* jaargang 05
*
nummer 04
*
winter 2015
in dit nummer onder meer:
Thema: financiering Publiek geld voor duurzame energie ‘We willen eerder met MKB om tafel’ Opties voor financieren energiebesparing ‘Rising sun’ op Ameland En verder: Wonen in een huis zonder gas Energieopslag begint rol te spelen in het net o na f h an k e li j k
n i eu ws-
e n
opi n i eb l ad
over
de
e n e r g iw ew wm. e an sro ck. ntl
1
De Triple AAA
Elektriciteit en warmte opwekken De Triple AAA energiezuinige gaswarmtepomp Waar en wanneergaswarmtepomp u het nodig heeft! energiezuinige
geld Is de klimaattop in Parijs een succes? Als u dit leest weet u het antwoord al, of zijn de laatste dagen van onderhandelen aangebroken. Grootste hindernis voor een wereldwijd akkoord zijn de financiën, zegt europarlementariër Bas Eickhout. De ‘ambitieuze’ rijke landen brengen volgens Eickhout nog steeds te weinig geld in om de CO2-uitstoot te verminderen. Dat is niet erg hoopgevend over de afloop van de klimaattop. Of komen China en de VS nog op de valreep met yens en dollars om de energietransitie te bekostigen die nodig is om het klimaat te redden?
G F E D C B A G F E D C B A Energielabel A Energielabel E nergielabel A A
A A A
Kwaliteit Kwaliteit
Advertentie A GasEnigeerering A
K wa l i t e i t
Service van Service van
tot Z tot Z
Benut primaire brandstof optimaal
STROOM en WATER hoeven niet duur te zijn!
Tel. 0348 413 485 Tel. 0348 413 485 e-mail:
[email protected] e-mail:
[email protected] www.gasengineering.nl www.gasengineering.nl
coverfoto: december is pakjesmaand. het meisje heeft haar cadeau uitgepakt en tilt de deksel van de doos op om te kijken wat er in zit. een licht straalt haar tegemoet. wat ziet ze? vol verwachting klopt ons hart. met dat gevoel kijken energieadviseurs ook vaak uit naar subsidies en leningen die zijn aangevraagd voor duurzame en/of energiebesparende projecten. lukt het hen om hun projecten gefinancierd te krijgen? en welke financieringsconstructies zijn er? daarover leest u meer in dit nummer.
De energietransitie is geen technische, maar een financiële uitdaging, zo schrijft Martin Ruiter in zijn column. Zijn boodschap kwam ook naar voren op een debat op de vakbeurs Energie, waar experts spraken over het financieren van de energietransitie. Hoe moet dit in de praktijk gebeuren? Banken zijn weinig toeschietelijk als het gaat om grote risicovolle projecten, zoals zonneparken en wind op zee. Daarom is nog steeds publiek geld nodig, in de vorm van subsidies of een lening uit een lokaal energiefonds. Dat is echter niet genoeg voor een volledige energietransitie. Maar de redding is nabij. Pensioensfondsen kunnen een kwart van hun reserves investeren in het energiezuiniger maken van alle woningen in Nederland. Dat zegt advies- en managementconsultant Ernestine Elkenbracht. Volgens Elkenbracht worden hiermee de woonlasten lager en hebben bewoners dan minder pensioen nodig. Voor de pensioenfondsen is het een duurzame belegging en financieren ze hiermee een belangrijk deel van de energietransitie. Hiermee slaan we dus twee vliegen in aan klap. We hoeven hiervoor alleen de pensioenwet aan te passen. Simpel, toch? Norbert Cuiper, hoofdredacteur
www.ensoc.nl
3
32
15
subsidies werpen vruchten af
jurisprudentie door advocaat
‘we willen eerder met mkb om tafel’
06
energiefonds utrecht financiert duurzame investeringen.
pensioenwet dwarsboomt energietransitie banken en pensioenfondsen investeren meer in verduurzaming.
voor bekostigen van
18
energieopslag begint rol te spelen in het net
energiebesparing in
wonen in een huis zonder gas energieadviseur joost rienks geniet van comfort in energie-
woningen.
neutrale woning.
energieopslagsystemen
duurzaamheid? het gaat alleen over geld!
38
‘rising sun’ op ameland gezamenlijke financiering leidt tot
provincies en
individueel of toch collectief?
als financier voor duurzame energieprojecten.
‘we lopen voor op andere gemeenten’
agenda
revolverende
utrechtse mix voor
en bijeenkomsten voor
fondsen.
energiebesparing:
het komende kwartaal
eerst stimuleren,
op een rij. pagina 62
gemeenten
28
lokale overheid
58
pagina 25
steuntje in de rug voor energietransitie
publiek geld voor duurzame energie
zonnepark.
opinie, martin ruiter.
column door hamilcar knops.
34
52
dnv-gl: inzet
kansen.
een dure gok
opties voor financieren energiebesparing subsidies en leningen
biedt bv nederland veel
11
iman brinkman.
schakelen over op
column door antoine stultjens. pagina 45
alle beurzen, cursussen
dan verplichten. pagina 46
4
ensoc magazine winter 2015
www.ensoc.nl
5
banken en pensioenfondsen investeren meer in verduurzaming
pensioenwet dwarsboomt energietransitie
Nederlandse banken investeren voorzichtig meer in hernieuwbare energie en minder in fossiele energie. Pensioenfondsen zoals het ABP gaan duurzamer beleggen. Maar bureaucratie en de huidige pensioenwet houden een grootschalige verduurzaming van woningen tegen. Tekst: Norbert Cuiper
Windturbine bij het Bison Wind Energy Center bij New Salem in het Amerikaanse staat North Dakota (foto Siemens) 6
ensoc magazine winter 2015
Banken investeren nog altijd veel te weinig in duurzame energie, maar het percentage ten opzichte van de totale investeringen in energiebronnen is wel iets gestegen. Tussen 2004 en 2014 steeg het percentage investeringen in duurzame energie in Nederland van 1 naar 5 procent. Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Eerlijke Bankwijzer. Het percentage is vooral sterk gestegen in 2014. Toch staat deze stijging nog niet in verhouding tot de grote investeringen die nodig zijn om de klimaatverandering aan te pakken, meldt de Eerlijke Bankwijzer. Die wijst ING aan als meest klimaatschadelijke bank van Nederland. ASN Bank, Triodos en NIBC scoren het meest duurzaam. Ingrijpende verandering Pensioenfondsen zijn al een stuk verder met duurzaam investeren. Pensioenfonds ABP presenteerde medio oktober een ingrijpende verandering van het beleggingsbeleid aan. ABP richt zich meer op beleggingen die duurzaam en verantwoord zijn, en op beleggingen die de potentie hebben om in die categorie te belanden. Het pensioenfonds koppelt concrete doelstellingen aan het nieuwe beleid, met 2020 als streefjaar. Dan moet de CO2-afdruk van de gehele aandelenportefeuille met 25 procent zijn gedaald. Beleggingen die bijdragen aan een
betere en schonere toekomst moeten in 2020 verdubbeld zijn van 29 naar 58 miljard euro, meldt het ABP. Energie onbetaalbaar? Dat de energietransitie onbetaalbaar zou zijn betwist Hans Timmers, ex-Rabotopman en momenteel voorzitter van de Nederlandse Windenergie Associatie (NWEA). Hij zei dit tijdens een debat op de vakbeurs Energie 2015 in Den Bosch. Timmers: ‘Duurzame energie lijkt volledig gesubsidieerd, maar er gaan veel meer subsidies naar fossiele energie. Dat komt vooral door het aardgas in Groningen, waarmee Nederland onafhankelijk dacht te zijn van het buitenland,’ zegt Timmers. Toch ziet hij dat banken wel degelijk investeren in duurzame energie. ‘Rabobank financiert tachtig procent van de duurzame energie in Nederland. Voor driekwart zijn dat windparken.’ Vooral grote projecten Banken investeren vooral in grote projecten, en niet in kleine projecten, zegt Timmers: ‘Voor particulieren is het moeilijk om te investeren in projecten met geleend geld. Daar heeft de bank geen belang bij.’ Ook kan de fiscus volgens Timmers weinig voor particuliere projecten betekenen. ‘De Belastingdienst kan alleen het huis via de hypotheekrenteaftrek financieren, maar er is geen energiewww.ensoc.nl
7
banken en pensioenfondsen investeren meer in verduurzaming
‘de gasbaten hebben we geïnvesteerd in infrastructuur. we hadden dat geld beter moeten beheren’ investeringsaftrek voor particulieren.’ Wel investeren banken zoals Triodos en ABN Amro in positieve business cases van ondernemers. Veel geld is daarbij afkomstig van provincies en gemeenten die hun aandelen in de energiebedrijven Nuon en Essent verkochten. Dat zegt Jeroen van Doornik, investeringsmanager van het participatiefonds Duurzame Energie van de provincie Noord-Holland. Oude economie Voor grote energieprojecten is nog steeds vreemd kapitaal nodig, zegt Van Doornik. Daardoor komt hij de ‘oude economie’ nog tegen. ‘Gevestigde energiebedrijven zetten ook stappen in de richting van de energietransitie,’ zegt Van Doornik, al helpt de beeldvorming onder consumenten niet mee. ‘De grote energiebedrijven staan met vier-nul achter,’ zegt Jasper Kol, eigenaar van nieuwkomer Avenergie.com. Gevestigde energiebedrijven zoals Nuon en Essent werken hard om te anticiperen op de energietransitie, maar om zichzelf te veranderen is een versneld bewustzijn nodig, zegt Timmers. Hij ziet dat sommige bedrijven uit de oude economie zoals Siemens dit wel goed doen door te investeren in innovaties, gericht op de energietransitie. ‘Dat gaat heel hard’, aldus Timmers. 8
ensoc magazine winter 2015
Bureaucratie Nederland is een van de landen binnen Europa met het laagste aandeel duurzame energie. ‘We zijn niet voortvarend bezig met de energietransitie’, zegt Kol. Van Doornik is het niet volledig met hem eens: ‘Nederland ziet wel de noodzaak om te verduurzamen. Dit zie ik ook terug in het beleid.’ Toch kan het sneller, zegt Richard Verbree, directeur van Inventum BV en lid van het Topteam Energie. Hij stoort zich vooral aan de bureaucratie voor innovaties. ‘We lopen soms tegen een muur aan. Zo bouwen we in het project Stroomversnelling binnen een dag een energieneutraal huis. Alles lukt, alleen moeten we de woning nog aansluiten met het net. Dat laatste duurt zes weken. Dat is ongehoord lang. Als we de energietransitie willen versnellen moet we alle schakels meenemen.’ Noorwegen Met de gaswinning heeft Nederland 280 miljard euro uit de grond getrokken, zegt Kol. ‘Dat is weg. De gasbaten hebben we geïnvesteerd in infrastructuur. We hadden dat geld beter moeten beheren,’ zegt Kol. Noorwegen heeft het slimmer aangepakt door in 1990 een fonds op te richten waarin de opbrengsten uit de olie- en gaswinning vloeien, zegt Kol. ‘Dat heeft Nederland niet gedaan. Toch zit er nog veel gas in de Groningse bodem. We zouden de gasbaten kunnen investeren in wind, biomassa, groen gas of energiezuinige innovaties. Dat kan uiteindelijk ook geld opleveren,’ zegt Kol. Volgens Verbree
is het te laat om de gasbaten te investeren in de energietransitie. ‘De jaarlijkse bijdrage van 3 miljard halen we nu bij consumenten weg, via de opslag voor duurzame energie.’ Energiebesparing Nederland kan zich beter richten op meer energiebesparing. Dat zegt Ernestine Elkenbracht, consultant van advies- en managementbureau Quintens. ‘Nummer één in de energietransitie is energiebesparing. We hebben diverse opties om dit te sturen en dit hoeft niet alleen met high-tech oplossingen. We kunnen dit ook stimuleren door consumenten meer feedback te geven over hun energieverbruik.’ Meer feedback is volgens Elkenbracht mogelijk door bijvoorbeeld een display te koppelen aan de slimme meter, die op dit moment in Nederland grootschalig wordt uitgerold. ‘Zonder dure investeringen in fysieke maatregelen, levert dit gemiddeld zes tot zeven procent besparing op, doordat bewoners hun gedrag veranderen. De investering in het display of dashboard is binnen een jaar terugverdiend. Dat blijkt uit een pilotproject in IJsselmonde,’ vertelt Elkenbracht. Slimme meter De uitrol van de slimme meter is een buitenkans voor ondernemers om simpele displays of apps voor energiebesparing aan de man te brengen, zegt Elkenbracht. ‘De displays of apps moeten niet meer dan 50 euro kosten, anders vormt het teveel een drempel voor consumenten. Toch blijft dat nog een drempel
ondanks de terugverdientijd van minder dan een jaar.’ Om de kansen voor energiebesparing die de slimme meter biedt, volledig te grijpen, zouden dergelijke displays eigenlijk ook deur- aan deur moeten worden aangeboden, zegt Elkenbracht. ‘Dit gebeurt al in Engeland, daar is dat verplicht. Dan is de kans veel groter dat de maatschappelijke businesscase die onder de slimme meter ligt, wordt behaald.’ Woningcorporaties kunnen dit oppakken voor hun huurders, aldus Elkenbracht. Twee vliegen in een klap Alle pensioenfondsen zouden een kwart van hun reserves kunnen investeren in het verduurzamen van de zeven miljoen woningen in Nederland, suggereert Elkenbracht. ‘Dat komt neer op een bedrag van in totaal 280 miljard euro voor het
energiezuinig maken van de huidige woningvoorraad.’ Volgens Elkenbracht biedt dit het voordeel dat de woonlasten hiermee lager worden en bewoners in feite minder pensioen nodig hebben. ‘Dit is een stukje pensioen in natura, bij wijze van spreken. Voor de pensioenfondsen is het een duurzame belegging. Hiermee is meteen een aanmerkelijk deel van de transitie naar energiezuinige woningen gefinancierd. Hiermee sla je twee vliegen in een klap.’ Volgens Kol is dit voorstel al eens gedaan, maar stuitte het idee op het probleem dat volgens de pensioenwet alleen uitbetaling van pensioen in euro’s is toegestaan. Om dit op te lossen is een wijziging van de pensioenwet nodig, aldus Elkenbracht.
Consumenten besparen gemiddeld 10 tot 12 procent op verwarming en 15 procent op koeling met een slimme thermostaat, blijkt uit onderzoek (foto Nest.com)
www.ensoc.nl
9
column
Hamilcar Knops
e e n d u re g o k
Het is misschien wel tijd voor iets hips als isolerend glas
Het is een van de grote raadsels in energieland: energiebesparing loont, maar komt niet of beperkt van de grond. Dat geldt voor bedrijven en ‘consumenten’. Deels komt dat door de ‘split incentive’: de investeringen voor energiebesparing moeten gedaan worden door de eigenaar van het gebouw, terwijl de huurder profiteert door een lagere energierekening. Maar ook als de eigenaar zelf de gebruiker is van een gebouw, blijven de maatregelen voor energiebesparing vaak nog ver achter bij wat op papier rendabel lijkt. Daarvoor zijn vele verklaringen. Bij het merendeel van de consumenten heeft energie gewoon geen hoge prioriteit. Bovendien zijn verbouwingen een hoop gedoe. Dat doe je eigenlijk alleen bij een verhuizing of als er echt iets aan vervanging toe is. Maar ook de financiering is een struikelblok. Vaak kosten energiebesparende maatregelen veel geld ineens. Consumenten vragen zich terecht af: ‘verdien ik dat wel terug en hoe financier ik het?’ Het goede nieuws is dat de kosten vaak helder zijn: die staan in de offerte van aannemer en installateur. Het slechte nieuws is dat de baten niet helder zijn. Ten eerste is de grootte van de besparing onzeker: hoeveel ga je echt minder verbruiken? Bekend is het effect dat mensen na isolatie hun thermostaat een paar graden hoger zetten. Meer comfort, maar de besparing is nul. Bovendien kan de besparing in de praktijk sterk afwijken van de (vooraf ) berekende besparing. Als je al heel zuinig bent met energie, valt de berekende ‘modelwinst’ waarschijnlijk niet te boeken. Ten tweede is de financiële waarde van de toekomstige energiebesparing onduidelijk. Wordt
10
ensoc magazine winter 2015
energie duurder of goedkoper? We weten het niet. Deze onzekerheden hebben grote gevolgen voor de financiering. Als je het geld hebt (‘op de plank’), dan is de vraag: heb je het ervoor over? Sommigen wel, namelijk als ze energie(besparing) echt belangrijk vinden. Dan is het net zoiets als het kopen van een (te) dure auto: financieel misschien niet helemaal rationeel, maar toch een lekker signaal naar de buurman. En als je het zou willen doen voor het geld? Dan blijft het een gok, die mensen vooral bereid zijn te nemen als ze er ook direct extra comfort bij krijgen. Dat is immers tastbaar. Heb je het geld niet, dan zou je de investering moeten financieren uit ‘verminderde uitgaven in de toekomst’. Dat is weinig kansrijk. De omvang van die ‘verminderde uitgaven’ kun je door de genoemde onzekerheden heel slecht vooraf bepalen. Bovendien is ‘minder toekomstige uitgaven’ voor de meeste kredietverstrekkers een zwakke basis om krediet te verlenen – ze kijken vooral naar inkomsten. Ik zie twee oplossingen. Neem bij de aankoop van een huis de kosten voor energiebesparende maatregelen al mee in je ‘budget’ bij je onderhandelingen. Of zorg ervoor dat energiebesparende maatregelen net zo belangrijk gevonden worden als zaken waarvoor mensen zich wel massaal voor in de schulden (willen) steken, zoals een auto of de nieuwste smartphone. Het is misschien wel tijd voor iets hips als isolerend glas dat tegelijk als (projectie)scherm kan dienen. Dat wil iedereen wel. Als dat ook de hoeveelheid energiebesparing projecteert, is dat effect meteen ook voor iedereen helder. www.ensoc.nl
11
De handige app voor u en uw klant
Service Alle ketels van uw klanten in één app Diagnose op afstand Parameterinstellingen wijzigen op afstand Direct melding van mogelijke storingen
Online servicewijzer voor alle type ketels Intergas introduceert incomfort, een app waarmee uw klant zelf zijn comfort regelt waar hij ook is. Zo kan men van afstand zien hoe warm het thuis is en kan men op afstand de temperatuur aanpassen. Daarnaast geeft de app direct inzicht in de prestaties van de ketel en staat uw klant in direct contact met u als installateur.
