Veilig Thuis
Jaarverslag actieprogramma Veilig Thuis Centrumgemeente Rotterdam 2013
Inhoud 1. Inleiding
5
2. Opsporen
7
1.1. Actieprogramma Veilig Thuis 1.2. Actielijnen van actieprogramma Veilig Thuis 1.3. Leeswijzer
5 5 6
2.1. Stimuleren gebruik van de Meldcode HG&KM 2.2. Professionalisering en deskundigheidsbevordering 2.3. Betere ketenverbinding en samenwerking in vroegsignalering 2.4. Van melding via triage en weging naar een passend zorgaanbod 2.5. Integrale aanpak 2.6. Actielijn opsporen samengevat
7 9 10 10 11 17
3. Oppakken
21
4. Oplossen
28
5. De meldingen huiselijk geweld in beeld
31
6. Vooruitblik
34
3.1. Strafrechtelijke vervolging HG&KM en VHRR 3.2. Protocol voor meldingen kindermishandeling 3.3. De Wet Tijdelijk Huisverbod en het Tijdelijk Huisverbod bij kindermishandeling 3.4. Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond (VHRR) 3.5. Actielijn Oppakken samengevat
4.1. Intergenerationele overdracht 4.2. Ouderschap HG&KM 4.3. Herstel eigen kracht en zelfredzaamheid 4.4. Actielijn Oplossen samengevat
5.1. Meldingen uit centrumgemeente Rotterdam bij het ASHG 5.2. Passend zorgaanbod voor de Rotterdamse meldingen
6.1. Vorming AMHK 6.2. Gebiedsgericht werken/vorming wijkteams 6.3. Regiovisie HG&KM 6.4 Gebruikte afkortingen
21 22 22 25 25
28 28 29 30
31 33
34 34 34 36
Veilig Thuis
3
4
Veilig Thuis
1. Inleiding 1.1. Actieprogramma Veilig Thuis De aanpak van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (HG&KM) voor het centrumgebied Rotterdam is vastgelegd in het actieprogramma Veilig Thuis 2011-2014. Doel is een thuissituatie te creëren waar kinderen veilig kunnen opgroeien en zich optimaal kunnen ontwikkelen en waar volwassenen geweldloos kunnen samenleven. De visie hierbij is dat we in het centrumgebied gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een Veilig Thuis. Naast deze ambitie zijn ook concrete doelstellingen geformuleerd voor de aanpak van HG&KM1 in de jaren 2011 tot en met 2014. In dit jaarverslag Veilig Thuis 2013 wordt informatie verstrekt over de voortgang. Op hoofdlijnen wordt ingegaan op de behaalde resultaten in 2013 en waar wenselijk wordt soms al een vooruitblik gegeven op 2014.
1.2. Actielijnen van actieprogramma Veilig Thuis HG&KM is de afgelopen jaren goed op de bestuurlijke agenda geplaatst. De in Rotterdam ontwikkelde meldcode HG&KM is eerst regionaal ingevoerd en per 1 juli 2013 verankerd in de Wet Verplichte Meldcode. Na de invoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod (Wth) een tweede groot succes in het wettelijk borgen van de aanpak HG&KM. Binnen het centrumgebied Rotterdam wordt de aanpak HG&KM uitgevoerd met het actieprogramma Veilig Thuis langs de actielijnen Opsporen, Oppakken en Oplossen. Opsporen richt zich op vaker en eerder signaleren van HG&KM. Doel is verhogen van meldingsbereidheid van professionele organisaties, vooral ook de medische beroepsgroepen en de GGZ-sector. Binnen deze actielijn wordt intensief samengewerkt tussen de meldpunten Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Samen wordt ook gewerkt aan de vorming van één advies en meldpunt voor HG&KM per 1-1-2015 (AMHK). Oppakken beoogt een steviger en effectiever ingrijpen bij HG&KM o.a. door de samenwerking met de partners in het Veiligheidshuis RotterdamRijnmond (VHRR). Daar worden instrumenten uit het strafrecht, het 1 Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Met ‘huiselijke kring’ bedoelen we (ex-)partners, familieleden en huisvrienden. Het woord huiselijk verwijst niet naar de plaats van het delict, maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Bij huiselijk geweld kan het gaan om lichamelijk, psychisch of seksueel geweld. Het kan de vorm aannemen van (ex-)partnergeweld, kindermishandeling, verwaarlozing van ouderen of geweld tegen ouders (zie ook: Privé Geweld – Publieke Zaak (2002). Den Haag: Ministerie van Justitie). Onder kindermishandeling verstaan we elke vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard die personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel (zie ook: Actieplan Aanpak Kindermishandeling. Kinderen Veilig Thuis (2007). Den Haag: Ministerie van VWS). Veilig Thuis
5
civielrecht en het bestuursrecht (waaronder het tijdelijk huisverbod) gezamenlijk ingezet. De actielijn Oplossen richt zich op het werken aan een veilige toekomst. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht zijn hierbij sleutelbegrippen. Ondersteuning dient dichtbij huis te worden aangeboden en er is aandacht voor kinderen die getuige zijn van geweld.
1.3. Leeswijzer In dit jaarverslag wordt ingegaan op de voortgang van het actieprogramma op basis van de drie actielijnen. Hoofdstuk 2 gaat in op de voortgang met betrekking tot actielijn Opsporen. De voortgang met betrekking tot actielijn Oppakken komt aan bod in hoofdstuk 3 en de doelstellingen met betrekking tot actielijn Oplossen in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 bevat een kwantitatieve weergave van de meldingen huiselijk geweld bij het ASHG. Dit jaarverslag wordt afgesloten met hoofdstuk 6 waarin een vooruitblik wordt gegeven naar 2014.
6
Veilig Thuis
2. Opsporen De actielijn Opsporen wil de omvang van huiselijk geweld snel in beeld hebben om tijdig met een passend zorgaanbod te kunnen werken aan het verminderen en stoppen van het geweld. Hiervoor zijn alerte en goed toegeruste professionals nodig waarmee optimaal wordt samengewerkt. De Meldcode HG&KM, sinds 1 juli 2013 opgevolgd door de wet Verplichte Meldcode, en een goede triage en taxatie zijn hierbij belangrijke hulpmiddelen.
2.1. Stimuleren gebruik van de Meldcode HG&KM Op 1 juli 2013 werd de wet Verplichte Meldcode van kracht. Deze wet is mede tot stand gekomen vanuit de inzet en expertise van de Rotterdamse Meldcode en later ook de regionale Meldcode. Organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaars die beroepshalve te maken hebben met HG&KM zijn nu verplicht om over een meldcode te beschikken en het gebruik ervan te bevorderen. Een verwijsindex wordt dringend geadviseerd. In 2013 is de samenwerking van het Servicepunt met de medewerkers van SISA (directie J&O) verder geïntensiveerd en zijn de frontoffice taken van beide organisatie geïntegreerd. De wet Verplichte Meldcode stelt een aantal minimumeisen aan de meldcode: - een stappenplan voor het omgaan door professionals met signalen van HG&KM; - expliciet benoemen wie stappen zet en wie eindverantwoordelijk is voor de melding; - extra aandacht voor specifieke vormen van geweld en bepalen welke kennis en vaardigheden hiervoor nodig zijn; - specifieke aandacht voor de mogelijkheid van gebruik verwijsindex risicojongeren; - instructies voor het uitvoeren van een kindcheck bij cliënten; - aandacht voor de wijze waarop professionals moeten omgaan met gegevens waarvan zij het vertrouwelijk karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden. In 2013 is verder ingezet op aansluiting van nieuwe organisaties op de Meldcode en het betrokken en geïnformeerd houden van al eerder aangesloten organisaties.
Veilig Thuis
7
In 2013 zijn weer meer dan 100 nieuwe aandachtsfunctionarissen getraind in het implementeren van de Meldcode en SISA. Sinds de invoering van de Meldcode zijn nu in totaal binnen Rotterdam en de regio ruim 800 aandachtsfunctionarissen getraind. In 2013 zijn voor veel organisaties trainingen georganiseerd om de deskundigheid van het signaleren van HG&KM te vergroten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van en intensief samengewerkt met geselecteerde en erkende organisaties voor deskundigheidsbevordering. Binnen het onderwijs zijn contacten gelegd met Koers VO (een koepelorganisatie voor scholen in het voortgezet en speciaal onderwijs), schoolbesturen Kind en onderwijs en BOOR. Binnen Koers VO zijn na training 31 zorgcoördinatoren aangesteld als aandachtsfunctionaris. Binnen Kind en onderwijs zijn na training 25, voornamelijk interne begeleiders, aangesteld als aandachtsfunctionaris. Met het Kenniscentrum Emancipatie en het Kenniscentrum Diversiteit is een plan van aanpak opgesteld om HG&KM beter bespreekbaar te maken bij hun achterban en bij zelforganisaties. Eind november is een training gestart waarbij 8 sleutelfiguren van zelforganisaties worden opgeleid tot voorlichter. Zij gaan daarna voorlichtingen geven over HG&KM bij zelforganisaties van migrantenorganisaties en bij moskeeën. Eind november is er ook nog een pilot training gestart voor contactpersonen HG&KM bij vrijwilligersorganisaties. Dit aanbod is ontwikkeld samen met diverse uitvoerende organisaties en Vrijwilligerswerk Rotterdam. In de medische sector zijn de triagisten van de Huisartsenposten getraind. De Meldcode is ook goed belegd in het reguliere overleg met de projectgroep en werkgroep Samenwerking in de medische keten. Hierin zijn vertegenwoordigd: Centrale Huisartsen Posten Rijnmond, Gemeente Rotterdam Afdeling Jeugd, Erasmus MC Afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie/ Psychologie- Unit Psychosociale zorg, Centrum voor Jeugd en Gezin Rijnmond, Stichting Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen, Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld, LHV huisartsenkring Rotterdam, Verloskundigen Kring Rijnmond, AZRR (Ambulance Zorg Rotterdam-Rijnmond), FARR (Forensisch Artsen Rotterdam-Rijnmond), Bureau Jeugdzorg /AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) en Regionaal Genootschap Fysiotherapie Hollands Midden & Rotterdam. Doel is te komen tot aanvullende werkafspraken in lijn met bestaande samenwerkingsafspraken met de ziekenhuizen (SRZ), zoals ketenafspraken tussen de 1e en 2e lijnszorg en tussen de ambulancedienst, HAP en de ziekenhuizen. De verloskundigen en fysiotherapeuten hebben zich in 2013 aangesloten bij dit samenwerkingsverband. De FARR (Forensisch Artsen RotterdamRijnmond) zijn nu ook betrokken en overwegen of zij een rol kunnen 8
Veilig Thuis
hebben in de samenwerking op het gebied van letselonderzoek. Medisch letsel wordt vaak niet of te laat geïnventariseerd. Het eerder consulteren en inschakelen van de FARR is wenselijk. Er is een samenwerkingsmodel (rond de Meldcode) ontwikkeld. Na definitieve besluitvorming begin 2014 is het de bedoeling dat dit model vanaf medio 2014 in gebruik wordt genomen.
