Jaarbericht 2007 Werkgroep Beter Veilig Rotterdam
BeVeR 10 jaar werken aan een beter veilig Rotterdam (1997 – 2007)
Westewagenstraat 60, 3011 AT Rotterdam
[email protected]
Voorwoord Opnieuw ligt er een jaarbericht van BeVeR voor u. En wel uit het jubileum jaar. In 2007 bestond de werkgroep Beter Veilig Rotterdam 10 jaar. Ook een goed moment om terug te kijken over die 10 jaar. In die periode hebben we vele stadia doorlopen. Het resultaat is dat we een vaste waarde geworden zijn. Door onze positieve insteek – zoeken naar oplossingen – zijn we overlegpartners geworden van een aantal gemeentelijke diensten en hebben we regelmatig overleg met bestuurders. Die positie is niet komen aanwaaien. Daar hebben de leden de afgelopen jaren veel energie in gestoken en dat allemaal in hun vrije tijd. Bij de viering van ons jubileum hebben we aandacht besteed aan de bereikte resultaten in de afgelopen periode. Dan blijkt dat er best veel gerealiseerd is. Vaak met kleine stapjes en op kleine schaal. Om tot deze resultaten te komen is veel vasthoudendheid vereist. Soms kunnen leden van BeVeR dat na een aantal jaren niet meer volhouden en nemen zij afscheid. Het grootste deel van de werkgroepleden is echter al jaren actief en drie van hen gedurende de 10 jaar van het bestaan van BeVeR. Naast het jubileum hebben we onze normale activiteiten voortgezet. Een belangrijke doorbraak is dat BeVeR door steeds meer diensten als volwaardig gesprekspartner wordt gezien. Hierdoor zal de komende jaren de effectiviteit van onze advisering sterk toenemen. Langs het structurele overleg kunnen we de door ons uitgebrachte adviezen in discussie brengen en met de professionals van de diensten naar de meest optimale oplossing zoeken. Als u belangstelling hebt voor onze activiteiten of zelf een bijdrage wilt leveren kunt u contact met ons opnemen. De resultaten over 2007 vindt u in dit jaarbericht. Ik hoop dat dit overzicht van onze activiteiten evenals voorgaande jaren een persoonlijke stimulans is om een bijdrage te leveren die mede bijdraagt aan een Beter Veilig Rotterdam. W.J.J.M. Sprangers Voorzitter BeVeR
Inhoudsopgave 1.
Introductie
blz. 1
2.
Strategische oriëntatie en ontwikkeling BeVeR
blz. 2
3.
Stedelijke ontwikkeling
blz. 4
4.
Adviezen
blz. 7
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6
blz. 7 blz. 7 blz. 8 blz. 9 blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 11 blz. 12 blz. 13 blz. 14
Nieuwe adviezen Containersering van horeca afval Bereikbaarheid klachtenformulier en -telefoon Fietsenstallingen Vervolg adviezen Defecte lang geparkeerde fietsen Efficiëntere inzet veegmachines Signaleren van structurele problemen klachtenformulier en -telefoon Verbetering van de dienstverlening en veiligheidsgevoelens in OV Collegeprogramma 2006 Vervuiling Bosdreef
5.
Structureel overleg en samenwerking 5.1 Stadstoezicht 5.2 Roteb 5.3 Gemeentewerken 5.4 RET 5.5 Directie Veiligheid 5.6 Centrumraad 5.7 Burgerpanel 5.8 SBR
blz. 16 blz. 16 blz. 16 blz. 18 blz. 18 blz. 20 blz. 20 blz. 21 blz. 21
6.
Activiteiten 6.1 Jubileum 6.2 Ombudsman 6.3 Viziris 6.4 Diversen 6.4.1. Buitenruimte 6.4.2. Rijwielhulpkisten 6.4.3. Fietswrakken 6.5 Oog van Rotterdam
blz. 22 blz. 22 blz. 23 blz. 24 blz. 25 blz. 25 blz. 25 blz. 26 blz. 26
7.
PR
blz. 27
8.
Bijzonderheden / overzicht 2007
blz. 28
9.
Financieel overzicht
blz. 30
10.
Vooruitblik 2008
blz. 31
11.
Slotwoord
blz. 32
12.
Personalia
blz. 33
Bijlage 1: Inventarisatie BeVeR-adviezen 2006 Bijlage 2: Reacties en tijdigheid reacties 2007
1.
Introductie
BeVeR, de werkgroep Beter Veilig Rotterdam, is een groep Rotterdamse burgers; het zijn allemaal vrijwilligers. BeVeR is ontstaan uit een groep betrokken burgers die eind 1996 een bijdrage hebben geleverd aan de discussie over de toekomst van de stad: Nieuw Rotterdam, Koers 2005. Ook na de vaststelling van die toekomstvisie, Koers 2005, heeft deze groep op verzoek van de Burgemeester doorgewerkt aan verbeteringen van de veiligheid in Rotterdam. BeVeR doet dit op kleine schaal, maar heel concreet, kritisch knagend en dammen bouwend; positief meedenkend over oplossingen. BeVeR richt haar activiteiten in op basis van het uitgangspunt dat Rotterdam met veiligheid op de goede weg is als: • de openbare ruimte goed is ingericht en goed wordt beheerd; • er voldoende opvang en werk is voor drugsverslaafden in alle wijken; • de politie preventief en “op maat” werkt; • er in het openbaar vervoer dag en nacht persoonlijk toezicht is; • de criminaliteit (bij de jeugd) geen kans krijgt. De werkgroep levert gevraagd en ongevraagd adviezen over de verbetering van de veiligheid in Rotterdam. Bij BeVeR krijgen burgers de kans hun deskundigheid in te brengen. Omdat er een sterke relatie is tussen schoon en heel met de veiligheidsbeleving van burgers worden deze onderwerpen ook nadrukkelijk bij de activiteiten van BeVeR betrokken. De activiteiten van BeVeR zijn een duidelijke vorm van burgerparticipatie. BeVeR voelt zich betrokken bij de stad, haar inwoners en bezoekers. De initiatieven van BeVeR moeten zo aanstekelijk werken dat anderen ook hun steentje gaan bijdragen waardoor burgerparticipatie een steeds breder karakter krijgt in Rotterdam. De insteek van de werkgroep is juist niet klagen over zaken die niet goed gaan, maar oplossingen voor die zaken bedenken en aanreiken aan die personen en/of diensten die zo’n oplossing kunnen realiseren. Daarnaast streeft BeVeR er naar om bij de ontwikkeling van beleid betrokken te worden door het bestuur en de Gemeentelijke diensten. Onze adviezen spelen hierbij een belangrijke rol; wij willen niet alleen een advies geven maar ook betrokken worden bij de uitvoering ervan. De initiatieven van BeVeR moeten zo aanstekelijk werken dat anderen ook hun steentje gaan bijdragen. Door samen te werken met vele organisaties wil BeVeR laten zien dat iedereen er voor kan zorgen dat Rotterdam veiliger wordt. De zwaartepunten van de activiteiten van BeVeR zijn anno 2007: • Uitbouwen van gestructureerd overleg met de Gemeentelijke diensten; • Verbeteren van de advisering zodat de respons toeneemt; • Het 10-jarige jubileum van BeVeR.
2.
Strategische oriëntatie en ontwikkeling BeVeR
Inspelen op het collegebeleid Burgerparticipatie staat bovenaan het lijstje van het Rotterdamse college van B&W. Hoe meer betrokken Rotterdammers, met hun stad en vooral met hun directe woonomgeving, er zijn des te beter gaat het met de stad en haar bewoners. BeVeR bestaat uitsluitend uit dit soort betrokken Rotterdammers. Door meer bewoners bij onze activiteiten te betrekken promoten we nadrukkelijk het stadsburgerschap. Onze samenwerking met bijvoorbeeld de Roteb en de SBR dient te leiden tot het verder mobiliseren van burgers. Nadrukkelijk vraagt BeVeR aandacht voor preventieve maatregelen bij de thema’s schoon, heel en veilig. Veel acties zijn vanuit het bestuur nog gericht op repressie ondanks dat onderkend wordt dat voorkomen beter is dan genezen. Ook de effectiviteit van de ingezette middelen wordt door BeVeR regelmatig ter discussie gesteld zoals bij cameratoezicht en preventief fouilleren. Implementeren van openbare ruimte beheer In 2007 is een begin gemaakt met het exporteren van opgedane ervaringen naar andere delen van de stad. BeVeR werkt voor de gehele stad hoewel onze grootste activiteiten van oudsher in het centrum plaats vinden. In het centrum komen de meeste mensen bijeen en daarom wordt er veel gevraagd van de inrichting van de openbare ruimte. Vandaar onze focus op het centrum. Onze ervaringen zijn echter zonder meer te gebruiken in andere delen van de stad. Meer en meer verschuift onze aandacht daarom ook naar ander plaatsen in de stad waar veel mensen samenkomen. Dit zijn bijvoorbeeld de knooppunten in het openbaar vervoer. Bij deze verbreding van de scoop komen we ook op het terrein van de deelgemeenten. Een terughoudende opstelling ten opzichte van de initiatieven van BeVeR hebben we al eerder ondervonden. Een mentaliteitsverandering bij de deelgemeenten zal noodzakelijk zijn om tot een vruchtbare samenwerking te komen. Openbaar vervoer Er wordt nog erg veel geklaagd over het Rotterdamse openbaar vervoer. Opvallend daarbij is dat de RET weinig klachten ontvangt. De gebruikers van het OV geven echter aan dat de vervoermiddelen vaak vuil of met graffiti besmeurd zijn. Het draagt bij aan een unheimisch gevoel. Het schoon en heel zijn van de tram- en metrostellen en de bussen draagt bij aan het veiligheidsgevoel van de OV-gebruikers, die zich bij afwezigheid van wagenbegeleiders of controleurs al vaak niet veilig voelen. Dit dient bij de RET bespreekbaar gemaakt te worden zodat naar oplossingen gezocht kan worden. De RET is zich wel bewust dat er aan veiligheid gewerkt moet worden en zet daarvoor allerlei middelen in van voorlichting op scholen over veiligheid tot het intensiveren van schoonmaakactiviteiten. Vooral de avonduren blijven voor veel gebruikers minder plezierig. Het moeizame overleg tussen BeVeR en de RET is in 2007 omgebogen tot een open gedachtewisseling waardoor BeVeR beter in staat is om mee te gaan denken aan veiligheidsverbeteringen in het openbaar vervoer. Gemeentelijke diensten Voor uitvoering van ideeën en adviezen is BeVeR afhankelijk van de medewerking van de gemeentelijke diensten. Op basis van de respons die BeVeR op de door haar uitgebrachte adviezen krijgt lijkt de bereidheid tot samenwerken met BeVeR niet al te groot. Toch wordt er op uitvoerend niveau goed en in veel gevallen vruchtbaar samengewerkt. De adviezen van BeVeR hebben als voornaamste doel met de betrokken dienst(en) in gesprek te komen over het aangekaarte onderwerp. Kennelijk is het lastig om met een positief gericht advies om te gaan en zijn de diensten beter in staat om een echte klacht af te handelen. Veel energie is gericht om met de diensten in gesprek te komen. Met elkaar aan tafel is het eenvoudiger de bedoelingen van BeVeR weer te geven en voor de diensten om hun mogelijkheden en onmogelijkheden te overleggen. Het jaar 2007 heeft wat dit betreft een duidelijke doorbraak laten zien. De inspanningen van BeVeR hebben geleid tot een grote uitbreiding van structureel overleg met Rotterdamse diensten. Dit overleg wordt door alle partijen positief gewaardeerd. Samenwerking met andere burgergroepen Naast BeVeR zijn er ook andere groepen van burgers die aan verbeteringen van de stad voor de burgers een steentje bijdragen. Daar waar die groepen werken aan thema’s gerelateerd aan schoon, heel,
veilig en participatie is samenwerking zinvol: samen sterk. Meer dan voorheen heeft BeVeR de mogelijkheden van samenwerking of uitwisseling van ideeën met andere groepen onderzocht. Zo zijn er goede contacten opgebouwd met het Burgerpanel en met de SBR (Samenwerkende Bewonersorganisaties Rotterdam. Ook met Viziris, die voor blinden en slechtzienden opkomt, is een samenwerking ontstaan. Het rekening houden met gehandicapten en mindervalide medeburgers speelt bij het inrichten van de buitenruimte een belangrijke rol. BeVeR adviezen De BeVeR adviespraktijk verloopt op hoofdlijnen moeizaam. Ontvangstbevestigingen van onze adviezen worden vaak niet gekregen laat staan een inhoudelijke reactie. Adviezen zijn bedoeld om met een gemeentelijke dienst in een overlegsituatie te komen over het betreffende onderwerp. In een vruchtbare samenwerking, waarbij argumenten van beide zijden uitgewisseld worden, kunnen goede oplossingen bepaald en de mogelijkheden op toepassing en realisatie besproken worden. In 2007 is er veel energie gestoken om met de diensten naar het gewenste overleg te groeien. Deze inspanningen zijn niet zonder resultaat gebleven en het aantal diensten waarmee structureel overleg gevoerd wordt over uitgebrachte adviezen en kleine direct aan te pakken probleempjes is sterk toegenomen. Nog niet met alle diensten zitten we op het gewenste inhoudelijke niveau en dat blijft onze aandacht houden Ontwikkeling bureau ondersteuning Het secretariaat waarmee medio 2005 een begin gemaakt is en door een jaarlijkse waarderingssubsidie van de Gemeente Rotterdam financieel geborgd is begint steeds meer vruchten af te werpen. De ondersteuning heeft geleid tot een versnelling van de activiteiten en een groter aantal onderwerpen dat BeVeR aanpakt. Hierdoor is het ook noodzakelijk gebleken om in de werkgroep meer structuur aan te brengen. Toch blijft de kracht van BeVeR zitten in het opereren als een milde Gideon’s bende. De interesses en inventiviteit van de individuele leden is zeer belangrijk voor de betrokkenheid. Het secretariaat gaat met deze losse structuur op een soepele wijze om en ondersteunt alle leden waar nodig. Website Met de ontwikkelingen van BeVeR ontwikkelt zich ook de website. Regelmatig wordt de website geactualiseerd en van een moderne outlook voorzien. De interactiviteit met niet leden is een nieuwe fase die aan bod is en samenhangt met de activiteiten van BeVeR BeVeR leden Het ledental van BeVeR blijft schommelen. Nieuwe leden komen meestal binnen via ons netwerk. Belangstellenden moeten een lange adem hebben omdat het bereiken van resultaten in het werkveld van BeVeR (vooral de gemeentelijke diensten) nu eenmaal een lange doorlooptijd vergt. Werving binnen het netwerk zal altijd een aandachtspunt blijven. Een brede spreiding van werkgroepleden over de stad blijft een ultieme wens zodat steeds meer werk buiten het centrum gedaan kan worden op basis van de opgedane ervaringen in het centrum. De effectiviteit van de werkgroep neemt daardoor toe. Jubileum Het 10-jarige jubileum is bij uitstek de gelegenheid om de doelgroep van BeVeR een overzicht te geven van de activiteiten die in de afgelopen 10 jaar tot verbeteringen van schoon, heel en veilig in de stad geleid hebben. Daarbij hebben we zoveel mogelijk van de oud-leden van de werkgroep betrokken. Zij hebben gedurende hun actieve periode voor BeVeR eveneens bijgedragen aan de veiligheidsverbeteringen in Rotterdam.
