig in de grond en geeft later alles netjes terug aan zijn heer. “Ik was bang de schat te verliezen en dan zou u woedend worden, want u bent een strenge heer die altijd meer wil,” verdedigt hij zijn gedrag. Het helpt hem niet, hij gaat behoorlijk nat. “Je bent een slechte dienaar. Had het geld tenminste op de bank gezet,
dan had ik het nog met rente terug gekregen,” krijgt hij te horen. Daarna wordt hij afgevoerd naar ‘de donkerste plaats’. Geen geld, maar geestelijke waarden Een gelijkenis is per definitie een metafoor. Het gaat in het koninkrijk van God natuurlijk niet om geld. Maar waar staan die talenten dan voor? Precies op het moment dat Guido dit wil ontsluieren, moet hij zijn verhaal abrupt stoppen. Het ontruimingsalarm gaat af. Iedereen moet direct de zaal verlaten… Even later treffen we Guido beneden in de lange hal van het Energiehuis. “Ik denk dat de talenten in de gelijkenis staan voor geestelijke waarden,” legt hij alsnog uit. “Waarden als liefde, vertrouwen, hoop en vrede.” En die donkerste plek waar de dienaar naartoe gebracht werd? “Misschien is daarmee een plek bedoeld waar hij goed kan nadenken en hopelijk tot inkeer kan komen. Geestelijke waarden hebben wij gekregen om elkaar mee te dienen.”
7
Slimme techniek geeft Insula’s vmbo nieuw elan
8
De fusieplannen tussen de vmbo’s van het Insula College en het Stedelijk Dalton Lyceum struikelden op de eerste de beste Haagse horde: afgewezen door het Ministerie. Daarmee kwam met
komend schooljaar 2016 - 2017 tien nieuwe ‘Profielen’ (brede leer- en vormingsgebieden). Scholen kunnen zelf bepalen welke profielen ze aanbieden. Leerlingen van het Insula College krijgen straks de keus uit vijf profielen: 1. Economie en ondernemen 2. Zorg en welzijn 3. Bouwen, wonen en interieur (BWI) 4. Produceren,
onderzoeken heb ik klaar, zodat we beschikken over belangrijke gegevens, het aantal jeugdigen bijvoorbeeld en de werkgelegenheid in relevante bedrijven in de regio.” Begin november is het plan opgeleverd en vastgesteld. Een pragmatisch plan met een concrete taakverdeling, zodat de vele activiteiten tijdig afgerond kunnen worden.
ingang van dit schooljaar een eind aan de integratie die zich al een paar jaar aan het uitkristalliseren was. Momenteel is men
‘Het vmbo is voorbereidend, dus het vak is minder belangrijk. Wij leggen het fundament en dat moet goed zijn’.
nog druk aan het ‘ontvlechten’, zodat beide vmbo’s weer helemaal op eigen benen verder kunnen. Vooral voor de techniekafdeling heeft dat de nodige consequenties. Techniek werd immers volgens plan bij Dalton ondergebracht, maar nu heeft Insula haar afdeling uiteraard weer terug. Want een vmbo zonder techniek, dat wil toch niemand.
Techniek is terug, maar wordt wel anders Nu Insula Leerpark techniek weer zelfstandig heeft opgepakt, wil dat nog niet zeggen dat daarmee alles weer wordt zoals het vroeger was. Integendeel. Het gehele vmbo gaat op de schop, zo besloot het kabinet met brede instemming van de Kamers. De huidige sectoren bestaan alweer zo’n vijftien jaar. Die passen met het jaar minder bij de behoeften van de veranderende samenleving. Dat geldt ook voor de techniekafdeling. Daarom krijgt het vmbo
installeren en energie (PIE) 5. Dienstverlening en producten (D&P). Dit schooljaar staat de school voor de omvangrijke taak haar profielen concreter te boetseren en in te vullen met interessante leerinhouden, hedendaagse werkvormen en technieken. De profielen 3, 4 en deels ook 5 vallen onder de vlag van techniek. Bert Driessen (projectleider techniek) en Eric de Geus (docent BWI) zijn intensief met de uitwerkingen bezig. Beide mannen - even de tijd nemend om met Krijt te praten - weten wat hen te doen staat. Meters maken, de schouders eronder samen met andere mensen van de school. Want voor je het weet staat het nieuwe schooljaar voor de deur. Revitaliseren Zelfstandig Project Manager Bert Driessen is begin september ’15 op het Insula College aan de slag gegaan als projectleider techniek. Vanuit zijn ervaringen als adviseur en interimmanager kent hij onder meer alle instrumenten van het vmbo-orkest. “Bestuursvoorzitter Jitze Ramaker heeft mij gevraagd om het Insula College te helpen bij het bepalen van de nieuwe richting. Help ons mee te revitaliseren na het afketsen van de fusie, de energie er weer in te brengen, de juiste richting te bepalen en de goede dingen te verwoorden, zo luidde het verzoek. Ik ben hier voor twee dagen in de week tot de oplevering van het plan en daarna voor één dag p/w om de realisatie te begeleiden. De voor-
Iedereen kan nu echt aan de slag. Waarnemend directeur, teamleiders, techniekdocenten, niemands inzet kan worden gemist. “Gelukkig hebben we enkele cracks in ons techniekteam, zoals Eric de Geus hier naast me aan tafel,” zegt Bert Driessen zonder een spoor van aarzeling. “Gelukkig maar, want dit is een pittige klus die kwaliteit vereist.”
Visie op het vmbo De opmaat naar de nieuwe opzet begint met een heldere visie. Met dat punt zijn we bij Driessen aan het juiste adres. “Het is helder waarmee het vmbo van Insula zich wil onderscheiden. Hier hoeft een kind niet te kiezen bij de voordeur. In het eerste leerjaar bieden wij alle vijf profielen aan, het tweede jaar wat minder en in het examenjaar één profiel. Wij willen een kind helpen zich te ontwikkelen, uitgaande van een breed fundament met bouwstenen om je levenslang te ontwikkelen. Met deze visie afficheren wij ons. Het vmbo is voorbereidend, dus het vak is minder belangrijk. Het vak is een vehikel om het kind te ontwikkelen. Tijdens de opleiding helpen wij haar of hem het beste uit zichzelf te halen, talentontwikkeling dus. Het vak leren gebeurt vooral in het mbo. Wij leggen het fundament en dat moet goed zijn”. School en bedrijven Eric de Geus kent het bedrijfsleven.