2.2. Professionalisering en deskundigheidsbevordering De Meldcode biedt een route die professionals volgen bij vermoedens van HG&KM. Stimuleren van de meldingsbereidheid en het gebruik van de Meldcode, maar ook verdere professionalisering en deskundigheidsbevordering blijven belangrijk. Hiertoe zijn er in 2013 diverse netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor aandachtsfunctionarissen HG&KM. Deze bijeenkomsten werden goed bezocht en gewaardeerd en blijken goed aan te sluiten bij de behoefte aan kennis(deling) en ondersteunende informatie. Er zijn ruim 200 aandachtsfuntionarissen op de diverse netwerkbijeenkomsten aanwezig geweest. In 2013 zijn ook door anderen georganiseerde deskundigheidsbevorderende bijeenkomsten ondersteund, zoals de lancering van de wet Verplichte Meldcode op 1 juli met Staatssecretaris van Rijn, de workshopdag Ouderenmishandeling in november en in december de werkconferentie preventie financiële uitbuiting ouderen. In 2013 is de Projectgroep Preventie HG&KM periodiek bijeen geweest. In de projectgroep werken inmiddels 12 organisaties samen op het gebied van preventie. Doel is elkaar te informeren over relevante ontwikkelingen op het eigen vakgebied en verbeterpunten te bespreken en uit te werken. De Projectgroep geeft (gevraagd en ongevraagd) advies t.b.v. effectief gemeentelijk preventiebeleid HG&KM. Permanente aandacht is er voor preventie van eergeweld en huiselijk geweld bij specifiek doelgroepen. Bij de communicatie rond de Meldcode is de LinkedIn groep meldcode verder uitgebouwd met als doel aandachtsfunctionarissen en andere professionals die werken met de meldcode kennis te laten delen, ervaringen uit te wisselen, elkaar te informeren over nieuwe ontwikkelingen voor HG&KM en over netwerkbijeenkomsten voor aandachtsfunctionarissen. Inmiddels telt de LinkedIn groep 192 leden. De LinkedIn groep wordt ook gebruikt om evenementen rondom HG&KM bekend te maken. De toolkit implementatie van de meldcode wordt toegepast en is digitaal op de website www.werkenmetdemeldcode.nl te vinden. In 2013 is de signaleringskaart opnieuw aangepast. De belangrijkste aanpassing is de toevoeging van lijst met signalen van seksueel geweld. De beschikbare middelen worden vaak aangevraagd en zijn goed bekend in de stad en regio.
Veilig Thuis
9
2.3. Betere ketenverbinding en samenwerking in vroegsignalering Effectieve samenwerking bij de aanpak van HG&KM die leidt tot het delen van informatie en expertise vraagt om sluitende afspraken tussen alle betrokken partijen. Voor de uitvoering van het actieprogramma Veilig Thuis is het samenwerkingsconvenant ‘stedelijke aanpak HG&KM’ opgesteld met bijbehorend privacyreglement. Dit reglement is een uitwerking van samenwerkingsafspraken specifiek gericht op het punt van de ‘privacy’, namelijk ‘het verwerken, uitwisselen en registreren van persoonsgegevens’. Het convenant is op 13 februari 2013 door 28 stedelijke en regionale organisaties en de gemeente Rotterdam ondertekend. In 2013 is uitvoering gegeven aan het samenwerkingsconvenant met de ziekenhuizen. In 2013 is ook een serieuze start gemaakt met de voorbereidingen om te komen tot een overkoepelend samenwerkingsconvenant voor de gehele medische sector. In eerste aanleg wordt toegewerkt naar een in begin 2014 af te sluiten samenwerkingsconvenant met de 1e lijns zorgaanbieders. Er komen ook steeds meer samenwerkingsafspraken met het onderwijs, de GGZ en jeugdzorg.
2.4. Van melding via triage en weging naar een passend zorgaanbod Het aantal meldingen huiselijk geweld over 2013 is uitgekomen op 9.372. Alle aanhoudingen door politie (1.358), meldingen van professionals (872) en meldingen van burgers (545) zijn opgepakt. De incidentmeldingen van de politie (6.597) worden vanaf 1 januari 2013 getriageerd en na taxatie geprioriteerd aan de hand van criteria waarbij de voornaamste zijn: de aanwezigheid van kinderen, ouderen en de mate van recidive. Deze geprioriteerde meldingen (992) zijn ook opgepakt. In 2013 zijn derhalve in totaal 3.767 meldingen opgepakt. Hoewel het totaal aantal meldingen t.o.v. 2012 is gedaald is het aantal meldingen dat is opgepakt door het ASHG in 2013, als gevolg van de na triage en taxatie geprioriteerde meldingen, gestegen met circa 600 meldingen. In 2013 zijn door het AMK 2632 adviezen uitgebracht en was er in 993 gevallen sprake van consultatie. In totaal zijn 1349 meldingen behandeld. In 2013 is samen met de politie een begin gemaakt te onderzoeken of incidentmeldingen niet meer automatisch, maar pas na weging, doorgezet kunnen worden teneinde zowel kwantitatief als kwalitatief verbeteringen door te voeren. Dit proces is nog niet afgerond. Voor 2013 is bepaald dat 80% van alle op te pakken meldingen 10
Veilig Thuis
(3.767) bij het ASHG, bestaande uit aanhoudingen politie, meldingen professionals en burgers en geprioriteerde incidentmeldingen na triage en taxatie, worden voorzien van een passend zorgaanbod. Deze doelstelling is met 88% ruim gehaald. Voor 2014 is de ambitie om dit te laten stijgen naar 100%. Let wel passend zorgaanbod wordt vrijwel altijd gedaan in een vrijwillig kader. Betrokkenen kunnen de geboden hulp dus weigeren. Verder blijft de beperkte capaciteit van interventies zoals maatschappelijk werk, ondersteuningstrajecten en GGZ behandeling een knelpunt bij het uiteindelijk uitvoeren van een aanbod. De in 2013 ondernomen stappen voor een wijkgerichte aanpak en inrichting van zorg en ondersteuning in de wijkteams hebben hierin vooralsnog nog onvoldoende verbetering gebracht. Een goede borging van de uitvoering van de aanpak in de wijkteams behoeft daarom verdere aandacht.
