Magazine voor voortgezet onderwijs / december 2013 / jaargang 8
MAGAZINE 3 k Sjoerd Slagter neemt afscheid: 'De VO-raad stáát' k Het onderwijshart van de gebroeders Slagter k Over Sjoerd – persoonlijke reflecties van leden k Robbert Dijkgraaf over toetsgekte en variatie k Afscheidsnummer Sjoerd Slagter
IN DIT NUMMER
OVER SJOERD
MEER DAN VINKJES
Authentiek mens, bruggenbouwer, eerste onder gelijken, de man die altijd zichzelf blijft. Leden van de VO-raad over hun ervaringen met Sjoerd Slagter.
Het beroepsprofiel en bijbehorend instrument voor schoolleiders is geen checklist, maar een handvat voor professionalisering, vindt de schoolleiding vmbo van CSG Het Noordik.
13, 23, 31, 39
14
INTERNATIONALE SCHOOL Oud-leerlingen worden op ‘s werelds meest prestigieuze universiteiten met open armen ontvangen. Waarin schuilt het geheim van de International School of The Hague?
18
SJOERD SLAGTER Een persoonlijk interview met de man die na twee drukke termijnen afscheid neemt als voorzitter van de VO-raad. Hij is trots. Trots dat de VO-raad stáát. Dat de sector zelf aan zet is, en dat er een veelbelovende generatie jonge schoolleiders aankomt. Maar een grote zorg heeft hij ook. ‘Onderwijs is een kwestie van lange termijn. We moeten nú investeren om te zorgen dat er straks goede opvolgers klaarstaan om het stokje van onze huidige leiders over te nemen.’
8
2
VO-magazine 3 / december 2013
VOORWOORD LEF VOOR LATER Leren gebeurt overal: dat is de filosofie van Niekée in Roermond. Een (v)mbo-school die leerlingen met creativiteit en zelfvertrouwen de toekomst in stuurt.
26
OVER DE GRENS Internationalisering verrijkt het onderwijs, Sjoerd Slagter is er rotsvast van overtuigd. Over economie, tweetalig onderwijs, effectieve onderwijssystemen, gelukkige kinderen en nog veel meer: ‘grenzeloos leren’ in vogelvlucht.
32
ONDERWIJSFAMILIE Vier broers van Sjoerd Slagter werken ook in het onderwijs en voorzagen hun bekende broer zeven jaar lang van hun ongezouten mening.
40
ROBBERT DIJKGRAAF Voormalig KNAW-voorzitter en lid van de Maatschappelijke Adviesraad van de VO-raad, nu hoogleraar/directeur van een gerenommeerd Amerikaans onderzoeksinstituut. Hoe kijkt hij een jaar na zijn vertrek naar het Nederlandse onderwijs?
44
EN VERDER 4 Kort 5 Inspiratie 24 VO in beeld 37 Column Hendrik-Jan van Arenthals 46 Wie werkt waar / Agenda / Colofon
SJOERD SLAGTER / VOORZITTER Met gepaste trots richt ik voor de laatste keer vanaf deze plaats het woord tot u. Ik kijk met een goed gevoel terug op wat we in de afgelopen maanden in de onderhandelingen met het kabinet bereikt hebben. Onderhandelingen die hebben geresulteerd in een Nationaal Onderwijsakkoord waarin rekening is gehouden met de belangrijkste wensen van onze sector. Zo krijgen scholen meer financiële ruimte, worden de arbeidsvoorwaarden gemoderniseerd en wordt de urennorm eindelijk flexibel. Nu is het zaak snel te komen tot een Sectorakkoord VO. Hierin worden, in ruil voor de extra investeringen, prestatieafspraken gemaakt over belangrijke onderwijsthema’s als excellentie, maatwerk in de klas, inzet nieuwe leermiddelen en governance. Onze inzet is om dit akkoord te laten aansluiten op het bestaande Bestuursakkoord met ruimte voor eigen keuzes van scholen. Mijn taak zit er nu toch echt bijna op. In de Algemene Leden vergadering van 28 november draag ik formeel de voorzitters hamer over aan mijn opvolger Paul Rosenmöller. Het voorzitter schap van de VO-raad is een taak die ik altijd met veel plezier en toewijding heb vervuld. De redactie van VO-magazine heeft mij gevraagd als gasthoofdredacteur een afscheidsnummer samen te stellen met daarin onder meer een paar portretten van scholen die ik afgelopen jaren bezocht en die mij troffen door een eigen kijk op onderwijs. Zo treft u in dit nummer een portret van de internationale school in Den Haag, waar leerlingen en docenten met heel bijzondere passie en drive samenwerken. De redactie bracht ook een bezoek aan Niekée in Roermond, waar onderwijs wordt gegeven op een manier die ik niet kende. Verder komen in dit nummer niet één, maar vier Slagters aan het woord, en wel in een bijzonder gesprek dat ik had met mijn broers die, net als mijn beide ouders, ook in het onderwijs werken. Ja, onderwijs zit in je genen. Ik hoop van harte dat u plezier beleeft aan het lezen van deze speciale editie van VO-magazine. Vanaf januari richt mijn opvolger op deze plek het woord tot u. Ik geef het stokje in vol vertrouwen over. De VO-raad zal zich blijven inzetten voor top-onderwijs voor leerlingen. Aan die zaak heb ik het grootste deel van mijn loopbaan gewijd. Het ging en gaat om de toekomst van onze kinderen. VO-magazine 3 / december 2013
3
KORT
k KIJK VOOR HET LAATSTE NIEUWS OP WWW.VO-RAAD.NL
LEERLINGEN UITWISSELEN MET OSO
KAMER STEMT VOOR EXTRA GELD VO
Op dit moment zijn honderden po- en vo-scholen in Nederland druk bezig zich te kwalificeren voor de Overstapservice Onderwijs (OSO), zodat ze komend voorjaar met OSO hun leerlingendossiers digitaal kunnen uitwisselen. Naar verwachting zal dit veel tijdwinst opleveren op de werkvloer van scholen. Ieder jaar maken ongeveer 175.000 leerlingen in Nederland de overstap van groep 8 naar de brugklas. Hetzelfde aantal leerlingendossiers moet van de ene school overgezet worden naar de andere; een administratieve operatie waar scholen in ‘piektijd’ hun handen meer dan vol aan hebben. Met de komst van OSO kan dit uitwisselen sneller, efficiënter en veiliger. Het ministerie van Onderwijs wil met dit project een landelijke digitale standaard voor uitwisselen van leerlingendossiers neerzetten. Bij de eerst volgende overstap komend voorjaar, is de po-vo uitwisseling operationeel. Het is de bedoeling dat OSO daarna verder uitgerold wordt, zodat ook ‘overstappen’ tussen andere scholentypen mogelijk wordt. Het OSO-project is een samenwerking tussen de Stichting Schoolinfo, Kennisnet en vrijwel alle softwareleveranciers van leerlingadminstratie systemen. De PO-Raad en de VO-raad hebben samen het initiatief genomen voor dit project.
De Tweede Kamer heeft ingestemd met een amendement van D66, waarin 44 miljoen euro extra naar het vo gaat. Het gaat om een incidentele extra investering uit het herfstakkoord. Met deze 44 miljoen euro meegerekend krijgt het voortgezet onderwijs er in totaal nog dit jaar 217 miljoen euro extra bij. Voorzitter van de VO-raad Sjoerd Slagter: “Het is belangrijk dat verder wordt geïnvesteerd in het voortgezet onderwijs. Hier heb ik de afgelopen periode dan ook regelmatig op gehamerd. Investeringen in het voortgezet onderwijs zijn cruciaal voor de onderwijskwaliteit en dus voor onze leerlingen.” Tijdens de stemming over de moties die waren ingediend tijdens de begrotingsbehandeling werd ook de motie van Duisenberg (VVD) aangenomen, waarin hij het kabinet verzoekt om ervoor te zorgen dat docenten in 2020 in de bovenbouw vwo een academisch opleidingsniveau hebben. Ook de motie over dat zoveel mogelijk docenten een master moeten halen, is door de Kamer aangenomen. De VO-raad is al langer voorstander van meer masters en zo veel mogelijk universitair geschoolde docenten voor de klas. Ook in de lerarenagenda wordt hier aandacht aan besteed.
www.overstapserviceonderwijs.nl
www.vo-raad.nl/dossiers/politiek/kamerstemt-voor-extra-geld-vo
AANBEVELINGEN EXCELLENTIEBEVORDERING Het Platform Bèta Techniek heeft op 11 november haar rapport ‘Excellentie in het VO: Ambitie mag!’ aangeboden aan staatssecretaris Dekker. In dit rapport staan aanbevelingen om de best presterende leerlingen in het havo en vwo meer uit te dagen. www.vo-raad.nl/dossiers/havo-vwo/ aanbevelingen-excellentiebevordering
4
VO-magazine 3 / december 2013
MIJN INSPIRATIE
BEHOUD WERKGELEGENHEID JONGE DOCENTEN Scholen in het po en vo krijgen eind dit jaar 150 miljoen euro uitgekeerd om jonge leraren in dienst te kunnen houden. Inmiddels is bekend hoe deze middelen over de scholen worden verdeeld. Voor het vo gaat het om 69,35 euro per leer ling (65 miljoen in totaal). In het Nationaal Onderwijsakkoord is afgesproken dat 150 miljoen van de geplande investeringen in het onderwijs eind dit jaar al wordt uitgekeerd, om de verwachte begrotingsproblemen van scholen in 2014 op te vangen. Met dit geld kunnen scholen hun jonge docenten in dienst houden en/of startende docenten een baan bieden. Dit zorgt voor meer werkgelegenheid voor jonge docenten. Aan het vo wordt in totaal 65 miljoen euro toegekend. Deze 65 miljoen wordt in 2016 (35 miljoen) en 2017 (30 miljoen) ingehouden op de intensiveringsmiddelen (die oplopen naar ongeveer 150 miljoen voor het vo in 2017). De toegekende miljoenen worden daarom niet in de GPL verwerkt, maar éénmalig uitgekeerd in een bedrag van 69,35 euro per leerling. Bekijk de regeling bijzondere en aan vullende bekostiging jonge docenten op: www.vo-raad.nl/dossiers/ bekostiging/behoud-werkgelegenheidjonge-docenten
Natuurlijk streef je naar goede resultaten. Maar een lichtend voorbeeld kan je net die extra zet geven om er écht iets moois van te maken. Door wie laten school leiders en -bestuurders zich inspireren? In deze aflevering: Rob Damwijk, directeur vso van de Berg en Boschschool in Bilthoven en Houten.
VERBINDEN EN SAMENWERKEN “Ik heb een vrij ongebruikelijke stap gezet. Ik was bestuurder van een grote vo-school en ben sinds 1 augustus van dit jaar directeur van een kleine school met twee vestigingen voor speciaal onderwijs. Ik werd ooit bestuurder omdat ik dacht dat ik dan veel kon betekenen voor het onderwijs, maar dat is absoluut niet waar. Je staat ver van de werkelijkheid vandaan en de maatschappelijke druk is zo groot dat het vooral gaat over bedrijfseconomische zaken. Ik wilde terug naar een functie waar het weer over kinderen ging. Ik wilde naar een plek die klein is en waar je echt het verschil kan maken. In het speciaal onderwijs vind je kwetsbare kinderen. Hun vaders en moeders willen dat wij goed voor hun kinderen zorgen, en hen leren om goed voor zichzelf te zorgen. Onze opdracht is om deze kinderen zo te ondersteunen dat zij zich straks staande kunnen houden in de samenleving. Als ik iemand zou moeten noemen die mij daarbij inspireert, is het Nelson Mandela. Hij zoekt de verbinding met mensen. Hij is niet iemand die terugkijkt en zich afvraagt wie ergens de schuld van is; hij bedenkt wat je met elkaar kunt afspreken om te zorgen dat er verbetering komt. Hij heeft samenwerking hoog in het vaandel staan en weet dat ook echt vorm te geven. Zo’n inspirator fluistert je in het oor. Ik wil een verbindende directeur zijn die de samenwerking zoekt. Dat is denk ik ook nodig op onze school, die de beoordeling ‘zeer zwak’ heeft gekregen en financieel net uit een dal komt. Mijn team vindt dat ik hen verantwoordelijkheid en vertrouwen geef. Daar ben ik blij mee.”
VO-magazine 3 / december 2013
5
KORT
1 MINUUTJE
De website schoolkompas.nl helpt leerlingen van groep 8 en hun ouders bij het zoeken van een middelbare school. VO-scholen in Amersfoort besloten vorig jaar al gezamenlijk hiermee aan de slag te gaan. Conrector brugklas Gustaaf Keizer was daar namens het Corderius College bij betrokken. Waarom deze samenwerking? “Het initiatief om gezamenlijk aan de slag te gaan, kwam van het overkoepelend bestuur. Zij hebben alle scholen vorig jaar uitgenodigd voor een instructie over inhoud en betekenis van het Schoolkompas. We hebben vervolgens met zijn allen besloten dat het belangrijk was om hier in te springen, al hebben de scholen uiteindelijk zelf bepaald of ze eraan meededen. Inmiddels heb ben alle scholen het Schoolkompas gevuld, zij het dat de ene school dat wat uitgebreider heeft gedaan dan de andere. Daar kun je je eigen weg in kiezen. Maar we zien het Schoolkompas allemaal als een kans.” Wat voor kans? “Het geeft ouders en leerlingen op een overzichte lijke manier toegang tot informatie over scholen in hun buurt. Die infor matie was al beschikbaar, maar heel verspreid en voor veel mensen niet goed leesbaar. In het Schoolkompas zijn die gegevens verzameld en kun je zelf toelichten hoe de school aankijkt tegen oudertevreden heid, examenresultaten, doorstroomcijfers, noem maar op. De uit daging is die toelichting zo te formuleren dat deze voor leerlingen in groep 8 goed leesbaar is, terwijl je voor je boodschap maar een beperkt aantal woorden hebt. Net als bij Twitter. Dat is best lastig, maar volgens mij een goede zet. Het voorkomt dat de doelgroep ellenlange verhandelingen tegenkomt. Voor ouders die meer willen weten, staan er bovendien overal linkjes naar externe sites of specifieke onderdelen, zoals een zorgplan.” En, veel reacties vanuit de doelgroep? “Ja, ik hoor regelmatig dat ouders en leerlingen het Schoolkompas bekeken hebben, mede door leerkrachten van basisscholen. Ik vind het ook belangrijk dat leerlingen en ouders ermee leren omgaan. Het is een mooi instrument om een eerste oriëntatie te maken of te bepalen waar je een school vragen over wilt stellen. Je kunt alle beschikbare informatie van school tot school ook goed vergelijken. Maar de uiteindelijk schoolkeuze staat of valt toch met het werkelijke schoolbezoek. Dan moet je als kind het gevoel krijgen: hier zie ik mezelf wel rondlopen.” Schoolkompas.nl is voor leerlingen en ouders ook beschikbaar als app voor iPhone en Android. Het Schoolkompas van uw school vult u in via het BeheerVenster van Vensters VO. Vergeet niet de actuele data van uw open dagen te vermelden! 6
VO-magazine 3 / december 2013
LEERLING 2020 Via het project Leerling 2020 onder steunt de VO-raad scholen die hun leer lingen (meer) gedifferentieerd en geper sonaliseerd leren willen bieden. In de eerste fase van het project, die duurt tot eind 2013, wordt in kaart gebracht wat nodig is om gedifferentieerd en geperso naliseerd leren verder te ontwikkelen binnen de sector en eigen school. Het bieden van onderwijs op maat, dat aansluit bij het niveau en de talenten van een specifieke leerling, is een belang rijke ontwikkeling binnen het vo. Ook vanuit politiek en maatschappij is er een groeiende vraag naar gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren. De VO-raad zet zich ervoor in dat scholen voldoende ruimte en mogelijk heden krijgen om gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren – binnen de eigen onderwijsvisie en ambities – voor hun leerlingen te kunnen realiseren. Met het project wil de VO-raad bijdragen aan het creëren van de benodigde randvoor waarden en het wegnemen van belem meringen in de huidige wet- en regel geving. Daarnaast wil de VO-raad scholen die hiermee aan de slag willen, praktische ondersteuning bieden. Leerling 2020 wordt uitgevoerd door Schoolinfo. Aan de hand van de resul taten van de eerste fase wordt gekeken of het wenselijk is een landelijk project voor ontwikkeling van gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren te faciliteren. www.schoolinfo.nl
REKENTOETS MOGELIJK NIET OP CIJFERLIJST Staatssecretaris Dekker gaat kijken naar het voorstel van de VO-raad om het resultaat van de rekentoets nog niet op de cijferlijst bij het diploma te zetten, maar op te nemen in een bijlage of certificaat bij het diploma. Tijdens het vervolg van het Algemeen Overleg over de referentie niveaus taal en rekenen zei hij toe dit alternatief van de VO-raad serieus te overwegen. Met het voorstel van de VO-raad wordt voorkomen dat leerlingen die de toets niet gehaald hebben, daarop worden afgerekend voordat de toets onderdeel is van de slaag-/zakregeling. Daarnaast worden leerlingen die de toets wel gehaald hebben op deze manier beloond met een certificaat dat zij mee kunnen nemen naar hun vervolgopleiding. De staatssecretaris gaat met rekendeskundigen in gesprek en gaat onderzoek doen naar de haalbaarheid van de toets voor kwetsbare leerlingen. Wel stelde hij het proces niet te willen vertragen en de rekentoets in 2015-2016 in de slaag-/ zakregeling te willen opnemen.
PROJECT VERBETERING BEDRIJFS VOERING VO Met het nieuwe project ‘Verbetering bedrijfs voering schoolbesturen VO’ ondersteunt de VO-raad schoolbesturen die in financieel zwaar weer terecht zijn gekomen of dreigen te komen, bij een structurele verbetering van hun bedrijfs voering en hun financiële positie. www.vo-raad.nl/dossiers/bekostiging/ project-verbetering-bedrijfsvoering-vo
EINDEXAMENS BETER GEMAAKT De eindexamenresultaten zijn dit jaar beter dan voorgaande jaren. Scholen en leerlingen zijn opnieuw in staat geweest in te spelen op de strengere exameneisen. Met name op het havo en vwo lijkt dit te leiden tot een hoger gemiddeld cijfer, vooral bij de kernvakken.
www.vo-raad.nl/dossiers/taal-en-rekenen/rekentoetsmogelijk-niet-op-cijferlijst
www.vo-raad.nl/dossiers/centraaleindexamen/eindexamens-beter-gemaakt-danvorig-jaar
VSNU WIL MEER ACADEMISCHE LERAREN
CHINEES WORDT EXAMENVAK VWO Scholen mogen vanaf 2015 het vak Chinese taal en cultuur als examenvak aanbieden in het vwo. Aanleiding is een succesvolle pilot met 9 scholen.