Voor zijn overstap naar Insula’s techniekafdeling (2009) werkte hij als bouw- en interieurtimmerman bij bedrijven. Samen met collega Robert Muusz -beiden zijn van veel markten thuis - is hij nu de profielen BWI en PIE aan het vormgeven. “Een groot verschil met vroeger is dat we nu hechtere en structurele contacten willen leggen met bedrijven in de regio. Dat is een essentieel punt in het nieuwe vmbo. Enkele jaren geleden probeerden we dat ook. Er was toen een keer een bijeenkomst, maar daar is het bij gebleven. Er is toen geen kop of staart meer aan gegeven. Nu willen we dat beter aanpakken. Opleiden van jonge
populatie afneemt. Bedrijven die nu met ons meedenken en stages aanbieden investeren in een toekomstig medewerker.” Slimme techniek ‘Smart technology’, waarbij ict en techniek geïntegreerd worden in hedendaagse toepassingen, zal veel aandacht krijgen in de nieuwe technische profielen. Bert: “Digitale toepassingen maken techniek eigentijds en extra aantrekkelijk voor jongens en zeker ook voor meisjes. We ruimen plaats in voor nieuwe thema’s als Robotica (robottechnologie), Domotica (groene energie en wonen), zon- en windenergie bij PIE.
‘Digitale toepassingen maken techniek eigentijds en extra aantrekkelijk voor leerlingen, jongens én meisjes.’ mensen is niet meer een zaak van het onderwijs alleen. We kijken goed rond waar kansen liggen, waar vraag naar is in de regio en het mbo. Eén ding is al wel duidelijk: contacten moeten ook iets opleveren voor bedrijven, anders haken ze af.” “Nu willen we van een adhoc naar een structurele organisatie,” vult projectleider Driessen aan. “Drie of vier keer per jaar nodigen we bedrijven uit met soep en een broodje om ons feedback te geven. Doen wij de goede dingen, waar kunnen we onze profielen bijsturen? De lijst met 126 bedrijven ligt klaar. Het momentum is daar om belangen van school en bedrijven bij elkaar te brengen. De spoeling in Dordrecht is namelijk nogal dun. Zodra de economie aantrekt, krijg je een enorm getrek aan technische mensen, ook al vanwege de vergrijzing. De vraag naar vakmensen wordt alleen maar groter, terwijl de
Projectleider Bert Driessen (links) en docent Eric de Geus spinnen, samen met anderen, de draad van een vernieuwd vmbo aanbod op het Insula College locatie Leerpark.
BWI wordt verrijkt met Design en decoreren. Allemaal ideeën voor straks, waarop we graag het etiket ‘Slimme techniek’ plakken. Misschien gaan we ons volgend jaar ook wel zo presenteren. We leiden niet meer op voor een vak, maar voor een wereld vol technologieën die elkaar op een slimme wijze versterken.” “Slim slaat ook op een andere werkwijze,” voegt Eric toe. “Wij willen onze mensen optimaal inzetten en samenwerken met het mbo en de regio. Gebruikmaken van de entourage en voorzieningen die buiten onze school voorhanden zijn. Ik denk aan de Duurzaamheidsfabriek in het Leerpark, waar geavanceerde 3D printers staan. Voor de houtvakken kunnen we jaarlijks een aantal dagdelen naar het Bouwcentrum aan de Trompweg in Wielwijk.” Om meer meisje voor techniek te interesseren kan het nieuwe profiel Dienstverlening en Producten weleens een gouden greep blijken te zijn. Bert Driessen wil daar graag Marco Diesman en Rachel Baan, lerares van het jaar, bij gaan inzetten. Ik verwacht er veel van en wie weet wordt Rachel de spil in het D&P web en bij techniek in de onderbouw.”
9
Joyce van der Steen
In dit nummer zetten we Joyce van der Steen in de schijnwerpers. Zij werkt vanaf 1 september 2015 als roostermaker op het Insula College Leerpark.
Elke schooldag om kwart voor 6 gaat thuis bij Joyce van der Steen de wekker. Even later start ze haar laptop op. Haar roostermobiel ligt al klaar om telefoontjes van zieke medewerkers aan te nemen. De afspraak is dat ziekmeldingen uiterlijk 7 uur bij haar binnen moeten zijn. Joyce gaat meteen aan de slag om de meest urgente roostermutaties door te voeren en in Magister te wijzigen. Zo wordt voorkomen dat leerlingen het eerste lesuur voor niks naar school komen. Ze moeten dan wel met hun mobieltje inloggen bij Magister om eventuele roosterwijzigingen te bekijken. Tegen 8 uur gaat Joyce op school verder met roosteren.
Het is de laatste schooldag voor de herfstvakantie. Een spannende dag voor Joyce. Vandaag voor het eerst is roostermaken op het Insula College voor honderd procent haar taak, terwijl Sandra van Wijngaarden, die haar inwerkte, met die job verder gaat bij het vmbo van het Dalton Lyceum. Nu beide scholen apart verder gaan, is het gezamenlijke rooster van de baan. “Sandra heeft me gelukkig wegwijs gemaakt en ik heb ook enkele cursussen gevolgd bij Zermelo, de producent van de software waarmee we het roosterwerk uitvoeren. Daar leerde ik randvoorwaarden en lesverzamelingen aanmaken, telgroepen inrichten, clusteren en de verschillende roosterstrategieën. Heel interessant maar zeker niet eenvoudig, omdat het op elke school weer anders is ingericht. In deze eerste weken komt er veel op
die doelloos in de school rondhangen hebben we natuurlijk liever niet. Simpele oplossingen zijn beter dan complexe, zoals een tussenuur opvullen door een lesuur te verplaatsen, of het inzetten van een docent die een opvang uur heeft. Helaas lukt het niet altijd om het iedereen naar de zin te maken. Ik moet bijvoorbeeld rekening houden met bijzondere groepen zoals een Structuurklas die niet van lokaal wisselt en met vakken die slechts door een deel van een klas gevolgd worden. Of met de vraag of een bepaalde docent of vaklokaal dan beschikbaar is. Docenten willen liever niet al te vaak van lokaal wisselen, allemaal dingen die meespelen. Als ik iets niet goed weet, bel ik met een docent of teamleider. Halfbakken werk is niet mijn ding. Roostermaker is een verantwoordelijk beroep, waarbij je perfectionistisch
“Ik vind het interessant om nauw betrokken te zijn bij het planningsproces.”
Niet alleen verwerkt ze de mutaties voor de rest van die 10 dag. Er komt ook voortdurend nieuwe input binnen, via telefoon of email of van mensen die Joyce’s kamer binnenlopen. De info moet snel verwerkt worden. Roosters moeten immers op tijd klaar zijn, anders hebben ze geen zin. Beschikbare docenten en (vak)lokalen, lestabellen,
me af. Ik maak lange dagen, daar ik de routine nog mis. Roostermaken is secuur werk. Ik moet er niet aan denken dat ik fouten maak waardoor de zaak in het honderd loopt. Voor de zekerheid controleer ik of wijzigingen goed worden weergegeven in Magister en op de Lichtkrant, de grote schermen in de school. Het voelt goed dat ik voor deze verantwoordelijke baan gevraagd ben. Ik ben er blij mee.”
vakkenclusters, er zijn zo veel dingen waarmee de roostermaker rekening moet houden. Best lastig. Maar de voldoening is groot als het lukt om van al die puzzelstukjes een mooi plaatje te maken.