2.5. Integrale aanpak In 2013 is verder ingezet op de integratie van bijzondere aanpakken van HG&KM in de bredere aanpak zoals eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating, kindermishandeling en ouderenmishandeling. In 2013 is het onderwerp ‘Verborgen Vrouwen’ (onder dwang geïsoleerde vrouwen) expliciet in een pilotaanpak uitgewerkt. Eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating De aanpak eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating is volledig geïntegreerd in het actieprogramma Veilig Thuis. In 2013 is gebleken dat de casuïstiek van eergeweld vanwege de complexiteit meer capaciteitsinzet vraagt om alert en goed te reageren op meldingen, op vragen uit de politiek en op ontwikkelingen in het land. De uitingsvormen van huiselijk geweld bij de grote diversiteit van migrantengemeenschappen en families vragen specifieke deskundigheid en expertise bij zowel beleid als uitvoering. In 2013 zijn daarom regelmatig werkzaamheden uitbesteed aan professionals. Hiervoor is blijvende aandacht nodig. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Directie Integratie en Samenleving) maakt o.a. voor huwelijksdwang regelmatig gebruik van onze expertise en van de aanpak in Rotterdam. Wij hebben ook advies geleverd aan GGD Nederland ten behoeve van de Landelijke Verkennersgroep Huwelijksdwang. Emancipatievraagstukken waaronder omgaan met gender ongelijkheid en meer of minder rigide normen en waarden binnen verschillende gemeenschappen van migranten blijven belangrijke thema’s in relatie tot eergerelateerd geweld en huiselijk geweld. De samenwerking met collega’s binnen het cluster MO en het concern die zich bezighouden met veiligheid, emancipatie, integratie, diversiteit, jeugd, opvoeding en onderwijs is verder geconcretiseerd. Veilig Thuis
11
Meldingen eergerelateerd geweld In 2013 zijn bij het ASHG 61 meldingen ontvangen van (mogelijk) eergerelateerd geweld. Na weging ging het in 35 casussen daadwerkelijk om eergerelateerd geweld. 7 hadden betrekking op achterlating, 5 op huwelijksdwang en 23 op overig eergerelateerd geweld. In de overige 26 casussen ging het om regulier huiselijk geweld bij cliënten met een migrantenachtergrond. Kernteam eergerelateerd geweld (KEG) De casuïstiek van eergeweld en huwelijksdwang wordt integraal gewogen, gekwalificeerd en behandeld in het KEG. Het ASHG vervult daarbij een adviestaak en verzorgde voorlichting over eergerelateerd geweld voor de hele regio Rotterdam-Rijnmond. In 2013 bood het ASHG regelmatig advies en consultatie aan professionals en burgers met vragen over dreigende (potentiële) eerkwesties. In diverse casussen eergerelateerde kwesties hebben deskundigen van het ASHG bemiddelingsgesprekken gevoerd. De taken van het KEG stonden in 2013 onder druk door personeelswijzigingen en uitval door ziekte. Desondanks is het met de samenwerkende organisaties gelukt waar nodig de juiste maatregelen en interventies te treffen om eergerelateerd geweld te stoppen of te voorkomen. Preventie en Deskundigheidsbevordering Alle aspecten van eergerelateerd geweld zijn structureel opgenomen in het aanbod voor deskundigheidsbevordering in het kader van de Meldcode HG&KM. Naast het oppakken van casuïstiek lag de focus op activiteiten van maatschappelijke preventie en bevorderen van deskundigheid. Mede hierdoor is bereikt dat professionals en collega’s beter omgaan met de diverse vraagstukken die spelen binnen de leefwereld van migranten. Ook in 2013 bleek weer dat signalen van eerkwesties en dreiging van geweld en dwang binnen collectieve samenlevingsvormen vaak heel diffuus en complex zijn. Dat geldt dus ook voor het signaleren ervan door professionals in de stad. Bij diverse fora, voorlichtingsbijeenkomsten, trainingen etc. blijkt vaak dat (potentiële) cliënten binnen migrantengemeenschappen, die worstelen met opvoedingsproblemen, eerkwesties en huiselijk geweld nog steeds onvoldoende vertrouwen hebben in het reguliere aanbod van (jeugd) hulpverlening en interventies van de politie. Het aanbod sluit vaak nog onvoldoende aan op de specifieke situatie en behoeften van migranten. Ook is er nog steeds sprake van een groot grijs gebied als het gaat om de veelheid en diversiteit van vormen van geweld onder migranten. Expliciet worden taboeonderwerpen genoemd zoals (homo) seksualiteit, seksueel geweld (waaronder incest), rigide man- en vrouwrollen, echtscheiding en huwelijken met sterke dwangcomponenten, kuisheidsregels en maagdelijkheid, leven in gedwongen isolement etc.. Het werken met en effectief interveniëren bij dit soort diepgewortelde 12
Veilig Thuis
uitingsvormen van geweld bleek ook in 2013 een grote uitdaging voor professionals. Het bevorderen van kennis en vaardigheden om adequaat te kunnen bemiddelen vraagt blijvende aandacht. De volgende op eergerelateerd geweld gerichte activiteiten zijn in 2013 uitgevoerd: - trainingen voor professionals binnen onderwijs, gezondheid, (jeugd) hulpverlening; - workshops/voorlichtingen bij themabijeenkomsten aandachtsfunctionarissen Meldcode; - voorlichting aan verloskundigen en artsen Symposium Zwangerschap en Geboorte; - ontwikkeling van specifiek aanbod voor de achterban van het Kenniscentrum Emancipatie en het kenniscentrum Diversiteit; - In april 2013 is n.a.v. een motie van enkele raadsleden de pilot InZicht gestart met een expertmeeting om de problematiek van vrouwen die leven in gedwongen isolement verder te onderzoeken. Samen met de deelgemeente Delfshaven en Dona Daria Kenniscentrum Emancipatie is gewerkt aan agenderen van het onderwerp onder professionals en sleutelpersonen in de wijken. De pilot beoogt de aard en omvang van opgesloten verborgen vrouwen in Delfshaven in beeld te brengen. De pilot wordt in april 2014 afgerond; - In november 2013 is het onderzoek “Eer en partnergeweld onder Hindostanen” van Rotterdam samen met Verwey-Jonker Instituut gepubliceerd. Begin 2014 zal op basis van de aanbevelingen een nadere uitwerking plaatsvinden richting professionals. Ouderenmishandeling Ouderenmishandeling is in 2013 stevig op de agenda gezet. Nog steeds geldt dat tenminste 1 op de 20 ouderen er mee te maken hebben2 . Een erg kwetsbare groep vormen dementerende ouderen. Zij zijn mentaal en fysiek afhankelijk van partner (mantelzorger) en/ of vrijwillige- en professionele verzorging. Wordt de zorg te zwaar dan kan deze eenvoudig ontsporen in mishandeling, vaak niet bewust, maar uit onmacht. In 2013 is de aanpak ouderenmishandeling als integraal onderdeel van het actieprogramma Veilig Thuis intensief vormgegeven. ASHG Team Ouderenmishandeling Dit multidisciplinaire team bestaat uit deskundigen met specifieke kennis en expertise van ouderenmishandeling (ASHG, politie, ouderenmaatschappelijk werk en GGZ geriatrische zorg). Het team pakt meldingen ouderenmishandeling op, behandeld complexe casuïstiek en maakt plannen van aanpak die door professionals uit het netwerk wordt uitgevoerd. Het team besteed permanent aandacht aan het geven van voorlichting aan professionals en vrijwilligers die met ouderen werken en aan studenten zorgopleidingen ter bevordering van de deskundigheid. Professionals bellen regelmatig met het ASHG met het verzoek om advies over ingewikkelde zaken van ouderenmishandeling. Na een 2 ‘Elder mistreatment. Prevalence, risk indicators and consequences’ Comijs 1999 Veilig Thuis
13
telefonisch consult kunnen zij in de meeste gevallen zelfstandig verder met hun werk. Soms wordt inzet gevraagd en geleverd van het ASHG om mee op huisbezoek te gaan bij de mishandelde ouderen en/of de pleger. Meldingen ouderenmishandeling In onderstaande tabel een overzicht van het aantal meldingen en de vormen die afzonderlijk en in combinatie kunnen voorkomen. Totaal
Financiële uitbuiting
Lichamelijke mishandeling
Psychische mishandeling
2010
110
68
43
42
2011
127
73
41
63
2012
117
56
60
77
2013
151
71
47
82
Het aantal meldingen is in 2013 flink gestegen. De integrale aanpak binnen het actieprogramma Veilig Thuis draagt bij aan deze stijging. De meeste meldingen komen nog steeds van professionals. Ronduit positief is dat de extra inzet op voorlichting en preventie aan ouderen, familie en vrijwilligers heeft geleid tot een flinke toename van meldingen uit deze groep t.o.v. 2012 (van 35 naar 54). De ouderen zelf van 5 naar 8, de familie van 12 naar 29 (meer dan een verdubbeling) en de vrijwilligers (overigen) zijn vrijwel constant. Wij blijven hierin investeren. Financiële uitbuiting bij ouderen Ook in 2013 bleek dat meer dan 50% van de meldingen gaat over een vorm van financiële uitbuiting. Met politie en OM is begin 2013 een quickscan afgerond om bij financiële uitbuiting mogelijkheden van opsporing en strafrechtelijke vervolging te onderzoeken. In het najaar van 2013 zijn de resultaten geëvalueerd. Deze resultaten zijn ingebracht in de werkgroep aanpak financiële uitbuiting ouderen van het ministerie van VWS, waaraan Rotterdam deelneemt. Eind 2013 zijn in het land voor financiële uitbuiting pilots gestart. Eén daarvan is in Rotterdam gestart. De pilot beoogt samenwerking met partijen als notarissen, banken, verpleeghuizen en woningcorporaties. Doel is mogelijkheden te verkennen om signalen van financiële uitbuiting en sociaal isolement eerder op te pakken en te beteugelen. De pilot loopt tot het najaar 2014 en zal een aanpak opleveren voor bestrijding van financiële uitbuiting en sociaal isolement. Vroeg signalering Om ouderenmishandeling eerder en beter in beeld te brengen zijn ook in 2013 weer acties ingezet voor deskundigheidsbevordering en 14