Universiteiten willen – in samenwerking met het vo – meer en beter gekwalificeerde academische leraren opleiden en een impuls geven aan de kwaliteit van de lerarenopleidingen, de begeleiding van startende docenten en onderwijsonderzoek. Dit staat in de Academische Lerarenagenda die de organisatie van universiteiten (VSNU) op 14 november presenteerde. De VO-raad is verheugd over de inzet van de universiteiten om de samenwerking tussen universitaire lerarenopleidingen en de vo-sector te versterken. De VO-raad wil met name inzetten op de verbetering van de samenwerking op het gebied van (academische) opleidingsscholen, de vorming van profes sionele leergemeenschappen en de begeleiding van startende docenten. De VO-raad wil wel benadrukken dat er in de dis cussie over meer masteropgeleide leraren oog moet blijven voor de positie en professionalisering van (eerste- en tweede graads) hbo-opgeleide docenten binnen scholen en de samen werking met de hbo-lerarenopleidingen. www.vo-raad.nl/dossiers/professionaliseringdocenten/vsnu-wil-meer-academische-leraren
www.vo-raad.nl/dossiers/havo-vwo/chineeswordt-examenvak-vwo
WET VERBETERTERMIJN ZZS NAAR KAMER Staatssecretaris Dekker heeft een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om de verbetertermijn van zeer zwakke scholen te verkorten tot één jaar. www.vo-raad.nl/dossiers/leren-verbeteren/ wet-verbetertermijn-zzs-naar-kamer
MELD U AAN! Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws in het vo? Meld u dan nu aan voor onze digitale nieuwsbrief! Ga naar www.vo-raad.nl voor het aanmeldformulier.
VO-magazine 3 / december 2013
7
INTERVIEW
SCHEIDEND VOORZITTER SJOERD SLAGTER:
‘WE MOETEN NAAR DE TOP’ 8
VO-magazine 3 / december 2013
Hij loodste de VO-raad door de woelige beginjaren heen. Nu, na twee termijnen als voorzitter, gaat Sjoerd Slagter (66) met pensioen. Een gesprek over kracht en erkenning, trots en teleurstelling, en de urgentie van een hogere ambitie. ‘Als we niets doen, worden we links en rechts ingehaald.’ Tekst: Suzanne Visser / Fotografie: Josje Deekens
Op de vraag waarom u docent biologie geworden bent, antwoordde u ooit: ik geloof niet zo in vast omlijnde plannen. Ik houd liever mijn ogen open voor de kansen die zich voordoen en zeg dan op het juiste moment ja. Is dat ook hoe u voorzitter van de VO-raad geworden bent?
“Zeker. Je kunt je bij het vormgeven van je eigen ont wikkeling wel heel strak focussen op één perspectief, maar dat leidt gemakkelijk tot teleurstelling. Dat zou ik jongeren ook willen meegeven: belangrijk is dat je je goed bewust bent van je kwaliteiten en dat je je ogen en oren openhoudt. Dan doen zich altijd kansen voor. En dan, ja dán moet je er staan. Natuurlijk had ik tien jaar geleden niet gedacht dat ik nog eens voorzitter van de VO-raad zou worden. De raad was er nog niet eens. En toen het zo ver was, zei ik ja zonder precies te weten waartegen. Maar ik zag wel dat de vo-sector meer eensgezindheid en een gedeelde visie op onderwijs nodig had. En als je het vertrouwen hebt dat je het kunt, is het toch vooral een avontuur.” Wat hebben deze jaren u persoonlijk gebracht?
“Het gevoel dat je de ontwikkeling van het onderwijs mee kunt vormgeven, dat heb ik als een voorrecht beschouwd. Aan de wieg kunnen staan van projecten als Vensters voor Verantwoording, het visiedocument over digitalisering, dat geeft veel voldoening. In het visie document geeft de sector een schets van het onderwijs van morgen: meer maatwerk, individuele leerroutes; een inspirerend document. En daarbij heb ik zoveel prachtige mensen leren kennen. Dat heeft ook tot heel persoonlijke vriendschappen geleid. Bijzonder inspirerend was het contact met de leden van de Maatschappelijke Adviesraad. Mensen als Alexander Rinnooy Kan, Wiebe Draaier, Hans Clevers, Louise Gunning. Ik kan ze allemaal wel noemen. De internationale contacten hebben me ook veel gebracht. Ik ben net terug van een reis naar China. Daar gaan de ontwikkelingen zo snel, dat is onvoorstelbaar. Ik mocht op uitnodiging van de Chinese regering een college
geven over het succes van het Nederlandse onderwijs. Dat zijn toch mooie dingen. Maar na zeven jaar is het ook goed om er een punt achter te zetten. Want deze baan vult je leven op een prachtige manier, maar wel 24 uur per dag en 7 dagen per week. En dan is het na twee termijnen wel een keer mooi geweest.” Net als het presidentschap van Amerika? (Lacht:) “Misschien lijkt het daar wel op, bijvoorbeeld in de zin dat je in je laatste termijn het meeste kunt bereiken.” Zoals? Waar bent u trots op?
“Ons belangrijkste wapenfeit vind ik dat de VO-raad erkend wordt als dé vertegenwoordiger van het vo, zowel intern als extern. Het is lange tijd echt niet vanzelf sprekend geweest dat onze leden ons zagen als hún belangenbehartiger, hún spreekbuis. Nu wel, en ook de buitenwacht ziet dat zo. Gaat het over onderwijs, dan zet de politiek geen stappen meer zonder de VO-raad erin te kennen. Iedereen heeft ons nodig. Dat is niet alleen onze verdienste, dat komt ook doordat de periode tussen de twaalf en achttien jaar voor jongeren zo bepalend is. Zij maken daarin keuzes die voor de rest van hun leven van belang zijn. Dat belang wordt elders in de samenleving soms nog helderder gezien dan in onze sector zelf. Het is veelzeggend dat we zelden vergeefs aan topmensen hebben gevraagd om zitting te nemen in de Maatschap pelijke Adviesraad.
‘Internationalisering is geen luxe, het is onze core business’ Wat we ook hebben bereikt, is dat we als sector zelf aan zet zijn. Toen de roep om meer verantwoording kwam, en daarmee het risico dat dit weer van bovenaf geregeld ging worden, is de VO-raad met Vensters gekomen. Daar hebben we veel waardering voor gekregen. Hetzelfde doen we nu met innovatie: gepersonaliseerd leren, digitalisering, leermiddelen. En dan natuurlijk nog het Nationaal Onderwijsakkoord. We hebben er zeker
VO-magazine 3 / december 2013
9
INTERVIEW
‘Ik ben heel trots op de veelbelovende generatie jonge schoolleiders die eraan komt’
een jaar lang hard voor gelobbyd, maar nu is er toch de erkenning dat het onderwijs dit geld nodig heeft.” Hoe komt een organisatie met zo’n pluriforme achterban verder dan flauwe compromissen?
“In het verleden was de verdeeldheid soms ook groot. Maar vooral het laatste jaar hebben we majeure stappen gezet, ook in het verwoorden van een onderwijskundige visie. Dat zie je terug in het project Leerling 2020, het visiedocument Leermiddelenketen, het Nationaal Onderwijsakkoord. Van tevoren is er veel discussie, maar uiteindelijk komt daar een gedeelde visie uit. Op de laatste ALV gaf me dat een heel trots gevoel. Pluri formiteit kan samengaan met eensgezindheid. Vergeet niet, die pluriformiteit is ook onze kracht, want die leidt bijvoorbeeld tot veel innovatie. Daar krijgen we vanuit het buitenland veel waardering voor.”
‘We kunnen niet blijven teren op prestaties uit het verleden’ Nog meer wapenfeiten?
“Ik ben heel trots op de veelbelovende generatie jonge schoolleiders die eraan komt. Ik ben heel wat keren met een groep jonge schoolleiders op reis geweest en echt: ze staan te popelen. Als je ziet hoe zelfbewust ze hun rol oppakken – heel inspirerend. We gingen met de trein naar België en we waren het station nog niet uit of we waren al diep in gesprek. Ik vind het ook goed dat schoolleiders een eigen platform hebben binnen de VO-raad. Ik zie dat niet als een bron van verdeeldheid, maar van kracht. We moeten de schoolleiders – en dan heb ik het over directieleden tot en met teamleiders – er meer bij betrekken.”
scores opdrijven. Zonder dat wij slechter worden, zakken we relatief toch af. Daar moeten we iets mee doen. Een ander voorbeeld is de BAPO. Die is onbetaalbaar geworden. Eén groep wordt te eenzijdig bevoorrecht en dat gaat ten koste van de jongeren. Maar ook van die boodschap zijn docenten moeilijk te overtuigen. Ik hoop dat hierover in de komende cao alsnog afspraken gemaakt worden.” Hebt u wakker gelegen van die slechte verhouding met de bonden?
“Ik slaap goed; als ik thuis ben, kan ik het loslaten. Het enige waar ik in al die jaren wakker van heb gelegen, was toen we in 2007-2008 een verkeerde cao dreigden te sluiten. De onderhandelingen waren in een cruciale fase en ik moest toen nee zeggen tegen mijn eigen delegatie. Ik had over dit onderwerp veel gesprekken met bestuur ders en schoolleiders gevoerd, en ik vond wat er lag niet goed. Dat leidde tot heftige debatten en dat heeft de relatie met de bonden echt op scherp gezet. Achteraf gezien was het een goed besluit. Van onze leden stond 90 procent erachter. Maar zo’n besluit, dat moet je wel helemaal in je eentje nemen. Op dat moment moet je het als voorzitter echt zelf doen.” In de achterliggende periode bent u veel opgetrokken met uw opvolger Paul Rosenmöller. Waarover gingen de gesprekken?
“Over de grote verscheidenheid in de sector en de complexiteit van de materie. En over de eensgezindheid waarmee bestuurders, schoolleiders en docenten aan geven waar ze last van hebben: zaken als het entreerecht en de financiën. En natuurlijk die relatie met de vak bonden. Daar gaat Paul, met zijn vakbondsverleden, veel in investeren.”
Waar kijkt u met gemengde gevoelens op terug?
“Het is niet gelukt om een stabiele verhouding met de vakbonden op te bouwen. Als van de AOb-leden maar 8 procent positief oordeelt over het Nationaal Onder wijsakkoord, dan hebben we de docenten onvoldoende meegenomen in het achterliggende verhaal. Zij vragen zich af wat er mis is met de manier waarop ze het al jaren doen. Het antwoord is dat wij stilstaan terwijl zich overal om ons heen snelle ontwikkelingen voltrekken. Er is druk van buitenaf – kijk maar naar hoe de pres taties van leerlingen in opkomende landen de PISA-
10
VO-magazine 3 / december 2013
Welke onderwerpen zou u de komende tijd graag op de agenda zien?
“Eigenlijk maar één ding. Wat mij betreft zit de aller belangrijkste boodschap in het zojuist verschenen WRRrapport ‘Naar een lerende economie’. Als we werkelijk tot de top willen behoren, zullen we een ander verdien model voor de BV Nederland moeten ontwerpen. Waar gaan onze toekomstige generaties hun geld mee ver dienen? Niet met rekenen en taal – het rapport is niet zo positief over het huidige kabinetsbeleid. Wel met
CV SJOERD SLAGTER Geboren
1947 te Bussum
Opleiding 1994 doctoraal examen filosofie, Rijksuniversiteit Utrecht 1974 doctoraal examen biologie, Rijksuniversiteit Utrecht 1966 hbs-b, Christelijk Lyceum, Hilversum Werkervaring November 2006 – heden voorzitter VO-raad 2003 – november 2006 voorzitter college van bestuur Stichting Scholengroep Christelijk Onderwijs Zwolle/Kampen/Dronten 2001 – 2003 voorzitter centrale directie Agnieten College 1999 – 2001 voorzitter directieoverleg ASA-Amersfoort 1997 – 2001 directeur ROC ASA (Zorg & Welzijn, Hotel & Hospitality) 1993 – 1998 onderwijskundige, CPS, Amersfoort 1975 – 1993 docent biologie, docent filosofie, conrector onderbouw, Corderius College, Amersfoort 1980 – 1990 vakdidacticus biologie, IVLOS, Utrecht Nevenfuncties • Lid raad van toezicht Humanitas • Lid raad van advies Leerstoel VMBO • Lid kernbestuur Jet-Net (samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven en overheid) • Lid general board ESHA (European School Heads Association) • Lid executive board ICP (International Confederation of Principals) • Lid general board EFEE • Lid Stuurgroep Convenant Overgewicht • Lid raad van toezicht NiME • Lid Stichting van het Onderwijs • Lid KIA (Kennisinvesteringsagenda) Sjoerd Slagter is een van de auteurs van de filosofiemethode Leren filosoferen. De methode is op dit moment marktleider.
VO-magazine 3 / december 2013
11
INTERVIEW
‘Continuïteit is iets anders dan doof zijn voor maatschappelijke ontwikkelingen’
ondernemerschap, innovatie en creativiteit. We moeten met het onderwijs toe naar een hoger ambitieniveau en – zeg ik dan – daar hoort een hogere bekostiging bij. Het huidige bekostigingsniveau is misschien genoeg voor het huidige onderwijs, maar het is niet genoeg voor de top. Dat is natuurlijk een moeilijke, harde boodschap in crisistijd, maar als we niets doen, worden we links en rechts ingehaald door landen als Australië, Brazilië en India. En dan heb ik het nog niet eens over China, Japan en Singapore. Dat het Nederlandse onderwijs het jarenlang met weinig geld zo goed heeft gedaan, is een compliment waard, maar we kunnen niet blijven teren op prestaties uit het verleden. Onderwijs is een kwestie van lange termijn. En dat is mijn grote zorg. We moeten nú investeren om te zorgen dat er straks goede opvolgers klaarstaan om het stokje over te nemen. Maar daar plukken we pas over tien jaar de vruchten van. En dat is voor politici lastig, want dat past niet binnen een kabinetsperiode.” Welke vraag zouden scholen zich de komende tijd zeker moeten stellen?
“Ik hoop dat ze zich laten leiden door de vraag wat leer lingen echt zouden moeten leren op school. Wij moeten onze jongeren voorbereiden op een internationale arbeidsmarkt. Daar moet je als school dan ook zelf kennis van nemen. Internationalisering wordt nog met een zeker dedain besproken –extraatjes, snoepreisjes – maar dat is een grote miskenning van het belang dat de wereld voor de leerlingen van nu gaat hebben. Inter nationalisering is geen luxe, het is onze core business.
‘Waar gaan onze toekomstige generaties hun geld mee verdienen? Niet met rekenen en taal’ Over twintig jaar zijn onze leerlingen van nu rond de 35, dan vormen zij de generatie aankomende leiders. Ze moeten dan concurreren met Chinezen, Indiërs, Brazilianen, Australiërs. We bewijzen deze generatie een heel slechte dienst als we hen daar in ons onderwijs niet op voorbereiden. Mijn belangrijkste boodschap is dat we Nederland geen grotere dienst kunnen bewijzen dan daar nu heel serieus mee aan het werk te gaan. In dat verband zou ik elke school een maatschappelijke
12
VO-magazine 3 / december 2013
adviesraad toewensen. Het houdt je scherp als je luistert naar de samenleving. In het onderwijs vinden we dat moeilijk. Wij ‘doen in’ gestolde kennis, daar zit iets conservatiefs in. Leerlingen zijn wel gebaat bij een zekere continuïteit: als we met alle winden meewaaien, wordt het te hijgerig, te hyperig, dat zie je bij de Tweede Kamer. Maar dat is nog iets anders dan doof zijn voor maatschappelijke ontwikkelingen. Hoe je het wendt of keert, er komt een andere leerling de school binnen, die een andere toekomst voor zich heeft. Wij moeten beter luisteren naar wat de samenleving van ons vraagt.” U verlaat de VO-raad op het moment dat het Nationaal Onderwijsakkoord getekend is, een sectorakkoord in de steigers staat en er na lange tijd echt geïnvesteerd lijkt te gaan worden in het onderwijs. Vertrekt u met een gerust hart?
“Ja, dit is een mooi moment. De VO-raad staat en ik heb hoge verwachtingen van de veerkracht van school leiders en bestuurders. En vooral de laatste twee jaar zie ik dat innovatie echt van de grond komt. Het zijn nog tere plantjes en we moeten ze stevig blijven begieten, maar ze staan er wel.” Als we in april 2014 midden op een doordeweekse dag bij u aanbellen, wat bent u dan aan het doen?
“Het zou zo maar kunnen zijn dat ik dan met een plantengids in de hand een stapeltje planten zit te deter mineren. Dat fascineert me nog altijd. Of dat ik zit te werken aan de volgende druk van de filosofiemethode die ik met mijn broer Martin heb geschreven. Maar misschien ben ik ook helemaal niet thuis. Ik blijf nog actief in het bestuur van enkele internationale onderwijs clubs, ICP en EFEE (internationale schoolleiders respectievelijk Europese onderwijswerkgevers, red.). Het lijkt me trouwens ook leuk om weer lessen biologie of filosofie te geven. Als voorzitter van de VO-raad ben ik dat af en toe blijven doen. Ik zal niet snel vergeten hoe een meisje, dat tijdens een gastles op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer twee uur lang stil zat te luisteren, na afloop naar me toe kwam en zei: ‘U zei dat pluriformiteit een kracht is. Dat vind ik zó mooi.’ Eén zo’n opmerking en dan is je dag toch goed? Ja, ik zou graag weer eens les geven. Als een school om een invaller verlegen zit, mogen ze me bellen.”