Lege tussenuren zijn voor elke roostermaker de grootste kiezel in de schoen. Joyce probeert die zoveel als kan te voorkomen. Maar soms lukt dat niet en is de bodem van haar trukendoos bereikt. “Het blijft lastig om te schipperen tussen de belangen van docenten, leerlingen en directie. Klassen
en gedetailleerd te werk moet gaan. En je moet stressbestendig zijn. Dat ben ik wel gewend van mijn vorige banen. Ik ben juist van de uitdaging. Dat maakt dit karwei juist leuk.” Zermelo lijkt een toverstafje, maar het is echt niet zo dat je met één druk op de knop een mooi rooster tevoorschijn tovert. Daarbij blijft het opletten, want een schoolrooster heeft al gauw iets weg van het bekende kaartenhuis. Naast het lesrooster voor een jaar, het ‘basisrooster’, kan Zermelo tevens roosters maken voor toetsen, tentamens, sportdagen, oudergesprekken, enzovoort. Dat alles nadat de gegevens zijn ingevoerd. Joyce van der Steen gaat dat allemaal meemaken. “Ook de grootste klus,
Pas aan het werk bij H3O is een vaste rubriek in Krijt. Op wie richten we de schijnwerpers in de volgende uitgave? Mail je suggesties naar
[email protected]
Pas aan het werk bij H3O
Joyce van der Steen, roostermaker van het Insula College in het Leerpark, kan in haar werkkamer geconcentreerd bezig zijn met het ingewikkelde meet- en paswerk van het roosteren.
het basisrooster voor het volgend schooljaar, is nieuw voor mij. Daar beginnen we ongeveer in mei aan, zodra de gegevens voor het nieuwe schooljaar binnen druppelen. Een hectische tijd, begreep ik van Sandra. Op het laatste moment kan er nog het een en ander veranderen: mutaties binnen het docententeam, leerlingen die van studierichting veranderen, noem maar op. Ik vind het interessant om zo nauw betrokken te zijn bij het planningsproces.” Joyce is meer dan tevreden met de werkkamer die ze onlangs kreeg toegewezen. “Eerst zat ik bij de schooladministratie aan de kant van het drukke schoolplein. Hier heb ik een kamer voor mezelf, heerlijk rustig zodat ik me goed kan concentreren. Een kamer met genoeg ruimte waar ik met mensen rond de tafel kan zitten om roosterkwesties te bespreken. De ruimte is nog wat kaal. Ik heb de docent handvaardigheid gevraagd om leuke kunstwerkjes van leerlingen, zodat het gezelliger oogt. Wel zo prettig voor een kamer waar je de hele dag verblijft.”
Joyce van der Steen Geboren
: 1964 in Rotterdams ziekenhuis; tot haar 12e opgegroeid in Alblasserdam.
Woonplaats : Dordrecht. Opleiding en werkervaring
: Vanaf 1981 werkzaam (o.a. als teamleider) in een verpleegtehuis, waar zij het diploma Ziekenverzorging haalde. : In 1990 overgestapt naar de wijkverpleging bij Opmaat (nu Aafje). : In 1999 via de MBO-opleiding Systeem- en Netwerkbeheer omgeschoold tot applicatiebeheerder ict. : 2006 HBO Informatica : 2007 HBO Bedrijfskundige Informatica “Na een lange periode van 18 jaar in de zorg wilde ik iets totaal anders. Van die switch naar de ICT-branche heb ik nooit spijt gekregen. Er was steeds volop interessant werk. Ik was werkzaam op de ICT Servicedesk bij Jeugdzorg op diverse locaties. Vervolgens als applicatiebeheerder bij Yulius van o.a. SAP, Decos, Topdesk en ik was redactrice van het Intranet.” : In 2015 aan het werk bij H3O, waar zij het zwangerschapsverlof van Laura Jacob waarnam (applicatiebeheer administratieprogramma Magister bij Insula Koningstraat en Halma). : Vanaf september 2015 roostermaker bij het Insula College locatie Leerpark.
Privé
: Getrouwd; 3 kinderen (drieling nu 24 jaar) en 4 kleinkinderen, het vijfde op komst. “Het waren hectische tijden toen mijn kinderen alle drie nog klein waren, maar het was te combineren met mijn werk in de verpleging, omdat ik daar vaak ’s avonds en in het weekend kon werken.”
Hobby’s
: “Wekelijks een keer Aqua-power in het zwembad en naar hondentraining met de hond die we adopteerden uit een Grieks asiel. We zagen de pup op internet, het was liefde op het eerste gezicht.”
11
Supersnelle route van mavo naar hbo techniek
12
Drie jaar geleden begon de mavo van het Insula College met een techniekaccentklas. De enthousiaste kartrekkers Frank Kouwenhoven en Ruud Maasdam maakten er al gauw een feest van zelf-
Denken in stijgende lijnen Niet dat de mavo van het Insula College alles in haar eentje behoeft uit te dokteren. Binnen het TOT-project werkt de school samen met twee andere vmbo-tl scholen en met het Da Vinci College (mbo) en Hogeschool Rotterdam (hbo). Het
uitleven in een interactief centrum voor techniek (bijv. NEMO). Samen werken aan een project en de resultaten presenteren zijn belangrijke vormingsdoelen. De nieuwe bruggen die de techniekleerlingen ontwierpen voor de Dordtse wijk Stadswerven illustreren
vertrouwen van. Uitdagingen waren er genoeg voor het project dat de naam ‘Talent Ontwikkeling Techniek’
Samen werken aan een project en de resultaten presenteren zijn belangrijke vormingsdoelen van de techniekaccentklas.
(TOT) meekreeg. Het idee dat mavo leerlingen in slechts 9 jaar een hbo-diploma Techniek in handen konden krijgen deed hier en daar wel de wenkbrauwen fronsen. Het klonk te mooi om waar te zijn. Utopisch haast. Maar nu is de school aan de Koningstraat hard op weg het ambitieuze plan waar te maken met een ‘Versneltraject techniek’. Daarmee wordt het traditionele patroon van 4 jaar mavo, 4 jaar mbo en nog eens 4 jaar hbo doorbroken. Net als de strakke scheidslijnen tussen deze schoolsoorten. Een sterk staaltje innovatie. Over Talent Ontwikkeling Techniek gesproken!
