BoniOuderBulletin JA ARGANG 36
NUMMER 2 FEB 2015
E E N U I TG AV E VA N D E O U D E R R A A D
In dit nummer o.a. > Thema: Talentontwikkeling > Bijzondere Bonifant: Jorine van der Pas > Boni-traditie: Matthäus Passion > Geschiedenis, wat een vak!
DOCENTEN KLAPPEN UIT DE SCHOOL
Graven naar talent Talenten zijn als de delfstoffen in onze aarde. Soms liggen ze dicht aan de oppervlakte en worden ze al vroeg
leerling
<>
docent
zichtbaar. Een andere keer liggen ze zo diep dat ze pas later tevoorschijn komen. Soms komen talenten met de kracht van een pas aangeboorde oliebron naar boven. Een andere keer zijn het kleine goudklompjes die voorzichtig bij
Carrièreadvies Als in maart de voorlopige adviezen voor de leerlingen in de havo/vwo-brugklassen eraan komen, raken de brugklasleerlingen geïnteresseerd in de
elkaar worden gelegd om aaneengesmeed te worden tot een prachtsieraad. Altijd zijn de talenten ons dierbaar en daardoor erg kostbaar. Of het nu gaat om de wiskundige talenten van het meisje uit 2 gym, om de bèta-nerd die een gamma-klant werd of om de mini-Messi die dolgraag ooit in de voetsporen van zijn held treedt. In dit tweede nummer
middelbareschoolopleiding van hun docenten.
6
Zodoende vroeg Raymond me wat ik gedaan had. Ik vertelde hem dat ik gymnasium bèta heb gedaan.
van de BOB leest u hoe er op het Boni plaats is voor alle talenten. Hoewel het talentenprogramma genoemd is naar Leonardo da Vinci, hoeft uw kind niet hoogbegaafd te zijn om uit te groeien tot een diamant.
Geschokt reageerde hij: ‘Maar mevrouw, u had wel alles kunnen worden!’
Natuurlijk weet ik dat ook wel, maar ik wilde nu eenmaal altijd al docente worden en dan vooral een docente die leerlingen het beste uit zichzelf laat halen. Aangezien me dat aardig lukt, beledigde hij me niet, dus vroeg ik hem glimlachend: ‘Wat dan bij voorbeeld?’
Zijn antwoord: ‘Dierenarts!’
Tja… Ik houd best van dieren, maar pubers zijn me toch heel wat liever!
INHOUD
DIE VAN MIJ... Ouders vertellen anoniem over hun Boni-kind.
O, wat had ik met haar te doen… Plots was daar het moment waarop onze oudste dochter naar de brugklas zou gaan. Ons zorgeloze groep 8-kind dat elke dag blij naar school ging, leuke dingen deed met haar vrienden en alle tijd had om lekker te hockeyen. Die lieverd moest na de zomervakantie naar het Boni. Moest, ja. Mijn gedachten gingen terug naar de dag dat ik mijn entree als brugpieper maakte. De jongste thuis, maar dat was niet echt een voordeel. Mijn zus in havo 5 en broer in gymnasium 4 hadden
Docenten klappen uit de school
2
Redactioneel
2
Die van mij ...
3
me gewaarschuwd vooral uit hun buurt te blijven. Daar liep ik door de nauwe gangen met mijn schooltas keurig aan het handvat. Als onzeker kind worstelde ik me de trap op langs grote pubers. Ik maakte kennis met nieuwe vakken en streed om een plaatsje in de pikorde van mijn klas. O jee, zou dochterlief wel overleven in deze jungle?
Leven na het Boni: Jorine van der Pas
4
Boni-traditie - Matthäus Passion
5
Thema: Ouders over talentontwikkeling
6
In de zomervakantie kwamen de vragen. ‘Krijg ik straks veel huiswerk? Kan ik wiskunde wel?’ Zorgen om het onbekende. Bovendien liet ze een hechte groep 8 achter. Kwam daar wel een leuke klas voor in de plaats? Voor ik het wist vertrok ze naar kamp. Gevolgd door enthousiaste verhalen. Over haar nieuwe beste
Thema: Bonikinderen over talentontwikkeling 8
vriendinnen. Over wat ze allemaal gedaan hadden. En o, wat was ze moe én schor. Dan de eerste echte
Thema: school over talentontwikkeling
10
lesweek. Nieuwe stof, veel indrukken en geen tijd. Want die ging op aan huiswerk. En bij nader inzien
Wat een vak: geschiedenis
12
Hoekje: Het muzieklokaal
13
Nieuws uit de Ouderraad
14
Colofon
14
was die nieuwe beste vriendin op z’n hoogst een gewone vriendin. We zijn een half jaar verder en ik verbaas me. Waar is dat angstige hertje gebleven dat zich met kloppend hart in het avontuur stortte? En wie is die puber aan onze keukentafel die zich in een bijna onnavolgbaar jargon uitdrukt? Ik zie hoe blij en gelukkig ze is. Het gaat met haar helemaal goed komen op het Boni. En met mij gaat het gelukkig ook steeds beter.