Veilig Thuis
voorlichting. Hierbij is landelijk nauw samengewerkt met ministerie van VWS, kenniscentra zoals MOVISIE, het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling (LPBO) en de ouderenbonden. Zo is een DVD ouderenmishandeling ontwikkeld en een e-learning module ‘Ouderen in Veilige handen.’ Hieraan worden steeds nieuwe producten toegevoegd. In 2013 zijn ook weer door het Rotterdams Centrum van Theater een aantal voorstellingen “Oud en mishandeld” opgevoerd voor studenten in zorgopleidingen. Het aanbod voor deskundigheidsbevordering aan professionals en aandachtsfunctionarissen is volledig ingebed in de deskundigheidsbevordering vanuit de Meldcode. Rol Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) in aanpak ouderenmishandeling (als meldpunt) Ook bij het Meldpunt Ouderenmishandeling in de zorg van de IGZ voor slachtoffers, hun naasten, zorgprofessionals en bestuurders van zorginstellingen kunnen meldingen gedaan worden van ouderenmishandeling gepleegd door medewerkers in de zorg. Het gaat dan om lichamelijke en/of psychische mishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing, diefstal en het ontnemen van rechten. De melder ontvangt bericht wat er met de melding gebeurt. De IGZ ziet er op toe dat zorginstellingen hun verantwoordelijkheid nemen in goede en veilige zorg voor ouderen. Doen zij dit niet of niet goed genoeg, dan kan de IGZ maatregelen nemen. De IGZ kan de zorginstelling stimuleren tot betere aanpak om ouderenmishandeling te voorkomen, maar kan ook aangifte doen tegen vermoedelijke plegers van ouderenmishandeling of in het uiterste geval een tuchtzaak aanspannen. Wanneer het Meldpunt van IGZ een melding ontvangt van ouderenmishandeling in huiselijke kring, o.a. door een mantelzorger of familielid, dan wordt doorverwezen naar het ASHG. De IGZ helpt desgewenst met het doen van een dergelijke melding. Hier wordt nog (te) weinig gebruik van gemaakt en er is (nog) geen aparte registratie van meldingen die via de IGZ binnenkomen bij het ASHG. In 2013 is wel de samenwerking geïntensiveerd t.a.v. uitwisseling van informatie en het leveren van bijdragen aan het vergroten van de meldingsbereidheid. Verdeelmodel Vrouwenopvang De aanpak van HG&KM en het actieprogramma Veilig Thuis wordt, behalve uit eigen middelen van de centrumgemeente Rotterdam, voor een belangrijk deel gefinancierd uit het verdeelmodel Vrouwenopvang, een decentralisatie uitkering van het Rijk. In 2013 is met de betrokken ministeries, de VNG, de federatie Vrouwenopvang en de G4 gewerkt aan een nieuw verdeelmodel dat meer recht zou doen aan de feitelijke inzet van centrumgemeenten voor Vrouwenopvang en HG&KM. Dit heeft er toe geleid dat eind 2013 een voorstel is gedaan voor een nieuw verdeelmodel dat vanaf 1-1-2015 ingevoerd moet worden. Rotterdam ontvangt dan op jaarbasis ruim 2 miljoen meer. Per 1-1-2015 stijgt de rijksbijdrage voor Vrouwenopvang en de aanpak van HG&KM in het centrumgebied dan van 6 miljoen naar ruim 8 miljoen. Begin 2014 zal hierover besluitvorming plaatsvinden. De uitkomst hiervan wordt dan in de meicirculaire opgenomen. Veilig Thuis
15
Mannenmishandeling Ook mannen kunnen slachtoffer zijn van Huiselijk Geweld. De G4 draaien sinds 1 juli 2008 een pilot voor mannenopvang met 40 opvangplaatsen binnen het kader van het interdepartementaal programma Eergerelateerd Geweld (2006-2010), wat gericht was op strafrechtelijke aanpak (plegers), bescherming en opvang van slachtoffers en bestuurlijke aanpak op lokaal niveau. De pilot liep formeel af eind 2012, maar is op basis van een evaluatie van het onderzoek van de commissie de Jong, verlengd tot 2015. Rotterdam heeft 10 opvangplaatsen en 1 crisisbed die beheerd worden door Arosa. De mannen wonen in een flat op een geheime locatie buiten Rotterdam, waar dagelijks begeleiding en hulpverlening aanwezig is. De mannen delen met 2 personen een flat. 8 van de opvangplaatsen in de G4 zijn bedoeld voor opvang van mannelijke slachtoffers van mensenhandel. VWS stelt per gemeente € 300.000 beschikbaar tot en met 2014. Financiering vanaf 1-1-2015 zal gaan lopen via het nieuwe verdeelmodel Vrouwenopvang, waarin dan ook de aanpak van bijzondere doelgroepen geregeld zal gaan worden. In hoeverre hiervoor nog extra geld is te verwachten vanuit het Rijk is nog onbekend. Verbeterplan samenwerking andere domeinen Dit verbeterplan is in de loop van 2013 opgegaan in een drietal nieuwe ontwikkelingen. De eerste ontwikkeling vloeide voort uit de decentralisatie van de Jeugdzorg met de wettelijke verplichting om vanaf 1-1-2015 te komen tot één meldpunt voor HG&KM door samenvoeging in de regio van de bestaande Steunpunten Huiselijk geweld (SHG’s) en het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). In 2013 heeft een regiowerkgroep, met ondersteuning van de VNG, gewerkt aan een advies over de vorming van één regionaal Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK). Eind 2013 was al op inhoud en omvang consensus bereikt. Begin 2014 zal over de vorming van het AMHK definitieve besluitvorming plaatsvinden waarbij ook de lokale borging en bestuurlijke invloed worden meegenomen. Uiteindelijk betekent deze ontwikkeling dat vanaf 1-1-2015 de voorkant van de ketenaanpak voor HG&KM (meldingen en triage, advies en consultatie en doorzetten naar hulpverlening) door één regionaal AMHK wordt uitgevoerd. De tweede ontwikkeling betrof de opdracht aan centrumgemeenten om vanaf 1-1-2015 te komen tot een regiovisie voor HG&KM waarin voor het centrumgebied voor 4 jaar het beleid en de aanpak voor HG&KM wordt opgenomen. In het bestuurlijk overleg (BO) met schilgemeenten in ons centrumgebied zijn hierover in november 2013 afspraken gemaakt. Met de aanstelling van een externe projectleider is hiervoor in december een start gemaakt. Uiteindelijk betekent dit dat vanaf 1-1-2015 het beleid en de aanpak van HG&KM nog meer een gezamenlijke inzet wordt van de gemeenten binnen ons centrumgebied.
16
Veilig Thuis
De derde ontwikkeling betrof een reorganisatie binnen het concern Rotterdam. Hierin is een start gemaakt met de vorming van een gebiedsgerichte organisatie via wijkteams binnen het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling (MO). In deze wijkteams zijn de Lokale Zorg Netwerken (LZN’s) en de Lokale Teams Huiselijk Geweld (LTHG’s) vanaf februari 2013 opgegaan. Hoewel deze ontwikkeling primair geldt voor het concern Rotterdam betekent dit in de centrumgemeentelijke aanpak van HG&KM dat samenwerkingverbanden naar de lokale borging anders vorm gegeven moet gaan worden. Feitelijk zal hulpverlening in de lokale borging straks als sluitstuk van de ketenaanpak HG&KM in Rotterdam voortaan plaatsvinden in de wijkteams. De lokale borging zal in de regiovisie ook voor schilgemeenten geregeld moeten worden. In de onderlinge samenhang van deze ontwikkelingen zijn de uitgangspunten van het verbeterplan voor samenwerking met andere domeinen meegenomen.
2.6. Actielijn opsporen samengevat In onderstaande tabel zijn voor 2013 voor de actielijn Opsporen doelstellingen en resultaten samengevat. De monitor is t.o.v. de voortgangsrapportage VT aangevuld en geactualiseerd.
Veilig Thuis
17
Figuur 1: Actielijn Opsporen
Doelresultaat
Indicator
status
Toelichting
Stimuleren meldingsbereidheid en gebruik Meldcode
50% van instellingen in de intramurale ouderenzorg is aangesloten op de Meldcode (regio centrumgem. R’dam).
Afgerond
Meer dan 50 % is inmiddels bereikt. Vanuit de wet Verplichte Meldcode wordt nu vooral ingezet op het bevorderen van het gebruik van de meldcode bij organisaties.
Nulmeting naar het gebruik van de Meldcode en de meldingsbereidheid.
Afgerond
Toename meldingen door professionals sinds 2007 met ruim 250% gestegen. Veel organisaties hebben de Meldcode ingevoerd en werken aan implementatie. Met de wet Verplichte Meldcode wordt nu gewerkt aan verdere borging.
Lancering Regionale Meldcode HG/KM
Afgerond
Regionale Meldcode HG/KM in september 2011 gelanceerd en inmiddels opgegaan in de wet Verplichte Meldcode.
Betere en expliciete verbinding SISA en Meldcode.
Afgerond
SISA is in de Meldcode opgenomen. Ondersteuning, werving en handhaving wordt gezamenlijk opgepakt. In 2013 is de integrale samenwerking SPK/ SISA verder geïntensiveerd en zullen op termijn SPK en SISA worden geïntegreerd.
Oplevering Toolkit Meldcode HG/KM.
Afgerond
Toolkit is opgeleverd en wordt toegepast met diverse materialen waaronder een stappen- en signaleringskaart.
Oplevering risico- en taxatie-instrument.
Afgerond
Voor de Meldcode zijn een stappenkaart en een handelingsprotocol opgeleverd. Bestaande taxatie-instrumenten zijn geïnventariseerd en beschikbaar gesteld.
Implementatie toolkit en risico- en taxatieinstrument in Meldcode organisaties
Afgerond
In 2012 is de implementatie voltooid. In 2013 is dit verder geïmplementeerd.
Professionalisering/ deskundigheidsbevordering
18
Veilig Thuis
Meldrecht, medisch beroepsgeheim en tuchtrecht
Onderzoek mogelijkheden om drempels bij melden bij medische beroepsgroepen te verminderen.
Afgerond
In 2013 zijn de eerste stappen gezet om, naast het al bestaande convenant met de ziekenhuizen, ook te komen tot een convenant met de 1e lijns aanbieders in de medische sector. Dit moet in 2014 leiden tot besluitvorming.