doel: meer leerlingen op middelbaar niveau warm laten lopen voor techniek door hen een aantrekkelijk en interessant leerprogramma aan te bieden “Onze mavo begon drie haar geleden met één techniekaccentklas,” vertelt techniekdocent Ruud Maasdam met een blik in de achteruitkijkspiegel. “Nu hebben we er vier, twee in het brugjaar en twee techniekklassen in het tweede jaar. Er zit dus muziek in, het scoort. Gelukkig groeit ook het aantal meisjes dat aanhaakt. We zijn begonnen met nul meisjes, toen kwamen er twee, nu hebben we er zeven en volgend schooljaar gaan we voor twaalf meisjes. Een goede ontwikkeling. Meisjes werken vaak nauwkeuriger, ze lezen beter. ”
perfect de werkwijze. Een stedenbouwkundige van de gemeente kwam ‘het programma van eisen’ toelichten. Daarna konden de groepjes aan het werk met materialen naar keuze. Naast conventionele technieken (zagen, boren, enzovoort) konden ze moderne apparatuur inzetten, zoals computers om ontwerpen te tekenen, een 3D-printer en lasersnijder. “Met onze techniekaccentklassen sluiten wij het schooljaar altijd feestelijk af,” vertelt Ruud Maasdam. “Dat doen we samen met de ouders. Ouders zijn onze ambassadeurs, we willen hen graag binnenhalen. De kinderen krijgen een certificaat waarop staat wat ze allemaal gedaan en geleerd hebben. Succes moet gevierd worden, nietwaar.”
Echte opdrachten van echte opdrachtgevers Thematisch werken en ontdekkend leren kenmerken de technieklessen in de accentklassen. Kinderen die bijvoorbeeld allemaal eenzelfde knijper aan het maken zijn, zul je daar niet aantreffen. Nee, ze werken in kleine groepjes aan een open opdracht waar ze verschillende kanten mee op kunnen. Steeds gaat het om een realistisch probleem dat om een technische oplossing vraagt. Geen lappen theorie uit een boek leren, maar al doende leren, zowel binnen als buiten de school. Jaarlijks staan zes thema’s centraal met vaak een excursie naar een bedrijf, gerelateerd aan het thema. Soms komt een gastdocent interessante dingen vertellen of kunnen de kinderen zich
Full speed vooruit Frank Kouwenhoven - als lid van het unitteam onderbouw coördineert hij de voortgang van TOT - staat te popelen om Krijt over de laatste ontwikkeling te informeren. “Nieuw is dat we dit schooljaar met het Versneltraject zijn gestart. Een speciale route die begint in het tweede leerjaar van de techniekaccentklas, direct na het brugjaar dus. De afgelopen periode hebben we de tijd genomen om alles terdege voor te bereiden, want haast mag zorgvuldigheid nooit in de weg zitten is ons devies. Het normale traject naar een diploma techniek op hbo-niveau zou twaalf jaar vergen: telkens vier jaar op elk schooltype. Maar met het Versneltraject van TOT kan het in
Wethouder Sleeking is erbij als leerlingen hun ontwerpen voor een brug naar de wijk Stadswerven presenteren.
negen jaar. Drie jaar mavo, drie jaar mbo en drie jaar hbo. Het betreft een snelle, doorlopende leerlijn voor technische beroepen waar bedrijven om vragen, bekwaam middenkader op het gebied van engineering, elektrotechniek en straks ook ICT. Natuurlijk komen niet alle leerlingen voor deze acceleratie in aanmerking. Zij moeten duidelijk wat extra in hun mars hebben. Motivatie en betrokkenheid moeten prima in orde zijn. Docenten moeten positief adviseren en wat de leerresultaten betreft zien we graag een 7 of meer.” Warme overgang In de eerste en tweede klas werken de techniekleerlingen fulltime op de eigen school aan de Koningstraat. Eind eerste klas wordt gekeken wie er vanaf de tweede kan versnellen. Die leerlingen krijgen meer lesuren in hun examenvakken waaronder Nederlands, Engels wis- en natuurkunde, terwijl het leerpakket van
De kartrekkers van TOT, Talent Ontwikkeling Techniek op het Insula College Koningstraat: (vlnr) Ruud Maasdam (docent techniek) en Frank Kouwenhoven (docent biologie en lid unitteam onderbouw).
enkele andere vakken in minder lesuren moet worden verwerkt. Dat betekent, om in techniektermen te spreken, meer spanning op de kabel. In het 3e leerjaar gaan ‘de versnellers’ wekelijks één dag naar het mbo van Da Vinci. Daar krijgen ze zo veel
Vinci gaan leren. Best spannend voor hen en hun ouders. Daarom pakken we het voorzichtig aan. Deze kinderen staan er niet alleen voor, we slaan als het ware een arm om hen heen.” De eerste ervaringen van Frank en Ruud met de klas die de snelle route
‘Bij deze kinderen merk je bevlogenheid. Ze komen heel graag naar techniek en werken hard.’ techniek, dat dit vak op het Insula College geschrapt kan worden. In de vierde klas zijn ze nog maar één dag per week op de mavo, de overige dagen op Da Vinci. Een slimme constructie waarmee de beoogde tijdwinst wordt gerealiseerd. In de powerpoint van Frank Kouwenhoven is de term Versneltraject vervangen door Omarmingstraject. “Je ziet dat deze kinderen al op jonge leeftijd bij Da
volgt zijn erg positief. Ruud: “Je geeft daar met veel plezier les. Bij deze kinderen merk je bevlogenheid. Ze komen heel graag naar techniek en werken hard.” Frank kan dat helemaal beamen. “Ik geef daar nog maar een lesuur minder biologie per week, maar we zijn wel even ver als andere klassen met twee lesuren biologie. Deze kinderen willen er honderd procent voor gaan.”
13
10 voor Rachel
Rachel Baan heeft veel te vieren. Het vakmanschap van de techniekdocente van het Insula College (Leerpark) werd op 7 oktober 2015 bekroond met de onderscheiding Leraar van het Jaar. Daarmee zette zij niet alleen zichzelf in de schijnwerpers. Het was ook een mooie opsteker voor de school waar Rachel zich jarenlang volop kon ontplooien en samen met anderen haar vakgebied tot hoge ontwikkeling kon brengen. Een unieke aanpak waar de lande-
met de burgers van de toekomst. Werken met een klas kinderen is ontzettend dynamisch, het vraagt heel veel van je. Heb je een keer een offday, dan kun je in het bedrijfsleven rustig even de tijd nemen. Maar als op school om kwart over acht de bel gaat, moet je er helemaal staan. Pittig, maar je krijgt er veel voor terug. Kinderen begeleiden op weg naar volwassenheid geeft me veel voldoening. Mijn moeder had het al goed gezien: Jij bent echt iemand voor het onderwijs.”