3 7
Leven na het Boni
Jorine van der Pas Master Student Neuroscience and Cognition Tegenwoordig verdiept Jorine van der Pas (25) zich in de werking van het brein, maar op het Boni werd ze vooral gegrepen door toneelspelen. Nog steeds trouwens: ze is regieassistent bij de Boni-toneelgroep Primeur.
TEKST EN BEELD
6 4
Marjan Scheffer
De ogen van Jorine van der Pas stralen als ze het over het Boni heeft. Het is duidelijk, Jorine heeft hier een toptijd gehad. ‘Ik heb nog altijd contact met m’n vriendenclub van het Boni. Bijzonder toch?’ Maar wat doe je daarna, als je een fantastische tijd op de middelbare school hebt gehad? Jorine had geen idee. ‘Ik heb moeite met het nemen van beslissingen die heel bepalend zijn. Pas op de allerlaatste dag dat ik me voor een vervolgstudie moest inschrijven, heb ik me voor Psychologie in Utrecht aangemeld. Dat ik werd aangenomen, was best bijzonder. Maar dat realiseerde ik me pas achteraf. Eén derde was namelijk uitgeloot. Ik had totaal geen plan B.’ Passie Jorine hoopt in april haar Master Neuroscience and Cognition te behalen. Bij dat idee begint ze nerveus te lachen. Want ja, als je die ambitie eenmaal uitspreekt, moet je het ook waarmaken. Ze praat met veel passie over haar studie en stages. Op dit moment is ze onderzoekstagiaire bij Revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht. Daarvoor deed ze onderzoek bij het Pieter Baan Centrum. ‘Het werken met patiënten op de Hoogstraat vond ik aangrijpender. Die mensen is volkomen onverwacht iets overkomen dat hun leven overhoop gooit. Heftig om te zien.’ Iemand anders zijn Terug naar het Boni. In de tweede klas startte Jorine met toneel in toneelgroep Primeur. Toneel voor leerlingen uit de 2de en 3de klas. ‘Toneelspelen vond ik als puber heerlijk omdat je volledig iemand anders kunt zijn.’ Jorine is nog steeds aan Primeur verbonden als regie-assistent. ‘Het is mooi om te zien dat we binnen een jaar een veilige sfeer in een groep creëren. Verlegen of juist goed gebekte leerlingen helpen elkaar
om verder te groeien.’ Dit jaar staat in mei Alice in Wonderland op het programma. ‘Het wordt fantastisch!’ Wifi Op mijn vraag wat er volgens Jorine veranderd is op het Boni, volgt na een grote grijns direct het antwoord: ‘Wifi! In mijn tijd mocht je niet eens je mobiel bij je hebben. Toen ik na jaren weer op school kwam bij Primeur, hield ik angstvallig mijn mobiel in m’n broekzak. Toen bleek dat er gewoon wifi in school was. Was voor mij echt even wennen.’ Toekomst Jorine zucht als het over het leven na haar studie gaat. ‘Tja, weer geen idee. Ik vertrouw erop dat ik m’n weg wel zal vinden. Komt vast goed!
TEKST
Anne Havelaar
B EELD
Marga de Ruiter en anderen
Boni-traditie
Matthäus Passion Het Boni kent vele tradities, waarvan het bijwonen van de Matthäus Passion er één is. Op 21 maart gaan 50 leerlingen van de voorexamenklassen muziek voor de 16de keer naar Vredenburg.
Vijftien jaar geleden besloot het Boni muziek als examenvak aan te bieden. Dat was tevens de geboorte van een nieuwe traditie: het bijwonen van de Matthäus Passion, uitgevoerd door het koor en orkest van de Nederlandse Bachvereniging. Dit gebeurt in het laatste jaar voor het examen, als de leerlingen uit 4 havo en 5 vwo net van alles hebben geleerd over de kenmerken van barokmuziek. Het is – met een duur van 3 uur – wel een lange zit, maar volgens muziekdocente Marga de Ruiter worden de leerlingen daar goed op voorbereid. ‘We hebben een interactieve dvd-rom, waar ze mee aan de slag gaan. Ze moeten alle items bekijken en opdrachten doen. Dat kan variëren van vragen over het verhaal en de muzikale elementen, tot opdrachten over context, compositie en retorica. Bovendien komt er ook altijd een gastdocent vertellen over de Matthäus, meestal een violiste uit het orkest. Ze vertelt interessante weetjes, speelt wat voor en geeft er opdrachten bij.’ Voor veel van de leerlingen is de Matthäus het eerste klassieke concert dat ze meemaken, toch gedragen ze zich voorbeeldig. De Ruiter: ‘In al die 15 jaar is er nog nooit iets vervelends voorgevallen. Ze zijn altijd respectvol en gedragen zich goed.’ Kippenvel Drie keer viel de uitvoering in de toetsweek, maar dat bleek een blessing in disguise. De Ruiter: ‘Toen mochten we naar de generale repetitie, in de Geertekerk. Geweldig, want dan zit je zo’n twee meter van de musici af. Als een zanger dan een aria zingt, krijg je echt kippenvel. Bovendien konden de leerlingen in de pauze vragen stellen aan de musici, dus dat zorgt ook voor meer contact en verbinding.’ Of de pubers ook ontroerd raken door een aria als Erbarme Dich, weet De Ruiter niet. ‘Ik zie ze geen traantjes wegpinken, maar het kan best dat ze dat niet willen laten zien. Ik weet wel dat ze meestal geraakt zijn door het jongenskoor, dat voor de
7 5
pauze meezingt. Dat die kleine jochies al zo mooi kunnen zingen maakt indruk. Ook zijn ze vaak verrast door de diepe bariton van Jezus, vooral omdat Jezus aan het kruis vaak zo ielig overkomt. En als ze de gastdocent herkennen, klappen ze allemaal extra hard.’