Nog meer service voor uw klant Met incomfort kunt u als installateur uw klant volledig ontzorgen, u kunt met behulp van de app, ketels op afstand monitoren en indien nodig parameter instellingen wijzigen. Daarnaast kunt u de incomfort installateurs app ook gebruiken als complete servicewijzer voor alle toestellen.
energiefonds utrecht financiert duurzame investeringen
‘We willen eerder met MKB om tafel’ Ondersteuner voor duurzame energie Roy Ellenbroek studeerde chemische technologie aan de Universiteit Twente. Na zijn studie werkt hij als consultant bij Biomass Technology Group (BTG), een spinoff van de universiteit. Vanuit BTG geeft hij advies over techniek en beleid, maar ook financieel advies rond duurzame energie. Ellenbroek stapt over naar Econcern-dochter Evelop, waar hij projecten ontwikkelt, eerst op gebied van bio-energie, daarna ook met zonnestroom. Ellenbroek is sinds 2012 zelfstandig manager, waarbij hij bedrijven en lokale overheden ondersteunt bij de uitvoering van hun energie- en klimaatbeleid. ‘Het aardige van projectontwikkeling is dat je alle facetten meemaakt om het project te helpen realiseren. Dat helpt me bij mijn huidige functie als fondsmanager.’ 14
ensoc magazine winter 2015
Het Energiefonds Utrecht verstrekt financiering aan bedrijven om te investeren in energiebesparing en duurzame energie. ‘Duurzame ondernemers en koplopers weten de weg wel te vinden, maar voor het ‘gemiddelde’ mkb is een pro-actieve benadering nodig’, zegt fondsmanager Roy Ellenbroek. Tekst: Norbert Cuiper
Gemeente Utrecht besloot in 2013 tot de oprichting van de stichting Energietransitie Utrecht met als doel de exploitatie van een energiefonds. Het Energiefonds Utrecht heeft als doel om ondernemers in de gemeente Utrecht te ondersteunen met investeringen in duurzame energie en energiebesparing. Dat gaat in de vorm van diverse vormen van financiering. Leningen komen het meeste voor. Daarnaast is het voor het fonds mogelijk om te participeren in projecten. Ook een garantiestelling door het fonds behoort tot de opties, al is dat in de praktijk nog niet voorgekomen. De stichting Energietransitie Utrecht huurt Ellenbroek als manager van het fonds. ‘Momenteel bedraagt het totale fondsvermogen 6 miljoen euro en de gemeente Utrecht heeft 1 miljoen euro extra toegezegd. Dat brengt het totaal op 7 miljoen euro. Hiervan zal eind dit jaar circa de helft worden verstrekt,’ zegt Ellenbroek in gesprek met Ensoc. ‘Zeven miljoen euro is in fondsenland klein, maar voor gemeente Utrecht is het een aanzienlijk bedrag,’ vertelt Ellenbroek. Het geld wordt de
komende vijftien jaar revolverend ingezet. Dat betekent dat afgeloste middelen terugvloeien naar het fonds en opnieuw kunnen worden ingezet voor nieuwe projecten. Tot nu toe doet het fonds het goed, zegt Ellenbroek. ‘Het fonds heeft zijn meerwaarde aangetoond. Momenteel wordt al nagedacht over eventuele uitbreiding, maar dit zal niet eerder dan 2016 zijn beslag krijgen. Doel van het fonds blijft om zoveel mogelijk energiebesparende en duurzame energieprojecten mogelijk te maken.’ Hoe uniek is het Energiefonds Utrecht? ‘Utrecht is zeker niet de enige met een energiefonds. Drenthe was de een van de eerste provincies en ook de provincie Flevoland heeft sinds kort een energiefonds. Beide zijn qua opzet vergelijkbaar met dat van Utrecht. De gemeente Amsterdam beschikt over een klimaaten energiefonds, dat weer lijkt op het fonds dat de provincie Friesland heeft. Ook de provincies Gelderland en Overijssel hebben energiefondsen met bedragen van respectievelijk 100 en 200 miljoen euro.’
veel zonnestroomprojecten, maar ook verduurzaming van monumentaal vastgoed en bedrijfspanden
www.ensoc.nl
15
energiefonds utrecht financiert duurzame investeringen Zonnepanelen
Zonnepanelen op scholen in Lombok
op basisschool ‘de Parkschool’ in de
Een van de eerste bedrijven die Energiefonds Utrecht heeft gefinancierd is Lomboxnet, dat een eigen glasvezelnet in de Utrechtse wijk Lombok exploiteert. Een deel van de winst investeert het bedrijf in zonnepanelen op scholen in Utrecht. LomboXnet wil daarmee lokaal zoveel mogelijk duurzame energie zelf produceren. Dat begint met zonne-energie. Het bedrijf heeft sinds 2011 al meerdere zonnecentrales op daken van Utrechtse scholen gerealiseerd. De zonnestroom wordt gebruikt voor levering aan de scholen en laadpalen voor elektrische auto’s. De investering bedraagt 200.000 euro. De helft van het bedrag financiert Lomboxnet zelf, de andere helft legt het Energiefonds Utrecht bij.
Utrechtse wijk Lombok (foto SoftEnergy.nl)
Wat voor projecten komen in aanmerking?
Hoe snel kan een project financiering krijgen?
‘Alle bedrijven en instellingen in de gemeente Utrecht, die willen investeren in energiebesparing of opwekking van duurzame energie, komen in aanmerking. Het fonds biedt financieringen van vijfduizend euro tot maximaal een miljoen euro. Initiatiefnemers kunnen de helft van het investeringsbedrag door ons laten financieren. De andere helft moeten ze op een andere wijze financieren. Gezien het stedelijke karakter van Utrecht hebben we veel vastgoed-gerelateerde projecten: vooral veel zonnestroomprojecten, maar ook verduurzaming van monumentaal vastgoed en bedrijfspanden. ’
‘Dat hangt naast de complexiteit onder meer af van de omvang van de gevraagde financiering. Financieringen vanaf 50.000 euro vergen een grondige beoordeling, een risicoanalyse en een onderpand. Hierdoor kan het enkele maanden duren om de financiering rond te krijgen. Voor kleinere financieringen volstaat doorgaans een kortere doorlooptijd: hiervoor hebben we de Energielening Utrecht gelanceerd, een laagdrempelig product dat ondernemers in staat stelt binnen een dag een financiering af te sluiten, onder standaardvoorwaarden en zonder dat we zekerheden eisen. Stel dat een bedrijf zijn fabriekshal wil voorzien van led-lampen. Als het bedrijf een offerte heeft getekend met een installateur, zijn wij bereid een financiering te sluiten voor 50 procent van het offertebedrag. Dit betekent dat zodra de ondernemer aantoont dat hij de helft heeft aanbetaald, wij de rest overmaken. Dit is ideaal voor ondernemers.’
Hoe streng is het fonds voor duurzame projecten? ‘Financiering vanuit het fonds zit hem niet alleen in de technische parameters. Het Energiefonds Utrecht is een maatschappelijk fonds en is minder gericht op rendement dan bij banken. Wel maken we voor toewijzing een risico-inschatting. Daardoor moeten we soms projecten afwijzen. Dit proberen we te voorkomen door vooraf met de partijen om tafel te gaan en antwoord te vinden op de vraag: Hoe maken we dit project mogelijk? De flexibiliteit van het fonds heeft een meerwaarde ten opzichte van reguliere financiers zoals banken.’
voor kleinere financieringen volstaat doorgaans een kortere doorlooptijd 16
ensoc magazine winter 2015
stoov kussens zijn een goed alternatief voor energieverspillende terrasverwarmers Kun je enkele voorbeeldprojecten noemen? ‘We hebben een ondernemer gefinancierd die kussens met verwarmingselement op de markt wil brengen onder de naam Stoov. Deze kussens zijn een goed alternatief voor de energieverspil-
lende terrasverwarmers. De ondernemer is bezig om zijn product uit te rollen. Daarnaast hebben we een lening gegeven aan Solease, dat in Utrecht zonnepanelen verhuurt aan particuliere huiseigenaren. Solease zorgt voor installatie en het onderhoud, terwijl huishoudens een vast bedrag per maand betalen voor de huur van de zonnepanelen. Hiermee ontzorgen ze de huiseigenaren. Door de financiering uit het fonds geven we ondernemingen zoals Stoov en Solease een zetje in de rug.’’ Kunnen particulieren een lening krijgen uit het fonds? ‘Nee. Het Energiefonds Utrecht kan particulieren niet direct zelf ondersteunen, omdat we niet over de vereiste AFM-vergunning beschikken. Maar via een bedrijf zoals Solease profiteren particulieren die een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de stad indirect van het fonds.’ Stoov en Solease zijn duurzame ondernemers. Hoe zit het met het mkb? ‘Onder het mkb zijn veel bedrijven die minder gericht zijn op verduurzaming van de energiehuishouding. Dat noem ik het ‘grijze’ mkb. Denk bijvoorbeeld aan een industriële bakkerij, een farmaceutisch bedrijf of een autohandelaar. Deze ondernemingen zijn lastiger te bewegen om aan energiebesparing te doen, omdat het niet tot hun kerntaken behoort. Energie staat secundair op hun prioriteitenlijst. Deze groep heeft een pro-actieve
benadering nodig. Soms betekent dat we ze vijf keer hetzelfde verhaal moeten vertellen om ze over te halen tot het doen van duurzame investeringen die zichzelf terugverdienen.’
de ondernemer willen we al in het voortraject ondersteunen Het mkb is dus een lastige doelgroep. Hoe wil je deze ondernemers bereiken? ‘We willen met deze ondernemers eerder om de tafel. Hoewel het vaak gaat om een kleinere leningen ligt vertraging op de loer. Zo kan het gebeuren dat een SDE-subsidie met succes is aangevraagd, terwijl de ondernemer nog onvoldoende weet in hoeverre het project haalbaar en betaalbaar is. Om te voorkomen dat het project vervolgens blijft liggen willen we de ondernemer al in het voortraject ondersteunen. Dat betekent niet alleen advies geven, maar verdergaan door de zorg over het project uit handen te nemen. De ondernemer kan de projectontwikkeling tijdelijk aan ons delegeren om de financiële business case te maken. Op deze manier komt de verduurzaming sneller op gang.’
www.ensoc.nl
17
dnv-gl: inzet energieopsl agsystemen biedt bv nederl and veel k ansen
Energieopslag begint rol te spelen in het net
Energieopslag begint een belangrijkere rol te spelen in het elektriciteitsnet. Maar de voornaamste uitdaging blijft rendabele toepassing van technologieën. Daarnaast moet wetgeving tijdig worden aangepast. Als dat lukt kunnen Nederlandse bedrijven een belangrijke rol gaan spelen bij de integratie van opslagsystemen in het elektriciteitsnet. Tekst: Haike van de Vegte en Petra de Boer van DNV-GL
In Nederland is de markt voor energieopslag nu nog niet zo groot. Nederlandse partijen doen wel ervaring op met opslagsystemen in proefinstallaties of pilotprojecten, zoals een wijkopslagsysteem in Ettenleur of een redox-flow-systeem bij de Fotonenboer. Verwacht wordt dat deze markt snel zal groeien zodra de omstandigheden gunstiger worden - iets dat zowel door ontwikkelingen in techniek, markt en regelgeving gestuurd kan worden. Voor thuisaccu’s is dat bijvoorbeeld het geval zodra saldering niet meer mogelijk is, voor wijksystemen is dit het geval zodra er meer duurzame energiebronnen worden geïnstalleerd. Voor de primaire reservemarkt, die onder toezicht van TenneT dit jaar is opengesteld via een veiling systeem, beginnen nu al partijen zich te begeven op de markt. Zo plaatst AES een 10MW Li-ion batterijopslagfaciliteit in Zeeland. Nederland heeft wel een sterke kennispositie op het gebied van energieopslagsystemen en de toepassingen hiervan. Dit blijkt onder andere uit de oprichting van een nieuwe Nederlandse branchevereniging voor energieopslag Energy Storage NL, uit het grote aantal projecten op dit gebied, en ook uit het grote aantal partijen dat direct of indirect betrokken is bij energieopslag.
Uitdagingen Er bestaat een aantal grote uitdagingen voor de BV Nederland om energieopslag op de juiste manier in de energievoorziening te realiseren en om zelf de juiste positie daarin te pakken. De belangrijkste uitdaging zal niet liggen in de technologieontwikkeling (ook al moeten daar nog wel stappen worden gezet), maar in het op de juiste manier toepassen van deze technologie en het ontwikkelen van interessante businessmodellen. Bij de toepassing van opslag vallen de voordelen van dit opslagsysteem mogelijk niet alleen bij de 18
ensoc magazine winter 2015
investeerder, maar ook bij andere stakeholders. Er is alleen een financieel aantrekkelijke business case te realiseren als deze voordelen goed worden verdeeld over de betrokkenen. Het is nodig om samenwerkingscontracten uit te werken waarin er voor alle consortiumpartners financiële voordelen zijn om te participeren.
Wetgeving Een andere belangrijke uitdaging is om wet- en regelgeving aan te laten sluiten bij de snelle ontwikkelingen. De huidige marktinrichting van het energiesysteem staat onder druk van met name het toenemende aandeel duurzame energie, en de trends van decentralisatie en Europeanisering. Marktmechanismes die het op duurzame energie gebaseerde systeem betrouwbaar moeten houden door aanbod van flexibiliteit, zullen beloond moeten worden. Alleen als aan de randvoorwaarde van efficiënte allocatie van kosten en baten over het actorenveld voldaan is, kunnen de benodigde investeringen in energieopslag verwacht worden. Dergelijke wijzigingen kosten echter veel tijd, en het wordt een uitdaging om dit op tijd te realiseren. Dit wordt ook binnen de European Association for Storage of Energy (EASE) besproken. EASE heeft daarom ook de taak op zich genomen om dit regelmatig in Brussel onder de aandacht te brengen, want dit is geen nationaal probleem, maar iets dat in alle Europese landen speelt. Bovendien zal er juist in het nieuwe marktmodel meer aandacht moeten zijn voor de internationale harmonisering van nationale energiemarkten.
Risico’s Naast deze uitdagingen zijn er ook risico’s voor de BV Nederland. Veiligheid van opslagsystemen is bijvoorbeeld een belangrijk risico, omdat er met steeds grotere systemen wordt gewerkt en omdat www.ensoc.nl
19
er veel verschillende aanbieders zijn. Het gaat hierbij niet alleen om de veiligheid van het opslagsysteem zelf, maar ook de impact ervan op de rest van de energievoorziening in Nederland. Bij de implementatie van opslagsystemen in Nederland verdient veiligheid daarom veel aandacht. DNV GL ontwikkelt hiervoor de GRIDSTOR Recommended Practice. Een ander risico is de afhankelijkheid van beleid in het buitenland, waarvoor een lucratieve uitrol van energieopslagsystemen de nodige randvoorwaarden op gebied van regelgeving en stimulering moeten worden geïmplementeerd. Tot slot bestaat het risico voor Nederland dat andere landen vooral hun eigen bedrijven en economieën stimuleren en dat het daarmee niet gemakkelijk is voor Nederlandse partijen om betrokken te worden bij projecten in het buitenland.
toepassingen van batterijsystemen. Door de sterke positie van Nederland op het gebied van smart grids en de sterke interesse in lokale energieopslag, is de inpassing in smart grids een belangrijk onderwerp. Hiermee hebben Nederlandse partijen kennis die ook buiten onze grenzen van belang zijn. Tenslotte zijn er goede kansen voor de ontwikkeling van home energy management systemen. Hierin kan ook een opslagsysteem opgenomen zijn. Er zijn diverse Nederlandse partijen actief op dit gebied, zoals Mastervolt, de power router van Nedap.
Kansen De inzet van energieopslagsystemen biedt de BV Nederland ook veel kansen. Een goede inzet van opslagsystemen kan in Nederland helpen om duurzame energiebronnen te integreren zonder veel extra kosten. Bovendien kan dit helpen om in onze energievoorziening onafhankelijker te worden van bepaalde landen die bijvoorbeeld gas of kolen leveren. Daarnaast liggen er grote kansen voor Nederlandse partijen, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van omvormers en batterij-management-systemen. Nederland heeft een sterke kennispositie zowel door middel van materialenonderzoek aan de (technische) universiteiten, als op het gebied van veiligheid en standaardisatie. Door Nederlandse kennis op gebied van systeemintegratie kan Nederland een belangrijke rol spelen bij de integratie van opslagsystemen in het elektriciteitsnet. Daarvoor moet in kaart gebracht worden voor welke Nederlandse partijen het aantrekkelijk is om deze positie te pakken en welke stappen daarvoor genomen moeten worden.
Haike van de Vegte is senior consultant op de afdeling New Energy Technologies bij DNV-GL. Hij werkt aan energieopslag, integratie van zonnepanelen en de energietransitie. Hij studeerde Techniek en Maatschappij in Wageningen en Eindhoven. Hij werkte als consultant energie en klimaatstrategie bij Ecofys aan harmonisatie van wetgeving voor groencertificaten in Europa. Ook werkte hij als projectleider bij Schipper Bosch aan duurzame oplossingen voor de gebouwde omgeving. Petra de Boer is hoofd van de afdeling New Energy Technologies bij DNV-GL. Ze studeerde chemische technologie aan de Universiteit van Twente. Daarna werkte ze zeven jaar voor TNO aan thermische
20
Smart grids
processen bij biomassa en afval en aan
Nederlandse partijen kunnen ook een belangrijke rol gaan spelen op nieuwe onderwerpen zoals vliegwielen (S4Energy), zeezoutbatterijen (Dr Ten) of thermische seizoensopslag (Ecovat). Daarnaast is veel aandacht voor recycling of second life-
de opslag van elektriciteit. Als consultant
ensoc magazine winter 2015
werkt ze aan diverse projecten, maar de meesten gaan over opslag van elektriciteit, smart grids en elektrische auto’s.
Advertentie altijd power
FINANCIERING
industrie bespaart vooral energie om geld Als industriële bedrijven investeren in energiebesparing doen ze dat voornamelijk omdat het direct financieel voordeel oplevert. Energie besparen omdat het moet is geen prioriteit. Dat blijkt uit interviews van ECN met zeven bedrijven. Bedrijven die willen investeren in energiebesparing kunnen een beroep doen op diverse financiële regelingen, waaronder de Energie Investeringsaftrek (EIA), de Milieu Investeringsaftrek (MIA), en de Willekeurige afschrijving milieuinvesteringen (Vamil). Deze subsidies verkorten de terugverdientijd van energiebesparende maatregelen. Toch maken weinig bedrijven op deze manier gebruik van een regeling. De meeste bedrijven vinden subsidies handig, maar kijken hier pas naar als de investeringsbeslissing al is genomen.
consument weet te weinig over financiering Vooral financiële argumenten zetten consumenten aan om te investeren in een energiezuiniger woning. Toch weten ze vaak minder over extra financieringsopties dan professionals. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing & Consultancy in opdracht van BPD. Opvallend is dat professionals zoals projectontwikkelaars en bouwers veel meer waarde hechten aan extra financieringsopties voor energiebesparende maatregelen en zeer energiezuinige woningen. Bas van de Griendt, 22
ensoc magazine winter 2015
manager MVO en Duurzaam bij BPD: ‘Ik vermoed dat consumenten, en waarschijnlijk ook makelaars, hiermee nog nauwelijks bekend zijn en dat banken ze hier niet of nauwelijks op wijzen. Hier valt dus nog een wereld te winnen voor professionals.’
kamer wil gebouwgebonden financiering De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen van D66, ChristenUnie en PvdA die pleit voor het creëren van financieringsmogelijkheden voor woningeigenaren die hun huis verduurzamen. Het renoveren van een bestaande woning naar energieneutraal kost tussen de veertig- en tachtigduizend euro. Terugverdientijden lopen op tot 20 of zelfs 30 jaar. Dat maakt energieneutrale renovatie voor woningeigenaren weinig aantrekkelijk. Gebouwgebonden financiering verandert de situatie. De woningbezitter blijft eigenaar van de bakstenen en de grond, maar de nieuwe installaties zijn niet meer van de eigenaar van de woning. Deze ‘huurt’ hij of zij voor een vast maandelijks bedrag, als een service voor warmte en licht. Mocht de woning verkocht worden, dan wordt het servicecontract overgenomen door de volgende eigenaar.
banken willen CO2-uitstoot klanten verlagen Elf Nederlandse banken, verenigd
in de NVB, nemen zich voor hun klanten aan te moedigen hun CO2uitstoot te verlagen en hen hiermee te helpen. De CEO’s van de banken schrijven in het klimaatstatement dat ze ‘duurzaamheid, klimaatimpact en milieuschade meewegen’ in hun financierings- en investeringsbeslissingen.’ De Eerlijke Bankwijzer vindt dit te vaag en wil dat banken duidelijk aangeven waar ze de grens trekken, door aan te geven dat ze geen kolencentrales, geen oliewinning in het Noordpoolgebied en geen schaliegas zullen financieren. De Eerlijke Bankwijzer vindt het voornemen van de banken om transparanter te zijn over de klimaatimpact van leningen en investeringen ook te vrijblijvend. Beter is het om te rapporteren over de totale CO2-voetafdruk.