3.
Stedelijke ontwikkelingen
Stadsburgerschap: het motto is meedoen Begin 2007 is de beleidsnota “Stadsburgerschap: het motto is meedoen” gepresenteerd door het College van Burgemeester en Wethouders. De nota komt voort uit afspraken die gemaakt zijn in het coalitieakkoord en het coalitieprogramma uit 2006. Uitgangspunt van de nota is het verbeteren van de sociale kwaliteit in de stad. Doelstellingen hierbij zijn dat meer Rotterdammers de Nederlandse taal gaan beheersen, het gemiddelde opleidingsniveau en inkomen omhoog gaan, meer Rotterdammers maatschappelijk actief worden en betaald werk krijgen. Door middel van deze nota wil het College een integraal kader scheppen op het gebied van integratie, participatie, emancipatie en burgerschap. Participatie speelt hierin een belangrijke rol. Daartoe faciliteert de gemeente diverse instrumenten waardoor burgers actief kunnen worden in hun eigen wijk of buurt. Het Rotterdam Idee is daar een goed voorbeeld van. Via Rotterdam Idee kunnen Rotterdamse burgers en organisaties ideeën inbrengen die bijdrage aan een verbetering van de sociale kwaliteit. Dit kader is heel breed en alle ideeën zijn welkom. Door middel van Rotterdam Idee worden burgers uitgedaagd om met initiatieven te komen die bijdragen aan een betere stad. Een jury bestaande uit Rotterdammers beslist aan de hand van selectiecriteria welke ideeën verder worden uitgewerkt en gerealiseerd. Hiervoor ontvangen de burgers en organisaties een waarderingssubsidie van 500 tot maximaal 5.000 euro. Dat Rotterdam Idee een succes is blijkt uit het feit dat eind november een tweede ideeënbus georganiseerd is en waar zo’n 200 ideeën gepresenteerd werden. Een dertigtal ideeën werden op de dag zelf door het bedrijfsleven “geadopteerd”. Het demonstreert dat dit een mooi initiatief is om zowel burgers, maar ook bedrijfsleven samen te laten werken om de leefbaarheid in de stad te verbeteren. Een ander goed voorbeeld van burgerparticipatie is Groene Duimen. Groene Duimen richt zich op het fleuriger en leefbaarder maken van de buitenruimte in Rotterdam. Burgers met ideeën over hoe die buitenruimte opgefleurd kan worden kunnen die aandragen. Groene Duimen is in 2006 gestart en kreeg in 2007 een vervolg. Tijdens de eerste ronde zijn er 130 projecten ingediend. Het totale budget voor de groene duimen is 2 mln. euro. De gemeente Rotterdam heeft daadwerkelijk stappen ondernomen om burgers meer te betrekken bij de stad. Wel moet opgemerkt worden dat de initiatieven zich toch nog steeds richten op de eigen buurt en wijk. Daarnaast worden aan die initiatieven toch redelijk wat eisen gesteld waardoor andere soortgelijke initiatieven geen kans krijgen. Een andere kritische noot is dat burgers wel betrokken worden in hun eigen buurt of wijk, maar dat er nog steeds geen echte samenwerking is op een hoger niveau. Kindvriendelijke wijken Een ander plan waarvan de uitvoering in 2007 is gestart is het project van kindvriendelijke wijken. Er zijn 11 wijken in Rotterdam aangewezen die in 2010 aantoonbaar kindvriendelijker moeten zijn. Samen met de bewoners van die wijken wordt in kaart gebracht wat er gedaan moet worden om hun wijk kindvriendelijker te maken. Op basis daarvan wordt er een plan gemaakt met concrete acties voor de komende jaren. Dit is een zeer goed initiatief omdat het belangrijk is dat kinderen, zeker in een grote stad als Rotterdam, veilig moeten kunnen spelen en opgroeien. In een stedelijk omgeving is dit moeilijker omdat plekken waar kinderen veilig kunnen spelen schaars zijn en er zich allerlei gevaren kunnen voordoen. Daarnaast is het positief dat de bewoners van deze wijken vanaf het begin, samen met professionals, bij de plannen betrokken worden. Bewoners weten vaak het beste wat er in hun wijk speelt en door hen hierbij te betrekken worden plannen ontwikkeld die als het ware op maat gemaakt zijn voor de desbetreffende wijk. BeVeR hoopt dat de 11 wijken snel met concrete plannen komen, maar ook dat de 11 wijken onderling contact onderhouden zodat “best practices” met elkaar gedeeld kunnen worden. In de toekomst zou het mooi zijn als het concept van kindvriendelijke wijken stadsbreed wordt ingevoerd.
Wijkveiligheidsactieprogramma In het Collegeprogramma 2006-2010 komen de wijkveiligheidsactieprogramma’s (WVAP) terug. WVAP’s bestaan al enkele jaren, maar dit College heeft ervoor gekozen om er een sociale component aan toe te voegen. Een wijkveiligheidsactieprogramma is gericht op een wijk en wordt samengesteld door de deelgemeente in samenspraak met burgers en andere partners. Rotterdam kent 62 wijken met elk zijn eigen identiteit en charme, maar ook met elk zijn eigen problemen. Door middel van de wijkveiligheidsactieprogramma’s wil de gemeente op wijkniveau de problemen aanpakken. Door de diversiteit van de wijken past een kleinschalige aanpak goed omdat er directer met bewoners en andere betrokkenen gepraat kan worden en op deze manier oplossingen gezocht kunnen worden die passen bij de desbetreffende wijk. Dit alles heeft tot doel om de sociale kwaliteit in de wijken te verbeteren. Een wijkveiligheidsactieprogramma kan zich bijvoorbeeld richten op het formuleren en uitvoeren van structurele maatregelen die onveiligheid weg moeten nemen, maar ook op een meer persoongerichte aanpak voor daders én slachtoffers. Op dit moment hebben bijna alle wijken een wijkveiligheidsactieprogramma of zijn hier druk mee bezig om dit te ontwikkelen. Ook bij dit initiatief hoopt BeVeR dat ideeën en plannen die door de wijken worden uitgevoerd op een bepaald moment met elkaar gedeeld worden. Op deze wijze kunnen wederom "best practices" gedeeld worden en hoeven wijken zelf niet het wiel opnieuw uit te vinden. Opvang van verslaafden Na jaren van discussie en conflicten met buurtbewoners is het in 2007 dan zover; de Pauluskerk wordt gesloopt. Om de verslaafden niet in de kou te zetten is er lang gezocht naar geschikte opvanglocaties. Dit was geen gemakkelijke opgave omdat er bij veel burgers weerstand ontstond zodra vernomen werd dat verslaafden bij hen in de buurt opgevangen zouden worden. Het leek op de situatie die zich ook speelde rondom de sluiting van de Keileweg en de opvang van deze vrouwen. Uiteindelijk is er gekozen voor twee locaties: een tijdelijke dagopvang voor (verslaafde) dak- en thuislozen op het veldje aan het Couwenburg en een tijdelijke nachtopvang voor (verslaafde) dak- en thuislozen aan de Smirnoffweg. Door middel van busjes worden de verslaafde op gezette tijden gebracht van en naar de nachtopvang. Een gevolg hiervan is dat als een (verslaafde) dak- en thuisloze deze verbinding mist hij of zij geen gebruik kan maken van de nachtopvang. Daarnaast wordt er gewerkt met een pasjessysteem. Voor de nachtopvang zijn er maximaal 80 pasjes beschikbaar. Om de overlast tot een minimum te beperken is er in beide betrokken wijken een beheercommissie in het leven geroepen. Deze bestaat voor het Couwenburg uit buurtbewoners, vertegenwoordigers van de Centrumraad en de deelgemeente Noord, politie en hulpverleners. Doel is dat de opvang aan het Couwenburg niet tot meer overlast aanleiding mag geven voor bewoners en ondernemers. De beheercommissie vergadert iedere drie weken en de notulen daarvan zijn openbaar. Ook wordt er in 2007 een nulmeting gedaan om te monitoren of er overlast ontstaat en in welke mate. Ook is er voor de locatie aan de Smirnoffweg een beheercommissie opgericht. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van: van plaatselijke ondernemers, het Havenbedrijf Rotterdam N.V., gemeente en deelgemeente, hulpverleners en de politie. Ook deze beheercommissie heeft een convenant getekend waarin de afspraken zijn vastgelegd. Daarnaast houdt de commissie zich ook bezig met het controleren van de ontwikkelingen rondom de opvang. Klachten uit de omgeving zullen door de beheercommissie behandeld worden en als het nodig is, zullen er maatregelen genomen worden.
Veranderingen bij de stadsmariniers Sinds 2003 is de gemeente Rotterdam begonnen met de inzet van Stadsmariniers. Dit zijn, op dit moment tien, speciaal door het College van Burgemeester en Wethouders aangestelde hoge ambtenaren die zich richten op de “slechte” wijken. De stadsmariniers vallen direct onder het College en staan los van de deelgemeenten; hierdoor kunnen ze problemen direct aanpakken. Doordat de aanpak zo succesvol is geweest heeft het College besloten de inzet van stadsmariniers te continueren. Bij de stadsmariniers zijn er dit jaar veel veranderingen geweest. Als een wijk de stadsmarinier niet meer nodig heeft omdat het beter gaat dan wordt deze inzet gestopt. In andere wijken kan juist de behoefte ontstaan een stadsmarinier in te zetten om de problemen aan te pakken; dan wordt een stadsmarinier ingezet. Er is bijvoorbeeld een nieuwe Stadsmarinier ingesteld die zich specifiek richt op het Centrum, Rotterdam CS, Zuidplein en specifiek ten behoeve van de ondernemers. Met deze laatste stadsmarinier, Marjoleine van Doorn, heeft BeVeR dit jaar kennis gemaakt omdat wij erg actief in het centrum zijn; via deze stadsmarinier zijn vele praktische verbeterideeën van BeVeR tot realisatie gekomen. Op dit moment zijn er ook stadsmariniers die zich, niet alleen zoals voorheen richten op bepaalde wijken, maar op bepaalde groepen. Er is nu ook een stadsmarinier die zich richt op de persoonsgerichte aanpak van jongeren.
4.
Adviezen
Van oudsher is het geven van adviezen een van de kerntaken van BeVeR. De meest tastbare resultaten hierbij zijn de schriftelijke adviezen. Daarnaast worden veel adviezen mondeling gegeven vaak binnen allerlei overlegsituaties. De uitgebrachte schriftelijke adviezen worden in dit hoofdstuk kort beschreven (voor een overzicht zie bijlage 1).Het ultieme doel van BeVeR is om door middel van deze schriftelijke adviezen met de betreffende dienst of bestuurder in overleg te komen en gezamenlijk tot de meest adequate oplossing van het door BeVeR gesignaleerde probleem te komen. Voorgaande jaren reageerden de diensten uiterst terughoudend op de schriftelijke adviezen van BeVeR. In de loop van 2007 is hierin een kentering waargenomen en wordt BeVeR steeds vaker uitgenodigd voor een gesprek naar aanleiding van een uitgebracht advies. Dit is terug te zien in de grafieken in bijlage 2. Hierdoor moet er meer tijd gestoken worden in het vervolgtraject op de uitgebrachte adviezen wat ten koste gaat van het aantal nieuw uit te brengen adviezen. Het aantal nieuw uitgebrachte adviezen is in 2007 daardoor aanzienlijk lager dan in 2006. Zeer positief is dat hierdoor structureel overleg met de gemeentelijke diensten ontstaat. Tevens kan voldaan gaan worden aan de door de diensten en BeVeR gevoelde behoefte om nieuwe adviezen bondiger te gaan verwoorden en in het structurele overleg in te brengen. 4.1 Nieuwe adviezen 4.1.1 Containersering van horeca afval In januari 2007 heeft BeVeR de Roteb geadviseerd over het afval dat tijdens en na het weekend bij horecagelegenheden blijft liggen. Sinds november 2003 is het voor de horeca verboden om containers structureel buiten te plaatsen, omdat deze een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de buitenruimte. Een aantal horecapanden is zo krap bemeten dat er geen plaats is voor een afvalcontainer binnen het pand. Als inpandige containersering niet mogelijk is wordt het ’s avonds buiten zetten van vuilniszakken gedoogd. BeVeR heeft geconstateerd dat dit in de praktijk verre van optimaal is. Doordat het afval ’s nachts buiten staat, wordt ongedierte, meeuwen etc. aangetrokken, maar ook mensen maken de vuilniszakken kapot waardoor het afval zich verspreidt. De buitenruimte wordt vervuild hetgeen aanzet tot meer vervuiling. In het weekend staan de vuilniszakken zelfs twee dagen buiten, aangezien de Roteb het vuil tussen zaterdag- en maandagochtend niet ophaalt. In deze periode produceren horecagelegenheden juist veel afval. De problemen zijn des te prangender in de gebieden met een beperkt aantal uitgaansgelegenheden, omdat de Roteb daar weinig komt. Door BeVeR meermaals gesignaleerde voorbeelden zijn: de Witte de Withstraat, tussen Eendrachtsweg en Schiedamsevest en op de Oude Binnenweg. Het gaat hierbij niet om een aantal incidenten, maar om een structureel probleem. De ideeën met betrekking tot dit vuilniszakkenbeleid waren goed, maar de uitvoering heeft teveel negatieve effecten om hier mee door te blijven gaan. Het opnieuw toestaan van containers in de buitenruimte ziet BeVeR niet als een oplossing. BeVeR heeft het volgende advies op hoofdlijnen naar de Roteb gestuurd: • Realiseer het plaatsen van ondergrondse containers waar vuilniszakken in gedeponeerd kunnen worden daar waar dit mogelijk is. Dit zal helaas niet overal het geval kunnen zijn; • Nieuwe horeca vestigingen verplichten het afval probleem aan te pakken met een intern te plaatsen container; • In die situaties waarbij het plaatsen van afval in vuilniszakken buiten gedoogd moet worden dienen deze vuilniszakken ook in het weekend opgehaald te worden. Geïnventariseerd moet worden
om welke locaties het gaat en de routedienst van de Roteb dient de ophaalroute voor de zondagochtend of zondagmiddag hierop aan te passen. Begin maart is er een ontvangstbevestiging van de Roteb bij BeVeR binnengekomen. Inhoudelijk is er echter nog niet op dit advies gereageerd. 4.1.2 Bereikbaarheid klachtenformulier en -telefoon Sinds 1995 is het voor burgers mogelijk klachten over uiteenlopende zaken door te geven aan de Gemeente. Dit kan zowel via de klachtentelefoon, als door middel van het invullen van een klachtenformulier op de internetsite van de Gemeente Rotterdam. De klachten worden geregistreerd in het Melding Systeem Buitenruimte (MSB) en vervolgens doorgegeven aan de betreffende dienst. De klachten zijn (over het algemeen) binnen een paar dagen verholpen en de melder wordt hiervan op de hoogte gebracht. Helaas is door BeVeR geconstateerd dat het doorgeven van klachten in het weekend slecht tot niet werkt terwijl gesteld wordt dat klachten 24 uur per dag, 7 dagen in de week kunnen worden aangemeld. Het doorgeven van klachten via het internet is vaak niet mogelijk:
U kunt uw melding (alsnog) doorgeven via de klachtentelefoon: Klachtenformulier niet beschikbaar Onze excuses voor het ongemak. Kan status van service niet opvragen. U kunt uw melding (alsnog) doorgeven via de klachtentelefoon: 0800-1545 . Onze excuses voor het ongemak.