OVER SJOERD
‘Authentiek mens’ Bij het afscheid van Sjoerd Slagter spreken enkele leden vanuit persoonlijke ervaring over de man achter het voorzitterschap. Karin van Oort, voorzitter college van bestuur SCO Leiden:
“De grote verdienste van Sjoerd is dat gedurende zijn voorzitterschap duidelijk is geworden dat de VO-raad dé gesprekspartner is voor politiek, bonden en over heden. Hij heeft de raad op de kaart gezet. En dat is relatief geruisloos gegaan. We kennen elkaar van de oprichtingsgroep van de VO‑raad, waar ik toentertijd als schoolleider in zat. Ik heb toen gewaarschuwd dat schoolleiders binnen de raad niet vergeten moesten worden. Daar heb ik veel met Sjoerd over gesproken. Nu is het in de statuten verankerd en heeft de VO-raad het schoolleiders platform, dat vind ik hartstikke goed. Het is een van de dingen waarin we samen zijn opgetrokken. We hebben ook in het kader van Europees onderzoek naar de invloed van schoolleiders op de schoolresultaten van leerlingen, veel meerdaagse conferenties in het buiten land bezocht. Wat opvalt, is dat Sjoerd altijd zichzelf
blijft. Het is een authentiek mens. Hij kan hard werken en is tot laat bezig, maar we hebben in onze delegatie ook veel gelachen. Toen we achter een Hongaarse gids aan in achterafstraatjes doolden bijvoorbeeld, om uit eindelijk achter gesloten deuren in een van de meest hippe tenten van Boedapest terecht te komen. Wij, nippend aan een glaasje wijn, omringd door hippe kids, dan kan hij zo lachen om de absurditeit van de situatie. Maar altijd respectvol, hij oordeelt niet. Staat open voor andere culturen, mensen en meningen. En hij is er altijd. Waar dan ook. Als vertegenwoordiger van het vak kun je hem overal tegenkomen en in die zin leeft hij voor hoe het moet. Meedoen, als gelijkwaardig lid van de groep.” Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Dirk Kreijkamp
VO-magazine 3 / december 2013
13
BIJPRATEN
demie staat onze sector Sjoerd Slagter: “Met de VO-aca dat we zelf oplossingen zelf aan het roer en laten we zien van schoolleiders en ragen voor professionalisering aand arking leer t dat een eigen bestuurders. Internationale benchm rt als kwaliteit borgt.” beroepsprofiel zowel trots generee
BEROEPSPROFIEL: GEEN VINKJESLIJST Schoolleiders in het voortgezet onderwijs beschikken sinds kort over een actueel beroepsprofiel. De VO-academie heeft dat beroepsprofiel (en het bijbehorende instrument) vooral ontwikkeld als handvat voor professionalisering. In een pilottraject nemen twaalf scholen nu de proef op de som. Onder hen de vmbo-vestiging van CSG Het Noordik. Tekst: Martijn Laman
Jeroen Langbroek is directeur van de vmbo-vestiging C. van Renneslaan van Het Noordik, een christelijke scholen gemeenschap voor vmbo, havo, gymnasium en atheneum in Almelo. “Samen met mijn vijf teamleiders neem ik deel aan het pilottraject. Bij de slotbijeenkomst van 18 novem ber zullen we bepalen welke concrete ontwikkelingsplannen er voor onszelf uit dat traject voortvloeien. Het voornemen is dat uiteindelijk iedere vestiging van Het Noordik dit traject ingaat.” Langbroek herkent zijn eigen praktijk in de door Meta Krüger en Inge Andersen ontwikkelde methodiek. “Daarnaast vind ik het digitale instrument bij het beroepsprofiel handzaam en overzichtelijk. Ook door de toegevoegde handreikingen. Iedere school kan er volgens mij zo mee aan de slag.” Als hij al een kanttekening maakt bij de praktische toepassing van het beroepsprofiel, is het in de richting van schoolleiders zelf: “Ga er niet van uit dat je het digitale instrument eventjes afhandelt. Je moet er echt voor gaan zitten, maar het eindresultaat is je tijd en aandacht meer dan waard. Het gaf ons in elk geval een voldaan gevoel. We zijn erg gemotiveerd om met de vervolgstappen aan de slag te gaan.” Focussen
De huidige pilot is niet alleen een praktijktoets voor het beroepsprofiel, maar zorgt tevens voor voldoende gecertificeerde trainers. De VO-academie wil zich er daarmee van verzekeren dat straks iedere school die dat wil onder deskundige begeleiding aan de slag kan met het beroepsprofiel schoolleiders voortgezet onderwijs. “In die zin is het evengoed een pilot voor mezelf als voor de school. Het is leren van twee kanten, rond een
14
VO-magazine 3 / december 2013
instrument dat voor het eerst wordt gebruikt”, vertelt Ger Vennegoor (in het dagelijks leven directeur voortgezet onderwijs bij KPC Groep), die samen met een collega CSG Het Noordik begeleidt. Hij ziet werken met het beroepsprofiel als een voorbeeld van human resource development: “Een professional moet zichzelf kunnen ontwikkelen, maar die ontwikke ling moet ook ten dienste staan van doelen van de organisatie. Die koppeling zie je terug in de opzet van het beroepsprofiel. In de kern gaat het ervan uit dat elke schoolleider een aantal basiscompetenties moet bezitten, maar dat je daarnaast, op individueel niveau, specifieke competenties nodig hebt, gekoppeld aan de doelen van jouw school. Het bijbehorende digitale instrument helpt je om je onderwijsbeleid te focussen en stil te staan bij de vraag waar je als school heen wilt.” Langbroek herkent dat: “Je hikt vaak tegen de bredere toekomst vragen aan, omdat het lastig is er op persoonlijk niveau iets mee te doen. Hiermee lukt dat zeker.” Digitaal instrument
Vennegoor legt uit hoe het pilottraject is opgebouwd: “De eerste, verkennende fase draaide om een intake gesprek met het vestigingsteam. We hebben een middag besteed aan de kennismaking met het digitale instrument en het gedachtegoed van het beroepsprofiel.” Aan die eerste middag nam ook de bestuurder van Het Noordik deel: “Dat leverde een mooi gesprek op. Onder meer over de rol die het beroepsprofiel zou kunnen spelen bij de toekomstdoelen van de organisatie.” Onder begeleiding van Vennegoor en diens collega Bart
Verest ging Langbroek vervolgens samen met de vijf teamleiders van de vmbo-vestiging aan de slag met het digitale instrument dat hoort bij het beroepsprofiel: “Aan de hand van hulpvragen hebben we in kaart en onder woorden gebracht wat we als team in de toekomst willen bereiken en welke ontwikkelingen we in gang willen zetten. Op grond daarvan hebben we bijbehorende vaardigheden geformuleerd, waaronder competenties die specifiek voor ons functieniveau en onze situatie nodig zijn om die doelen te kunnen bereiken.” De vraag is waar je als schoolleider staat ten opzichte van die vaardig heden: “Die vraag hebben we eerst zelf beantwoord, daarna hebben we collega’s om feedback gevraagd. Met die informatie kun je met het digitale instrument een stappenplan richting je ontwikkeldoelen opstellen. Dat kan bijvoorbeeld een keuze bevatten voor bepaalde deskundigheidsbevordering of coaching.”
Maar de gretigheid van de schoolleiders om iets te gaan dóen, moet je vasthouden.” Lat hoger
Het pilottraject past volgens Langbroek goed bij de weg die Het Noordik al eerder is ingeslagen: “Een aantal jaren geleden betrokken we een nieuw schoolgebouw. Tegelijk hebben we diverse onderwijsvernieuwingen ingezet. Onderwijskundig zijn we nu bijvoorbeeld bezig met samenwerkend leren en in de leeromgevingen hanteren we een activerende didactiek. Op personeels niveau geven teamleiders leiding aan resultaatverant woordelijke docententeams. Ons personeelsbeleid sluit bij die vernieuwingen aan. We hebben een gesprekken cyclus ingericht en stimuleren docenten al langer om zich te blijven professionaliseren. Maar het aanbod van ons eigen scholingstraject was in het verleden vrij praktisch van aard en ietwat vrijblijvend. Nu zijn we ‘Op een gegeven moment moet je bezig om meer theoretische verdieping te realiseren en qua deskundigheidsbevordering van iedereen verant gewoon beginnen met, anders dreig je woording en verantwoordelijkheid te vragen.” te verzanden in het gesprek over’ Vooral inhoudelijk willen Langbroek en zijn collega’s nog een slag maken: “We willen de lat wat hoger leggen, De derde en laatste fase moet nog plaatsvinden: “Tijdens betere resultaten behalen en ons personeel verder de slotmiddag bespreken we hoe iedereen de pilot heeft professionaliseren. In het licht van deze pilot kunnen ervaren, wat het beroepsprofiel heeft gebracht en hoe het mijn vijf teamleiders en ik vast het goede voorbeeld verder gaat. Een evaluatief moment dus.” Vennegoor: geven en aan docenten laten zien wat er straks van hen “De pilot heeft al laten zien dat het zaak is om ervoor te wordt verwacht. Als wij willen dat ons personeel op een zorgen dat je snel met elkaar aan het werk kunt. Als hoger plan komt, moeten wij als leidinggevenden trainer kun je de neiging hebben de betrokkenen wat te tenslotte eveneens een hoger plan bereiken.” beschermen en eerst alle nodige kennis over te dragen.
VO-magazine 3 / december 2013
15
ADVERTENTIE
Brite Wireless & OGD ict-diensten: partners in onderwijs
g
in r a v
r e t e
? eën ogi l o n las? tech n de k e or i euw te e ni len vo de juis d n e a d n va nt v mid s ke te ict- maken t u o en chik ij het ges ins r ub e l a l ren e a wd na i e s d i er ieu adv erd Ben en en . ehe ? s b i t ens Een aar olen e di re sch kt? ereikb z r e n et o nde jd w 4/7 b 2 alti g m 150 a a t e i a a gr kd id im Wif elpdes nen u ij ru en? b p l u l h a e t e n e s h Ee er nw ond doe eu w Wij s. Dit en ze n keu n u
m r e n e l n r e l e o v h st c s n e 0 i 5 d 1 t Ic uim r bij ee k
arm a W
d n o / .nl
ogd
s
ij w r e
BIJPRATEN
‘Om onze collega’s te motiveren en inspireren, moeten wij als schoolleiders zelf het voortouw nemen’
In het diepe
Langbroek is te spreken over het praktisch gebruik van het instrument: “Helder en gebruiksvriendelijk. Al kan de eerste kennismaking wat onwennig zijn. Voor ons hielp het dat we er van tevoren vast een keer snel door heen zijn gelopen en alle elementen kort hebben uitge probeerd. Als je er dan serieus mee aan de slag gaat, weet je al ongeveer wat je tegen gaat komen.” Omdat de school voor het eerst met het beroepsprofiel aan de slag ging, moesten er in de aanloop logischerwijs wat ‘braampjes’ afgeslepen worden, vertelt Langbroek. “Bij het in kaart brengen van onze situatie, gingen we vrij diep in op bepaalde aspecten. Daarmee gingen we eigen lijk wat te gedetailleerd te werk voor zo’n beginfase. Natuurlijk moet je je denkrichting bepalen en de gewenste ontwikkeling helder formuleren, maar het is in het begin praktischer om de formulering iets breder te houden en de grote lijnen in gedachten te houden. Op een gegeven moment moet je gewoon beginnen met, anders dreig je te verzanden in het gesprek over. Daarom vind ik het prettig dat we worden ondersteund en reflectie krijgen op punten waarbij we een eerste zetje nodig hebben. Die dialoog verloopt heel goed.” Trainer Vennegoor merkte dat begeleiding belangrijk is om te waarborgen dat er iets moois voortkomt uit de ‘implementatie’ van het beroepsprofiel (al is Vennegoor zich ervan bewust dat hij bij die constatering ook een zeker belang heeft): “Spring gerust in het diepe met het beroepsprofiel, maar pak er wat begeleiding bij. Dat zorgt ervoor dat iedereen goed beslagen ten ijs komt en het concept goed onder de knie krijgt. Ook als de een minder gewend is om op een abstract niveau te werken dan de ander.”
instrument nuttig. “In de reflectie van je omgeving, in mijn geval van mijn teamleiders, zie je weerspiegeld of iets ook echt een aandachtspunt is. Daarmee kun je je ontwikkeldoelen gerichter afstemmen.” Voortouw
“Het is belangrijk om in je werk te kunnen bepalen wat je aan competenties nodig hebt”, zegt Vennegoor. “Veel competentieprofielen die daarvoor worden opgesteld, kunnen door hun opzet weinig rekening houden met individuele situaties. Dit beroepsprofiel kan dat wel, vanuit zijn ontwikkelingsgerichte insteek.” Langbroek ervaart de methodiek van het beroepsprofiel als heel prettig. “Werken met competentieprofielen houdt toch vaak in dat je een lijstje met competenties moet afvinken. Zo’n lijstje blijft vaak liggen, maar door de methodiek van dit beroepsprofiel en het instrument denk je eerst goed na over wat je wilt bereiken en bepaal je vervolgens welke specifieke competenties daarbij komen kijken, en dat op het leidinggevende niveau waarop je werkt.” Overigens kunnen de spreekwoorde lijke vinkjes wel deel uitmaken van het digitale instrument, vertelt Vennegoor: “Dat doe je om te bepalen waar je staat. Maar door vervolgens specifiek te bepalen waar je wilt komen en hoe je dat wilt doen, stimuleer je werkelijk je verdere professionalisering.” Langbroek en zijn collega’s hebben er wel de nodige tijd en voorbereiding in moeten steken. “Dat levert ons nu een goed doordacht en persoonlijk ontwikkelingsplan op.”
‘De gretigheid van de schoolleiders om iets te gaan dóen, moet je vasthouden’
Voor CSG Het Noordik is er nog een fundamentelere reden om het beroepsprofiel te omarmen: “Het sluit aan Het ontwikkelingsgerichte karakter van het beroeps bij de kant die we qua personeelsbeleid en professio profiel houdt onder meer in dat je met het digitale nalisering op willen. Het voortgezet onderwijs werkt toe instrument je persoonlijke aandachtspunten in kaart naar een lerarenregister, en op schoolniveau doen we dat brengt. Dat deden Langbroek en zijn collega’s ook. “Je ook al. Voor directie en management is de bereidheid kunt je altijd ergens verbeteren. Als ikzelf als schoolleider om zelf aan de slag te gaan met een beroepsprofiel dan met een probleem word geconfronteerd, ben ik bijvoor eigenlijk een voorwaarde. Om onze collega’s te moti beeld wat snel geneigd om richting de oplossing te veren en inspireren, moeten wij als schoolleiders laten denken. Terwijl het soms de kunst is om iets eerst even zien dat we niet alleen vragen om professionalisering en te laten liggen. Dat geeft de kans om er van verschillende ontwikkeling, maar zelf het voortouw nemen.” invalshoeken tegenaan te kijken en er met verschillende mensen op te reflecteren. Dat helpt bij de beoordeling Zelf aan de slag? van verschillende oplossingsstrategieën.” Langbroek www.vo-academie.nl/beroepsprofiel vindt de ruimte voor feedback van collega’s in het Persoonlijk
VO-magazine 3 / december 2013
17
IN DE PRAKTIJK
International School of The Hague
ACADEMISCH LEREN, BREED ONTPLOOIEN De internationale school in De Haag is een sterke leergemeenschap, waarin cultureel bewustzijn en respect een belangrijke rol spelen. Kennis verwerven staat niet los van maatschappelijke en culturele vorming. En hoewel een sterke focus op leren ligt, worden andere kanten van leerlingen veelvuldig aangesproken. Een verwevenheid die mooi is samengevat in het motto van de school: learning is the heart. Tekst: Truus Groenewegen / Fotografie: Dirk Kreijkamp
Sjoerd Slagter: “Tijdens mijn bezoek aan de inter nationale school in Den Haag werd ik getroffen door de ambitie van de leerlingen en de passie waarmee de docenten lesgeven. Van die drive kunnen we in Nederland denk ik veel leren.”
later in de schoolleiding en als directeur. Met zijn baan bij de ISH, vertelt hij, ging een wens in vervulling om ooit hoofd te worden van ‘een echte internationale school’. Wat hij daaronder verstaat? “De school heeft een behoorlijke omvang (negenhonderd leerlingen in het vo, red.) We bieden een fantastisch, wereldwijd geaccepteerd curriculum, waarin we zeer succesvol zijn en we hebben leerlingen met meer dan tachtig verschil lende nationaliteiten. Stel je die mengeling eens voor, en wat die internationale leerlingen naar de school brengen. Als je door de school loopt, voel je een amazing sense of community.”
Aan de rand van de duinen in het zuiden van Den Haag ligt de International School of The Hague (ISH). Een nieuw gebouw van twee verdiepingen hoog voor leerlingen van vier tot achttien jaar. Door de glazen wanden beneden zijn beschermde pleintjes te zien waar jonge kinderen spelen. Op de begane grond waar de basisschool huist, is de schoolkantine, die ook bestemd is voor docenten en leerlingen van de middelbare school. Moedertaal Hun domein ligt verder op de eerste verdieping. De ISH heeft een sterk introductieprogramma. “We hebben veel zogenaamde derdecultuurkinderen”, aldus Respect Butcher. De leerlingen op de school zijn voor bijna “Wij willen uitdragen dat we één school zijn”, zegt negentig procent kinderen van expats. “Ze zijn geboren directeur David Butcher. Net als zijn collega Kevin Rae, op één plek, hebben daarna ergens anders gewoond en directeur van de basisschool, is Butcher in 2012 nu zijn ze hier, misschien voor twee, misschien voor begonnen op de ISH. Hij verwijst naar gezamenlijk zeven jaar. Daarom speelt school een heel belangrijke rol beleid dat intussen tot stand is gekomen op het gebied in hun leven. Wij zorgen er heel bewust voor dat ze zich van ICT en communicatie. Daarnaast is gezocht naar hier in Den Haag prettig voelen.” verbindingen in het curriculum en ook daar zal zeker Andere elementen van het ‘welkomstpakket’ zijn de verdergaande samenwerking komen. “Ouders zijn daar contactpersonen voor leerlingen en ouders, een sterk blij mee. We zien bepaalde dingen anders, maar er is mentorpogramma en een grote English support unit, waar wederzijds respect.” leerlingen intensief les kunnen krijgen in Engels. “Voor Sinds Butcher op 24-jarige leeftijd Engeland verliet, veel van onze leerlingen is Engels de tweede taal, maar werkte hij op scholen in Griekenland, Brazilië, Jordanië dat hoor je niet aan ze, omdat hun taalvaardigheden heel en Portugal. Eerst als docent lichamelijke opvoeding, erg goed zijn.”