Advertentie Scheutjens
pensioenfondsen gaan duurzaam beleggen Pensioenfonds ABP zorgt ervoor dat de CO2-uitstoot van bedrijven waarvan ABP aandelen heeft, in 2020 daalt met 25%. Collegapensioenfonds PfZW gaat nog een stap verder en schrijft dat ze in 2020 de CO2-uitstoot halveert van ondernemingen waarin ze belegt. De draai naar minder fossiel en meer duurzaamheid zal niet ten koste gaan van het rendement, zegt PFZW. Bedrijven die een grotere belasting zijn voor het milieu dan hun concurrenten zullen op termijn een slechtere belegging blijken, zegt PFZW. ‘Sturen op financieel rendement en duurzaamheid gaan elkaar versterken’, zegt directeur Peter Borgdorff.
‘WAT WIJ DOEN IS ZOWEL WAARDEVOL ALS WAARDEVAST.’ Wij zijn een gedegen, gespecialiseerd technisch en bouwkundig adviesbureau. We zijn ook een trots bureau. Trots op ruim 20 jaar vol prachtige projecten. Trots op onze altijd actuele technische en wetskennis. Maar het meest trots zijn wij op onze opdrachtgevers die ons al zoveel jaren trouw zijn. Omdat zij ervaren hebben dat wij de kwaliteit leveren waarnaar zij op zoek zijn. Wij kijken als specialisten verder dan onze klanten vaak doen. Dat leidt op de lange termijn tot flinke besparingen. En die lange termijn, daar gaan we voor. In advies én relatie. Om deze houding worden we al 2 decennia gewaardeerd en roemen onze klanten onze kwaliteit en onze betrouwbare en professionele houding.’ DIENSTEN: CONDITIEMETINGEN (NEN2767 en BOEI) – MJOP (MeerJarenOnderhoudsPlan) UITVOERINGSBEGELEIDING – ONDERSTEUNING EN TOEZICHT
Adviesbureau Scheutjens Beheer en Onderhoud Souverein 17, 5283 PM Boxtel T 0411-631425 – M 0651 290930 – E
[email protected] – I www.scheutjens.eu
subvention subsidiekansen voor energiezuinige en milieuvriendelijke investeringen in 2016
‘Realiseer ook uw plannen. Laat geld niet liggen!’ De economie trekt weer aan en de potjes van interessante subsidieprogramma’s worden weer gevuld. Als ondernemer hebt u te maken met veel subsidiekansen. Interessant, maar ook verwarrend, want waar hebt u nu recht op en waarom? Subsidieadviesbureau Subvention adviseert u over welke bijdragen u voor uw project kunt verwerven en begeleidt u van A-Z. “De subsidiewereld is een complexe wereld, die wordt gekenmerkt door vele wetten en regels”, vertelt Thijs Vaneker, subsidiespecialist bij Subvention. “Er zijn tal van mogelijkheden voor energiezuinige nieuwbouw of renovatie, maar ook op het gebied van duurzame energie, energiebesparing in processen en innovaties. Kort samengevat informeren wij onze klanten over subsidiemogelijkheden, vragen we de subsidies voor hen aan en wikkelen deze met de uitvoerende instanties af. Hierbij streven we uiteraard naar maximaal subsidieresultaat.” Duurzaam investeren in 2016 erg kansrijk Goed nieuws voor organisaties die in 2016 energiezuinig willen investeren. Vanaf 2016 wordt het percentage van de Energie-Investeringsaftrek (EIA) verhoogd van 41,5% naar 58%. Kort gezegd houdt dit in dat uw netto voordeel niet 10%, maar 14,5% is.
Subsidiemogelijkheden Eén belangrijke vraag keert altijd terug, vertelt Vaneker. “Hoe kan er optimaal gebruik worden gemaakt van de beschikbare subsidies? Wij analyseren uw investeringsplannen en bespreken hoe deze gekoppeld kunnen worden aan subsidieregelingen. Denk hierbij aan nieuwbouwprojecten, investeringen voor een milieuvriendelijkere 24
ensoc magazine winter 2015
bedrijfsvoering of de ontwikkeling van producten die voor de ondernemer nieuw zijn.” Subsidietraject “Tijdens zo’n traject komen veel verschillende aspecten aan bod. Belangrijk hierin is dat Subvention vroegtijdig bij het traject betrokken wordt, zodat het maximale resultaat wordt behaald. Natuurlijk richten we ons niet alleen op subsidieprogramma’s voor het onderwerp ‘duurzaam bouwen en energiebesparing’, maar komen ook Europese en provinciale subsidieprogramma’s aan bod. “Een subsidietraject is een intensief traject”, vervolgt Vaneker. “Het is als ondernemer haast niet te doen om alles zelf uit te zoeken. Samen met de klant gaan we het project vormgeven, waarbij we hem wijzen op de voorwaarden die elke subsidieregeling heeft. Wij zetten kansen om in resultaat en ontzorgen de klant. Subvention werkt hierbij op basis van no cure, no pay, ofwel: geen voordeel, geen factuur. Subvention is dé brug tussen ondernemers en subsidieverstrekkers.”
Duurzaamheid? Het gaat alleen over geld! We moeten anders gaan denken als het gaat om de verduurzaming van gebouwen en processen. De verduurzaming van Nederland is geen technische, maar een financiële uitdaging. Verduurzaming van gebouwen en processen en duurzame energieopwekking zijn ‘hot items’. Het energieakkoord heeft daar een belangrijke bijdrage aan geleverd, maar er zijn ook andere aanjagers, zoals de sterk gedaalde kosten van wind- en zonne-energie en de technische ontwikkelingen, die sneller gaan dan eerder voorzien. Dit heeft geleid heeft tot hogere rendementen en lagere Wp-prijzen. Dit zal komende jaren nog wel even doorgaan dankzij verdergaande innovaties en nieuwe toepassingen. Maar daar zit hem de crux niet. Die zit aan de financiële kant: ‘de centjes’. Uit gesprekken met onze opdrachtgevers en projectpartners blijkt telkens weer dat de investering, met name de voorinvestering, het grote struikelblok is.
www.subvention.nl Energieneutraal Laat ik een heel concreet voorbeeld noemen. Sinds 1 januari 2015 geldt voor nieuwbouwwoningen een Energieprestatie Coëfficiënt (EPC) van 0,4; aan
an ag in g Ru ite r is m te ur : M ar tin au oe p / de Gr er NG Ov bi j QI ee lh ou de r ni sc h/ ch te n pa rt ne r/aa nd ee t ef an d. Hi j he is en ES Co Ne de rl gr on d di ge ac ht er e ka nt va n be dr ijf sk un ec on om is ch de in rd ee sp ec ia le n ee et ge sp ec ia lis m pr oj ec te n, gs in am rz ve rd uu ns tr uc tie s. an ci er in gs co fo cu s op fin
te scherpen naar ‘bijna nul’ in 2020. Met de op dit moment beschikbare technieken is het echter geen enkel probleem om nieuwbouwwoningen op dit moment al ‘nul op de meter’ te maken. Dat kost voor een woning van ordegrootte 200.00 euro zo’n 20% extra, zeg maar dertig- tot veertuigduizend euro. Maar daarmee is zo’n woning dan wel meteen voor de rest van zijn levensduur (ga uit van circa 100 jaar) energieneutraal. Dus die extra investering zorgt ervoor dat toekomstige bewoners van dat huis zonder energiekosten kunnen wonen…. Terugverdientijd ‘Meteen doen dan!’, hoor ik u denken. Maar zo gemakkelijk ligt het helaas niet. Constructies met Energie Service Company’s (ESCo’s) kunnen bijdragen aan de oplossing, maar niet volledig. Want zo’n ESCo moet dan wel het kapitaal ophalen om die extra investering te kunnen voorfinancieren. En dan komt het probleem: voor die (extra) kapitaalsverstrekking hanteren banken en financiers, ook hun ‘groene’ collega’s, standaardvoorwaarden voor terugverdientijd, return on investment (ROI), debt service coverage ratio (DSCR), enzovoorts. En dus krijgen we dan de maatregelen die zo’n woning of gebouw voor
de rest van zijn levensduur energieneutraal maken, niet gefinancierd, als die maatregelen niet in tien tot vijftien jaar zijn terugverdiend. Bedrijven nemen de maatregelen niet, als die niet in zeven tot acht jaar zijn terug te verdienen.
niet denken in termen van terugverdientijden en dscr’s, maar in life-cycle costs en milieukosten Systeemdenken Als je daar goed over nadenkt is dat raar. We beoordelen die (meer)investering niet op de rest van zijn levensduur, maar slechts op de eerste periode ervan. Ik pleit daarom voor een verandering in het ‘systeemdenken’ bij de financiering van energieprestatieverbetering en duurzame opwekking. Niet meer denken in termen van terugverdientijden en DSCR’s, maar wel in life-cycle costs, milieukosten enzovoorts. Ik weet, het huidige denken is gebaseerd op de manier waarop ons economische systeem is ingericht en op de manier waarop de kapitaalmarkt functioneert. Maar dat neemt niet weg dat ik blijf roepen dat we, als het gaat om verduurzaming, anders moeten gaan denken. Roept u met me mee? www.ensoc.nl
25
Victron Energy B.V. De Paal 35 1351 JG Almere-Haven Tel.: +31 36-535 9700 www.victronenergy.com
ECOmulti ECOmulti A simple wall mounted energy storage solution
Advanced andmounted completeenergy selfconsumption system, easy to install A simple wall storage solution
100%
State of charge
Sizing the PV array Sufficient energy must be 75% harvested to recharge the battery and tothe power Sizing PVthearray home, even on a reasonably Sufficient energy must be50% clear winter day.
100%
State of charge
75%
harvested to recharge the
25%
22:00
20:00
18:00
16:00
14:00
12:00
10:00
07:00
06:00
04:00
02:00
25%
22:00
20:00
18:00
16:00
14:00
12:00
10:00
07:00
06:00
04:00
00:00
London, Amsterdam, Berlin,
02:00
Why 2,3 kWh? Whenever PV output exceeds consumption, storing excess output for later use 0% will increase self-consumption.
At roughly 30 to 40 degrees München) the two person latitude (Los Angeles, energy conscious Marseille, Sevilla) a 1 kWp household resp.will 2 kWp array awill do.kWp array. need 2,5
ECOmulti app
However - PV harvest will fluctuate from season to season, from day to day and also within the day. - Electricity consumption is likewise fluctuating: working days, weekends and holiday periods will all result in different consumption patterns.
Why 2,3 kWh?
A four person household A larger PV array will increase feedback intoneed the grid, would a but 5 kWp array. not substantially increase battery utilization and self At roughly 30 to 40 degrees sufficiency.
Whenever PVsolution output consumption, excess output for A 2,3 kWh Li-ion battery is an efficient forexceeds a two person energy consciousstoring household. Energy consumptionwill fromincrease dusk to dawn will be 2 kWh or more, even when no energy hungry self-consumption. appliances like a dishwasher or clothes dryer are used. A fully charged 2,3 kWh battery will therefore be discharged before the sun starts shining again. However
latitude (Los Angeles,
Advanced and complete selfconsumption system, easy to install
app available for Remote ECOmulti app monitoring
50% 00:00
At roughly 50 degrees battery and to power the latitude (Seattle, 0% home, even on a reasonably London, Amsterdam, Berlin, clear winter day. München) the two person energy conscious household will need a 2,5 kWp array. At roughly 50 degrees A four person household latitude would need a 5(Seattle, kWp array.
The average household two children would fully utilize a 4,6season kWh Li-ion onefrom addi- day to day and Increasing storage capacity - with PV harvest will fluctuate from tobattery; season, Marseille, Sevilla) a 1 kWp tional battery module. More battery storage - Electricity consumption is likewise fluctuating: working days, weeke resp. kWp feedback array will do. capacity will2reduce into the grid and increase self periods will all result in different consumption patterns. sufficiency, especially during A larger PV array will increase Winter Spring Summer Autumn the summer season. 100% A 2,3 kWh Li-ion battery is an efficient solution for a two person energ feedback into the grid, but To increase self sufficiency during both theincrease Energy consumption from dusk to dawn will be 2 kWh or more, even w notwintertime substantially battery and the PV array have appliances like a dishwasher or clothes dryer are used. A fully charged battery utilization and self to be enlarged.
kWh 10 9 8 7 6 5 4
sufficiency.
fore be discharged before the sun starts shining again.
Increasing storage capacity More battery storage capacity will reduce feedback into the grid and increase self sufficiency, especially during Solar yield the summer season. To increase self sufficiency during wintertime both the battery and the PV array have to be enlarged.
The average household with two children would fully utilize a 4,6 kWh tional battery module. 10% 100%
Winter
PV Production
2
Self-consumption
0
Spring
10%
Self sufficiency mon tue wed thur fri sat sun 13-05 14-05 15-05 16-05 17-05 18-05 19-05
To Grid To Battery Direct use
Typical seasonal variations at roughly 50 degrees latitude ~ Seattle, London, Amsterdam, Berlin, München ~ with battery and without battery. Two person energy conscious household Consumption: 2500 kWh per year PV array: 2,5 kWp Battery: 2,3 kWh Li-ion
Also constant grid connected configurations possible.
kWh 10 9
Solar yield
Summer 50%
3
1
50%
Four person energy conscious household Consumption: 4500 kWh per year PV array: 5 kWp Battery: 4,6 kWh Li-ion
p r o v i n c i e s e n g e m e e n t e n s c h a k e l e n o v e r o p r e v o lv e r e n d e f o n d s e n
Steuntje in de rug voor energietransitie Subsidies zijn niet voldoende om de doelstellingen uit het energieakkoord te halen. Provincies en gemeenten doen steeds meer een beroep op revolverende fondsen om te investeren in energiebesparing en duurzame energie. Dat vormt een steuntje in de rug voor de energietransitie.
Revolverende fondsen schieten als paddenstoelen uit de grond
van energiebedrijven) inzetten. Het Rijk en ook Europa zetten daar nog eens vele miljarden euro’s bovenop. Zo ontstaat er de komende jaren een enorme pot geld, die terugkerend ingezet gaat worden voor de energietransitie in Nederland.
Decentrale overheden, zoals provincies en gemeenten, schakelen massaal over van subsidieinstrumenten naar zogeheten revolverende instrumenten. Dit zijn leningen, garanties en participaties. Overheden geven daarbij niet meer eenmalig hun geld weg, maar voorzien in financiering die weer terugkomt en opnieuw ingezet kan worden. Daarvoor gebruikten ze publieke energiefondsen. In opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is een rapport gepubliceerd over de actualiteit, kansen en knelpunten van revolverend financieren van decentraal energiebeleid.
Significante investeringen Om de doelstellingen uit het energieakkoord te halen zijn significante investeringen nodig. Nederland ligt nog niet goed op koers, zo blijkt uit de Nationale Energieverkenning. Er is veel meer inzet nodig. Analyses tonen dat de benodigde investeringen aan hernieuwbare energie oplopen tot zo’n 8 miljard euro per jaar en de investeringen in energiebesparing tot meer dan 10 miljard euro per jaar. Bestaande subsidies zijn simpelweg niet toereikend voor het projectvolume dat gerealiseerd moet worden. Een subsidie-euro wordt eenmalig uitgegeven, een revolverende euro wordt meerdere keren gebruikt. Decentrale overheden schakelen daarom massaal over naar dit vernieuwende financieel instrumentarium in het energiebeleid. Fondsen schieten als paddenstoelen uit de grond.
Enorme pot geld Afgelopen jaren hebben provincies en gemeenten talrijke fondsen gestart voor besparing en duurzame energie. Medio 2015 hebben provincies en gemeenten samen een budget van meer dan een miljard euro voor dit soort instrumenten ingezet. Verwachting is dat dit bedrag nog stevig gaat stijgen, want provincies willen nog een groter deel van hun vermogen (opgebouwd door de verkoop
Financiering grote uitdaging Financiering van energiebesparing en duurzame energie is een grote uitdaging. Veel energieprojecten hebben een langere terugverdientijd met onzekerheden uit de markt en de fiscaliteit. Omdat inwoners en bedrijven, maar ook banken, liever rekenen met korte terugverdientijden en zo min mogelijk risico´s lopen veel projecten vast in de financiering. Een subsidie kan dat doorgaans niet
Tekst: Melvin Könings
28
overbruggen. Analyses laten zien dat de prikkel van een subsidie onvoldoende impuls geeft aan investeringen, ondernemerschap en innovatie. Stevige staatssteun leidt doorgaans tot marktverstoring met ongewenste neveneffecten. Daarom heeft de Europese Commissie grootschalige exploitatiesubsidies aan banden gelegd. Duitsland heeft de subsidie duurzame energie aanzienlijk versoberd.
ensoc magazine winter 2015
Zorgvuldige voorbereiding nodig Provincies en gemeenten zijn aan het pionieren met financiering. De introductie van revolverende fondsen vraagt een zorgvuldige voorbereiding. Voor besluitvorming over projecten dient de businesscase veel concreter en meer marktgericht te zijn onderbouwd dan bij besluitvorming over subsidies. Waardecreatie staat centraal, niet kostenverantwoording. Dat vergt een scherp inzicht in rolverdeling, taken en verantwoordelijkheden. Van de overheid wordt een zakelijker en afstandelijke opstelling verwacht met meer competenties op het gebied van maatschappelijk risico-management. Bestuurders dragen geen verantwoording (meer) op projectniveau en krijgen in de plaats een systeemverantwoordelijkheid. Dit vergt de kunst van het loslaten! Nadruk op financieel rendement Veel nieuwe financiële instrumenten worden hoofdzakelijk financieel aangestuurd (lees: primair op financieel rendement). Het sturen op beleidsindicatoren binnen de nieuwe financiële instrumenten (zoals CO2-reductie, innovatieresultaat of bijvoorbeeld regionale werkgelegenheid) is nog nauwelijks geïncorporeerd. Het dominante accent op financieel rendement leidt op dit moment tot onderuitputting van publieke energiefondsen. Nieuw financieel instrumentarium Er is een significante wijziging van het beleidsinstrumentarium gaande. Dit is een omslag die voor veel betrokkenen nog wat onder de radar is gebleven. De kennis en ervaring over revolverend financieren van het decentrale energiebeleid is tot op heden geconcentreerd bij een select aantal pionierende sleutelspelers binnen provincies en gemeenten. Er is weinig tijd voor kennisuitwisseling, er is een soort ontwikkelvacuüm.
ng s is M el vi n Kö ni vi se ur rd se ni or ad ge as so ci ee . BV vi es bi j Ly si as Ad lis t in Hi j is sp ec ia trai ni ng en neu st st aa ts er en de lv ad vi es , re vo s. pu bl ic af fa ir en g in er fin an ci
In het energieakkoord is afgesproken een expertisecentrum in te richten, ook over deze thematiek. Betrokken partijen hebben dringend behoefte aan een tijdelijk en onafhankelijk kennisnetwerk voor dit nieuwe financieel instrumentarium. Geschikt voor opschalen Het instrument revolverend financieren leent zich er bij uitstek voor om financieel op te schalen met middelen van andere publieke partners, zoals het Rijk en de EU. Daarmee kan de eigen financiële inbreng van een betrokken (decentrale) overheid aanzienlijk vermenigvuldigd worden. Vaak is het dan wel handig een dakfonds in te richten en de projecten-pijplijn goed voor te bereiden. Het opwerken van projectenideeën naar kansrijke projecten verdient extra aandacht. Door het opwerken van businesscases met een slimme combinatie van subsidie voor het voortraject kunnen fondsen sneller en meer resultaat en dus ook rendement boeken. Aanvullend, niet vervangend Kunnen alle subsidies dan maar afgeschaft worden? Nee, zeker voor risicovolle innovatietrajecten en marktintroducties blijven subsidies zonder twijfel noodzakelijk. Maar brede uitrol van bewezen technologie kan slimmer en grootschaliger revolverend gefinancierd worden door overheden, pas dan ontstaat er echt massa. Deze nieuwe instrumenten zorgen voor een ongekende revolutie in het beleidsinstrumentarium. Met een grote impact voor de politiek, het ambtelijk apparaat, uitvoeringsorganisaties, banken, bedrijfsleven en inwoners. Het is geen eenvoudige ontwikkeling, toch zijn er al goede voorbeelden en gebaande paden. Deze ontwikkeling is in ieder geval noodzakelijk voor de door iedereen gewenste schaalsprong in de Nederlandse energietransitie. www.ensoc.nl
29
Verlaag uw energiekosten in 4 stappen Heeft uw organisatie veel energie-aansluitingen of levert/produceert u juist energie? De Smart Energy Software van I-Real draagt bij aan het verlagen van uw energiekosten in 4 stappen:
OVERZICHT
Gemiddelde besparing 5% Met de Smart Energy Software krijgt u overzicht door het automatisch koppelen van uiteenlopende systemen aan de software.