Over de eerste 7 maanden van het jaar is dit probleem tijdens 10 weekends en in de week van Pasen en de meivakantie geconstateerd. Dit terwijl op de site van de Gemeente Rotterdam1 vermeld wordt dat klachten 24 uur per dagen, 7 dagen in de week kunnen worden doorgegeven. Na de eerste signalering door BeVeR naar Gemeentewerken over de onbereikbaarheid van het klachtenformulier, is het formulier vaker bereikbaar in het weekend, maar nog steeds niet continu. Uiteraard vereist een website ook het noodzakelijke onderhoud. Toch moet het voor burgers mogelijk zijn klachten door te geven en dient onderhoud zo kort mogelijk te duren (zeker niet een heel weekend) en plaats te vinden op momenten dat het gebruik minimaal is. Klachten kunnen ook worden doorgegeven via 0800 – 1545, hetgeen ook gemeld wordt op de website als het klachtenformulier buiten gebruik is. Deze alternatieve wijze van melden van problemen functioneert in het weekend echter niet vlekkeloos. Normaliter wordt men bij het melden van een klacht doorverbonden met de betreffende dienst. Daar kan men zijn klacht doorgeven en wordt deze keurig afgehandeld. Als bewijs ontvangt men een MSB nummer, wat betekent dat de klacht geregistreerd is. In het weekend zijn logischerwijs de diensten niet te bereiken (met uitzondering voor spoedeisende gevallen) en moet de klacht doorgeven worden aan de callcentermedewerkers. Bij telefonische klachtenmeldingen in het weekend ontvangt men geen registratienummer van het MSB systeem. Bovendien krijgt men geen afloopbericht als de klacht verholpen is. Het is dus de vraag in hoeverre de klachten worden doorgegeven en / of worden ingevoerd in het MSB systeem. Naar aanleiding van de geconstateerde problemen, heeft BeVeR medio 2007 de volgende adviezen uitgebracht naar Gemeentewerken, de dienst waaronder de klachtentelefoon c.q. het klachtenformulier ressorteert: Wat betreft de bereikbaarheid van het klachtenformulier luidt het advies van BeVeR: • De burger moet klachten 24 uur per dag, 7 dagen in de week door kunnen geven. Daarom moet ervoor gezorgd worden dat het klachtenformulier continu beschikbaar is; 1
http://www.rotterdam.nl/smartsite355002.dws?from=250002
•
Mocht het klachtenformulier tijdelijk niet bereikbaar zijn vanwege bijvoorbeeld onderhoud, communiceer dit dan duidelijk naar de burgers (bijvoorbeeld: ‘’wegens onderhoud is het klachtenformulier op 2 september tussen 03:00 uur en 07:00 uur buiten gebruik’’); • Pleeg onderhoud aan het systeem op tijden waarvan bekend is dat het gebruik minimaal is, zoals van 03:00 uur tot 07:00 uur in de ochtend. N.B. Bij deze laatste twee punten kunnen de sites van de Postbank en de Rabobank als voorbeeld dienen. Om de verwerking van klachten in het MSB systeem te verbeteren stelt BeVeR het volgende voor: • De callcenter medewerkers die na kantooruren bij de klachtentelefoon werken, moeten toegang krijgen tot het MSB systeem als de klachtentelefoon niet bezet is. Op deze wijze worden de klachten direct doorgegeven. Hierbij snijdt het mes aan twee kanten: de burger krijgt een MSB nummer heeft daardoor de zekerheid dat er aan zijn klacht gewerkt wordt en er een afloopbericht verwacht mag worden. Voor de medewerkers van de klachtentelefoon geldt dat als zij hun dienst beginnen ze geen achterstallig werk aantreffen. In een primaire reactie geeft Gemeentewerken aan de procedures omtrent het klachtenformulier op internet en de klachtentelefoon niet te willen wijzigen. Gemeentewerken meent dat de door BeVeR geconstateerde feiten onjuist zijn. Wel is er een aantal malen een storing geweest. Volgens Gemeentewerken kunnen klachten wel 24 uur per dag, 7 dagen in de week, worden doorgegeven via de klachtentelefoon en hebben de callcenter medewerkers wel degelijk toegang tot het MSB systeem. BeVeR was niet tevreden over de reactie van Gemeentewerken en heeft aangedrongen op overleg zodat één en ander mondeling toegelicht kan worden en een dialoog kan ontstaan. In dit overleg (van 5 november) heeft Gemeentewerken toegegeven dat er inderdaad wel eens iets mis gaat, maar niet zo vaak als BeVeR in haar advies stelt. Het klachtenformulier op internet is wel bijna altijd bereikbaar en de callcentermedewerkers hebben in het weekend wel toegang tot het MSB systeem. Inmiddels is de procedure (op eigen initiatief; GW) aangepast, omdat er toch af en toe iets fout gaat (het blijven toch computers). Bovendien is er een verbetering aangebracht doordat het nu mogelijk is foto’s bij de klachten te voegen. 4.1.3 Fietsenstallingen Er is een basisadvies opgesteld om problemen rondom fietsenstallingmogelijkheden aan te kaarten en oplossingen te suggereren. Dit basisadvies is het uitgangspunt om specifiek deelgemeentegericht advies uit te gaan brengen. Om dit advies specifiek te kunnen maken en naar de betreffende persoon / deelgemeente te sturen, heeft een aantal BeVeR’s bij verschillende deelgemeenten de stallingmogelijkheden van fietsen onderzocht. Tot nu toe is een specifiek advies naar de deelgemeente Delfshaven gestuurd In 2008 zal nog een aantal vergelijkbare adviezen verstuurd gaan worden. In de planning staan momenteel de deelgemeenten Feijenoord en Noord. In het collegeprogramma 2006 – 2010 wordt aangegeven dat de Gemeente Rotterdam het gebruik van de fiets in deze stad wil stimuleren voor zowel bezoekers als bewoners. Daarvoor worden nieuwe fietsroutes aangelegd en de kwaliteit van de huidige fietsroutes verbeterd. BeVeR is hier een voorstander van. Door toename van het fietsgebruik dient er in Rotterdam ook geïnvesteerd te worden in de bijbehorende voorzieningen zoals fietsenstallingen. In het plan is er echter naast het centrum van de stad weinig aandacht voor de andere deelgemeenten. De deelgemeenten stellen dat zij geen behoefte hebben aan extra stallingmogelijkheden. BeVeR is echter van mening dat er (ook) buiten het centrum te weinig mogelijkheden zijn om fietsen te stallen. Te denken valt hierbij aan OV locaties, zoals bijvoorbeeld bij de metro- en tramstations Delfshaven, Schiedamseweg, en Marconiplein in Delfshaven en Wilhelminaplein in Feijenoord. Hierdoor worden fietsen her en der in de openbare ruimte geplaatst wat een rommelig effect geeft. Dit zijn slechts een aantal voorbeelden; het gaat om een stadsbreed probleem.
In een aantal gevallen zijn er wel voldoende stallingmogelijkheden, maar zijn deze zodanig ingericht dat zij niet optimaal benut worden. Voorbeelden hiervan zijn de metrostations Coolhaven, Schiedamseweg en in Feijenoord het metrostation Wilhelminaplein. Fietsen worden gemakkelijk ergens neergezet, terwijl fietsbeugels een paar meter verderop leeg staan. Verplaatsing van de fietsbeugels kan een oplossing bieden voor zover dit ingepast kan worden in de buitenruimte. Een ander probleem is het onbekend zijn met de plaatsen waar een fiets veilig gestald kan worden.Niet alleen toeristen, maar ook Rotterdammers weten de fietsenstallingen niet altijd te vinden. Zij zetten hun fiets dan maar ergens neer, terwijl er soms op korte afstand een stallingmogelijkheid is. Om aan te geven waar fietsen gestald kunnen worden, zou er meer bewegwijzering moeten worden geplaatst. Daarnaast zouden de locaties waar fietsen gestald kunnen worden op metro- en tramkaarten als ook op de toeristische fietskaarten van de Gemeente Rotterdam aangegeven kunnen worden. Het advies van BeVeR luidt op hoofdpunten: • Creëer meer fietsenstallingmogelijkheden bij onder andere OV locaties buiten het centrum; • Richt bestaande fietsenstallingen in aangepast aan het parkeergedrag van de gebruikers; • Verbeter de veiligheid bij fietsenstallingen; o.a. door verbetering van en/of meer verlichting, maar ook door middel van toezicht (bijvoorbeeld m.b.v. camera’s); • Vergroot de bekendheid met de stallinglocaties, bijvoorbeeld door bewegwijzering naar de fietsenstallingen. 4.2 Vervolg adviezen In deze paragraaf wordt het vervolg op adviezen die in voorgaande jaren uitgebracht zijn weergegeven. 4.2.1 Defecte lang geparkeerde fietsen In 2006 heeft BeVeR Stadstoezicht geadviseerd over fietswrakken (defecte lang geparkeerde fietsen). Dit is een lastig onderwerp. Er is namelijk pas sprake van een fietswrak als het rijwiel minstens twee defecten heeft. Stadstoezicht dient deze wrakken eerst te stickeren zodat de eigenaar nog enige tijd heeft om dit “rijwiel” te repareren. Pas na deze wachtperiode kan een wrak uit de openbare ruimte verwijderd worden. In de stad staan een groot aantal fietsen gedurende een zeer lange periode geparkeerd terwijl ze geen of slechts een enkel defect hebben. Deze fietsen hebben blijkbaar geen eigenaar meer die zich erom bekommert of de fiets gebruikt. Maar deze fietsen nemen wel stallingmogelijkheden in beslag en verworden op lange termijn tot een echt fietswrak. Om juridische redenen kunnen deze fietsen niet uit het straatbeeld verwijderd worden. Dit onderwerp komt tijdens het periodieke overleg van BeVeR met Stadstoezicht steeds weer aan bod. Beide partijen zijn van mening dat deze zogenoemde weesfietsen aangepakt moeten worden, maar tot op heden is dit niet mogelijk gebleken. Wat betreft de fietswrakken is er de afgelopen jaren goed werk verricht. In 2006 zijn door Stadstoezicht en de Roteb meer dan 1000 fietswrakken in het Centrum verwijderd. Via diverse media is in oktober van dit jaar (2007) bekend geworden dat de genoemde diensten dit jaar meer dan 600 wrakken verwijderd hebben. 4.2.2 Efficiëntere inzet veegmachines Vorig jaar(2006) heeft BeVeR een advies naar de Roteb gestuurd over veegmachines, omdat BeVeR van mening was dat deze efficiënter kunnen worden ingezet. Het advies bevatte kortweg de volgende punten: • Het inzetten van twee of meer medewerkers vóór de veegmachines om het vuil voor de machine te vegen;
• •
De mankracht die ingezet dient te worden kan worden voorzien vanuit de Buurt Service Teams; Instrueer de BST-ers en de chauffeurs van de veegmachines met als doel tot een optimale samenwerking te komen; • Start met een pilot in het centrum. Na enige schriftelijke communicatie over en weer is in juni van dit jaar een gesprek tot stand gekomen tussen BeVeR en de Roteb in de persoon van R. van Altena, gebiedsmanager van de Roteb. BeVeR vindt dat het schoonheidsniveau van de stad naar een zo hoog mogelijk niveau getild moet worden, onder andere door efficiënter te werken. De Roteb zet de BST-ers wijkgericht in en wil daarmee de wijkgebondenheid bevorderen. De medewerkers van de Roteb worden overal ingezet en de wagens rijden door alle wijken heen. In het advies van BeVeR wordt voorgesteld om de BST-ers voor de wagens te laten lopen en het vuil naar de veegwagen te vegen. De Roteb geeft aan dat dit niet altijd gebeurt doordat de coördinator soms niet aanwezig is. Daarnaast rijden de veegmachines een bepaalde route en kunnen dus niet altijd daar worden ingezet waar het nodig is. Om de samenwerking binnen de Roteb te bevorderen is er wekelijks een gesprek tussen alle betrokkenen zoals mensen voor de planning, die zorgen voor menskracht en middelen. De communicatie is echter niet optimaal, iets dat intern aangepakt zal moeten worden (zie ook paragraaf 5.2). 4.2.3 Signaleren van structurele problemen schoon en heel Dit advies van december 2006 aan Gemeentewerken is in het vorige jaarbericht uitgebreid besproken. Het doel van het advies is om alle individuele klachten, ontvangen door de klachtentelefoon of gemeld via het klachtenformulier (internet), te analyseren om op deze manier structurele problemen in kaart te brengen. BeVeR heeft geadviseerd om de geregistreerde inhoudelijke gegevens van deze meldingen (over een lange periode) op een systematische wijze op te slaan in één database en gedetailleerd te analyseren. Op deze wijze kunnen structurele problemen gesignaleerd en opgelost worden. Door de persoonsgegevens van de melders niet in deze database op te slaan is ook de privacy van de burger gewaarborgd. BeVeR heeft op 2 februari 2007 een reactie gehad van Gemeentewerken. Volgens de dienst worden meldingen van klachten via de Klachtentelefoon en via het internet al sinds 1992 systematisch in één database opgeslagen. Hierdoor wordt er, aldus Gemeentewerken, tijdig gesignaleerd of klachten incidenten zijn of structurele problemen. Daarnaast stelt de dienst dat als BeVeR wel structurele klachten constateert die ten onrechte als incidenten worden behandeld we dit aan Gemeentewerken kunnen doorgeven. Voor BeVeR was deze reactie niet afdoende omdat er geen enkel bewijs geleverd is dat er actief op structurele problemen geanalyseerd wordt. Het lijkt er op dat de bewijsvoering bij BeVeR gelegd wordt. Op 29 mei 2007 heeft BeVeR een brief naar Gemeentewerken gestuurd met daarin een verzoek tot een afspraak met de werkgroep om BeVeR te laten zien hoe de dienst het aanpakt. Gemeentewerken heeft in juli schriftelijk laten weten hier niet op in te willen gaan. De dienst is van mening dat informatie in de databases en wat de dienst hiermee doet een interne aangelegenheid is en men wil hierover niet met BeVeR spreken. Uiteraard was BeVeR teleurgesteld door deze reactie van Gemeentewerken omdat het doel van BeVeR is om door middel van een positieve dialoog de dienstverlening van Gemeentelijke diensten aan de Rotterdamse burgers te verbeteren. Diensten moeten adviezen van de werkgroep niet als vijandig beschouwen, maar als een handreiking. Door toedoen van de Directie Veilig heeft de werkgroep uiteindelijk een uitnodiging gekregen van Gemeentewerken om te komen praten over het advies (zie ook paragraaf 4.2.3). Gemeentewerken heeft in dat gesprek (november 2007) aangegeven dat alle meldingen al worden opgeslagen. Er kan nu al van alles met het systeem geanalyseerd worden, bijvoorbeeld in een bepaalde tijdsperiode of straat. Bij Gemeentewerken is men nu bezig met het invoeren van een elektronische stadsplattegrond zodat plaatsen zichtbaar worden waar problemen zich vaak voordoen, waar werkzaam-heden verricht worden en waar een klacht gemeld is. Voor burgers kan dit handig zijn; zoals te