Onderzoek of en op welke wijze het tuchtrecht kan worden ingezet om de meldingsbereidheid te stimuleren.
Volgens planning
Met de wet Verplichte Meldcode en de ontwikkeling van een convenant voor de 1e lijns aanbieders voor de medische sector naast het bestaande convenant met de ziekenhuizen is de context voor dit onderzoek gewijzigd. Gezien de nog altijd geringe aantallen meldingen uit de medische sector wordt de noodzaak om te bezien of tuchtrecht ingezet kan worden voor de meldcode nog steeds als relevant gezien en blijft dit onderzoek als opdracht overeind. In 2014 wordt hieraan gewerkt. Ook de rol van de toezichthouder op de Meldcode (inspectie Volksgezondheid) wordt hierbij meegenomen.
Medische keten
Met de medische keten wordt een samenwerkingsconvenant ondertekend.
Volgens planning
Doorontwikkeling van bestaand samenwerkingsconvenant met ziekenhuizen richting 1e lijn: huisartsen, huisartsenposten, ambulancedienst, verloskunde en kraamzorg. Voorbereiding getroffen in 2013. Planning tekenen convenant begin 2014.
Van melding via triage en weging naar een passend zorgaanbod
Triage en taxatie op alle incidentmeldingen en het oppakken van geprioriteerde meldingen.
Afgerond
Vanaf 1 januari 2013 worden alle geprioriteerde meldingen opgepakt.
Meldingen voorzien van een passend zorgaanbod
Geprioriteerde incidentmeldingen, aanhoudingen en meldingen professionals en burgers ontvangen een passend zorgaanbod.
Volgens planning
Target voor 2013 was 80%. Realisatie is uitgekomen op 88%. Target is dus ruimschoots gehaald. Target voor 2014 is 100%.
Veilig Thuis
19
Optimalisatie ICT structuur t.b.v. monitoring, sturing en onderzoek.
20
Veilig Thuis
Onderzoek of triage ook past binnen LTHG
Afgerond
Pilot toonde aan dat triage bij het ASHG hoort. Onderzoek niet meer nodig
Verbeterplan samenwerken ASHG, CJG, LTHG/LZN en BJZ/ AMK.
Volgens planning
Wordt nu inhoudelijk ingebracht in 3 geschetste ontwikkelingen van vorming AMHK, regiovisie en vorming wijkteams.
Samenvoeging LTHG/ LZN.
Afgerond
Samenvoeging tot één coördinatieteam per gebied is gerealiseerd. Is in 2013 overgedragen naar de nieuw te vormen wijkteams.
Verbeterslag op ICT systeem E-Vita. Werken aan optimale koppeling tussen informatiesystemen (PGA/BvA en Conraad).
Volgens planning
In 2013 is gewerkt aan verdere verbetering van het systeem gericht op het optimaal monitoren op targets en behaalde resultaten en het verkrijgen van periodieke managementinformatie. Het werken aan koppelingen met andere informatiesystemen bijvoorbeeld van het VHRR, directie Werk & Inkomen en straks met het registratiesysteem van het AMHK is in een dynamisch proces dat in 2014 wordt vervolgd.
Registratie HG&KM i.k.v. de Meldcode bij alle organisaties op orde.
Wordt voorbereid
In 2013 is voor alle gesubsidieerde organisaties betrokken bij de meldcode een registratieverplichting ingevoerd. Het nakomen wordt gestimuleerd in de vanuit de subsidierelatie te houden overleggen.
3. Oppakken De actielijn ‘Oppakken’ zet in op stevig en effectief ingrijpen bij HG&KM. Dit betekent een intensivering van samenwerking tussen de straf en zorgketen, maar ook verbinding met de keten jeugd en volwassenen bij betrokkenheid van kinderen. Belangrijk uitgangspunt is het toepassen en integreren van bestuurlijke-, strafrechtelijke- en civielrechtelijke maatregelen. We zetten stevig in en gebruiken daarbij alle mogelijke middelen die voorhanden zijn. Met de integratie in het Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond (VHRR) komen alle instrumenten steeds meer in één gereedschapskist voor de professionals samen en wordt gewerkt met een systeemgerichte aanpak. De strafrechtelijke vervolging van HG&KM is daarbij een goed voorbeeld. In 2013 is de gemeentelijke inzet binnen het VHRR vanuit het cluster MO gebundeld met het besluit één team te vormen onder één manager waarin de Gemeentelijke Interventie Specialisten vanuit de directie Jeugd & Onderwijs en de trajectregisseurs vanuit de teams Justitiabelen en HG&KM van de directie Publieke Gezondheid & Zorg samenwerken. In 2014 zal het team operationeel worden.
3.1. Strafrechtelijke vervolging HG&KM en VHRR Zowel politie als het Openbaar Ministerie (OM) hebben in 2013 weer veel prioriteit gegeven aan de aanpak HG&KM. Niet alleen door intensieve samenwerking binnen het VHRR, maar ook in de diverse overlegvormen rondom HG&KM. Inzet blijft vooral waar mogelijk ook strafrechterlijke vervolging te benutten in de aanpak van HG&KM. In 2013 is zowel het aantal aanhoudingen als het aantal huisverboden gedaald. Hiervoor zijn geen direct aanwijsbare redenen aan te wijzen. Naar de oorzaken van deze daling wordt door de politie nader onderzoek gedaan. Eind 2013 is met de politie ook afgesproken dat wij de huidige werkwijze bij incidentmeldingen kwalitatief willen verbeteren door eerst alle vereiste gegevens te verzamelen en te wegen of er sprake is van HG&KM en dan pas de melding door te zetten. Zo kan beter beoordeeld worden of strafvervolging mogelijk is, kan bij sepotzaken toch bezien worden of daar geen aanvullende voorwaarden gesteld kunnen worden t.b.v. de aanpak HG&KM en kan de verwerking van een melding naar passend zorgaanbod sneller plaatsvinden omdat niet eerst aanvullende gegevens verzameld moeten worden. In 2014 zal dit mogelijk leiden tot aanpassingen in de werkwijze. In 2013 is ook een quickscan bij de politie en het OM afgerond naar mogelijkheden van inzet van het strafrecht bij financiële uitbuiting van ouderen. De resultaten zijn meegenomen in de pilot financiële uitbuiting ouderen in Rotterdam die in 2013 is gestart.
Veilig Thuis
21
3.2. Protocol voor meldingen kindermishandeling Samen met Bureau Jeugdzorg, de politie en het OM is in 2013 uitvoering gegeven aan het landelijk protocol aangifte kindermishandeling. Dit protocol beoogt de bereidheid tot melden, consultatie daarover en aangifte vanuit Bureau Jeugdzorg inzake kindermishandeling te vergroten, teneinde kindermishandeling, naast civielrechtelijke interventies, ook vaker strafrechtelijk te vervolgen. Een evaluatie van het protocol zal in 2014 plaatsvinden.