Advertentie I-Real
HOE WERKT HET?
CONTROLE
Gemiddelde besparing 8%
De Smart Energy Software controleert automatisch facturen op basis van werkelijke energiestromen en gemaakte afspraken.
INZICHT
Gemiddelde besparing 20% De Smart Energy Software geeft u realtime inzicht in uw energieverbruik. Zo kunt u extra kosten besparen door bijvoorbeeld het traceren van uw pieken en dalen in verbruik.
STUREN
Gemiddelde besparing 25% De Smart Energy Software gaat echter nog verder. De software kan automatisch apparatuur in- of uitschakelen op basis van vooraf gestelde parameters.
Stationsweg 30, 7061 CT Terborg T 0314 366 600 E
[email protected] I www.i-real.nl
Doe de energycheck op www.i-real.nl/energycheck
goedkope kolen remmen groene energie Groene stroom is belangrijk bij de aanpak van het klimaatprobleem, zeggen milieuorganisaties. Maar de stroom in Nederland wordt steeds grijzer in plaats van groener. Door de lage steenkolenprijs kiezen veel energiebedrijven minder voor energie uit zon, wind en duurzaam gecertificeerde biomassa. Dat blijkt uit de jaarlijkse stroomranglijst van onder meer de Consumentenbond en een aantal milieuorganisaties. De organisaties achter de Stroomranking hebben vooral kritiek op het grootschalige gebruik van kolencentrales, die vervuilender zijn dan gascentrales.
rijk wil kolencentrales sluiten Het idee alle kolencentrales te sluiten om de CO2-uitstoot te verminderen heeft stevig post gevat in Den Haag. De drie nieuwste kolencentrales hebben miljarden gekost en zijn nog maar net in bedrijf. Toch is de kans reëel dat ze binnen afzienbare tijd weer worden uitgezet. Betrokkenen melden, op basis van anonimiteit, aan NRC Handelsblad dat er ‘verkennende gesprekken’ gaande zijn tussen overheid en producenten. VEMW-directeur Hans Grünfeld waarschuwt namens de zakelijke energiegebruikers dat de eigenaren van de kolencentrales
nooit uit vrije wil over zullen gaan tot sluiting. ‘De economische vooruitzichten van deze moderne centrales zijn vooralsnog gunstig’. Gedwongen sluiting zou volgens Grünfeld leiden tot ‘forse schadeclaims’.
gaswinning verder omlaag De NAM mag in Groningen voorlopig niet meer dan 27 miljard kuub aardgas winnen. Dat volgt uit een uitspraak van de Raad van State. Alleen als deze en komende winter relatief streng is mag de gaswinning in Groningen hoger zijn, maar niet meer dan 33 miljard kuub gas. Ook mag de NAM voorlopig nog steeds geen gas winnen in en rond Loppersum, behalve als dat voor de leveringszekerheid noodzakelijk is. De Raad van State vernietigt zowel het instemmingsbesluit als het wijzigingsbesluit van minister Kamp. Tegen beide besluiten waren ruim veertig bezwaarmakers in beroep gekomen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
belasting op aardgas hoger Staatssecretaris Eric Wiebes wil de belasting op aardgas met 5 cent per kubieke meter verhogen en die op elektriciteit met 2 cent per kWh
verlagen. Zo hoopt hij een meerderheid in de Tweede Kamer voor zijn Belastingplan te krijgen. Van de geschatte netto opbrengst van €200 mln wordt de helft teruggesluisd naar bedrijven en de andere helft gaat naar alleenverdieners met kinderen. CDA, SGP en ChristenUnie willen minder discriminatie van eenverdieners ten opzichte van tweeverdieners. D66, GroenLinks en ChristenUnie willen ‘vergroening’. Daar sluit Wiebes op aan door aardgas duurder te maken en zo besparing aan te moedigen, en elektriciteit goedkoper.
FOSSIELE ENERGIE
Bent u verantwoordelijk voor energiemanagement?
iea: ‘olieprijs naar 80 dollar’ Ondanks de huidige overproductie en de fors gedaalde investeringen in oliewinning zal de olieprijs de komende vijf jaar langzaam oplopen van de huidige 50 naar 80 dollar (van 47 naar 75 euro) per vat. Dat verwacht het Internationaal Energie Agentschap (IEA) voor de komende 25 jaar. Omdat oliemaatschappijen veel minder gaan investeren zal de olieprijs langzaam oplopen, denkt het IEA. De verwachte prijsstijging is een gok, erkent de IEA in haar prognose. Ook blijvend lage olieprijzen zijn mogelijk, maar alleen als de wereldeconomie minder groeit dan nu, de situatie in Irak en Iran politiek stabieler wordt en OPEC-landen nog jaren vasthouden aan hun strategie van méér productie.
www.ensoc.nl
31
nederland Over de auteur: Iman Brinkman is advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn in Den Haag. Hij is gespecialiseerd in energierecht. Hij schrijft regelmatig juridische artikelen voor Ensoc Magazine over energie-gerelateerde onderwerpen.
Subsidies werpen vruchten af Subsidie- en stimuleringsregelingen voor duurzame energie zorgen voor positieve resultaten. Minister Kamp verwacht dat mede hierdoor het aandeel duurzame energie de komende jaren flink zal stijgen. Tekst: Iman Brinkman
32
ensoc magazine winter 2015
De kostprijs van duurzame energie is nog steeds vaak hoger dan die van energie uit conventionele bronnen. Met name de vaste kosten van de productie van duurzame energie zijn hoog: zo is het plaatsen van windmolens relatief duur. De variabele kosten zijn daarentegen vaak laag: wind is alom aanwezig en gratis. De hoge vaste kosten vormen nog steeds een drempel voor de investering in duurzame energie. En juist die investeringen zijn nodig om producenten en ingenieurs betere en goedkopere productie-installaties te kunnen laten ontwikkelen die kunnen concurreren met conventionele productie-installaties. Het verschil tussen de kosten van de productie van een eenheid energie uit enerzijds een duurzame bron en anderzijds een conventionele wordt ook wel de ‘onrendabele top’ genoemd. De onrendabele top wordt gaandeweg lager. Maar om duurzame energie nu te kunnen laten concurreren met conventionele, treffen Europese overheden diverse fiscale en subsidiemaatregelen ter compensatie van de onrendabele top. Zij treffen deze maatregelen niet in de laatste plaats om de in EU-verband overeengekomen 202020-doelstellingen te halen die onder meer de verplichting omvatten dat Europabreed in 2020 20 procent van de energie wordt opgewekt uit duurzame energiebronnen. Ook de Nederlandse overheid stimuleert de productie van duurzame energie met subsidies en fiscale maatregelen. In deze bijdrage schets ik enkele belangrijke maatregelen.
SDE+ De SDE+ subsidie is het belangrijkste instrument van de Rijksoverheid om de productie van duurzame energie te stimuleren. De SDE+ subsidie is een exploitatiesubsidie. Dat wil zeggen dat de overheid subsidie verstrekt op basis van de hoeveelheid opgewekte duurzame energie, en niet voor de bouw van een installatie. De SDE+ subsidie wordt verstrekt ter dekking van het verschil tussen de kostprijs van de opwekking van duurzame energie en de opbrengst van grijze energie voor een bepaalde periode (5, 8, 12 of 15 jaar). Voor de subsidie komen verschillende categorieën duurzame energie in aanmerking, zoals biomassa, geothermie, water, wind (op zee en land), zon en een ‘vrije categorie’.
stimuleert
duurzame
De minister van Economische Zaken stelt jaarlijks voor de SDE+ een subsidieplafond vast. De wijze waarop het in een jaar beschikbare subsidiebudget wordt verdeeld onder de aanvragers, kan per subsidiecategorie verschillen. Zo kan toekenning op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Ook mogelijk is toekenning van SDE+ subsidie op basis van rangschikking van de aanvragen naar de hoogte van de kosten van de opwekking van duurzame energie, waarbij de aanvrager met de laagste opwekkosten als eerste zijn aanvraag gehonoreerd ziet. Een combinatie van beoordeling op volgorde van binnenkomst en rangschikking op basis van opwekkosten is ook mogelijk. De minister van Economische Zaken schrijft in zijn Kamerbrief over de Nationale Energieverkenning 2015 dat hij van plan is in 2016 EUR 8 miljard beschikbaar te stellen aan SDE -subsidie. De minister wil het budget verdelen in twee rondes: een in maart en een in september. Meer technische details over de uitvoering van de SDE+ in 2016 volgen naar verwachting in november 2015.
energieprojecten
Milieu-Investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL). De Milieulijst bevat omschrijvingen van technieken die in aanmerking komen.
Salderingsregeling Een andere fiscale maatregel betreft de salderingsregeling voor de berekening van de energiebelasting. Volgens de salderingsregeling is, kortweg, energiebelasting verschuldigd over het positieve saldo van de hoeveelheid elektriciteit die een kleinverbruiker via een aansluiting enerzijds van het net afneemt en anderzijds daarop invoedt, ofwel teruglevert. Dus als de kleinverbruiker zelf elektriciteit produceert achter de meter, hoeft hij over het deel van de zelf geproduceerde elektriciteit geen energiebelasting af te dragen. Voor duurzame elektriciteit kent de salderingsregeling geen maximum, maar voor grijze elektriciteit geldt een maximum van 5000 kWh.
Postcoderoos
In zijn Warmtevisie eerder dit jaar heeft de minister van Economische Zaken toegelicht dat hij inzet op duurzame warmte. Daarbij heeft de minister een aantal kansen en knelpunten gesignaleerd voor de verdere ontwikkeling van duurzame warmte. Een van de stimuleringsmaatregelen die de minister in 2016 wil treffen, is het subsidiëren van kleinschalige hernieuwbare warmteopties, zoals zonneboilers, biomassaketels en warmtepompen. De subsidieregeling moet nog nadere invulling krijgen. De minister wil in 2016 EUR 70 miljoen beschikbaar stellen.
Ook de opwekking van duurzame energie via lokale collectieven komt steeds meer in trek. Omdat de salderingsregeling geldt voor elektriciteitsproductie achter de meter, zouden dergelijke collectieven de salderingsregeling niet kunnen toepassen. Voor deelnemers aan zulke collectieven – in coöperatievorm – geldt onder voorwaarden evenwel een lager energiebelastingtarief. Zo geldt het lagere tarief alleen voor zover de deelnemers van het collectief elektriciteit afnemen en ook alleen als zij binnen eenzelfde postcodegebied wonen, de ‘postcoderoos’. Ook geldt als voorwaarde dat de Rijksoverheid voor het project geen andere tegemoetkoming of subsidie verstrekt.
Fiscale regelingen
Tot slot
Naast subsidieregelingen staat een aantal fiscale faciliteiten open voor duurzame-energieprojecten. Zo staat voor Nederlandse ondernemers (die inkomsten- of vennootschapsbelasting betalen) voor bepaalde investeringen de Energie-Investeringsaftrek (EIA) open. Het moet dan gaan om investeringen die vermeld staan op de Energielijst. Te denken valt aan windturbines en zonnepanelen. Het is evenwel niet (meer) mogelijk de EIA te combineren met SDE+ subsidie. Twee andere fiscale faciliteiten voor ondernemers zijn de
De vele subsidie- en stimuleringsregelingen lijken langzamerhand hun vruchten af te werpen. In zijn recente brief naar aanleiding van de Nationale Energieverkenning schrijft de minister mede dankzij subsidies te verwachten dat het aandeel duurzame energie de komende jaren flink zal stijgen. Vooralsnog is het de vraag of Nederland de duurzaamheidsdoelstelling van 14 procent in 202020 zal halen, maar voor 2023 verwacht de minister nu 16 procent duurzame energie te halen.
Hernieuwbare warmte
www.ensoc.nl
33
subsidies en leningen voor bekostigen van energiebesparing in woningen
opties voor financieren energiebesparing 1
Subsidie energiebesparing verhuurders: Stimuleringsregeling energieprestatie huursector De Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) richt zich op verhuurders van huurwoning(en) onder de liberalisatiegrens (sociale huur). Een subsidieaanvraag kan worden ingediend voor één of meer huurwoningen. De hoogte van het subsidiebedrag hangt af van de sprong in de Energie-Index die per huurwoning wordt bereikt. Het subsidiebedrag per woning varieert tussen de 2.000 en 4.500 euro per woning. Een verhuurder kan op grond van deze regeling maximaal 7.500.000 euro aan subsidie aanvragen. Een aanvraag voor subsidie kan een verhuurder indienen van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2017. In totaal is er 400 miljoen euro subsidie beschikbaar. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunt met deze regeling verhuurders om de energieprestatie van huurwoningen onder de liberalisatiegrens te verbeteren. Meer informatie staat op www.rvo.nl/STEP
2
Leningen energiebesparing verhuurders: Fonds energiebesparing huursector
Het Fonds energiebesparing huursector (FEH) biedt voor verhuurders van woningen de mogelijkheid een lening met een lage rente aan te vragen. De FEH is bedoeld voor verhuurders met een renovatieproject, bestaande uit minimaal 5 woningen, met een zeer hoge energiebesparingsambitie. De leningen zijn zowel beschikbaar voor woningen met een huurprijs onder als boven de liberalisatiegrens. Een verhuurder kan een lening aanvragen voor maximaal 25% van de projectkosten bij de renovatie. Hierbij geldt een maximum van 15.000 euro per huurwoning. Het maximale leenbedrag per aanvrager is 8 miljoen euro. De lening heeft een looptijd van 15 jaar. Op het moment van schrijven van dit artikel bedraagt de rente voor woningcorporaties bij woningen onder de liberalisatiegrens 0,5%, en voor woningcorporaties bij woningen boven de liberalisatiegrens en voor andere verhuurders 1,9%. In het FEH is een totaalbedrag van 75 miljoen euro beschikbaar. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunt met deze regeling verhuurders om de energieprestatie van huurwoningen vergaand te verbeteren.
3
Subsidie voor energiebesparing woningeigenaren
Sommige gemeenten en provincies bieden subsidie aan voor energiebesparende maatregelen door woningeigenaren. De vorm en aard van de subsidie verschilt per gemeente en provincie. Het gaat bijvoorbeeld om subsidie voor het energiezuiniger maken van de eigen woning met isolatie, duurzame opwekking van energie of het integraal verbeteren van een woning, waar energiebesparing een onderdeel van is. Er zijn daarnaast ook veel gemeenten die een duurzaamheidslening aanbieden voor energiebesparende maatregelen. Kijk hiervoor op www.energiesubsidiewijzer.nl of de website van de gemeente. Minister Kamp van Economische Zaken is van plan om per 1 januari 2016 een nieuwe subsidieregeling open te stellen voor kleinschalige hernieuwbare warmteopties. Dit zijn opties zoals zonneboilers, biomassaketels en warmtepompen. De regeling geldt voor een periode van vijf jaar. In 2016 is er 70 miljoen euro beschikbaar. De details van deze regeling zijn op het moment van schrijven van dit artikel nog niet bekend.
De Rijksoverheid biedt een aantal mogelijkheden voor de financiering van energiebesparende maatregelen in woningen. De belangrijkste staan hieronder, zodat u ze in de praktijk in contacten met woningeigenaren en verhuurders kunt noemen.
Leningen voor energiebesparing woningeigenaren: ruimte in hypotheek Een woningeigenaar kan energiebesparende maatregelen voor zijn woning op verschillende manieren financieren, bijvoorbeeld met eigen spaargeld of binnen de hypotheek. Voor financiering van energiebesparing binnen de hypotheek zijn de laatste jaren diverse nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Zo kan een consument tot 9.000 euro extra lenen bovenop de maximale hypotheek voor de financiering van energiebesparende maatregelen (zoals dakisolatie, dubbele beglazing, zonnepanelen, etc.) en is het bedrag dat buiten de inkomenstoets mag worden gelaten bij de financiering van nul op de meterwoningen maximaal 25.000 euro (vanaf 2016 27.000 euro). Meer informatie staat op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/koopwoning/inhoud/ nieuwe-regels-hypotheek
5
Leningen voor energiebesparing woningeigenaren: Nationaal Energiebespaarfonds
Een andere mogelijkheid voor woningeigenaren is financiering van energiebesparende maatregelen met de Energiebespaarlening van het Nationaal Energiebespaarfonds. Belangrijke kenmerken van de Energiebespaarlening zijn: • De aanvrager dient eigenaar en bewoner te zijn van een bestaande woning; • Hij kan minimaal 2.500 euro en maximaal 25.000 euro lenen; • Boetevrij aflossen (minimum extra aflossing bedraagt € 250,-); • Alleen voor energiebesparende maatregelen van de maatregelenlijst, soms met een kwaliteitseis voor de maatregel; • Maximaal 75% van de hoofdsom van de Energiebespaarlening is te gebruiken voor het financieren van zonnepanelen.