Thema: Ouders over talentontwikkeling TEKST & B EELD
Erzsó Alföldy
Vooral mogelijkheden bieden Kinderen hun talenten laten ontwikkelen? Natuurlijk wil je als ouder het beste voor je kind. Maar veel meer dan stimuleren en faciliteren zit er niet in. De rest doen kinderen namelijk zelf wel. het profiel Economie & Maatschappij, maar wel met de extra vakken biologie en scheikunde. En filosofie, want nadenken over belangrijke filosofische vraagstukken vond hij ook reuze interessant. Maar hoe graag en makkelijk mijn oudste zoon ook nieuwe stof tot zich nam, zijn studieresultaten vertoonden de op en neer gaande beweging van een rollercoaster. Zijn cijfers varieerden tussen de 1 en de 10. Waar het verschil in zat was voor iedereen meestal een raadsel. Was hij vergeten voor een toets te leren of had hij lastige opdrachten verdrongen? Lag een en ander aan zijn gebrekkig organiserend vermogen, of verschool hij zich daar gemakshalve achter?
6
Ooit, toen hij een jaar of 11 was, beantwoordde mijn oudste zoon de vraag wat hij later wilde worden, steevast met: ‘theoretisch natuurkundige’. Hij had als klein jongetje een mateloze fascinatie voor sterren en planeten, maar ook voor dino’s, vulkanen, het weer en stoommachines. Hij las alles wat los en vast zat, van de serie Waanzinnig om te weten tot de wetenschapsbijlage van de Volkskrant. Eenmaal op de middelbare school verheugde hij zich er net zo op om natuurkunde te krijgen, als ik als regelrechte alfa mij er destijds op verheugde om er na twee jaar weer van af te zijn. Van bèta-nerd tot gamma-klant Groot was zijn teleurstelling toen bleek dat natuurkunde weinig met natuurwetenschappen van doen had, maar vooral met wiskunde, een vak waar hij nou net weer niet zo dol op was. Zijn interesses verschoven langzaam maar zeker naar de gammawetenschappen. Hij koos uiteindelijk
Maatschappelijk bewust Inmiddels studeert hij politicologie in Nijmegen. En was hij vroeger vooral geïnteresseerd in atomen en moleculen en hoe de ruimte in elkaar zat, nu wil hij alles weten over hoe de maatschappij in elkaar steekt. Hij heeft zijn blikveld verruimd, en niet alleen in de cognitieve zin. Was hij vroeger een terugtrokken kind dat moeilijk contact met zijn leeftijdsgenoten maakte en bij toneeluitvoeringen op de basisschool het liefst een boom wilde spelen – zolang hij maar geen woord hoefde te zeggen – in de loop der jaren heeft hij ontwikkeld tot een nieuwsgierig, open en sociaal persoon. Hij woont samen met zijn vriendin en heeft een bonte schare aan vrienden. Liever voetballen Heel anders is mijn jongste zoon, sinds kort brugklasser op het Boni-gymnasium. Waar zijn oudere broer altijd een lettervreter was, wil mijn jongste zoon het liefst buiten voetballen. En als hij al iets voor zijn plezier leest, is dat bij voorkeur een voetbalblaadje. Maar nog liever verdiept hij zich in de wetenswaardigheden rondom zijn idool Messi op het internet. Ook volgt hij de berichtgeving rondom wedstrijduitslagen, transfers en nieuwe aanwinsten en heeft hij de statistieken van een willekeurige voetbalclub paraat.
En terwijl ik vroeger mijn oudste zoon vergezelde naar de Sterrenwacht, zit ik met mijn jongste zoon regelmatig te koukleumen op de tribune van het FC Utrecht Stadion. Ik ben vorig jaar met hem zelfs naar Barcelona afgereisd om Messi in Camp Nou te zien spelen. Dingen die ik, voordat ik aan kinderen begon, niet voor mogelijk had gehouden. Wat mijn jongste zoon later wil worden? Profvoetballer zou heel mooi zijn, desnoods voetbalcommentator. Of misschien toch uitvinder of ondernemer, het zou zomaar kunnen. In ieder geval is onderhandelen – of het gaat over bedtijden, een voetbalwedstrijd op een later tijdstip uitkijken of toch nog even een spelletje op de computer – wel zijn tweede natuur. En ideeën voor technologische oplossingen voor een betere, duurzame wereld schudt hij zo uit de mouw. Helaas zijn de meeste ervan al lang bedacht of verworpen wegens onuitvoerbaarheid. Maar ach, hij is jong, heeft nog een hoop te leren, en hij heeft ideeën te over. Stimuleren en faciliteren Als ik als moeder van een inmiddels volwassen zoon, één ding geleerd heb, is dat je kinderen niet kunt sturen. Hoogstens kun je goed kijken waar hun belangstelling ligt en hun talent(en) tot bloei laten komen door die te stimuleren en te faciliteren. Maar net zo belangrijk is het soms om hun minder sterke kanten te helpen ontwikkelen. Zo heb ik mijn oudste zoon destijds achtereenvolgens op kinderatelier, muziekles en atletiek gedaan, niet zozeer omdat hij over bijzondere muzikale, artistieke dan wel sportieve gaven beschikte, maar juist als tegenhanger voor zijn toch wat eenzijdige, cognitieve interesse. Verrassend Met of ondanks al die bemoeienissen heeft mijn oudste zoon zich hoogst verrassend ontwikkeld. De studie die hij na veel wikken en wegen heeft gekozen vindt hij helemaal geweldig. Onlangs behaalde hij cum laude zijn propedeuse-examen en is hij uitgenodigd om naast zijn studie deel te nemen aan een honours-traject. Zelf toont hij zich
nog het meest verrast hoe makkelijk alles hem tegenwoordig afgaat. Zo had hij recentelijk een gesprek met zijn oudste vriend van de middelbare school over zijn studie en over zijn studieresultaten. Waar zijn vriend laconiek op reageerde: ‘Mij verbaast het helemaal niet. Want als je iets echt leuk vond, haalde jij altijd al zulke goeie cijfers.’