lijke jury heel lovend over sprak. Over ‘schoolbranding’ gesproken! Rachels lievelingsvak techniek kreeg opeens veel positieve aandacht in de media. Dat is voor haar ongetwijfeld een extra reden voor een feestje. “Mijn passie is techniek en technologie, zaken die steeds belangrijker worden in onze samenle-
2. Techniek onderbouw of bovenbouw? “Ik geef techniek, natuurkunde en ict in de onderbouw. Het gaat om een eerste oriëntatie, lekker breed en nog niet toegespitst op een beroep. Mijn collega en ik kunnen allerlei interessante opdrachten bedenken en dat doen we volop. Ik zit nu trouwens wel in het ontwikkelteam
voor een nieuw techniekprofiel in de bovenbouw: Dienstverlening en Producten. Een breed profiel voor kinderen die nog niet echt een keus hebben gemaakt. Ik zie het als een leuke uitdaging om D&P mede op poten te zetten. Erg zinvol ja.” 3. In de klas of achter schermen met onderwijs bezig zijn? “Voor mij ligt het accent op bezig zijn met kinderen. Ik werk met zelfontwikkeld lesmateriaal, wat het extra leuk maakt. Daarnaast heb ik als hoofd van de vaksectie enkele taken buiten de klas. Coördineren en sturing geven, zodat de neuzen dezelfde kant op wijzen. Samen zorgen dat onze school zich blijvend ontwikkelt.” 4. Techniek voor jongens of voor meisjes? “Techniek is natuurlijk ook voor meiden. Daar ben ik zelf het
ving. Sommige journalisten vonden een lerares die techniek geeft heel bijzonder. Nou, als je laat zien dat je er verstand van
Ir. Rachel Baan
hebt, word je volledig geaccepteerd hoor. Techniek is gewoon
Geboren
: 1969 te Dordrecht.
een slimme keus, een boeiend vak. Wie weet is mijn onderscheiding een stimulans voor
14
meisjes om dit vak te kiezen. Dat is mijn missie” We laten de ‘Leraar van het Jaar’ 10 keer kiezen uit 2 mogelijkheden. Wat trekt haar
Woonplaats : Dordrecht. “Ik ben een echte schapenkop. Sinds kort woon ik aan de rand van het Leerpark. Een paar minuten lopen en ik ben op school.” Opleiding : In 1995 afgestudeerd in Technische wiskunde en informatica aan de TU in Delft. : Tweedegraads onderwijsbevoegdheid voor wiskunde in 2004, voor techniek in 2007 en voor informatiekunde in 2014. “Best grappig: je bent afgestudeerd ingenieur in die vakken, maar het papiertje om er les in te mogen geven had ik niet.”
het meest? Wordt het een makkelijke keuze of plaatsen we haar voor een dilemma?
1. Werken in het bedrijfsleven of in het onderwijs? “Dertien jaar geleden stapte ik vanuit het bedrijfsleven de klas in. Vaak zat ik op kantoor hele dagen achter de computer, met rsi-klachten als gevolg. Ik zocht vooral meer voldoening in de dingen die ik deed. Graag wilde ik meer betekenen voor de maatschappij. Onderwijs leek me een goede keus. Je bent er bezig
Prof. ervaring
: Van 1995 tot 2002 werkzaam in het bedrijfsleven, waarvan enkele jaren bij baggermaatschappij Boskalis. : Vanaf 2002 bij het vmbo van het Insula College in het Leerpark. Momenteel 3 dagen per week docente techniek, natuurkunde en informatiekunde in de onderbouw. : Co-auteur van de lesmethode ‘Elementen’ (techniek, natuurkunde, ict). : Bestuurslid van NVON, beroepsvereniging voor docenten in de bètawetenschappen.
Hobby’s
: “Heb altijd paard gereden totdat mijn paard met pensioen ging. Ik doe aan hardlopen en vind het leuk om interessante technieklessen te bedenken. Dus ik kan zeggen dat mijn werk mijn hobby is.”
Privé
: Twee kinderen (zoon van 15, dochter van 13 jaar); gescheiden in 2009. “Dit jaar kan niet meer stuk: in juli voor de tweede keer getrouwd, samen een huis gekocht. En nu zelfs Leraar van het Jaar. Geweldig!”
levende bewijs van. Onlangs vroegen ze me of ik als docente techniek wel geaccepteerd werd in het technische wereldje. Nou, helemaal hoor! Jammer genoeg kiezen de meeste meiden voor zorg, welzijn of economie, vaak gepromoot door hun ouders. Ik hoop dat we straks met ons nieuwe D&P-profiel meer meisjes trekken naar onze technieksector. Bij D&P ligt het accent meer op technologie, de schone handen techniek.” 5. Zelfstandig werken of aan het handje van de leraar? “Absoluut niet aan de hand van de leraar, maar zelfstandig aan de slag zoveel als kan. Mijn motto is ‘Leer mij het zelf te doen’, een oude wijsheid van Maria Montessori. Ik ben vooral coachend bezig met individuele leerlingen, die van de ene opdracht in de volgende rollen, in eigen tempo.” 6. Regels zijn regels of over regels valt te praten? “Je hebt basisregels die echt nodig zijn. In ons lokaal zijn dat de veiligheidsregels, zoals lange haren in een staart, geen losse kleding, bij boren doe je een bril op. Daar valt niet van af te wijken. Verder moet je niet te star zijn.” 7. Leren door te doen of leren uit boeken? “Anders dan op havo en vwo gaat het in het vmbo vooral om het doen. De concentratieboog van leerlingen is vrij kort. Veel theorie doceren werkt dus niet. Laat de leerlingen lekker iets doen. Dat kan bij alle vakken, vind ik. Ik heb een tijdje een theoretisch vak als wiskunde gegeven. Bij lessen over coördinaten maakten we van hout een assenstelsel waarmee we in 3D de leerstof oefenden. Toen snapten de leerlingen het. Zelf het wiel uitvinden maakt het werk voor de docent extra interessant. Toen we jaren geleden begonnen met het nieuwe combivak
Rachel Baan met haar award en natuurlijk bloemen. Zij behoorde tot de drie finalisten voortgezet onderwijs die uit honderden genomineerden geselecteerd werden. “Toen werd het echt spannend. De jury had mijn cv al en een filmpje over mijn manier van werken in de klas. Vervolgens werd ik een hele dag doorgezaagd over mijn passie voor het leraarschap. Waar ik voor sta in het onderwijs rust op drie pijlers: leerplezier voor de leerlingen, hun zelfvertrouwen vergroten en hun zelfstandigheid bevorderen. Niet altijd aan het handje van de docent, maar aan de slag met uitdagende opdrachten. Ook had de jury veel waardering voor het originele lesmateriaal dat we hier bedacht hebben.”
techniek/natuurkunde was er nog geen methode. Collega Marco Diesman en ik zijn toen begonnen met een eigen methode ‘Elementen’. Vmbo-ers zijn doeners, maar lesen werkboeken horen er wel degelijk bij hoor. Zelfs bij informatiekunde gebruiken we naast de computer bewust een papieren boek. Leerlingen kunnen terugbladeren en aantekeningen maken. Zo spreek je meerdere hersengebieden aan, wat altijd het meest effectief is.”