Tekst: mr. J.C. (Job) Dieleman, senior beleidsadviseur Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, afdeling Energiebeleid Gebouwde Omgeving
Leningen voor energiebesparing Verenigingen van eigenaren Sinds juni 2015 heeft het Nationaal Energiebespaarfonds ook leningen voor energiebesparing door verenigingen van eigenaren (VvE). Als de VvE uit tenminste 10 appartementsrechten bestaat, kan de vereniging in aanmerking komen voor een VvE Energiebespaarlening. Dit is onder voorbehoud van een positieve financiële en inhoudelijke toetsing. VvE’s met minder dan 10 appartementsrechten kunnen geen gebruik maken van de VvE Energiebespaarlening. De afzonderlijke appartementseigenaren kunnen wel een ‘gewone’ Energiebespaarlening aanvragen. Meer informatie staat op www.ikinvesteerslim.nl/vve
Meer informatie staat op www.ikinvesteerslim.nl
Meer informatie staat op www.rvo.nl/FEH
34
ensoc magazine winter 2015
www.ensoc.nl
35
reportage
gezamenlijke
‘Rising sun’ op Ameland
leidt
tot
zonnepark
Luchtfoto van het zonnepark in aanbouw
In het noorden van Nederland, op het Waddeneiland Ameland, gloort het grootste zonnepark van Nederland. Ruim 23.000 zonnepanelen telt het park van 10 ha, dat op het terrein van het vliegveld van Ballum is aangelegd. Niet alleen het formaat is opmerkelijk, ook de financiering van het park én de exploitatie ervan is mogelijk dankzij een bijzondere samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven én Amelanders.
van provincie, maar wij als gemeente en de Amelanders wilden het ook niet. Om dan toch grootschalig duurzame energie op te wekken, kwam het idee op van een zonnepark. We hebben nog gekeken naar zonne-energie op daken, maar zoveel bruikbaar dakoppervlak kent Ameland niet. Bovendien telt Ameland ook veel monumentale panden, waar geen zonnepanelen op mogen.”
Tekst: Harmen Weijer
Als locatie voor het zonnepark kwam een stuk grond van het vliegveld dat agrarisch gebruikt werd in beeld. De grond was in gebruik bij vijf verschillende agrariërs en hun erfpacht is door de gemeente afgekocht. “Overigens is landbouworganisatie LTO principieel tegen het gebruik van landbouwgrond voor elke ander gebruik. Dus ook voor het gebruik voor een zonnepark. Zij vinden dat dit behoort aan de boeren en is van belang om een gezonde agrarische bedrijfstak op het eiland te behouden.” Maar naast deze tegenwerking is er vrijwel geen weerstand geweest, stelt Van Tiggelen. “Dat is voor een belangrijk deel te danken aan de ruimtelijke inpassing: het park is vanaf de doorgaande weg tussen Ballum en Hollum vrijwel niet te zien. Daarnaast hebben we ook 3 ha extra natuur ingepast.”
Ameland is een van de vijf Nederlandse Waddeneilanden die al in 2007 besloten alles in het werk te stellen om in 2020 zelfvoorzienend te zijn op het gebied van energie en water. Maar om tot die ambitieuze doelen te komen moest er veel gebeuren, vertelt Luc van Tiggelen van de gemeente Ameland. “Het begon met een gezamenlijk inspiratiebezoek van de vijf Waddeneilanden aan het Deense eiland Samsø, dat al energieneutraal is. Mede op basis van dat bezoek hebben de gemeenteraden van de vijf Waddeneilanden een ambitiemanifest vastgesteld om in 2020 zelfvoorzienend te zijn. Daarnaast leidde dit tot het convenant Duurzaam Ameland, dat in 2010 gesloten werd tussen de gemeente en het bedrijfsleven, te weten Eneco, NAM en Gasterra. Bij de verlenging van dit convenant in 2012 is ook Philips toegetreden. De gemeente stelt daar waar mogelijk het eiland beschikbaar voor innovatieve energieprojecten en de bedrijven investeerden mee in deze projecten.” Om als Waddeneiland duurzaam zelfvoorzienend te worden qua energie heeft Ameland naar alle opties gekeken. Windenergie viel echter al snel af. Van Tiggelen: “Het mocht niet 38
financiering
ensoc magazine winter 2015
Vliegveld
Financiering Een even grote hobbel die genomen diende te worden, was de financiering. De gemeente Ameland wist het Waddenfonds en de provincie Friesland te bewegen om respectievelijk € 2,7 miljoen en € 0,3 miljoen subsidie te steken in het zonnepark. “Belangrijke voorwaarde voor deze subsidies was dat de overige 4,5 miljoen euro via marktpartijen zou worden gefinancierd”, zegt Van Tiggelen. Daarop kwam een van de partners in Duurzaam Ameland in beeld: Eneco. www.ensoc.nl
39
reportage
gezamenlijke
financiering
leidt
tot
zonnepark
ticipanten, gemeente Ameland en Eneco. “De AEC had onvoldoende middelen voor haar deel in de investering, maar wel draagvlak. Dat is heel belangrijk voor dit soort projecten. Om alle drie de partijen toch op gelijke voet te kunnen laten participeren, was daarom ook een banklening nodig. Hierdoor is het benodigde eigen vermogen beperkt gebleven. De Amelanders die stroom afnemen via de AEC ontvangen, als het zonnepark stroom gaat leveren, de bijbehorende garanties van oorsprong.” Het is niet de enige opbrengst die voor de AEC van belang is, vertelt voorzitter Johan Kiewiet van de AEC. “Een andere is dat de opbrengst van het zonnepark weer wordt geïnvesteerd in andere duurzame projecten op het eiland. Dat klinkt voor zowel de gemeente als voor ons logisch, voor Eneco is dat op voorhand wellicht minder het geval. Maar toch blijven zij investeren in duurzame energieprojecten op Ameland.”
Duurzaam ondernemen Kansen om te innoveren en nieuwe markten aan te boren: dat biedt duurzaamheid aan ondernemend
Obligaties Een andere kans om van het park te profiteren is de uitgifte van obligaties, vertelt Kiewiet. “Deze obligaties komen beschikbaar voor alle Amelanders, dus ook voor nietAEC-leden. Ze kosten € 250,- per stuk en hebben een vast rendement van 2,5% en een variabel rendement van 1,5% afhankelijk van hoeveel het zonnepark oplevert. Dat kan dus 4% rendement opleveren en dat krijg je bij lange na niet op je spaarrekening.” De obligatieruimte is overigens wel gemaximaliseerd tot 3 ton. Mocht dat voor de minder draagkrachtige Amelander te snel verkocht zijn, dan krijgen zij voorrang bij de aankoop van obligaties.
Nederland. Het resultaat is: economische
Michiel van Beek is namens Eneco als projectontwikkelaar van het zonnepark aangetrokken. Hij is nog steeds betrokken bij het zonnepark, maar nu als directeur van de speciaal opgericht Zonnepark Ameland BV. “Hoewel het een groot zonnepark is, blijft het een marginaal haalbaar project. Om die financiering rond te krijgen is bij RVO. nl in 2014 SDE+-subsidie aangevraagd. We wilden niet gokken op de hoogste fase, fase 6, maar we kozen voor in fase 5. Dat betekent weliswaar minder subsidie per kWh, maar wel een grotere slaagkans. En dat bleek, want de subsidie is toegewezen. We krijgen overigens niet voor de volledige 15 jaar SDE+, maar voor 10 à 11 jaar”, vertelt Van Beek. Dat laatste is een gevolg van de toets in het kader van het Europese Milieusteunkader (MSK-toets). Deze MSK-toets is namelijk nodig als bedrijven voor een project met SDE-subsidie ook andere vormen van overheidssteun heeft ontvangen. “En dat is hier met steun van het Waddenfonds en de provincie Friesland het geval. Zonder deze drie ondersteuningen was het niet mogelijk geweest om dit zonnepark neer te zetten.”
groei, winst voor het milieu én een duurzame bedrijfsvoering. De overheid ondersteunt dagelijks honderden organisaties met financiering, kennis en partners. Voor al deze organisaties is de Rijksdienst voor
Het tekent de belangrijke rol die is weggelegd voor de bevolking van Ameland: de AEC is bij duurzame energieopwekking de spin in het web. De coöperatie telt inmiddels al bijna 1500 afnemende klanten. Ter vergelijking: Ameland telt 1500 huishoudens en nog eens 1500 vakantiehuishoudens. Kiewiet is in 2007 ook meegegaan naar Samsø, en daar kwam het idee van een coöperatie al op. “We hebben al enkele coöperaties op het eiland, zoals de Rabobank en de Welkoop (voorheen inkoopcoöperatie voor agrariërs, red.), en het grootste kampeerterrein Klein Vaarwater is ook een coöperatie. Daarom is een coöperatie voor duurzame energieopwekking een logische stap op Ameland”, vertelt Van Tiggelen van de gemeente.
Ondernemend Nederland het eerste aanspreekpunt. Ook
Smart grid
voor het signaleren en at-
Het zonnepark zorgt er voor dat Ameland een flinke stap zet om de eigen duurzame doelen te halen en daarmee ook de nationale duurzame doelen zoals in het SER Energieakkoord is bekrachtigd. Maar Ameland wil nog meer duurzame stappen zetten. “Dankzij dit zonnepark is straks een kwart van alle energie duurzaam opgewekt. We willen nog verder, waarbij we denken aan het gebruik van geothermie. Maar net zo interessant is ons plan om Ameland een experimenteergebied te laten worden voor smart grids. Die ruimte biedt de Elektriciteitswet, en wij willen het voor elkaar krijgen om voor Amelanders flexibele tarieven beschikbaar te stellen”, aldus Van Tiggelen.
tenderen van beleidsmakers op verbetering van wet- en regelgeving. Meer informatie over duurzaam ondernemen: www.rvo.nl/duurzaamondernemen.nl
Draagvlak van Amelanders Het meest bijzondere aan de ontwikkeling van dit park vindt Van Beek dat de inwoners van Ameland via hun eigen Amelander Energie Coöperatie (AEC) een even grote rol hebben gekregen als de andere twee par40
ensoc magazine winter 2015
Meer informatie over het zonnepark: www.zonneparkameland.nl
Dat moet het mogelijk maken dat, als het zonnepark - dat begin 2016 gaat leveren aan het net - stroom over heeft, op Ameland en masse de wasmachines gaan draaien. Dat lijkt een mooie, duurzame droom, maar dat leek een zonnepark van 10 ha groot een paar jaar geleden ook. www.ensoc.nl
41
Weidmüller Benelux BV
Zonne-energie maakt waterbehandeling ‘groener’
Danfoss warmtepompen met energielabel
Met een oppervlakte ter grootte van vijf voetbalvelden, is het 3 MWsysteem op het dak van de Aquiris waterzuiveringsinstallatie de grootste in zijn soort in België. Combiner boxen van Weidmüller zorgen ervoor dat de 10.000 geïnstalleerde fotovoltaïsche modules meer dan 3,2 MW top-notch vermogen genereren.
Vanaf september j.l., moeten warmtepompen voldoen aan de ErP (Energy related Products) normen. Danfoss heeft voor alle typen warmtepompen de energielabels beschikbaar.
De circa 1,4 miljoen inwoners van de Belgische hoofdstad produceren ongeveer 275 miljoen liter afvalwater per dag. Er is jaarlijks 182 MWh nodig om dit watervolume te behandelen in de Aquiris zuiveringsinstallatie. Om ervoor te zorgen dat deze energie wordt gegenereerd in de meest milieuvriendelijke manier mogelijk, zijn waterkracht en de productie van biogas onlangs aangevuld met een fotovoltaïsche installatie op het dak van de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Deze drie technologieën omvatten nu een kwart van de totale stroom die nodig is voor het behandelen van het afvalwater. Continue prestatie transparantie Drie 1 MW omvormers van de Finse fabrikant VACON® zorgen voor een schone levering van energie in het nationale elektriciteitsnet. Een belangrijk voordeel is het „Multimaster“ -concept waarmee VACON® verzekert dat het fotovoltaische systeem altijd de hoogste output genereert overeenkomstig met de intensiteit van de zon op ieder moment. Dankzij remote monitoring en communicatie via Modbus TCP / RTU, kan de operator het output profiel online volgen en ontvangt meldingen van de laatste ontwikkelingen via SMS-berichten. Stilstandtijden kunnen derhalve efficiënt worden geminimaliseerd. Monitoring van de afzonderlijke strings In het kader van deze monitoring, spelen de 60 combiner boxen die VACON® heeft afgenomen van 42
ensoc magazine winter 2015
++ De Danfoss warmtepompen hebben minimaal energielabel A++ en gaan zelfs +++ +++ tot energielabel A voor geïntergeerde systemen. Bij geïntergeerde systemen wordt de regelaar van de warmtepomp gebruikt. Hiermee wordt een comfortbel binnenklimaat geleverd met een laag energieverbruik.
Weidmüller een beslissende rol. Geïnstalleerd tussen de zonnepanelen en de omvormer, verbinden ze de opgewekte elektriciteit. Hierdoor kan de vermogensintensiteit van afzonderlijke strings bewaakt worden voor diagnostische doeleinden, zodat lage-output strings snel kunnen worden geïdentificeerd en onderhouden. „Op basis van de terugkerende eisen van de klant, hebben we al vele beproefde configuraties voor fotovoltaïsche installaties ontwikkeld. Zo zijn we erin geslaagd om aan de VACON® eisen te voldoen met voorgestekkerde boxen“, aldus Rudi Vanderstraeten, Industry Manager bij Weidmüller, die VACON® heeft geadviseerd tijdens het project. „Dankzij de configuratie van componenten voor overspanningsbeveiliging en het string monitoren, profiteren onze klanten van de voordelen van een holistische systeemoplossing die bijzonder eenvoudig is te implementeren in de bestaande SCADA topografie.”
Warmtepompen zijn ook in te passen in bestaande verwarmingsinstallaties, waardoor de energielabel van de woning stijgt.
Advertentie Danfoss Systeemlabel Het leveringsprogramma van Klein Comfort Techniek omvat o.a.
Warmtepomplabel
Weidmüller Benelux BV Franciscusweg 221 1216 SE Hilversum, Netherlands Phone: +31 35 62 61 226 Web: www.weidmuller.nl
Warmtepompen van 4 tot 100 kW, met en zonder ingebouwde koeling Diverse RVS boiler volumes Inkoppeling met zonnesystemen Afstandbeheer Danfoss individuele ruimteregelingen
Klein Comfort Techniek B.V.
[email protected]
www.kleincomforttechniek.nl 0416-776658
column
DUURZAME ENERGIE
is se ni or e St ul tje ns in g te ur : An to in au or de st ic ht de Vo er k. Ov lij bi j En na tu ur E) er HO ag (P an de sa le sm En er gi ek un On de rw ijs in g Po st Ho ge r or de op le id vo er id le ge be nt vo or de ie ce ud do st is hi j na as t is hi j ar Da . nt le su m te . En er gi ec on ee r en W ar En er gi eb eh A, EP n ge in op le id
meer subsidie voor energieakkoord Het kabinet trekt volgend jaar 8 miljard euro uit aan subsidie voor duurzame energie om de doelen uit het energieakkoord te halen. Daardoor komt het doel van 14% duurzame energie in 2020 binnen bereik, zegt minister Kamp. Om de duurzame energiedoelen te halen is de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) het belangrijkste instrument van de overheid. Omdat het volgens minister Kamp zaak is om vaart te maken en de energietransitie te versnellen verhoogt hij het budget voor de SDE+ van 3,5 miljard euro in 2015 naar 8 miljard euro in 2016. Dat is meer dan een verdubbeling van het budget. Kamp verwacht dat vooral grote windprojecten op land en bij- en meestook van biomassa een ‘substantieel’ beslag zullen leggen op het beschikbare budget.
‘zonnestroom hoeft niet lelijk te zijn’ Zonnepanelen moeten esthetisch en functioneel beter geïntegreerd worden in woningen en gebouwen. Dan komt de grootschalige toepassing van zonnestroom pas echt op gang. De dunne film-zonnecel komt hiervoor als geroepen. ‘Dunne film laat het toe zonnestroomcoatings te maken die onzichtbaar zijn voor het menselijke oog’, stelt Hans de Neve van onderzoekscollectief 44
ensoc magazine winter 2015
Solliance. Hij sprak tijdens de Sunday, Nederlands grootste congres over zonne-energie, over de opmars en de ontwikkeling van deze coatings. De Neve: ‘Het opent perspectieven om gebouwen of andere infrastructuur te voorzien van zonnestroomcoatings zonder impact op het uitzicht van die gebouwen. Zonnestroomsystemen hoeven dus niet lelijk te zijn, want nieuwe technologieën maken het mogelijk om esthetisch verantwoorde systemen op de markt te brengen.’
windenergie in 2030 grootste stroombron Windenergie zal over vijftien jaar de rol van kolen en gas als Europa’s grootste leverancier van elektriciteit overnemen, als regeringen erin slagen om ambitieus klimaatbeleid te voeren. Dat meldt de Europese vereniging van windproducenten EWEA in een rapport. Europa wekt momenteel met windenergie een vermogen van 128,8 gigawatt (GW) aan elektriciteit op. Dat is omgerekend 10 procent van het Europese stroomverbruik, uitgaande van normale windsnelheden in een jaar. In 2030 kan dit zijn
opgelopen tot 392 GW, waarbij windmolens op land 294 GW leveren en windparken op zee de resterende 98 GW. ‘Windenergie kan binnen vijftien jaar de basis worden van de Europese energievoorziening,’ zegt voorzitter Giles Dickson van EWEA.
‘zeewier belangrijke bron van biomassa’ Zeewier of algen zijn een belangrijke toekomstige bron van biomassa, meldt ECN. Teelt van algen in de Noordzee kan net zoveel duurzame energie opleveren als alle windmolens in 2020. Volgens ECN kunnen zeewierfarms genoeg biomassa uit de zee winnen om er een fabriek voor co-productie van biobrandstof en hoogwaardige chemicaliën en voedingsstoffen op te laten draaien. Zeewierteelt op minder dan 10 procent van het Nederlandse deel van de Noordzee levert 350 petajoule (PJ) per jaar op. Dat is evenveel energie als de productie van alle windmolens die in 2020 op land en op zee moeten zijn geplaatst volgens het energieakkoord, zo heeft ECN berekend.
Individueel of toch collectief? Onze energievoorziening was tot de vrijmaking van de energiemarkt een collectieve voorziening. Nu is ze geïndividualiseerd. Is dat wel een vooruitgang? Dat vraagt Antoine Stultjens zich af in zijn column. Tekst: Antoine Stultjens
Afgelopen week stond ik voor de kassa van een zwembad en las de toegangsprijzen. Bij een groep van elf personen mocht één bezoeker gratis naar binnen. We stonden met meer dan elf personen in de rij, dus bundeling zou een gratis entreekaartje opleveren. Maar wie ontvangt dan dit gratis kaartje? De eerste in de rij, want die wacht al het langst, degene met het idee van groepsvorming, of de elfde persoon in de rij? Het individu versus het collectief. Een dilemma. Zo is dat ook bij energie.