3.3. De Wet Tijdelijk Huisverbod en het Tijdelijk Huisverbod bij kindermishandeling Uitvoering Wet tijdelijk huisverbod Al vanaf de inwerkingtreding van de Wet tijdelijk huisverbod (Wth) in 2009 heeft Rotterdam de uitvoering voortvarend opgepakt. Het eerste huisverbod in Nederland werd opgelegd in Rotterdam en de gemeente is sindsdien steeds landelijk koploper gebleven. Door de jaren heen is 20% van de landelijke huisverboden afkomstig uit regio Rotterdam Rijnmond. De Rotterdamse werkwijze rondom screenen en opleggen van huisverboden is uitgeroepen tot best practice door de Raad van Korpschefs en krijgt in Nederland steeds meer navolging. Ook in 2013 is deze krachtige lijn voortgezet in het centrumgebied Rotterdam. Toch bleek dat in 2013 het aantal huisverboden sterk is afgenomen. Dit blijkt uit onderstaande tabel met cijfers voor het centrumgebied Rotterdam over 2012 en 2013. Figuur 2: Aantal huisverboden in centrumgemeente Rotterdam in 2012 en 2013
2012 Huisverboden
2012 Verlengde huisverboden
2013 Huisverboden
2013 Verlengde huisverboden
Albrandswaard
10
4
0
0
Barendrecht
7
4
8
5
Capelle aan den IJssel
31
19
16
8
Krimpen aan den IJssel
6
2
4
3
Lansingerland
13
4
8
5
Ridderkerk
9
3
5
1
Rotterdam
414
261
348
197
Naar de afname van het aantal huisverboden en de daaraan eventueel ten grondslag liggende oorzaken wordt onderzoek gedaan door de politie. 22
Veilig Thuis
Soorten huiselijk geweld bij opgelegde huisverboden Het huisverbod kan worden ingezet bij alle vormen van HG&KM. In 2013 ging het net als in voorgaande jaren in de meeste gevallen om situaties van partnergeweld (samenwonenden, gehuwden, mensen met een LAT relatie of ex-partners). In de resterende zaken ging het om kindermishandeling, geweld tegen ouders, geweld tegen ouderen of geweld van andere huisgenoten en/of familieleden. Ook in 2013 bleek weer dat in heel veel zaken minderjarige kinderen in het gezin als getuige en/of als direct slachtoffer aan geweld werden blootgesteld. Er is vaak sprake van een samenloop van partnergeweld en kindermishandeling. Uithuisgeplaatste plegers van geweld waren in 2013, net als in voorgaande jaren, vrijwel altijd mannen. Samenloop met strafrecht en preventieve huisverboden Vanaf de start van het huisverbod geldt de afspraak dat het instrument in eerste instantie vooral naast een strafrechtelijk traject zou worden ingezet. Veelal valt de screening huisverbod dan ook samen met een aanhouding en volgt in een aantal gevallen enige vorm van strafrechtelijke afdoening. Als dat samenvalt met een huisverbod noemen we dat samenloop met strafrecht. De Wth biedt echter nadrukkelijk ook de mogelijkheid om zonder strafrechtelijk kader een huisverbod op te leggen, de zogenaamde ‘preventieve inzet’. In de aanpak wordt steeds vaker gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. In 2013 is met name t.a.v. kindermishandeling dan ook een toename te zien van het aantal preventief opgelegde huisverboden, zoals hierna omschreven onder het kopje “Geplande screening huisverbod bij kindermishandeling”. Beroep en appel Uithuisgeplaatste plegers van huiselijk geweld kunnen tegen een besluit tot opleggen (en verlengen) van een huisverbod in beroep bij de rechtbank. Indien daarbij tevens een voorlopige voorziening wordt ingesteld moet de zaak binnen drie werkdagen worden behandeld. Hoewel er niet of nauwelijks kosten zijn verbonden aan dergelijke procedures voor de uithuisgeplaatste is ook het beeld over 2013 dat er weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden tot het instellen van beroep. Waar wel beroep wordt ingesteld of een voorlopige voorziening wordt gevraagd stelt de rechter de gemeente vrijwel altijd volledig in het gelijk. De aanpak van HG&KM via besluiten tot opleggen en/ of verlengen van een huisverbod worden dus zelden door de rechter vernietigd en als het wel gebeurt in de regel alleen vanwege wijzigingen in omstandigheden na het nemen van het besluit. Dit past bij de zorgvuldige werkwijze die is vastgelegd voor de uitvoering Wth. Geplande screening huisverbod bij kindermishandeling De in 2012 gehouden pilot “Geplande screening huisverbod bij kindermishandeling” leverde bij de evaluatie in het voorjaar van 2013 dusdanig positieve reacties op dat besloten is om vanaf de zomer 2013 deze aanpak structureel te gaan toepassen binnen het centrumgebied van Rotterdam. De implementatie is daarna actief opgepakt. Veilig Thuis
23
Hoewel hierbij vooralsnog vooral de aanmelding is beperkt via het AMK van bureau Jeugdzorg bleek toch al dat hierin duidelijk in een behoefte wordt voorzien. In 2013 zijn 21 verzoeken voor advies en consultatie ingediend. Hiervan zijn 15 verzoeken in behandeling genomen door het weegteam geplande screening (GGD, politie, CIT CVD en BJZ) dat daarna een (schriftelijk) advies heeft uitgebracht om wel of geen screening huisverbod te starten. Uiteindelijk heeft dit in 10 zaken daadwerkelijk geleid tot een huisverbod. Tijdens de duur van het huisverbod is hiermee inderdaad uithuisplaatsing van kinderen voorkomen. Of later door samenloop van omstandigheden, nader onderzoek of nieuwe feiten alsnog tot uithuisplaatsing is overgegaan is niet bekend en ook niet onderzocht vanuit het perspectief dat dit jaarverslag zich richt op de aanpak van HG&KM. Voor het AMK van bureau Jeugdzorg biedt deze werkwijze de mogelijkheid om te kiezen voor de inzet van het huisverbod in plaats van vergaande maatregelen zoals het uithuisplaatsen van de kinderen. Soms is dat laatste echter toch nodig. Het huisverbod is geen oplossing in zichzelf, het is een instrument waarmee ruimte gemaakt kan worden voor oplossingen. Soms moet de beste oplossing uiteindelijk toch in een kinderbeschermingsmaatregel gevonden worden. Met het huisverbod kan echter een situatie gecreëerd worden die ook op lange termijn kaders biedt voor een veilig thuis voor kinderen. Met de implementatie van dit aanvullend beleid is iets moois en stevigs neergezet dat ruimte biedt voor een nieuwe werkwijze die echt iets kan betekenen voor kinderen die in en met geweld opgroeien. Het weegteam verricht de intensieve en altijd spoedeisende werkzaamheden met een zeer duidelijk gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid en prioriteit. Dat gebeurt met grote zorgvuldigheid en een hoge – en noodzakelijke – mate van kwaliteit. De werkwijze geplande screening vergt echter veel van de gemeente en van de ketenpartners zoals politie, CIT CVD en AMK. Het kost veel extra capaciteit, met name voor de leden van het weegteam. Alleen met voldoende capaciteit kan de werkwijze voortgezet, uitgerold en eventueel uitgebreid worden. 2013 laat zien dat er behoefte is en dat dit al heeft geleid tot een toename in het aantal zaken. In 2014 zal daarom goed gemonitord worden of een verdere groei nog kan worden opgevangen binnen de bestaande capaciteit of dat hiervoor maatregelen nodig zijn om deze uit te breiden. Er is veel interesse in het land voor dit Rotterdamse model. De ministeries van VWS en V&J hebben de ontwikkelingen in Rotterdam met veel belangstelling gevolgd. In de Monitor Actieplan Kinderen Veilig Thuis van de taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik, die op 15 januari 2013 aan de Tweede Kamer is toegezonden, staat dat o.b.v. 24
Veilig Thuis
de bevindingen in de Rotterdamse pilot het ministerie van V&J samen met VWS een opdracht zal uitzetten voor het opstellen van een landelijke handreiking voor gemeenten in 2013.3 Verschillende gemeenten in het land overwegen reeds op dit moment om het Rotterdamse voorbeeld te volgen.
3.4. Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond (VHRR) De aanpak HG heeft een vaste plek in het VHRR. De aanpak behoort, samen met de aanpak veelplegers en overvallers, tot de doelgroepen van het VHRR. De doelstelling oplevering van selectiecriteria voor de casuïstiek in het VHRR is gerealiseerd. Sinds 2012 worden alle aanhoudingen HG door het ASHG, politie en het OM middels de ZSM+4 -methodiek in het VHRR afgedaan. Dit vindt plaats op de dagelijkse ‘afdoeningsoverleggen’. Hier worden alle zaken besproken die niet tot een sepot leiden en strafrechtelijk kunnen worden afgedaan. Ook worden alle huisverboden meegenomen. De afdoening wordt dus gezamenlijk met de zorgketen besproken. Dit is landelijk uniek en maakt het mogelijk om strafrechtelijke interventies ook (en vooral) vanuit zorgperspectief in te zetten. Een deel van de casuïstiek wordt, na selectie, besproken op een wekelijks casusoverleg. Hieraan nemen alle partners uit de ketens handhaving, zorg, toezicht en jeugd aan deel. Vanuit dit overleg kan binnen zeer korte tijd een systeemgericht plan van aanpak worden opgesteld. Omdat alle partijen ook fysiek in het VHRR zijn vertegenwoordigd is onderlinge afstemming en samenwerking optimaal. We zijn door het werken binnen het VHRR in staat om veel effectiever dan voorheen op te treden. De inzet van de gemeente binnen het VHRR heeft, zoals elders al beschreven, voortdurende aandacht.
3.5. Actielijn Oppakken samengevat In onderstaande tabel zijn voor 2013 voor de actielijn Oppakken doelstellingen en resultaten samengevat. De monitor is t.o.v. de voortgangsrapportage VT aangevuld en geactualiseerd
3 Taskforce kindermishandeling en seksueel geweld; “Monitor Actieplan Kinderen Veilig Thuis 2012-2016, nulmeting”, Den Haag, november 2012, pagina 32-33. 4 ZSM+ aanpak staat voor een optimale, slimme en snelle afdoening van casuïstiek huiselijk geweld, veelplegers, overvallers en jeugdigen.
Veilig Thuis
25
Figuur 3: Actielijn Oppakken
Doelresultaat
Indicator
status
Toelichting
Een gezamenlijke gereedschapskist
Oplevering complete inventarisatie van (juridische) interventies en maatregelen bij HG/ KM.
Afgerond
In 2013 is verder toepassing aan deze ontwikkeling gegeven. Binnen het VHRR zijn in overleg met ketenpartners allerlei onderzoeken en projecten gestart om dit verder uit te werken.
Lancering intentieverklaring ‘een gezamenlijke gereedschapskist’
Afgerond
Geborgd in VHRR door samengaan van strafrecht bestuursrecht en civielrecht.
Jaarlijkse evaluatie strafrechtelijke aanpak HG/KM
Afgerond
Wordt jaarlijks in samenspraak met VHRR gerealiseerd.
Operationele organisatie strafrechtelijke aanpak primair in Veiligheidshuis (VHRR)
Afgerond
In het VHRR worden alle aanhoudingen en huisverboden HG behandeld en doorgezet.
Quickscan bij politie en OM naar mogelijkheden inzet strafrecht bij financiële uitbuiting
Afgerond
De quickscan is uitgevoerd en gepresenteerd. De resultaten zijn in 2013 besproken en meegenomen in de in 2013 gestarte pilot financiële uitbuiting bij ouderen.
Verbinding voorliggende veld en integratie aanpak binnen ASHG
Afgerond
In het VHRR worden alle aanhoudingen en geprioriteerde huisverboden HG behandeld en doorgezet. Het ASHG is in het VHRR vertegenwoordigd.
Verbinding met Jeugd Beschermingsplein
Afgerond
Verbinding heeft vorm gekregen in de inzet van GIS specialisten vanuit Jeugd die vanaf eind 2013 één team gaan vormen in het VHRR met de trajectregisseurs voor Justitiabelen en Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Dit team is onder één manager geplaatst in de directie PG&Z.