weten wat er in een bepaalde buurt gebeurd en te kunnen zien dat een buurman een bepaalde klacht al heeft aangemeld. Binnenkort is het ieder geval mogelijk foto’s bij de klachten op internet te voegen (zie ook paragraaf 5.3). 4.2.4 Verbetering van de dienstverlening en veiligheidsgevoelens in het OV In het najaar van 2006 heeft BeVeR de RET geadviseerd op het gebied van verbeteren van de dienstverlening en de veiligheidgevoelens in tram en metro. BeVeR heeft geconstateerd dat de metrostellen vooral op de Calandlijn, regelmatig ernstig vervuild zijn. Zowel aan de binnen- als buitenkant wordt veel graffiti aangetroffen en tevens worden de metrotoestellen ontsierd door zwerfvuil. De veiligheidgevoelens van de reizigers worden hierdoor negatief beïnvloed. Om dit probleem te verhelpen heeft BeVeR geadviseerd om het zwerfvuil voor het begin van elke nieuwe rit (d.w.z. bij het begin c.q. vertrekpunt) te verwijderen. Door de metrotoestellen structureel schoon te maken wordt voorkomen dat de metro’s bevuild worden door zwerfvuil en graffiti. De RET vindt de vervuiling een groot probleem en dat blijkt uit de klantenbarometer. De RET probeert met man en macht de vervuiling tegen te gaan, maar de mensen, de klanten, maken er puinhoop van. De vloeren van de metro’s worden elke avond aangeveegd. Een keer in de maand krijgen ze een sopje. Maar het is eigenlijk dweilen met de kraan open. Om de metro’s schoon te houden heeft de RET Topscore ingehuurd. Zij maken niet alleen de perrons schoon, maar lopen ook door de metro’s om het losse vuil op te halen. Het BeVeR advies om consequent bij het begin/eindpunt van de metro in de rijtuigen het vuil te verwijderen, kan de RET niet opvolgen. Dit gaat ten koste van de rijtijden. De RET heeft een contract met de Gemeente waarin onder andere staat dat, behoudens onvoorziene omstandigheden, er om de zoveel tijd een metro rijdt. Verder geeft de RET voorlichting op scholen om vervuiling te voorkomen. Er is onduidelijkheid over de inzet van trams met een verlaagde instap op de trampluslijnen. Men weet nooit van tevoren of er een tram met verlaagde instap (een zogenaamde Citades) komt. Op de trampluslijnen zou dat altijd een Citades moeten zijn. Dit is toegezegd bij de ontwikkeling van deze lijnen. Helaas heeft dit type tram nog een aantal problemen en is de RET druk met de leverancier in de weer om deze problemen op te lossen. Er zijn 53 nieuwe trams in bestelling en over een paar jaar hoopt de RET geen trams met hoge instap meer in Rotterdam te hebben. Om het gebrek aan nieuwe rijtuigen op te vangen worden oude en nieuwe trams om-en-om ingezet. De RET heeft de gehandicaptenorganisatie MEE van dit euvel op de hoogte gesteld. Het is heel vervelend voor oudere en gehandicapte reizigers, vooral als deze (bijvoorbeeld met rolstoel) door het ontbreken van een verlaagde instap niet met de tram mee kan. Om dit te voorkomen heeft BeVeR geadviseerd om alleen nieuwe tramstellen in te zetten op de trampluslijnen. Mochten er onverhoopt geen of onvoldoende nieuwe tramstellen voorhanden zijn, dan zou dit moeten worden aangegeven door middel van de reizigersinformatie bij de haltes.
Helaas is het niet mogelijk om de reizigers vooraf te waarschuwen met behulp van de elektronische displays bij de haltes. Het systeem is gebaseerd op een contact met de tram en de oude trams zijn niet op dit systeem aangesloten. Wegens de resterende levensduur van de oude trams is aanpassen economisch niet zinvol. Voorts heeft BeVeR opgemerkt dat (met name) trambestuurders tijdens het rijden vaak zitten te bellen, praten met collega’s of eten. Dit gedrag lijkt steeds vaker voor te komen. Dit gaat volgens BeVeR ten koste van de veiligheid. Positief is dat de bestuurders vaak sociaal zijn ten opzichte van de reizigers; zij wachten bijvoorbeeld als iemand aan komt rennen om de tram te halen. Volgens BeVeR moet het toch mogelijk zijn om binnen de kaders van veiligheid en klantvriendelijkheid een middenweg te vinden? Het advies is tweemaal besproken met de RET. Het eerste gesprek is op 27 maart met de heer D.J. Vossers (directiesecretaris / -adviseur) geweest en het tweede op 8 oktober met de heer E. Broersma (gebiedsmanager veiligheid). Zie hiervoor ook paragraaf 5.4. Tijdens het eerste gesprek is ook het advies van BeVeR uit 2003 met betrekking tot het verplaatsen van haltes aan de orde geweest. Nogmaals wordt door BeVeR uitgelegd dat de verplaatsing van de tramhalte “Station Lombardijen” als voorbeeld gediend heeft om aan te geven hoe het niet moet. De RET zegt dat zij weinig of geen invloed hebben op de locatie van bus- en tramhaltes. Dit is overwegend een zaak van de overheid, die beslist. De RET is wel betrokken bij de ontwikkeling van de haltes en overlegt dan ook met betrokkenen, zoals politie, gemeentewerken en (Deel)gemeente. 4.2.5 Collegeprogramma 2006 In het najaar van 2006 heeft BeVeR haar visie op het collegeprogramma 'Perspectief voor iedere Rotterdammer' naar B&W gestuurd. BeVeR heeft eveneens geadviseerd over de begroting voor 2007. Vooral de voornemens op de gebieden veiligheid, beheer buitenruimte en burgerparticipatie werden aan een kritische blik onderworpen. In het voorjaar van 2007 heeft B&W in een uitgebreide brief gereageerd op onze vragen en opmerkingen. Het College deed deze reactie voorafgaan door een compliment aan BeVeR over de uitgebreide adviezen die 'ons meer inzicht (geven) in wat verkeerd of gesmeerd loopt in Rotterdam'. B&W voegden daar het verzoek aan toe dat BeVeR haar activiteiten continueert – een verzoek dat wij graag ingewilgd hebben. Inhoudelijk valt het volgende op. In de beantwoording van de BeVeR suggesties betreffende vroegtijdig betrekken van burgers bij beleidvoornemens, verwijst het College voornamelijk naar de nieuwe initiatieven 'Rotterdam Idee' en 'Groene Duimen'. Dit zijn zonder twijfel sympathieke en praktische middelen om de rijkdom aan suggesties van bewoners te honoreren en verwezenlijken. Echter, de reikwijdte blijft beperkt: financieel, in de tijd, en ruimtelijk. Bovendien beperkt dit zich tot het belonen van actieve burgers die een – kleinschalig – idee hebben dat past binnen het beleid zoals dat al vorm heeft gekregen. Bij een 'werkelijk burgergerichte houding van overheid en diensten' zoals BeVeR heeft aanbevolen, dient gedacht te worden aan bredere en langjarige beleidsprioriteiten en -afwegingen waarbij in een vroeg stadium (!) de knowhow van burgers wordt benut door een overheid die zelf de burgers opzoekt. De verwijzing naar de WAPS (wijkactieprogramma sociaal) is een overtuigender voornemen op het gebied van coproductie van beleid, evenals burgerparticipatie in het kader van de implementatie van de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning). Zowel in de 'zachte' als de 'harde' sector kan het actief en tijdig bevragen van burgers tot beleid leiden dat maatschappelijk gedragen, duurzaam en efficiënt is. Het College blijkt de zorgen van BeVeR met betrekking tot preventief fouilleren en (met name) cameratoezicht niet te delen – zorgen om de inbreuk op de privacy van burgers enerzijds en de werkelijke effectiviteit (afgezet tegen de kosten) anderzijds. Daarentegen reageerden B&W wel positief op suggesties betreffende veilig openbaar vervoer, fietsvriendelijkheid van de stad, en voorkoming van radicalisering en extremisme. Een aantal vragen van BeVeR bleven onbeantwoord; zoals naar voorbeelden/voornemens op het gebied van uitwisseling van “good practices” en burgerparticipatie in een vroegtijdig stadium (van beleidsvorming) op de gebieden schoon, heel en veilig. Ook op de suggestie om aan het einde van het jaar bij “dreigende financiële onderuitputting” alsnog budget ter beschikking te stellen voor de realisatie van door burgers voorgestelde kleinschalige projecten (en die financieel niet passen binnen Rotterdam Idee) is geen schriftelijk antwoord gekomen. Uit mondelinge contacten tussen BeVeR’s en verte-
genwoordigers van de gemeente blijkt dat er dikwijls wel een positieve grondhouding bestaat ten opzichte van een aantal BeVeR ideeën, maar dat deze toch niet opgepakt worden. Soms lijkt het er op dat men al snel de pogingen opgeeft om een 'probleem- en oplossingseigenaar' te vinden voor de door BeVeR aangekaarte suggesties. Herhaling van vragen op papier wordt onzerzijds als bureaucratische tijdverspilling beschouwd; een open gesprek met betrokken (in twee betekenissen) diensten lijkt ons een effectievere manier waarop de gemeente baat kan hebben bij de ervaringen en inzichten van de BeVeR groep. 4.2.6 Vervuiling Bosdreef Sinds 2005 is BeVeR bezig met de situatie rondom de Bosdreef in de Deelgemeente Kralingen-Crooswijk, waarover ook in voorgaande jaarberichten geschreven is. Vastgesteld is dat er rondom de Bosdreef, in het Kralingse Bos, op bepaalde delen sprake is van een ongeordend geheel van schuurtjes, caravans en vuilnis. Het geheel ziet er slordig en lelijk uit; het maakt een verpauperende indruk. Ondertussen heeft BeVeR regelmatig contact met de Deelgemeente gehad over de ontwikkelingen rondom de structuur Bosdreef. Door de deelgemeente is in 2005 aangegeven dat het een complex juridisch probleem betreft waarbij veel partijen betrokken zijn. Op dat moment kon men weinig zeggen over de voortgang, maar BeVeR zou op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen. In augustus 2006 is BeVeR geïnformeerd over de voortgang bij het achterhalen van de eigenaren van de diverse bebouwingen, Tevens werd meegedeeld dat er gewerkt wordt aan een plan van aanpak dat zal worden voorgelegd aan het dagelijks bestuur van de deelgemeente. Helaas is er sindsdien niets meer vernomen en zijn de problemen nog steeds niet verholpen. Daarom heeft BeVeR in april 2007 een brief gestuurd naar de wijkregisseur van het Kralingse Bos, deelgemeente Kralingen-Crooswijk met de volgende vragen: • Is er al een oplossing, c.q. iets besloten met betrekking tot het ongeordende geheel van schuurtjes, caravans en vuilnis aan de Bosdreef? • Wat zijn de plannen voor de toekomst ten aanzien van de aanpak van dit ongeordende geheel? Van de wijkregisseur uit Kralingen-Crooswijk hebben wij in juni vernomen dat er inmiddels veel gecorrespondeerd is met verschillende partijen, onder andere de NS en Prorail, maar dat nog steeds geen actie ondernomen kan worden Het DB moet eerst een plan van aanpak goedkeuren. Tevens is men druk in de weer geweest met veranderingen binnen de organisatie van de deelgemeente. Hierdoor zijn zaken blijven liggen die overgedragen moesten worden. Ook is er een nieuwe portefeuillehouder. In juli van 2007 is de wijkregisseur samen met de portefeuillehouder ter plaatse gaan kijken en beiden zijn van mening dat er iets aan gedaan moet worden. Afgesproken is dat er na een half jaar weer contact met BeVeR opgenomen wordt met betrekking tot de vorderingen.
5.