Vrijmaking Onze energievoorziening was, tot de vrijmaking van de energiemarkt meer dan tien jaar geleden, een collectieve voorzie-
ning. De prijs voor elektriciteit en gas werd op basis van collectiviteit vastgesteld. Per nutsbedrijf zaten er wel regionale verschillen in. Sinds de liberalisering heeft in principe ieder individu zijn eigen contractprijs voor elektriciteit en gas. Dat was ook de opzet van de vrijmaking. Ieder individu onderhandelt zelf met een energieleverancier naar keuze over looptijd en prijs. Maar al snel kwamen er inkoopcollectieven. Hoe meer leden, hoe meer inkoopkracht, zo wordt verwacht. Maar komt de grootste inkoopkracht niet van ons allemaal? Alle zestien miljoen Nederlanders? Dat lijkt toch erg op de situatie van voor de liberalisering. Met z’n allen lid van slechts een handjevol leveranciers.
onze energievoorziening is onder druk van de politiek geïndividualiseerd
uitkoppelen bij een industrie zal niet lukken voor een individuele woning, maar voor een woonwijk kan het zeker een optie zijn. Als we minder afhankelijk willen zijn van aardgas komen andere collectieve voorzieningen daarvoor in de plaats. Bij deze collectieve oplossingen leveren individuen een stukje vrijheid in. Zelfs individuele zonnepanelen hebben hun effect op het collectief. Denk maar aan de piek- en backup voorzieningen die dan een grotere rol gaan spelen. Individu versus collectief Voortdurend zal het belang van het individu moeten opwegen tegen het collectief. Onze energievoorziening is onder druk van de politiek geïndividualiseerd. Het is maar de vraag of we dit lang volhouden, nu er op collectieve schaal afspraken moeten komen. Ook in het kader van het milieu zijn collectieve afspraken noodzakelijk die mogelijk indruisen tegen het individueel belang.
Collectieve voorzieningen Is onze energievoorziening wel bestand tegen individualisering? Een collectieve houtketel in de wijk is beter dan individuele houtkachels in elke woning. Immers, bij grotere productieeenheden kunnen gemakkelijker maatregelen worden getroffen om de rookgassen te reinigen en ontstaat inkoopkracht bij de inkoop van hout. Restwarmte
Eén aspect van de energievoorziening is zowel voor de individu als voor het collectief het beste alternatief. Dat is minder energie gebruiken.
www.ensoc.nl
45
utrechtse mix voor energiebesparing: eer st stimuleren, dan verplichten
‘We lopen voor op andere gemeenten’ Gemeente Utrecht probeert bedrijven te bewegen om energie te besparen. ‘We proberen ze eerst te stimuleren. Als dat niet lukt gaan we direct verplichten,’ zegt deelprogrammamanager handhaving Ruben van Brenk. Tekst: Norbert Cuiper
Met het programma Utrechtse Energie! probeert de gemeente Utrecht haar energiegebruik te verduurzamen. Dat streven geldt niet alleen voor de eigen organisatie, maar strekt zich ook uit naar bedrijven en andere organisaties die in de gemeente zijn gevestigd. Dit gaat op basis van de Utrechtse mix van vrijwilligheid en verplichten, zegt deelprogrammamanager handhaving en senior hoofdinspecteur Van Brenk in een telefonisch interview met Ensoc. Van Brenk zag bijna 25 jaar lang als hoofdinspecteur milieu bij de gemeente Utrecht erop toe op dat bedrijven voldeden aan de milieuwetgeving. Vanaf begin 2011 is hij ook deelprogramma-manager Utrechtse Energie bij de gemeente Utrecht. Stimuleren en verplichten Van Brenk: ‘We proberen bedrijven eerst te stimuleren om energie te besparen, door ze voor te lichten en door te lichten. Daarbij speelt overdracht van kennis een belangrijke rol. Als het bedrijven niet lukt om de slag naar energiebesparing te maken, moeten we gaan handhaven en zonodig 46
ensoc magazine winter 2015
toepassen van dwangsommen. We proberen alert te blijven op de overgang van stimuleren naar verplichten. We maken ook gebruik van maatregellijsten voor bedrijven in Utrecht, maar moeten per bedrijf beoordelen of we nog gaan stimuleren of overgaan tot handhaving door inspecteurs opdracht te geven om langs te gaan. Die overgang luistert heel nauw. We moeten niet gaan handhaven als een bedrijf nog in het stimuleringstraject zit’ Laaghangend fruit Het gaat het met het programma Utrechtse Energie? Van Brenk: ‘Het is lastig om de resultaten aan te geven in termen van vermindering van de CO2-uitstoot. Er zijn twee stimuleringsprojecten die een CO2-reductie van ruim 10 procent hebben gerealiseerd. Dat zijn het project Duurzame Hospitality en Energieconvenant Utrecht.’ In de afgelopen jaren zijn al veel energiebesparende maatregelen genomen bij circa 500 bedrijven waar we ons binnen de gemeente op richten. Daarbij gaat het voornamelijk om het plukken van laaghangend fruit, waarvan het lastig is om de gerealiseerde besparingen te berekenen. Bedrijven kunnen dit wel achterhalen door op de energiemeter te kijken en te vergelijken met een eerder jaarverbruik.’ Koploper Utrecht is net als onder andere Amsterdam, Den Bosch en Nijmegen koploper met de energietransitie, vertelt Van Brenk. ‘Gemeente Utrecht was ruim
Senior hoofdinspecteur Ruben van Brenk werkt al 25 jaar bij de gemeente Utrecht op de afdeling Handhaving Milieu bij bedrijven. Sinds vijf jaar is hij deelprogrammamanager Handhaving bij het programma Utrechtse Energie! Hij let vooral op convenantafspraken met branches en industrieterreinen. Waar nodig zorgt hij voor een soepele overgang van stimuleren naar handhaving. Ook is hij projectleider energiebesparing, zoals voor het verplicht afdekken van koeling bij 80 supermarkten en voor controles van 400 bedrijven. Van Brenk werkte mee aan de Erkende Maatregelenlijst. Hij is een van de vijf meest ervaren toezichthouders op gebied van energiebesparing bij bedrijven in Nederland.
voor de ondertekening van het nationale energieakkoord al bezig met verduurzamen. Het stelde al in 2011 haar eigen energieprogramma op. Dit is een stuk ambitieuzer dan het energieakkoord: voor 2020 moet er 30 procent energie worden bespaard en 20 procent van de energie moet duurzaam zijn opgewekt. En in 2030 moet de energievoorziening in de gemeente energieneutraal zijn. Het programma verkeert nu in een tussenjaar, maar zal in 2016 worden verlengd. We zijn hiermee ver vooruit op de meeste andere gemeenten.’
blijkt uit onderzoek van ECN. Van Brenk bevestigt deze bevinding op basis van de gesprekken die hij voert met bedrijven. ‘Dit is ook zo, maar toch weten veel bedrijven niet dat ze dit in afzienbare tijd kunnen terugverdienen. Ze moeten deze kennis eerst opdoen. Als ze dit eenmaal wel weten kost het ook niet veel moeite om ze te laten investeren in energiebesparing. Een bedrijf die dit dan niet doet loopt dan kans om een dwangsom opgelegd te krijgen om in ieder geval te voldoen aan het wettelijk minimum. Dat gebeurt slechts in een enkel geval.’
Peloton Van Brenk kijkt sceptisch aan tegen de Nederlandse Vereniging van Duurzame Energie, die onlangs is opgericht. ‘Ik zie veel belangenpartijen en voorlopers, maar het zijn steeds dezelfde clubs. Er moet nog veel meer bij om voldoende gewicht in de schaal te leggen. We moeten de grote meerderheid van de bedrijven meekrijgen. Daar is het om te doen.’ Van Brenk ziet dat koplopers vaak werken met een keurmerk, zoals dat van de ISSO en de CO2-prestatieladder. Deze bedrijven hebben al een pakket aan maatregelen doorgevoerd om hun energievoorziening te verduurzamen. Wel moeten we kritisch zijn op greenwashing. We moeten niet alleen afgaan op wat bedrijven over zichzelf roepen.’
Uitbesteden Van Brenk ziet dat de meeste gemeenten de handhaving overdragen aan een omgevingsdienst. ‘Een omgevingsdienst krijgt hiermee een extra taak, maar krijgt geen extra geld om dit uit te voeren. Dat maakt het lastig om de gemeente te ondersteunen. Daarnaast krijgt een omgevingsdienst slechts een eenmalige bijdrage van een tot twee ton van de Rijksoverheid. Dat gaat snel op aan de organisatie en het opleiden van personeel, waardoor weinig geld overblijft. Ook geven gemeenten en provincies nog steeds vooral prioriteit aan andere thema’s zoals veiligheid. Op zich belangrijke thema’s maar hierdoor zie ik nog niet zoveel beweging op gebied van energiebesparing.’
Financieel voordeel Bedrijven investeren vooral in energiebesparing omdat ze daarvan financieel voordeel ervaren, zo
Meer stimuleren Volgens Van Brenk is er meer geld nodig voor omgevingsdiensten om bedrijven te bewegen tot www.ensoc.nl
47
Praktischer, voordeliger, sneller en slimmer
Praktischer, voordeliger, sneller en slimmer
EPA-W software Praktischer, voordeliger, sneller en slimmer EPA-W software EPA-W software
RaakEPA-W is software waarmee energielabels en maatwerkadviezen voor de woningbouw gemaakt
Foto: Gemeente Utrecht stimuleert de plaatsing van zonnepanelen (foto VandenPol.com)
energiebesparing. Ook pleit hij voor een extra pot met geld voor bedrijven die ingrijpend willen investeren in energiebesparing. ‘De industrie betaalt een lage prijs voor energie. Hierdoor zijn bedrijven minder geneigd om te investeren in energiebesparing en duurzame energie. De Rijksoverheid zou dit ook kunnen stimuleren via fiscale maatregelen. Dat zou goed zijn,’ zegt Van Brenk. Gemeente Utrecht heeft een energiefonds met 5 tot 6 miljoen euro. ‘Dat is geen subsidie, maar leningen en garantstellingen helpen wel om bedrijven te laten investeren in energiebesparing.’
met een overzicht over de besparingsmaatregelen kan een planning maken. Dat geldt niet alleen voor gemeenten, maar ook voor bedrijven,’ aldus Van Brenk.
Opleiding Energiecoördinator De opleiding Energiecoördinator verschaft kennis voor gedegen energiebeheer om te besparen op energie-
Energiecoördinator Elke gemeente zou er goed aan doen om een energiecoördinator aan te stellen, zegt Van Brenk. ‘Een energiecoördinator met kennis van techniek, subsidies en gedragsmaatregelen kan bedrijven maar ook de eigen organisatie van de gemeente helpen met energiebesparing. Zeker voor de grotere gemeenten is dat zinvol.’ Ook adviseert Van Brenk om het energiegebruik te meten om gerichtere maatregelen te nemen. ‘Bedrijven moeten investeren in een energiebeheersysteem. Dan brengt elke geïnvesteerde euro in energiebesparing het meeste op.’ Een energiecoördinator 48
ensoc magazine winter 2015
kosten. Vaak is met het toepassen van eenvoudige maatregelen al een forse besparing op de energienota te realiseren. De opleiding vindt plaats op 26, 27 januari, 2 en 3 februari 2016 in het F&B Training Center te Hilversum.
kunnen worden. Het is ontwikkeld vanuit de praktijk, RaakEPA-W is software waarmee energielabels en in samenwerking met diverse energielabeladviseurs. RaakEPA-W is software waarmee de energie-index van woningen vastgesteld maatwerkadviezen voor de woningbouw gemaakt Hierdoor is is degeattesteerd gebruikersinterface volledig kan worden. De software conform de eisen van de BRL 9500. kunnen Het istot ontwikkeld vanuit praktijk, Daarnaast biedt het deworden. mogelijkheid opstellen vande maatwerkadviezen. toegespitst op het snel enhet praktisch invoeren Het is ontwikkeld vanuit de praktijk, in samenwerking met energielabeladviseurs. in samenwerking metinspectie diverse energielabeladviseurs. van gegevens bij de ter plaatse. Hierdoor is de gebruikersinterface Hierdoor is de gebruikersinterface volledig toegespitstvolledig op het snel en praktisch invoeren van gegevens bij de inspectie plaatse. toegespitst opter het snel en praktisch invoeren Voordelen en winstpunten
Advertentie Raak Software
bij (automatisch de inspectie ter plaatse. Degegevens extra logica ‘meedenken’ Voordelen en •van winstpunten • De extra logicavan (automatisch ‘meedenken’ van de software), de software), dus tijdwinst dus tijdwinst Voordelen en winstpunten • Geen door risicoen optijdwinst fouten • Geen rekenwerk door rekenwerk adviseur, risico opadviseur, foutenminimaal • Volledig en snel te gebruiken op een tablet-pc, dus tijdwinst • De extra logica (automatisch ‘meedenken’ minimaal en tijdwinst • Geen overbodige en extra handelingen, dus tijdwinst van de software), tijdwinstop een tablet-pc, • Volledig en snel tedus gebruiken • Toegankelijke interface en duidelijke structuur • Extra woningspecifieke adviezen mogelijk • Geen rekenwerk door adviseur, risico op fouten dus tijdwinst • Altijd inclusief volledige maatwerk module minimaal en tijdwinst • Geen overbodige en extra handelingen, • Uitgebreide rapportage mogelijkheden • Volledig en snel te gebruiken op een tablet-pc, dus tijdwinst Raak heeft eenvoudig licentiesysteem. U betaalt alleen voor het dus tijdwinst • Toegankelijke interface en duidelijke structuur gebruik. De software is gratis, totdat u gaat afmelden of • Geen overbodige en extra handelingen, Extra woningspecifi eke adviezen mogelijk rapportages maken. dus tijdwinst • Altijd inclusief volledige Raak biedt ook de mogelijkheid tot het afmelden van • Toegankelijke interface enisduidelijke maatwerk module energielabels onder haar certificaat. Hiervoor het wel structuur noodzakelijk dat u voldoet aanrapportage de vakbekwaamheidseisen. Extra woningspecifi eke adviezen mogelijk • Uitgebreide • Altijd inclusief volledige mogelijkheden Kortom, Raak EPA-W, de ideale software voor het opstellen van EI certificaten maatwerk module in de woningbouw. • Uitgebreide rapportage mogelijkheden Kijk voor meer info op www.raakit.nl of bel ons voor meer informatie.
De opleiding kan ook op maat worden georganiseerd als in-company oplei-
www.raakit.nl
ding. Voor meer informatie over de opleiding
0101007 Flyer.indd 2
kijk in de agenda op www.fedec.nl
11-01-2010 16:01:32
www.raakit.nl 0101007 Flyer.indd 2
11-01-2010 16:01:32
Spirotech
zonder juiste aandacht voor installatiewater gaat rendement snel achteruit
De verbindende schakel
Waterkwaliteit waarborgt installatierendement De installatiesector stapt meer en meer over op hoog-efficiënte systemen. Gesteund door weten regelgeving, gericht op energiebesparing en systeemefficiëntie, worden op diverse fronten indrukwekkende resultaten behaald. Zonder de juiste aandacht voor het installatiewater zal het rendement echter snel afnemen. Nieuwe concepten De bovengenoemde ontwikkelingen resulteren in nieuwe concepten en technologieën. Leidingdiameters, ventielopeningen en doorlaten worden kleiner en circulatiepompen worden voorzien van vernuftige oplossingen. De temperatuurverschillen tussen aanvoer en retour worden kleiner en voor leidingen wordt steeds vaker kunststof toegepast. Dit heeft tot gevolg dat installaties steeds gevoeliger worden voor de kwaliteit van het installatiewater. Water is interactief Materiaalgebruik, temperatuurregime en drukhuishouding leiden tot specifieke karakteristieken voor bijvoorbeeld geleidbaarheid, pH-buffering en warmte-opnemend vermogen. Er is ook een wederzijds verband waar het gaat om het ontstaan van microbiologische verontreiniging, corrosieproducten en kalkafzetting. Dat laatste wordt overigens ten onrechte vaak gezien als een probleem dat alleen bij hoge temperaturen optreedt.
De juiste maatregelen Door te kijken naar de continue wisselwerking tussen materialen, druk, temperatuur, installatievloeistof en eventuele toevoegingen kunnen voor elke individuele installatie de juiste maatregelen worden genomen. Spirotech beschikt over een gespecialiseerd laboratorium voor het analyseren van installatie- en suppletiewater. Op basis daarvan wordt, rekening houdend met de overige installatiekarakteristieken, een advies uitgebracht over passende maatwerkoplossingen. Behandeld installatiewater voorkomt toenemend energieverbruik Onbehandeld installatiewater is de oorzaak van diverse soorten vervuiling en onbalans in een installatie. Vuil kan zich vastzetten of ophopen
op diverse plaatsen in het systeem. Lucht kan de doorstroming verstoren of in een gedeelte van een installatie zelfs helemaal blokkeren. Dit alles zorgt enerzijds voor hoger gasverbruik vanwege de verstoorde warmteafgifte en anderzijds voor
hoger stroomverbruik van de pomp, omdat deze meer moeite moet doen om het water rond te pompen. Diverse onderzoeken en praktijkervaringen tonen aan dat de kostenverhogingen vanwege de verstorende effecten van onbehandeld installatiewater aanzienlijk kunnen zijn. Voor meer info over de producten en diensten Spirotech of over de genoemde projecten kunt u contact opnemen met Spirotech. Voor contactinformatie zie www.spirotech.nl
Woonzorgcentrum Nij Mariënacker
Muziekwijk Zwolle
Vanaf de ingebruikname waren er problemen met de warmtepomp, vastzittende thermostaatventielen, verstopte warmtewisselaars en blokkades in de vloerverwarming. Spirotech maakte een complete systeemscan. Daarbij is ook gekeken naar de technische infrastructuur en de gewenste prestaties. Spirotech heeft naast het leveren van de benodigde hardware en toevoegingen ook het spoelproces, inclusief nazorg, begeleid. Inmiddels draait de installatie naar volle tevredenheid en met het gewenste rendement op de warmtepomp en niet langer op de back-up ketels.
Bij ontwikkeling en bouw van de nieuwe Muziekwijk in Zwolle stonden duurzaamheid en energiezuinigheid voorop. Energieleverancier Cogas verzorgde een state-of-the-art warmtecentrale en een uitgekiend leveringssysteem naar en in de aangesloten woningen. Spirotech leverde een totaalpakket van producten en diensten om de waterkwaliteit optimaal te maken en te houden. Een SpiroVent Superior vacuümontgasser zorgt ervoor dat opgesloten lucht effectief uit zowel het installatiewater als uit het suppletiewater wordt gehaald. Om de niet te vermijden corrosieproducten snel en effectief uit de installatie te verwijderen is een vuilafscheider met ingebouwde magneet (SpiroTrap Magnet) toegepast. Alle partijen zijn enthousiast over de samenwerking en de behaalde resultaten. Door vroegtijdige samenwerking ligt de totaalaanpak van Spirotech mede aan de basis van de beoogde duurzaamheid en energiezuinigheid.