Wat zegt de wetenschap: Rekentalent of talenknobbel zit al in het brein Het onderwijs richt zich van oudsher primair op het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden. Ook tegenwoordig nog ligt de nadruk op vakken als rekenen en taal. Daarbij wordt geen rekening gehouden met het feit dat niet ieder kind zich volgens hetzelfde patroon ontwikkelt. Bovendien is volgens hersenwetenschappers aanleg voor rekenen dan wel taal in de structuur van de hersenen al in grote lijnen aanwezig. Veel is echter nog steeds onduidelijk, bijvoorbeeld welke hersengebieden precies belangrijk zijn voor rekenen. Rekenen is een heel complexe vaardigheid, die allerlei verschillende deelgebieden omvat, zoals cijferbegrip, de vaardigheid om met getallen om te gaan en de gave om een rekensom goed te kunnen uitvoeren. Onderzoek naar al die deelgebieden is nodig om kinderen die problemen met rekenen hebben adequaat te kunnen helpen. Bij het leren van taal is timing van essentieel belang, zo weten we inmiddels uit onderzoek. Voor het aanleren van de eerste taal (moedertaal) geldt een kritieke periode van pak ’m beet drie à vier jaar, in die tijd moet de basisstructuur voor taal worden aangelegd. Ook voor tweede taalverwerving geldt een kritieke leeftijd, namelijk in de puberteit, rond een jaar of veertien. Niet voor niets beginnen steeds meer basisscholen al met het geven van Engels onder het motto: jong geleerd is oud gedaan. Een probleem is helaas wel dat veel basisschoolleerkrachten zelf het Engels onvoldoende – laat staan op native speaker niveau – beheersen.
7
Thema: Bonikinderen over talentontwikkeling TEKST
Roy Geurs
B EELD
Martijn Schroevers en Majanka
‘Muziek is goed te vergelijken met topsport’ Het Boni huisvest heel wat talenten. BOB sprak met twee van hen: het beste wiskundemeisje van Nederland en een altvioliste/zangeres uit de talentenacademie van het conservatorium. Karlijn, kei in wiskunde
trots getoond. Maar er zijn ook talenten die je daar niet meteen ziet. Menig docent herkent de verhitte discussies met leerlingen om van die onverdiende vijf toch een vrolijker zes te maken. Dat soort talent komt pas echt uit de verf als die leerlingen door hun leraar Nederlands worden gevraagd om deel te nemen aan een debatwedstrijd. Karlijn Zo ging het eigenlijk ook met Karlijn uit 2 gym. Haar docent vroeg haar vorig jaar enthousiast of ze mee wilde doen aan de nationale kangoeroewedstrijd voor wiskunde. Karlijn: ‘Mijn vader vindt wiskunde ook leuk en toen heb ik besloten om het gewoon een keertje te proberen. Toen bleek dat ik door mocht naar de finale, was dat echt een verrassing. Dit jaar heb ik meegedaan aan de Wiskunde Olympiade. Mijn wiskundedocent stelde het voor en het leek me wel een uitdaging om mee te doen met de hogere klassen.’