Structureel overleg en samenwerking
5.1 Stadstoezicht Het overleg, twee maal per jaar, tussen BeVeR en de directie van Stadstoezicht (STZ) is inmiddels een goede “traditie” geworden. Daarnaast zijn informele contacten tussen individuele BeVeR's op straat met uitvoerders van de dienst onmisbaar, maar deze dienen te passen binnen de afspaken in het overlegkader. Ten behoeve van de gesprekken tussen BeVeR en STZ wordt vooraf een agenda en achteraf een verslag opgesteld, zodat afspraken vastliggen en controleerbaar zijn. In 2007 vonden de gesprekken plaats op 14 februari en 3 september. Een punt van gedeelde zorg is de aanpak van de “weesfietsen” en andere fietsen die in de weg staan, maar officieel geen wrakken zijn. De regels waaronder de gemeente fietsen mag losknippen en verwijderen, zijn tamelijk streng en worden strikt nageleefd. Het onterecht verwijderen dient voorkomen te worden en er is een plicht tot registratie en tijdelijk bewaren van weggehaalde fietsen, zodat de eigenaren de mogelijkheid hebben hun fiets alsnog op te halen. Tegelijkertijd is er nog steeds een groot gebrek aan plaatsen om een fiets te stallen, zeker in het centrum. Iedere halfkapotte of “vergeten” fiets die een plaats inneemt aan een paal of hek, roept ergernis op bij andere Rotterdammers die hun rijwiel ter plaatse weg willen zetten. Bovendien leveren lukraak geplaatste en/of verwaarloosde fietsen een rommelig en onveilig straatbeeld op. Na verloop van tijd veranderen deze fietsen tot 'echte' wrakken en kunnen dan uiteindelijk alsnog weggehaald worden. Na de eerstkomende wijziging van de APV zal de gemeente meer mogelijkheden hebben om – althans op bepaalde plaatsen – achtergelaten of overlastgevende fietsen weg te halen. In 2007 heeft het succesvolle samenwerkingsproject van STZ, ANWB en BeVeR met betrekking tot de rijwielhulpkist een vervolg gekregen. Bij een aantal fietsenstallingen, o.a. de Binnenrottemarkt, kunnen fietsers gebruik maken van een gereedschapskist om zelf kleine reparaties uit te voeren. Er zijn in 2007 bij drie andere bewaakte fietsenstallingen eveneens rijwielhulpkisten geplaatst. Een andere ontwikkeling die kan bijdragen aan vermindering van overlast en gevaarlijke situaties op straat, is de invoering van de bestuurlijke boete. Nu de Eerste Kamer daarmee heeft ingestemd (december 2007), kan in Rotterdam een start worden gemaakt met de uitbreiding van de bevoegdheden van de toezichthouders c.q. interventiemedewerkers. De dienst start ermee in overleg met deelgemeenten, politie en het OM. BeVeR heeft STZ aangeboden ‘mee te denken’ over o.a. de uitwisseling van good practices tussen bijvoorbeeld de verschillende deelgemeenten. Ook kunnen we desgewenst een rol spelen bij de voorbereiding van publieksvoorlichting. 5.2 Roteb Naar aanleiding van een aantal door BeVeR uitgebrachte adviezen aan de Roteb is er in het voorjaar een eerste overleg geweest (zie ook paragraaf 4.2.2) tussen BeVeR en de Roteb. De gesprekspartner van de Roteb was de gebiedsmanager Noord, de heer Van Altena. Het concrete advies waar het gesprek over ging betrof het BeVeR advies over efficiënter inzetten van veegmachines. Tijdens dit gesprek zijn eerst over en weer standpunten uitgewisseld met betrekking tot de adviezen die BeVeR uitbrengt. Het BeVeR advies over het efficiënter inzetten van veegmachines is in paragraaf 4.2. al beschreven. Tevens is er een uitvoerige uiteenzetting gegeven over de werkwijze van de Roteb en de inzet van de medewerkers die in een groot aantal gevallen afkomstig zijn van SoZaWe voor een opleidings- en werkervaringstraject. Per deelgemeente is er één aanspreekpunt (voorheen meerdere), wat de coördinatie vergemakkelijkt. De Roteb heeft twee taken: het schoonmaken van de stad en het zijn van een banengenerator. Er wordt zes dagen per week gewerkt van 7:00 uur tot 22:00 uur. Daar komt de inzet voor de evenementen en markten nog bovenop. De Roteb zit (medio 2007) op 80% van de gewenste bezetting. Reiniging is duur en daarom wordt constant gezocht naar efficiënte werkwijzen. Er worden prestatieafspraken met de opdrachtgevers (o.a. de deelgemeenten) gemaakt, maar de wijze van werken is de verantwoordelijkheid van de Roteb zelf. Op basis van de waardering voor schoon volgens de zgn. “productnormering” is het de afgelopen jaren schoner geworden in Rotterdam.
Een ander onderwerp dat aan de orde gekomen is is de klachtenlijn. De vraag is of de Roteb de meldingen goed door krijgt en wat wordt gedaan met “structurele problemen”, t.w. klachten die steeds terugkeren? Op basis van de schouwpunten per wijk wordt geanalyseerd wat er goed gaat en wat niet. Deze resultaten worden teruggekoppeld naar de opdrachtgevers / deelgemeenten en meegenomen in een jaarplan. De aanpak van structurele problemen ligt bij Gemeentewerken; de Roteb wordt alleen ingehuurd om actuele problemen te verhelpen. In de genoemde rapportages wordt geprobeerd structurele zaken in kaart te brengen en hierover aanbevelingen te doen in de richting van de opdrachtgevers. Dit eerste gesprek tussen Roteb en BeVeR is door beide partijen zeer positief gewaardeerd. Op basis daarvan is afgesproken het overleg een structureel karakter te geven. Deze vorm van overleg geeft de Roteb de gelegenheid uitleg te geven over haar werkzaamheden. Voor BeVeR is dat van belang in verband met uit te brengen adviezen. In een tweede overleg (najaar 2007) is het volgende besproken. Er is een spanningsveld tussen de diverse instanties. De deelgemeenten willen een maximale inzet van de Roteb tegen zo laag mogelijke kosten. De adviezen van BeVeR op dit gebied zijn voor de Roteb zinvol enerzijds omdat BeVeR meedenkt over betere werkwijzen, maar ook omdat BeVeR diverse contacten heeft binnen de Gemeente. Het probleem van de vuilniszakken die door meeuwen en ratten opengemaakt worden, waardoor afval zich in de straten verspreiden kan, is hardnekkig. Nog vroeger ophalen van de vuilniszakken zou leiden tot nog vroegere begintijden van de Rotebmedewerkers hetgeen niet haalbaar is. Bovendien stellen bewoners de daarmee gepaard gaande geluidsoverlast in de vroege ochtenduren niet op prijs. Een mogelijke oplossing is te vinden in het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers in de wijken waar dit nog niet heeft plaatsgevonden. Een voorstel hiervoor ligt bij het College van B&W. De vaak overvolle vuilnisbakken bij metro- en tramhaltes zijn sinds de verzelfstandiging van de RET de verantwoordelijkheid van de RET. De Roteb heeft aanvullende afspraken willen maken met de RET om frequenter schoon te maken. Tot nu toe zonder resultaat. Het afval dat blijft liggen (in zijstraten) na de markt is een ander probleem waar BeVeR al geruime tijd mee bezig is. Hoewel de wind hier de grootste veroorzaker van is, blijft het van groot belang Rotterdam schoon te houden. De kooplui zijn verplicht zelf hun afval mee te nemen maar dit gebeurt slecht. Stadstoezicht dient hierop te controleren en kan hiervoor de hulp van een marktmeester inroepen. Er zijn wel containers op de markt geweest, maar deze werden platgereden of de marktkooplui gooiden hun afval erin. De Roteb krijgt van STZ de opdracht om het marktplein schoon te maken. Dit zijn goede afspraken en betreft een afgebakend gebied rondom de markt (kan niet oneindig zijn). Het schoonmaken door de Roteb vindt plaats nadat STZ en de marktmeester hun ronde hebben gelopen; echter daarna wordt er vaak nog veel afval ‘‘gedumpt’’. Daarnaast blijft de zondag een lastige dag. Bovendien spelen houding en gedrag van de leidinggevende Roteb medewerker een grote rol. Op dit moment is er geen passende oplossing. Wel moet opgemerkt worden dat het aantal klachten over het schoonmaken van de markt de afgelopen jaren sterk verminderd is. Wat betreft de evenementen in Rotterdam is een soortgelijk probleem te onderkennen. Afval blijft vaak geruime tijd liggen en komt (onder andere door de wind) in de omliggende straten terecht. Bij evenementen zijn niet altijd de organisatoren verantwoordelijk, waardoor het lastig is om dit probleem aan te pakken. Altijd maakt de Roteb de boel met man en macht schoon; tevens trekt deze dienst aan de bel bij de deelgemeente in situaties van opvallende vervuiling. Op strategisch niveau is er overleg geweest met de directie van de Roteb in de persoon van de heer Jäger. De inzet van het gesprek was de samenwerking te evalueren en de aanpak van langdurige knelpunten te bespreken. De Roteb geeft aan dat BeVeR de ogen en oren van burgers zijn en wil daarom graag feedback van BeVeR krijgen. Zowel BeVeR als de Roteb zijn van mening dat het een utopie is dat Rotterdam ooit helemaal schoon zal zijn. De inzet van de medewerkers van de Roteb om de stad aantrekkelijk te maken wordt geprezen. Vastgesteld is dat door het structurele overleg, dat in 2007 vorm gekregen heeft, er over en weer een beter begrip ontstaan is. De volgende knelpunten zijn besproken: • Zwerf/waaivuil na markten en evenementen. Het blijkt dat buiten de gebieden die in het kader van het evenement schoon gemaakt worden nog concentraties vuil aanwezig zijn. De wind speelt hier-
•
•
•
bij een grote rol. De Roteb geeft aan dat zij graag alles schoon willen maken, mits zij weten waar. Afgesproken wordt dat BeVeR (in samenwerking met de SBR) een selectie zal maken van evenementen waarbij omwonenden via hun bewonersorganisaties gevraagd zullen worden aan te geven in welke gebieden het waaivuil terecht komt. De Roteb zal het schoonmaakplan op basis van de verkregen informatie aanpassen; Bedrijfs- en horeca-afval dat in het weekend buiten blijft staan (voornamelijk in het centrum). Dit veroorzaakt veel overlast en vervuiling, o.a. doordat meeuwen zakken open pikken. Vanuit de Roteb wordt aangegeven dat het beleid voor bedrijfsafval is dat dit afval door de bedrijven opgeslagen wordt in afgedekte containers. Bedrijven zijn vrij in de keuze voor hun afvalinzamelaar en daardoor zijn er meerdere partijen die het bedrijfsafval inzamelen. Roteb zal voor het deel waarbij zij invloed heeft op deze bedrijfsafvalinzameling onderzoeken of betere afstemming met de andere partijen mogelijk is. Daarnaast wordt gemeld dat recent de aftrap heeft plaatsgevonden voor de afronding van de containerisatie in de stad. Hierdoor zullen ook in de laatste wijken binnen 2 jaar de zakken vervangen worden door ondergrondse containers. Het plaatsen van ondergrondse containers roept altijd weerstand op bij de direct omwonenden. Daarom roept de Roteb de hulp in van BeVeR om tot het aanwijzen van plaatsen, waar de containers het beste geplaatst kunnen worden, te kunnen komen. BeVeR stemt hierin toe en gaat samen met de SBR bewoners activeren om hierover mee te denken; Het schoonmaken van afvalbakken op RET terrein. Voor burgers is het onbegrijpelijk dat de Roteb de papierbakken van tram- en bushaltes niet leegt tijdens haar routes en dat niet overal geveegd wordt. De Roteb is niet verantwoordelijk voor de afvalbakken op RET terreinen, Een positieve ontwikkeling is dat de RET en Roteb in overleg zijn om te komen tot afspraken met betrekking tot het reinigen tussen de rails, bij de perrons en het ledigen van papierbakken. Tevens wordt er ook nagedacht hoe vandalisme voorkomen kan worden. De daardoor te besparen schoonmaak en reparatiekosten kunnen dan besteed worden aan het schoonhouden van de stad. De resultaten zullen worden teruggekoppeld naar BeVeR; Schouwen en productnormering. Samen met de diensten en deelgemeente schouwen burgers aan de hand van de productnormering. Hierdoor ontstaat een algemeen beeld betreffende schoon en heel bij de schouwpunten. Deze vorm van schouwen betreft slechts een klein deel van een totale wijk. BeVeR is voorstander om door het jaar de hele wijk te schouwen. In een aantal wijken gebeurt dit maar niet overal in de stad. BeVeR gaat het breed schouwen de komende tijd promoten naar de bewonersorganisaties. De Roteb ondersteunt dit op voorwaarde dat de huidige schouwpunten gehandhaafd blijven en ook meegenomen worden omdat deze de basis vormen voor het rapportagesysteem waarmee verantwoording aan het bestuur afgelegd wordt.
5.3 Gemeentewerken Een aantal aan Gemeentewerken uitgebrachte adviezen heeft geresulteerd in een eerste overleg van BeVeR met deze gemeentelijke dienst (zie ook paragraaf 4.1.2. en 4.2.3). Eerder had BeVeR afwijzende reacties op een aantal adviezen gekregen en daarom waren deze reacties het eerste onderwerp van gesprek. Deze adviezen omvatten onder andere de dienstverlening naar de burgers die naar het oordeel van BeVeR op een aantal punten tekortschiet. BeVeR heeft daarom voorstellen gedaan waarmee deze dienstverlening verbeterd kan worden. Gemeentewerken stelt zich helaas op het standpunt dat onze adviezen de interne bedrijfsvoering raken en dat BeVeR zich daar niet mee te bemoeien heeft. Deze stellingname betreuren wij; maar ten behoeve van de wens om tot beter overleg en begrip over en weer te komen is dit discussiepunt niet op de spits gedreven. Ook bij Gemeentewerken leeft de behoefte aan structureel overleg met BeVeR waarin o.a. de uitgebrachte adviezen aan de orde zullen komen. Een inhoudelijk onderwerp dat aan de orde is geweest is de overlast door werkzaamheden van aannemers. Aannemers laten vaak restmaterialen (troep) liggen. Voor mensen in een rolstoel is het vervelend als er een steiger midden op het trottoir staat. Dan vraagt men zich af of dit zo maar mag en waarom Gemeentewerken dit toestaat. Vanuit de dienst wordt aangegeven dat het soms inderdaad niet anders kan; er moet immers ook gewerkt worden in de stad. Hoewel de overlast voor de burgers zoveel mogelijk beperkt dient te worden ontstaan er toch situaties die noodgedwongen geaccepteerd moeten worden en daardoor overlast veroorzaken.