Zowel de infraroodopnamen als de watermonsters tonen een opzienbarend verschil tussen de De interactiviteit tussen installatievloeistof, toegepaste materialen, aanwezige elementen
situatie voor en na de door Spirotech aanbevolen en ondernomen acties.
en actuele variabelen 50
ensoc magazine winter 2015
www.ensoc.nl
51
testcase
Wonen in een huis zonder gas
De ‘energieneutrale’ jaren dertig-woning van Joost Rienks. Bij de buren zijn de
energieadviseur geniet van comfort in energieneutr ale woning
Hoe is het om te wonen in een (bijna) energieneutrale woning? Energieadviseur Joost Rienks woont al meer dan een jaar in een huis zonder gasaansluiting. Het bevalt hem goed, al moest hij in het begin wel enkele problemen met installaties oplossen. Tekst: Joost Rienks
In 2013 besloten mijn vriendin en ik ons appartement in de binnenstad te gaan verruilen voor een woning met tuin. Als adviseur op het gebied van energiebesparing voor de zakelijke markt wil je dan ook graag een energiezuinige woning vanwege de duurzaamheid, de lagere energiekosten, maar zeker ook uit nieuwsgierigheid. Werkt het bij woningen anders dan bij de scholen en kantoren die ik in mijn werk tegenkom? Een leerzame zoektocht leidde naar een ‘energieneutrale’ woning, waar we inmiddels een jaar naar tevredenheid in wonen. Speld in een hooiberg? Onze zoektocht begon tijdens de NVM Open Huizen Dag. We bezochten een huis uit de jaren twintig van de vorige eeuw. We vonden het huis beiden erg mooi, maar een energierekening van 250 euro per maand zette ons aan het denken. Al snel bleek dit in stookkosten te zitten en isoleren zou een serieus ingrijpende en dure grap worden. Exit jaren twintig-woning!
zonnepanelen op de veranda zichtbaar (foto’s Joost Rienks) 52
ensoc magazine winter 2015
Een mooi nieuwbouwproject in klassieke stijl bleek stadsver-
warming te hebben. Hoewel het huis met ‘duurzame restwarmte’ werd aangeprezen, zagen wij hier vooral nadelen. We hoorden slechte verhalen via vrienden, kennissen en de media over slechte verbruiksmeters, slechte service, hoge kosten en contracten tot het einde der tijden. De bestudering van het koopcontract bevestigde meteen dat we voor onbepaalde tijd aan de lokale warmteleverancier vast zouden zitten. En dat vonden we geen fijn idee. Exit mooie nieuwbouwwoning met stadsverwarming! De makelaar met wie we onze bezwaren deelden wees ons op een nieuwbouwproject met ‘energieneutrale’ jaren dertigwoningen. Een woning zonder gasaansluiting, dus vrij van aardbevings- en Poetingas. Hoewel achterin de verkoopbrochure ‘energieneutraal’ voor ‘een zo laag mogelijk energieverbruik’ bleek te staan, zagen we genoeg aanleiding om het huis te kopen. Het hele arsenaal aan bewezen technieken was opengetrokken; een zeer dik isolatiepakket, driedubbel glas, een combi-warmtepomp in combinatie met een verticale bodemwarmtewisselaar en vloerverwarming en -koeling, warmteterugwinning op het douchewater en tot slot twaalf zonnepanelen. Dus lage energiekosten en geen vaste kosten voor een gasaansluiting. Let goed op als koper Voor, tijdens en na de oplevering bleek dat zelfs bewezen technieken lastige materie
kunnen zijn voor aannemers en installateurs en dat oplettendheid voor de kopers geboden is. Al tijdens de bouw bleek dat de zonnepanelen in de zomer ‘s middags om vier uur in de schaduw kwamen te liggen. De zonnepanelen waren op een veranda geplaatst, net als bij de buren. Onze veranda stond te dicht bij die van de buren en kwam daardoor in de schaduw te staan. Niet handig als je je energie duurzaam wilt opwekken. De vloerkoeling werkte in eerste instantie niet, omdat de installateur twee leidingen had verwisseld. Als we in de slaapkamer aan de thermostaat draaiden, veranderde de temperatuur in de studeerkamer, en andersom. De garage werd in eerste instantie voluit warm gestookt, omdat een thermostaatkraan niet goed bevestigd was. Zonnepanelen De buren hebben een half jaar niets opgewekt met hun zonnepanelen. Ze hadden niet in de gaten dat tijdens een stroomstoring de zekering van de zonnepanelen eruit geklapt was. Gederfde teruglevering was ongeveer 1000 kWh. Voor mij allemaal bewijzen dat aannemers en installateurs (ja, inderdaad meervoud, want ik weet vrijwel zeker dat die van mij niet de enigen zijn) nog heel wat te leren hebben om met deze technieken om te gaan en ze goed te installeren. Ook de uitleg rondom de installaties aan de bewoners kan stukken beter. Het is voor de energiebewuste eigenaar goed om te weten wat www.ensoc.nl
53
testcase
het is voor de energiebewuste eigenaar goed om te weten wat hij op de slimme meter kan zien
hij op de slimme meter kan zien. Of hoe hij tijdens vakanties kan besparen op het energieverbruik van de warmtepomp. Je mag verwachten dat installateur je dat goed uitlegt. Meten is weten Omdat ik natuurlijk erg benieuwd was hoe energiezuinig we zouden zijn, ben ik vanaf het begin het stroomverbruik van alle apparaten gaan monitoren. Achter de grotere apparaten zoals oven, wasmachine, inductiekookstel en warmtepomp heb ik een Plugwise-meetstekker geïnstalleerd. Ook de zonnepanelen zijn bemeterd. Zo werd verbruik en opwekking per uur zichtbaar. De warmtepomp blijkt, zoals verwacht, de grootste gebruiker van energie. Op gepaste afstand volgens oven, wasmachine en droger. Zelf energie opwekken We wonen nu een jaar in ons nieuwe huis en het bevalt goed. Alle problemen met de installaties zijn opgelost. Binnen is het altijd behaaglijk warm of koel. Koken op inductie bevalt, na een korte gewenningsperiode, goed. We hebben nog de BTW over de zonnepanelen van de Belastingdienst teruggekregen. Mijn vriendin en ik vinden het leuk om de eigen energie op te wek54
ensoc magazine winter 2015
KiesZon
ken, gaan bewuster met energie om. We kijken regelmatig op de meters om te kijken wat opgewekt en teruggeleverd is. We hebben in een jaar een kleine 2900 kWh opgewekt, zoals op basis van het aantal Wattpiek was verwacht. Daarom konden we 1750 kWh terugleveren in een jaar en komt ons nettoverbruik op 4500 kWh uit, wat ons per maand 70 euro kost. En dat is het dan, want kosten voor gas hebben we niet. Het is een stuk minder dan voor ons appartementje en zeker niet veel voor een ruim huis als het onze. Maar energieneutraal? Zeker niet! Een zonnige toekomst Onze verwachting is dat het energieverbruik nog verder zal dalen. We zullen in het tweede jaar meer gaan profiteren van de warmte uit de bodem. De vloer hoeft niet meer uitgestookt te worden om het vocht te verwijderen en de installaties werken nu goed. Mijn vriendin en ik zijn al aan het filosoferen over zonnecollectoren voor warm water of extra PV-panelen om meer elektriciteit te kunnen opwekken. Gezien de gewoonte van mijn vriendin om regelmatig lekker lang in bad te gaan, worden het waarschijnlijk de zonnecollectoren. Ook de discussie over het vervangen van halogeenverlichting door LED loopt nog. Mijn vriendin vindt de energiezuinige LED’s niet altijd even gezellig en ik moet haar daar helaas wel een beetje gelijk in geven. Werk aan de winkel Ik hoop dat Nederland er voor kiest om meer van dit soort
woningen te bouwen. Deze woningen zijn, in eerste instantie, mogelijk wat duurder vanwege de installaties en de extra isolatie. Die meerprijs is echter een investering in een duurzame en onafhankelijke toekomst. Vanwege aardbevingsgevaar kunnen we minder gas oppompen in Groningen. Als ik vervolgens mag kiezen tussen Poetin subsidiëren door gas in Rusland te kopen of de huizenmarkt te subsidiëren om Neerlands gasverbruik te verminderen, dan is voor mij de keuze eenvoudig. En voor de huiseigenaren niet onbelangrijk: het kan goed(koop) toeven zijn in een zeer energiezuinige woning zonder gasaansluiting. Installaties kunnen beter Installatiebedrijven zullen hun kennis en kunde van dit soort installaties moeten vergroten en tijdens het bouwproces zorgvuldiger moeten werken, zodat de installaties vanaf dag één goed werken. Mijn advies aan toekomstige kopers: laat je tijdens de aankoop en rond de oplevering goed informeren over de techniek in de woning. En kijk of je andere, onafhankelijke bronnen van informatie kunt vinden naast de makelaar en de aannemer.
Zonnestroomprojecten: niet investeren, wél profiteren KiesZon® maakt het nu nog aantrekkelijker om een zonnestroominstallatie te realiseren. Wij financieren 100%, brengen onze expertise gratis in en realiseren in verreweg de meeste gevallen een financieel voordeel. Wij nemen alle werkzaamheden en risico’s uit handen. Zo plaatsen wij een duurzame installatie, verzorgen wij het volledige onderhoud en nemen alle financiële, juridische en technische risico’s over. De gebouweigenaar krijgt een korting op zijn energietarief. Zo hoeft er niet te worden geïnvesteerd om toch te kunnen profiteren van de kostenbesparing en verminderde CO2-uitstoot die een zonnestroominstallatie oplevert. Financiering Banken zijn zeer kritisch bij het aangaan van financieringen voor zonnestroomprojecten. Het ontbreekt hen aan kennis en stellen daardoor strenge eisen betreffende zekerheden. Bovendien financieren ze vaak maximaal 70%. KiesZon financiert 100% doordat zij de risico’s beter kan inschatten en de kennis en ervaring in huis heeft.
Ervaring KiesZon is één van de grootste ontwikkelaars en exploitant van grootschalige zonnestroomprojecten. Vanuit onze kernwaarden ‘helder, flexibel en compleet’ realiseren wij, samen met onze klanten, kwalitatief hoogstaande zonnestroomprojecten. Het allereerste gefinancierde, grootschalige zonnestroomproject hebben wij al in 2010 opgeleverd. Adviseurs Wij werken graag samen met adviseurs, die onze producten onder de aandacht brengen van potentiële klanten. Mocht u als adviseur bedrijven of instellingen kennen die met een financieringsvraag aangaande een zonnestroomproject lopen, dan helpen wij u daar graag mee verder. Heeft u vragen of en onder welke voorwaarden wij u een zonnestroomproject kunnen bieden binnen ons financieringsconcept, mail dan naar
[email protected] of bekijk onze website www.kieszon.nl
Kortom: werk aan de winkel voor de politiek, projectontwikkelaars, installateurs en huizenkopers. Over de auteur: Joost Rienks is onafhankelijk adviseur op het gebied van verlichting en energie. Hij is aangesloten bij de Federatie van Energie Consultants (FedEC) en de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Tevens is hij docent voor de FedEC-opleiding Energiecoördinator.
www.ensoc.nl
55
eagle energie
‘We verspillen teveel warmte’ Nederland gebruikt gas om gebouwen te verwarmen, maar verspilt nog teveel warmte. Dat komt vooral door slecht ingeregelde cv-systemen, zegt technisch directeur Dirk Samsom van Eagle Energy. Hij bedacht een warmtebeheersysteem die per ruimte de warmtevraag bepaalt, waardoor het 40 tot 70 procent bespaart op het gasverbruik. Tekst: Norbert Cuiper
Heel veel gebouwen in Nederland worden centraal verwarmd door middel van een cv-installatie met radiatoren. Maar meer dan 90 procent van de cv-systemen in Nederland zijn geheel niet, of niet op de juiste wijze, ingeregeld. ‘Heel veel HR-ketels draaien hierdoor niet onder optimale condities. Hier valt nog heel veel winst te behalen,’ zegt technisch directeur Dirk Samsom van Eagle Energy, leverancier van slimme energiebesparende oplossingen. Hij bedacht voor utiliteitsgebouwen het warmtebeheersysteem eNEEF, dat zoekt naar een dynamische balans in de verwarmingsinstallatie en een slimme zoneregeling toepast. Het concept werd onlangs gepresenteerd op de vakbeurs Energie 2015 in Den Bosch.
deellast draaien presteert geen enkele installatie zoals theoretisch zou moeten. In de berekeningen van energieprestaties wordt telkens uitgegaan van een optimaal presterende installatie. De praktijk ligt echter heel anders,’ aldus Samsom.
Steen op gaspedaal De principes zijn volgens Samsom ook 1 op 1 toepasbaar op andere manieren van verwarmen, zoals stadsverwarming, warmtepompen, WKO’s, fancoilunits, heaters, convectoren, enzovoorts. ‘De regeling gebeurt altijd op basis van de buitentemperatuur, soms in combinatie met een compensatie in een referentieruimte. Dit betekent kort gezegd dat de cv-ketel een ‘doos’ met warm water klaarmaakt voor het geval een ruimte in het gebouw warmte
Praktijk Goed ingeregelde installaties zijn nog steeds een zeldzaamheid. Dat blijkt uit diverse onderzoeken, zoals van Kemna en Van Holsteijn, vertelt Samsom. ‘Deze onderzoeken geven aan dat slechts 10 procent van de installaties op de juiste wijze is ingeregeld. Dat betekent dat 90 procent van de installaties niet of niet voldoende is ingeregeld. En als een installatie al is ingeregeld dan is dat vaak op basis van vollast. Maar omdat de installaties ruim 95 procent van de tijd in 56
ensoc magazine winter 2015
gebouwen
kunnen
40%
gas
gaat vragen. Je kan het vergelijken met een auto waarbij een steen op het gaspedaal word gelegd, terwijl met de koppeling en de versnelling de snelheid van de auto wordt gekozen. Omdat de gasprijs lange tijd laag is geweest is er ook lang weinig interesse getoond om dit te verbeteren. Nu de gasprijs hoger ligt wordt het interessanter om dit wel te doen.’
Rendement Samsom liep tegen het probleem aan van inefficiënte verwarming. ‘Als ik een ruimte warmer wil maken zet ik de thermostaat hoger. Dan slaat de cv-ketel aan, die met gas het water opwarmt. Het opgewarmde water gaat door de leiding naar de ruimte en geeft via een radiator de warmte af. Heel vaak is het water in de retourleiding warmer dan de ruimte, waardoor de verwarming zijn doel mist omdat de warmte niet wordt afgegeven aan de ruimte waarvoor het bedoeld is. Dit beïnvloedt het rendement van een HR-ketel negatief. Dit wilde ik oplossen.’
(Foto Eagle Energy)
met
zoneregeling
systeem de exacte warmtevraag per zone bepalen, om deze vervolgens te laten communiceren met de warmtebron(nen). Het warmtebeheersysteem bestaat uit slimme temperatuuropnemers, een regelaar en software. Het meet diverse parameters per ruimte, zoals het verschil in temperatuur tussen geldende en gewenste temperatuur, het vermogen van de radiator en de isolatiewaarde van de ruimte. Op basis van de parameters bepaalt het systeem de warmtevraag per ruimte. Het systeem heeft de naam eNEEF meegekregen. Samsom: ‘NEEF komt af van regelneef. We hebben daar een ‘e’ voorgeplakt om aan te geven dat het systeem energiebesparend en economisch is.’
Veel te halen Volgens Samsom valt er nog heel veel winst te boeken met het goed sturen van bestaande cv-installaties. ‘Afhankelijk van de uitgangssituatie is het mogelijk om het gasverbruik met 40 procent tot zelfs 70 procent te verminderen, terwijl het comfort significant toeneemt. Dat lijkt me meer dan de moeite waard,’ zegt Samsom.
Dynamisch Het warmtebeheersysteem moest dynamisch worden, afhankelijk van de warmtevraag per ruimte. Dat wijkt af van conventionele installaties, zegt Samsom. ‘Installaties zijn op dit moment, voor zover ze ingeregeld zijn, allemaal statisch ingeregeld onder vollast. Dit betekent dat ze optimaal functioneren als zowel de ketel als de pomp op vol vermogen draaien en alle radiatoren volledig open staan. Maar vollast situaties komen mogelijk alleen voor bij extreme weersomstandigheden. Ook leveren radiatoren in altijd meer dan het benodigde vermogen en neemt de warmtevraag af door aanpassingen zoals dubbel glas, spouwisolatie en na-isolatie op het dak. Ook worden mensen en computers als warmtebron niet meegenomen in de berekening van het benodigde vermogen. Dat moet anders, dacht ik.’
eNEEF
Foto: Dirk Samsom aan het werk bij een cv-ketel
besparen
Samsom zorgt ervoor dat de installatie wordt ingeregeld onder dynamische deellast-situaties, waardoor het verwarmingssysteem optimaal functioneert als slechts een gedeelte van het gebouw een warmtevraag heeft. Ook liet hij het
Het warmtebeheersysteem is onder andere geïnstalleerd in de ‘School met de Bijbel’ in Nieuwer Ter Aa. Na installatie reageerde de schooldirecteur Johan Peters positief: ‘De warmteklachten waren in een keer opgelost en het gasverbruik daalde met meer dan 40 procent. Een mooier compliment kan je niet krijgen’, aldus Samsom.
eNEEF is verkrijgbaar bij:
Eagle-Energy BV West Kinderdijk 281a 2953 XT Alblasserdam tel. 085 – 27 36 324 www.eagle-energy.nl
[email protected] www.ensoc.nl
57
congres
lokale overheid als financier voor duurzame energieprojecten
Provincies en gemeenten kunnen duurzame energieprojecten financieren met een publiek energiefonds. Dat is vooral een uitkomst als private investeerders en banken te kort schieten. Een voorbeeld van zo’n regionale overheidsfinancier is de Drentse Energie Organisatie. Tekst: Lian van Mourik
Publiek geld voor duurzame energie
Stel je voor: je bent ondernemer en je hebt een goed idee om energie te besparen of op te wekken. Je verzamelt wat mensen om je heen en je stelt een ondernemingsplan op. Maar wat nou als de bank je niet wilt helpen met financiering, en je zelf de middelen ook niet hebt? Misschien kan een publiek energiefonds je dan verder helpen. Dit zijn fondsen met geld van lokale overheden zoals provincies en gemeenten om duurzame energieprojecten te financieren. Wat is nodig om voor deze vorm van financiering in aanmerking te komen? En hoe zijn de ervaringen met publieke energiefondsen? Maatschappelijke impact Publieke energiefondsen hebben een gat opgevuld dat private investeerders en banken hebben laten liggen. De fondsen verstrekken investeringsgelden aan ondernemingen niet alleen gebaseerd op het financieel rendement, maar evenveel gebaseerd op de maatschappelijke impact zoals duurzame energie, energiebesparing, CO2-reductie, werkgelegenheid en innovatie. Door deze aanpak kunnen fondsbeheerders projecten financieren die anders niet van de grond waren gekomen. De ontwikkelaars van een duurzaam energieproject kunnen bij de fondsen terecht voor leningen, garanties en participaties aanvullend op eigen financiering.