18
VO-magazine 3 / december 2013
Afgelopen jaar bouwden leerlingen buiten schooltijd een eco-auto, waarmee ze naar de Shell Eco Marathon in Rotterdam zijn geweest
Tegelijkertijd stimuleert de ISH verdieping in de moedertaal. Leerlingen kunnen lessen in eigen taal en cultuur volgen, van Perzisch en Portugees tot Grieks en Chinees. “Zo kunnen ze in verbinding blijven met de achtergrond van hun ouders. Veel van hen zijn – dat hoort bij het werk van hun ouders – keer op keer verhuisd. Ze weten niet waar ‘thuis’ is, dus wij vinden het belangrijk hen dat te kunnen bieden.” Hoe belangrijk taal is, bevestigt Khaled (17), die later met andere leerlingen rond de tafel van de directeur zit. Naast Engels koos hij voor Arabische taal en cultuur. “Toen ik in Saoedi-Arabië woonde, kreeg ik alle vakken in het Arabisch. Dat is zo anders. Als je een andere taal spreekt, verandert dat de manier waarop je denkt. Bijna alsof je in elke taal anders denkt. Toen ik hier kwam moest ik zelfs de getallen anders schrijven, dus je moet je aanpassen in bijna alles.” Tolerant
In een goede sfeer kan leren een stuk makkelijker gaan. Daarom doet de ISH veel om het onderling begrip tussen culturen te bevorderen. Laatst nog heeft een lama aan de leerlingen verteld over het bouwen van een school in India. Met religieuze feestdagen wordt voorzichtig omgesprongen. “We proberen oecumenisch en tolerant te zijn. Het gaat erom een balans te vinden”, zegt Butcher. “Trouwens, de leerlingen zijn daar beter in dan wij, zij kijken met een meer open blik.” Uit wat leerlingen zeggen, blijkt dat zij niet zoveel merken van
de bewuste inspanningen. Zoals Khaled het uitdrukt: “Culturen botsen hier bijna niet, ik heb nooit discri minatie gezien van een specifieke cultuur. Iedereen wordt hier geaccepteerd en accepteert elkaar. Dat gebeurt op een normale, haast organische manier. Je ziet geen groepen gebaseerd op waar mensen vandaan komen, hoe ze eruit zien of hoe ze zich kleden. Het is echt uniek. Nogal zeldzaam.”
Het IB-programma kent een middle years programme (MYP) en een diploma programme. Het lesprogramma bestaat uit acht domeinen, zoals science, humanities en arts, die via interactielijnen verbonden zijn. In het diploma programma gaan leerlingen terug van elf naar zes onderwerpen. Ze kunnen in de meeste vakken examen doen op hoog of op standaardniveau. Het MYP krijgt in 2016 een nieuw assessment. Dat is een belangrijk richtpunt voor het evalueren en het verder verbeteren van de kwaliteit. Los daarvan krijgen nieuwe docenten die geen ervaring hebben met het IB-curriculum meteen een training en voor ervaren docenten zijn er IB-opfriscursussen. IB telt meer dan 3600 scholen en meer dan 1 miljoen leerlingen over de hele wereld. Meer informatie: www.ibo.org en www.ishthehague.nl.
VO-magazine 3 / december 2013
19
IN DE PRAKTIJK
‘Het is cool om allerlei dingen te onderzoeken en, stel je voor, we maakten een auto!’ Onderzoek
Leerlingen worden in de ISH opgeleid voor het inter nationaal baccalaureaat (IB, zie kader). Aan hun prestaties worden hoge eisen gesteld. Na de ISH gaan veel leerlingen naar de beste universiteiten ter wereld zoals Harvard, Princeton, Oxford en Cambridge. “Universiteiten houden van IB-leerlingen, omdat ze niet alleen kennis hebben, maar presentaties kunnen houden en andere vaardigheden hebben”, zegt Butcher. “Hier hebben ze filosofie gehad, een essay van vierduizend woorden geschreven en een researchproject gedaan. In je lesprogramma stel je academische eisen aan leerlingen, maar je daagt ze ook uit om anders te denken, zelf onderzoek te doen.” Zoals een concept realiseren bij technologie, waarbij het vermogen om problemen op te lossen en op het proces te reflecteren, wordt aange sproken. Die variatie in kennisoverdracht spreekt leerlinge Charley (17) aan: “De ene dag geeft de docent een powerpointpresentatie, de volgende dag werken we in een groep of doen iets anders. Voor scheikunde maakten we bijvoorbeeld posters over ions. Als je elke dag hetzelfde doet, is leren vermoeiend en saai.” Bovendien gaat het IB-pogramma uit van ‘holistisch onderwijs’; de ontwikkeling van intellectuele capaciteiten is in die visie onlosmakelijk verbonden met brede ontplooiing. Arts bijvoorbeeld (beeldende vorming, theater en muziek) is een volwaardig leergebied en helpt leerlingen bij hun ontwikkeling. Ashley (16) die advocaat wil worden, maar daarnaast graag zangeres zou zijn, brengt daarbij het culturele aspect in: “Als je leert
20
VO-magazine 3 / december 2013
met andere culturen, moet je ook andere dingen doen, je kunt niet alleen doen zoals je gewend bent.” Eco-auto
Buiten het lesprogramma worden veel activiteiten georganiseerd. Van community service, werken bij maatschappelijke organisaties in Den Haag of acties voor goede doelen, tot sport en kunst. “Dat geeft leerlingen de mogelijkheid succes te hebben buiten het klaslokaal om”, zegt Butcher. “Ze kunnen op een bepaalde manier zichzelf vinden en ontdekken wat hun niche is.” De school geeft leerlingen daarbij ruimte om eigen ideeën uit te voeren. Butcher: “Ik vraag om een kort plan, waarin staat hoeveel geld ze nodig hebben en hoe ze het gaan aanpakken. Ze krijgen een budget en kunnen aan de slag.”
‘Culturen botsen hier bijna niet. Iedereen wordt hier geaccepteerd en accepteert elkaar’ Afgelopen jaar hebben leerlingen buiten schooltijd een eco-auto gebouwd, waarmee ze naar de Shell Eco Marathon in Rotterdam zijn geweest, een wedstrijd waaraan vooral studenten van universiteiten deelnemen. Strikt genomen kwam dit idee van een docent, maar verder deden leerlingen alles zelf; research, aanschaf van materialen en werven van sponsors. “We zijn nog niet echt in staat om te ontwerpen, dus namen we ideeën over van andere teams. Wij moesten vooral weten hoe verschillende onderdelen werken en hoe we ze in elkaar moesten zetten. Als een puzzel”, vertelt Minsu (16). “Door dit project leren we plannen en overleggen met mensen om dingen gedaan te krijgen. Dat is denk ik heel belangrijk in toekomstige banen.” Minsu’s teamgenoot
Bestuurder Maarten Knoester over The International School of The Hague:
‘Talenten ontpooien is normaal’
David Butcher, directeur van de ISH (met baard vanwege ‘Movember’)
Charley, die later de technische kant op wil, heeft erg genoten van het project. “Het was heel interessant. Het is cool om allerlei dingen te onderzoeken en, stel je voor, we maakten een auto!” Dit schooljaar gaat een nieuw team aan de slag. Zelfvertrouwen
Zo zoekt het ISH-team steeds mogelijk heden om leerlingen speciale ervaringen te laten opdoen. Tijdens een IB-regiocon ferentie die onlangs in Den Haag werd gehouden, hielpen leerlingen mee bij de organisatie en trad het ISH-orkest op voor duizend mensen. Kort daarna stond de school een paar dagen in het teken van het Model United Nations (MUN), een rollenspel en simulatie van de Verenigde Naties, waarvoor 880 leerlingen van buiten naar de ISH kwamen. Wat dat voor haar betekende, vertelt Neele (16): “Bij MUN praat je niet alleen over wereldproblemen, je leert ook spreken in het openbaar. Als je je goed research gedaan hebt naar een onderwerp, kun je op de conferentie heel welsprekend zijn. Dat geeft een boost aan je zelfvertrouwen en helpt om uit te drukken wat je wilt zeggen.” Hoe zo’n week dan weer de school als gemeenschap positief beïnvloedt, verwoordt Ashley: “Die drie dagen was er heel een goede atmosfeer, je krijgt het gevoel dat je één bent.”
“Het international baccalaureate (IB) werkt met een learning profile, een set van kernwaarden of competenties. Denk aan onderzoekend, zorgzaam, integer, respectvol en open minded zijn. Al vanaf de basisschool zijn die kernwaarden leidend in het onderwijs. Je ervaart dat achter het pedagogisch handelen een heldere visie zit. En dat ze niet alleen op de ISH maar wereldwijd werken aan dezelfde competenties, daar gaat kracht vanuit. Op internationale scholen is excelleren, je talenten maximaal ontplooien, normaal. Daarvoor word je erkend, beloond en geroemd. ISH-leerlingen willen hoge scores halen, maar het lijkt ook of ze meer honger naar kennis hebben. Dat je het uitblinken tot een cultuur kunt maken, geldt overigens net zo goed voor terreinen als sport en kunst en voor elk niveau, van vmbo tot gymnasium. Op de ISH is ‘samen leren’ vanzelfsprekend. Leren doe je niet alleen en ICT helpt daarbij. Interessant, want dat staat haaks op de trend in het Nederlandse onderwijs van gepersonaliseerd en geïndividualiseerd leren.
‘Op de ISH is ‘samen leren’ vanzelfsprekend; dat staat haaks op de Nederlandse trend van geïndividualiseerd leren’ Dat we bij internationalisering denken aan reizen en uitwisseling, is logisch, maar het interculturele aspect in het curriculum trekken, is misschien wel de belangrijkste vorm van internationalisering. Dat we leven in een geglobaliseerde wereld, met veel verschillende culturen, is op de ISH in elk vakgebied heel fijnmazig ondergebracht. Het internationale onderwijs werkt heel professio neel, men verwacht veel van het personeel. Doelen stellen en evalueren is al lang een traditie. Docenten zijn constant bezig met het verbeteren van hun competenties. Om die in te zetten in de eigen school, maar ook om hun cv te verbeteren en met hun toekomst bezig te zijn. Continue professionele ontwikkeling spreekt vanzelf.” Maarten Knoester is bestuurder van Stichting Het Rijnlands Lyceum. Daaronder vallen behalve The International School of The Hague (ISH) de Europese School Den Haag (PO en vanaf 2014 ook VO), het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest, een reguliere middelbare school met een internationale afdeling en scholen in Wassenaar en Sassenheim.
VO-magazine 3 / december 2013
21
ADVERTENTIE
Kwaliteitscholen
Bekwaamheidsdossier en inspectie Door Bert Both, Kwaliteitscholen In het rapport “Professionalisering als gerichte opgave, verkennend
om de antwoorden van medewerkers op de vraag wat de plannen zijn
onderzoek naar het leren van leraren” velt hoofdinspecteur Steur, na
voor komende schooljaar te vergelijken met de schoolplannen. Staat in
voorzichtige formuleringen als “lijkt” en “onze indruk”, min of meer
uw schoolplan dat u het mentoraat wilt versterken of meer gedifferen-
en passant een hard oordeel over een groep docenten. Ik citeer uit
tieerd wilt lesgeven? Controleer of dat ook verwerkt is in de individuele
het voorwoord: “In dit rapport concludeert de inspectie ( …) dat het
plannen van uw medewerkers. Als u dat nergens terugleest, dan heeft
leren van leraren over het algemeen te weinig focus heeft, te weinig
u een probleem. U kunt in het Bekwaamheidsdossier ook zien welke do-
gericht is op concrete doelen om het eigen onderwijs te verbeteren.
centen het beste presteren op bepaalde competenties en deze koppelen
(…) Daarom is onze indruk dat de ruimte lang niet door iedereen
aan een docent die zich daarin moet ontwikkelen.
volledig benut wordt. En dit geldt nog het meest voor de leraren die het hardst aan hun kwaliteit moeten werken.” Zijn er ook goede docenten die niet op die manier aan hun kwaliteit
Kortom: u hebt in Kwaliteitscholen voldoende instrumenten om uw medewerkers te ondersteunen in hun professionalisering volgens de wensen van de inspectie.
werken? Vast! Natuurlijk zijn er docenten die de kantjes ervan aflopen en matig lesgeven. De vraag is wie daarvoor verantwoordelijk is als dat jaren achter elkaar gebeurt. De inspectie laat het er in elk geval niet
Meer weten? Bel: 010 511 19 06
(meer) bij zitten. Hieronder bespreek ik twee instrumenten die de schoolleiding kan gebruiken om zicht te krijgen op twee aspecten die de inspectie in het rapport bespreekt.
Reëel zicht op eigen vaardigheden De inspecteurs oordelen (...) dat op 37 procent van de scholen de leraren zelf ‘reëel’ zicht hebben op hun sterke en zwakke punten pedagogische en didactische vaardigheden. Op ruim 40 procent van de scholen is dit niet het geval, op de overige scholen is dit in ontwikkeling. (p35) U vindt in Kwaliteitscholen een protocol voor docentenevaluaties. Onderdeel van dat protocol is dat een leerkracht bij de evaluatie van leerlingen een zelfevaluatie invult, waarin hij aangeeft wat zijn prognose en ambitie is. In de rapportage van de resultaten ziet hij wat het verschil is tussen wat leerlingen vinden en wat zijn inschatting is, en ook het verschil tussen zijn eigen prognose en ambitie. Dit is een prima uitgangspunt om te bespreken wat de leerkracht in de toekomst gaat ondernemen om zijn ambities te realiseren.
Afstemmen van ontwikkeldoelen en ambities Leraren volgen slechts op de helft van de scholen scholing die past bij het deskundigheidsprofiel dat de school voor hen heeft opgesteld. Op bijna de helft van de scholen werken de leraren niet doelgericht aan bekwaamheden en competenties die nodig zijn voor het realiseren van de visie en ambities van de school. (p. 38) In het Bekwaamheidsdossier van Kwaliteitscholen beschrijft een medewerker zijn ontwikkeldoelen. Deze doelen kunt u generiek anoniem exporteren en analyseren. Al jaren adviseren we scholen
[email protected] www.kwaliteitscholen.nl
OVER SJOERD
‘Onvermoeibaar schakelen’ Bij het afscheid van Sjoerd Slagter spreken enkele leden vanuit persoonlijke ervaring over de man achter het voorzitterschap. Kees Blokland, bestuurder college van bestuur Landstede Groep:
“Sjoerd heeft krijt aan de handen. Een man die het onderwijs van binnenuit kent, hij heeft zelf voor de klas gestaan. Die flinke staat van dienst zou zelfs bij de vakbonden meer gewicht mogen hebben. Ons contact gaat ver terug en het meest bijzondere aan hem is dat hij de grote lijn vasthoudt. Tien jaar geleden was zijn motto al: ‘Leren buiten alle grenzen’. Het laat zien dat het onderwijs de ambities niet te laag moet stellen, want om met Sjoerd te spreken: ‘lage ambities geven lage uitkomsten’. Hij heeft zich er tien jaar lang conse quent aan vastgehouden. Vóór zijn voorzitterschap van de VO-raad was er verdeeldheid in het onderwijsveld. Dankzij hem heeft het voortgezet onderwijs een krachtige organisatie, omdat hij mensen actief benadert en de interactie op gang brengt. Sjoerd is geen stereo tiepe bestuurder, maar iemand die open staat voor advies en informatie vanuit het werkveld. Bovendien
valt hij nooit uit zijn rol. Daar heb ik een mooi voor beeld van. Dit voorjaar gingen we informeel uit eten, samen met enkele oud-collega’s van het Christelijk Onderwijs in Zwolle en omgeving, waar we elkaar van kennen. Het was ook de dag van de examenfraude in Rotterdam. Ik heb met bewondering zitten kijken hoe Sjoerd onvermoeibaar schakelde tussen ons samen zijn en alle journalisten die belden voor verklaringen namens de VO-raad. Hij nam alle telefoontjes aan, maar ons gesprek ging ook gewoon door en hij pakte het iedere keer weer op waar we gebleven waren. Razend knap vind ik. We blijven zeker contact houden. Het is een meer dan gewone collegiale omgang geworden met een zeer prettig mens.” Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Dirk Kreijkamp
VO-magazine 3 / december 2013
23
1
2
3
4
6
5
7 24
VO-magazine 3 / december 2013
8
9
10
VOORZITTER IN BEELD 1 Op het VO-congres 2012, met als thema ‘Maak het verschil!’. 2 en 9 Bij de presentatie van de VO-investeringsagenda Ruimte voor ieders talent. Deze werd in maart 2010 opgesteld om te laten zien hoe talentontwikkeling volgens de VO-raad uitgewerkt moet worden. 3 en 5 In debat in Den Haag over het wetsvoorstel onderwijstijd in maart 2012, met politici en vakbonden. 4 Op bezoek bij het LAKS neemt Sjoerd Slagter plaats achter de telefoon van de jaarlijkse klachtenlijn voor examenleerlingen.
6 en 7 Op het VO-congres 2011, waar onder meer Andy Hargreaves sprak en Paul Frissen deelnam aan het plenaire openingsdebat. 8 5 jaar VO-raad werd in november 2011 gevierd bij scholengemeenschap Panta Rhei in Amstelveen. Onder meer aanwezig waren Alexander Rinnooy Kan en onderwijsminister Marja van Bijsterveldt. 10 Op het VO-congres 2012 was Robbert Dijkgraaf (links) een van de sprekers.
VO-magazine 3 / december 2013
25
MAAT WERK(T)
Niekée in Roermond
Sjoerd Slagter: “Ik bezoek veel scho len, maar toen ik hier binnenlie p merkte ik dat he t on derwijs echt is veranderd. Zo is bij Niekée bijvo or be el d het verschil tussen pa uze en geen pauz e, en tussen binnen en buiten leren, verdwenen .”