8
In de jongste Bonifolder staat dat iedereen zijn eigen talent heeft: ‘Jij bent vast en zeker ergens goed in.’ Daarna volgt een uitgebreide opsomming van alle interesses waar de school op inspeelt. Er zijn creatieve vakken als tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. Er is bewegingsonderwijs, er zijn twee toneelgroepen, een bandjesproject, een zangkoor en een schildersatelier. Met het DaVinciprogramma zijn er uitdagende opdrachten voor natuurkunde en techniek. En in de bovenbouw kun je voor Duits, Frans en Engels extra certificaten halen. Duidelijk is dat er talenten zijn in soorten en maten. Tijdens de open dagen en bijvoorbeeld op de bandjesavond Boni Live worden de voorbeelden met
In januari vond de eerste ronde van de Junior Wiskunde Olympiade plaats op de Universiteit van Amsterdam. Er deden dit jaar 354 scholen mee met in totaal 10.243 leerlingen (voornamelijk jongens). Karlijn werd met haar 18de plaats het beste meisje van Nederland. ‘Ik heb de wedstrijden vooral op me af laten komen. Samen met mijn vader heb ik vooraf nog wel een aantal problemen opgelost. Ik was niet echt zenuwachtig voor de wedstrijden, ik vond het vooral leuk.’ Op 13 maart doet Karlijn aan de tweede ronde mee. En daarna misschien aan de landelijke finale in september. En dat terwijl wiskunde niet eens Karlijns lievelingsvak is. Dat is namelijk techniek. ‘Wiskunde en techniek hebben wel een aantal dingen gemeen. De combinatie bij techniek van theorie en praktijk vind ik heel erg leuk en leerzaam.’ Op de vraag of Karlijns wiskundeknobbel ook bij andere vakken helpt, zegt ze: ‘Ik vind creatieve vakken en gymnastiek ook
erg leuk. Ik hockey heel fanatiek. Maar ik denk niet dat wiskunde daar veel mee te maken heeft.’ Zo is met een wiskundige formule ook niet haar toekomst uit te stippelen: ‘Of ik iets met wiskunde ga doen, weet ik nog niet. Ik heb veel meer interesses waar ik wat mee kan doen!’ Estelle Bij Estelle uit 5 gym was het muzikaal talent allang bekend voor ze naar het Boni kwam. Ze begon al op haar 4de met vioolspelen. Sinds haar 15de maakt ze deel uit van het Gióvani Kwartet Zeist, een strijkkwartet dat al verschillende prijzen won. Op 10 januari dit jaar deed Estellle met haar kwartet mee aan de regionale strijd van het Prinses Christina Concours. Tijdens dat weekend deden bijna 70 muzikale talenten mee, waaruit 9 finalisten werden gekozen. Estelle kwam met haar kwartet in de finale en won! De eerste prijs is, naast een wisseltrofee, een cultuurweekend in Parijs en een paar optredens in het land. Het Gióvani Kwartet Zeist gaat nu door naar de landelijke halve finale in Den Haag op 11 april. En daarna hopelijk naar de finale op 26 april. Estelle zit net als haar medekwartetleden op de speciale talentenacademie van het Utrechts conservatorium. Haar hoofdvak is zang, daar hoopt ze later haar brood mee te kunnen verdienen. Ze wil daarnaast ook verder met haar altviool. Estelle: ‘Met mijn kwartet repeteren we elke zaterdag en in een drukke periode meerdere keren per week. We worden gecoacht door een fantastische cellist, Zvi Maskovsky. Hij heeft ontzettend veel ervaring met samenspel en helpt ons om de muziek goed te doorgronden. Dat brengt ons spel op een hoger niveau.’ Estelle vindt het soms lastig om muziek met school te combineren, vooral in weken waarin alles samenkomt. ‘Je moet namelijk ook rekening houden met de andere leden van het kwartet, die op een andere school zitten.’ Estelle vindt wel dat het Boni goed omgaat met haar muzikale ambities. ‘Het vak muziek vind ik op dit moment heel fijn om erbij te hebben. Ik krijg regelmatig de vrijheid om in de klas te studeren of
bijvoorbeeld te componeren.’ Maar ze stuit ook weleens op onbegrip. ‘Het is vaak lastig om op school uit te leggen wat je doet.’ Veel docenten en medeleerlingen kunnen zich er niet zo veel bij voorstellen. Er is meer begrip voor topsporters. Estelle: ‘Twee leden uit mijn kwartet zitten op het Cals-college in Nieuwegein, waar zij van de topsportersregeling gebruik mogen maken. Zij krijgen veel ruimte om te studeren op het moment dat het hen past en ze mogen toetsen meestal zelf inplannen.’ Dat vindt ze terecht: ‘Muziek is goed te vergelijken met topsport, want het aantal uren dat wij repeteren is tenminste evenveel als sporters trainen!’ Ze denkt niet dat haar talent voor muziek invloed heeft op andere schoolvakken. ‘Op school heb ik een andere mindset dan thuis of op het conservatorium. Ik probeer me in de les op het vak te focussen en dan denk ik niet veel aan muziek.’ Estelle heeft niet echt een lievelingsvak. Net als Karlijn heeft ze veel interesses. Het gaat de dames in eerste instantie om het plezier ergens je tanden in te zetten. Daarom is het misschien een goed idee om volgend jaar in de Bonifolder ook het citaat van de Frans-Amerikaanse dokter en schrijver Alfred Mercier (1816-1894) als adagium op te nemen: ‘What we learn with pleasure we never forget.’
Estelle in het Gióvani Kwartet
9
Thema: School over talentontwikkeling TEKST
Erzsó Alföldy
B EELD
Martijn Schroevers
In de voetsporen va Talentontwikkeling op het Boni is niets nieuws onder de zon. Nieuw is wel dat met ingang van 1 februari dit jaar brugklassers de mogelijkheid hebben om naast hun normale lespakket een extra verdiepingsprogramma te volgen.