Directeur Jan-Coen van Elburg van Rebel Energy spreekt over publieke energiefondsen op het Nationaal Energie Congres (foto Lian van Mourik) 58
ensoc magazine winter 2015
Vereisten voor financiering Directeur Jan-Coen van Elburg van adviesbedrijf Rebel Energy en Guido Hoek, directeur van de Drentse Energie Organisatie, vertelden afgelopen 9 september tijdens het Nationaal Energie Congres bij de Jaarbeurs in Utrecht meer over deze nieuwe financiële modellen. Om allereerst in aanmerking te komen voor een lening moet er een stevige
businesscase liggen. Van Elburg: “Het is goed om als financiële instelling kritisch te zijn op het verstrekken van financiering. We kennen allemaal de voorbeelden van een leuk initiatief dat na twee jaar weer ten einde loopt omdat de subsidie stopt. Daar wordt achteraf dan toch gedacht, zonde van het geld.” Het begint met een plan De simpele beginselen van het ondernemerschap, startkapitaal en een goed (financieel) plan, moeten goed zitten, zegt Van Elburg. Daarnaast moet de ondernemer de volgende punten inzichtelijk hebben en kunnen tonen aan de fondsverstrekker: • Wie heeft de leiding (kennis, ervaring, track record) • Juridisch (hoe zit het met contracten / vergunningen) • Technische specificaties (maak je gebruik van een bewezen techniek?) • Organisatiestructuur (samenwerking, afhankelijkheden, structuur) • Markt (afnemers, zekerheden, prijzen) • Financieel (kasstroom, investeringen, ratio’s etc.) Publieke energiefondsen Sinds 2012 heeft de meerderheid van de provincies (alleen Groningen en Zeeland ontbreken nog) ‘publieke energiefondsen’ opgericht. Daarnaast hebben steden als Den Haag, Utrecht en Amsterdam ook een eigen fonds. Alle publieke energiefondsen samen beheren vandaag de dag zo’n 600 miljoen euro. ‘Het feit dat de lokale overheid zich mengt in het financieren van ondernemingen komt door een gebrek aan nationale wet- en regelgeving en handhaving die op een andere manier duurzaam ondernemerschap stimuleren. Private investeerders hebben daarnaast vaak weinig intewww.ensoc.nl
59
congres
resse in het financieren van projecten met weinig (zekerheid op) rendement,’ aldus Van Elburg. Drentse Energie Organisatie Een voorbeeld van een regionale financier is de Drentse Energie Organisatie die in 2011 werd opgericht en 29,2 miljoen ter beschikking kreeg van Provincie Drenthe om duurzame initiatieven te mede-financieren. Het fonds heeft tot 2020 om het geld te investeren, maar de verwachting is dat in 2017 het geld op is. Tot nu toe heeft het fonds zo’n 90 investeringen gedaan ter waarde van 15 miljoen. Een van de bestaansredenen van het fonds is om de beslissingen voor financiering uit het beslissingsveld van de provinciale politiek te trekken en onafhankelijk te maken, zegt directeur Guido Hoek: “Voordeel van de onafhankelijkheid is dat het fonds pragmatisch te werk kan gaan en projecten echt van plan naar realisatie kan tillen.” Succesfactoren Je zou verwachten dat ondernemers met bosjes zouden aankloppen met aanvragen voor financiering, maar niets is minder waar. Hoek noemt als een van de succesfactoren van de Drentse Energie Organisatie dat ze zelf vasthoudend zijn en soms tot wel vijf keer langs een ondernemer gaan. ‘Het meest voorkomende probleem is dat, ondanks een positieve houding hier tegenover, verduurzaming geen prioriteit heeft voor ondernemers. Dat probe60
ensoc magazine winter 2015
ren we om te buigen. Verder is de eerder genoemde onafhankelijkheid, onze oplossingsgerichtheid en het bieden van eenvoudige financieringsmogelijkheden wat de Drentse Energie Organisatie tot een succes maakt.’ Bijdrage aan energietransitie Centrale vraag op het congres was hoe bepaalde oplossingen bijdragen aan de energietransitie. Voor de Drentse Energie Organisatie is dit door financieren te zien als middel, niet als doel. Hoek: ‘Dat werkt doordat we ondernemers verder helpen met antwoorden, en ze niet alleen met vragen bestoken, en door het simpel houden’. De Drentse Energie Organisatie zal ondernemers niet screenen of controleren op liquiditeit, vertelt Hoek. ‘Doordat er een businessplan ligt en ondernemers zelf de helft van de financiële middelen inbrengen blijft het risico beperkt. ‘Hierdoor kunnen we zelfs garanderen dat we altijd binnen 24 uur krediet kunnen verstrekken’. Waar gaat het geld heen? De Drentse Energie Organisatie investeert het meeste geld in lokale energieprojecten, met name op gebied van biovergisting, biomassacentrales, zonnestroomsystemen en restwarmte. De leningen die de organisatie verstrekt aan het MKB en organisaties in Drenthe gaan vooral naar PV-systemen, LED-verlichting en isolatie.
De huidige lage olieprijs heeft een nadelige invloed op investeringen in energiebesparing. Hierdoor worden energiebesparende projecten te langzaam terugverdiend. Dat maakt het lastig om de Europese doelstelling voor energiebesparing te halen. Dat meldt consultancybureau Capgemini in een rapport over de Europese energiemarkt. Het rendement op de investeringen neemt af door de lagere energieprijzen, meldt energie-expert Colette Lewiner van Capgemini. ‘Energiebesparing is een van de voornaamste manieren om de vraag naar energie te verlagen. Van de drie Europese doelstellingen voor energie is het de moeilijkste om te bereiken,’ schrijft Lewiner.
‘doel van 100 pj volstrekt onhaalbaar’ Volgens het energieakkoord moet Nederland 100 petajoule extra besparen in 2020. Deze doelstelling is volstrekt onhaalbaar, zegt directeur Kees den Blanken van Cogen. ‘Dit komt deels doordat wkk-installaties onrendabel zijn geworden.’ Den Blanken deed zijn uitspraak tijdens een debat op een bijeenkomst van ondernemersorganisatie FME op de vakbeurs Energie 2015 in Den Bosch. Wkk-installaties wekken zowel warmte als elektrici-
teit op uit aardgas. Door de relatief hoge gasprijs en relatief lage elektriciteitsprijs is wkk de laatste jaren onrendabel geworden. Volgens Den Blanken zorgt dit ervoor dat de industrie juist 60 tot 100 PJ extra energie verbruikt in plaats van minder. Hij adviseert de industrie om integraler te kijken naar processen om te besparen op het energieverbruik.
nieuwbouw effectiever dan renovatie Het slopen en opnieuw bouwen van energiezuinige woningen levert meer energiebesparing op dan het energieneutraal renoveren van bestaande woningen. De overheid zou vervangende nieuwbouw daarom meer moeten stimuleren. Dit blijkt uit onderzoek van TNO in opdracht van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw. Het beleid van de overheid is nu vooral gericht op stimulering van renovatie. Vervangende nieuwbouw zou hierin nadrukkelijker een rol moeten krijgen. Dan is voor beide mogelijkheden een afgewogen keuze te maken, meldt TNO. Het loont volgens het onderzoek van TNO niet om alle oude
woningen te renoveren naar Nul-opde-Meter of energieneutraal.
‘potentieel energiebesparing nog lang niet op’ Het energiezuiniger maken van producten en processen kan bijdragen aan een veel lager gasverbruik en kan helpen bij de aanpak van het klimaatprobleem. Het potentieel aan energiebesparing kan nog veel beter worden benut, meldt professor Kornelis Blok. Volgens Blok is het goed mogelijk om de energiezuinigheid van nieuwe producten jaarlijks met 5 procent te verbeteren. In dertig jaar betekent dat een toename van de energie-efficiëntie met een factor 5. Blok: ‘Uitdaging is om deze efficiencyverbetering voor het hele energiesysteem door te voeren. Dat maakt ons minder afhankelijk van aardgas. Ook kunnen we hiermee de CO2-uitstoot verlagen en zo het klimaatprobleem helpen oplossen. Energie-efficiënte technologie is daarbij een belangrijke sleutel.’
www.ensoc.nl
E N E R G I E B E S PA R I N G
lage olieprijs slecht voor energiebesparing
61
fedec ma akt zich hard voor overdr acht van kennis over energie Voor een actueel overzicht van evenementen en opleidingen kijk op www.ensoc.nl/agenda en de agenda op www.fbbv.nl
2 december energie voor niet technici f&b training center, hilversum
Informatie: FedEC Telefoon: (035) 683 88 33
[email protected] • www.fedec.nl 8 december asfaltdag 2015 de Flint, amersfoort
Informatie: Bouwend Nederland Telefoon: (079) 325 21 53
[email protected] 8 december examentraining epa-u meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl 8, 9 en 11 december energie prestatie advies utiliteit opleiding f&b training center, hilversum
Informatie: FedEC Telefoon: (035) 683 88 33
[email protected] • www.fedec.nl 10 december energy next! congres energiehuis, dordrecht
Meer informatie: Euroforum Telefoon: (040) 297 2746
[email protected] 11 december bouwfysica meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl 12-13-20 december epa-w energie-index berekenen meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV
62
ensoc magazine winter 2015
Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl
21 december verlichting meijer energie- & milieumanagement, den haag
14 december mechanische ventilatie en bevochtiging meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl
23 december nieuwe technieken meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl
14 – 15 december warmte in 2 dagen f&b training center, hilversum
Informatie: FedEC Telefoon: (035) 683 88 33
[email protected] • www.fedec.nl 15 december installaties woningbouw meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl 16 december cv-ketels, warmteafgifte en regelingen meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl 18 december koeling meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl
JAN
DEC
Actief het nieuwe jaar in
11 januari examentraining energie-index berekenen meijer energie- & milieumanagement, den haag
Informatie: Meijer Energie- & Milieumanagement BV Telefoon: (070) 315 57 15
[email protected] www.meijer.nl 13 - 15 januari Vakbeurs Facilitair & Gebouwbeheer Brabanthallen – Den Bosch
Informatie: HolaPress Communicatie
[email protected] 26-27 januari – 2-3 februari energiecoördinator, opleiding f&b training center, hilversum
Informatie: FedEC Telefoon: (035) 683 88 33
[email protected] • www.fedec.nl 27 - 28 januari led expo benelux brabanthallen den bosch
Informatie: www.ledexpo.nl
Kennisoverdracht op het gebied van energiebesparing en verduurzaming van de energievoorziening, daar maakt de FedEC zich hard voor. Het hele jaar door organiseert de vereniging van energieconsulenten opleidingen, trainingen en congressen. Ook voor 2016 staan er weer diverse activiteiten gepland, onder andere: Opleiding Energiecoördinator Aandacht voor energiebeheer is niet alleen nodig uit zorg voor het klimaat, het bespaart ook veel geld. Om een energieadvies op maat uit te kunnen brengen is deskundigheid nodig. Vaak is met het toepassen van eenvoudige maatregelen al een forse energiebesparing te realiseren. De opleiding Energiecoördinator verschaft u dé energiekennis die u nodig heeft om uw functie goed uit te oefenen. Actuele onderwerpen zoals het beleid van de overheid, handhaving en onder andere de EED-audits zijn onderdeel van het programma. Doelgroep: medewerkers van bedrijven, instellingen en overheden waarbij energiebeheer een onderdeel vormt van hun takenpakket. Opleiding Warmte in 2 dagen Tijdens deze tweedaagse opleiding wordt u door dé experts uit de markt op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken omtrent beleid en wetgeving, krijgt u een overzicht van de diverse warmtenetten, worden de diverse technieken besproken en krijgt u tools aangereikt voor het exploiteren en beheren van een warmtenet. Theorie en praktijk worden met elkaar verbonden met behulp van een bezoek aan een warmtefaciliteit. Doelgroep: medewerkers afkomstig van ingenieursbureaus, energiebedrijven, gemeenten, provincies en andere overheidsinstanties, beheerders en bouwers van warmtenetten, projectontwikkelaars en woningbouwcoöperaties.
Opleiding EPA-U Een Energie Prestatie Advies voor utiliteit (EPA-U) geeft inzicht in de energetische prestatie van een utiliteitsgebouw. Dit is de afgelopen jaren een belangrijk instrument gebleken voor het realiseren van energiebesparingen. Bouwkundige aspecten, installaties en bedrijfsactiviteiten spelen een rol bij het opstellen van een Energie Index. Deze driedaagse opleiding is gebaseerd op het Handboek EPA-U en de landelijke exameneisen, maar kent eigen accenten wat betreft het aanbrengen van noodzakelijke basiskennis en vaardigheden bij de cursist. Doelgroep: energieadviseurs, medewerkers van ingenieursbureaus, – energiebedrijven, – gemeenten, provincies en andere overheidsinstanties. Nationaal Energie Congres 2016 FedEC, VVM en Energy Valley organiseerden in 2015 voor het eerst het Nationaal Energie Congres. Uitgangspunt vormde het SEREnergieakkoord. Tijdens dit congres was de Trias energetica leidend: eerst besparen, dan duurzaam opwekken, dan pas invullen met fossiele energie. De aanwezige energiedeskundigen zoomden op deze thema’s in tijdens workshops en presentaties. Een vervolg op dit congres zal plaats vinden in 2016. De doelstellingen van het energieakkoord zijn immers nog niet allemaal gerealiseerd en experts willen ook in 2016 hun kennis delen en oplossingen aandragen. Kijk voor de meest actuele informatie op de website www.FedEC.nl of neem contact op met het secretariaat van FedEC via tel. 035 - 683 88 33
www.ensoc.nl
63
ELEKTRICITEIT
slim laden maakt stroom goedkoper Nederland kan kosten besparen met opwekking en distributie van elektriciteit als grote aantallen elektrische auto’s worden opgeladen met een overschot aan zonne- en/of windenergie. Een paar zonnepanelen of elektrische auto’s in de straat hebben weinig effect op het elektriciteitsnet en de stroomprijzen, maar dat verandert bij grote aantallen. Juist in deze situaties zijn de mogelijkheden voor het behalen van synergievoordelen het grootst, meldt CE Delft in een rapport. CE Delft schat de totale kostenbesparing door de gekwantificeerde synergievoordelen voor Nederland als geheel door slim (ont)laden op 20 tot 200 miljoen euro per jaar. Dit is omgerekend jaarlijks 100 tot 200 euro per elektrische auto.
transporttarieven minder snel omhoog De transporttarieven voor elektriciteit kunnen minder snel stijgen als het aan TenneT ligt. De netbeheerder stelt voor om 130 miljoen euro te besteden aan het verlagen van de tarieven in 2016. Hiervoor heeft TenneT bij ACM een voorstel ingediend. ‘De 130 miljoen euro kunnen wij inzetten voor tariefsverlaging vanwege de goede resultaten van de stroomverbindingen met Duitsland, 64
ensoc magazine winter 2015
Noorwegen en België,’ zegt algemeen directeur Mel Kroon. Volgens Kroon verdient de investering in de NorNed-kabel zich nog dit jaar terug. Dat is een grote financiële meevaller. TenneT had verwacht dat de kabel zich in tien jaar zou terugverdienen. De terugverdientijd valt drie jaar korter uit.
industrie kan onbalans oplossen De industrie kan beter inspelen op het fluctuerende aanbod van wind en zon door meer elektriciteit in plaats van aardgas te gebruiken. Bij een overschot kan de industrie de goedkope stroom nuttig gebruiken, terwijl de sector bij een tekort de vraag kan verminderen. Dat blijkt uit het onderzoek Power to Products, dat Berenschot, CE Delft en het ISPT uitvoerden met partijen zoals AkzoNobel, Dow en Avebe. In het project is een groot aantal technieken onderzocht waarmee de industrie op een flexibele wijze kan elektrificeren. Het gaat om technieken die elektriciteit omzetten in druk, hitte (stoom) of koeling, of om de algehele productie variabel te maken.
renovatie scheelt netinvesteringen Europa kan voor 2050 met energiezuinige renovatie van gebouwen en woningen 80 tot 152 miljard euro besparen op kosten voor investeringen in elektriciteitsnetten. Dat blijkt uit onderzoek van Ecofys. De vraag naar elektriciteit en piekbelasting van het net kan met bijna 57 gigawatt worden verminderd door renovatie. De besparingen zijn aanvullend op de lagere kosten door een lager energieverbruik, veroorzaakt door maatregelen op gebied van energiebesparing. De aanvullende besparingen moeten onderdeel zijn van de geschatte economische voordelen van energiebesparing in gebouwen, inclusief de aanpak om de gebouwen ingrijpend te renoveren. Europa moet meer werk maken van renovatie, aldus Ecofys.
Ensoc Magazine wenst u veel licht en kleur toe voor 2016
www.ensoc.nl
65
PHOE is hét instituut voor energieopleidingen
ensoc magazine is een uitgave van f&b specialisten in energie en milieu. het vakblad publiceert nieuws en kennis voor bedrijven om hun energiekosten te verlagen via besparing en slimme inkoop
het thema van het komende ensoc magazine is
Stroomopslag
van energie. het maakt onderdeel uit van het multimediale platform www.ensoc. nl, platform voor betaalbare energie. ensoc magazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid op basis van abonnementen. uitgever: c.h. (karin) de ferrante, f&b specialisten in energie en milieu
Barrières voor energieopslag Energieopslag kan bijdragen aan een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening. Om de mogelijkheden van energieopslag ten volle te benutten moeten er wel een aantal barrières worden weggenomen. Dat zegt Hans van der Spek, founding father van Energy Storage NL.
postbus 77, 1200 ab hilversum, tel: 035 - 683 88 33, fax: 035 - 683 36 88 hoofdredactie: n. (norbert) cuiper, f&b specialisten in energie en milieu medewerkers: petra de boer & haike van de vegte, iman brinkman, job dieleman, hamilcar knops, melvin könings, lian van mourik, joost rienks, martin ruiter,
‘Batterijopslag beter dan gascentrale’ Het Amerikaanse energiebedrijf AES is gestart met de bouw van haar eerste stroomopslag in Europa. Het batterijsysteem komt te staan op een industrieterrein in Vlissingen-Oost. Volgens vice president Steve Corwell van AES Europe is het systeem een betere backup dan een gascentrale.
antoine stultjens en harmen weijer. advertenties en druk: wat-communicatie tel: 0226 - 765 000 e-mail:
[email protected] www.wat-communicatie.nl omslagfoto: 123rf.com
Hoeveel energie stopt u in het vergroten van uw kennis?
Thuisaccu vanaf 2020 aantrekkelijker Na 2020 wordt de salderingsregeling versoberd of afgeschaft. Daardoor wordt opslag van elektriciteit zoals met een thuisaccu aantrekkelijker. Ensoc Magazine sprak met enkele leveranciers, zoals Tesla en Enphase. Hoe groot is de markt voor thuisaccu’s in Nederland?
foto’s op pagina 11 en 65: arjanneke van den berg, ontwerp en lay-out: paulien hassink, www.phontwerp.nl abonnementen: 137,- per jaar (excl. btw), abonnementen worden per 1 januari automatisch verlengd, tenzij uiterlijk 4 weken vooraf schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen www.ensoc.nl
En verder: Cijfers nodig voor energietransitie Een toekomstbestendige en duurzame energievoorziening vereist een goede dialoog tussen bedrijfsleven, overheden en energieprofessionals. Feiten en cijfers zijn hierbij hard nodig. Ensoc doet verslag van de nieuwjaarsbijeenkomst.
issn: 2212-795x
Het volgende nummer verschijnt in maart 2016 66
ensoc magazine winter 2015
Behaal een erkend Post-HBOdiploma op kwalitatief hoog niveau. U verdiept uw kennis en verbreedt uw kansen op de arbeidsmarkt. Uw diploma geeft u energie!
Stichting Post Hoger Onderwijs Energiekunde Postbus 77 1200 AB Hilversum
Kijk voor meer info op: www.phoe.nl Bel: 035 - 683 88 33 of mail:
[email protected] www.ensoc.nl
67
De zekerheid van Zantingh Web-based oplossingen in gasbrandertechniek Zantingh heeft een leidende positie als fabrikant van professionele gasbranderinstallaties, CV-componenten en SCIOS gecertificeerde services. Wij leveren een compleet pakket innovatieve oplossingen voor de gebouwenmarkt en de industriële sector. Doel is leidend te zijn in het ontwikkelen van duurzame, betrouwbare en efficiënte energiesystemen. In toenemende mate maken wij gebruik van web-based technologie met optimaal rendement en minimale emissies zoals bijvoorbeeld een lage NOx uitstoot - zowel bij nieuwbouw als bij retrofit.
Tel. +31 (0)297 219 100 | www.zantingh.com
You can count on our expertise