Evaluatie brede aanpak in VHRR
Afgerond
Geborgd in de jaarlijkse werkplannen van het VHRR
Doelgroepaanpak ZSM+ implementeren
Afgerond
Geborgd in werkprocessen van het VHRR.
Strafrechtelijke aanpak HG/KM
Doorontwikkeling verbinding VHRR in bredere ketenaanpak HG-KM
26
Veilig Thuis
Protocol voor meldingen KM tussen AMK-Politie en OM
Implementatie protocol meldingen KM en evaluatie.
Afgerond
Het protocol is in 2011 ingevoerd, in 2012 vond de evaluatie plaats. In 2013 zijn evaluatie aanpassingen doorgevoerd.
Tijdelijk Huisverbod bij KM
Ontwikkeling screening THV bij KM, oprichting implementatiegroep, start pilot screening THV bij KM, evaluatie pilot.
Afgerond
Voorbereiding screening en implementatie zijn afgerond. Pilot is uitgevoerd van mei 2012 t/m dec. 2012. Uit evaluatie begin 2013 bleek de pilot succesvol en juridisch correct. Structurele inbedding vindt vanaf de zomer 2013 plaats in ketenaanpak. instroom kan op termijn verbreden met meer partijen dan AMK mits hiervoor voldoende capaciteit beschikbaar is.
Expertmeeting THV bij KM.
Afgerond
Expertbijeenkomst is in september 2011 gehouden en leverde belangrijke input op voor de verdere uitwerking op.
Veilig Thuis
27
4. Oplossen Deze actielijn zet in op het versterken van slachtoffers door het vergroten van de eigen kracht en zelfredzaamheid passend binnen de doelstellingen van de WMO. Daarnaast spreken we ouders aan op hun eigen verantwoordelijkheid door het versterken van de ouderrol en hebben we oog voor kinderen die getuige zijn van geweld. Met actielijn ‘Oplossen’ wordt gewerkt aan een veilige toekomst. Deze actielijn richt zich op het aanreiken van handvatten aan slachtoffers, kinderen en gezinnen om zelf verantwoordelijkheid te nemen en bij te dragen aan een veilige thuissituatie. Samen met Slachtofferhulp Nederland rondom de ondersteuning van slachtoffers bij beroepsprocedures inzake huisverboden.
4.1. Intergenerationele overdracht Kinderen die getuige zijn van Huiselijk Geweld lopen een hoger risico op latere leeftijd zelf tot dader- of slachtofferschap over te gaan. Zo wordt huiselijk geweld van generatie op generatie doorgegeven. Om deze spiraal te doorbreken zijn diverse GGZ-programma’s ontwikkeld zoals ‘Ruzie Thuis is niet pluis’ en ‘Vlinders in Onweer.’ Om de instroom te verbeteren zijn deze programma’s vanaf 2013 ook door Arosa uitgevoerd en is een betere aansluiting met Bureau Jeugdzorg gerealiseerd. In 2013 zijn mede daardoor circa 250 kinderen en ouders met dit aanbod bereikt. Een flinke stijging.
4.2. Ouderschap HG&KM De actielijn ‘Opsporen’ besteed ook expliciet aandacht aan de ouderrol van slachtoffers en plegers vanuit de gedachte dat het aanspreken van plegers en slachtoffers op hun rol als ouder bijdraagt tot besef van verantwoordelijkheid om daadwerkelijk iets aan de gezinssituatie en het eigen gedrag te veranderen. Zo ontstaat er meer ruimte voor een veilige toekomst. Met het programma Veerkracht besteed Arosa hier aandacht aan. Er zijn en worden thema- en expertbijeenkomsten georganiseerd om deze insteek binnen de bredere hulpverlening vaker toe te passen. Hierin worden aanbevelingen uit onderzoek 5 meegenomen. Andere activiteiten en uit te werken onderdelen vallen onder de procesaanpak Preventie en Vroegsignalering.
5 O.a. uit: Pels, T., Lünnemann K. & Steketee, M. (2011). Opvoeden na partnergeweld. Ondersteuning van moeders en jongeren van diverse afkomst. Assen: Koninklijke Van Gorcum.
28
Veilig Thuis
Hiertoe behoren onder andere: - inventarisatie interventies HG&KM en aandacht voor ouderrol bij zorgen hulpverleners; - aansturen op meer aandacht voor de ouderrol in het hulpaanbod; - intensivering inzet gezinscoaching en opvoedondersteuning. Het LTHG kan bij casuïstiek aanspraak maken op gezinscoaching door Flexus in overleg met het CJG; - verbetering indicering inzet hulpaanbod voor KM bij getuige van HG; - verbinding actieprogramma HG&KM en Ieder Kind Wint, zorg voor de toekomst; - ordening en overzicht van interventies van opvoedingsondersteuning en gezinscoaching voor slachtoffers en plegers van huiselijk geweld; - ontwikkelen handreiking voor professionals en een informatiefolder voor ouders.
Deze lijn van aanpak is in 2013 onverkort doorgezet. Dat geldt ook voor de al in 2012 ingezette versterking van de samenwerking met de afdeling Jeugd. Ontwikkelingen in beleid rond kindermishandeling zijn inmiddels geborgd binnen de aanpak en in het actieprogramma Veilig Thuis. Activiteiten die het voorkomen van huiselijk geweld en kindermishandeling bevorderen worden nu samen opgepakt door het Servicepunt Meldcode en SISA. In 2013 zijn de frontoffices geïntegreerd in één organisatiemodel.
4.3. Herstel eigen kracht en zelfredzaamheid Om de cirkel van geweld bij slachtoffers te doorbreken worden binnen de hulpverlening veel interventies ingezet gericht op het vergroten van weerbaarheid en empowerment. Zo wordt het Aware-traject bij belaging en stalking ingezet waarbij vrouwen begeleiding en beveiliging ontvangen. De beveiliging bestaat uit een elektronische signaleringssysteem waarbij politie met de hoogste urgentie ter plaatse komt wanneer de veiligheid van een slachtoffer in het geding is. De interventie vertrouwenscoaching biedt vrouwen intensieve ondersteuning in de thuissituatie en wordt geheel door vrijwilligers uitgevoerd. Ook in 2013 is het laagdrempelig aanbod voor moeders en kinderen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld uitgebreid. Met de projecten Memosa en Vertrouwenscoaching bieden vrijwilligers hulp met coaching en (opvoed)ondersteuning. Daarnaast wordt gewerkt met gezinscoaching en maatschappelijk werk. Met dit relatief lichte aanbod wordt nog onvoldoende bereikt. Daarom wordt is in 2013 gewerkt aan een betere borging in de ketenaanpak en zijn er lokaal empowermenttrainingen uitgevoerd.
Veilig Thuis
29
4.4. Actielijn Oplossen samengevat In onderstaande tabel zijn voor 2013 voor de actielijn Oplossen doelstellingen en resultaten samengevat. De monitor is t.o.v. de voortgangsrapportage VT aangevuld en geactualiseerd. Figuur 4: Actielijn Oplossen
Doelresultaat
Indicator
status
Toelichting
Hulp en steun dichtbij
Opleveren fysiek mate-riaal voor slachtoffers en kinderen.
Volgens planning
Informatiemateriaal voor slachtoffers en plegers van de diverse vormen van HG wordt verzamelden via een werkgroep toegankelijk gemaakt voor verspreiding
Start uitrol inzet Memosa en LOV in centrumgebied Rotterdam.
Volgens planning
In 2013 is begonnen met de uitrol in het centrumgebied. Borging van activiteiten voor het centrumgebied zal plaatsvinden in de regiovisie.
Inventarisatie hulpinterventies bij HG&KM en aandacht voor ouderrol.
Volgens planning
In 2013 zijn diverse activiteiten ingezet om de rol van het ouderschap binnen HG&KM beter in te passen. Dit beleid wordt gecontinueerd in samenwerking met Jeugdbeleid in kader van Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel (NJR)
Oplevering handreiking HG&KM en ouderrol aan zorg en hulpverleners.
Vertraagd
Is doorgeschoven naar 2014 en zal dan na beoordeling uitgezet worden in samenwerking met Jeugdbeleid (NRJ)
Opleveren folder geplande screening.
Vertraagd
Is doorgeschoven naar 2014 omdat focus eerst lag op implementatie van de geplande screening. Na een juridische uitwerking wordt beoordeeld of en zo ja wat er dan wordt uitgezet.
Ouderschap, huiselijk geweld en kindermishandeling
Herstel zelfredzaamheid
30
Veilig Thuis
5. D e meldingen huiselijk geweld in beeld Het ASHG is er voor advies, ondersteuning en het melden van huiselijk geweld en staat centraal in de ketenaanpak als signaleerder, toeleider en expertisecentrum. De LTHG’s, inmiddels opgegaan in de wijkteams, fungeren aanvullend op het ASHG. Zij stemmen hulp op elkaar af, waardoor zowel pleger, slachtoffer als kinderen en eventuele getuigen hulp krijgen en zijn ook actief in monitoring van voortgang van hulp. Met het opgaan van de LTHG’s in de wijkteams wordt nog nader bezien of en zo ja welke aanpassingen in de werkwijze nodig zijn en doorgevoerd moeten worden. Tot het centrumgebied van de centrumgemeente Rotterdam horen de schilgemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland6 en Ridderkerk. In Rotterdam hebben alle deelgemeenten een LTHG. Het ASHG heeft in 2013 in totaal 9.372 meldingen ontvangen, waarvan 7.346 uit de centrumgemeente Rotterdam en de rest uit de schilgemeenten. Voor het vaststellen van de herkomst van de melding wordt uitgegaan van de woonplaats van het slachtoffer. Is deze niet bekend dan van de pleegplaats. Is ook die niet bekend dan van de deelgemeente van het LTHG waar de betreffende melding behandeld wordt.