9. Plagen of pesten? “De grens daartussen is vaag. Wat als plagen begint, kan pesten worden en leiden tot een vervelend conflict. Daarom probeer ik ze allebei te voorkomen. Als ik het merk, treed ik corrigerend op en praat met de leerling.”
8. Hoge resultaten of een goede sfeer in de klas? “Als de leerlingen plezier hebben in de leerstof, gaan ze meteen beter hun best doen om een
10. Opleiding of ervaring? “Opleiding vind ik heel belangrijk, het is de basis. Maar daarmee alleen ben je er niet. Je leert nergens zoveel als voor de klas.”
goed resultaat te halen. Goed voor hun zelfvertrouwen. Fouten maken mag, fouten kun je verbeteren om alsnog een goed resultaat neer te zetten.”
15
Kwaliteitsimpuls voor de sector Kinderopvang
16
Vrijwel alle pedagogisch medewerkers (pm-ers) van H3O, actief in peuteropvang, bso en kinderdagverblijf, waren 11 november present op de Themamiddag Pedagogische Beleid. Een zaal vol goedlachse dames - mannelijke pmers kent H3O niet – die de
bestuur en onze schoolplusdirecteuren. Al die mooie woorden moeten nu hun weg vinden naar de praktijk. Daar gaan wij voor de komende jaren. Vanmiddag maken jullie alvast kennis met de ‘sleutelfactoren en bouwstenen’ die zijn opgesteld door het landelijk Pedagogenplatform. Van die expertise maken we graag gebruik. Geweldig dat Annemieke Waage hier is. Zij is betrokken bij het platform en werkte mee aan de notitie ‘Bouwstenen voor een pedagogisch kwaliteitskader kinderopvang’.”
humor van gastspreker Annemiek Waage zeer wisten te waarderen. Alles liep op rolletjes tijdens deze door Milka Barends georganiseerde middag. Milka en haar sector-collega’s op het Bestuursbureau leverden een grote bijdrage door zelf enkele interessante workshops voor hun rekening te nemen.
Het recept ligt klaar Broodjes, koffie, thee fris, lekkere hapjes, overal was voor gezorgd. Even onthaasten na een drukke ochtend op peuterzaal of dagverblijf. Exact om één uur begon het programma. Milka Barends beet de spits af. “In 2016 staat er veel op stapel voor de kinderopvang. Ons pedagogisch beleidsplan was toe aan een herijking. Dat was hard nodig gezien de veranderingen in de afgelopen jaren, allerlei nieuwe regelingen en natuurlijk Schoolplus. Het nieuwe plan, dat ik mede heb mogen vormgeven, is intensief besproken met en goedgekeurd door het
‘Gaaf dat H3O onze bouwstenen meeneemt’ Pedagoog Annemiek Waage heeft een schat aan ervaringen opgebouwd in de kinderopvang. Zij startte haar carrière in 1983 als leidster van een peutergroep. “Vijf dagen naar de speelzaal was toen normaal voor een peuter. Niemand vond dat zielig. We vonden het juist zielig als kindjes maar twee keer kwamen: die kinderen misten zo veel. Nu denken we daar anders over. Nu vinden we 4 of 5 dagen per week een beetje zielig. Maar hoe kan het nou, zielig als ze bij jou in de groep zijn?” Zo die zit! Annemiek heeft meteen ieders aandacht. Zij studeerde pedagogiek en ging beleid maken voor ‘een grote speler in Den Haag’. Weer wat later managede zij een eigen adviesbureau, nu geeft ze onder meer les op een ROC. Op haar website vat Annemiek haar gedachten over kinderopvang kernachtig samen. “Werken met jonge kinderen is een vak, een beroep. Dat vraagt een heldere visie op kinderen, hun ontwikkeling en hun opvoeding.” Met het Pedagogenplatform formuleerde zij sleutelfactoren voor een pedagogisch kwaliteitskader, een ‘programma van eisen’. Voor een goede uitwerking van die eisen zijn bouwstenen nodig, waarmee een stevig pedagogisch fundament gelegd kan worden. De Haagse pedagoge vond het gaaf dat H3O deze bouwstenen meeneemt in haar pedagogisch beleid. ”Ik ben daar heel blij mee. De meeste factoren waren al elders beschreven. Wel nieuw is het partnerschap met
ouders. Partner worden, dat gaat best wel ver. Je gaat met ouders een professionele verbinding aan. Dat kan betekenen dat je soms bereid moet zijn je werkwijze aan te passen. Een kind moet zich veilig voelen is een factor die met stip bovenaan moet staan. Het houdt in, dat een kind zichzelf mag zijn en dat het zich geaccepteerd voelt.” De tijd ontbrak om alle bouwstenen te bespreken. Annemiek Waage nam er een paar onder de loep. Kinderen zijn zeer gebaat bij een stabiele groep, ze leggen vriendschapsrelaties en raken verknocht aan elkaar. Zij is een groot voorstander van horizontale groepen. Dus geen kinderen van 0 tot 4 samen in een groep, wel van 0 tot 2 jaar en van 2 tot 4 jaar. Zo kan de pm-er beter inspelen op verschillen. Omgaan met een baby is een andere tak van sport dan opvang van een driejarige. “Je moet niet te gauw nee zeggen tegen een kind,” adviseerde Annemiek tot slot. “Denk eerst na waarom je nee gaat zeggen.” Hoe MI het aanbod kan verrijken Gardner’s theorie over Meervoudige Intelligentie (MI) heeft bij Annelieke van Daalen een warm onthaal gekregen. Binnen de kinderopvang van H3O heeft zij zich gespecialiseerd in kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. “Als je goed kijk naar een kind, zie je al gauw wat het graag doet. Zingen, klimmen, sorteren, noem maar op. Voorkeuren hebben vaak te maken met de verschillende intelligentiegebieden die Gardner noemt. MI kunnen we goed gebruiken om ons aanbod rijker te maken, zodat kinderen beter kunnen kiezen wat echt hun interesse heeft. Heel belangrijk, want zonder interesse leren ze weinig of niets.” Een ding is duidelijk: eenheidsworst is de verkeerde benadering. Met concrete voorbeelden en tips lichtte Annelieke de intelligenties toe, van Beeldknap tot Zelfknap. Zo werd het een interessante, praktische workshop. Tot slot liet Annelieke de medewerkers hun tanden zetten in een praktische opdracht. “Trek een MI-kaart en bedenk daarbij een activiteit rond de decemberfeesten. Ik verzamel alle
Milka Barends
Annemiek Waa ge