Deze overlast situaties worden zo kort mogelijk gehouden. Het gebeurt inderdaad dat een aannemer zijn steiger zomaar ergens neerzet zonder vergunning. Gemeentewerken moet zo’n situatie beoordelen en eventueel legaliseren. In Rotterdam zijn Gemeentewerken, Stadstoezicht en Gemeentebelastingen een gezamenlijk optreden aan het voorbereiden. De deelname van Stadstoezicht hierbij is cruciaal omdat deze dienst de enige is die bestuursdwang mag toepassen. De dienst Gemeentebelastingen is hierbij de innende instantie. Aan het einde van het jaar zal een proefperiode (met last onder dwangsom) plaatsvinden in het Laurenskwartier. Als de aanpak succes heeft, wordt deze uitgebreid over het centrum en daarna verder over de stad. Indien nodig kan ook direct ingegrepen worden. 5.4 RET Voor het eerst heeft BeVeR met de RET op managementniveau overleg gevoerd en wel op 8 oktober met de heer E. Broersma (gebiedsmanager veiligheid). In dit gesprek is het BeVeR advies ten aanzien van de verbetering van de dienstverlening en veiligheidsgevoelens in het openbaar vervoer aan de orde gewest. Het gesprek heeft op onderdelen meer duidelijkheid gegeven met betrekking tot de problemen waarmee de RET worstelt. Vervuiling van tram en metro Vervuiling is een groot probleem hetgeen ook blijkt uit de klantenbarometer. Mensen, de klanten, maken er een puinhoop van. Het standaard schoonmaakregime (zie paragraaf 4.2.4) is vaak onvoldoende. Bij ernstige vervuiling wordt, indien mogelijk, het metrorijtuig tussentijds uit de dienstregeling gehaald en krijgt deze een extra schoonmaakbeurt. Op de metrostations wordt alleen de gratis krant Metro verspreid. Hiervoor betaalt deze gratis krant een bedrag aan de RET waardoor de RET in staat is Topscore in te huren om het losse vuil op zowel de perrons als in de metrorijtuigen op te ruimen. Het plaatsen van prullenbakken in de metro is van wege het brandgevaar geen optie. De RET is bezig met het ontwikkelen van zogenaamde “cleanteams” die de metrostellen ook tijdens de ritten schoonmaken, zodat de burger deze schoonmaakactiviteiten ziet en minder geneigd zal zijn rommel in de metro achter te laten. Dit is echter erg kostbaar. Daarnaast geeft de RET voorlichting op scholen om vervuiling en agressie te voorkomen. De camera’s geplaatst in bus, tram en metro en de metrostations (de RET heeft nu zo’n 1000 camera’s in Rotterdam) hebben ook een preventief effect. Klachten Binnen de RET bestaat een klachtenafdeling, maar hier komt vaak maar één klacht per week binnen. Hierdoor krijgt de RET weinig voeding. In overleg met de directie Veiligheid wordt naar een oplossing gezocht zodat meer klachten ontvangen worden. Een oplossing zou kunnen zijn dat de klachten met betrekking tot de RET, die via de klachtentelefoon binnenkomen, direct naar de RET worden doorgespeeld. De RET stelt het op prijs dat BeVeR vanuit haar kennis en ervaring een bijdrage wil leveren om de veiligheid in het Openbaar vervoer te verbeteren. 5.5 Directie Veiligheid Van oudsher is de Directie Veiligheid het eerste aanspreekpunt voor BeVeR in de richting van het bestuur. Daartoe wordt een aantal keren per jaar overleg gepleegd over de gang van zaken bij BeVeR.
Het betreft onderwerpen als voortgang van de adviezen, contacten met bestuurders en de waarderingssubsidie. Ook geplande (maar nog niet in uitvoering zijnde) activiteiten worden in alle openheid aan de orde gesteld. De gemeentelijke ontwikkelingen komen nog onvoldoende aan bod maar de wederzijdse behoefte aan informatie uitwisseling is groeiende. Zo is er in het najaar een discussie over de Rotterdamse VeiligheidsIndex geweest. Deze discussie heeft nogmaals duidelijk gemaakt dat de VeiligheidsIndex ’n maat geeft voor de veiligheid van de stad, deelgemeenten en de individuele wijken. Omdat er gewerkt wordt met subjectieve en objectieve gegevens (die voor respectievelijk 2/3 en 1/3 deel meetellen in de eindscore) kan niet gesproken worden over een absoluut cijfer. Wel geeft de VeiligheidsIndex de verbeteringen en verslechteringen in de tijd weer. De oorzaken van die veranderingen moeten uitgezocht worden op basis van de detailgegevens op wijkniveau. Hetzelfde geldt ook voor de te nemen maatregelen om tot verbeteringen te komen. Hiermee is de VeiligheidsIndex een zeer nuttig ondersteunend element om de veiligheid in de stad naar een hoger niveau te tillen. Hierbij tellen de veiligheidsgevoelens van de burgers in hoge mate mee in het subjectieve meetgedeelte van de VeiligheidsIndex. Een vergelijk met andere steden op basis van de VeiligheidsIndex gaat helaas niet op omdat andere grote steden hun eigen methoden voor het vaststellen van de (on)veiligheid hebben ontwikkeld. Positief in dit verband is dat er wel een actie loopt om tot een gezamenlijke vragenlijst voor het bevragen van bewoners te komen zodat er beter vergeleken kan worden. 5.6 Centrumraad Naar aanleiding van enige onduidelijkheid en miscommunicatie, heeft BeVeR op 13 september een gesprek gehad met de heer J. Struijlaard en de heer J. Janssens, respectievelijk voorzitter en portefeuillehouder buitenruimte van de Centrumraad. De heer Struijlaard geeft aan blij te zijn met een organisatie als BeVeR die positief bijdraagt aan een schoon, heel en veilig Rotterdam. De meldingen over vuil, kapot straatmeubilair en onveilige situaties, die voornamelijk door de heer Pols worden gedaan, worden gecheckt op de mogelijkheid verbeteringen aan te brengen en één van de ambtenaren rapporteert hierover terug. Dit antwoord bestaat uit ‘’uitgevoerd’’ of ‘’niet uitgevoerd’’. Afgesproken is dat de Centrumraad bij een negatief antwoord (“niet uitgevoerd”) aangeeft waarom zaken niet gedaan kunnen worden zodat onnodige herhalingsmeldingen achterwege kunnen blijven. BeVeR heeft reguliere contacten met gemeentelijke diensten waarbij de gebreken op het gebied van schoon, heel en veilig aan de orde worden gesteld. Dat betreft ook de gebreken in het centrum. Omdat deze gebreken ook gemeld kunnen zijn bij de Centrumraad is afgesproken dat waar dit aan de orde is de Centrumraad op de hoogte wordt gesteld van de gesprekken met de gemeentelijke diensten voor zover het gebreken in het centrum van de stad betreft. Zoals gezegd kunnen niet alle gebreken verholpen worden om uiteenlopende redenen. Samenwerking tussen BeVeR en de Centrumraad met betrekking tot deze onderwerpen kan dan uitkomst bieden omdat BeVeR in overleg met de betrokken gemeentelijke dienst aan een mogelijke oplossing kan werken. Afgesproken is om iedere 3 maanden te overleggen naar aanleiding van de ‘’niet uitvoerbaar’’ lijst en gezamenlijke vervolgacties af te spreken. 5.7 Burgerpanel Op het gebied van burgerparticipatie onderneemt en faciliteert Rotterdam steeds meer initiatieven. College, Raad en diensten onderkennen de meerwaarde van klantgericht werken en afstemming met bewoners. Een recent initiatief is de instelling van het Burgerpanel. In deze werkvorm buigen enthou-
siaste Rotterdammers zich over de gemeentelijke dienstverlening in de ruimste zin van het woord, en rapporteren hun bevindingen aan B&W. Gezien de gedeeltelijke overeenkomst met de doelstellingen van BeVeR lag een wederzijdse kennismaking voor de hand. Op 21 maart sprak een delegatie van BeVeR met de opbouwwerkers van SONOR die het Burgerpanel ondersteunen. Eén bewoner is van beide groepen lid en fungeert als 'linking pin'. Een verschil tussen beide groeperingen is dat BeVeR in de loop van de tijd een aantal vaste onderwerpen heeft opgebouwd, waarover geadviseerd wordt en regelmatig contact is met diensten en bestuurders, zoals veiligheid en beheer. Het Burgerpanel daarentegen kiest elke paar maanden een paar afgebakende items waarover steeds een groepje een concrete presentatie maakt. Behalve over de buitenruimte kan het ook gaan over bijvoorbeeld de gebruiksvriendelijkheid van de gemeentelijke website. Beide bewonersgroepen kunnen zich zeer wel over dezelfde problematiek buigen, zoals – in 2007 – de kwaliteit en kwantiteit van fietsenstallingen in het centrum en bij het Centraal Station. Afgesproken is dat men over en weer gebruik maakt van elkaars kennis en informatie. 5.8 SBR Vanaf het ontstaansmoment van het secretariaat van BeVeR is dit gehuisvest op dezelfde locatie als de SBR (Samenwerkende Bewonersorganisaties Rotterdam). Bovendien is de voorzitter van BeVeR tot medio 2007 bestuurslid van de SBR geweest. Samenwerken ligt dan voor de hand. De focus van beide organisaties is gericht op veiligheid en burgerparticipatie maar op een ander niveau. De SBR richt zich vooral op het stadsbestuur namens de bewonersorganisaties terwijl BeVeR zich meer richt op de gemeentelijke diensten en burgers. De beide organisaties vullen elkaar aan en daarover is afgesproken dit beter te gaan benutten. De afspraken die BeVeR eind van het jaar met de Roteb gemaakt heeft (zie 5.2) passen in dat kader en zullen het komende jaar de eerste resultaten gaan afwerpen.
6.
Activiteiten
Naast de adviezen, het structurele overleg en samenwerking heeft BeVeR zich met nog een aantal zaken bezig gehouden. Hieronder volgt een korte schets. 6.1 Jubileum In het verslagjaar bestond BeVeR 10 jaar. Voldoende reden voor een bescheiden feestje en tegelijkertijd een mooie aanleiding om een deel van de behaalde resultaten te laten zien. Op 3 mei hebben het jubileum gevierd. Als een van de hoogtepunten van die dag geldt de steptocht die BeVeR voor haar gasten heeft georganiseerd door de Rotterdamse binnenstad. De binnenstad heeft vanaf het begin veel aandacht van BeVeR gekregen omdat het centrum het visitekaartje van de stad is en daardoor veel aandacht trekt. Bovendien woont een groot deel van de leden van BeVeR in of dicht bij het centrum. Veel van de verbeteringen die bereikt worden in de binnenstad worden daarna geïmplementeerd in de deelgemeenten. De jubileumactiviteiten begonnen met het ontvangen van de gasten in wijkgebouw Stadsdriehoek door de voorzitter van BeVeR, Wim Sprangers. Opvallend was de aanwezigheid van een aantal Rotterdamse politici, de voorzitter van de SBR (Samenwerkende Bewonersorganisaties Rotterdam) en meerdere oud-leden van BeVeR, In het welkomstwoord werd de rol van “luis in de pels” en effectieve burgerparticipatie belicht. Daarna is het hele gezelschap enthousiast begonnen aan de steptocht door de Rotterdamse binnenstad onder leiding van Ed de Meijer. De eerste stop was bij het Bommelbeeld (Marten Toonder); werk van de Artoonisten. Het aanlichten van dit beeld, zodanig dat een bijzonder sfeerbeeld ontstaat, spruit voort uit een geheel andere insteek van BeVeR. De filosofie van BeVeR is dat het bij veiligheid op straat niet alleen gaat om een betere en voldoende verlichting maar zeker ook om de sfeer die ontstaat waardoor men zich veilig gaat voelen. Daarom is er veel energie gestoken in het realiseren van een “sterrenhemel” onder de kubuswoningen, een plek die als minder prettig ervaren wordt. De eisen van City Tech met betrekking tot de lichtsterkte verhinderde de realisatie van dit plan. De aandacht verplaatste zich daarom naar de kop van de Binnenrotte waar in eerste instantie lantaarnpalen verplaatst zouden gaan worden. De komst van het Bommelbeeld bood de mogelijkheid om op een meer artistieke wijze met licht te werken ter verbetering van de veiligheidsgevoelens. Tevens werd gewezen op de fietsenstalling aan de Meent waar een van de drie rijwielhulpkisten van de ANWB in Rotterdam aanwezig is. Bij de introductie en verder uitbouw van het aantal rijwielhulpkisten (bevattend gereedschap voor eenvoudige door de fietser zelf uit te voeren reparaties) in Rotterdam werkt BeVeR samen met Stadstoezicht en de ANWB. Van de Binnenrotte ging de steptocht richting Hoogstraat waar door André Pols het anti-graffitipact toegelicht werd. Dit pact, gestimuleerd door BeVeR, is een samenwerkingsverband tussen ondernemers, Roteb en Centrumraad teneinde graffiti zo snel mogelijk te verwijderen.