610
an Leonardo da Vinci Het gaat om een pilot die vooralsnog is voorbehouden aan leerlingen die voor de vakken wiskunde, Nederlands, Engels en Frans een acht of hoger gemiddeld staan. Zij kunnen een verdiepingsprogramma volgen binnen de lesuren van één van die vier vakken. Het aanbod bestaat uit een spoedcursus Chinees, da Vinci-Lego Mindstorms robotica, Da Vinci-experimenten, 3D-printing, muziek en het inhaaltraject voor het gymnasium. Later in het jaar zullen de resultaten van dit experiment worden geëvalueerd. Multidisciplinair bèta-onderwijs Binnen de bèta-sectie worden al veel langer dergelijke, boven-curriculaire activiteiten georganiseerd. Ze zijn sinds een jaar samengebracht in het da Vinci Programma, genoemd naar de beroemde vijftiende-eeuwse Italiaanse homo universalis, architect, kunstenaar, uitvinder, ingenieur en natuurwetenschapper. Kees Hooyman, leraar natuurkunde en bèta-coördinator op het Boni, heeft aan de wieg van het programma gestaan. Hooyman: ‘Vroeger lag de focus binnen het bèta-onderwijs veel meer op de losse vakken natuurkunde, scheikunde en biologie. Terwijl het binnen de maatschappij, in de technologie en de medische wereld, echt gaat om een samenhang tussen al die vakken. Leerlingen denken bijvoorbeeld vaak dat ze in een ziekenhuis alleen maar bezig zijn met opereren en zo, terwijl het daar ook om hele andere dingen gaat, zoals instrumentenbouw. Wij dagen leerlingen uit om over de grenzen heen te kijken, dat gebeurt bijvoorbeeld bij het vak Natuur, Leven en Technologie (NLT).’ Praktijk Hooyman: ‘Daarnaast willen wij leerlingen kennis laten maken met de praktijk in plaats van alleen maar aandacht te besteden aan theorie en formules. Eén van de dingen die wij doen is met leerlingen van klas 3, in het kader van straling bij natuurkunde, een bezoek brengen aan de afdeling Radiologie van het Diakonessenhuis. Ook maken wij met leerlingen van 3 en 4 VWO
– in samenwerking met beeldende vorming – een uitstapje naar het Science Center aan de TU Delft, waar ze door studenten worden rondgeleid en allerlei workshops kunnen volgen. ‘ Inventiviteit Hooyman: ‘Verder richten wij ons op de inventiviteit van de leerlingen zelf: in plaats van ze bij proefjes alles van A tot Z uit het boek te laten uitvoeren, nodigen wij ze uit om zelf oplossingen voor problemen aan te dragen. Bij een opdracht over schakelingen moeten ze bijvoorbeeld zelf bedenken hoe ze een schakeling maken waar, net als thuis, het ene apparaat gewoon blijft werken als het andere apparaat in- of uitgeschakeld wordt.’ Inspiratie Hooyman: ‘Het is heel leuk om te zien dat leerlingen door die activiteiten echt enthousiast kunnen worden voor natuurwetenschappen en technologie. Zo hebben wij op het Boni al zo’n tien jaar het krantje Natuurwetenschap in het Nieuws, dat drie keer per jaar verschijnt en wordt gemaakt voor en door leerlingen 5 en 6 VWO. Zij pluizen het internet uit op zoek naar nieuwswaardige feiten over technologische ontwikkelingen en baanbrekend natuurwetenschappelijk onderzoek en maken daar een selectie van. Het blaadje wordt goed gelezen. Ik heb zelfs van verschillende mensen gehoord dat ze, aangezet door het lezen van dat krantje, uiteindelijk voor een technische studie hebben gekozen.’
11 13 7
Wat een vak! Geschiedenis
TEKST & B EELD
Diederik Tamse
Lisa Dompeling is een jonge docent geschiedenis die zelf op het Boni heeft gezeten. Als bonifant was ze best ijverig en deed ze haar best voor alle vakken maar in de bovenbouw kreeg ze een voorliefde voor geschiedenis. Haar profielwerkstuk ging over een historisch onderwerp, de Tweede Wereldoorlog.