LEREN DOE JE OVERAL Een specifieke onderwijssituatie vraagt soms om een eigen oplossing. Maatwerk kan een groot verschil maken. In deze aflevering van Maat werk(t): Niekée in Roermond. Een vo-school die leerlingen wil voor bereiden op de toekomst door hen zelfstandig en met behulp van veel ICT te laten leren, óók buiten de school. Tekst: Marijke Nijboer / Fotografie: Dirk Kreijkamp
Niekée biedt vmbo-opleidingen en een mbo-opleiding mediavormgeven aan. De school zit in een speels in gericht, kleurrijk en transparant pand met zwevende lokalen. Het in 2007 in gebruik genomen gebouw werd een jaar later bekroond als mooiste vo-school. ‘Niekée’ komt van de Griekse mythologische godin Nikè (‘over winning’). De school noemt zichzelf een ‘facilitair onderwijs- en activiteitencentrum voor scholen, maat schappelijke organisaties en het bedrijfsleven’. Huh? De school hecht erg aan contacten met de maatschappij, legt adjunct-directeur Sjef Drummen uit. Niekée is tevens een zalencentrum, museum, theater en restaurant. Hierdoor komen er allerlei organisaties binnen. Bij congressen verzorgen horecaleerlingen de catering. Anderen zijn gastheer, of zorgen voor een intermezzo van muziek of dans. Leerlingen doen ook opdrachten buiten de school voor maatschappelijke partners. Drummen: “Ze hebben bijvoorbeeld voor een grote woningcorporatie een campagne ontworpen. Bedrijven willen maatschappelijk ondernemen en zoeken vanuit die wens vaak contact met ons.” Ongewisse toekomst
Wat wil Niekée met het onderwijs? Drummen: “We willen onze kinderen voorbereiden om vastberaden de onzekerheid van morgen tegemoet te treden. Dat is iets anders dan hen klaarstomen om het diploma te halen, al hoort dat er natuurlijk ook bij. Wij vinden dat de school kinderen moet voorbereiden op de maat schappij van morgen. Het is ongewis hoe die eruit zal
26
VO-magazine 3 / december 2013
zien, dus wij blijven ons onderwijs steeds vernieuwen. Scholen leveren een gigantische verbondenheid met de kennis die stamt uit het verleden. Dat is belangrijk, maar de verbondenheid met de toekomst is dat óók.”
‘We maken leerlingen sterk zodat zij zelf oplossingen kunnen vinden’ Niekée wil dat leerlingen ‘reflecteren op hun eigen ontwikkeling en daar eigenaar van worden’. Drummen: “We leren kinderen op het vmbo niet meer zozeer een vak, maar leren hen om met hun affiniteit en talent voor bijvoorbeeld techniek hun weg te vinden in de veranderende maatschappij. We maken hen sterk zodat zij zelf oplossingen kunnen vinden. Natuurlijk krijgen ze technische vaardigheden mee. Maar het is niet meer zo dat ze leren timmeren en vervolgens dertig jaar timmerman zijn.” Er wordt op deze school ‘gewoon’ instructie gegeven, maar daarnaast leren kinderen veel in leergebieden waar vakken gecombineerd worden aangeboden. Aan de hand van opdrachten doen leerlingen onderzoek in veertien verschillende ‘arbeidsgebieden’, zoals voeding, gebouwen, kleding en gezondheid. Ten slotte worden bij ‘Wings’ allerlei onderwerpen behandeld die in het traditionele onderwijs niet aan bod komen. Voor deze lessen, die door eigen docenten worden samengesteld, kunnen leerlingen ook onderwerpen aandragen. In dat geval bouwen zij mee aan de les. De docent is hier begeleider en coach.
Op de foto (vlnr): Guusje Buffing (derdejaars vmbo-gl verzorging), adjunct-directeur Sjef Drummen, Heleen Hermanns
Overal draadloos
De al genoemde maatschappelijke contacten vormen één pijler onder het onderwijs. Daarnaast speelt ICT een grote rol. Elke docent krijgt een iPad en een notebook. In alle ruimtes is er draadloos toegang tot het internet. De onderbouw werkt met iPads en de derde- en vierde klassers met een persoonlijke laptop. De adjunctdirecteur: “Vroeger had je drie milieus: de straat, school en thuis. Daar is een vierde milieu bijgekomen: de digi tale wereld. Als kinderen thuis zijn, zitten ze feitelijk vaak in dat vierde milieu.” Niekée wil deze vier milieus met elkaar verbinden. “Straks ook fysiek: de ouders van kinderen in onze nieuwe leerroute Agora, die start in augustus 2014, zullen jaarlijks twee of drie dagdelen op school zijn. Daar laten we hen voor tekenen.” Het leren vindt niet alleen plaats in het schoolgebouw, maar ook op straat, thuis en op andere plekken in de maatschappij.” De school heeft een elektronische leeromgeving gebouwd, waarin kinderen, docenten en ouders met elkaar zijn verbonden. “Het leren stopt niet om vier uur; je leert wanneer je kunt. Je spreekt af om elkaar om half 9 ergens te ontmoeten, op een plek of virtueel, maar het leren gebeurt overal.” De school traint leerlingen in onderzoeksvaardigheden en leert hen om op het internet hun weg te vinden. Drummen roemt de onuitputtelijkheid van wat hij aan duidt als ‘de collectieve hersenkwab van de mensheid’. De school biedt competentiegericht onderwijs. Leer lingen bekwamen zich in competenties die ze in hun
beroep nodig zullen hebben. Daarbij wordt een groot beroep gedaan op hun zelfwerkzaamheid.
‘De docenten pakken het digitale leren net zo natuurlijk op als de kinderen’ Q: Kunnen tienerhersenen dat wel aan? A: Drummen: “Daar waar de rijpheid er niet is, stimuleert de school deze. Het begeleidingstraject moet heel streng zijn. Sommigen denken dat het slecht voor kinderen is als ze met digitale middelen leren, maar het tegendeel is waar. Je moet hen alleen wel datgene aan bieden waar ze aan toe zijn.” Individuele leerroutes
Q: Bij de invoering van de leerroute Agora krijgt elk kind een individueel leerprogramma. Vraagt dat geen enorme tijdsinvestering? A: “Wat willen daarin zelfs nog verder gaan, en volledig gepersonaliseerde leerroutes gaan bieden. Dat doen we naast het leren voor de eindtermen, wat overigens een raar begrip is als je het hebt over levenslang leren. Maar: nee, dit kost ons geen extra manuren. En we doen het nog tweetalig ook. Iedereen een eigen leerroute: dat is echt een revolutie. Dat kan alleen maar dankzij de digitale middelen. Die laten toe dat je kinderen kunt volgen, dat je hun resultaten kunt monitoren, dat ouders hun kinderen kunnen volgen, en dat kinderen op een
VO-magazine 3 / december 2013
27
ADVERTENTIE
a m o l p i d e d r Waa = (KO + KE)
2
PARTNER IN EXAMINERING?
De waarde van een diploma? Dat is een optelsom van de kwaliteit van de opleiding (KO) en van examinering (KE). Als dat beide op orde is: winst in het kwadraat! Dan geniet u het vertrouwen van studenten én werkgevers. Investeringen in de kwaliteit van examens, processen en personeel werpen snel vruchten af. De Associatie is graag uw partner in examinering en onderwijskundig advies. Of het nu gaat om toetstechnisch advies, toetsontwikkeling, logistiek, correctie of deskundigheidsbevordering. Wij leveren vertrouwen. Nu en in de toekomst. WWW.ASSOCIATIE.NL
ASS12011-04 Faciliteren examens adv 179,5x131mm.indd 1
04-10-12 14:02
Sinds 1 juli, meldcode verplicht Professionals die werken met een meldcode, grijpen drie keer zo vaak in bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. Het gebruik van een meldcode is dan ook sinds 1 juli 2013 verplicht voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. De vijf stappen van de meldcode helpen professionals bij het signaleren van verwaarlozing, mishandeling of misbruik en ondersteunen bij eventuele vervolgstappen. Toolkit op www.meldcode.nl Op www.meldcode.nl staan de vijf verplichte stappen en overige minimumeisen duidelijk uitgewerkt. Ook vindt u er een toolkit met instrumenten om de meldcode in te voeren en te gebruiken.
Wet van kracht! VO-Magazine_Adv_179,5x131.indd 1
www.meldcode.nl
30-07-13 10:55
MAAT WERK(T)
onderzoekende manier kunnen leren. Je kunt de instructie van de docent bijvoorbeeld op een filmpje zetten, en kinderen kunnen dat zo vaak herhalen als ze willen.” Daarnaast zijn de leerlingen voor een groot deel zelfstandig bezig. “Ze hebben twee instructiemomenten per dag en krijgen op de andere momenten waar nodig coaching.”
‘Iedereen een eigen leerroute: dat kan alleen maar dankzij de digitale middelen’ Q: Wat vindt de Inspectie van jullie prestaties? A: “We hadden nog een zwak bolletje staan bij de gemengde leerweg, maar krijgen binnenkort weer basistoezicht van de Inspectie. Dan scoren we op alles weer goed. We hadden 92 procent geslaagden. Dat zou eigenlijk 100 procent moeten zijn. We voldoen aan de Inspectienormen, maar nog niet aan onze eigen normen.” Q: Waar betalen jullie al die ICT van? A: “Wij gaan met alle belangrijke technologische ver nieuwingen mee, maar hebben tot nu toe alles kunnen doen binnen de reguliere financiering die we krijgen per leerling. Er is enorm veel content gratis te krijgen op het internet. En wij hebben wiskunde voor klas 1 tot en met 4 bijvoorbeeld volledig digitaal in huis, tegen te verwaarlozen kosten.”
Wij vragen van docenten dat ze niet alleen hun vak beheersen, maar ook leerlingen kunnen coachen, dat ze mediawijs zijn en mediavaardigheden bezitten. De docenten pakken het digitale leren net zo natuurlijk op als de kinderen. Alleen moet je wel de voorwaarden scheppen waaronder dat kan. Zo bieden wij naast alle apparatuur ook een ontmoetingsruimte met veel werkplekken.” Het leren met behulp van iPads is volgens de adjunctdirecteur probleemloos ingevoerd. “Je moet bij je ver nieuwing vertrouwen hebben in de zelfwerkzaamheid van mensen. Nadat wij onze docenten iPads gaven, ont dekten zij zelf allerlei nuttige apps. Docentengroepen gingen samen dingen uitzoeken en voorbereiden. Er ontstond een enorme dynamiek.” Docenten ontwikkelen veel lesmateriaal zelf. In de digitale leeromgeving van de school kunnen zij zelf digitale content ontwerpen en plaatsen. Daarbij stelt het systeem vragen, die de docent afvinkt. Vervolgens meldt het systeem aan welke leer doelen het geplaatste lesmateriaal voldoet.
‘Sommige ouders denken in paarden, maar wij hebben een auto’
Niet alle ouders kunnen het tempo van deze onderwijs revolutie bijhouden. Niekée moet nog wel eens uitleggen hoe het kan dat leerlingen zomaar een hele dag buiten de school zijn, bijvoorbeeld om mensen te interviewen voor een onderzoek. “In de perceptie van sommige ouders gebeurt leren in de klas. Zij denken in paarden, maar wij hebben een auto.” Ook even wennen voor veel ouders: Onderwijsrevolutie dat de kinderen zonder boekentas naar school gaan. Niekée heeft wel leermethodes in huis, maar die worden Q: Hoe bereid je docenten voor op deze manier van werken? er slechts af en toe bijgepakt. Drummen: “De bagage A: “Zij hoeven niet per se digitaal te werken; de digitale voor een onzekere toekomst, dat is: creativiteit, lef en werkwijze is maar een manier om tot kennis te komen. zelfvertrouwen. Laat maar komen, die toekomst!”
‘DE MEESTE DINGEN STAAN OP JE LAPTOP’ Guusje Buffing, derdejaars vmbo-gl verzorging: “Toen ik op deze school ging kijken, vond ik het er meteen heel leuk: al die kleuren, de creativiteit. Er hing een positieve energie. Ik heb ook voor Niekée gekozen omdat het een huiswerkarme school is; ik vind het af en toe lastig om te leren. Ik heb het hier enorm naar m’n zin. Het is ook wel fijn dat je geen boekentas hoeft mee te sjouwen. De meeste dingen staan op je laptop. Voor sommige vakken hebben we geen lesboeken, Duits bijvoorbeeld, maar daar leer je echt wel dingen. We zijn dan bijvoorbeeld één periode bezig met begrijpend lezen, één periode met woordenschat en één periode met grammatica. We mogen in ons eigen tempo werken. Nee, daar
wordt niet zoveel misbruik van gemaakt, want je krijgt een datum waarop je werk af moet zijn. Je moet wel een beetje zelfstandig zijn. Als je werk nog niet af is, moet je er thuis mee verder. Maar je wordt niet aan je lot overgelaten. De leraren geven uitleg, en ze helpen je. En als je extra begeleiding nodig hebt, kun je daarom vragen. Ik heb bijvoorbeeld best wel een probleem met wiskunde. Mijn moeder heeft met mijn mentor geregeld dat ik elke maandag ochtend om 8 uur bijles krijg. Natuurlijk wordt er wel eens stiekem gegamed of op Facebook gekeken; dat kun je niet echt tegengaan. Maar ik vind dat bij ons wel meevallen. Er wordt echt wel gewerkt.”
VO-magazine 3 / december 2013
29
ADVERTENTIE
Van all round manager naar onderwijskundig leider De opleiding Schoolleider in het Voortgezet Onderwijs is de eerste integrale opleiding voor middenmanagers in het VO die is opgezet volgens de nieuwe standaard. Ze biedt team- en afdelingsleiders en andere middenkaderfunctionarissen de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen tot onderwijskundige leiders. Belangrijke kenmerken van de opleiding zijn: • Praktijkgericht U kunt het geleerde meteen toepassen in uw eigen werksituatie • Flexibel Voor iedere cursist is maatwerk mogelijk (o.a. vrijstellingen) • Blended learning, wat onder meer betekent: Een goede mix van (de toepassing van) theorie én leren van en met collega’s • Gebaseerd op het competentieprofiel en bijbehorende bekwaamheidseisen voor schoolleiders VO • Officieel erkend diploma Ga voor meer informatie naar www.viavinci.net
think different, teach new ways
ALSTUBLIEFT: HET RECEPTENBOEK IMPLEMENTATIE STERCOLLECTIES Weet u al hoe u Stercollecties kunt inzetten op uw school? En wat daar voor nodig is? Bekijk het digitale Receptenboek Implementatie Stercollecties en creëer een Stercollectiegerecht naar smaak. Een aantal scholen presenteren hun eigen recept met verschillende ingrediënten. Welke visie is er op het onderwijs en voor welk leermateriaal, elo, infrastructuur en device kiezen zij? Hoe is de benodigde deskundigheidsbevordering georganiseerd? Ook vindt u in het receptenboek business cases, projectplannen en checklisten. Ga naar vo-content.nl en bekijk het Receptenboek Implementatie Stercollecties. U kunt gelijk aan de slag.
Samenwerken aan maatwerk! Stichting VO-content zorgt namens de scholen in het voorgezet onderwijs dat uitgevers Stercollecties ontwikkelen, onderhouden en actualiseren. Stercollecties zijn open digitale leerlijnen voor een vak, een jaar en niveau.
ad_vomagazine.indd 1
10/31/13 9:56 AM
OVER SJOERD
‘Man van de dialoog’ Bij het afscheid van Sjoerd Slagter spreken enkele leden vanuit persoonlijke ervaring over de man achter het voorzitterschap. Dries Koster, directeur-bestuurder RSG Wolfsbos, Hoogeveen:
“Sjoerd is open, toegankelijk en benaderbaar. Ik heb hem regelmatig meegemaakt in de bestuurlijke kring Noord van de VO-raad en vooral het laatste jaar hebben we veel contact met elkaar gehad. Wat we als bestuur enorm waardeerden, is dat je tegen hem alles over de inhoud kunt zeggen. Zelf heb ik nogal het hart op de tong en als ik het ergens niet mee eens ben, laat ik dat weten. En of het nu per mail, telefoon of Whatsapp is, Sjoerd reageert altijd binnen twee dagen terug. Dat vind ik knap. En dan ben ik nog maar een van de velen. Er zijn veel eigenwijze schoolbestuurders, net als ik, met een mening, maar hij luistert, gaat de dialoog aan en komt langs als je hem uitnodigt. Soms is hij naar mijn mening té veel de man van de consensus en mag hij wel wat meer met de vuist op tafel slaan. Zeker
richting de politiek. Wat ik heel bijzonder vind, is dat Sjoerd zich onder de leden als gelijke gedraagt. Op een gegeven moment belde hij me om met een club mensen naar Antwerpen te gaan voor een meerdaagse training over leiderschap. In een dergelijke training moeten de deelnemers flink aan de bak, je moet persoonlijke dingen inbrengen. Ik heb tijdens dat weekend een goed een-op-een-gesprek met hem gehad als onderdeel van de training. Dat hij dan als gelijkwaardige deelneemt en het ondanks zijn positie aandurft om zich van zijn kwetsbare, persoonlijke kant te laten zien, vond ik een bijzondere ervaring.” Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Dirk Kreijkamp
VO-magazine 3 / december 2013
31
360˚
NEDERLANDS ONDERWIJS IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF
OVER DE GRENS “We leren meer van mensen die anders zijn dan van degenen die veel op ons lijken”, zegt de gezaghebbende onderwijskundige Andy Hargreaves. Internatio nalisering verrijkt het onderwijs: leerlingen komen met een wijdere blik in het leven te staan. Ter gelegenheid van het afscheid van Sjoerd Slagter, groot voorstander van internationalisering in het onderwijs, een rondkijkje in de wereld van ‘grenze loos leren’. Over economie, tweetalig onderwijs, effectieve onderwijssystemen, gelukkige kinderen en nog veel meer. Tekst: Eva van Teeseling / Illustratie: Matthias Giessen
Als voorzitter van de VO-raad maakte Sjoerd Slagter in de praktijk kennis met succesvol onderwijs in andere landen en zette hij internationale samenwerkings verbanden op. Waarom hecht hij zoveel belang aan internationalisering? “Leerlingen moeten straks concur reren op een wereldwijde arbeidsmarkt. We zijn een klein land, met een open economie die nauw verbonden is met de landen om ons heen. We hebben Europa keihard nodig: onze concurrentiepositie is in het geding. Over tien, twintig jaar verwacht ik dat de markten nog sterker geglobaliseerd zijn dan nu het geval is. Dan moeten jonge mensen niet alleen uitstekend Duits, Engels en Frans spreken en verstaan, er wordt ook van hen verwacht dat ze flexibel kunnen omgaan met verschillen in cultuur en omgangsvormen.”
tweetalig onderwijs aan populariteit. Op een school met tweetalig onderwijs krijgen leerlingen bij minstens de helft van de vakken les in een andere taal (meestal Engels), bijvoorbeeld bij wiskunde, muziek of geschiedenis. De docent spreekt alleen Engels tijdens de les en er wordt een Engelse methode gebruikt. De docenten volgen een speciale tto-opleiding. Ook inhoudelijk worden de lessen ingebed in een internationale context. Andere scholen bieden extra talen aan: Spaans, Russisch of Chinees, of organiseren internationale projecten of thema’s.