Hier werd ook gloedvol betoogd wat er gedaan is aan het grote aantal verdwenen straatnaamborden in het centrum, het oerwoud aan palen met verkeersborden (vaak overbodig of te combineren) en het ontelbaar aantal fietswrakken dat al verwijderd is en nog verwijderd dient te worden zodat niet onnodig het beperkte aantal stallingsmogelijkheden permanent geblokkeerd wordt. Vervolgens werd de aandacht verlegd naar de kunstzinnige lichtborden aan de achterzijde van de panden aan de Korte Hoogstraat. Nadat deze gerealiseerd waren volgde de Steigerkerk spoedig met het aanlichten van de glas-in-beton gevels om de omgeving een veiliger aanblik te geven. Bij de totstandkoming van deze projecten heeft BeVeR, door de contacten tussen betrokkenen te leggen, een verbindende rol gespeeld. Het laatste deel van de steptocht leidde langs de kleurrijk en kunstzinnig bewerkte muren van het schouwburgpleincomplex; de grauwe doorgang van de Mauritsweg naar het schouwburgplein is daardoor in een theaterentree omgetoverd. Tenslotte leidde de steptocht tijdens het prachtig weer naar café Boudewijn aan de Nieuwe Binnenweg voor een gezamenlijk feestelijk hapje en drankje. Daar voegde ook burgemeester Opstelten zich bij het gezelschap. In zijn toespraak benadrukte de burgemeester zijn waardering voor het advieswerk van BeVeR en de in de praktijk gebrachte zinnige en noodzakelijke burgerparticipatie. Zijn boodschap aan BeVeR was om door te gaan en “hou ons scherp!”. Het eerste exemplaar van het jubileumboek, waarin de thema’s schoon, heel, veilig, jeugd en burgerparticipatie uitgewerkt zijn werd aan de burgemeester overhandigd. Het jubileum met het bijbehorende jubileumboek werden financieel mogelijk gemaakt door de steun van de Centrumraad, Roteb, Gemeentewerken en de Stichting Bevordering van Volkskracht. 6.2 Ombudsman Dit jaar heeft BeVeR naar mogelijkheden gezocht om de respons van Gemeentelijke diensten op de adviezen te vergroten. Hierover is intern gebrainstormd, maar daarnaast heeft BeVeR contact gezocht met de Rotterdamse Ombudsman, Mr. Van Kinderen. De taak van de Rotterdamse Ombudsman is om klachten over gemeentelijke diensten, deelgemeenten, ambtenaren (met uitzondering van de politie) en bestuurders te onderzoeken en te beoordelen. Het was niet de bedoeling van BeVeR om direct een klacht in te dienen bij de Ombudsman over de slechte respons van de diensten op de BeVeR adviezen. BeVeR wil eerst onderzoeken wat de werkgroep zelf kan doen om de respons te verbeteren. De ervaringen van de Ombudsman kunnen daarvoor input leveren. Op 12 september 2007 vond het gesprek met de Ombudsman plaats. BeVeR loopt in de praktijk tegen twee zaken aan. Ten eerste de lage respons van de diensten op adviezen en ten tweede het niet inhoudelijk reageren op adviezen. Een BeVeR advies moet voor een dienst aanleiding zijn om een dialoog aan te gaan met de werkgroep. In de praktijk zijn de reguliere gesprekken met de dienst Stadstoezicht (paragraaf 5.1) en ook met de Roteb (paragraaf 5.3) goede voorbeelden. De Ombudsman geeft aan dat niet alleen BeVeR tegen dit soort problemen aanloopt, maar ook veel individuele burgers. Burgers signaleren problemen en geven die ook aan, maar de diensten pakken deze signalen niet op. Ook bij individuele klachten die ingediend worden bij de Ombudsman is er vaak sprake van structurele problemen. De Ombudsman geeft de gemeente vaak al aanbevelingen tijdens het schrijven van het rapport over een ingediende klacht. Diensten weten vaak zelf dat er iets mis is met bijvoorbeeld de afhandeling van klachten of bezwaren, maar deze staan niet hoog op de prioriteiten lijst. Dit is ook de reden dat de Ombudsman reguliere gesprekken voert met gemeentelijke diensten om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. De Ombudsman adviseerde de werkgroep twee zaken:
1) Adviezen politiseren BeVeR dient niet alleen een advies naar de desbetreffende dienst te sturen, maar ook naar de verantwoordelijke vakwethouder. Daarnaast kan, bij het uitblijven van een respons, het advies alsnog gestuurd worden naar de raadscommissie. Door een advies naar de politiek verantwoordelijke te sturen zijn gemeentelijke diensten eerder geneigd om een advies serieus te nemen omdat de politiek “mee kijkt”. Ook kan de pers gezocht worden. Een advies wordt dan immers publiek en ook dan zijn diensten gevoeliger om te reageren; men staat immers in de spotlights. 2) Overleg met diensten Het zelf benaderen van diensten om een regulier overleg aan te gaan is het andere advies van de Ombudsman. Hij geeft hierbij aan dat diensten die in de uitvoering zitten eerder hiertoe bereid zijn dan andere diensten. Een kennismakingsronde langs de diensten is een goede start hiervoor. Een nadeel hiervan is dat er wel veel tijd in gaat zitten. Dit kan een probleem zijn voor een vrijwilligere werkgroep als BeVeR waar tijd een kostbaar goed is. BeVeR heeft deze adviezen meegenomen in de interne discussie. Een concrete aanpak hiervan is in ontwikkeling. Met de Ombudsman is afgesproken om contact te houden. Adviezen (ook in concept) kunnen naar de Ombudsman gestuurd worden zodat hij op de hoogte blijft van de werkzaamheden van BeVeR. Tevens ontstaat zo de mogelijkheid om bij bepaalde onderwerpen die ook bij de Ombudsman in behandeling zijn aan te sluiten. Voor BeVeR was dit een constructief gesprek en de werkgroep wil dit nieuwe contact in de toekomst vasthouden. 6.3 Viziris Samen met de SBR, is in oktober een gesprek geweest met Viziris; een landelijke koepelorganisatie voor blinden- en slechtzienden. De internationale dag van de Witte Stok is een jaarlijks terugkerend evenement. Er wordt steeds een ander thema centraal gesteld en dit jaar was dat de inrichting van de buitenruimte. Viziris overlegt met gemeentelijke diensten zoals Gemeentewerken en dS+V over de inrichting van publieke ruimten. Momenteel wordt er gewerkt aan een project om Station Blaak, en de directe omgeving zo optimaal mogelijk in te richten voor blinden en slechtzienden. Onderwerpen met betrekking tot de buitenruimte vallen binnen het interessegebied van BeVeR en daarom zal BeVeR betrokken worden bij het monitoren van het project Blaak. Op de dag van de Witte Stok, hebben leden van de SBR en BeVeR bekeken hoe de buitenruimte is ingericht voor blinden en slechtzienden. De SBR heeft hiervoor een checklist opgesteld. In oktober van dit jaar heeft DS+V een schouw georganiseerd rondom station Blaak. Dit, omdat meerdere partijen negatieve signalen hebben ontvangen over de omgeving van station Blaak en de mogelijkheden om snel en veilig over te stappen. De klachten lopen uiteen van incompleetheid van de geleidelijnen voor visueel gehandicapten tot een onvoldoende verlichting onder de ‘Kubuswoningen’, waardoor mensen zich onveilig voelen in de stationsomgeving. Door kleine aanpassingen in de omgeving te realiseren kunnen grote ergernissen voor kleine groepen mensen verholpen worden. DS+V heeft voor deze schouw diverse diensten uitgenodigd. Zo waren niet alleen afgevaardigden van Viziris en BeVeR aanwezig, maar ook personen van de Centrumraad, Stadstoezicht, Gemeentewerken en de politie. Gekozen is voor een route langs station Blaak, bibliotheek Rotterdam en de Hoogstraat. Door de blinde- en slechtziende mensen zelfstandig, dus met zo min mogelijk ingrijpen, hun weg te laten volgen is duidelijk in beeld gebracht waar zich knelpunten op de weg voordoen voor mensen met een (visuele)handicap. Een aantal zaken die opvielen waren een aantal reclameborden op de Hoogstraat in de looproute, waar mensen met een visueel handicap tegenaan kunnen lopen. Ook werd duidelijk dat het lastig is voor iemand die blind of slechtziend is, om aan de hand van de gevel van de Bibliotheek hun weg te volgen richting station Blaak, omdat de gevellijn tussen de bibliotheek en het Politiebureau naar achteren verspringt. Bovendien stonden er veel fietsen in de weg, net als diverse paaltjes. Bij de tramoversteken deden de waarschuwingsbellen het niet, waardoor het moeilijk is om in te schatten wanneer er overgestoken kan worden. De onderdoorgang van de kubuswoningen oogt benauwend en donker. Bij het oversteken van de kruispunten Blaak, verlengde Willembrug, Burg. v. Walsumweg en de Mariniersweg viel op dat er geen ratelklikkers aanwezig waren. De knelpunten en mogelijke oplossingen zijn na afloop besproken en worden verder uitgewerkt door dS+V.
Op 13 december zijn de betrokken partijen wederom bij elkaar gekomen om een aantal voorstellen van dS+V te bespreken. Allereerst was het plan om geleidelijnen aan te leggen gereed en als eerste besproken. Aangezien er rond het marktplein veel gebouwd zal gaan worden, zullen in eerste instantie alleen de geleidelijnen van het station Blaak richting de bibliotheek, de geleidelijn richting de Oude Haven en de geleidelijn richting de Willem de Koning Academie worden uitgevoerd. Het verlichtingsprobleem zal aangepakt worden door de Centrumraad en zal ook gaan handhaven op in de weg staande reclameborden in de Hoogstraat. Wat betreft de fietsoverlast zal de nog te realiseren fietsenstalling een mogelijke oplossing bieden. Bovendien zal dS+V contact opnemen met de RET in verband met de tram oversteekplaatsen. In het nieuwe jaar zullen de plannen gerealiseerd worden. 6.4 Diversen 6.4.1 Buitenruimte In de loop der tijd is het aantal verkeers- en richtingborden in de stad enorm gegroeid. Ook het aantal palen voor die borden is drastisch toegenomen. Op vele plaatsen is de verkeerssituatie daardoor onoverzichtelijk. Om hierin opnieuw orde te brengen is er in 2005 een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van betrokken diensten gevormd waarin BeVeR vertegenwoordigd was in de persoon van André Pols. Doel van deze werkgroep was om meer eenheid en samenhang te krijgen in het beleid ten aanzien van het inrichten van de buitenruimte en met name het plaatsen van verkeersborden, straatnaamborden en straatmeubilair (dit kunnen zitbanken zijn, maar ook lantaarnpalen en fietsbeugels; zie ook jaarbericht 2006). Dit heeft in 2007 geresulteerd in een door dS+V ontwikkelde handleiding “Verkeersborden: Van plan tot plaatsing” bestemd voor alle beheerders en uitvoerders van Gemeentewerken. Naast de totstandkoming van de handleiding, zijn er in 2007, de volgende zaken gerealiseerd: • ±1100 flespalen in het Centrum verwijdert, waarvan ca. 50 met borden van particulieren; • ±800 verkeersborden zijn verplaatst naar lichtmasten of verwijderd indien overbodig en ongeveer 100 borden zijn teruggeplaatst op de gevel (voornamelijk bij de hofjes in het centrum); • ± 120 parkeer- en stopverbodsborden zijn verwijderd (waar een gele markering aanwezig is); • ± 180 invaliden parkeerplaatsen in het Centrum en Noord zijn heringericht (terugplaatsen naar de kop van de parkeerplaats om uitstappen te vergemakkelijken en zichtbaarheid vanuit rijrichting te vergroten; • ± 500 straatnaamborden (o.a. in het centrum) zijn aan de gevel bevestigd, waaronder enkele nieuwe; • ± Duizend boompalen verwijderd (een boom heeft na drie jaar geen ondersteuning meer nodig). 6.4.2 Rijwielhulpkisten Stadstoezicht heeft in samenwerking met de ANWB in 2006 drie ANWB rijwielhulpkisten geplaatst bij de fietsenstallingen Meent, Binnenrotte en parkeergarage Sint Jacobsplaats. Vanwege de positieve ervaringen met deze hulpkisten zijn in 2007 een aantal nieuwe rijwielhulpkisten geplaatst bij bewaakte fietsenstallingen van o.a. de metrostations Slinge en Hoogvliet. Stadstoezicht beschouwt deze rijwielhulpkist als een extra service naar de burger. Het behoort niet tot de corebusiness van de dienst. BeVeR heeft dit initiatief krachtig ondersteund. Het gebruik van de eerste rijwielhulpkisten is door BeVeR met behulp van een enquête onder gebruikers van de kisten geëvalueerd (zie jaarbericht 2006). Het gebruikte enquêteformulier, ontwikkeld op initiatief van BeVeR, is na overleg met Stadstoezicht aangepast om nogmaals toegepast te gaan worden bij de fietsenstallingen Meent, Binnenrotte en Hoogvliet. De enquêtes zullen tot het eind van 2007 worden uitgezet, waardoor het niet mogelijk is de resultaten nog in dit jaarbericht weer te geven. Het plaatsen van de rijwielhulpkisten en het houden van de enquêtes in samenwerking met Stadstoezicht en de ANWB, is een geslaagd voorbeeld van advisering en samenwerking. 6.4.3 Fietswrakken Fietswrakken ontsieren in hoge mate het straatbeeld. BeVeR zet zich al jaren in om het Centrum fietswrak vrij te krijgen. Dit onderwerp komt regelmatig aan de orde bij het reguliere overleg met Stads-
toezicht. Mede dankzij het melden van 635 fietswrakken en weesfietsen door de heer Pols in 2007 zijn er weer veel uit het straatbeeld verdwenen. 6.5 “Het Oog van Rotterdam” Naar aanleiding van de wens van het bestuur van de stad om deze Rotterdamse onderscheiding meer in het teken van participatie te plaatsen heeft de jury van 2006 over de nieuwe opzet geadviseerd naar de Directie Veiligheid. De voorzitter van BeVeR heeft als voorzitter van die jury daaraan zijn steentje bijgedragen. De wens vanuit de jury was om een nieuwe jury minder afhankelijk te maken van de ambtelijke organisatie en de onderscheiding qua publiciteit een duidelijk gezicht naar de Rotterdamse burgers te geven. Dit heeft geleid tot een jury bestaande uit vertegenwoordigers van (4) maatschappelijke Rotterdamse organisaties onder voorzitterschap van een deelgemeente voorzitter te kiezen door de juryleden. Hiermee is een belangrijke stap voorwaarts gezet naar een meer onafhankelijke jury. Door deze nieuwe opzet zijn de juryleden van 2006 van hun taak ontheven zo ook de voorzitter van BeVeR. De continuïteit van deze onderscheiding is gewaarborgd en op 1 november werden opnieuw een aantal burgers met deze onderscheiding verrast.
7.
Public Relations
Public relations is een punt van specifieke aandacht. BeVeR is geen openbare inleverplaats van klachten en suggesties, zodoende bestaat er geen behoefte aan foldermateriaal dat bijvoorbeeld in alle bibliotheken of stadswinkels ligt. Het aantal BeVeR's verdient wel regelmatig aanvulling, maar daarvoor is een persoonlijke benadering en uitnodiging veel effectiever. Op twee terreinen is er echter qua bekendheid nog winst te behalen, en dat is onder politici en onder de diensten. BeVeR profileert zich in de politiek door middel van directe contacten met wethouders op het gebied van schoon, heel, veilig en burgerparticipatie, het geven van presentaties in commissievergaderingen en bijdragen aan externe oriëntaties. We zijn ook gestart met periodieke kleinschalige gesprekken met de diverse fracties in de gemeenteraad. Dit levert over en weer grotere bekendheid op met de kennis, werkwijze en prioriteiten. Voor zowel politici als diensten geldt dat zij uitgenodigd zijn op bijvoorbeeld de jubileumsteptocht van 3 mei 2007. BeVeR leden wezen daarbij op enkele interessante plaatsen in het stadscentrum, waar in de loop van de tien jaar dat BeVeR actief is, een advies over was uitgebracht en mede onder invloed daarvan veranderingen aangebracht zijn. Van deze uitnodiging is in beperkte mate gebruik gemaakt. De contacten met de ambtelijke diensten zijn wisselend van kwaliteit en kwantiteit. BeVeR adviseert in principe schriftelijk, en stelt het daarnaast op prijs om één of twee maal per jaar overleg te hebben met een directeur/hoofd van dienst, om de hoofdlijnen (van de adviserende rol van BeVeR) helder te houden en eventuele knelpunten in de relatie weg te werken. Deze werkwijze was eigenlijk alleen nog maar effectief bij Stadstoezicht en de Directie Veiligheid. Dit jaar zijn daar de reguliere overleggen met de Roteb, RET, Gemeentewerken en de Centrumraad bijgekomen. Ook de mogelijkheid van presentaties door BeVeR in een dienst en omgekeerd wordt nog weinig toegepast. Zowel structureel als ad hoc onderhouden voorzitter, secretaris en leden ven BeVeR contacten met verwante groeperingen en andere organisaties. Het betreft bijvoorbeeld de SBR, de RET, BurgerPanel, winkeliersverenigingen, fietsersbond, of de vereniging voor blinden en slechtzienden. Regelmatig verschijnt BeVeR of een individueel lid in de krant, een huis-aan-huisblad, of op de regionale televisie c.q. radio. Zo kunnen we vooral de praktische aanbevelingen aan alle Rotterdammers laten zien: straatnaamborden, fietsbeugels, et cetera. In officiële verslagen en publicaties van de gemeente wordt BeVeR af en toe genoemd.
8.