12
Lisa koos na het Boni eerst voor de studie geschiedenis, pas later voor het leraarschap. Het was dus niet zo dat ze vanaf het begin al in de voetsporen van haar vader wilde treden, die docent wiskunde is. Wel bracht hij op haar over dat het leraarschap interessant was, door boeiend over zijn ervaringen te vertellen. Ze ging een master educatie doen en nu is ze al een jaar of vijf op het Boni werkzaam. Wat maakte geschiedenis voor haar zo’n leuk vak? ‘Ik vond geschiedenis op het Boni al het leukste vak. Wat mij interesseert is hoe de hele samenleving zich heeft gevormd uit het verleden. Het is als een soort
puzzel die je bijna als een detective probeert op te lossen. Hoe dachten mensen vroeger, hoe was het dagelijkse leven. Hoe heeft alles invloed gehad op de samenleving nu.’ Hieruit volgt ook welk belang zij aan het vak geeft. ‘Ik denk dat je het journaal alleen goed kunt begrijpen als je kennis van geschiedenis hebt. Of het nu gaat over politiek, godsdienst of monarchie, de wereld van nu is ontstaan uit geschiedenis. Een ander punt is dat je door geschiedenis kunt leren van fouten. Is geschiedenis als vak objectief? Kun je vaststellen wat goed en fout is? ‘Geschiedenis is een lastige
wetenschap. Hoe verder je in de tijd komt, hoe objectiever geschiedenis is, denk ik. Maar is altijd een mate van subjectiviteit.’ In haar studie koos zij als specialisatie het onderwerp ‘historisch erfgoed’, hoe ga je met historische monumenten om, hoe laat je geschiedenis zien op een verantwoorde manier. ’Niet alle onderwerpen lenen zich om er een historisch attractiepark van te maken. Het Archeon vind ik net acceptabel maar in Engeland gaat men wel heel ver om alles na te spelen in allerlei kostuums. En kun je zoiets als een concentratiekamp op deze manier laten zien?’ Ze zal haar leerlingen niet snel meenemen naar de nieuwste attractie in Utrecht, het DomUnder, alleen al omdat het veel te duur is voor een school. Ook valt het haar wat tegen dat je een kort rondje maakt, vier, vijf meter onder de grond, en dat is het dan. Enthousiast is ze wel over de meerdaagse excursie naar Berlijn dit jaar, met 5 havo, die zij organiseerde met een collega geschiedenis. ‘De Stasi-gevangenis maakte veel indruk, de donkere koude ruimte, alles intact, soms onder begeleiding van een gids die daar zelf gevangen heeft gezeten: super indrukwekkend.’ Volgend jaar gaat de reis vermoedelijk naar Polen, Krakau en Auschwitz. Op het Boni was ze al erg geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog, geobsedeerd bijna. ‘Hoe kon de Holocaust gebeuren, vrij geruisloos.’ Ja, hoe? ‘In dictaturen zal het gros van de mensen doen wat er gevraagd wordt, en er zal een groep zijn die overactief is, misschien door achtergrond, karakter, een slechte jeugd. En een groep zal zich verzetten, en daarmee het eigen leven op het spel zetten. Is dat dan de goede keus? In welke mate een ‘volk’ verantwoordelijk is, is een lastige vraag. Het concentratiekamp lag soms niet ver van de stad. Maar veel mensen zullen niet alles hebben geweten.’ Op het Boni koos Lisa ook de Tweede Wereldoorlog als onderwerp voor haar PWS (profielwerkstuk) en dan toegespitst op de tweede generatie oorlogsslachtoffers. Ze liet zich daarbij inspireren door de levens van haar beide oma’s, van wie een Duitse was, die aan het eind van de oorlog naar Nederland kwam. De andere oma verloor haar vader in de oorlog, toen deze door de Duitsers werd terechtgesteld omdat hij in het verzet zat. ‘Het werkstuk bestond uit een documentaire waarbij ik mijn oma heb geïnterviewd als tweedegeneratieslachtoffer vanuit de verzetskant. Ik wilde ook een kind van een NSB’er interviewen maar die
zijn wat lastig te vinden dus heb ik een aflevering van Barend en Witteman er tussendoor gemonteerd waarin NSB-kinderen werden geïnterviewd. Ook heb ik David Barnouw als deskundige van het NIOD geïnterviewd. De centrale vraag was in hoeverre de kinderen van ouders uit het verzet en de NSB overeenkomstige trauma’s hebben. ‘ Met de oma uit Duitsland kwam ze langs de oorlogsbegraafplaats in Margraten en ze merkte daar dat zij net als de andere oma getraumatiseerd was door de oorlog, overstuur was, zich schuldig voelde. De allerliefste oma ooit maakt het haar sowieso onmogelijk generaliserend over ‘de moffen’ te praten. Nu lijkt het net alsof zij in haar studie geschiedenis alleen maar met de Tweede Wereldoorlog is bezig geweest. Ze schreef ‘papers’ over uiteenlopende onderwerpen, bijvoorbeeld de mijnen in ZuidLimburg, om iets te noemen. In de bovenbouw van het Boni hadden de docenten geschiedenis een stimulerende invloed op haar belangstelling voor het vak. Iets anders wat ze op het Boni al graag deed en nu nog steeds graag doet, is lezen. Hierbij heeft ze, behalve voor historische boeken, een voorkeur voor klassiekers, boeken van Willem Elsschot, of Theo Thijssen (‘Kees de Jongen’), en ook Kafka, die zij humoristisch noemt. Op vakantie is lezen een belangrijke manier van ontspannen. En zolang ze zelf nog geen kinderen heeft, doet ze dat het liefst zonder krijsende kinderen in de buurt, op een rustige natuurcamping. In het klaslokaal kiest ze vaak voor klassikaal lesgeven. ‘Stiekem vind ik het toch het leukste om het zelf te vertellen maar ik probeer ondanks de beperkingen van de krappe lokalen ook aan activerende werkvormen te doen.’