Veelvormig
Onder druk
Scholen met een overtuigend internationaal programma zijn aantrekkelijk voor leerlingen en ouders: ze hebben iets extra’s te bieden. Daar geven ze op eigen wijze vorm en inhoud aan. De meeste scholen ondernemen jaarlijks wel een of meer buitenlandse reizen met de leerlingen of hebben een uitwisselingsprogramma met partnerscholen binnen of buiten Europa. Leerlingen verblijven dan een korte periode in het buitenland, logeren bij gastgezinnen en lopen een tijdje mee op de lokale school. Andersom zijn leerlingen uit een ander land regelmatig op hun Nederlandse partnerschool te gast. Op die manier gaat internationalisering leven en wordt het zichtbaar en tastbaar voor de leerlingen. Ook het tweetalig onderwijs groeit gestaag. Verspreid over heel Nederland bieden al 123 scholen tweetalig onderwijs (tto). De havo- en vwo-afdelingen zijn sterk vertegenwoordigd, maar ook op het vmbo wint het
Niet alleen leerlingen, maar ook docenten hebben er baat bij als hun opleiding aandacht besteedt aan inter nationalisering. Lerarenopleidingen laten hun studenten letterlijk en figuurlijk over de grens kijken, bijvoorbeeld door een stage in het buitenland, een buitenlandse taalassistent die wordt uitgenodigd door de opleiding, of door leerroutes die verschillende aspecten van internationalisering een plaats geven. Dit vergroot de kwaliteit van de opleidingen en versterkt de professio naliteit van toekomstige leraren. En ook voor school leiders en bestuurders kan een kijkje over de grens inspirerend en nuttig zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om kennis maken met de buitenlandse praktijk, banden aanknopen met buitenlandse collega’s en het delen van ervaringen. Helaas staat de aandacht voor internationalisering de laatste tijd onder druk en verschuift de aandacht van met
32
VO-magazine 3 / december 2013
‘Landen trekken zich terug op de bekrompen stelling van het nationaal belang. Een riskante stellingname’
name de politiek naar kernvakken en aangescherpte exameneisen. Voor internationalisering is minder sub sidie en reizen naar het buitenland worden gezien als ‘duur’ en ‘luxe’. Een slechte zaak, meent Slagter. “Helaas zien we in Europa een trend van nationalisatie, als reactie op de economische malaise. Landen trekken zich terug op de vertrouwde, maar bekrompen stelling van het nationaal belang.” Een riskante stellingname, in het bijzonder voor Nederland, benadrukt Slagter. “Die trend is funest voor de toekomst van onze kinderen. We moeten ons realiseren dat we niet zonder andere landen kunnen.”
leerlingen te halen”, vertelt Slagter. “Zeer competitief en prestatiegericht! Een zesjescultuur kent men daar niet. In een land als Singapore heeft het onderwijs een prominente plek, ook in de politiek. Het onderwijs wordt gezien als hét middel om te investeren in de toekomst van het land.” Slagter bezocht onder meer het Victoria Junior College, een van de beste scholen van Singapore, en maakte kennis met schoolleider Chan Poh Meng. “Leren staat op de eerste plaats bij zowel de leerlingen als hun families. Hun inzet en de hoge prioriteit die zij geven aan het leren is naar mijn mening de belangrijkste succesfactor”, zegt Chan Poh Meng. Singapore heeft ‘In China presteren kinderen weliswaar vrijwel geen natuurlijke hulpbronnen. Het opleidings niveau van de beroepsbevolking is de sleutel tot het uitstekend, maar ze zijn lang niet zo economische succes van dit kleine land. Daarom ligt gelukkig’ er een sterke focus op onderwijs. In China werkte Slagter nauw samen met Junghua Singapore en China Zhang, voorzitter van de Chinese schoolleidersacademie. Topscholen in landen met een hoge kwaliteit van het Professor Junghua Zhang is verbonden aan de onderwijs zijn interessant voor Nederlandse scholen. universiteit van Zhejian, waar jaarlijks zo’n duizend Een betrouwbare benchmark is de bekende PISAChinese schoolleiders hun opleiding volgen. ranglijst, gebaseerd op de prestaties van middelbare “Verrassend: in China is men bijzonder geïnteresseerd scholieren wereldwijd. De top tien wordt gedomineerd in het Nederlandse onderwijssysteem. Nederlandse door Aziatische landen als Singapore, China en Japan. kinderen zijn namelijk de gelukkigste kinderen ter Finland heeft het beste onderwijs van Europa en bezet wereld, en dat is Zhang niet ontgaan”, zegt Slagter. de derde plaats in de ranglijst. Nederland doet het ook In China presteren kinderen weliswaar uitstekend, niet slecht met de tiende plaats, na Canada en Australië. maar ze zijn lang niet zo gelukkig. Zhang realiseert zich “Tijdens mijn reizen naar Azië raakte ik onder de indruk terdege het belang van onderwijs voor de samenleving van de enorme drive die men toont om het maximale uit van de toekomst: “Wat scholen nu aan de leerlingen
VO-magazine 3 / december 2013
33
ADVERTENTIE
360˚
Wat kunnen scholen zelf doen rond het thema internationalisering? • Haal met buitenlands nieuws de ‘wereld’ binnen in de klas. Bespreek een buitenlandse krant en laat leerlingen over een internationaal thema discussiëren. • Organiseer een Europese markt, een songfestival of tentoonstelling. • Nodig een anderstalige gastspreker of iemand van een internationale organisatie uit. • Ga op zoek naar een partnerschool in Europa. Startpunt is de website www.etwinning.net. • Bied leerlingen de mogelijkheid om in de klas een vreemde taal te leren van een moeder taalspreker. Bijvoorbeeld door een taalassistent uit een ander land uit te nodigen. • Kies voor internationale leerlingenuitwisseling, zodat leerlingen uit verschillende landen elkaars taal en cultuur kunnen leren kennen. Hiervoor is subsidie beschikbaar in het kader van het BIOS-programma. • Ook een Comenius Schoolpartnerschap stimuleert de mobiliteit van leerlingen. Leerlingen worden uitgenodigd door een school in een ander Europees land. Ze logeren bij een gastgezin. • Voor versterkt talenonderwijs Frans/Duits kunt u gebruik maken van de expertise uit het LinQnetwerk. • Beginnnen met het vak Chinees? Het Netwerk Chinese Taal en Cultuur helpt u op weg. • Bij de praktische uitwerking van internationalisering op uw school kunt u ondersteuning krijgen via het Nivo, het Netwerk internationalisering voortgezet onderwijs. Wilt u internationalisering stevig verankeren in • het curriculum van de school? Verdiep u dan in de mogelijkheden van het Elos-netwerk. Elosscholen besteden aandacht aan vreemde talen op hoog niveau en bieden een keur aan internationale activiteiten. • Wilt u tweetalig onderwijs bieden? Neem contact op met het landelijk netwerk voor tweetalig onderwijs. Meer informatie over de initiatieven bij punt 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 is te vinden bij het Europees Platform: www.europeesplatform.nl.
PISA-RANGLIJST: TOP 10 (2009) 1 Shanghai (China) 2 Zuid-Korea 3 Finland 4 Hongkong (China) 5 Singapore 6 Canada 7 Nieuw-Zeeland 8 Japan 9 Australië 10 Nederland 3 december worden de drie jaarlijkse PISA-resultaten open baar en wordt een nieuwe ranglijst bekendgemaakt.
meegeven, bepaalt over twintig jaar onze samenleving”, zegt hij. Chinese scholen zijn niet gewend om aspecten als creativiteit, geluk en plezier veel ruimte te geven. “Juist op dat punt kunnen zij weer hun voordeel doen met de voorbeelden en contacten uit Nederland”, besluit Slagter. Verschil in aanpak
Schoolsystemen kunnen succesvol zijn, terwijl ze tege lijkertijd sterk van elkaar verschillen. Andy Hargreaves vergeleek de onderwijspraktijk in Finland met die van Singapore. Hargreaves is hoogleraar onderwijskunde in Boston en heeft zich gespecialiseerd in onderwijs ontwikkeling en duurzaam leiderschap. “Beide landen doen het uitstekend in de internationale benchmark, terwijl hun aanpak totaal verschillend is”, zegt hij. “Finland kent een uitgesproken relaxte onderwijscultuur, met veel rust en stabiliteit. Veel minder competitief dan Singapore, waar de schoolcultuur uitermate energiek en dynamisch is. Leerlingen ervaren een behoorlijke prestatiedruk.” Hargreaves vervolgt: “Het eerste grote examen in Finland vindt pas plaats als de leerlingen negentien jaar oud zijn. In Singapore daarentegen worden leerlingen constant getest en geëxamineerd. Goede prestaties worden benadrukt en gevierd, bijvoorbeeld door de jaarlijkse verkiezingen van de beste leerling. Ik stel echter vast dat leerlingen in Singapore relatief slecht scoren op ‘geluk’, in tegenstelling tot Finse leerlingen.”
Finland
De kwaliteit van het onderwijs in Finland bevindt zich al jaren op dit zeer hoge niveau. Wat is het geheim van dat succes? Ari Pokka licht een tipje van de sluier op. Pokka is hoofd van Cygnaeus High School in het Finse Jyväskylä en voormalig voorzitter van de Finse zuster organisatie van de VO-raad. “Onze scholen zijn uniek vanwege het positieve schoolklimaat, de rust en het vertrouwen dat er heerst”, zegt hij. “Er is weinig hiërarchie. Schoolleiders, docenten en leerlingen zijn gelijkwaardig aan elkaar. We luisteren naar onze leerlingen en belangrijke beslissingen worden
EUROPEES PLATFORM: VRAAGBAAK VOOR SCHOLEN Scholen die gerichter internationaal willen werken, kunnen zich oriënteren op de website van het Europees Platform: www.europeesplatform.nl. Dit platform helpt scholen op allerlei manieren bij hun kennismaking met Europa en de rest van de wereld. Denk aan het faciliteren van schoolpartner schappen, tweetalig onderwijs, grensverleggend onderwijs en uitwisselingen. Op de website is informatie te vinden over internationale activiteiten en netwerken. Voor een aantal activiteiten kunnen scholen subsidie aanvragen. Doel is schoolleiders, leraren en leerlingen te motiveren met dergelijke projecten aan de slag te gaan.
VO-magazine 3 / december 2013
35
ADVERTENTIE
icaat gscertif n li o h c Met s punten w studie u . .v .b t
Professionalisering financieel schoolmanagement
2013-2014
Bezuinigingen, onderwijsvernieuwingen en horizontale verantwoording stellen nieuwe eisen aan de onderwijsmanager. Om bovenschools managers, schooldirecteuren, bestuurders, beleidsadviseurs en beleidsmedewerkers een handreiking te bieden bij het vormgeven van het financieel schoolmanagement organiseert Comeet de leergang onderwijsfinanciën. In deze leergang worden alle facetten van het financieel management behandeld. De leergang bestaat uit 4 modules van elk 2 cursusdagen. U kunt per module inschrijven.
Module 1: Elementaire financiële kennis
2013 dinsdag 12 en woensdag 13 november in Ede: Zalencentrum ROVC 2013 dinsdag 26 en woensdag 27 november in Zwolle: Grand hotel “Wientjes” 2014 donderdag 23 en vrijdag 24 januari in Eindhoven: Zalencentrum Aristo
Module 2: Financiële kennis
2013 dinsdag 3 en woensdag 4 december in Ede: Zalencentrum ROVC 2014 dinsdag 14 en woensdag 15 januari in Zwolle: Grand hotel “Wientjes” 2014 dinsdag 11 en woensdag 12 maart in Eindhoven: Zalencentrum Aristo
Module 3: Verdiepingscursus financiële kennis
2014 donderdag 16 en vrijdag 17 januari in Ede: Zalencentrum ROVC 2014 donderdag 13 en vrijdag 14 maart in Zwolle: Grand hotel “Wientjes” 2014 dinsdag 15 en woensdag 16 april in Eindhoven: Zalencentrum Aristo
Module 4: Het maken van uw eigen financieel beleidsplan
2014 dinsdag 18 en woensdag 19 maart in Ede: Zalencentrum ROVC 2014 donderdag 10 en vrijdag 11 april in Zwolle: Grand hotel “Wientjes” 2014 dinsdag 16 en woensdag 17 september in Eindhoven: Zalencentrum Aristo De kosten van deelname aan deze tweedaagse modules zijn e 545,00 (module 4 e 595,00 i.v.m. CD-rom) inclusief materialen, koffie/thee en lunch. Het aantal deelnemers bedraagt maximaal 30. Voor nadere informatie over deze cursussen verwijzen wij u naar onze website: www.comeet.nl Voor inschrijving en informatie kunt u zich wenden tot: Comeet, t.a.v. het secretariaat, Postbus 7069, 3430 JB Nieuwegein Telefoon: 06-12509193 E-mail:
[email protected]
www.comeet.nl
elling elangst b e t o r ijving De g t inschr o t s n o n noopt orde va in volg t s kom . binnen
gezamenlijk genomen.” “Ari Pokka is een collega en een goede vriend, van wie ik veel heb geleerd”, zegt Slagter. “Het is bijzonder om in Finland te zien hoe het óók kan: uitstekende prestaties, maar zonder de eindeloze verantwoordingscultuur die zo kenmerkend is voor onze onderwijssector. En zonder opeenvolgende onderwijshervormingen. Er heerst rust en stabiliteit.”
COLUMN
360˚
‘De rijkdom van een wereld zonder grenzen wil ik graag delen met mijn leerlingen’
GEWOON DOEN
Het beroep van leraar is een beroep dat aanzien geniet in Finland. Leraren kunnen rekenen op respect, niet alleen van de leerlingen maar ook van hun schoolleider, de ouders, de overheid en de politiek. Omdat veel jonge mensen dit beroep ambiëren, is er geen lerarentekort. “We kunnen de beste leraren selecteren voor de school. Alle leraren hebben een academische achtergrond. Zij kennen hun vak door en door en beschikken over uit gebreide didactische vaardigheden”, zegt Pokka. “Als schoolleider vertrouw ik op hun professionali teit en effectiviteit.” Opmerkelijk is ook de autonomie van Finse scholen. Zij kunnen in hoge mate zelf het beleid vormgeven binnen de globale kaders die door de overheid zijn vastgesteld. “Leraren hebben bij voorbeeld alle vrijheid om hun eigen lesmateriaal en lesinhoud te ontwikkelen”, aldus Pokka.
H ENDRIK-JAN VAN ARENTHALS
Ons land is ernstig in de war over ‘leiderschap’. Geen wonder. De een sluit met een Louis IV– kapsel een Frans verbond om ons te bevrijden van het ‘monster uit Brussel’, een tweede pareert de roep om visie eeuwig glimlachend met een Rotterdams ‘geen woorden maar daden’ en een derde heeft moeite een peperdure straaljager te ‘verkopen’ aan zijn eigen achterban. Met een haast bijbels ‘vele eersten zullen de laatsten zijn’ streven kleine leiders grote voorbij. Gelukkig voor de sector vielen daarbij na het Onderwijsakkoord van onze eigen leider ook in het dubbeltje op zijn kant van het Herfstakkoord vele euro’s in onze richting. ‘Grote leiders’ zoals de iconen uit het verleden lijken nauwelijks nog te bestaan. De literatuur biedt houvast noch eenduidigheid. De goeroes spreken elkaar tegen. We komen er niet meer met een preek van dominee Covey, vader dan wel zoon, noch redden we het met de utopistische bespiegelingen van Fullan. De Caluwé doet ons al lang geen kleur meer bekennen. En wanneer we van ‘Leidinggeven aan professionals, niet doen’ niet verder komen dan de titel, zitten we op het volmaakte dwaalspoor. De overigens erg aanbevelenswaardige ‘vertaling’ naar onze sector (onder supervisie van dezelfde Mathieu) heet niet voor niets ‘Onderwijs vraagt leiderschap’.
Wereldburgers
Cygnaeus High School is een internationaal georiënteerde school met diverse partnerschap scholen en uitwisselingsprogramma’s. Frankrijk, Australië, Nederland, Luxemburg, Italië, Spanje: elke week vliegen tientallen leerlingen uit naar het buitenland, terwijl tientallen anderen te gast zijn op de Finse school. Schoolleider Pokka: “Zelf heb ik veel geleerd tijdens mijn internationale loop baan. Vriendschap, vertrouwen, een gedeelde visie, wederzijds respect: het zijn belangrijke verworven heden die ik koester. Die kennis en de rijkdom van een wereld zonder grenzen wil ik graag delen met mijn leerlingen. Het gaat om de toekomst van onze aarde. En het zou best kunnen dat de leerlingen van nu betere wereldburgers worden dan onze huidige generatie”, besluit Pokka.