Annelieke van Daalen
Martine Huism an
ideeën in een map, zodat we er straks echt iets aan hebben.” Elkaar vooruit helpen Iedereen heeft wel punten die te verbeteren zijn. Dat is de gedachte achter de TINK-training en de daaraan gekoppelde feedback activiteiten. TINK is een trainings- en verdiepingsprogramma voor pm-ers. Goed taalgebruik en sterke interactievaardigheden van de pm-ers zijn essentieel voor een optimale ontwik-
keling van jonge kinderen. De medewerkers van de bso’s beginnen in 2016 met de Tinktraining. Hun collega’s van de peuteropvang komen later aan de beurt, daar zij al VVE-geschoold zijn. In de originele workshop van Milka Barends en Martine Huisman kon iedereen zich opnieuw of voor het eerst oriënteren op de TINKvaardigheden. Via stellingen kon men reflecteren. Wie ging staan bij de rode thermometer onderschreef de stelling voor honderd procent. Wie voor blauw koos wees hem af. Nogal wat dames kozen de veilige middenpositie. Video-interactie zal straks een onderdeel worden van de training. Toch wel een discutabel punt voor veel medewerkers. Niemand had zin om via zo’n filmpje afgebrand te worden. Martine en Milka wisten hun mensen snel gerust te stellen. “Dat zal nooit gebeuren. Jij bepaalt wat we laten zien, het gaat nooit zonder jouw toestemming. De bedoeling is elkaar vooruit te helpen. We kunnen zo veel leren van elkaar.” Wordt vervolgd in 2016. De jongens tegen de meisjes Annemiek Waage kan boeiend vertellen. De lach is zelden van haar gezicht, zeker niet tijdens haar workshop ‘De jongens tegen de meisjes’. “Ook bij de opvang van H3O worden de kinderen alleen maar door vrouwen opgevoed. Geeft helemaal niets, als we maar beseffen dat wij kijken met een meisjesblik. Wat zeg je bijvoorbeeld tegen een jongen met een geschaafde knie, vaak wat anders
Milka Barends zet aan het slot van de themamiddag de Aandachtspunten Kinderopvang voor 2016 nog even op een rijtje:
• Vernieuwd kwaliteitshandboek - NCKO metingen • Digitale risico-monitor • Welzijn • Ouderbeleid • Vrijwilligersbeleid
dan tegen een meisje met zo’n knie. In het algemeen zijn meisjes volgzamer en rustiger; ze zoeken minder vaak grenzen op, willen aardig gevonden worden. Ze willen graag de ‘queenbee’ (populair) zijn van de groep, met vage ruzies als gevolg. Jongens zijn drukker, beweeglijker, kunnen moeilijker lang aan tafel werken, maken sneller iets stuk, stoeien/vechten meer. De sterkste of de beste in iets bepaalt de rangorde. Jongens hebben minder tekst dan meisjes, maar zijn weer sterker in het bedenken van oplossingen. Jongens laten ander spel zien: meer grof motorisch. Daar moeten we vanzelfsprekend op inspelen.” Annemiek Waage hoort nogal eens dat jongens van 3 zich vervelen in de peutergroep, toe zijn aan de basisschool. “Tjaaa, dan moet je ze wel wat anders aanbieden natuurlijk. Ga vooral niet het stereotiepe gedrag van meisjes en jongens accentueren. Jongens mogen net zo goed huilen, meisjes mogen ook boos worden. Dus zeg niet te gauw: moet jij daarom huilen, moet jij daarom boos worden? En wat te doen als een meisje een ridderpak aan wil of een jongen een jurk? Graag herinner ik jullie aan onze bouwstenen: accepteer verschillen, zorg dat elk kind zich veilig voelt en vergeet het partnerschap met de ouders niet.’’
17
Erik van Doorn
Hoe is het nu met
Gelukkig is het nu anders, maar jarenlang fungeerde de Cito Eindtoets als een soort scherprechter bij de poort naar een voschool. Erik van Doorn weet het nog precies, al is het vijftien jaar geleden. Het is met een scherf in zijn geheugen gegrift. Zijn Citoscore viel wat laag uit en hoe kom je dan op de mavo? Zijn juf van groep 8 heeft zich toen enorm ingezet om hem toegelaten te krijgen. “Taal was toen niet zo mijn ding. Door veel te oefenen, dingen erin te stampen, goed te plannen en door te zetten is de mavo gelukt, ja binnen de vier jaar.” Daarmee begon voor Erik de bal te rollen. Na de mavo volgden mbo en hbo (Engelstalig!). En nu heeft hij zelfs plannen om een master te gaan doen. Ook over zijn werk is hij dik tevreden.
Je hebt op twee basisscholen gezeten. Zat daar veel verschil tussen? “Als kleuter startte ik op katholieke basisschool De Beijenburg aan de Zwaluwenburg, nu is dat De Satelliet. Ik weet nog dat het gebouw door vandalen een keer in brand is gestoken. Toen we in de Waterman gingen wonen, stapte ik over naar Jenaplanschool De Driehoek, waar ik begon in groep 6. Voor mij was het een overstap met veel plussen. Jenaplan bleek voor mij een passend concept. Je mocht daar je eigen dagen weekplanning maken. Dat vond ik erg fijn, zelf de regie hebben over je werk. Structureren lag mij goed. Helaas kwam de Citotoets voor mij op een verkeerd moment. Multiple choice vragen riepen altijd vragen bij mij op. Bij welk rondje stond het antwoord nou helemaal juist geformuleerd? Dan sloeg de twijfel toe. Juf Bianca van groep 8 heeft mij toen geweldig gepromoot bij het Insula College aan de Koningstraat, zodat ik toch toegelaten werd. Ook mijn moeder die daar werkte - nog steeds trouwens - heeft er het nodige voor gedaan.”
“Alles liep soepel, van de ene leuke job naar de andere. Het voelt gewoon goed,” stelt Erik tevreden vast, met zijn 27 jaar in de lente van zijn carrière.
18
De mavo was waarschijnlijk de tijd van de opgestroopte mouwen, want je wilde natuurlijk niet falen. “Klopt. Ik wilde koste wat kost laten zien dat ik het kon. Dat betekende heel veel oefenen om maar voldoendes te halen. Ik heb daar echt leren leren, systematisch en nauwkeurig werken. Ik paste wel op dat ik niet uit de les gestuurd werd. Dat zou mijn moeder meteen zien. Rapporten achterhouden kon ook al niet, want die printte zij zelf uit, haha. Alles was bekend. Ik vond dat
‘Ben zo blij dat ik hbo logistiek gedaan heb!’