5.1. Meldingen uit centrumgemeente Rotterdam bij het ASHG De meldingen huiselijk geweld bij het ASHG en de LTHG’s zijn over de afgelopen jaren ieder jaar toegenomen. T.o.v. 2006 (1.606) is het aantal meldingen van huiselijk geweld in 2012 gestegen tot 11.117. Het beeld over 2013 laat voor het eerst een daling zien in het aantal meldingen. Voor het centrumgebied zijn er 9.372 meldingen ontvangen. Net als bij de afname in huisverboden zijn hiervoor niet direct aanwijsbare redenen te vinden. Het beleid is ongewijzigd, de laagdrempeligheid bij het ASHG is nog steeds gegarandeerd en er wordt nog steeds onverkort ingezet op voorlichting en deskundigheidsbevordering. De daling zit ook voornamelijk in het aantal meldingen van professionals en kan heel goed een positief signaal zijn. Immers als professionals de Meldcode goed toepassen dan zijn zij vaak zelf in staat om zonder melding al adequaat te acteren. Om dit te kunnen verifiëren zullen wij nader onderzoek doen naar de oorzaken van de daling. Hierbij zullen wij ook het AMK betrekken omdat ook daar een daling is geconstateerd in signalen van professionals. 6 Lansingerland valt officieel niet onder de verantwoordelijkheid van centrumgemeente Rotterdam, maar op basis van bestuurlijke afspraken wel tot het verzorgingsgebied van de GGD Rotterdam-Rijnmond. Veilig Thuis
31
In onderstaand overzicht de cijfers over de laatste 3 jaren.
Figuur 5: Totaal aantal meldingen in 2011, 2012 en 2013 van centrumgemeente Rotterdam
Aanhoudingen
Incidenten
Meldingen van professionals
Meldingen van burgers
Totaal aantal
2011
1.327
5.976
909
498
8.710
2012
1.393
6.250
984
369
8.996
2013
1.358
6.597
872
545
9.372
In figuur 6 is de meldingenstroom per maand weergegeven. Figuur 6: Meldingen per maand in 2012 en 2013
936 900
800
836
819 792
775 751
759
755
700
810 767
740
719
799 795
790
762
769
742
726
716
779
705
679 647
600 Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul 2012
Aug
Sept
Okt
Nov
Dec
2013
In 2013 zien wij een duidelijke piek in de zomermaanden juli en augustus. Hoewel verreweg de meeste meldingen partnergeweld betreffen, zien we aan de meldingenstroom per maand toch een mogelijk verband met de schoolvakantieperioden en dan met name de zomervakantie. In figuur 7 zijn de meldingen per gemeente weergegeven. Rotterdam heeft duidelijk de meeste meldingen, gevolgd door Capelle aan den IJssel, Barendrecht en Ridderkerk. De minste meldingen zijn afkomstig van Albrandswaard, Krimpen aan den IJssel en Lansingerland. In Albrandswaard en Barendrecht is het aantal meldingen toegenomen 32
Veilig Thuis
in Capelle aan den IJssel, Ridderkerk en Rotterdam is er sprake van een daling. Krimpen aan den IJssel en Lansingerland zijn vrijwel gelijk gebleven.
Figuur 7: Meldingen van 2011, 2012 en 2013 per gemeente
Aantal meldingen 2011
Aantal meldingen 2012
Aantal meldingen 2013
3
101
119
Barendrecht
191
197
237
Capelle aan den IJssel
679
572
537
Krimpen aan den IJssel
95
125
126
Lansingerland
179
171
183
Ridderkerk
217
230
201
Rotterdam
7.348
7.600
7.346
Albrandswaard
In 2013 zijn er ook nog 623 niet gespecificeerde meldingen ontvangen. Deze meldingen zijn echter niet te plaatsen binnen ons werkgebied omdat zij anoniem zijn gedaan, of gegevens ontbreken, of dat het gaat om mensen die niet in ons werkgebied wonen. In het laatste geval vindt dan overdracht plaats naar de betrokken gemeente.
5.2. Passend zorgaanbod voor de Rotterdamse meldingen Het passend zorgaanbod omvatte onder andere het inschakelen van crisishulpverlening, telefonisch hulp bieden, vervolgafspraak voor een face-to-face gesprek op het ASHG, vervolgafspraak voor een telefonisch gesprek met het ASHG, verwijzen of toeleiden naar of melden bij een ketenpartner in de hulpverlening, het inschakelen van ketenpartners, toeleiding of doorverwijzing naar ketenpartners in de hulpverleningsketen.
Veilig Thuis
33
6. Vooruitblik Er is veel in beweging in het land waar gemeenten mee te maken hebben, zoals de 3 decentralisaties. Daarnaast zijn er ontwikkelingen binnen het concern zelf, zoals de vorming van wijkteams, nieuwe inkoopstrategie etc. Deze bewegingen leiden er toe dat de aanpak HG&KM op onderdelen zal moeten worden aangepast. In dit hoofdstuk wordt op de belangrijkste ontwikkelingen ingegaan naar 2014 toe.
6.1. Vorming AMHK Zoals al eerder aangegeven is er in 2013 door een regionale werkgroep hard gewerkt aan de vorming van het AMHK. Dit heeft in februari 2014 in het platform van de regio geleid tot een breed gedragen besluit voor één regionaal AMHK met 3 centrumgemeentelijke gebiedsteams. Op basis van dit besluit wordt nu onder sturing van een kwartiermaker van bureau Jeugdzorg gewerkt aan een businessplan om op 1-1-2015 een AMHK operationeel te hebben.
6.2. Gebiedsgericht werken/vorming wijkteams In 2013 zijn de LTHG’s en LZN’s bij de reorganisatie van het cluster MO overgegaan naar de wijkteams. In de loop van 2013 bleek al dat er veel spanning zat op enerzijds de ontwikkeltaak van de wijkteams en anderzijds het leveren van de resultaten voor de overgedragen taken. Met name het behoud van expertise en deskundigheid versus de wens in de wijken te komen tot generalisten leverde hier een taai dilemma op. In 2014 dienen hiervoor passende oplossingen gevonden te worden die in ieder geval voor de aanpak van HG&KM systeemgerichte ketenaanpak met behoud van expertise en deskundigheid mogelijk maken en een tijdig en passend zorgaanbod voor de betrokken cliënt garanderen.
6.3. Regiovisie HG&KM Vanaf 2015 moet iedere centrumgemeente beschikken over een regiovisie HG&KM. Gelet hierop is in november 2013 in het Bestuurlijk Overleg (BO) met de schilgemeenten besloten op basis van een aantal gezamenlijk gedragen uitgangspunten te gaan werken aan deze regiovisie. Er is een externe projectleider aangetrokken die in december gestart is met een eerste verkenning. Inmiddels is er begin 2014 een startnotitie opgesteld die door alle betrokken gemeenten bestuurlijk is vastgesteld. De volgende fase van uitwerking is in volle gang. De verwachting is dat rond het najaar de regiovisie gereed zal zijn voor besluitvorming en dat deze dus op 34
Veilig Thuis
1-1-2015 operationeel is. Mooi om hierbij te melden dat de collega centrumgemeenten in onze regio, Vlaardingen en Spijkenisse, al in deze fase van voorbereiding aansluiting zoeken bij ons proces en dat zij in ontwerpsessies worden meegenomen in de afspraken en stappen die wij zetten binnen ons gebied. De kansen op regiovisies die dadelijk veel verbinden wordt hier alleen maar groter mee.
Veilig Thuis
35
6.4 Gebruikte afkortingen
36
AMK
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
AMW
Algemeen Maatschappelijk Werk
ASHG
Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
BJZ
Bureau Jeugdzorg
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
CVD
Centrum voor Dienstverlening
EG
Eergerelateerd Geweld
GIA
Geweld in Afhankelijkheidsrelaties
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
HG
Huiselijk Geweld
HG&KM
Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
HD
Huwelijksdwang
JGZ
Jeugdgezondheidszorg
KEG
Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld
KM
Kindermishandeling
LTHG
Lokaal Team Huiselijk Geweld
LTO
Lokaal Team Ouderenmishandeling
LZN
Lokale Zorgnetwerken
MC
Medisch Centrum
MEE
Instelling voor maatschappelijk werk voor mensen met een handicap
MHK
Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
WMO
Wet Maatschappelijke Ontwikkeling
MW
Maatschappelijk Werk
MWD
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
OEK
Consultatiebureau Ouder & Kind
OGGZ
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
SchoolMW
Schoolmaatschappelijk werk
SISA
Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak
SPK
Servicepunt Ketensamenwerking
STO
Stedelijk Team Ouderenmishandeling
VHRR
Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond
Wth
Wet Tijdelijk Huisverbod
ZSM
Zo Spoedig Mogelijk
Veilig Thuis
Veilig Thuis
37
Colofon Tekst:
eam Huiselijk Geweld en T Kindermishandeling Uitgave: cluster MO, directie Publieke Gezondheid & Zorg (GGD Rotterdam-Rijnmond) Vormgeving: Robedrijf Juli 2014
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70032 3000 LP Rotterdam www.ggdrotterdamrijnmond.nl