Misschien moeten we te rade gaan bij Confucius, en niet alleen omdat Chinees examenvak is geworden. Volgens de oude meester moet een leider altijd bereid zijn te leren, een eigenschap die perfect aansluit bij lerende organisaties binnen een ambitieuze sector. Een leider moet bereid zijn altijd en overal zijn rol te spelen, ook wanneer dat bijvoorbeeld het pluche onder de kaasstolp niet meer welgevallig is. Hij moet medemenselijk zijn en tegelijk loyaliteit eisen. Bovenal moet de leider altijd en overal bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen. Zoals David Engelhard in zijn recente boek kort en krachtig samenvat: ‘Durf de baas te zijn.’ Natuurlijk valt het in het huidige klimaat als bestuurder niet altijd mee om je rol te spelen. We moeten in het maaiveld der Lage Landen vooral ‘gewoon doen’. Daarom mogen we trots zijn wanneer er mensen zijn die het vaandel van onze sector altijd en overal boven dat maaiveld uit willen en kunnen tillen; we mogen trots zijn op iemand die jarenlang krachtig verantwoordelijkheid heeft willen nemen. Goed voorbeeld doet goed volgen. Leiding geven aan professionals: gewoon doen. VO-magazine 3 / december 2013
37
ADVERTENTIE
ELEMENTAIR BOEKHOUDEN Ben jij een ambitieuze docent Economie of Management & Organisatie? En wil je havo- of vwoleerlingen meer kansen bieden met een waardevol en erkend diploma? Informeer ze over de waarde van het erkende diploma Elementair Boekhouden: een onafhankelijk en erkend diploma dat vele deuren zal openen. Meer weten over hoe je jouw school een streepje voor bezorgt? Maak er werk van! Bel 033 - 461 21 59 of kijk op onze site.
MEER KENNIS, MEER KANSEN.
WWW.ASSOCIATIE.NL ASS12003-02_Adv_EB_179,5x131mm_CORR.indd 1
05-04-12 12:06
Bezoek
www.voion.nl Voor iedereen in het vo op zoek naar kennis en ervaringen op het gebied van: • Arbeidsmarkt & mobiliteit • Opleiding & professionalisering • Veilig, gezond & vitaal werken Voion, kennis en advies van en voor het voortgezet onderwijs
www.voion.nl
OVER SJOERD
‘Zonder verborgen agenda’ Bij het afscheid van Sjoerd Slagter spreken enkele leden vanuit persoonlijke ervaring over de man achter het voorzitterschap. Martin van den Berg, bestuurder Christiaan Huygens College, Eindhoven:
“Bij Sjoerd ligt een grote wil om te leren van het onder wijs in het buitenland. Ik ben afgelopen zomer met hem naar de ICP-conferentie in Australië geweest en dan zie ik bij Sjoerd zo veel enthousiasme en bevlogen heid voor internationale interactie. Hij heeft die visie en het lef om internationalisering tot onderwerp te maken en ik zag in Australië wat een stevige rol hij daarin vervult. Hij stelt zijn internationale contacten voor ons ter beschikking en onderzoekt wat we van andere landen kunnen leren, en eventueel in de Nederlandse situatie implementeren. Ik heb tijdens dat congres veel gehoord, gelezen en gezien wat interessant kan zijn voor ons onderwijs. Verder is Sjoerd een typische bruggenbouwer die altijd op vriendelijke
manier onderhandelt. Al heb ik hem bij het ministerie van OCW ook echt zijn rol als voorzitter van de VO‑raad op zich zien nemen. We kennen elkaar onder andere van het schoolleidersnetwerk Orion. Op onze uitnodiging heeft Sjoerd vaak bij vergaderingen aan gezeten en viel me op hoe open en prettig hij com municeert. We hebben altijd onze zorgen met hem kunnen delen, of tips en wensen voor beleid mee kunnen geven. Zoals ik hem heb meegemaakt, blijft Sjoerd altijd Sjoerd. Zonder verborgen agenda’s. En dat maakt hem tot een betrouwbaar man voor alle mensen met wie hij samenwerkt.” Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Dirk Kreijkamp
VO-magazine 3 / december 2013
39
RONDETAFELGESPREK
‘MIJN BROERS HIELDEN ME SCHERP’
deze heb genoten van Sjoerd Slagter: “Ik ol in ho sc ijn oude lagere ontmoeting op m ik kte dat het gesprek mer Bussum. Tijdens tten.” je genen moet zi onderwijs echt in
Vier broers van Sjoerd Slagter werken ook in het onderwijs. Hun kritiek staken ze nooit onder stoelen of banken, ook al was hun broer de voorzitter van de VO-raad. Sjoerd zelf had daar geen enkele moeite mee, integendeel. Zijn broers ‘met hun poten in de modder’ hielden hem bij de les. Tekst: Emmanuel Naaijkens / Fotografie: Josje Deekens
De begroeting tussen Reinoud, Anco en Job en hun broer Sjoerd is allerhartelijkst. Ze slaan elkaar op de schouders en delen en passant met een brede lach plaagstootjes uit richting hun bekende broer. Drie zijn de zestig al gepasseerd, maar het blijven jongens onder elkaar. Op deze vrijdagmiddag, aan het begin van de herfst vakantie, ontmoeten de vier broers elkaar in de Vondel school in Bussum. Met het oog op het afscheid van Sjoerd als voorzitter van de VO-raad gaan ze met elkaar in gesprek over de toekomst van het voorgezet onderwijs en over hun jeugd.
voorzitter van de VO-raad zelfs in het ‘vijandelijke kamp’ van de werkgevers, zoals zijn broers gekscherend opmerken. Het kan niet anders of in familiekring gaat het vaak over wat er wel en niet deugt in het onderwijs, en vooral, hoe de toekomst eruitziet. Sjoerd is er rotsvast van overtuigd dat het onderwijs aan de vooravond staat van noodzakelijke, radicale veranderingen. Lumpsum
In het broedergesprek gooit Job maar meteen op tafel waar het volgens hem fout is gegaan in het onderwijs: “Ze hadden de lumpsum nooit moeten invoeren. Job: ‘Wat een leerling wil, is dat een Daardoor is er enorm veel overhead ontstaan.” Sjoerd: “Wat wil je dan? Dat alles net als vroeger centraal vanuit docent aangeeft wat belangrijk is’ Den Haag wordt geregeld? Dat is echt niet meer van deze tijd.” Job: “Je kunt wel alles vrijlaten, maar dan heb De gesprekslocatie is niet toevallig gekozen. In een deel je kans dat je heel veel verschillen krijgt tussen scholen.” van dit monumentale gebouw was vroeger de christelijke Er ontspint zich een discussie tussen de broers over de lagere school gehuisvest. Vijf van de zes jongens Slagter rol van de directeur; die zou tegenwoordig te ver van zijn zaten op die school, die nu niet meer bestaat. Het ouder mensen afstaan. Reinoud: “Zomaar binnenlopen is er lijk huis lag om de hoek. Daar ging het bijna altijd over niet meer bij. Je moet met een secretaresse een afspraak onderwijs, want vader was leraar en moeder – jong maken. Maar ja, die man krijgt ook tientallen mailtjes gestorven – onderwijzeres. Het gezin is een onderwijs van boze ouders. De samenleving is zo complex geworden.” familie zoals je die maar zelden tegenkomt. Het wezen Daarom is het volgens Sjoerd nodig dat het onderwijs van wat onderwijs is, zit in de genen: het tot bloei laten grondig op de schop gaat, de tijd dat de maatschappij komen van het talent van kinderen. overzichtelijk in elkaar zat en het levenspad van veel Sjoerd heeft als enige van de broers op een gegeven mensen was uitgetekend, is passé. Hij heeft dat als moment bewust gekozen voor een carrière als leiding voorzitter verwoord in het project ‘Leerling 2020’. Om gevende in het onderwijs. In 2006 belandde hij als de leerling goed te kunnen bedienen, zal het onderwijs
40
VO-magazine 3 / december 2013
Sjoerd Slagter (66) Studeerde biologie en filosofie aan de Universiteit Utrecht en begon in 1975 als leraar aan het Corderius College in Amersfoort. Later werd hij er waarnemend conrector. Daarnaast was hij parttime vak didacticus biologie aan de Universiteit Utrecht. Na een uitstap als onderwijs kundige, werd Sjoerd directeur van het ROC ASA en voorzitter van de centrale directie van het Agnieten College. Daarna volgde zijn aanstelling als college voorzitter van SSCO in Zwolle. In 2006 werd hij de eerste voorzitter van de VO-raad.
veel meer moeten personaliseren en individualiseren. Het draait om maatwerk, want anders haakt de leerling af. Maar die transformatie moet niet van bovenaf worden opgelegd, zoals in het verleden met grootschalige onder wijsvernieuwingen is geprobeerd, zonder succes. Sjoerd erkent de kritiek van zijn broers dat de zeggenschap van docenten over hun vak is ingeperkt. “Het onderwerp van de professionele autonomie hebben we wat laten liggen.” Maar van een docent mag in deze tijd ook verwacht worden dat hij verantwoording aflegt en veel meer dan vroeger als lid van een team functioneert, vindt Sjoerd. “De docent moet zeggen: ík wil het onderwijs ver nieuwen en verbeteren, ík wil me aanpassen.” De sector moet in zijn ogen zelf de handschoen oppakken. “Neem de excellentieagenda van de staatssecretaris, dat stond al in ons Bestuursakkoord, maar dat moet uiteindelijk toch uit de scholen en de docenten zelf komen. Dat zou radicaal moeten veranderen.” Hij wijst als voorbeeld op broer Reinoud, gepromoveerd natuurkundige, die briljante leerlingen stimuleert zich maximaal te ontplooien.
sociaal en cognitief.” Hij krijgt bijval van broer Anco. Sjoerd blijft bij zijn stelling: het een sluit het ander niet uit. Reinoud kan zich daarin vinden: “Het hoofddoel van voortgezet onderwijs is een goed examenresultaat. En een docent moet je daarop kunnen afrekenen. Bij niet-examenklassen heb je andere criteria.” Dat vindt Sjoerd ook. “Al zou je het misschien wat anders moeten verwoorden, het gaat niet alléén om examencijfers. Maar docenten zijn in het verleden toch gemakkelijk weg gekomen.” Anco wijst erop dat lesgeven op een vwo, zoals Reinoud en Job doen, toch echt iets anders is dan in het vmbo. “Daar moet je vooral investeren in sociale ontwikkeling van kinderen. Je moet haast een soort vader voor ze zijn. Daar gaat het er niet dat de resultaten zo hoog mogelijk zijn, maar dat ze hun diploma halen. Voorkomen dat ze uitvallen.”
Bedrijfsleven
Volgens Sjoerd is de exclusieve rol van de docent als kennisoverdrager voorbij. Google is tegenwoordig een onuitputtelijke bron van gratis informatie, daar kan geen docent tegenop. Informatietechnologie neemt in het onderwijs van de nabije toekomst een belangrijke plaats in, is zijn stellige overtuiging. Zijn broers zetten daar toch wel vraagtekens bij. Job: “Wat een leerling wil,
Als Sjoerd stelt dat het onderwijs veel van het bedrijfs leven kan leren wat betreft modernisering van arbeids voorwaarden, de wijze van organiseren en verantwoor ding afleggen, reageert Job afwijzend: “Het bedrijfsleven heeft als doel winstmaximalisatie, geld verdienen. Maar onderwijs gaat vooral over het maximale uit een kind halen,
Sjoerd: ‘De docent moet zeggen: “ík wil het onderwijs vernieuwen en verbeteren, ík wil me aanpassen“’
VO-magazine 3 / december 2013
41
Reinoud (64) Was ruim veertig jaar docent wiskunde, natuurkunde, sterrenkunde en nlt aan het Comenius College te Hilversum. Op die school gaf ook vader Jacob Slager les. Reinoud is gepromoveerd in theoretische fysica aan de Universiteit Utrecht. Hij is ook onderzoeker bij ASFYON en heeft veel wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Hij ontwikkelde lesmodules sterrenkunde en vliegtuigtechnologie.
Anco (62) Deed de pedagogische academie en studeerde vervolgens pedagogiek MO-A en MO-B. Hij specialiseerde zich in management en leerling begeleiding. Werkte in het basisonderwijs, in het onderwijs voor zigeuner- en woonwagenkinderen en in het voortgezet onderwijs. Vanaf 2009 tot voor kort was hij als leraar Nederlands en leerlingbegeleider verbonden aan de Meerwegen Scholengroep in de regio Amersfoort.
is dat een docent aangeeft wat er belangrijk is. Dat is altijd de kern van het onderwijs geweest.” Anco: “We moeten oppassen dat we met die nieuwe technologie het kind niet met het badwater weggooien.” Rol van de docent
Maar daarmee is de rol van de docent niet achterhaald, betoogt Sjoerd als hij de scepsis opmerkt. “De kunst is: hoe selecteer je kennis, hoe onderscheid je niveau en waarde van kennis en hoe ga je ermee om. De docent zal veel meer een rolmodel zijn. Hij gaat over waarden, normen, principes, vaardigheden, houding, dat soort dingen. Dat kan een computer nooit overnemen.” Hij voorziet dat videocolleges – verzorgd door topdocenten – een grote vlucht gaan nemen. Maar werkt dat wel echt?, vraagt Job zich af. “Je hebt een docent nodig die leer lingen bij de les houdt, hun interesse aanwakkert. Als ze alleen maar naar een scherm mogen staren, haken ze af.”
Anco: ‘Onze kinderen in het vmbo kunnen niet zonder een echte leraar van vlees en bloed’ Anco, die tot voor kort in het vmbo werkte, gelooft niet dat deze aanpak voor zijn leerlingen een uitkomst is. “Misschien is het iets voor leerlingen in hogere op leidingen. Onze kinderen kunnen niet zonder een echte leraar van vlees en bloed.”
42
VO-magazine 3 / december 2013
Maar het idee van ‘Leerling 2020’ is geen standaard aanpak. Het is afgestemd op de omstandigheden van de school en van de leerling. Sjoerd: “Het centrale thema is variatie, maatwerk. De ene leerling zal online onderwijs volgen, de andere leerling zal heel individueel begeleid moeten worden. En dat kan omdat digitalisering zoveel mogelijkheden met zich meebrengt.” Bevlogenheid
Dat de broers met zoveel passie en bevlogenheid over hun vak praten, schrijven ze toe aan hun ouders. Vader Jacob Slagter was zijn leven lang docent economie in het voortgezet onderwijs en aan de universiteit. Voor de broers is vader als docent een lichtend voorbeeld en tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie. Sjoerd: “Zijn boodschap was: je moet in jezelf blijven investeren en blijven leren. Dat is ook voor mij een belangrijk motto.” Reinoud: “Hij heeft door zelfstudie al zijn bevoegdheden gehaald. Daar was hij trots op. In elk vrij uurtje ging hij studeren.” Hij schreef ook zes lesboeken over economie, ‘want hij vond dat hij dat beter kon dan zijn collega Arnold Heertje’. Van zijn zes zonen verwachtte vader Slagter dat ze meer dan hun best deden op school. Sjoerd: “Als je thuis kwam, was het eerste wat hij vroeg: ‘hoe ging het op school en heb je nog cijfers gehad’? Dat vond hij heel belangrijk. Hij zag het als een investering in je toekomst.” Anco: “Toen ik mijn diploma aan de pedagogische academie had gehaald, zei hij: ‘Dat pakken ze je niet
Martin (60) Studeerde Nederlands en filosofie en is als docent Nederlands, journalistiek en filosofie verbonden aan verschillende scholen en opleidingen, waaronder Hogeschool Utrecht, Hogeschool Geestes wetenschappen Utrecht en het Instituut voor Filosofie. Hij is parttime werkzaam als tekstschrijver en eind redacteur en schrijft met enige regelmaat opiniërende artikelen in de Volkskrant, NRC en Trouw. (Martin was niet bij het gesprek aanwezig).
Job (51) Begon zijn werkzame leven als steward/ purser in de luchtvaart. Stapte daarna over naar het voortgezet onderwijs. Staat een kwart eeuw voor de klas als docent m&o en economie, de afgelopen dertien jaar op het Dorenweerd College te Doorwerth. Vrouw en oudste dochter werken ook in het onderwijs. Zijn twee andere dochters volgen een lerarenopleiding.
meer af’. Een baan in het onderwijs betekende zekerheid, hebben geambieerd. Hun hart lag in de klas, bij de daar hechtte hij aan.” Job: “Hij had altijd verhalen over leerlingen. Sjoerd: “Vader had altijd een wat gecom ‘hoe langer je studeert, hoe meer je later gaat verdienen’.” pliceerde relatie met de leiding, hij kon recalcitrant zijn.” Anco en Job herkennen dat wel: “Dat hebben wij ook”, Reinoud: ‘Een goed examenresultaat, schateren ze. Van hun vader hebben ze ook geërfd dat ze van hun hart geen moordkuil maken en graag zeggen daar moet je een docent op kunnen waar het op staat. Vooral als het over de managers in het afrekenen’ onderwijs gaat krijgt Sjoerd, als voorman van de werk gevers in het onderwijs, de wind stevig van voren. Die Warme persoonlijkheid hebben veel te veel macht gekregen in het onderwijs, Vader Slagter duwde zijn kinderen het pad op van het vinden zijn broers. Job maakt zich boos over bestuurders onderwijs en die hebben er nooit een dag spijt van die ook bapo opnemen. Sjoerd geeft hem gelijk: “Dat gehad. Alleen Wouter ging later een andere richting in, zou niet zo moeten en dat is ook niet zo afgesproken. hij emigreerde naar de Verenigde Staten. De vier broers Bapo geldt niet voor bestuurders.” – Martin is niet bij het gesprek aanwezig – omschrijven hun vader als dominant, traditioneel, maar ook met een Pro docent zachtaardige kant. Voor zijn leerlingen ging hij door het Het gesprek loopt ten einde. De drie broers hebben hun vuur, hij was streng maar rechtvaardig. Humoristisch broer-de-voorzitter het vuur na aan de schenen gelegd. ook. Job: “Hij was een hele warme persoonlijkheid. Als Sjoerd heeft daar absoluut geen moeite mee. “We hebben docent ontving hij zijn leerlingen bij hem thuis. Het in de familie vaker dit soort gesprekken gevoerd. Die grappige is, dat heb ik van hem overgenomen. Ik nodig waren heel waardevol. Mijn broers hielden mij scherp, mijn mentorleerlingen ook elk jaar thuis uit.” Sjoerd: zij zijn het die met de poten in de modder staan. Zij “Als het mooi weer was, trakteerde hij zijn hele klas op hebben voorkomen dat ik te veel werd opgezogen in het een ijsje.” Anco: “Vader zei altijd: ‘De schooltijden zijn bestuurlijke milieu. Als ik iets deed wat niet goed was een aangename onderbreking van de vakanties’. Dat is voor scholen of docenten, dan werd ik daar stevig op in onze familie een gevleugelde uitspraak geworden.” geattaqueerd.” Reinoud: “Op reünies spraken oud-leerlingen vaak met Job beaamt dat. “Hij zei als voorzitter van de VO-raad respect over vader, hij was geliefd.” altijd goede dingen over docenten, hij nam het voor hen Waar de broers – behalve Sjoerd – hun vader ook in op. Hij is heel ‘pro docent’ geweest.” gevolgd zijn, is dat ze nooit een leidinggevende functie VO-magazine 3 / december 2013
43
BLIK VAN BUITEN Sjoerd Slagter: “In ge sprekken met Robbert voel ik continu de noodzaak om van talentontwikkeli ng echt een speerpunt te maken . Hij laat bovendien zie n dat leren een avontuur ka n zijn.”