Erik van Doorn: “Of ik nog tijd heb voor Jubal, mijn grote hobby? Zelf speel ik niet meer, maar geef les aan jeugd en senioren. Elke week een paar keer, op zaterdag zelfs de hele dag. Alleen op zondag heb ik weekend.”
trouwens niet vervelend. Het heeft positief bijgedragen aan de voortgang. Aan de leraren van Insula Koningstraat heb ik veel goede herinneringen, bijvoorbeeld de leraar Duits. Ik wilde zelfs nog een tijdje docent Duits worden, maar een talenstudie was niet mijn ding. Ik had altijd veel moeite met boeken
lezen. Enfin, na vier jaar, had ik het mavo-diploma op zak, in 2003.” En daarna naar het Da Vinci College voor MBO Logistiek? “Ja, na enige oriëntatie - zo heb ik nog een sectorwerkstuk over de marechaussee gemaakt - koos ik voor de logistieke wereld. Logistiek omvat heel veel: producten moeten op tijd klaar staan, slim magazijnbeheer, transportdocumenten, het transport regelen over weg, rail, water of door de lucht. En natuurlijk een vlotte correcte aflevering. Hoe werkt dat, wat is belangrijk, hoe kan het makkelijker of voordeliger? Leuk om over zulke vragen na te denken. Na het mbo (diploma in 2006) was ik het leren even zat en ging ik werken in het magazijn van het Albert Schweitzer ziekenhuis, mijn stagebedrijf. Een jaar later bij Loggers BV eveneens magazijnwerk. Ik had toen nog een goede reden om te gaan werken: geld verdienen voor mijn trips naar Amerika. Drie jaar achtereen zat ik in de VS, telkens voor drie maanden. Je moet weten dat ik niets liever deed dan muziek maken bij het Jubal Drum &
wist ik niet precies. Dat triggerde me om weer aan de studie te gaan. Ik koos voor Internationale Logistiek en Economie aan de Ned. Hogeschool voor Transport en Vervoer (NHTV) in Breda. Een hboopleiding met Engelstalige lessen. In de VS had ik mijn Engels enorm ver-
‘Aan de leraren van Insula Koningstraat heb ik veel goede herinneringen.’ Bugle Corps hier in Dordrecht. Wij slepen vaak eervolle prijzen in de wacht, maar in Amerika zijn muziekgroepen die nog beter presteren. Daar ging ik auditie doen en na acceptatie een maand lang een productie instuderen. Als kers op de taart gingen we daarna met onze show toeren langs de steden. Onvergetelijke optredens waren dat, in stadions met 10 tot 15 duizend bewonderaars.”
beterd. Zoiets had ik natuurlijk nooit kunnen dromen. Hbo in het Engels, veel boeken lezen, maar alles ging goed. Ik heb een beetje laat ontdekt dat mijn probleem eigenlijk wel meeviel. Misschien heb ik mezelf onderschat vanwege die Cito. Nu kan ik er een mooie les uit trekken: het maakt niet zoveel uit waar je start, doe wat je leuk vindt en het komt, als de tijd er rijp voor is.”
Met je beroep wilde je ook verder. Vond je na een paar jaar genoeg voldoening in het magazijnwerk? “Op mijn werk zag ik dingen die beter konden, maar hoe dan wel
Heb je profijt gehad van je hbo-studie? “De studie in Breda was vooral ingestoken op projectmanagement, kijken wat slimmer kan in een logistiek
proces. Die kennis kwam me perfect van pas bij de baan die ik kreeg bij DW Schenker, een bekend internationaal transportbedrijf. Daar mocht ik als projectmanager aan de slag in een groot magazijn voor elektronica. Soms kregen we grote opdrachten, bijvoorbeeld een distributiehal inrichten, compleet met werkinstructies voor de medewerkers. In juni van dit jaar ben ik gevraagd voor het Corporate Management op het hoofdkantoor. Daar ben ik verantwoordelijk voor de landelijke innovaties en ideeënmanagement strategie. Ik geef trainingen en workshops op alle vestigingen in Nederland. Zo verzorg ik de workshop ‘Leren Zien’, wat de deelnemers stimuleert logistieke zaken smart aan te pakken. Grappig. In wat me destijds als beginneling al bezighield geef ik nu les. Ben zo blij dat ik hbo logistiek gedaan heb! Graag wil ik nog een master gaan doen op gebied van bedrijfskunde of logistiek. Die ambitie heb ik neergelegd bij het bedrijf. Maar eerst ga ik starten met de black belt opleiding Six Sigma, Statistieke project methodiek.”
19
REDACTIE Janny Feijer Miranda Hannewijk Femke Hartman Hans de Roon Zeger van Mersbergen
nnelies A
Annelies Wilschut is parttime leerkracht op De Sterrekijker en kindercounseler
Colofon
Krijt is een uitgave van het bestuur van de stichting H3O
FOTO’S Zeger van Mersbergen CARTOON Henk Visser DRUK Dekkers Van Gerwen Dordrecht VORMGEVING Studio Vincenti Dordrecht VERSCHIJNING 4x per jaar OPLAGE 1100 REDACTIEADRES Postbus 151 3300 AD Dordrecht T 078 890 5000 E
[email protected] www.H3O.nl
Nieuw begin
EINDREDACTIE Janny Feijer
Sinds de zomervakantie gaat Nick naar de middelbare. Laaiend enthousiast komt hij terug van kennismakingsdagen waarin hij vertelt over voor ons onbekende leraren en onbekende kinderen. Na de eerste kennismaking volgt de eerste lesweek. Met zijn gloednieuwe rugzak, vers gekafte boeken, macbook air (airbook mac, ik blijf het fout zeggen ;-) doet hij een poging om op zijn fiets te klimmen. Met een rugzak van 8 kilo valt dat nog niet mee. Serieus he, acht kilo. Dat is een kwart van zijn totale lichaamsgewicht!!! Moet je eens proberen… Op advies van een meedenkende collega schaffen we een monkeymee aan. Een rekje achterop de fiets waaraan de tas handig vastgeklikt kan worden. Wat een uitkomst! Fietsen gaat nu stukken beter (alleen met afstappen steigert de fiets een nog beetje) Zijn dagen zijn lang. Acht uur de deur uit, en drie keer per week pas half 5 terug. Weg zijn de tussendemiddagjes gevuld met lachende stemmen en lego-ende broers. Om half vijf komt hij blij en opgewekt uit school om zich na een kort verslag van de dag, limonade en koek, terug te trekken in zijn kamer.
20
Dan is het herfstvakantie: tijd om het achterstallig lego spelen met zijn broertje in te halen. In diezelfde herfstvakantie hak ik een knoop door. Ik ga stoppen als juf op de Sterrekijker en verder met Buro Happy. Daar ligt mijn hart. Aan mijn zoon zie ik dat je behalve een zware rugzak en een steigerende fiets ook heel veel plezier kan beleven aan een nieuwe uitdaging. De lezing van mevrouw Hermsen op de inspiratiedag van Hadrieo is koren op mijn molen. In tegenstelling tot alle andere levende wezens hebben wij de mogelijkheid elke dag een nieuwe start te maken, elke dag opnieuw te beginnen. Zelfs de mogelijkheid om een andere kant op te gaan. Dus dat ga ik doen. H3O is een christelijke organisatie met kinderdagopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en scholen voor primair en voortgezet onderwijs
2016 wordt voor mij een nieuw jaar met een nieuw begin.
Ik wens voor u allen ook dat 2016 een mooi jaar met een goed begin mag zijn!