13
Hoekje
Het muzieklokaal TEKST
Roy Geurs BEELD Michiel Röben
6 14
BOB richt de spotlight op een plek in of om het schoolgebouw. Als je vanuit de hoofdingang de kelder inloopt waar de kluisjes zijn, kom je uit bij het muzieklokaal. Het is er altijd heel warm of heel koud, maar dat maakt niet uit, want onder de deelnemers aan de muzieklessen is er vaak veel energie. Het lokaal is rijk gevuld met instrumenten: keyboards, drumstellen en gitaren. De muziekdocenten worden er weleens gek van als leerlingen er tijdens het begin van de lessen op gaan spelen. Ze doen dan namelijk het liefst los van elkaar, in weerwil van de lessen over harmonie. Die harmonie komt meer tot uiting buiten de lessen om. Leerlingen kunnen in de pauzes gebruik maken van een van de drie oefenruimtes in het muzieklokaal. De wanden ervan zijn bedekt met zwart gebobbeld isolatiemateriaal, waar iedereen graag aan plukt. Helemaal geluiddicht zijn ze dus niet meer. Als je goed luistert, hoor je hoe leerlingen solo of in groepsverband hun talenten botvieren. Soms
hoor je de voorzichtige ambitie om later een plaats in de hitparade te veroveren. Bijvoorbeeld als leerlingen in de onderbouw vanwege een bandjesproject een heuse band vormen. Ze studeren dan met elkaar een song in en laten die aan hun klas horen. In het muzieklokaal is daarvoor een podium, met professionele verlichting, waarmee de leerlingen (vaak terecht) in de spotlights komen te staan. Spannend is daarna de stap vanuit de kelder naar boven. Als leerlingen bijvoorbeeld meespelen tijdens de bandjesavond ‘Boni Live!’, waar vol overgave wordt gemusiceerd met groot publiek. Zo is er ook de Boni Big Band, die al vele jaren draait onder het motto ‘niet mooi maar hard!’ Gelukkig wordt dat laatste enigszins gecompenseerd door een lieflijk adventsconcert of de Salon de Musique. Ook dan is iedereen van harte welkom om het moois te horen, dat in het muzieklokaal aan de krochten van het Boni ontspruit.
Uit de Ouderraad
WAT SPEELT IN DE OUDERRAAD (OR) EN MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR)? Hoe zit het met uw talenten, weet u wat ze zijn en maakt u er gebruik van? Als het om onze kinderen gaat zijn we druk met hun talenten, we stimuleren ze om piano te oefenen en staan zelf uren in de kou langs het sportveld. Talent, wat is dat eigenlijk? Volgens
COLOFON
herken je talent, heeft iedereen talenten? En hoe kun je talent
Het BoniOuderBulletin is een uitgave van de Oudervereniging van het St. Bonifatius college en verschijnt 3x per jaar. Het wordt aan de leerlingen mee naar huis gegeven en is als pdf te
ontwikkelen? Allemaal vragen die aan de orde komen tijdens de
lezen op de website.
het woordenboek is talent het natuurlijk vermogen om iets goed te doen en zijn gave, begaafdheid en aanleg synoniemen. Hoe
bijzondere thema-avond die de Ouderraad organiseert op woensdag 8 april: They’ve got talent. Het wordt een interactieve avond voor ouders en leerkrachten. U bent van harte welkom vanaf 19.30 uur. Hoe herkennen leerkrachten talent en hoe kunnen ze leerlingen stimuleren gebruik te maken van hun talenten? Wie weet ontdekt u
www.facebook.com/BoniOuderBulletin
[email protected]
nog wel een verborgen talent bij u zelf!
OUDERRAAD
Uw eigen, onderzoekende talenten kunt u op 30 maart inzetten
Vanuit de oudrvereniging, waarvan alle ouders automatisch lid zijn, wordt elk schooljaar een ouderraad samen gesteld. Op de schoolwebsite heeft de ouderraad zijn eigen pagina, waar agenda, notulen van de ALV en het jaarverslag zijn te downloaden. www.boni.nl
bij de eerste Boni Career Night. In het kader van het Da Vinciprogramma is coördinator Kees Hooyman samen met de Ouderraad op zoek naar ouders die leerlingen een beeld kunnen geven van de wereld van natuurwetenschap en technologie. Een mooie kans om uw eigen kennis van natuurwetenschappelijk en technologisch onderzoek in te zetten voor de aanstormende talenten van morgen! Mooie, positieve en onderzoekende activiteiten staan er dus op
DAGELIJ KS B ESTUU R OU DERR A AD
het programma van de Ouderraad en we zien er naar uit u daar in
Margina van Ommeren, voorzitter Esther Kokmeijer, penningmeester Corine Tiebosch-Bont, secretaris
[email protected]
groten getale te kunnen ontmoeten! Margina van Ommeren, voorzitter
REDACTI E BOB
AGENDA OUDERRAAD 26 maart
Vergadering Ouderraad
8 april
Thema-avond Talentontwikkeling op het Boni
20 april
Ouderavond
11 mei
Medezeggenschapsraad
1 juni
Vergadering Ouderraad
25 juni
Kennismaking nieuwe brugklassers
30 juni
Diploma-uitreiking 5 HAVO
1 juli
Diploma-uitreiking 6 VWO
Erszó Alföldy Lucas Bezembinder (hoofdredacteur) Margot Bouwens Roy Geurs Anne Havelaar (eindredacteur) Gerard Janssen Annelies Kant Guus de Krom Marjan Scheffer Diederik Tamse Agnes Zandvliet VORMGEVI NG
Ellen van Rooden Michiel Röben FOTOGR AFI E
Martijn Schroevers DRUKWERK
Drukkerij Libertas, Bunnik