‘LAAT HET ONDERWIJS ADEMEN’ Naam k Robbert Dijkgraaf (53) Achtergrond k Sinds 1 juli 2012 directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton, V.S. en Leon Levy Professor. Daarnaast sinds 2005 universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam Gespreksonderwerp k Onderwijsontwikkeling van de toekomst Standpunt k Laat verschillen naast elkaar bestaan
Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Dirk Kreijkamp
Het Nederlandse onderwijs staat stil, zegt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Moeten we af van het klasje met één standaardpakket? “In het algemeen is er veel meer ruimte voor innovatie, diversiteit en experi menten in het onderwijs dan we nu toestaan. Leerlingen worden voorbereid op een samenleving die tientallen jaren in de toekomst ligt en die ze samen moeten vormgeven. In plaats van een ideale oplossing te bedenken voor iedereen, zou wat mij betreft het onder wijs meer mogen ‘ademen’. Er is zo’n variatie onder jongeren, zowel in interesse, als in talent.”
‘Digitale hulpmiddelen zijn in potentie een zeer krachtige game changer’ Monique van Zandwijk, directeur van iPad-school Digitalis in Almere, reageerde op bovenstaande stelling onder meer als volgt: ‘Je moet leer lingen niets door de strot duwen, maar economische belangen (bijvoorbeeld het van jongs af aan aanbieden van scheikunde als de overheid meer
44
VO-magazine 3 / december 2013
farmaceutische industrie wil aantrekken) en die van kinderen hoeven elkaar niet uit te sluiten.’ Economische belangen als drijfveer achter het onderwijsaan bod, ziet u dat zitten? “Ik zie in het hoger onderwijs dat er een nieuwe generatie studenten is verschenen die meer gericht is op concrete vraagstuk ken en onderwerpen, dan een specifieke studierichting. Dus zij zijn eerder geïnteresseerd in het klimaatprobleem, de bankensector of de Europese Unie, dan enkel en alleen in meteorologie, economie of rechten. Ik zie dus een versmelten van de inhoudelijke, maat schappelijke en ook economische aspecten van kennis. En, wederom, de vraag aan het onderwijs is niet zo zeer het ideale gerecht te bereiden dat iedereen elke dag wil nuttigen, maar eerder een rijk menu samen te stellen. Leerlingen maken verschillende keuzes, en veranderen ook door de tijd heen in hun smaak. Belangrijk is dat docenten zich comfortabel voelen om met die verschillen te werken.”
‘Doceren zou veel meer een teamsport moeten worden’
Het lijkt alsof de overheid het interview met u in VO-magazine van begin 2012 goed heeft gelezen, want de Tweede Kamer wil een einde aan de ‘toets gekte’. Volgens de Kamer doet de eind toets ‘geen recht aan verschillen tussen leerlingen en aan de stimulerende rol van het basisonderwijs om kinderen hun talenten te laten ontwikkelen’. Hebt u misschien een nieuw, inspire rend gezichtspunt dat we nog niet van u kennen? “Fijn dat het ‘toetsen om de toets’ wat ingedamd wordt. Voor een volgend agendapunt zou ik willen bepleiten niet met de rug naar nieuwe technologie te gaan staan. Technologie is zeker geen wondermiddel. Maar digitale hulp middelen zijn in potentie een zeer krachtige game changer, niet alleen voor de leerling, maar nog veel meer voor de docent. Misschien het allerbelangrijkste is dat, net als in de samenleving als geheel, technologie ons kan helpen van het onderwijsveld veel meer een gemeenschap te maken. Soms is het bestaan van leraren eenzaam. Ze staan daar maar alleen voor de klas. Doceren zou veel meer een teamsport moeten worden. Verder ben ik een groot
voorstander van minder regels vanuit de overheid en meer vertrouwen in het onderwijsveld.”
genoeg als je een genie in één studie richting bent.”
U woont alweer ruim een jaar met uw gezin in de VS. Heeft dat uw blik op het Nederlandse onderwijssysteem veranderd? “Ik ben een grote fan van het Neder landse systeem. We halen verhoudings gewijs veel uit onze jongeren. Grote In november van dit jaar geeft u een groepen worden goed bediend. Het DWDD-televisiecollege over Albert Amerikaanse perspectief laat wel zien Einstein. Zou het huidige onderwijs dat we in Nederland enkele keuzes systeem in Nederland een dergelijk maken die in de rest van de wereld zeker genie kunnen voortbrengen? niet vanzelfsprekend zijn. Zo is daar de “Absoluut, want Nederland doet veel vroege selectie; hier in de VS wordt het aan talentherkenning. Einstein was onbegrijpelijk gevonden dat je voor trouwens een hele goede leerling. Hij kinderen van elf jaar al min of meer deed op zijn zestiende al toelating voor zou bepalen of ze naar de universiteit de universiteit en had daarbij een kunnen. Verder is hier veel meer ruimte perfecte score voor wis- en natuurkunde. voor individuele keuzes in vakken Alleen de andere vakken waren niet pakketten, met ruimte voor van alles. voldoende. Maar opvallend was wel dat Creatieve vakken worden bijvoorbeeld hij zowel op school als op de universiteit serieuzer genomen. Muziek, toneel, docenten tegen de haren in streek. ‘Het dans, journalistiek worden op de high wordt nooit wat met deze leerling’, was school waar mijn kinderen naartoe gaan, het oordeel van een docent. Op de allemaal aangeboden. Ook zijn de sport universiteit eindigde hij als laatste in zijn teams een cruciaal element in het school klas. Kortom, geef leerlingen het voor leven. Op de dag van een belangrijke deel van de twijfel! En het is goed voetbalwedstrijd lopen onze jongens met
‘De vraag aan het onderwijs is niet het ideale gerecht te bereiden, maar een rijk menu samen te stellen’
een stropdas door de school. Dat heb ik ze nog nooit zien doen!” Wat zijn de voors en tegens van het Amerikaanse systeem, afgezet tegen het Nederlandse? “Samengevat wordt in Amerika de vrij heid van de leerling, docent en school veel meer centraal gesteld. Omdat Nederland meer voor een top-down benadering kiest, is er meer uniformiteit. Daardoor vallen er minder leerlingen uit de boot en is het tegelijkertijd moeilijker voor een leerling om een eigen pad te gaan. Die twee culturen zijn natuurlijk een directe reflectie van de twee landen: Nederland is klein en homogeen, Amerika groot en divers. Voor mij is de grootste les dat er in het onderwijs geen perfecte oplossingen zijn. Er zijn vele kloppende systemen. En in plaats van een intense discussie over welk systeem het beste is, zou ik ervoor willen pleiten om verschillende systemen naast elkaar te laten leven.”
‘Er zijn in het onderwijs geen perfecte oplossingen; er zijn vele kloppende systemen’
VO-magazine 3 / december 2013
45
WIE WAT WAAR
WIE WERKT WAAR
AGENDA
LUCAS ONDERWIJS
27-11 Kennisdag Ruimte-OK over huisvesting Wie Schoolleiders en bestuurders Waar Almere
Regio Den Haag
De Raad van Toezicht van Lucas Onderwijs heeft Ewald van Vliet per 1 januari 2014 benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur. Samen met Hein van Asseldonk vormt hij vanaf dat moment het College van Bestuur. Van Vliet heeft meer dan tien jaar voor Lucas Onderwijs gewerkt. Hij begon als leerkracht en eindigde als directeur van basisschool De Fontein. Daarna werd Van Vliet wethouder bij twee verschillende gemeenten. Sinds 2007 was hij burgemeester van de gemeente Lansingerland. Tevens is hij voorzitter van Skills Netherlands.
28-11 Algemene Ledenvergadering (ALV) Wie Leden VO-raad Waar Utrecht 4-12 Bijeenkomst Leren verbeteren (noord) Wie Schoolleiders en bestuurders van risico
scholen en (zeer) zwakke afdelingen Waar Drachten
VO HAAGLANDEN Maerlant Lyceum, Den Haag
Arno Peters wordt met ingang van schooljaar 2014-2015 bestuurs voorzitter van VO Haaglanden. Peters is sinds zes jaar rector van het Maerlant Lyceum in Den Haag.
SCHOLENGROEP OVER- EN MIDDEN-BETUWE Vmbo OBC Huissen
Het College van Bestuur van Scholengroep Over- en Midden-Betuwe heeft twee teamleiders voor OBC Huissen benoemd. Mayke GravenRensen is benoemd tot teamleider bovenbouw vmbo Techniek en Zorg & Welzijn. Zij is thans werkzaam als docent wiskunde en locatie ondersteuner afdelingsleiders vmbo op Citadel College Lent. Nienke van Leeuwen-de Bie is benoemd tot teamleider onderbouw vmbo Basis/Kader. Zij werkt momenteel als docent en onderwijs ontwikkelaar op het IJburg College in Amsterdam. De Bie is lid van de landelijke kenniskring vmbo en heeft meegewerkt aan het boek VMBO dichterbij.
6-12 Bijeenkomst Leren verbeteren (midden) Wie Schoolleiders en bestuurders van risico
scholen en (zeer) zwakke afdelingen Waar Utrecht 13-12 Rondetafelgesprek toptalenten Wie Schoolleiders en bestuurders Waar Utrecht 6-2 Havo-congres: trots op havo Wie Schoolleiders Waar Amersfoort 20-3 VO-congres 2014 Wie Leden VO-raad Waar Nieuwegein
Meer informatie en inschrijven: R www.vo-raad.nl/agenda
46
Colofon VO-magazine is een uitgave van de
Martijn Laman en Eva van Teeseling.
Advertenties Uitgeverij Recent Amsterdam,
VO‑raad, de sectororganisatie van het voortgezet
Redactieadres VO-raad, Postbus 8282,
T 020 330 89 98 (Ray Aronds), www.recent.nl.
onderwijs. VO‑magazine verschijnt 7 keer per jaar
3503 RG UTRECHT, T 030 232 48 00,
Issn 1873-1163
in een oplage van 4.500 exemplaren.
[email protected], www.vo-raad.nl.
Redactie Cindy Curré, Ingrid Janssen,
Fotografie Josje Deekens (ook voorpagina),
scholen, die lid zijn van de VO-raad ontvangen het
Suzanne Visser (eindredactie), Linda Zeegers.
iStockphoto, Dirk Kreijkamp, Rogier Veldman
VO-magazine gratis. Een abonnement kost € 75,-
Medewerkers: Hendrik-Jan van Arenthals,
Illustraties Matthias Giesen
per jaar. Beëindiging van het abonnement dient
Truus Groenewegen, Hanneke van der Linden,
Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht
schriftelijk te geschieden voor 1 juli.
Emmanuel Naaijkens, Marijke Nijboer,
Druk Roto Smeets GrafiServices, Utrecht
VO-magazine 3 / december 2013
Abonnementen Besturen en de daarbij horende
ADVERTENTIE
en belangrijk in deteamkamer, maar ook in de beet klaslokaal. Ik wil reflecteren en mijn stijl van gelen Mijn wens voor het komende jaar? Dat leraWelkom! met bezieling naar school komen Hoe ga ik van Programma van spireren? Op tijd en eerlijk communiceren, luiste16:00 – 19:30 uur (inclusief buff et) plaats zijn! Sturen op ruimte en vertrouwen in n control Een professionele cultuur isenniet alleen Meer info inschrijven op www.onderwijs amkamer, maar ook in de bestuursruimte en het vraagtleiderschap.nl reflecteren en mijn stijl van leidinggeven spiegelen Geheel kosteloos Ik wil met mijn leraren en leerlinHoe ga ik van motiveren Op tijd en eerlijk communiceren, luisteren en er ren op ruimte en vertrouwen in plaats van op planen professionele cultuur is niet alleen belangrijk in aar ook in de bestuursruimte en het klaslokaal. Ik Mijn wens jaar? Dat leraren en leerlingen met bezieling naar Op tijd en Sturen op ruimEen professiet alleen belangrijk in deteamkamer, maar ook in Ik wil reflecteren en mijn stijl
BENT U EEN GOEDE LEIDER?
isbn 978 90 5594
887 1
druk
herziene
Onderwijs vraagt leiderschap!
Zwolle do 6 maart 2014
• 2e
Dick Both & Alex de Bruijn (redactie)
scriptum
www.scri ptum twit ter .com/ .nl Faceb ook.c scrip tumn l om/U itgev erijS cript um
t leiderschap!
Kom naar de regiobijeenkomst bij u in de buurt Maak kennis met dit thema op de regiobijeenkomst bij u in de buurt. Naast een praktische inleiding wordt tijdens workshops ook ingezoomd op twee aspecten van leiderschap bij docenten, leidinggevenden of bestuurders en toezichthouders.
Onderwijs vra ag
Leiderschap is cruciaal. Zeker in het onder wijs, zaken en papier waar het niet gaat en maar om mense om zorgt voor profes n en manieren. Goed leiderschap sionele groei en bloei van mense lende niveaus in de school. n op de versch ilLeiderschap begin t bij de basis, de plaats waar plaatsvindt. Dat het primaire proce is in het klaslo kaal, in de intera s en de leerling. ctie tussen de De interactie leraar op de andere dinggevende niveaus, die tussen en de leraar en de leide bestuurder staan in dienst en de leidinggeve van het prima nde, ire proces: het onder wijs. Het geven van is nodig dat mense n zich op alle niveau uitstekend de leerlingen beter worden s afvrag en van wat hun werk, wat draagt aan goed hun leiderschap onder wijs. Dat bijzorgt voor verbin verschillende niveaus en voork ding tussen de omt het ontsta ‘wereldjes’ in an van versch de school. illende Leiderschap is een complex en moeilijk af bestaan veel opvat te bakenen thema tingen over wat . Er (goed) leiderschap effectieve leider s doen. Wat de inhoudt en wat vele literatuur geval duidelijk over dit thema maakt is dat hoe in ieder we leiders en ven in belangrijke leiderschap omsch mate afhangt van rijauteurs van dit het perspectief boek kiezen voor dat we kiezen. De acht aspecten goed leiderschap als het repertoire in een school. voor Deze acht aspec ontleend aan de ten zijn groten inhoud van het deels boek Leidinggeven Niet doen! van Mathieu Wegg aan professional eman s? . Met behulp van deze acht leider een praktische schapsaspecten handreiking aan doen de auteu rs leiders (leraren, bestuurders) in het onder wijs leidinggevenden en om (meer) werk leiderschap op te maken van school. In het goed belang van de allemaal draait mensen om wie : de leerlingen! het daar
Roden ma 13 januari 2014
Dick Both Alex de Bruijn
Onderwijs vraagt leiderschap Leiderschap is in veel gevallen doorslaggevend. Zeker in het onderwijs, waar het niet gaat om zaken en papieren maar om mensen en manieren. Goed leiderschap zorgt voor professionele groei en bloei van mensen op de verschillende niveaus in de school.
Sprekers Rottier, o.a. Rens , Dick Both ij u r n en Alex de B oppe. Willem P
Rijssen ma 12 mei 2014
met een voorwo ord van Mathieu Weg geman
Barneveld ma 7 april 2014
Driestar managementadvies
Gouda ma 25 november 2013 ma 16 juni 2014
TA L E N T I N O N T W I K K E L I N G
Goes do 31 oktober 2013
ADVERTENTIE
foleta.nl
Weloverwogen besturen met Foleta Als beleidsmaker gaat u niet over één nacht ijs. U wilt de juiste keuzes maken. U wilt dus actueel inzicht en overzicht. Op elk moment. Op alle fronten.
Dat kan. Met Foleta! Met Foleta beheert u de totale keten: prognose, financiën, hrm, formatieplanning en rooster. Zónder extra inspanningen. Want Foleta sluit aan op alle gangbare roosterprogramma’s en hrm-pakketten.
Ook voor u Ruim 60% van alle scholen gebruikt Foleta al. Dat zegt genoeg. Wilt u ook de juiste beleidskeuzes maken? Kom dan naar een regionale bijeenkomst. Experts vertellen graag hoe zij Foleta inzetten op hun school. Beverwijk Apeldoorn Rotterdam Houten Hoogezand Weert
04-feb-14 06-feb-14 10-feb-14 11-feb-14 12-feb-14 13-feb-14
13:30 – 16:00 13:30 – 16:00 13:30 – 16:00 13:30 – 16:00 13:30 – 16:00 13:30 – 16:00
Voor bestaande en toekomstige gebruikers! De bijeenkomsten zijn gratis. Informatie & inschrijving: Vragen:
www.foleta.nl
[email protected] 030 – 20 40 214
‘Complimenten voor de prognose.’ Marielle Opheij Opleidingsmanager Nova College
‘Ik vind Foleta een fantastisch product waar we niet meer zonder kunnen.’ Henk Koopmans Hoofd Roosterbureau Dr. Aletta Jacobscollege
‘Het werkt prettiger, gemakkelijker en vooral sneller.’ Marion Egberink P&O Scholengemeenschap Canisius
‘Geen schaduwsystemen meer in spreadsheets.’ Kees van den Brink plv. rector Corderius College