Bijzonderheden / overzicht 2007
BeVeR heeft ook dit jaar aan diverse activiteiten deelgenomen, gasten bij haar vergaderingen uitgenodigd voor kennismaking en/of overleg, instanties bezocht, schouwen gelopen etc. Hieronder volgt een overzicht. Een aantal van de activiteiten kunnen bij andere onderwerpen al eerder aan de orde geweest zijn, maar voor de volledigheid van het overzicht worden ze herhaald. 8.1 Activiteiten 2007 Januari 9. Regulier overleg met de heren S. Scholten en P. Groeneveld, Directie Veiligheid en mevrouw K. de Leeuw, JOS 30. Overhandiging ”Handleiding Woud van Borden en Palen” door wethouder Baljeu aan André Pols Februari 14. Regulier overleg met de heren J. Meijer en R. van Dale, Stadstoezicht Maart 2. Regulier overleg met de heer P. Groeneveld, Directie Veiligheid 7. Overhandigen eerste exemplaar jaarbericht 2006 aan de burgemeester van Rotterdam, de heer I. Opstelten 21. Kennismakingsgesprek met de heer A.-M. de Jong en mevrouw M. Smit, Burgerpanel 27. Gesprek met de heer D. Vossers, RET, naar aanleiding van advies over schoon, heel en veilig in het openbaar vervoer 30. Schouw met de Directie Veiligheid, de heer P. Groeneveld, in het centrum April 24. Overhandigen jaarbericht 2006 aan de wethouder Financiën, Sport & Buitenruimte, de heer L. Bolsius Mei 3. Juni 8. 18. Juli 2.
10 Jarige jubileumviering BeVeR Regulier overleg met de heer P. Groeneveld, Directie Veiligheid Gesprek met de heer Van Altena, Roteb, naar aanleiding advies over het efficiënter inzetten van veegmachines Informeel gesprek secretaris BeVeR en Stadsmarinier Centrum mevrouw M. van Doorn
Augustus 29. Eetevaluatie met alle BeVeR’s; start van het nieuwe seizoen en bespreken strategie September 3. Regulier overleg met de heren J. Meijer en R. van Dale, Stadstoezicht 3. Start enquête Rijwielhulpkisten bij de fietsenstallingen Meent, Binnenrotte en Hoogvliet in samenwerking met Stadstoezicht 12. Gesprek met de heer M. van Kinderen, Ombudsman van Rotterdam in verband met de geringe reacties op BeVeR adviezen 13. Gesprek met de heren J. Struijlaard en J. Janssens, Centrumraad 24. Gesprek met de heer S. van der Pluijm en mevrouw E. Avci, SBR
Oktober 2. Gesprek met de heren J. Poot en G. Hitzerd, Viziris (blinden en geleiden stichting) en mevrouw E. Avci, SBR 5. Regulier overleg met de heer P. Groeneveld, Directie Veiligheid 18. Schouw omgeving Blaak t.b.v. blinden en slechtzienden met dS+V, Centrumraad, politie, Stadstoezicht en Viziris 30. Gesprek met de heren P. Erkens en R. van Altena, Roteb November 5. Gesprek met de heer A. Kegge en mevrouw G. Velthoen, Gemeentewerken, naar aanleiding van adviezen 8. Gesprek met de heer E. Broersma, RET, naar aanleiding van advies over schoon, heel en veilig in het openbaar vervoer 26. Presentatie en discussie over de Veiligheidsindex met de heer P. Groeneveld en mevrouw Y. Weijers, Directie Veiligheid 30. Gesprek met de heer Jochemsen, Bestuursdienst Rotterdam m.b.t. BeVeR in het Burgerjaarverslag December 11. Evaluatie gesprek samenwerking BeVeR - Roteb met de heren Jäger en Van Hemert 13. Vervolg gesprek aanpassing Blaak voor blinden en slechtzienden met dS+V en Viziris Media • ‘Straatnaambordjes ontbreken vaak’, Metro Rotterdam, 10 januari • ‘Vinger aan de Pols’ over de ANWB rijwielhulpkisten en keetwagens met reclame, Stadsruit, 3 april • Uitzending jubileumviering BeVeR, Cineac TV, Pietje Bell, 4 mei • ‘BeVeR kijkt 10 jaar met andere ogen naar Rotterdam’, AD/Rotterdams Dagblad, 4 mei • Straatnaamborden, AD/Rotterdams Dagblad, 19 mei • ‘Centrum een groot urinoir’, De Telegraaf, 13 juni • ‘Aanval op fietswrakken in Centrum’, Metro, 18 oktober
BeVeR vergaderingen In 2007 zijn er 10 plenaire BeVeR vergaderingen geweest en één vergadering die uitsluitend in het teken stond van nieuwe adviezen.
9.
Financieel overzicht
Afrekening 2007 Baten Subsidie Girotel2
10.000,00 0,05
Totaal
10.000,05
Lasten Huisvesting Communicatie Website Fotowerk Jaarbericht 2007 Organisatie Onkosten vrijwilligers Reservering 2008 Totaal
5.250,00 547,54 257,50 379,10 1.286,34 705,67 360,00 1.213,90 10.000,05
Toelichting: Huisvesting: huur, elektra, gas en water voor het gebruik van de ruimte bij de SBR (Samenwerkende Bewoners Organisaties). Dit is inclusief bureaumiddelen en consumpties (koffie, thee en frisdrank) tijdens afspraken en vergaderingen Communicatie: hoofdzakelijk portokosten Website: kosten voor het onderhoud en actualisering van de website. Fotowerk: het maken van foto’s niet alleen voor de website, het jaarbericht, maar ook ter ondersteuning van de adviezen en visualisering van buitenruimteproblemen ten behoeve van diensten, politiek en anderen. Organisatie: dit zijn kosten om de organisatie draaiende te houden. Hieronder vallen bijvoorbeeld het gebruikmaken van een girorekening, representatie en kosten die het DB gemaakt heeft. Onkosten vrijwilligers: tegemoetkoming in de kosten van de BeVeR’s voor het uitvoeren van activiteiten. Reservering: deze zal gebruikt worden om zowel het jaarbericht 2008 en pr-middelen (voor) te financieren. Jubileum: Deze kosten staan niet in de afrekening. Hiervoor heeft een externe fondsenwerving plaatsgevonden. De afrekening van deze kosten heeft apart met hen plaatsgevonden. Bij deze danken wij nogmaals de stichting Volkskracht, de Centrumraad, de dienst Stadstoezicht, Gemeentewerken en de Roteb voor hun bijdrage.
2
Terugboeking
10.
Vooruitblik 2008
Na het feestjaar, wegens het 10-jarig jubileum van BeVeR, komt er weer een periode van stevig aanpakken. Het grote winstpunt van 2007, gestructureerd overleg met meer gemeentelijke diensten, moet zijn vruchten gaan afwerpen. Natuurlijk vraagt dat ook meer inzet van de vrijwilligers die BeVeR vormen. Daar staat tegenover dat er ook meer resultaten geboekt kunnen gaan worden. De advisering zal ten aanzien van de diensten waarmee structureel overleg gevoerd wordt eenvoudiger worden en de respons op onze voorstellen is daarbij verzekerd. Dit is de oogst van een aantal jaren stug volhouden met het uitbrengen van adviezen en het uiteindelijk gezamenlijk met de gemeentelijke diensten vinden van een voor beide partijen zinvolle wijze van samenwerken. Vooraf dient daar wel een kanttekening bij geplaatst te worden. Dit gestructureerde overleg mag niet leiden tot het laten “verdwalen” van BeVeR in het labyrint van de gemeentelijke bureaucratie. We zullen meer dan voorheen onze onafhankelijkheid en effectiviteit moeten bewaken om vooruitgang en resultaten te boeken. De bedrijvigheid van BeVeR groeit nog steeds en daarom blijven nieuwe leden van onze werkgroep van harte welkom. Het komende jaar zal door de samenwerking met de SBR bovendien een nieuwe dimensie aan onze activiteiten toegevoegd worden. Het betrekken van de Rotterdamse burgers bij een aantal van onze activiteiten. Hieronder vallen o.a. het plaatsen van ondergrondse containers door de Roteb in de nog resterende buurten en waaivuil overlast na evenementen. Tevens wil BeVeR het onafhankelijk van de diensten schouwen van buurten onder de loep nemen. De door de diensten ontwikkelde productnormering is erg geschikt om het resultaat van het werk van de diensten mee te waarderen maar kan onmogelijk het schouwen van straten en buurten vervangen. Daar waar dit wel het geval is zullen de bewoners(organisaties) aangespoord gaan worden de onafhankelijke schouwpraktijk ter hand te gaan nemen. Nadat BeVeR bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen fors geïnvesteerd heeft in relaties met de nieuwe gemeenteraadsfracties zullen deze contacten in het komende jaar nauwer aangehaald worden. Bekendheid van de politiek met de activiteiten van BeVeR is belangrijk zowel voor de politiek als BeVeR. Hierdoor blijven alle partijen alert en worden de vakwethouders in het college scherp gehouden. De kernactiviteiten van BeVeR lopen gewoon door. Dit betreft het goed inrichten van de buitenruimte in het kader van schoon en heel. Dit zijn voorwaarden om tot een veiliger stad te komen. Meer en meer worden de “best practices” uit het centrum naar andere delen van de stad uitgedragen. Daarnaast hebben een aantal leden uit de werkgroep nieuwe speerpunten opgezet. Het betreft de onderwerpen jeugd en groen die voor een stad als Rotterdam met veel jongeren en relatief nog veel groen van groot belang zijn. Ook in 2008 zal Beter Veilig Rotterdam (BeVeR) van zich laten horen.
11.
Slotwoord
Het jubileumjaar is een bijzonder jaar om op terug te blikken. Vooral over een periode van 10 jaar terugkijkend worden de bijdragen van BeVeR aan het verbeteren van schoon, heel en veilig in Rotterdam zichtbaar. De jaarlijkse vooruitgang oogt meestal niet spectaculair. De inspanningen in de richting van de gemeentelijke diensten vergt echter veel tijd en een groot uithoudingsvermogen. Onze rol als “luis in de pels” begint zijn vruchten af te werpen. Steeds meer diensten accepteren BeVeR als gesprekspartner en ervaren onze gratis adviezen als een positieve bijdrage. Het jubileumjaar heeft wel veel energie van de leden gevraagd om dit te organiseren. Fondswerving was noodzakelijk omdat onze waarderingssubsidie niet voorziet een zo’n bijzondere activiteit. Het organiseren van de steptocht en de aansluitende bijeenkomst met een hapje en een drankje heeft ook de nodige tijd gevraagd. Natuurlijk is dit voor een deel ten koste van onze normale activiteiten gegaan. Voor onze relatie met het bestuur en naar de diensten is deze inspanning zeer zinvol geweest. Geconstateerd kan worden dat BeVeR op het netvlies staat bij bestuur en diensten. De waardering voor onze inspanningen wordt het duidelijkst gedemonstreerd door de verkregen subsidies van de diensten ten behoeve van ons jubileum. Belangrijk is de doorbraak in het structurele overleg met de diensten. De effectiviteit van onze advisering neemt sterk toe. En dat blijft nodig. Alhoewel het bestuur de mond vol heeft over participerende burgers blijft het moeilijk dat in de praktijk gerealiseerd te krijgen. Stimulering door het bestuur is daarbij nog steeds nodig. Uiteindelijk moet dit resulteren in een toegenomen assertiviteit van de bewoners van Rotterdam die zich daarvoor zelf organiseren in steeds wisselende coalities. Het bestuur en de diensten moeten hier op een soepele wijze mee leren omgaan. Alleen door samen te werken kunnen we Rotterdam een betere plaats geven op de vergelijkingslijstjes van Nederlandse steden. Ook in 2008 zal BeVeR gebruik makend van de verworvenheden uit de voorgaande jaren haar steentje blijven bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid en veiligheidsgevoelens van de Rotterdamse burgers.
12
Personalia
Hieronder volgt een overzicht van de leden van BeVeR over het afgelopen jaar: Huidige leden (31.12.2007) Karin Dietvorst Bruno Dimnig Margriet van Gestel An Huijser René de Jongh Loek Mantiri Ed de Meijer Melanie Morlog Pieter Poley Andre Pols Elske Schreuder Wim Sprangers (vz) Martin Witjens Jan Wouters
Afgetreden leden (in 2007) (Delfshaven) (Cool) (Cool) (Cool) (Rotterdam Zuid) (Delfshaven) (Cool) (secretariaat) (Noord) (Agniesebuurt) (Blijdorp) (Hillegersberg) (Ommoord - Alexander) (Noord)
IJvonne Regeer
(Centrum)
Bijlage 1: Inventarisatie BeVeR-adviezen en vervolg 2007 Onderwerp advies / brief
Datum verzenden
Instantie gezonden
Best. niv. binnen inst. waar advies aan geadresseerd is Diversen
Datum eerste reactie 01-03-2007
Datum inhoudelijke reactie 27-04-2007
Brief over uitreiking handleiding ‘’Woud van borden en palen’’ 2007/17 Containersering van horeca afval Brief betrokkenheid bij weesfietsen Brief vervolg advies over efficiënter inzetten van veegmachines Vervuiling Bosdreef
14-01-2007 28-02-2007
Stadstoezicht en andere betrokkenen Roteb
Algemeen Directeur
02-03-2007
-
04-04-2007
Stadstoezicht
Contactpersonen
-
10-05-2007
17-04-2007
Roteb
Algemeen Directeur
18-04-2007
18-06-2007 (gesprek)
23-04-2007
Deelgemeente Kralingen-Crooswijk Directie Veiligheid
Wijkregisseur en het Dagelijks Bestuur
-
29-07-2007 (telefonisch)
Vervolg advies Collegeprogramma
18-05-2007
Contactpersonen
-
29-05-2007
Gemeentewerken
Algemeen Directeur
19-07-2007
09-08-2007
Gemeentewerken
Hoofd Buitenruimte
12-09-2007
Tijdens regulier overleg 05-11-2007 (gesprek) 05-11-2007 (gesprek)
Vervolg advies structurele problemen klachtentelefoon 2007/18 Bereikbaarheid klachtenformulier en klachtentelefoon 2007/19 Fietsenstallingmogelijkheden Delfshaven
31-12-2007
Deelgemeente Delfshaven
Voorzitter Dagelijks Bestuur
n.v.t.
n.v.t.
Bijlage 2: Reacties en tijdigheid reacties 2007
Reactie op BeVeR brieven en adviezen 25% 75% Aantal instanties gereageerd
Aantal instanties niet gereageerd
Toename reacties van 29% (2006) naar 75% (2007)
Tijdigheid reacties 25%
75%
Tijdige reactie
Te late reactie (m.u.v. gesprekken)
Tijdigheid blijft achter in vergelijking 2006 (50%)